Nostalgie met sproeten - de Bibliotheek Rijn en Venen

Nostalgie met sproeten
Het is druk in de kringloopwinkel. Ik slenter langs een oude piano, waaruit een man prachtige
tonen tovert. Mijn oog valt op een theekastje uit grootmoeders tijd. Mensen blijven staan bij
een gave Tiffany lamp in felle kleuren. Waar komen die spullen vandaan en wie heeft ze niet
meer nodig, welke reden zit daar achter? Kopen we hier omdat het goedkoper is dan in een
gewone winkel of omdat sommige spullen een nostalgische sfeer uitstralen, vraag ik me af.
Misschien vanuit een verlangen naar een geromantiseerd vroeger. Willen we vanuit een stukje
jeugdsentiment een periode uit ons leven opnieuw tot leven brengen, bijvoorbeeld door de
aanschaf van een groen geëmailleerde koffiekan omdat Oma er vroeger zo eentje had.
Zodat Oma herleeft op een zonnig dag in juni.
Nostalgie is hip. Vintage en Retro zijn de nieuwe woorden voor gebruikt en tweedehands.
Anno 2013 is het een statement dat antieke en oude meubels goed passen bij de strakheid van
hedendaagse interieurontwerpers als Jan des Bouvrie. Het is niet gek dat we soms verlangen
naar een tijd waarin alles overzichtelijker en langzamer was. Maar die tijd is passé en Oma
had niet het eeuwige leven. Toch wil ik het antieke klokje op de grenen tafel even aanraken,
heel even, om te bevestigen wat ik allang weet. Dat oude dingen ons herinneren aan een
onbezorgde tijd, een soort ingeblikte heimwee naar ‘toen geluk heel gewoon was’, een
verbondenheid die altijd blijft. Ik wil niet doorslaan met mijn hang naar vroeger. De kale
grenen tafel die ooit handgemaakt is, blijft gewoon een oude tafel met poten waaraan eens een
hond heeft geknabbeld toen hij alleen werd gelaten. En de kreet ‘dat vroeger alles beter was’
zie ik als een slagzin zonder passie. Ik denk wel eens dat vroeger alles anders was omdat we
op weg waren naar een andere fase. Wanneer alles hetzelfde was gebleven, dan was die
antieke televisie en handdraaiende koffiemolen heel gewoon en maalden we ongestoord onze
koffiebonen voor ieder bakkie leut. Dan zaten we nog steeds rond de kolenkachel met
zelfgebreide wollen sokken en speelden we ‘mens erger je niet’ met een dobbelsteen op de
kokosmat.
Niet alleen díe tijd is doorgegaan, ook ónze tijd wordt eens geschiedenis. Sinds kort is er zelfs
een Ipone op de markt die reageert op de stem van de eigenaar. Misschien ligt deze Ipone
over pakweg twintig jaar hier op de tafel, als mensen in 2033 een bezoekje brengen aan de
kringloopwinkel. “Kijk nou Harry, weet je nog.” En spelen meisjes in die toekomst met
bestuurbare techno- barbies die kunnen praten, bewegen en kruiswoordpuzzels oplossen.
Het zou zomaar kunnen dat het tegen die tijd een hippe trend is om veilingen te bezoeken
voor tuinkabouters uit onze tijd. Compleet met algemene verbazing dat die kleine
sprookjesfiguren ooit achteloos in tuinen stonden.
Nostalgie is een vreemdsoortig iets, het kan je ineens overvallen.
Mijn hart maakt een sprongetje wanneer ik een boek over Pippi Langkous tegenkom, naast
Dik Trom en oude sprookjesboeken. De heldin uit mijn kinderjaren! Meteen overvalt me een
flashback van toen ik een meisje was. Pippi Langkous in vol ornaat, compleet met sproeten,
rode vlechten die recht van haar hoofd af stonden, wonend in Villa Kakelbont, schoppend
tegen alle regels. Als klein meisje verlangde ik diep van binnen dat mijn gestructureerd
kinderleven net zo was, als van dat sproetenkind. Pippi had nooit trubbels in haar leven. De
zon scheen altijd stralend, de hemel kleurde altijd blauw en haar leventje stond bol van de
pret. Heel even ben ik weer Pippi. Met sproeten.
© Wil Kamping 2013