Uitdagingen en kansen voor de toekomst van de Nederlandse

Uitdagingen en kansen voor de toekomst van de
Nederlandse betrekkingen met Latijns-Amerika
Conclusies en aanbevelingen ronde tafel bijeenkomst
8 mei 2014, Den Haag
INTRODUCTIE
IOB rapport en het nieuwe Nederlandse buitenlandbeleid in Latijns-Amerika
In 2012/2013 werd door de Inspectie Ontwikkelingssamenwerking en Beleidsevaluatie (IOB)
een breed en ambitieus onderzoek verricht naar de relaties tussen Nederland en LatijnsAmerika. Deze evaluatie maakt een balans op van de beleidsontwikkeling in Latijns-Amerika
over de afgelopen tien jaar. Naar aanleiding van het rapport organiseerde het Nederlands
Instituut voor Meerpartijen Democratie (NIMD) en het Centrum voor Studie en Documentatie
van Latijns-Amerika (CEDLA), in samenspraak met de IOB, op 8 mei 2014, een ronde tafel
bijeenkomst met vertegenwoordigers uit verschillende sectoren (media, NGO’s, bedrijfsleven,
wetenschap, politiek). In aanwezigheid van vertegenwoordigers van het ministerie van
Buitenlandse Zaken en twee parlementariërs werd gesproken over het Nederlandse LatijnsAmerikaanse buitenland beleid.
Het buitenlandse beleid van Nederland vaart sinds 2011 een nieuwe koers. Dit heeft er toe
geleid dat economische diplomatie meer aandacht heeft gekregen. De basis van het nieuwe
beleid is: prioriteit aan handel, een forse reductie van ontwikkelingssamenwerking en
bezuinigingen op postennetwerk. Dit nieuwe beleid is een reflectie van een andere opvatting
over de rol van de overheid en het ministerie van Buitenlandse Zaken. Het nieuwe beleid heeft
geleid tot een geringer draagvlak voor intensievere relaties met Latijns-Amerika. Vijf
ambassades zijn gesloten (Nicaragua, Guatemala, Ecuador, Bolivia en Uruguay). Ten behoeve
van handelsbevordering is een nieuwe ambassade geopend in Panama.
Link naar het IOB rapport:
http://www.iob-evaluatie.nl/sites/iob-evaluatie.nl/files/B85-619560_IOB-382_WEB.pdf
COMMENTAAR VAN VERTEGENWOORDIGERS VAN NGO’S, MEDIA, BEDRIJFSLEVEN,
EU EN WETENSCHAP OP HET NIEUWE BELEID
Aandacht voor Latijns-Amerika
De aandacht voor Latijns-Amerika wordt steeds minder. Vanuit het ministerie van
Buitenlands Zaken vermindert de aandacht en mede daardoor vertrekken ook andere
organisaties uit het maatschappelijke middenveld uit de regio. Tegelijk is er vanuit grote
ondernemingen toenemende aandacht voor het continent. De afnemende aandacht van BZ en
NGO’s komt deels voort uit een algemene verbetering van de situatie in veel LatijnsAmerikaanse landen. In bijna alle Latijns-Amerikaanse landen is de democratie nu sterk
geworteld en zij kennen een stabielere politieke situatie dan enkele tientallen jaren geleden
Er zijn geen staatsgrepen meer en hoewel mensenrechtenschendingen een aanhoudend
probleem blijven in de regio, is er veel aandacht voor deze problematiek. De situatie is nog
lang niet optimaal. De grote sociale ongelijkheid leidt nog steeds tot conflicten, uitsluiting en
geweld. Er blijft daarom aandacht nodig voor Latijns-Amerika.
