MJP Aalst 2014

MILIEUJAARPROGRAMMA 2014
Goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen op 24 maart 2014
MJP Aalst 2014 - 1
INLEIDING
Juridisch kader
Het decreet van 5 april 1995 houdende de algemene bepalingen inzake milieubeleid geeft in
artikel 1.2.1. de doelstellingen en beginselen van het milieubeleid weer.
Ҥ1 Ten behoeve van de huidige en toekomstige generaties heeft het milieubeleid tot doel:
- het beheer van het milieu door de duurzame aanwending van de grondstoffen en de natuur;
- de bescherming, tegen verontreiniging en onttrekking, van mens en milieu, en in het
bijzonder van de ecosystemen die van belang zijn voor de werking van de biosfeer en die
betrekking hebben op de voedselvoorziening, de gezondheid en de andere aspecten van
het menselijk leven;
- het natuurbehoud en de bevordering van de biologische en landschappelijke diversiteit, met
name door de instandhouding, het herstel en de ontwikkeling van de natuurlijke habitats,
ecosystemen en landschappen met ecologische waarde en het behoud van wilde soorten,
in het bijzonder van die welke bedreigd, kwetsbaar, zeldzaam of endemisch1 zijn.
§2 Op basis van een afweging van de verschillende maatschappelijke activiteiten streeft het
milieubeleid naar een hoog beschermingsniveau. Het berust onder meer op het voorzorgsbeginsel en het beginsel van preventief handelen, het beginsel dat milieuaantastingen bij
voorrang aan de bron dienen te worden bestreden, het standstillbeginsel en het beginsel dat
de vervuiler betaalt.”
Dit decreet legt het Vlaams gewest ook op die doelstellingen en beginselen in andere
beleidsgebieden te integreren.
Dit decreet voert ook de principes van milieuplanning in. Op gemeentelijk niveau kon de
gemeenteraad vóór 2005 al vrijwillig, maar door het uitvoeringsbesluit van 14 juni 2002 in
2005 verplicht, een gemeentelijk milieubeleidsplan of MBP (over een termijn van 5 jaar)
vaststellen voor de bescherming en het beheer van het milieu op het grondgebied van de
gemeente. Voor onze stad is dat toen ook gebeurd (GR 29 november 2005). Het Aalsterse
MBP liep over 5 jaren, van 2005 tot en met 2009.
Op 30 maart 2007 paste de Vlaamse Regering het besluit over de provinciale en
gemeentelijke milieuplanning opnieuw aan. De verplichting tot milieubeleidsplanning zoals
voorzien in het decreet werd opnieuw een vrijwillige keuze.
Het Aalsterse MBP liep weliswaar in 2009 af. De erin uitgezette krijtlijnen blijven gelden.
Onze stad bleef jaarlijks ook (vrijwillig) een milieujaarprogramma of MJP opmaken. Daarin
wordt gerapporteerd over het milieubeleid van het vorige jaar en wordt de planning voor het
lopende jaar opgenomen.
Op 18 maart 2008 besliste de gemeenteraad een samenwerkingsovereenkomst of SO
inzake milieubeleid met de Vlaamse overheid af te sluiten. Die SO liep van 2008 tot en met
2013 en omvatte 3 delen:
(1) een basis met verplichtingen die elke intekenende gemeente moet uitvoeren en waar een
forfaitaire subsidie gerelateerd aan de grootte van de gemeente tegenover staat,
(2) een onderscheidingsniveau waarin de gemeente een loonsubsidie voor de
duurzaamheidsambtenaren kan verdienen door uit een menu van op punten gemarkeerde
acties zelf acties te kiezen en uit te voeren (voor minimum 35 punten) en
(3) aanvankelijk ook een projectenmodule waarlangs een gemeente eigen projecten kon
voorstellen.
Om na te gaan of de stad haar verplichtingen nakomt, moet jaarlijks tegen 1 april over het
lokale milieubeleid van het voorbije jaar gerapporteerd worden. De Vlaamse overheid
1
endemisch: streekgebonden, inheems
MJP Aalst 2014 - 2
bepaalt waarover en op welke manier dit moet.
In die zin was de opmaak van een MJP opnieuw verplicht geworden.
Opmaak van het milieujaarprogramma
Het college van burgemeester en schepenen stelt het MJP vast. Dat omvat dan ten minste:
- een verslag van de stand van uitvoering van het geldend gewestelijk MBP op gemeentelijk
vlak en, voor zover die bestaan, van het provinciaal MBP en het gemeentelijk MBP;
- een opgave van de door de stad in het komende jaar te verrichten activiteiten en te nemen
maatregelen ter uitvoering van het geldend gewestelijk MBP en, voor zover die bestaan,
van het provinciaal MBP en het gemeentelijk MBP;
- een overzicht van de in het ontwerp van begroting geraamde inkomsten en uitgaven voor
de uitvoering van het geldend gewestelijk MBP en, voor zover die bestaan, van het
provinciaal MBP en van het gemeentelijk MBP.
Het college stuurt het ontwerp in principe samen met het ontwerp van begroting aan de
gemeenteraad. Het college stelt het MJP dan vast na goedkeuring van de begroting. Indien
het MJP niet samen met de begroting naar de gemeenteraad kan (zoals hier steeds het
geval is), dan wordt het een bijlage van de eerste begrotingswijziging.
Over het MJP wordt verplicht advies gevraagd aan de gemeentelijke milieuraad.
Opbouw van dit milieujaarprogramma
Per actie wordt een fiche opgemaakt. Een fiche bestaat uit volgende onderdelen.
- Actienummer en titel van de actie. Hierin wordt de link gelegd met het gemeentelijk MBP.
Zelfs al liep dat officieel maar tot eind 2009, de krijtlijnen ervan zijn nog steeds geldig. Om
toch te streven naar eenvormigheid met de MJP’s van andere gemeenten en om
gemakkelijk terug te grijpen naar verwante acties in de plannen van de hogere overheden,
werd de nummering gebruikt uit het model in het kader van de
samenwerkingsovereenkomst.
- Per actie staat de initiatiefnemer vermeld met een contactpersoon voor meer informatie.
- Om de acties gemakkelijker terug te vinden en te kunnen situeren werd er minstens één
trefwoord vermeld.
- De relaties met andere acties worden eveneens aangegeven.
- Bij de acties worden de doelgroep (tot wie is de actie gericht?) en de actoren (wie is
betrokken bij de uitvoering van de actie?) aangegeven.
- De doelstelling situeert de actie binnen het milieubeleid en geeft de visie per actie weer.
- De omschrijving-inhoud geeft kort weer wat de actie inhoudt, samen met de knelpunten.
- De rapportering geeft aan wat het voorbije jaar gerealiseerd is.
- De planning geeft aan wat de initiatieven zijn voor het komende jaar.
- Onder de titel financieel wordt verwezen naar de budgetcode en het budget dat hierop
voorzien is voor het jaar 2014. In bijna alle gevallen omvat zo’n budgetcode meerdere
acties. Soms werden de middelen voor de actie al vastgelegd in het budget van 2013 of
eerder. Dat wordt dan uitdrukkelijk vermeld. In die gevallen wordt dan ook de toen
geldende (soms verouderde) budgetcode gebruikt.
In sommige gevallen is in een bijlage meer informatie opgenomen.
MJP Aalst 2014 - 3
Hoe kwam dit milieujaarprogramma tot stand?
De basis van dit MJP ligt nog altijd in het MBP Aalst 2005-2009 dat op 29 november 2005
door de gemeenteraad werd goedgekeurd en waarover dit MJP nog rapporteert.
Het MBP schetst de grote lijnen. Het milieujaarprogramma werkt verder uit in gedetailleerde
concrete acties.
Bij de opmaak van dit MJP werden niet alleen de leden betrokken van de werkgroep
planning duurzaam milieubeleid (de themaverantwoordelijken) binnen de dienst Leefmilieu
maar werd tevens een beroep gedaan op afgevaardigden van andere stadsdiensten, de
(milieu)politie en externe organisaties en vrijwilligers waar de stad mee samenwerkt.
Binnen de dienst Leefmilieu werden themaverantwoordelijken aangesteld. Die maakten elk
begin 2014 voor de hen toegewezen milieuthema’s ontwerpteksten, afhankelijk van de
thema’s al in samenwerking met andere betrokken diensten en organisaties. Door onderling
overleg van die themaverantwoordelijken werden de teksten dan eind februari 2014 op
elkaar afgestemd. De gecoördineerde tekst werd binnen de stad geheel of gedeeltelijk nog
door een aantal ambtenaren nagelezen en waar nodig aangepast. Op 10 maart 2014 werd
het ontwerp-MJP aan de milieuraad voorgelegd. Op 17 maart 2014 keurde het college van
burgemeester en schepenen de aan de opmerkingen van de milieuraad aangepaste versie
goed.
Het door het cbs vastgestelde MJP 2014 zal ook nog worden toegelicht op een
gemeenteraadscommissie.
ALGEMENE GEGEVENS OVER DE STAD
oppervlakte : 7811 ha 54 a 27 ca
aantal inwoners : 83.267 (1 januari 2013)
algemeen adres stadhuis: Stad Aalst, Grote Markt 3, 9300 Aalst
telefoon: 053 77 9300
adres dienst Leefmilieu: Stad Aalst, dienst Leefmilieu, Grote Markt 3, 9300 Aalst
telefoon: 053 73 24 18 en 053 73 22 26
fax: 053 73 24 19
mail: algemeen: [email protected]
per beleidsthema: [email protected]; [email protected]; [email protected];
[email protected]; [email protected]; [email protected]
burgemeester: Christoph D’Haese
schepen voor Leefmilieu: Iwein De Koninck
www.aalst.be
MJP Aalst 2014 - 4
VISIE OP HET AALSTERS DUURZAAM BELEID
Algemene visie
De stad verbindt er zich toe in alle aspecten van haar beleid de volgende beginselen van
duurzaam milieubeleid te respecteren:
1. het voorkomingsbeginsel of het beginsel van preventief handelen: milieuschade moet
worden voorkomen;
2. het voorzorgsbeginsel: ernstige aanwijzingen zijn voldoende om een mogelijk probleem
aan te pakken, zonder dat wetenschappelijke consensus over het oorzakelijk verband
tussen verontreiniging en effect nodig is;
3. de voorkeur voor brongerichte maatregelen: het probleem wordt aan de bron aangepakt;
4. het standstill-principe: minimaal de bestaande kwaliteit blijft behouden;
5. het beginsel van ‘de vervuiler betaalt’: wie schade of verstoring veroorzaakt, moet ook
instaan voor de (kosten van de) opruiming of hersteloperatie.
Het gevoerde en geplande beleid mag ook geen achteruitgang betekenen ten aanzien van
het beleid dat eerder werd gevoerd.
Visie per thema
(cf. Milieubeleidsplan Aalst 2005-2009 of voor in het MBP niet opgenomen thema’s cf. de
samenwerkingsovereenkomst met de Vlaamse overheid)
Afval
De stad streeft ernaar afval in de eerste plaats te voorkomen en in de tweede plaats het niet
te voorkomen afval zo milieuvriendelijk mogelijk te (laten) beheren. De ladder van Lansink
wordt gerespecteerd. Een optimaal beleid betekent het samengaan van maximale preventie
met een optimale selectieve inzameling, waardoor de te vermijden restfractie minimaal
wordt. De bestaande initiatieven worden verdergezet. Het meest in het oog springen een
intensieve kringloopwerking (de vroegere compostmeesterwerking), samenwerking met en
ondersteuning van De Kringwinkel, intercommunale eenvormigheid met respect voor lokale
(preventie)accenten, …
Er zal speciale aandacht worden besteed aan afvalarme evenementen en aan het
terugdringen van zwerfvuil en sluikstorten.
Milieuverantwoord productgebruik
Het Vlaams gewest heeft het stimuleren van de vraag naar duurzame producten en
gerecycleerde materialen opgenomen in MINA 3 (hoofdstuk 8 “verontreiniging door
afvalstoffen”, project 11 –afvalvoorkoming via proces- en productbeleid). Het gebruik van
afvalstoffen als secundaire grondstoffen en de afbouw van het gebruik van chemische
bestrijdingsmiddelen door openbare diensten zijn belangrijke wetgevende initiatieven.
De stad Aalst wil, naast het toepassen van deze wettelijke aspecten vooral haar
voorbeeldfunctie goed invullen.
Wil men duurzaamheid doordrukken als rode draad, dan moet bij alle beleidsbeslissingen de
eventuele schade aan het leefmilieu in rekening gebracht worden. De stad zal volgens dat
uitgangspunt streven naar een beperking van het grondstoffengebruik en van de
milieuschade van producten, zowel bij de productie, het gebruik als de verwerking na het
gebruik. Daarom zal ze het gebruik van hernieuwbare grondstoffen, milieuvriendelijke,
eerlijke en lokale producten stimuleren, zowel binnen de eigen organisatie als bij haar
inwoners en bedrijven.
Speciale aandachtspunten zijn het invoeren van een duurzaam aankoopbeleid met aandacht
voor ecologische, sociale en economische criteria en het stimuleren van het gebruik van
duurzame grondstoffen en producten binnen het concept “duurzaam bouwen” zowel intern
MJP Aalst 2014 - 5
als naar de burger en de bouwsector. Het gebruik van bestrijdingsmiddelen wordt tegen
uiterlijk 1 januari 2015 tot nul herleid.
Water
Gezien het grensoverschrijdend karakter van de waterproblematiek, is een andere aanpak
van het beleid ten aanzien van water in de eerste plaats onmisbaar op hoog niveau. Een
belangrijke taak van de lagere besturen heeft te maken met de toetsing en concretisering op
het terrein.
De hoofddoelstelling is het komen tot integraal waterbeheer, met oog voor de waterkwaliteit
en –kwantiteit, voor de structuur van waterlopen en voor het omringend landschap. Deze vier
aspecten vormen de pijlers van het integraal waterbeheer. Daarbij moeten alle functies van
het watersysteem op een evenwaardige manier aan bod komen, met als randvoorwaarde dat
de ecologische draagkracht van het watersysteem niet wordt overschreden.
Een integraal waterbeheer staat, indien grensoverschrijdend toegepast, borg voor een
stelselmatige verbetering van de toestand van het oppervlaktewater, het grondwater en de
waterlopen.
Deze visie vertaalt zich in het nastreven van de volgende doelstellingen:
- verzameling en zuivering van afvalwater;
- infiltratie en buffering van hemelwater;
- gebruik van hemelwater voor laagwaardige doeleinden;
- vrijwaring en herwaardering van de beekstructuren;
- vrijwaring en herwaardering van het grachtenstelsel;
- aandacht voor bodembeheer en waterhuishouding in de open ruimte
(landbouwoppervlakte);
- verantwoorde waterhuishouding in stadsgebouwen;
- landschapszorg in de beekvalleien.
Deze doelstellingen moeten op twee fronten bereikt worden: de stad zelf moet ze
verwezenlijken op haar domein, en de burgers moeten ertoe gebracht worden op hun terrein.
Het spreekt vanzelf dat een integrale aanpak van het beheer van een watersysteem tegelijk
de zorg inhoudt voor oppervlaktewater, grondwater, waterbodem en het natuurlijk milieu. We
willen dan ook werken aan een grensoverschrijdend integraal waterbeheer, aan
waterkwaliteit, waterkwantiteit, beekbeheer, landschapsontwikkeling en bodemzorg.
Een bijkomende uitdaging is het vrijwaren en creëren van ruimte voor water in functie van
klimaatverandering. Het opvangen van piekneerslag en hitte-effecten zijn concrete
bezorgdheden bij ruimtelijke ontwikkelingen.
Hinder
De stad zal haar beleid focussen op het verminderen van hinder door haar preventief beleid
en door bestaande problemen op te lossen.
De vooropgestelde doelen zijn in de eerste plaats het aantal gehinderden terugdringen door
aandacht te besteden aan hinderaspecten van industriële activiteiten en in de tweede plaats
de klachtenregistratie en -behandeling optimaliseren.
Energie
Het uiteindelijke doel is een integraal energiezorgsysteem, waarbij de zorg zowel gaat naar
de infrastructuur als naar een grondige en constante analyse van de verbruiken en naar een
permanente inburgering van een duurzame omgang met energie.
Speciale aandachtspunten zijn:
- het zoeken naar alternatieven en het ombouwen en vervangen van een aantal
verwarmingsinstallaties;
- vanaf het vastleggen van het concept, de opvatting van een gebouw denken aan duurzaam
(energie)beheer;
MJP Aalst 2014 - 6
- zoeken naar manieren om het verbruik van openbare verlichting verder te drukken. Door
toepassing van het principe dat er verlichting nodig is, maar dan wel op de juiste plaats, op
het juiste moment en mits gebruik van geschikte en goed opgestelde middelen, kan er nog
heel wat bespaard worden;
- het personeel responsabiliseren;
- de bevolking warm maken voor een duurzaam energiegebruik.
Het energiebeleid maakt uiteraard deel uit van een efficiënt klimaatbeleid.
Mobiliteit
Op dit vlak zijn er 8 concrete doelstellingen:
- de autoafhankelijkheid verminderen door het creëren van een multimodaal en intermodaal
aanbod;
- het aspect milieu verwerken in het nieuwe mobiliteitsplan ;
- de trage wegen herwaarderen;
- een extern draagvlak voor alternatieve verplaatsingsmiddelen creëren;
- infrastructuurwerken op natuurvriendelijkheid toetsen;
- de milieudruk verminderen door een milieuvriendelijk voertuigenpark;
- een hindertoets uitvoeren;
- mobiliteit deel laten uitmaken van het door de stad op poten te zetten klimaatbeleid
Natuur
De stad wil een gebiedsgericht en geïntegreerd natuur-, bos-, groen- en landschapsbeleid
voeren, in de eerste plaats gericht op de lokale natuurgebieden en de stadseigendommen,
maar eveneens gericht op samenwerking met de provincie en het Vlaamse gewest voor
bovenlokale en gewestelijke projecten.
Het is een belangrijke opdracht van de stad om te waken over de algemene zorgplicht ten
opzichte van de natuur.
Bij de opmaak van ruimtelijke uitvoeringsplannen of RUP’S dient rekening gehouden te
worden met de landschappelijke en natuurlijke structuur van het gebied. Bij
inrichtingsplannen van de openbare domeinen dienen de aanwezige waardevolle structuren
en elementen de basis te vormen van de herinrichting.
Samen met de consequente toepassing van de regelgeving en de concrete uitvoering van
natuurgerichte acties is deze aanpak de beste waarborg voor een degelijke
natuurontwikkeling.
Prioritair wenst de stad het volgende te verwezenlijken:
- de achteruitgang van de natuur en de teloorgang van de biodiversiteit tegengaan door het
creëren van zoveel mogelijk aaneengesloten gebieden natuur en groene verbindingen,
zowel binnen het stedelijk gebied als in het buitengebied als tussen die twee;
- door een efficiënt groenbeleid en een natuurgericht beheer komen tot een verhoging van de
belevingskwaliteit en de leefbaarheid voor planten en dieren zowel in de stad als in het
buitengebied;
- de open ruimtes ecologisch inrichten met aandacht voor alternatieve
verhardingsmaterialen;
- het behoud van de aanwezige boom- en groenstructuur en van de vegetatie door
advisering en controle;
- ecologische doelstellingen (o.a. zorgplicht) in het afwegingsproces bij gemeentelijke
beslissingen o.a. vergunningenbeleid;
- de natuurwaarde, de landschapszorg en de groen- en bosstructuren bevorderen door het
uitvoeren van specifieke acties op gemeentelijke eigendommen, het toepassen van
vernieuwde concepten en begrippen rond natuurbeheer, landschapszorg, groen- en
bosbeheer bij het beheer van infrastructuur en landschapselementen (bermbeheer,
onbevaarbare waterlopen, stadsgronden,..);
MJP Aalst 2014 - 7
- aanvullende en ondersteunende maatregelen nemen om de gewenste activiteiten te
stimuleren en ongewenste zaken te beperken (controle-acties, verbalisering).
- gewestelijke of provinciale visies of plannen enerzijds verder invullen en anderzijds de
hogere beleidsniveaus adviseren betreffende hun visie op het grondgebied, zodat bij de
uitwerking van de hiërarchisch hogere plannen kan worden rekening gehouden met de
specifieke beleidselementen van de stad.
Bodem
De stad werkt mee aan de uitvoering van het Vlaamse bodembeleid binnen de eigen
diensten. Daarnaast onderneemt de stad ook initiatieven voor de inwoners. Hierbij wordt
naar een coherent bodembeleid gestreefd.
Duurzame ontwikkeling
De stad werkt mee aan de uitvoering van de Vlaamse Strategie Duurzame Ontwikkeling.
Daarnaast onderneemt en ondersteunt de stad conform artikel 2 van het gemeentedecreet
van 15 juli 2005, initiatieven die het bewustzijn en de kennis van duurzame ontwikkeling bij
inwoners en doelgroepen verhogen. De gemeente streeft hierbij naar een gecoördineerde,
integrale, participatieve en beleidsoverschrijdende aanpak van ecologische, sociale en
economische thema’s.
Visie over de thema’s heen
Het invullen van de eigen voorbeeldfunctie is een ideale motivator binnen de stadsdiensten
en erbuiten. De stad probeert op zoveel mogelijk vlakken het goede voorbeeld te geven.
Soms is dat binnen de organisatie niet vanzelfsprekend. Eerst moet (verder) gewerkt worden
aan de verankering van de duurzaamheidsprincipes binnen de diverse diensten. Het
uitbouwen van de voorbeeldfunctie is één van de belangrijkste aandachtspunten voor de
toekomst.
Wat de sensibilisering van de bevolking, in de ruimste zin van het woord, betreft wordt waar
mogelijk gekozen voor een geïntegreerde aanpak naar specifieke doelgroepen en worden
thema’s gecombineerd.
De stad werkt ook verder aan het behoud, de verfijning of de invoering van een aantal
instrumenten naar een beter duurzaam milieubeleid. In dit kader horen de milieudatabanken
(met o.a. CEMOS en Arcview), het natuurvergunningenloket, het klachtenregistratiesysteem
(MKROS), het toezicht en de milieuvergunning thuis.
MJP Aalst 2014 - 8
1. INSTRUMENTARIUM
1.1. Basis
1.1.1. Gemeentelijke diensten
Actie 1.1.1.1.
Organiseren van de dienst Leefmilieu (en andere
stadsdiensten) om uitwerking te geven aan het duurzaam
beleid
Thema:
Trefwoord:
Doelgroep:
Instrumentarium
milieudienst, dienst
alle stadsdiensten
Leefmilieu, personeel
Initiatiefnemer: dienst Leefmilieu
Betrokken actoren:
contactpersoon: Inge Singelyn
het bestuur, alle stadsdiensten
Relaties met
1.1.2.1., 1.2.3., 1.2.6.1., 1.2.7.
• Doelstelling – omschrijving
De stad organiseert haar diensten zodat ze de taken uitvoeren die te maken hebben met
milieu- en natuurklachtenbehandeling, natuurbehoud en -ontwikkeling, ecologisch
bermbeheer, integraal waterbeleid, toezicht op en verlening van adviezen in verband met
milieu- en natuurvergunningen, afvalbeheer, milieubeleidsplanning, medewerking aan milieuen natuuracties van gewestelijke of provinciale besturen, sensibilisering rond natuur-, milieuen duurzaamheidsthema’s en bijscholing i.v.m. hierboven vermelde thema’s. Daarnaast
worden ook de andere taken inzake duurzaam beleid die expliciet in dit MJP zijn vermeld en
de andere taken die door de milieu- en natuurwetgeving al aan de stad zijn opgedragen door
de stadsdiensten uitgevoerd.
Het duurzaam beleid omvat meer dan het milieu- en natuurbeleid. De aandacht voor een
duurzaam beleid wordt geïntegreerd in de hele werking van de stad. Het milieubeleid was
een voorloper en werkte als opstap. Ook binnen de milieusector moet een geïntegreerd
beleid uitgewerkt blijven, waarbij milieuproblemen samenhangend en in hun context worden
aangepakt. Daartoe moeten de dienst Leefmilieu en de diensten belast met taken rond
duurzaam beleid voldoende uitgebouwd blijven en moeten er een aantal overlegstructuren
opgezet worden.
• Omschrijving - inhoud
Via de uitbouw van de dienst Leefmilieu en de organisatie ervan moet het mogelijk gemaakt
worden om in eerste lijn uitwerking te geven aan het duurzaam beleid. Duurzaam beleid is
echter geen zaak van enkel de milieudienst. Het is in dit MJP echter niet mogelijk alle
betrokken stadsdiensten onder de loep te nemen. We beperken ons hier tot de dienst
Leefmilieu.
Op de dienst Leefmilieu waren op 31 december 2013 in de praktijk 20 personeelsleden (
18,25 fulltime-equivalenten) effectief aan het werk.
De coördinator van het strategisch project “Landschap van Erembald tot Kravaalbos” is
daarin niet meegeteld.
statutair:
1 ecologe (voltijds) (tevens diensthoofd en opdrachthouder voor de cluster ROWEM
(Ruimtelijke ordening, Woonbeleid, Economie en Leefmilieu)
2 industriële ingenieurs (voltijds), (beiden gemeentelijke toezichthouder)
1 VLAREM-ambtenaar (4/5) (gemeentelijke toezichthouder)
1 duurzaamheidsambtenaar (voltijds) (gemeentelijke toezichthouder in reserve)
1 bestuurssecretaris-duurzaamheidsambtenaar (voltijds) (gemeentelijke toezichthouder in
reserve)
1 gegradueerde in de milieuzorg (voltijds), (gemeentelijke toezichthouder)
1 technisch medewerker (halftijds)
MJP Aalst 2014 - 9
3 administratieve medewerkers (voltijds)
2 administratieve medewerkers (1 ervan vanaf 6 mei, beiden 4/5)
GESCO :
1 bestuurssecretaris (vanaf 18 september, voltijds)
1 milieucoördinator (4/5)
2 tuin- en landschapsarchitecten (voltijds)
1 administratieve medewerker (3/4)
1 administratieve medewerker (halftijds)
andere:
1 administratieve medewerker (4/5, tijdelijk)
1 administratieve assistent (halftijds, tijdelijk)
Via het milieucontract met de provincie Oost-Vlaanderen worden provinciale ambtenaren
ingeschakeld voor het digitaliseren van oudere vergunningsdossiers en het opbouwen van
de databank van potentieel verontreinigde gronden.
Daarnaast worden vanuit de dienst Leefmilieu initiatieven genomen om via overleg in stuuren werkgroepen en via dienstoverschrijdend overleg te komen tot een geïntegreerde aanpak
inzake milieubeleid. Er wordt immers ook door andere diensten aan de uitwerking van het
duurzaam beleid gewerkt. Een overzicht van contactpersonen van de voornaamste diensten
die eveneens bezig zijn met de uitwerking van het duurzaam beleid staat hieronder. Een
overzicht van de overlegstructuren staat bij actie 1.1.1.4. uitbouw en in stand houden van
ambtelijk overleg.
• Rapportering - Planning
Vanaf 1 januari 2013 kwam er een GESCO administratief medewerker (3/4) bij en vanaf 6
mei een statutair administratief medewerker (4/5).
Vanaf 18 september 2013 kwam er een voltijdse GESCO bestuurssecretaris bij. Die wordt
ingeschakeld bij het team Milieuhygiëne en –handhaving voor het adviseren van
milieudossiers, inspectie en sensibilisering.
De gegradueerde in de milieuzorg ging vanaf 1 januari 2014 over naar de dienst Economie
en landbouw.
• Financieel
Loonkosten
MJP Aalst 2014 - 10
Personeelsleden van de dienst Leefmilieu
Naam
Marie-Paul Baeyens
Thomas Baeyens
Jan Blindeman
(tot 1 januari 2014)
Werner Bocqué
Nicole Callebaut
Kris Coen
Sabrina Courteaux
Functie/niveau
technisch medewerker
niveau C
administratief medewerker
niveau C
eerstaanwezend gegradueerde
in de milieuzorg
niveau B
administratief medewerker
niveau C
administratief medewerker
niveau C
administratief medewerker
niveau C
administratief medewerker
niveau C
Anne-Marie De Bruycker
duurzaamheidsambtenaar
niveau A
Jens De Bruycker
milieucoördinator
niveau A
Katrijn De Cooman
bestuurssecretaris
niveau A
administratief medewerker
niveau C
Bennita De Doncker
Statuut/prestatie
statutair
halftijds
tijdelijk
4/5
statutair
voltijds
Telefoon
Taken
053 73 24 15 VLAREM: dossierbeheer, vragen van notarissen en
studiebureaus
053 73 24 15 VLAREM: dossierbeheer, vragen van notarissen en
studiebureaus
053 73 24 16 VLAREM: advies, klachtenbehandeling en inspectie,
VLAREBO en secretaris van de projectvereniging
Hoperfgoed (Aalst – Asse).
GESCO voor
bijstand bij sensibiliserings-campagnes, behandeling
onbepaalde duur
van klachten op vlak van afval en groen
3/4
statutair
administratie kap- en natuurvergunningen,
4/5
archiefbeheer
voltijds
053 73 24 11 administratie en klachtenbehandeling afvalbeleid,
sensibilisering
statutair
053 73 24 14 administratie kap- en natuurvergunningen, controle
voltijds
kapvergunningen, controle
aanmoedigingsreglementen, specifieke acties op het
terrein m.b.t. biodiversiteit
statutair
053 73 24 11 duurzaamheidsambtenaar, verantwoordelijke
voltijds
reductiebeleid bestrijdingsmiddelen,
themaverantwoordelijke milieuverantwoord
productgebruik (deel), water, energie, duurzame
ontwikkeling (deel), mobiliteit (deel)
sectiehoofd Groen en Ecologisch beleid met inbegrip
van integraal waterbeheer
GESCO voor
053 73 24 14 integraal waterbeleid, natuur- en groenbeleid,
onbepaalde duur
milieucoördinator van de Stedelijke Werkhuizen,
4/5
themaverantwoordelijke water
GESCO voor
053 73 22 26 VLAREM: advies, klachtenbehandeling en inspectie
onbepaalde duur
VLAREBO
statutair
053 73 24 16 VLAREM: dossierbeheer, vragen van notarissen en
voltijds
studiebureaus
MJP Aalst 2014 - 11
Petra De Maght
industrieel ingenieur
niveau A
Ann De Meersman
VLAREM-ambtenaar
niveau A
Christel De Meersman
industrieel ingenieur
niveau A
Magda De Wolf
ecoloog
niveau A
tuin- en landschapsarchitect
niveau B
Antonia Geerts
Marina Mertens
administratief medewerker
niveau C
Hilde Noël
administratief assistent
niveau D
administratief medewerker
niveau C
statutair
voltijds
053 73 24 13 VLAREM: advies, klachtenbehandeling en inspectie,
VLAREBO,
sectiehoofd Milieuhygiëne
themaverantwoordelijke hinder
statutair 4/5
053 73 24 13 VLAREM: advies, klachtenbehandeling en inspectie,
VLAREBO; sensibilisering in dit verband
themaverantwoordelijke hinder en bodem
statutair
053 73 24 16 VLAREM: advies, klachtenbehandeling en inspectie,
voltijds
VLAREBO,
sectiehoofd Milieu-inspectie
themaverantwoordelijke mobiliteit (deel) en
verantwoordelijk voor het luik toezicht wat het
VLAREM betreft in het thema Instrumentarium
statutair
053 73 24 10 diensthoofd – opdrachthouder ROWEM
voltijds
algemene coördinatie van de dienst en de cluster
GESCO voor
053 73 24 12 beheer van de natuurgebieden, advisering, opvolging
onbepaalde duur
en controle natuur- en kapvergunningen, kapmachtigingen en aanmoedigingsreglementen,
themaverantwoordelijke natuur en verantwoordelijk
voor het luik toezicht wat natuur betreft in het thema
Instrumentarium
statutair
053 73 24 15 VLAREM: dossierbeheer, vragen van notarissen en
4/5
studiebureaus
klachtenbeheer
tijdelijk halftijds 053 73 24 14 compostmeesterwerking, bijstand bij sensibiliseringscampagnes, behandeling van klachten op vlak van
GESCO tot 31
afval en groen, opvolging van de
december 2014
bedrijfsafvalcontainers, administratie kap- en
natuurvergunningen en aanmoedigingsreglementen
MJP Aalst 2014 - 12
Inge Singelyn
bestuurssecretaris –
duurzaamheidsambtenaar
niveau A
Wilfried Van Bellingen
tuin- en landschapsarchitect
niveau B
statutair
voltijds
053 73 24 11 Duurzaamheidsambtenaar - sectiehoofd Algemeen
milieubeleid, Afval en Sensibilisering
afval(preventie)beleid, coördinatie van
sensibiliseringscampagnes en van de communicatie
van de dienst, secretaris Milieuraad,
themaverantwoordelijke instrumentarium, afval,
milieuverantwoord productgebruik (deel), duurzame
ontwikkeling (deel)
GESCO voor
053 73 24 12 beheer openbaar groen incl. opvolging projecten van
onbepaalde duur
sociale economie inzake groenbeheer, actualiseren
groeninventaris, controle aanmoedigingsreglementen
voltijds
MJP Aalst 2014 - 13
Personeelsleden van andere stadsdiensten (die meewerken aan een duurzaam beleid)
Naam
Vincent Agten
Functie
industrieel ingenieur
Dirk Auwelaert
verkeersdeskundige
Bart Backaert
hoofdbrigadier
Herman Barrez
industrieel ingenieur
Iris De Smet
architecte
Hilde Eylenbosch
Stadsarchitecte en
opdrachthouder
clusterverantwoordelijke
administratief
hoofdmedewerker
Hans Nieuwlandt
Els Bonnarens
stedenbouwkundige
Eddy Thijs
industrieel ingenieur
Norbert Schollaert
hoofdinspecteur
Ingrid Van Geit
administratief medewerker
Tom Van Neyghem
administratief deskundige
Dienst of cluster
Onderhoud openbaar
domein
Mobiliteit en Openbare
Werken
Onderhoud openbaar
domein – team Groen
Gebouwen en
technieken
053 73 25 10
Taken met betrekking tot duurzaam beleid
werken in eigen beheer, stadsreiniging, afvoer
van bedrijfsafvalstoffen
mobiliteit
053 73 24 84
uitvoering van het groenbeheer
053 73 25 35
rationeel energiegebruik op de stadsdiensten
Ruimtelijke Ordening
053 73 24 50
Cluster Facility
053 73 25 30
RO
stedenbouwkundige vergunningen
duurzaam bouwen
Financiën – team
Belastingen en
invorderingen
Planning,
stadsvernieuwing en wonen
Mobiliteit en openbare
Werken
Lokale Politie
dienst Leefmilieu
Juridische zaken en
bestuursondersteuning
- team Strategische
planning, Europese en
internationale
Samenwerking
Economie en
landbouw
053 73 21 38
belastings- en retributiereglementen
053 73 24 56
RO
structuurplanning
afvoer van afvalwater en hemelwater
MJP Aalst 2014 - 14
Telefoon
053 73 25 50
053 73 25 20
053 73 27 06
053 73 22 28
053 73 21 89
politionele behandeling klachten aangaande
milieu en natuur
Fair Trade, internationale samenwerking, noordzuidproblematiek
sociale economie, MVO
Actie 1.1.1.2. Klachtenbehandeling
Thema:
Trefwoord: klachten,
Doelgroep: burger
Instrumentarium
MKROS
Initiatiefnemer: dienst Leefmilieu
Betrokken actoren:
contactpersonen: Petra De Maght, Inge
dienst Loketbeheer: Danielle Van Geert, dienst
Singelyn
ICT: Kurt Schelfhout; Vlaamse overheid,
departement LNE
Relaties
5.1.1., 1.1.3.5. (klachtenregistratie– en beheer)
met
Zie 5.1.1. en 5.2.1.
Actie 1.1.1.3. Uitbouw van een milieuloket voor eerstelijns milieu- en natuurzorg
Thema:
Trefwoord: organisatie
Doelgroep: eigen personeel
Instrumentarium
diensten
Initiatiefnemer: dienst Leefmilieu
Betrokken actoren:
contactpersonen: Petra De Maght, Inge
dienst ICT: Kurt Schelfhout
Singelyn
dienst Loketbeheer: Danielle Van Geert
Relaties
5.1.1.,1.1.3.5.
met
• Doelstelling
Organisatie van een duidelijk en laagdrempelig systeem voor inwoners moet een
eerstelijnsmilieuzorg mogelijk maken.
• Omschrijving - inhoud
Dit loket bestaat uit e-mailadressen, telefoonnummers, een faxnummer en de gezamenlijke
balie van de dienst Leefmilieu en de dienst Ruimtelijke ordening.
Het stadsbestuur beschikt over een ’centraal meldpunt milieuklachten’ dat aan de burgers de
mogelijk biedt om 24 uur op 24 uur rechtstreeks een melding te doen over acute
milieuhinder.
• Rapportering
Centraal meldpunt:
Tijdens de kantooruren kunnen de burgers met allerlei meldingen via 5 telefoonlijnen terecht
bij de dienst Leefmilieu. Daarnaast kunnen klachten tijdens de openingsuren van de
informatiebalie rechtstreeks aan de ambtenaren van de dienst Leefmilieu worden gemeld.
Bij het opnemen van mondelinge en telefonische klachten gebeurt telkens een schriftelijke
registratie en wordt steeds eerstelijnsinformatie verstrekt.
Tijdens en buiten de kantooruren (24/24) kunnen burgers voor een klachtmelding ook altijd
terecht bij de politie. Afhankelijk van de aard en de dringendheid wordt de klacht al dan niet
onmiddellijk behandeld door een interventieteam en/of de milieudienst van de politie die
vooral specifieke taken op vlak van milieu en stedenbouw uitvoert.
Tussen de milieucel van de politie en de technische medewerkers van de dienst Leefmilieu
is er een vlotte samenwerking en binnen de wettelijke mogelijkheden een uitwisseling van
gegevens.
Deze mogelijkheden worden aan de burgers bekend gemaakt via de websites van de stad
http://www.aalst.be/default.asp?siteid=1&rubriekid=560&artikelid=760 en van de lokale
politie http://www.lokalepolitie.be/5440/home.html
De diensten Mobiliteit en Openbaar Domein, Ruimtelijke Ordening en Leefmilieu beschikken
over een gezamenlijke infobalie, op het gelijkvloers van het stadhuis aan de ingang in de
Zwarte Zustersstraat. Een stedenbouwkundige vergunning, een milieuvergunning, een
natuurvergunning, … worden bijgevolg op dezelfde plaats ingediend, weliswaar bij
MJP Aalst 2014 - 15
verschillende balieverantwoordelijken. Men kan er ook terecht voor hulp bij de interpretatie
van de milieu- en natuurwetgeving, voor klachten en voor allerhande informatie.
De website van de stad bevat heel wat info en een aantal formulieren. De stad publiceert 2wekelijks het eigen infoblad “Denderend Aalst” dat in alle bussen bedeeld wordt. Daarin
staan vrijwel elke maand artikels van de dienst Leefmilieu. Enkele keren per jaar maakt de
dienst Leefmilieu een speciale milieubijlage bij Denderend Aalst. De dienst Leefmilieu
maakte over tal van onderwerpen eigen folders en brochures op.
De dienst Leefmilieu beschikt over volgende e-mailadressen: [email protected];
[email protected]; [email protected]; [email protected];
[email protected]; [email protected]. Daarnaast is er ook een VLAREM-adres,
weliswaar enkel voor de hogere overheid.
Elk personeelslid beschikt ook over een eigen e-mailadres.
Sluikstorten en zwerfvuil kunnen ook gemeld worden via de sluikstorttelefoon 053 73 24 11.
• Planning
Voor “overlast”klachten wordt vanaf november 2013 proefgedraaid met AMBER, een in
eigen huis gemaakte softwaretoepassing. Allerhande klachten/meldingen van de burger
worden daarin centraal geregistreerd en onmiddellijk intern naar de juiste groepen van
stadsmedewerkers doorverwezen. Binnen AMBER krijgt de burger dan ook
gestandaardiseerde of gepersonaliseerde antwoorden.
In een eerste fase worden “overlast”klachten steeds geregistreerd door de dienst
Loketbeheer, ongeacht hoe ze de stad bereiken. In de loop van 2014 wordt AMBER
uitgebreid o.a. zodat de burger (via pc, smartphone of tablet) en andere stadsdiensten ook
zelf digitaal in AMBER klachten/meldingen kunnen invoeren.
Ondertussen wordt ook MKROS nog steeds maximaal ingevuld en gebruikt.
• Financieel
Loon- en werkingskosten.
De kostprijs van de website… is niet opgenomen in de begroting van de dienst Leefmilieu
maar in de begroting van de diensten Stadsmarketing en communicatie en ICT.
Actie 1.1.1.4. Oprichten en in stand houden van ambtelijk overleg
Thema:
Trefwoord: integratie,
Doelgroep: eigen diensten
Instrumentarium
overleg
Initiatiefnemer:
Betrokken actoren: alle stadsdiensten
Dienst Leefmilieu: Inge Singelyn
Relaties
1.1.1.
met
• Doelstelling
Komen tot een geïntegreerd beleid, waarin duurzaamheid vervat zit in de hele werking van
de stad.
• Omschrijving - inhoud
Duurzaam beleid is niet alleen een zaak van de dienst Leefmilieu. Integratie van het
duurzaam beleid kan mee door de oprichting van overlegorganen waarin personeelsleden
van verschillende diensten afgevaardigd zijn. Daarnaast is er ook heel wat informeel overleg
tussen de stadsmedewerkers nodig.
• Rapportering
Hieronder volgt een alfabetisch overzicht van de bestaande structuren.
- Clusteroverleg ROWEM (wekelijks): Ruimtelijke ordening, wonen, economie en milieu
MJP Aalst 2014 - 16
- Energiecel met vertegenwoordigers van de Lokale politie, de dienst Onderhoud gebouwen,
de dienst Stadsmarketing en communicatie, de dienst Financiën, de dienst Cultuur, jeugd
en sport, de stedelijke basisscholen, de dienst Juridische zaken en bestuursondersteuning,
de dienst Planning, stadsvernieuwing en wonen, de dienst Mobiliteit en openbare werken
en de dienst Leefmilieu. Doel is met (niet specifiek technische) manieren
gedragswijzigingen te stimuleren.
- Gebouwenverantwoordelijken
- Groenoverleg van de dienst Leefmilieu, team Groen van dienst Onderhoud openbaar
domein en team Planning en stadsvernieuwing van de dienst Planning, stadsvernieuwing
en wonen
- Natuurontwikkelingsproject in het Osbroek, samen met LNE
- Stuurgroep Plattelandsontwikkeling
- Overleg over duurzame aankopen: duurzaamheidsambtenaren, coördinator sociale
economie, beheerders en leidende ambtenaren van gunningsdossiers… (zie 3.2.1.3. en
volgende)
- Werkgroep Sport- en evenementencomplex
- Werkgroep Leefweefsel (onder meer vanuit de invalshoek kwalitatieve woonomgeving
wordt er tussen de diensten Planning, stadsvernieuwing en wonen, Leefmilieu, Cultuur,
jeugd en sport en Mobiliteit en openbare werken gewerkt aan het creëren van een
“Leefweefsel”, met aandacht voor spel, groen en trage verbindingen in de ganse stad.
Daarnaast verleent de dienst Leefmilieu advies aan andere stadsdiensten n.a.v.
stedenbouwkundige aanvragen (mogelijke VLAREM-plicht, groenaanleg bij bedrijven,
aanvragen in landschappelijk waardevol landbouwgebied en natuurgebied) zie 8.1.3.3.,
evenementen al dan niet gekoppeld aan een niet-ingedeelde muziekactiviteit, wijzigingen en
werken aan buurtwegen, wijzigingen en werken aan grachten en waterlopen, aanleg van
collectoren zie 8.8.2.
In haar eigen dossiers vraagt de dienst Leefmilieu geregeld advies aan de dienst Ruimtelijke
Ordening, de Brandweer, de Politie, de dienst Mobiliteit en openbare werken, de dienst
Economie en landbouw, …
Overleg met de Lokale politie (klachtenbehandeling, eerstelijnsmilieuzorg) zie hierboven
1.1.1.3.
• Planning
Dit overleg zal in 2014 geëvalueerd en verder gezet of aangepast worden.
Binnen de stad is een hele beweging aan de gang om bv. cluster- en dienstoverleg te
bevorderen.
• Financieel
Loon- en werkingskosten
MJP Aalst 2014 - 17
Actie 1.1.1.5. Uitbouw van een intern milieuzorgsysteem dat rekening houdt met de
inhoud van alle thema’s
Thema:
MBP
Trefwoord: interne milieuzorg, Doelgroep: eigen
Instrumentarium
3.2.
IMZ
diensten
Initiatiefnemer: Dienst Leefmilieu
Betrokken actoren:
contactpersonen: Inge Singelyn, Annewerkgroep interne milieuzorg,
Marie De Bruycker
gebouwenverantwoordelijken, energiecel, overleg
duurzame aankopen, de stadsdiensten in het
algemeen
Relaties
1.7.
met
2.1.1. en 2.1.2.
alle thema’s
• Doelstelling
Uitbouwen van een duurzaam milieubeleid binnen de stadsdiensten als stedelijk bedrijf en
dat intern en extern kenbaar maken als goed voorbeeld.
• Omschrijving - inhoud
De uitwerking van een intern milieuzorgsysteem is een veel omvattende langdurende actie,
waarbij heel wat diensten betrokken zijn. Om de interne milieuzorg op te starten en
draaiende te houden zijn een aantal overlegstructuren opgericht. Een overzicht staat
hierboven bij actie 1.1.1.4.
• Rapportering en Planning
Een greep uit de acties op vlak van afvalpreventie en –beheer (gerapporteerd via de Online
Afvalstoffen Enquête van de OVAM):
De kopiemachines werken met per team toegewezen codes en op de centrale
kopiedienst worden de kopieaanvragen per dienst bijgehouden. Dit maakt het mogelijk
om per dienst of team het papierverbruik op te volgen en quota op te leggen. Het personeel
krijgt af en toe tips voor papierbesparing via berichten op Intranet, het personeelsblad In
Team, affiches...
Interne post wordt verstuurd in estafette-enveloppen die tot 6 keer (normaal formaat) of tot
96 keer (groot formaat) herbruikbaar zijn.
Digitale archivering zie ook Instrumentarium 1.1.3.: gegevensdatabanken en
automatisering. Gelet op de nakende verhuis naar een nieuw administratief centrum is er
wat digitalisering betreft een heuse inhaalbeweging op gang gekomen.
Binnen de stadsdiensten wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van het interne netwerk
(Intranet). Hierna volgen slechts enkele voorbeelden. De vroegere papieren circulaires
werden grotendeels vervangen door berichten op “de cursor”. De agenda van het college
van burgemeester en schepenen en de resultaten van de besprekingen werden al langer
digitaal verspreid. Vanaf 2010 wordt voor de administratie rond de cbs-vergaderingen echter
een nieuw systeem “Aurora” ingevoerd, eigen aan Aalst. Het herleidt de papieren
administratie voor stafvergaderingen, cbs-vergaderingen en –besluiten tot een minimum.
Belangrijke documenten (personeelsstatuut, politiereglement, belastingsreglementen, …) en
formulieren (aanvraag kostenvergoeding e.d.) kunnen digitaal geraadpleegd en gedownload
worden.
Met de externe mails van de stadsdiensten wordt geen disclaimer meegestuurd (wat het
papierverbruik bij een eventuele afdruk beperkt).
Gegevens van de website van de stad kunnen in een papierbesparende printversie (zonder
navigatiegegevens) afgedrukt worden.
De printers van de stadsdiensten werken alle met hervulbare toners. De lege cassettes
worden ingezameld via de dienst Informatica en teruggenomen door de leverancier. Alle
nieuwe printers kunnen recto-verso printen. Er werd ook overgeschakeld naar
groepsprinters. Individuele printers komen vrijwel niet meer voor.
MJP Aalst 2014 - 18
In het handboek bij de nieuwe huisstijl werden verplicht te volgen regels voor
papierbesparing opgenomen: gebruik kringlooppapier, dubbelzijdig kopiëren als regel,
weinig witruimten, gebruik van het Intranet, gebruik van het printvoorbeeld op de PC, … Niet
te vermijden papierafval wordt gesorteerd en apart afgevoerd. Via de cursor op het Intranet
wordt de nood papier te sparen af en toe nog eens voor al het administratief personeel
benadrukt.
De Carnavalwerkhallen beschikken over een duidelijk herkenbare en goed afgebakende
sorteerplek.
De afvalstromen van de Stedelijke Werkhuizen werden opgevolgd door de
verantwoordelijken van de Stedelijke Werkhuizen en de milieucoördinator.
Het veeg- en straatvuil dat voortkomt uit het onderhoud door de gemeentelijke diensten
(borstelwagens) enerzijds en anderzijds een slibachtige specie, afkomstig van het
occasioneel reinigen van rioolkolken (bijzondere afvalstof) wordt eerst opgevangen in een
lekbak. Het geheel wordt na ontwatering afgevoerd naar een vergunde stortplaats, samen
met ander afval afkomstig van gemeentelijk onderhoud (inhoud vuilnisbakjes e.d.).
Wat de overige afvalstoffen betreft, wordt er zoveel mogelijk gesorteerd. Van deze
bedrijfsafvalstoffen wordt een register bijgehouden. Het gaat om de volgende fracties:
plantaardige en dierlijke olieafvalstoffen, beton- en asfaltbrokken, (verontreinigde) grond met
steen- en betonafval, oliehoudend afval, afvalolie, verfresten, solventen en hun verpakking,
afvalstoffen die meer dan 10% organische oplosmiddelen bevatten, afvalstoffen die
afkomstig zijn van chemische operaties, TL-lampen, metalen, droge batterijen, fixeer- en
ontwikkelingsbaden (afkomstig van de Academie voor Beeldende Kunsten), snoei- en
groenafval (afkomstig van de dienst Uitvoering sectie Groen), houtafval, slib van rioolkolken,
restafval (waaronder veegvuil van de straten en occasioneel geruimd slib uit straatkolken (na
de lekbak)). De restfractie wordt afgevoerd naar een overslagstation en daarna verbrand
(IVBO Brugge). De overige fracties worden opgehaald door erkende verwervers/verwerkers.
Het rioolkolkenslib geruimd door derden wordt rechtstreeks afgevoerd door de ruimer. Het
wordt door de ruimer gescheiden in een (herbruikbare) zandfractie en een restfractie. Deze
verwerking is vervat in het ruimingsbestek.
De dienst Onderhoud openbaar domein team Groen besteedt bijzondere aandacht aan
afvalpreventie.
Brandhout wordt via een retributiereglement verkocht aan particulieren. Voor de verwerking
van snoeiafval word minder en minder gebruikt gemaakt van snoeihoutversnipperaars maar
wordt het snoeiafval in de directe omgeving verwerkt in takkenrillen en andere structuren.
Gehakseld snoeiafval wordt in de plantsoenen als mulchlaag gebruikt en ter beschikking
gesteld van composteerprojecten onder begeleiding van de Aalsterse kringloopkrachten (vb.
buurtcomposteren, schoolcomposteren, demoplaats compostmeesters).
Een aantal grote grasvelden wordt minder intensief gemaaid. Waar mogelijk worden een
aantal graslanden gehooid en word het maaisel gebruikt als veevoer of stalbedekking.
Grote ruigtes worden 1 maal gemaaid i.p.v. 2 maal.
Het aantal bloemperken (aanplant van eenjarigen, tweejarigen, bollen, chrysanten) wordt
verminderd. Als alternatief met kleur en bloemen worden jaarlijks bollengraslanden
aangelegd.
Afgevallen bladeren worden ter beschikking gesteld van particuliere composteerders en
landbouwers.
De bodem van een aantal nieuwe plantsoenen werd verbeterd met VLACO-compost.
Ook op de begraafplaatsen wordt zo optimaal mogelijk gesorteerd. Het groenafval (vb.
chrysanten met wortelkluit) wordt er van het restafval gescheiden (vb. bloempotten). Het
gras wordt er met mulchmaaiers gemaaid, waardoor er geen grasafval is.
Alle maaisel en groenafval wordt afgevoerd naar een vergunde composteringsinstallatie
(in 2013 naar Groep Op de Beeck en Van Gansewinkel). Er wordt geen groenafval meer
gestort of verbrand.
Op recepties die door de stedelijke overheid worden georganiseerd wordt aandacht besteed
aan het verminderen van verpakkingsafval (gebruik van glazen i.p.v. wegwerpbekers,
MJP Aalst 2014 - 19
herbruikbare glazen flessen voor frisdranken, water en fruitsap). Dit is echter nog voor
verbetering vatbaar.
Drankautomaten in concessies mogen niet worden gevuld met wegwerpverpakking.
Op een 60-tal plaatsen op stadsdiensten werden de waterverdelers met bidon verwijderd en
vervangen door nieuwe waterkoelers die zijn aangesloten op het waternet.
Op Fairtrade@Work-dag werden stadsmedewerkers speciaal opgeroepen om hun
boterhammen op de binnenkoer van het Museum te komen eten. De stad zorgde voor
fairtradekoffie, -thee en –fruitsap. Wie zijn lunch in een echte brooddoos mee had, kreeg er
nog een gratis fairtradebanaan bovenop.
Het bedrijfsafval van de stad wordt opgehaald door intercommunaal samenwerkingsverband
ILvA. Dat afval wordt bij de ophaling gewogen. Dit laat een betere opvolging van het
geproduceerde afval toe.
Een personeelslid van de dienst Leefmilieu volgt het aantal containers op (de
ophaalfrequentie ligt vast) en sensibiliseert om afval te voorkomen en optimaal te
sorteren. Vanaf juli 2013 werd ook op de administratieve diensten pmd gesorteerd. Daar
ging de nodige sensibilisering mee gepaard.
Zie thema Milieuverantwoord productgebruik: 3.1.1. Milieuverantwoord productgebruik
binnen de eigen diensten
Zie thema Water: reductie bestrijdingsmiddelen 4.1.1.1., project Vondelbeek 4.3.1., aanpak
van overwelvingen van grachten en beken 4.4.3., adviesverlening bij onderhoudswerken en
bijzondere werken aan beken 4.4.5., duurzaam waterbeleid in nieuwe of vernieuwde
stadsgebouwen 4.5.5.
Zie thema Energie: energieboekhouding 6.1.2. en 6.2.1., informatie- en
sensibilisatiecampagnes binnen de stadsdiensten 6.2.3.3., aankoop groene stroom 6.2.4.,
opleiding energie 6.2.5., energie-efficiëntie als criterium bij aankopen 6.2.7., lager
energieverbruik 6.2.8.3. In het kader van energiebesparing op de stadsdiensten werd in
2008 een Energiecel opgericht. Die ontwikkelt initiatieven die op allerhande (niet specifiek
technische) manieren het gedrag van onszelf, de collega’s, de inwoners van de stad, kunnen
stimuleren in het bijbrengen van besef rond energie en klimaat en het in de praktijk
aanpassen van gedrag en leefpatroon en dit in het kader van de Kyoto doelstelling.
Zie thema Mobiliteit: 7.2.1. en 7.2.4.1. Milieuvriendelijk rijgedrag stadspersoneel, 7.2.5.
Milieuvriendelijke voertuigen en 7.2.6. Bedrijfsvervoerplannen.
Periodieke onderzoeksplicht op VLAREBO-gronden: alle stadsinrichtingen dienen gescreend
te worden om na te gaan in hoeverre moet voldaan worden aan de verplichtingen van het
bodemdecreet en VLAREBO.
1) lijst opmaken van alle stadseigendommen;
2) op welke terreinen werd reeds een onderzoek uitgevoerd;
3) de onderzoeken laten uitvoeren op de terreinen waar risico-activiteiten
gebeuren/gebeurden.
Dit wordt momenteel gecoördineerd op de dienst Juridische zaken en
bestuursondersteuning.
De milieucoördinator toetst de werking van de Stedelijke Werkhuizen aan de principes van
duurzaamheid.
• Planning
Verder zetten van het bestaand beleid
MJP Aalst 2014 - 20
• Financieel
De kostprijs is verspreid over verschillende diensten. Vaak betekent het overschakelen op
duurzame producten en werkwijzen geen meerkost en is de kostprijs van de actie beperkt tot
loon- en werkingskosten.
1.1.2. Handhaving
Milieu- en natuurbescherming zijn niet enkel een kwestie van administratief in orde zijn. Om
effect te hebben, dient de milieu- en natuurwetgeving ook te worden nageleefd.
Het Milieuhandhavingsdecreet en –besluit van 1 mei 2009 zorgt voor een harmonisatie van
de handhavingsinstrumenten die vroeger in elke sector (afval, water, vergunningen…)
afzonderlijk werden bepaald.
Naast het klassieke model van strafrechtelijke handhaving van het milieurecht, wordt nu
eveneens voorzien in een model van bestuurlijke handhaving, door middel van bestuurlijke
maatregelen en bestuurlijke geldboeten. Dit zorgt voor een stuk depenalisatie gezien kleine
overtredingen dus niet meer strafrechterlijk vervolgd zullen worden. De toezichthouders
hebben ook de mogelijkheid om pas na raadgevingen en aanmaningen over te gaan tot
feitelijke handhaving.
De Vlaamse wetgever heeft het eerstelijnstoezicht op de milieuhygiënewetgeving bij klasse
2- en klasse 3-inrichtingen toegewezen aan de gemeenten die daarvoor toezichthouders
moeten aanstellen. Die kunnen bij de vaststelling van een milieu-inbreuk (lichte
overtredingen op administratieve formaliteiten, zonder gevaar voor mens of het milieu) een
‘verslag van vaststelling’ opstellen. Er wordt dus geen PV opgesteld, handhaving gebeurt via
bestuurlijke maatregel en/of ‘exclusieve bestuurlijke geldboete’.
Milieumisdrijven daarentegen zijn overtredingen die wel een gevolg kunnen hebben voor de
mens of het milieu. Het gaat dan vooral om schendingen m.b.t. emissies of afval of
overtredingen die kunnen leiden tot gezondheidsschade, het niet beschikken over een
milieuvergunning. Voor milieumisdrijven wordt bij de vaststelling wel een proces-verbaal
opgesteld. Strafrechtelijke vervolging blijft mogelijk, maar is niet vanzelfsprekend het geval.
Het parket moet binnen een termijn van 180 dagen beslissen of er strafrechterlijk vervolgd
wordt (gevangenisstraf of strafrechterlijke geldboete) of niet. In dit laatste geval kan
eventueel nog een ‘alternatieve’ bestuurlijke geldboete opgelegd worden. In elk geval
kunnen ook bestuurlijke maatregelen of veiligheidsmaatregelen opgelegd worden om de
schade aan het leefmilieu stop te zetten of te herstellen.
Op het vlak van natuur omvat de handhaving 3 aspecten:
-controle naar aanleiding van de heraanplantingsverplichting bij het verlenen van
stedenbouwkundige vergunningen voor het rooien van bomen;
-handhaving bij illegale rooiingen: aanmanen tot het indienen van een regularisatie/ opstellen
van een PV, in samenwerking met de lokale politie en de bouwpolitie van de stad;
-handhaving bij vegetatie-/reliëfwijzigingen in groengebied, in samenwerking met de lokale
politie en de bouwpolitie van de stad.
MJP Aalst 2014 - 21
Actie 1.1.2.1.
Uitbouw van een gekwalificeerd team van gemeentelijke
toezichthouders en milieudienst van de Lokale politie
Thema:
MBP 3.4.2. en 3.5.
Trefwoord:
Doelgroep:
Instrumentarium
controleteam,
eigen dienst, politie
gemeentelijke
toezichthouder,
milieu-inspectie
Initiatiefnemer:
Betrokken actoren: dienst Leefmilieuteam
dienst Leefmilieu: Christel De Meersman
Milieuhygiëne – en handhaving, Lokale
politie – Milieudienst: Norbert Schollaert
Relaties met
1.1.2.2., 5
• Doelstelling
Doel is het verwerven van deskundigheid en het hebben van de nodige bevoegdheden voor
het uitvoeren van controle op de naleving van de meldings- en vergunningsplicht van als
hinderlijk ingedeelde inrichtingen van tweede en derde klasse.
• Rapportering
De dienst Leefmilieu beschikt over 6 gemeentelijke toezichthouders met
bekwaamheidsbewijs (5 voltijds statutair,1 statutair 4/5). Op 16 augustus 2010 bekrachtigde
het college van burgemeester en schepenen opnieuw hun toezichtsbevoegdheid. De nieuwe
bekwaamheidsbewijzen en legitimatiekaarten werden door de Vlaamse overheid afgeleverd
op 6 december 2010.
Voor de specifieke uitvoering van inspectietaken gebeurde eind 2011 een aanwerving van
een VLAREM-ambtenaar niveau A statutair.
In de praktijk treden 4 medewerkers op als gemeentelijke toezichthouder, in combinatie met
diverse andere taken. De twee andere medewerkers oefenen geen VLAREM-toezichtstaken
uit. Beide zijn duurzaamheidsambtenaar.
De Milieudienst van de Lokale politie beschikt in totaal over 4 personen die zich
bezighouden met leefmilieu, ruimtelijke ordening en volksgezondheid: 1 agent, 2 inspecteurs
en 1 hoofdinspecteur.
Alle officieren en agenten van gerechtelijke politie zijn bevoegd in het kader van de wet op
het politieambt om vaststellingen te doen op het VLAREM en de sectoriële wetgevingen
zoals het Materialendecreet, het Bodemdecreet, … Met betrekking tot geluid is er één
inspecteur (agent van gerechtelijke politie) in het bezit van een VLAREM-brevet. Hij heeft de
bijscholing ‘toezichthouder geluid’ om conform de nieuwe wetgeving vaststellingen te kunnen
uitvoeren met succes afgehandeld.
De leden van de milieupolitie wonen geregeld studiedagen bij en volgen de wetgeving op de
voet.
De kennis van de 4 gemeentelijke toezichthouders van de dienst Leefmilieu wordt op
regelmatige tijdstippen bijgeschaafd. Hiertoe worden o.a. studiedagen bijgewoond en
opleidingen gevolgd. Het doel daarbij is de evolutie binnen de milieusector op de voet te
volgen en daarna de informatie binnen het team Milieuhygiëne en -handhaving te
verspreiden, zodat de toezichthouders er gebruik kunnen van maken bij de uitvoering van
hun diverse opdrachten. De 4 gemeentelijke toezichthouders en de leden van de
milieupolitie nemen o.a. deel aan de informatiesessies van het provinciaal milieunetwerk
eveneens bestaande uit vertegenwoordigers van de Federale politie, de bijzondere
inspectiediensten en de parketten.
Gelet op het grote takenpakket van de 4 gemeentelijke toezichthouders(adviesverlening van
milieuvergunningsaanvragen en bodemsaneringsprojecten, klachtenbehandeling,
VLAREBO-inlichtingen voor notarissen en studiebureau’s, bijstand van exploitanten bij o.a.
MJP Aalst 2014 - 22
het samenstellen van een milieuvergunningsdossier (zowel telefonisch als aan de balie),
vragen over exploitatievoorwaarden …) worden voornamelijk reactieve controles uitgevoerd.
In 2013 werden ingevolge de verplichtingen voortvloeiend uit de
Samenwerkingsovereenkomst gericht ook proactieve controles uitgevoerd. In de eerste
plaats wordt bij klachten en sommige vormen van toezicht bemiddelend en aanmanend
opgetreden en pas bij volhardende overtreders wordt een proces-verbaal opgesteld.
Toezichtstaken worden ook uitgevoerd in functie van milieuvergunningsaanvragen. Hiermee
wordt bedoeld dat in het kader van een milieuvergunningsaanvraag klasse 2 een bedrijfsdoorlichting wordt uitgevoerd. Waar vastgesteld wordt dat bepaalde milieuvoorwaarden niet
worden nageleefd, wordt de exploitant gewezen op de milieuvoorwaarden. Ook bij milieuvergunningsaanvragen voor klasse 1-inrichtingen wordt steeds een plaatsbezoek verricht en
wordt de exploitant gewezen op de milieuvoorwaarden. Er kunnen bijzondere milieuvoorwaarden opgenomen worden in de milieuvergunning of er kan een milieuvergunning op
proef afgeleverd worden. Anderzijds ervaren veel bedrijven de controle als een (gratis)
service, zodat ze snel inzicht hebben in de actualiteit van hun vergunning. Tevens tracht de
dienst Leefmilieu met een grondige behandeling van vergunningsdossiers hinder te
voorkomen.
• Planning
Vanaf 18 september 2013 kwam er een voltijdse GESCO bestuurssecretaris bij. Die wordt
ingeschakeld bij het team Milieuhygiëne en –handhaving voor het adviseren van
milieudossiers, inspectie en sensibilisering. Momenteel volgt deze bestuurssecretaris de
opleiding lokale toezichthouder met het oog op het behalen van het bekwaamheidsbewijs
milieuhandhaving.
De gegradueerde in de milieuzorg, tevens lokale toezichthouder, ging vanaf 1 januari 2014
over naar de dienst Economie en landbouw.
• Financieel
Loon- en werkingskosten.
Actie 1.1.2.2.
Toezicht op de VLAREM-reglementering
Thema:
MBP 3.5.
Trefwoord: toezicht
Doelgroep:
Instrumentarium
bedrijven, inwoners
Initiatiefnemer: dienst Leefmilieu
Betrokken actoren:
contactpersoon: Christel De Meersman
Politie (Norbert Schollaert)
Departement Leefmilieu, Natuur en Energie
(LNE) van de Vlaamse Overheid, afdeling
milieu-inspectie
Andere stadsdiensten
Relaties met
1.1.2.1., 5., 4.5.1.
• Doelstelling
Ontwikkelen van een handhavingsbeleid. Aanvullend bij het advies geven over vergunningen
en het toekennen van vergunningen is het controleren van hinderlijke inrichtingen van klasse
2 en klasse 3 een taak van de stad.
• Omschrijving – inhoud
De stad voert momenteel voornamelijk reactieve controles uit op de klasse 2- en klasse 3inrichtingen.
Omschrijving van de reactieve controles:
MJP Aalst 2014 - 23
- Informatie verstrekken over de wetgeving en het afleveren van kwaliteitsvolle
vergunningen zijn belangrijke onderdelen van de preventieve handhaving van de
milieuwetgeving.
- Toezichtstaken worden steeds uitgevoerd in functie van milieuvergunningsaanvragen en
van milieuklachten. In het kader van milieuvergunningsaanvragen wordt de inrichting
getoetst aan de VLAREM-rubrieken die van toepassing zijn en aan de VLAREM IIvoorschriften.
- Bij de behandeling van milieuvergunningsaanvragen klasse 2 en 1 met opslag van
gevaarlijke stoffen in tanks (mazout, benzine, oliën, e.d.…) wordt steeds gevraagd naar de
attesten van prototypekeuring, attesten van onderzoeken door erkende deskundigen en
technici. Zijn er geen attesten beschikbaar dan wordt de exploitant aangemaand om de
nodige onderzoeken uit te voeren binnen de lopende procedure.
- De milieu-ambtenaren en de personen die klachten behandelen treden op als
conflictbemiddelaar bij lokale hinderproblemen die veroorzaakt worden door alle
inrichtingen (inclusief burenhinder indien milieugerelateerd zoals vuurtje stoken, …). Voor
de klachtenbehandeling zie 5. Hinder.
- De 4 gemeentelijke toezichthouders voeren technische inspecties met verslagen uit op
vraag van het parket. Dit gebeurt in het kader van de samenwerking met de Lokale politie.
- Milieudossiers in behandeling bij de rechtbank worden in samenspraak met de dienst
Juridische Zaken en bestuursondersteuning en de door de stad aangestelde advocaat
opgevolgd.
- Meldingen van klasse 3-inrichtingen worden uitgebreid administratief getoetst om foutieve
gegevensverwerking te vermijden.
- Er gebeuren driemaandelijks aanschrijvingen van exploitanten van wie de vergunning
volgend jaar vervalt.
- De in milieuvergunningen opgelegde bijzondere maatregelen (bijzondere milieuvoorwaarden) ter beperking van milieuhinder worden opgevolgd.
- In gerioleerde gebieden wordt stapsgewijs nagekeken of alle afvalwater in de riolering
wordt geloosd.
- Bij de vergunningsplichtige inrichtingen wordt uitdrukkelijk gewezen op de maximale
afkoppeling van hemelwater van de riolering (verwijzing Vlarem II, hemelwaterstudies).
- Bij klachten over geluidshinder worden in bepaalde gevallen beperkte geluidsmetingen
uitgevoerd ter controle van de naleving van de VLAREM II-voorwaarden.
Volledige akoestisch onderzoeken en bijhorende saneringsplannen uitgevoerd door
erkende geluidsdeskundigen worden beoordeeld en goedgekeurd volgens de bepalingen
van VLAREM II (bijlage 4.5.2 en 4.5.3 van VLAREM II).
- In gevolge de risico-inventarisatie van de dienst Noodplanning werden de rust- en
verzorgingsinstellingen administratief doorgelicht op de naleving van de meldings- en
vergunningsplicht. De instellingen die over geen melding of milieuvergunning beschikten,
werden verzocht hun toestand te regulariseren.
- Doordat diverse scholen bij de samenstelling van hun MOS-dossier tot de conclusie
kwamen dat de onderwijsinstelling (stookinstallaties, brandstofopslag…) niet of slechts
gedeeltelijk vergund/gemeld was, werd ook deze sector administratief doorgelicht. Diverse
scholen werden hierop aangeschreven.
Proactieve controles waren in het verleden beperkt, gelet op het grote takenpakket van de 4
gemeentelijke toezichthouders van de dienst Leefmilieu.
Vanaf 2009 werden ook ingevolge de verplichtingen voortvloeiend uit de
Samenwerkingsovereenkomst gericht proactieve controles uitgevoerd. De gemeente heeft
niet deelgenomen aan een campagne georganiseerd door de afdeling Milieu-inspectie, maar
heeft er voor geopteerd om een eigen initiatief uit te werken.
In 2009 en 2010 werden respectievelijk het bedrijventerrein Noord II Hofstade en deel I van
het bedrijventerrein Wijngaardveld te Aalst doorgelicht.
MJP Aalst 2014 - 24
In 2011 werd geopteerd om naast het afwerken en opvolgen van de prioritaire lijst van deel I
van het bedrijventerrein Wijngaardveld te Aalst, het deel II van het bedrijventerrein
Wijngaardveld door te lichten.
In 2012 werd er voor gekozen om naast het afwerken en opvolgen van de prioritaire lijst van
deel II van het bedrijventerrein Wijngaardveld te Aalst, een eerste deel van het
bedrijventerrein Erembodegem Zuid III door te lichten. Bij deze proactieve controleactie werd
volgend stappenplan gevolgd:
1.Op een kadastraal plan werd deel I van Erembodegem Zuid III afgebakend. Op basis van
gegevens uit het CEMOS vergunningenbestand en het kadaster werd een tabel opgesteld
van aanwezige bedrijven. Deze tabel werd uitgebreid met ter plaatse vastgestelde
bedrijven.
2.In functie van een efficiënte controle werd beslist om lage prioriteit te geven aan vergunde
klasse 1 bedrijven, recent verleende milieuvergunningen klasse 2 (vanaf 2007 – deze
werden immers in het kader van de milieuvergunning bezocht) en bedrijven waarvan de
vergunning vervalt binnen de 3 jaar (zullen bezocht worden in het kader van de
milieuvergunning). Hoge prioriteit werd gegeven aan niet vergunde of gemelde bedrijven
en bedrijven met oudere vergunningsbesluiten. Deze laatste bedrijven werden ter plaatse
geïnspecteerd.
3.In totaal werden door de 4 gemeentelijke toezichthouders 18 bedrijven bezocht. Indien zij
niet beschikten over de nodige vergunning of melding, werden zij hierop gewezen.
Desgevallend werden tekortkomingen in het naleven van de milieuvoorwaarden
besproken. De gecontroleerde bedrijven werden via brief of e-mail aangemaand. Dit wordt
verder opgevolgd. In 2013 wordt de prioritaire lijst verder afgewerkt.
4.Het vergunningenbestand van het bedrijventerrein wordt tegelijk geactualiseerd door o.m.
het lokaliseren van oude vergunningen van niet meer aanwezige bedrijven, het lokaliseren
van bestaande vergunningen en bedrijven en het inbrengen van nog niet in het bestand
gekende bedrijven (meldingsplichtige en vergunningsplichtige bedrijven werden
aangemaand tot het indienen van een melding/milieuvergunning).
In 2013 werd geopteerd om naast het afwerken en opvolgen van de prioritaire lijst van deel I
van Erembodegem Zuid III, het tweede deel van het bedrijventerrein Erembodegem Zuid III
door te lichten. Bij deze proactieve controleactie werd volgend stappenplan gevolgd:
1.Op een kadastraal plan werd deel II van Erembodegem Zuid III afgebakend. Op basis van
gegevens uit het CEMOS vergunningenbestand en het kadaster werd een tabel opgesteld
van aanwezige bedrijven. Deze tabel werd uitgebreid met ter plaatse vastgestelde
bedrijven.
2.In functie van een efficiënte controle werd beslist om lage prioriteit te geven aan vergunde
klasse 1 bedrijven, recent verleende milieuvergunningen klasse 2 (vanaf 2008 – deze
werden immers in het kader van de milieuvergunning bezocht) en bedrijven waarvan de
vergunning vervalt binnen de 3 jaar (zullen bezocht worden in het kader van de
milieuvergunning). Hoge prioriteit werd gegeven aan niet vergunde of gemelde bedrijven
en bedrijven met oudere vergunningsbesluiten. Deze laatste bedrijven werden ter plaatse
geïnspecteerd.
3.In totaal werden door de 4 gemeentelijke toezichthouders 21 bedrijven bezocht. Indien zij
niet beschikten over de nodige vergunning of melding, werden zij hierop gewezen.
Desgevallend werden tekortkomingen in het naleven van de milieuvoorwaarden
besproken. De gecontroleerde bedrijven werden via brief of e-mail aangemaand. Dit wordt
verder opgevolgd.
4.Het vergunningenbestand van het bedrijventerrein wordt tegelijk geactualiseerd door o.m.
het localiseren van oude vergunningen van niet meer aanwezige bedrijven, het lokaliseren
van bestaande vergunningen en bedrijven en het inbrengen van nog niet in het bestand
gekende bedrijven (meldingsplichtige en vergunningsplichtige bedrijven werden
aangemaand tot het indienen van een melding/milieuvergunning).
MJP Aalst 2014 - 25
• Rapportering
- Bij milieuvergunningsaanvragen klasse 2 en klasse 1 wordt steeds een plaatsbezoek
afgelegd. De inrichting wordt getoetst aan de VLAREM-rubrieken en aan de VLAREM IIvoorschriften. Deze plaatsbezoeken worden opgelijst bij de pro-actieve controles.
