Jaargang 4, uitgave 12, juli 2014 Vakmanschap Met deze nieuwsbrief informeren wij u over de ontwikkelingen en resultaten van projecten die binnen het thema Vakmanschap vallen of daaraan raken. In dit nummer onder andere meer over het nieuwe platform POLO, oefenkaarten voor de jeugdbrandweer en het belang van diversiteit in een organisatie. Platform POLO Geef oefeningen gestalte In januari 2014 is er een nieuw platform opgericht: Platform Oefenbank en Leidraad Oefenen (POLO). Maar waarom een nieuw platform? Sjoerd Veltman, onderwijskundige bij de Brandweeracademie en Marc Meijs, procescoördinator Vakbekwaamheid uit Veiligheidsregio Drenthe leggen ons dat uit. Kerngroep Er is in het afgelopen jaar het een en ander veranderd aan de omgeving waarin de Leidraad Oefenen en de Oefenbank Brandweer toegepast worden. Na de oprichting van de kerngroep die onderdeel uitmaakt van het Netwerk Vakbekwaamheid & Kennis, heeft het Landelijk Platform Oefenen (LPO) zichzelf opgeheven. “Dat had consequenties voor de Leidraad Oefenen en de Oefenbank Brandweer”, aldus Veltman en Meijs. “Het LPO was immers voor deze twee instrumenten hét platform dat als klankbord fungeerde.” Een gereedschapskist met instrumenten Om het benodigde contact met het veld voor de Leidraad Oefenen en de Oefenbank Brandweer te organiseren, is onder de kerngroep Vakbekwaamheid & Kennis het platform POLO ingericht. Het platform onderhoudt, ontwerpt en ontwikkelt in samenwerking met experts uit de veiligheidsregio’s oefenmiddelen die medewerkers in de (blijvende) vakbekwaamheidsorganisatie ondersteunen. Wat levert dit nu concreet op? www.brandweernederland.nl Veltman: “In de oefenbank staan diverse hulpmiddelen die je kunt gebruiken. Daarnaast geeft het input voor de ontwikkeling van oefenkaarten. Naast alle oefenkaarten (zo’n 160 stuks) uit de Leidraad Oefenen vind je er per oefenkaart specifieke ondersteunende materialen. Denk aan achtergrondinformatie, draaiboeken en scenariosuggesties. Deze oefenstof en hulpmiddelen helpen om oefeningen gestalte te geven. Daarnaast kunnen regio’s oefenmateriaal insturen en op deze manier uitwisselen.” Gereedschapskist Meijs vult aan: “Als een regio iets heeft ontwikkeld, kan dat ook handig zijn voor een andere regio. Het moet dus beschikbaar komen, dat is ons doel. We maken eigenlijk een soort gereedschapskist, die wij als POLO onderhouden. Hierbij is de Leidraad Oefenen geen wet maar een handreiking die het veld ondersteunt bij het oefenen. Hetzelfde geldt voor de materialen uit de oefenbank.” Het veld ondersteunen bij het oefenen Het platform bestaat uit de projectleiders, aangevuld met zes districtvertegenwoordigers. “Bert van Gerwen, Kenneth Hup, John Lassche, Arend Stoffels, Jelle Nijeboer en Dirk Werkman vertegenwoordigen als leden de zes districten. Marc Meijs is voorzitter en lid van de kerngroep, Sjoerd Veltman (Oefenbank Brandweer) en Hermien Vleems (Leidraad Oefenen) dragen zorg voor het projectleiderschap vanuit de Brandweeracademie. We komen zo’n vijf keer per jaar bij elkaar”, aldus Meijs. Dat de gereedschapskist het werkveld zo goed mogelijk moet helpen bij het oefenen, staat voor beide heren voorop. Veltman: “We streven ernaar de oefenbank (± 5.000 bezoekers) in de nabije toekomst beschikbaar te stellen via de elektronische leeromgeving (ELO). Ook willen we ervoor zorgen dat de