1
Economische betrekkingen
In het nieuwe Nederlandse buitenlandbeleid is de aandacht verschoven van traditionele
ontwikkelingssamenwerking naar handel en gemeenschappelijke belangen. Economische
betrekkingen staan centraal. Nederland zoekt een herpositionering ten opzichte van de
groeiende economieën in de wereld. Vanuit het Nederlandse beleid ligt grote nadruk op de
relaties met Brazilië. Tijdens de bijeenkomst was er kritiek op het feit dat er veel minder
aandacht is voor andere landen in Latijns-Amerika. Ook in deze landen is economische groei,
maar de economische diplomatie is er gering. Dit maakt volgens velen duidelijk dat het begrip
nog vaag en onduidelijk is. De effecten van economische diplomatie zijn veelal niet meetbaar
en vinden erg geïsoleerd plaats van andere activiteiten. Het rapport beveelt dan ook aan om
de economische betrekkingen in te bedden in een breder beleid waarin ook aandacht is voor
cultuur, onderwijs en toerisme. Ook zou er meer actief naar verbindingen moeten worden
gezocht met de goodwill die Nederland heeft verkregen met de traditionele
ontwikkelingssamenwerking. Hoe dan ook, aandacht voor het belang van scheiding der
machten, vrije media, sterke democratische organisaties en mensenrechten blijft nodig.
Europees beleid
De rol van de EU presenteert een dilemma voor Nederland. Ons land zet in op de EU om het
Nederlandse standpunt in de EU meer gewicht te geven en tegenwicht te bieden aan andere
landen binnen de EU. De sluiting van vijf Nederlandse ambassades in Latijns-Amerika
symboliseerde ook een accentverschuiving richting Europees beleid. Toch ziet het IOB rapport
duidelijke belemmeringen in die inzet. Er is een spanningsveld tussen de verwachtingen van
Nederland en de mogelijkheden van de EU delegaties. EU ambassades zijn (nog) niet in staat
dezelfde rol op zich te nemen als de ambassades. Vanuit de EU zijn er te weinig middelen
beschikbaar. EU ambassades zijn in Latijns-Amerika ontstaan als kantoren die vooral veel
aan ontwikkelingssamenwerking deden, maar zouden in de nieuwe situatie meer politiek
gericht moeten zijn. Deze transitie is een moeilijke ook al door het gebrek aan middelen
waarmee zij te kampen hebben. Er is bovendien geen eenduidig EU buitenland beleid en de
structuur en organisatie zijn onduidelijk.
Ontwikkelingssamenwerking (OS) in Latijns-Amerika
De afgelopen jaren is de armoede in Latijns-Amerika afgenomen. Het continent staat lager op
de prioriteitenlijst van verschillende donoren die zich vooral richten op armoedebestrijding.
Als minder middelen beschikbaar zijn, dan is het van belang nadruk te leggen op specifieke
probleemgebieden waar Nederland speciale expertise heeft, bijvoorbeeld mensenrechten. Op
basis van de historische effecten van Nederlandse OS in Latijns-Amerika kunnen positieve
conclusies worden getrokken. De afgelopen jaren is er veel werk verricht met positieve
resultaten. Critici van de afbouw van het OS programma benadrukken echter dat er nog veel
te doen is in het continent. Armoede is nog steeds erg groot in Latijns-Amerika. Zo leeft volgens
cijfers van de CEPAL 27,9 % van de bevolking in armoede en 11.5% zelfs in extreme armoede.
Verder zal de al te snelle en abrupte afname van OS veel van de projecten teniet doen omdat
er onvoldoende tijd en ruimte wordt geboden naar alternatieven te zoeken. Vanuit
verschillende gezichtspunten, ook die van de economische diplomatie, liggen er ook veel
mogelijkheden in gebieden waar Nederland traditioneel actief was in de OS.
Mensenrechten
Om een beeld te schetsen van de mensenrechtensituatie in Latijns-Amerika werd het
voorbeeld genoemd van Guatemala. In dit land zijn mede dankzij de complementaire rol van
de NL regering en het maatschappelijke middenveld goede resultaten geboekt. Deze staan nu
echter onder toenemende politieke druk. Het Guatemalteekse maatschappelijk middenveld is
mede door de sluiting van de ambassade, en regionaal beleid in plaats van een landelijke
aanpak, meer geïsoleerd komen te staan. Nederland heeft een belangrijke rol gespeeld in
Guatemala op het gebied van vredesopbouw en kan die nog steeds spelen. Deze visie wordt
gedeeld door andere ambassades in het land. Er zijn verassende doorbraken geweest op het
gebied van straffeloosheidbestrijding, waarbij ook Nederland een belangrijke, consistente rol
heeft gespeeld (zoals het proces tegen oud-dictator Rios Montt). Nu Nederland zich deels
terugtrekt valt er een gat.
