2014091702 Mededelingen - Veiligheidsregio Utrecht

AGENDAPUNT
2014.09.17/02
Voorstel voor de vergadering van:
het algemeen bestuur
Datum vergadering:
17 september 2014
Onderwerp:
Mededelingen
Portefeuillehouder:
De heer Van Zanen
Indiener:
Adriaan Buitink
1. Gevraagd besluit
Kennis te nemen van de mededelingen uit de
bijlage.
2. Toelichting bij het voorstel
3. Bijlagen bij het voorstel
A. Schriftelijke mededelingen
4. Financiële consequenties
Geen
Bijlage A. bij Mededelingen
Mededeling 1: Beëindiging huur derde verdieping provinciehuis
In de vergadering van 7 februari 2014 bent u geïnformeerd over de status van de
ontbinding van de huur van de negende etage in het Provinciehuis. De Provincie gaf
destijds aan dat de VRU voor de gewenste ontbinding 1,2 miljoen euro aan
compensatiekosten zou moeten betalen.
De ontbinding is per 1 juli 2014 een feit. Het resultaat van de ontbinding is:


eenmalige afkoopsom van 360K in plaats van de in februari 2014 genoemde 1,2
miljoen euro
een verlaging van de jaarlijkse huurlasten van 360K.
De getekende allonge is bijgevoegd.
Mededeling 2: Alarmeringsafspraken burgemeesters
In overleg met de gemeenten is de werkwijze voor alarmering van burgemeesters
opgesteld. Dit is overigens in overeenstemming met de werkwijze in de praktijk. Deze
werkwijze voorziet in eenduidige regels om de eerste informatiestroom over crises en
incidenten naar de burgemeesters in goede banen te leiden.
De essentie van de werkwijze is dat het informeren van de burgemeester in de warme
fase via de Officier van Dienst Bevolkingszorg (OvD Bevolkingszorg) loopt. De OvD
Bevolkingszorg wordt van het incident op de hoogte gesteld door de meldkamer. Het is
de OvD Bevolkingszorg namelijk bekend welke burgemeester of locoburgemeester ‘in
charge’ is en waarover deze geïnformeerd wil worden. De Regionaal Operationeel Leider
is verantwoordelijk voor het alarmeren van de burgemeester vanaf GRIP 3.
Het rechtstreekse contact met de burgemeester vanuit de VRU in de koude fase is
geborgd door de verantwoordelijkheid voor het aanleveren van de juiste
contactgegevens te beleggen bij de adviseur crisisbeheersing van elke gemeente.
Mededeling 3: Materieelverdeling (actiepunt verslag 4 juli)
In vergadering van het AB op 4 juli is toegezegd de materieelverdeling van de
specialistische voertuigen nog eens goed tegen het licht te houden.
Op 1 januari 2015 wordt het implementatieplan van het project Veiligheidszorg op Maat
(Dekkingsplan 2.0), op basis van de besluitvorming in het AB van 4 juli jl., opgeleverd.
In het kader van dat plan zal nog eens goed naar personeel, materieel voertuigen en
aanverwant materieel worden gekeken in het kader van materieelverdeling. Daarbij zal
per uitruklocatie worden aangegeven welk materieel op die locatie wordt geplaatst en
verwijderd. De herverdeling en teruggang wordt zo spoedig mogelijk gerealiseerd, maar
uiterlijk op 1 januari 2016. Indien materieel vóór 1 januari 2015 vervangen, danwel
aangepast moet worden, zal dit in lijn zijn met het vastgestelde Dekkingsplan 2.0.
