Lokaal Opleidingsplan Heelkunde Haga 2014

LOKAAL OPLEIDINGSPLAN HEELKUNDE
HAGAZIEKENHUIS
DEN HAAG
MEI 2014
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
Pagina 1
INHOUDSOPGAVE
1.
Voorwoord
2.
Opleiding Heelkunde in het HagaZiekenhuis
3.
Modules
4.
Wettelijke kaders
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
Pagina 2
1.
VOORWOORD
Dit lokaal opleidingsplan beschrijft de opleiding Heelkunde binnen het HagaZiekenhuis, dat als
STZ ziekenhuis 23 medisch specialistische opleidingen kent, verbonden aan verschillende
universitaire centra. De aanzet voor het plan is gemaakt door een beperkt aantal leden uit de
aios- en opleidingsgroep. Dit concept is besproken en verder ingevuld in samenspraak met de
hele aios- en opleidingsgroep. Het plan begint met een schets van de context waarbinnen de aios
wordt opgeleid. Vervolgens wordt beschreven welke competenties de jonge klare chirurg moet
beheersen en hoe de ontwikkeling hiervan tijdens de opleiding wordt opgebouwd, begeleid en
beoordeeld. Nieuwe aios krijgen naast dit opleidingsplan een introductiewijzer arts-assistenten
met daarin aanvullende praktische informatie over het werken in het HagaZiekenhuis.
Het lokaal opleidingsplan is afgeleid van het landelijk opleidingsplan voor de opleiding tot
chirurg. Het voldoet aan de daarin gestelde eisen en aan de regelgeving met betrekking tot het
specialisme Heelkunde. De relevante (wettelijke) kaders van de opleiding Heelkunde zijn
beschreven in het Kaderbesluit CCMS (Centraal College Medisch Specialisten) en in de
beschrijving van de algemene competenties van de medisch specialist (KNMG 2005). Voor de
chirurgie is het Besluit Heelkunde en het landelijke opleidingsplan SCHERP (Structuur
Curriculum Heelkunde voor Reflectieve Professionals) opgesteld om aan de in het kaderbesluit
gestelde eisen, en de ontwikkeling van de genoemde competenties, invulling te geven. Samen
met het Regionaal Opleidingsplan geeft dit plan richting aan de heelkundige opleiding van regio
3.
Het opleidingsplan blijft, net als de opleiding zelf, in ontwikkeling: veel is al uitgewerkt en
ingevoerd in de praktijk, andere zaken vragen nog verdere aandacht en onderlinge afstemming.
In 2013 heeft de RGS aangegeven dat alle betrokkenen bij de medische vervolgopleidingen de
PDCA-cyclus daadwerkelijk moeten gaan toepassen. Bij de komende visitaties zal de RGS hier de
nodige aandacht aan geven. De COC van het HagaZiekenhuis heeft dit vertaald in een eigen
interne kwaliteitscyclus. Onderdeel van die cyclus is het jaarlijkse verbeterplan met enkele
actiepunten. Actiepunten voor de korte en middellange termijn worden als onderdeel van de
interne kwaliteitscyclus beschreven in een verbeterplan.
Suggesties ter verbetering van dit opleidingsplan kunnen worden gericht aan ondergetekenden.
Dr J.J. Wever, opleider Heelkunde HagaZiekenhuis
Dr J.W.S. Merkus, plaatsvervangend opleider Heelkunde HagaZiekenhuis
Mei 2014.
Waar “hij” staat kan ook “zij” worden gelezen.
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
Pagina 3
2.
DE OPLEIDING HEELKUNDE IN HET HAGAZIEKENHUIS
Vakgroep en opleidingsgroep
De visie op opleiden van de Vakgroep Heelkunde sluit aan bij de algemene visie van de
vakgroep: de kwaliteit van leven bij elke patiënt te verbeteren door optimale heelkundige zorg
in een stimulerende professionele cultuur en het onderhouden van een kwalitatief
hoogwaardige opleiding Heelkunde.
Het toekomstperspectief van de maatschap beschrijft expliciet de ambitie van de vakgroep
opleiding op het hoogste niveau te organiseren:
“Een mensvriendelijke goed georganiseerde vakgroep, zich kwalitatief en kwantitatief
continu ontwikkelend, erkend als top heelkundige kliniek en opleidingscentrum”.
De vakgroep onderhoudt en initieert een aantal opleidingen. De belangrijkste en de basis van
alle andere opleidingen is de opleiding tot chirurg. Behalve de opleiding van arts-assistenten
voor Heelkunde, de vooropleiding van andere snijdende specialismen (plastische chirurgie,
urologie, orthopedie) en de deelopleiding tot tropenarts, wordt opleiding en onderwijs gegeven
aan spoedeisende hulpartsen in opleiding, huisartsen in opleiding, semi-artsen, coassistenten,
medisch studenten (VPC), nurse practitioners, physician assistants, en verpleegkundigen.
Het streven naar een hoogwaardig opleidingscentrum kenmerkt zich door het verzorgen van
een geborgen opleidingsklimaat. De opleiding stelt zich tot doel het opleiden van
praktijkgerichte teamspelers. De opleidersgroep is vakinhoudelijk competent, gemotiveerd,
en maakt gebruik van moderne opleidingsmethoden (onderwijs aan volwassenen; training the
trainers, docentprofessionalisering). De groep is coherent en kenmerkt zich door een
professionele houding naar collega’s, assistenten en personeel.
Het HagaZiekenhuis en de vakgroep Heelkunde kennen een aantal bijzondere capaciteiten die
de inhoud van de opleiding Heelkunde (en aanverwante opleidingen) completeren. Doordat het
ziekenhuis een aantal topklinische functies bekleedt en een van de grootste Nederlandse
perifere opleidingsziekenhuizen is, wordt een zeer breed palet aan ziekten en ingrepen geboden
in de heelkundige opleiding. Alle voorkomende ingrepen in de Heelkunde, een scala aan acute
zorgverlening (traumacentrum, ic functie), een sterk gedifferentieerde vakgroep met expertise
op vele deelgebieden in de Heelkunde en een aantal bijzondere aandachtsgebieden
(longchirurgie, chirurgie bij kinderen), maken de opleiding breed, en met grote diepgang in de
verschillende expertgebieden.
Een aantal faciliteiten is essentieel om deze opleidingscapaciteiten optimaal te kunnen
benutten. De vakgroep beschikt over voldoende ruimten en capaciteit (bedden, OK-capaciteit,
IC-capaciteit) om een heelkundige praktijk te voeren die past bij een topklinisch
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
Pagina 4
opleidingsziekenhuis. Middelen en ruimten voor de heelkundige opleiding behelzen
mediamogelijkheden, leermiddelen, en IT-middelen, maar ook overdracht-, evaluatie- en
overlegruimte en administratieve ondersteuning (ruimte en mensen).
De opleiding voorziet in verschillende opleidingsmodules: vaatchirurgie, oncologische- en
gastrointestinale (laparoscopische) chirurgie, traumachirurgie en chirurgie bij kinderen (locatie
Juliana KinderZiekenhuis). Andere speerpunten als de longchirurgie, de diabetische
voetpolikliniek, wondenpolikliniek, shuntchirurgie (ten behoeve van hemodialyse),
spatadercentrum, proctologie-centrum en mammapolikliniek zijn eveneens onderdeel van de
opleiding Heelkunde HagaZiekenhuis.
De chirurgische opleidingsgroep van het HagaZiekenhuis bestaat uit 13 chirurgen. De totale
opleidingsgroep is verantwoordelijk voor de kwaliteit, inhoud en vormgeving van de opleiding
tot chirurg. Iedere chirurg heeft zijn eigen specifieke aandachtgebied.
Dr J.H. Allema
Dr H. Boutkan
Drs M.A.M. Brouwers
Dr R.G.S. van Eps
Drs P.J. van Huijstee
Dr I. Jannink
Dr B. Knippenberg
Dr J.D. Meeuwis
Dr J.W.S. Merkus
Drs H.G.W.M. van der Meulen
Dr. W.H. Steup
Dr J.J. Wever
Drs G.W. Zijp
