HET THEATERFESTIVAL 2014 JURYRAPPORT Voorzitter: Helmut Lotigiers Juryleden: Michiel Van Cauwelaert, Annelies Vancraeynest, Robbert van Heuven en Els Van Steenberghe ‘Door zo veel voorstellingen te zien werd ik een rijker en blijer mens’, liet Jan Hautekiet vorige zomer optekenen na een jaar voorzitterschap van de Theaterfestivaljury 2013. Instemmend met die wijsheid kunnen wij – de Theaterfestivaljury 2014 – alleen maar vaststellen dat we elk véél rijker en blijer zijn geworden door het afgelopen seizoen. Wat een mooi seizoen was het. Zowel in Vlaanderen als in Nederland werden in alle mogelijke theatergenres hoge toppen gescheerd. Daardoor was het – in tegenstelling tot vorig jaar toen de jury het moeilijk had om tot een selectie te komen – een verdraaid pittig karwei om uit de waslijst parels de allermooiste en meest exceptionele voorstellingen te selecteren. De beslissende juryvergadering was echt een ‘kill your darlingsvergadering’, aldus voorzitter Helmut Lotigiers. Door zowel met het oog van professioneel performer als dat van onbevangen toeschouwer de ene voorstelling na de andere bij te wonen, door de jurydebatten in goede banen te leiden én door erover te waken dat de juryleden met de voeten op de grond bleven, had hij een onmisbare, fundamentele bijdrage aan de totstandkoming van deze selectie. Van voorstellingen die de grenzen van het theater opzoeken en als kunstvorm actualiseren tot poëtisch theater, theater dat wezenlijk maatschappelijke vragen stelt of voorstellingen die al deze kwaliteiten combineren: de selectie beslaat het breedst mogelijke spectrum. Deze selectie toont het resultaat van het vakmanschap van de kunstenaar: van een diep en intensief onderzoek, via een lange weg van twijfelen en mislukken, een ontvankelijkheid van de kunstenaar voor onzekerheid en een zoektocht naar nieuwe inzichten ,de eigen noodzaak en een nieuwe waarheid. Deze selectie (en dit seizoen) toont hoe de maatschappelijke crisis waarin we terechtgekomen zijn de kunstenaars prikkelt en hun noodzaak tot creëren aanscherpt. Kunstenaars toonden zich het afgelopen seizoen van hun meest geëngageerde én virtuoze kant. Alsof men weer lijkt te beseffen dat het eeuwenoude ritueel dat theater is ook een hedendaagse, wendbare kunstvorm is die een wezenlijke, actuele boodschap kan overbrengen. Het afgelopen seizoen oogt daarom haast als een ode aan het theater als een van de oudste maar meest efficiënte plekken waar een samenleving in eigen boezem durft te kijken en dat vaak als louterend ervaart. Daarom is engagement een van de sleuteltermen van deze selectie en van dit seizoen. Naast engagement zochten opvallend veel kunstenaars ook de magie en de verstilling op. Engagement, verstilling en magie blijken de geheime wapens waar kunstenaars in tijden van crisis graag naar grijpen. Om troost, hoop en levenslust te geven. Dat bewijst deze selectie. Misschien is dit wel een van de meest politieke selecties (en theaterseizoenen) ooit. Niet omdat er expliciete politieke boodschappen of verhalen werden verkondigd. Integendeel. De kunstenaars zetten massaal 2 in op uiterst sobere creaties die onthaasting, integriteit, openheid en verbeeldingskracht uitstraalden. Er werd met andere woorden theater gemaakt vanuit een politieke houding die een duidelijk alternatief suggereert voor het huidige politieke en maatschappelijke klimaat. Helmut Lotigiers (voorzitter), Michiel Van Cauwelaert, Annelies Vancraeynest, Robbert van Heuven en Els Van Steenberghe DE SELECTIE (in alfabetische volgorde) Dantons dood Toneelgroep Amsterdam/Johan Simons & De Oversteek / Adelheid Roosen Johan Simons doet het opnieuw. Discussie zaaien, stof doen opwaaien én inzicht geven met deze eigenzinnige bewerking van Georg Büchners meesterstuk waarin twee iconen uit de Franse revolutie de degens kruisen: Maximilien de Robespierre en Georges Danton. Simons laat je tijdens de voorstelling nadenken over de rol van het individu van de gemeenschap, maar ook over hoe de