José Haustraete - Wegen naar een rechtvaardiger Belgische fiscaliteit

Wegen naar een rechtvaardiger Belgisch fiscaal stelsel ? _6ON01 Prioriteiten Het wegwerken van de schrijnende fiscale discriminaties a. Discriminaties naar het statuut van de Belgen Belgen onderling worden op een totaal andere manier belast afhankelijk van hun statuut en hun inkomen : winsten, bezoldigingen of baten. De fiscale aangifte spreekt voor zichzelf : vak IV (Wedden, lonen …) beslaat twee bladzijden met hoofdzakelijk “fiscale uitgaven” naast deze die in het wetboek staan (vb. art. 39, art. 51, maaltijd‐ en ecocheques, vrijstelling beroepsmatige meerwaarden). Zelfstandigen daarentegen hebben één blad en betalen belastingen EN sociale bijdragen op nooit verdiende inkomsten. De laatste tien jaar werden ALLE negatieve fiscale maatregelen enkel en alleen betaald door het bedrijfsleven. Het niet‐bedrijfsleven kreeg er daarentegen fiscale gunstregelen extra bij ! De notionele intrestaftrek geldt niet voor niet‐
vennootschappen en is voor de jonge (< 15 jaar) en echte K.M.O.‐vennootschap veelal “negatief” nl. hij weegt niet op tegen a./ de verworpen uitgaven (excl. de vennootschapsbelasting) en b./ de “fiscale uitgaven” bij werknemers. Zelfstandigen hebben zelfs geen enkele vergoeding voor hun risico’s, de verantwoordelijkheden, het werk voor de overheid, de slapeloze nachten, het verwaarlozen van familie en gezondheid, de personeelsproblemen, de overuren, het bereikte doel . Nederland : juist het omgekeerde : de K.M.O. heeft wel zeer verregaande compensaties voor voorgaande kenmerken, eigen aan het bedrijfsleven. De bijlage 2 is zelfs een minimum. In deze jaren van crisis van crisis stijgen zelfs de stimuli. Werknemers hebben er geen voordelen. Men had zelfs de moed elke kostenaftrek (mits bewijs en forfaitair – behalve openbaar vervoer) in 2001 af te schaffen. Pagina 1 van 8 b. Discriminaties naar het soort inkomen Waarom niet alle inkomsten globaliseren met dezelfde regels voor alle Belgen zoals dit de regel is in onze buurlanden ? Alle voorheffingen moeten hierbij hun karakter behouden en 100% verrekenbaar en terugbetaalbaar zijn. Enkel uitzonderlijke en eenmalige inkomsten (vb. opzegvergoedingen, achterstallen, beroepsmatige meerwaarden) zouden kunnen belast worden aan een vlak tarief. Voor de ontvangen intresten zou er wel een correctie met de inflatie vereist zijn. De huidige belastingdruk is immers bijzonder hoog (bijlage 1) . De roep naar rechtszekerheid en stabiliteit Noch de grote ondernemingen, noch de K.M.O., noch de Overheid, noch de adviseurs op het fiscale terrein hebben een boodschap aan de steeds wijzigende en onzekere fiscale wetgeving. Waarom geen vast en definitief schema gebruiken en gebruik maken van variabelen volgens de economische omstandigheden ? Waarom geen fiscaal wetgevend werk naar Nederlands model en de meldingen op Prinsjesdag ? Waarom geen voorafgaande overleg bij nieuwe wetten en ruling‐commissies, waarin ook mensen uit het bedrijfsleven – zowel G.O. als K.M.O. – zetelen ? Een fiscale wetgeving voor Overheid én belastingplichtige op economische basis De Belgische fiscale wetgeving evolueerde van de strikt Juridische Brepols‐sdoctrine naar de economisch gemotiveerde Ines‐doctrine. Zo werden de termen “rechtmatige financiële of economische motieven” – heden : “door andere motieven verantwoord” ‐ in de fiscale wetgeving opgenomen m.a.w. de belastingplichtige moet zich gedragen als een “homo economicus”. De fiscale wetgever daarentegen gedraagt zich als pure jurist via juridische creaties, wars van de economische realiteit : vooral het wetboek inkomstenbelastingen blaakt van de ficties en maatregelen, die het “realiteitsbeginsel” negeren. Waar wordt er vb. niet een “hardheidsclausule” naar Nederlands model ingevoerd ? Pagina 2 van 8 Casuïstiek Het belastbaar inkomen . Het beperken van het aantal vakken in de fiscale aangifte . Dit is het geval in de vennootschapsbelasting : één inkomen zijnde de som van alle soorten inkomsten. Waarom in de personenbelasting : onroerende, roerende , beroepsinkomsten …. en dan verder : baten, bezoldigingen, winsten … Dergelijke “hokjesfiscaliteit” is bron van taxaties die verschillen naar gelang een soort inkomen, naar het statuut van de genieter … De vennootschapsbelasting bewijst dat dit mogelijk is alhoewel het ook hier negatief evolueert. . het aantal vakken op de aangifte – vandaag +/‐ 700 in België ‐ beperken tot vb. vijftig à maximum honderd. . het afschaffen van alle “fiscale uitgaven” die niet voor alle belastingplichtigen gelden. Ter info : de notionele intrestaftrek geldt enkel voor vennootschapen en is veelal “negatief” voor een jonge (< 15 j. ) en echte K.M.O. Die aftrek weegt niet op tegen a./ de “verworpen uitgaven “ (excl. de vennootschapsbelasting) en b./ de “fiscale uitgaven” in vak IV. . het beperken van de “verworpen uitgaven”. Belastingen heffen op bedrijfseconomisch verantwoorde kosten is strijdig met het basisbeginsel van de belasting naar draagkracht (vb. lokale belastingen , ecocheques, beroepskledij…) . Die techniek werd bij de fiscale hervorming 1989 ingevoerd maar het bedrijfsleven betaalt dat gelach terwijl de voordelen (verlaagd tarief – decumul) voor iedereen gelden. De techniek van de “verworpen uitgaven” heeft voor gevolg dat de werkelijke belastingdruk niet meer gekend is m.a.w. de creatie van een ondoorzichtige fiscaliteit. Vb. Hoeveel bedrijven hebben er geen bedrijfseconomisch verlies en moeten toch belastingen betalen ? De bedrijven voelen zich terecht befdrogen door een dergelijk “systeem”, dat enkel hen treft. . geen schizofrene wetgeving, die terug enkel het bedrijfsleven treft : taxatie van een normale huur aan particulieren à K.I. x 10,35 en de aftrekbaarheid van een maximale huur aan bedrijven (die normaal 30 % hoger ligt) beperken tot K.I. x 6,6 . Debetintresten van 8 à 11 % en creditintresten beperkt tot +/‐ 4 à 5 %. . het belasten van werkelijke inkomsten. Waarom niet naar een super eenvoudig een doorzichtig stelsel zoals in de vennootschapsbelasting : alle inkomsten worden samen gevoegd en matig progressief belast behalve uitzonderlijke en eenmalige inkomsten (vb. meerwaarden, achterstallen, opzegvergoedingen) ? Om die reden zouden de roerende inkomsten mogen gevoegd worden bij de andere inkomsten doch slechts na verrekening van de inflatie. Pagina 3 van 8 . het K.I. volgens het vergelijkingsmodel of volgens het rendementsmodel (5,3 %) ligt mijlen ver uit elkaar ! . afschaffen van alle niet herzienbare opties op lange termijn. Vb. Wie niet opteerde voor de degressieve afschrijving kan vandaag op die beslissing niet meer terugkeren. . afschaffen van de forfaitaire kostenaftrek gezien die in België neerkomen in de meerderheid van de gevallen op een extra onbelast inkomen dat voor een gezin tot 3900 x 2 = 7.800 kan bereiken. In Nederland is elke kostenaftrek (forfaitair en mits verantwoording) in 2001 afgeschaft (behoudens voor openbaar vervoer) maar de werkgever mag kosten ten laste nemen. Dat is een clean en duidelijk en rechtvaardig stelsel, wars van verdoken belastingvrije inkomsten. Indien kostenverantwoording blijft, die optie verplicht maken voor een langere periode (vb. vijf jaar) zodat niet voor de verantwoording kan gekozen worden in één interessant jaar (vb. aftrek notariskosten en degressieve afschrijving enkel in het jaar van aankoop van een gebouw). Destijds bestond een dergelijke maatregel voor de optievennootschappen; . indexatie van de bedragen in alle belastingen. Vandaag gebeurt dit enkel in de personenbelasting. Waarom niet in de vennootschapsbelasting? . indien er gunstregime bestaan, die niet telkens veranderen maar één stelsel invoeren en de variabelen aanpassen naar de omstandigheden (vb. percentages inzake investeringsaftrek). . het “inkomen” uit het eigen woonhuis is vrij van belastingen behalve voor de bewoners van een woning, eigendom van de vennootschap of werkgever. De belastingplichtige . het beperken van de discriminaties, die het gevolg zijn van de “hokjesfiscaliteit”. . het belasten van de werkelijke genieter van een inkomen. Is het logisch dat de verstrekker van een voordeel – waarvan de genieter bekend is – zowel belastingen als sociale bijdragen moeten betalen op aan derden toegekende inkomsten : ecocheques, maaltijdcheques. Dat is niet te rijmen met het principe van belasting naar draagkracht. Berekening van de belasting . belastingverhogende maatregelen laten gelden voor alle belastingplichtigen : vb. de verhoging bij ontijdige voorafbetaling. . het toekennen en aanrekenen van dezelfde intresten bij te hoge betalingen / te lage betaling en dat volgens een stelsel naar vb. Nederlands model. Waarom is de bonificatie 50 % van de verhoging ? Antwoord : wellicht de weergave van het vroeger twee‐tarievenstelsel waarbij bedrijven 10% meer belasting betaalden dan niet‐bedrijven. . het verschuldigd maken van alle inkomstenbelastingen vb. op 30.6.y en het aanrekenen van debet‐ en creditintresten tot of vanaf die datum maar wel voor ALLE belastingplichtigen. . het afschaffen van de vier data inzake voorafbetalingen. Waarom kan de berekening niet per dag ? Pagina 4 van 8 . één barema voor alle belastingplichtigen m.a.w. geen veelheid aan tarieven via de huidige techniek van de belastingverminderingen (vb. voor vervangingsinkomsten) . . de huidige fiscale gunstregels voor werklozen en zieken verdraaien de realiteit : de genieters van dergelijke inkomsten weten niet welk inkomen hen wordt toegekend door een inkomen “netto” uit te keren. . Europese ambtenaren belasten volgens het tarief van het land dat zij vertegenwoordigen. . Geen vrijstellingen B.T.W. voor Europese ambtenaren. . afschaffing van alle niet verrekenbare en niet‐terugbetaalbare voorheffingen. De onroerende voorheffing is a./ een ware vermogensbelasting maar slechts voor één groep Belgen en b./ zorgt ervoor dat de personen, die onroerende goederen verhuren aan niet‐particulieren, de hoogste belastingdruk – zelfs frequent ver boven de 100 % ‐ ondergaan. . het integreren van alle “belastingen” en “retributies” in het ene belastingtarief. Vb. afschaffen van alle vormen van belastingen zoals provincie‐ en gemeentebelastingen. Indien die toch zouden moeten blijven bestaan dan één stelsel voor gans het land waarbij de gemeenten/provincies variabelen kunnen invoeren. . het invoeren van vlakke tarieven. Wie op een eerlijke manier een hoog inkomen verdient moet niet het slachtoffer zijn van zijn zin voor verantwoordelijkheid, het nemen van risico’s, de personeelsproblemen, het verwaarlozen van familie en gezondheid … De fiscale procedure . procedurefouten als argument schrappen . het toestaan van voldoende lange bezwaartermijnen. In Nederland is die in principe zelfs onbepaald lang ! (zie bijlage 3 art. 65) Minimaal moet de termijn voor de belastingplichtige en de fiscus dezelfde zijn. Groot‐Brittannië : zes jaar. België : zes maanden en drie dagen. De bezwaartermijn zou minstens even lang moeten zijn als de termijn van mogelijke vestiging van een extra aanslag. . de herinstallatie van de “fiscale commissie” ter vermijding is dat eenzijdig gevormde ambtenaren ( en met oogkleppen) beslissingen nemen wars van de realiteit. . het vervangen van te respecteren aantal dagen door “werkdagen” De fiscale administratie . vlotte mogelijkheid tot een plaatselijke ruling door onafhankelijke partijen waar het bedrijfsleven ‐ en niet de vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, die genieten van een ander fiscaal/sociaal stelsel ‐ ook aanwezig is. . onafhankelijkheid van de ambtenaren : vandaag is het best mogelijk dat een bezwaar behandeld wordt door de buur in eenzelfde gebouw. Pagina 5 van 8 . mogelijkheid tot wraking van een ambtenaar . het invoeren van een deontologie bij de ambtenaren . afschaffing van de “cahier de chasse” als middel van ‘interne controle’. Dit systeem is er vandaag er oorzaak van is dat hoe dan ook extra inkomsten moeten gevonden worden ter gelegenheid van een fiscale controle ! . Leesbare brieven aan de belastingplichtigen zenden. België : brieven met opname van wetsartikelen en dreigende sanctioneringen. Nederland : aangenaam leesbare briefwisseling vanwege de fiscale administratie. . het invoeren van een degelijke interne controle bij de fiscale administratie. . het verplichten tot het herzien van een aanslag / aangifte of het wijzen op een fout in het nadeel van de belastingplichtige