Een bijzondere ontmoeting met een bevlogen mens. Pieter van den Hoogenband (Maastricht, 1978) heeft een imposante sportloopbaan achter de rug met absolute hoogtepunten tijdens de Olympische Spelen van Sydney 2000 en Athene 2004. Op basis van (sport)observaties en interviews typeerden wij de drievoudig Olympisch zwemkampioen als iemand met voorkeuren voor ENFP. Nog nooit was het echter tot een werkelijke check met Pieter zelf gekomen. In 2014 deed zich de gelegenheid voor, waarbij de motorische testen en het daarop volgende vraaggesprek onze inschatting bevestigden. Er volgde een even inspirerende als - op basis van zijn actiontypeprofiel - karakteristieke ontmoeting. Al snel bleek dat we te maken hebben met iemand die zijn idealen volgt. Een inspirator, die innovatief, gevoelsmatig en bevlogen in het leven staat. Na zijn actieve zwemcarrière is Van den Hoogenband een nieuwe droom gaan volgen. Met als doel het doorbreken van bestaande grenzen en het aftappen van kennis van elkaars disciplines heeft hij de Topsport Community in het leven geroepen. Van den Hoogenband: ‘We bouwen met elkaar een netwerk dat de werelden van sport, bedrijfsleven, wetenschap en cultuur bijeen brengt en duurzaam verbindt om zo iets beters te creëren dan er al is. Daarbij werken we waarden gestuurd en zijn topsport, inspiratie en innovatief leiderschap de verbindende schakels.’ Hoewel spin in een netwerk met veel mensen om zich heen, hoeft hij in de uitvoering niet zelf aan het roer te staan. Pieter daarover: ‘Als ik kan entameren, anderen op het spoor zetten, stimuleren en laten excelleren dan ben ik in mijn rol, zoals bij onze netwerkbijeenkomsten. Als het loopt dan kan ik als het ware genietend aan de bar staan om toe te kijken.’ Een katalysator die het ontdekken van mogelijkheden en inspireren op het lijf is geschreven. Dat manifesteerde zich al vroeg. ‘Samen met mijn coach Jacco Verhaeren kon ik bijvoorbeeld urenlang brainstormen over allerlei mogelijkheden. Voortdurend waren we bezig met ideeën om de trainings- en wedstrijdprocessen te optimaliseren. Altijd met een kritische blik. Jacco woog de ideeën vervolgens logisch analyserend af en ik ging na of het ook goed voelde.’, zo vertelt de zwemkampioen. Ziedaar een mooi voorbeeld hoe coach en sporter zich in hun vertrouwensrelatie vinden in hun taalvoorkeur en het complementaire van de verschillen in de manier van afwegen benutten op tot de beste optie te komen. Pieter vult zijn behoefte als intuïtieve sporter aan: ‘Ik ben een procesjongen en moest het traject van beter worden in beelden voor mij zien. Het kunnen visualiseren heeft mij erg geholpen.’ Tijdens de Olympische Spelen van 2000 in Sidney kwam het op de 200 meter tot de strijd met zijn grote sportieve uitdager en Australische vriend Ian Thorpe. Van den Hoogenband bleek in het hol van de leeuw de sterkste en behaalde later zijn tweede gouden medaille door op de 100 meter zijn idool Aleksandr Popov te kloppen. Een bijzondere prestatie was geboren. De aanloop naar de Spelen van 2004 verliep niet zonder tegenslag, een lage hernia belemmerde de gewenste voorbereiding. Pieter: ‘In Athene moest ik letterlijk en figuurlijk van ver komen. Op de 100 meter keerde ik in de finale als zevende, maar ging in de tweede helft van de race de tegenstanders een voor een voorbij en uiteindelijk in het aantikken ook de vanaf de start vooruit gesnelde Roland Schoeman. Het kostte mij een gebroken vinger, maar dat had ik er graag voor over.’ Zeshonderdste van een seconde bleek uiteindelijk het verschil tussen goud en zilver. De prolongatie van de titel op het koningsnummer kreeg gestalte in een sensationele race, een waarin alles samenviel. Van den Hoogenband: ‘Voor het tweede gedeelte van de 100 meter heb je een goede conditie nodig, ik moest niet te snel aangaan en durfde te wachten. Voor de mensen aan de kant kan dat te lang duren, die gillen dikwijls ‘versnellen’, maar ik mag mijn kruit niet te vroeg verschieten.’ In de dynamiek van Walking from the Top wordt de beweging vanuit het bovenlichaam, specifiek de nek-schouderregio, geïnitieerd. Wat is dat in het zwemmen? ‘Voor mij is dat de goede hup, zoals we dat noemden, die er was als ik in vorm kwam. In mijn beeld ging ik dan van de berg af naar beneden. Het hupje kon ik creëren als de ene arm voor het water in ging en de andere er achter uit kwam. Vanuit dat ritme kon ik in de beweging versnellen en lag ook gemakkelijker op het water. Om het uiterste uit de training te halen had ik een affirmatie: elke slag nu Piet.’, legde Van den Hoogeband uit. De zwembeweging is cyclisch en leent zich prima om vanuit de beweging te versnellen, maar voor de start geldt dat niet. Zwemmers die van nature een concentrische dynamiek gebruiken, lijken daar in het voordeel. ‘De afzet van het startblok is nooit mijn specialiteit geweest, ik moest meer naar de voorvoeten. Aanvankelijk met twee voeten op een lijn, maar dat was niet mijn ding. Later met de trackstart - een voet voor en een voet achter - ging het beter.’, vertelt Pieter. Hier tekent zich de dissociatie van schouder- en heupgordel af. De motoriekstijl van de NFsporter betekent dat er sprake is van een hoog mobielpunt. Van den Hoogenband: ‘Ik heb veel core stability gedaan. De rug bovenin moest los zijn, als dat niet zo was dan had ik geen expressie. In tegenstelling tot veel anderen koos ik niet voor de strakke pakken, ze beperkten de vrijheid die in nodig had, mijn bewegingen zaten als het ware vastgesnoerd. Als ik niet echt in de beweging kon komen zei Jacco: je zwemt vierkant, je moet bollen, helemaal los zijn.’ De bewegingen zijn voor NF-sporters niet lineair maar meer roterend, waarbij de schouderbewegingen de vorm van een acht beschrijven. Het zijn diagonale bewegingspatronen, waarna Pieter aanvult: ‘Dat zag je ook goed bij mijn keerpunten.’
© Copyright 2024 ExpyDoc