geschiedenis bladzijden witwast, over de duistere kanten van de verlichting en over hoe populisme van alle tijden is. Dat resulteert in een zwier van relevante filosofische gedachten en pertinente vragen. Dat deze woorden- en gedachtenbom overeind blijft is niet enkel te danken aan de stevige acteerprestaties maar ook aan de doordachte regie. Simons maakt de voorstelling tot een secuur gecomponeerde reis van het donker verleden naar het lichtere heden. Wat Dantons Dood ook tot een verteerbare brok maatschappijgeschiedenis maakt, is de De Oversteek van Adelheid Roosen. Roosen trommelde op elke (Nederlandse) plek waar de voorstelling speelde wijkbewoners op die niet zo vaak naar het theater gaan. Deze bewoners (inclusief hun kroost en huisdieren) druppelen tijdens de voorstelling binnen, met de slaapmat onder de arm, en nestelen zich op het podium. Zij belichamen echt de brug tussen fictie en de realiteit, Franse Revolutie en onze samenleving én tussen met kaarslicht verlicht podium en de zaal. Dankzij hen besef je dat elke theoretische exercitie simpelweg over ons gaat. Domo de Eŭropa Historio en Ekzilo KVS/Thomas Bellinck Is dit – een grijs gebouw dat tot fictief museum over het Europa van weleer is omgebouwd – eigenlijk wel theater? Jazeker. Thomas Bellinck las zich in de geschiedenis van Europa in, dacht vervolgens na over de toekomst van dat Europa en besloot een tentoonstelling te maken die zich afspeelt in 2063 wanneer Europa enkel nog een vage herinnering is. Je wandelt door nauwe gangen met muntgroene muren en langs door Bellinck ontworpen landkaarten en vitrines vol vergeelde visitekaartjes en 3 vermufte ‘Eurochocolaatjes’. Dwars door alle verdiepingen torent een berg papier, de duizenden pagina’s tellende Acquis Communautaire. Het lijkt zo simpel, maar het is een onwaarschijnlijk gelaagde en dramaturgisch uitgekiende tentoonstelling én voorstelling. De toeschouwer wordt acteur. Acteur in het Europa van 2014 maar evengoed acteur die deze voorstelling ‘speelt’ door simpelweg door alle gangen te wandelen. Er gebeurt iets met je tijdens die individuele wandeling met de straffe, aangrijpende apotheose. Pas dan, in het laatste kamertje, besef je ten volle dat je onderdeel bent van een Europa dat er in 2063 mogelijk niet meer zal zijn, omdat we met z’n allen te lamlendig toekijken hoe de zaken in het honderd lopen. Daarbij laat Bellinck zich niet verleiden tot goedkoop Europa-scepsis en laat mooi in het midden of dat in het honderd lopen erg is of niet. Garry Davis Ro Theater & Frascati/Marjolijn Van Heemstra Ze draagt een hoge hoed, tapdansschoenen en twijfelt of ze nu langs of door de roodfluwelen gordijnen zal opkomen. Marjolijn van Heemstra vangt vanaf de eerste seconde onze aandacht door haar guitige verschijning. Waar ze zich duidelijk niet helemaal comfortabel in voelt. En dat is nu net de sterkte van deze voorstelling. Samen met regisseur Jetse Batelaan zocht en vond van Heemstra de perfecte vorm om het leven en strijd voor het wereldburgerschap van Garry Davis (musicalster, idealist en activist) ten tonele te brengen. Davis’ levensverhaal is het vertrekpunt van een voorstelling die over het bestaan van grenzen én over de magie van het theater reflecteert. Daardoor is het meer dan een actuele voorstelling. Het was een geweldige zet om Jetse Batelaan als regisseur uit te nodigen. Batelaan voegt een nieuwe laag toe aan van Heemstra’s performancetaal. Zij is een fijne performer, maar geen volbloed acteur en dat wordt ontzettend slim ingezet. De typisch theatrale vormgeving is daarenboven ook nog eens een knipoog naar Davis’ statement dat ‘je de boodschap altijd goed moet verpakken’. Welaan, Garry Davis is onversneden engagement dat door zijn meesterlijk guitige theaterverpakking raakt, prikkelt én amuseert. Hamlet vs Hamlet Toneelhuis & Toneelgroep Amsterdam/Guy Cassiers & Tom Lanoye Je bent nooit te oud om jezelf te overtreffen. Dat bewijst regisseur Guy Cassiers in zijn magistrale enscenering van Shakespeares