Kinderchirurgie, traumachirurgie
Gastro-intestinale- en oncologische chirurgie (waaronder
mammachirurgie), proctologie, hoofdhalschirurgie, chirurgie
bij kinderen.
Gastro-intestinale- en oncologische chirurgie,minimaal
invasieve chirurgie
Vaatchirurgie, flebologie
Longchirurgie, traumachirurgie
Mammachirurgie, proctologie
Vaatchirurgie, flebologie, opleider physician assistants
Traumachirurgie
Gastro-intestinale- en oncologische chirurgie (waaronder
mamma-en melanoomchirurgie), minimaal invasieve
chirurgie, chirurgie bij kinderen
Traumachirurgie, Spoedeisende Hulp geneeskunde
Gastro-intestinale- en oncologische chirurgie, longchirurgie,
minimaal invasieve chirurgie.
Vaatchirurgie, flebologie
Kinderchirurgie, begeleider coassistenten
Naast de opleidingsgroep zijn er een fellow longchirurgie en een chef de clinique
traumachirurgie werkzaam binnen de heelkundige staf.
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
Pagina 5
Organisatie, taken en verantwoordelijkheden van de opleider
Dr J.J. Wever is vanaf 1 januari 2013 opleider en geeft leiding aan de opleidingsgroep. Hij is
primair verantwoordelijk voor alle zaken die de opleiding betreffen:
 Aannemen van A(N)IOS volgens CAO en rechtspositieregeling HagaZiekenhuis.
 Introductiegesprek bij aanvang van de opleiding, bespreken modelinstructie AIOS
en portfolio in VREST.
 Stagerooster en individueel opleidingsplan AIOS.
 Eerst verantwoordelijke en aanspreekpunt bij problemen van AIOS betreffende de
opleiding.
 Coördinatie van wetenschappelijk onderzoek van de AIOS.
 Begeleiden van AIOS bij het verrichten van onderzoek en het schrijven van een
artikel.
 Aansturen van de opleidingsgroep en bewaken van het nakomen van afspraken
gemaakt in het lokaal opleidingsplan.
 Is lid van de regionale opleidingscommissie Heelkunde regio 3.
 Is lid van de centrale opleidingscommissie HagaZiekenhuis.
 Is voorzitter van de opleidingsvergaderingen met de leden van de
opleidingsgroep.
 Aanpassen en aanzetten tot implementatie van het locaal opleidingsplan.
 Ontwikkelen en implementeren van nieuwe kwaliteitsinstrumenten ter verdere
verbetering van de opleiding.
 Samenstellen van het onderwijsrooster.
 Monitoren en bijhouden van de voortgang van de opleiding van de individuele
AIOS door:
o Controle van het portfolio
o Houden van voortgangsgesprekken en toetsingsmomenten.
 Aanvragen en voorbereiden van de opleidingsvisitatie.
Organisatie, taken en verantwoordelijkheden van de plaatsvervangend opleider
Dr J.W.S Merkus is vanaf 1 januari 2013 plaatsvervangend opleider. Hij neemt de
verantwoordelijkheid van de opleider over waar deze niet in staat is deze in te vullen door
afwezigheid of ziekte. Tevens heeft de plaatsvervangend opleider afwisselend met de opleider
een taak om voortgangsgesprekken met de AIOS te houden op basis van portfolio incl.
zelfreflectie.
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
Pagina 6
De opleidingsgroep
De leden van de opleidingsgroep superviseren de AIOS bij (poli) klinische activiteiten en nemen
actief deel aan overdrachten en onderwijsmomenten. Hiertoe volgen zij onder meer de Teach
the Teachers cursus, maar er is continu voortgaande docentprofessionalisering. Er wordt
deelgenomen aan workshops modern opleiden en er worden opleidingssymposia bezocht
waarvan de relevante punten met de rest van de opleidingsgroep worden besproken. Ook
vanuit de ROC Heelkunde regio 3 is een curriculum om de docentkwaliteiten van de
opleidersgroep te bevorderen. Deze cursussen worden op de ziekenhuislocatie gegeven.
De opleidingsgroep bewaakt de (individuele) medisch-inhoudelijke en professionele voortgang
van de AIOS en begeleidt hem tijdens de gehele opleiding. Per stage wordt de betreffende
stagebegeleider door de opleider betrokken bij de beoordelingen en toetsingsmomenten van de
AIOS. Bovendien streven alle leden van de opleidingsgroep naar een positieve opleidingscultuur
van laagdrempeligheid en horizontaal overleg waarin over en weer feedback kan worden
gegeven. Dit wordt gestimuleerd door deelname aan D-RECT (enquêtes waarin de AIOS het
opleidingsklimaat van het ziekenhuis en binnen de opleidingsgroep evalueert) en EFFECT
(waarmee supervisoren feedback krijgen op de kwaliteit van hun begeleiding).
De opleidingsgroep is verantwoordelijk voor het implementeren en bewaken van het lokaal
opleidingsplan en maakt kenbaar aan de (plaatsvervangend.) opleider wanneer de praktijk op
belangrijke punten afwijkt van het plan (en het plan dan wel de praktijk herziening behoeft).
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
Pagina 7
Kwaliteit
In het kader van de Modernisering Medische Vervolgopleidingen werd in voorgaande jaren
vooral de nadruk gelegd op het “zeggen wat je doet”, wat impliceert dat het landelijk/regionale
opleidingsplan wordt vertaald naar de lokale situatie, aangevuld met individuele
opleidingsplannen.
In 2013 is de nadruk komen te liggen op het “doen wat je zegt”, met andere woorden: wordt wat
is beschreven in het opleidingsplan ook daadwerkelijk zo uitgevoerd? En hoe wordt dat
geborgd?
Onderdeel van de (interne) controle op het “doen wat je zegt” is de kwaliteitscyclus PLAN DO
CHECK ACT. Hierin komen de volgende controlemomenten aan de orde:
1. Interne visitatie van de opleiding met verbeterplan.
2. Inzichtelijke en openbare notulering van de opleidingsvergaderingen.
3. D-RECT en EFFECT enquêtes.
Ad 1: Halverwege de door de RGS toegekende opleidingsperiode vindt een interne
opleidingsvisitatie plaats vanuit de Centrale Opleidings Commissie (COC). Tijdens deze visitatie
wordt separaat met de AIOS groep en de opleidingsgroep gesproken. Doel hiervan is het
vroegtijdig onderkennen van verbeterpunten. Aan de hand van het opgestelde verslag wordt
een verbeterplan gemaakt dat op voortgang wordt gecontroleerd door zowel de
opleider/opleidingsgroep als COC.
Ad 2: Door het verstrekken van de notulen van de opleidingsvergaderingen aan de COC wordt
een vinger aan de pols gehouden met betrekking tot mogelijke kwesties die spelen binnen de
AIOS-groep of opleidingsgroep. Doel hiervan is eveneens het vroegtijdig signaleren van
problemen maar ook positieve ontwikkelingen.
Ad 3: De D-RECT (Dutch Residents Educational Climate Test) is een vragenlijst die informatie
biedt over het opleidingsklimaat in een specialistische vervolgopleiding. De vragenlijst wordt
ingevuld door aios.
De volgende variabelen worden in de D-RECT meegenomen:
1. Supervisie
2. Begeleiden en toetsen
3. Observatieformulieren
4. Werken in een team
5. Samenwerking peers
6. Supervisoren onderling
7. Aansluiting werk bij AIOS
8. Veilige omgang supervisoren
9. Gepland onderwijs
10. Taken formele opleider
11. Overdracht
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
Pagina 8
EFFECT (Evaluation and Feedback for Effective Clinical Teaching) is een vragenlijst die
informatie biedt over de wijze waarop een supervisor of opleider de aios begeleidt. De
vragenlijst wordt ingevuld door supervisor en aios.
De vragen in de EFFECT-vragenlijst zijn onderverdeeld in zeven domeinen:







De opleider/supervisor als rolmodel
Zorgdragen voor leerzaam werk
Planning van opleidingsactiviteiten
Geven van feedback
Doceervaardigheden
Beoordeling
Algemene kenmerken van de opleider/supervisor
Deze domeinen zijn geformuleerd op basis van een uitgebreide literatuurstudie naar
kenmerken van een goed klinisch opleider én op basis van theorieën over leren in de praktijk.
Tevens is rekening gehouden met het competentieprofiel van de opleider, opgesteld door het
CCMS. Centraal in de EFFECT staat het gesprek dat door de AIOS wordt gehouden met de
individuele leden van de opleidingsgroep. Dit gesprek vindt plaats in aanwezigheid van een
externe gespreksleider. Tijdens dit gesprek passeren de in de enquête aan de orde gekomen
verbeterpunten.
Meer informatie over deze enquêtes kan worden teruggevonden in het Rapport Scherpbier.
De rol van de Centrale Opleidings Commissie in het toezien op de implementatie van de
kwaliteitscyclus bestaat uit het:




Stimuleren en uitvoeren van interne visitaties en audits
(On)gevraagd adviseren van de opleidingsgroep naar aanleiding van de notulen van de
opleidingsvergadering
Bevorderen van de docentprofessionalisering
Erop toezien dat de opleidingsgroep een kwaliteitscyclus implementeert en in stand
houdt
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
Pagina 9
Week- en dagindeling
De week- en dagindeling van de heelkundige vakgroep is zodanig dat dagelijks en wekelijks
gestructureerde leermomenten en optimale kwaliteit en continuïteit van zorg hand in hand
kunnen gaan. Het doel van deze overlegmomenten en de rol van de AIOS daarbij wordt
verderop in het opleidingsplan toegelicht.
Dagelijks:
07.30 uur
07.45 uur
12.30 uur
16.00 uur
Wekelijks
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
ochtendrapport
afdelingsvisite
IC visite
middagrapport
17.00 uur Heelkunde/Interne/MDL bespreking
17.00 uur Longbespreking
17.00 uur Traumabespreking (heelkunde/orthopedie)
17.00 uur Dialysebespreking (tweewekelijks)
17.00 uur Neurovasculaire bespreking (tweewekelijks)
12.30 uur Multidisciplinaire mammabespreking
17.00 uur Multidisciplinaire oncologiebespreking
17.00 uur Multidisciplinaire endocriene bespreking (maandelijks)
17.00 uur Vaatbespreking
13.00 uur Onderwijs, indicatiebespreking, radiologiebespreking,
complicatiebespreking, necrologiebespreking.
Verder vindt meerdere malen per jaar een aantal besprekingen plaats. Hiertoe behoren de
Haagse Refereeravond, de Vascular Rounds, de Lung Surgical Rounds, complicatiebespreking
met de longartsen, het Trauma Overleg West Nederland (TOWN), de Klapper van de Maand (bij
deze bespreking wordt door één van de A(N)IOS een traumapatiënt besproken, waarbij wordt
geëvalueerd hoe de traumaopvang is verlopen, wat er goed ging en wat er beter kan. Bij deze
vanuit de Heelkunde opgezette bespreking is betrokkenheid van de radiologie en de SEH met
zowel medische als verpleegkundige achtergrond) en de regionale refereeravonden. Wekelijks
vind een Traumateamtraining plaats met alle betrokken specialismen op de SEH.
Jaarlijks vindt in het HagaZiekenhuis een wetenschapsdag plaats en een opleidingssymposium,
beide gericht op zowel AIOS als opleiders.
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
Pagina 10
Aanvang opleiding
Bij de start ban de opleiding vindt een introductiegesprek met de opleider plaats waarin
afspraken worden gemaakt over het gebruik van het portfolio, het individueel opleidingsplan,
de planning van de periodieke beoordelingen. Alle assistenten die beginnen in het
HagaZiekenhuis volgen de Haga introductiecursus en de ABC cursus, waarvoor via de
HagaAcademie een uitnodiging wordt verstuurd.
Onderwijs
Gedurende de opleiding zijn er verschillende vormen van onderwijs. Naast het landelijk
georganiseerd onderwijs (zie schema) is er 2 maal per jaar een regionale refereeravond in één
van de ziekenhuizen van regio 3. Er wordt een thema besproken dat door de AIOS wordt
uitgewerkt.
In het HagaZiekenhuis wordt 3 maal per jaar Discipline Overstijgend Onderwijs (DOO)
georganiseerd voor alle A(N)IOS van het ziekenhuis. Het programma is gericht op thema’s die
voor aios van meerdere specialismen relevant zijn. Waar mogelijk wordt de link naar de
generieke competenties gelegd, bijvoorbeeld m.b.t. multidisciplinair samenwerken op de SEH of
t.a.v. kosten in- en van de zorg. Ook komen lokale, Haga-specifieke afspraken en initiatieven aan
bod. Meestal bestaat het programma uit een plenaire sessie gevolgd door een aantal workshops,
waarin enkele aan elkaar gerelateerde onderwerpen worden belicht. Ter illustratie: de thema’s
in 2014 zijn Financiën en ziekenhuisorganisatie, Palliatieve Zorg incl. handhaven
behandelbeperkingen en zorg rond levenseinde en Beeldvorming (Radiologie).
In het kader van de Boerhaave nascholing worden in OOR verband cursussen georganiseerd die
toegankelijk zijn voor AIOS uit de regio (www.boerhaavenascholing.nl)
Iedere vrijdagmiddag is gereserveerd voor onderwijs en verdiepende besprekingen. Volgens
een vast onderwijsrooster wordt door een staflid en een A(N)IOS een onderwerp passend bij
één van de thema’s uit SCHERP voorbereid en op interactieve wijze besproken. Daarnaast is er
die middag plaats voor complicatiebespreking, necrologiebespreking en een uitvoerige,
verdiepende indicatiebespreking en röntgenbespreking. Tijdens deze middag wordt tevens
ruimte gereserveerd voor een CAT presentatie (Critical Appraisal of a Topic), waarvoor de
desbetreffende A(N)IOS wordt beoordeeld met een korte praktijk beoordeling (KPB).
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
Pagina 11
Verplicht cursorisch onderwijs heelkunde regio 3
NB. Dit programma is nog in ontwikkeling, vooral mbt de CASH. De genoemde kosten zijn
richtinggevend.
Cursus
1e jaar
Dagdelen Locatie
Kosten
CASH: Boot Camp
ATLS
Basic Surgical Skills
FCCS
10
4
6
4
Tilburg
Leiden
Groesbeek
1500
1700
500
650
Communicatie Artspatiënt (1)©
LISA hand en vasculair
access*
LISA heup en anus
2
Leiden
gratis
2
R’dam/
Leiden
R’dam/
Leiden
R’dam/
Leiden
R’dam/
Leiden
150
2
150
LISA lieskanaal en
2
150
mamma
LISA perifere vaten, enkel 2
150
en voet
Totaal
34
4850
© “Disciplineoverstijgend onderwijs voor AIOS”
Cursus
Laparoscopie cursus
Stralingsbescherming
AO cursus
CASH 1.2 oncologie
Basic gastro-intestinal
skills
Communicatiecursus
(2)©
Professioneel gedrag©
LISA hand en vascular
access*
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
2e jaar
Dagdele
Locatie
n
4
4
Leiden
8
4
4
Groesbeek
Kosten
800
450
1600
420
650
1
Leiden
Gratis
2
2
Leiden
R’dam/ Leiden
Gratis
150
Pagina 12
LISA heup en anus
2
R’dam/ Leiden
150
LISA lieskanaal en
2
R’dam/ Leiden
150
mamma
LISA perifere vaten,
2
R’dam/ Leiden
150
enkel en voet
GCP
2
NTB
?
Totaal
37
4520
© “Disciplineoverstijgend onderwijs voor AIOS”
* De LISA cursussen worden verdeeld over de eerste twee jaar gedaan.
NB: In de eerste 2 jaar van de opleiding dient het Basisexamen Heelkunde gedaan te
worden. Kosten € 325, examenstof elektronisch. Examen 2 x per jaar.
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
Pagina 13
Cursus
3e jaar
Dagdelen
Locatie
Kosten
CASH 2
12
Beekbergen
300
Basis intramedull.
4
Zeist
350
ost.synt.
Basiscursus
1
LUMC
50
vaatnaden
Klinische
2
LUMC
gratis
onderwijskunde©
LISA bovenbuik
2
R’dam/
150
en hoofdhals*
Leiden
LISA
2
R’dam/
150
retroperitoneum
Leiden
en colorectaal
Cursus/ congres
6
1200
naar keuze
Totaal
29
2350
* De LISA cursussen worden verdeeld over de jaren 3 en 4 gedaan.
© “Disciplineoverstijgend onderwijs voor AIOS
4e jaar
Cursus
Dagdelen
Locatie
Kosten
CASH 2
12
Beekbergen
300
MOD cursus
4
Zeist
350
Evidence Based
4
Leiden
Gratis
Medicine©
LISA bovenbuik
2
R’dam/
150
en hoofdhals*
Leiden
LISA
2
R’dam/
150
retroperitoneum
Leiden
en colorectaal
Cursus/congres
6
1200
naar keuze
Totaal
30
2300
© “Disciplineoverstijgend onderwijs voor AIOS”
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
Pagina 14
Cursus
5e jaar
Dagdelen
Locatie
Kosten
CASH 3
8
Beekbergen
1500
Medische ethiek
2
Leiden
Gratis
Cursus/congres
8
1600
naar keuze
Totaal
18
3650
© “Disciplineoverstijgend onderwijs voor AIOS”
Cursus
6e jaar
Dagdelen
Locatie
Kosten
CASH 3
8
Beekbergen
1500
Management in
1
Leiden
Gratis
de zorg©
Cursus/congres
8
1600
naar keuze #
Totaal
17
3100
© “Discipline-overstijgend onderwijs voor AIOS”
Discipline Overstijgend Onderwijs in regio 3
Meer informatie: www.oorleiden.nl
•
•
•
•
•
•
•
•
Communicatie Arts-Patiënt
Evidence Based Medicine (EBM)
Competentiegericht opgeleid worden
Klinische onderwijskunde
Management en wettelijke kaders
Professionele attitude en medicolegale aspecten van de patiëntenzorg
Medische ethiek
Patiëntveiligheid in de dagelijkse realiteit
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