- Het opvolgen van klachten gebeurt via terreinbezoeken. Voor de klachtenbehandeling zie
thema Hinder.
- Een overzicht van de uitgevoerde reactieve en proactieve controles van 2013 bevindt zich
in bijlage IN 02. Er is een link tussen de uitgevoerde inspecties en de geregistreerde
klachten in het MKROS registratiesysteem.
- De actie van 2012 (deel II van het Wijngaardveld en deel I van het bedrijventerrein
Erembodegem Zuid III) werd verder opgevolgd.
- In 2013 werden door de gemeentelijke toezichthouders geen processen-verbaal
(vaststellingen van milieumisdrijf) opgesteld en gebeurden er geen vaststellingen van
milieu-inbreuken. In de eerste plaats wordt bij klachten en sommige vormen van toezicht
bemiddelend en aanmanend opgetreden. Pas bij volhardende overtreders of wanneer de
impact van de overtreding op de mens en het leefmilieu groot is, wordt proces-verbaal
opgesteld of zal de milieu-inbreuk worden vastgesteld.
- In bijlage IN 01 wordt een overzicht gegeven van het aantal processen-verbaal door de
politie opgemaakt voor milieuzaken.
- zie ook taakomschrijving actie 1.1.2.2.
• Planning
De huidige werkwijze wordt aangehouden.
Door de ondertekening van de Samenwerkingsovereenkomst 2008-2013 engageerde de
stad zich om zowel proactieve als reactieve controles uit te voeren op de klasse 2- en klasse
3-inrichtingen en neemt ze terzake de nodige initiatieven en/of maatregelen overeenkomstig
de vigerende milieuregelgeving. Er wordt nagegaan of aan de vergunningsplicht wordt
voldaan. De klasse 2- en klasse 3-inrichtingen worden gedurende de looptijd van de
overeenkomst gericht gecontroleerd.
De stad wil programmatorisch en doelgericht handhaven om de leef- en milieukwaliteit te
waarborgen en om milieuschade en –hinder terug te dringen.
Gelet op de onmogelijkheid om binnen de beschikbare en beperkte middelen alle
inrichtingen op regelmatige basis te inspecteren, kan het als opportuun worden beschouwd
om de handhaving op een georganiseerde manier uit te werken. De stad plant hiertoe de
opmaak van een handhavingsplan.
• Financieel
Loon- en werkingskosten.
Actie
Toezicht op natuurvergunningen en stedenbouwkundige vergunningen
1.1.2.3.
in verband met natuur
Thema:
MBP
Trefwoord: toezicht,
Doelgroep: eigen diensten
Instrumentarium
3.4.1.
natuurvergunning
Initiatiefnemer: Dienst Leefmilieu
Betrokken actoren: dienst Leefmilieu, team
contactpersoon: Antonia Geerts
Groen, water en afval
Politie : Norbert Schollaert (Leefmilieu)
Relaties 8.
met
• Doelstelling
Inzake natuur en de bescherming van ons boompatrimonium willen we met deze actie
uitvoering geven aan de bepalingen inzake zorgplicht, voorzorgsbeginsel en standstill van
MJP Aalst 2014 - 26
het natuurdecreet en aan de bepalingen van het uitvoeringsbesluit dat de natuurvergunning
regelt, alsook aan de stedenbouwwet wat natuur betreft.
• Omschrijving – inhoud
Aan het verlenen van een vergunning wordt nagenoeg in alle gevallen een heraanplantingsverplichting gekoppeld. De advisering inzake het vellen van bomen en het toezicht op het
naleven van de vergunningsvoorwaarden gebeurt door de dienst Leefmilieu. De
administratieve afhandeling gebeurt door de dienst Ruimtelijke ordening. De
heraanplantingen worden gecontroleerd en niet-heraanplantingen worden na herhaalde
aanmaningen overgemaakt aan de Milieudienst van de Lokale politie of de bouwpolitie,
afhankelijk van het type vergunning.
De Milieudienst van de Lokale politie beschikt in totaal over 5 personen die zich
bezighouden met leefmilieu, ruimtelijke ordening en volksgezondheid. Bij de bouwpolitie zijn
er 2 stadspersoneelsleden die optreden tegen stedenbouwkundige overtredingen.
• Rapportering
In 2013 werden verspreide controles uitgevoerd in Groot-Aalst.
• Planning
De huidige werkwijze wordt voortgezet.
Het is gewenst dat binnen de dienst Leefmilieu een statutair personeelslid kan instaan voor
de handhaving op het vlak van natuur. Er wordt naar gestreefd dat op termijn een
medewerker van de dienst Leefmilieu, team Groen, water en afval, hiertoe de bevoegdheid
verwerft. De huidige ondersteuning door een tuin- en landschapsarchitect (GESCO) blijft.
Momenteel wordt indien nodig een beroep gedaan op de bouw(politie).
• Financieel
Loon- en werkingskosten
Actie 1.1.2.4.
Toezicht op de naleving van het natuurdecreet en de stedenbouwwet
wat betreft natuur
Thema:
MBP
Trefwoord: toezicht,
Doelgroep: eigen diensten
Instrumentarium
3.4.1.
natuurdecreet
Initiatiefnemer: dienst Leefmilieu
Betrokken actoren:
contactpersoon: Antonia Geerts
Politie : Norbert Schollaert (Leefmilieu)
Gemeenschapswachten: Jo De Swaef
Relaties
1.1.2.3., 8.
met
• Doelstelling
Optimaal beschermen van de natuur en het boompatrimonium.
• Omschrijving – inhoud
Informatie verstrekken over de wetgeving en het afleveren van vergunningen zijn belangrijke
onderdelen van de preventieve handhaving van de natuurwetgeving.
Overtredingen op het natuurdecreet of de stedenbouwwet die gemeld worden door derden of
ter plaatse vastgesteld worden door de stadsdiensten, afdeling Bos en Groen of de afdeling
Natuur worden doorgegeven aan de politie of de bouwpolitie. Bij een klacht verricht de dienst
Leefmilieu steeds een plaatsbezoek. Er wordt dan nagekeken welke werken uitgevoerd
werden in strijd met de wetgeving. Door de dienst Leefmilieu wordt er dan meestal een
verslag opgemaakt dat wordt doorgestuurd naar de politie of de bouwpolitie voor verder
gevolg.
MJP Aalst 2014 - 27
Bij klachten rechtstreeks gemeld aan de politie vraagt de politie meestal ondersteuning van
de dienst Leefmilieu. Er wordt dan meegegaan op plaatsbezoek en er wordt een verslag
opgemaakt met de vermelding van de artikels van de wetgeving waartegen een inbreuk is
gepleegd.
Door de gemeente of door de gemachtigde ambtenaar (AROHM) worden er bij
bouwovertredingen inzake natuur herstelmaatregelen geëist. Op vraag van het parket of de
gemachtigde ambtenaar wordt er door de dienst Leefmilieu nagekeken of de
herstelmaatregelen uitgevoerd werden.
In 2012 werd een 6-tal keer de politie ingeschakeld naar aanleiding van diverse
overtredingen van het natuurdecreet en de stedenbouwwet, met name onvergunde
reliëfwijzigingen, rooiingen en vegetatiewijzigingen.
De gemeenschapswachten hebben geen handhavingsbevoegdheid in de strikte zin van het
woord, maar spelen toch een preventieve rol door hun aanwezigheid en/of hun
aanmaningen. Binnen hun werking loopt er een project binnen de natuurgebieden.
Dit omvat:
- garant staan voor de veiligheid van de wandelaars
- het gebruik van sluippaden tegengaan
- toezien dat er geen afval achtergelaten wordt
- zorgen dat er geen planten uitgetrokken of beschadigd worden
- binnendringen in het gebied tegengaan
- sensibiliseren om honden aan de leiband te houden
- zorgen dat de rust in het gebied bewaard wordt
- zorgen voor het behoud of herstel van de natuurlijke flora en fauna
- stimuleren van de natuurlijke verjonging
- bevorderen van het ecologisch evenwicht.
Zie: http://www.aalst.be/?siteid=1&rubriekid=371 voor de andere projecten.
• Rapportering
Het opvolgen van de klachten gebeurt via terreinbezoeken.
• Planning
De huidige werkwijze wordt voortgezet.
Het is gewenst dat binnen de dienst Leefmilieu een statutair personeelslid kan instaan voor
de handhaving op het vlak van natuur. Er wordt naar gestreefd dat op termijn een
medewerker van de dienst Leefmilieu, team Groen, water en afval hiertoe de bevoegdheid
verwerft. De huidige ondersteuning door een tuin- en landschapsarchitect (GESCO) blijft.
Momenteel wordt indien nodig een beroep gedaan op de bouw(politie).
• Financieel
Loon- en werkingskosten
MJP Aalst 2014 - 28
Actie 1.1.2.5.
Toezicht op het aanmoedigingsreglement voor hagen, houtkanten,
bomenrijen, knotten van knotbomen en aanplanten van
hoogstammige fruitbomen.
Thema:
Trefwoord: toezicht,
Doelgroep: burgers
Instrumentarium
aanmoedigingsreglementen
Initiatiefnemer: dienst Leefmilieu
Betrokken actoren:
contactpersoon: Antonia Geerts
Politie: Norbert Schollaert
Relaties
8.
met
• Doelstelling
Beschermen en versterken van de lijnvormige groenstructuren.
• Omschrijving – inhoud
Door middel van een financiële stimulans mensen ertoe aanzetten om nieuwe kleine
landschapselementen aan te planten of bestaande te onderhouden, en om poelen aan te
leggen of te onderhouden.
Elke aanvraag om toelage gaat gepaard met minstens een plaatsbezoek. Er volgt dan een
voorlopige toezegging. Indien bleek dat de werken correct zijn uitgevoerd, wordt de toelage
definitief toegezegd en uitbetaald.
• Rapportering
De gemeenteraad keurde op 29 april 2008 aanmoedigingsreglementen goed voor het
aanplanten en het onderhoud van bomenrijen, hagen en houtkanten, voor het aanplanten
van hoogstammige fruitbomen en voor het deskundig knotten van knotbomen, ter
vervanging van de op 22 maart 2005 afgeschafte reglementen.
Nieuw waren de premies voor de aanleg en het onderhoud van poelen.
Bij elke aanvraag worden één of twee plaatsbezoeken gedaan om na te gaan of de bij het
reglement gestelde voorwaarden wel nageleefd kunnen worden/werden.
Aantal aanvragen in 2013:
- aanplanten van bomenrijen, hagen en houtkanten: 2
- aanplanten van hoogstammige fruitbomen: 0
- aanleg en onderhoud van poelen: 0
- onderhoud van knotbomen, hagen en houtkanten: 30
• Planning
Toepassen van de goedgekeurde reglementen.
• Financieel
Loon- en werkingskosten
Actieplan L204K04A5, 0330-00 /64900100
MJP Aalst 2014 - 29
Actie 1.1.2.6. Toezicht op illegaal ontwijkgedrag inzake afval
Thema:
MBP
Trefwoord: toezicht,
Doelgroep: burgers
Instrumentarium
2.1.b.7.
zwerfvuil, sluikstorten,
sluikstoken
Initiatiefnemer: dienst Leefmilieu
Betrokken actoren: Dienst Leefmilieu – team
contactpersoon: Inge Singelyn
Groen, water en afval; Politie : Norbert Schollaert
(Milieudienst); Financiële dienst – team
Belastingen en invorderingen: Hans Nieuwlandt;
beëdigde ambtenaren; GAS-ambtenaar: Fran Van
Neck
Relaties
1.2.1., 2.2.4.3.
met
zwerfvuilproject
• Doelstelling
Ontwikkelen van een handhavingsbeleid met een regeling voor sanctionering. Inzake het
afvalbeleid wil de actie het principe “de vervuiler betaalt” kracht bijzetten.
• Omschrijving – inhoud
Toezicht op sluikstoken, sluikstorten, achterlaten van zwerfvuil, wildplassen en wildplakken.
• Rapportering
Een overtreder kon in het verleden enkel na een proces-verbaal van de politie veroordeeld
worden tot een boete of een andere straf. Enkel indien het parket het dossier ter harte nam,
was er sprake van een straf en de mogelijke recuperatie van de reële opruimkosten.
Sinds 2005 wordt er ook actief opgetreden op basis van een belastingsreglement (dat al van
in 2003 bestond) op het opruimen, reinigen en/of ontsmetten na sluikstorten, wildplakken of
wildplassen. De strafrechtelijke weg (op basis van een proces-verbaal van de politie) blijft
bestaan, maar daarnaast kan de stad de opruimkosten terugvorderen aan de hand van
vastgestelde tarieven:
- tot ¼ m³ (o.a. hondenpoep, flessen, blik, sigarettenpeuken, papier, kleine
verpakkingen, e.d.): 100,- EUR;
- meer dan ¼ m³ tot 1 m³: 150,- EUR;
- meer dan 1 m³ tot 3 m³: 250,- EUR;
- meer dan 3 m³: 250,- EUR + 50,- EUR per bijkomende m³;
- gevaarlijk afval cf. het afvalstoffendecreet: 250,- EUR;
- wildplassen: 100,- EUR.
- wildplakken: 50,- EUR/affiche
- bij het opruimen van sluikstorten door derden in opdracht van de stad wordt het
factuurbedrag daarvan vermeerderd met een forfaitair bedrag van 50,- EUR.
Het voordeel van een dergelijk belastingsreglement is dat het college van burgemeester en
schepenen voor de vaststellingen in dit verband ambtenaren kan beëdigen. In principe kan
dat elke stadsmedewerker zijn, wat de pakkans aanzienlijk vergroot.
Voor ze op pad kunnen gaan, krijgen kandidaat-beëdigde ambtenaren een opleiding over de
van toepassing zijnde regels, de afbakening van hun taak en die van de politie, omgaan met
agressie, enz. Na een formele beëdiging kunnen ze dan sluikstorten, wildplassen en
achterlaten van zwerfvuil vaststellen. Op basis daarvan heft de Financiële dienst de aanslag.
Eind augustus 2005 werden 25 ambtenaren beëdigd. In april 2006 kwamen er nog eens 20
bij. Op 14 april 2008 legden 37 bijkomende ambtenaren de eed af. Momenteel zijn er in
totaal een 70-tal actief (enkelen zijn inmiddels uit dienst). De politie is automatisch beëdigd.
In 2013 waren er 178 vaststellingen van sluikstorten, wildplakken en wildplassen, goed voor
22.050,- EUR opruim- of opkuiskosten.
De beëdigde ambtenaren zijn niet bevoegd voor sluikstoken.
MJP Aalst 2014 - 30
Overtreders op dit vlak worden in de eerste plaats na klachten of eigen vaststellingen door
de dienst Leefmilieu en/of de Milieudienst van de Lokale Politie opgespoord en
aangemaand. Indien de overtreder de aanmaningen (mondeling en/of via een
standaardbrief) in de wind slaat, wordt de zaak doorgegeven aan de politie die procesverbaal opmaakt. Zie ook thema Hinder – afval.
Door een aanpassing in de wetgeving werd het in 2008 mogelijk door middel van
gemeentelijke administratieve sancties (GAS) op te treden tegen afvalgerelateerde delicten.
Op 18 januari 2010 besliste het cbs principieel een dergelijk systeem in te voeren. Begin
2011 werden 2 coördinatoren aangesteld om de invoering ervan voor te bereiden. Op 22 mei
2012 stelde de gemeenteraad een bestuurssecretaris GAS-ambtenaar aan (Fran Van Neck).
Van 4 tot 7 en op 11 juni 2012 kreeg zij samen met 19 vrijwilligers de vereiste opleiding tot
GAS-vaststeller.
Het lokale politiereglement werd gescreend, met het oog op de invoering van GAS. Ook de
dienst Leefmilieu deed een aantal voorstellen voor aanpassingen. Die komen voor afval neer
op een aantal praktische zaken en de integratie van de OVAM-modelreglementen voor de
afvalinzameling en voor het verbranden van afval. In de loop van 2013 werden de
voorstellen tot wijziging verder besproken.
De gemeenschapswachten hebben geen handhavingsbevoegdheid in de strikte zin van het
woord, maar spelen toch een preventieve rol door hun aanwezigheid en/of hun
aanmaningen. Binnen hun werking lopen projecten met aandacht voor zwerfvuil en
sluikstorten binnen de natuurgebieden en in hoogbouwwijken.
Zie: http://www.aalst.be/?siteid=1&rubriekid=371
• Planning
Op 31 december 2013 is het belastingreglement op het ambtshalve opruimen vervallen. In
de loop van 2014 worden GAS ingevoerd.
• Financieel
De kostprijs van de actie is vervat in de bestaande loon- en werkingskosten. De beëdigde
ambtenaren zijn geen bijkomend personeel. Hun opleiding gebeurt in overleg met de dienst
Vorming, zo nodig op diens budget.
Actie 1.1.2.7.
Toezicht op de naleving van de stedenbouwkundige
verordening inzake de afvoer van afvalwater en hemelwater
Thema:
Trefwoord: toezicht, Doelgroep: burgers
Instrumentarium
afvalwater,
hemelwater
Initiatiefnemer: diensten Leefmilieu,
Betrokken actoren:
Ruimtelijke Ordening en Openbare Werken
Technische diensten van de stad
contactpersoon: Jens De Bruycker
Bouwpolitie
Relaties met
4.5.1.
• Doel
De bij nieuwbouw, grote verbouwingen en bij de aanleg van grote verhardingen opgelegde
maatregelen in functie van een duurzame waterhuishouding controleren.
• Omschrijving – inhoud
Toezicht op de naleving van de stedenbouwkundige verordening inzake de afvoer van
afvalwater en hemelwater. Zie 2.2.1.2.4.
MJP Aalst 2014 - 31
• Rapportering
Het toezicht op de naleving van de verordening begint bij het nazicht van de ingediende
bouwplannen. In de bouwvergunningen worden de afvoermodaliteiten nog eens expliciet
vastgelegd. Afwijkingen van de regel kunnen alleen mits eenstemmig advies van de diensten
Openbare Werken, Leefmilieu en Ruimtelijke Ordening.
Het reglement op de rioolaansluitingen, vastgesteld door de gemeenteraad in april 2000,
werd opgemaakt als een soort van praktische toepassing van de stedenbouwkundige
verordening inzake de afvoer van afvalwater en hemelwater. Het rioolreglement werd op 31
januari 2006 door de gemeenteraad gewijzigd. Net als vroeger moet bij nieuwe woningen en
grote verbouwingen alle afvalwater worden aangesloten op de riolering. Ook moet alle
hemelwater worden afgevoerd naar een voldoende grote regenwaterput met overloop naar
een gracht of in de grond. Enkel in uitzonderlijke omstandigheden en mits het voorleggen
van een infiltratieonderzoek, mag de overloop van de regenwaterput worden aangesloten op
de riolering in de straat. De grootste wijzigingen zijn de uitbreiding van de te volgen
procedure voor aanvraag met controle van de private werken door de stad, uitvoering van de
aansluitingen slechts na controle door de toezichter rioolaansluiting van de stad en het
opleggen van een minimumvolume en voorwaarden voor ondergrondse infiltratieinrichtingen. Sinds februari 2006 wordt de toepassing van de bouwverordening en het
reglement op de rioolaansluiting voor elke nieuwbouw of grote verbouwing gecontroleerd
door de toezichter rioolaansluiting van de stad.
Begin 2008 werd een overkoepelend reglement op de rioolaansluitingen opgemaakt dat alle
vigerende voorschriften omvat. Het was de bedoeling om tot een duidelijk goed te begrijpen
document te komen waarin alle Vlaamse en Aalsterse voorschriften rond de afvoer van
afvalwater en hemelwater opgenomen zijn (Vlarem II, het Zoneringsplan, de Aalsterse
bouwverordening op hemelwater, de Vlaamse code van goede praktijk op regenwaterputten
en de Aalsterse voorschriften op de rioolaansluitingen). Het aangepaste reglement op de
rioolaansluitingen werd goedgekeurd op de gemeenteraad van 29 april 2008. Het nieuwe
reglement ging van kracht op 1 november 2008. Nieuw is de verplichting om bij elke
bouwaanvraag een waterplan in te dienen, en in sommige gevallen ook een infiltratienota.
Sinds 1 januari 2014 is de nieuwe Vlaamse hemelwaterverordening van kracht. Deze zal
getoetst worden aan het gemeentelijk reglement op de rioolaansluitingen.
Bij heraanleg van een optimaal gescheiden rioolstelsel worden de waterafvoeren van de
aangelanden ook systematisch gecontroleerd, in het kader van de verplichting tot
afkoppeling die dan geldt.
• Planning
De controles op de naleving van het reglement gebeuren o.a. naar aanleiding van elke
rioolaansluitingsaanvraag en bij aanleg van een optimaal gescheiden stelsel Er wordt
gewerkt aan een drukkingsmiddel om de naleving van de regels af te dwingen indien nodig.
• Financieel
Loon- en werkingskosten
MJP Aalst 2014 - 32
Actie 1.1.2.9.
Aanschaf en onderhoud van apparatuur voor het toezicht op
milieuovertredingen en voor preventieve metingen
Thema:
Trefwoord:
Doelgroep:
Instrumentarium
apparatuur,
dienst Leefmilieu,
sonometer
Politie
Initiatiefnemer: dienst Leefmilieu
Betrokken actoren:
contactpersoon: Christel De Meersman
dienst Leefmilieu, Politie
Relaties met
5, 1.2.7.2.
• Doelstelling/Inhoud
Beschikken over degelijke apparatuur om specifieke klachten te behandelen, toezicht te
kunnen uitoefenen en preventieve metingen te kunnen doen.
• Rapportering
De dienst Leefmilieu beschikt over volgende toestellen:
- een sonometer 2250-Light-G4 met 1/1 octaaf en 1/3 octaaf frekwentie analyse Brüel en
Kjaer en ijkbron type 4231
- een digitale anemometer
- een zuurstofmeter
- een pH-meter
- een geleidbaarheidsmeter
- een handboorset met 4 verlengstukken van 1 meter, een Edelmanboor combinatietype
diam. 7 cm (voor klei, zand en grof zand), een Riversideboor diam. 7 cm (voor grind en
harde, stugge gronden) en een draagtas.
- een digitaal fototoestel
De Lokale politie beschikt over volgende toestellen:
- 1 sonometer (toestel Bruël & Kjaer type 2250 Full upgrade BVR 17/02/2012)
- een anemometer
- een laserafstandsmeter met een bereik tot 200 meter
- een digitaal fototoestel
• Planning
De apparatuur wordt verder gebruikt, degelijk onderhouden en geregeld geijkt indien nodig.
• Financieel
Voor het onderhoud en het ijken van de apparatuur van de dienst Leefmilieu wordt 12.000,EUR (deel) voor het werkjaar 2014 voorzien binnen het actieplanOBROWP5A1/039000/61300050.
1.1.3. Inventarissen en MMIS
Het Vlaamse Gewest ontwerpt in het kader van de Samenwerkingsovereenkomst voor het
beheer en ter beschikking stellen van milieu-informatie een gradueel op te bouwen Milieu
Management Informatiesysteem (MMIS). De gemeenten die de overeenkomst aangingen
worden gevraagd hun gegevens in het MMIS in te voeren. Concreet gebeurt dat in 5
databanken:
1. Digitaal loket SO (nog niet operationeel);
2. Jaarlijkse inventaris van de gebruikte hoeveelheden bestrijdingsmiddelen;
3. Milieuvergunningendatabank;
4. Milieuklachten-, registratie- en opvolgingssysteem (MKROS);
5. Gemeentelijke inventaris van risicogronden;
6. Energieprestatiedatabank;
MJP Aalst 2014 - 33
De dossieropvolging van de milieuvergunning gebeurt met het CEMOS-softwarepakket
aangeleverd door CEVI. Dit programma biedt voldoening op vlak van efficiënt dossierbeheer
en de administratieve verwerking van gegevens.
In de aanloop naar de digitale omgevingsvergunning, die bouw- en
milieuvergunningsaanvragen bundelt, werd een dienstoverschrijdende werkgroep opgericht
die het project nauw opvolgt.
Voor de klachtenregistratie wordt de webtoepassing MKROS, aangeleverd door de Vlaamse
overheid gebruikt.
Actie 1.1.3.1. Toegang tot de digitale milieuwebsites en databanken van het gewest
voor duurzaamheidsambtenaren en milieuambtenaren
Thema:
MBP
Trefwoord:
Doelgroep: eigen diensten
Instrumentarium
3.3.
databanken,
milieuwebsites, MMIS
Initiatiefnemer:
Betrokken actoren:
Dienst Leefmilieu: Christel De Meersman Dienst Leefmilieu
GIS-coördinator: Joris Verbeken
Dienst ICT: Kurt Schelfhout
Relaties
1.1.1.
met
• Doelstelling
Het doel is op een eenvoudige manier informatie te verstrekken aan de stadsambtenaren en
een vlotte uitwisseling van informatie tussen de verschillende diensten mogelijk te maken.
• Omschrijving - inhoud
Ontwikkelen en installeren van de nodige hardware en software en het toegankelijk maken
van de gegevens voor stadsambtenaren.
• Rapportering
Vrijwel alle ambtenaren hebben toegang tot het internet en kunnen zo de nodige informatie
opzoeken.
• Planning
De toegang tot de websites en de databanken blijft verzekerd.
• Financieel
Loon- en werkingskosten
De kosten voor (eventueel bijkomende of nieuwe) hardware en licenties worden zo nodig
begroot door de dienst ICT.
MJP Aalst 2014 - 34
Actie 1.1.3.2. Invoeren van de milieuvergunningsdossiers in CEMOS en Arcview
Thema:
MBP
Trefwoorden:
Doelgroep: eigen diensten
Instrumentarium
3.3.1.
databank,
milieuvergunning
Initiatiefnemer: dienst Leefmilieu
Betrokken actoren:
contactpersoon: Christel De Meersman
medewerkers dienst Leefmilieu
GIS-coördinator: Joris Verbeken
Dienst ICT: Kurt Schelfhout
CEVI: Lieven Taelman
Relaties
1.1.3.7.
met
• Doelstelling
Naast de eigentijdse aanleg van een databank biedt het gebruik van CEMOS en Arcview
mogelijkheden om de efficiëntie van de taken binnen de dienst Leefmilieu te verhogen.
Deze doelstelling vloeit onder andere voort uit de verplichting aan de gemeenten
opgenomen in artikel 7 van het decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering
en de bodembescherming. Elke gemeente dient immers een inventaris van de risicogronden
op haar grondgebied te beheren.
• Omschrijving - inhoud
CEMOS is al verscheidene jaren in gebruik. Het is een programma voor het beheer van het
milieuvergunningenbestand, de bodemattesten en voor de opvolging van de
milieuvergunningsaanvragen. Ook worden de risico-activiteiten in de OVAM-module van
CEMOS ingegeven.
Met Arcview wordt de CEMOS-toepassing geïntegreerd in een GIS (Geografisch
Informatiesysteem).
• Rapportering
Het CEMOS-bestand omvat vrijwel alle afgehandelde dossiers (VLAREM en ARAB) en
wordt up-to-date gehouden met de nieuwe aanvragen. Een hoeveelheid oude dossiers
(ARAB, lozingsvergunningen, …) dient nog steeds ingebracht te worden.
• Planning
In het kader van het Milieucontract (overeenkomst tussen de stad en de provincie) wordt
door medewerkers van de provincie aan de inventaris van risicogronden gewerkt. Tevens zal
ook de databank (CEMOS) geoptimaliseerd worden. De inhaalbeweging zal echter nog jaren
in beslag nemen. Zie ook actiepunt 1.1.3.7.
• Financieel
Loon- en werkingskosten . Voor de opmaak/intekenen van inventaris van risicogronden werd
voor het werkjaar 2014 een bedrag van 60.000 EUR voorzien op het actieplan
OBROWP5A2/0329-00/21400007.
MJP Aalst 2014 - 35
Actie 1.1.3.4.
Inventarisatie van de groenstructuren in functie van het
groenbeheer
Thema:
Trefwoord:
Doelgroep: eigen
Instrumentarium
databanken,
diensten
groenbeheer
Initiatiefnemer:
dienst
Leefmilieu Betrokken actoren:
contactpersonen: Wilfried Van Bellingen, Dienst Leefmilieu, team Groen, water en
Antonia Geerts
afval;
Dienst ICT: Kurt Schelfhout
CEVI, Gis-coördinator
Relaties met
• Doelstelling
Een efficiënter beheer van het openbaar groen.
• Omschrijving – inhoud
De inventaris van het groen op openbaar domein in stadseigendom (parken, pleinen,
laanbeplanting) maakt een degelijk beheer van het groenpatrimonium mogelijk. Uitgaande
van deze inventaris kan de planning en de realisatie van de te begroenen straten, pleinen en
binnengebieden opgemaakt worden met behulp van een GIS-systeem.
• Rapportering
De inventaris van de straatbomen is jaren geleden opgemaakt in het kader van de
patrimoniale boekhouding en werd in 2002 en 2003 geactualiseerd en digitaal op plannen en
in een database verwerkt.
Inmiddels werden ook de bomen in parken, de recreatiedomeinen, de pleinen en de kleine
groenobjecten geïnventariseerd.
CEVI voerde een aanpassing uit in het GIS-programma Logis-View, zodat de inventarisatie
van het groen gestandaardiseerd en efficiënt kan opgemaakt worden.
De stad werkte mee aan het pilootproject Groeninventarisatie van CEVI (CeInvent).
• Planning
Er zal een verdere inventarisatie van alle groenobjecten gebeuren, met een koppeling van
de gegevens via het GIS-programma Logis-View.
Hiertoe zal een opname gebeuren van de bestaande toestand, door middel van een
grootschalig referentiebestand. Deze gegevens zullen toegevoegd worden aan het
bestaande systeem. Deze opname zal gecombineerd gebeuren voor verschillende diensten,
zodat in één beweging alle aspecten van het openbaar domein in beeld kunnen worden
gebracht. Deze bundeling vergt meer organisatie, waardoor er enige vertraging is.
De koppeling van de bestaande bomeninventaris aan het grootschalig referentiebestand is
gepland in 2015.
• Financieel
Loon- en werkingskosten.
MJP Aalst 2014 - 36
Actie 1.1.3.5. Automatisering van het klachtenbeheer
Thema:
MBP
Trefwoorden:
Doelgroep: eigen diensten
Instrumentarium
3.3.3.
databank, klacht,
MKROS
Initiatiefnemer: Dienst Leefmilieu
Betrokken actoren:
Dienst ICT: Kurt Schelfhout
Relaties
met
• Doelstelling
MKROS, het milieuklachten registratie- en opvolgingsysteem, is een internettoepassing die
milieuambtenaren, politiediensten en andere diensten met toezichthoudende bevoegdheid
toelaat om milieuklachten via een aantal webpagina's in een centrale databank in te brengen
en op te volgen.
Het centraal verzamelen van alle beschikbare informatie m.b.t. milieuklachten is een eerste
stap in de richting van een onderbouwd hinderbeleid.
Daarnaast maakt dit instrument het mogelijk om inzichten te verwerven in aspecten van
hinderbeleving in een bepaalde regio en biedt het een gestructureerd kanaal aan
toezichthoudende overheden om individuele of collectieve meningen over de lokale
milieusituatie te registreren en op te volgen.
Via MKROS wordt netwerkvorming tussen diensten gestimuleerd.
• Omschrijving - inhoud
In gebruik nemen van de nodige hardware en software.
• Rapportering
Voor de klachtenregistratie wordt de onlinewebtoepassing MKROS van de Vlaamse
overheid gebruikt. Naast de dossierregistratie wordt de klachtopvolging via deze
webtoepassing bijgehouden.
Meldingen bij de dienst Leefmilieu van klachten die het gevolg zijn van een probleem van
geluidshinder, geurhinder, lichthinder, stof- of roethinder, al dan niet gerelateerd aan een
vergunningsplichtige inrichting of activiteit worden geregistreerd via MKROS. Milieuklachten
waarbij een vermoeden bestaat dat de menselijke gezondheid kan worden aangetast
worden eveneens geregistreerd in MKROS.
De registratie van milieuklachten die te maken hebben met bodemverontreiniging (door o.a.
achtergelaten afvalstoffen), waterverontreiniging of overige milieuklachten waarbij geen
vermoeden bestaat dat de gezondheid van de mens kan worden aangetast is facultatief in
het kader van de Samenwerkingsovereenkomst. Dat is nochtans een groot deel van de
klachten waarvoor men zich tot de dienst Leefmilieu richt. Omdat het niet evident is dit type
klachten in MKROS te integreren, gebeurt het enkel voor de klachten die als “zeer ernstig”
beoordeeld worden en/of die verder onderzoek van de personeelsleden van het team Groen,
Water, Afval vergen.
De via MKROS gemaakte overzichten en grafieken geven dus geen volledig beeld van de
klachten die de dienst Leefmilieu te verwerken krijgt.
Loutere meldingen van op te ruimen sluikstorten en zwerfvuil worden in de regel (als de
overtreder niet te achterhalen valt) ook niet in MKROS geregistreerd. Hetzelfde geldt voor
delicten waar duidelijk enkel de Lokale Politie bij machte is op te treden (vb. verdelging van
distels, …) of bv voor klachten m.b.t. overhangende takken of straatbomen.
MJP Aalst 2014 - 37
Aantal klachten per compartiment
Per compartiment
Bodem
Fauna en flora
Geluid
Procent
Aantal
46%
24%
7%
58
31
9
Lucht
Varia
Water
13%
6%
5%
16
7
6
127
Totaal berekende
meldingen/klachten:
MJP Aalst 2014 - 38
Aantal klachten per subcategorie
Per aard (van een subcategorie)
Procent
Aantal
Andere
Buren
Fauna
Flora
KMO en industrie
Kwaliteit
Kwantiteit
Land- en tuinbouw
Overige of onbekend
Recreatie en toerisme
Reliëfwijziging
Vergunningen
Verkeer en vervoer
Visuele hinder
Water en waterzuivering
2%
6%
2%
23%
6%
47%
2%
1%
5%
1%
1%
2%
1%
2%
1%
2
7
2
29
8
60
3
1
6
1
1
3
1
2
1
Totaal berekende
meldingen/klachten:
127
MJP Aalst 2014 - 39
Aantal klachten per communicatiemiddel
per communicatiemiddel
Andere
Brief
E-mail
Mondeling
Telefonisch
Procent
Aantal
2%
5%
40%
9%
44%
2
6
51
12
56
127
Totaal berekende
meldingen/klachten:
MJP Aalst 2014 - 40
Aantal klachten per soort melder
per soort melder
Procent
Aantal
Bedrijf
Brandweer
Burger
Gemeentediensten
Gewestelijke dienst
Lokale politie
2%
1%
83%
9%
2%
2%
3
1
106
12
2
3
127
Totaal berekende
meldingen/klachten:
MJP Aalst 2014 - 41
Aantal klachten per soort veroorzaker
per soort veroorzaker
Procent
Aantal
Aannemer
Andere
Fabriek of Industrie
Gemeente
Horeca
KMO/ambachten
Land- of tuinbouwer
Onbekend
Particulier
Provincie
Servicedienst
5%
3%
5%
6%
2%
5%
2%
38%
31%
1%
1%
6
4
7
8
3
7
3
49
40
1
1
129
Totaal berekende
meldingen/klachten:
MJP Aalst 2014 - 42
Uit bovenstaande tabellen en grafieken blijkt dat het grootste deel van de klachten opnieuw
betrekking hebben op bodem. De meeste hiervan hebben met afval, sluikstorten te maken.
Zoals eerder gesteld worden enkel afvalgerelateerde klachten waarvoor de dienst Leefmilieu
zelf een onderzoek instelt in MKROS geregistreerd.
Klachten in verband met fauna en flora zijn in vergelijking met vorig jaar van 3% naar 24%
gestegen. Na bodem hebben de klachten het meest betrekking op dit aspect.
Behoudens de klachten met betrekking tot lucht die 13 % bedragen is het percentage van de
overige klachtindeling steeds minder dan 10%.
De klachten worden opnieuw voornamelijk via telefoon gemeld. Vorig jaar werd de e-mail het
meest gebruikt als communicatiemiddel.
Het aandeel van klachten door burgers is in vergelijking met vorig jaar met 6% gestegen en
maakt in totaal 83% uit. 9% van de hindersituaties wordt door de stadsdiensten zelf
opgemerkt. Dit is een stijging met 7%.
Het verdelingspercentage voor de veroorzaker is behoudens de schommeling met enkele
percentages sterk vergelijkbaar met vorig jaar. De particulier zou in 9% van de gevallen
minder aan de basis liggen van een hindersituatie. Opmerkelijk is dat de stad zelf in 6% van
de gemelde klachten de veroorzaker is.
Het aantal klachten waarvan de veroorzaker niet gekend is blijft zeer groot en is in
vergelijking met vorig jaar met 10% gestegen tot 38%.
Net als de vorige jaren is de klachtmelding over horecazaken beperkt. In 2012 telde de
dienst Leefmilieu in dit verband 5 klachten. Voor 2013 is het aantal gedaald tot 3 meldingen.
Voor deze hindersituaties buiten de normale werkuren van de administratie richten de
burgers zich rechtstreeks tot de Lokale Politie.
• Planning
De registratie met dossieropvolging wordt verder gezet.
• Financieel
Loon- en werkingskosten
Actie 1.1.3.6. Opmaak van een rioleringsdatabank
Thema:
Trefwoord:
Doelgroep: eigen diensten
Instrumentarium
databanken, riolering
Initiatiefnemer: dienst Leefmilieu, dienst Actoren:
Openbare Werken
Dienst Mobiliteit en openbare werken: Eddy Thijs
contactpersonen: Eddy Thijs
Dienst ICT: Kurt Schelfhout
Aquafin
Relaties
thema Water 4.6.
met
• Doelstelling
Een beter beeld krijgen van de rioleringstoestand in Aalst en een vlotte planning en beheer
mogelijk maken.
• Omschrijving – inhoud
Voor het uitstippelen van het meest efficiënte rioleringsbeleid, is het noodzakelijk precies te
weten en op te volgen hoe de rioleringssituatie eruit ziet. Een actuele rioleringsinventaris en
-databank is daartoe een onmisbaar instrument.
• Rapportering
Van Aquafin ontvingen we Aquagis, het beheersprogramma voor deze databank.
De opmaak van de rioolinventaris werd uitbesteed aan het studiebureau Belgroma.
MJP Aalst 2014 - 43
De rioleringsinventaris- en databank werd in oorsprong gepland klaar te zijn in de loop van
2007. De afwerking ervan liep wat langer uit omdat er nog een aantal extra straten werden in
opgenomen, die eerst ook nog moesten opgemeten worden. Het gaat om straten waar
recent nieuwe riolering werd aangelegd. In de loop van 2008 was de databank startklaar en
werd er een persoon aangeduid om de aanvulling ervan te verzekeren.
• Planning
De rioleringsdatabank zal continu worden aangevuld en aangepast. Elke wijziging aan het
rioleringspatrimonium zal worden opgemeten en ingebracht
• Financieel
Loon- en werkingskosten
Actie 1.1.3.7.
Opmaken inventaris – registreren bodemattesten – registreren
risico-activiteiten/ niet-risico-activiteiten – registreren van
vergunningen in CEMOS
Thema:
MBP 2.5.
Trefwoord: inventaris Doelgroep:
Instrumentarium
eigen diensten
Initiatiefnemer: dienst Leefmilieu
Betrokken actoren:
contactpersonen: Vlarem-ambtenaren
Dienst ICT, CEVI
Relaties met
• Doelstelling
De historiek van de percelen op het grondgebied van Aalst zo correct en snel mogelijk
kunnen opvragen.
• Omschrijving – inhoud
De historiek van het gebruik van de percelen ingeven op basis van verleende vergunningen
om uiteindelijk te beschikken over een inventaris.
• Rapportering
In het kader van het Bodemdecreet en het VLAREBO gaat de dienst Leefmilieu bij vragen
van particulieren, notarissen, studiebureaus, Aankoopcomité en de dienst Juridische zaken
en bestuursondersteuning de historiek van de percelen na (vnl. op basis van verleende
vergunningen). Tevens wordt vermeld voor welk perceel of voor welke groep van percelen er
een risicoactiviteit gekend is of niet. Voor de vlotte administratieve verwerking van de
notarisvragen wordt gebruik gemaakt van een programma dat door de dienst ICT op maat
werd geschreven voor de verwerking van dergelijke vragen. Dit programma laat toe de
beantwoording vanuit de verschillende diensten gecentraliseerd via het netwerk te laten
verlopen. In 2013 zijn er op de dienst Leefmilieu 2.625 vragen behandeld van notarissen,
studiebureaus en andere.
Om het opzoekwerk in het kader van deze vragen te vergemakkelijken worden systematisch
(bij behandeling van nieuwe dossiers) de risico-activiteiten in de OVAM-module van CEMOS
ingegeven. Het rubriceren van de oude vergunningen, het bepalen van de risico-activiteiten
en het ingeven van de risico-activiteiten per locatie is een tijdrovend werk. Dit gebeurt niet op
perceelsniveau.
Daarnaast worden systematisch nog oude ontbrekende dossiers aangevuld in het CEMOSbestand. Ook hier worden de risico-activiteiten in de OVAM-module van CEMOS ingegeven.
Bij het inbrengen van deze dossiers stuiten we op verschillende problemen: het correct
lokaliseren van de vergunningsplichtige activiteiten, het rubriceren (gebrek aan gegevens)…
MJP Aalst 2014 - 44
Op basis van de door OVAM opgestuurde bodemattesten wordt er een
grondeninformatieregister van verontreinigde gronden bijgehouden. In 2013 werden 181
bodemattesten geregistreerd in een bestaand WORD-document en in CEMOS. Dit gebeurt
in navolging van artikel 5 van het Bodemdecreet waarin bepaald wordt dat door OVAM een
kopie van elk door hen afgeleverd bodemattest bezorgd wordt aan de gemeenten van de
plaats waar de verontreinigde grond gelegen is. Dit register is openbaar.
Op 24 mei 2012 werd een Samenwerkingsverband tussen de stad, ILvA/So-LvA en de
OVAM afgesloten en ondertekend.
De OVAM wenst een gebiedsgerichte aanpak voor het afvalstoffen- en materiaalbeleid,
bodembeheer en bodemsaneringen. In een aantal geselecteerde gemeenten (waaronder
Aalst) wil de OVAM uitgaan van een aanpak op maat. Alle voor het lokale bestuur relevante
thema's worden dan gebundeld in een samenwerkingsverband met de OVAM.
Een OVAM-samenwerkingsverband (verder OVAM-SV) is een partnerschap tussen lokale
overheden en de OVAM waarbij de betrokkenen zich engageren tot de realisatie van
projecten, binnen de gestelde timing en binnen de voorziene beschikbare budgetten.
Elke OVAM-SV moet minstens één afval/materialen- en één bodemgerelateerd project
omvatten.
Voor onze stad werd, wat het hoofdstuk bodem betreft, een oplijsting gemaakt van de al
lopende en geplande projecten met de OVAM. Het betreft de gemeentelijke inventaris van
risicogronden, het woonzoneproject, de ambtshalve sanering nv CNA , de ambtshalve
sanering nv Leerlooierij Schotte, de ambtshalve afvalverwijdering IDES en de sanering van
Droogkuis Crystal Cleaning. Op regelmatige basis vindt hiertoe een overleg plaats tussen de
stad – ILvA/SoLvA en de OVAM.
Gezien het belang van de gemeentelijke inventaris (GI) wenste de OVAM vanuit het OVAMSV hierop extra inzetten. Er werd in een aangepaste aanpak voorzien, waarin het
uiteindelijke doel was dat Aalst komt tot enerzijds een volledige gemeentelijke inventaris en
anderzijds tot een vlotte uitwisseling met de OVAM en het grondeninformatieregister. Hiertoe
is een eerste startvergadering met OVAM doorgaan op 5 februari 2013. Er werd nagegaan in
hoeverre efficiënt gebruik kon gemaakt worden van het nieuwe webloket GI van OVAM
(koppeling van de eigen toepassingen met het OVAM-webloket).
In een brief van 27 december 2013 werd naar OVAM reeds een antwoord geformuleerd
omtrent de uitwisseling van de gemeentelijke inventaris.
De stad Aalst heeft op 10 december 2013 alle reeds beschikbare gegevens van zowel
ARAB als VLAREM dossiers uitgewisseld via de XML uit de database van CEMOS. Volgens
de database van CEMOS beschikt de stad over 9.179 onderwerpen (locatie verbonden aan
bedrijf/persoon, onder een onderwerp kunnen dus verschillende dossiers hangen zowel
ARAB, grondwaterwinningen, lozingsvergunningen, VLAREM-vergunningen). Momenteel
heeft de stad van 4.553 onderwerpen (locatie/persoon) reeds bepaald of op de percelen
risico-activiteiten plaatshadden (ARAB, VLAREM, illegaal) en de vlarebo-activiteiten
bepaald. Op basis hiervan werden er 917 onderwerpen uitgewisseld met OVAM
(onderwerpen waaraan vlarebo-activiteiten zijn gekoppeld). Dit impliceert dat de stad nog
4.626 onderwerpen (locatie/persoon) moet onderzoeken. Hierbij kan opgemerkt worden dat
een vrij groot deel van deze onderwerpen geen vlarebo-activiteiten zullen behelzen o.a.
onderwerpen met enkel bodemattesten, zuivere meldingen van niet-risicoactiviteiten –
vermits deze momenteel nog niet behandeld werden. Tevens kan aangenomen worden dat
niet aan al deze onderwerpen VLAREM-dossiers zijn gekoppeld, waar dan nog moet
bepaald worden of ze al dan niet vlarebo-activiteiten omvatten.
De stad Aalst wil correcte informatie verschaffen over percelen op haar grondgebied en haar
Gemeentelijke Inventaris op de volgens haar de meest efficiënte en volledige manier
opbouwen, d.w.z. dat de stad niet alleen de VLAREM-dossiers bekijkt maar ook de
MJP Aalst 2014 - 45
beschikbare ARAB-vergunningen op eenzelfde locatie. Deze informatie is van cruciaal
belang bij onder meer overdrachten. Wij worden hier ook massaal over bevraagd. Planning
De stad zal zich blijven inzetten om te komen tot een zo volledig mogelijke Gemeentelijke
Inventaris. Gelet op de reeds geleverde inspanningen (nagenoeg dagelijks 2 personen die
dossiers doornemen) en investeringen voor de Gemeentelijke Inventaris zal de stad Aalst
vermoedelijk tegen 1 april 2014 niet alle vlarebo-rubrieken van de Vlarem-dossiers kunnen
uitwisselen, maar zal ze systematisch verder werken en de gegevens uitwisselen met
OVAM.
Alle bodemattesten worden ingebracht in het CEMOS-pakket.
Uiteindelijk zal door deze optimalisering van de databank het tijdsbestek nodig voor het
beantwoorden van vragen omtrent onroerende gronden ingekort worden.
• Financieel
Loon- en werkingskosten.
Voor de opmaak/intekenen van inventaris van risicogronden werd voor het werkjaar 2014
een bedrag van 60.000 EUR voorzien op het actieplan OBROWP5A2/0329-00/21400007.
1.1.4. Gemeentelijke adviesraad voor milieu en natuur
Actie 1.1.4.1. Oprichten en in stand houden van een gemeentelijke Milieuraad
Thema:
Trefwoord: participatie, Doelgroep: burgers, milieu- en
Instrumentarium
adviesraad,
natuurverenigingen, andere
Milieuraad, MINA-raad maatschappelijke sectoren
Initiatiefnemer: dienst Leefmilieu
Betrokken actoren:
contactpersoon: Inge Singelyn
dienst Leefmilieu, cbs, Milieuraad, milieu- en
(secretaris Milieuraad)
natuurverenigingen, andere adviesraden en
maatschappelijke sectoren
Relaties
1.1.5.; 1.2.2.
met
• Doelstelling
Uitbouw van een onafhankelijke adviesraad voor milieu, natuur en duurzaam beleid.
• Omschrijving - inhoud
De Milieuraad adviseert de stad hetzij op verzoek van de bevoegde schepen, van het
college van burgemeester en schepenen of van de gemeenteraad, hetzij op eigen initiatief,
in verband met het gemeentelijk en intergemeentelijk milieubeleid, het natuurbeleid en het
beleid inzake duurzame ontwikkeling, alle in de ruimste betekenis van het woord inclusief
sensibilisering rond deze thema’s.
Niettegenstaande de Milieuraad in eerste instantie een adviesorgaan is, kan het ook een
plaats zijn waar nagedacht en gedebatteerd wordt over de verschillende aspecten van het
gemeentelijk en intergemeentelijk milieubeleid, het natuurbeleid en het beleid inzake
duurzame ontwikkeling.
Ook andere taken (naast adviesverlening) kunnen aan de Milieuraad worden toevertrouwd
op niet dwingend verzoek of kan de Milieuraad op zich nemen.
De Milieuraad wordt in ieder geval om advies gevraagd over het ontwerp van het
gemeentelijk milieubeleidsplan bedoeld in het decreet van 5 april 1995 houdende algemene
bepalingen inzake milieubeleid, de rapportering in het kader van de
Samenwerkingsovereenkomst tussen de stad en de Vlaamse overheid, het budget en de
MJP Aalst 2014 - 46
budgetwijzigingen voor milieu en de gemeentelijke plannen die van belang zijn voor het
behoud en de ontwikkeling van de natuurlijke structuur en de algemene natuur- en
milieukwaliteit in de stad.
• Rapportering
Al vanaf 1978 heeft de stad een Adviesraad Leefmilieu. In 1989 was er een fusie tussen de
Adviesraad Leefmilieu en de Adviesraad Ruimtelijke Ordening. In 1992 werden de statuten
daarvan aangepast om te voldoen aan de vereisten van het toenmalig convenant qua
samenstelling. In 1995 bij de installatie van de nieuwe Milieuraad, werden de statuten
opnieuw aangepast om het overwicht van de verenigingen werkzaam op het vlak van milieu,
natuur en ruimtelijke ordening te verzekeren. In 2001 werd er noodgedwongen enerzijds een
GECORO en anderzijds een nieuwe Milieuraad geïnstalleerd. De Milieuraad adviseert vanaf
dan niet meer over ruimtelijke ordening, tenzij er een weerslag is op natuur en milieu. In de
statuten werd vanaf dan ook duurzaam beleid ingeschreven.
In 2008 werden de statuten aangepast aan de vereisten van de lopende
Samenwerkingsovereenkomst met de Vlaamse overheid (GR 26 februari 2008). De
Milieuraad werd ook opnieuw samengesteld (GR 26 februari 2008). In de loop van het jaar
werd het lidmaatschap van een aantal (toen al actieve) leden door de gemeenteraad
bekrachtigd (GR 21 oktober 2008).
De Milieuraad telt 25 leden. 17 leden zijn stemgerechtigd. In de praktijk wordt echter niet
gestemd. De adviezen worden bij consensus geformuleerd, zo gewenst met weergave van
minderheidsstandpunten. De vertegenwoordigers van de politieke fracties (6) en van de stad
(2) hebben geen stemrecht.
5 van de 17 stemgerechtigde leden zijn vrouwen. Wettelijk en volgens de
Samenwerkingsovereenkomst zou dat 1/3 moeten zijn. De stad heeft echter al het mogelijke
gedaan om meer vrouwen aan te trekken. Bij elke oproep tot kandidaten werd het streven
naar meer vrouwelijke kandidaten benadrukt. De verenigingen en adviesraden duiden hun
vertegenwoordiger echter in alle vrijheid aan. Het gaat daarbij ook om vrijwilligers. In het
kader van de SO werd de samenstelling van de Milieuraad bij de beoordeling voor 2008 en
2009 dan ook niet afgekeurd.
Wanneer we de hele Milieuraad in overweging nemen, zijn er 9 vrouwen op 25 leden.
9 leden vertegenwoordigen de natuur- en milieusector. Dat is ruim 1/3 van de
stemgerechtigde leden, zoals vereist. De andere sectoren met een eigen stedelijke
adviesraad (Middenstand – Tewerkstelling, Land- en tuinbouw, Jeugd, Cultuur – Vrije tijd)
sturen 1 vertegenwoordiger uit die adviesraad. Naar leden uit de onderwijssector werd een
oproep gedaan via de website van de stad, het infoblad Denderend Aalst, de lichtkranten,
een persbericht, … Uit de onderwijssector werden 2 leden opgenomen.
Het aantal niet-stemgerechtigde leden (8) bedraagt niet meer dan de helft van de
stemgerechtigde (17), zoals vereist.
De stad stimuleert de werking van de Milieuraad door voldoende financiële, logistieke en
educatieve ondersteuning. Het gaat ten minste om de terbeschikkingstelling van een lokaal,
een stadsambtenaar als secretaris en minimale werkingsmiddelen.
Jaarverslag zie bijlage IN 03
•
Planning
De werking van de Milieuraad wordt verder gezet.
Bij een volgende aanpassing van de statuten zal rekening gehouden worden met de
opmerkingen van de SO-beoordelaars. De adviesvraag over het budget, die in de praktijk
wel al gebeurt, zal in de statuten worden vermeld. Wat de termijn waarbinnen verslag wordt
uitgebracht over het gevolg van gegeven adviezen betreft, wordt “in principe binnen 3
maand” vervangen door “binnen 3 maand”.
MJP Aalst 2014 - 47
Bij een wijziging van de samenstelling wordt gestreefd naar het 1/3 quotum vrouwelijke
leden.
In de loop van 2014 wordt de Milieuraad vernieuwd. In de statuten is voorzien dat de
bestaande Milieuraad in werking blijft, zolang die vernieuwing niet gebeurd is.
•
Financieel
Loon- en werkingskosten.
MJP Aalst 2014 - 48
Samenstelling van de Milieuraad in 2013
Afgevaardigd namens
Stemrecht
V/M
Sector
Adres
Baïta Dolores
NME Centrum De Waterkant
X
V
N
Bauters André
Wildbeheereenheid Land van Aalst
X
M
VELT
X
M
Adviesraad voor de Middenstand
X
M
Natuurpunt Beheer
X
M
CD&V – NVA
O
M
De Troch Robin
Jeugdraad
X
M
De Troyer-Geenens Thérèse
Open VLD
O
V
Blauw
O
V
JNM
X
V
N
RALDES
X
M
N
Murzim
X
M
N
Adviesraad voor Land- en Tuinbouw
X
M
Groen!
O
M
Sector onderwijs
X
V
De Gheeststraat 16
9300 Aalst
Ten Bos 33
9320 Erembodegem-Aalst
Vereeckenstraat 80
9308 Gijzegem-Aalst
Tolstraat 26A
9320 Nieuwerkerken-Aalst
C. Haeltermanstraat 18
9300 Aalst
Perenboomstraat 30
9320 Erembodegem-Aalst
Lambrechtstaat 8
9300 Aalst
Moorselbaan 151
9300 Aalst
Roland Monteynestraat 5
9308 Gijzegem - Aalst
Bambochtweg 19
9340 Lede
Binnenstraat 324
9300 Aalst
Ninovesteenweg 87
9320 Erembodegem-Aalst
Klausstraat 1
9310 Herdersem –Aalst
Dr A. Goffaertstraat 4/5
9300 Aalst
Laarstraat 21
9320 Nieuwerkerken-Aalst
Naam
Bequé Frans
Daelman Maurits
De Baere Rik
De Sadeleer Johan
De Winne Elga
D’Hondt Ann-Sofie
Gossye Hans
Kindermans Guy
Lambrecht Antoine
Matthieu Jan
Meuleman Karolien
MJP Aalst 2014 - 49
N
N
Ovaere Antoon
Natuurpunt Educatief
X
M
N
Roggeman Walter
Natuurpunt
X
M
N
Schockaert Lena
Sector onderwijs
X
V
Schollaert Eddy
Vlaams Belang
O
M
O
V
Stylemans Johan
secretaris
dienst Leefmilieu
schepen voor Leefmilieu
O
M
Tavernier Daphné
GECORO
X
V
WBPO
X
M
SPA – Spirit
O
V
Aalsterse Cultuurraad
deelraad Vrije Tijd
X
M
Singelyn Inge
Tolleneer Peter
Van Eeckhaut Livia
Vindevoghel Joannes
MJP Aalst 2014 - 50
N
Parklaan 5
9300 Aalst
Gentsesteenweg 161
9300 Aalst
Achtermaal 21
9320 Nieuwerkerken-Aalst
Fonteinbos 4
9320 Erembodegem-Aalst
Grote Markt 3
9300 Aalst
Grote Markt 3
9300 Aalst
Koolstraat 73B bus 7
9300 Aalst
Geraardsbergsesteenweg 188/3
9320 Erembodegem-Aalst
Esplanadestraat 6
9300 Aalst
Stropersweg 3
9420 Burst
1.1.5. Gemeentelijk milieubeleid
Zie 1.2.2. Milieubeleidsplan
1.2. Onderscheidingsniveau
1.2.1. Duurzaamheidsambtenaren
Actie 1.2.1.1. Aanstellen van duurzaamheidsambtenaren
Thema:
Trefwoord: personeel,
Doelgroep: eigen diensten
Instrumentarium
duurzaamheidsambtenaar
Initiatiefnemer: dienst Leefmilieu
Betrokken actoren:
contactpersonen: Inge Singelyn, Anne-Marie De Bruycker GR, CBS, managementsteam,
dienst Personeel en organisatie
Relaties
1.1.1., de uitvoering van alle thema’s
met
• Doelstelling
Om de uitwerking van het duurzaam beleid vorm te geven, moeten duurzaamheidsambtenaren aangeworven of aangeduid worden. Deze moeten de communicatie over het
duurzaam beleid verzorgen en het duurzaam beleid binnen alle stadsdiensten uitwerken en
stimuleren.
• Omschrijving – inhoud
Het aanwerven of aanduiden van voldoende en deskundige ambtenaren om de uitwerking
van het duurzaam milieubeleid op gemeentelijk vlak mogelijk te maken.
Dit is (samen met het behalen van 35 punten) een vereiste voor de uitbetaling van de
subsidies op het onderscheidingsniveau van de SO.
• Rapportering
Volgens de Samenwerkingsovereenkomst dient onze stad over 2
duurzaamheidsambtenaren te beschikken: 1 van niveau A en 1 van minstens niveau B. Deze
ambtenaren mogen ook niet buiten de Samenwerkingsovereenkomst gesubsidieerd zijn (wat
een GESCO uitsluit).
Op 29 april 2008 keurde de gemeenteraad een kaderwijziging dienaangaande goed. Er
kwam daardoor een aanwerving van een duurzaamheidsambtenaar niveau A statutair
(Anne-Marie De Bruycker op 1 april 2009) en een bevordering naar een bestuurssecretarisduurzaamheidsambtenaar niveau A statutair (Inge Singelyn op 23 maart 2009). De
bestaande situatie van 2 actief werkende duurzaamheidsambtenaren met resultaten in de
praktijk (cf. behaalde punten voor het onderscheidingsniveau van de SO), maar weliswaar 1
niet op het juiste niveau (C4 i.p.v. A) en 1 in GESCO-statuut werd daardoor geregulariseerd.
• Planning
De stad zal ten allen tijde blijven beschikken over 2 duurzaamheidsambtenaren.
• Financieel
Loon- en werkingskosten.
In het kader van de SO wordt op het onderscheidingsniveau 2 X 30.000,- EUR loonsubsidie
voor de 2 duurzaamheidsambtenaren voorzien.
MJP Aalst 2014 - 51
1.2.2. Milieubeleidsplan
Actie 1.2.2.1. Opmaak van een gemeentelijk milieubeleidsplan
Thema:
Trefwoord:
Doelgroep:
Instrumentarium
beleidsplanning,
alle stadsdiensten
MBP
Initiatiefnemer:
Betrokken actoren: het bestuur, werkgroep
dienst Leefmilieu: Inge Singelyn
planning duurzaam beleid, Milieuraad, alle
stadsdiensten
Relaties met
alle thema’s
• Doelstelling - Omschrijving - inhoud
In een milieubeleidsplan staat een duidelijke planning van het duurzaam beleid met een
lange termijnvisie (5 jaar). Een actieplan bij dit MBP maakt een planmatige en
gecoördineerde uitwerking van acties mogelijk, met een goede inschatting van de financiële
impact. Door andere diensten en doelgroepen of andere organisaties te betrekken bij de
opmaak van het plan kan een integratie van het milieubeleid bekomen worden. Het
milieubeleidsplan wordt in Aalst in principe in eigen beheer opgemaakt.
Na de opmaak van een ontwerp wordt het plan besproken op het college van burgemeester
en schepenen en de gemeenteraad en wordt het via een openbaar onderzoek aan de
bevolking voorgelegd. Uiteindelijk wordt het vastgelegd door de gemeenteraad.
• Rapportering
Het MBP Aalst 2005-2009 werd op 29 november 2005 door de gemeenteraad goedgekeurd.
Het MBP liep tot en met 2009. Over de stand van zaken werd jaarlijks gerapporteerd in
MJP’s.
De opmaak van een gemeentelijk milieubeleidsplan is inmiddels niet meer verplicht. Het is
wel een mogelijke actie in het kader van het onderscheidingsniveau van de
Samenwerkingsovereenkomst met de Vlaamse overheid.
• Planning
Gelet op recente wetgeving (beleids- en beheerscyclus - BBC) wordt er gestreefd naar een
gecoördineerd beleidsdocument waarin alle sectoren aan bod komen. Er wordt afgestapt van
aparte beleidsplannen per sector.
• Financieel
De opmaak gebeurt zo nodig in eigen beheer. De kostprijs is dan beperkt tot loon- en
werkingskosten.
1.2.3. Milieubarometer en duurzaamheidstoets
Een milieubarometer is:
A. een leer- en communicatie-instrument bestemd voor alle bij het duurzaam lokaal
milieubeleid betrokken actoren;
B. dat jaarlijks via milieu-indicatoren relevante evoluties toont van actoren en factoren die
deel uitmaken van het gemeentelijk of stedelijke gebied;
C. met als doel het duurzaam milieubeleid van de stad beter te onderbouwen door het geven
van input voor planning en beleidsprogramma’s;
D. De milieubarometer wordt beheerd door het college van burgemeester en schepenen en
de gemeentelijke diensten.
De dienst Leefmilieu zoekt naar gepaste milieu-indicatoren voor een Aalsterse
milieubarometer. Wat opgesteld werd door de Vlaamse overheidsdiensten en door de
MJP Aalst 2014 - 52
gemeenten die de Samenwerkingsovereenkomst aangingen diende als model, aangepast
aan de Aalsterse situatie. Het MBP en de MJP’s omvatten al een aantal milieu-indicatoren.
Een duurzaamheidstoets is een uitgebreide checklist met criteria die het effect op duurzame
ontwikkeling kunnen begroten. De plannen, projecten en acties van alle stadsdiensten
kunnen dan op hun duurzaamheid getoetst worden. Om tot zo’n checklist te komen moet
voor de gemeente een toekomstbeeld geconcretiseerd worden met een zo ruim mogelijke
participatie van alle betrokkenen, rekening houdend met de sociale en economische
randvoorwaarden en de ecologische bekommernissen.
Van die checklist wordt werk gemaakt op ietwat langere termijn. Ondertussen blijft de dienst
Leefmilieu uiteraard waken op de impact van projecten van de stad op milieu en natuur.
1.2.4. MMIS
Zie 1.1.3.
1.2.5. Gemeentelijke adviesraad voor milieu en natuur
Een open Milieuraad behoort tot de mogelijkheden (de statuten werden daartoe aangepast),
maar is nog niet meteen gepland.
1.2.6. Handhaving
In de Samenwerkingsovereenkomst is er een facultatief onderdeel voorzien voor het
opvolgen en controleren van vergunde sloopwerken met betrekking tot het selectief slopen
overeenkomstig het Uitvoeringsplan Milieuverantwoord materiaalgebruik en afvalbeheer in
de bouw. Dit onderdeel van de Samenwerkingsovereenkomst wordt niet onderschreven.
1.3. Projecten
1.3.1. MiNa-werkers
Project 1.3.1.
Thema:
Instrumentarium
MiNa-werkers
Initiatiefnemer:
dienst Economie en landbouw: Tom Van
Neyghem
Relaties met
Trefwoord: MiNaDoelgroep:
werker, sociale
tewerkstelling, MVO
Betrokken actoren: het bestuur, dienst
Onderhoud openbaar domein team Groen,
dienst Economie en landbouw, dienst
Leefmilieu
10.
• Doelstelling
Bepaalde werkzaamheden met betrekking tot natuur en groen een sociale meerwaarde
geven door laaggeschoolde, langdurig werkloze krachten in te schakelen.
MJP Aalst 2014 - 53
• Omschrijving - inhoud
De gemeente kon tijdens de duur van de Samenwerkingsovereenkomst bepaalde
milieudoelstellingen van de thema’s Afval en/of Water en/of Natuur en/of Energie mee
realiseren door het inzetten van Milieu- en Natuurwerkers (MiNa-werkers).
• Rapportering
De uit te voeren werken omvatten kruidverdelging door borstelen en branden van
verhardingen in woonwijken, verkeersvrije straten, bruggen over spoorwegen en de E40 en
verschillende pleinen. Deze werken worden uitgevoerd door de sociale werkplaats vzw
Opset. Deze doelgroepwerknemers werkten onder leiding van de hoofdbrigadier van de
dienst Onderhoud openbaar domein - team Groen.
Op 14 januari 2013 heeft het cbs beslist om vanaf 1 februari 2013 tot 31 januari 2015 diverse
taken in het groenonderhoud in het kader van ecologisch groenbeheer door sociale
werkplaatsen te laten uitvoeren.
• Planning
Voor 2014 wordt het groenonderhoud toegewezen aan 3 sociale werkplaatsen: Opset vzw
(groenonderhoud woonwijken), De Loods vzw (groenonderhoud woonwijken) en
Pajottenland vzw (onderhoud boomspiegels). Het groenonderhoud omvat kruidbeheer met
borstelen en branden, scheren van hagen en kruid trekken in boomspiegels. Een deel van de
personeelskost wordt gedragen door de Vlaamse overheid in het kader van de
Samenwerkingsovereenkomst inzake duurzaam milieubeleid.
• Financieel
Loon- en werkingskosten
Actieplan L212K04A1 0920-05/61200050
MJP Aalst 2014 - 54
2. AFVAL
Elk jaar stuurt de OVAM de gemeenten een enquête om te peilen naar de kwalitatieve en
kwantitatieve aspecten van de gemeentelijke afvalstoffenproblematiek.
Die OVAM-enquête verloopt volledig digitaal en omvat zowel de afvalstoffengegevens o.a.
de ingezamelde hoeveelheden huishoudelijk afval als de informatie over acties en
maatregelen met betrekking tot afvalpreventie, hergebruik, selectieve inzameling, restafval
en illegaal ontwijkgedrag.
Voortaan gebeurt de beoordeling voor de Samenwerkingsovereenkomst thema Afval door
OVAM enkel nog op basis van die enquête.
3. MILIEUVERANTWOORD PRODUCTGEBRUIK
De stad implementeert milieuverantwoord productgebruik binnen de werking van de eigen
diensten en stimuleert het bij de burgers.
De volgende producten en werkwijzen kunnen onder de loep genomen worden:
kantoormaterialen: (gerecycleerd) papier en opbergmateriaal, digitale archivering,
hervulbare toners, fotokopieerapparaten, computers, printers, schrijfgerief,
correctiemiddelen, incl. hun verpakkingen…;
cateringprodukten: biologische producten, Fair Trade producten, voeding, dranken,
kookgerief, bestek en servies, statiegeldflessen, drinkwaterfonteinen, incl. hun
verpakkingen… ;
schoonmaakmiddelen: biologisch afbreekbare reinigers, milieuvriendelijke
schoonmaakmethoden, incl. hun verpakkingen; sanitair hygiënisch papier: alle toiletpapier,
keukenpapier en tissues…
werkkledij voor de stadsdiensten: t-shirts, sweaters, jassen, schorten, veiligheidskledij…
materialen voor tuin- en groenaanleg, -onderhoud en meubilair: de reductie van het
gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen, mechanische en thermische onkruidbestrijding,
compost, mulching, turfvrij tuinonderhoud, kringlooptuin, afvalarme tuin, tuinmeubilair uit
duurzaam geëxploiteerd hout of uit gerecycleerde kunststoffen, houtverduurzamingsmiddelen…;
bouw- en onderhoudsmaterialen: gebruik van secundaire grondstoffen, duurzaam
geëxploiteerd hout, houtverduurzamingsmiddelen, gecoate koperen en zinken dakgoten,
verven, vernissen, breekpuin met COPRO-keuring, bestrijdingsmiddelen, hernieuwbare
bouwmaterialen, rioolbuizen in PPC in de plaats van in PVC…
MJP Aalst 2014 - 55
3.1. Basis
3.1.1. Milieuverantwoord productgebruik binnen de eigen diensten
Actie 3.1.1.1. Stimuleren van het gebruik van FSC- of PEFC-gelabeld hout binnen de
stadsdiensten en bij werken in opdracht van de stad
Thema:
MBP
Trefwoord:
interne Doelgroep: eigen diensten,
milieuverantwoord
2.2.
milieuzorg, FSC, PEFC, aannemers
productgebruik
bosbeheer
Initiatiefnemer: dienst
Betrokken actoren:
Leefmilieu
Stadsarchitect: Hilde Eylenbosch
contactpersoon: AnneMagazijn: Marc Van Der Schueren
Marie De Bruycker
Juridische zaken en bestuursondersteuning team Contracten:
Anne De Groot
Relaties
1.2.4.; 10.
met
FSC staat voor Forest Stewardship Council, de raad voor duurzaam bosbeheer. Dit is een
orgaan waarin de milieuverenigingen, de houtsector en de sociale sector vertegenwoordigd
zijn. Het label garandeert een herkomst uit bossen die beheerd werden volgens een 10-tal
criteria die rekening houden met milieu-aspecten, sociaal klimaat, werkomstandigheden en
economische noden. Sinds 9 februari 2011 wordt ook het PEFC-label geacht te voldoen aan
de criteria van duurzaam bosbeheer. PEFC is het Programme for the Endorsement of Forest
Certification schemes, letterlijk vertaald is dat het programma voor de goedkeuring van
nationale certificatiesystemen.
• Doel
Het gebruik van hout afkomstig uit duurzaam beheerde bossen inburgeren en veralgemenen
bij werken door of in opdracht van de stadsdiensten.
• Omschrijving – inhoud
De stedelijke werkhuizen van de stad omvatten o. a. een schrijnwerkerij. Regelmatig wordt
een grote partij hout besteld. Het is de bedoeling dat dit hout FSC- of PEFC-gelabeld is.
Dit geldt ook voor de werken, in opdracht van de stad uitgevoerd door derden
(verbouwingen, nieuwbouw, herstellingen,…).
• Rapportering
In 1998 werd een eerste stap gezet naar het gebruik van FSC-hout. Het FSC-label werd als
voorwaarde opgenomen in de bestekken voor aankoop van hout en in de opdrachten voor
derden. Omdat zich problemen stelden met de beschikbaarheid van dergelijk hout, werd de
voorwaarde vanaf 2000 als vrije variant opgenomen in de bestekken.
In 2002 werd door de dienst Leefmilieu een praktijkgericht overleg georganiseerd tussen
stadsdiensten en een vertegenwoordiging van de houtsector, met de bedoeling de
verwachtingen van de opdrachtgever enerzijds en de mogelijkheden en het aanbod van de
leverancier anderzijds beter op elkaar af te stemmen. Zo’n afstemming kan immers alleen
bereikt worden indien beide partijen voldoende geïnformeerd zijn. Dit overleg heeft voor het
FSC-verhaal een beter draagvlak gecreëerd.
Vragen van geïnteresseerden worden steeds uitgebreid en met documentatie beantwoord.
Via de provincie Oost-Vlaanderen beschikt de dienst Leefmilieu over een reeks
communicatiematerialen rond FSC-hout: een set van 5 posters , folders (met de handelaars
en ketens uit onze provincie) en een staaltjesdoos met een selectie van 17 houtsoorten en 3
plaatmaterialen met FSC-label.
MJP Aalst 2014 - 56
Op 22 december 2008 werd door het college van burgemeester en schepenen beslist om
vanaf dan in alle bestekken voor de aankoop van hout en houtproducten het
standaardbestekvoorschrift, zoals voorgeschreven in het kader van de
samenwerkingsovereenkomst 2008-2013, op te nemen. Dat voorschrift luidt als volgt:
“Alle hout en producten van hout moeten afkomstig zijn uit bossen die beheerd worden
volgens de criteria voor duurzaam bosbeheer, tenzij de aanbieder kan aantonen dat de
technische bepalingen van het bestek het leveren van dergelijk hout of dergelijke
producten van hout op dit moment uitsluiten. In dit laatste geval dient de aanbieder naast
dat bewijs op zijn minst aan te tonen dat het hout van legale oorsprong is.”
Sinds eind 2008 wordt het gebruik van FSC-hout bij werken in opdracht van de stad
veralgemeend.
In 2013 werd dit beleid verder gezet.
In de bestekken voor binnen- en buitenschrijnwerk, dakconstructies e.d. wordt steeds het
gebruik van FSC-gelabeld hout opgenomen.
In alle bestekken voor nieuwbouw, renovatie of restauratie wordt vermeld dat het gebruikte
hout afkomstig moet zijn van FSC-gelabelde leveranciers of gelijkwaardig (bestek
nieuwbouw Dendergalm+bestek nieuwbouw Academie voor beeldende kunsten)
Bij de keuze van houten speeltoestellen wordt systematisch FSC-hout gevraagd (in 2012:
bestek voor 3 jaar voor de aankoop van speeltoestellen “Bestek I-speel1/12-15”).
Bestekken in bijlage MVP 01, 02, 03, 05 en 05 bis..
Facturen van leveringen speeltoestellen 2013: zie bijlage MVP 04.
• Planning
De beslissing van het cbs omtrent de opname van het standaardbestekvoorschrift in de
bestekken is bepalend voor het FSC-gebeuren in de stad Aalst. Dit beleid wordt voortgezet.
De inspanningen om door regelmatig overleg en door informatiedoorstroming het begrip FSC
verder in te burgeren, zowel naar andere stadsdiensten toe als naar de bevolking, worden
verdergezet.