Hamlet. Dat de tekst bewerkt werd door een Tom Lanoye in geniale doen, helpt ook. Evenals de ingeving om Hamlet door de androgyne actrice Abke Haring te laten spelen. Zonder Abke is er geen Hamlet. Haar spel is intens en fysiek en is even onwaarschijnlijk straf als Lanoyes tekst die als een helder, muzikaal en spannend betoog tegen machtswellust leest. Lanoye respecteert de klassieke Hamlet-plot maar weet er met zijn scherpe, ritmische pen ook een stuk over vandaag van te maken. Dat Cassiers er in deze voorstelling voluit voor de kracht van het spel kiest en dit amper 4 verrijkt met filmische of geluidstechnische elementen zorgt ervoor dat het menselijke verhaal – zowel van Hamlet als van Haring – sterk naar voren komt. Doorheen haar Hamlet-vertolking resoneert Harings eigen levensverhaal. Dit maakt haar vertolking zo sterk en kwetsbaar tegelijkertijd. In Hamlet vs Hamlet zijn Cassiers’ acteurs niet ondergeschikt aan de techniek niettegenstaande de vormgeving van Ief Spincemaille ook zonder die techniek simpelweg fantastisch is. Spincemaille construeerde een vervallen burcht op een glazen vloer. De personages zijn overgeleverd aan elkaar en de blikken van de toeschouwers want kunnen zich nergens verschuilen. En onder de glazen vloer waarop ze lopen, zijn oorlogsresten zichtbaar. Een sterk beeld van de broze grens tussen oorlog en vrede. Vroeger én nu. Leeghoofd Tuning People & kinderenvandevilla Wat is de kracht van het theater? Tuning People heeft in Leeghoofd weinig meer dan wat kousen, kauwgom, cake en ballonnen nodig om dat haarfijn uit te leggen. Deze prikkelende, fantasie- en sfeervolle voorstelling voor iedereen vanaf vier jaar is een grandioos spel met de verwachtingspatronen van een publiek en wakkert bij jong en oud de verbeelding aan. Een acteur (een flamboyante Roel Swanenberg die het merendeel van de tijd met zijn hoofd in een piepschuimbal doorbrengt…), een tafel, wat plastic zakken en de bepalende, mooie soundscape (kunstig gemonteerde klassieke en andere muziek) creëren een magische wereld. Daarbij wordt inventief gebruikgemaakt van de zogeheten suspension of disbelief bij de kleuters (en de volwassenen). Die wereld is bevreemdend maar oogt dankzij de tafel, de stoelen, de vuilnisbak en het keukenmeubel net vertrouwd genoeg voor de kinderen om in die fantasievolle trip mee te gaan. Die trip is een ode aan het individu dat op z’n eentje en met een ferme dosis inventiviteit tracht te overleven in een wereld vol aangename en minder aangename verrassingen. De mens ten voeten uit, maar dan (ook) voor kleuters. notallwhowanderarelost KVS & Toneelhuis/Benjamin Verdonck Less is more, met die drie woorden in het achterhoofd is Benjamin Verdonck aan een jarenlang onderzoek bezig naar het soberste en meest expressievolle theater. Dat onderzoek mondt dit seizoen uit in deze abstracte poppenkast waarin je zowel de frivole eerste ontmoeting tussen twee tortelduifjes als de onafgebroken stroom die migratie is, kan herkennen. Op de hectische chaos en de te spectaculaire snelheid van onze maatschappij is deze voorstelling een glashelder antwoord dat blaakt van rust en verstilling. Verdonck dwingt verwondering af met deze fantasie prikkelende ode aan de traagheid. Zoiets kan eigenlijk alleen maar in het theater. Als kinderen laat hij de volwassenen naar dat ogenschijnlijk simpel houten framewerk kijken dat als een ontmantelde houten poppenkast oogt. Het ‘driehoekenballet’ vol (on)mogelijke moves dat zich vervolgens voltrekt – met dank aan Verdonck die zorgvuldig aan 5 de juiste touwtjes trekt of zich desnoods tussen de houten plankjes wurmt – verbeeldt de breekbaarheid van de perfectie. En de broosheid van de perfectionist. Verdonck stelt zich als manipulator van de touwtjes bijzonder kwetsbaar op en werkt uiterst geconcentreerd toe naar het fascinerende eindbeeld dat je met van verwondering tintelende ogen de zaal uit stuurt. notallwhowanderarelost is als een verkwikkende natuurwandeling (te midden véél zingende vogeltjes) vol subtiele humor en gestoei met de conventies van het theater. Na die wandeling besef je plots de kracht van de traagheid en de stilte. Dankzij de magie van het theater. Olga De Koe ‘Doe de deur dicht want de wolken komen binnen.’ Alle juryleden schreven die zin op de een of andere manier wel op. Tussen het lachen en instemmend knikken door. Waarom? Het is een typische De Koe-zin: grappig, filosofisch en eenvoudig. De zin is daarom representatief voor de volledige voorstelling. Een theaterfeest van twee uur met het DNA van de Koe én het hart van Anton Tsjechov. De personages (schitterend vertolkt door onder meer Peter en Ans Van den Eede, Sien Eggers en Lucas Van den Eynde) slagen er steeds in om net datgene te zeggen wat ze niet willen zeggen. Ze zeggen nooit wat ze bedoelen en trekken hun mond op de meest onmogelijke momenten open. Tot ontsteltenis van de anderen. Met veel pijnlijke (en dus hilarische) stiltes tot gevolg. Typisch de Koe – en tot zover niets nieuws onder de zon – maar in dit geval wél gecombineerd met een sublieme en verdraaid uitgekiende tekst. Dit maakt van Olga niet zomaar een typische ‘de Koe-voorstelling’ maar een verrukkelijk vernuftige de Koe-creatie van een uitzonderlijk niveau. Er wordt goed getimed en met een flinke tongue in cheek gespeeld en dat spel is maatschappelijk relevant én poëtisch filosofisch. Met Olga fileert de Koe op een liefdevolle wijze het gedachtegoed van Anton Tsjechov en toont hoe vanzelfsprekend makkelijk de Russische auteur erin slaagde om zoiets belachelijk moeilijks als de menselijke aard loepzuiver te analyseren. Partita 2 & Vortex Temporum Rosas Je moet het maar durven. Het publiek zowat tien minuten in het pikdonker laten luisteren naar een live gespeelde vioolsonate. Hoewel, ‘laten luisteren’ is al te pejoratief uitgedrukt. De Keersmaeker laat de wondermooie muziek in de donkerte de zaal in golven en weet als geen ander hoe die klanken de toeschouwers zullen prikkelen en uitdagen om niet alleen de oren maar meteen ook alle andere zintuigen maximaal te spitsen. Pure magie is dat. Het sleurt je uit de ratrace die het dagelijks leven is en dompelt je meteen onder in de weldoende muziek van Bach. Wanneer elke porie verzadigd is van muzikaal genot, start De Keersmaeker – samen met Boris Charmatz – haar tweede offensief tegen onze stresshormonen. Het duo danst op een met krijtcirkels 6 gestructureerde scène. Die cirkels en hun bewegingen materialiseren Bachs klanken. De noten krijgen als het ware een menselijk lichaam. De architectuur van de muziek wordt een virtuoze architectuur van de verstilling, gedanst door een uitzonderlijk duo. De boomlange, beresterke Charmatz vormt de opmerkelijke danspartner van De Keersmaeker die niet meer piepjong is, kleiner en fragieler maar net daarom zijn perfecte danspartner vormt. Dat maakt deze voorstelling ook tot een heel warme, herkenbare en menselijke voorstelling. In Partita 2 wordt tijd ruimte door uiterst gedurfde dansdramaturgie en choreografie. Dat iemand als Anne Teresa De Keersmaeker na zo’n carrière nog zulke radicale keuzes maakt, is heel bijzonder en bewonderenswaardig. En het wordt zo mogelijk nog indrukwekkender. De Keersmaeker verbaasde en verraste dit seizoen ook met Vortex Temporum waarin ze een laat werk van de Franse componist Gérard Grisey tot adembenemende en oogstrelende dans maakt, mét opvallend frivole toets. De oranje, groene en felblauwe sokken van de muzikanten dingen naar de aandacht. Je begrijpt pas de bedoeling wanneer de dansers opkomen. Zij dragen donkere kostuums mét opvallend bonte details. Elke danser ‘belichaamt’ een instrument, te herkennen aan de overeenstemmende kleuren in de kostuums van de muzikant en danser. Zoals de muziek wentelt, zo draaien, zwieren en buitelen de dansers door de ruimte en over de krijtstrepen die de melodielijnen letterlijk zichtbaar maken. De dansers (be)leven de muziek en vertolken (het dansen door) het leven. Ze doen dat zo begeesterend