Pagina 15
Toetsing
De ontwikkeling van AIOS wordt gedurende de opleiding m.b.v. verschillende methoden
getoetst om zo het functioneren op de verschillende competentiegebieden zo valide en
betrouwbaar mogelijk in beeld te brengen. Ook de verdeling van de toetsing over de leden van
de opleidingsgroep draagt aan dit laatste punt bij. Daarnaast vergroot spreiding over de
opleidingsgroep de betrokkenheid en wordt de toetsinspanning gezamenlijk gedeeld.
Op opleidingsniveau wordt gebruik gemaakt van:
1. Periodieke voortgangsgesprekken (in eerste 2 jaar elke 3 maanden; daarna elk half jaar)
2. Geschiktheidbeoordelingen;
3. 360 graden feedback (na 9 resp. 21 maanden en in het derde jaar);
4. Zelfreflecties.
Het portfolio in Vrest is een belangrijke informatiebron bij het monitoren van de ontwikkeling
van een AIOS. Op basis van Vrest kan de AIOS aantonen dat de eindtermen voor de
competentiedomeinen zijn bereikt. Dit wordt besproken in een voortgangsgesprek met de vaste
begeleider. Ook wordt ook gekeken welke competenties eventueel meer aandacht behoeven in
de komende periode. Tijdens een stage kan de stagebegeleider hierin ook een rol spelen door
het invullen van KPB’s. Deze nieuwe eindtermen, samen met andere leerdoelen, worden in het
individueel opleidingsplan (IOP) iedere 3 maanden bijgesteld.
Ook wordt op basis van het portfolio gekeken of is voldaan aan alle verplichtingen en of er
sprake is van geschiktheid voor de beroepsuitoefening. De geschiktheidbeoordeling wordt
gevoerd door de opleider en vindt jaarlijks plaats in de eerste drie jaar.
In specifieke opleidingssituaties wordt gebruik gemaakt van:
1. Objective Structured Assessments of Technical Skills (OSATS);
2. Operatieverslag/statusvoering/correspondentie;
3. Korte Praktijk Beoordelingen (KPB);
4. CAT’s;
5. Case based discussions
6. Referaat.
1. Objective Structured Assessment of Technical Skills (OSATS)
De beoordeling van operatieve vaardigheden vindt plaats direct na afloop van een operatie
(key-procedures, zie landelijk opleidingsplan SCHERP). Het is een toetsingsinstrument waarmee
de AIOS in korte tijd op de belangrijkste aspecten van de ingreep kan worden beoordeeld. Er is
tevens ruimte voor het bespreken van ‘tips and tricks’. Uiteindelijk kan de beoordelaar
aangeven of de AIOS op, onder of boven zijn verwachte niveau gepresteerd heeft. Bij voldoende
beoordelingen van een verrichting kan de verantwoordelijk chirurg van een type ingreep het
competentieniveau (A-E) aanpassen.
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
Pagina 16
2. Operatieverslag/statusvoering/correspondentie
De beoordeling van het operatieverslag en het patiëntendossier gebeurt aan de hand van een
specifiek beoordelingsformulier. Dit is gebaseerd op de criteria die ook gehanteerd worden bij
de kwaliteitsvisitatie van de NVvH. Het verslag wordt aan de hand van de casus medisch
inhoudelijk en zo nodig op andere gebieden doorgesproken en beoordeeld. Het doel van de
beoordelingen is het verbeteren van de kwaliteit van de operatieverslagen, correspondentie en
statusvoering.
3. Korte Praktijk Beoordeling (KPB)
Het werken met KPB’s kent (niet alleen bij de opleiding Heelkunde overigens) de nodige
haperingen en misverstanden. In de D-rect enquête, opleidingsvergaderingen en ‘de
wandelgangen’ blijkt het ‘halen’ van voldoende KPB’s in praktijk weerbarstig. Onderstaande
toelichting kan mogelijk helderheid bieden.
De KPB is een instrument dat gemakkelijk(er) in de dagelijkse praktijk is toe te passen als aios
en supervisor het gebruiken waarvoor het bedoeld is: het structureren van feedback na
observatie van een assistent tijdens het dagelijks werk. Een KPB kan al dan niet
patiëntgebonden zijn. De observatie van de assistent is een essentiële voorwaarde. Dat kan
‘live’: een supervisor kijkt mee bij een deel van een consult, gesprek of overleg. Bij voorkeur
spreken aios en supervisor vooraf af wanneer deze meekijkt en op welke specifieke
punten/competenties. De supervisor bespreekt na afloop (z.s.m. erna, in elk geval op dezelfde
dag) de feedback op wat hij/zij de aios in dat (beperkte) stuk heeft zien doen. Supervisor en aios
vullen dit meteen samen in VREST in.
Omdat het in praktijk vaak lastig blijkt om daadwerkelijk bij een assistent mee te kijken (zie ook
de D-rect uitkomsten op dit punt, evenmin uniek voor het Haga/opleiding Heelkunde), is het
met camera opnemen en op een later tijdstip nabespreken van bijvoorbeeld de anamnese en het
lichamelijk onderzoek tijdens poliklinische consulten ook een mogelijkheid. Hierbij wordt
gebruik gemaakt van bestaande procedures rond privacy van aios en patiënten en van
ervaringen die elders (binnen en buiten het Haga) met de inzet van videofeedback zijn
opgedaan.
Het is belangrijk te benadrukken dat de KPB geen doel op zich is (ook al zijn er minimum
aantallen geformuleerd). Veel belangrijker is dat een serie KPB’s over verschillende situaties
een goed beeld geeft van de ontwikkeling van de aios. Daarbij geldt wel dat AIOS en opleider
alleen iets aan de KPB’s hebben als de supervisoren hun feedback kort op het formulier
toelichten in 2 -3 concrete punten (sterke/aandachtspunten/advies voor volgende keer). Dat
elke KPB maar over een klein deel gaat, een momentopname betreft, ‘maar’ gericht is op enkele
competenties is geen enkel bezwaar. Beter veel KPB’s op kleine en verschillende onderdelen, op
verschillende momenten en van verschillende supervisoren dan (bijna) geen KPB’s omdat ‘alles’
erbij aan bod zou moeten moet komen, ‘het niet aan mij is’ en ‘je er gewoon niet toe komt’.
In 2014 zal met de verschillende stagebegeleiders worden bekeken welke momenten en
klinische situaties zich er in hun stage voor lenen om de feedback aan de aios m.b.v. een KPB te
structureren.
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
Pagina 17
360˚ evaluatie
De 360˚ evaluatie is een beoordelingsmethode waarbij aan alle betrokkenen op de werkplek
wordt gevraagd het functioneren van de AIOS te beoordelen volgens een vast format. Dit houdt
in dat verpleegkundigen, secretariële medewerkers, facilitaire medewerkers, mede AIOS,
stafleden, paramedici enzovoorts naar een korte beoordeling wordt gevraagd. Deze momenten
vinden in principe 3 maal per opleiding plaats volgens een vast schema.
Zelfreflectie
Aan de hand van een bijzondere situatie (moeilijk gesprek, reanimatie, overlijden, conflict) of
een specifiek uitgevoerde taak (organisatie van een bespreking, rol in commissie) wordt door
de AIOS een analyse verricht van de omstandigheden en de gevolgen van de situatie voor de
betrokkenen en de AIOS zelf.
Case Based Discussion
Aan de hand van een casus worden de medische gegevens geanalyseerd en de verschillende
behandelopties beargumenteerd besproken. Hierbij dienen de indicaties, contra-indicaties,
complicaties, peri-operatieve zorgaspecten en de behandeling van complicaties aan de orde te
komen.
Voordracht NVvH (of vergelijkbaar podium)
De AIOS houdt tijdens de opleiding tot chirurg minimaal éénmaal een voordracht op een
wetenschappelijk congres. Bij voorkeur een congres van de Nederlandse Vereniging voor
Heelkunde.
Eerste auteur peer-reviewed artikel
De AIOS publiceert minimaal één wetenschappelijk artikel als eerste auteur. Het tijdschrift
waarin het artikel verschijnt, dient een peer-reviewed tijdschrift te zijn.
Examens in het kader van cursorisch onderwijs
Een aantal landelijke en regionale onderwijsbijeenkomsten zoals de specialistencursus
Heelkunde, ATLS, Basis Chirurgisch Examen, basiscursus stralingshygiëne etc. wordt met een
toets afgesloten. Deze examens dienen met goed gevolg afgelegd te zijn.
Stages in het kader van de opleiding
De AIOS doorloopt een aantal stages, hiertoe wordt de stage SEH en stage ICU ook gerekend.
Deze stages dienen met goed gevolg afgerond te worden volgens de lokaal heersende normen.
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
Pagina 18
IJking
Structuur Individueel Opleidingsplan (IOP)
De AIOS maakt voor aanvang van een stage een IOP en bespreekt dit met de stage begeleider. In
het IOP dient de AIOS de volgende elementen te beschrijven:
 Samenvatting eerder behaalde bekwaamheidsniveaus Medisch Handelen
 Samenvatting behaalde niveau algemene competenties
 Schema vaardigheidsniveau Key Procedures en vooral die relevant voor
betreffende stage, vergeleken met de niveaus van SCHERP en een kolom met het
te behalen niveau in de betreffende stage
 Beschrijving te behalen functioneringsniveau van opleidingsactiviteiten
(bijvoorbeeld over mate van zelfstandigheid van visite lopen)
 Beschrijving wensen bijzondere activiteiten / leerdoelen
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
Pagina 19
Introductie stage
IOP stage