2
Vakbonden
De Nederlandse vakbond staat positief tegenover de verschuiving van hulp naar handel. Zij is
echter teleurgesteld over hoe deze in de praktijk uitpakt. Het sociaal-politieke kapitaal van NL
(waaronder belangrijke bijdrages aan vredesprocessen en de strijd tegen straffeloosheid) dreigt
verloren te gaan . Verder dient in het transitie proces richting meer handel meer aandacht te
komen voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Sluiting van nog meer ambassades
is ongewenst. Het buitenlandbeleid moet niet alleen gericht zijn op handelsbelangen, maar er
moet aandacht blijven voor mensenrechten, waaronder ook die rechten die gerelateerd zijn
aan de clausules van handelsakkoorden.
Bedrijfsleven
Er liggen veel kansen voor het Nederlandse bedrijfsleven in Latijns-Amerika. Alle ogen zijn
gericht op Brazilië, maar ook de Alianza del Pacifico waarin Chili, Colombia, Mexico en Peru
samenwerken, is erg interessant. Doel is samen een handelsblok in de regio te vormen. Veel
bedrijven richten zich op deze landen die hoge groeicijfers kennen en openstaan voor
buitenlandse investeringen. Door middel van verschillende handelsmissies komen deze
landen op een positieve manier in de belangstelling. Ook handel vraagt om persoonlijke
relaties en de aanwezigheid van o.a. ambassadeurs en ministers blijft belangrijk. De uitdaging
blijft om ook naar meer diverse en verschillende landen handelsmissies te organiseren.
Democratie en lokaal bestuur
Het democratiseringsproces is Latijns-Amerika is op de goede weg, maar nog lang niet af. Ook
bestaan er zorgwekkende politieke problemen zoals uitsluiting, corruptie en fraude. Er is vaak
sprake van oneigenlijk gebruik van overheidsfinanciering voor verkiezingscampagnes en
zelden hebben politieke partijen gelijke toegang tot de media. Nederland moet in contact
blijven met de politieke ontwikkelingen in Latijns-Amerika en aanwezig blijven in de regio met
programma’s die goed bestuur, transparantie en inclusieve politieke processen bevorderen en
die cliëntelisme en corruptie tegen gaan. Dit soort programma’s zijn van belang zowel op
nationaal als op lokaal niveau. Investeren in verdere democratisering in de regio betaalt zich
op de midden en lange termijn uit in een verbetering van welvaart, welzijn en
handelsbetrekkingen. Het belang van lokale overheden of gemeentes in het bestendigen van
dit soort processen blijft onderbelicht; ook hiervoor is vanuit Nederland meer aandacht nodig.
Media
Veel landen in de regio zijn sterk gepolariseerd. Persvrijheid en mensenrechten staan onder
grote druk in landen als Mexico en Ecuador. Vanuit de journalistiek staat men kritisch
tegenover de eenzijdige focus van Nederland op de handel. De kritiek spitst zich vooral toe op
de onterechte aanname dat economische groei automatisch zou leiden tot meer persvrijheid.
Nederland heeft een reputatie opgebouwd in Latijns-Amerika als partner voor het
maatschappelijk middenveld en dreigt dit nu weg te gooien met een al te economische
benadering. Omdat het rapport zich richt op Latijns-Amerika en niet op het Caraibische
gebied, ontbreekt Cuba in het rapport. Voor dit land is echter ook veel aandacht nodig
vanwege problemen met media vrijheid en het gebrek aan respect voor mensenrechten.