Mededeling 4: Dekking van de specialismen in de regio (actiepunt verslag 4
juli)
Op 4 juli jongstleden vroeg burgemeester Westerlaken van Lopik aandacht voor de
dekking van de Rietenkapspecialisten in de regio. Vanuit het project veiligheidszorg op
Maat (VoM), het Dekkingsplan 2.0, is gekeken naar deze dekking en tegelijkertijd ook
naar de dekking van de overige specialismen. In het in de vorige mededeling genoemde
implementatieplan VoM zullen de volgende specialistische onderwerpen op basis van
landelijke visies nader worden uitgewerkt:
Incidentbeheersing Gevaarlijke Stoffen (IBGS, voorheen OGS), het Grootschalig
Optreden (GO) en Waterongevallenbeheersing (WO). Daarnaast zal de uitwerking van
de onderwerpen Rietenkapbrandbestrijding (in samenwerking met de omliggende
regio’s), HoogteRedding, OVD-gebieden en Sigma hierin worden opgenomen.
De huidige dekking van de Rietenkapspecialisten alsmede de overige specialismen is op
dit moment goed. In het kader van de lopende werkzaamheden aan het
implementatieplan VoM zal deze dekking nog een keer nader worden bezien.
Mededeling 5: Grensoverschrijdende operationele samenwerking
In het kader van Dekkingsplan 2.0, worden de bestaande (gemeentelijke) afspraken
over wederzijdse bijstandsverleningen herzien. Gezien het feit dat de brandweer, die
binnen de regio al zonder grenzen werkt, onderdeel uitmaakt van de veiligheidsregio,
worden de hernieuwde afspraken tussen aangrenzende veiligheidsregio’s gemaakt.
De VRU is ondertussen bijna zover dat de eerste operationele convenanten met de
regio’s Amsterdam-Amstelland en Gooi- en Vechtstreek kunnen worden ondertekend. In
een dergelijk convenant worden afspraken gemaakt op het niveau van
basisbrandweerzorg, die voor samenwerking met alle regio’s (in essentie landelijk) op
het gebied van brandweerbijstand (basiszorg) geschikt zijn. In onderliggende bijlagen
bij een convenant wordt de specifieke uitwerking beschreven (hierin kunnen ook zaken
worden opgenomen over specialismen of andere afwijkingen van de basiszorg).
Na de voornoemde twee regio’s zullen de regio’s Hollands Midden, Gelderland Midden,
Gelderland Zuid en Zuid Holland Zuid volgen. Het streven is de eerste convenanten eind
van dit jaar te ondertekenen.
Mededeling 6: Mogelijkheden Wvr bij IBS en gebruik ambulances (actiepunt
verslag 4 juli)
De last tot inbewaringstelling (IBS) is een bevoegdheid van de burgemeester op grond
van artikel 20 van de Wet Bijzondere opnemingen in Psychiatrische Ziekenhuizen
(Bopz). Dit is een specifieke bevoegdheid van de burgemeester in het kader van
openbare orde en veiligheid.
De vraag van burgemeester Kolff van Veenendaal ging om het onderzoeken van de
mogelijkheid die artikel 6 Wet veiligheidsregio’s (Wvr) aan de burgemeester biedt in het
geval een ambulancedienst weigert te komen om bijvoorbeeld medicatie toe te dienen
op het moment dat de politie een IBS uitvoert.
Uit de memorie van toelichting bij de Wvr blijkt dat artikel 6 Wvr een burgemeester de
mogelijkheid geeft om in crisissituaties een aanwijzing te geven aan de ambulancedienst
in het kader van openbare orde. Het moet gaan om de ambulancedienst van de regio
waarin de betreffende gemeente is gelegen.
De bevoegdheid tot het afgeven van een IBS is weliswaar een bevoegdheid in het kader
van de openbare orde en veiligheid, maar bij het afgeven van een IBS is geen sprake
van een crisis in de zin van de Wvr. Artikel 6 Wvr voorziet daarom niet in de
mogelijkheid om op deze wijze de ambulancedienst te bewegen tot een bepaalde actie
bij het uitvoeren van een IBS.