Stagebeschrijving bespreken
Niveau key procedures
Leerdoelen thema’s SCHERP
Aandachtspunten
Overige verwachtingen
Vastleggen IOP
Halverwege stage
Uitvoering IOP




Thema’s
Leerdoelen
Feedback en toetsing
Onderwijs





Voortgang en niveau op thema
Verrichtingen > OSATS
KPB’s
Operatieverslagen
Besprekingen
Opleidingsklimaat Afspreken:




Thema’s
Leerdoelen/keyprocedures
Feedback en toetsing
IOP bijstellen
Einde stage
IOP volgende stage
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014








Thema’s: behaald niveau
Verrichtingen: OSATS
KPB’s
Operatieverslagen
Besprekingen
Aandachtspunten
Opleidingsklimaat
Bijstellen IOP volgende stage
Pagina 20
Toetsing
3 m 6 m 9 m 1 jaar 15 m 18 m 21 m 2 jaar 2½ jaar 3 jaar 3½ jaar 4 jaar 4½ jaar 5 jaar 5½ jaar 6 jaar
Voortgangsgesprek
• • • • • • • •
•
•
•
•
•
•
•
•
Geschiktheidsbeoordeling
•
•
•
Kennistoets
•
360° beoordeling
•
•
•
Zelfreflectie
• • • • • • • •
•
•
•
•
•
•
•
•
CAT
•
•
•
•
•
•
•
•
Case based discussion
•
•
•
•
•
•
KPB
6x per jaar
6x per jaar
4x per jaar 4x per jaar 4x per jaar 4x per jaar
OSATS
20 key procedures
20 key procedures
20 key procedures 20 key procedures 20 key procedures 20 key procedures
OK verslag
2
2
4
4
4
4
4
Referaat
1 referaat 1 referaat 1 referaat 1 referaat
Voordracht NVvH
Ja
1e auteur peer reviewed artikel
Ja
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
Pagina 21
3.
DE MODULES
De moeilijkheidsgraad van de operaties die arts-assistenten verrichten, neemt
gedurende de opleiding geleidelijk toe. Zo ook hun eigen verantwoordelijkheid en
zelfstandigheid in de algehele patiëntenzorg. In onderstaand overzicht zijn de key
procedures volgens SCHERP en de relevante thema’s per module weergegeven. De
voortgang in operatieve vaardigheden worden door de opleiders frequent met de
assistent besproken. In het elektronisch portfolio (VREST) worden de vorderingen
vastgelegd en zichtbaar gemaakt (OSATS). Iedere AIOS krijgt een elektronisch portfolio
in VREST. In Scherp zijn de medische en niet medische competenties per opleidingsjaar
beschreven. De opleiding Heelkunde van het HagaZiekenhuis is hiernaar ingedeeld. De
Module-indeling dekt alle in Scherp omschreven thema’s en key procedures. De AIOS
wisselt per 6 maanden van module en komt zo in aanraking met elke module in ieder
deel van zijn opleiding.
Bij de benoeming van de niveaus wordt de eerder beschreven indeling gebruikt:
Medisch Handelen
A Beheerst basis feitenkennis voldoende
B Kan kennis onder strikte supervisie toepassen
C Kan onder beperkte supervisie kennis toepassen
D Past zelfstandig gestructureerd kennis adequaat toe.
E Kan gestructureerd kennis overdragen
Vaardigheden (m.b.t. key procedures)
A Assisteert adequaat
B Handelt adequaat onder strenge supervisie
C Handelt adequaat onder beperkte supervisie
D Handelt adequaat zonder supervisie
E Superviseert en onderwijst adequaat
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
Pagina 22
Dag- en weekprogramma
Dagelijks:
07.30 uur Ochtendrapport
07.45 uur Ochtendvisite
08.00 uur Röntgenbespreking SEH
12.30 uur IC-bespreking
16.30 uur Indicatiebespreking en avondrapport/visite
17.00 uur Categorale besprekingen (zie hieronder)
Indeling
07.30-07.45: Ochtendoverdracht
Aanwezigen: Chirurgen, arts-assistenten, PA’s , semi-artsen, coassistenten,
Rol aios: de dienstdoend assistent doet verslag van wat er in de dienst heeft
plaatsgevonden. Hierop kan feedback/beoordeling plaatsvinden door de dienstdoend
chirurg, de (plaatsvervangend) opleider of ieder lid van de opleidingsgroep. De
beoordelingsvorm is een niet patiëntgebonden KPB.
Locatie: SUO BackOffice, 1e etage
Duur: 15 minuten
Doel: rapportage verrichte spoedoperaties in dienst, opgenomen patiënten, problemen
afdelingen, controle dagindeling/aanwezigen, complicaties
Verslag: EPD (Elektronisch Patiënten Dossier) in SAP
07.45-08.00: Oriënterende visite (korte ochtendronde)
Aanwezigen: chirurg, arts-assistenten, PA’s, semi-artsen, coassistenten,
verpleegkundigen
Rol AIOS: in afwezigheid van de afdelingsverantwoordelijke PA is één van de A(N)IOS
verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken op de afdeling. De supervisie vindt
plaats door respectievelijk de oudere AIOS of differentiant en de chirurgen van de
desbetreffende afdeling. Beoordeling hiervan wordt meegenomen in de hieronder
beschreven beoordelingsgesprekken
Duur: 15-20 min
Doel: indruk van de toestand van patiënt, informatieoverdracht
verpleegkundige->arts; beloop in de afgelopen 12 uur
Verpleegkundige zorg/nazorgtraject
Informatieoverdracht arts->verpleegkundige
Verrichte operatie/postoperatief beleid
Beleid voor de komende dag(en)
Verslag: EPD Heelkunde
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
Pagina 23
08.30-10.00: Zaalvisite
Afwijkend starttijdstip af te spreken na ochtendronde
Visite wordt voorbereid, beleidsplan in medische status genoteerd
Aanwezigen: Arts-assistent/coassistent/PA/semi-arts/verpleegkundige
Duur: : 60-90 min
Doel: : Anamnese/Onderzoek/Diagnostiek/Beleid
Informatieoverdracht patient->arts/verpleegkundige
Beloop in afgelopen 24 uur
Herstel/Beleid/Verwachting/Nazorg/ontslag
Informatieoverdracht arts/verpleegkundige->patient
Uitslagen, te verrichten onderzoeken, verwachting herstel, beloop, ontslagbeleid
Verslag : afspraken noteren en afsprakenblad paraferen. Verpleegkundig dossier en
klinische status worden achteraf zonodig bijgewerkt.
16.00-16.30: Middagoverdracht
Aanwezigen: chirurgen, arts-assistenten, PA’s, semi-artsen, coassistenten
Rol AIOS: de AIOS die de avonddienst invult heeft de leiding over deze bespreking,
Achtereenvolgens worden de geopereerde patiënten, de opgenomen patiënten, de
zorgen van de dienst, de complicaties en de operaties van de volgende dag besproken.
Hierbij is ook de inbreng van de AIOS die het spoedsein die dag gedragen heeft van groot
belang. Beoordeling kan plaatsvinden door een KPB niet patiëntgebonden.
Doel: Informatieoverdracht van de dagploeg naar de dienstploeg.
Verslag: EPD (Elektronisch Patiënten Dossier) in SAP
16.45-17.00: Avondronde
Aanwezigen: superviserende chirurg en afdelingsassistenten lopen langs patiënten die
gemeld zijn als “zorgen voor de dienst”
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
Pagina 24
17.00-18.00: Categorale besprekingen
Maandag: Heelkunde-Interne-MDL bespreking (HIM).
Tijdens deze bespreking worden door de assistenten van genoemde disciplines
patiënten voorgedragen ter multidisciplinaire bespreking en/of behandeling.
Beoordeling hiervan kan plaatsvinden door een niet patiëntgebonden KPB.
Maandag: Longbespreking (longartsen-longchirurgen).
Bespreking tussen de longartsen, longchirurgen en respectievelijke assistenten.
Dinsdag: Traumabespreking (heelkunde-orthopedie-radiologie).
De in de voorafgaande week behandelde fracturen worden besproken, evenals casus die
een multidisciplinaire bespreking behoeven. De presenterende A(N)IOS kan worden
beoordeeld door een KPB niet patiëntgebonden.
Dinsdag: om de twee weken is er een neurovasculaire bespreking (vaatchirurgieneurologie-radiologie) waarbij patiënten met vasculaire afwijkingen in de hals- of
hersenvaten worden besproken. Deze bespreking wordt voorgezeten door een van de
AIOS neurologie.
Dinsdag: om de twee weken vindt de shuntbespreking plaats (vaatchirurgen-nefrologenradiologen) waar problematiek van dialysefistel de revue passeert. Deze bespreking
wordt voorgezeten vanuit de nefrologie.
Woensdag: Oncologiebespreking (heelkunde, interne, radiologie, radiotherapie,
hematologie, pathologie).
Een van de AIOS uit de module oncologische chirurgie, bij voorkeur en indien aanwezig
de differentiant, presenteert de oncologische patiënten voor een multidisciplinair team
met de bedoeling het meest geschikte behandeltraject vast te leggen. Beoordeling
hiervan kan plaatsvinden door een KPB niet patiëntgebonden.
Donderdag: Vaatbespreking (vaatchirurgen-vasculair internisten-radiologen) .
De AIOS die is ingedeeld in de module vaatchirurgie brengt de vaatchirurgische
patiënten die een multidisciplinaire bespreking behoeven. Tevens worden alle patiënten
die de week daarop worden geopereerd besproken. Beoordeling van de AIOS kan
plaatsvinden door een KPB niet patiëntgebonden.
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
Pagina 25
Module SEH/AODA
SEH/AODA
Gehele opleidersgroep chirurgie en
opleidersgroep SEH artsen KNMG
Tijdens de module SEH/AODA is de AIOS verantwoordelijk voor de klinische patiënten
op de Acute Opname en Diagnostiek Afdeling (AODA). Deze afdeling vormt een
verlengstuk van de SEH; patiënten worden hier primair opgenomen en indien nodig na
48 uur overgeplaatst naar een andere afdeling. Tevens worden hier patiënten
opgenomen waarvan de diagnostiek nog niet rond is. Op de AODA liggen veelal
chirurgische, interne en maag-darm-lever patiënten. Er is iedere ochtend een
gemeenschappelijke multidisciplinaire patiëntenbespreking. Indien nodig doet de AIOS
op de AODA consulten bij niet-chirurgische patiënten.
De klinische zorg voor de AODA wordt gecombineerd met betrokkenheid op de SEH bij
chirurgische patiënten of –problemen. Deze betrokkenheid geschiedt op consultbasis.
Primair is de SEH arts verantwoordelijk voor de patiënten. Als er specifiek chirurgische
expertise is vereist, wordt de AIOS gevraagd. Hierbij kan worden gedacht aan het
beoordelen van buikklachten, reponeren van fracturen, opvang van hoog energetische
trauma’s en alle overige pathologie waarvoor chirurgische expertise vereist is. Uiteraard
is de AIOS ook betrokken bij chirurgische patiënten die worden opgenomen. Omdat deze
patiënten vrijwel altijd primair op de AODA worden opgenomen is de AIOS goed op de
hoogte en kan continuïteit van zorg bieden.
Tijdstip
Voor aanvang module
Halverwege module
Einde module
Gesprek met stagebegeleider
Leerdoelen
Afspraken
Bespreken gegevens portfolio
Beoordeling competenties
Zelfreflectie
Afspraken vervolg van stage
Bespreken gegevens portfolio
Beoordeling competenties
Leerdoelen behaald?
Zelfreflectie
Actie
Verslaglegging in IOP door
AIOS
KPB niet patiëntgebonden
Afspraken in IOP door AIOS
KPB niet patiëntgebonden
Leermiddelen en opleidingsactiviteiten:
SEH, poliklinische operatiekamer, afdeling, overdrachtsbespreking, indicatiebespreking,
multidisciplinaire besprekingen, radiologiebespreking, heelkundig onderwijs, SEH
onderwijs.
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
Pagina 26
Relevante thema’s uit SCHERP:
Thema 1: Zwelling in de buikwand
Thema 3: Intensieve zorg
Thema 4: peri-operatieve zorg en post-operatieve complicaties
Thema 5: Vastleggen en overdragen.
Thema 8: Wondbehandeling
Thema 9: Chirurgische infecties
Thema 12: Kleine niet-complexe chirurgie
Thema 16: Galsteenlijden en icterus
Thema 18: Peri-anale klachten
Thema 20: Passageklachten onderste tractus digestivus
Thema 21: Bloedverlies tractus digestivus
Thema 22: Acute buik.
Thema 29: Ischaemisch been
Thema 31: Aneurysmatisch vaatlijden
Thema 33: Primaire opvang en triage van traumapatiënten
Thema 34: Polytrauma
Thema 35: Extremiteitsletsel
Thema 37: Brandwonden
Thema 41: Zwelling lies/externe genitalia kind
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
Pagina 27
Werkzaamheden en toetsing
Opleidingsactiviteit en werkplek
Afdeling
 Opname nieuwe patiënten
 Visite
 Nabespreking met verpleging
 Slecht nieuws gesprek
SEH
 Consultatie nieuwe patiënten
 Behandelplan/opname
 Bespreken met supervisor
 Statusvoering en brief HA
Overigen
 Dienst
 Overdracht
 Bespreking patient met supervisor
 Categorale besprekingen
 Journalclub
 Klinische les
 CAT
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
Competenties
Toetsing