• Financieel
Loon- en werkingskosten
Actieplan L203K06A1, 0119-04/61100005
MJP Aalst 2014 - 57
3.1.2. Passieve sensibilisatie over milieuverantwoord productgebruik
Actie 3.1.2.1. Passieve sensibilisatie over milieuverantwoord productgebruik
Thema:
MBP
Trefwoord:
Doelgroep: bevolking
milieuverantwoord
2.2.
milieuverantwoord,
algemeen, specifieke
productgebruik
duurzaam
doelgroepen
Initiatiefnemer: dienst Leefmilieu
Betrokken actoren:
contactpersonen: Anne-Marie De
Dienst Leefmilieu, Dienst Stadsmarketing en
Bruycker; Jens De Bruycker, Inge
communicatie, Dienst Juridische zaken en
Singelyn; Dienst Juridische zaken en
bestuursondersteuning team Strategische
bestuursondersteuning team
planning en Europese en internationale
Strategische planning en Europese en
samenwerking, RIS, Trekkersgroep Aalst - Fair
internationale samenwerking: Katrien
Trade Gemeente, …
Wauters, Ingrid Van Geit
Relaties
3., 10.
met
• Doel en Omschrijving/inhoud
Passieve sensibilisatie over milieuverantwoord productgebruik
• Rapportering
Zie bijlage ALG 01.
Over alle in dit hoofdstuk vermelde items wordt geregeld gecommuniceerd via de traditionele
stadskanalen: de website, het stedelijk infoblad Denderend Aalst (via de stadsberichten en/of
artikels), …
Via de compostmeesterwerking wordt heel intensief gesensibiliseerd (zowel actief als
passief) zowel voor het maken van compost als voor het gebruik ervan, evenals voor het
kringlooptuinieren in de ruime zin van het woord (geen chemische bestrijdings- en
bemestingsmiddelen, waterbesparing, energiebesparing, afvalpreventie, duurzame
materialen, …). Zie jaarverslag bijlage MVP 07.
Via de trekkersgroep Aalst – Fair Trade gemeente wordt heel intensief gesensibiliseerd
(zowel actief als passief). Zie 3.2.1.4.
• Planning
Verder zetten bestaand beleid.
• Financieel
Loon- en werkingskosten
MJP Aalst 2014 - 58
3.2. Onderscheidingsniveau
In totaal werden binnen dit thema telkens 6 punten behaald voor 2012 en zijn er 6 gepland
voor 2013.
3.2.1. Gebruik van milieuverantwoorde producten binnen de eigen
gemeentelijke diensten
Onder deze noemer wordt het maximum van 4 punten gepland voor 2013.
Actie 3.2.1.1. Het gebruik van compost met VLACO-label
Thema:
MBP
Trefwoord: compost,
Doelgroep: eigen diensten
milieuverantwoord
2.2.
VLACO, groen
productgebruik
1 punt behaald voor
2012 en gepland
voor 2013
Initiatiefnemer: dienst Onderhoud
Betrokken actoren:
openbaar domein team Groen:
Dienst Onderhoud openbaar domein - team
contactpersoon: Bart Backaert
Groen
Relaties
2.1.1.1.
met
• Doel
Voor de werken door of in opdracht van de stad maximaal gebruik maken van compost met
VLACO-label
• Omschrijving – inhoud/rapportering
De dienst Onderhoud openbaar domein team Groen maakt voor de bodemverbetering van
parken en plantsoenen al geruime tijd gebruik van compost met VLACO-label, vooral bij
(ver)nieuw(d)e aanleg. De compost wordt dan licht ingewerkt.
Een artikel over het gebruik van compost in een aantal perken staat op de website
• Planning
Verder zetten bestaand beleid.
• Financieel
Loon- en werkingskosten
MJP Aalst 2014 - 59
Actie 3.2.1.2. Het gebruik van gekeurd breekpuin
Thema:
MBP
Trefwoord: interne
Doelgroep: eigen diensten,
milieuverantwoord
2.2.
milieuzorg, secundaire
externe aannemers
productgebruik:
grondstoffen, Copro, puin
1 punt behaald voor
2012 en gepland
voor 2013
Initiatiefnemer: dienst Leefmilieu
Betrokken actoren:
contactpersoon: Anne-Marie De Bruycker Dienst Juridische zaken en
bestuursondersteuning – team Contracten: Anne
De Groot; Dienst Mobiliteit en openbare werken :
Eddy Thijs; externe aannemers
Relaties
8.
met
• Doel
Voor de werken door of in opdracht van de stad maximaal gebruik maken van secundaire
grondstoffen.
• Omschrijving – inhoud/rapportering
De bepaling rond het gebruik en/of de nuttige toepassing van secundaire grondstoffen was al
langer opgenomen in de typebestekken van de stad.
Wanneer er steenslagfunderingen in de wegenwerken zitten, wordt daarvoor puin gebruikt.
Dat is steeds Copro of Benor gekeurd.
Dat was in 2013 het geval op volgende werven:
Herinrichten van de N9 Gentsesteenweg tussen Siesegemlaan (R41) en de grens met Erpe-Mere.
Aanleg van speelterrein 'Het Gebaar" te Moorsel
Uitvoeren van wegen- en rioleringswerken in de Kleistraat te Erembodegem
Uitvoeren van wegen- en rioleringswerken in de Hekelgemstraat te Erembodegem
Aanleggen fietspaden, voetpaden, riolering en structureel onderhoud aan de N9 (Brusselsesteenweg Brusselbaan) tussen de Albrechtlaan te Aalst en de Hogeweg te Erembodegem
Omgevingswerken Pastorijtuin te Moorsel
Sportcentrum Zandberg te Aalst . Aanleg van parking
Uitvoeren van wegen- en rioleringswerken in de Popperodedries te Aalst
Aanleg Finse piste in het zwembadpark, Albrechtlaan te Aalst
Uitvoeren van wegen- en rioleringswerken in de Achterstraat te Meldert
Uitvoeren van wegen- en rioleringswerken in de Kriekstraat te Nieuwerkerken-Aalst
Uitvoeren van weg- en rioleringswerken in de Korte Nieuwstraat/Boterstraat en de Hopmarkt te Aalst
Begraafplaats Moorsel. Aanleg ondergrond op afscheidsruimte
Aansluiting Tinnenhoek-Terhagen te Moorsel
Uitvoeren van riolerings- en wegenwerken op het Statieplein (fase 2), Stationsstraat, Majoor Charles
Claserstraat en Cumontstraat te Aalst
Uitvoeren van riolerings- en wegenwerken in de Bergstraat en Sint-Rochusstraat te Nieuwerkerken-Aalst
Aanleggen van speelplein park Kortenbosdries te Moorsel
Uitvoeren van riolerings- en wegenwerken op het Kanunnik Colinetplein, Geraardsbergsestraat (deel),
Kalfstraat, Korte Zoutstraat (deel) en Sint-Jobstraat (deel) te Aalst
Uitvoeren van wegen- en rioleringswerken in de Peperstraat te Aalst
Uitvoeren van wegenis- en rioleringswerken in de Kerkhoflaan te Aalst
Uitvoeren van riolerings- en wegenwerken in de Sint-Jobstraat te Aalst (deel tussen Capucienenlaan te
Aalst en Kwalestraat te Nieuwerkerken)
Wegwerken van gevaarlijke kruispunten in Vlaanderen. Deelproject Vlaams Gewest 4140 Aalst. N45.
Aanpassen kruispunt Geraardsbergsesteenweg/Churchillsteenweg te Erembodegem. Stadsaandeel
Vernieuwen duiker Molenbeek onder de Koebrugstraat te Moorsel
Heraanleg van de Disgenaatdreef te Herdersem
Uitvoeren van riolerings- en wegenwerken in de Kloosterstraat te Moorsel
Uitvoeren van riolerings- en wegenwerken in de Restert (gedeelte) te Nieuwerkerken
Saneren van de kleine lozingspunten op de rechteroever.
Aansluiting groene clusters Aalst linkeroever op het RWZI.
Uitvoeren van rioleringswerken, aansluitend wegenwerken in de André Sierensstraat en Statieplein (fase
1) te Aalst
MJP Aalst 2014 - 60
Uitvoeren van riolerings- en wegenwerken in Meldert-Dorp, Eeckhoutstraat, Kempinnestraat en
Stevensveldstraat te Meldert
Uitvoeren van riolerings- en wegenwerken in de Pontweg te Herdersem (deel tussen Klausstraat en
Broekstraat)
Verbeteringswerken aan toeristische fietswegen in functie van fietsknooppuntennetwerk
Tevens gebruik op diverse onderhoudswerken (kleinere onderhoudswerken, herstellingen
aan bitumineuze wegen, betonherstellingen) en kleine rioleringswerken (nieuwe
aansluitingen, herstel beschadigde rioleringen, …)
• Planning
Verder zetten bestaand beleid.
• Financieel
Loon- en werkingskosten
Actie 3.2.1.3. Opnemen van milieucriteria bij de aankoop van o.a. kantoormaterialen
Cluster: vaste
MBP
Trefwoorden: interne
Doelgroep: eigen diensten en
stoffen
2.2.
milieuzorg, IMZ,
leveranciers
geen punt behaald
kantoormaterialen,
voor 2012 en 1
papier, drukwerk
gepland voor 2013
Initiatiefnemer: dienst Leefmilieu
Betrokken actoren:
contactpersoon: Inge Singelyn
Dienst Financiën (begroting - gewone dienst via
aankoopbons), Juridische zaken en
bestuursondersteuning team Contracten –
gewone en buitengewone dienst via bestek),
stuurgroep duurzaam besturen, werkgroep
duurzame aankopen, leidende ambtenaren bij
bestekken, leveranciers en opdrachthouders
Relaties
1.2.4., 2.1.1.1., 6.2.7.1., 10.
met
• Doelstelling
Via een doordacht aankoopbeleid op basis van degelijke en objectieve milieucriteria de
impact van de stedelijke diensten op het milieu beperken. Via het uitspelen van de goede
voorbeeldfunctie kunnen we ook de inwoners over de problematiek sensibiliseren.
(Waar mogelijk worden ook sociale clausules en criteria opgenomen.)
• Omschrijving - inhoud
Actualiseren en hernemen van eerder genomen maatregelen.
Zoeken naar en aanwenden van milieucriteria (en sociale clausules en criteria) bij de
aankoop van kantoormaterialen en voor drukwerk.
• Rapportering
Op 16 februari 2009 ging het cbs akkoord met een aantal richtlijnen voor leveringen,
diensten en werken via een offerte-aanvraag of aanbesteding. De diverse “leidende
ambtenaren” die een gunning voorbereiden moeten bij de opmaak van het bestek specifieke
vereisten op vlak van milieu, duurzaamheid, sociale criteria, energiebesparende
voorschriften, … afwegen. Daarvoor moet contact opgenomen worden met de
duurzaamheidsambtenaren, de coördinator sociale economie, de energiecoördinator, …
Hierover werden via de diverse stafvergaderingen informatierondes voorzien. Daarbij werden
ook de mogelijkheden op milieuvlak en op sociaal vlak toegelicht.
MJP Aalst 2014 - 61
De duurzaamheidsambtenaren lichtten nu geregeld bestekken door, zoals ze zich
aanbieden. Hiervoor werden afspraken gemaakt met de dienst Juridische zaken en
bestuursondersteuning team Contracten die de procedures administratief en juridisch
opvolgt. Indien er prioriteiten in de te behandelen bestekken moeten worden gelegd, wordt in
de eerste plaats gekozen voor de bestekken met de grootste milieu-impact of de hoogste
sensibiliseringswaarde.
Het bestek van 2012-2013 voor de centrale aankoop voor 1 jaar van wit (o.a. 8.000.000
vellen A4 papier) en gekleurd papier en karton, kleurkopiepapier en gekleurd papier
zowel voor de stad als het OCMW werd opnieuw door de duurzaamheidsambtenaar
doorgenomen en waar nodig aangepast. Volgens het bestek moest het papier minstens
voor 100% postconsumer gerecycleerd zijn en TCF/PCF gebleekt. Voor duurzaamheid
daarbovenop werden nog aparte extra punten toegekend (20/100), na een beoordeling van
de duurzaamheidsambtenaar.
N.a.v. dit bestek werd gekozen voor:
- de papiersoort “Canon Océ Recycled Premium” (= TOP-niveau cf. Milieukoopwijzer).
Dit papier heeft het Blauwe Engel label, de Nordic Swan en het Europees Milieukeur.
- het karton “Canon Océ Red Label” en “Top Colour” (=BASIS+ cf. Milieukoopwijzer).
- kleurkopiepapier “Image Digicolor” (FSC, Milieukeur)
- gekleurd papier “Trophée Couleurs” (ECF gebleekt, FSC).
Op de brieven van de stad wordt opgedrukt dat ze op kringlooppapier geprint zijn.
Eind 2013 werd gewerkt aan een nieuw bestek voor de centrale aankoop van wit en gekleurd
papier en karton, zowel voor de stad als voor de lokale politie. Het betreft o.a. de aankoop
van 41.000 pakken wit papier A4. De opdracht zal in 2014 gegund worden, voor een periode
van 3 jaar.
Ook het bestek voor het drukken en bedelen van het stedelijk infoblad Denderend Aalst (2wekelijks 42.500 exemplaren) werd door een duurzaamheidsambtenaar doorgelicht. Deze
opdracht wordt telkens voor 1 jaar gegund. Het papier moet verplicht 100% postconsumer
gerecycleerd zijn en ongebleekt of TCF/PCF gebleekt. Voor extra milieuvriendelijkheid
kunnen conform het bestek aparte extra punten toegekend worden. Het papier heeft extra
bijvoorbeeld het Blauwe Engel label. Drukkerij Roularta aan wie de opdracht in 2013
toegewezen is, kan op vlak van duurzaamheid ook een aantal extra’s voorleggen.
De printers van de stadsdiensten werken alle met hervulbare toners. De lege cassettes
worden ingezameld via de dienst ICT en teruggenomen door de leverancier. Alle nieuwe
printers kunnen recto-verso printen. Er werd ook overgeschakeld naar groepsprinters.
Individuele printers komen vrijwel niet meer voor. In de toekomst wordt meer en meer
overgegaan op geïntegreerde kopiemachines-printers-scanners.
Voor elektrische en elektronische apparaten geldt een zo laag mogelijk energieverbruik als
criterium. Zie thema 6 Energie.
Voor de verduurzaming van de aankoop van kleiner materiaal zoals mapjes, schrijfgerief,
correctiemiddelen, e.d. via het economaat van de dienst Financiën werden de eerste
stappen gezet. Er is overleg tussen de dienst Leefmilieu en de verantwoordelijke voor het
economaat. Voor het nieuwe bestek zal er ook aandacht aan het milieu-aspect geschonken
worden.
• Planning
De bestekken zullen waar aangewezen worden aangepast.
• Financieel
Loon- en werkingskosten
MJP Aalst 2014 - 62
Actie 3.2.1.4. Gebruik van milieuvriendelijke cateringproducten binnen de
stadsdiensten en op stadsevenementen
Thema:
MBP
Trefwoord: interne
Doelgroep: eigen diensten
milieuverantwoord 2.2.
milieuzorg,
productgebruik
cateringproducten, bio,
1 punt behaald
Fair Trade, koffie,
voor 2012 en
dranken, receptie
gepland voor 2013
Initiatiefnemers: dienst Leefmilieu, dienst Betrokken actoren:
Strategische planning en Europese en
dienst Financiën, dienst Stadsmarketing en
internationale samenwerking
communicatie, Onderhoudspersoneel, dienst
contactpersonen: Inge Singelyn, Ingrid
Strategische planning en Europese en
Van Geit, Pieter Van Sande (lokale
internationale samenwerking, magazijn Stedelijke
trekkersgroep Fair Trade gemeente)
Werkhuizen, DAV, stuurgroep duurzaam
besturen, ILvA, raad voor internationale
samenwerking (RIS), trekkersgroep “Ik ben
verkocht”
Relaties
1.2.4., 2.2.1.1. (brooddozen), 2.2.1.2. (bekers), 3.2.1.5. (Bio), 10.2.4.3. (Fair
met
Trade)
• Doelstelling
Doel van deze actie is de milieubelasting veroorzaakt door de door de stad gebruikte
cateringproducten te beperken door de voorkeur te geven aan milieuvriendelijke producten.
Via het uitspelen van de goede voorbeeldfunctie kunnen we ook de inwoners over de
problematiek sensibiliseren.
• Rapportering
Op 16 februari 2009 ging het cbs akkoord met een aantal richtlijnen voor leveringen,
diensten en werken via een offerte-aanvraag of aanbesteding. Zie hierboven 3.2.1.3.
De stadsdiensten werken al geruime tijd met herbruikbaar serviesgoed en bestek.
In de stadsscholen wordt het gebruik van de brooddoos (zie 2.2.1.1.) actief gepromoot.
De stad kocht via ILvA 25.000 herbruikbare bekers (zie 2.2.1.2.). ILvA voorzag ook een
afwas-droogmachine en voorziet een afwasdienst. De bekers worden voor allerhande
evenementen uitgeleend, maar worden ook door de stadsdiensten (o.a. Leefmilieu, Cultuur,
jeugd en sport) voor eigen organisaties gebruikt.
De frisdranken voor vergaderingen en andere activiteiten worden zo veel mogelijk
aangekocht in statiegeldflessen. Voor melk is dat omwille van de houdbaarheid niet mogelijk.
Daarom werd geopteerd voor creamers in papieren verpakkingen.
In de meeste concesssieovereenkomsten staat al dat drankautomaten in concessies niet
mogen worden gevuld met dranken in wegwerpverpakking.
In 2009-2010 werd door de werkgroep duurzame aankopen in het bijzonder aan
cateringproducten aandacht besteed. De aankoop van dranken, het geven van recepties…
wordt door deze werkgroep, waarin de diensten Leefmilieu, Strategische planning en
Europese en internationale samenwerking, Economie en landbouw – team sociale economie
en Stadsmarketing en communicatie vertegenwoordigd zijn, onder de loep genomen.
Een deel van door de stadsdiensten aangekochte en geconsumeerde producten (koffie, wijn,
fruitsap, …) zijn al Bio (zie 3.2.1.5.) of Fair Trade. Om het aanbod van fairtrade en biowijnen
te vergroten, werd al meermaals een proeverij georganiseerd met een leverancier van bio en
fairtrade wijnen.
MJP Aalst 2014 - 63
Aalst is sinds 12 december 2008 een fairtradegemeente (princiepsbeslissing cbs 20 juni 2005).
Er dienen een zestal criteria vervuld te zijn vooraleer men deze titel krijgt en jaarlijks worden van
de lokale gemeenschap initiatieven verwacht om de titel te behouden. Zie 10.2.4.3.
Op stadsdiensten zijn de vroegere waterverdelers met bidon verwijderd en vervangen door
nieuwe waterkoelers die zijn aangesloten op het waternet. Het water gaat door twee filters en
kan gekoeld of op kamertemperatuur gedronken worden. Het gebruik van kraantjeswater
door het stadspersoneel wordt af en toe ook nog eens extra gepromoot o.a. via het Intranet.
Op het 3-daagse stadsfestival Cirk! in augustus wordt voor de talrijke bezoekers een gratis
waterbar (ter beschikking gesteld door Water-Link) opgesteld.
Op tal van activiteiten waren de door de stad aangeboden hapjes en drankjes veggie, bio,
fairtrade en/of lokaal…
De eerste stappen naar “donderdag-veggiedag” in de stadsscholen zijn gezet. Vanaf 2010
wordt er 1 keer per maand op een donderdag enkel vegetarisch gegeten. Zie 3.2.1.11.
De aankoop van een aantal dranken en andere cateringproducten wordt verder
gestroomlijnd. Fairtrade is een eis in de aankoopprocedure.
Zie 10.2.3.1.1. en 10.1.1.
• Planning
De dienst Strategische planning en Europese en internationale samenwerking, de RIS en de
trekkersgroep Aalst- Fair Trade Gemeente werken verder aan het behoud van het Fair Trade
logo. Zie 10.2.4.3.
De dienst Leefmilieu werkt in overleg met de D.A.V.-uitleendienst een uitleenreglement voor
de herbruikbare bekers uit.
“Donderdag-veggiedag” wordt verder uitgewerkt in de stadsscholen, van zodra er draagvlak
voor is. Zie 3.2.1.11.
De dienst Leefmilieu blijft waakzaam en gaat in op door de diensten aangesneden
problemen.
Hoger vermelde realisaties vragen blijvende aandacht en opvolging.
•
Financieel
Loon- en werkingskosten.
MJP Aalst 2014 - 64
Actie 3.2.1.5. Gebruik van milieuvriendelijke schoonmaakmiddelen door en in de
stadsdiensten
Thema:
MBP
Trefwoord: interne
Doelgroep: eigen diensten
milieuverantwoord
2.2.
milieuzorg,
productgebruik
schoonmaakmiddel,
1 punt behaald voor
kuisproduct
2012 en gepland
voor 2013
Initiatiefnemer: magazijn stedelijke
Betrokken actoren:
werkhuizen
Onderhoudspersoneel: Els De Corte
contactpersonen: Marc van Der
Juridische zaken en bestuursondersteuning team
Schueren
Contracten: Anne De Groot; Dienst Gebouwen en
Dienst Leefmilieu: Inge Singelyn, Anne- technieken: Herman Barrez (leidend ambtenaar
Marie De Bruycker
voor uitbesteden schoonmaakdiensten)
Relaties
3.1.1., 10
met
• Doelstelling
Doel van deze actie is de milieubelasting veroorzaakt door de schoonmaak in eigen beheer
en bij uitbestede opdrachten te beperken. Via het uitspelen van de goede voorbeeldfunctie
kunnen we ook in een later stadium de inwoners over de problematiek sensibiliseren.
• Omschrijving – inhoud
Er wordt gekozen voor zachte afbreekbare producten en voor een correct gebruik van de
producten (juiste toepassing en dosering).
De mogelijkheid om bij uitbestede diensten sociale overwegingen in het bestek op te nemen
wordt onderzocht.
• Rapportering
Een nieuwe impuls werd gegeven via het project “duurzaam besturen” in het kader van
MVO. De ambtenaren belast met aankopen en/of met duurzaamheid komen hierover
geregeld samen en maken afspraken (werkgroep duurzame aankopen) met de bedoeling bij
de aankopen zowel milieucriteria als sociale overwegingen in te bedden.
Op 16 februari 2009 ging het cbs akkoord met een aantal richtlijnen voor leveringen,
diensten en werken via een offerte-aanvraag of aanbesteding. Zie hierboven 3.2.1.3.
De aankoop van schoonmaakmiddelen gebeurt door het magazijn van de Stedelijke
Werkhuizen. Er wordt al meerdere jaren schoongemaakt met milieuvriendelijke middelen van
ECOVER en met schoonmaakdoekjes die het gebruik van producten overbodig maken. Het
gebruik van ammoniak, javel e.d. is verboden.
De schoonmaakproducten worden aangekocht in hervulbare vaatjes.
Nieuw vanaf 2011 is de aankoop van micro-biologische schoonmaakmiddelen. Die bevatten
naast de wasactieve stoffen ook bacteriën en/of enzymen. De wasactieve stoffen nemen in
eerste instantie de vervuiling weg, waarna de bacteriën de resterende organische vervuiling
aanpakken. De door bacteriën gevormde enzymen breken dan eiwithoudende vlekken als
melk, bloed en ei af. Doordat de micro-organismen zichzelf continu vermenigvuldigen is er
sprake van een continue afbraak van hinderlijke stoffen. Dit vormt een waarborg voor een
langdurige werking.
Deze middelen worden in de stedelijke kinderdagverblijven gebruikt.
Alle onthaalouders verbonden aan de stedelijke dienst opvanggezinnen, ontvingen in 2010
op kosten van de stad een pakket met ECOVER-producten (allesreiniger, WC-reiniger en
MJP Aalst 2014 - 65
spray voor reiniging van verzorgingskussens en ruiten). De bedoeling van dit initiatief was
om het gebruik van detttol en andere agressieve reinigingsproducten te bannen.
In 2013 werd een bestek opgemaakt voor de aankoop van milieuverantwoorde
schoonmaakmiddelen voor de stad. Het ging om een bestek voor twee jaar.
Bestek in bijlage MVP 06.
• Planning
De huidige werkwijze wordt verder gezet.
• Financieel
Loon- en werkingskosten.
Actie 3.2.1.7. Gebruik van milieuverantwoorde houtverduurzamingsmiddelen, verven
en vernissen door en in de stadsdiensten
Thema:
MBP
Trefwoord: interne
Doelgroep: eigen diensten
milieuverantwoord
2.2.
milieuzorg, verf, vernis,
productgebruik
solvent
geen punt behaald
voor 2012 (initiatief
te beperkt)
Initiatiefnemer: magazijn stedelijke
Betrokken actoren:
werkhuizen
Dienst Juridische zaken en
contactpersonen :Marc van Der
bestuursondersteuning team Contracten: Anne
Schueren
De Groot
Dienst Leefmilieu: Anne-Marie De
Dienst Onderhoud gebouwen – schrijnwerkers,
Bruycker
ververs
Relaties
3.1.1.
met
• Doelstelling
Doel van deze actie is de milieubelasting veroorzaakt door de door de stad gebruikte
producten te beperken.
• Omschrijving – inhoud
De aankoop dient systematisch bijgestuurd.
• Rapportering
Een nieuwe impuls werd gegeven via het project “duurzaam besturen” in het kader van
MVO. De ambtenaren belast met aankopen en/of met duurzaamheid komen hierover
geregeld samen en maken afspraken (werkgroep duurzame aankopen) met de bedoeling bij
de aankopen zowel milieucriteria als sociale overwegingen in te bedden.
Op 16 februari 2009 ging het cbs akkoord met een aantal richtlijnen voor leveringen,
diensten en werken via een offerte-aanvraag of aanbesteding. Zie hierboven 3.2.1.3.
Er worden voor de dienst Onderhoud gebouwen nog hoofdzakelijk verven op waterbasis
aangekocht. De wegenisverven zijn nog solventhoudend, omdat daar nog geen evenwaardig
alternatief voor gevonden wordt.
Voor specifieke toepassingen werd al gekozen voor niet-chemische
houtverduurzamingsproducten, maar dit is nog niet veralgemeend.
Voor het aanbrengen van vloerbedekking bij herinrichtingswerken van stadslokalen wordt
gekozen voor een lijm op waterbasis, waar voorheen gewerkt werd met solventhoudende
producten.
MJP Aalst 2014 - 66
• Planning
Verder zetten bestaand beleid; het terugdringen van het gebruik van solventhoudende
producten. Ook voor houtverduurzaming kiezen voor milieuverantwoorde producten.
De keuze voor niet-solventhoudende producten verder inburgeren, om uiteindelijk te komen
tot het systematisch gebruik van milieuvriendelijke alternatieven.
• Financieel
Loon- en werkingskosten.
Actie 3.2.1.8. Uitvoering reductieplan chemische bestrijdingsmiddelen door de
stadsdiensten
Thema:
MBP
Trefwoord: interne milieuzorg,
Doelgroep: eigen
milieuverantwoord
2.2.
rapportering, bestrijdingsmiddelen
diensten
productgebruik
Initiatiefnemer: dienst Leefmilieu
Betrokken actoren:
contactpersoon: Wilfried Van Bellingen,
Dienst Onderhoud openbaar domein team Groen:
Anne-Marie De Bruycker
Bart Backaert
Team Begraafplaatsen: Luc Uyttersprot
Dienst onderhoud gebouwen: Vincent Agten
diensten Mobiliteit en openbare werken, Planning,
stadsvernieuwing en wonen, Juridische Zaken en
bestuursondersteuning
Relaties
4.1.1
met
Zie thema 4 Water (4.1.1)
Actie 3.2.1.9. Opnemen van milieucriteria bij de aankoop van werkkledij
Thema:
MBP
Trefwoord: interne
Doelgroep: eigen diensten
milieuverantwoord
2.2.
milieuzorg, werkkledij,
productgebruik
schone kleren
Initiatiefnemer: magazijn stedelijke
Betrokken actoren:
werkhuizen
Dienst Juridische zaken en
contactpersoon: Marc Van Der Schueren bestuursondersteuning team Contracten: Anne
De Groot;
Leefmilieu: Inge Singelyn
Relaties
2.1.1.1, 2.1.1.2, 2.1.1.3, 2.1.1.5, 2.1.1.6, 10
met
• Doel
Via een doordacht aankoopbeleid op basis van degelijke en objectieve milieucriteria de
impact van de stedelijke diensten op het milieu beperken. Via het uitspelen van de goede
voorbeeldfunctie kunnen we ook de inwoners over de problematiek sensibiliseren.
• Omschrijving
Bij de aankoop van werkkledij worden criteria opgenomen inzake sociale en ecologische
randvoorwaarden bij de productie van de kledij. Het gaat om de aankoop van t-shirts,
sweaters, jassen, veiligheidskledij, onderhoudskledij,…
• Rapportering
Een nieuwe impuls werd gegeven via het project “duurzaam besturen” in het kader van
MVO. De ambtenaren belast met aankopen en/of met duurzaamheid komen hierover
MJP Aalst 2014 - 67
geregeld samen en maken afspraken (werkgroep duurzame aankopen) met de bedoeling bij
de aankopen zowel milieucriteria als sociale overwegingen in te bedden.
Op 16 februari 2009 ging het cbs akkoord met een aantal richtlijnen voor leveringen,
diensten en werken via een offerte-aanvraag of aanbesteding. Zie hierboven 3.2.1.3.
Sinds 2005 worden voormelde criteria systematisch opgenomen in het bestek voor de
aankoop van alle werkkledij voor de stadsdiensten.
• Planning
Op 16 februari 2009 ging het cbs akkoord met een aantal richtlijnen voor leveringen,
diensten en werken via een offerte-aanvraag of aanbesteding. De diverse “leidende
ambtenaren” die een gunning voorbereiden moeten bij de opmaak van het bestek specifieke
vereisten op vlak van milieu, duurzaamheid, sociale criteria, energiebesparende
voorschriften, … afwegen. Daarvoor moet contact opgenomen worden met de
duurzaamheidsambtenaren, de coördinatrice sociale economie, de energiecoördinator, …
Deze werkwijze zal verder ingeburgerd worden, o.a. via de diverse stafvergaderingen. Het is
de bedoeling daarbij ook de mogelijkheden op milieuvlak en op sociaal vlak toe te lichten.
Verder zetten bestaand beleid.
• Financieel
Loon- en werkingskosten
Actie
Gebruik van milieuvriendelijk hygiënisch sanitair papier door de
3.2.1.10
stadsdiensten
Thema:
MBP
Trefwoord: interne
Doelgroep: eigen diensten
milieuverantwoord
2.2
milieuzorg, hygiënisch
productgebruik
sanitair papier
Initiatiefnemer: magazijn stedelijke
Betrokken actoren:
werkhuizen
Onderhoudspersoneel: Els De Corte
contactpersoon: Marc Van Der Schueren Dienst Leefmilieu: Inge Singelyn
Dienst Juridische zaken en
bestuursondersteuning team Contracten: Anne
De Groot
Relaties
2.1.1.1, 2.1.1.2, 2.1.1.3, 2.1.1.5, 2.1.1.6, 2.1.1.7
met
• Doelstelling
Doel van deze actie is de milieubelasting veroorzaakt door de stadsdiensten te beperken.
Via het uitspelen van de goede voorbeeldfunctie kunnen we ook in een later stadium de
inwoners over de problematiek sensibiliseren.
• Omschrijving – inhoud
Het gaat om toilet- en keukenpapier, allerlei tissues die niet chloorgebleekt en 100 %
gerecycleerd moeten zijn.
• Rapportering
Een nieuwe impuls werd gegeven via het project “duurzaam besturen” in het kader van
MVO. De ambtenaren belast met aankopen en/of met duurzaamheid komen hierover
geregeld samen en maken afspraken (werkgroep duurzame aankopen) met de bedoeling bij
de aankopen zowel milieucriteria als sociale overwegingen in te bedden.
Op 16 februari 2009 ging het cbs akkoord met een aantal richtlijnen voor leveringen,
diensten en werken via een offerte-aanvraag of aanbesteding. Zie hierboven 3.2.1.3.
MJP Aalst 2014 - 68
De aankoop van hygiënepapier gebeurt door het magazijn, via bestek.
• Planning
De huidige werkwijze wordt verder gezet.
• Financieel
Loon- en werkingskosten
Actie
Introductie van vegetarische maaltijden in het stedelijk onderwijs
3.2.1.11.
Thema:
MBP
Trefwoord: interne
Doelgroep: eigen diensten
milieuverantwoord
2.2
milieuzorg, vegetarisch,
(keukens, schooldirecties),
productgebruik
vegetarisme
leerlingen van het stedelijk
onderwijs en hun ouders
Initiatiefnemers: dienst Uitvoering –
Betrokken actoren:
keukens, dienst Leefmilieu
keukenpersoneel, schooldirecties, onderwijzend
contactpersonen: Linda Verlé, Inge
personeel, EVA
Singelyn
Relaties
met
3.2.1.4., 10
• Doelstelling
Gezondheid, dierenwelzijn, milieu (18% van de mondiale broeikasuitstoot valt toe te
schrijven aan de veeteelt) en de hongerproblematiek (graan en soja wordt efficiënter als
voedsel voor de mens i.p.v. als diervoeder gebruikt) zijn de voornaamste redenen om niet
steeds vlees of vis op het menu te zetten. Zelfs 1 dag in de week vegetarisch eten, maakt al
heel wat verschil. De stad wil dit promoten.
• Omschrijving – inhoud
Doel van deze actie is, stapsgewijs, vegetarisch koken te introduceren bij het
keukenpersoneel en te evolueren naar een geregeld aanbod van vegetarische maaltijden in
het stedelijk onderwijs. Via het uitspelen van de goede voorbeeldfunctie kunnen we ook in
een later stadium de burger, restaurants, bedrijven en grootkeukens sensibiliseren.
• Rapportering
Op vraag van de ouders van leerlingen van de stedelijke Freinetschool en met de steun van
de directieleden van de andere stadsscholen wordt beetje bij beetje werk gemaakt van een
sporadisch aanbod van vegetarische maaltijden in alle stadsscholen.
Op de Sodexhobeurs in 2009 maakten de koks en hun leidinggevenden kennis met
vegetarische producten. Een aantal bestellingen werden geplaatst.
Via EVA (het Ethisch Vegetarisch Alternatief) werd op 28 oktober 2009 een workshop voor al
het keukenpersoneel (koks , hulpkoks en keukenpersoneel) gegeven, specifiek gericht op
schoolkeukens.
Het keukenpersoneel vervolmaakte zich hierin en bood het cbs op 14 december 2009 een
vegetarische proefmaaltijd aan, met positief resultaat.
Vanaf 2010 geven de schoolkeukens in alle stadsscholen maandelijks een vegetarische
maaltijd i.p.v. een vlees- of vismaaltijd.
De dienst Leefmilieu zorgde ervoor dat dit initiatief met de nodige omkadering
gecommuniceerd werd naar het onderwijzend personeel, de leerlingen, hun ouders en de
MJP Aalst 2014 - 69
ruime bevolking. Hiervoor kon gebruik gemaakt worden van de folders, affiches, placemats,
… van EVA.
Elke stedelijke basisschool ontving ook een EVA-lessenpakket over vegetarisme.
Op tal van door de stad georganiseerde evenementen wordt door de aanwezigheid van de
stand van EVA aandacht voor vegetarisme gevraagd. Op die manier ontstond ook een
breder draagvlak voor de vegetarische schoolmaaltijden.
• Planning
Het is de bedoeling over te schakelen op een wekelijkse vegetarische maaltijd in de
stedelijke scholen en kinderkribben, van zodra daar een draagvlak voor is.
• Financieel
Loon- en werkingskosten
Actie
Gebruik van buizen in polypropyleen (PP) ipv PVC door de
3.2.1.12
stadsdiensten
Thema:
MBP
Trefwoord: interne
Doelgroep: eigen diensten
milieuverantwoord
2.2
milieuzorg, pp, pvc, buizen
productgebruik
Initiatiefnemer: magazijn stedelijke
Betrokken actoren:
werkhuizen
Dienst Onderhoud gebouwen
contactpersoon: Marc Van Der Schueren Dienst Juridische zaken en
bestuursondersteuning team Contracten: Anne
De Groot
Relaties
met
• Doelstelling
Doel van deze actie is de milieubelasting veroorzaakt door de stadsdiensten te beperken.
Via het uitspelen van de goede voorbeeldfunctie kunnen we ook in een later stadium de
inwoners over de problematiek sensibiliseren.
• Omschrijving – inhoud
Polypropyleen (PP) is een goed alternatief voor PVC. Het is een kunststof die wel gemaakt
wordt op basis van aardolie, maar die veel minder schadelijke additieven bevat, en niet op
basis van het gevaarlijke chloor. PP is ook makkelijker en voor 100% recycleerbaar. De
productie ervan veroorzaakt weinig vervuiling en bij verbranding ontstaan nauwelijks
schadelijke stoffen. Wel komt er kooldioxide vrij, het belangrijkste broeikasgas. Voor het
maken van polypropeen is relatief weinig energie nodig..
• Rapportering
Bij de aankoop van buizen krijgt PP de voorkeur op PVC
• Planning
De huidige werkwijze wordt verder gezet.
• Financieel
Loon- en werkingskosten
MJP Aalst 2014 - 70
3.2.2. Acties met betrekking tot milieuverantwoord productgebruik bij burgers
Onder deze noemer werden 2 punten behaald voor 2012 en gepland voor 2013.
Actie 3.2.2.1. Passieve en actieve sensibilisatie van de bevolking omtrent
milieuverantwoord productgebruik
Thema:
MBP
Trefwoord: actieve
Doelgroep: bevolking,
milieuverantwoord
2.2.
sensibilisatie,
specifieke doelgroepen
productgebruik
milieuverantwoord
(jeugd, architecten,…)
1 punt behaald voor
productgebruik
2012 en gepland
voor 2013
Initiatiefnemer: dienst Leefmilieu
Betrokken actoren:
contactpersoon: Inge Singelyn, AnneMilieuadvieswinkel, dienst Planning,
Marie De Bruycker
stadsvernieuwing en wonen, dienst Strategische
planning en Europese en internationale
samenwerking
Relaties
2.1.1.3., 3.2.1, 6, 10.2.2
met
• Doelstelling
Zoveel mogelijk burgers informeren en bewust maken van het belang van doordachte
keuzes bij aankopen en bij het omgaan met de omgeving, en dit op een afwisselende
manier.
• Omschrijving – inhoud
Mensen worden op een actieve manier aangesproken over de mogelijkheden om op een
milieuvriendelijke manier huis en tuin te beheren en met de ruimere omgeving om te gaan.
Er worden concrete zaken getoond en gedemonstreerd, zodat de kloof tussen woord en
daad verkleind wordt.
• Rapportering
Vanaf 2009 wordt via het gratis duurzaam bouwadvies (vaste, maandelijkse
adviesverlening) actief promotie gevoerd voor het gebruik van milieuverantwoorde
materialen en producten, voor het gebruik van gerecycleerde materialen e.d. Het advies
wordt verzorgd door de Milieuadvieswinkel. Het aanbod wordt bekend gemaakt via een
specifieke folder verspreid via de stadsdiensten, de doe-het-zelf-zaken, de architecten.
Verder wordt het geregeld aangekondigd via de het lokale infoblad Denderend Aalst, de
algemene website van de stad, de woonwebsite e.d. Het aanbod werd uitdrukkelijk gericht
op mensen met prille of gevorderde verbouwplannen, en minder op nieuwbouwers. Het
bereik van dit aanbod moet nog vergroot worden. De overeenkomst met de
Milieuadvieswinkel is recent ook vernieuwd
De stad staat in voor de opvolging van het aanbod van gratis energiescans. Een
energiesnoeier komt aan huis en geeft nuttige tips. Tijdens het bezoek zal de energiesnoeier
ook zelf, volledig gratis, een aantal aanpassingen doen in de woning, zoals spaarlampen
plaatsen, buizen waar warm water doorstroomt isoleren, folie bevestigen achter radiatoren,
een spaardouchekop installeren, … Geïnteresseerden kunnen zich aanmelden bij de
Woonwinkel. Sinds 2009 komen alle inwoners in aanmerking voor een energiescan. In 2013
werden er 75 scans uitgevoerd.
In het kader van Donderdag Veggiedag wordt in de stadsscholen 1 keer per maand op een
donderdag enkel vegetarisch gegeten.
MJP Aalst 2014 - 71
Een stand van het Ethisch Vegetarisch Initiatief (EVA), de trekkers van Donderdag
Veggiedag, is op een aantal stadsevenementen aanwezig. Zie thema Milieuverantwoord
productgebruik.
Het gebruik van compost wordt actief aangemoedigd via de fors uitgebouwde
kringloopwerking (zie ook bijlage MVP 07: jaarverslag van de kringloopwerking). De
kringloopkrachten promoten actief niet alleen het composteren maar ook het gebruik van
compost en het zgn. kringlooptuinieren. Dat laatste komt neer op afvalpreventie in de tuin.
De stad geeft in haar eigen werking zo veel mogelijk het goede voorbeeld o.a. doro het
gebruik van VLACO-compost, door het gebruik van snoeihout (o.a. in takkenrillen) en
houthaksel…
Op de Kringlooptuinendag op 2 juni werd ook aandacht besteed aan ecologisch tuinieren,
zowel in de moes- als in de siertuin. In 7 opengestelde particuliere tuinen kon de bezoeker
zien wat milieuvriendelijk tuinieren kan inhouden. In die tuinen is niet alleen aandacht voor
afvalpreventie en het beperken van chemische middelen, maar ook voor energiebesparing,
waterbesparing, duurzame materialen…Bijkomend werd op maandag 20 mei nog een
bijkomende tuin opengesteld. Zie bijlage MVP 07.
Op 12 december 2008 behaalde Aalst het Fair Trade logo. Meer info:
http://www.fairtradegemeenten.be/
Zie ook 3.2.1.4. en 10.2.4.3. Voor dat logo diende intensief actief gesensibiliseerd te worden
naar de ruime bevolking toe, naar scholen, organisaties, bedrijven, … Er gebeurde ook heel
wat acties naar jongeren toe. De stad doet elk jaar acties om haar titel te verlengen.
Zie ook thema 6 Energie en thema 10 Duurzame ontwikkeling.
• Planning
In 2014 zal het adviesaanbod duurzaam bouwen verlengd en opnieuw uitgebreid bekend
gemaakt worden. Dit zal gebeuren via de vzw BEA (Beheer Energie Aalst) en de dienst
Planning, stadsvernieuwing en wonen.
De kringloopkrachten zetten hun werking verder.
Er wordt werk gemaakt van het behoud van het Fair Trade logo.
Aan de inbedding van duurzaam productgebruik zal verder gewerkt worden.
• Financieel
Loon- en werkingskosten
MJP Aalst 2014 - 72
4. WATER
4.1. Basis
4.1.1. Pesticidenreductie
Actie 4.1.1.1. Risico-evaluatie: Uitvoering reductieplan chemische
bestrijdingsmiddelen door stadsdiensten
Thema: Water
MBP
Trefwoord: interne
Doelgroep: stadsdiensten;
2.3.3.
milieuzorg/biociden
burgers
Initiatiefnemer:
Betrokken actoren:
dienst Leefmilieu
uitvoerende diensten
contactpersoon:
diensten Openbare Werken, Uitvoering-sectie Groen en sectie
Anne-Marie De
Begraafplaatsen, Ruimtelijke Ordening sectie Planning
Bruycker
Relaties
4.1.1.2., 3.2.1.7.
met:
•
Doelstelling
Uitvoering van het decreet van 21 december 2001 inzake het verbod van het gebruik van
chemicaliën door openbare besturen. Voorkomen dat oppervlaktewater en grondwater
verder vervuild worden met chemicaliën.
•
Omschrijving – inhoud
Er wordt stapsgewijs gewerkt naar een volledige stopzetting van het biocidengebruik, via de
opmaak en uitvoering van jaarlijks te evalueren actieplannen. Het creëren van een
draagvlak, door vorming van het personeel én van de bevolking, is daarbij essentieel.
•
Rapportering
Beheer openbaar domein
In 2003 werd een beleidsverklaring opgesteld en een eerste actieplan uitgewerkt in functie
van de afbouw van het biocidengebruik. Daarin waren al een aantal maatregelen vervat voor
2003 en 2004, waaronder een pakket vorming voor personeel en bevolking . In 2004 werd
vorming gegeven aan uitvoerend en leidinggevend personeel. Met de diensten Ruimtelijke
Ordening en Leefmilieu werden voorbeeldprojecten van ecologische inrichting van de open
ruimte bezocht. Ook in 2004 werd een actieplan opgemaakt, voor de periode 2004-2008.
Daarin werd o.a. de oprichting van een vast onkruidteam bij de Groendienst vooropgesteld.
In 2005 werd, in aansluiting op een infoavond in 2004, een publieke infoavond georganiseerd
rond tuinieren zonder groenafval, waarbij een milieuvriendelijke aanpak uiteraard centraal
stond.
Ook aan het materiële aspect werd gewerkt. Er werden grote en kleine wendbare
borstelwagens aangekocht om straten weggoten, pleinen en parkings net te houden.
Sindsdien wordt het onkruidbestrijdingsmaterieel systematisch uitgebreid.
Het hele groenbeheer gebeurt al sinds 2009 zonder chemische bestrijdingsmiddelen.
Enkel op een aantal begraafplaatsen maakt men nog gebruik van het bestrijdingsmiddel ‘Kid
Liquid’ en ‘Roundup’. De begraafplaatsen Herdersem-Aalst, Baardegem-Aalst,
Nieuwerkerken-Aalst en Gijzegem-Aalst werden in 2009 reeds volledig chemicaliënvrij
onderhouden. Daartoe werden systematisch kleine wendbare onkruidbranders aangekocht.
MJP Aalst 2014 - 73
In 2013 werden nog biociden gebruikt op de begraafplaatsen van Aalst-centrum,
Erembodegem, Hofstade, Meldert-kerk (het nieuwe kerkhof van Meldert wordt biocidenvrij
onderhouden) en Moorsel. Op deze begraafplaatsen werd het biocidengebruik in 2013
verder verminderd.
Jaarlijks wordt bijkomend materieel aangekocht in functie van niet-chemische
onkruidbestrijding.
Voor een overzicht van de evolutie van het verbruik verwijzen we naar bijlage WA 01.
Sensibilisering
Naar de bevolking toe wordt o.a. gesensibiliseerd via de compostmeesterwerking,
infoavonden en artikels in het stadsblad Denderend Aalst.
In 2012 verscheen een katern rond groen en bomen in de stad in de stadskrant Denderend
Aalst, waarin gepoogd werd meer tolerantie te genereren voor groen.
Op 3 oktober 2012 werd in ontmoetingshuis De Brug een publieke infoavond rond ecologisch
tuinieren georganiseerd, in samenwerking met de VELT. Lesgever Jos Van Hoecke
verzorgde de toelichting.
In 2013 werd in de stadskrant Denderend Aalst (editie oktober 1) een artikel gewijd aan het
nieuwe pesticidendecreet, dat ook het gebruik van pesticiden op privéterrein vanaf 2015 aan
banden legt. Deze informatie verscheen ook op de website van de stad.
Bij het beheer van de moestuinen van het volkstuinenproject “Den Ajuin” is het gebruik van
biociden bij reglement verboden.
•
Planning
Vanaf 2010 dient er enkel nog jaarlijks gerapporteerd te worden aan de Vlaamse overheid
over de gebruikte middelen (inventaris via elektronisch formulier) en door een opsomming
van de omgevormde locaties en het resultaat van de pesticidentoets. Deze rapportering zal
verder gebeuren via de "online pesticideninventaris" die door de Vlaamse overheid ter
beschikking werd gesteld.
De sensibilisering rond chemicaliënvrij tuinieren wordt ook o.a. via de
compostmeesterwerking en het volkstuinproject verdergezet. Hiervoor wordt regelmatig
samengewerkt met de VELT. In 2013 staat een specifieke activiteit op stapel rond het
volkstuinproject ‘Den Ajuin’.
•
Financieel
2013: L204K03A3, L202K20A1,L204K06A1, L202K17A1,
Loon- en werkingskosten
MJP Aalst 2014 - 74
Actie 4.1.1.2. Pesticidentoets
Thema: Water
MBP
Trefwoord: interne
Doelgroep: stadsdiensten
milieuzorg/biociden
Initiatiefnemer:
Betrokken actoren:
dienst Leefmilieu
uitvoerende diensten
contactpersoon:
diensten Mobiliteit en openbare Werken; Planning, stadsvernieuwing
Anne-Marie De
en wonen; Juridische zaken en bestuursondersteuning
Bruycker
Overleg publieke ruimte (OPR), Groenoverleg
Relaties
4.1.1.1.
met:
• Doelstelling
De pesticidentoets moet ervoor zorgen dat elke (her)aanleg of omvorming van het openbaar
domein gebeurt met het oog op onkruidpreventie of een efficiëntere bestrijding met nietchemische methoden toelaat.
• Omschrijving – inhoud
De gemeente rapporteert aan de hand van het pesticidentoetsinstrument dat door de
Vlaamse Milieumaatschappij i.s.m. de gemeenten en provincies is uitgewerkt.
De rapportering moet een opsomming bevatten van alle omvormingsprojecten van het
voorgaande jaar, en het resultaat van de toepassing van het pesticidentoetsinstrument.
• Rapportering
De toepassing van de pesticidentoets ging van start in 2009. Dat houdt in dat bij
(her)inrichtingsprojecten in de openbare ruimte rekening gehouden wordt met de inhoudelijke
aanbevelingen in en de checklist bij de pesticidentoets. Concreet komt dit erop neer dat
gezocht wordt naar manieren om het onderhoud van verhardingen en groenzones achteraf
zo eenvoudig mogelijk te houden, zonder gebruik van chemicaliën.
Het overlegforum hiervoor is het “groenoverleg”, dat maandelijks samenkomt en
samengesteld is uit vertegenwoordigers van de diensten die betrokken zijn bij de aanleg of
heraanleg van de openbare ruimte.
Bij de inrichting en het beheer van de groenzones wordt al langer rekening gehouden met
een chemicaliënvrij onderhoud achteraf. Vanaf 2009 worden daar overigens geen pesticiden
meer gebruikt (zie actie 4.1.1.1.).
Bij het beheer van de begraafplaatsen wordt er al jaren voor gekozen om, waar mogelijk,
grijze begraafplaats om te zetten in groene begraafplaats, zodat maaibeheer kan toegepast
worden als beheersvorm.
Projecten uitgevoerd in 2013
In 2012 werd gestart met de herinrichtingswerken aan het Kannunik Colinetplein
(oppervlakte 2000 m²), voor een transformatie tot ‘stedelijk plein’ Ook een deel van de
Geraardsbergsestraat (lengte 100 m), Kalfstraat (250 m), deel Korte Zoutstraat (50 m), zijn in
de werken opgenomen. Aansluitend werd ook de Sint-Jobstraat heraangelegd (lengte 500
m). Het plein zelf werd aangelegd in natuursteen met gesloten voeg, zodat kruidgroei
voorkomen wordt. Van de aangrenzende straten werden de voetpaden in natuursteen
aangelegd, met gesloten voeg.
Boorden en goten worden systematisch in gegoten beton uitgevoerd, wat het onderhoud
vergemakkelijkt en kruidgroei onmogelijk maakt. Bomen werden aangeplant in plantvakken
met lavabedekking.
In 2013 werd dit project afgewerkt.
MJP Aalst 2014 - 75
Andere projecten die in 2013 volledig of gedeeltelijk werden afgewerkt, telkens met in beton
gegoten boordstenen en weggoten, om het aantal voegen te beperken (dit systeem wordt
nu standaard toegepast):
-Disgenaatdreef Herdersem: weg in beton , weggoot+ trottoirband in gegoten beton, fietspad
in rode asfalt (2013) (lengte 920m).
-Gentse stwg Aalst: weg in asfalt, weggoot+ trottoirband in gegoten beton, fietspad in rode
beton, voetpad in betonstraatstenen 20/20 (2013 –maart 2014 ) (lengte1300m).
-Brusselse stwg Aalst: rijweg in asfalt, weggoot+ trottoirband in gegoten beton, fietspad in
rode beton, voetpad in betonstraatstenen 20/20 (2013 – oktober 2014) (lengte 1860 m)
-Kleistraat Erembodegem: weg in asfalt, weggoot+ trottoirband in gegoten beton, voetpad in
betonstraatstenen 20/20 (2013 –april 2014) (lengte 500m).
-Achterstraat Meldert: weg in asfalt, weggoot in gegoten beton, voetpad in betonstraatstenen
20/20 (2013 – maart 2014). Gelijkgrondse aanleg. (lengte 503m).
-Baatmeers Herdersem: betonstraatstenen , Gelijkgronds ( 2013) (lengte 320m).
-Grote baan Herdersem( Grens Wieze tot Houwelgat) : weg in beton , weggoot+ trottoirband
in gegoten beton, voetpad in betonstraatstenen 20/20 (lengte 260m).
-Houwelgat-Baardegem: weg in asfalt, weggoot in gegoten beton, voetpad in
betonstraatstenen 20/20 (2013 ) Gelijkgronds (lengte 440m).
-Elderberg Baardegem: weg in asfalt. Gelijkgronds (lengte 120m)
-Zeeldraaierstraat: weg in asfalt, weggoot in gegoten beton. Gelijkgronds (lengte 670m).
-Haagbeukstraat : weg in beton , weggoot+ trottoirband in gegoten beton, voetpad in
betonstraatstenen 20/20 (2013). Gelijkgronds (lengte 200m).
-Truyenbos:Meldert: weg in asfalt. Gelijkgronds (lengte 230m).
-Peperstraat Aalst (stadscentrum): weg en weggoot in mozaikkeien, trottoirband in blauwe
hardsteen, voetpaden in harde zandsteen (lengte 80m).
-Kriekstraat te Nieuwerkerken (wegenis + bomen).
-Hopmarkt te Aalst.
-Majoor Claserstraat te Aalst (wegenis + bomen).
-Stationsstraat te Aalst (wegenis + bomen).
-Cumontstraat te Aalst (wegenis + bomen).
-Popperodedries te Aalst.
Fietspaden worden in de regel ook in gesloten verharding uitgevoerd i.f.v. een beperking van
de kruidgroei en dus het onderhoud.
Opmerking: voorheen gebeurde de onkruidwering in de boomspiegels met houthaksel, wat
op korte termijn een goede oplossing was, maar op langere termijn wel voor een aanrijking
van de bodem zorgde, waardoor kruidgroei uiteindelijk gestimuleerd werd. Recenter wordt
met lavabedekking gewerkt.
Bij heraanleg wordt het straatmeubilair tot een minimum beperkt.
Toezichters melden eventuele dubbele of overbodige signalisatie, waarna onderzocht wordt
of deze kan en mag verwijderd worden.
Boomspiegels worden in heel Aalst een 7-tal keer per jaar manueel gewied door een sociale
werkplaats.
• Planning
Verder zetten bestaand beleid
Het openbaar gedeelte (en dus het onderhoud daarvan) van de volgende verkavelingen zal
worden overgenomen door de stad Aalst:
-Verkaveling tussen Rozendreef en Botermelkstraat, Aalst: (gelijkgrondse aanleg in
betonstraatstenen) (lengte: 640m);
-Verkaveling Eglantierstraat Aalst: (gelijkgrondse aanleg in betonstraatstenen) (oppervlakte
2000m²).
MJP Aalst 2014 - 76
Verder toepassen van de pesticidentoets bij de opmaak van nieuwe ontwerpen.
Stapsgewijze omvorming van (delen van) de begraafplaatsen in functie van een
chemicaliënvrij onkruidbeheer.
• Financieel
Loon- en werkingskosten.
4.1.2. Passieve sensibilisatie
Actie
Sensibilisatie van diverse doelgroepen rond afvalwater/ hemelwater/
4.1.2.1.
drinkwater
Thema: Water
MBP
Trefwoord: sensibilisatie
Doelgroep: burgers, architecten
2.3.4.
Initiatiefnemer:
Betrokken actoren:
dienst Leefmilieu
diverse stadsdiensten
contactpersoon: Jens
en Anne-Marie De
Bruycker
Relaties
4.5.; 4.6.
met
• Doelstelling
Informeren, sensibiliseren van burgers, bouwheren en architecten.
• Omschrijving – inhoud
Via verschillende kanalen (website, stadsblad, lichtkranten,…) wordt de bevolking zowel als
specifieke doelgroepen geïnformeerd en gesensibiliseerd.
• Rapportering
Sinds het in voege treden van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening
hemelwater-afvalwater wordt aan de kandidaat-bouwheren een brief meegegeven waarin het
wat en waarom van duurzaam waterbeheer kort wordt toegelicht. Telefonisch en aan de
infobalie worden talloze gesprekken hierover gevoerd. Naar de bevolking toe wordt o.a.
gesensibiliseerd via de compostmeesterwerking, infoavonden en artikels in het stadsblad
Denderend Aalst. Op geleide wandelingen van de dienst Leefmilieu wordt de problematiek
rond gemengd lozen van afvalwater en hemelwater vaak aangekaart.
In 2013 werd een informatiefolder opgemaakt rond de verplichte afkoppeling van hemelwater
bij de aanleg van een optimaal gescheiden rioleringsstelsel in de straat. De folder wordt
bedeeld in elke straat waar een gescheiden rioleringsstelsel zal worden aangelegd. De folder
bevat informatie over de wetgeving, de voordelen van afkoppelen, de te ondernemen
stappen, de beschikbare subsidies en de contactgegevens van de afkoppelingsadviseur.
• Planning
Er zal via de website, het stadsblad en op wandelingen regelmatig gecommuniceerd worden
naar de bevolking toe rond duurzaam omgaan met watersystemen.
• Financieel
Loon- en werkingskosten.
MJP Aalst 2014 - 77
Actie 4.1.2.2. Sensibilisatie over het voorkomen van erosie
Thema: Water
MBP
Trefwoord: sensibilisatie
Doelgroep:
2.3.6.
landbouwers/terreinbeheerders
Initiatiefnemer:
Betrokken actoren:
dienst Landbouw/dienst Leefmilieu
landbouw- en milieuverenigingen, GNOPcontactpersoon: Jan Blindeman en Anne- commissie
Marie De Bruycker
Relaties
4.4.7.
met
• Doelstelling
Zoveel mogelijk landbouwers het nut en de voordelen van erosievoorkoming laten inzien en
ervaren; zoveel mogelijk landbouwers in contact brengen met andere dan gangbare
landbouwmethoden of aspecten daarvan.
• Omschrijving – inhoud
Erosie heeft in deze streek veel te maken met waterhuishouding in de bodem, en slechts in
mindere mate met reliëf. Het is vooral de bodemstructuur die er een rol bij speelt. Daarom is
het belangrijk de landbouwers te informeren over het verband tussen het gebruik van
kunstmest, het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen, het gebrek aan organisch
materiaal, het gebruiken van bepaalde bewerkingsmethoden enerzijds en het verlies van
goede kruimelstructuur anderzijds.
• Rapportering
Het enige aspect waar tot nog toe aandacht aan werd besteed, is het
aanmoedigingsreglement voor het aanplanten en onderhouden van KLE en de
subsidieregeling van de Vlaamse overheid voor de bebossing van landbouwgronden. Tot
nog toe werd geen aanvullend premiesysteem ingevoerd in Aalst.
De premies van de Vlaamse overheid voor perceelsrandenbeheer genieten slechts weinig
succes. De Vlaamse premie voor het inzaaien van een bodembedekker kent meer
belangstelling.
Via de compostmeesters wordt systematisch gesensibiliseerd rond het belang van een
goede bodemstructuur om erosie tegen te gaan.
• Planning
Verder zetten bestaand beleid.
• Financieel
Loon- en werkingskosten
4.2. Onderscheidingsniveau
Omdat het beleid is vastgelegd in de deelbekkenbeheerplannen worden er voor het thema
Water geen acties voorzien. Er kunnen voor het thema Water dus geen punten worden
verdiend.
MJP Aalst 2014 - 78
4.3. Projecten
2009
Actie 4.3.1.
Het wegwerken van het vismigratieknelpunt op de Molenbeek te
Meldert-Aalst
Thema: Water
MBP
Trefwoord:
Doelgroep: stad/ burgers
beleidsplanning
Initiatiefnemer:
Betrokken actoren:
dienst Mobiliteit en openbare
dienst Leefmilieu
Werken
provincie Oost-Vlaanderen
contactpersonen: Hans Van
Agentschap voor Natuur en Bos
Langenhove, Jens De Bruycker
Relaties
4.4.3
met
• Doelstelling
Het wegwerken van een vismigratieknelpunt door het openmaken en ecologisch herinrichten
van een ingebuisde bypass.
• Omschrijving – inhoud
Ter hoogte van de Nedermolenstraat te Meldert-Aalst situeert zich een vismigratieknelpunt
op de Molenbeek (nr. 5061, 2de cat.). Een overblijfsel van een oude watermolen zorgt voor
een onoverbrugbaar hoogteverschil, waardoor vissen slechts in één richting kunnen
migreren. Net vóór de Molenbeek via een duiker onder de Nedermolenstraat gaat, splitst de
beek in tweeën. Eén tak stroomt evenwijdig met de straat tot aan de vroegere molen. Het
hoofddebiet stroomt via een bypass of molenaarsgracht rond het voetbalveld en komt enkele
honderden meters verder opnieuw in de Molenbeek terecht. De bypass is momenteel voor
een groot deel overwelfd. Door de bypass terug open te maken en ecologisch in te richten
kan hij gebruikt worden als migratieweg voor vissen. De bypass heeft echter een privaat
karakter. Voor het openmaken en eventueel verplaatsen van de bypass zijn innames
noodzakelijk. Het wegwerken van het vismigratieknelpunt kan dus worden opgesplitst in twee
fasen. In de eerste fase zullen de nodige gronden worden aangekocht om de bypass terug
open te kunnen maken. In de tweede fase zal de bypass worden opengemaakt en op een
ecologische manier worden ingericht zodat hij kan dienen als vispassage.
• Rapportering
Het project is een uitvoering van een actie uit het deelbekkenbeheerplan Middendender.
In 2006 werd er in het kader van de actie uit het deelbekkenbeheerplan Middendender een
bijkomend onderzoek uitgevoerd door studiebureau Haskoning. Volgens deze studie is het
grootste probleem van de bypass niet de lengte van de ingebuisde zone, maar de vorm van
de inbuizing, in verband met de bodemruwheid en de stroomsnelheden. Over de invloed van
de lengte van de inbuizing op de passage van vissen bestaan verschillende tegenstrijdige
meningen. De stad opteert er in elk geval voor om de bypass open te maken.
In mei 2009 werd een princiepsaanvraag ingediend in het kader van het provinciaal
reglement betreffende de subsidiëring van projecten gerelateerd aan waterlopen van 2de
categorie uitgevoerd door polders, wateringen of gemeenten. De princiepsaanvraag gaat
over het terug in open bedding leggen van de bypass en hem ecologische in te richten op
een manier die vispassage mogelijk maakt. Op 14 september 2009 ontving de stad Aalst een
brief van de provincie Oost-Vlaanderen waarin werd vermeld dat de princiepsaanvraag werd
weerhouden voor een subsidie van 75%. De kosten van het project worden geraamd op
497.086 EUR. Het subsidiebedrag wordt beperkt tot 300.000 EUR.
MJP Aalst 2014 - 79
Eind mei 2009 zat de stad Aalst samen met de eigenaar om te onderhandelen over de
aankoop van de strook grond nodig om de bypass open te maken.
Voor dit project werd een verlenging aangevraagd van de uitvoeringstermijn
• Planning
In de toekomst zal de definitieve subsidieaanvraag voor het openmaken van de bypass
worden ingediend bij de provincie Oost-Vlaanderen. In de loop van 2014 zal er een
schattingsverslag worden opgemaakt voor de strook grond nodig om de bypass open te
maken.
• Financieel
Actieplan 2013: L204K04A5/0330-00/22010007
Actieplan 2014: OBROWP4A3/0340-00/22203007.
4.4. Integraal waterbeheer
Actie 4.4.1.
Opmaak van de tweede generatie waterbeheerplannen
Thema: Water
MBP
Trefwoord:
Doelgroep: overheden
2.3.2.
beleidsplanning, DuLowaterplan
Initiatiefnemer:
Betrokken actoren:
Provinciebestuur
dienst Leefmilieu
Oost-Vlaanderen;
dienst Openbare Werken
dienst Leefmilieu
Waterbeheerders: provincie, LNE afdeling water, buurgemeenten,
contactpersoon: Jens polders en wateringen
De Bruycker
Relaties
4.4.2.
met
•
Doelstelling
Het voeren van een waterbeleid dat streeft naar gezonde en - in de mate van het mogelijke natuurlijk functionerende watersystemen, waarvan zowel de huidige maatschappij als
toekomstige generaties gebruik kunnen maken
•
Omschrijving
De stroomgebiedbeheerplannen bevatten de maatregelen die Vlaanderen neemt om de
toestand van het watersysteem te verbeteren. De eerste stroomgebiedbeheerplannen
werden vastgesteld in 2010 en slaan op de periode 2010-2015. De uitvoering van de
maatregelen is in volle gang en de voortgang ervan wordt opgevolgd. Tegen 2015 wordt een
tweede generatie stroomgebiedbeheerplannen opgemaakt, opnieuw voor zes jaar. Daarin
neemt men voor de eerste keer ook overstromingsrisicobeheerplannen op, met maatregelen
om mens en milieu beter tegen overstromingen te beschermen.
•
Rapportering
In 2013 werd het decreet betreffende het integraal waterbeleid van 18 juli 2003 gewijzigd
door het decreet van 19 juli 2013. Het nieuwe decreet zorgt onder meer voor een
vereenvoudiging van de plannen, structuren en procedures van het integraal waterbeleid. Zo
MJP Aalst 2014 - 80
wordt het deelbekkenniveau geïntegreerd in het bekkenniveau, waardoor de waterschappen
worden afgeschaft als afzonderlijke overlegstructuur.
Er zullen geen nieuwe bekkenbeheerplannen worden opgemaakt. De 2 nieuwe
stoomgebiedbeheerplannen zullen 11 bekkenspecifieke delen bevatten. Het vroegere
bekkenbestuur wordt opgedeeld in een algemene bekkenvergadering en een bekkenbureau.
Alle lokale besturen zijn rechtstreeks vertegenwoordigd in de algemene bekkenvergadering.
Voor Aalst werden de schepenen Stockman en De Koninck respectievelijk aangeduid als
effectief en plaatsvervangend lid in de algemene bekkenvergadering.
Op 20 december 2013 stelde de Vlaamse Regering de tweede waterbeleidsnota vast. De
waterbeleidsnota bevat de visie van de Vlaamse Regering op het waterbeleid voor de
komende zes jaar en het overzicht van de voornaamste waterbeheerkwesties. Deze
waterbeleidsnota vormt het kader voor de volgende waterbeheerplannen.
•
Planning
In de loop van 2014 zullen de nieuwe waterbeheerplannen worden opgemaakt.
•
Financieel
Loon- en werkingskosten.
Actie 4.4.2.
Het project Gestroomlijnd Landschap Molenbeek-Graadbeek
Thema:
MBP
Trefwoord: Molenbeek
Doelgroep: eigen diensten;
Water/Natuur
2.3.5.
bevolking
Initiatiefnemer:
Betrokken actoren:
Provincie Oost-Vlaanderen diverse stads- en provinciale diensten, Provincie Vlaamsdienst Leefmilieu
Brabant, gemeente Asse, gemeente Affligem, Bosgroep Midden
contactpersoon: Jens De
Oost-Vlaanderen, Toerisme Oost-Vlaanderen, Regionaal
Bruycker
Landschap Schelde-Durme, VLM en ANB
Relaties
met
• Doelstelling
Werken aan de versterking van natuurverbindingen, een betere waterhuishouding en de
herwaardering van de Molenbeek-Graadbeek en haar zijlopen in het landschap.
• Omschrijving – inhoud
Het valleigebied van de Molenbeek-Graadbeek werd aangeduid als vierde projectgebied
voor het provinciaal initiatief 'Gestroomlijnd Landschap'. Het ligt op het grondgebied van
Aalst, Asse en Affligem en vormt 'deelgebied 1' van het Strategisch project Erembald tot
Kravaalbos. Het valleigebied realiseert een natuurverbinding tussen het boscomplex
Herenbos-Kravaalbos, het Kluisbos en de Dender.
• Rapportering
De provincie Oost-Vlaanderen trekt sinds 2013 de werkgroep waarin een gezamenlijk
uitvoeringsprogramma werd voorbereid. Het uitvoeringsprogramma bevat een duidelijk
overzicht van acties per initiatiefnemer en verantwoordelijke(n) van deelprojecten. Aangezien
het om een geïntegreerd project gaat, werken binnen deze organisaties vaak meerdere
diensten of beleidsdomeinen samen.
MJP Aalst 2014 - 81
• Planning
Een werkgroep met de betrokken partners zal 3 maal per jaar vergaderen om de voortgang
en uitwerking van deelprojecten uit te wisselen en op te volgen. Indien Aalst in 2014 effectief
toetreedt tot het Regionaal Landschap Schelde-Durme, zal dit een belangrijke versterking
van het partnerschap zijn om concreet op het terrein samen te werken aan het landschap.
In 2014 zal er een gebiedsfolder worden opgemaakt voor het projectgebied MolenbeekGraadbeek. De folder is bedoeld als achtergrondinfo bij het gehele uitvoeringsprogramma
van het project Gestroomlijnd Landschap.
• Financieel
Voor een groot deel wordt gewerkt vanuit reguliere werking en middelen die gebundeld
worden toegepast in de projectgebieden. De realisatie van deelprojecten zal steeds
afzonderlijk worden voorgelegd ter goedkeuring, passend binnen de beschikbare budgetten.
In de meerjarenplanning en het budget 2014 zijn kredieten voorzien voor het wegwerken van
vismigratieknelpunten onder OBROW P4 A3 0340-00/2203007
Actie 4.4.3.
Aanpak van overwelvingen van grachten en beken
Thema: Water
MBP
Trefwoord:
Doelgroep: stad/ burgers
2.3.5.
beleidsplanning
Initiatiefnemer:
Betrokken actoren:
dienst Leefmilieu
diverse stadsdiensten
contactpersoon: Jens waterbeheerders (provincie, LNE afdeling Water), buurgemeenten
en Anne-Marie De
Bruycker
Relaties
4.3.1.; 4.4.1.; 4.4.4.
met
• Doelstelling
Overbodige en/of hinderlijke inbuizingen van grachten en beken (vismigratieknelpunten)
voorkomen en wegnemen.
• Omschrijving – inhoud
De voornaamste vismigratieknelpunten zijn bestaande constructies.
In die waterlopen waar de kwaliteit het toelaat, is het relevant om aan het structuurherstel te
beginnen. Het wegnemen van overbodige of hinderlijke overwelvingen maakt daar deel van
uit. Omdat het vaak gaat om werken die van op privé-terrein moeten uitgevoerd worden, is
het nodig een duidelijke werkwijze vast te leggen.
• Rapportering
Reeds in 1993 besliste het college van burgemeester en schepenen dat voor het inbuizen
van een gracht een toelating nodig is en dat een overwelving enkel toegestaan kan worden
indien ze strikt noodzakelijk is voor de toegankelijkheid van een perceel. Er werden zodanig
afspraken gemaakt met de dienst Uitvoering, die dergelijke aanvragen ontvangt, dat de
dienst Leefmilieu hier advies over uitbrengt.
In principe worden geen beken of grachten meer ingebuisd. Aanvragen daartoe worden
doorgespeeld aan en geadviseerd door de dienst Leefmilieu en in de regel geweigerd.
Op 25 oktober 2004 keurde het CBS principieel een voorstel van aanpak voor
structuurherstel van de beken goed, waarbij hinderlijke of nutteloze overwelvingen
systematisch worden weggenomen.
MJP Aalst 2014 - 82
• Planning
In 2014 zullen er waar nodig opnieuw systematisch overbodige of hinderlijke overwelvingen
worden weggenomen.
Zo zal er in het voorjaar 2014 een inbuizing van 100 meter worden verwijderd op de
Graadbeek ter hoogte van de Putstraat te Meldert (actie in het kader van het project
Gestroomlijnd Landschap Molenbeek-Graadbeek).
• Financieel
Actieplan 2013: L203K05A1/
Actieplan 2014: OBMODP5A9/0319-00/22600007
Loon- en werkingskosten
Actie 4.4.4.
Adviesverlening bij onderhoudswerken en bijzondere werken aan beken
Thema: Water
MBP
Trefwoord:
Doelgroep: eigen diensten
2.3.5.
adviesverlening
Initiatiefnemer:
Betrokken actoren:
dienst Leefmilieu
diensten Patrimonium, Openbare werken, Uitvoering, Landbouw
contactpersoon: Jens en
Anne-Marie De Bruycker
Relaties
4.4.1.; 4.4.4.
met
• Doelstelling
Enerzijds onderhoudswerken aan beken beperken tot:
- eenmalige ruimingen of maaiingen in volledig en definitief gezuiverde beken;
- ruimingen of maaiingen op plaatsen waar de waterafvoer effectief gehinderd wordt en
problemen oplevert. De plannen daaromtrent toetsen aan de randvoorwaarden van het
integraal waterbeheer. Het geruimde slib of het maaisel wordt steeds afgevoerd.
Anderzijds het organiseren en in stand houden van inspraak van de dienst leefmilieu bij het
plannen van bijzondere werken aan beken of bij het verlenen van vergunningen daartoe.
• Omschrijving – inhoud
Alle werken aan beken worden getoetst aan de principes van het integraal waterbeheer. Dat
gebeurt door het systeem van adviesverlening.
• Rapportering
De adviesverlening werd al een aantal jaar geleden ingesteld en behoort intussen tot de
normale gang van zaken. Door de stad worden er in principe geen systematische ruimingen
meer uitgevoerd. Enkel waar het nodig is om een goede waterafvoer te verzekeren, wordt
geruimd. Voor het werkingsgebied van de Polders en Wateringen worden jaarlijks
onderhoudswerken gepland. De dienst Leefmilieu geeft over deze plannen advies na
plaatsbezoek.
In 2013 werden ter hoogte van de volgende straten waterlopen of grachten geruimd:
Zijpstraat, Hofstade
Seepscherf, Baardegem
Vereeckenstraat, Gijzegem
Zijpstraat spar, Hofstade
Hammestraat, Aalst
Sasbaan, disgenaatdreef, Herdersem
Rozendreef, Aalst
Steven en Triest, Moorsel
MJP Aalst 2014 - 83
Jan Frans Vonckstraat
Populierstraat, Moorsel
Rozendreef, Aalst
Meetersstraat, Meldert
De adviesverlening door de dienst Leefmilieu bij bijzondere werken aan beken werd al een
aantal jaar geleden ingesteld en behoort intussen tot de normale gang van zaken.
• Planning
Verder zetten advisering en plaatsbezoeken.
• Financieel
Actieplan 2013: L204K02A1
Actieplan 2014: OBMODP5A9/0319-00/22600007 Loon- en werkingskosten.
Actie 4.4.5.
Actieve sensibilisatie:
o.a. de samenwerking met het centrum “De Waterkant” rond het thema
water/TMVW.