dat zelfs de piano zich aan een rondedansje waagt terwijl het publiek als betoverd toekijkt. De Keersmaeker overtuigde dit seizoen met haar lef, haar inventiviteit én haar aandacht voor de subtiele frivoliteiten des levens. Respect. Rauw/Raw Kabinet K Zelden dekt de titel beter de lading dan hier. Wat Kabinet K in Rauw presteert gaat emotioneel heel diep. Met een minimum aan attributen, zeven kinderen, een oudere vrouw, een professionele danser en een muzikant slagen Joke Laureyns en Kwint Manshoven erin het verloop van het leven te portretteren. Ze hebben daarvoor niet veel tijd en nog minder special effects nodig. Rauw vertelt heel veel in absolute eenvoud. Dit choreografenduo gebruikt de puurheid, het ongepolijste en de oncontroleerbare, haast dierlijke energie van de kinderlichamen om iets essentieels te vertellen over het leven en het heengaan van dat leven. Elk leven is kwetsbaar en elk leven is eerst jong en levendig en vergaat uiteindelijk tot een broos en oud lijf. Ook al gaat Rauw over de onmogelijkheid om het jeugdige leven vast te houden – zoals de oudere vrouw een van de kinderen probeert tegen zich aan te drukken-, toch resulteert dit niet in al te melancholisch gezwollen scènes. Laureyns en Manshoven tonen de schoonheid van de vergankelijkheid én de jeugdige veerkracht waarop ook de ouderdom kan resoneren. Dat blijkt ook uit de 7 subtiele overeenkomsten tussen de dansbewegingen van de kinderen en de twee volwassen dansers. De gruizige, brute vormgeving en dito muziek zorgen voor een bloedmooie, tactiele sfeer waarin parels van beelden ontstaan en weer verdwijnen. Zoals elk leven. tauberbach Les Ballets C de la B & Müncher Kammerspiele/Alain Platel Het doek gaat op en verschrikt kijken de vijf dansers en actrice de toeschouwers recht in de ogen. De zes zitten verspreid over een met bonte kleren bedekte scène. De eenzaamheid en zelfredzaamheid die vanuit dit openingsbeeld uitgaat, treft je recht in het hart. Je ziet mensen die het beste proberen te maken van een leven dat eigenlijk als ‘shitty’ kan bestempeld worden. Daarover gaat deze lumineuze tauberbach, over de overlevingskracht die in elk van ons huist en wakker wordt wanneer de nood het hoogst is. Het personage van Elsie de Brauw is geïnspireerd op Estamira, een Braziliaanse vrouw die gelukkig bleek op een vuilnisbelt. De vijf dansers spelen haar ‘overlevingsinstinct’ en halen haar er zachtjes toe over om terug door het leven te dansen. Eerst op de vuilnisbelt en later misschien buiten die vuilnishoop. Hoe de dansers rond de Brauw kronkelen, buitelen en schrijden is zonder meer geweldig. De dansers zoeken fascinerende extremen op en Alain Platel zet hiermee niet alleen een ‘typische Platel-voorstelling’ neer maar door de scherpe focus ook een voorstelling die de schoonheid van de lelijkheid eert. tauberbach toont op een ongezien pure, haast primitieve en overrompelend doordringende manier de veerkracht van de menselijke geest. De heftige dans, het rauwe spel van de Brauw, de zang van doven, het gebeurt allemaal op die scène vol kleren die niet alleen de puinhoop van een leven verbeeldt, maar ook de berg herinneringen die een leven is. Aan herinneringen kan je je vastklampen en optrekken. Maar dit is slechts een interpretatie van het stuk. De achterliggende betekenis is op een prettige manier niet eenduidig. Dit is een monument van een voorstelling, ontsproten aan het brein van een monument binnen de Belgische en internationale danswereld. The Dog Days Are Over Frascati&ICK/Jan Martens Waarom kijken we toch zo graag naar lijdende lichamen en zij we geobsedeerd door de (im)perfectie van diezelfde lichamen? Vanuit die vraag ontstond deze strak gechoreografeerde voorstelling. Ze oogt ontzettend simpel maar zit geraffineerd in elkaar. Het perverse van het kijken naar lijdende lijven wordt hier uitgedaagd, haast uitgebuit. De extremiteit van die ervaring maakt deze dansvoorstelling tot een intense belevenis waar je bijna een schuldgevoel aan