M, C
C, S, O, P
C, S, O, P
C, P




KPB patient
KPB
KPB/360
KPB




M, C
M, MH, O
M, MH, P
C, O, MH,
P




KPB
KPB
KPB niet patient
KPB niet patient







M, O, S
S, O
M, MH, P
M, C, S, P
KW
KW
KW







KPB
KPB
Stagegesprek
KPB
KPB
KPB
KPB
Pagina 28
MODULE Vaatchirurgie
Afdeling 11A
Knippenberg/ van Eps/Wever
Het HagaZiekenhuis kent een grote afdeling vaatchirurgie. Vrijwel het volledige scala
aan vaatchirurgische behandeling vindt er plaats, met uitzondering van open thoracale
aortachirurgie.
Vaatchirurgische patiëntenzorg vereist een multidisciplinaire aanpak. Er is nauwe
samenwerking met interventieradiologie, vasculaire interne geneeskunde, nefrologie,
neurologie en IC. De behandeling van vaatpatiënten wordt besproken in de
vaatbespreking, de dialysebespreking en de neurovasculaire bespreking.
Kennis en kunde over de behandeling van vaatpatiënten is gecentraliseerd in het Haga
Vaatexpertisecentrum dat naast de behandeling van het vigerende probleem ook
aandacht heeft voor het herkennen en behandelen van risicofactoren op hart- en
vaatziekte, en de belangrijke secundaire preventie ervan. Patiënten worden met
betrekking hierop eveneens multidisciplinair besproken in de secundaire preventie
bespreking.
In het kader van kwaliteitsbewaking wordt deelgenomen aan de Dutch Surgical
Aneurysm Audit en de Dutch Audit for Carotid Interventions (DSAA en DACI, onderdeel
van de DICA).
Tijdstip
Voor aanvang module
Halverwege module
Einde module
Gesprek met stagebegeleider
Leerdoelen
Afspraken
Bespreken gegevens portfolio
Beoordeling competenties
Zelfreflectie
Afspraken vervolg van stage
Bespreken gegevens portfolio
Beoordeling competenties
Leerdoelen behaald?
Zelfreflectie
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
Actie
Verslaglegging in IOP door
AIOS
KPB niet patiëntgebonden
Afspraken in IOP door AIOS
KPB niet patiëntgebonden
Pagina 29
Leermiddelen en opleidingsactiviteiten:
Operatiekamer, poliklinische operatiekamer, SEH, IC, polikliniek, afdeling,
overdrachtsbespreking, indicatiebespreking, multidisciplinaire besprekingen,
radiologiebespreking, heelkundig onderwijs.
Relevante thema’s uit Scherp
thema 26. cerebrovasculaire pathologie
thema 27. vasculaire toegangsweg
thema 28. chronische veneuze insufficiëntie
thema 29. ischemisch been
thema 30. ischemische arm
thema 31. aneurysmatisch vaatlijden
thema 32. vasculaire varia
.
Key Procedures Vaatchirurgie
Cerebrovasculair
CV inclusief subcl origo operatief
CV inclusief subcl origo endovasculair
CV inclusief subcl origo complex
Thoracaal
interventie operatief
interventie endovasculair
Visceraal
interventie operatief
Splanchnisch endovasculair
Aorta-iliaco-femoraal
AAA (niet geruptureerd) operatief
AAA (niet geruptureerd) endovasculair
AAA (geruptureerd) complex
Vaatreconstructie oblitererend operatief
Vaatreconstructie oblitererend endovasculair
Vaatreconstructie centraal complex
Extremiteit ischemie
Vaatreconstructie operatief
Vaatreconstructie endovasculair
Vaatreconstructie complex
Toegangsweg
AV fistel primair
AV fistel gecompliceerd/redo
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
jaar 1-2
jaar 3-4
B
A
A
C
B
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
C
C
C
B
B
A
A
A
A
C
B
A
A
A
C
B
Pagina 30
CAPD aanleggen
Veneuze toegang overige
Veneuze insufficientie
Varices sclero/convol.
Varices invasief primair
Varices invasief redo
Veneuze reconstructief complex
Amputatie
Boven of onderbeen
Overige
Overige
1e rib resectie
Diagnostiek Overige vasculair (o.a.Tx)
C
C
C
D
B
D
C
C
D
D
C
C
D
D
A
A
Werkzaamheden en toetsing
Opleidingsactiviteit en werkplek
Operatiekamer
 Voorbereiding patient
 Operatie
 Nazorg patient
 operatieverslag
Afdeling
 Opname nieuwe patiënten
 Visite
 Nabespreking met verpleging
 Slecht nieuws gesprek
Polikliniek
 Consultatie nieuwe patienten
 Behandelplan/opname
 Bespreken met supervisor
 Statusvoering en brief HA
Competenties
Toetsing