Thema: Water
MBP
2.3.5.
Trefwoord: centrum “De
Doelgroep: bevolking
Waterkant”,
waterprojecten,
sensibilisering
Betrokken actoren:
centrum “De Waterkant”, dienst Leefmilieu, provincie,
Natuurpunt, Aalsterse Klimaatkoepel, TMVW
Initiatiefnemer:
centrum “De Waterkant”
contactpersoon: Jens De
Bruycker
Relaties
4.4.1., 10.2.4.4.
met
•
Doelstelling
De bevolking trachten te sensibiliseren door middel van educatieve programma’s rond de
thema’s waterlopen en water.
•
Omschrijving – inhoud
De Waterkant vzw is een centrum voor educatie, vorming en opleiding over waterlopen, natte
natuur, water en integraal waterbeheer, vooral werkzaam in de regio Aalst en meer
algemeen in het Denderbekken en in de provincie Oost-Vlaanderen.
Met een breed aanbod aan informatieve, sensibiliserende en educatieve activiteiten
(wandelingen, studiedagen, …), het info- en documentatiecentrum, de tentoonstelling ‘De
Dender integraal’ (met watertuin en grote aquaria met inheemse vissen) en programma’s op
maat wordt jong en oud, zowel individueel als in groepsverband, aangesproken.
Voor deze programma’s werkt De Waterkant samen met o.a. De Milieuboot vzw en met de
betrokken publieke ‘wateractoren’, waarbij de dienst Leefmilieu van de Stad Aalst een
bevoorrechte partner is.
•
Rapportering
Het centrum De Waterkant:
Eind 2006 nam het centrum “De Waterkant” contact op met de stad om eens samen te zitten
omtrent het oprichten van nieuwe educatieve waterprojecten. Het centrum “De Waterkant”
heeft een aantal op maat gemaakte programma’s uitgewerkt die zich focussen op
watersystemen en waterrijke gebieden gelegen op grondgebied Aalst. Zo worden er
bijvoorbeeld begeleide wandelingen aangeboden voor jongeren en volwassenen in schoolMJP Aalst 2014 - 84
of verenigingsverband in de natuurgebieden Osbroek en Gerstjens. Het centrum kan hierbij
rekenen op logistieke ondersteuning van de stad.
Sinds begin 2009 worden scholen voor begeleide natuurwandelingen in Osbroek en
Gerstjens doorverwezen naar het aanbod van het centrum “De Waterkant”. Alle Aalsterse
scholen uit het kleuter-, basis- en secundair onderwijs werden hiervan op de hoogte gebracht
door middel van een brief, vergezeld van de folder van het centrum “De Waterkant”.
Op 8 juni 2012 vond een terreinverkenning plaats met betrekking tot de problematiek van de
overstromingen in het Denderbekken, tussen Ninove, Aalst en Dendermonde.
Op 18 augustus 2012 werd door De Waterkant samen met heel wat betrokken actoren een
interregionale begeleide fietstocht tussen de bron in Ath en de monding in Dendermonde
georganiseerd. Aalst was hierin ook een belangrijke stopplaats
Op 26 september 2012 ging op initiatief van De Waterkant een studiedag door rond het
thema “water in de stad: Aalst en Dendermonde”, waarbij de realisaties en plannen met
aandacht voor de Dender in de kijker werden gezet.
Op 7 juni 2013 organiseerden de werkgroep Dender van Grenzeloze Schelde vzw en De
Waterkant vzw een derde interregionale samenkomst over de overstromingsproblematiek in
het Denderbekken.
TMVW:
Op vrijdag 22 juni organiseerde de stad in samenwerking met de watermaatschappij
TMVW (Water-link) een actie om het gebruik van kraantjeswater als dorstlesser te
stimuleren. Die dag werden in een aantal steden op strategische plaatsen drinkbussen
opgehangen, die dan op een ludieke manier uitgedeeld werden. In Aalst gebeurde dat op
de Grote Markt.
De Aalsterse Big Jump:
Op 14 juli 2013 organiseerde de stad samen met de Aalsterse Klimaatkoepel (Dâk) en
Natuurpunt Aalst voor de derde maal de Aalsterse Big Jump, aan de jachthaven bij de
Zwarte Hoekbrug in de Denderstraat. De Big Jump is een positieve symbolische actie
waarbij iedereen een duik in het water kan nemen voor propere waterlopen met groene
oevers. Er sprongen 100 mensen en er waren 600 toeschouwers.
•
Planning
Verderzetten bestaand beleid.
•
Financieel
Loon- en werkingskosten
MJP Aalst 2014 - 85
Actie 4.4.6.
Erosiebestrijding: Instrument ontwikkelen om perceelsrandenbeheer in
te voeren en het inzaaien van een bodembedekker te veralgemenen
Thema: Water
MBP
Trefwoord: strategie
Doelgroep: landbouwers,
2.3.6.
terreinbeheerders
Initiatiefnemer:
Betrokken actoren:
dienst Economie en landbouw/dienst
landbouw- en milieuverenigingen, GNOPLeefmilieu
commissie
contactpersoon: Jan Blindeman, Jens
en Anne-Marie De Bruycker
Relaties
4.1.2.2., 4.1.2.2.
met
• Doelstelling
Tot een veralgemening komen van een bodembeheer waarbij de afstroom van
bodemdeeltjes en van water op perceelsniveau voorkomen wordt.
• Omschrijving – inhoud
De kwaliteit van de bodemstructuur heeft een enorme invloed op de waterhuishouding van
een perceel en op de voeding van de beken. Daarom dienen middelen gezocht om de
gebruikers ertoe te brengen deze structuur te verbeteren en er zorg voor te dragen.
Perceelsranden (langs waterlopen) kunnen bij verantwoord beheer een bufferfunctie
vervullen; bodembedekkers beschermen de bodem tegen extreme omstandigheden en
vertragen de hemelwaterafvoer van de akkers.
• Rapportering
Eerder werden door de dienst Landbouw reeds voorstellen geformuleerd inzake de invoering
van een stedelijke premieregeling voor bepaalde bodembeheersmaatregelen. Deze premies
zouden een aanvulling zijn op bestaande premieregelingen op Vlaams niveau. Tot nog toe
werden deze voorstellen niet goedgekeurd.
Er zijn ook nog andere pistes mogelijk, waarover nog verder onderzoek moet gebeuren.
De problematiek werd in 2006 opnieuw aangekaart, in het kader van een integraal
waterbeheer. In de deelbekkenbeheerplannen werd een algemene actie opgenomen omtrent
het aanpakken van zones met problematische oevererosie. Het is de bedoeling om in
problematische zones oeverafkalving tegen te gaan door gepaste inrichting van de oevers.
Degelijke informatie is een eerste stap naar effectieve maatregelen op het terrein.
In 2007 werd door de stad een erosiewerende gracht aangelegd langsheen een
landbouwperceel dat afhelt naar de Kempinnestraat (Meldert-Aalst) om de modderoverlast te
beperken.
• Planning
Verder zetten bestaand beleid.
Zie ook 2.2.1.6.4. en 4.1.2.2.
• Financieel
Loon- en werkingskosten
MJP Aalst 2014 - 86
4.5. Hemelwaterinstallaties en infiltratievoorzieningen
Actie 4.5.1.
Stedenbouwkundige verordening inzake de afvoer van afvalwater en
hemelwater: toepassing en controle
Thema: Water
MBP
Trefwoord: regelgeving
Doelgroep: burgers
2.3.3.
Initiatiefnemer:
Betrokken actoren:
dienst Ruimtelijke
diensten Leefmilieu, Openbare Werken en Ruimtelijke Ordening;
Ordening
Bouwpolitie
contactpersoon: Jens
en Anne-Marie De
Bruycker
Relaties
1.1.2.7.; 4.4.1.; 4.6.1.; 4.6.2.; 4.6.3.
met
• Doelstelling
Bij nieuwbouw, grote verbouwingen en bij de aanleg van grote verhardingen een aantal
maatregelen in functie van een duurzame waterhuishouding opleggen en controleren.
• Omschrijving – inhoud
Bij nieuwe woningen, grote verbouwingen en de aanleg van verhardingen groter dan 100 m²
verplicht de verordening de installatie van een hemelwaterput, de infiltratie van de overloop
en verbiedt ze de lozing van hemelwater in de riool. Afvalwater moet in alle gevallen naar de
straatriolering. Hemelwater mag enkel uitzonderlijk naar de straatriolering.
• Rapportering
Begin 2008 werd een overkoepelend reglement op de rioolaansluitingen opgemaakt, dat alle
vigerende voorschriften omvat. Het was de bedoeling om tot een duidelijk goed te begrijpen
document te komen waarin alle Vlaamse en Aalsterse voorschriften rond de afvoer van
afvalwater en hemelwater opgenomen zijn (VLAREM II, het Zoneringsplan, de Aalsterse
bouwverordening op hemelwater, de Vlaamse code van goede praktijk op regenwaterputten
en de Aalsterse voorschriften op de rioolaansluitingen). Het aangepaste reglement op de
rioolaansluitingen werd goedgekeurd door de gemeenteraad op 29 april 2008. Het nieuwe
reglement ging van kracht op 1 november 2008. Nieuw is de verplichting om bij elke
bouwaanvraag een waterplan in te dienen, en in sommige gevallen ook een infiltratienota.
De controles op de naleving van het reglement gebeuren met behulp van rookproeven door
de toezichter rioolaansluiting van de stad.
Sinds 1 januari 2014 is de nieuwe Vlaamse hemelwaterverordening van kracht. Deze zal
getoetst worden aan het gemeentelijk reglement op de rioolaansluitingen.
•
Planning
Verder zetten bestaand beleid.
•
Financieel
Loon- en werkingskosten
MJP Aalst 2014 - 87
Actie 4.5.2.
De afkoppeling en het gebruik van hemelwater in bestaande woningen
stimuleren
Thema: Water
MBP
Trefwoord: subsidie
Doelgroep: burgers
2.3.4.
Initiatiefnemer:
Betrokken actoren:
dienst Leefmilieu
diverse stadsdiensten
contactpersoon: Jens
en Anne-Marie De
Bruycker
Relaties
4.1.2.1.; 4.5.1.; 4.6.3.
met
• Doelstelling
De waterhuishouding in bestaande woningen verduurzamen, d.w.z. het gebruik van
hemelwater én de afkoppeling en infiltratie van het hemelwater stimuleren.
• Omschrijving – inhoud
Door het gebruik van hemelwater voor laagwaardige doeleinden wordt duur en moeilijk te
bereiden drinkwater bespaard. Afkoppeling van hemelwater van de afvalwaterriool helpt de
verdunning van het afvalwater tegengaan. Die verdunning veroorzaakt een te laag
rendement van de zuiveringsstations en zorgt voor een overbelasting van de
rioolinfrastructuur.
• Rapportering
Eind 2009 werd er een aanmoedigingsreglement opgemaakt voor hemelwaterputten en
infiltratievoorzieningen opgemaakt. Het aanmoedigingsreglement ging van kracht op 1
januari 2010.
Sinds 27 september 2011 geldt een aangepaste versie van de aanmoedigingsreglementen
hemelwater. Voorheen was er een premie voorzien voor enerzijds de aanleg van een
hemelwaterinstallatie, anderzijds voor het afkoppelen van de hemelwaterafvoer via een
infiltratiesysteem. De gemeenteraad heeft nu een nieuw, apart premiereglement
goedgekeurd inzake afkoppeling van hemelwater. De gedeelten die betrekking hadden op
afkoppeling van hemelwater werden tegelijk uit het oorspronkelijk reglement geschrapt. Het
oorspronkelijk reglement geldt nu enkel nog voor het gebruik van hemelwater.
De maximumpremie voor afkoppeling werd opgetrokken van 500 naar 1000 EUR (+sociale
correctie) , om een gelijke ondersteuning te bekomen van bestaande woningen die verplicht
moeten afkoppelen bij aanleg van gescheiden riool (waarvoor al een ondersteuning van
kracht was), en bestaande woningen waar dit vrijwillig gebeurt.
Net zoals bij verplichte afkoppeling, krijgt ieder die een premie vraagt voor vrijwillige
afkoppeling, nu ook vooraf een advies en achteraf een controle van een
afkoppelingsadviseur. Het nieuwe afkoppelingsreglement biedt dus een grote meerwaarde
voor vrijwillige afkoppelaars. De aanvragen tot afkoppelingspremie worden behandeld door
de dienst O.W. De aanvragen tot premie voor hemelwatergebruik blijven bij Leefmilieu.
In 2013 waren er 6 aanvragen voor hemelwatergebruik.(zie bijlage WA 02).
• Planning
In 2014 zal er via de gebruikelijke kanalen verder promotie worden gemaakt rond het van
kracht zijnde aanmoedigingsreglement.
MJP Aalst 2014 - 88
Om op grote schaal bestaande panden aan te zetten tot afkoppeling en gebruik van
hemelwater, is een verregaander financieel drukkingsmiddel nodig (zie actie 4.6.3.). Voor
wat het gebruik van hemelwater betreft, zullen de verhoogde drinkwaterprijs en de
rechtstreekse link tussen drinkwaterverbruik en saneringsbijdrage hun effect hebben.
• Financieel
Actieplan L204K04A5, begrotingsartikel 0330-00/64900111 voor het subsidiereglement
Loon- en werkingskosten
Actie 4.5.3.
Gericht vergunningenbeleid voeren inzake grondwaterwinningen
Thema: Water
MBP
Trefwoord: vergunningen Doelgroep: exploitanten/burgers
2.3.4.
Initiatiefnemer:
Betrokken actoren:
dienst Leefmilieu
LNE - afdeling water
contactpersoon: Jens en AnneMarie De Bruycker
Relaties
4.4.1.
met
• Doelstelling
Het oppompen van grondwater beperken.
• Omschrijving – inhoud
Bij milieuvergunningsaanvragen inzake de winning van grondwater telkens nagaan of er een
alternatief mogelijk is voor de winning van grondwater, of voor een deel ervan.
• Rapportering
Er wordt steeds advies gevraagd aan LNE - afdeling water, ook bij 3de klasse bedrijven (niet
verplicht). Deze adviezen zijn deskundig en streng.
• Planning
Bij de beoordeling van nieuwe en hernieuwingsaanvragen zal terdege rekening worden
gehouden met de Vlaamse doelstelling dat de vergunde debieten van winningen uit de
diepste watervoerende lagen met 75 % zullen moeten teruggeschroefd worden om het
niveau op een aanvaardbaar peil te houden.
Verder zetten bestaand beleid.
• Financieel
Loon- en werkingskosten
MJP Aalst 2014 - 89
Actie 4.5.4.
Duurzaam waterbeleid in nieuwe of vernieuwde stadsgebouwen
Thema: Water
MBP
Trefwoord interne
Doelgroep:burgers,
2.3.4.
milieuzorg, IMZ
stadspersoneel
Initiatiefnemer:
Betrokken actoren:
dienst Leefmilieu
stadsdiensten
contactpersoon: Jens
en Anne-Marie De
Bruycker
Relaties
2.2.1.1.
met
• Doelstelling
Als stad zelf het goede voorbeeld geven door systematisch de waterhuishouding van de
stadsgebouwen te verduurzamen.
• Omschrijving – inhoud
Bij elke verbouwing wordt nagegaan welke mogelijkheden er zijn inzake duurzaam
waterbeheer: Kan er afgekoppeld worden? Kan er hemelwater gebruikt worden?
• Rapportering
In 2013 werden de stedelijke sportcomplexen Zandberg en Osbroek en de
ontmoetingsruimte Baardegem voorzien van een hemelwaterput met hemelwaterrecuperatie.
• Planning
Verder zetten van het bestaande beleid.
• Financieel
Loon- en werkingskosten
4.6. Verbeteren van de waterkwaliteit
Actie 4.6.1.
Uitbouw en optimalisering rioleringsinfrastructuur in de te rioleren zone
Thema: Water
MBP
Trefwoord: infrastructuur Doelgroep: burgers
2.3.3.
Initiatiefnemer:
Betrokken actoren:
dienst Mobiliteit en openbare Werken
dienst Leefmilieu
contactpersonen: Eddy Thijs, Jens en
Aquafin, VMM
Anne-Marie De Bruycker
Relaties
4.4.1.; 4.6.2.; 4.6.3. en 4.5.2.
met
• Doelstelling
De aansluitingsgraad van afvalwater op het zuiveringsstation opdrijven tot meer dan 95 % in
2013, door de aanleg van collectoren en een fijnmazig rioleringsnet. Het streefdoel is om
samen met Aquafin tegen 2018 alle waterlopen vrij te maken van lozingspunten.
MJP Aalst 2014 - 90
• Omschrijving - inhoud
Aalst werkt in overleg met Aquafin zijn programma af ter sanering van de lozingspunten.
Daarnaast worden er elk jaar oude riolen vernieuwd. Er worden zowel betoelaagde RIOprojecten uitgevoerd als projecten die volledig door de stad zelf worden gefinancierd.
• Rapportering
De streefdatum om tegen 2015 alle waterlopen vrij te maken van lozingspunten is niet meer
haalbaar en wordt aangepast naar 2018. Dit is te wijten aan het feit dat diverse projecten nog
wachten op uitvoering omdat ze samen worden uitgevoerd met projecten van het Vlaamse
Gewest of omdat er op toelagen wordt gewacht.
Alle resterende lozingspunten en individueel te zuiveren panden (± 80), staan aangegeven
op het Aalsterse Zoneringsplan opgemaakt door VMM. Na de sanering van de groene
clusters te Moorsel (Steven, Tinnenhoekstraat, ...) zal het aantal resterende lozingspunten
nog miniem zijn.
Alle afvalwaterdossiers die nog moeten uitgevoerd worden voor de sanering van de groene
clusters werden ingediend bij VMM voor het bekomen van Rio-toelagen. Ze werden optimaal
gescheiden geconcipieerd.
Volgens VLAREM II Art. 4.2.1.3. § 5 en Art. 6.2.1.2. § 2 is het verboden hemelwater te lozen
in de openbare riolering wanneer het technisch mogelijk is dit hemelwater gescheiden van
het afvalwater te lozen in een oppervlaktewater of een kunstmatige afvoerweg voor
hemelwater. De Vlarem II aanpassing van 2007 verplicht eigenaars van open en halfopen
panden om hun hemelwater af te koppelen van hun afvalwater wanneer er in de straat een
optimaal gescheiden riolering wordt aangelegd. Voor gesloten bebouwing volstaat de
afkoppeling van de voorste dakhelft.
Het knelpunt is dat er momenteel nog geen wettelijke handhaving voorhanden om deze
afkoppelingsplicht in de praktijk te kunnen afdwingen. Dergelijk instrument zou het best op
Vlaams niveau uitgewerkt worden. De VMM, het Kabinet van de Vlaamse minister van
Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur en de VVSG onderzoeken momenteel de
verschillende mogelijkheden tot handhaving van de afkoppelingsplicht.
Heel wat pilootprojecten in andere gemeenten tonen aan dat, in afwachting dat er andere
vormen van handhaving worden ingevoerd, de systematische afkoppeling van panden enkel
slaagt wanneer ze georganiseerd wordt door de rioolbeheerder. Daarom besliste de stad om,
beperkt tot 2007-2011, de betrokken eigenaars aan te bieden dat de stad instaat voor de
advisering van de afkoppelingswerken én voor de aanleg van alle leidingen, putten en
infiltratie-inrichtingen, op voorwaarde dat de eigenaars tijdig hun akkoord geven (enkel
herstel tuin en verhardingen ten laste van eigenaars).
Omdat dit té duur werd (in 2011: 0,75 - 1 miljoen euro afkoppelingswerken per jaar) werd op
de gemeenteraad van 27 september 2011 een nieuw afzonderlijk premiereglement
goedgekeurd inzake afkoppeling van hemelwater. De maximumpremie voor afkoppeling
werd opgetrokken van 500 naar 1000 EUR (+sociale correctie), om een gelijke
ondersteuning te bekomen van bestaande woningen die verplicht moeten afkoppelen bij
aanleg van optimaal gescheiden riool, en bestaande woningen waar dit vrijwillig gebeurt.
Voor de begeleiding van de afkoppelingswerken sloot de stad een RioTotaalovereenkomst af
met nv Aquafin.
Alle resterende RIO dossiers werden opgenomen in de rollende lijst van prioritaire projecten
2013 - 2018 en worden gerealiseerd i.f.v. de progressie van Aquafin en het verlenen van de
toelagen. De opgestarte of nog op te starten projecten zullen samen met de lopende en
voorziene Aquafinwerken de zuiveringsgraad vóór 2018 naar 100% brengen.
In 2013 uitgevoerde of aanbestede rioleringsprojecten:
MJP Aalst 2014 - 91
- Landbouwerstraat en deel van de Bredestraat (tussen H. Hartlaan en
Verbrandhofstraat) : wegen- en rioleringswerken
- Statieplein fase II, Stationstraat, M Claserstraat, Cumontstraat;
- Melkspinde, Seepscherf en Blokveldstraat : wegen- en rioleringswerken
- Achterstraat Meldert : wegen- en rioleringswerken
- Hekelgemstraat : wegen- en rioleringswerken
- W&R werken in de Blektestraat
- Herinrichten van de N9 - Gentsesteenweg tussen grens Erpe-Mere en Siesegemlaan
- E40 te Nieuwerkerken en Erembodegem : plaatsen geluidswanden langs de autosnelweg
- N9 Brusselsesteenweg Aalst (vak Albrechtlaan Aalst - Hogeweg Erembodegem) : wegenen rioleringswerken.
- Keizersplein Aalst : wegen en rioleringswerken
- Kleistraat te Erembodegem : wegen- en rioleringswerken
- Popperodedries : wegen- en rioleringswerken
- Rioleringswerken Perrekouterbaan
• Planning
De stad Aalst was pilootproject voor de opmaak van het gebiedsdekkende uitvoeringsplan
(GUP). Alle GUP-projecten ter sanering van de waterlopen worden tegen 2018 gerealiseerd.
Rioleringsprojecten gepland voor 2014 :
- Steven, Kokstraat, Tinnenhoekstraat, Herbergstraat, Gevergemveldbaan, Keimolen en een
- deel van de Ravenakkerstraat : wegen- en rioleringswerken
- Wegen- en rioleringswerken in een deel van Baardegem-Dorp en de Blokveldstraat te
Baardegem
- Aquafin project 20.421 - Aansluiting Molenstraat (Melkspinde) te Baardegem
- Doment en Eeckhoutstraat te Meldert : aanleg fietspaden
- Hoveniersstraat (deel tussen Moorselbaan en Dr. De Moorstraat) en Violettestraat
- Bauwensplein, Vooruitgangstraat, Veldstraat, Fabriekstraat
- Grote Baan (Herdersem)
- Papeveld en Varent (Erembodegem)
- Raymond Uyttersprotstraat en Leirekenstraat (Moorsel)
Een nog uit te voeren studie (VMM, definitief gemengd gebied) zal aangeven welke delen
van Aalst mogen uitgevoerd worden als gemengde stelsels. Het uitgangspunt van de studie
is een kosten-batenanalyse. Als de baten onvoldoende hoog zijn (verbetering rendement van
de rioolwaterzuiveringsinstallatie, kwaliteit afstromend oppervlaktewater in centrumgebieden
kan een kwalitatieve verslechtering inhouden van de waterlopen waar het naar wordt
afgevoerd) ten aanzien van de kosten (aanleg gescheiden stelsels) dan blijft de riolering
gemengd. In de praktijk zal dit allicht voor Aalst inhouden dat het centrum van Aalst
grotendeels gemengd zal blijven. Enkele opportuniteiten (centrumrand) zullen wel worden
benut (aanleg RWA-collector St-Annalaan-Ledebaan-Dender).
• Financieel
2013: L204K01A1
Loon- en werkingskosten
MJP Aalst 2014 - 92
Actie 4.6.2.
Afbakening en aanpak waterzuivering in de niet te rioleren zone
Thema: Water
MBP
Trefwoord:
Doelgroep: burgers
2.3.3.
beleidsplanning
Initiatiefnemer:
Betrokken actoren:
dienst Openbare Werken
dienst Leefmilieu
contactpersonen: Marc Van Ginderdeuren, Aquafin, VMM
Jens en Anne-Marie De Bruycker
Relaties
4.4.1.; 4.6.1.; 4.6.2.; 4.6.3.
met
• Doelstelling
Een regeling treffen voor de zuivering van het afvalwater van gebouwen in de niet te rioleren
zone. Voldoen aan de Europese kaderrichtlijn water, die bepaalt dat tegen 2015 alle
waterlopen van goede kwaliteit moeten zijn.
• Omschrijving – inhoud
Alle rode clusters van het zoneringsplan liggen in de niet gerioleerde zone. Als een vergunde
woning in het rode gebied ligt betekent dit dat het afvalwater individueel moet verwerkt
worden. Dat kan via een individuele zuiveringsinstallatie (IBA) of via een individueel
pompstation. Voor grondgebied Aalst gaat het om ongeveer een 80-tal woningen.
• Rapportering
Op 22 mei 2006 besloot het college van burgemeester en schepen om het
gelijkheidsprincipe toe te passen en al haar inwoners die een vergund pand bewonen de
mogelijkheid tot opvang en zuivering van hun afvalwater te bieden en hen hiervoor een
saneringsbijdrage (zie actie 2.2.1.2.4.) aan te rekenen. Dit betekent dat de stad zal
instaan voor de levering, de plaatsing en de exploitatie van de IBA of het pompstation voor
alle vergunde panden gelegen in de rode zone. Niet vergunde woningen zullen in de eerste
plaats hun bouwvergunning in orde moeten brengen. Dit biedt het voordeel dat de IBA’s
centraal kunnen aanbesteed worden, inbegrepen hun exploitatie op last van de fabrikant, en
dus van hetzelfde type kunnen zijn. Voor de aansluiting van het afvalwater op een IBA of
pompstation zal een bedrag van 1000,- EUR moeten betaald worden, vergelijkbaar met het
bedrag voor een rioolaansluiting.
• Planning
Er zal voor elk vergund pand gelegen in een rode cluster, op basis van de prijs, beslist
worden of er een pompstation of IBA zal voorzien worden.
De stad zal de eigenaars van vergunde woningen in het rode gebied aanbieden om een
overeenkomst af te sluiten over de individuele behandeling van hun afvalwater. De eigenaar
zal daarbij zijn afvalwater onverdund (d.w.z. het regenwater afgekoppeld van het afvalwater)
dienen aan te bieden. Er zal gezamenlijk naar de beste inplantingsplaats voor de IBA of het
pompstation gezocht worden. De stad geeft de voorkeur om waar mogelijk de IBA of het
pompstation op openbaar domein te plaatsen. De stad zal hierbij, via RioTotaal, begeleid
worden door de nv Aquafin.
Voor de reeds bestaande gebouwen die individueel zullen moeten zuiveren zal door de VMM
een overgangsbepaling worden opgelegd. Voor woningen die momenteel nog niet
beschikken over een IBA wordt die opgelegd tegen eind 2015. Woningen die beschikken
over een niet-gecertificeerde IBA moeten deze vervangen uiterlijk 10 jaar na vaststelling van
het zoneringsplan. Van deze laatste verplichting kan men vrijstelling krijgen indien men
aantoont dat de niet-gecertificeerde IBA voldoet aan de lozingsnormen die zijn vastgelegd in
VLAREM II.
Om de goede werking van de IBA’s te garanderen is het noodzakelijk te beschikken over een
kwaliteitsvolle installatie die aan een aantal technische vereisten voldoet, bij voorkeur
MJP Aalst 2014 - 93
BENOR-gekeurd of gelijkwaardig, aangevuld met een foutdetectiesysteem. In de Vlaremaanpassing, die de nieuwe zoneringsplannen juridisch onderbouwt, werd opgenomen dat
enkel nog BENOR-gecertificeerde (of gelijkgestelde) IBA's toegelaten zijn.
• Financieel
Voorlopig loon- en werkingskosten.
De realisatie van de individuele behandeling van het afvalwater in de rode clusters is
opgenomen in het voorstel vijfjarenplan infrastructuur.
Actie 4.6.5
Milieuvergunningenbeleid: specifieke aandacht voor waterhuishouding
Thema: Water
MBP
Trefwoord: vergunningen Doelgroep: burgers/exploitanten
2.3.3.
Initiatiefnemer:
Betrokken actoren:
dienst Leefmilieu
dienst Mobiliteit en Openbare Werken, Ruimtelijke Ordening,
contactpersoon: Jens provincie, LNE afdeling Water, VMM
en Anne-Marie De
Bruycker
Relaties
4.4.1.; 4.6.1.; 4.6.2.; 4.6.3.
met:
• Doelstelling
Via de milieuvergunningen controle houden over de lozingen van afvalwater en hemelwater
van bedrijven. De vergunningen afstemmen op de ecologische draagkracht van het
watersysteem.
• Omschrijving – inhoud
Bij elke aanvraag tot hernieuwing of verkrijgen van een milieuvergunning zijn de afvalwateren hemelwaterstromen 2 belangrijke aspecten. Via de voorwaarden bij de vergunning kan
een correcte waterhuishouding opgelegd worden. Een instrument daartoe is de watertoets
die voor elk nieuw initiatief, zij het een vergunning, een plan of een programma, vooraf de
mogelijkheid op schade voor het watersysteem beoordeelt.
Ondanks het feit dat op de aanvraagformulieren voor een milieuvergunning geen informatie
gevraagd wordt over niet-verontreinigd hemelwater, dient hieraan de nodige aandacht
besteed bij de behandeling van de dossiers.
• Rapportering
Bij elke milieuvergunningsaanvraag wordt overwogen of het opportuun is om afkoppeling of
gebruik van hemelwater op te leggen, of wordt een onderzoek naar de mogelijkheden
daartoe opgelegd.
Inzake afvalwater wordt bij klasse 2-bedrijven met lozing steeds advies gevraagd aan de
VMM, ook wanneer dit niet verplicht is volgens de indelingslijst.
• Planning
Verder zetten bestaand beleid.
• Financieel
Loon- en werkingskosten
MJP Aalst 2014 - 94
5. HINDER
Via de Samenwerkingsovereenkomst 2008-2013 verbindt de stad Aalst zich er toe een
beleid te voeren dat erop gericht is om de milieuhinder (geur, geluid, licht, stof, rook en/of
roet) die zich voordoet op haar grondgebied te beheersen en zo mogelijk in te perken.
Hierbij wordt aandacht besteed aan volgende concrete doelstellingen:
- op een gestandaardiseerde manier opvolgen en inventariseren van milieuhinder;
- stimuleren van verantwoord gedrag van haar burgers en bedrijven via doelgerichte
sensibilisatiecampagnes in verband met de beheersing van milieuhinder;
- zelf een verantwoord gedrag aan de dag leggen in verband met de beheersing van
milieuhinder voor activiteiten die de gemeente in eigen beheer organiseert of exploiteert;
- efficiënt en effectief optreden bij vaststelling van milieuhinder;
- voorkomen van milieuhinder door het gebruik van het instrumentarium van de ruimtelijke
ordening.
De dienst Leefmilieu probeert, met deze doelstellingen voor ogen, hinder te voorkomen door
onder meer een grondige behandeling van de vergunningsdossiers, zowel dossiers in het
kader van VLAREM als kapvergunning en natuurvergunning. Voor de advisering van de
VLAREM-dossiers wordt naast de verplichte adviesvragen ook advies gevraagd aan de
volgende stadsdiensten: de dienst Ruimtelijke ordening, de dienst Mobiliteit en openbare
Werken, de Brandweer en afhankelijk van de soort inrichting de dienst Economie en
landbouw en de Politie (preventiedienst).
Voor toezicht wordt voornamelijk opgetreden naar aanleiding van klachten (wegens
tijdsgebrek en een steeds toenemend takenpakket).
5.1. Basis
5.1.1. Digitaal opvolgen van milieuklachten
Actie 5.1.1.
Thema: hinder
Initiatiefnemer:
dienst Leefmilieu
Relaties met
•
Klachten: registreren, behandelen en opvolgen
MBP 2.5. en 3.3.3.
Trefwoord: klachten, Doelgroep: eigen
klachtenbeheer
diensten, burgers,
exploitanten
Betrokken actoren:
de Lokale Politie, diverse stadsdiensten,
OVAM, Vlaamse Overheid, Departement
Leefmilieu, Natuur en Energie, Afdeling
Milieu-inspectie,
Medisch Milieudeskundige
1.1.1.3. en 1.1.3.
Doelstelling
Het uitwerken van een eenduidig systeem van klachtenregistratie en -opvolging. Op die
manier kan eveneens een indicatie van de milieuhinder (omvang, plaats, aard) gevormd
worden.
•
Omschrijving - inhoud
De dienst Leefmilieu en de Lokale Politie beschikken momenteel over een aparte
klachtenregistratie.
De opvolging gebeurt ofwel door de Lokale Politie, ofwel door de dienst Leefmilieu. In
bepaalde gevallen wordt er ook samengewerkt.
Bij klachten over hinder (geluid, luchtverontreiniging, waterverontreiniging, lichthinder,
bodem, afval, …) wordt ook steeds de vergunningsplicht en -toestand nagegaan.
De gemeente dient volgens de Samenwerkingsovereenkomst klachten over milieuhinder op
te volgen via MKROS of via een eigen digitaal dossieropvolgingssysteem. De stappen die
worden ondernomen in de loop van de behandeling van een klacht, dienen gestructureerd
MJP Aalst 2014 - 95
geregistreerd te worden. Klagers en vermoedelijke veroorzakers zullen op de hoogte
gehouden worden van de ondernomen stappen; andere belanghebbende diensten worden in
kennis gesteld; klachten worden doorgestuurd voor verdere behandeling naar de bevoegde
instantie. In MKROS is hiertoe een opvolgingsmodule voorzien.
•
Rapportering
Algemeen
Klachten kunnen ingediend worden bij de Lokale Politie en/of bij de dienst Leefmilieu, zowel
mondeling (incl. telefoon) als schriftelijk (incl. mail).
Klachten ingediend bij de dienst Leefmilieu worden ingevuld in MKROS en worden verdeeld.
Afhankelijk van de aard van de klacht, wordt ze behandeld door de VLAREM-ambtenaren of
de ambtenaren van het team Groen, water en afval.
De klachten met betrekking tot milieuhygiëne hebben vaak te maken met het VLAREM en
worden afgehandeld door de VLAREM-ambtenaren. Zij hebben voor klasse 2 en 3inrichtingen zelfs de bevoegdheid op te treden en een proces-verbaal of een technisch
verslag te maken. Indien een klacht over een klasse 1-inrichting gaat, wordt ze doorgestuurd
naar de bevoegde instantie: Vlaamse Overheid, Departement Leefmilieu, Natuur en Energie,
Afdeling Milieu-inspectie. De Lokale Politie heeft algemene opsporingsbevoegdheid en kan
voor elk milieu-delict proces-verbaal opstellen.
Klachten over openbaar of privaat groen, over water en over sluikstorten of –stoken worden
door het team Groen, water en afval behandeld. De dienst kan voor deze klachten
aanmanen en bemiddelen maar indien er een proces-verbaal moet opgesteld worden, kan
dit voor dergelijke klachten enkel door de Lokale Politie.
De klachten ingediend in 2013 bij de dienst Leefmilieu werden in MKROS geregistreerd.
De bevindingen en de ondernomen acties werden in het opvolgingssysteem van MKROS
bijgehouden.
In de meeste gevallen wordt er een plaatsbezoek gebracht aan de inrichting of beklaagde en
aan de klager. Indien een inrichting wordt geëxploiteerd zonder vergunning en/of de
vergunningsvoorwaarden niet worden nageleefd, wordt de beklaagde/exploitant
aangemaand om de toestand te regulariseren en/of de milieuvergunningsvoorwaarden na te
leven. Bij herhaalde klachten wordt proces-verbaal opgesteld. De klager wordt op de hoogte
gebracht van de ondernomen acties.
De klachten die ingediend worden bij de Lokale Politie worden daar geregistreerd en
opgevolgd. Klachten die binnenkomen bij de Lokale Politie worden ofwel geregistreerd als
meldingen, ofwel als interventie, ofwel wordt er effectief een proces-verbaal opgesteld.
Onderstaande tabel en grafiek geven een overzicht van de door de dienst Leefmilieu
geregistreerde en opgevolgde klachten in 2013. Voor de klachtenregistratie wordt de
onlinewebtoepassing MKROS van de Vlaamse overheid gebruikt. Naast de dossierregistratie
wordt de klachtopvolging via deze webtoepassing bijgehouden.
Meldingen bij de dienst Leefmilieu van klachten die het gevolg zijn van een probleem van
geluidshinder, geurhinder, lichthinder, stof- of roethinder, al dan niet gerelateerd aan een
vergunningsplichtige inrichting of activiteit worden geregistreerd via MKROS. Milieuklachten
waarbij een vermoeden bestaat dat de menselijke gezondheid kan worden aangetast worden
eveneens geregistreerd in MKROS.
De registratie van milieuklachten die te maken hebben met bodemverontreiniging (door o.a.
achtergelaten afvalstoffen), waterverontreiniging of overige milieuklachten waarbij geen
vermoeden bestaat dat de gezondheid van de mens kan worden aangetast is facultatief in
het kader van de Samenwerkingsovereenkomst. Dat is nochtans een groot deel van de
klachten waarvoor men zich tot de dienst Leefmilieu richt. Omdat het niet evident is dit type
klachten in MKROS te integreren, gebeurt het enkel voor de klachten die als “zeer ernstig”
MJP Aalst 2014 - 96
beoordeeld worden en/of die verder onderzoek van de personeelsleden van Team Groen,
water en afval vergen.
Loutere meldingen van op te ruimen sluikstorten en zwerfvuil worden in de regel (als de
overtreder niet te achterhalen valt) ook niet in MKROS geregistreerd. Ook courante klachten
rond openbaar en privé groen (overhangende takken, bladafval, …) komen zelden in
MKROS. Sinds november 2013 worden deze wel in AMBER geregistreerd.
De via MKROS gemaakte overzichten en grafieken geven dus geen volledig beeld van de
klachten die de dienst Leefmilieu te verwerken krijgt.
Aantal klachten per compartiment
Per compartiment
Bodem
Fauna en flora
Geluid
Lucht
Varia
Water
Procent
Aantal
46%
24%
7%
13%
6%
5%
58
31
9
16
7
6
127
Totaal berekende
meldingen/klachten:
MJP Aalst 2014 - 97
Aantal klachten per subcategorie
Per aard (van een subcategorie)
Procent
Aantal
Andere
Buren
Fauna
Flora
KMO en industrie
Kwaliteit
Kwantiteit
Land- en tuinbouw
Overige of onbekend
Recreatie en toerisme
Reliëfwijziging
Vergunningen
Verkeer en vervoer
Visuele hinder
Water en waterzuivering
2%
6%
2%
23%
6%
47%
2%
1%
5%
1%
1%
2%
1%
2%
1%
2
7
2
29
8
60
3
1
6
1
1
3
1
2
1
Totaal berekende
meldingen/klachten:
127
MJP Aalst 2014 - 98
Aantal klachten per communicatiemiddel
per communicatiemiddel
Andere
Brief
Email
Mondeling
Telefonisch
Procent
Aantal
2%
5%
40%
9%
44%
2
6
51
12
56
127
Totaal berekende
meldingen/klachten:
MJP Aalst 2014 - 99
Aantal klachten per soort melder
per soort melder
Procent
Aantal
Bedrijf
Brandweer
Burger
Gemeentediensten
Gewestelijke dienst
Lokale politie
2%
1%
83%
9%
2%
2%
3
1
106
12
2
3
127
Totaal berekende
meldingen/klachten:
MJP Aalst 2014 - 100
Aantal klachten per soort veroorzaker
per soort veroorzaker
Procent
Aantal
Aannemer
Andere
Fabriek of Industrie
Gemeente
Horeca
KMO/ambachten
Land- of tuinbouwer
Onbekend
Particulier
Provincie
Servicedienst
5%
3%
5%
6%
2%
5%
2%
38%
31%
1%
1%
6
4
7
8
3
7
3
49
40
1
1
129
Totaal berekende
meldingen/klachten:
Uit bovenstaande tabellen en grafieken blijkt dat het grootste deel van de klachten opnieuw
betrekking hebben op bodem. De meeste hiervan hebben met afval, sluikstorten te maken.
Zoals eerder gesteld worden enkel afvalgerelateerde klachten waarvoor de dienst Leefmilieu
zelf een onderzoek instelt in MKROS geregistreerd.
MJP Aalst 2014 - 101
Klachten in verband met fauna en flora zijn in vergelijking met vorig jaar van 3% naar 24%
gestegen. Na bodem hebben de klachten het meest betrekking op dit aspect.
Behoudens de klachten met betrekking tot lucht die 13 % bedraagt is het percentage van de
overige klachtindeling steeds minder dan 10%.
De klachten worden opnieuw voornamelijk via telefoon gemeld. Vorig jaar werd de email het
meest gebruikt als communicatiemiddel
Het aandeel van klachten door burgers is in vergelijking met vorig jaar met 6% gestegen en
maakt in totaal 83% uit. 9% van de hindersituaties wordt door de gemeentediensten zelf
opgemerkt. Dit is een stijging met 7%.
Het verdelingspercentage voor de veroorzaker is behoudens de schommeling met enkele
percentages sterk vergelijkbaar met vorig jaar. De particulier zou in 9% van de gevallen
minder aan de de basis liggen van een hindersituatie. Opmerkelijk is dat de gemeente zelf in
6% van de gemelde klachten de veroorzaker is.
Het aantal klachten waarvan de veroorzaker niet gekend is blijft zeer groot en is in
vergelijking met vorig jaar met 10% gestegen tot 38%.
Net als de vorige jaren is de klachtmelding over horecazaken beperkt. In 2012 telde de
dienst Leefmilieu in dit verband 5 klachten. Voor 2013 is het aantal gedaald tot 3 meldingen.
Voor deze hindersituaties buiten de normale werkuren van de administratie richten de
burgers zich rechtstreeks tot de Lokale Politie of de horeca-coach.
Naast de vermelde klachten zijn er ook nog tal van meldingen bv. van sluikstorten die
behandeld werden, maar niet als klacht geregistreerd omdat er van in het begin duidelijk
geen beklaagde te achterhalen is. Klachten in verband met de huisvuilophaling worden
meestal onmiddellijk aan de telefoon behandeld of naar ILvA doorverwezen zonder
registratie. Daarnaast zijn er ook de verzoeken bv. voor groenonderhoud. De lijn tussen
melding, verzoek en klacht is soms moeilijk te trekken. De dienst Leefmilieu heeft ook geen
zicht op de ongetwijfeld ook talrijke klachten met raakpunten met leefmilieu die op andere
diensten binnenkomen en behandeld worden.
Ook in het kader van de openbare onderzoeken die georganiseerd worden tijdens de
procedure voor een milieuvergunningsaanvraag (klasse 1 en klasse 2) worden klachten
onder de vorm van bezwaren en/of opmerkingen behandeld. De afhandeling van die
bezwaren of opmerkingen gebeurt in de beoordeling van het dossier, namelijk in het advies
of de beslissing van het college van burgemeester en schepenen. Deze klachten werden niet
opgenomen in het overzicht.
Op 25 november 2013 werd de meldingenapplicatie “Amber” opgestart. Voorheen gebruikte
de burger verschillende kanalen om iets te melden en de meldingen kwamen bij
verschillende diensten en kabinetten terecht. Met het meldingssysteem Amber komt een
einde aan deze versnippering. Alle meldingen komen in één centrale database. De
medewerkers van het contactcenter voeren de meldingen op een eenvormige manier in.
Dankzij Amber kunnen we opvolgen hoeveel meldingen we binnenkrijgen en hoe snel ze
worden opgelost. De meldingen worden geregistreerd en er wordt gerapporteerd. Met Amber
wordt ook de samenwerking tussen de front office (externe dienstverlening - onthaal) en de
back office (openbaar domein en rowem) een feit. Dit draagt bij tot een klantgerichte
dienstverlening.
Momenteel worden in Amber volgende meldingscategorieën gehanteerd: Afval, Openbaar
groen, Wegen en water, Mobiliteit en Verkeer, Overlast (waaronder ook geur-, lawaai- en
lichthinder) en Overige.
Tijdens de opstart van Amber worden de huidige meldingen en klachten zowel in het
bestaande klachtenregistratie en -opvolgingssyteem geregistreerd en opgevolgd als in
Amber.
MKROS wordt nog steeds maximaal ingevuld en gebruikt.
MJP Aalst 2014 - 102
Geluid
Indien specifiek klachten over geluid van een meldings- of vergunningsplichtige activiteit
worden geuit bij de dienst Leefmilieu, wordt afhankelijk van de situatie ofwel zelf een
geluidsmeting uitgevoerd, ofwel wordt de exploitant aangemaand tot het uitvoeren van een
geluidsmeting. De klachten worden opgevolgd.
De klachten van niet-ingedeelde muziekactiviteiten en cafés komen meestal bij de Lokale
Politie terecht. De Lokale Politie voert eventueel een meting uit en stelt een proces-verbaal
van vaststelling op.
De geluidshinderproblemen die niet veroorzaakt worden door elektronisch versterkte muziek
en ook niet meldings- en vergunningsplichtig zijn, worden ook als klacht op de dienst
Leefmilieu en bij de Lokale Politie geregistreerd en staan los van het VLAREM. Hier probeert
de stad bemiddelend op te treden tussen klager en verweerder. In sommige gevallen kunnen
het algemeen politiereglement en het strafwetboek (nachtlawaai) een oplossing bieden en
zal de Lokale Politie de zaak verder afhandelen. Bij uitdrukkelijke klacht wordt een procesverbaal opgemaakt. In andere gevallen wordt de klager doorverwezen naar de vrederechter.
Illegaal verbranden van afval (sluikstoken)
Zie ook thema Instrumentarium: toezicht op sluikstoken.
Klachten over het verbranden van afval komen voornamelijk terecht bij de Lokale Politie. In
eerste instantie wordt bemiddelend opgetreden en worden de illegale stokers gewezen op de
bepalingen van het Materialendecreet en het politiereglement. Voor klachten ingediend bij de
dienst Leefmilieu wordt meestal een standaardbrief gehanteerd om de betrokkenen te wijzen
op de wetgeving, hen te sensibiliseren voor het probleem en aan te manen. Indien dat geen
resultaat oplevert, wordt het dossier aan de Lokale Politie overgemaakt.
Bodem
De dienst Leefmilieu contacteert en informeert de bevoegde instanties en probeert ook naar
de eigenaar van de potentieel verontreinigde sites eerstelijnsinformatie te verstrekken.
Indien het terrein (mogelijk) vervuild is, wordt de eigenaar gewezen op de bepalingen van het
Bodemdecreet. In een aantal gevallen maakt de Lokale Politie proces-verbaal op. De OVAM
en zo nodig de bevoegde overheid worden schriftelijk van de situatie op de hoogte gebracht.
Groen
Indien het gaat om klachten inzake openbaar groen, wordt ter plaatse beoordeeld of de
klacht terecht is. Indien dat zo is, wordt het nodige gedaan via de uitvoerende diensten van
de stad.
Indien het gaat om klachten inzake particulier groen wordt meestal doorverwezen naar de
vrederechter. Enkel voor zeer waardevol groen wordt door de dienst Leefmilieu zelf nog
bemiddelend opgetreden.
Water
Bij klachten over afvalwater of hemelwater wordt er telkens een plaatsbezoek verricht.
Er wordt steeds gepoogd de toestand recht te trekken door overleg. Deze aanpak biedt vaak
meer mogelijkheden om tot een effectieve oplossing te komen dan repressie. Wanneer
overleg niet lukt, wordt er naargelang van het probleem via de geijkte weg repressief
opgetreden, of wordt er doorverwezen naar de vrederechter.
De klachtenbehandeling en –opvolging werd op dezelfde manier verder gezet.
Om de burgers, exploitanten te sensibiliseren werden door de dienst Leefmilieu brochures
over verschillende hinderaspecten (sluikstoken, bodem, …) verspreid.
Een overzicht van de klachten is momenteel raadpleegbaar via een Word-tabel (klachten tot
2007) of MKROS (klachten vanaf 2008).
•
Planning
Voor de klachtenregistratie en - opvolging wordt de webtoepassing MKROS van de Vlaamse
overheid gebruikt.
MJP Aalst 2014 - 103
•
Financieel
Loon- en werkingskosten.
5.1.2. Passieve sensibilisatie
Actie 5.1.2.
Thema: hinder
Initiatiefnemer:
dienst Leefmilieu
Passieve sensibilisatie
Trefwoord:
sensibilisatie,
sensibilisering
Betrokken actoren:
Stad Aalst
Doelgroep: eigen
diensten, burgers,
exploitanten
Relaties met
•
Doelstelling
De gemeente dient overeenkomstig de Samenwerkingsovereenkomst passieve sensibilisatie
m.b.t. verschillende milieuhinderthema's (geluids-, geur-, stof-, rook- en lichthinder) te
ondernemen.
•
Omschrijving - inhoud
Passieve sensibilisatie m.b.t. verschillende milieuhinderthema's (geluids-, geur-, stof-, rooken lichthinder)
•
Rapportering
Regelmatig worden er vanuit de dienst Leefmilieu artikels voorgesteld voor publicatie in het
stedelijke informatieblad Denderend Aalst en/of op de website van de stad, omtrent allerlei
thema’s.
In 2013 zijn o.a. volgende artikels verschenen:
- Laat je verwarmingsinstallatie nakijken!: op website
- Geurhinder, wat kunnen we eraan doen?: op website
- Rook, hinderlijk?: op website
- Neem je buren niet bij de neus: op website
- Licht, verhelderend … maar soms nutteloos en storend : op website
- Verlichting: overdaad schaadt : op website
- Oorverdovend : op website
- Verbranden van afval: op website
- Rook: hinderlijk en ongezond?”: op website
- Sssst… de buren slapen: gepubliceerd in Denderend Aalst editie februari 1 2013
- Doe het licht maar eens uit: gepubliceerd in Denderend Aalst editie december 1 2013
Zie ook bijlage ALG 01.
•
Planning
In 2014 zullen minstens twee milieuhinderthema’s (geluids-, geur-, stof-, rook- en lichthinder)
aan bod komen in het stedelijke informatieblad en/of op de website.
MJP Aalst 2014 - 104
5.1.3. Milieuvergunningen - meldingen
Actie 5.1.3.
Thema: hinder
Milieuvergunningen - Meldingen: behandelen
MBP 3.5.
Trefwoord:
Doelgroep: eigen
milieuvergunning,
diensten, burgers,
melding, VLAREM
exploitanten
Initiatiefnemer: dienst Leefmilieu
Betrokken actoren:
de Lokale Politie, diverse stadsdiensten,
OVAM, Vlaamse Overheid, Departement
Leefmilieu, Natuur en Energie, Afdeling
Milieu-inspectie en Afdeling
Milieuvergunningen, Medisch
Milieudeskundige
Relaties met
1.1.3.
•
Doelstelling
Uitvoeren van wettelijke taken in het kader van het Decreet betreffende de Milieuvergunning
van 28 juni 1985 en zijn uitvoeringsbesluiten en het voorkomen van hinder door een
grondige behandeling van de vergunningsdossiers.
•
Omschrijving – inhoud
Het verlenen van een vergunning is een afwegingsproces tussen privébelangen van
bedrijven en omwonenden, individuele economische belangen en het publiek belang, tussen
tewerkstelling en gezondheid, veiligheid en rust. Deze afweging is een beleidsopdracht,
maar daarvoor zijn technische en wetenschappelijk onderbouwde analyses nodig over de
mogelijke effecten van de aangevraagde projecten.
Het college van burgemeester en schepenen (cbs) adviseert klasse 1-milieuvergunningsaanvragen. Hierbij wordt de verenigbaarheid van de inrichting onderzocht met de omgeving
en de plaatselijke ruimtelijke ordening. Ook de verschillende hinderaspecten worden hierbij
besproken. De burgemeester zorgt voor de uitvoering van het openbaar onderzoek en de
bekendmaking van milieuvergunningsdossiers voor klasse 1-inrichtingen. Voor de
milieuvergunningsaanvragen waarvoor het cbs advies heeft uitgebracht, heeft ze een
raadgevende stem in de provinciale milieuvergunningscommissie.
Het cbs beoordeelt milieuvergunningsdossiers voor klasse-2 inrichtingen. Ze laat zich daarbij
afhankelijk van de activiteit adviseren door verschillende Vlaamse administraties (Vlaamse
Overheid, Departement Leefmilieu, Natuur en Energie, Afdeling Milieuvergunningen, ROHM,
VMM, VLM, Administratie Gezondheidszorg, Administratie Natuurlijke Rijkdommen) en
verschillende interne diensten (de dienst Ruimtelijke Ordening, de dienst Openbare Werken,
de Brandweer en afhankelijk van de soort inrichting de dienst Volksgezondheid, de dienst
Landbouw, de dienst Mobiliteit, de horecacoach, de Lokale Politie (preventiedienst en de
dienst Leefmilieu). Het gecoördineerd advies van de dienst Leefmilieu bevat een
gemotiveerde beoordeling van de hinderaspecten en de verenigbaarheid van de inrichting
met de omgeving en de plaatselijke ruimtelijke ordening. Eind 2010 stelde de dienst
Leefmilieu voor om in hun adviezen de beslissingstermijn op te trekken van 10 jaar naar 20
jaar.
Het cbs doet niet alleen uitspraak over deze dossiers, maar zorgt ook voor de
administratieve afhandeling (adviesvragen...) en een belangrijk deel van de adviesverlening
wordt door de dienst Leefmilieu gedaan. De burgemeester zorgt voor de uitvoering van het
openbaar onderzoek en de bekendmaking van milieuvergunningsdossiers voor klasse 2inrichtingen.
VLAREM II bevat de algemene en sectorale vergunningsvoorwaarden. Daarnaast kan het
cbs bijzondere exploitatievoorwaarden opleggen. Door middel van haar vergunningenbeleid
kan het cbs dus ook een aantal eigen accenten leggen.
MJP Aalst 2014 - 105
Daarnaast neemt het college van burgemeester en schepenen akte van de klasse 3 –
inrichtingen of meldingsplichtige activiteiten. De dienst Leefmilieu zorgt voor de
administratieve afhandeling van deze meldingen. De meldingen van klasse 3-inrichtingen
worden o.a. administratief getoetst aan de indelingslijst om foutieve gegevensverwerking te
vermijden. Ook voor de klasse 3-inrichtingen kan het cbs bijzondere voorwaarden opleggen.
•
Rapportering
Soort aanvragen – beslissingen
Aantal vergunningsaanvragen klasse 1
Aantal vergunningsaanvragen klasse 2
Aantal meldingen van overname klasse 2
Aantal meldingen van overname klasse 1
Aantal mededelingen van kleine verandering van
een klasse 1-inrichting
Melding bij klasse 1
Aantal 2de klasse bij Deputatie
Aantal mededelingen van kleine verandering van
een klasse 2-inrichting
Melding bij klasse 2
Artikel 45 bij klasse 1
Artikel 45 bij klasse 2
Tijdelijke inrichtingen
Aantal beroepen tegen een klasse 1milieuvergunning
Aantal beroepen tegen een klasse 2milieuvergunning
Aantal meldingen (klasse 3) – aktenames door het
cbs
Afwijkingsaanvragen bij de Vlaamse Minister van
Leefmilieu
Kennisname/Beslissing door cbs van akoestische
onderzoeken/geluisplan
Kennisname/Beslissing door cbs
hemelwaterstudies
Kennisname/Beslissing van analyseresultaten van
bedrijfsafvalwater
Kennisname beplantingsplan
Kennisname analyseresultaten van
luchtemissiemetingen
Kennisname Ioniserende stralingen
Verzoek Aquafin tot ontheffing MER
Arrest Raad van State
Beslissing OVAM - afvalstoffen
Opleggen van een bijzondere voorwaarde aan
een klasse-3-inrichting
Kennisname registratie kippenafvaltransport
Conformiteitsattest zendantennes
Kennisname toelating ingeperkt gebruik van
pathogene micro-organismen
2008
8
41
6
10
5
2009
16
50
6
2
4
2010
16
25
4
4
2
2011
13
34
1
2
7
2012
10
37
3
5
2013
9
21
2
7
8
2
3
1
1
-
2
1
2
1
3
3
6
2
2
1
1
-
1
1
2
3
1
1
3
2
1
2
3
1
-
3
4
-
3
2
3
70
78
67
51
57
71
8
2
0
1
-
7
3
0
-
3
4
6
4
2
3
1
2
1
-
1
3
1
2
1
1
-
1
-
-
2
1
1
13
2
1
1
1
1
12
0
0
0
0
16
-
10
-
1
6
1
29
-
Via de milieuvergunning wordt een aantal ruimtelijke en milieugerelateerde doelstellingen
gerealiseerd. Dat gebeurt voor verschillende beleidsdomeinen.
MJP Aalst 2014 - 106
1
51
Beheer van milieuvergunningen
Globaal genomen verloopt het beheer van milieuvergunningsaanvragen en beroepen door
de dienst Leefmilieu behoorlijk. Het overleg tussen verschillende betrokken externe diensten
verloopt vlot en de dossierbehandeling gebeurt systematisch en binnen de voorziene
(bindende) termijnen.
Er is wel een voortdurende bijsturing vereist in functie van wijzigende wetgeving (nieuwe
rubrieken, procedurewijzigingen enz.) of beleidsvisies (ook in andere domeinen zoals
bijvoorbeeld de ruimtelijke ordening of de natuurbescherming) van de hogere overheid.
Pro-actief beleid
De stad beperkt zich niet tot het beoordelen van een milieuvergunningsaanvraag, maar
pleegt in de aanloop daarvan ook pro-actief overleg met de aanvrager om mogelijke
knelpunten aan te pakken en de procedure vlot te laten verlopen. Zo leidt de
vergunningsaanvraag ook minder snel tot een weigering omdat vooraf op een aantal
knelpunten wordt ingespeeld.
•
Planning
• juridisch goed onderbouwde beslissingen nastreven;
• milieutechnisch goed onderbouwde beslissingen nastreven;
• verbeteren van de horizontale integratie en van de samenwerking tussen alle betrokken
diensten;
• onderling verder afstemmen van de beschikbare instrumenten (milieuvergunning,
bouwvergunning of stedenbouwkundige vergunning, RUP, …);
• inwerken in nieuwe wijzigingen van het Milieuvergunningendecreet, VLAREM I en
VLAREM II, alsook andere relevante wetgeving.
Doorlopende acties
Procesmatig:
• burgers, exploitanten en bedrijven begeleiden bij de vergunningsaanvraag;
• het organiseren van een objectief vooroverleg met de betrokken bedrijven (vóór de
beoordeling van de milieuvergunningsaanvraag) om knelpunten te detecteren (o.a. ten
opzichte van de bestaande regelgeving);
• een zorgvuldig volledigheidsonderzoek uitvoeren van dossiers (om latere problemen bij
behandeling te voorkomen);
• opvolgen en eventueel bijsturen van de procesvoering waarbij alle relevante
aandachtspunten bij de aanvraag aan de orde zijn (milieutechnisch, juridisch, logistiek,
administratief communicatief) en waarbij de IT ondersteuning een noodzakelijk gegeven is;
• zorgvuldig beheren van het na-traject (controle op publiciteit, opvolgen eventueel beroep en
procedure Raad van State);
Beleidsmatig:
• bij het verlenen van vergunningen steeds rekening houden met de zorgplicht en
integratiebeginsel uit het natuurdecreet, de stedenbouwkundige verenigbaarheid, de
watertoets…
De stad wil bij het behandelen van milieuvergunningsdossiers snel tot goed gemotiveerde en
heldere beslissingen komen, die zoveel mogelijk gebaseerd zijn op de beginselen van een
duurzaam milieubeleid. Hierbij zullen alle relevante belangen (zowel van de aanvrager als
van derden) optimaal worden overwogen en zal een maximale afstemming plaatsvinden met
andere beleidsdomeinen (ruimtelijke ordening, mobiliteit, water, natuur…)
Deze uitdaging zal in de toekomst nog groter worden, aangezien de verwachtingen van de
verschillende betrokkenen (exploitanten, buurtbewoners, milieubewegingen …) steeds hoger
zijn en niet altijd even goed met elkaar te verzoenen vallen.
MJP Aalst 2014 - 107
•
Financieel
Loon- en werkingskosten.
5.2. Onderscheidingsniveau
Binnen dit thema werden er voor 2012 8 punten behaald. Voor 2013 worden er 7,5 punten
verwacht.
5.2.1. Doorlichting hinderklachten
5.2.1.1. Analyseren en rapporteren van hinderklachten
Actie 5.2.1.1
Thema: hinder
2 punten behaald voor
2012 en gepland voor
2013
Analyseren en rapporteren van hinderklachten
Trefwoord:
Doelgroep: eigen
diensten, burgers,
exploitanten
Initiatiefnemer:
dienst Leefmilieu
Relaties met
•
Betrokken actoren:
Stad Aalst
5.1.1.
Doelstelling
Analyseren en rapporteren van hinderklachten
•
Omschrijving - inhoud
In uitvoering van de Samenwerkingsovereenkomst 2008-2013 dient de gemeente de
geregistreerde hinderklachten jaarlijks te registreren. De klachten dienen te worden
geanalyseerd en gerapporteerd.
•
Rapportering
De klachten ingediend in 2013 bij de dienst Leefmilieu werden in MKROS geregistreerd.
Ook de ondernomen acties voor de klachten van 2013 werden in MKROS verwerkt
(opvolgingsstappen). Het belangrijkste hindertype in Aalst blijkt bodem te zijn. De
belangrijkste veroorzaker na onbekend blijkt de particulier te zijn. Gelet op de spreiding van
de klachten is er geen sprake van echte knelpunten (geografisch).
De klachten worden opnieuw voornamelijk via telefoon gemeld. Vorig jaar werd de email het
meest gebruikt als communicatiemiddel
Het aandeel van klachten door burgers is in vergelijking met vorig jaar met 6% gestegen en
maakt in totaal 83% uit. 9% van de hindersituaties wordt door de gemeentediensten zelf
opgemerkt. Dit is een stijging met 7%.
Het verdelingspercentage voor de veroorzaker is behoudens de schommeling met enkele
percentages sterk vergelijkbaar met vorig jaar. De particulier zou in 9% van de gevallen
minder aan de basis liggen van een hindersituatie. Opmerkelijk is dat de gemeente zelf in
6% van de gemelde klachten de veroorzaker is.
Het aantal klachten waarvan de veroorzaker niet gekend is blijft zeer groot en is in
vergelijking met vorig jaar met 10% gestegen tot 38%.
Net als de vorige jaren is de klachtmelding over horecazaken beperkt. In 2012 telde de
dienst Leefmilieu in dit verband 5 klachten. Voor 2013 is het aantal gedaald tot 3 meldingen.
Voor deze hindersituaties buiten de normale werkuren van de administratie richten de
burgers zich rechtstreeks tot de Lokale Politie of de horeca-coach.
MJP Aalst 2014 - 108
•
Planning
De klachten zullen worden geregistreerd in MKROS. Ook de opvolging van de klachten en
de ondernomen acties zullen in MKROS bijgehouden worden.
Na het invoeren van de hinderklachten in MKROS, kan de stad Aalst hiervoor onder meer
gebruik maken van de rapporteringsmodule die hierbinnen voorzien is.
De analyse kan bestaan uit frequentietabellen, grafieken die een welbepaalde problematiek
illustreren (in functie van de aard van de problematiek), grafische weergave van
knelpuntgebied(en), enz.
5.2.1.2. Analyse van de opvolging van hinderklachten (opvolgingsmodule MKROS)
Actie 5.2.1.2.
Analyse van de opvolging van hinderklachten
Thema: hinder
Trefwoord:
Doelgroep: eigen
2 punten behaald voor
diensten, burgers,
2012
exploitanten
2 punten gepland voor
2013
Initiatiefnemer:
dienst Leefmilieu
Relaties met
•
Betrokken actoren:
Stad Aalst
5.2.1.1.
Doelstelling
Analyse van de opvolging van hinderklachten
•
Omschrijving - inhoud
In uitvoering van de Samenwerkingsovereenkomst 2008-2013 dient de stad Aalst jaarlijks de
opvolging van hinderklachten te analyseren. Als de hinderklachten worden ingevoerd in
MKROS, zal zij hiervoor gebruik kunnen maken van de opvolgings- en rapporteringsmodule
die hierbinnen voorzien zijn. Deze analyse resulteert in een toelichting over de wijze waarop
en het succes waarmee hinderklachten worden behandeld.
•
Rapportering
De klachten ingediend in 2013 bij de dienst Leefmilieu werden in MKROS geregistreerd.
Ook de ondernomen acties voor de klachten van 2013 werden in MKROS verwerkt.
De behandelende ambtenaar vult systematisch zelf de opvolgingsstappen in. Alle ingediende
klachten werden binnen een redelijke termijn behandeld.
•
Planning
In 2014 zal gebruik gemaakt worden van de opvolgings- en rapporteringsmodule, die in
MKROS voorzien is. De stad plant de opmaak van een handhavingsplan (zie
instrumentarium).
MJP Aalst 2014 - 109
5.2.2. Beleidskader geluidshinder
5.2.2.1. Opstellen geluidshinderreglement
Actie 5.2.2.1.
Thema: hinder
Geen punt voor 2012 en
2013
Opstellen van een geluidshinderreglement
Trefwoord: geluid,
lawaai, overlast
Initiatiefnemer:
dienst Leefmilieu
Doelgroep: eigen
diensten, burgers,
exploitanten
Betrokken actoren:
Stad Aalst
Relaties met
•
Doelstelling
In uitvoering van de Samenwerkingsovereenkomst kan de stad een politiereglement
opstellen voor de bestrijding van geluidshinder of neemt de stad de bepalingen uit het
typereglement betreffende de bestrijding van geluidshinder dat door de Vlaamse Overheid
wordt ter beschikking gesteld op in het algemeen gemeentelijk politiereglement. De
gemeente moet jaarlijks over het geluidshinderreglement communiceren naar de gepaste
doelgroepen.
•
Omschrijving - inhoud
Opstellen van een geluidshinderreglement
•
Rapportering
In het huidige politiereglement van de stad Aalst staan reeds een aantal bepalingen met
betrekking tot geluid (artikels 17 t.e.m. 23).
Het gaat hier onder meer over een verbod op het nodeloos maken van storend lawaai,
nachtgerucht of nachtrumoer waardoor de rust van de inwoners kan worden verstoord.
De uitbaters van alle voor het publiek toegankelijke inrichtingen en de organisatoren van
manifestaties, al dan niet met privaat karakter, zijn verplicht als een goed huisvader steeds
de best beschikbare technieken toe te passen om te voorkomen dat de rust van de
buurtbewoners wordt verstoord.
Het college van burgemeester en schepenen kan bij het niet naleven van de bepalingen van
geluid maatregelen treffen (sluiten…).
Voor bepaalde activiteiten is er een voorafgaande en schriftelijke vergunning van de
burgemeester vereist voor het gebruik van muziek- of andere lawaaierige instrumenten of
apparaten die personen in de omgeving kunnen hinderen, het gebruik van luidsprekers, al
dan niet op of in een voertuig opgesteld, behalve ter begeleiding van manifestaties of bij het
uitoefenen van ambulante handel mits deze de bewoners uit de omgeving niet hinderen. Het
gebruik is te allen tijde verboden in een zone van 300 meter rond ziekenhuizen, rustoorden
en scholen gedurende de lesuren, het gebruik van vuurwapens, voetzoekers, vuurwerk,
modelvliegtuigen en dergelijke.
Het gebruik van alarmkanonnen is toegelaten onder bepaalde voorwaarden.
Voor het gebruik van luidsprekers en geluidsinstallaties worden ook beperkingen opgelegd in
het politiereglement van de stad Aalst.
De burgemeester kan het gebruik van werktuigen en toestellen, die buitengewoon luidruchtig
zijn, onderwerpen aan voorwaarden inzake intensiteit en tijdsduur van de geluidsoverlast.
Het gebruik van gazonmaaiers, betonmolens, kettingzagen en alle andere kleine machines
met ontploffingsmotor is verboden, tenzij deze motoren uitgerust zijn met een doeltreffende
knaldemper, zodat de rust van de inwoners niet verstoord wordt. Het gebruik van deze
machines is verboden op zon- en feestdagen.
Voor het aanpassen van het politiereglement o.a. in het kader van de invoering van
Gemeentelijke Administratieve Sancties (GAS) is er nauw overleg nodig met alle betrokken
MJP Aalst 2014 - 110
diensten. De dienst Leefmilieu deed in 2011 reeds een voorstel tot wijziging van het
politiereglement, waarbij rekening werd gehouden met de modelreglementen. Het
politiereglement werd nog niet aangepast en de GAS zijn in voorbereiding.
•
Planning
De aanpassing van het politiereglement en de invoering van de GAS zal in 2014 ter
goedkeuring aan de gemeenteraad worden voorgelegd.
5.2.2.2. Opleiding geluid meten en beoordelen
Actie 5.2.2.2.
Thema: hinder
Opleiding geluid meten en beoordelen
Trefwoord:
1 punt behaald voor 2012
Geen punten gepland in
2013
Initiatiefnemer:
dienst Leefmilieu
Doelgroep: eigen
diensten, burgers,
exploitanten
Betrokken actoren:
Stad Aalst
Relaties met
•
Doelstelling
Tenminste één gemeentelijke ambtenaar die instaat voor de behandeling van
geluidsklachten volgt een opleiding voor het uitvoeren van geluidsmetingen en de
beoordeling van de geluidsniveaus. Een lijst met opleidingen die in aanmerking komen is
terug te vinden in bijlage HI 01 bij de contracttekst. Andere opleidingen komen in aanmerking
na goedkeuring door de dienst Hinder en Risicobeheer.
•
Omschrijving – inhoud
Tenminste één gemeentelijke ambtenaar die instaat voor de behandeling van
geluidsklachten volgt een opleiding voor het uitvoeren van geluidsmetingen en de
beoordeling van de geluidsniveaus.
•
Rapportering
Naar aanleiding van de aankoop van een nieuwe geluidsmeter volgden de 4 gemeentelijke
toezichthouders en een nieuwe collega op 30 september 2013 een ganse dag een opleiding
bij Enmo te Vorselaer.
Op 22 oktober 2013 volgde 1 gemeentelijke toezichthouder de opleiding Milieuhandhaving
voor lokale besturen met speciale aandacht voor geluidsnormen georganiseerd door
Confocus bvba.
•
Planning
Indien opportuun zal een bijkomende opleiding gevolgd worden.
Een nieuwe collega volgt in 2014 de opleiding voor gemeentelijke toezichthouder te
Antwerpen.
MJP Aalst 2014 - 111
5.2.3. Beleidskader geurhinder
5.2.3.1 Opstellen geurhinderreglement
Actie 5.2.3.1
Thema: hinder
Opstellen van een geurhinderreglement
Trefwoord: geur,
reuk, stank
Initiatiefnemer:
dienst Leefmilieu
Relaties met
•
Doelgroep: eigen
diensten, burgers,
exploitanten
Betrokken actoren:
Stad Aalst
2.2.4. (reglement op het verbranden van afval)
Doelstelling
In uitvoering van de Samenwerkingsovereenkomst kan de gemeente een politiereglement
opstellen betreffende de bestrijding van geurhinder of neemt de gemeente de bepalingen uit
het typereglement betreffende de bestrijding van geurhinder dat door de Vlaamse Overheid
wordt ter beschikking gesteld op in het algemeen gemeentelijk politiereglement. De
gemeente moet jaarlijks over het geurhinderreglement communiceren naar de gepaste
doelgroepen.
•
Omschrijving - inhoud
Opstellen van een geurhinderreglement
•
Rapportering
In het huidige politiereglement van de stad Aalst staat reeds een bepaling met betrekking tot
geur :
Artikel 41:
Het is verboden teer, pek, rubber of andere stoffen en producten, die een sterk ruikende of
prikkelende geur en/of rook verspreiden, te verbranden.
Voor het aanpassen van het politiereglement is er nauw overleg nodig met alle betrokken
diensten. Er werd in 2011 reeds een aanzet genomen tot wijziging van het politiereglement,
waarbij rekening werd gehouden met de modelreglementen. De voorstellen voor het wijzigen
van het huidige politiereglement werden reeds gebundeld.
Het politiereglement werd nog niet aangepast en de GAS zijn in voorbereiding.
•
Planning
De aanpassing van het politiereglement en de invoering van de GAS zal in 2014 ter
goedkeuring aan de gemeenteraad worden voorgelegd.
Actie 5.2.3.2.
Thema: hinder
Opleiding geur meten en beoordelen
Trefwoord:
1 punt behaald voor 2012
0,5 punt gepland in 2013
Initiatiefnemer:
dienst Leefmilieu
Doelgroep: eigen
diensten, burgers,
exploitanten
Betrokken actoren:
Stad Aalst
Relaties met
•
Doelstelling
Tenminste één gemeentelijke ambtenaar die instaat voor de behandeling van geurklachten
volgt een opleiding voor het uitvoeren van geurmetingen en de beoordeling van
geurwaarnemingen. Een lijst met opleidingen die in aanmerking komen is terug te vinden in
MJP Aalst 2014 - 112
bijlage HI 01 bij de contracttekst. Andere opleidingen komen in aanmerking na goedkeuring
door de dienst Hinder en Risicobeheer.
•
Omschrijving – inhoud
Tenminste één gemeentelijke ambtenaar die instaat voor de behandeling van geurklachten
volgt een opleiding voor het uitvoeren van geurmetingen en de beoordeling van
geurwaarnemingen.
•
Rapportering
Momenteel zijn er 4 gemeentelijke toezichthouders die het VLAREM-bekwaamheidsbewijs
hebben en die geurklachten behandelen.
Op 20 juni 2013 volgden 2 gemeentelijke toezichthouders de infosessie vlarem diffuse
stofemissies te Gent. In 2013 werden geen bijkomende specifieke opleidingen met
betrekking tot geur gevolgd.
•
Planning
Indien opportuun zal een bijkomende opleiding gevolgd worden.
5.2.4. Opstellen lichthinderreglement
Actie 5.2.4.
Thema: hinder
Opstellen van een lichthinderreglement
Trefwoord: licht,
verlichting
Initiatiefnemer:
Dienst Leefmilieu
Doelgroep: eigen
diensten, burgers,
exploitanten
Betrokken actoren:
Stad Aalst
Relaties met
•
Doelstelling
In uitvoering van de Samenwerkingsovereenkomst kan de gemeente een politiereglement
opstellen betreffende de bestrijding van lichthinder of neemt de gemeente de bepalingen uit
het typereglement betreffende de bestrijding van lichthinder dat door de Vlaamse Overheid
wordt ter beschikking gesteld op in het algemeen gemeentelijk politiereglement. De
gemeente moet jaarlijks over het lichthinderreglement communiceren naar de gepaste
doelgroepen.