Leidraad en de nieuwe standaarden Vakbekwaamheid die op dit moment worden opgesteld (project Versterking Brandweeronderwijs), op elkaar zijn afgestemd.” Oefenmaterialen Het werkveld kan beide ‘producten’ benaderen via de Oefenbank Brandweer, www.oefenbankbrandweer.nl, en via Infopunt Veiligheid (www.infopuntveiligheid.nl > dossier Leidraad Oefenen). Dus zoek je oefenmaterialen of wil je ze delen, je bent van harte welkom! Als je vragen hebt of andere opmerkingen, neem contact op met de vertegenwoordiger van je district. jeugdbrandweerkorpsen benaderd om deel te nemen aan een pilot. Voor deze pilot zijn tien oefenkaarten ontwikkeld die met de jeugdleden op de oefenavond of -ochtend behandeld kunnen worden. Zo kunnen zij ermee werken en kijken of het meerwaarde heeft voor hen.” Praktische leidraad “De pilot is in september 2013 van start gegaan en loopt nu op zijn eind”, aldus Van Straaten. “Eind van de zomer zullen we met de elf korpsen gaan evalueren. Dan weten we dus of deze praktische leidraad bij het opzetten van oefeningen, als effectief wordt ervaren.” En dan weten ze ook meer over het behalen van hun doelstelling, het verhogen van de landelijke standaard. Oefenkaarten jeugdbrandweer Kennisniveau op hoger peil Het overbrengen van les- en leerstof doet iedere jeugdleider op zijn eigen manier. Dat kan bij leden van de jeugdbrandweer wel eens tot verwarring leiden. Om dit probleem op te lossen, hebben ze in Apeldoorn oefenkaarten ontwikkeld. “Zo heeft de leiding een handvat om te bepalen welke les- en leerstof er bij bepaalde onderwerpen behandeld moet worden”, aldus voorzitter van de jeugdbrandweer in Apeldoorn Wesley van Straaten. “Hiermee willen we het kennisniveau van de jeugdleden omhoog krijgen.” Poll Na ingebruikname van de oefenkaarten in Apeldoorn wilde het toeval dat Van Straaten niet veel later in een nieuwsbrief van Stichting Jeugdbrandweer Nederland (JBNL) de uitkomst van een poll las. In deze poll op de website van JBNL werd gevraagd of er oefenkaarten voor de jeugdbrandweer moeten komen. De uitslag was duidelijk: er bleek landelijk veel vraag naar structuur. Kans van slagen Aan de slag dus! Van het bestuur van JBNL kreeg Van Straaten de ruimte om oefenkaarten te ontwikkelen. Van Straaten: “Om de oefenkaarten een kans van slagen te geven, hebben we elf willekeurige www.brandweernederland.nl “Door de oefenkaarten op dezelfde manier op te bouwen, willen we meer structuur krijgen in de lesen leerstof. Daarnaast willen we korpsen ondersteunen in het eenduidig overbrengen van de les- en leerstof die in theorie- en praktijklessen wordt gebruikt. Uiteraard kan iedere jeugdleider hier zijn eigen les van maken, maar de basisonderwerpen die behandeld moeten worden staan op de oefenkaart beschreven.” Huiswerkopdracht Een ander praktisch voordeel is dat de oefenkaarten op verschillende manieren gebruikt kunnen worden. Dat blijkt al uit een tussenevaluatie van de pilot. Sommige jeugdbrandweerkorpsen gebruiken de oefenkaarten alleen voor de jeugdleiders ter voorbereiding op een theorie- of praktijkles. Andere korpsen geven de oefenkaarten weer als huiswerkopdracht aan de jeugdleden mee. “Verschillende manieren dus om met de kaarten te werken maar inhoud en onderwerpen blijven gelijk.” Net zoals volwassenen? Of ieder jeugdkorps deze oefenkaarten gaat gebruiken, is nog onduidelijk. “Ieder