M, C
M, S, P
M, C
M




OSATS
OSATS
360
operatieverslag




M, C
C, S, O, P
C, S, O, P
C, P




KPB patient
KPB
KPB/360
KPB




M, C
M, MH, O
M, MH, P
C, O, MH,
P




KPB
KPB
KPB niet patient
KPB niet patient
Overigen
 Dienst
 M, O, S
 KPB
 Overdracht
 S, O
 KPB
 Bespreking patient met supervisor
 M, MH, P
 Stagegesprek
 Categorale besprekingen
 M, C, S, P
 KPB
 Journalclub
 KW
 KPB
 Klinische les
 KW
 KPB
 CAT
 KW
 KPB
M=medisch handelen; C=communicatie; S=samenwerking; O=organisatie;
MH=maatschappelijk handelen; P=professioneel gedrag; KW=kennis en wetenschap
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
Pagina 31
MODULE Traumachirurgie
Afdeling SEH/Heelkunde1/AODA
vdMeulen/Meeuwis/van Huijstee/
Het HagaZiekenhuis is een groot regionaal traumacentrum dat deel uitmaakt van het
Trauma Centrum West, waarvan ook het Leids Universitair Medisch Centrum en het
Medisch Centrum Haaglanden deel uitmaken. Er zijn regionale afspraken over de
behandeling van speciële traumatologische pathologie.
Op de afdeling spoedeisende hulp worden jaarlijks 40.000 patiënten gezien met zeer
diverse spoedeisende pathologie.
Er is goede samenwerking met de afdeling orthopedie, zich uitend in een gezamenlijke
traumabespreking. Op kwartaalbasis vindt het Trauma Overleg West Nederland plaats
(TOWN) waar vertegenwoordigers van de drie aangesloten klinieken, al dan niet
aangespoord door een externe spreker, discussiëren over traumatologische
vraagstukken.
Tijdstip
Voor aanvang module
Halverwege module
Einde module
Gesprek met stagebegeleider
Leerdoelen
Afspraken
Bespreken gegevens portfolio
Beoordeling competenties
Zelfreflectie
Afspraken vervolg van stage
Bespreken gegevens portfolio
Beoordeling competenties
Leerdoelen behaald?
Zelfreflectie
Actie
Verslaglegging in IOP door
AIOS
KPB niet patiëntgebonden
Afspraken in IOP door AIOS
KPB niet patiëntgebonden
Leermiddelen en opleidingsactiviteiten:
Operatiekamer, poliklinische operatiekamer, SEH, IC, polikliniek, afdeling,
overdrachtsbespreking, indicatiebespreking, multidisciplinaire besprekingen,
radiologiebespreking, heelkundig onderwijs.
Relevante thema’s uit Scherp
thema 33. primaire opvang en triage traumapatiënten
thema 34. polytrauma
thema 35. extremiteitsletsel
thema 36. het groeiende skelet en de oudere patiënt
thema 37. Brandwonden
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
Pagina 32
Key Procedures Traumatologie
Key procedure
beoordeling/verzorging handletsel
fasciotomie onderbeen
debridement weke delen trauma
fixateur externe (onderste extremiteit)
onbloedige repositie en immobilisatie
opvang multitrauma
osteosynthese olecranon
osteosynthese onderarmfractuur
osteosynthese distale radius
osteosynthese proximale femur
osteosynthese femurschacht
osteosynthese patella
osteosynthese tibiaschacht
osteosynthese enkel
osteosynthese intra-articulair/metafyse/ov
osteosynthese femur
osteosynthese patella
osteosynthese tibia
osteosynthese enkel
veiligstellen ademweg
beoordeling en immobilisatie wervelkolom
beoordeling ventilatie en uitvoeren thxdrain
beoordelen circulatie, initiele
bloedingscontrole, creeeren toegangsweg
uitwendige stabilisatie bekken (sluitlaken)
spoedlaparotomie trauma (packing,
splenectomie, darmresectie)
spoedthoracotomie
aanbrengen fixateur externe bekken
herstel achillespeesruptuur
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
jaar 1-2
jaar 3-4
B
B
B
A
C
B
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
D
D
D
C
E
E
C
E
B
B
B
B
B
B
B
B
B
B
B
B
B
B
E
E
E
D
D
E
B
A
A
A
C
C
B
B
D
Pagina 33
Werkzaamheden en toetsing
Opleidingsactiviteit en werkplek
Operatiekamer
 Voorbereiding patient
 Operatie
 Nazorg patient
 operatieverslag
Afdeling
 Opname nieuwe patiënten
 Visite
 Nabespreking met verpleging
 Slecht nieuws gesprek
Polikliniek
 Consultatie nieuwe patienten
 Behandelplan/opname
 Bespreken met supervisor
 Statusvoering en brief HA
Competenties
Toetsing




M, C
M, S, P
M, C
M




OSATS
OSATS
360
operatieverslag




M, C
C, S, O, P
C, S, O, P
C, P




KPB patient
KPB
KPB/360
KPB




M, C
M, MH, O
M, MH, P
C, O, MH,
P




KPB
KPB
KPB niet patient
KPB niet patient
Overigen
 Dienst
 M, O, S
 KPB
 Overdracht
 S, O
 KPB
 Bespreking patient met supervisor
 M, MH, P
 Stagegesprek
 Categorale besprekingen
 M, C, S, P
 KPB
 Journalclub
 KW
 KPB
 Klinische les
 KW
 KPB
 CAT
 KW
 KPB
M=medisch handelen; C=communicatie; S=samenwerking; O=organisatie;
MH=maatschappelijk handelen; P=professioneel gedrag; KW=kennis en wetenschap
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
Pagina 34
Longchirurgie
Afdeling 6b
Steup/van Huijstee/Fellow
Het HagaZiekenhuis kent een grote longchirurgische afdeling. De afdeling geldt als
regionaal verwijscentrum. Voor de invoering van het plan SCHERP was er in het
HagaZiekenhuis bevoegdheid tot het opleiden van chirurgen tot longchirurg (CHIVO).
Het gehele spectrum aan benigne en maligne chirurgische longpathologie wordt
behandeld. De behandelingen vinden zowel open als met VATS technieken plaats. Dit
geldt ook voor (vorm)afwijkingen van de thoraxwand, zoals de pectus excavatum.
Er is nauwe samenwerking met de longartsen, pathologen, radiologen en
radiotherapeuten. De kwaliteit van de longchirugische behandelingen wordt gemonitord
door de Dutch Lung Surgical Audit (DLSA, onderdeel van de DICA).
Tijdstip
Voor aanvang module
Halverwege module
Einde module
Gesprek met stagebegeleider
Leerdoelen
Afspraken
Bespreken gegevens portfolio
Beoordeling competenties
Zelfreflectie
Afspraken vervolg van stage
Bespreken gegevens portfolio
Beoordeling competenties
Leerdoelen behaald?
Zelfreflectie
Actie
Verslaglegging in IOP door
AIOS
KPB niet patiëntgebonden
Afspraken in IOP door AIOS
KPB niet patiëntgebonden
Leermiddelen en opleidingsactiviteiten:
Operatiekamer, poliklinische operatiekamer, SEH, IC, polikliniek, afdeling,
overdrachtsbespreking, indicatiebespreking, multidisciplinaire besprekingen,
radiologiebespreking, heelkundig onderwijs.
Relevante thema’s uit Scherp
thema 38. benigne longpathologie
thema 39. maligne longpathologie
thema 40. zwellingen thoraxwand/pleura/mediastinum
Key Procedures Longchirurgie
Key procedure
thoracoscopie
thoracotomie
speciele longchirurgie
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
jaar 1-2
jaar 3-4
A
A
A
B
B
A
Pagina 35
Werkzaamheden en toetsing
Opleidingsactiviteit en werkplek
Operatiekamer
 Voorbereiding patient
 Operatie
 Nazorg patient
 operatieverslag
Afdeling
 Opname nieuwe patiënten
 Visite
 Nabespreking met verpleging
 Slecht nieuws gesprek
Polikliniek
 Consultatie nieuwe patiënten
 Behandelplan/opname
 Bespreken met supervisor
 Statusvoering en brief HA
Competenties
Toetsing




M, C
M, S, P
M, C
M




OSATS
OSATS
360
operatieverslag




M, C
C, S, O, P
C, S, O, P
C, P




KPB patient
KPB
KPB/360
KPB




M, C
M, MH, O
M, MH, P
C, O, MH,
P




KPB
KPB
KPB niet patient
KPB niet patient
Overigen
 Dienst
 M, O, S
 KPB
 Overdracht
 S, O
 KPB
 Bespreking patient met supervisor
 M, MH, P
 Stagegesprek
 Categorale besprekingen
 M, C, S, P
 KPB
 Journalclub
 KW
 KPB
 Klinische les
 KW
 KPB
 CAT
 KW
 KPB
M=medisch handelen; C=communicatie; S=samenwerking; O=organisatie;
MH=maatschappelijk handelen; P=professioneel gedrag; KW=kennis en wetenschap
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
Pagina 36
Module GastroEnterologische chirurgie / Oncologische chirurgie
Afdeling 11b/heelkunde 1
Steup/Brouwers/Boutkan/Merkus/Jannink
De vakgroep Heelkunde verzorgt alle hoog volume oncologische chirurgie. De laagvolume oncologische chirurgie wordt in samenwerking in de regio IKNL west verricht.
Zowel de gastro-intestinale chirurgie als de oncologische chirurgie in engere zin
(melanoom, mamma) worden door de vakgroep door gedifferentieerde specialisten op
dat vakgebied bedreven. De gastro-intestinale chirurgie omvat onder andere de
colorectale chirurgie (oncologisch en benigne), zowel laparoscopisch als open, waarbij
laparoscopische colonchirurgie een speerpunt van het HagaZiekenhuis is.
De Heelkunde afdeling heeft de GE-chirurgie geconcentreerd op een afdeling, waar
medische en verpleegkundige expertise (Enhanced Recovery, stomaverpleegkundigen)
wordt gecombineerd. De afdeling participeert in de Dutch Surgical Colorectal Audit
(DSCA, onderdeel van DICA) ter borging van de kwaliteit van de colorectale chirurgie.
. Proctologische expertise hoort ook tot een van de speerpunten.
Er is een uitstekende samenwerking met de betrokken disciplines (MaagDarmLever
ziekten, Medische Oncologie, Radiotherapie en verpleegkundig oncologisch
specialisten). Er is een wekelijkse Heelkunde/Interne/MDL-Bespreking, en een
wekelijkse multidisciplinaire Oncologie bespreking.
Het Mammateam van het HagaZiekenhuis bestaat uit specialisten van alle betrokken
disciplines. Drie maal per week is er een mammapoli en wekelijks een
mammabespreking waar alle pre- en postoperatieve patiënten met mammapathologie
worden besproken. Het grote aantal patiënten dat zich jaarlijks meldt en alle
beschikbare moderne onderzoek- en behandelmethoden, maakt het voor de AIOS
mogelijk om met alle aspecten van mammapathologie diagnostisch en therapeutisch
vertrouwd te raken. Voor melanoombehandeling en indicaties bestaat een vergelijkbaar
team en samenwerkingsverbanden met LUMC en NKI/AvL.
Tijdstip
Voor aanvang module
Halverwege module
Einde module
Gesprek met stagebegeleider
Leerdoelen
Afspraken
Bespreken gegevens portfolio
Beoordeling competenties
Zelfreflectie
Afspraken vervolg van stage
Bespreken gegevens portfolio
Beoordeling competenties
Leerdoelen behaald?
Zelfreflectie
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
Actie
Verslaglegging in IOP door
AIOS
KPB niet patiëntgebonden
Afspraken in IOP door AIOS
KPB niet patiëntgebonden
Pagina 37
Leermiddelen en opleidingsactiviteiten:
Operatiekamer, poliklinische operatiekamer, SEH, IC, polikliniek, afdeling,
overdrachtsbespreking, indicatiebespreking, multidisciplinaire besprekingen,
radiologiebespreking, heelkundig onderwijs.
Relevante thema’s uit Scherp
thema 15. zwelling in de buik
thema 16. galsteenlijden en icterus
thema 17. chronische buikpijnklachten
thema 18. (peri-)anale klachten
thema 19. passageklachten bovenste tractus digestivus
thema 20. passageklachten onderste tractus digestivus
thema 21. bloedverlies tractus digestivus
thema 22. acute buik
thema 23. zwelling extremiteit (weke delen tumor)
thema 24. mammatumor
thema 25. huidtumoren
Key Procedures Gastrointestinale Chirurgie
Key procedure
niet complexe perianale problematiek
complexe perianale problematiek
(laparoscopisch) appendectomie
lap chol
open cholecystectomie
diagnostisch laparotomie/laparoscopie
maagperforatie / bloeding
gastrojejunostomie
maagresectie
dunne darmresectie
aanleggen stoma
hemicolectomie rechts
sigmoidresectie
laparoscopische colectomie
Hartmann procedure
low anterior resectie/APR
opheffen stoma
sigmoideoscopie
proctoscopie / RBL
haemorrhoidectomie
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
jaar 1-2
jaar 3-4
D
A
C
C
B
B
A
A
A
B
A
A
A
A
A
A
A
B
B
B
E
B
D
D
C
D
D
C
B
D
C
C
C
B
C
B
B
C
D
D
Pagina 38
Key Procedures Oncologische Chirurgie
Hoofd-hals
bioptie
glandulae thyr/par/
complex
Upper GI
Oesophagus
Maag-duodenum
Galblaas/galwegen
Lever
Pancreas
Dunne darm
oes-gastroscopiescopie
Complex
Lower GI
Colon
colo/sigmoideoscopie
Complex
Abdomen
overige bijnier
milt
urogenitaal (interna)
bioptie
complex
overige
Thorax
Thoraxwand
mediastinum
Perianaal procto-rectoscopie
Mamma bioptie
maligne
Extremiteiten
complex
Overige
urogenitaal (externa)
bioptie
complex
techniek
scopisch
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
jaar 1-2
jaar 3-4
B
A
A
C
B
A
A
A
C
A
A
B
A
A
A
B
D
A
A
D
A
A
A
B
A
C
C
B
A
B
A
B
A
B
A
D
A
C
B
C
A
A
B
C
B
A
A
D
D
C
A
A
B
B
A
B
C
B
B
C
Pagina 39
Werkzaamheden en toetsing
Opleidingsactiviteit en werkplek
Operatiekamer
 Voorbereiding patient
 Operatie
 Nazorg patient
 operatieverslag
Afdeling
 Opname nieuwe patiënten
 Visite
 Nabespreking met verpleging
 Slecht nieuws gesprek
Polikliniek
 Consultatie nieuwe patienten
 Behandelplan/opname
 Bespreken met supervisor
 Statusvoering en brief HA
Competenties
Toetsing