•
Omschrijving - inhoud
Opstellen van een lichthinderreglement
•
Rapportering
De stad beschikt over een gemeentelijke bouwverordening waarin bepalingen met betrekking
reclame-inrichtingen zijn opgenomen (vergunningsplicht en voorwaarden). (Besluit van de
gemeenteraad van 25 mei 1977, gewijzigd op 15 december 1987)
Hierin staan ook bepalingen over het plaatsen van lichtreclames.
Stedenbouwkundige vergunningsaanvragen waarin lichtreclames vervat zitten, worden
getoetst aan de gemeentelijke bouwverordening waarin bepalingen met betrekking tot
reclame-inrichtingen zijn opgenomen. Het is de bedoeling om de lichthinder te beperken door
het opleggen van normen voor lichtreclame in de stedenbouwkundige vergunningen.
Voor het aanpassen van het politiereglement is er nauw overleg nodig met alle betrokken
diensten. Er werd in 2011 reeds een aanzet genomen tot wijziging van het politiereglement,
MJP Aalst 2014 - 113
waarbij rekening werd gehouden met de modelreglementen. De voorstellen voor het wijzigen
van het huidige politiereglement werden reeds gebundeld.
Het politiereglement werd nog niet aangepast en de GAS zijn in voorbereiding.
•
Planning
De aanpassing van het politiereglement en de invoering van de GAS zal in 2014 ter
goedkeuring aan de gemeenteraad worden voorgelegd.
5.2.5. Actieve sensibilisatie
Actie 5.2.5.1.
Actieve sensibilisatie - Nacht van de duisternis/Earth Hour–
sensibilisatie inzake lichthinder
Doelgroep:
Thema: Licht
MBP 2.5.
Trefwoord:
2 punten behaald voor
sensibilisatie/Nacht
burgers, industrie en
2012 en 2 punten gepland
van de Duisternis/ overheden
voor 2013
Earth Hour
Initiatiefnemer: Bond Beter Leefmilieu,
Betrokken actoren:
Vlaamse vereniging voor Sterrenkunde,
MURZIM vzw (Aalsterse sterrenkundige
dienst Leefmilieu
vereniging), Dienst Mobiliteit en openbare
contactpersoon: Anne-Marie De Bruycker
werken
Relaties met
2.6.2.1., 6.2.3.1.
•
Doelstelling
Beperken en voorkomen van lichthinder door sensibilisering.
Uitoefenen van de voorbeeldfunctie van de stad bij de verlichting van haar eigen
patrimonium.
•
Omschrijving – inhoud
De Nacht van de Duisternis en Earth Hour zijn symbolische acties waarbij de bevolking, de
industrie en de overheid gesensibiliseerd worden rond lichtvervuiling. Tegelijkertijd willen
deze campagnes het zicht op de prachtige sterrenhemel terug mogelijk maken. Om die
redenen wordt er tijdens deze nacht zoveel mogelijk (klemtoon)verlichting gedoofd.
•
Rapportering
In 2013 organiseerde de stad geen Nacht van de Duisternis, omdat er reeds een uitgebreid
evenement rond Earth Hour was (30 en 31 maart en 1 april). Er werd een reeks van
activiteiten georganiseerd rond Earth Hour, in samenwerking met de Aalsterse
Klimaatkoepel. Een reeks van sensibiliserende activiteiten rond de link tussen klimaat,
energieverbruik, biodiversiteit en voeding werd op poten gezet.
Die avond werd ook de klemtoonverlichting en de straatverlichting in een deel van de
centrumstraten, rond het belfort en de Sint-Martinuskerk gedoofd. De bewoners van de
betrokken straten werden vooraf schriftelijk op de hoogte gebracht over de achtergrond van
de uitschakeling van de verlichting en de bijkomende acties. Over de activiteit en de
achtergrond ervan werd gecommuniceerd via Denderend Aalst, de website van de stad en
de elektronische lichtkranten.
De Klimaatkoepel mobiliseerde via haar eigen kanalen.
Op zaterdag 20 december 2012 verleende de stad logistieke steun bij de organisatie (door
vzw Murzim) van de Sterrenkijkdagen: de stad stelde een lokaal ter beschikking in het
stadspark en regelde de toegankelijkheid na het sluitingsuur van het park.Tijdens deze
activiteit wordt door middel van het waarnemen van de sterren en planeten met telescopen
en een presentatie hierover de aandacht getrokken op het aspect lichthinder, en de gevolgen
voor mens en natuur.
MJP Aalst 2014 - 114
Op 24 augustus 2013 werd een activiteit op poten gezet n.a.v. de Nacht van de vleermuis. Er
ging toen in samenwerking met Natuurpunt een donkere wandeling door in en om het
Kravaalbos, voorafgegaan door een filmvertoning over de vleermuis.
•
Planning
In 2014 zal de stad minstens 2 sensibiliserende activiteiten rond lichthinder (en daaraan
gekoppeld energieverspilling) organiseren.
Er wordt samen met Natuurpunt zeker een nacht van de Vleermuis georganiseerd (augustus
2014).
Op 8 maart 2014 werkt de stad mee aan een activiteit van de vzw Murzim n.a.v. de
Sterrenkijdagen.
Concrete uitwerking zie Thema 6.1.3.1. en 6.2.3.1. (energie)
•
Financieel
Loon- en werkingskosten.
Actie 5.2.5.2.
Thema: Geluid
1 punt behaald voor 2012
1 punt gepland voor 2013
Actieve sensibilisatie – sensibilisatie inzake duurzaam omgaan
met geluid
MBP 2.5.
Trefwoord:
Doelgroep:
sensibilisatie, geluid, burgers, industrie en
lawaai
overheden
Initiatiefnemer:,
contactpersoon:
Betrokken actoren:
Dienst Leefmilieu – team Milieuhygiëne en –
handhaving; dienst Cultuur, jeugd en Sport;,
Preventiedienst, Lokale Politie
Relaties met
•
Doelstelling
Meer aandacht vragen voor de oren en vooral jongeren sensibiliseren om duurzaam om te
gaan met geluid.
•
Omschrijving – inhoud
Gehoorschade kan iedereen overkomen. Met de campagnes en acties wil de stad Aalst
meer aandacht vragen voor de oren en vooral jongeren sensibiliseren om duurzaam om te
gaan met geluid (naar de omgeving toe en voor zichzelf).
•
Rapportering
In 2013 werd tijdens het festival BETONG opnieuw gesensibiliseerd met betrekking tot het
voorkomen van gehoorschade.
In 2013 werden tijdens Carnaval door een erkende geluidsdeskundige geluidsmetingen
uitgevoerd, om een inzicht te krijgen van de werkelijke geluidsuitstraling van de carnavalstoet
en na te gaan hoe het geluid eventueel kan beperkt worden. Ook op de pleinen wou men
een inzicht verwerven van de geproduceerde geluidsniveaus. Een totaalbeeld inzake geluid
vormt een belangrijke basis voor de evaluatie van de geluidssituatie bij Carnaval en de
aanpak in de toekomst. Voorkomen van gehoorschade vormde hierbij een belangrijk
uitgangspunt.
Tijdens Carnaval heeft de stad met een preventiecampagne “Ne goeien band me Zjangsken’
de jongeren aangezet om, net zoals het carnavalsfiguurtje Zjangsken, Carnaval te beleven
op een leuke en veilige manier. Wie een polsbandje van deze campagne droeg, koos voor
MJP Aalst 2014 - 115
een veilige carnaval en werd hiervoor in natura bedankt. Verschillende handelszaken en
foorkramen beloonden de fans van Zjangsken met onder andere gratis oordopjes, snoep,
saus bij frietjes, …..
•
Planning
Ook in 2014 zal de stad aandacht hebben voor overlast van geluid en voorkomen van
gehoorschade.
In 2014 zal tijdens het festival BETONG opnieuw gesensibiliseerd worden met betrekking tot
het voorkomen van gehoorschade.
In 2014 zullen tijdens Carnaval door een erkende geluidsdeskundige opnieuw
geluidsmetingen worden uitgevoerd... Door middel van een bonussysteem worden de
carnavalgroepen aangezet tot het beperken van de geluidsniveaus (LA,max = 102 dB(A)) en
het voorkomen van gehoorschade voor hen en de toeschouwers.
Tijdens Carnaval wil de stad met een preventiecampagne “Ne goeien band me Zjangsken’
de jongeren opnieuw aanzetten om, net zoals het carnavalsfiguurtje Zjangsken, Carnaval te
beleven op een leuke en veilige manier. Wie een polsbandje van deze campagne draagt,
kiest voor een veilige carnaval en wordt hiervoor in natura bedankt. Verschillende
handelszaken en foorkramen belonen de fans van Zjangsken met onder andere gratis
oordopjes, snoep, saus bij frietjes, …..
•
Financieel
Loon- en werkingskosten.
5.2.6. Handhavingsbeleid rond hinder niet gerelateerd aan als hinderlijk
ingedeelde inrichtingen
De gemeente ontwikkelt een beleid voor de handhaving van milieuhinder die niet is
gerelateerd aan als hinderlijk ingedeelde inrichtingen. Op basis van de analyse van (de
opvolging van) meldingen van milieuhinder bepaalt de gemeente de prioriteiten voor
handhaving. De gemeente stelt vervolgens een programma op waarbij zij voor de
milieuhinderknelpunten een planmatige handhaving uitwerkt.
Deze actie richt zich met nadruk op de niet als hinderlijk ingedeelde inrichtingen, maar kan
uiteraard worden ingepast in een overkoepelend milieuhandhavingsprogramma.
De gemeente voorziet in haar handhavingsbeleid niet enkel in een repressieve aanpak, maar
onderneemt evenzeer preventieve sectorale of themagerichte acties ter bestrijding van
milieuhinder. Hiertoe communiceert de gemeente haar handhavingsbeleid naar de
aanbelangende doelgroepen.
De Vlaamse Overheid voorziet in een handleiding die de gemeente kan ondersteunen bij het
vormgeven van het gemeentelijk handhavingsbeleid voor milieuhinder die niet is gerelateerd
aan hinderlijke inrichtingen.
Momenteel geen optie.
De stad plant in 2014 de opmaak van een handhavingsplan.
5.2.7. Opstellen en bijhouden hinderinventaris
De gemeente stelt een inventaris van alle milieuhinder op. De inventaris dekt het volledige
grondgebied van de gemeente en bevat zowel de klachten als potentiële en feitelijke hinder.
MJP Aalst 2014 - 116
De potentiële hinder wordt berekend op basis van de blootstelling en een inschatting van de
hinder die ontstaat bij die blootstelling. Bij het bepalen van de potentiële hinder worden alle
subjectieve factoren buiten beschouwing gelaten, waardoor de invloed van de tijdsgeest op
de gerapporteerde hinder kan worden geëlimineerd.
De feitelijke hinder kan enkel worden afgeleid uit bevragingen of hinderenquêtes.
Om het overzicht te bewaren stelt de gemeente de hinderbelasting ruimtelijk voor met behulp
van een GIS-toepassing op een kaart.
De gemeente voert een analyse uit op de inventaris. Op basis van het kaartmateriaal, de
frequentietabellen en grafieken maakt de gemeente een overzicht van de probleemgebieden
binnen de gemeente, of/en welke sectoren of activiteiten voor de meeste wrevel zorgen en
wat hiervan de oorzaak is.
Eens de knelpunten bekend zijn bepaalt de gemeente haar doelstellingen om aan deze
knelpunten te verhelpen. De doelstellingen kunnen, afhankelijk van de knelpunten binnen de
gemeente, gericht zijn naar bepaalde hinderbronnen, bedrijfssectoren, bronnenclusters,
bronnencomplexen of naar bepaalde typen van hinder (geluids-, geur-, stof-, rook- en
lichthinder).
Tot slot gaat de gemeente na welke stappen (acties) noodzakelijk zijn om de doelstellingen
te bereiken.
Afhankelijk van de doelstellingen die de gemeente voor ogen heeft kunnen deze acties
gericht zijn naar bepaalde hinderbronnen, bronnenclusters, bronnencomplexen of vormen
van hinder. De acties hoeven niet steeds repressief te zijn maar kunnen ook preventief
werken.
Momenteel geen optie
5.3 Projecten
De gemeente kan binnen het kader van het Vlaamse milieubeleid een project uitvoeren.
Het project vermindert de hinder of het aantal gehinderden door de integratie van
milieuhinder in het beleid inzake ruimtelijke ordening en verkeer, sensibilisatie van bepaalde
doelgroepen rond de hinderproblematiek, de handhaving van milieuhinder en/of het opzetten
van beleidsonderbouwend onderzoek inzake milieuhinder (enquêtering, meten en
berekenen, inventarisatie, etc.).
Momenteel zijn er geen concrete projecten met betrekking tot hinder. De lopende acties
worden verdergezet.
MJP Aalst 2014 - 117
6. ENERGIE
6.1.Basis
6.1.1. Elektronisch opvolgsysteem voor bouwaanvragen
Actie 6.1.1.1.
Verzorgen van de gegevensinvoer voor de
energieprestatiedatabank
Thema: Energie
MBP 2.7.
Trefwoord:
Milieu Doelgroep: diensten,
Management
betrokken bij milieuInformatie Systeem en natuurbeleid
(MMIS)
Initiatiefnemer: dienst Ruimtelijke Ordening
Betrokken actoren:
contactpersoon: Ellen Van Den Bremt
De stad (dienst Ruimtelijke Ordening) en de
Vlaamse overheid
Relaties met
•
1.2.4.
Doelstelling
Meewerken aan het toegankelijk maken van milieurelevante informatie voor diensten
betrokken bij het milieu- en natuurbeleid.
•
Omschrijving – inhoud
De gegevens van de bouwdossiers die door de dienst R.O. behandeld zijn, worden
doorgestuurd naar de databank, met vermelding van dossiernummer, omschrijving van de
werken en aanduiding of er een energieprestatiecertificaat nodig is.
•
Rapportering
Het doorsturen van de dossiergegevens gebeurt sinds februari 2007, op maandelijkse basis.
•
Planning
Voortzetting van de gegevensdoorvoer.
•
Financieel
Loon- en werkingskosten.
6.1.2. Uitvoeren van een energieboekhouding
Actie 6.1.2.1.
Thema: Energie
Opstarten van een energieboekhouding
MBP 2.7.
Trefwoord:
interne Doelgroep:
milieuzorg, IMZ
stadsdiensten
Initiatiefnemer: dienst Gebouwen en
Betrokken actoren:
technieken
Overige stadsdiensten
contactpersoon: Herman Barrez
Eandis/extern bureau
Relaties met
•
6.2.1.
Doelstelling
Opstart van een energieboekhouding met een alarmfunctie, zodat buitensporig
energieverbruik gemakkelijk achterhaald kan worden.
MJP Aalst 2014 - 118
•
Omschrijving – inhoud
De gepaste software maakt het mogelijk snel te reageren op abnormaal verbruik. Knelpunten
kunnen dan doelgericht aangepakt worden. De energieboekhouding maakt op die manier
deel uit van een ruimer energiezorgsysteem.
•
Rapportering
Eind 2010 stond de teller van de gebouwen met energieboekhouding op 54, bij 24 gebouwen
is er automatische uitlezing (o.a. ook het belfort en het stadsarchief). Bij 9 van deze
gebouwen gebeurt de opvolging van het waterverbruik via automatische uitlezing.
Eind 2011 hebben in totaal 54 stadsgebouwen een energieboekhouding, waarvan 24
gebouwen met automatische uitlezing via Reus. Bij 14 van deze gebouwen gebeurt de
opvolging van het waterverbruik via automatische uitlezing.
In 2012 werd voor de volgende stadsgebouwen de bestaande energieboekhouding verder
uitgebreid met de geautomatiseerde opvolging van het waterverbruik: de Academie voor
beeldende kunsten, het stadsarchief, CC De Werf, kinderdagverblijf Duimelot, basisschool
Erembodegem, buurthuis De Brug, dienst Personeel, basisschool Duizendpootjes,
basisschool De Notelaar, basisschool Herdersem, sporthal Faluintjes, het stedelijk museum,
het stadsarchief en het stedelijk zwembad.
In het kader van de aangepaste wetgeving beschikken vanaf 1 januari 2013 alle
stadsgebouwen met een vloeroppervlakte > 500m² eveneens over een EPC certificaat. Dit
gaat over 17 bijkomende stadsgebouwen.
Deze 17 stadsgebouwen hebben in 2013 ook hun eigen energieboekhouding gekregen met
de nodige opvolging.
Lijst van gebouwen met energieboekhouding / EPC in bijlage EN 02 aangevuld met
gebouwen <500m².
Bij de resterende gebouwen gebeurt ze via manuele ingave. Per gebouw is een
verantwoordelijke aangesteld; deze personen hebben allen een opleiding gekregen over het
gebruik van de energieboekhouding.
•
Planning
In het kader van de aangepaste wetgeving dienen vanaf 1 januari 2015 alle stadsgebouwen
met een vloeroppervlakte > 250m² eveneens te beschikken over een EPC certificaat. Dit zal
gaan over 7 bijkomende stadsgebouwen.
•
Financieel
Loon- en werkingskosten
Budget 2012: actieplan L203K03A1
Budget 2013: actieplan L203K03A1
MJP Aalst 2014 - 119
Actie 6.1.2.2.
Thema: Energie
Opmaak van een jaarlijkse energienota met energiebegroting
MBP 2.7.
Trefwoord:
interne Doelgroep:
milieuzorg, IMZ
stadsdiensten
Initiatiefnemer: dienst Gebouwen en
Betrokken actoren:
technieken
contactpersoon: Herman Barrez
Overige stadsdiensten
Relaties met
•
6.2.3.3.
Doelstelling
Het energieverbruik meten, buitensporig verbruik opsporen en de energie-uitgaven plannen.
•
Omschrijving – inhoud
Per stadsgebouw wordt het jaarlijks energieverbruik bijgehouden, in dezelfde eenheid voor
elke energiedrager. Door het zichtbaar maken van het energieverbruik en de hieraan
verbonden kosten, wordt ook het bewustzijn verhoogd.
•
Rapportering
De energienota was tot voor de invoering van de energieboekhouding het enige instrument
om het energieverbruik in de gaten te houden (vooral budgetcontrole).
Door de vrijmaking van de energiemarkt moet de sectie Technische Uitrusting van de dienst
Openbare Werken ook instaan voor de aankoop van de benodigde energie, gezamenlijk voor
de stad Aalst, het OCMW en de politiezone.
Op initiatief van het bestuur werd in 2007 een oproep naar de kerkfabrieken gedaan via het
centraal kerkbestuur. Het merendeel van de kerkbesturen sluit aan bij de collectieve
aanbesteding voor de aankoop van energie.
•
Planning
De energienota wordt nog steeds opgemaakt, maar verliest aan nauwkeurigheid. Het is dus
belangrijk om stelselmatig verder te werken aan de uitbreiding van het systeem van de
energieboekhouding (zie ook onder actie 6.1.2.1 – opstarten van een energieboekhouding).
•
Financieel
Loon- en werkingskosten.
MJP Aalst 2014 - 120
6.1.3. Passieve sensibilisatie
Actie 6.1.3.1.
Informatie- en sensibilisatiecampagne n.a.v. Nacht van de
Duisternis
Thema: Energie
MBP 2.7.
Trefwoord:
Doelgroep: bevolking
sensibilisatie
(gezinnen,
handelaars)
Initiatiefnemer: dienst Betrokken actoren:
Leefmilieu
Dienst Leefmilieu: Jens De Bruycker, Anne-Marie De Bruycker
contactpersoon: Jens dienst Gebouwen en technieken: Herman Barrez
De Bruycker; AnneDienst Stadmarketing en communicatie.
Marie De Bruycker
Energiecel
LNE, Bond Beter Leefmilieu, Verenigingen, Eandis
Relaties met
6.2.3.1., 6.2.3.2., 6.2.8.2.
•
Doelstelling
De bevolking, zowel huishoudens, schoolgaande jongeren, architecten, professionelen in de
bouwsector, … door middel van informatie en duiding bewust leren omgaan met
(licht)energie, zowel bij hun aankoopgedrag als bij hun verbruiksgedrag.
•
Omschrijving – inhoud
Het bewust maken van de diverse bevolkingsgroepen rond duurzaam energiegebruik is een
werk van lange adem. Duurzaam energiegebruik is overigens nauw verbonden met andere
facetten van duurzaam leven en wonen. Jaarlijks wordt minstens één specifiek artikel over
duurzaam energiegebruik gepubliceerd in het stedelijk infoblad. Tegelijk wordt dan
gelijkaardige informatie verspreid via de cultuurdatabank, de website van de stad, de
elektronische lichtkranten, affiches, soms een beperkt aantal gericht verspreide
strooibriefjes…
•
Rapportering
Sinds 1998 nam de stad jaarlijks deel aan het initiatief “Nacht van de Duisternis”. De
bedoeling is dat die nacht zoveel mogelijk gemeenten gezamenlijk de lichten doven en
de problematiek van overmatige kunstverlichting onder de aandacht te brengen. De actie
wordt telkens aangekondigd en gekaderd via een uitgebreid artikel in de stadskrant
Denderend Aalst.
Er wordt in samenwerking met Natuurpunt en Murzim telkens een donkere natuurwandeling
georganiseerd in één van de natuurgebieden. Aan het vertrek- en aankomstpunt worden er
één of meer infostands opgesteld met betrekking tot het onderwerp Aan de zaakvoerders
van de handelszaken in de buurt van de vertrekplaats wordt vooraf gevraagd om hun
reclameverlichting tijdens het betrokken weekend te doven.
In 2012 werd niet deelgenomen aan de Nacht van de Duisternis, omdat er een uitgebreide
activiteit was rond Earth Hour, in samenwerking met de Aalsterse Klimaatkoepel, Een reeks
van sensibiliserende activiteiten rond de link tussen klimaat, energieverbruik, biodiversiteit en
voeding werd op poten gezet..
Die avond werd ook de klemtoonverlichting en de straatverlichting in een deel van de
centrumstraten, rond het belfort en de Sint-Martinuskerk gedoofd. De bewoners van de
betrokken straten werden vooraf schriftelijk op de hoogte gebracht over de achtergrond van
de uitschakeling van de verlichting en de bijkomende acties. Over de activiteit en de
achtergrond ervan werd gecommuniceerd via Denderend Aalst, de website van de stad en
de elektronische lichtkranten.
De Klimaatkoepel mobiliseerde via haar eigen kanalen.
In 2013 werd ervoor geopteerd om deel te nemen aan de Nacht van de Vleermuis, onder
impuls van Natuurpunt vzw. Op zaterdag 24 augustus organiseerde de stad samen met
MJP Aalst 2014 - 121
Natuurpunt een vertoning van een introductiefilm en een nachtwandeling in en om het
Kravaalbos, specifiek gericht op de waarneming van vleermuizen en de invloed van
kunstverlichting op hun voorkomen en op de natuur in het algemeen. Tijdens de wandeling
werd gebruik gemaakt van batdetectoren. Naast de gebruikelijke communicatie werd voor
deze activiteit een specifieke folder ontworpen door Natuurpunt en gedrukt en bedeeld door
de stad. Zo’n 100 mensen namen deel aan de wandeling.
In 2013 werd geen aparte Nacht van de Duisternis georganiseerd.
Zie ook 6.1.3.2. en bijlage ALG 01.
•
Planning
Verderzetten van bestaande initiatieven en van de samenwerking met betrokken
verenigingen. In 2014 zal de stad minstens 1 actie op poten zetten rond het belang van
duisternis voor mens en natuur en het zuinig omspringen met kunstverlichting vanuit het
oogpunt van energiebesparing. Daartoe zal worden samengewerkt met de partners
Natuurpunt, de Aalsterse Klimaatkoepel en de Aalsterse sterrenkundige vereniging Murzim.
Specifiek naar handelaars toe zal de komende jaren bijzondere aandacht gaan naar het
thema “publiciteit zonder lichtvervuiling”. Sensibilisatie ter zake sluit aan bij de opmaak van
het lichtplan (zie 6.2.8.2.), dat werd afgerond in 2011 en dat vanaf 2012 systematisch
gerealiseerd wordt op het terrein.
Over deze initiatieven wordt steeds uitgebreid bericht via de stadskrant en andere
communicatiekanalen van de stad, zodat deze telkens gepaard gaan met passieve
sensibilisatie.
•
Financieel
Loon- en werkingskosten.
Actie 6.1.3.2.
Thema: Energie
Diverse informatie- en sensibilisatieacties
MBP 2.7.
Trefwoord:
Doelgroep: bevolking
sensibilisatie
(gezinnen,
handelaars)
Initiatiefnemer: dienst Betrokken actoren:
Leefmilieu
Dienst Leefmilieu: Jens De Bruycker, Anne-Marie De Bruycker;
contactpersoon: Jens Dienst Gebouwen en technieken: Herman Barrez;
De Bruycker; AnneDienst Stadsmarketing en communicatie, de Energiecel,
Marie De Bruycker
Woonwinkel, BEA vzw;
LNE, Bond Beter Leefmilieu, Verenigingen, Eandis,
Dienst Mobiliteit en openbare werken
Relaties met
6.1.3.1., 6.2.3.1., 6.2.3.2, 10.2.3.4.
•
Doelstelling
De bevolking, zowel huishoudens, schoolgaande jongeren, architecten, professionelen in de
bouwsector, … door middel van informatie en duiding bewust leren omgaan met energie,
zowel bij hun aankoopgedrag als bij hun verbruiksgedrag.
•
Omschrijving – inhoud
Het bewust maken van de diverse bevolkingsgroepen rond duurzaam energiegebruik is een
werk van lange adem. Duurzaam energiegebruik is overigens nauw verbonden met andere
facetten van duurzaam leven en wonen. Jaarlijks wordt naar aanleiding van diverse
activiteiten informatie verspreid via stedelijk infoblad Denderend Aalst, de cultuurdatabank,
de website van de stad, de elektronische lichtkranten, …
MJP Aalst 2014 - 122
•
Rapportering
In Denderend Aalst verschenen in 2013 meerdere publicaties rond duurzaam energiegebruik
en andere energiethema’s (Zie hiervoor ook bijlage ALG 01: overzicht passieve
sensibilisatie).
Januari 2
Artikels
“Waarheen met de wagen?” met o.a. promotie fiets en openbaar vervoer tijdens de
carnavalsperiode pag. 2
“Ontwerp nieuw crematorium op Siesegem voorgesteld” met o.a. duurzaamheid gebouw
pag. 2
“Bedrijventerrein Siesegem zet Aalst op economische kaart” voorbeeld in duurzaamheid en
ecologie pag. 2
“Energie besparen met vzw Bea” pag. 3
“ Nieuw: groepsaankoop groene stroom voor KMO’s” pag. 3
Februari 1
Artikels
Extra katern: BEA – Beheer Energie Aalst
Februari 2
Artikels
“Win met BEA” aankondiging info-avond dakisolatie en prijskamp pag. 8
Extra katern: Aalst, woonstad o.a. over nieuwe normen dakisolatie
Maart 2
Artikels
“Samen groene stroom kopen” pag. 7
April 1
“Groepsaankoop 100% groene stroom” pag. 8
April 2
Artikels
“vzw Bea open op de Topdag” ivm groepsaankoop groene stroom pag. 3
“Met belgerinkel naar de winkel” pag. 4
Mei 2
Officiële stadsberichten
“Windturbines op bedrijventerrein Erembodegem?”
Juni 2
Artikels
“Groepsaankoop groene stroom verlengd tot najaar 2013” pag. 4
“Maak jij ook de juiste keuzes?” over duurzaamheid pag. 7
Augustus
Artikels
“Nacht van de Vleermuis op 24 augustus” pag. 4
“Onderzoek fijn stof in de stad” pag. 6
“Gezocht: eigenaars van energiezuinige woningen” pag. 6
MJP Aalst 2014 - 123
September 1
Artikels
“Help stadspersoneel in strijd tegen Kortrijk” ivm City Cycle Challenge pag. 2
“Stop je geld in je dak” over het dakisolatieproject pag. 8
September 2
Artikels
“5000 m² dakisolatie” over dakisolatieproject pag. 4
“Heb jij al goedkopere groene stroom?” pag. 4
Oktober 1
Artikels
“Oktober = energiemaand” pag. 8
Oktober 2
Artikels
“Grootschalig verkeersonderzoek in Erembodegem” met aandacht voor fietsvriendelijkheid,
leefbaarheid pag. 3
November 1
Artikels
“Uitbreiding Prikkelgebied” met premies voor duurzaam renoveren pag. 7
November 2
Artikels
“Neem een kijkje op de nieuwe woonwebsite” o.a. over energie en duurzaamheid pag. 3
Extra katern: Prikkelproject met aandacht voor duurzaam bouwen en energie
Verder waren er specifieke informatieacties door de vzw BEA:
-
Nieuwsblad : 5 publicaties
Het Laatste Nieuws : 3 publicaties
Gazet van Antwerpen 3 publicaties
Brochure bouwbeurs : gratis advertentie
Website Radio Katanga : 6 vermeldingen
Website Aalstnieuws.be : 2 vermeldingen
Website Belg.be : 1 vermelding
Katern de Tijd : speciale katern n.a.v. “Duurzaamste Gemeente”
Welzijnsforum : gebruik maken van mailinglist, deze uitgebreide lijst is interessant
om snel en efficiënt informatie te verspreiden
Deelname infomoment rond Prikkelproject in samenwerking met De Woonwinkel
Bouwbeurs Aalst : standhouder (november)
2 infosessies rond premies en FRGE-leningen bij OCRA
Presentatie bij NEOS rond werking FRGE entiteiten
Toelichting werking vzw BEA bij RWO-ARA
Zie ook punt 6.2.3.2. voor een overzicht van de energie-acties van vzw BEA.
Sinds september 2012 is er een facebookpagina voor vzw BEA om een nog ruimer publiek te
kunnen bereiken op een flexibele manier.
In september 2013 werd er in samenwerking met Videoroyal een promotiefilmpje ontwikkeld
over het dakisolatieproject. Dit kan gebruikt worden op de website, facebookpagina,
presentaties en info avonden.
MJP Aalst 2014 - 124
Verder werd in 2013 een nieuwe Woonwebsite voor de stad Aalst ontwikkeld. Op deze
website is ook veel informatie te vinden over vzw BEA. De website werd officieel
voorgesteld aan de pers op de Bouwbeurs in november.
Een overzicht van de publicaties bevindt zich ook in bijlage ALG 01 (overzicht passieve
sensibilisatie).
•
Planning
De stad zal in 2014 de diverse passieve en actieve vormen van sensibilisatie voortzetten.
Alle acties zullen via de gebruikelijke communicatiekanalen van de stad bekendgemaakt
worden, zodat er telkens passief gesensibiliseerd wordt, het hele jaar door.
•
Financieel
Loon- en werkingskosten.
6.2. Onderscheidingsniveau
Onder dit thema werden in 2008 5,5; in 2009 9, in 2010 10 en in 2011 9,5 punten behaald.
Voor 2012 worden er maximum 15 verwacht.
6.2.1. Uitbreiden van de energieboekhouding naar andere gebouwen
Binnen dit onderdeel kunnen maximaal 2 punten behaald worden.
Actie 6.2.1.1.
Uitbreiden
van
het
aantal
gebouwen
met
energieboekhouding
Trefwoord: interne
Doelgroep:
milieuzorg, IMZ,
stadsdiensten
REG
Thema: Energie
2 punten behaald
voor 2012, 2 punten
gepland voor 2013
Initiatiefnemer: Dienst Gebouwen en
technieken
contactpersoon: Herman Barrez
Relaties met
•
een
Betrokken actoren:
Dienst Gebouwen en technieken, overige
stadsdiensten
Stadsarchitect: Hilde Eylenbosch
6.1.2.1.
Doelstelling
In zoveel mogelijk gebouwen de energieconsumptie meten en wegen, zodat doelgerichte
acties kunnen ondernomen worden om het verbruik te drukken.
•
Omschrijving – inhoud
De gepaste software maakt het mogelijk snel te reageren op abnormaal verbruik. Dit
systeem wordt natuurlijk het best toegepast in zoveel mogelijk gebouwen. De stad
onderzoekt systematisch of en hoe het aantal boekhoudingen verder kan uitgebreid worden.
•
Rapportering
Momenteel is er in 55 stadsgebouwen een energieboekhouding actief waarvan 24 gebouwen
via automatische uitlezing en de rest via manuele ingave (lijst in bijlage EN 02).
Van deze gebouwen zijn er 14 waarbij er een automatische uitlezing is van de
waterverbruiken.
MJP Aalst 2014 - 125
In kader van de aangepaste wetgeving dienden vanaf 1 januari 2013 alle stadsgebouwen
met een vloeroppervlakte > 500m² eveneens te beschikken over een energieboekhouding.
Deze uitbreiding omvat 17 bijkomende stadsgebouwen.
In kader van de aangepaste wetgeving dienen vanaf 1 januari 2015 alle stadsgebouwen met
een vloeroppervlakte > 250m² eveneens te beschikken over een energieboekhouding. Dit zal
gaan over 7 bijkomende stadsgebouwen.
•
Planning
Het is de bedoeling het aantal energieboekhoudingen systematisch uit te breiden . Dit zal
ook gebeuren in 2014.
•
Financieel
Loon- en werkingskosten.
De kosten voor de installatie en de opstart van de boekhouding worden opgenomen in het
budget Openbare Werken.
Budget 2012: actieplannen L203K03/A1 (energie) en L203K05A1 (water).
Budget 2013: actieplannen L203K03/A1 (energie) en L203K05A1 (water).
Actie 6.2.2.
Energieprestatiecertificaten voor gebouwen < 500 m²
Thema: Energie
Trefwoord: interne
Doelgroep:
Nog geen punten
milieuzorg, IMZ,
stadsdiensten
behaald
REG
Initiatiefnemer: Dienst Gebouwen en
Betrokken actoren:
technieken
Dienst Gebouwen en technieken.
contactpersoon: Herman Barrez
Relaties met
•
6.1.2.1.
Doelstelling
Een beeld krijgen van de specifieke energieprestaties van de stadsgebouwen.
•
Omschrijving – inhoud
De opmaak van EPC-certificaten gebeurt door 2 medewerkers van de dienst Openbare
Werken sectie Technieken (Herman Barrez en Sven Linthout) die hiervoor als intern
energiedeskundige publieke gebouwen cf. de voorwaarden van VEA op 1 oktober 2007 door
het cbs werden aangesteld. Alhoewel dat niet vereist was, volgden zij de opleiding extern
energiedeskundige voor publieke gebouwen in augustus 2007 bij Syntra MiddenVlaanderen.
In het kader van de aangepaste wetgeving dienden vanaf 1 januari 2013 alle stadsgebouwen
met een vloeroppervlakte > 500m² (voorheen > 1000m²) eveneens te beschikken over een
EPC. Dit gaat over 17 bijkomende stadsgebouwen.
Dit zal gebeuren in eigen beheer op vraag van de gebouwverantwoordelijken zoals
vastgelegd in de CBS beslissing van 16 januari 2012.
•
Planning
Vanaf 1 januari 2015 dienen alle stadsgebouwen met een vloeroppervlakte > 250m²
eveneens te beschikken over een EPC. Dit zal gaan over 7 bijkomende stadsgebouwen.
Dit zal gebeuren in eigen beheer.
Voor een overzicht van die opgemaakte EPC zie bijlage EN 02.
MJP Aalst 2014 - 126
6.2.3. Actieve sensibilisatie
Binnen dit onderdeel kunnen maximaal 4 punten behaald worden.
Actie 6.2.3.1.
Thema: Energie
0 punten; komt niet in
aanmerking als
actieve sensibilisatie
rond REG
Initiatiefnemer:
dienst Leefmilieu:
Anne-Marie De
Bruycker; Dienst
Gebouwen en
technieken: Herman
Barrez
Relaties met
•
Nacht van de Duisternis/ Earth Hour
MBP 2.7.
Trefwoord:
sensibilisatie
Doelgroep:
bevolking:
huishoudens,
handelaars, kinderen
Betrokken actoren:
Dienst Leefmilieu: Anne-Marie De Bruycker
Dienst Gebouwen en technieken: Herman Barrez
Dienst Stadsmarketing en communicatie
LNE, Bond Beter Leefmilieu, VVS, Platform lichthinder, Murzim,
Natuurpunt, de Aalsterse klimaatkoepel
6.1.3., 6.2.3.2., 6.2.3.3.
Doelstelling
De bevolking, zowel huishoudens, schoolgaande jongeren, architecten, professionelen in de
bouwsector, …op een participatieve manier bewust leren omgaan met energie, in het
bijzonder lichtenergie.
•
Omschrijving – inhoud
Het bewust maken van de diverse bevolkingsgroepen rond duurzaam energiegebruik is een
werk van lange adem. Duurzaam energiegebruik is overigens nauw verbonden met andere
facetten van duurzaam leven en wonen. Rond duurzaam leven worden meerdere initiatieven
genomen. De Nacht van de Duisternis is de jaarlijks terugkerende, specifieke actie rond het
aspect duurzaam energiegebruik.
•
Rapportering
Sinds 1998 neemt de stad jaarlijks deel aan het initiatief “Nacht van de Duisternis”. De
bedoeling is dat die nacht zoveel mogelijk gemeenten gezamenlijk de lichten doven en
de problematiek van overmatige kunstverlichting onder de aandacht te brengen. De
aankondiging gebeurt via diverse kanalen: met een uitgebreid artikel in de stadskrant
Denderend Aalst, via de website en het intranet, via een aankondiging in de cultuurdatabank
via de activiteitenkalender. De activiteiten worden georganiseerd door de stad, in
samenwerking met de Aalsterse sterrenkundigenvereniging Murzim en Natuurpunt.
Aan de zaakvoerders van de omliggende handelszaken wordt telkens vooraf gevraagd om
hun reclameverlichting tijdens het betrokken weekend te doven. De solidaire handelaars
krijgen een dankbrief.
In 2012 werd niet deelgenomen aan de Nacht van de Duisternis, omdat er een uitgebreide
activiteit was rond Earth Hour, in samenwerking met de Aalsterse Klimaatkoepel. Een reeks
van sensibiliserende activiteiten rond de link tussen klimaat, energieverbruik, biodiversiteit en
voeding werd op poten gezet gespreid over 30 en 31 maart en 1 april
Die avond werd ook de klemtoonverlichting en de straatverlichting in een deel van de
centrumstraten, rond het belfort en de Sint-Martinuskerk gedoofd. De bewoners van de
betrokken straten werden vooraf schriftelijk op de hoogte gebracht over de achtergrond van
de uitschakeling van de verlichting en de bijkomende acties.
In 2013 werd ervoor geopteerd om deel te nemen aan de Nacht van de Vleermuis, onder
impuls van Natuurpunt vzw. Op zaterdag 24 augustus organiseerde de stad samen met
Natuurpunt een vertoning van een introductiefilm en een nachtwandeling in en om het
MJP Aalst 2014 - 127
Kravaalbos, specifiek gericht op de waarneming van vleermuizen en de invloed van
kunstverlichting op hun voorkomen en op de natuur in het algemeen. Tijdens de wandeling
werd gebruik gemaakt van batdetectoren. Naast de gebruikelijke communicatie werd voor
deze activiteit een specifieke folder ontworpen door Natuurpunt en gedrukt en bedeeld door
de stad. Zo’n 100 mensen namen deel aan de wandeling.
In 2013 werd geen aparte Nacht van de Duisternis georganiseerd.
Zie ook 6.1.3.1.
•
Planning
Verder zetten van bestaande initiatieven en van de samenwerking met de betrokken
verenigingen.
Specifiek naar handelaars toe zal de komende jaren bijzondere aandacht gaan naar het
thema “publiciteit zonder lichtvervuiling”, o.a. in het kader van het lichtplan (zie 6.2.8.2).
In 2014 zal ook minstens één actie opgezet worden rond lichthinder en de link met
energieverspilling.
Op 8 maart 2013 wordt door vzw Murzim een activiteit georganiseerd rond lichtvervuiling en
energieverspilling, in het kader van de Sterrenkijdagen. Deze actie gebeurt met logistieke
steun van de stad.
•
Financieel
Loon- en werkingskosten.
Actie 6.2.3.2.
Thema: Energie
4 punten behaald in
2012, 4 gepland in
2013
Initiatiefnemer:
. Dienst Gebouwen
en technieken:
Herman Barrez;
dienst Leefmilieu:
Anne-Marie De
Bruycker
Relaties met
•
Andere actieve sensibilisatie rond rationeel energiegebruik
(REG)
MBP 2.7.
Trefwoord:
Doelgroep:
sensibilisatie
bevolking: gezinnen,
architecten
Betrokken actoren:
Dienst Leefmilieu: Jens De Bruycker, Anne-Marie De Bruycker, vzw
BEA, Dienst Gebouwen en technieken: Herman Barrez
Dienst Stadsmarketing en communicatie, Vormingsorganisaties,
provinciebestuur Oost-Vlaanderen, Energiecel, Dienst Internationale
samenwerking,
cultureel centrum De Werf
6.1.3., 6.2.3.1., 6.2.3.3., 10.2.4.2.
Doelstelling
De bevolking, zowel huishoudens, architecten, professionelen in de bouwsector, …op een
participatieve manier bewust leren omgaan met de diverse vormen van energie.
•
Omschrijving – inhoud
Het bewust maken van de diverse bevolkingsgroepen rond duurzaam energiegebruik is een
werk van lange adem. Duurzaam energiegebruik is overigens nauw verbonden met andere
facetten van duurzaam leven en wonen. De combinatie van evenementen, informatie in de
geschreven pers en praktijkgerichte infoavonden en advies kan interesse opwekken, gaande
houden en leiden tot concrete aanpassingen van het verbruiksgedrag.
•
Rapportering
In 2009 (goedkeuring door de gemeenteraad op 24 maart 2009) stelde de stad een
premiereglement in met het oog op het aanmoedigen van het vervangen van oude
MJP Aalst 2014 - 128
stookketels door hoogrendement-condensatieketels op aardgas. Dit initiatief werd uiteraard
aangekondigd langs de gebruikelijke communicatiekanalen.
Deze premieregeling werd behouden in 2010 en in 2011, maar werd stopgezet op 30 juni
2012, omdat ook het premiereglement van Eandis, waar het stedelijk reglement aan
gekoppeld was, stopgezet werd. In 2012 werden nog 570 dossiers goedgekeurd, voor een
bedrag van 43.425,- EUR
De stad nam, net als in 2008, in 2009, in 2010, in 2011, in 2012, ook in 2013 deel aan de
Dikke Truiendag , via de stadsscholen.(Overzicht van de concrete acties in bijlage EN 01).
De energiesnoeiers voeren niet alleen energiescans uit, maar voeren ook kleine
energiebesparende maatregelen uit in de bezochte woningen. De stad zorgt voor de werving
van kandidaten voor een energiescan (zie ook 6.2.9.2.). In 2013 werden 75 scans
uitgevoerd.
Het aanbod van gratis duurzaam bouwadvies voor de inwoners van Aalst, waarbij energie
één van de belangrijkste thema’s is, werd ook in 2013 verder gezet . Er werden 16l adviezen
verleend.
In 2013 (24 augustus) werd er een uitgebreide activiteit georganiseerd rond de Nacht van de
vleermuis, in samenwerking met de Natuurpunt. Er werd een specifieke folder opgemaakt en
bedeeld in de wijde omgeving van de activiteit, het Kravaalbos te Meldert. Er werd een
donkere wandeling begeleid en er werd een film rond vleermuizen vertoond.,
Met 2 info avonden (op 7 maart in CC De Werf en op 10 september in De Brug) werd
geprobeerd om het Dakisolatie Project van de stad Aalst nieuwe zuurstof te geven. In juli
werd de eerste 5000 m² gerealiseerd. Naar aanleiding hiervan werd een promotiefilmpje
opgenomen, dat op Aalst.TV geplaatst werd. Dit project blijft doorlopen in 2014 vanwege het
grote succes. Eind december 2013 waren er reeds 383 inschrijvingen en was er in totaal
8.957,12 m² dakisolatie geplaatst.
In november 2013 verleende vzw BEA zijn medewerking aan de actie “Durf vergelijken” van
FOD economie. 2 Ambtenaren van de FOD kwamen in de Woonwinkel advies geven aan de
Aalsterse burger over de interpretatie van de telecomfactuur en hoe je een goedkopere
leverancier kunt zoeken.
Net als in 2011 en 2012 nam de vzw BEA ook in 2013 deel aan het project “Samenaankoop
Groene Energie” van de Provincie Oost – Vlaanderen. Met absolute inschrijvingen (inclusief
online) behaalde Aalst de 4e plaats met 2056 inschrijvingen. Met 345 inschrijvingen aan het
loket behaalden wij net als in 2012 opnieuw een 2e plaats, er werd deze keer slechts nipt
verloren. De acceptatie van deze groepsaankoop loopt nog door in 2014.
Momenteel neemt de vzw BEA ook deel aan het project “Energiejacht” van de Provincie
Oost-Vlaanderen en de Bond Beter Leefmilieu. Dit jaar ligt de focus vooral op begeleiding
van doelgroepers (sociaal minder sterke groepen).
Sinds 17 september 2012 is er een facebookpagina voor vzw BEA om een nog ruimer
publiek te kunnen bereiken op een flexibele manier. Deze wordt regelmatig gebruikt om de
activiteiten van vzw BEA onder de aandacht te brengen.
Op 30 januari, 18 februari en 4 maart 2013 werden op verschillende locaties infomomenten
gegeven rond een groepsaankoop groene stroom voor KMO’s in samenwerking met de
dienst Economische Zaken en Zero Emission Solutions.
MJP Aalst 2014 - 129
•
Planning
Verder zal de stad in 2014 opnieuw gratis duurzaam bouwadvies, waar energiehuishouding
een belangrijke rol in speelt, aanbieden aan alle inwoners van Aalst (zie ook 6.2.9.1.).
Ook in 2014 zal binnen het stedelijk onderwijs deelgenomen worden aan de Dikke
Truiendag, die via de media en via de ouders van de deelnemende stadsscholen ook onder
de aandacht van de bevolking gebracht wordt en dus een zekere uitstraling heeft.
In 2014 zal het project dakisolatie (zie ook 6.1.3.2) van vzw BEA verdergezet worden.
•
Financieel
Loon- en werkingskosten.
Actie 6.2.3.3.
Actieve en passieve informatie- en sensibilisatiecampagnes
rond REG binnen de stadsdiensten
MBP 2.7.
Trefwoord:
interne Doelgroep:
milieuzorg;
IMZ, stadsdiensten
sensibilisatie
Thema: Energie
0 punten; komt niet
in aanmerking als
actieve sensibilisatie
rond REG
Initiatiefnemer: Dienst gebouwen en
technieken
contactpersoon: Herman Barrez
Relaties met
•
Betrokken actoren:
Dienst gebouwen en technieken
Woonwinkel,
Energiecel
6.1.3., 6.2.3.1., 6.2.3.2., 6.2.5.1.
Doelstelling
Het gemiddeld jaarlijks energieverbruik per gebouw op termijn betekenisvol doen afnemen
door een zorgzaam gebruik van de energie-infrastructuur in de stadsgebouwen.
•
Omschrijving – inhoud
Een bewuster gedrag is de goedkoopste manier om energie te besparen (5 tot 10 %) en
vraagt geen terugverdientijd. Het is dan ook een voorwaarde om van een duurzame
exploitatie van het stadspatrimonium te kunnen spreken.
•
Rapportering
In 2008 werd ook het initiatief genomen om binnen de stadsdiensten een “energiecel” op te
richten. In deze cel zijn vele diensten vertegenwoordigd en zijn zowel administratief als
technisch bevoegde personeelsleden opgenomen. Het opzet van deze energiecel is om
samen initiatieven te ontwikkelen die op allerlei (niet specifiek technische) manieren het
gedrag van het stadspersoneel en van de inwoners van de stad inzake energieverbruik
kunnen stimuleren. In 2012 richtte de cel zich specifiek op het energieverbruik in de
Aalsterse sporthallen.
Personeelsleden die op eigen initiatief elektrische verwarmingstoestellen installeren, worden
daarover aangesproken.
Na een verhoogde aandacht voor de verspreiding van specifieke pictogrammen en slogans
inzake REG binnen de stadsdiensten sinds 2005, nam de stad in 2008 voor het eerst deel
aan de Dikke Truiendag.
MJP Aalst 2014 - 130
Sindsdien neemt de stad jaarlijks deel aan dit evenement. Naast een lagere instelling van de
thermostaten, worden in de stadsscholen telkens ook bijkomende sensibiliserende acties op
poten gezet. Ook op 16 februari 2012 werd in de stadsscholen Dikke Truiendag
georganiseerd. Een opsomming van de gevoerde acties is opgenomen in bijlage EN 01Dikke Truiendag.
•
Planning
In 2014 wordt opnieuw deelgenomen aan de Dikke Truiendag.een overzicht van de geplande
acties in de stadsscholen is opgenomen in bijlage EN 01.
De Energiecel zal haar werking verderzetten. De aanpak die in 2012 werd gestart, waarbij
projectmatig verschillende stadsdiensten gericht worden aangesproken over
energiezuinigheid, wordt verdergezet.
•
Financieel
Loon- en werkingskosten.
Actie 6.2.3.4.
Acties en sensibilisering rond energie en REG binnen de
stadsdiensten en naar de bevolking toe
Thema: Energie
MBP 2.7.
Trefwoord:
interne Doelgroep: inwoners
milieuzorg;
IMZ, Stad Aalst
sensibilisatie
Betrokken actoren:
Initiatiefnemer: Stad Aalst
Vzw BEA – autonoom gemeentebedrijf
contactpersoon: voorzitter vzw BEA –
Stadsontwikkeling Aalst, OCMW, vzw
schepen Ann Van de Steen
teleshop/kringloop
Relaties met
•
6.2.3.3., 6.2.3.2
Doelstelling
Financiële steun voorzien voor particulieren bij het uitvoeren van structurele
energiebesparende maatregelen om een reductie van de globale energiekost in de woning te
bevorderen.
•
Omschrijving – inhoud
Het fonds FRGE (fonds ter reductie van de globale energiekost) voorziet financiële hulp aan
de doelgroep van aan particulieren die energiebesparende maatregelen in of aan hun
woning wensen uit te voeren., in het bijzonder aan de sociaal zwakkere bevolkingsgroepen.
•
Rapportering
Eind 2010 heeft de Stad Aalst een autonoom energiebedrijf opgericht, vzw BEA (Beheer
Energie Aalst).
Er werd een Ombudsman Energie aangeduid die bemiddelt in complexe dossiers.
Een eerste initiatief van deze vzw BEA was het organiseren van een samenaankoop
zonnepanelen. In 2011 schreven 292 mensen zich in voor de samenaankoop, met een
scherpe prijszetting per Wp.
Net als in 2011 en 2012 nam de vzw BEA ook in 2013 deel aan het project “Samenaankoop
Groene Energie” van de Provincie Oost – Vlaanderen. Met absolute inschrijvingen (inclusief
on-line) behaalde Aalst de 4e plaats met 2056 inschrijvingen. Met 345 inschrijvingen aan het
MJP Aalst 2014 - 131
loket behaalden wij net als in 2012 opnieuw een 2e plaats, er werd deze keer slechts nipt
verloren. De acceptatie van deze groepsaankoop loopt nog door in 2014.
De vzw BEA verstrekt ook groene leningen. In 2013 werden in totaal 70 dossiers verwerkt
voor een totaal bedrag van 506.583,25 EUR. De leningen die werden aangegaan hadden
betrekking op:
- zonnepanelen :
2 dossiers
- hoogrendementsglas :
31 dossiers
- dakisolatie :
32 dossiers
- condensatieketel :
16 dossiers
- vloerisolatie :
0 dossiers
- muurisolatie :
4 dossiers
- zonneboiler :
2 dossiers
- pellet verwarming :
5 dossiers
Zie ook de onder 6.2.3.2 vermelde acties.
•
Planning
De statuten van vzw BEA voorzien dat op elke (toekomstige) energiegerelateerde
opportuniteit kan ingespeeld worden.
In 2014 zal ook minstens één actie opgezet worden rond lichthinder en de link met
energieverspilling.
•
Financieel
Loon- en werkingskosten
6.2.4. Aankoop van een minimumpercentage aan groene stroom
Binnen dit onderdeel kunnen maximaal 3 punten behaald worden.
Actie 6.2.4.1.
Toepassen hernieuwbare energie
Thema: Energie
MBP 2.7.
Trefwoord: interne
Doelgroep:
Geen punten te
milieuzorg, IMZ
stadsdiensten,
behalen
bedrijven
Initiatiefnemer: Dienst gebouwen en
Betrokken actoren:
technieken
Dienst gebouwen en technieken: Herman
contactpersoon: Herman Barrez, Hilde
Barrez;
Eylenbosch
stadsarchitect: Hilde Eylenbosch
Relaties met
•
6.2.3.3., 6.3.
Doelstelling
Systematische toepassing van hernieuwbare energiebronnen bij nieuwbouw door de stad en
waar mogelijk en relevant ook bij verbouwingen.
Door het volgen van deze twee sporen wil de stad haar voorbeeldfunctie vervullen.
•
Omschrijving – inhoud
Het toepassen van hernieuwbare energie bij nieuwbouw is natuurlijk een goede zaak. Het is
echter zeker even belangrijk om van bij de eerste ideeën over het concept van een gebouw
de globale energiehuishouding in beschouwing te nemen. Het concept, de opvatting van een
gebouw is het fundament van een duurzaam energiebeheer. Het gebruik van hernieuwbare
energie is één van de mogelijke middelen.
MJP Aalst 2014 - 132
•
Rapportering
In 2004 begon de bouw van het nieuw buurthuis (Aalst rechteroever). De
warmwatervoorziening gebeurt door middel van zonnecollectoren. Het gebouw is uitgerust
met ramen met hoogrendementsglas.
Het buurthuis werd in het najaar van 2006 in gebruik genomen.
In 2007 werden geen nieuwe projecten met hernieuwbare energie opgezet. In de
planningsfase voor de nieuwe kleuterschool te Nieuwerkerken- Aalst werd het gebruik van
zonnecollectoren overwogen, maar uiteindelijk werd geopteerd voor de aanleg van een
groendak. Het bleek niet haalbaar beide te combineren.
Er werden op 3 stadsgebouwen fotovoltaïsche panelen geïnstalleerd: de stedelijke
werkhuizen, het politiehuis en het stedelijk zwembad maken sinds eind 2009 gebruik van
zonne-energie.
In juli 2009 werd het ontwerp-provinciaal beleidskader windturbines, in 2008 ontworpen als
achtergrond voor de opmaak van provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP’s) in
functie van de inplanting van windturbines, goedgekeurd door de Vlaamse regering.
Het provinciebestuur heeft via een plan-MER verder milieuonderzoek uitgevoerd met
betrekking tot de verschillende mogelijke clusters waar windturbines kunnen worden
ingeplant.
In de verdere afwikkeling van de procedure tot opmaak van een provinciaal RUP, heeft het
college van burgemeester en schepenen op 25 februari 2013 beslist de voorkeur te geven
aan de ontwikkeling van een windturbinecluster op het bedrijventerrein Erembodegem.
Op woensdag 24 april 2013 nam de provincieraad een besluit inzake het dossier windmolens
langs de E40. Van de 10 clusters werden er uiteindelijk 6 geselecteerd, o.a. de clusters
Windkouter (Sint-Lievens-Houtem/Erpe-Mere) en bedrijventerrein Erembodegem (Aalst), die
verder kunnen ontwikkeld worden ten behoeve van windmolens.
In 2013 werden er fotovoltaïsche panelen geplaatst op volgende stedelijke basisscholen:
• Duizendpootjes, Binnenstraat Aalst
• Damkouterbaan Gijzegem
• Tinnenhoek Moorsel
•
Planning
Inzake de inplantingsclusters voor windturbines wordt het provinciaal RUP wordt in 2014
voorgelegd aan de Bestendige Deputatie.
In 2014 zullen zonnepanelen worden geplaatst op het nieuwbouw-recreatiecentrum
Dendergalm te Gijzegem en op de nieuwbouw-uitbreiding van de academie voor beeldende
kunsten (ABK).
In 2014 staat het plaatsen van zonnepanelen en/of een windmolen op het natuureducatief
centrum (om te bouwen paardenstal) in het de omgeving van het stadsbos op de planning.
•
Financieel
Loon- en werkingsmiddelen
Budget 2012: actieplan L203K03A1,artikel 0119-06/22126307
Budget 2013: actieplan L203K03A1,artikel 0119-06/22126307
MJP Aalst 2014 - 133
Actie 6.2.4.2.
Aankopen van minimum percentage aan groene stroom
Thema: Energie
MBP 2.7.
Trefwoord: interne
Doelgroep:
3 punten behaald in
milieuzorg, IMZ
stadsdiensten
2012, 3 punten
gepland in 2013
Initiatiefnemer:
Betrokken actoren:
Dienst gebouwen en technieken
Dienst gebouwen en technieken: Herman
Herman Barrez
Barrez; Electrabel
Relaties met
•
6.2.4.1., 6.2.9.
Doelstelling
Een zo groot mogelijk aandeel van de stroomvoorziening uit duurzame energiebronnen
halen.
•
Omschrijving – inhoud
Het aandeel groene energie opnemen als criterium bij de aanbesteding van de
elektriciteitslevering aan de stad.
•
Rapportering
Sinds 1 januari 2009 koopt de stad 100 % groene energie aan (waterkracht) aan, omwille
van de garantie van oorsprong die door de leverancier kon gegeven worden. De aankoop
gebeurt voor stadsgebouwen, OCMW, politiehuis en kerkfabrieken samen. Op 26 mei 2011
gebeurde een nieuwe toewijzing van de opdracht voor het leveren van 100 % groene stroom
van 1 augustus 2011 tot eind 2013.. Sinds 1 januari 2014 loopt een nieuw contract voor
levering van 100% groene stroom, tot 31 december 2016. Bestek is te vinden in bijlage EN
03.
•
Planning
Het bestaande beleid wordt voortgezet in 2014. Er werd een nieuw contract voor levering
van 100% groene stroom afgesloten tot eind 2016.
•
Financieel
Budget 2012: actieplannen L203K03A2, L203K03A3 en L203K03A4.
Budget 2013: actieplannen L203K03A2, L203K03A3 en L203K03A4.
Budget 2014: actieplan OBFAC
MJP Aalst 2014 - 134
6.2.5. Opleiding energie
Actie 6.2.5.1.
Opleidingen omtrent duurzaam energieverbruik, bijhorende
technieken en gezondheidsaspecten
Thema: Energie
MBP 2.7.
Trefwoord: interne
Doelgroep:
geen punten behaald
milieuzorg, IMZ,
stadsdiensten
in 2012, 1 punt
REG
gepland in 2013
Initiatiefnemer: Dienst gebouwen en
Betrokken actoren:
technieken
Dienst gebouwen en technieken,
vormingsorganisaties, dienst Leefmilieu
contactpersoon: Herman Barrez
Relaties met
•
6.1.1., 6.1.2., 6.2.4., 6.2.6., 6.2.7., 6.2.8.
Doelstelling
Door zo goed mogelijk op de hoogte te blijven van inzichten, evoluties en technieken, kan
het energiebeheer in het stadspatrimonium op de meest efficiënte manier gebeuren.
•
Omschrijving – inhoud
De opleidingen gebeuren in functie van de behoeften en het aanbod.
•
Rapportering
Gedurende het voorbije werkjaar werden volgende opleidingen gevolgd :
-2 medewerkers volgden de opleiding Woonbeheersysteem, met het oog op ondersteuning
van de gemeentelijke huisvestingsdiensten in zijn dagelijkse werking en in functie van een
snellere en betere dienstverlening voor de burger (via Tales.be).
-2 medewerkers volgden de basisopleiding bouwtechnieken in functie van het prikkelproject
(specifiek project dat voorziet in financiële ondersteuning door de stad van duurzame,
energiezuinige aanpassingswerken aan woningen gelegen in een afgebakende zone, met
het oog op een verbetering van de woonkwaliteit)(via Syntra).
•
Planning
Er zullen verder opleidingen gevolgd worden in functie van het aanbod en de noden.
•
Financieel
Loon- en werkingskosten
6.2.6. Duurzame energiescan
Zie onder actie 6.3.2. .
MJP Aalst 2014 - 135
6.2.7. Het opnemen van energie-efficiëntie als criterium bij
overheidsopdrachten
Binnen dit onderdeel kunnen maximaal 2 punten behaald worden.
Actie 6.2.7.1.
Thema: Energie
1 punt behaald voor
2012 en 0,5 gepland
voor 2013
Opnemen energie-efficiëntie als criterium bij aankoop materiaal
door de stad
MBP 2.7.
Trefwoord:
interne Doelgroep:
milieuzorg,
IMZ, stadsdiensten
REG
Initiatiefnemer: dienst ICT, Dienst gebouwen
en technieken
contactpersonen: Kurt Schelfhout,
Herman Barrez
Relaties met
•
Betrokken actoren:
Dienst Leefmilieu: Anne-Marie De Bruycker,
dienst ICT en Dienst gebouwen en
technieken
6.2.7.2.
Doelstelling
De meest energiezuinige toestellen gebruiken bij de stadsdiensten.
•
Omschrijving – inhoud
In de procedures tot huur of aankoop van informaticamateriaal en andere toestellen, wordt
systematisch het stroomverbruik als criterium gebruikt.
•
Rapportering
In 2012 werden volgende energiezuinige toestellen aangekocht:
• Kinderdagverblijf molenwiekje: koelkast vrijstaand model met A++ -label, wasmachine
met A+++ -label.
• Kinderdagverblijf Duimelot: 3 koelkasten vrijstaand model met A++-label.
• Kinderdagverblijf Oogappel: 2 koelkasten vrijstaand model met A+++ -label, 1 koelkast
vrijstaand model met A++-label.
• School Binnenstraat: 1 koelkast vrijstaand model met A++ -label.
• School Herdersem: 1 koelkast vrijstaand model met A++ -label.
Stedelijke basissschool Meldert: 1 koelkast vrijstaand model met A++ -label.
In 2013 is er een budget voorzien voor REG- maatregelen dat pas kon aangesproken
worden in 2de helft van 2013,zodat er geen aankopen gebeurd zijn in 2013. De volgende
leveringen van energiezuinige toestellen zal gebeuren in 2014.
Met het oog op een energie-efficiënte inrichting van een nieuw, gecentraliseerd administratief
centrum, werden in het programma van eisen hiervoor specifieke voorwaarden opgelegd.
•
Planning
Verder zetten bestaand beleid.
Systematisch vervangen van oude elektrische en elektronische toestellen door
energiezuinige types.
Via de dienst Informatica zullen ook de volgende jaren alle nieuwe pc’s energiezuinige
instellingen krijgen waarbij bij inactiviteit deze zullen uitvallen om aan energiebesparing te
doen.
•
Financieel
Kredieten voorzien in de begroting voor de aankoop van informaticamateriaal en technische
uitrusting.
MJP Aalst 2014 - 136
Actie 6.2.7.2.
Toepassing REG bij bouw- of verbouwprojecten van de stad
Thema: Energie
MBP 2.7.
Trefwoord:
interne Doelgroep:
Geen
punten
te
milieuzorg,
IMZ, stadsdiensten
behalen
REG
Initiatiefnemer: Dienst gebouwen en
Betrokken actoren:
technieken, stadarchitect
Dienst gebouwen en technieken: Herman
contactpersoon: Herman Barrez, Hilde
Barrez;
Eylenbosch
stadsarchitect: Hilde Eylenbosch;
diverse andere stadsdiensten
Relaties met
6.2.7.1., 6.2.8.1., 6.2.8.2.
•
Doelstelling
REG als norm hanteren bij alle bouw- of verbouwprojecten waarvan de stad initiatiefnemer
is.
•
Omschrijving – inhoud
Een rationeel energiebeheer begint bij de intenties van de bouwheer. In het geval van de
stad moet REG dus van in de prilste beginfase van een project een maatstaf zijn die door de
diverse betrokken diensten gehanteerd wordt.
•
Rapportering
De stad werkt alle bouw- of verbouwprojecten zelf tot in de details uit. Er worden dus geen
keuzes gelaten aan aannemers of andere uitvoerders. Alle materialen, werkwijzen,… worden
vooraf vastgelegd. Dit gebeurt steeds met REG in het bijzonder en duurzaamheid in het
algemeen als streefdoel. Er werd een verantwoordelijke aangesteld in het kader van het
energieprestatiebesluit. Deze ziet toe op de opmaak van plannen en de uitvoering ervan.
In de planningsfase van inrichtingsprojecten in de openbare ruimte wordt het aspect licht
sinds kort systematisch mee in rekening gebracht, in overeenstemming met de doelstellingen
van het lichtplan .
Waar nodig wordt in stadsscholen ook zonnewering aangebracht om oververhitting te
voorkomen.
In 2013 werden volgende werken uitgevoerd:
-het dak van de stedelijke kinderkribbe Duimelot: dak werd vernieuwd met inbegrip van
isolatie (R= 4,05).
•
Planning
In 2014 zal dit REG-beleid worden verdergezet.
Concreet is voorzien voor 2014:
• Vernieuwen en isoleren van het dak van sporthal Faluintjes- Moorsel
• Renovatie en isolatie van het kleutersanitair gebouw van stedelijke basisschool De
Notelaar- Aalst.
•
Financieel
Loon- en werkingskosten
Budget 2012: L203K04A1
Budget 2013: L203K04A1
MJP Aalst 2014 - 137
6.2.8. Lager energieverbruik
Binnen dit onderdeel kunnen maximaal 2 punten behaald worden.
Actie 6.2.8.1.
Thema: Energie
Uitvoeren van audits om tot REG te komen
MBP 2.7.
Trefwoord:
interne Doelgroep:
milieuzorg,
IMZ, stadsdiensten
REG
Initiatiefnemer: Dienst gebouwen en
Betrokken actoren:
technieken
Dienst gebouwen en technieken, overige
stadsdiensten
contactpersoon: Herman Barrez
Stadsarchitect: Hilde Eylenbosch
Relaties met
•
1.2.4., 3., 6.3.1.1.
Doelstelling
Zowel in de stadsgebouwen als wat openbare verlichting betreft, het energieverbruik
rationaliseren.
•
Omschrijving – inhoud
Er wordt reeds jaren gewerkt aan REG binnen de stad door middel van een systematische
aanpak van de infrastructuur (stadsgebouwen en openbaar domein). Het uitvoeren van een
audit is daarbij een instrument.
Op basis van de bevindingen in een audit, worden systematisch verbeteringswerken gepland
en uitgevoerd.
•
Rapportering
REG is door de jaren heen ingeburgerd als jaarlijks werkpunt (ook via het voorzien van een
budget voor REG).
Bij renovaties en nieuwe wegenwerken wordt telkens de (openbare) verlichting gecontroleerd
en aangepast in functie van REG en lichthinder.
De overschakeling van avond- op nachtverlichting op een vervroegd moment zal, net zoals in
Nieuwerkerken, ook in andere deelgemeenten doorgevoerd worden. Er zal verder
onderzocht worden op welke invalswegen het systeem van de dimming nog kan worden
toegepast.
In functie van renovaties in eigen beheer wordt systematisch gekozen voor efficiënte
energiezuinige verlichting op basis van individuele berekeningen.
De eerder geplande relighting in sporthal Ten Rozen wordt voorlopig uitgesteld omwille van
de onzekerheid rond het gebouw.
Het studiewerk en aanbesteding voor de relighting van het stedelijk zwembad zijn gebeurd in
2011, de eigenlijke relighting is uitgevoerd in 2012 en het systeem is in gebruik genomen in
2012. Hiervoor werd een REG premie aangevraagd en verkregen van Eandis.
In 2013 werden audits uitgevoerd in 6 stedelijke basisscholen (Klaproosje, De Zonnebloem,
Notelaar, De Regenboog, ’t Meivisje en De Duizendpootjes) en in sporthal Ten Rozen.
•
Planning
De opvolging en afstelling van de nieuwe verwarmingssystemen is een belangrijke taak voor
de komende jaren.
•
Financieel
Loon- en werkingskosten
Budget 2012: actieplannen L203K04A1, L203K03A1
MJP Aalst 2014 - 138
Budget 2013: actieplannen L203K04A1, L203K03A1
Actie 6.2.8.2.
Thema: Energie
Geen punten te
behalen
Opmaak van een lichtplan
MBP 2.7.
Trefwoord: REG
Initiatiefnemer:
Dienst gebouwen en
technieken;
contactpersoon:
Herman Barrez;
dienst Leefmilieu
contactpersoon:
Anne-Marie De
Bruycker
Relaties met
Betrokken actoren:
Dienst Leefmilieu: Jens De Bruycker, Anne-Marie De Bruycker
Dienst gebouwen en technieken: Herman Barrez
Dienst Stadsmarketing en communicatie, dienst Economie
Vzw preventie lichthinder
Provinciebestuur Oost-Vlaanderen
Dienst Toerisme en erfgoed
•
Doelgroep: bevolking
stadsdiensten,
architecten,
handelaars, bedrijven
6.1.3., 6.2.3.1., 6.2.3.3., 6.2.8.1.
Doelstelling
Het ontwikkelen van een langetermijnvisie op de ontwikkeling van de verlichting op het
openbaar domein.
•
Omschrijving – inhoud
Het grondgebied van de stad Aalst telt ca 12 000 verlichtingspunten. Er is een gefundeerde
visie nodig op de manier waarop we met die verlichtingspunten verder moeten omgaan.
Daarnaast is het nodig om in het kader van duurzaam energiegebruik de grenzen te bepalen
van elke vorm van verlichting in en van de openbare ruimte en om de precieze noden te
beantwoorden op een zo efficiënt mogelijke manier. Verfraaiing moet daarbij in
overeenstemming gebracht worden met rationalisering van energiegebruik.
•
Rapportering
In 2008 werd door het college van burgemeester en schepenen beslist een lichtplan op te
maken.
In 2009 werd de opdracht tot het opmaken van een lichtplan in een bestek gegoten en er
werd een eerste selectie van mogelijke kandidaat-ontwerpers gemaakt.
In het lichtplan zullen, naast een globaal lichtconcept op de stad, verschillende deelfacetten
aan bod komen (de openbare ruimte met haar straten, pleinen, fietsroutes en dergelijke,
de monumenten en ander architecturaal waardevol patrimonium, de waterfronten,
openbare kunstwerken en standbeelden, fonteinen,…).
Zowel in de beschrijving van de opdracht als bij de gunningscriteria komen REG en het
voorkomen van lichtpollutie aan bod.
In het lichtplan wordt ook een uitgewerkt voorstel verwacht inzake de verlichting in de
omgeving van de Hopmarkt- Aalst, Dorp Meldert, Dorp Moorsel en op rotondes.
In de loop van 2010 werd de opdracht tot opmaak van een lichtplan definitief toegewezen. Er
werd intussen een lichtstudie opgemaakt voor Moorsel- Dorp en een eerste concept voor het
globaal lichtplan werd uitgewerkt. Ook voor deelgemeente Meldert werd een lichtstudie
gemaakt. De opmaak van het lichtplan werd afgerond in 2012. In 2013 werd de verlichting
van het Statieplein vernieuwd. De vernieuwing van de verlichting van de Hopmarkt is
eveneens afgerond in 2013.
•
Planning
Vanaf 2012 wordt het lichtplan stapsgewijs op het terrein gerealiseerd. In 2014 staat o.a. de
vernieuwing van de verlichting van het Keizersplein op de agenda.
MJP Aalst 2014 - 139
•
Financieel
Budget 2012: actieplan L204K05A1
Budget 2013: actieplan L204K05A1
6.2.9. Stimuleren kleine energiebesparende maatregelen
Actie 6.2.9.1.
Gratis deskundig advies verstrekken rond duurzaam bouwen
en wonen
MBP 2.7.
Trefwoord:
Doelgroep: burgers,
sensibilisatie
stadspersoneel
Thema: Energie
(komt niet in
aanmerking als
realisatie van kleine
energiebesparende
maatregelen)
Initiatiefnemer: dienst Leefmilieu/vzw BEA
contactpersoon: Michel De Meersman
Relaties met
•
Betrokken actoren:
Milieuadvieswinkel Gent, Woonwinkel, vzw
BEA
6.2.9.2., 6.2.9.3., 6.2.3., 10.2.2.
Doelstelling
Het stimuleren van het kiezen voor een duurzame aanpak bij kleine of grote werken in huis.
•
Omschrijving - inhoud
De stad wil mensen met kleine of grote verbouwplannen gratis deskundig advies geven over
duurzame keuzes. De belangrijkste doelgroep daarbij zijn de verbouwers, omdat zij vaak
geen begeleiding hebben van een architect, maar ook nieuwbouwers kunnen uiteraard van
het aanbod gebruik maken. Duurzaam energiegebruik begint immers bij het concept, de
inrichting van een gebouw. Concreet wordt er maandelijks een adviessessie georganiseerd
op een vast moment. Een deskundig architect van de Milieuadvieswinkel is dan ter
beschikking voor ieder die een afspraak gemaakt heeft. Ieder kan maximaal 3 uur advies
krijgen.
•
Rapportering
Het initiatief rond gratis duurzaam bouwadvies ging van start vanaf april 2008 en liep ook in
2012 door. Het wordt vooral gericht naar mensen die kleine veranderingswerken plannen,
omdat grotere verbouwingswerken hoedanook aan normen gebonden zijn, via de
stedenbouwkundige vergunning. Mensen gaan na een advies naar huis met concrete
aanwijzingen voor energiebesparende keuzes. In 2010 maakten 11 personen gebruik van
het gratis duurzaam bouwadvies. Ook in 2011 kregen 11 gezinnen duurzaam bouwadvies. In
2012 werden 10 adviezen gegeven. In 2013 kregen 16 gezinnen duurzaam bouwadvies.
In de stedelijke woonwinkel wordt dagelijks informatie gegeven over premies voor allerlei
energiebesparende ingrepen en verbouwingen.
Zie ook hoofdstuk 10 – duurzame ontwikkeling.
Zie ook actie 6.2.3.2.
•
Planning
Het project duurzaam bouwadvies wordt voortgezet in 2014. Hiertoe zal vanaf 2013
samengewerkt worden met de dienst Woonbeleid en vzw BEA.
Verder wordt het bestaande beleid voortgezet.
MJP Aalst 2014 - 140
•
Financieel
Loon- en werkingskosten.
Budget 2012: actieplan L209K04A2, artikel 0390-00/61000100.
Budget 2013: actieplan L209K04A2, artikel 0390-00/61000100.
Actie 6.2.9.2.
Uitvoeren van het project “energiesnoeiers”
Thema: Energie
MBP 2.7.