overhoudt. Je voelt je als 8 toeschouwer – voyeur – schuldig terwijl de acht dansers het hart uit hun lijven springen. Jij zit op je gemakje in de pluche, zij springen zich kapot. De voorstelling bezit de concentratie van een adembenemende trip, inclusief knappe dramaturgie en een fantastisch lichtontwerp. De kleine veranderingen in licht, geluid of bewegingen zorgen er bovendien voor dat je steeds weer anders naar de lichamen gaat kijken. Met deze creatie toont Jan Martens zijn veelzijdigheid als beloftevol choreograaf. Na de intiemere duetten kiest hij nu voor wiskundige danspatronen die de dansers doen afzien. Naar dat afzien kijken, is ook afzien. Én het is inzien. Inzien dat we zinloos snel door het leven jagen. Van den vos Toneelhuis & Muziektheater Transparant/FC Bergman, Liesa Van der Aa, Josse De Pauw & Solistenensemble Kaleidoskop Wat een stel lefgozers zijn die FC Bergmannen. Deze jonge honden zijn nog maar net tot ‘Toneelhuisbewoners’ gebombardeerd of ze stellen al voor om het ganse interieur van de Bourlaschouwburg te vertimmeren. Ze komen daar niet alleen mee weg, ze slagen er ook nog in om de voorstelling tot meer te maken dan een ‘spectaculair uitje naar een binnenstebuiten gekeerde Bourlaschouwburg’. Ze hebben duidelijk een neus voor overweldigende beelden én de kunde om een thema - in dit geval een legendarisch episch dierdicht - naar een spannende en beklijvende reeks beelden te vertalen. Met topacteurs als Dirk Roofthooft en Viviane De Muynck krijgen die beelden extra pit. Dat Josse De Pauw de tekst leverde en Gregory Frateur de vos zingt, geeft de beeldenreeks extra kleur. Van den vos gaat over de vos in u, in elk van ons. We verafschuwen wat de vos doet, veroordelen dat, maar kunnen niet ontkennen dat er in elk van ons een potentiële vos huist. Die hypocrisie zit ook in de sublieme filmfragmenten: hoe gruwelijk we de moorden ook vinden, we blijven gefascineerd toekijken. Iets wat we ook in de bioscoop en zelfs in het echte leven doen. Met deze krachttoer bewijzen deze jonge theatermakers dat ze eigenhandig een nieuw, visueel zinderend hoofdstuk aan onze theatergeschiedenis schrijven. Deze voorstelling is een belangwekkende stap in hun oeuvre en ontplooiing omdat visuele pracht en inhoudelijke kracht meer dan ooit in evenwicht zijn. Zoutloos Studio Orka Zelfs een uitstapje naar het rusthuis viel dit seizoen ongelooflijk mee. Met dank aan de vormelijke inventiviteit én dramaturgische gevatheid van Studio Orka. Geen toeschouwer verliet de zaal zonder betraande ogen. En geen toeschouwer was niet vol lof over de weergaloze acteerprestatie van Tania Van der Sanden die heel geloofwaardig de oude vrouw Palmira speelt en haar verlangen naar de dood heel begrijpelijk en invoelbaar maakt. Ook het schitterend ‘levend dressoir’ die de levenscyclus verbeeldde, oogst enkel verwondering. Studio Orka biedt met dit stuk 9 knappe gelaagdheid in een kleurige verpakking. Zoutloos maakt de thematiek van de onvermijdelijke dood op een verrassende en toegankelijke manier bespreekbaar voor jong en oud. Het eindbeeld is weergaloos, evenals de vondst van de vallende spulletjes op het eerder vermelde ‘levend dressoir’. In Zoutloos bewijst Studio Orka nog maar eens dat het een patent heeft op vrolijk vormgegeven theater met een zachte, ontroerende kern die doet nadenken over de tedere kanten van het leven. 10 DE JURYLEDEN Helmut Lotigiers (voorzitter) – is muzikant, zanger en singersongwriter. Michiel Van Cauwelaert – is scenograaf, installatiekunstenaar en lichtontwerper voor tal van Vlaamse en Nederlandse theatergezelschappen en kunstorganisaties. Annelies Vancraeynest – is programmator theater, projecten en schoolvoorstellingen van cultuurcentrum De Spil in Roeselare. Robbert van Heuven – is dramaturg en theaterjournalist. Hij schrijft onder meer voor Dagblad Trouw, rekto:verso en TM (Theatermaker). Els Van Steenberghe – schrijft over podiumkunsten en cultuurbeleid voor Knack en Knack Focus. 11
© Copyright 2024 ExpyDoc