korps is daarin vrij om te kiezen, het is een handreiking. In elk geval is het de bedoeling dat de tien oefenkaarten beschikbaar komen op http://www.jeugdbrandweer.nl. Ook nieuwe oefenkaarten worden hier gepubliceerd.” Dat de oefenkaarten specifiek zijn bedoeld voor de jeugd, is volgens Van Straaten duidelijk. “Tijdens de ontwikkeling ervan hebben we gericht gekeken naar behoeften die leven bij de jeugdleden. In een volgende stap zouden we kunnen kijken hoe we de oefenkaarten aan kunnen laten sluiten op de ‘volwassen’ brandweer. Wordt vervolgd dus!” dan ook op geen enkel vlak een diversiteitsbeleid richting onze doelgroepen. Als homo heeft mij dat natuurlijk geholpen. Mijn omgeving heeft ervoor gezorgd dat ik mezelf kon zijn. Ook toen ik net bij de brandweer kwam, zo’n vijftien jaar geleden.” Vakmanschap en diversiteit Je bent samen één Het imago van de brandweer is goed. Zo wordt de brandweer gezien als betrouwbaar en neutraal. "We staan voor ons vak en dat wat we doen, doen we goed”, zo vult Anink deze onderzoeksgegevens aan. “En omdat het vak centraal staat, ben je samen één. Zo zie je maar dat je in verscheidenheid eenheid vindt. Dat maakt ons vak zo mooi en in het kader van vakmanschap en diversiteit is dat illustratief. Vakmanschap is wat ons bindt. En dat wordt mijn titel.” Eenheid in verscheidenheid Als een van de oprichters van het Netwerk Roze Rood en clustercommandant Maas bij Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond, weet Leon Anink als geen ander wat het belang Kenniscirculatie is van diversiteit in een organisatie. Wij Initiatieven verbinden legden hem de vraag voor: welke hoofdstukken mogen zeker niet ontbreken als je een boek zou schrijven over vakmanschap en diversiteit? Voor Anink betekent vakmanschap het kunnen ontplooien van talenten. Anink: “Op je werkplek moet je je veilig voelen. Dan kunnen talenten tot ontplooiing komen, ongeacht zaken als je functie, werkplek, of je beroeps bent of vrijwilliger. Een veilige omgeving is dus een vrije omgeving, dat wordt mijn eerste hoofdstuk. Je kunt in een vrije omgeving heel ver komen. Daarbij geldt voor mij dat diversiteit ook alleen maar een onderwerp kan worden als je op zoek gaat naar verschil.” Ken je organisatie “Kijk maar eens goed naar je eigen organisatie, diversiteit is er altijd!” Zo begint Anink zijn tweede hoofdstuk. “Zodra er behoefte is aan beleid en diversiteit, zit er iets niet goed in je organisatie. Immers, als je er specifiek beleid op moet gaan maken, dan doe je je organisatie tekort.” Aninks eigen ervaringen zijn heel positief. Anink: “In Rotterdam-Rijnmond is er, als gevolg van de omvang, sprake van enorme diversiteit, zoals man of vrouw, allochtoon of autochtoon, homo of hetero maar juist ook de verscheidenheid in opvattingen, overtuigingen, karakters en competenties. Zo wonen er in onze regio al ruim 170 verschillende nationaliteiten. Wij hebben www.brandweernederland.nl Binnen het project Versterking brandweeronderwijs wordt gewerkt aan deelproject 7: ‘Kenniscirculatie en innovatie onderwijs’. In vier onderzoeksteams en één ontwerpteam wordt het leren en de daarbij horende kennisroulatie in de praktijk doorgrond. In een van de onderzoeksteams wordt gekeken naar initiatieven die verbindend zijn geweest binnen het leren bij de brandweer. Trekker van dit team is Jochen Beyer, beleidsmedewerker