Aanvullend:
Artikel 20 Wet Bopz zegt over de inschakeling van politie en medische assistentie het
volgende:
... “Het ten uitvoer leggen van een krachtens het eerste lid gegeven beschikking draagt de
burgemeester op aan een of meer ambtenaren van politie, aangesteld voor de uitvoering van de
politietaak, die zich voorzien van de bijstand van een of meer personen met kennis van de
zorg voor personen die gestoord zijn in hun geestvermogens.”…
Het lijkt gezien dit artikel in de rede te liggen dat de politie als uitvoerende dienst
afspraken maakt met ambulancehulpverleners en bijvoorbeeld hulpverleners van de
GGD of van de crisisdienst over de inzet van deze hulpverleners bij het vervoeren van
een IBS patiënt naar een bepaald ziekenhuis. Ook als dat over regiogrenzen heen gaat.
Mededeling 7: Afronding traject wensen en bedenkingen
4 juli jongstleden heeft het algemeen bestuur definitieve besluiten genomen over de
majeure projecten. Hieraan is een uitgebreid traject vooraf gegaan, waarin de colleges
en raden van de 26 gemeenten binnen de VRU vele waardevolle wensen, opmerkingen,
bedenkingen en adviezen hebben ingebracht.
Na besluitvorming op 4 juli was dit proces nog niet helemaal afgerond. Na afstemming
met de burgemeesters hebben alle colleges en raden als afsluiting van dit traject een
brief ontvangen. Daarin worden zij bedankt voor hun inbreng en tevens ontvangen zij
een terugkoppeling uit de vergadering van 4 juli alsmede een individuele reactie op de
door de betreffende gemeente ingebrachte wensen en bedenkingen.
Hierbij is uiteraard geen einde gekomen aan de ontwikkelingen. De VRU heeft de
positieve beslissing van het algemeen bestuur en de steun van de raden ter hand
genomen en is ondertussen druk bezig om de besluiten om te zetten in de praktijk. De
bestaande regelgeving van de VRU (governance) wordt herzien, waarin bijvoorbeeld het
besluit over de financieringssystematiek wordt verwerkt. De stukken vindt u
geagendeerd in dit AB van 17 september. Tevens wordt hard gewerkt aan de
herstructurering van de organisatie, in goede harmonie met de OR. Ook de
ontwikkelingen op het gebied van Veiligheidszorg staan niet stil, want daarin is men
hard bezig met het implementatieplan voor Veiligheidszorg op Maat (VoM). U wordt
uiteraard op de hoogte gehouden en waar nodig betrokken bij de ontwikkelingen die in
gang zijn gezet.
Mededeling 8: De Staat van de Veiligheid majeure risicobedrijven 2013
Op 19 juni 2014 is de rapportage ‘Staat van de Veiligheid majeure risicobedrijven 2013’
in de openbaarheid gekomen (AO, tweede kamer). Het betreft een bundeling van
meerdere (omvangrijke) rapporten. De rapportage geeft een beeld van de naleving en
veiligheidssituatie van de majeure risico-objecten in 2013 waaronder de Brzo-bedrijven.
In de rapportenbundel behorende bij Staat van de Veiligheid zijn ook bedrijven
genoemd die gelegen zijn binnen de provincie Utrecht. In deze mededeling worden
enkele relevante punten genoemd.
Meer dan de helft van de 162 bedrijven (landelijk) moet de afspraken nog nakomen met
betrekking tot de implementatie van de PGS 29 (Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen).
Binnen de regio Utrecht hebben de bedrijven Greif Netherlands BV te Loenen (geen Brzo
bedrijf), Gulf Oil Nederland BV Depot Nigtevecht, Nuon Power Generation Kanaleneiland
BV uit Utrecht (geen Brzo bedrijf) en Nuon Power Generation Nieuwegein BV (geen Brzo
bedrijf), nog niet voldaan aan de afspraken. Het Wabo bevoegd gezag ziet toe op de
nakoming van de afspraken.