Wetenschap
Nederland heeft de afgelopen decennia een belangrijke invloed gehad op het gebied van
mensenrechten en vredesopbouw in Latijns-Amerika, en heeft op deze onderwerpen een
sterke reputatie opgebouwd. Deze reputatie lijkt nu voor het grootste deel verloren te gaan
door de grote bezuinigingen op ontwikkelingsgelden en de eenzijdige nadruk op economische
relaties. Twijfels kunnen geplaatst worden bij de geldigheid van de achterliggende redenen
hiervoor, te weten economisch eigenbelang, het afschrijven van ontwikkelingssamenwerking
als achterhaald instrument, en een ontkenning van de rol die Latijns Amerika speelt in de
veranderende mondiale machtsverhoudingen. Nederland zou heel goed een schanierfunctie
kunnen vervullen, vergelijkbaar met die van Noorwegen of Duitsland. Een positieve
ontwikkeling is de wetenschappelijke samenwerking tussen Nederland en Brazilië op het
gebied van het Hoger onderwijs. Ook andere Latijns Amerikaanse landen hebben, vanwege
hun nadruk op capaciteitsopbouw, grote belangstelling voor verdere wetenschappelijke
samenwerking met Europa en Nederland. Hier liggen grote kansen voor de Nederlandse
universiteiten. Het is ook een Nederlands belang om de wetenschappelijke betrekkingen
3
tussen Nederland en de regio te versterken. Ook hier zou de Nederlandse overheid sterker
kunnen voortbouwen op de historische gegroeide OS relaties in verschillende Latijns
Amerikaanse regio's richting een nieuwe vorm van bilaterale wederkerigheid.
Wetenschappelijke en culturele relaties kunnen de economische diplomatie op een belangrijke
manier ondersteunen. De IOB constateert in dat verband dat de financiële middelen voor
culturele diplomatie dat in het Nederlandse buitenlandse beleid als zo belangrijk wordt
gepresenteerd, onder de maat zijn.
REACTIE VANUIT DE NEDERLANDSE POLITIEK EN HET MINISTERIE VAN
BUITENLANDSE ZAKEN
Politiek
Marit Maij, Tweede Kamerlid voor de PVDA, reageert op de verschillende reacties van de
belanghebbenden. Latijns-Amerika kent een waanzinnig gepolitiseerde samenleving. De
politiek is op veel plekken terug te zien. Nederland heeft altijd kans gezien om bruggen te
slaan tussen de continenten Europa en Latijns-Amerika. Echter, de kennis en ervaring die is
opgedaan verwatert nu heel snel. Het is belangrijk om de betekenis van onze eigen toegevoegde
waarde te blijven zien. Economische diplomatie is voor het Nederlandse bedrijfsleven erg
belangrijk. Maar ook moet ook het verschil tussen arm en rijk verkleind worden. Dit kan onder
andere door het ondersteunen van maatschappelijke organisaties die hiervoor pleiten. Naast
economische diplomatie moet een aantal specifieke thema’s aandacht behouden, waaronder
kennis van mensenrechten, aandacht voor de politieke ontwikkelingen en het bevorderen van
samenwerken tussen mensen met verschillende kleuren en belangen.
Ingrid de Caluwé, lid Tweede Kamer voor de VVD, beoordeelt het IOB rapport als evenwichtig.
Het belang is nu om te kijken wat we met zo’n evaluatie kunnen doen. Positief is dat relaties
zijn aangepast aan de nieuwe situatie. Aandachtspunten zijn dat de OS relatie niet heeft geleid
tot meer overdracht en duurzaamheid op sociaal gebied. Er zijn jaren programma’s geweest,
maar er is niet of onvoldoende toegewerkt naar zelfstandigheid van die programma’s.
Daarnaast is de overdracht van taken van verschillende landen en programma’s naar de EU
lastig gebleken omdat veel landen zich tegelijk terugtrekken uit dezelfde gebieden. In algemene
zin hebben OS relaties niet geleid tot economische ontwikkelingen. Het huidige beleid moet
wel leiden tot betere economische ontwikkelingen. Daarvoor moet vooral de handel
gestimuleerd worden.
Ministerie van Buitenlandse Zaken
Matthijs Wolters van de Directie Westelijk Halfrond reageert namens het ministerie van
Buitenlandse Zaken. Nederland heeft zich kleiner gemaakt maar toch kunnen we niet zeggen
dat we minder aandacht hebben voor het continent omdat we er zelf deel van zijn. Nederland
grenst aan Latijns-Amerika via de Antillen. We zijn dus eigenlijk buurlanden (dit werd in het
filmpje van de IOB aangehaald). Het continent wordt met groei ook zelfbewuster. We delen
veel met hen qua waarden. Het idee dat er weinig aandacht is voor Spaanstalige landen valt
mee; het rapport heeft zich slechts op bepaalde landen gefocust (vooral Brazilië, Argentinië en
Mexico). Als NL moeten we blijven roeien met de riemen die we hebben. Het sluiten van posten
heeft natuurlijk effect op de relaties maar bijvoorbeeld in Midden-Amerika blijft er ook
aandacht voor de mensenrechten. Daarnaast maken instanties als het Holland House, lokale
overheden en bedrijven het mogelijk om banden aan te halen. Op het gebied van handel wil
het ministerie de Alianza del Pacifico meer aandacht geven.