Kwaliteit, innovatie en onderzoek bij Brandweer Brabant-Noord. Aan hem het woord. Leren bij de brandweer De Leerarena Moerdijk en de After Action Rreview (AAR). Dat zijn voor het onderzoeksteam van Beyer mooie voorbeelden van verbindende initiatieven. Beyer: “Bij het kijken naar initiatieven die verbindend zijn geweest binnen het leren bij de brandweer, vonden we deze twee onderwerpen belangrijk om op te pakken. Wat heeft Moerdijk en bijbehorende onderzoeken voor onze regio’s betekend, tot welke interventies heeft dit geleid en wat is ermee gebeurd?” Ook bij het tweede onderwerp, de AAR, zijn de regio’s van de vertegenwoordigers binnen de onderzoeksgroep het uitgangspunt. “Hoe is deze landelijk, maar ook regionaal uitgezet? Welke interventies hoorden hierbij en wat levert het op?” Bevlogenheid in het leerlandschap Het onderzoeksteam gebruikt meerdere methodes om de onderwerpen aan te pakken en kijkt bijvoorbeeld naar leerstijlen en leervoorkeuren. Beyer: “We zijn als eerste aan de slag gegaan met het ‘Leerlandschap’ zoals Manon Ruiters van Twynstra Gudde dat aanreikt. Hierbij worden de interventies in kaart gebracht en geordend. Op basis daarvan hebben we inmiddels de eerste voorzichtige conclusies getrokken. Zo is er bijvoorbeeld bevlogenheid van mensen nodig en persoonlijke betrokkenheid om ervoor te zorgen dat er iets met kennis gebeurt. Dit hangt samen met ‘elkaar kennen’. Een andere conclusie is dat kennis beter stroomt als je er zelf mee aan de slag gaat als regio of korps en het vertaalt naar je eigen situatie. Dit pleit dus voor halffabricaten. Verder hebben we ervaren dat het vergaren en verspreiden van kennis voor een groot deel plaatsvindt door taken te beleggen bij functionarissen, zoals een kennisregisseur. Dus door leren ‘formeel’ te maken. En daarnaast is ook het informele stimuleren belangrijk, het ‘laten zijn’.” De dans die we doen Beyer heeft hiermee een tipje van de sluier opgelicht. “Natuurlijk zijn dit pas de eerste stappen in het onderzoeksproces. Maar intussen wordt ook het onderlinge netwerk versterkt en uitgebreid. Voor een kennisregisseur is dat heel belangrijk.” Als groep kunnen ze dus veel van elkaar leren. Zo laten ze elkaar ‘de andere kant’ van een verhaal zien en kijken wat ze daarvan kunnen leren. Daar waar mogelijk wordt een verdiepingsslag gemaakt. “Omdat kennis moeilijk ‘stroomt’ is het belangrijk je telkens weer af te vragen ‘wat was nou ook alweer ons doel?’ Zo maken we dan ook wel eens twee stappen voorwaarts en een achterwaarts. Maar dat is immers de dans die we met elkaar doen.” www.brandweernederland.nl En verder………. Wat gebeurde er de afgelopen tijd nog meer op het gebied van Vakmanschap? Brandonderzoek Jaarverslag 2013 TBO Oost 5 Jaarverslag 2013 TBO MW-Brabant Voorbereidingen voor de Incidentonderzoekdag op 19 september Innovatie Er kan vanaf 1 juli gestemd worden op de 17 inzendingen Kennisregie Leertafel zorginstellingen Hollands Midden 26 mei 2e landelijke dag deelproject 7, kennisroulatie op 24 april Vakbekwaamheid en kennis Landelijke bijeenkomst VBo 23 mei 2014 ________________________________________ De nieuwsbrief automatisch ontvangen? Wilt u de nieuwsbrief automatisch ontvangen, mail dan naar: [email protected]. Colofon Redactie: Jacquelien van ’t Zand, Marieke van der Horn en Marielle van der Wijngaard
© Copyright 2025 ExpyDoc