Trefwoord: interne
Doelgroep:
(komt niet in
milieuzorg; IMZ,
stadsdiensten
aanmerking als
sensibilisatie
realisatie van kleine
energiebesparende
maatregelen)
Initiatiefnemer:
Betrokken actoren:
Woonwinkel
Dienst gebouwen en technieken,
contacpersoon: Erik Raes
Vzw Kringwinkel Teleshop
Woonwinkel
Relaties met
•
6.1.3., 6.2.3.1., 6.2.3.2.
Doelstelling
Door het gratis aanbieden van energiescans en het meteen uitvoeren van kleine
energiebesparende maatregelen in bepaalde woningen het bereik van REG vergroten en
REG vlotter inburgeren.
•
Omschrijving – inhoud
In samenwerking met Eandis zorgt de stad voor de uitvoering van een aantal energiescans,
liefst in woningen van minder begoeden. De stad bepaalt of en aan welk
“energiesnoeiersbedrijf” zij die opdracht uitbesteedt. Bij uitbesteding aan een sociale
werkplaats krijgt het project een grotere sociale meerwaarde. De scans worden uitgevoerd
door specifiek daartoe opgeleide “energiesnoeiers”. Het doelpubliek werd in eerste instantie
gekozen op basis van o.a. inkomenssituatie, maar werd later verruimd naar alle
belangstellenden.
•
Rapportering
2008
2009
2010
2011
2012
2013
•
300 scans
408 scans
382 scans
612 scans
306 scans
75 scans
Planning
Dit project wordt voortgezet in 2014.
•
Financieel
Loon- en werkingskosten.
MJP Aalst 2014 - 141
Actie 6.2.9.3.
Stimuleren van het vervangen van oude stookketels door
hoogrendements-condensatieketels op aardgas
MBP 2.7.
Trefwoord: subsidie Doelgroep: burgers
Thema: Energie
Geen punten
behaald voor 2012;
geen punten gepland
voor 2013
Initiatiefnemer: Dienst gebouwen en
technieken
contactpersoon: Erik Raes
Relaties met
•
Betrokken actoren:
Dienst gebouwen en technieken,
Woonwinkel
6.1.3., 6.2.3.2.
Doelstelling
Mensen aanzetten tot een energieverantwoorde keuze bij de vervanging van oude,
energieverslindende verwarmingsinstallaties.
•
Omschrijving
Tot medio 2012 werd een premie verstrekt aan ieder die bij de vervanging van een oude
stookketel kiest voor een hoogrendements- condensatieketel op aardgas. Deze premie komt
bovenop de premie van de netbeheerder en wordt automatisch toegekend bij goedkeuring
van de subsidie van de netbeheerder.
•
Rapportering
In 2010 werden 357 premieaanvragen goedgekeurd.
In 2011 werden 448 premies toegekend.
In 2012 werden 570 premies toegekend voor een bedrag van 43.425,-EUR.
Deze actie werd half 2012 stopgezet, omdat ook het Eandis-reglement ten einde liep.
6.3 Projecten
2008
Geen projecten rond energie ingediend.
MJP Aalst 2014 - 142
2009
6.3.1. Energiezuinige verlichting
Actie 6.3.1.1
Thema: Energie
Uitvoeren van een relighting in het stedelijk zwembad
MBP 2.7.
Trefwoord:
interne Doelgroep:
milieuzorg; REG in stadsdiensten,
bestaande
burgers
gebouwen
Initiatiefnemer: Dienst gebouwen en
Betrokken actoren:
technieken
Dienst gebouwen en technieken,
contactpersoon: Herman Barrez
Stedelijk zwembad
Relaties met
•
6.2.8.1.
Doelstelling
Komen tot een rationeler energiebeheer in de stadsgebouwen, door op basis van
energieaudits prioritaire aanpassingen te doen, in dit geval op het vlak van de verlichting.
•
Omschrijving – inhoud
De stad wenst een renovatie door te voeren van de verlichting van het stedelijk zwembad,
met de nadruk op de zwemhal zelf. Dat moet een energiebesparing opleveren én het comfort
voor de zwemmers en het personeel vergroten.
Dit initiatief past in het kader van het beleidsprogramma 2008-2012 van de stad (punt 1.1.5
“publieke infrastructuur” en punt 3.4 “milieu en netheid”), waarin gepleit wordt voor een
duurzaam en rationeel energiebeheer en voor het werken aan een energiezorgsysteem.
Het milieubeleidsplan 2005-2009 voorziet onder punt 2.7 o.a. de uitbouw van een
energiezorgsysteem, gebaseerd op een systematische opvolging van het energieverbruik in
de stadsgebouwen, waaruit prioriteiten inzake sanering volgen.
•
Rapportering
Na 25 jaar is de verlichting aan renovatie toe. De combinatie van renovatie wegens slijtage
en de initiatieven rond het energiezuinig maken van het zwembad gaven de impuls tot deze
investering. De aanpassing van de verlichting is bepaald op basis van een energieaudit
uitgevoerd in 2006. Dit project werd in 2008 voor subsidiëring ingediend in het kader van de
Samenwerkingsovereenkomst. In 2009 werd dit project goedgekeurd.
In 2011 is er een nieuwe verlichtingsstudie opgemaakt. Deze is in 2011 in aanbesteding
gegaan en wordt toegewezen voor uitvoering in 2012. De werken zijn uitgevoerd en
opgeleverd in 2012. In oktober 2013 werd aan de Vlaamse overheid gerapporteerd over dit
project, in functie van de projectsubsidies van de Samenwerkingsovereenkomst.
•
Financieel
Er werd oorspronkelijk 40.000,- EUR voorzien. Een deel daarvan kan gerecupereerd worden
via de Samenwerkingsovereenkomst (project). Uiteindelijk liep de kost hoger op.
(59 239,18,- EUR: actieplan L203K04A1)
Voor de uitgevoerde relighting in het stedelijk zwembad is een REG premie toegekend door
Eandis voor een bedrag van 2.991,- EUR.
MJP Aalst 2014 - 143
2014-2020/2050
6.3.2 Klimaatbeleid
Actie 6.3.2.1
Het realiseren op stedelijk en regionaal niveau van de
klimaatdoelstellingen
Thema: Energie
.
Trefwoord:
Doelgroep: alle
Geen punten te
klimaatbeleid
geledingen van de
behalen
samenleving,
inclusief de
stadsdiensten
Initiatiefnemers: Dienst Leefmilieu/dienst
Betrokken actoren:
Gebouwen en Technieken/vzw BEA
Alle stadsdiensten, verenigingen, KMO’s,
industrie, scholen, instellingen van openbaar
nut, burgers,…
Relaties met
•
Alle andere items in de hoofdstukken 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 10 van het
MJP.
Doelstelling
Een duurzaam energiebeleid in de brede zin doorvoeren, zowel binnen de
stadsinfrastructuur als daarbuiten en hiervoor een draagvlak creëren en in stand houden in
alle geledingen van de stad Aalst. Door dit beleid de uitstoot van broeikasgassen beperken.
•
Omschrijving
Door het uitvoeren van een nulmeting kan een ijkpunt gemaakt worden inzake de uitstoot
van broeikasgassen, uitgedrukt in CO2-equivalenten. Op basis daarvan wordt bekeken
welke op het grondgebied van Aalst de meest efficiënte maatregelen zijn tot beperking van
de broeikasgasuitstoot. Deze worden omschreven en uitgewerkt in een actieplan. Een eerste
doel is een beperking van de CO2-uitstoot met meer dan 20% tegen 2020. Dit is een
tussenstap naar klimaatneutraliteit tegen 2050.
•
Rapportering
Op 1 juli 2013 verklaarde het CBS zich principieel akkoord om het Burgemeestersconvenant
te ondertekenen.
In 2013 werd door het Vlaams Instituut voor Technologisch Onderzoek (VITO) een
instrument uitgewerkt tot uitvoering van een nulmeting inzake de CO2-uitstoot.
•
Planning
In 2014 wordt het burgemeestersconvenant effectief ondertekend, wordt de nulmeting
uitgevoerd en aan het actieplan gewerkt. Dit zal gepaard gaan met een participatietraject.
•
Financieel
OBFACP11A2
MJP Aalst 2014 - 144
7. MOBILITEIT
Het mobiliteitsplan Aalst heeft tot doel de bereikbaarheid van Aalst voor de verschillende
vervoersmodi te vrijwaren, de leefbaarheid van de woonkernen te verhogen, de
verkeersveiligheid te verbeteren en de bewoners en bezoekers bewust te maken van het
mobiliteitsprobleem.
Omdat er op het ogenblik van de opstart van het mobiliteitsplan (oktober 1998) nog geen
sprake was van de Samenwerkingsovereenkomst op het vlak van milieu en natuur kwamen
milieu-aspecten (rechtstreeks) weinig of niet aan bod in het mobiliteitsplan. Met de opmaak
van een nieuw mobiliteitsplan komt hierin verandering. Het nieuwe plan zal terdege rekening
houden met de handleiding milieutoets van de cluster mobiliteit uit de
Samenwerkingsovereenkomst 2008-2013.De toepassing van het STOP-principe zal een
positieve bijdrage leveren ten aanzien van bepaalde milieuaspecten, -doelstellingen.
7.1. Basis
7.1.1. Passieve sensibilisatie
Actie 7.1.1.
Passieve sensibilisatie
Thema: Mobiliteit
Initiatiefnemer: dienst Mobiliteit en openbare
werken
Trefwoord :
Doelgroep: eigen
sensibilisering
diensten, burgers
Betrokken actoren:
dienst Mobiliteit en openbare werken
dienst Leefmilieu
Relaties met:
•
Doelstelling
De stad dient overeenkomstig de Samenwerkingsovereenkomst passieve sensibilisatie
m.b.t. mobiliteit te ondernemen. Hierbij dient een duidelijke milieulink aanwezig te zijn.
•
Omschrijving – inhoud
Passieve sensibilisatie m.b.t. mobiliteit.
•
Rapportering
De stad stelt aan haar inwoners informatie ter beschikking over het openbaar vervoeraanbod
in de stad en deelgemeenten.
In 2013 waren o.a. volgende artikels beschikbaar op de website:
- de Fietserij
- zone 30… ook Aalst maakt er werk van
- busrit meebetaald door de stad
- meer oranje op straat - de Fietserij verhuurt en herstelt fietsen
- bewaakte fietsenstalling tijdens de wekelijkse zaterdagmarkt
- Aalsters tragewegenplan krijgt vorm
- Cambio autodelen ook in Aalst
- de lijnwinkel is open!
- gratis feestbussen tijdens oudejaarsnacht
- fietsgebouw en Statieplein geopend
In 2013 verschenen volgende artikels in Denderend Aalst - informatiekrant van de stad:
Januari 2
Artikels
“Waarheen met de wagen?” met o.a. promotie fiets en openbaar vervoer tijdens de
carnavalsperiode pag. 2
MJP Aalst 2014 - 145
Carnavalkrant
O. a. over nieuwe normen geluidsoverlast en de geluidsmetingen pag. 3, de sanitaire
voorzieningen pag. 4, promotie openbaar vervoer pag. 12
Kermiskrant
Oproep gebruik openbaar vervoer (De Lijn, NMBS) - pag. 11
Februari 2
Artikels
“Nieuwe geluidsschermen langs de E40” pag. 4
April 2
Artikels
“Met belgerinkel naar de winkel” pag. 4
Juni 1
Artikels
“Veiliger fietsen langs Brusselse Steenweg en Brusselbaan”
Juni 2
Artikels
“Gratis bewaakte fietsenstalling” pag. 2
“Gentsesteenweg wordt groene laan” o.a. over veiliger fietspaden, busbaan, groen pag. 3
Augustus
Artikels
“Onderzoek fijn stof in de stad” pag. 6
September 1
Artikels
“Help stadspersoneel in strijd tegen Kortrijk” ivm City Cycle Challenge pag. 2
September 2
Artikels
“Open Bedrijvendag op 6 oktober” met o.a. De Fietserij pag. 1 en 2
Oktober 1
Aalst in beeld (foto’s met korte tekst) pag. 9: City Cycle Challenge
Oktober 2
Artikels
“Grootschalig verkeersonderzoek in Erembodegem” met aandacht voor fietsvriendelijkheid,
leefbaarheid pag. 3
November 1
Artikels
“Fietsgebouw en vernieuwd Statieplein open op 14 november” o.a. over zwakke
weggebruiker pag. 2
November 2
Artikels
“Fietsgebouw en Statieplein geopend” met o.a. fietsgebouw, fietspunt door De Fietserij,
publiek sanitair pag. 1
MJP Aalst 2014 - 146
“Werken Gentse- en Brusselsesteenweg vorderen goed” met o.a. aandacht zwakke
weggebruiker pag. 2
December 2
Artikels
“Gratis feestbussen tijdens oudejaarsnacht” – pag. 2
“Aalst werkt aan een mooie stad” over geplande wegenwerken en aanleg fietspaden – pag. 7
In 2013 verschenen volgende artikels in “In Team”:
Nr. december 2013:
City Cycle Challenge (pag. 16)
Zie ook bijlage ALG 01
•
Planning
Ook in 2014 zal de stad passieve sensibilisatie ondernemen.
•
Financieel
Loon- en werkingskosten.
7.1.2. Deelname Gemeentelijke Begeleidingscommissie
De Gemeentelijke Begeleidingscommissie is een werkgroep op gemeentelijk niveau die
adviseert bij de ontwikkeling van de zogenaamde samenwerkingsovereenkomsten
(mobiliteitsconvenant). De GBC heeft de bedoeling om op lokaal niveau de
infrastructuurprojecten zo goed mogelijk te ontwikkelen. Zoveel mogelijk partners buigen zich
over de voorstellen van een project. Dit resulteert in een ‘gedragen’ project dat op een
doordachte wijze tot een verbetering van de huidige situatie moet leiden. In 2012 maakte de
schepen van Leefmilieu, tevens schepen van Mobiliteit, deel uit van de GBC.
De sneltoets van het mobiliteitsplan gebeurde in de GBC-vergadering van 17 november
2010. De sneltoets resulteerde in spoor 1 (vernieuwing van het mobiliteitsplan).
Onder andere het ontbreken van sommige thema’s (bvb. luchtkwaliteit) liggen aan de basis
van deze conclusie.
De sneltoets werd op 19 december 2010 voorgelegd aan de PAC en resulteerde in een
gunstig advies van de auditor. De conformiteit van het mobiliteitsplan werd met 12 maanden
verlengd (tot 19 december 2011).
De opdracht voor de vernieuwing van het mobiliteitsplan werd door het college van
burgemeester en schepenen in zitting van 29 december 2011 toegewezen aan het
studiebureau Mint nv.
In het bestek werd bepaald dat bij de opmaak van het mobiliteitsplan onder andere rekening
moet gehouden worden met de handleiding milieutoets van de cluster mobiliteit uit de
samenwerkingsovereenkomst 2008-2013 (met bijzondere aandacht voor de punten
‘versnippering’, ‘luchtvervuiling’, ‘lichthinder’ en ‘geluidshinder en trillingen’).
Op 22 januari 2013 kwam de GBC in haar nieuwe vorm voor het eerst samen, met
vertegenwoordigers uit een breed gamma van instanties en organisaties en in aanwezigheid
van een duurzaamheidsambtenaar.
MJP Aalst 2014 - 147
In aansluiting daarop werd door het studiebureau gepeild naar de visie van de betrokken
actoren op de mobiliteit in Aalst. De bedoeling hiervan was dat de actoren per onderdeel
aangaf welke aandachtspunten, knelpunten en potenties zij zien, met het oog op een goed
en duurzaam mobiliteitsbeleid in de toekomst vanuit hun betreffende invalshoek. Die
onderdelen waren langzaam verkeer, openbaar vervoer, gemotoriseerd verkeer, parkeren en
andere. Per onderdeel dienden aandachtspunten, knelpunten en potenties weergegeven te
worden.
Deze bevraging werd verwerkt in de oriëntatienota (fase 1 van het nieuw mobiliteitsplan) die
werd besproken tijdens de tweede bijeenkomst van de begeleidingscommissie, op 4
december 2013.
2014 worden in fase 2 werkgroepen opgestart voor volgende domeinen:
Langzaam verkeer (voetgangers- en fietsers);
Openbaar vervoer;
R41.
7.2. Onderscheidingsniveau
Binnen dit thema werden er 11,5 punten behaald voor 2012 en zijn er 8,5 gepland voor 2013.
7.2.1. Milieuvriendelijk rijgedrag gemeentepersoneel
Actie 7.2.1.
Personeel over mobiliteit sensibiliseren
Thema: Mobiliteit
Trefwoord :
Doelgroep: rijdend
(geen punten behaald
sensibilisering
stadspersoneel
en gepland -enkel
punten voor
opleidingen)
Initiatiefnemer: stedelijke werkhuizen,
Betrokken actoren:
contactpersoon: Vincent Agten
dienst Mobiliteit en Openbare werken, dienst
Leefmilieu, dienst Personeel en organisatie
– team selectie en loopbaanontwikkeling
Relaties met:
7.2.3., 7.2.4.
•
Doelstelling
Enerzijds door een milieuvriendelijk rijgedrag het brandstofverbruik aanmerkelijk
terugdringen en de slijtageprocessen van de voertuigen vertragen, anderzijds door een
bewustere omgang met voertuigen het aantal gereden kilometers beperken.
•
Omschrijving – inhoud
In samenwerking met de dienst Personeel en organisatie – team selectie en
loopbaanontwikkeling wordt gezocht naar geschikte, praktijkgerichte opleidingen, te geven
aan alle personeelsleden die frequent de stadsvoertuigen gebruiken. Doordat elementen uit
de opleiding ook met de eigen wagen toegepast worden, levert dit een extra meerwaarde op.
Door een evaluatie van de benutting van de stadsvoertuigen, en daaruit volgend een betere
verdeling van de voertuigen over de diensten, worden personeelsleden ertoe aangezet om
plaatsbezoeken beter te combineren en te plannen, en zo minder afstand af te leggen.
•
Rapportering
Het project “Fietserij” (als afdeling van De Kringwinkel Teleshop), dat in samenwerking en
onder regie van de stad Aalst werd opgestart, streeft volgende doelstellingen na:
- Het bevorderen van duurzame sociale tewerkstelling;
MJP Aalst 2014 - 148
- Het promoten van het fietsgebruik in de stad voor zowel woon-werk; woon-school als
recreatief verkeer;
- Het promoten van de fiets als goedkoop en ecologisch verantwoord vervoermiddel.
De stad Aalst treedt op als regisseur en vervult een voorbeeldfunctie.
De stad Aalst huurt bij De Fietserij nu reeds 70 dienstfietsen. Deze dienstfietsen worden ter
beschikking gesteld van het administratief, technisch en uitvoerend personeel voor het
maken van dienstverplaatsingen. Op die manier werkt de stad Aalst op een actieve manier
aan het beperken van het aantal autokilometers voor dienstverplaatsingen.
Bij de stadsvoertuigen werd een systeem van voertuigmanagement ingevoerd door middel
van de installatie van positiebepalende toestellen (“tracking and tracing”) in de voertuigen. Zo
kan het aantal gereden km en het brandstofverbruik beter opgevolgd worden.
De stad kocht in 2009 dit systeem aan voor 90 voertuigen.
De stad wijzigde de vergoeding van korte dienstreizen met een eigen motorvoertuig. In het
verleden was hiervoor een vergoeding van 0,3258 EUR per kilometer voorzien, met
terugbetaling van eventuele parkeerkosten. Omwille van de duurzaamheid en vanuit zowel
functioneel, financieel als milieuvriendelijk oogpunt is het aangewezen om korte
verplaatsingen te voet te doen of met de fiets. Voor een dienstreis tijdens de werkuren wordt
geen kilometervergoeding meer betaald wanneer de afstand (enkel) minder bedraagt dan 3
kilometer.
Carpooling bij dienstreizen wordt gestimuleerd. Bij het meenemen van collega’s tijdens een
dienstreis in eigen voertuig, wordt bovenop de normale kilometervergoeding hiervoor een
bijkomende vergoeding van 0,1629 EUR per kilometer betaald. In de praktijk werkt dit zeer
goed maar is het vooral een vast publiek van gebruikers binnen de eigen diensten.
Via het project “Bike to Work” wordt het stadpersoneel aangezet om zich voor het woonwerkverkeer te verplaatsen per fiets. Via een online-registratiesysteem kunnen fietspunten
verzameld worden, waarmee waardebonnen kunnen worden verworven. Dit project loopt tot
eind 2016.
•
Planning
Verder zetten bestaand beleid.
Er wordt verder gezocht naar een synergie tussen de inzet van cambio wagens en de eigen
voertuigenpool.. Ook de dienstverplaatsingen met eigen voertuig (terugbetaling, toegekende
kilometers, gebruik van dienstwagens, parkeerfaciliteiten,…) zullen kritisch bekeken worden.
•
Financieel
Loon- en werkingskosten
7.2.2. Sneltoets
De sneltoets van het mobiliteitsplan werd in 2010 uitgevoerd.
In functie van de opmaak van het nieuwe mobiliteitsplan, werd de dienst Leefmilieu en een
duurzaamheidsambtenaar toegevoegd aan de GBC.
MJP Aalst 2014 - 149
7.2.3. Luchtverontreiniging door verkeer
Door gebrek aan mankracht was het niet mogelijk om in 2013 input te leveren voor het CAR
model.
7.2.4. Actieve sensibilisatie
Actie 7.2.4.1.
Inwoners en personeel over mobiliteit sensibiliseren
Thema: Mobiliteit
Trefwoord :
Doelgroep:burgers,
(2 punten behaald
sensibilisering
stadsdiensten
voor 2012, 2 punten
gepland voor 2013)
Initiatiefnemer: dienst Mobiliteit en Openbare Betrokken actoren:
dienst Economie en landbouw: Tineke
werken
Stockman,
dienst Juridische zaken en
bestuursondersteuning - team Strategische
planning en Europese en internationale
samenwerking: Katrien Wauters
dienst Leefmilieu: Inge Singelyn, AnneMarie De Bruycker
Relaties met:
•
Doelstelling
Het mobiliteitsplan heeft ambitieuze doelstellingen: de verkeersstromen binnen de stad
beheersen en sturen, en de inwoners en bezoekers van de stad aanzetten tot het gebruik
van alternatieve vervoersvormen. De plannen en projecten die hieruit voortvloeien wijken
vaak af van de heersende normen en overtuigingen en de vertrouwde denk- en
gedragspatronen.
De appreciatie en medewerking van de burger is van cruciaal belang voor het slagen van
projecten en plannen die bijdragen tot het realiseren van voormelde doelstellingen.
Communicatie vormt dan ook een belangrijke pijler voor het welslagen van de gestelde
ambities.
Actieve sensibilisatie is binnen het communicatiepakket een belangrijk instrument. De
boodschap moet immers aanzetten tot gedragsverandering.
•
Omschrijving – inhoud:
De geplande acties zijn in hoofdzaak gericht op het stimuleren van het fietsgebruik voor
functionele verplaatsingen (werken, winkelen, naar school gaan) en het bevorderen van het
gebruik van het openbaar vervoer. Daarnaast wordt ook een bewuster gebruik van de wagen
gepromoot.
•
Rapportering
In het verleden werden communicatie-acties gevoerd die vooral gericht waren op
wegwijsinformatie die de burger wegwijs maakt in bestaande mobiliteitsvoorzieningen en
beleidsinformatie die burgers informeert over wijzigingen of aanpassingen in de
verkeersorganisatie.
In 2005 werd het openbaar vervoeraanbod in de regio Aalst grondig geherstructureerd en
opgewaardeerd. Deze operatie kaderde in de uitvoering van het decreet basismobiliteit.
MJP Aalst 2014 - 150
Om het gebruik van het nieuwe openbaar vervoersnetwerk extra te ondersteunen, besliste
de gemeenteraad tussen te komen in de kostprijs van het openbaar vervoer voor inwoners
van Aalst. Deze tussenkomst bestaat enerzijds uit een tussenkomst in de kostprijs van
lijnkaarten. Hierdoor kunnen inwoners van Aalst zich (binnen de grenzen van Groot Aalst)
verplaatsen aan een kostprijs van 0,70 EUR per rit.
Anderzijds komt de stad Aalst ook tussen in de kostprijs van abonnementen. Deze
tussenkomst bedraagt 50 % voor de Buzzy Pazz abonnementen en 40 % voor de Omni Pas
abonnementen met een minimum looptijd van 3 maanden
Uit de evaluatie blijkt dat het openbaar vervoergebruik in en om Aalst gevoelig gestegen is.
Het derdebetalersysteem heeft vooral gezorgd voor een grote toename van het aantal
abonnementen. In het eerste werkjaar (2005-2006) droeg de stad bij in de kostprijs van
6 966 abonnementen (goed voor 29 917 abonnementsmaanden). In het zevende werkjaar
(2011-2012) droeg de stad bij in de kostprijs van 11 290 abonnementen (goed voor 72 186
abonnementsmaanden).
In samenwerking tussen de diensten Economie en landbouw, Juridische zaken en
bestuursondersteuning - team Strategische planning en Europese en internationale
samenwerking, Leefmilieu en Mobiliteit en Openbare werken, heeft de stad Aalst ook in 2013
deelgenomen aan de campagne ‘met belgerinkel naar de winkel’. Deze actie heeft tot doel
mensen aan te sporen om de fiets te gebruiken voor de dagelijkse boodschappen. Ze
combineert aspecten van milieuvriendelijk vervoer met aspecten van duurzaam consumeren
en sensibiliseren van de lokale handelszaken.
Bij deze eerste belgerinkel-actie, in 2010, namen 105 handelaars deel.
Ook in 2011 en 2012 nam de stad deel aan de actie.
In 2013 leverde deelname aan de actie de volgende resultaten op:
Totaal aantal fietsritjes naar de winkel (H/T):
Aantal fietsritjes per handelaar:
Aantal fietsritjes per handelaar per dag:
Totaal afgelegde afstand tijdens Belgerinkel campagne:
Aantal keren rond de wereld gefietst:
CO2-besparing (in kg CO2):
Besparing individuele kosten auto:
Besparing maatschappelijke kosten autoverkeer:
Totale besparing
5 432
41
1,2
11950 km
0,30
2 390 kg CO2
€ 3 585
€ 5 4976
€ 9 082
Over deze actie werd gecommuniceerd via de gebruikelijke kanalen (website, artikel in
Denderend Aalst – april 2).
In de loop van 2012 werd gestart met de bouw van een nieuwe fietsenstalling bij het NMBS
station Aalst in de Majoor Charles Claeserstraat. Het gloednieuw fietsgebouw dat plaats
biedt aan 800 tweewielers werd officieel geopend op 14 november 2013. Naast plaats voor
800 fietsen is er in het fietsgebouw ook een fietspunt voorzien.
De stad Aalst heeft zich in 2011 en 2012 ingeschreven voor het ‘Bike to Work’ van de
Fietsersbond. Met dit initiatief wordt het personeel nog meer gestimuleerd om de fiets te
gebruiken in het woon-werkverkeer. Deelname aan dit project komt in aanmerking voor de
Samenwerkingsovereenkomst.
Van 16 tot 22 september 2013 had de Week van de Mobiliteit plaats. De Fietsersbond
daagde de personeelsleden van de stad Aalst en de stad Kortrijk uit in een ‘City Cycle
Challenge’. Tijdens de ‘City Cycle Challenge’ mochten alle fietsritten meegeteld worden (van
thuis naar het werk, naar de winkel, …). De stad beloonde fietsende personeelsleden tijdens
MJP Aalst 2014 - 151
de wedstrijdweek met leuke activiteiten. Met 271 Aalsterse deelnemers registreerden we
3988 fietsritten die samen goed waren voor 15603 fietskilometers.
•
Planning:
Fietsvergoeding
Werknemers van de stad worden door middel van de fietsvergoeding gestimuleerd tot het
gebruiken van de fiets als verplaatsingsmiddel voor de woon-werkverplaatsingen. Dit
premiestelsel blijft ook in 2014 behouden. De vergoeding bedraagt sinds 1 januari 2013 0,21
EUR per kilometer.
Promoten dienstfietsen
De stad Aalst huurt bij De Fietserij dienstfietsen. Deze dienstfietsen worden ter beschikking
gesteld van het administratief, technisch en uitvoerend personeel voor het maken van
dienstverplaatsingen.
Fietspunt
De Fietserij is sedert 2009 erkend als “Fietspunt”.
Een fietspunt omvat steeds een minimumpakket aan fietsgerelateerde publieke diensten.
Deze diensten spelen in op een lokale en maatschappelijke vraag, worden steeds bekeken
vanuit het oogpunt van de klant en kunnen uitgebreid worden in functie van lokale vragen en
noden. De diensten worden aangeboden op één locatie in de nabijheid van een
mobiliteitsknooppunt (station). Sinds 2013 is het Fietspunt ondergebracht in het nieuwe
fietsparkeergebouw naast het station.
Het minimum dienstenpakket omvat:
- toezicht en onderhoud op en van (brom)fietsstallingen
- fietsenverhuur
- hersteldienst volgens het thuiskomprincipe
De ondernemingen die de fietspunten uitbaten onderschrijven de doelstellingen van de
sociale economie én zijn het aanspreekpunt voor de fietsgebruiker op de
mobiliteitsknooppunten. Ze zijn actief binnen een lokaal netwerk ter bevordering van (fiets-)
mobiliteit en fietsbeleid.
De naam fietspunt staat eveneens voor een kwaliteitslabel waarin de voorwaarden om te
voldoen aan de vestigingswet worden gerespecteerd, aangevuld met een verfijnd
kwaliteitskader voor de fietspunten.
Het is de combinatie van sociaal ondernemerschap, met specifieke mobiliteitsaandacht, en
een kwaliteitsvol minimum dienstenpakket dat het “concept fietspunt” bepaalt.
Met belgerinkel naar de winkel
De stad zal opnieuw deelnemen in 2014. Ook in de nieuwsbrief ‘Aalst – Winkel Klik’ maken
we promotie voor onze deelname, naast uiteraard een oproep en bekendmaking van de
campagne in Denderend Aalst en op de stadswebsite.
Autodelen
Begin 2007 is er een eerste (particuliere) autodeelgroep opgericht. Autodelen is een systeem
waarbij meerdere personen om beurt gebruik maken van één of meerdere auto’s. Het
gebruik van een auto wordt op deze wijze losgekoppeld van het individuele bezit ervan.
Naast voordelen voor de individuele gebruiker, heeft autodelen ook een maatschappelijke
meerwaarde. Het leidt tot een rationeler gebruik van de beschikbare auto’s en zorgt daarmee
voor een daling in het aantal gereden autokilometers, wat onmiskenbaar leidt tot een
schoner leefmilieu. Daarenboven zijn er door autodelen minder auto’s in omloop én worden
beschikbare auto’s intenser gebruikt. Minder auto’s betekent ook dat er minder ruimte wordt
MJP Aalst 2014 - 152
ingenomen door geparkeerde auto’s.
Bedoeling is om op basis van de ervaringen van deze eerste autodeelgroep anderen over de
streep te halen en meerdere autodeelgroepen van start te laten gaan.
De stad heeft in 2012 een samenwerkingsovereenkomst afgesloten met de vzw Cambio.
Bedoeling is de Aalstenaars de mogelijkheid te bieden aan autodelen te doen. Autodelen is
een flexibele formule waarbij men een auto kan reserveren en oppikken op een
gereserveerde staanplaats. Het is een prima en betaalbaar alternatief voor mensen zonder
wagen of als alternatief voor een tweede wagen. Aalst wil duurzame verplaatsingen in de
stad stimuleren en ondersteunt daarom het project. De stad krijgt op haar beurt financiële
ondersteuning van Vlaanderen om het project uit te werken. Dat Aalst klaar is voor
autodelen bewijst het marktonderzoek dat in 2011 werd uitgevoerd. Ruim 81 % van de 120
respondenten heeft interesse om in het verhaal van autodelen in te stappen. Dit wordt ook
bevestigd door cijfers van Cambio. Zij noteerden reeds 70 spontane vragen om autodelen in
Aalst in te voeren. De stad start met drie cambio auto’s, model Citroën C3. Als je een ander
type auto wenst (bv. grotere wagen) kun je dit via de website reserveren. Er zijn twee
standplaatsen aan de Graanmarkt (kruising Zwarte Zustersstraat) en op de parking op het
Esplanadeplein. De locaties zijn op wandelafstand van het trein- en busstation, en dus
makkelijk te bereiken met het openbaar vervoer. Ook alle personeelsleden van de stad Aalst
kunnen een cambio wagen reserveren en gebruiken in functie van dienst verplaatsingen.
De stad Aalst maakt zelf actief gebruik van de Cambiovoertuigen voor dienstverplaatsingen.
Door het principe van autodelen toe te passen binnen de eigen organisatie, kan de
uitbreiding van het eigen wagenpark teruggedrongen worden.
Elektrische laadpalen
‘Elektrische Voertuigen in Actie’ (kortweg EVA) is een project van de Vlaamse overheid die
het elektrisch rijden in Vlaanderen wil stimuleren. De stad en Eandis sloegen de handen in
elkaar om dit project in Aalst uit te voeren. Eandis bouwde reeds 70 gelijkaardige
oplaadpunten op verschillende plaatsen in Vlaanderen, om zo tot een netwerk van
oplaadeilanden te komen. Op die manier wordt er steeds binnen een straal van 20 km, of
binnen de 20 minuten, een oplaadpunt aangetroffen. De firma ‘Blue Corner’ bouwde een
laadstation met 2 stopcontacten voor auto’s aan het Keizersplein en een laadeiland met 6
stopcontacten voor fietsen op de Grote Markt en aan het Keizersplein. Met de
oplaadplaatsen willen de stad en Eandis elektrische mobiliteit stimuleren en inspelen op de
Europese 20-20-20-richtlijn. Met andere woorden: tegen het jaar 2020 moeten we 20%
minder broeikasgassen uitstoten, 20% minder energie verbruiken en gebruik maken van
20% duurzame energie om de klimaatdoelstellingen van de Vlaamse overheid te behalen.
Bike to Work
Ook in 2014 zal deze actie doorlopen (zie ook actie 7.2.1.).
•
Financieel
Loon- en werkingskosten
MJP Aalst 2014 - 153
7.2.5. Milieuvriendelijke voertuigen
Actie 7.2.5.1.
Aankoop van milieuvriendelijke voertuigen
Thema : Mobiliteit
MBP 2.6.
Trefwoord :
Doelgroep:alle
(9 punten behaald
beleidsplanning
stadsdiensten
voor 2012, 5
verwacht voor 2013)
Initiatiefnemer:
Betrokken actoren:
dienst Mobiliteit en
dienst Onderhoud gebouwen - team
Openbare werken
magazijn, garage en smidse, alle
stadsdiensten
Relaties met
3, 6.2.7.; 7.2.5.2.; 7.2.5.3.; 7.2.5.4.
•
Doelstelling
Vermindering van de milieudruk door een milieuvriendelijk voertuigenpark.
•
Omschrijving – inhoud:
Er wordt systematisch gewerkt aan de uitbouw van een milieuvriendelijk voertuigenpark bij
de stad. Daarbij wordt gestreefd naar de aankoop van voertuigen met een hoge ecoscore of
euro-norm. De ecoscore is een maat voor het geheel aan emissies van een
personenvoertuig of een lichte vrachtwagens.
Voor vrachtwagens en zware vrachtwagens wordt geen ecoscore toegepast, maar wel een
EURO-norm. Een milieuvriendelijk te noemen voertuig moet een EURO 6-norm hebben.
•
Rapportering
Omdat met de stadsvoertuigen veel korte afstanden worden gereden aan minder dan 50
km/u. is de werking van roetfilters bij dieselmotoren niet efficiënt. Dat kan problemen
opleveren. Indien dieselwagens met roetfilter geleverd worden, dan wordt als voorwaarde
gesteld dat ze zelfreinigend en onderhoudsvrij zijn.
Opmerking: voor personenwagens of bestelwagens wordt vaak een specifieke opbouw
gevraagd, waardoor de ecoscore nog moeilijk te bepalen valt.
Werden geleverd in 2013:
In de bestekken voor de aankoop van voertuigen wordt aandacht besteed aan milieu op de
volgende manier:
-bij de gunningscriteria: milieuvriendelijkheid is bij de beoordeling van de technische waarde
een belangrijk punt.
-bij de technische bepalingen: CO2 –uitstoot moet zo laag mogelijk zijn. Indien diesel met
roetfilter, dan zelfreinigend en onderhoudsvrij.
MJP Aalst 2014 - 154
De inschrijver is verplicht het certificaat van overeenstemmingen/of de emissiegegevens
van de constructeur toe te voegen aan de offerte.
Een kopie van de relevante blz uit de bestekken is opgenomen in de bijlagen MO 01-milieu
in bestek, MO 02-milieu in bestek en MO 03-milieu in bestek.
Een kopie van de facturen (lichte bestelwagens + personenwagens) is opgenomen in bijlage
MO 04 (voor de lichte vrachtwagens, vrachtwagens en speciale voertuigen is nog geen
factuur beschikbaar)
Opmerking: de emissiegegevens van de constructeur hebben ook maar betrekking op het
‘blote’ voertuig. Bv voor een kleine vrachtwagen zijn dat gegevens voor de chassisuitvoering
(het onderstel) zonder de opbouw (kipbak, kraantje, laadlift) omdat die bovenbouw voor elke
toepassing anders is. Er komt dus steeds gewicht bij en dus een hogere CO2-uitstoot dan
voor het basismodel vermeld. Voor de bestelwagens zijn er verschillende uitvoeringen in
lengte en hoogte, gebruikmakend van hetzelfde chassis.
•
Planning:
Levering in 2014 tgv bestekken 2013
Graafmachine (ter vervanging graafmachine Daewoo van 1998).
Kleine borstelwagen voor voet- en fietspaden (o.a. onkruid) (2 m³) (nieuw)/
Smalspoortractor voor Groen (vervanging van smalspoor Fiat 80pk BNL780 van 1994).
Vrachtwagen 8 ton +asfaltketel 800 l (vervanging voor EKJ496 van 1996 en asfaltketel
ULT595 van 1994).
Verder wordt het bestaand beleid verdergezet. Indien beschikbaar en voor zover de andere
technische karakteristieken dat toelaten, wordt gekozen voor een betere milieuprestatie dan
strikt noodzakelijk (hogere ecoscore of euronorm).
•
Financieel
Budget: actieplanL202K20A1 0119-04/ 240040000.
Actie 7.2.5.2.
Opmaak inventaris en evaluatie van het stedelijk wagenpark via het
programma “milieutoetsing voertuigenpark”
Thema : Mobiliteit
MBP 2.6.
Trefwoord :
Doelgroep: alle
(geen punten behaald
beleidsplanning
stadsdiensten
of gepland)
Initiatiefnemer:
Betrokken actoren:
dienst Mobiliteit en
Dienst Onderhoud gebouwen - team
Openbare werken
magazijn, garage en smidse, alle
stadsdiensten
Relaties met
3., 7.2.5.1.; 7.2.5.3.; 7.2.5.4.
•
Doelstelling
Een beeld krijgen van het stedelijk voertuigenpark op het vlak van milieuvriendelijkheid en de
zwakke plekken in het wagenpark achterhalen.
•
Omschrijving – inhoud
De “milieutoetsing voertuigenpark” (MTV) is een instrument om, via een inventaris, tot een
globale evaluatie van het voertuigenpark te komen inzake milieuvriendelijkheid. Dit
instrument werd ontwikkeld door het VITO (Vlaams instituut voor technologisch onderzoek).
MJP Aalst 2014 - 155
•
Rapportering
Eind 2008 werd een inventaris van het voertuigenpark van de stad ingebracht in het MTVsysteem (100 voertuigen). Deze inventaris kon niet 100% vervolledigd worden, omdat voor
sommige voertuigen onvoldoende gegevens beschikbaar waren. Om die reden werd de
inventaris niet aanvaard.
Er wordt in elk geval werk gemaakt van een systematische vervanging van de oudste
voertuigen door nieuwe, milieuvriendelijker exemplaren die minstens voldoen aan de normen
inzake de ecoscore of de euronorm. Inzake het achterhalen van de ecoscore van de
aangekochte voertuigen, moet opgemerkt worden dat de stadswagens vaak een bijzondere
“opbouw” krijgen (bv kipbak, binneninrichting, laadbrug enz…), waardoor het gewicht
verandert en de ecoscore nog moeilijk te bepalen is.
•
Planning
Het gevoerde beleid inzake de aankoop van voertuigen zal verdergezet worden.
•
Financieel
Loon- en werkingskosten.
Actie 7.2.5.3.
Opmaak actieplan in functie van milieuvriendelijk voertuigenpark
Thema: Mobiliteit
MBP 2.6.
Trefwoord :
Doelgroep: alle
beleidsplanning
stadsdiensten
Initiatiefnemer:
Betrokken actoren:
dienst Mobiliteit en
alle stadsdiensten
Openbare Werken
Relaties met
3.; 7.2.5.1.; 7.2.5.2.; 7.2.5.4.
Op basis van de resultaten van de milieutoetsing kan op langere termijn een actieplan
opgemaakt worden.
Actie 7.2.5.4 . Milieuaspecten opnemen in de bestekken
Thema: Mobiliteit
MBP 2.6.
Trefwoord :
Doelgroep: alle
(0,5 punt behaald
beleidsplanning
stadsdiensten
voor 2012 en 1,5
gepland voor 2013)
Initiatiefnemer:
Betrokken actoren:
dienst Onderhoud
Dienst Onderhoud gebouwen - team
gebouwen-team
magazijn, garage en smidse (Vincent
magazijn, garage en
Agten), dienst Leefmilieu
smidse
Relaties met
3; 6.2.7; 7.2.5.1; 7.2.5.2; 7.2.5.3
•
Doelstelling
Een milieuvriendelijker voertuigenpark uitbouwen.
•
Omschrijving
Door middel van het opnemen van milieucriteria in de bestekken voor de aankoop van
voertuigen, streven naar de aankoop van milieuvriendelijke voertuigen voor de stad.
Deze milieucriteria zijn, afhankelijk van het type voertuig, ecoscore of euronorm en/of CO2uitstoot.
MJP Aalst 2014 - 156
•
Rapportering
In 2013 werden in alle bestekken voor aankoop van voertuigen milieucriteria opgenomen:
-Bestek 13/I-153 – aankoop twee terreinwagens 4x4 (geleverd in 2013).
-Bestek 13/I-3, NI-6 – aankoop van één personenwagen en één lichte bestelwagen (geleverd
in 2013).
-Bestek 12/I-443 -Schoolbus Irisbus Daily Way (30+1 zitplaatsen), , min Euro 5 EEV met
roetfilter, voorkeur voor EURO 6 (geleverd in 2013).
Zie ook actie 7.2.5.1.
Bestekken in bijlagen MO 01-milieu in bestek, MO 02-milieu in bestek en MO 03-milieu in
bestek.
•
Planning
Verder zetten van het bestaand beleid.
•
Financieel
Loon- en werkingskosten.
7.2.6. Bedrijfsvervoersplannen
Een herlokalisatie en concentratie van de stedelijke administratie op één plek, vormt het
moment bij uitstek voor de implementatie van een bedrijfsvervoerplan om het individueel
autogebruik terug te dringen.
7.3. Projecten
In het kader van de Samenwerkingsovereenkomst werden onder dit thema geen projecten
ingediend. Voor de aankoop van een milieuvriendelijk voertuig kan wel een tegemoetkoming
van 30 % verkregen worden van de Vlaamse overheid. Wat de aankoop van
milieuvriendelijke voertuigen betreft, verwijzen we naar actie 7.2.5.1.
7.4. Andere
Actie 7.4.1.
Toetsen van infrastructuurwerken op natuurvriendelijkheid
Thema: Mobiliteit
Trefwoord :
Doelgroep:
infrastructuurwerken
Initiatiefnemer:
Betrokken actoren:
dienst Leefmilieu
dienst Mobiliteit en Openbare werken: Dirk
contactpersoon:
Auwelaert
Antonia Geerts
Relaties met:
8.
De acties zijn uitgewerkt bij het thema Natuur.
Het (weliswaar impliciet) niet weerhouden van de doortrekking van de ring in het
beleidsscenario van het mobiliteitsplan langsheen/doorheen Gerstjens en Osbroek is op zich
een belangrijke beslissing.
Deze optie heeft belangrijke preventieve consequenties op het vlak van
versnippering/ontsnippering, licht- en luchtpollutie, geluidspollutie langsheen/doorheen deze
belangrijke groengebieden/natuurgebieden.
MJP Aalst 2014 - 157
Sinds 2013 worden ook wegenisprojecten besproken op het groenoverleg, met de diensten
Leefmilieu en Planning , stadsvernieuwing en wonen, met het oog op een betere toetsing
van natuur- milieu- en omgevingsaspecten bij deze infrastructuurprojecten.
Actie 7.4.2.
Module 15 van het mobiliteitsconvenant
Thema: Mobiliteit
Trefwoord :
Doelgroep:
beleidsplanning
Initiatiefnemer:
Betrokken actoren:
dienst Leefmilieu
dienst Mobiliteit en Openbare werken: Dirk
dienst Mobiliteit en
Auwelaert
Openbare werken
Relaties met:
Basisvoorwaarden voor het indienen van projecten binnen module 15 zijn dat het
mobiliteitsplan conform verklaard moet zijn en dat maximaal 1 module per kalenderjaar per
gemeente wordt ingediend.
Actie 7.4.3.
Uitvoeren van een eerste milieuscreening van het gemeentelijk
mobiliteitsbeleid
Thema: Mobiliteit
Trefwoord :
Doelgroep:
beleidsplanning
Initiatiefnemer:
dienst Leefmilieu
Betrokken actoren:
dienst Mobiliteit en
dienst Mobiliteit en Openbare werken: Dirk
Openbare werken
Auwelaert
Relaties met: 7.1.2, 8 en 5
•
Doelstelling
Zicht krijgen op de milieu-aspecten van het mobiliteitsbeleid.
•
Omschrijving – inhoud:
Het mobiliteitsplan Aalst werd goedgekeurd door de gemeenteraad van april 2004. In het
kader van de jaarlijkse voortgangsrapportering dient een eerste screening van de
milieuaspecten te gebeuren. Na uitvoering van een sneltoets in 2010, werd in 2011 beslist
om een nieuw mobiliteitsplan te laten opmaken.
•
Rapportering
De jaarlijkse voortgangsrapportage is vervangen door de sneltoets (wordt uitgevoerd 5 jaar
na goedkeuring van het mobiliteitsplan). Zoals hierboven al vermeld, is de sneltoets van het
mobiliteitsplan in 2010 uitgevoerd. De sneltoets resulteerde in spoor 1 (vernieuwing van het
mobiliteitsplan).
Onder andere het ontbreken van sommige thema’s (bvb. luchtkwaliteit) liggen aan de basis
van deze conclusie.
De sneltoets werd op 19 december 2010 voorgelegd aan de PAC en resulteerde in een
gunstig advies van de auditor. De conformiteit van het mobiliteitsplan werd met 12 maanden
verlengd (tot 19 december 2011).
De opdracht voor de vernieuwing van het mobiliteitsplan werd door het college van
burgemeester en schepenen in zitting van 29 december 2011 toegewezen aan het
studiebureau Mint nv.
In 2012 werd het voorbereidend werk gedaan voor het opstarten van een nieuwe
gemeentelijke begeleidingscommissie.
Op 22 januari 2013 kwam de GBC in haar nieuwe vorm voor het eerst samen, met
vertegenwoordigers uit een breed gamma van instanties en organisaties en in aanwezigheid
van een duurzaamheidsambtenaar.
MJP Aalst 2014 - 158
In aansluiting daarop werd door het studiebureau gepeild naar de visie van de betrokken
actoren op de mobiliteit in Aalst. De bedoeling hiervan was dat de actoren per onderdeel
aangaf welke aandachtspunten, knelpunten en potenties zij zien, met het oog op een goed
en duurzaam mobiliteitsbeleid in de toekomst vanuit hun betreffende invalshoek. Die
onderdelen waren langzaam verkeer, openbaar vervoer, gemotoriseerd verkeer, parkeren en
andere. Per onderdeel dienden aandachtspunten, knelpunten en potenties weergegeven te
worden.
Deze bevraging werd verwerkt in de oriëntatienota (fase 1 van het nieuw mobiliteitsplan) die
werd besproken tijdens de tweede bijeenkomst van de begeleidingscommissie, op 4
december 2013.
•
Planning:
In het bestek voor de opmaak van het mobiliteitsplan is bepaald dat onder andere rekening
moet gehouden worden met de handleiding milieutoets van de cluster mobiliteit uit de
samenwerkingsovereenkomst (met bijzondere aandacht voor de punten ‘versnippering’,
‘luchtvervuiling’, ‘lichthinder’ en ‘geluidshinder en trillingen’).
Na opmaak van de oriëntatienota in 2013, wordt in 2014 gewerkt aan de synthesenota en
het beleidsplan. .
•
Financieel
Loon- en werkingskosten
Actie 7.4.4.
Plaatsen geluidsschermen E40
Thema:
Mobiliteit,
Trefwoord:
Doelgroep:
Hinder
Geluidsschermen
burgers, industrie en
E 40
overheden
Initiatiefnemer:
Betrokken actoren: Agentschap Wegen en
contactpersoon: Dirk Auwelaert
Verkeer
Relaties met
•
Hinder – 5.4.1
Doelstelling
De E 40 werd aangelegd in de jaren vijftig en werd op grondgebied Aalst in 1958 (EXPO)
opengesteld. Begin de jaren zeventig werd er aan beide kanten een derde rijstrook en een
pechstrook bijgebouwd, enkel aan de onderbruggen werd de pechstrook achterwege
gelaten. De E 40 vormt al jaren een storend element naar geluidsoverlast toe voor de
nabijgelegen woningen in verschillende straten te Aalst, in de deelgelmeenten
Nieuwerkerken en Erembodegem: Kantonstraat, Kerselaarstraat, Autostradelaan,
Ninovesteenweg, Nachtegaalstraat, Kleistraat, Nekkerspoel, Bronlaan, Stillebreek,
Italiënweg, Welleweg, Korte Keppestraat.
De eerste klachten dateren van begin de jaren tachtig, de eerste geluidsmetingen werden in
1985 uitgevoerd en de voorbije 25 jaar werden er verschillende meetcampagnes
georganiseerd op grondgebied Aalst. Door de explosieve verkeerstoename in de jaren
negentig vergrootte de geluidshinder (zowel in grootte als tijdsduur) steeds maar, hoewel dit
aspect sinds een goede vijf jaar minder een rol speelt (slechts kleine groei verkeer
sindsdien). Alleszins werden alle metingen in 2009 en 2010 hernomen om degelijke
referentieniveau’s te hebben voor het bepalen van een financiële verdeelsleutel.
Hoewel de toplaag van de E 40 een tiental jaar geleden heraangelegd werd in
geluidsvriendelijke “ZOA – asfalt”, bleven de geluidsklachten binnenstromen. De gemeten
geluidswaarden (het zogenaamde maximaal gemeten geluidsniveau Laeq) geven pieken tot
81 dB(A) in de Kleistraat (zuidkant E 40). Hieronder zijn de andere geluidsniveau ’s
MJP Aalst 2014 - 159
opgesomd , die als basis voor de berekening van de financiële verdeelsleutel kunnen
gehanteerd worden:
- zone 1: 75,5 dB(A)
- zone 2: 73 dB(A)
- zone 3: 81 dB(A)
- zone 4: 73 dB(A)
- zone 5: 77 dB(A)
De gemeten geluidsniveau’s behoren tot de hoogste waarden in Oost – Vlaanderen.
De verkeerstellingen geven aan dat er per etmaal (op een werkdag) ongeveer 61000 pae
(personenwagen – equivalent) zijn ter hoogte van Nieuwerkerken in de richting van Brussel.
Ter hoogte van Erembodegem werden er 65000 pae geteld in de richting van Oostende en
60500 pae in de richting van Brussel.
De toegelaten snelheid is 120 km/u.
Na een afweging werd er voor geopteerd om geluidsschermen te plaatsen.
•
Omschrijving – inhoud
Materiaal
Naar analogie met de geluidsschermen, geplaatst in de buurgemeente Erpe – Mere
(bouwjaar 2010) werd gekozen voor een licht en slank concept met aluminium panelen.
Begin 2013 startte het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) met de installatie van de
geluidsschermen langs de E40 ter hoogte van Aalst. 4 km geluidsabsorberende schermen
met een hoogte van 3,5 tot 7 m moeten de omliggende woongebieden afschermen voor de
geluidshinder van de snelweg. De lengte en de hoogte van de schermen is bepaald op basis
van een akoestische studie. Rekening houdend met de ligging van de huizen ten opzichte
van de weg, het reliëf, wegverharding, snelheidsregimes, verkeersintensiteit etc. werden
schermen met een hoogte tussen 3,5 en 7,0 m voorzien.
•
Rapportering
De stad Aalst sloot op 14 november 2011 een samenwerkingsovereenkomst af met het
Vlaamse gewest betreffende de uitvoering van werken op de E40. Deze overeenkomst heeft
betrekking op de plaatsing van geluidswerende schermen op het grondgebied
Nieuwerkerken (ten zuiden van de E40 tussen de kilometerpunten 20,710 e, 21,650) en op
het grondgebied Erembodegem (ten zuiden van de E40 tussen de kilometerpunten 17,500
en 18,100 en tussen 15,300 en 16,100) (ten noorden van de E40 tussen de kilometerpunten
15,600 en 16,300 en tussen 17,380 en 18,300).
De geluidsschermen werden begin 2013 geplaatst.
Actie 7.4.5
Uitvoeren van geluidsmetingen in de Putstraat
Thema:
Mobiliteit,
Trefwoord:
Doelgroep:
Hinder
geluidsmetingen
burgers
Putstraat
Initiatiefnemer:
Betrokken actoren: Agentschap Wegen en
contactpersoon: Dirk Auwelaert
Verkeer
Relaties met
•
Hinder – 5.4.1
Doelstelling
Zicht krijgen op de geluidsoverlast veroorzaakt door het verkeer en de onaangepaste
snelheid van het verkeer in de Putstraat.
MJP Aalst 2014 - 160
•
Omschrijving – inhoud:
Naar aanleiding van klachten van bewoners van de Putstraat besliste het college van
burgemeester en schepenen in januari 2013 om een akoestisch onderzoek te laten uitvoeren
door het Provinciaal Centrum voor Milieuonderzoek van de verkeerssituatie in de Putstaat.
•
Rapportering
In januari 2013 besliste het college van burgemeester en schepenen om een akoestisch
onderzoek te laten uitvoeren door het Provinciaal Centrum voor Milieuonderzoek van de
verkeerssituatie in de Putstraat. De geluidsmetingen werden uitgevoerd, maar de resultaten
waren nog niet gekend midden februari 2014.
•
Financieel
De kosten verbonden aan bovenvermelde geluidsmeting worden in mindering gebracht van
de trekkingsrechten van het milieucontract van de provincie
(actieplan OBROWP5A1/0390-00/61300030).
MJP Aalst 2014 - 161
8. NATUUR
De stad verbindt er zich toe een beleid te voeren dat gericht is op de zorgplicht voor de
natuur en het stopzetten van het verlies van de biodiversiteit, met inbegrip van de genetische
diversiteit, door instandhouding, ontwikkeling en herstel van de natuur en het natuurlijk milieu
en door het duurzaam gebruik van ecosystemen en soorten. Naast de acties in de basis
(8.1) en het onderscheidingsniveau (8.2 en 8.3) van de Samenwerkingsovereenkomst
verwijzen we voor het gevoerde beleid ook naar 8.4, 8.5, 8.6, 8.7 en 8.8.
8.1. Basis
Actie 8.1.1.
Thema: Natuur
Toepassen natuurvriendelijk wegbermbeheer
Trefwoord:
Doelgroep: bevolking
natuurbescherming,
wegbermen,
maaibeheer
Initiatiefnemer: dienst Leefmilieu
Betrokken actoren:
contactpersoon: Wilfried Van Bellingen
dienst Onderhoud openbaar domein: team
groen
Relaties met
8.3.2.
•
Doelstelling
Verhogen van de natuurwaarde en de biodiversiteit van de bermen.
•
Omschrijving – inhoud
Door op het juiste tijdstip te maaien en het maaisel af te voeren zodat de bodem verarmd
wordt, verkrijgt men een soortenrijke, waardevolle berm.
•
Rapportering
.
In het kader van het GNOP werd in 1996-1997 een bermbeheersplan opgemaakt: een
inventarisatie van een selectie van de bermen met een indeling naar type en een voorstel tot
maaischema.
.
Vanaf 2006 beheert de dienst Uitvoering sectie Groen alle bermen (31 km berm) volgens de
bepalingen van het Bermdecreet van 27 juni 1984 en het bermbeheersplan.
Het bermbeheersplan werd uitgevoerd, maar een evaluatie en een monitoring van het
gevoerde beheer ontbraken. Om het gevoerde beheer te kunnen bijsturen wordt het
bestaande bermbeheersplan geactualiseerd. De aanpassing van het bermbeheersplan werd
in 2008 in het kader van de Samenwerkingsovereenkomst als project ingediend.
De ecologische waarde van de bermen werd in 2008 en 2009 onderzocht..
•
Planning
Op basis van de geïnventariseerde gegevens zal het bermbeheerplan verder geactualiseerd
worden en zullen eventueel de maaifrequentie en de data in het huidige beheerplan
gewijzigd worden.
•
Doelstelling
Loon- en werkingskosten
MJP Aalst 2014 - 162
Actie 8.1.2.
Thema: Natuur
Stimuleren gebruik van streekeigen soorten
Trefwoord:
Doelgroep:
streekeigen soorten, bevolking
Initiatiefnemer: dienst Leefmilieu
contactpersoon: Antonia Geerts
Relaties met
•
Betrokken actoren:
diverse stadsdiensten
Doelstelling
Promotie gebruik van streekeigen soorten en autochtoon plantmateriaal.
•
Omschrijving – inhoud
Streekeigen soorten komen van nature in een bepaalde regio voor.
Planten zijn autochtoon of oorspronkelijk inheems in een bepaalde streek in Vlaanderen, als
de plant een nakomeling is van planten die zich sinds hun spontane vestiging na de laatste
ijstijd altijd natuurlijk hebben verjongd, of die kunstmatig vermeerderd werden met strikt
lokaal materiaal.
•
Rapportering
In het maandelijks infoblad Denderend Aalst verschijnt geregeld een artikel in verband met
natuur, ecologisch tuinieren, het gebruik van streekeigen soorten. In september 2008
verscheen een extra katern over het nieuwe subsidiereglement, het belang van de kleine
landschapselementen en het gebruik van streekeigen hagen en hoogstamboomgaarden. De
dienst Leefmilieu geeft informatie en ondersteuning aan de stadsscholen i.v.m. de
ecologische inrichting en het gebruik van streekeigen soorten in de schooltuinen.
Een folder werd uitgebracht over waardevolle landschapselementen (hagen, houtkanten,
bomenrijen, knotbomen en boomgaarden) en hun functies in het landschap. Het gebruik van
streekeigen soorten wordt in deze folder gepromoot.
In de stedenbouwkundige- en de natuurvergunningen wordt het gebruik van streekeigen
bomen en struiken als voorwaarde opgelegd. De dienst Leefmilieu adviseert welke
streekeigen soorten er, rekening houdend met de ligging van het terrein en de
bodemgesteldheid, kunnen aangeplant worden.
In Aalst geldt een bouwverordening met als algemene regel dat het bij het bouwen,
verbouwen, herbouwen en uitbreiden van loodsen, stallingen, ambachtelijke en
nijverheidsgebouwen in landbouwgebieden en industriegebieden verplicht is om een
beplantingsplan in te dienen bij de bouwaanvraag.
Dat beplantingsplan wordt door de dienst Leefmilieu beoordeeld en integraal of mits
correcties opgenomen in de voorwaarden van de stedenbouwkundige vergunning.
Er worden steeds voorwaarden opgelegd met betrekking tot een efficiënte groenaanleg met
streekeigen bomen en struiken.
In het kader van het project “Natuur in je buurt” wordt er jaarlijks een nieuw wandeltraject
uitgestippeld. In de wandelfolder en tijdens de wandelingen wordt aandacht besteed aan de
natuur, maar ook aan de kleine landschapselementen en het gebruik van streekeigen
soorten.
De dienst Leefmilieu stimuleert het gebruik van streekeigen soorten bij het verstrekken van
gegevens over bosaanplantingen, aanleg van groene buffers en het aanplanten van hagen
en houtkanten.
MJP Aalst 2014 - 163
Sinds 29 april 2008 geeft de stad een premie voor het aanplanten van hoogstammige
fruitbomen, voor de aanleg en het onderhoud van een poel, voor het aanplanten van
lijnvormige groenelementen (haag, heg, houtkant of bomenrij) en voor het onderhoud van
lijnvormige groenelementen (haag, heg, houtkant of knotbomen). De stad wenst met dit
reglement de aanplant van streekeigen soorten te stimuleren en zo de biodiversiteit in ons
landschap te behouden of te verhogen.
•
Planning
Verder promoten van het gebruik van streekeigen bomen en struiken.
Artikels publiceren in de infokrant Denderend Aalst over het nut en de ecologische waarde
van streekeigen bomen en struiken en autochtoon plantmateriaal.
In maart 2014 zal de stad Aalst toetreden tot het Regionaal Landschap Schelde-Durme
(RLSD). Het RLSD adviseert en begeleidt gemeenten en particulieren bij het aanplanten en
herstellen van kleine landschapselementen.
Financieel
Loon- en werkingskosten
RLSD: OBROWP5
8.1.3. Code van goede natuurpraktijk
Bij de advisering van stedenbouwkundige- en natuurvergunningen wordt er op toegezien dat
er geen vermijdbare schade kan ontstaan aan de natuur.
Bij het beheer van de natuurgebieden, parken, houtkanten, bomenrijen, en waterlopen e.d.
wordt er voor gezorgd dat er geen verlies is aan biodiversiteit en dat de natuurwaarden niet
achteruitgaan.
Actie 8.1.3.1.
Bescherming groenelementen: toepassing van de
gemeentelijke bouwverordening
Thema: Natuur
MBP 2.4.
Trefwoord:
Doelgroep:
natuurbescherming
bevolking
Initiatiefnemer: dienst Leefmilieu: team
Betrokken actoren:
Groen, water en afval, Contactpersoon:
diverse stadsdiensten: dienst Ruimtelijke
Antonia Geerts
ordening: team vergunningen
Relaties met
1.1.2.4.
•
Doelstelling
Bescherming van het boompatrimonium
•
Omschrijving – inhoud
De gemeentelijke bouwverordening inzake het rooien van bomen (door de gemeenteraad op
26 januari 1988 geactualiseerd en gedetailleerd) werd op 16 januari 1998 door minister
Baldewijns goedgekeurd (B.S. 7 april 1998). Rapportering
Ter voorbereiding van het al dan niet verlenen van de vergunning wordt door de dienst
Leefmilieu voor elke aanvraag een plaatsbezoek verricht en een schriftelijk advies
doorgestuurd naar de dienst Ruimtelijke Ordening, die het voorlegt aan het college van
burgemeester en schepenen. Als voorwaarde wordt de heraanplanting met streekeigen
groen opgelegd.
Aantal dossiers m.b.t. het rooien van bomen, hagen en houtkanten niet in bosverband:
2013 : 73 aanvragen.
MJP Aalst 2014 - 164
•
Planning
Verder zetten bestaand beleid.
•
Financieel
Loon- en werkingskosten
Actie 8.1.3.2.
Beheer van de natuurgebieden en het groenpatrimonium:
toepassen van de natuurvergunningsplicht
Thema: Natuur
MBP 2.4
Trefwoord:
Doelgroep:
natuurbescherming, bevolking
kleine
landschapselementen, KLE
Initiatiefnemer: dienst Leefmilieu
Betrokken actoren: dienst Ruimtelijke
contactpersonen: Antonia Geerts,
ordening: team vergunningen, LNE afdeling
natuur
Relaties met:
•
Doelstelling
Bescherming van de vegetatie en de lijnvormige groenelementen
•
Omschrijving – inhoud
Vanaf 10 september 1998 is de nieuwe natuurvergunningsplicht van toepassing in ruimtelijk
kwetsbare gebieden, buffergebieden en landbouwgebieden. Het doorlopen van de
procedures vergt veel administratie en een uitgebouwde controle.
•
Rapportering
Ter voorbereiding van het al dan niet verlenen van de vergunning, wordt door de dienst
Leefmilieu voor elke aanvraag een plaatsbezoek verricht en een schriftelijk advies
voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen.
Aantal natuurvergunningsaanvragen:
2013: 2
•
Planning
Verder zetten bestaande werkwijze bij adviesverlening.
Controles uitvoeren van de heraanplantingsverplichtingen per deelgemeente.
De kaart van de kleine landschapselementen, opgemaakt in het kader van het GNOP,
actueel houden.
•
Financieel
Loon- en werkingskosten.
MJP Aalst 2014 - 165
Actie 8.1.3.3.
Thema: Natuur
Adviseren van aanvragen stedenbouwkundige vergunningen
MBP 2.4.
Trefwoord:
Doelgroep:
advisering,
bevolking
stedenbouwkundige
vergunning
Initiatiefnemer:
Betrokken actoren: dienst Ruimtelijke
dienst Leefmilieu: team Groen, water en afval ordening: team vergunningen; LNE-Natuur
en dienst Ruimtelijke ordening: team
vergunningen
Relaties met
•
Doelstelling
Beschermen van de natuurwaarden en de natuurgebieden.
•
Omschrijving – inhoud
Alle stedenbouwkundige aanvragen in groengebieden en landbouwgebieden worden door de
dienst Leefmilieu geadviseerd. Het gaat vooral om reliëfwijzigingen, graven of dichten van
grachten of beken, ontbossingsaanvragen, regulariseren zonevreemde gebouwen,
verkavelingen, grote ingrepen in de open ruimte (golfterrein), e.d.
•
Rapportering
Aantal adviezen in 2013: 130
•
Planning
Verder zetten bestaand beleid.
•
Financieel
Loon- en werkingskosten.
Actie 8.1.3.4.
Thema: Natuur
Beheer natuurgebied Osbroek (stadseigendom)
MBP 2.4.
Trefwoord: beheer,
Doelgroep:
Osbroek
gemeenschap
Initiatiefnemer: dienst Leefmilieu team
Betrokken actoren: dienst Onderhoud
Groen, water en afval
openbaar domein: team groen- Bart
Contactpersoon: Antonia Geerts
Backaert
Relaties met
8.5.2.
•
Doelstelling
Verhogen van de natuurwaarde van het gebied en het verlies van biodiversiteit tegengaan.
•
Omschrijving – inhoud
Voor het Osbroek (43 ha stadseigendom) werd er in 1986 een basisbeheersplan opgemaakt.
Op basis van het bestaand beheersplan werd er jaarlijks een actieplan opgesteld door de
daartoe aangestelde beheerscommissie.
In 1994 kreeg milieuadviesbureau Mens en Ruimte de opdracht voor het Osbroek een
beheersplan (in het kader van het Bosdecreet ) op te stellen. Na een gunstig advies van de
woudmeester werd het definitieve beheersplan op 30 juni 1998 goedgekeurd door de
gemeenteraad.
MJP Aalst 2014 - 166
•
Rapportering
Op 30 juni 1998 werd het beheerplan, dat opgemaakt werd in het kader van het Bosdecreet,
goedgekeurd door de gemeenteraad. Het Osbroek werd ingedeeld in 36 bestanden. Voor elk
bestand werden beheerdoelstellingen vooropgesteld.
In 2012 werden werken uitgevoerd in het kader van het natuurinrichtingsproject.
Om de vegetatietypes van het elzenbroekbos en het vogelkers-essenbos verder uit te
breiden, gebeurden er werken aan de duikers in de Canalaan en een ruiming van een aantal
grachten.
Het bestaande wandelpad in het Osbroek werd ingericht als een goed begaanbaar en
uitgerust pad dat zowel toegankelijk is voor personen met beperkte mobiliteit als voor de
overige wandelaars.
In de weiden ten oosten van de Roomshofstaat werd een poel aangelegd en werden de
grachtjes lichtjes gerijt. Om de werkzaamheden te kunnen uitvoeren werden enkele
populieren in de onmiddellijke omgeving gerooid.
Het met inerte materialen opgehoogde gedeelte rond de steenworpvijver werd afgedekt met
de aarde vrijgekomen uit de aanleg van de grindkoffer van de wegen en de ruiming van de
grachten.
In bestand 4 werden de elzen rondom de plas gekapt en in bestand 13 werden de bomen en
struiken die langs de vijver staan afgezet.
In bestand 9 en 6 werd gestart met de dunningskap.
•
Planning
Naast de gewone beheers- en onderhoudswerken zullen in 2014 in het Osbroek de volgende
werken opvallen:
- bestand 21: hakhout ½ kappen
- aanplanten meidoornhaag en houtkant langs de Osbroekstraat.
•
- Financieel
Loon- en werkingskosten
Actie 8.1.3.5.
Thema: Natuur
Beheer natuurgebied Gerstjens (stadseigendom)
MBP 2.4.
Trefwoord: beheer, Doelgroep:
Gerstjens
gemeenschap
Initiatiefnemer: dienst Leefmilieu
Betrokken actoren: dienst Onderhoud
contactpersoon: Antonia Geerts
openbaar domein: team groen- Bart
Backaert
Relaties met:
8.5.2.
•
Doelstelling
Verhogen van de natuurwaarde van het gebied en tegengaan verlies biodiversiteit.
•
Omschrijving – inhoud
Zestien hectare van de Gerstjens zijn stadseigendom.
•
Rapportering
Het terrein werd ingedeeld in bestanden. De normale onderhoudswerken werden uitgevoerd,
met name maaibeheerswerken en het onderhoud van de heggen. Studiebureau Econnection
maakte een beheersplan op voor de Gerstjens, volgens de criteria van duurzaam bosbeheer.
De werken in het kader van het natuurinichtingsproject werden uitgevoerd (zie 8.5.2).
MJP Aalst 2014 - 167
•
Planning
Langs de grens met het jaagpad wordt een houtkant aangeplant met streekeigen
hoogstammige bomen en een tussenbeplanting van streekeigen struiken.
•
Financieel
Loon- en werkingskosten.
Actie 8.1.3.6.
Thema: Natuur
Beheer Kravaalbos (klein deel in stadseigendom, rest privé)
MBP 2.4.
Trefwoord: beheer, Doelgroep:
Kravaalbos
gemeenschap
Initiatiefnemer: dienst Leefmilieu
Betrokken actoren: Onderhoud openbaar
contactpersoon: Antonia Geerts
domein: team groen- Bart Backaert
Bosgroep Midden Oost-Vlaanderen
Relaties met
•
Doelstelling
Verhogen van de natuurwaarde van het gebied en tegengaan verlies biodiversiteit
•
Omschrijving – inhoud
Het Kravaalbos, met een oppervlakte van 80 ha, is voor het grootste gedeelte in privé-bezit.
Er zijn openbare paden voor de wandelaars. De paden worden door de stad onderhouden.
Enkele percelen in het bos worden beheerd door Natuurpunt.
•
Rapportering
De stad kocht in 1997 twee percelen in het Kravaalbos aan. De bestemming van dit terrein is
speelbos.
Om het gebied maximaal te beschermen werden op de belangrijkste toegangswegen in 2006
slagbomen geplaatst opdat paarden, motorvoertuigen en mountainbikes het bos niet meer
zouden kunnen doorkruisen.
Slecht begaanbare wandelpaden (in totaal 520 m), die aanleiding gaven tot sluipverkeer en
die nadelig waren voor de aanwezige fauna en flora, werden op een natuurtechnische
manier hersteld.
In 2012 werdt gestart met de opmaak van een gezamenlijk, uitgebreid bosbeheerplan voor
het boscomplex Kravaalbos-Herenbos, Kluisbos en enkele satellietbossen op het
grondgebied van de gemeenten Aalst, Affligem, Asse en Opwijk.
De Bosgroep Midden Oost-vlaanderen coördineert de opmaak van het beheerplan.
De voorstelling van de eerste versie van het uitgebreid beheerplan aan de boseigenaars ging
door op 26 mei 2013.
•
Planning
Het geboortebos wordt in 2014 geofficialiseerd en ingericht als speelzone. Het uitgebreid
beheerplan ligt ter goedkeuring voor bij het Agentschap voor Natuur en Bos.
•
Financieel
Loon- en werkingskosten
MJP Aalst 2014 - 168
8.2. Onderscheidingsniveau
8.2.1. Subsidiereglementen
Actie 8.2.1.1.
Aanmoediging van het aanplanten van streekeigen
boomsoorten en hagen, hoogstammige fruitbomen , het
onderhoud van hagen, houtkanten en knotbomen en de
aanleg en onderhoud van poelen (4 reglementen)
Thema: Natuur
MBP 2.4
Trefwoord:
Doelgroep:
0,5 punt behaald in
aanmoedigingsregle bevolking
2012, 2 punten gepland
ment, lijnvormige
groenelementen
Initiatiefnemer: dienst Leefmilieu: team
Betrokken actoren:
Groen, water en afval
diverse stadsdiensten
contactpersoon: Antonia Geerts
Relaties met
1.1.2.5.
•
Doelstelling
Beschermen en versterken van de lijnvormige groenstructuren.
•
Omschrijving – inhoud
Op 29 april 2008 werden vier aanmoedigingsreglementen goedgekeurd door de
gemeenteraad:
1) voor het aanplanten van bomenrijen, hagen en houtkanten;
2) voor het aanplanten van hoogstammige fruitbomen;
3) voor het onderhoud van hagen en houtkanten;
4) voor de aanleg en het onderhoud van poelen.
Aantal aanvragen in 2013:
- aanplanten van bomenrijen, hagen en houtkanten: 2
- aanplanten van hoogstammige fruitbomen:0
- onderhoud van knotbomen, hagen en houtkanten: 30
- aanleg en onderhoud van poelen: 0
•
Planning
Verder zetten bestaand beleid.
•
Financieel
Loon- en werkingskosten
OBROWP5
MJP Aalst 2014 - 169
Actie 8.2.1.2.
Ondersteuning natuurverenigingen
Thema: Natuur
MBP 2.4.
Trefwoord:
Doelgroep:
0,5 punt behaald in
natuurontwikkeling,
natuurverenigingen
2012; 0,5 punt gepland
ondersteuningsreglein 2013.
ment
Initiatiefnemer: dienst Leefmilieu: team Betrokken actoren: Leefmilieu , diverse
Groen, water en afval
stadsdiensten, Natuurpunt vzw
contactpersoon: Jens De Bruycker
Relaties met
•
Doelstelling
Stimuleren van de aankoop en het ecologisch beheer van gebieden met grote potenties
inzake natuurontwikkeling door natuurverenigingen.
•
Omschrijving – inhoud
Het ondersteuningsreglement voorziet een toelage van de stad bij de aankoop van
waardevolle gebieden door Natuurpunt.