VRAGEN VAN VERSCHILLENDE MENSEN UIT HET PUBLIEK EN ANTWOORDEN VAN
VERTEGENWOORDIGERS VAN HET MINISTERIE VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN
TWEEDE KAMERLEDEN

Waarom zou Nederland in Latijns-Amerika blijven? Het is een kwestie van keuzes maken.
Nederland is een klein land dat moet kijken waar de kansen liggen en niet alle continenten
kunnen evenveel aandacht behouden.
4






Er wordt gezegd dat de focus moet komen te liggen op handel maar toch is er ook niet echt
geld beschikbaar voor economische diplomatie (zoals in handelsmissies), hoe zit dat?
Antwoord: Er zijn wel handelsmissies en daar is ook geld voor beschikbaar, maar bedrijven
maken ook zelf de afweging naar welke landen ze willen. De focus ligt nu vooral op Brazilië.
Wat is de rationale achter het sluiten van al die posten? Zoveel kost het toch niet om een
ambassade open te houden? Andere landen houden kleine posten aan, met minder
uitgezonden personeel, waarom doet Nederland dat niet? Er moest gewoon bezuinigd worden.
Overal zijn ambassades gesloten, niet alleen in Latijns-Amerika. Deze beslissing komt puur
vanuit bezuinigingen.
De LA regio als geheel laat verbetering zien. Maar er zijn nog heel veel problemen en dat wordt
in het rapport afgedaan als groeipijnen. Doet dit geen onrecht aan de grote problemen die het
continent nog steeds kent? Ook de rol die Nederland zou kunnen spelen in deze problematiek
is onderbelicht.
Wat is de niche van Nederland naast economische diplomatie? Allereerst moet er gekeken
worden waar vraag naar is. Verder zijn thema’s als strafrecht, beleid ten aanzien van drugs,
polarisatie en conflict belangrijke niches.
Maatschappelijke organisaties (NGO’s) moeten ook verder gaan kijken dan de traditionele
Ontwikkelingssamenwerking en reflecteren op wat hun rol nu zou moeten worden.
Brazilië is niet altijd zo toegankelijk qua politiek en benadering van ontwikkeling. Doet
Nederland er goed aan zich (ook) te richten op, wellicht minder voor de hand liggende, landen?
Ja, er moet ook gekeken worden naar andere landen.
AANBEVELINGEN
1. Er zijn veel verbeteringen geweest de afgelopen jaren maar op gebied van
mensenrechten en armoedebestrijding is er nog veel werk in Latijns-Amerika. De
situatie is nog lang niet optimaal en er blijft politieke aandacht nodig voor het
continent.
2. Voer de veranderingen in het Nederlandse beleid niet te snel door. Het is in het
belang van Nederland om eerder behaalde resultaten te consolideren en gebruik
te maken van bestaande goodwill en netwerken .
3. Als er minder middelen zijn dan is het van belang om op basis van gedegen
argumentatie
nadrukkelijk
prioriteiten
te
geven
aan
specifiekere
probleemgebieden en onderwerpen.
4. Economische diplomatie moet niet alleen op een paar grote landen in de regio
worden gericht. Vaak is economische diplomatie in kleinere landen juist
effectiever. Vanuit een ontwikkelingsperspectief is het ook van belang om deze
landen ook te betrekken in handelsmissies.
5. Economische diplomatie kan een goede insteek zijn voor de relaties tussen NL
en Latijns-Amerika, maar zij moet gecombineerd blijven met aandacht voor
sociaal-politieke ontwikkeling en mensenrechten. Op deze onderwerpen kan NL
het verschil maken doordat ons land niet alleen over veel expertise beschikt,
maar ook over een krachtig netwerk in de regio.
6. NL moet veel meer gebruik maken van de belangrijke politieke en OS rol die het
in veel Latijns-Amerikaanse landen heeft gespeeld. Het kan deze rol gebruiken
om binnen het veranderde Nederlandse beleid nieuwe mogelijkheden te creëren.
5