i.p.v. eenzijdig het eenzijdig verhogen van een fiscale aangifte. Doelstellingen van de fiscale wetgeving . een halt zetten aan het gebruik van de fiscaliteit om bepaalde doelstellingen (vb. ecologie) te bereiken. . het aanpassen van de fiscale wet aan gewijzigde omstandigheden. Zo moest de 309 % reeds langs 200 % zijn …. . een stelsel met rechtszekerheid : het stelsel van de V.A. (voorlopige aanslag) is in Nederland een voorbeeld. Het stelsel van de V.A. (voorafbetaling) is het tegenovergestelde. . wijzigingen in de fiscale wetgeving vanaf jaar y+1 zijn ten laatste bekend te maken vb. per 30 juni van het jaar y. De fiscale aangifte is uiterlijk vb. 15.01.y+1 aan de belastingplichtigen toe te zenden . een fiscale wetgeving die economisch is geschoeid en niet juridisch. Vb. een hardheidsclausule (bijlage 3 art. 63) i.p.v. het Belgisch wettelijkheidsbeginsel. . het invoeren van algemeen aanvaarde principes zoals : de fiscale eenheid, de hardheidsclausule. . afschaffen van maatregel als de ratio legis is vervallen. Vb. de 13% grens inzake dividenden dateert van uit de tijd dat de belastingdruk op dividenden lager was dan op beroepsinkomsten. Vandaag is dat omgekeerd en de 13 % grens blijft bestaan. Positie van de belastingplichtigen en de adviseurs en de instituten . “ Iedere partij heeft zijn eigen opdracht. De adviseurs moeten niet het verlengstuk zijn van de fiscale administratie” sic. M. Eyskens. , vroegere minister van financiën. M.a.w. de adviseurs moeten niet het vierde wiel aan de wagen zijn. . Vandaag worden meer en meer taken van de Overheid verlegd naar het bedrijfsleven. Bovendien zijn er zware sancties indien het bedrijfsleven faalt. (vb. boeten inzake B.T.W., 309 %, …) Pagina 6 van 8 . het bestaan van drie instituten (IBR IAB en BIBF) met een strenge deontologie wordt nog steeds genegeerd door en binnen de fiscale administratie. . klachten worden door de fiscale administratie niet neergelegd tegen leden waartegen de instituten zeker maatregelen nemen. maatregelen worden niet besproken met deze instituten die het bedrijfsleven via hun leden vertegenwoordigen . een leefbaar leven toelaten voor de adviseurs en hun personeel. Verplicht worden in de vakantiemaanden te werken is niet verantwoord. Idem : Nederland is terzake heel wat vlotter. . een vergoeding toekennen voor het geleverde werk ten bate van de overheid : fiches 281,50, tax on web, Btw‐aangiften, allerlei aangiften en statistieken … In België heeft het bedrijfsleven hiervoor niets. In Nederland heeft de K.M.O. (niet‐vennootschap) daarentegen belangrijke vrijgestelde inkomsten (illustratie : bijlage 2 en dat is een minimum !) . Vennootschappen hebben een laag belastingtarief : in de regel 20 % en vanaf 200.000 € 25 %. . het belonen van de belastingplichtige als hij iets spontaan doet. Vb. In Frankrijk is er geen taxe foncière te betalen gedurende twee jaar als men spontaan het betrekken van een woning/gebouw meldt aan het kadaster. Een langere betaaltermijn bij een betaling via de bank. . België : geen opbouw van positieve punten zoals bij de R.S.Z. Jaren is men stipt en één overtreding leidt tot een dure – gezien niet aftrekbaar – boete in België. . de aanwezigheid van alle partijen bij de bespreking van wetgevingen. Vraag : al een vakbond gezien die geleid wordt door een 100% zelfstandige ? Het omgekeerde gebeurt wel bij zelfstandigen : de belangenverdedigers van de zelfstandigen zijn werknemers en de 100% zelfstandige wordt niet uitgenodigd in werkgroepen bij de Overheid . Om die reden wordt door die belangenverdedigers nooit melding gemaakt van de prioriteit nr. 1 : het wegwerken van discriminaties tussen de Belgen gezien die vertegenwoordigers juist de bevoordeligden zijn van het Belgisch fiscaal stelsel. . opname van bedrijfsmensen/praktijkmensen in elke ruling‐commissie. Financiering van mogelijke tekorten : hiervan kunnen wij eveneens een inventaris bezorgen. Marc De Poortere Bedrijfsrevisor Spec. Lic. Accountancy en fiscaal recht R.U.G.. @ : [email protected] José Haustraete Bedrijfsrevisor Professor Universiteit Gent @ : [email protected] 21 april 2014 Pagina 7 van 8 Pagina 8 van 8