Door deze natuurvereniging te steunen bij zijn grondaankopen en op die manier de financiële
krachten te bundelen, krijgen natuurontwikkeling en -beheer een duw in de rug. Tegelijk
houdt de stad een stevige vinger in de pap wat het beheer betreft door middel van strikte
voorwaarden, opgenomen in het ondersteuningsreglement.
•
Rapportering
De gemeenteraad keurde op 18 maart 2008 het ondersteuningsreglement inzake de
aankoop van ecologisch waardevolle gronden door natuurverenigingen goed en verlengde
het tot eind 2013. Het reglement kwam tot stand in uitvoering van het gemeentelijk
natuurontwikkelingsplan (GNOP). De ondersteuning is erop gericht om de
aankoopactiviteiten van de natuurverenigingen te concentreren op bepaalde ecologisch zeer
waardevolle gebieden, en zo versnippering tegen te gaan. In het kader van dit
ondersteuningsreglement dient de vzw Natuurpunt jaarlijks een aanvraag om steun in,
waarvoor de kredieten dienen vastgelegd.
Op 24 mei 2012 diende de vzw Natuurpunt (Cel Natuurpatrimonium, Coxiestraat 11, 2800
Mechelen) een aanvraag om steun in voor vier aangekochte percelen.
Het gaat om de volgende percelen:
Erembodegem sectie B nrs. 649/e, 653/b, 655/a en 660/02 .
De totale oppervlakte van deze percelen beslaat 1ha 55a 80ca of 15580 m².
De percelen zijn volgens het gewestplan gelegen in natuurgebied en binnen de
uitbreidingsperimeter van het erkende natuurreservaat Wellemeersen-Kapellemeersen.
De totale kostprijs bedraagt 23.159,53 EUR.
In 2013 werd er geen aanvraag om steun ingediend.
•
Planning
Het ondersteuningselement inzake de aankoop van ecologisch waardevolle gronden werd
stopgezet eind 2013.
Actie 8.2.1.3
Thema: Natuur
Acties gericht op de subsidiëring van groendaken
MBP 2.4.
Trefwoord:
Doelgroep:
groendaken
bevolking
Initiatiefnemer: dienst Leefmilieu
Betrokken actoren: Leefmilieu.
Contactpersoon: Anne-Marie De Bruycker
Relaties met:
4, 8.3.1
Zie toelichting onder 8.3 projecten.
MJP Aalst 2014 - 170
Actie 8.2.2.
Vorming
Thema: Natuur
1 punt behaald in 2012,
0 punt gepland in 2013
Initiatiefnemer: dienst Leefmilieu
contactpersoon: Antonia Geerts
Relaties met:
•
Trefwoord:
vorming
Doelgroep:
eigen diensten
Betrokken actoren:
diverse stadsdiensten
Doelstelling
Toepassen van de verworven kennis in het beheer van parken en natuurgebieden.
•
Omschrijving – inhoud
De gemeente laat haar personeel een opleiding volgen over ecologisch groen-, natuur-en
bosbeheer. De opleiding moet gegeven worden door een erkend opleidingscentrum.
•
Rapportering
In het verleden werden door de dienst Uitvoering sectie Groen, zowel arbeiders als
leidinggevenden en de dienst Leefmilieu cursussen gevolgd zoals natuurgetrouw bosbouw
en natuurbeheer, harmonisch park- en groenbeheer, graslandbeheer e.d.; opleidingen
waarbij ecologie een belangrijk item is.
Het Stadspark en het Zwembadpark worden beheerd volgens de principes van harmonisch
parkbeheer. Beide parken hebben een voorbeeldfunctie voor andere gemeenten en steden.
Provinciebesturen plannen geleide bezoeken in het Stadspark om het harmonisch
parkbeheer en het graslandbeheer te promoten.
Opleidingen over de toepassing van harmonisch parkbeheer gaan dikwijls door in het
Stadspark.
•
Planning
Er wordt systematisch vorming gevolgd inzake groen in de stad, groenstructuren,
landschapsontwikkeling, functioneel groen, soortbescherming- en instandhouding
(monitoring en veldvegetatiekunde), harmonisch park- en groenbeheer, de aanleg van
speelbossen (wetgeving en praktische cursussen).
•
Financieel
Loon- en werkingskosten
Actie 8.2.3.
Organiseren Dag van het Park
Thema: Natuur
Trefwoord: Dag van Doelgroep: burgers,
1 punt behaald in 2012,
het Park
eigen diensten
geen punten gepland in
2013
Initiatiefnemer: dienst Leefmilieu
Betrokken actoren:
contactpersoon: Antonia Geerts
diverse stadsdiensten
Relaties met:
•
Doelstelling
De bezoekers op een toffe, prettige en leerrijke manier laten kennis maken met de parken.
•
Omschrijving – inhoud
De gemeente neemt deel aan de Dag van het Park
MJP Aalst 2014 - 171
•
Rapportering
In 2013 nam de stad niet deel aan de Dag van het Park, omdat alle aandacht dit jaar ging
naar de openingshappening van het natuurinrichtingsproject Osbroek-Gerstjens.
•
Planning
In 2014 neemt de stad niet deel aan de Dag van het Park omdat er reeds een open
kringlooptuinendag op stapel staat in dezelfde periode.
Actie 8.2.4.
Gebruik van streekeigen soorten
Thema: Natuur
Trefwoord:
Doelgroep:
1 punt behaald in 2012,
streekeigen soorten, eigen diensten
1 punt gepland in 2013
Plant van Hier
Initiatiefnemer: dienst Leefmilieu: team
Betrokken actoren:
Groen, water en afvalcontactpersoon:
diverse stadsdiensten
Antonia Geerts
Relaties met:
•
Doelstelling
Gebruik van streekeigen soorten in minimaal landbouw-, natuur-, bosgebied en bufferzones.
•
Omschrijving – inhoud
Streekeigen soorten zijn soorten die van nature in een bepaalde regio voorkomen.
Planten zijn autochtoon of oorspronkelijk inheems in een bepaalde streek in Vlaanderen, als
de plant een nakomeling is van planten die zich sinds hun spontane vestiging na de laatste
ijstijd altijd natuurlijk hebben verjongd, of die kunstmatig vermeerderd werden met strikt
lokaal materiaal.
•
Rapportering
De aanleg van nieuwe bossen gebeurt steeds met streekeigen boom- en struiksoorten. Het
terrein Levensvreugde (Ten Rozen) werd in november 2012 bebost met zomereik, linde,
boskers, beuk en kastanje. Bij heraanplantingen van bossen in onze natuurgebieden wordt
ofwel geopteerd om de percelen spontaan te laten bebossen, ofwel wordt er heraangeplant
met streekeigen bomen en struiken.
Bij de aanleg van nieuwe wegen of bij de heraanleg wordt onder het boomkader aangeplant
met hagen van vooral Spaanse aak en haagbeuk. Bij aanplantingen van bomen in het
buitengebied wordt geopteerd om streekeigen bomen aan te planten. In 2012 werden langs
de Affligemdreef en langs de steenweg op Oudegem linden aangeplant.
Door de stad aangeplante bufferzones in de industriezones bestaan steeds uit streekeigen
soorten.
•
Planning
In 2014 treedt de stad Aalst toe tot het Regionaal landschap Schelde en Durme Het RLSD
oogst zaden van autochtone planten en laat die opkweken door erkende boomkwekerijen.
De planten krijgen het label ‘Plant van Hier’. De opgekweekte planten kunnen worden
gebruikt bij plantacties van het RLSD. Indien beschikbaar zal de stad ook gebruik maken van
dit autochtoon plantgoed.
Verder zetten bestaand beleid i.v.m. het gebruik van streekeigen soorten.
MJP Aalst 2014 - 172
Actie 8.2.5.
Inventarisatie en actieplan kleine landschapselementen
Thema: Natuur
Trefwoord:
Doelgroep:
Geen punten behaald
eigen diensten
in 2013
Initiatiefnemer: dienst Leefmilieu
Betrokken
actoren:
contactpersoon: Antonia Geerts
diverse stadsdiensten
Relaties met:
•
Doelstelling
Behoud, herstel en bescherming van de kleine landschapselementen.
•
Omschrijving – inhoud
De gemeente maakt een inventarisatie op van de aanwezige KLE’s en stelt een actieplan op
voor het behoud, het herstel en de aanleg van KLE’s.
•
Rapportering
In het kader van het gemeentelijk natuurontwikkelingsplan werden alle bomenrijen en poelen
in Groot-Aalst geïnventariseerd.
•
Planning
De actualisatie en de verdere inventarisatie van de ontbrekende kleine landschapselementen
en acties zijn aandachtspunten voor de komende jaren.
•
Financieel
Loon- en werkingskosten.
MJP Aalst 2014 - 173
8.3 Projecten
PROJECTEN 2009
Project 8.3.3.
Harmonisch Park- en Groenbeheerplan Stadspark en
Zwembadpark
Thema: Natuur
Trefwoord:
Doelgroep:
harmonisch park- en eigen diensten
groenbeheer
Initiatiefnemer: Leefmilieu
Betrokken actoren:
contactpersoon: Antonia Geerts
Groendienst
Relaties met
8.5.7
•
Doelstelling
Om een goed efficiënt beheer van het openbaar domein op lange termijn te garanderen zal
een beheersplan opgemaakt worden voor de belangrijkste parken, volgens de principes van
het harmonisch parkbeheer.
•
Rapportering
De stad Aalst past bij het beheer van zijn parken de principes van het Harmonisch Park- en
Groenbeheer reeds toe, en dit dankzij de vele bezielers, de deskundigheid van de
beheerders en de cel Monumenten en Landschappen.
De stad wenst deze kennis te consolideren, zodat ze systematisch en consequent kan
toegepast worden, ook in de (verre) toekomst.
De opmaak van het beheerplan is toegewezen aan het studiebureau Antea. Een uitgebreid
onderzoek van de biotische structuur van beide parken is reeds gebeurd, evenals het
participatieve luik van de studie. De beheersvisie en de beheersdoelstellingen zijn
opgemaakt.
•
Planning
Het ontwerp-beheerplan ligt ter advisering voor aan het Agentschap voor Natuur en Bos
•
Financieel
Afgerond
Project 8.3.5
Thema: Natuur
Realisatie van een speelbos te Meldert-Aalst, Lochteveld
Trefwoord: speelbos Doelgroep:
bevolking - jeugd
Initiatiefnemer: Leefmilieu
Betrokken actoren:
contactpersoon: Antonia Geerts
Groendienst
Relaties met
8.7.4
•
Doelstelling
Aalst zoekt naar locaties voor nieuwe speelbossen en naar bossen die kunnen ingericht
worden als speelzone.
•
Rapportering
In Meldert ligt een bebost terrein van 2,2 ha groot, eigendom van de stad Aalst, dat kan
uitgebouwd worden tot een echte speelzone. Het terrein in natuurgebied ligt binnen een
straal van 1,5 km rondom het jeugdlokaal van de VVKSM Hopduveltjes te Meldert.
Het terrein bestaat uit twee delen: achteraan een deel met beekarmen en poelen en vooraan
MJP Aalst 2014 - 174
een deel dat opgehoogd is. Op een deel van het terrein werd ooit huisvuil gestort.
In 2011-2012 werden stammen van populieren als spelelement gestapeld. Er werden
constructies met natuurlijke materialen gemaakt, zoals een wigwam, takkenrillen, een
takkentunnel en zitelementen.
•
Planning
De speelzone moet nog een goedgekeurd toegankelijkheidsreglement krijgen en moet
geofficialiseerd worden door het ANB.
De poelen worden verder uitgegraven en een knuppelpad zal worden aangelegd.
•
Financieel
Loon en werkingskosten
PROJECTEN 2010
Project 8.3.7.
Aankoop gronden in de omgeving van Ten Bos voor de aanleg
van het stadsbos
Thema: Natuur
Trefwoord: stadsbos Doelgroep:
gemeenschap
Initiatiefnemer: dienst Leefmilieu
Betrokken actoren:
contactpersoon: Antonia Geerts
diverse stadsdiensten
Relaties met:
8.3.12., 8.4.2., 8.5.7., 8.7.2.
•
Doelstelling
Aankoop gronden voor behoud of aanleg van natuur, bos of park.
•
Omschrijving – inhoud
Een gemeente kan een subsidie aanvragen voor de aankoop van gronden met het oog op de
aanleg of het behoud van natuur, bos of park.
•
Rapportering
Het beleid van de stad spitst zich toe op de verwerving en bebossing van gronden binnende
perimeter van het stadsbos.
Het stadsbos is gepland aan de rand van het stedelijk centrum van Aalst, als versterking
voor de recreatieve en de natuurlijke structuur van het stedelijk gebied.
De stad werkt concreet aan de uitbouw van een bosproject in de omgeving van de
boskernen Kluisbos, Ressebeke en Ten Bos.
In 2012 werd een perceel van 2,3 hectaren aangekocht in de omgeving van Ressebeke.
•
Planning
Er wordt verder onderhandeld met verschillende eigenaars bereid hun perceel, gelegen
binnen de perimeter van het stadsbos, te verkopen aan de stad.
In 2013 werd onderhandeld met een aantal pachters die nog gebruik maken van een aantal
van de percelen. In 2014 zullen er opnieuw een aantal aankopen kunnen doorgaan.
•
Financieel
2013: actieplan L204K04A5 Beleidsitem 0330-00 Algemeen nummer 1500000
L201K01A1: 270.000,- EUR stedenfondsbudget voorzien voor het verwerven van gronden
voor het stadsbos.
2014: OBROWP4
MJP Aalst 2014 - 175
Project 8.3.8.
Instellen van een aanmoedigingsreglement voor de aanleg van
groendaken
Thema: Natuur
Trefwoord: subsidie Doelgroep:
bevolking
Initiatiefnemer: dienst Leefmilieu: team Groen, Betrokken actoren:
water en afval
Vlaamse overheid, dienst Leefmilieu
contactpersoon: Anne-Marie De Bruycker
Relaties met
8.2.1.3.
•
Doelstelling
Het stimuleren van de aanleg van groendaken, met het oog op:
- het verminderen van de hemelwaterafvoer van daken met ongeveer de helft;
- het creëren van nieuwe onderhoudsarme groenvolumes op ongebruikte oppervlakken, als
bijdrage tot meer biodiversiteit en tot een betere luchtkwaliteit in de stedelijke omgeving;
- de filtering van vervuild neerslagwater vooraleer het terecht komt in de bodem of in de
waterlopen.
•
Omschrijving – inhoud
De opmaak van een aanmoedigingsreglement met betrekking tot de aanleg van groendaken,
passend in het kader van de samenwerkingsovereenkomst duurzaam milieubeleid.
•
Rapportering
Op 14 december 2009 werd een ontwerpreglement goedgekeurd door het college van
burgemeester en schepenen.
Op 26 januari 2010 werd het reglement goedgekeurd door de gemeenteraad.
Aantal aanvragen in 2013: 11(zie bijlage NA 01)
•
Planning
Verder zetten bestaand beleid
•
Financieel
Actieplan 2013 L204K04A5. Begrotingsartikel 0330-00/64900111
Actieplan 2014: OBROW P5
PROJECTEN 2011
Project 8.3.9.
Verwerven van gronden voor realisatie stadsbos Erembald
(Heuvelpark, 2de aankoopfase)
Thema: Natuur
Trefwoord:
Doelgroep:
gemeenschap
Initiatiefnemer: Leefmilieu: team Groen, water Betrokken
actoren:
en afval
Groendienst, dienst Partimonium, dienst
contactpersoon: Jens De Bruycker
planning, stadsvernieuwing en Wonen: team
stadsvernieuwing
Relaties met
8.3.7., 8.4.2., 8.5.7. en 8.7.2.
•
Doelstelling
De bedoeling van het Heuvelpark is om de natuurlijke verbinding tussen het Kluisbos en
Osbroek- Gerstjens te versterken. Er is nood aan een recreatief groengebied voor de
omliggende stedelijke woonwijken. Er zal worden toegezien dat de recreatieve activiteiten
binnen het gebied beperkt blijven en dat de natuurverbindingsfunctie blijft primeren. Het
Heuvelpark zal, samen met het Somergembos, deel uitmaken van het stadsbos dat
MJP Aalst 2014 - 176
Osbroek-Gerstjens via het Kluisbos moet verbinden richting Ten Bos en via de
Molenbeekvallei naar het regionaal bos.
•
Rapportering
Voor het Heuvelpark werd een Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP) opgemaakt.
Binnen het RUP zal het woonuitbreidingsgebied worden herbestemd als randstedelijk
groengebied. Het RUP Heuvelpark werd definitief vastgesteld op de gemeenteraad van 27
november 2012. Het RUP werd vervolgens goedgekeurd door de deputatie op 24 januari
2013. Het RUP maakt de realisatie van een stadsboerderij mogelijk in het uit te bouwen
stadsbos, waarvan Heuvelpark deel uit maakt.
Sinds 22 november 2010 is er projectcoördinator aangesteld voor het strategisch project
Landschap van Erembald tot Kravaalbos. Het hoofddoel van dit strategisch project is om
bosuitbreiding te realiseren op het grondgebied van de gemeenten Aalst, Affligem, Asse en
Opwijk en de waarde van de open ruimte op vlak van natuur, land- en tuinbouw, toerismerecreatie en erfgoed te verhogen. Het deelproject Heuvelpark wordt binnen dit strategisch
project als prioritair beschouwd.
De eigendomsstructuur van het plangebied is sterk versnipperd. Om een deel van het
geplande stadsbos te realiseren is de stad genoodzaakt om gronden aan te kopen. Om de
effectieve realisatie van bepaalde delen van het uitvoeringsplan te garanderen werd aan het
RUP een onteigeningsplan gekoppeld. In 2009 en 2011 werd er een schattingsverslag
opgemaakt van de percelen binnen het RUP Heuvelpark. De percelen worden geschat op 4,tot 6,- EUR per m². Sinds 2011 wordt er in der minne onderhandeld met de eigenaars. Er
werden reeds 14 percelen van de 42 verworden.
De onderhandelingen werden in de eerste helft van 2013 intensief verdergezet door de
nieuwe landmeter aangesteld bij de dienst Patrimonium.
•
Planning
Voor de verwerving van de overige percelen is het wachten op de definitieve goedkeuring
van het onteigeningsplan.Financieel
2013: actieplan L204 K04 A5: 80.466,- EUR op Beleidsitem 0330-00 Algemene
rekening22010007 (hiervan is 50% subsidieerbaar).
2014: actieplan OBROWP4.
PROJECTEN 2012
Project 8.3.10.
Verwerven van gronden in de omgeving van Ressebeke voor
de aanleg van het stadsbos Erembald
Thema: Natuur
Trefwoord: stadsbos Doelgroep:
gemeenschap
Initiatiefnemer: dienst Leefmilieu: team Groen, Betrokken actoren:
water en afval
diverse stadsdiensten
contactpersoon: Jens De Bruycker
Relaties met:
8.3.9., 8.4.2., 8.5.7., 8.7.2.
•
Doelstelling
Aankoop gronden voor behoud of aanleg van natuur, bos of park.
•
Omschrijving – inhoud
Een gemeente kan een subsidie aanvragen voor de aankoop van gronden met het oog op de
aanleg of het behoud van natuur, bos of park.
MJP Aalst 2014 - 177
•
Rapportering
Het project houdt de aankoop in van een 16-tal percelen die gelegen zijn in natuurgebied, in
de omgeving van Ressebeke, te Erembodegem. De percelen liggen binnen de perimeter van
het geplande stadsbos en hebben een totale oppervlakte van 82.472 m². Met de realisatie
van het stadsbos wil men de bestaande waardevolle bossen beter bufferen en de naburige
bosmassieven met elkaar verbinden. Het stadsbos is gepland aan de rand van het stedelijk
centrum van Aalst, als versterking voor de recreatieve en de natuurlijke structuur van het
stedelijk gebied. De eigenaars van de percelen die werden opgenomen in deze
projectaanvraag toonden reeds interesse om te verkopen.
In 2012 werd het eerste perceel van 2,3 hectare aangekocht. In 2013 werd onderhandeld
met de pachters die nog gebruik maken van een aantal van de percelen.
•
Planning
Verdere verwerving van percelen voor de realisatie van het stadsbos.
•
Financieel
2013: actieplan L204 K04 A5: 80.466,- EUR voorzien in het budget 2012 op 03300022010007 (hiervan is 50% subsidieerbaar)
L201K01A1: 270.000,- EUR stedenfondsbudget voorzien voor het verwerven van gronden
voor het stadsbos onder begrotingsartikel 0620-01 (grondregie).
2014: actieplan OBROWP4
8.4. Acties voor instandhouding, ontwikkeling en bescherming van
de natuur.
Actie 8.4.1.
Ondersteuning faunabeheer
Cluster:
natuurlijke MBP 2.4.
Trefwoord:
Doelgroep:
entiteiten
natuurbescherming, burgers
fauna, dieren
Initiatiefnemer: dienst Leefmilieu: team Betrokken
actoren:
dienst
Openbaar
Groen, water en afval
domein: team Groen
natuurverenigingen
Relaties met
2.3.2, 4.4.2
•
Doelstelling
Logistieke ondersteuning van de acties van natuurverenigingen en faunabeheer in de
natuurgebieden.
•
Omschrijving – inhoud
De stad organiseert en ondersteunt acties i.v.m faunabeheer.
•
Rapportering
Er worden jaarlijks door de stad signalisatieborden en een fysiek scherm geplaatst ter hoogte
van straten waar de trek van amfibieën gekend is (Blektestraat te Hofstade en Meersstraat te
Gijzegem). Medewerkers van Natuurpunt ledigen er elke dag de emmers en zetten de
amfibieën over.
In de belangrijkste natuurgebieden (Osbroek, Gerstjens en Kravaalbos) werden nestkastjes
geplaatst.
Door de afbraak van een stationsgebouw verloren ongeveer 15 koppels huismussen hun
woonplaats. De sloop kon uitgesteld worden tot na het broedseizoen.
MJP Aalst 2014 - 178
Er werden acties ondernomen om de mussen een nieuwe woonplaats te geven. Langs de
overzijde van het gesloopte gebouw werden mussenappartementen geplaatst.
In 2012 werd voor het eerst deelgenomen aan de Nacht van de vleermuis. Op 25 augustus
zette de stad samen met Natuurpunt een evenement op poten met een korte filmvoorstelling
in de stedelijke basisschool te Erembodegem, gevolgd door een begeleide donkere
wandeling in natuurgebied de Gerstjens, en een drink achteraf.
In januari 2012 werd in de Gerstjens, in de kasteeltuin van het domein Ronsevaal; een
ijskelder ingericht als vleermuizenverblijf.
Er werden insectentorens geplaatst in het Somergembos, in het Zwembadpark, in het
demoterrein van de compostmeesters in de Bergemeersen en de stedelijke basisschool
Tinnenhoek in Moorsel.
De stad draagt haar steentje bij aan een “bijvriendelijker landschap”. Op de middenberm van
de N45 werden linden aangeplant en een bijenmengsel ingezaaid (eenjarige- en vaste
soorten).
Het dorpsplein van Meldert werd ingezaaid met drachtplanten en bloembollen werden
aangeplant.
•
Planning
Verder zetten bestaande acties.
Aan de overzetacties van de padden in de Meersstraat (Gijzegem) en de Blektestraat
(Hofstade) wordt systematisch actief meegewerkt.
In 2014 zet de provinicie haar bijenvriendelijk beleid verder. De stad kan kosteloos een
'bijvriendelijk' zadenmengsel bekomen voor de inzaai op het openbaar domein. Op de
Hoezekouter zullen binnen het nieuwe volkstuinencomplex enkele zones worden ingezaaid
met een bijenmengsel.
De stad zal in samenwerking met het regionaal landschap Schelde Durme de landbouwers,
jagers en andere landschapsbeheerders stimuleren om fauna-akkers aan te leggen. Deze
akkers stimuleren de bestuiving en bieden het hele jaar door voedsel en beschutting aan
heel wat dieren.
In het kader van het project Gestroomlijnd Landschap Molenbeek-Graadbeek zal er in 2014
een interprovinciaal overleg doorgaan over de vuursalamander in het Kravaalbos. De
verschillende partners zoals stad Aalst, Bosgroep Midden-Oost-Vlaanderen, gemeenten,
Regionaal Landschap Groene Corridor, ANB en Natuurpunt, zullen op zoek gaan naar
maatregelen voor de bescherming van de vuursalamander in het Kravaalbos.
•
Financieel
Loon- en werkingskosten
Actie 8.4.2.
Aankoop van gronden voor behoud of aanleg van natuur, bos
of park
Thema: Natuur
MBP 2.4.
Trefwoord:
Doelgroep:
bescherming natuur burgers
Initiatiefnemer: dienst Leefmilieu: team
Betrokken actoren: dienst Openbaar
Groen, water en afval
domein: team Groen
Relaties met:
•
zie 8.3
Doelstelling
Actief werken aan een ecologisch beheer van natuurgebieden, bossen of parken.
MJP Aalst 2014 - 179
•
Omschrijving – inhoud
In waardevolle gebieden worden percelen aangekocht met het oog op de aanleg of het
behoud van natuur, bos of park. Vooral bospercelen binnen bestaande grotere bossen,
percelen langs waterlopen en terreinen geschikt om als speelbos in te richten, komen in
aanmerking. De stad kan hierdoor haar beheersvisie in de praktijk brengen en bufferzones
creëren langsheen gevoelige landschapselementen.
•
Rapportering
De voorbije vijf jaar betoelaagde de stad aankopen door Natuurpunt. Er waren verwervingen
door de stad zelf in het Heuvelpark en in het gebied Ten Rozen (omgeving van het domein
Levensvreugde).
In 2010 werden de percelen van Electrabel in de Gerstjens aangekocht. Deze terreinen
kregen in het bosbeheerplan en in het natuurinrichtingsplan een bestemming als speelbos.
•
Planning
Verder zetten beleid en aankopen gronden voor uitbreiding van het stadsbos, voor
natuurontwikkeling en de aanleg van speelbossen. Zie projecten 2012.
•
Financieel
Loon- en werkingskosten
2014: OBROWP4
Actie 8.4.3.
Bevorderen van de ecologische functie van bossen
Cluster:
natuurlijke MBP 2.4.
Trefwoord:
natuur, Doelgroep:
entiteiten
ecologie, bos
bevolking
Initiatiefnemer: dienst Leefmilieu: team Betrokken actoren: dienst Onderhoud
Groen, water en afval
openbaar domein: team
contactpersonen: Magda De Wolf, Antonia.
Geerts
Relaties met:
•
Doelstelling
Verhogen van de biodiversiteit in bossen.
•
Omschrijving – inhoud
De principes van artikel 18 van het Bosdecreet (Besluit Vlaamse Regering 13 juni 1990)
worden nageleefd in alle openbare bossen en gestimuleerd in privé-bossen.
•
Rapportering
Voornaamste beheersmaatregelen in het Osbroek:
- bevorderen boomsoortendiversiteit;
- herstel van de natuurlijke waterhuishouding;
- variatie in beheer: een beperkte oppervlakte wordt voorbehouden voor hakhoutbeheer en
voor middelhoutbeheer;
- de sparren en Canadapopulieren worden vervangen door inheemse en standplaatseigen
boomsoorten;
- hakhoutbeheer elzen;
- bewaren van dode bomen en schuine stammen;
- verschralingsbeheer toepassen;
- paden en open ruimten maaien met afvoer van maaisel.
MJP Aalst 2014 - 180
De afdeling Natuur van LNE startte in het Osbroek en op de aanpalende weilanden in haar
bezit een natuurontwikkelingsproject met begrazing door vijf Konikpaarden en drie Gallowayossen. Twee percelen in stadseigendom werden in 2002 via een gebruikersovereenkomst in
het begrazingsproject opgenomen.
In 2006 werden de percelen Sie I nr 195a, 196 en 197 van de stad opgenomen in het
begrazingsproject. De pacht werd verbroken en het bedrag van de uitwinning werd vergoed
door de Vlaamse Gemeenschap.
Voornaamste beheersmaatregelen in de Gerstjens:
- de Canadapopulieren vervangen door inheems en standplaatsgeschikt loofhout;
- de paden en open ruimten maaien met afvoer van het maaisel;
- natuurlijker uitzicht verschaffen aan het rechtlijnig bekenpatroon door plaatselijke
verbreding en aanleg van poelen.
Bij het aanplanten van nieuwe bossen o.a. in landbouwgebied en natuurgebied adviseren we
de eigenaars aan te planten met streekeigen bomen of bij een aanplanting van populieren
minstens een onderetage te voorzien van streekeigen struiken.
•
Planning
Verder zetten bestaand beleid.
•
Financieel
Loon- en werkingskosten
Actie 8.4.4.
Bevorderen van de ecologische functie in parken,
recreatiedomeinen en groenstroken
Thema: Natuur
MBP 2.4.
Trefwoord:
Doelgroep:
bescherming natuur bevolking
Initiatiefnemer: dienst Leefmilieu: team Betrokken actoren: dienst Onderhoud
Groen, water en afval
openbaar domein: team Groen
Contactpersoon: Wilfried Van Bellingen
Relaties met:
•
Doelstelling
Verhogen van de ecologische waarde van parken en groenstroken.
•
Omschrijving – inhoud
Binnen een park of een recreatiedomein kan men via een natuurgericht beheer
natuurgebiedjes creëren.
Door het toepassen van het harmonisch parkbeheer wordt de biodiversiteit in onze parken
verhoogd.
Bij de aanleg of heraanleg van de parken en recreatiedomeinen wordt ervoor gezorgd dat
water een belangrijke plaats inneemt in de groenstructuur. De principes van integraal
waterbeheer worden toegepast. Bestaande waterlopen of vijvers proberen we een
natuurlijker uitzicht te geven door plaatselijk de beek te verbreden en poelen aan te leggen.
Er wordt naar gestreefd om zoveel mogelijk streekeigen bomen en struiken aan te planten.
•
Rapportering
Park omgeving rustoord Mijlbeek
In 2003 werd het park omgeving rustoord Mijlbeek aangelegd. De vijver, aangelegd als
waterbekken voor de brandweer en gevoed met het dakwater van het rustoord, werd
geherprofileerd. Er werden moeraszones aangelegd en er werd een verbinding gecreëerd
tussen de Molenbeek en dit waterbekken. Op de eigendom van het OCMW werd in 2009 een
nieuwe afvalwaterriool aangelegd ter vervanging van een oude afvoer in slechte staat.
MJP Aalst 2014 - 181
Heemparkje langs de Blektestraat
Er werd een inrichtingsplan opgemaakt voor een braakliggende strook langs de Blektestraat
te Hofstade-Aalst. Het terrein werd vroeger gebruikt als standplaats voor
woonwagenbewoners. Eind 2005 werd het heemparkje er gerealiseerd. Een
regenwaterbekken dat in verbinding staat met het aanwezige grachtenstelsel werd
aangelegd. Door deze ingreep ging men de wateroverlast in de omgeving tegen. Het gebied
kreeg door de aanleg van moeraszones en de natuurlijke beschoeiing van de vijver een
ecologische meerwaarde. De stadseigendom langs de overzijde van de Blektestraat werd
mee geïntegreerd in de aanleg van dit natuurparkje. Door een aangepast maaibeheer zal dit
gebied, met een hooiweide en een restant van een vlasrootput, een ecologische
meerwaarde krijgen. In 2006 werden in het parkje de bomen en struiken aangeplant.
Stadspark Aalst
Om de natuurtypes en het bomenbestand in het Stadspark te behouden en te beschermen
en de bespeelbaarheid van het speelterrein te verbeteren werd een drainage op het
speelterrein aangelegd.
Oeverzone langs de Dender ter hoogte van Wijngaardveld
In 2010 kwamen nieuwe plannen boven om daar de Dender te verbreden. Door Natuurpunt
werd in 2012 een voorstel uitgetekend voor de herinrichting van de oeverzone. Intussen
werd in het onderzoek rond het voortraject voor de bedrijfszones Noord IV (Lion d’Or) en
Noord V (Wijngaardveld) (dd mei 2013) geconcludeerd dat deze zone geschikt is voor
ecologisch bermbeheer met oog voor recreatief gebruik. Door het recreatief medegebruik
zou de relatie tussen bedrijven en buurtbewoners versterkt worden.
•
Planning
Brouwerijstraat te Nieuwerkerken
Het recreatiedomein zal omgevormd worden tot een gebied voor sport, spel, natuurexploratie
en -educatie. De bestaande poel wordt uitgebreid en ingepast in de omgeving. De beek
wordt geherprofileerd volgens de principes van de natuurtechnische milieubouw. De
uitvoering wordt voorzien.
Oeverzone langs de Dender ter hoogte van Wijngaardveld
Er dient wel nagegaan te worden welke piste er voor het creëren van een
vrachtwagenparking best weerhouden wordt, dit in overleg met AWV en W&Z. Tot nog toe is
W&Z niet te vinden voor een ingebruikname van de herkalibreringszone als
vrachtwagenparking.
Er zal aan W&Z een voorstel gedaan worden voor het mogelijke beheer van deze zone.
Financieel
Loon- en werkingskosten
Actie 8.4.5.
Thema: Natuur
Versterken van de landschappelijke structuur
MBP 2.4.
Trefwoord:
Doelgroep:
bescherming natuur bevolking
Initiatiefnemer: dienst Planning,
Betrokken actoren: dienst Leefmilieu: team
stadsvernieuwing en wonen: team Planning Groen, water en afval
Dienst Leefmilieu: team Groen, water en
afval
Contactpersoon: Magda De Wolf
Relaties met
•
Doelstelling
Beschermen en versterken van de natuurlijke structuur.
MJP Aalst 2014 - 182
•
Omschrijving – inhoud
In het kader van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Aalst (RSA) en de afbakening van
het regionaal stedelijk gebied werd de gewenste landschappelijke structuur en het te voeren
beleid vastgelegd. Er werd een inventaris opgemaakt van de belangrijkste
landschapselementen.
Om de landschappelijke structuur te versterken werden o.a. de structuurbepalende
steilranden en het complex gaaf landschap Faluintjes-Kravaalvelden vastgelegd.
•
Rapportering
In uitvoering van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) werkte het Vlaamse gewest
aan een ruimtelijke visie voor natuur, landbouw en bos. Aalst behoort tot de regio ScheldeDender, deelruimte Dender en deelruimte westelijk Land van Merchtem-Vaartland en
Buggenhout en tot de regio Vlaamse Ardennen.
De Vlaamse overheid startte in 2006 een overlegproces op met de gemeenten, provincies en
belangengroepen voor de afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische
structuur in de buitengebiedregio Schelde-Dender.
Dit proces resulteerde in maart 2008 in een eindvoorstel van de ruimtelijke visie op
landbouw, natuur en bos en een uitvoeringsprogramma dat voor advies werd voorgesteld
aan de betrokken actoren.
De gemeenteraad gaf haar advies omtrent het eindvoorstel in zitting van 29 april 2008. De
Vlaamse regering nam op 28 november 2008 kennis van het eindvoorstel van de gewenste
ruimtelijke visie en de adviezen erover. De Vlaamse regering besliste over de beleidsmatige
herbevestiging van de bestaande plannen van aanleg en keurde het operationeel
uitvoeringsprogramma goed waarin de prioriteiten en de fasering voor de op te maken
gewestelijke uitvoeringplannen zijn opgenomen.
Voor de regio Vlaamse Ardennen startte de Vlaamse overheid een overlegproces op voor de
afbakening van de gebieden van een natuurlijke en agrarische structuur. De resultaten van
het overleg met gemeenten, provincies en klankbordengroepen zijn verwerkt in een
eindvoorstel van gewenste ruimtelijke structuur.
De gemeenteraad ging in zitting van 21 oktober 2008 akkoord met het eindvoorstel om geen
acties op Vlaams niveau te ondernemen en de bestemmingen van het gewestplan bijgevolg
te herbevestigen. Inzake de gewenste ruimtelijke structuur wordt opgemerkt dat de
natuurwaarden van de valleigebieden conform het RSA moeten versterkt worden. De
valleigebieden dienen niet als verwevingsgebied maar als volwaardige natuurgebieden
beschouwd te worden.
Op 7 februari 2011 werd de ankerplaats “Kluisbos, Faluintjes en abdij van Affligem” te Aalst
en te Affligem bij ministerieel besluit definitief aangeduid.
De aanduiding werd gemotiveerd vanuit diverse invalshoeken die onderling sterk
samenhangen: de natuurwetenschappelijke waarde, de historische waarde, de esthetische
waarde, de sociaal-culturele waarde en de ruimtelijk structurerende waarde van het
landschap, en dit voor elk van de 5 deelgebieden.
De deelgebieden zijn: het Kluisbos en de Kluiskouter, de abdij van Affligem, de Faluintjes
met het Kloosterbos en Klaarhaag, de vallei van de Molenbeek met haar zijbeken en het
waterkasteel van Moorsel met de Waverse bossen.
Bij de opmaak van de RUP’s wordt de nodige aandacht besteed aan het versterken van de
natuurlijke structuur.
RUP Dries
Het studiebureau Tritel legt de laatste hand aan de voorschriften zodat in principe op korte
termijn de officiële goedkeuringsprocedure kan gestart worden. Door de aanvraag van een
MJP Aalst 2014 - 183
planologisch attest door de landbouwer binnen het plangebied heeft het RUP vertraging
opgelopen.
Het valleigebied van de Hoezebeek wordt als bouwvrij agrarisch gebied bestemd zodat het
open karakter ervan gevrijwaard blijft. Langsheen de Hoezebeek wordt een brede zone voor
beekvallei ingetekend waarin natuurbehoud, landschapszorg en landbouw nevengeschikte
functies zijn. De beekvallei wordt dus versterkt. De beekvallei - zone voor Hoezebeek wordt
opgenomen in een onteigeningsplan opdat de stad eigenaar wordt. Een pad langsheen de
beek versterkt eveneens haar belevingswaarde.
RUP Heuvelpark: uitbreiding stadsbos
De visienota van het RUP was in 2007 klaar en een eerste voorstel van het
herbestemmingsplan werd opgemaakt. Er werd een informatiemarkt georganiseerd voor de
bewoners/eigenaars van het plangebied (2008). Een vragenlijst werd overgemaakt aan de
eigenaars van de te verworven percelen. De resultaten van de enquête werden verwerkt. Het
studiebureau Grontmij maakte in 2009 een voorontwerp.
In de loop van 2010 werd de mer-screeningsnota opgemaakt en werden een aantal
knelpunten weggewerkt, alvorens het officieel planproces ter goedkeuring op te starten. Ook
de mogelijke herlokalisatie van boerderij De Loods in het plangebied werd nader onderzocht.
De bebouwbare zone dewelke de bouw van een bio-kinder-stadsboerderij moet mogelijk
maken werd naar de rand van het plangebied verschoven.
In september 2011 werd de plenaire vergadering georganiseerd. In het najaar werd de
centraal gelegen paardenstal aangekocht en werden contacten met de eigenaars opgestart
in het kader van de aankoop van het gebied in der minne.
Het ontwerpdossier werd voorlopig vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 31
januari 2012. Het dossier werd onderworpen aan een openbaar onderzoek van 5 maart tot 4
mei 2012.
Het RUP werd definitief vastgesteld door de Gemeenteraad op 27 november 2012 en
goedgekeurd door de deputatie op 24 januari 2013.
Structuurschets stedelijk woongebied Immerzeel :
Het studiebureau MAARCH werd via de procedure Open Oproep van de Vlaams
Bouwmeester aangesteld voor de opmaak van een beeldkwaliteitsplan en globaal
inrichtingsplan voor de omgeving van de Immerzeeldreef. De stad geeft de ontwerper een
aantal spelregels mee zoals; het behoud van open ruimteverbindingen, het voorzien van
strategische publieke ruimtes en pleinen op wijkniveau, het versterken van het randstedelijk
groengebied Zomergembeek, het respecteren van bestaande landschappelijke waarden, het
vergroten van het waterbergend vermogen van de aanwezige waterlopen alsook het
maximaal van bebouwing vrijwaren van de lager gelegen valleigebieden.
RUP Uitbreiding Stadspark
Het RUP kadert binnen de ruimtelijke ontwikkelingsvisie voor de omgeving OsbroekGerstjens. Het moet een uitbreiding van het bestaande stadspark richting de Denderoevers
en een gedeeltelijke herontwikkeling naar wonen mogelijk maken. Het RUP moet ook de
geplande ingrepen aan de waterweg mogelijk maken (nieuwe stuwsluis, zwaaikom). Op
basis van een visienota (stadsontwerp) RUP werd een plan-MER opgemaakt
(goedkeuringsbesluit dienst MER (2 september 2013).. De eerste helft van 2013 werd het
voorontwerp RUP n afgerond en op 26 november 2013 werd het ontwerp RUP door de
gemeenteraad voorlopig vastgesteld.
RUP Terjoden-recreatief
Dit RUP voert een herbestemming door van een bestaand woonuitbreidingsgebied in
Terjoden. Het RUP schept ruimte voor recreatie om ondermeer de herlokalisatie mogelijk te
maken van de tennisclub gelegen op het aanpalende nieuw te ontwikkelen bedrijventerrein.
Verder leidt het RUP tot een bestendiging van bestaande bedrijvigheid, een integratie van de
bestaande natuur, een uitbreiding van de school en een beperkte aansnijding van het WUG.
MJP Aalst 2014 - 184
Op basis van een goedgekeurde visienota RUP worden momenteel (begin 2012)
onderhandelingen gevoerd met de tennisclub. De verdere timing is afhankelijk. van het
resultaat van de besprekingen.
RUP Zorgcentrum De Faluintjes
Het OCMW besliste in de loop van 2011 om op de voormalige stadseigendom (perceel
gemeentehuis en –school) in Baardegem-dorp een zorgcentrum op te richten. Aangezien de
zone voor openbaar nut palend aan de weg te klein is wordt voorgesteld om de
achterliggende boomgaard bij het project te betrekken. Bedoeling is de boomgaard te
herbestemmen van landbouwgebied naar parkgebied waarbij rekening gehouden wordt met
de bestaande natuurwaarden. Na de bouw van het zorgcentrum dient het parkgebied tevens
publiek toegankelijk te zijn.
Bij verkavelingsaanvragen zoals o.a. Ten Rozen en Heuvel wordt erop toegezien dat er
rekening wordt gehouden met de natuurwaarden in het gebied en met de aanwezige
beekvalleien.
•
Planning
In het operationeel uitvoeringsprogramma van de regio Schelde-Dender staat het Kravaalbos
aangeduid als een gebied waar onmiddellijk kan worden gestart met de voorbereiding van
een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) voor de bosuitbreiding omgeving
Kravaalbos (richtcijfer 50 ha) en de uitbreiding en structurele versterking van de ecologisch
waardevolle bosstructuur van het Kravaalbos.
Omgeving Albrechtlaan
Uitwerken visie van het Masterplan door de opmaak van deel-RUP’s.
•
Financieel
Loon- en werkingskosten
Budget dienst Planning, stadsvernieuwing en wonen
8.5. Acties gericht op het verhogen van de leefbaarheid in de
verstedelijkte omgeving d.m.v. groenvoorziening, het bereikbaar
maken van groene en open ruimten en/of het behouden, herstellen
en/of versterken van groenstructuren
Actie 8.5.1..
Thema: Natuur
Natuurinrichtingsproject Osbroek-Gerstjens
MBP 2.4.
Trefwoord:
Doelgroep:
natuurinrichting,
bevolking
Osbroek, Gerstjens
Initiatiefnemer: LNE en VMM
Betrokken actoren:
dienst Leefmilieu: team Groen, water en afval dienst Planning, stadsvernieuwing en
contactpersoon: Magda De Wolf
wonen: team planning , LNE
Relaties met:
•
Doelstelling
Verhogen van de natuurwaarde van beide gebieden.
•
Omschrijving – inhoud
Voor het gebied Osbroek-Gerstjens werd een natuurinrichtingsproject ingesteld,
MJP Aalst 2014 - 185
om de gebieden met belangrijke natuurwaarden te herinrichten met het oog op de
verbetering van de natuurwaarden. Het studiegebied is 190 ha groot. In het onderzoek naar
de haalbaarheid van het project werden enkele acties voor dit gebied uitgewerkt.
•
Rapportering
Gelet op het natte karakter van het valleisysteem werden de relaties tussen de verschillende
onderdelen van het ecologisch systeem en de abiotische randvoorwaarden beschreven in
een ecohydrologische systeembeschrijving. Op 2 juni 2009 verscheen in het Staatsblad het
ministerieel besluit van 8 mei 2009 houdende vaststelling van de maatregelen en de
modaliteiten tot uitvoering van het natuurinrichtingsproject Osbroek-Gerstjens en houdende
de ontheffing van de verbodsbepalingen die gelden in het VEN..
De uitvoering van het natuurinrichtingsproject is in 2011 gestart met de inrichting van het
natuurgebied de Gerstjens.
De paden en de toegangen in de Gerstjens werden uniform aangelegd. De vijver werd
leeggevist, drooggezet en teruggebracht tot het oorspronkelijk bodempeil. De afdichting van
de oever werd met een kleistop hersteld. Over een door water moeilijk begaanbaar pad werd
een vlonderpad aangelegd en de ernaast gelegen beek werd met poelen verbreed.
Twee hangbruggen met een spanwijdte van 14 en 26 m hebben de ringdijken in deze
speelzone met mekaar verbonden..
In de Somergembeek werdt de versteviging (betuining) verwijderd. Boomstronken werden in
de beek gelegd zodat het proces van afkalving en sedimentatie op de oevers kan hervatten
en er terug meanders ontstaan.
Verder werd op het domein Ronsevaal een ijskelder ingericht als vleermuizenverblijf.
De geplande werken in het Osbroek werden uitgevoerd (zie 8..3.4). Op 28 april 2013 werden
tijdens een slothappening de gerealiseerde werken in de Gerstjens en in het Osbroek
voorgesteld aan het ruime publiek.
•
Planning
Bij het toekomstig beheer zalt rekening gehouden worden met de geformuleerde
doelstellingen voor het Osbroek en de Gerstjens in het natuurinrichtingsproject.
•
Financieel
Loon- en werkingskosten
Actie 8.5.2.
Thema: Natuur
Onteigening percelen in het natuurgebied De Gerstjens
MBP 2.4.
Trefwoord:
Doelgroep:
natuurontwikkeling
Initiatiefnemer: dienst Leefmilieu: team Betrokken actoren: Vlaamse
Groen, water en afval
Landmaatschappij, Agentschap Natuur en
contactpersoon: Antonia Geerts
Bos.
Relaties met:
•
Doelstelling
Verwerving van de gronden ter bescherming van de actuele natuurwaarden, inclusief
mogelijkheid tot de inrichting van ijskelder in functie van verblijfplaats voor vleermuizen in het
kader van het natuurinrichtingsproject Osbroek-Gerstjens en het behoud van de resterende
historische elementen.
•
Omschrijving – inhoud
De noodzaak dringt zich op om de uiterst zeldzame vegetatie en cultuurhistorisch
waardevolle elementen op de percelen Sie G nrs. 46 b, 46n, 38b, 40c, 46l, 46m en 47/x 3/2
MJP Aalst 2014 - 186
te beschermen tegen vertuining en verruiging , adequaat te beheren en te vrijwaren van
vernietiging. De degradatie van de ijskelder moet gestopt worden door de uitvoering van
inrichtingsmaatregelen in het kader van natuurinrichting. Deze ingreep is niet mogelijk
zonder verwerving, gezien de huidige eigenaars (familie Moyersoen) niet bereid zijn mee te
werken.
Door de verwerving van de gronden zal het openbaar natuurgebied uitgebreid worden en
de doelstellingen die gelden voor dit stedelijk natuurelement (Afbakening stedelijk gebied)
zullen gerealiseerd worden.
De vraagprijs van de eigenaars is onrealistisch en overschrijdt ruim het schattingsverslag
van het aankoopcomité. Het onteigenen van de percelen om reden van openbaar nut is een
mogelijke manier om deze waardevolle percelen toch nog te kunnen verwerven.
•
Rapportering
Het college van burgemeester en schepenen verklaarde zich akkoord om te onteigenen mits
een zo hoog mogelijke subsidiëring bekomen wordt van de provincie en van het Vlaamse
gewest.
•
Planning
Opstarten van de onteigeningsprocedure in 2014. De percelen van Moyersoen wenst de
stad aan te kopen zonder te onteigenen en dit om de maatregelen die opgenomen werden in
het natuurinrichtingsproject vlugger te kunnen uitvoeren. De onderhandelingen zijn hiervoor
opgestart.
•
Financieel
Voorzien in de 5-jarenplanning.
Actie 8.5.3..
Thema: Natuur
Strategisch stedenbouwkundig project Osbroek-Gerstjens
MBP 2.4.
Trefwoord:
Doelgroep:
bescherming natuur bevolking
Initiatiefnemer:
Betrokken actoren: dienst Planning,
stadsvernieuwing en Wonen: team planning,
dienst Planning, stadsvernieuwing en
Wonen: team planning- Joris De Clercq
dienst Onderhoud openbaar domein, OVAM,
dienst Leefmilieu: team Groen, water en afval VMM, ILVA
.
•
Doelstelling
Realiseren van groene vingers tussen beide natuurgebieden.
•
Omschrijving – inhoud
Volgens de afbakening Regionaalstedelijk gebied Aalst en het gewestelijk ruimtelijk
uitvoeringsplan wordt Osbroek- Gerstjens als groene long beschouwd tussen de twee
stedelijke woonomgevingen Aalst en Erembodegem. Er wordt een groot aaneengesloten en
samenhangend gemengd randstedelijk groenelement/stedelijk natuurelement gerealiseerd
aan de Dender. De bestaande open ruimte wordt maximaal gevrijwaard en versterkt. Het
project zal een ecologische en toeristische-recreatieve verbinding tussen Osbroek en
Gerstjens realiseren. De leegstaande en vervallen fabriekspanden zullen omgevormd
worden tot een groen- en dagrecreatiegebied. Natuurwaarden en recreatie zullen verweven
voorkomen.
•
Rapportering
Een eerste deelproject vormde de herontwikkeling van de terreinen van de centraal gelegen
voormalige leerlooierij Schotte.
MJP Aalst 2014 - 187
Eind 2010 werd de brownfieldconvenant ondertekend en werd het bodemsaneringsproject
conform verklaard. Midden 2012 werd de asbestverwijdering afgerond en de muur langsheen
de Kapellekenbaan werd gerenoveerd. In januari 2014 zijn de sloopwerken voltooid en
bodemsaneringswerken zijn definitief afgerond.
Er werd een projectaanvraag ingediend voor de bouw van een nieuw multifunctioneel
sportcomplex met regionale uitstraling. De Vlaamse regering besliste op vrijdag 17
september 2010 om het project van de stad Aalst definitief te selecteren binnen het Vlaams
sportinfrastructuurplan
Eind 2011 werden het selectieverslag en de DBFM-overeenkomst goedgekeurd door de
gemeenteraad van de stad. De gunning van de te selecteren kandidaat gebeurde begin 2013
In november 2013 werd een aanvraag tot het bekomen van de stedenbouwkundige
vergunning voor het multifunctionaal sportcomplex ingediend..
Het multifunctioneel sportcomplex site Schotte zal minstens een sporthal, een gevechtszaal,
een danszaal en een turnzaal bevatten.
Een tweede lopende deelproject binnen het project Osbroek-Gerstjens is de uitbreiding van
het stadspark tot aan de Denderoevers. Om dit op termijn mogelijk te maken wordt een herof nabestemming mogelijk gemaakt van het huidige industriegebied site Electrabel naar
parkgebied. Zie: punt 8.4.5 RUP “Uitbreiding Stadspark”.
•
Planning
Begin 2014 zullen de geplande overdrachten van zakelijke rechten m.b.t. de site Schotte
(eigendomsrechten/erfpacht/opstalrecht) plaatsvinden. De beslissing over de
bouwvergunning van het multifunctionaal sportcomplex wordt in 2014 verwacht.
De eerstvolgende deelprojecten die kunnen worden opgestart zijn: de verdere ontwikkeling
(invulling) van Schotte (waaronder de aankoop en de inrichting van de groenzones aan de
rand door het Agentschap Natuur en Bos), de herinrichting van het sportcentrum Osbroek
(groeninrichting in functie van de integratie van het sportcentrum binnen Osbroek-Gerstjens)
en de aanleg van fiets- en wandelpaden (ook kaderend binnen het RUP “Uitbreiding
Stadspark”).
•
Financieel
Loon- en werkingskosten
Actie 8.5.4..
Thema: Natuur
Uitbouwen van een duurzaam bomenbestand - stadseigendom
MBP 2.4.
Trefwoord:
Doelgroep:
bescherming natuur bevolking
Initiatiefnemer: dienst Leefmilieu: team
Betrokken actoren: dienst onderhoud
Groen, water en afval
openbaar domein: team groen
contactpersoon: Wilfried Van Bellingen
Relaties met
•
Doelstelling
Realisatie van een duurzaam bomenbestand.
Omschrijving – inhoud
In groenstroken, bij de heraanleg van straten of bij de aanleg van nieuwe straten wordt een
boomkader voorzien. De soorten- en variëteitenkeuze gebeurt in functie van de ruimte die de
boom ter beschikking krijgt en in functie van de opbouw van een duurzaam bomenbestand,
zodat verschillende generaties van deze bomen kunnen genieten.
Grotere groene gehelen (parken, plantsoenen en begraafplaatsen) worden vernieuwd.
Afgestorven of slecht groeiende bomen worden vervangen. De Japanse kerselaars worden
stelselmatig vervangen door duurzamere bomen.
MJP Aalst 2014 - 188
•
Rapportering
In 2013 werden nieuwe bomen aangeplant in de volgende straten Kanunnik
Colinetplein, Stationsstaat, Majoor Claserstraat, Oprit autostrade vanaf rond punt Haring,
Popperodedries, Korte Nieuwstraat, Hopmarkt en speelplein te Moorsel.
•
Planning
Projecten in 2014:
Naar aanleiding van heraanlegwerken zullen in de volgen de straten nieuwe bomen worden
aangeplant: Keizersplein, Gentsesteenweg, Brusselsesteenweg, Geraardsbergsesteenweg,
Hoveniersstraat, Verbrandhofstraat, Kwalestraat, Kriekstraat, Kloosterstraat, Mimosastraat,
Hardingstraat, Kromme Elleboogstaat en Hogeweg.
•
Financieel
Loon- en werkingskosten
Actieplan L204 K04 A1 beleidsitem 0680-00 Algemeen nummer 22504000
2014: actieplan OBMOD
Actie 8.5.5..
Gebruiksvormen in parken en bossen (recreatie, sport)
afstemmen op de ecologische randvoorwaarden.
Thema: Natuur
MBP 2.4.
Trefwoord:
Doelgroep:
natuurbescherming, bevolking,
recreatie, sport
stadsdiensten
Initiatiefnemer: dienst Leefmilieu. Team Betrokken actoren: dienst Onderhoud
Groen, water en afval
openbaar domein: team Groen
contactpersoon: Anne-Marie De Bruycker
Relaties met:
•
Doelstelling
De duurzaamheid van parken en bossen versterken.
•
Omschrijving – inhoud
Een park is globaal genomen steeds multifunctioneel opgebouwd. De sociaal-recreatieve, de
esthetische en de ecologische functies zijn de belangrijkste van een park. De sociaalrecreatieve functie is belangrijk maar mag geen afbreuk doen aan de ecologische functie van
het gebied. Geen enkele functievervulling mag de duurzaamheid en de draagkracht van het
park in het gedrang brengen.
•
Rapportering
Het beleid van de stad is gericht op een verantwoorde combinatie van recreatie en natuur.
Alle activiteiten in de groengebieden en parken worden in die geest geadviseerd.
•
Planning
Verder zetten bestaand beleid
•
Financieel
Loon- en werkingskosten
MJP Aalst 2014 - 189
Actie 8.5.6.
Thema: Natuur
Regionaal Landschap Schelde - Durme
MBP 2.4.
Trefwoord:
Doelgroep:
duurzame
inrichting bevolking
buitengebied, regionaal
natuurnetwerk,
plattelandsontwikkeling
educatieve/recreatieve
inrichting, trage wegen,
stadsrandbos,
Erembald
Herenbos-Kravaalbos
Initiatiefnemer:
Betrokken actoren: dienst Economie en
dienst Leefmilieu: team Groen, water en afval Landbouw, dienst Leefmilieu team Groen,
contactpersonen: Jens De Bruycker
Water en Afval
Relaties met:
•
Doelstelling
De vzw Regionaal Landschap Schelde-Durme (RLSD) organiseert projecten rond de thema’s
natuurbehoud, landschapszorg en streekidentiteit, recreatie en natuurbeleving, landbouw,
erfgoed, natuureducatie en sensibilisatie. Door toe te treden tot de vzw RLSD zorgt de stad
voor een verdere uitvoering van haar gemeentelijk gebiedsgericht en geïntegreerd natuur-,
bos-, groen- en landschapsbeleid.
•
Omschrijving
Het Regionaal Landschap Schelde-Durme (RLSD) is een vzw die het groot publiek wil
sensibiliseren voor de natuurlijke, de landschappelijke en de cultuurhistorische waarden van
de streek. Dit doen ze door het streekeigen karakter en de typische natuur- en
landschapswaarden van de regio te beschermen en te versterken.
Het Regionaal Landschap is een samenwerkingsverband tussen Vlaamse, provinciale en
gemeentelijke overheden en verenigingen actief rond natuur en milieu, landbouw, toerisme,
educatie, erfgoed en jacht.
•
Rapportering
Op 28 januari 2014 besliste de gemeenteraad van de stad Aalst om toe te willen treden tot
het Regionaal Landschap Schelde-Durme vzw en verklaarde zich akkoord met de statuten
van de vzw. De stad Aalst vraagt wel of het mogelijk is om in de statuten de ecoregio van het
Regionaal Landschap uit te breiden met de Dendervallei, en hiernaar te verwijzen door
middel van een naamsverandering van de vzw.
Tijdens dezelfde zitting werden de heer Iwein De Koninck, schepen van Leefmilieu, Jeugd,
Gezin en Kinderopvang, Kerkfabrieken, en de heer Paul Stockman, schepen van Lokale
Economie en Foren, Landbouw, Sociale Economie, respectievelijk aangesteld als effectieve
en plaatsvervangende vertegenwoordiger voor de Algemene Vergadering van het Regionaal
Landschap Schelde-Durme.
Op 12 februari 2014 werd op de Algemene Vergadering van het Regionaal Landschap
Schelde-Durme beslist om de stad Aalst vanaf 1 maart 2014 op te nemen in haar
werkingsgebied.
•
Planning
Het RLSD biedt de stad na toetreding een groot aantal interessante diensten aan, zowel op
openbaar als particulier domein, zoals bijvoorbeeld het knotten van bomen, het aanplanten
van kleine landschapselementen, het uitwerken van wandel- en fietsroutes, het herstellen
van trage wegen, het geven van cursussen en praktijklessen rond natuurbeheer,...
MJP Aalst 2014 - 190
•
Financieel
Vanaf het dienstjaar 2014 voorziet de stad Aalst een jaarlijkse financiële bijdrage aan de vzw
van € 0,37 per inwoner.
Actieplan OBROWP5
Actie 8.5.7.
Thema: Natuur
Strategisch project Landschap van Erembald tot Kravaalbos
Doelgroep:
MBP 2.4.
Trefwoord:
duurzame
inrichting bevolking
buitengebied, regionaal
natuurnetwerk,
plattelandsontwikkeling
educatieve/recreatieve
inrichting, trage wegen,
stadsrandbos,
Erembald
Herenbos-Kravaalbos
Initiatiefnemer:
Betrokken actoren: dienst Uitvoering sectie
dienst planning, stadsvernieuwing en wonen: Groen, dienst Leefmilieu team Groen, Water
team planning
Afval; dienst Ruimtelijke Ordening sectie
Provincie Oost-Vlaanderen (voor de 2de fase) Planning, betrokken gemeenten, Regionale
contactpersonen:, Magda De Wolf
Landschappen, ANB, VLM, provincie
Vlaams-Brabant
Relaties met:
8.7.1. ,8.7.2. en 8.5.6.
•
Doelstelling
Duurzame inrichting buitengebied via realisatie van een natuurnetwerk, plattelandsprojecten,
zorg voor erfgoed, recreatieve en toeristische inrichting.
•
Omschrijving – inhoud
Strategische projecten zijn nieuwe instrumenten in het Vlaamse ruimtelijke ordeningsbeleid.
Dergelijke projecten in het buitengebied hebben als doel de schaarse, weinig bebouwde
ruimte zoveel als mogelijk te behouden en op te waarderen door een betere, duurzamere
inrichting van het landschap.
Hiervoor zal werk gemaakt worden van een regionaal natuurnetwerk waarbij bestaande
bossen en natuurgebieden worden versterkt en verbonden met elkaar. Hierbij zal op zoek
gegaan worden naar mogelijkheden voor bosuitbreiding.
Hierbij zal ook rekening gehouden worden met het erfgoed en met duurzame landbouw
gecombineerd met plattelandsontwikkeling: denken we maar aan hopcultuur,
erosiebestrijding, akkervogelbescherming of het herstel van trage wegen.
Om iedereen van deze natuur en het omgevend landschap nog meer te laten genieten, zal
de toegankelijkheid en de inrichting van dit natuurnetwerk en omgevend landschap verbeterd
worden.
•
Rapportering
In 2009 werd een aanvraag van een strategisch project ter uitvoering van het met de
voorlopige naam ‘stadsbos - regionaal bos’ ingediend door de stad Aalst en de partners,
meer bepaald de gemeenten Affligem, Asse en Opwijk en de provincies Oost-Vlaanderen en
Vlaams-Brabant. Op 23 december 2009 werd het strategisch project ‘stadsbos - regionaal
bos’ erkend. Dit betekende de toekenning van een subsidie voor de loon- en werkingskosten
(80 %) van een projectcoördinator gedurende 3 jaren
MJP Aalst 2014 - 191
Het startsein voor dit project werd gegeven op 22 november 2010 met de voltijdse
aanstelling van de projectcoördinator, Leen Martens. In het eerste werkjaar werd het
projectgebied in oostelijke en noordelijke richting uitgebreid en zijn de financierende
projectpartners de stad Aalst, de 4 gemeenten Affligem, Asse, Opwijk en Merchtem (nieuwe
partner) en de 2 provincies Oost-Vlaanderen en Vlaams-Brabant.
De politici bevoegd voor Leefmilieu van deze projectpartners werden, samen met belangrijke
Vlaamse administraties, opgenomen in de stuurgroep. Een eerste toetsing van de
beslissingen van de stuurgroep gebeurde door de klankbordgroep die bestaat uit
representatieve vertegenwoordigers van middenveldorganisaties en verenigingen. Er werd
een gedragen oriëntatiedocument opgemaakt dat bestaat uit een deel visie en een deel
actieplan. In de visie en bijhorende visieschets werden alle bestaande visies
(structuurplannen, AGNAS, enz…) geïntegreerd. Het projectgebied werd opgedeeld in 13
deelgebieden. Per deelgebied werd een gebiedsgerichte werkgroep opgericht. In deze
werkgroepen zitten alle relevante actoren rond de tafel om een gezamenlijk inrichtingsplan
voor het deelgebied op te maken en zo snel mogelijk uit te voeren op het terrein. Het
actieplanrapport houdt deze dynamiek en vooruitgang bij en wordt aan alle betrokkenen
bezorgd.
Eind 2013 liep het SP ten einde met een uitgebreide visienota en actieplanrapport als
eindresultaat.
•
Planning
Eind 2013 vond er een door de provincie Oost-Vlaanderen georganiseerd overleg plaats met
alle betrokken actoren over het vervolg van het project van ‘Landschap van Erembald tot
Kravaalbos’. De provincie Oost-Vlaanderen stelt voor om een samenwerking uit te bouwen
voor de komende 5 jaar, van 2014 tem 2018. Er zou worden gekozen voor een
accentverschuiving waarbij het project meer gericht is op landschapsontwikkeling en beleving en minder op bosverwerving en uitbreiding. De doelstellingen en aanpak van het
project zouden in grote mate aansluiten bij de hoofdopdracht van de Regionale
Landschappen, zijnde: samenwerking binnen een regio van het buitengebied, projecten op
vlak van landschap, natuur, erfgoed, trage wegen, educatie en recreatie. Vandaar het
voorstel van de provincie om de nieuwe projectcoördinator onder te brengen bij één van de
in het projectgebied actieve Regionale Landschappen.
•
Financieel
Loon- en werkingskosten
2013: actieplan L204K04A5 Beleidsitem 0330-01 Algemeen nummer 61200050 en
61100004
2014: actieplan OBROWP4
MJP Aalst 2014 - 192
8.6. Acties gericht op het kwaliteitsvol onderhouden en beheren van groen in
stadseigendommen
Actie 8.6.1.
Thema: Natuur
Toepassen harmonisch parkbeheer
MBP 2.4.
Trefwoord:
Doelgroep: bevolking
natuurontwikkeling/
harmonisch
parkbeheer
Initiatiefnemer: dienst Leefmilieu: team Betrokken actoren: dienst onderhoud
Groen, water en afval
openbaar domein: team groen
contactpersoon: Wilfried Van Bellingen
Relaties met:
•
Doelstelling
De natuurwaarde in parken verhogen door het realiseren van een gezond en hoogwaardig
milieu.
•
Omschrijving – inhoud
Bij het beheer van de stadsdomeinen worden de principes van het harmonisch parkbeheer
toegepast. Natuurgerichte maatregelen zorgen voor het in stand houden en/of verhogen van
de biodiversiteit in onze parken. Harmonisch parkbeheer zorgt er ook voor dat een
natuurlijker uitzicht van de parkgebieden stilaan ingeburgerd raakt. De stad Aalst oefent een
voorbeeldfunctie uit voor andere gemeenten door de manier waarop het harmonisch
parkbeheer wordt toegepast in onze parken.
•
Rapportering
Harmonisch parkbeheer wordt toegepast in het Stadspark, het Zwembadpark en de
omgeving rustoord Mijlbeek, het kasteelpark Terlinden, het Astridpark, het domein
Schelfhout en andere groengebieden. Het harmonisch parkbeheer in Aalst geldt als een
voorbeeld in Vlaanderen.
Om de parken efficiënt te kunnen beheren is gestart met de opmaak van de beheerplannen
voor het Stadspark en het Zwembadpark, volgens de principes van het harmonisch
parkbeheer.
•
Planning
Voortzetten van het gevoerde beleid.
De opmaak van de beheersplannen werd als project voor de SO ingediend voor 2009.
Harmonisch parkbeheer wordt toegepast in alle nieuwe inrichtingsprojecten.
•
Financieel
Loon- en werkingskosten
MJP Aalst 2014 - 193
8.7. Acties gericht op de bevordering van de bosstructuur en de parkstructuur
Actie 8.7.1.
Aanleg of vernieuwen van parken, recreatiedomeinen en
pleinen
Thema: Natuur
MBP 2.4.
Trefwoord:
Doelgroep:
groenaanleg
bevolking
Initiatiefnemer: dienst Leefmilieu en dienst Betrokken actoren:
Planning, stadsvernieuwing en wonen: team dienst Planning, stadsvernieuwing en
Planning contactpersoon: Wilfried Van wonen: team Planning
Bellingen
Relaties met:
•
Doelstelling
Tegemoetkomen aan de veranderde behoefte van de gebruikers van de publieke ruimte en
de parken aanpassen aan de principes van het harmonisch parkbeheer.
•
Omschrijving – inhoud
De gebruikswaarde en de levendigheid van de bestaande parken en recreatiedomeinen
dient vergroot te worden. Bij de aanleg of de heraanleg van de parken of de
recreatiedomeinen dient de multifunctionaliteit van het park of domein nagestreefd te
worden, rekening houdend met de cultuurhistorische en landschappelijke elementen.
Bij de parkaanleg wordt rekening gehouden met de principes van het harmonisch
parkbeheer. Het aanwezige water wordt als een belangrijk ecologisch element beschouwd.
Aanpassingen aan waterlopen en vijvers gebeuren volgens de principes van het integraal
waterbeheer.
•
Rapportering
Stadsvernieuwingsproject Ten Rozen
Voor de totaalherinrichting van het publieke domein tussen de hoogbouwblokken van sociale
huisvestingsmaatschappij Dewaco, gelegen aan de Rozendreef te Aalst, is een
subsidiedossier ingediend. De Vlaamse maatschappij voor sociale woningbouw heeft dit
dossier goedgekeurd en heeft aan Antea de opdracht gegeven het onderwerp voor deze
woonwijk op te maken. De schetsontwerpen ten Rozen werden meermaals besproken en
aangepast in een opgerichte werkgroep.
De werken worden gegund in 2013.
Park de Blieck
Het park vertoonde een eentonige en ietwat verwaarloosde indruk. Er werd in 2010 gestart
met de aanleg van een aantrekkelijk buurtpark met een natuurlijke toets. De bestaande
verharding werd vervangen. Door de nieuwe aanleg werd het park attractiever gemaakt.
Uitbreiding groenvoorziening omgeving kasteel Terlinden
De relatie van dit wijkpark met de omgeving kan beter. Een ontwikkelingsvisie werd
opgemaakt voor deze omgeving
Heraanleg Burgemeestersplein
Er werd een visie uitgewerkt voor de heraanleg van het Burgemeestersplein.
Heraanleg Werfplein
In 2010 werd gestart met de aanleg van de 1e fase van het Werfplein en in 2011 met de
aanleg van de 2de fase. Er werd een rustpunt aan de Dender gecreëerd. Het plein is een
aangename verblijfsruimte met een vrij uitgroeiend bomendak.
MJP Aalst 2014 - 194
Heraanleg Moorsel-Dorp
Moorsel Dorp, tussen de Baron de Meerstraat en de Waverstraat, is heringericht. Er is een
verharding aangelegd met groenaanleg vóór de kapel en in de omgeving van de kerk.
Heraanleg Collinetplein
In het kader van de totale stadsvernieuwing is dit pleinheraangelegd.. De monotone parking
werdt omgevormd tot een plein met een verblijfsfunctie. Lange zitbanken, speelse
waterspuiters, bomen, een overdekte bushalte en parkeerplaatsen zijn de hotstops van het
Colinetplein..
Heraanleg Meldert-Dorp
Het dorpsplein van Meldert gaf een onoverzichtelijke en grijze indruk. Het driehoekige plein
werd in ere hersteld. Het groen middenplein werd ingezaaid met eenjarige drachtplanten..
Hopmarkt
De Hopmarkt werd heraangelegd met de bouw van een ondergrondse parking, de
herinrichting van het plein en de toegangswegen naar de parking. Het wordt een rustige
openbare ruimte met zitbanken en groen.
Realisatie 2012-2013
•
Planning
Dendergalm Gijzegem
De oude cafetaria in het recreatiecentrum is afgebroken. Er wordt een nieuw gebouw
opgericht waarin een cafetaria, de uitbating van de tennisterreinen, het dienstencentrum en
het jeugdhuis Jome een onderdak zullen vinden. De bestaande groenaanleg zal bekeken
worden in functie van de nieuwe inplantingsplaats van het gebouw. Er werd een werkgroep
opgericht die het ontwerp zal begeleiden.
Realisatie: 2014
Park Centrum Hofstade
Uitvoering: afhankelijk van aankoop.
Sint- Job - binnenpleintje
Aanpassen van het verouderd binnenpleintje aan de hedendaagse behoeften van de
buurtbewoners.
Cesar Haeltermanstraat
Aanleg van een buurtpark met sportinfrastructuur.
•
Financieel
Loon- en werkingskosten
Actienummer L204k04A1 Beleidsitem0200-00 Algemeen nummer 22403007
Actie 8.7.2.
Thema: Natuur
Realisatie speelbossen
MBP 2.4.
Trefwoord:
Doelgroep:jeugd
Speelbos
Initiatiefnemer: dienst Ruimtelijke Ordening Betrokken actoren:
sectie Planning: Steven Electeur, Noel De diensten RO - Planning, Jeugddienst,
Wolf; dienst Leefmilieu: Antonia Geerts en Vlaamse overheid
Annemie De Bruycker en Jeugddienst
Relaties met
•
Doelstelling
Tegemoetkomen aan de nood aan (erkende) speelbossen in Aalst.
MJP Aalst 2014 - 195
•
Omschrijving – inhoud
De stad Aalst zoekt naar nieuwe speelbossen en naar bossen die kunnen ingericht worden
als speelzone. In het ruimtelijk structuurplan Aalst werden 8 locaties aangeduid als mogelijke
plaatsen voor de realisatie van een speelzone. Deze zones zijn gelegen in de volgende
omgevingen: Somergembos, Levensvreugde, Hofstade Bosstraat, Meldert Geboortebos,
Herdersem Verbinding, Moorsel Leirekensoute, Baardegem Oud gemeentehuis en Gijzegem
Chiro Popov. Verder komen er nog enkele beboste terreinen, in eigendom van de stad Aalst
en binnen een straal van 1,5 km rondom de jeugdlokalen in aanmerking om als een echte
speelzone ingericht te worden.
•
Rapportering
Er werd een locatiestudie en een planning van de te realiseren speelzones opgemaakt. Het
Zwembadpark en het bos aan de begraafplaats Hoezekouter werden in de praktijk al
ingericht als speelzone.
In 2012 werd 5,3 ha door de stad aangekocht voor de realisatie van de speelzone Ten
Rozen. Er werd een inrichtingsplan opgemaakt. In november werden de eerste bomen
aangeplant (aanplantingsactie als geboortebos).Verdere inrichtingswerken zijn voorzien in
2013.In 2012 werd het speelbos dat deel uitmaakt van het natuurinrichtingsproject in de
Gerstjens gerealiseerd.
In Meldert-Geboortebos, Meldert-oud stort en de Gerstjens is gestart met de inrichting als
speelzone..
•
Planning
Op korte termijn kunnen in principe, mits kleine ingrepen, volgende bestaande bossen
aangelegd worden als speelzone: Hofstade-Bosstraat, , Herdersem - oude Sasbrug,
Herdersem-Denderland, Nieuwerkerken-Ankerstraat. Deze zones zullen geofficialiseerd
worden als speelzone.
De speelzones dienen na inrichting opgenomen te worden in een goedgekeurd
toegankelijkheidsreglement en moeten geofficialiseerd worden door het ANB.
•
Financieel
Loon- en werkingskosten.
Actieplan L204K04A5 Beleidsitem 0330-00 Algemene rekening 61100004
Actie 8.8.2.
Thema: Natuur
Natuureducatie
MBP 2.4.
Initiatiefnemer: dienst Leefmilieu:
Groen, water en afval
contactpersoon: Antonia Geerts
Trefwoord:
Doelgroep:
natuureducatie
bevolking
team Betrokken actoren:
natuurgidsen (intern en extern);
Sportdienst: Magda Van den Branden
Dienst Cultuur: Arnoud Van Der Straeten
Natuurpunt, provincie
Relaties met:
•
Doelstelling
Sensibiliseren van de bevolking inzake natuurbehoud en –ontwikkeling.