In één van de inspectieprojecten is onderzocht of er meer bedrijven zijn met een
vergelijkbaar veiligheidsprobleem als het tankopslagbedrijf Odfjell. Bij de gehouden
inspecties is een vergelijkbare situatie niet aangetroffen. Binnen de provincie Utrecht
zijn het bedrijf Argos Storage B.V. terminal Utrecht en SC Johnson Europlant B.V.
te Mijdrecht meegenomen in het onderzoek.
Bij Argos zijn wel enkele overtredingen geconstateerd. De overtredingen voor enkele
veiligheidsbeheersystemen zijn inmiddels opgelost en voor de andere overtredingen
loopt nog een handhavingstraject van de inspectie SZ&W. Daarnaast loopt bij Argos
vanuit de VRU een bedrijfsbrandweeraanwijzing waarbij enkele voorzieningen vernieuwd
worden. Dit traject is eind juli 2014 afgerond. Er is bij SC Johnson één overtreding
geconstateerd ten aanzien van de blootstelling aan stoffen en hiervoor loopt nog een
handhavingstraject van de inspectie SZ&W.
Mededeling 9: Landelijke website risicocommunicatie bij overstromingen
Op zondag 28 september aanstaande lanceert minister Schultz van Haegen van
Infrastructuur en Milieu, het onderdeel risicocommunicatie bij grote overstromingen op
de website www.onswater.nl. Deze website maakt onderdeel uit van het project Module
Evacuatie bij Grote Overstromingen (MEGO).
Met de website wil de minister het bewustzijn van burgers en bedrijven omtrent
overstromingen vergroten. De website geeft burgers en bedrijven op postcodeniveau
informatie over de gevolgen van overstromingen in hun woon- of verblijfplaats. Op deze
manier leren burgers hoe zij tijdens een overstroming zichzelf in veiligheid kunnen
brengen.
Handreiking risicocommunicatie hoog water en overstromingen
De landelijke website www.onswater.nl is ook om een andere reden voor elke gemeente
van belang. In de loop van de maand september komt namelijk ook de handreiking
risicocommunicatie bij hoog water en overstromingen van de VRU gereed. Dit is een
handreiking waarin de VRU adviseert over de risicocommunicatie bij hoog water en
overstromingen en is bedoeld voor gemeenten en andere partners, zoals
waterschappen.
Deze handreiking maakt gebruik van de generieke informatie en
handelingsperspectieven die geboden worden op www.onswater.nl. Daarnaast biedt de
handreiking regio-specifieke informatie over de oorzaken en gevolgen van
overstromingen. Ten behoeve van de regionale risicocommunicatie omtrent hoog water
en overstromingen dienen gemeenten en waterschappen deze basisinformatie en een
koppeling naar de website www.onswater.nl op de eigen website te plaatsen. De
adviseurs Communicatie en Crisisbeheersing van de gemeenten en waterschappen
worden hierover door de VRU geïnformeerd.
Mededeling 10: Betrokkenheidsonderzoek brandweervrijwilligers VRU
Zoals aangekondigd tijdens de bijeenkomst van het algemeen bestuur op 4 juli zal in
het najaar onder alle brandweervrijwilligers van de VRU een betrokkenheidsonderzoek
uitgevoerd worden. Enerzijds zal dit ingaan op het eerder gehouden onderzoek in 2009
(binden en boeien van vrijwilligers) en anderzijds op toekomstige ontwikkelingen zoals
betrokkenheid van vrijwilligers bij onderdelen als stimulerende preventie in het
verzorgingsgebied van de post (verhogen maatschappelijk rendement).
De voorbereidingen voor dit onderzoek zijn inmiddels gestart. Evenals in 2009 zal
TNS/NIPO het onderzoek uitvoeren. Inmiddels is een begeleidingscommissie en een
klankbordgroep samengesteld. De klankbordgroep bestaat uit vrijwilligers en leden van
de onderdeelcommisies en zal onder meer betrokken worden bij het opstellen van de
vragenlijst. Het onderzoek zal plaatsvinden in de maand oktober. Een conceptrapportage wordt nog voor het eind van het jaar verwacht.