•
Omschrijving – inhoud
De dienst Leefmilieu organiseert geregeld begeleide wandelingen, zowel in de
natuurgebieden als erbuiten. Door deze wandelingen proberen we het draagvlak voor het
ecologisch beheer te vergroten.
MJP Aalst 2014 - 196
•
Rapportering
Elke eerste zondag van de maand gaat er in een Aalsters natuurgebied gratis een begeleide
natuurwandeling door. Dit gebeurt afwisselend in de Gerstjens, het Osbroek, het Kravaalbos,
de Honegem, het Somergembos, het Stadspark en Hogedonk. Daarnaast gidst de dienst
Leefmilieu, indien mogelijk wandelingen op aanvraag, zowel voor scholen als voor
verenigingen of particulieren.
In kader van het project “Natuur in je buurt” stippelt de dienst Leefmilieu jaarlijks in een
andere deelgemeente een nieuw wandeltraject uit. Daarbij werd vooral aandacht besteed
aan de natuur buiten de gekende grote natuurgebieden. De route werd meestal op een
zondag in oktober officieel ingewandeld. Wie de wandeling achteraf wil (over)doen kan dat
aan de hand van een folder met de route en uitleg.
Het centrum De Waterkant heeft een aantal projecten uitgewerkt die zich toespitsen op
watersystemen en waterrijke gebieden gelegen op het grondgebied Aalst. De Waterkant
verzorgt educatieve activiteiten en begeleide wandelingen voor kleuters, voor leerlingen van
het lager onderwijs evenals voor leerlingen van het secundair onderwijs in de
natuurgebieden Osbroek en Gerstjens.
In oktober 2012 ging in het kader van het project ‘Natuur in je buurt’ een wandeling door in
de Honegem en dit in samenwerking met Natuurpunt.
De aanplanting van een geboortebos in het gebied Ten Rozen, op 25 november 2012, was
een ideale gelegenheid om honderden kinderen en hun ouders te sensibiliseren rond groen,
bos en natuur.
In 2012 verscheen er een katern over bomen in de stadskrant Denderend Aalst. Daarin
werden de lezers warm gemaakt voor groen in de straat.
•
Planning
Voortzetten bestaand beleid.
In de zomer 2014 zal de bestaande stal binnen het Heuvelpark worden verbouwd tot een
natuureducatief centrum. De eerste fase betreft hoofdzakelijk het vernieuwen van het
bestaande dak, een renovatie van de houten buitenwanden en een deel van de
binneninrichting (houten vloer + plafond, stobalenwanden, mesttank, regenwaterput en
wadi). In het najaar 2014 gebeurt de verdere creatieve ecologische inrichting (openluchtklas,
groene energieopwekking en sanitair) van de bestaande paardenstal. In 2014 zal ook de
omgeving rond de stal worden aangelegd (aanplanten boomgaard, bijenvriendelijke
houtkant, bosgoed, natuurlijke speeltoestellen,…). Voor de uitbating is het de bedoeling om
in het voorjaar 2015 voorzichtig te starten met het plaatsen van weidedieren die zeer
zelfredzaam zijn en bijgevolg weinig onderhoud vragen. Men zou zich in eerste instantie
kunnen richten naar het gidsen van klassen die een bezoek willen brengen aan het
stadsbos. Het gidsen van de klassen zou kunnen gebeuren door natuurgidsen van de stad of
door vrijwilligers. Er zal ook worden bekeken om de uitbating uit te besteden via sociale
economie.
Op langere termijn plannen we de opmaak van een infofolder met de vermelding van de
vigerende wetgeving i.v.m. natuur.
Aanleg van een natuurleerpad in het Somergemgebied. Er zullen informatieborden worden
geplaatst met uitleg over de fauna en de flora en de wijze van beheer van de verschillende
biotopen.
MJP Aalst 2014 - 197
Ruime informatie- en sensibiliseringscampagnes (Natuur in je Buurt, Dag van het Park,
geleide wandelingen) zullen burgers, gebruikers en jongeren sensibiliseren voor en
informeren over de zorgplicht voor natuur en de code van goede natuurpraktijk.
•
Financieel
Loon- en werkingskosten.
Actie 8.8.3.
Thema: Natuur
Zorg voor aarden veldwegen
MBP 2.4.
Trefwoord:
Doelgroep:burgers,
landschapsbehoud, landbouwers
veldwegen,
trage wegen
Initiatiefnemer: dienst Leefmilieu: team
Betrokken actoren:
Groen, water en afval
diensten Onderhoud openbaar
contactpersoon: Anne-Marie De Bruycker,
domein;Economie en landbouw
Jens De Bruycker
Relaties met
8.8.5.
•
Doelstelling
Behoud van niet-verharde wegen in het landschap.
•
Omschrijving – inhoud
Er wordt zeer omzichtig te werk gegaan bij het adviseren van aanvragen voor het verbeteren
van aarden veldwegen.
Door de ophoging van aarden wegen en de inbreng van inerte materialen verandert immers
de waterhuishouding en de landschappelijke waarde van de omgeving.
•
Rapportering
De dienst Leefmilieu adviseert aanvragen om onverharde wegen te verbeteren behalve
wanneer het gaat om een onderhoud. Bij elke adviesaanvraag wordt een plaatsbezoek
afgelegd. Onverharde wegen of licht verharde wegen worden nu meestal gefreesd. Het
frezen houdt in dat het materiaal waaruit deze veldwegen zijn opgebouwd (grond – losse
inerte materialen) omgewoeld wordt, geprofileerd en aangedrukt, zodat bestaande
oneffenheden worden weggewerkt. Het aanbrengen van inerte materialen wordt alleen in
uitzonderlijke gevallen toegestaan.
Aantal adviezen
2013: 8 aanvragen
•
Planning
Verder zetten bestaand beleid.
•
Financieel
Loon- en werkingskosten
MJP Aalst 2014 - 198
Actie 8.8.4.
Opmaak van een tragewegenplan voor de deelgemeenten
Moorsel, Baardegem en Meldert
Thema:
Natuur, MBP 2.4.
Trefwoord:
Doelgroep: burgers,
Mobiliteit
tragewegenplan,
landbouwers
veldwegen,
trage wegen
Initiatiefnemer: dienst Mobiliteit
Betrokken actoren:
contactpersonen: Kurt Van Impe, Jens De
diensten Onderhoud openbaar domein,
Bruycker
Economische zaken en landbouw
Relaties met
8.8.4
•
Doelstelling
Het bekomen van een optimaal trage wegennetwerk dat is afgestemd op de noden en de
behoeften van de plaatselijke gebruikers.
•
Omschrijving – inhoud
Trage wegen zijn belangrijk voor de natuur: men kan niet alleen de natuur en landschappen
langs trage wegen ontdekken, maar ook planten en dieren hebben er een thuis. Daarnaast
zijn trage wegen de plaats bij uitstek om aan duurzame recreatie te doen: wandelen, fietsen,
joggen,... Voor fietsers en voetgangers zijn trage wegen een veilige en functionele verbinding
naar bijvoorbeeld de school of het sportterrein. De trage wegen zijn immers niet toegankelijk
voor gemotoriseerd verkeer. Door gebruik te maken van het trage wegennetwerk, wordt ook
de CO2-uitstoot verminderd. De auto blijft immers staan. Ten slotte hebben deze wegen ook
een belangrijke cultuurhistorische waarde. Veel van deze wegen kennen een eeuwenoude
geschiedenis. Redenen genoeg om dit rijk patrimonium te beschermen en op te waarderen.
Daarom sloot de stad op 7 februari 2011, onder impuls van de provincie Oost-Vlaanderen,
een overeenkomst af met de vzw Trage Wegen om een tragewegenplan op te maken voor
de deelgemeenten Moorsel, Baardegem en Meldert.
•
Rapportering
In het voorjaar 2011 werd door de vzw Trage Wegen een werkkaart opgemaakt voor het
gebied Moorsel, Meldert en Baardegem. Op deze kaart werden alle trage wegen
aangebracht die er theoretisch zouden moeten liggen (op basis van Altlas der Buurtwegen,
topografische kaarten, luchtfoto’s,…).
In de zomer van 2011 werden alle trage wegen binnen het werkgebied geïnventariseerd met
de hulp van vrijwilligers. Dit gebeurde vrij systematisch door eenzelfde inventarisatiefiche in
te vullen voor elke trage weg. Op basis van deze fiches werd door de vzw Trage Wegen een
evaluatiekaart opgemaakt, met in het groen de gebruikte wegen en in het rood de volledig of
gedeeltelijk ontoegankelijke wegen.
Via een publieke infoavond kreeg het brede publiek (wandelverenigingen, fietsersbond,
heemkundige kring, buurtbewoners,….) de kans om voor elke trage weg opmerkingen of
suggesties te formuleren en over te maken.
Eind 2011 vonden twee synthesevergaderingen plaats. Hierop werden alle binnengekomen
opmerkingen en suggesties besproken en trachtte men voor elke trage weg tot een unaniem
gedragen voorstel te komen. Op basis van de publieksparticipatie werd door de vzw Trage
wegen een adviesnota opgemaakt met bijhorende wenselijkheidskaart van het gebied. De
adviesnota geeft een beknopte lijst met aanbevelingen en suggesties voortvloeiend uit de
rondvraag en het overleg.
In de eerste helft van 2012 werd de adviesnota door de vzw Trage Wegen en de interne
stadsdiensten gefinaliseerd.
MJP Aalst 2014 - 199
•
Planning
In 2014 zal er door de stad, de vzw Trage Wegen en de provincie Oost-Vlaanderen worden
gezocht naar een eerste uitvoeringsproject binnen het tragewegenplan.
De stad heeft de intentie om op termijn voor haar volledig grondgebied een tragewegenplan
op te maken.
•
Financieel
L207K01A1, beleidsitem 0200-03, rekeningnummer 61000101 (ongeveer 75% wordt
gesubsidieerd door de provincie Oost-Vlaanderen)
MJP Aalst 2014 - 200
9. BODEM
9.1. Basis
Actie 9.1.1.
Thema: Bodem
Inschakelen van een erkend bodemsaneringsdeskundige
MBP 2.5.
Trefwoord:
Doelgroep: burgers,
bodemsaneringseigen diensten
deskundige
Initiatiefnemer: dienst Leefmilieu
Betrokken actoren:
contactpersonen: VLAREM-ambtenaren
Politie: Norbert Schollaert, OVAM
Relaties met
9.4.1.
•
Doelstelling
Inschakelen van een bodemsaneringsdeskundige bij bodemverontreiniging.
•
Omschrijving – inhoud
De burgers aansporen om bij verontreiniging van de bodem de nodige maatregelen te
nemen, volgens het Bodemdecreet en zijn uitvoeringsbesluiten en onder begeleiding van
een erkend bodemsaneringsdeskundige.
•
Rapportering
De bodemverontreiniging wordt meestal gesignaleerd via een klacht op de dienst Leefmilieu
en/of bij de Lokale Politie.
De acute bodemverontreiniging gebeurt in de meeste gevallen op privé-domein. In dit geval
moet de saneringsplichtige de sanering van de nieuwe bodemverontreiniging op eigen
kosten uitvoeren. Indien die persoon niet of onvoldoende optreedt, kan de dat OVAM
ambtshalve in zijn/haar plaats doen. Bij dergelijke problemen wordt de saneringsplichtige op
de bepalingen van het Bodemdecreet gewezen.
Indien het terrein (mogelijk) vervuild is, wordt de eigenaar ook onmiddellijk aangemaand
maatregelen te nemen zoals aangegeven in het Bodemdecreet, dit onder begeleiding van
een erkend bodemsaneringsdeskundige. De OVAM en zo nodig ook de bevoegde overheid
worden schriftelijk van de situatie op de hoogte gebracht.
De stad schakelt een erkend bodemsaneringsdeskundige in wanneer een calamiteit wordt
opgemerkt op stadseigendom.
In 2013 werden er bij de dienst Leefmilieu 2 klachten over acute bodemverontreiniging
geregistreerd. Deze klachten werden opgevolgd door de politie.
Daarnaast werden er 2 schadegevallen geregistreerd en opgevolgd in overleg met OVAM.
•
Planning
Een gemeld schadegeval zal behandeld worden conform afdeling VI – behandeling van
bodemverontreiniging bij schadegevallen - van het Bodemdecreet. Bij andere meldingen van
bodemverontreiniging zullen indien noodzakelijk onmiddellijk maatregelen worden getroffen.
Bij dergelijke meldingen gaan de dienst Leefmilieu en/of de Politie ter plekke. Eventueel
wordt door de politie een proces-verbaal opgemaakt van het incident. De vaststelling zal
naar OVAM gefaxt worden ter opvolging van het dossier in het kader van het Bodemdecreet.
Via de Samenwerkingsovereenkomst 2008-2013 kan de gemeente aanspraak maken op een
financiële ondersteuning van de OVAM voor het inschakelen van een erkend
bodemsaneringsdeskundige.
Door de ondertekening van het Milieucontract met de provincie kan de stad rekenen op een
uitgebreide technische-wetenschappelijke ondersteuning van de provincie voor o.a. het
MJP Aalst 2014 - 201
uitvoeren van bodemonderzoeken (oriënterende bodemonderzoeken en onderzoeken in het
kader van grondverzet of klachten) via staalnames en analyses, bijstand bij het afhandelen
van schadegevallen, …
•
Financieel
Loon- en werkingskosten
Voor het werkjaar 2014 wordt 12.000,- EUR voorzien op OBROWP5A1/0390-00/61300050
(prestaties derden / deel).
Actie 9.1.2.
Thema: Bodem
Vergunningen TOP op basis van de code van goede praktijk
MBP 2.5.
Trefwoord: TOP
Doelgroep: eigen
diensten
Initiatiefnemer: dienst Leefmilieu
Betrokken actoren: OVAM
contactpersoon: VLAREM-ambtenaren
Relaties met
•
Doelstelling
Het vergunnen van tijdelijke grondopslagplaatsen (TOP) baseren op de code van goede
praktijk, opgesteld door de OVAM.
•
Omschrijving – inhoud
De gemeente zal zich baseren op de code van goede praktijk, opgesteld door de OVAM bij
het vergunnen van tijdelijke grondopslagplaatsen (TOP).
•
Rapportering
In 2013 werden er 1 TOP gemeld en 1 TOP opgenomen in een vergunning.
•
Planning
De gemeente zal zich voor het vergunnen van tijdelijke grondopgslagplaatsen (TOP)
baseren op de code van goede praktijk, opgesteld door de OVAM.
MJP Aalst 2014 - 202
9.2. Onderscheidingsniveau
Voor 2012 werden 2 punten behaald.
Voor 2013 plannen we hier 2 punten.
9.2.1. Acties en maatregelen binnen het Vlaamse bodembeleid
In totaal 2 punten gepland.
Actie 9.2.1.1.
Woonzoneproject – Site Voormalige textiel- en ledernijverheid
te Aalst: uitvoeren van een bodemonderzoek door de OVAM
Thema: andere
.
Trefwoord:
Doelgroep:
woonzone
burgers, industrie en
overheden
Initiatiefnemer: OVAM
Betrokken actoren: OVAM + andere
contactpersoon: Petra De Maght
stadsdiensten
Relaties met
•
Doelstelling
Op korte termijn vaststellen van een site-besluit en een site-onderzoek opstarten voor de
gekozen locaties (bewoonde locaties uit de vroegere textielnijverheid en de bewoonde
locaties uit de vroegere ledernijverheid).
De kosten voor het bodemonderzoek en eventuele bodemsanering worden gedragen door
de OVAM.
•
Omschrijving – inhoud
De OVAM stelt een bodemsaneringsdeskundige aan voor de uitvoering van de
bodemonderzoeken. De bodemonderzoeken worden uitgevoerd en de resultaten worden
gerapporteerd aan de OVAM.
•
Rapportering
Het site-besluit werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 22 november 2011.
De informatie-avond voor de eigenaars en/of huurders van de betrokken percelen ging door
op 24 november 2011 om 19u30 in de meetingruimte van het Onthaalcomplex, Keizersplein
21 B te 9300 Aalst. Tijdens deze info-avond werden betrokkenen geïnformeerd door de
OVAM en de aangestelde bodemsaneringsdeskundige(n) van Envirosoil nv.
Ledernijverheid
Het site-onderzoek werd op 8 mei 2013 conform verklaard. De resultaten zijn geruststellend.
In het kader van het site-onderzoek werden op elke locatie grond- en grondwateranalyses
uitgevoerd, verspreid over de volledige locatie. Er werden overal licht verhoogde waarden
teruggevonden, maar voor geen enkel perceel met voormalige ledernijverheid uit de site is er
een bodemsanering noodzakelijk.
Textielnijverheid
Het site-onderzoek werd op 12 november 2013 conform verklaard. De resultaten zijn
geruststellend. In het kader van het site-onderzoek werden op elke locatie grond- en
grondwateranalyses uitgevoerd, verspreid over de volledige locatie. Er werden overal wel
verhoogde waarden teruggevonden, maar slechts voor 2 gronden gelegen in locatie 106 is er
een bodemsanering noodzakelijk.
MJP Aalst 2014 - 203
Naar aanleiding van de afronding van de bodemonderzoeken kregen de eigenaars en de
gebruikers een bodemattest waarop de conclusies van het bodemonderzoek vermeld
werden.
•
Planning
Het woonzoneproject van de ledernijverheid is volledig afgerond.
Voor de sanering van de 2 gronden in het woonzoneproject van de textielnijverheid dient
een bodemsaneringsproject opgesteld worden.
•
Financieel
Loon- en werkingskosten.
Actie 9.2.1.2.
Woonzoneproject – Site Voormalige gasfabriek te Aalst :
uitvoeren van een bodemonderzoek door de OVAM
Thema: andere
.
Trefwoord:
Doelgroep:
woonzone
burgers, industrie en
overheden
Initiatiefnemer: OVAM
Betrokken actoren: OVAM + andere
contactpersoon: Petra De Maght
stadsdiensten
Relaties met
•
Doelstelling
Vaststellen van een site-besluit en een site-onderzoek opstarten voor de gekozen locaties.
De kosten voor het bodemonderzoek en eventuele bodemsanering worden gedragen door
de OVAM.
De OVAM wil een bodemonderzoek laten uitvoeren op de gronden van de voormalige
gasfabriek, gelegen aan de Nestor De Tièrestraat, de Bert Van Hoorickstraat en de
Vrijheidsstraat in Aalst. De gasfabriek werd uitgebaat van 1861 tot 1909. Deze activiteit kan
echter een verontreiniging achterlaten in de bodem. Dit was ook gebleken uit een historisch
onderzoek dat werd uitgevoerd door URS Belgium bvba en uit de vaststelling van een
teerput bij bouwwerken op een grond.
•
Omschrijving – inhoud
De stad Aalst verleende haar medewerking om mee te communiceren. De OVAM kan verder
op de stad rekenen voor bijvoorbeeld het doorgeven van de gegevens van de gebruikers van
de percelen (via het informeren), het ter beschikking stellen van een zaal voor de
informatieavond en om eventueel bijkomende informatie aan de bodemsaneringsdeskundige
te leveren.
Er wordt in opdracht van de OVAM een globaal bodemonderzoek uitgevoerd voor dit
woonzoneproject. Er zijn 39 percelen opgenomen in dit woonzoneproject.
•
Rapportering
De informatievergadering voor de start van dit woonzoneproject ging door op 23 april 2012.
Het sitebesluit omtrent dit project (Besluit van de OVAM van 10 april 2012 tot het vaststellen
van de percelen gelegen in woonzone ‘Voormalige gasfabriek’ in Aalst als site en tot regeling
van de exoneratie voor de uitvoering van het site-onderzoek) verscheen in het Belgisch
Staatsblad op 23 april 2012.
De kosten voor het bodemonderzoek en eventuele bodemsanering worden gedragen door
de OVAM.
MJP Aalst 2014 - 204
Voor de locaties van de vroegere gasfabriek stelde de OVAM dat er in 2013 nog 1 fase
veldwerk nodig was.
Het site-onderzoek dat in opdracht van de OVAM uitgevoerd werd op de voormalige
gasfabriek aan de Nestor De Tièrestraat, de Bert Van Hoorickstraat en de Vrijheidsstraat in
Aalst werd conform verklaard op 25 september 2013. Het heeft de historische verontreiniging
afkomstig van deze vroegere nijverheid in Aalst in kaart gebracht voor de betrokken locaties
van de site.
Voor 34 percelen is er een bodemsanering noodzakelijk.
De eigenaars en de gebruikers van de percelen vervat in dit woonzoneproject werden op de
hoogte gebracht via een infoavond (8 oktober 2013) en een brief met bodemattest in oktober
2013.
•
Planning
De uitwerking van het bodemsaneringsproject is bij OVAM gepland in 2014, waarna de
bodemsaneringswerken zullen volgen.
•
Financieel
Loon- en werkingskosten.
9.2.2. Erosiebestrijding
Zie thema 4 WATER (acties 4.1.2.2. en 4.4.7).
9.3. Projecten
In het kader van de Samenwerkingsovereenkomst werden onder dit thema in 2013 geen
projecten ingediend.
MJP Aalst 2014 - 205
9.4. Andere
Thema 9.4.1.
Vaststellingen met betrekking tot bodemverontreiniging in
situaties waarop de niet-klassieke regelingen van toepassing
zijn
Thema: Bodem
MBP 2.5.
Trefwoord: bodemDoelgroep: eigen
verontreiniging
diensten
Initiatiefnemer: dienst Leefmilieu
Betrokken actoren:
contactpersonen: Vlarem-ambtenaren
de Lokale politie, OVAM
Relaties met
•
Doelstelling
Het melden van schadegevallen aan de OVAM indien er verdere maatregelen moeten
genomen worden met betrekking tot de vastgestelde bodemverontreiniging.
•
Omschrijving – inhoud
Het verrichten van vaststellingen bij niet-klassieke regelingen voor vaststellingen met
betrekking tot een bodemverontreiniging. De stad meldt het schadegeval aan de OVAM als
er verdere maatregelen moeten worden genomen met betrekking tot de vastgestelde
bodemverontreiniging.
•
Rapportering
De niet-klassieke regelingen (o.a. lekkages van brandstofinstallaties, overvullingen en
tankbreuken) komen meestal als een klacht op de dienst Leefmilieu en/of bij de Politie. Naar
aanleiding van een dergelijke klacht gaan de dienst Leefmilieu en/of de Politie ter plekke.
Indien noodzakelijk worden onmiddellijk maatregelen getroffen. De Politie maakt procesverbaal op van het incident. De vaststellingen worden gefaxt aan de OVAM.
In 2013 werd er bij de dienst Leefmilieu 2 klachten over acute bodemverontreiniging
geregistreerd. Deze klachten werden opgevolgd door de politie.
Daarnaast werden er 2 schadegevallen geregistreerd en opgevolgd in overleg met OVAM.
•
Planning
Een gemeld schadegeval zal behandeld worden conform afdeling VI – behandeling van
bodemverontreiniging bij schadegevallen - van het Bodemdecreet. Bij andere meldingen van
bodemverontreiniging zullen indien noodzakelijk onmiddellijk maatregelen worden getroffen.
Bij dergelijke meldingen gaan de dienst Leefmilieu en/of de Politie ter plekke. Eventueel
wordt door de politie een proces-verbaal opgemaakt van het incident. De vaststelling worden
gefaxt naar OVAM.
Via de Samenwerkingsovereenkomst 2008-2013 kan de gemeente aanspraak maken op een
financiële ondersteuning van de OVAM voor het inschakelen van een erkend
bodemsaneringsdeskundige.
Door de ondertekening van het milieucontract met de provincie kan de stad rekenen op een
uitgebreide technische-wetenschappelijke ondersteuning van de provincie voor o.a. het
uitvoeren van bodemonderzoeken (oriënterende bodemonderzoeken en onderzoeken in het
kader van grondverzet of klachten) via staalnames en analyses, bijstand bij het afhandelen
van schadegevallen, …
•
Financieel
Loon- en werkingskosten.
Voor het werkjaar 2014 wordt 12.000,- EUR voorzien op OBROWP5A1/0390-00/61300050
(prestatie derden / deel).
MJP Aalst 2014 - 206
Actie 9.4.2.
Thema: Bodem
Stookolietanks
MBP 2.5.
Initiatiefnemer: dienst Leefmilieu
contactpersoon: Vlarem-amtenaren
Relaties met
•
Trefwoord:
Doelgroep: eigen
stookolietanks,
diensten, burgers,
mazouttanks
exploitanten
Betrokken actoren:
Politie:, Norbert Schollaert
Doelstelling
De burgers en exploitanten informeren over de wetgeving over stookolietanks en hen wijzen
op hun eventuele plichten.
•
Omschrijving – inhoud
Bij vragen over mazouttanks de burgers en exploitanten informeren over de geldende
wetgeving. Bij de adviesverlening in het kader van een milieuvergunningsaanvraag en bij de
controle van een vergunningsplichtige inrichting worden de wettelijk vereiste attesten van de
houders opgevraagd.
•
Rapportering
Bij elke milieuvergunningsaanvraag voor houders voor gevaarlijke stoffen worden de attesten
conform VLAREM II opgevraagd, met name een verklaring van conformiteit van de houder,
een attest vóór ingebruikname voor nieuwe houders en een attest van een beperkt of
algemeen onderzoek van de houder voor bestaande tanks. Afhankelijk van de resultaten van
die attesten wordt al dan niet vergunning verleend voor de tank. In een aantal gevallen moet
de erkende deskundige gecontacteerd worden (verkeerde attesten afgeleverd, de
verschillende deelaspecten van de keuring niet vermeld). Voor klasse1-inrichtingen neemt
het college van burgemeester en schepenen indien nodig specifieke voorwaarden of een
aandachtspunt op in haar advies naar de deputatie.
De dienst Leefmilieu informeerde de burgers telefonisch of aan de balie over de controle van
de tanks of definitieve buitengebruikstelling van een houder. Regelmatig worden de
vergunningsvoorwaarden van stookolietanks en lijsten van erkende deskundigen op vraag
van de burgers opgestuurd.
•
Planning
De actie zal worden verder gezet.
•
Financieel
Loon- en werkingskosten.
Actie 9.4.3.
Bestaande of potentieel verontreinigde sites, oude
stortplaatsen
Thema: bodem
MBP 2.5.
Trefwoord:
Doelgroep:eigen
verontreinigde sites diensten, burgers,
exploitanten
Initiatiefnemer: dienst Leefmilieu
Betrokken actoren:
contactpersoon: Vlarem-ambtenaren
Politie: Norbert Schollaert, OVAM
Relaties met
•
Doelstellingen
Opvolgen van enkele dossiers over verontreinigde gronden in het kader van het
Bodemdecreet. De exploitanten en eigenaars wijzen op de verplichtingen van het
MJP Aalst 2014 - 207
Bodemdecreet. Voor gronden in eigen beheer de verplichtingen van het Bodemdecreet
naleven.
•
Omschrijving – inhoud
In het kader van het Bodemdecreet wordt advies uitgebracht over bodemsaneringsprojecten.
Daarnaast worden ook een aantal verontreinigde gronden en saneringen opgevolgd.
•
Rapportering
In 2013 adviseerde het college van burgemeester en schepenen in het kader van het
Bodemdecreet 3 bodemsaneringsprojecten. Daarnaast nam het college van burgemeester
en schepenen kennis van 3 bodemsaneringsprojecten.
•
Planning
De opvolging van dossiers inzake de verontreinigde gronden in het kader van het
Bodemdecreet zal worden verdergezet.
Op 24 mei 2012 werd een Samenwerkingsverband tussen de stad, ILvA/So-LvA en de
OVAM afgesloten en ondertekend.
De OVAM wenst een gebiedsgerichte aanpak voor het afvalstoffen- en materiaalbeleid,
bodembeheer en bodemsaneringen. In een aantal geselecteerde gemeenten (waaronder
Aalst) wil de OVAM een aanpak op maat. Alle voor het lokale bestuur relevante thema's
worden dan gebundeld in een Samenwerkingsverband met de OVAM.
Een OVAM-Samenwerkingsverband (verder OVAM-SV) is een partnerschap tussen lokale
overheden en de OVAM waarbij de betrokkenen zich engageren tot de realisatie van
projecten, binnen de gestelde timing en binnen de voorziene beschikbare budgetten. Elke
OVAM-SV moet minstens één afval/materialen- en één bodemgerelateerd project omvatten.
Voor onze stad werd, wat het hoofdstuk bodem betreft, een oplijsting gemaakt van de al
lopende en geplande projecten met de OVAM. Het betreft de gemeentelijke inventaris van
risicogronden, het woonzoneproject, de ambtshalve sanering nv CNA, de ambtshalve
sanering nv Leerlooierij Schotte, de ambtshalve afvalverwijdering IDES en de sanering van
Droogkuis Crystal Cleaning. Op regelmatige basis vindt hiertoe een overleg plaats tussen de
stad – IlvA/SoLvA en de OVAM.
•
Financieel
Loon- en werkingskosten
MJP Aalst 2014 - 208
10. DUURZAME ONTWIKKELING
10.1. Basis
10.1.1. Passieve sensibilisatie
Actie 10.1.1. Passieve sensibilisatie over duurzame ontwikkeling
Thema: Duurzame
Trefwoord: duurzaam,
Doelgroep: bevolking
ontwikkeling
ecologisch, voetafdruk
algemeen, specifieke
doelgroepen
Initiatiefnemers/contactpersonen: dienst Betrokken actoren:
Leefmilieu, Anne-Marie De Bruycker,
Dienst Leefmilieu, ; dienst Economie en
Inge Singelyn, Jens De Bruycker; dienst Landbouw – team Sociale economie, dienst
Economie en Landbouw – team Sociale
Juridische zaken en bestuursondersteuning –
economie: Tom Van Neyghem; dienst
team Strategische planning en Europese en
Juridische zaken en bestuursonderInternationale Samenwerking, dienst Planning,
steuning – team Strategische planning en stadvernieuwing en wonen, BEA vzw, dienst
Europese en Internationale
Stadsmarketing en communicatie, CC De Werf,
Samenwerking: Katrien Wauters, Ingrid
…
Van Geit; dienst Planning,
stadvernieuwing en wonen en BEA vzw:
Olivier David
Relaties
Thema 3 en thema 6, 10.2.
met
•
Doel en Omschrijving/inhoud
Passieve sensibilisatie over duurzame ontwikkeling.
•
Rapportering
Over de in dit hoofdstuk vermelde items werd geregeld gecommuniceerd via de traditionele
stadskanalen: de algemene website www.aalst.be, de woonwebsite http://wonen.aalst.be/
de website van het RIS http://users.telenet.be/u960437/sis/index.htm, …
de lichtkranten, stedelijk infoblad Denderend Aalst, … Zie bijlage ALG 01.
Tal van infomomenten en acties werden georganiseerd (zie ook verder in dit hoofdstuk):
*elke 3de dinsdag van de maand - Duurzaam bouwadvies i.s.m. de Milieuadvieswinkel
* kringlooptuinendag op 2 juni. Zie thema Milieuverantwoord productgebruik: 3.2.1.5.,
3.2.2.1.
* Met belgerinkel naar de winkel van zaterdag 4 mei tot zaterdag 8 juni.
* Acties i.v.m. fairtrade, Europese en internationale samenwerking zie verder in dit hoofdstuk
en zie bijlagen DO 01 en 02.
* Acties i.v.m. sociale economie zie verder in dit hoofdstuk.
•
Planning
Verder zetten bestaand beleid.
•
Financieel
Loon- en werkingskosten
MJP Aalst 2014 - 209
10.2. Onderscheidingsniveau
6 punten behaald voor 2012 en gepland voor 2013.
10.2.1. Participatieve en sensibiliserende initiatieven
Deze in de SO wat verwarrende titel komt in de praktijk neer op een doorlichting van het
eigen beleid op vlak van minstens 3 thema’s, in samenwerking met de betrokken
adviesraden. Dit kan via de Duurzaamheidsspiegel, waarvan de uitwerking ondersteund
wordt door SLA21. Vermits het echter nodig was prioriteiten te leggen, koos de dienst
Leefmilieu ervoor niet in te gaan op de Duurzaamheidsspiegel.
Dat neemt niet weg dat de stad heel wat participatieve en sensibiliserende initiatieven neemt.
Zie o.a. thema 3: Milieuvriendelijk productgebruik – 3.2.1.4., thema 4 Water en thema 6
Energie en binnen dit hoofdstuk 10.2.3. Maatschappelijk verantwoord ondernemen en
10.2.4.3. Fair Trade.
10.2.2. Duurzaam bouwen en wonen
Het maximum van 2 punten (campagne duurzaam bouwen, informatiepunt, verordening) is
behaald voor 2012 en gepland voor 2013.
Zie thema 3 Milieuverantwoord productgebruik, thema 4 Water en thema 6 Energie (Acties
6.2.3.2. en 6.2.9.1.)
De stad biedt inhoudelijke informatie en beantwoordt vragen rond duurzaam bouwen. De
folders van andere overheidsinstanties worden daarbij verstrekt. Zo nodig wordt naar de
geschikte instanties doorverwezen. Via de dienst Planning, stadsvernieuwing en wonen
wordt hulp geboden bij het opzoeken en aanvragen van premies.
De stad organiseert in Aalst planadviezen voor kandidaat-bouwheren i.s.m. de
Milieuadvieswinkel van Gent. Daarin komt een breed scala van maatregelen met betrekking
tot milieuverantwoord product- en materiaalgebruik aan bod, zoals gebruik van duurzaam
geëxploiteerd hout, van milieuvriendelijke houtverduurzamingsmiddelen, verven en
vernissen, gerecycleerde materialen,… Over dit gratis bouwadvies werd een folder
aangemaakt en verspreid o.a. via het Onthaal en de infobalie van de diensten Ruimtelijke
Ordening en Leefmilieu, op gerelateerde infomomenten, …
In 2013 kregen 16 gezinnen duurzaam bouwadvies.
De stad legt, wat het gebruik en de infiltratie van hemelwater betreft, verdergaande regels op
dan de Vlaamse. De stad beschikt daartoe over een eigen rioolreglement en een eigen
stedenbouwkundige verordening. Vanaf 1 januari 2014 is de nieuwe Vlaamse
hemelwaterverordening van kracht. Deze wordt getoetst aan de stedelijke regels. Zie 4.5.1.
In de schoot van de stad Aalst werd de vzw BEA (Beheer Energie Aalst) opgericht, een
samenwerkingsverband van de stad Aalst, het OCMW van Aalst en de vzw Teleshop Kringwinkel.
Aalstenaars kunnen via de vzw BEA goedkoop een bedrag ontlenen om energiebesparende
investeringen mee uit te voeren. Er kan een maximumbedrag ontleend worden van 10.000,EUR per dossier en de terugbetalingstermijn beloopt maximum 5 jaar. Er wordt geleend aan
een zéér voordelige intrestvoet van 2%.
Vzw BEA organiseert ook groepsaankopen. In 2013 was er een groepsaankoop van
elektriciteit en aardgas voor de Aalsterse bedrijven.
Het dakisolatieproject van vzw BEA biedt de Aalstenaars een oplossing op maat. Men gaat
i.s.m. het sociaal economieproject van De Kringwinkel voor een correcte plaatsing van
degelijk en conform isolatiemateriaal en dit tegen een scherpe prijs.
MJP Aalst 2014 - 210
Wie inschrijft krijgt een bezoek van de energiesnoeiers van De Kringwinkel. Ze komen het
dak of de zoldervloer bekijken. Nadien wordt een vrijblijvende offerte opgemaakt met een
gedetailleerde beschrijving van de mogelijke werken. Na akkoord met de offerte worden de
werken dan uitgevoerd.
Als bonus betaalt de stad 50,- EUR van de factuur terug aan wie z’n dak of zoldervloer laat
isoleren via dit project.
Via vzw BEA kan men ook een energiescan aanvragen. De energiesnoeiers van De
Kringwinkel komen dan aan huis en gaan samen met de bewoners op zoek naar nutteloos
energieverbruik. Tijdens dit bezoek zal de energiesnoeier ook gratis een aantal
aanpassingen doen in de woning zoals bv. gloeilampen vervangen door spaarlampen,
buizen isoleren waar warm water doorstroomt, folie bevestigen achter radiatoren, een
gewone douchekop vervangen door een spaardouchekop… Zie http://www.teleshopaalst.be/jm/index.php?option=com_content&view=category&layout=blog&id=35&Itemid=112
10.2.3. Maatschappelijk verantwoord ondernemen
2 punten behaald voor 2012 (aankoopbeleid en participatief initiatief) en gepland voor2013
10.2.3.1. Participatieve initiatieven
Actie 10.2.3.1.1.
Duurzaam consumeren
Thema:
Duurzame
Trefwoord:,
Doelgroep:
ontwikkeling
belgerinkel,
bio, eigen stadsdiensten,
1 punt behaald voor
fairtrade, ecologisch burgers, bedrijven
2012 en gepland
voor 2013
Initiatiefnemers/contactpersonen: dienst
Betrokken actoren: diverse, ondernemers,
Leefmilieu, Anne-Marie De Bruycker en Inge zaakvoerders, handelaars, verenigingen, …
Singelyn; dienst Economie en landbouw:
Sabine Smet, Tineke Stockman, Tom Van
Neyghem; dienst Juridische zaken en
bestuursondersteuning – team Strategische
planning en Europese en internationale
samenwerking: Ingrid Van Geit en Katrien
Wauters
Relaties met
Thema 3 (3.2.1.4. en volgende), 3.2.2.1. en thema 6
•
Doelstelling
De burgers, de producenten en de leveranciers van Aalst sensibiliseren over de
mogelijkheden rond duurzame ontwikkeling en meer bepaald rond duurzame
consumptiepatronen met aandacht voor mens en milieu.
•
Omschrijving – inhoud
De stad sensibiliseert verschillende aanbieders (organisaties, bedrijven, handelaars) om
aandacht voor mens en milieu in hun werking te verankeren en biedt hen de mogelijkheid
hun producten aan de man te brengen. Tegelijkertijd worden consumenten gesensibiliseerd
voor (meer) duurzame keuzes en bewust gemaakt van de veelheid van producten en
diensten die op mens- en milieuvriendelijke wijze worden vervaardigd. Daarnaast is het ook
de bedoeling hen labels en producten te leren herkennen.
•
Rapportering
Om dit een zo groot mogelijk draagvlak te geven, werd op tal van andere initiatieven ingepikt.
Een aantal daarvan liepen ook tegelijkertijd, zodat ze mekaar versterkten.
MJP Aalst 2014 - 211
* Donderdag Veggiedag, getrokken door het Ethisch Vegetarisch Initiatief (EVA), waarbij
aangezet wordt om minstens 1 dag per week geen vlees of vis te eten. De lokale EVAwerkgroep werd op een aantal stadsactiviteiten uitgenodigd en was ook aanwezig:
kringlooptuinendag, Casa del Mundo, …
In de stadsscholen wordt 1 keer per maand op een donderdag enkel vegetarisch gegeten.
Zie thema Milieuverantwoord productgebruik: 3.2.1.11.
* Met belgerinkel naar de winkel, een initiatief van de Bond Beter Leefmilieu, UNIZO, de
Christelijke Mutualiteit en de Fietsersbond. Van zaterdag 4 mei tot zaterdag 8 juni 2013
konden fietsers en voetgangers opnieuw bij deelnemende handelaars zegels op een
spaarkaart verzamelen. Ze maakten dan o.a. per deelnemende gemeente kans op een fiets.
In de campagne was ook aandacht voor winkelen met eigen boodschappentas. Zie
http://belgerinkel.be/index.php. Zie thema Mobiliteit.
* Op de kringlooptuinendag op 2 juni werd ook aandacht besteed aan kringlooptuinieren en
ecologisch tuinieren, zowel in de moes- als in de siertuin. In 7 opengestelde particuliere
tuinen kon de bezoeker zien wat milieuvriendelijk tuinieren kan inhouden. In die tuinen is niet
alleen aandacht voor afvalpreventie en het beperken van chemische middelen, maar ook
voor energiebesparing, waterbesparing, duurzame materialen…Bijkomend werd op
maandag 20 mei nog een bijkomende tuin opengesteld. Zie bijlage MVP 02.
* Acties i.v.m. fairtrade zie verder in dit hoofdstuk en bijlagen DO 01 en 02.
•
Planning
Het ging hierboven zowel om eenmalige accenten als om een aantal acties die jaarlijks
terugkeren.
•
Financieel
Loon- en werkingskosten
Actie 10.2.3.1.2.
Promoten van de lokale sociale economie
Thema:
Duurzame
Trefwoord:
mens, Doelgroep:
ontwikkeling
sociaal
verenigingen,
1 punt behaald voor
bedrijven, burgers
2012 en gepland
voor2013
Initiatiefnemers/contactpersonen: dienst
Betrokken actoren: diverse, ondernemers,
Economie en landbouw – team Sociale
zaakvoerders, handelaars, verenigingen, …
economie: Tom Van Neyghem
Relaties met
Thema 3 en thema 6
•
Doelstelling en Omschrijving – inhoud
De dienst Economie en landbouw, team Sociale economie besteedde in 2013 opnieuw
speciale aandacht aan het promoten van de lokale sociale economie projecten. Dat
gebeurde uiteraard in nauwe samenwerking met die projecten. In 2013 werd gefocust op het
promoten van sociale economie bij de reguliere (lokale) economie en het bevorderen van de
samenwerking.
•
Rapportering
Op initiatief van de sectie Werkgelegenheid werd een logo voor sociale economie en MVO
ontwikkeld.
MJP Aalst 2014 - 212
Op 17 oktober 2013 organiseerde de stad Aalst (werk en sociale economie) i.s.m. de VDAB
ter gelegenheid van de werkweek een ontbijtsessie rond absenteïsme. Er waren een 50-tal
deelnemers die in 8 groepen werden ingedeeld. Elk van deze groepen kreeg een moderator,
die aan de hand van anekdotes rond absenteïsme een discussie op gang bracht tussen de
deelnemers. Elke groep had mensen uit verschillende achtergronden aan boord, met als
doel om de deelnemers te laten leren van elkaars specifieke ervaringen, aanpak en
oplossingen rond dit probleem. Het ging per groep om deelnemers uit de reguliere economie
(zowel KMO als grotere bedrijven), ondernemingen uit de zorg, uit sociale economie, politie,
… Dit evenement werd door alle deelnemers zeer positief geëvalueerd.
Op 5 november 2013 organiseerde het team Werk en sociale economie van de stad Aalst
een jobronde ‘sociale economie in het vizier’, waarin alle trajectbegeleiders van onder meer
GTB, VDAB, … kennis konden maken met de concrete jobs. Er waren 8 organisaties die
zichzelf en hun jobs voorstelden aan meer dan 60 toeleiders. Sommige van deze toeleiders
waren reeds vertrouwd met sociale economie, maar een groot deel had weinig rechtstreekse
kennis van dit domein. Voor hen was het een eerste concrete kennismaking met de profielen
die in de sociale economie vereist zijn. Speciaal voor hen werd ook de wetgeving vooraf aan
de volledige groep toegelicht.
•
Planning
De projecten blijvend bekendmaken.
Voor 2014 wordt weer minstens 1 evenement gepland om een brug te slaan tussen reguliere
en sociale economie.
•
Financieel
De kredieten werden voorzien op het budget van de dienst Economie en landbouw (werk en
sociale economie).
10.2.3.2. Sociale aspecten in het aankoopbeleid
Actie 10.2.3.2.
Opnemen van o.a. sociale criteria bij leveringen, diensten en
werken
Trefwoord:
Doelgroep:
Maatschappelijk
eigen stadsdiensten,
verantwoord
burgers, bedrijven
ondernemen, MVO,
duurzaam besturen
Thema:
Duurzame
ontwikkeling
(1 punt behaald voor
2012 en gepland
voor 2013; maximaal
2
punten
binnen
10.2.3.)
Initiatiefnemers/contactpersonen: dienst
Betrokken actoren: alle stadsdiensten en
Leefmilieu, Anne-Marie De Bruycker en Inge diensten van het OCMW
Singelyn; dienst Economie en landbouw –
team Sociale economie: Tom Van Neyghem;
Dienst Strategische planning en Europese en
Internationale samenwerking: Ingrid Van Geit
en Katrien Wauters
Relaties met
Thema 3 en 10.1
•
Doelstelling
Een maatschappelijk verantwoord aankoopbeleid voeren waarin zowel de economische
argumenten als sociale en ecologische overwegingen met elkaar worden vervlochten. Hierbij
staat het zoeken naar geschikte opdrachten om een sociale overweging in te bouwen
centraal.
MJP Aalst 2014 - 213
•
Omschrijving – inhoud
De nieuwe Europese richtlijnen (2004/17/EG en 2004/18/EG) voor overheidsopdrachten zijn
op 1 januari 2006 van kracht geworden. De hieraan aangepaste Belgische wet werd op 15
juni 2006 gestemd en op 15 februari 2007 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. De
uitvoeringsbesluiten volgen. Hierbij kan een opdracht voorbehouden worden aan een sociale
werkplaats, beschutte werkplaats of inschakelingsonderneming. Dit betekent dat andere
reguliere ondernemingen en organisaties worden uitgesloten.2 Daarnaast kan men in
verschillende onderdelen van een opdracht sociale criteria uitschrijven.
•
Rapportering
Op 16 februari 2009 ging het cbs akkoord met een aantal richtlijnen voor leveringen,
diensten en werken via een offerte-aanvraag of aanbesteding. De diverse “leidende
ambtenaren” die een gunning voorbereiden moeten bij de opmaak van het bestek specifieke
vereisten o.a. sociale criteria en clausules afwegen. Daarvoor moet contact opgenomen
worden met o.a. de duurzaamheidsambtenaren en de coördinator sociale economie.
Hierover werden via de diverse stafvergaderingen informatierondes voorzien. Daarbij werden
ook de mogelijkheden op sociaal vlak toegelicht.
De duurzaamheidsambtenaren en de coördinator sociale economie lichten nu systematisch
bestekken door, zoals ze zich aanbieden. Hiervoor werden afspraken gemaakt met de dienst
Openbare Werken – Administratie die de procedures administratief en juridisch opvolgt.
Indien er prioriteiten in de te behandelen bestekken moeten worden gelegd, wordt in de
eerste plaats gekozen voor de bestekken met de grootste impact of de hoogste
sensibiliseringswaarde. In het algemeen worden sociale clausules en criteria naar voren
geschoven.
Zie thema Milieuverantwoord productgebruik: 3.2.1.3. en volgende o.a. aankoop
cateringproducten (Fair Trade), aankoop werkkledij (Schone kleren).
Zie 10.2.4.3. (Aalst FairTradeGemeente)
•
Planning
Binnen de werkgroep duurzaam aankopen zal het strategisch aankoopbeleid verder worden
uitgewerkt. Daarbij is er ook aandacht voor sociale aspecten.
•
Financieel
Loon en werkingskosten
2
ROSSY (A.) en BAEYENS (B.), Leidraad voor sociale criteria in overheidsopdrachten. Lokale
Overheden verankeren MVO, Politeia, 2008, p. 94-96
MJP Aalst 2014 - 214
10.2.3.3. Andere acties m.b.t. maatschappelijk verantwoord ondernemen
Actie 10.2.3.3.1.
Analyse van andere beleidsdomeinen i.k.v. maatschappelijk
verantwoord ondernemen
Thema:
Duurzame
Trefwoord:
Doelgroep:
ontwikkeling
Maatschappelijk
eigen stadsdiensten,
verantwoord
burgers, bedrijven
ondernemen, MVO,
duurzaam besturen
Initiatiefnemer: dienst Economie en
Betrokken actoren: alle stadsdiensten en
landbouw – team Sociale economie
diensten van het OCMW
Contactpersoon: Tom Van Neyghem
Relaties met
10.2.3.3.1.
•
Doelstelling
Onderzoek naar de mogelijkheden voor de sociale economie en maatschappelijk
verantwoord ondernemen in andere beleidsdomeinen. Dit heeft de bedoeling om
maatschappelijke meerwaarden en tegelijkertijd beleidsdoelstellingen op lokaal niveau te
realiseren.
•
Omschrijving – inhoud
Hierbij wordt de ontwikkeling van nieuwe initiatieven gerealiseerd door beleidsoverstijgend
werken en samenwerking. Binnen de verschillende beleidsdomeinen van de stad sociale
economie benaderen als mogelijkheid om doelstellingen te realiseren.
•
Rapportering
Dit initiatief valt onder de verantwoordelijkheid van de coördinator maatschappelijk
verantwoord ondernemen en sociale economie.
Via de stuurgroep werk en sociale economie worden linken gelegd naar andere
beleidsdomeinen.
Er wordt o.a. samengewerkt met de dienst Planning, stadsvernieuwing en wonen i.k.v. het
onderhoud van de sociale woningen van de stad i.s.m. sociale economie.
De stad diende 2 inmiddels goedgekeurde projecten rond zorginnovatie in bij IWT. De focus
ligt op “Ageing in Place in Aalst”, ouderen zo lang mogelijk kwalitatief en betaalbaar thuis
laten wonen. SWP De Loods zal een rol spelen in het plaatsen van innovaties en
verbouwingen in woningen van ouderen in Aalst.
Het RUP Heuvelpark, met inbegrip van de ontwikkeling van een stadsboerderij
(natuureducatie, verblijf en verbruikersruimte in een parkomgeving), werd goedgekeurd door
de gemeenteraad op 28 november 2012. De mogelijkheid wordt onderzocht om de
stadsboerderij uit te baten in samenwerking met de sociale economie.
•
Planning
Verder zetten bestaand beleid
•
Financieel
Loon- en werkingskosten
MJP Aalst 2014 - 215
Actie 10.2.3.3.2.
Ondersteuning
van
initiatieven
die
aandacht
voor
maatschappij, mens en milieu als uitgangspunt nemen
Trefwoord:
Doelgroep:
Maatschappelijk
eigen stadsdiensten,
verantwoord
burgers, bedrijven
ondernemen, MVO,
duurzaam besturen
Thema:
Duurzame
ontwikkeling
(1 punt behaald voor
2012 en gepland
voor 2013; maximaal
2
punten
binnen
10.2.3.)
Initiatiefnemer: Economie en landbouw –
team Sociale economie
Contactpersonen: Tom Van Neyghem
Relaties met
•
Betrokken actoren: alle stadsdiensten en
diensten van het OCMW
Doelstelling
Maatschappelijk verantwoord ondernemen (aandacht voor mens, milieu en maatschappij –
burger) en duurzame ontwikkeling als hefboom gebruiken om sociale tewerkstelling te
realiseren
•
Omschrijving – inhoud
Sociale economie betekent tewerkstelling, maar het betekent ook meer dan dat. Door
diegenen in te schakelen die in het normale circuit geen ingang meer vinden, creëert men
ook maatschappelijke – en vaak ecologische -.meerwaarden: groenonderhoud,
basisrenovatie, recyclage, … Deze sectoren dragen in belangrijke mate bij aan het beeld van
de stad: ze gaan verloedering en vervuiling tegen. Daarnaast geven ze een impuls aan
iedere burger van de stad en specifiek naar diegenen die het moeilijk hebben. Bijvoorbeeld
renovatie van sociale woningen en woningen van mensen met een beperkt inkomen tegen
een sociaal tarief; renovatie van ieders woning tegen normaal tarief; recyclage van
materialen die in orde worden gesteld en opnieuw op de markt worden gebracht tegen een
schappelijke prijs.
Belangrijke maatschappelijke taken op lokaal niveau kunnen dus onder handen worden
genomen door de maatschappelijk kwetsbaren. De stad creëert zo zinvolle jobs die
bijdragen aan het welzijn van de maatschappij.
•
Rapportering
Vanuit de het Team Sociale economie is er 2x per jaar een stuurgroep Werk en sociale
economie, in navolging van het strategisch plan van de stad Aalst. In de stuurgroep zitten
alle partners die betrokken zijn bij het beleidsdomein Werkgelegenheid.
Naargelang de noden die via de stuurgroep gedetecteerd worden, organiseert het Team
Sociale economie ook specifieke themawerkgroepen. Deze brengen alle belanghebbenden
samen omtrent een specifieke nood/doelstelling met het oog op een doeltreffende, integrale
en geïntegreerde aanpak van de betrokken doelstelling.
De stad steunt de volgende projecten:
- De Fietserij, die tweedehandsfietsen herstelt voor verkoop in De Kringwinkel Teleshop
en nieuwe – oranje – fietsen verhuurt. Het huren van deze fietsen gebeurt tegen een
eerlijk tarief voor korte of lange termijn. Wanneer het gaat om lange termijnverhuur is er
een onderhoudscontract inbegrepen. De huurfietsen van de Fietserij hebben een
opvallende oranje kleur en zijn duidelijk herkenbaar in het straatbeeld.
De stad huurt zelf een aantal fietsen van de Fietserij, die door de personeelsleden van de
stad gebruikt worden voor dienstreizen. Via de dienst Toerisme, worden fietsen tijdens de
zomermaanden aangeboden nabij het Belfort.
MJP Aalst 2014 - 216
-
-
-
-
-
Ten slotte staat de Fietserij ook in voor de bemanning van het Fietspunt aan het station
van Aalst. Ze onderhouden en houden toezicht bij de fietsenstallingen en voeren er ook
kleine herstellingen uitvoeren volgens het thuiskomstprincipe.
“Buurtweb” is een laagdrempelig aanbod voor internet die een dienstverlening aanbiedt
aan maatschappelijk kwetsbaren.
Er lopen projecten rond zwerfvuil (Arbeidszorgproject Zorgzame buurt) en
groenonderhoud (project Groene Verzorging) in 13 buurten in Aalst in samenwerking
met de sociale werkplaats “De Loods”.
De stad werkt samen met De Kringloopwinkel voor de uitvoering van het project
“energiesnoeiers”. Daarbij worden mensen uit kansengroepen opgeleid en begeleid om
energiebesparende maatregelen uit te voeren in woningen. Kinderopvang voor de
maatschappelijk kwetsbaren (flexibele en occasionele kinderopvang) met de
tewerkstelling van 2 doelgroepwerknemers, wordt georganiseerd door de stedelijke
kinderdagverblijven.
In april 2008 werd onder impuls van de stad gestart met een restaurant in het
ontmoetingscentrum “De Brug”. De maaltijden worden bereid voor de buurtbewoners
door de restaurantafdeling van SWP De Loods.
Vanaf 2010 tot 2013 was er een project Buurtsport, dat een laagdrempelig sportaanbod
creëerde voor jongeren die geen toegang vinden tot het reguliere sportaanbod. Een
buurtgerichte werking stond hierbij centraal.
Hopproject Faluintjes: In het kader van het Programma voor Plattelandsontwikkeling
2007 – 2013 (As 3) ontvingen Aalst en Asse een goedkeuring voor de realisatie van de
projecten ‘Heraanleg van een hopveld in Asse’ en ‘Hopproject Faluintjes’. Het hopveld in
Meldert-Aalst wordt onderhouden door laaggeschoolde langdurig werklozen die een
opleiding krijgen als groenarbeider door vzw Natuur- en Landschapsbeheer VlaamsBrabant. Dit gebeurt onder de begeleiding van een gewezen hopboer (Roger Baert);
MiNa-werkers Zie thema Instrumentarium 1.3.1.
In 2009 ging de stad Aalst van start met het inzetten van MiNa-Werkers. In 2012 werd
deze opdracht op basis van een overheidsopdracht toegewezen aan Opset vzw.
Buurtgerichte Kinderopvanginitiatieven Notendop (sinds 2009) en Pinnemuts (sinds
2010) met een tewerkstelling van 2 doelgroepwerknemers.
Daarnaast stelt de stad Aalst ook haar werkvloeren open voor jongeren uit het deeltijds
onderwijs. Hiervoor werkt de stad Aalst samen met CDO KTA 1 en CLW VTI “De Kering”.
Het gaat hierbij om drie soorten projecten: voortrajecten, brugprojecten en BIOovereenkomsten.
In 2012 vierden 2 lokale sociale economie organisaties, De Kringwinkel Teleshop en Sociale
Werkplaats De Loods, hun 20-jarig bestaan. De stad Aalst bood tijdens dit jubileum
financiële en communicatieve ondersteuning aan deze organisaties.
Zo subsidieerde de stad Aalst de openingsreceptie van het feestjaar van de Kringwinkel
Teleshop, die plaatsvond in de trouwzaal van het stadhuis. In Cultureel Centrum De Werf en
de stadsbibliotheek kreeg De Kringwinkel Teleshop tevens de kans om een
fototentoonstelling te organiseren genaamd ‘mijn leven is een sprookje’. Foto’s en
getuigenissen van (ex-)medewerkers van De Kringwinkel stonden hierbij centraal.
Met financiële en logistieke medewerking van de stad Aalst kon Sociale Werkplaats De
Loods een interactieve infomarkt organiseren tijdens de wekelijkse zaterdagmarkt. Tijdens
deze infomarkt werd de werking en het aanbod van SWP De Loods op een leuke en
laagdrempelige manier voorgesteld aan de bezoekers van de zaterdagmarkt.
Het ESF-project ‘uitstroom uit de sociale economie’ onder promotorschap van De
Kringwinkel Teleshop werd in 2012 goedgekeurd. De stad zit in de stuurgroep van dit project.
MJP Aalst 2014 - 217
•
Planning
De projecten die reeds lopen worden verder gezet. Het project Buursport wordt hervormd.
In het kader van de regierol van de lokale besturen binnen de lokale diensteneconomie
verspreidt het Team Sociale economie de oproepen lokale diensteneconomie naar alle
relevante stakeholders (afhankelijk van de inhoud van de oproep) op lokaal niveau. Om
initiatieven in de sociale economie te bevorderen wordt eveneens samengewerkt met andere
beleidsdomeinen, met name door lokale noden in te vullen met maatschappelijk
verantwoorde initiatieven. Zie 10.2.3.3.1. Daarnaast bieden we vanuit de dienst inhoudelijke
ondersteuning aan derdenorganisaties die een erkenning wensen te bekomen in de lokale
diensteneconomie. Tevens wordt de voorbereiding van ESF-projecten ondersteund.
Inhoudelijke ondersteuning van initiatieven die wensen op te starten en hierbij aandacht
hebben voor maatschappij, mens en milieu.
Verder onderzoek naar overheidsopdrachten met sociale clausules.
•
Financieel
Loonkosten
Subsidies aan projecten voor de realisatie van gemeenschappelijke doelstellingen.
10.2.4. Initiatieven m.b.t. duurzame ontwikkeling in een Noord-Zuidcontext
Onder dit deel worden 2 punten behaald voor 2012 en gepland voor 2013.
Actie 10.2.4.1.
Tentoonstellingen en vergelijkbare educatieve activiteiten
Thema:
Duurzame
Trefwoord:
Doelgroep:
ontwikkeling
internationale
verenigingen,
1 punt behaald voor
samenwerking,
bedrijven,
2012
duurzaam,
organisaties,
1 punt gepland voor
tentoonstelling
individueel
2013
geïnteresseerden
Initiatiefnemer: Dienst Juridische zaken en
Betrokken actoren: Dienst Juridische zaken
beleidsondersteuning – team Strategische
en beleidsondersteuning – team
planning en Europese en internationale
Strategische planning en Europese en
samenwerking: Katrien Wauters en Ingrid
internationale samenwerking, dienst
Van Geit
Leefmilieu, verenigingen, organisaties,
dienst Leefmilieu: Anne-Marie De Bruycker
bedrijven
Relaties met
10.2.4., Thema 4 Water
•
Doelstelling
De bevolking via tentoonstellingen en vergelijkbare educatieve activiteiten bewust maken
van de globaliteit van de milieuproblemen.
•
Omschrijving – inhoud
De gemeente organiseert of ondersteunt een tentoonstelling of een andere educatieve
activiteit waarbij gewezen wordt op verbanden tussen de leefwijze in de geïndustrialiseerde
landen en problemen in ontwikkelingslanden en de verwevenheid van ecologische, sociale
en economische problemen op mondiaal vlak.
MJP Aalst 2014 - 218
•
Rapportering
2013 stond voor het team SP en EISW in de eerste plaats in het teken van de stedenband
met Worcester in Zuid-Afrika.
Zo draaide de hele campagne van FairTradeGemeente dit jaar rond de fairtradewijnen uit
Worcester en omgeving. Op deze manier kreeg een abstract concept als Fair Trade een
zeer concrete invulling. Ook tijdens andere activiteiten (Casa del Mundo, Week van de
Smaak, aanwezigheid op beurzen) was de wijn uit Worcester een constante om zowel de
stedenband als het fairtradeconcept in de kijker te zetten.
- Activiteit Week van de Fair Trade: “Van wijngaard tot bedrijventerrein Wijngaardveld:
fairtrade in de Kaapse Wijnlanden” in samenwerking met de coördinator
interbedrijfssamenwerking, trekkersgroep Aalst FairTradeGemeente, Oxfam Wereldwinkels,
de wijnadviseur, PicNicDelMundo, Albert Heijn. Deze activiteit voor ondernemers was
volledig volzet (25 personen).
- Activiteit Week van de Fair Trade: “Van wijngaard tot Wijnbar: fairtrade in de Kaapse
Wijnlanden” in samenwerking met centrummanager, horecacoach, trekkersgroep Aalst
FairTradeGemeente, Oxfam Wereldwinkels, de wijnadviseur, PicNicDelMundo, Albert Heijn.
Deze activiteit voor horeca en handelaars was bijna volledig volzet (20 personen).
- Fairhillswijn uit Worcester op de recepties van de stad dankzij de samenwerking met de
dienst Public relations, Albert Heijn en Oxfam, fairtradewijn uit stedenbandpartner Worcester.
Op deze recepties vind je ook banners met uitleg over het Fairhillsproject.
- Week van de Smaak: wijnproeverij van fairtradewijnen uit Worcester georganiseerd in
samenwerking met CVO Tanera. Dit slotevenement was een samenwerking met andere
stadsdiensten als Jeugd, Ontmoetingshuis De Brug, Economie, de bibliotheek, ‘t Gasthuys Stedelijk Museum en CC De Werf. De 3 wijnproefsessies waren telkens volzet (60
personen). CVO Tanera heeft de Fairhillswijnen nu permanent op de kaart staan in het
didactisch restaurant.
- Fototentoonstelling “Beyond the Beauty: over wijn en waardig werk in de Kaapse
wijnlanden” in samenwerking met fotografe Griet Hendrickx, de trekkersgroep
FairTradegemeente en ’t Gasthuys –Stedelijk Museum. Aanvullend werd ook een
documentaire gemaakt over het Fairhillsproject in Worcester. Tijdens het wereldfeest Casa
del Mundo werd ook met ’t Gasthuys – Stedelijk Museum en de werkgroep Casa del Mundo
samengewerkt om de tentoonstelling opnieuw open te stellen voor publiek. Tijdens het
wereldfeest werd Fairhillswijn geschonken, en dankzij een samenwerking met CultuurNet
Vlaanderen konden Uitpas-punten worden ingeruild voor een gratis fles Fairhillswijn.
- Fairhillswijn als toeristische troef. De diensten Toerisme en het team SP en EISW gingen
samen naar een reisbeurs om Aalst, Worcester en de Fairhillswijn te promoten. Er ligt ook
informatie over de stedenband en de Fairhillswijnen beschikbaar in het toerismekantoor.
- Boterhammen in het Museum op de fairtrade@work-dag. Voor het bestuur en ambtenaren
werd een sensibiliserende activiteit georganiseerd op de fairtrade@work-dag, in
samenwerking met de trekkersgroep FairTradeGemeente, CC De Werf en ’t GasthuysStedelijk Museum. De dag erop vond dezelfde activiteit plaats voor de schoolgaande jeugd.
In totaal namen meer dan 200 mensen deel aan Boterhammen in het Museum.
Wereldfeest Casa del mundo op 1 september 2013. Zie http://www.casadelmundo.be/
Op de wereldmarkt konden bezoekers aankopen doen uit verre landen…. voor een eerlijke
prijs, tussen en tijdens de verschillende optredens lekker exotisch eten en drinken (typische
Chileense, Afrikaanse, Thaise, Indonesische, Cubaanse,... maaltijden) en kennis maken met
Aalsterse groepen die actief zijn rond Noord - Zuid samenwerking. De leden van de raad
voor Internationale Samenwerking stelden er hun projecten voor. Daarnaast kregen ook
MJP Aalst 2014 - 219
andere groepen –die zich inzetten voor het Zuiden of mondiale thema’s- een plaatsje op de
wereldmarkt. Een aantal daarvan werken ook rond ecologische aspecten.
Casa del Mundo startte een groep 'Casa del Mundo Aalst" op "dagenzondervlees.be".
In 2013 werd speciaal aandacht besteed aan het aantrekken van kinderen en jongeren.
Daarom werd er nauw met de doelgroep samengewerkt: er werd een ontwerpwedstrijd voor
een nieuwe affiche uitgeschreven en verschillende jeugdorganisaties (Chiro Sjaloom en
jeugdkoor Cantate Domino) werkten een wedstrijd voor kinderen uit. Daarnaast was er ook
specifieke animatie (workshops, speelmogelijkheden) voor de doelgroep.
De stad Aalst werkt intensief samen met het 11.11.11.-comité om het jaarthema van
11.11.11. onder de aandacht te brengen en de geldinzameling in goede banen te leiden
(hongermaal, missieloop, vredesloop, filmavond, truffelverkoop, politieke actie op de
markt,…). Het thema voor 2014 was het recht op voedsel. Dit thema had een duidelijke
ecologische link.
De stad Aalst spoort Aalsterse scholen aan om deel te nemen aan Zuiddag. Voor de scholen
wordt een infomoment georganiseerd in het cultureel centrum. Daarbovenop worden ook de
stadsdiensten gemotiveerd om leerlingen in dienst te nemen.
KRAS kent al enkele jaren enorm veel succes bij de Aalsterse jeugd. 5 scholen nemen deel,
met een veertigtal leerlingen.
Dit simulatiespel is bedoeld om jongeren meer interesse en inzicht te laten krijgen in politiek
beleid en wereldproblemen. Om een zicht te krijgen op de Noord-Zuidproblematiek, leven ze
zich een jaar lang in een rol in. Dit kan een land of een belangengroep zijn. Zo ondervinden
ze de spanningen tussen verschillende betrokkenen en ervaren ze in welke richting
oplossingen kunnen worden gezocht. Het is m.a.w. een discussie- en rollenspel dat jaarlijks
honderden jongeren uit heel Vlaanderen boeit. Doel is met jongeren een traject (minimum 5
sessies) afleggen en hun door inleving en discussie inzicht verschaffen in een mondiaal
thema.
Globelink vzw, een erkende Vlaamse jeugddienst die werkt rond de ongelijke verdeling in de
wereld is de trekker. De stad neemt actief deel en begeleidt de lokale KRAS groep. Meer
info: http://kras.globelink.be/index.php?option=com_frontpage&Itemid=1
Bij de jaarthema’s is er steeds aandacht voor ecologische aspecten.
Schooljaar 2012-2013: thema kinderrechten.
Schooljaar 2013-2014: thema voedsel in de wereld.
Daarnaast kunnen scholen en verenigingen ook een subsidieaanvraag bij het team
Strategische planning en Europese en internationale samenwerking indienen wanneer ze
een sensibiliserende activiteit organiseren (een mondiale dag, een fairtrade-ontbijt,...).
Voor de subsidiëring van projecten in de wereld en internationale uitwisselingen is er naast
de RIS een externe dei de aanvragers een inhoudelijke beoordeling van hun project
verschaft. De mate waarin het project milieuvriendelijk te werk gaat is 1 van de criteria voor
subsidiëring. Zie bijlage DO 02 punt 2.3.
Het team SP en EISW communiceert over elke activiteit via de communicatiekanalen van de
stad (de website en het intranet, de stadskrant). Daarnaast worden er steeds persberichten
verstuurd. Aanvullend wordt ook op de website Internationaalst promotie gemaakt.
Per activiteit wordt ook de doelgroep extra geïnformeerd, zoals via specifieke digitale
nieuwsbrieven, mailings, filmpjes en persoonlijke uitnodigingen. Er worden telkens veel
inspanningen geleverd om zoveel mogelijk mensen van de juiste doelgroep te bereiken.
MJP Aalst 2014 - 220
Daarnaast promootte het team SP&EISW, samen met vrijwilligers en de dienst Toerisme, het
fairtradeconcept en de stedenband met Worcester op 2 beurzen (reisbeurs en internationale
beurs van KAHO Sint-Lieven). Voor elke beurs werden specifieke infobrochures gemaakt.
De verschillende werkgroepen van de RIS, zoals de trekkersgroep FairTradeGemeente, de
11.11.11.-werkgroep en de werkgroep Casa del Mundo besteden meer aandacht aan hun
communicatie, ook via de sociale media.
•
Planning
Verder zetten bestaand beleid.
De volgende editie van Casa del Mundo gaat door op 7 september 2014.
•
Financieel
Loon- en werkingskosten.
Bijkomende kosten via SP en EISW i.k.v. convenant ontwikkelingssamenwerking.
Actie 10.2.4.2.
Milieugerelateerde acties in het convenant ontwikkelings
samenwerking
Thema:
Duurzame
Trefwoord:
Doelgroep:
ontwikkeling
internationale
eigen stadsdiensten,
samenwerking,
burgers,
bedrijven,
duurzaam besturen
jongeren, scholen, …
Initiatiefnemers: Dienst Juridische zaken en Betrokken actoren: Dienst Juridische zaken
beleidsondersteuning – team Strategische
en beleidsondersteuning – team
planning en Europese en internationale
Strategische planning en Europese en
samenwerking: Ingrid Van Geit en Katrien
internationale samenwerking, RIS,
Wauters
scholierenparlement, trekkersgroep “Ik ben
Dienst Leefmilieu: Inge Singelyn
verkocht”, stedenbandcomité, …
Relaties met
Thema 3 Milieuverantwoord productgebruik
•
Doelstelling/Omschrijving – inhoud
De stad steunt de solidariteitsgedachte en wil dit overdragen op de burgers. Daarbij gaat er
ook aandacht naar milieugerelateerde problemen.
•
Rapportering
De stad sloot met het Vlaams Agentschap voor Internationale Samenwerking (VAIS) een
convenant Internationale Samenwerking af. Het rapport voor 2013 is bijlage DO 01 en 02.
Heel wat ook milieugerelateerde acties werden door de dienst Juridische zaken en
beleidsondersteuning – team Strategische planning en Europese en internationale
samenwerking in dit kader uitgevoerd. Zie hierboven 10.2.4.1. en bijlagen DO 01 en 02.
•
Planning
Het bestaand beleid wordt verder gezet.
•
Financieel
Loon- en werkingskosten.
MJP Aalst 2014 - 221
Actie 10.2.4.3.
Aalst FairTradeGemeente
Thema:
Duurzame
Trefwoord:
Doelgroep:
ontwikkeling
internationale
jongeren,
samenwerking,
verenigingen,
duurzaam,
Fair bedrijven,
Trade
organisaties
Initiatiefnemer: Dienst Juridische zaken en
Betrokken actoren: Dienst Juridische zaken
beleidsondersteuning – team Strategische
en beleidsondersteuning – team
planning en Europese en internationale
Strategische planning en Europese en
samenwerking: Ingrid Van Geit
internationale samenwerking, Raad voor
Internationale Samenwerking (RIS),
Trekkersgroep, jongeren, verenigingen,
organisaties, bedrijven
Relaties met
10.2.4., Thema 3 Milieuverantwoord productgebruik
•
Doelstelling
FairTradeGemeente is een titel die aangeeft dat die bepaalde gemeente én haar inwoners
eerlijke handel een warm hart toedragen én er ook effectief werk van maken.
•
Omschrijving – inhoud
Om FairTradeGemeente te worden, moeten 6 criteria vervuld worden. Vervolgens is het een
nationale stuurgroep die de eigenlijke controle uitvoert. Deze stuurgroep bestaat uit
medewerkers van Oxfam Wereldwinkels, Vredeseilanden, Max Havelaar en 11.11.11.
•
Rapportering
Aalst is sinds december 2008 een fairtradegemeente. Er dienen een zestal criteria vervuld te
zijn vooraleer men deze titel krijgt en jaarlijks wordt van de lokale gemeenschap initiatieven
verwacht om de titel te behouden.
Er werd in 2013 veel aandacht besteed aan de communicatie over Zuid-Afrika en Fair Trade
naar de brede bevolking toe. We hebben ervoor gekozen om één specifiek product naar voor
te schuiven, zodat het fairtradeconcept zeer tastbaar wordt. Fairhills is een
fairtradewijncoöperatieve uit onze stedenbandpartner Worcester en omstreken. Op recepties
van de stad en verschillende activiteiten vertellen we het verhaal achter de
Fairhillscoöperatieve. Door de nauwe band met het project kan ook makkelijk worden
aangetoond waar de inkomsten naartoe gaan en kan worden aangetoond dat Fair Trade
echt werkt. Deze formule blijkt een succes te zijn om de vooroordelen t.o.v. Fair Trade weg
te werken.
Acties zie 10.2.4.1.:
- Activiteit Week van de Fair Trade: “Van wijngaard tot bedrijventerrein Wijngaardveld:
fairtrade in de Kaapse Wijnlanden”
- Activiteit Week van de Fair Trade: “Van wijngaard tot wijnbar”
- Fairhillswijn uit Worcester op de recepties van de stad en banners met uitleg over het
Fairhillsproject.
- Week van de Smaak: wijnproeverij van fairtradewijnen uit Worcester
- Fototentoonstelling “Beyond the Beauty: over wijn en waardig werk in de Kaapse
wijnlanden”
MJP Aalst 2014 - 222
-Tijdens het wereldfeest werd Fairhillswijn geschonken, en dankzij een samenwerking met
CultuurNet Vlaanderen konden Uitpas-punten worden ingeruild voor een gratis fles
Fairhillswijn.
- De diensten Toerisme en het team SP en EISW gingen samen naar een reisbeurs om
Aalst, Worcester en de Fairhillswijn te promoten. Er ligt ook informatie over de stedenband
en de Fairhillswijnen beschikbaar in het toerismekantoor.
- Voor het bestuur en ambtenaren werd een sensibiliserende activiteit georganiseerd op de
fairtrade@work-dag. De dag erop vond dezelfde activiteit plaats voor de schoolgaande
jeugd. In totaal namen meer dan 200 mensen deel aan Boterhammen in het Museum.
•
Planning
De dienst Juridische zaken en beleidsondersteuning – team Strategische planning en
Europese en internationale samenwerking, de RIS en de trekkersgroep werken verder voor
het behouden van de titel ‘FairTradeGemeente’.
•
Financieel
Loon- en werkingskosten.
MJP Aalst 2014 - 223