M, C
M, S, P
M, C
M




OSATS
OSATS
360
Operatieverslag




M, C
C, S, O, P
C, S, O, P
C, P




KPB patient
KPB
KPB/360
KPB




M, C
M, MH, O
M, MH, P
C, O, MH,
P




KPB
KPB
KPB niet patient
KPB niet patient
Overigen
 Dienst
 M, O, S
 KPB
 Overdracht
 S, O
 KPB
 Bespreking patient met
 M, MH, P
 Stagegesprek
supervisor
 M, C, S, P
 KPB
 Categorale besprekingen
 KW
 KPB
 Journalclub
 KW
 KPB
 Klinische les
 KW
 KPB
 CAT
M=medisch handelen; C=communicatie; S=samenwerking; O=organisatie;
MH=maatschappelijk handelen; P=professioneel gedrag; KW=kennis en wetenschap
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
Pagina 40
Kinderchirurgie
Afdeling MCU 3 JKZ
Allema/Zijp
De kinderchirurgische afdeling bevindt zich in het Juliana Kinderziekenhuis. Het is een
regionaal verwijscentrum voor kinderen met chirurgisch te behandelen problematiek.
Er is expertise op het gebied van kindertraumatologie, laparoscopische chirurgie bij
kinderen en behandeling van een pectus excavatum door middel van een Nussbar. Naast
goede samenwerking met kinderartsen met diverse subspecialisaties en
kinderanesthesiologen, is er een nauwe relatie met het Sophia kinderziekenhuis in
Rotterdam, waarbij over en weer verwijzing plaatsvindt.
Tijdstip
Voor aanvang module
Halverwege module
Einde module
Gesprek met stagebegeleider
Leerdoelen
Afspraken
Bespreken gegevens portfolio
Beoordeling competenties
Zelfreflectie
Afspraken vervolg van stage
Bespreken gegevens portfolio
Beoordeling competenties
Leerdoelen behaald?
Zelfreflectie
Actie
Verslaglegging in IOP door
AIOS
KPB niet patiëntgebonden
Afspraken in IOP door AIOS
KPB niet patiëntgebonden
Leermiddelen en opleidingsactiviteiten:
Operatiekamer, poliklinische operatiekamer, SEH, polikliniek, afdeling,
overdrachtsbespreking, indicatiebespreking, multidisciplinaire besprekingen,
radiologiebespreking, heelkundig onderwijs.
Relevante thema’s uit Scherp
thema 41. zwelling lies/externe genitalia kind
thema 42. peri-operatieve zorg bij kinderen
thema 43. zwelling hoofd/halsgebied kind
thema 44. speciële kinderchirurgie
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
Pagina 41
Key Procedures Kinderchirurgie
Key procedure
orchidopexie
liesbreuk kind
pylorushypertrofie
invaginatie
beklemde liesbreuk > 1 maand
hydrocele
torsio testis
mediane halscyste
laterale halscyste
perianale fistel
speciële kinderchirurgiche procedures
jaar 1-2
jaar 3-4
A
A
A
A
A
A
A
A
A
A
D
C
B
B
B
B
D
B
B
B
Werkzaamheden en toetsing
Opleidingsactiviteit en werkplek
Operatiekamer
 Voorbereiding patient
 Operatie
 Nazorg patient
 operatieverslag
Afdeling
 Opname nieuwe patiënten
 Visite
 Nabespreking met verpleging
 Slecht nieuws gesprek
Polikliniek
 Consultatie nieuwe patienten
 Behandelplan/opname
 Bespreken met supervisor
 Statusvoering en brief HA
Competenties
Toetsing




M, C
M, S, P
M, C
M




OSATS
OSATS
360
Operatieverslag




M, C
C, S, O, P
C, S, O, P
C, P




KPB patient
KPB
KPB/360
KPB




M, C
M, MH, O
M, MH, P
C, O, MH,
P




KPB
KPB
KPB niet patient
KPB niet patient
Overigen
 Dienst
 M, O, S
 KPB
 Overdracht
 S, O
 KPB
 Bespreking patient met
 M, MH, P
 Stagegesprek
supervisor
 M, C, S, P
 KPB
 Categorale besprekingen
 KW
 KPB
 Journalclub
 KW
 KPB
 Klinische les
 KW
 KPB
 CAT
M=medisch handelen; C=communicatie; S=samenwerking; O=organisatie;
MH=maatschappelijk handelen; P=professioneel gedrag; KW=kennis en wetenschap
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
Pagina 42
Differentiaties Heelkunde HagaZiekenhuis
DIFFERENTIATIE VAATCHIRURGIE
Afdeling 11A
Begeleiders: R.G.S van Eps/B. Knippenberg/J.J. Wever
Duur 2 jaar
De opleiding Heelkunde, inclusief de differentiatie, bereidt de chirurg in opleiding voor
op het functioneren in de algemene heelkundige praktijk. De inhoud van de opleiding in
de differentiatie vaatchirurgie moet de chirurg in opleiding voorbereiden op het
functioneren als chirurg met interesse in en kennis over de vaatchirurgie in een
algemene praktijk.
Doelstelling.
 Behalen van de vasculaire competenties in SCHERP op niveau D/E
 Kennis van het biologisch gedrag van de meest voorkomende arteriële en
veneuze ziekteprocessen.
 Kennis van diagnostiek, behandeling en behandelingsresultaten van de meest
voorkomende vasculaire pathologie.
 Inzicht verwerven in de mogelijkheden van andere disciplines, betrokken bij de
behandeling van deze vasculaire pathologie.
 Ontwikkelen van het zogenaamde „vasculaire denken‟.
o lidmaatschap van de NVVV
o actieve participatie in lokale en regionale besprekingen (multidisciplinaire
vaatbespreking, Vascular Round en EVAR-overleg)
Eindtermen.
 Kennis van de specifieke diagnostiek en behandeling van de meest voorkomende
vasculaire pathologie (acute en chronische ischaemie, aneurysma, carotislijden,
varices). Diagnostiek omvat de statische en dynamische beeldvorming,
drukmeting en bloedonderzoek.
 Kennis van de diagnostiek en behandeling van minder vaak voorkomende
vasculaire pathologie (vasculitis, Raynaud, Bürger, compressiesyndromen).
 Kennis van bestaande inzichten en richtlijnen betreffende atherosclerose en
secundaire preventie van vasculaire pathologie.
 Kennis van de specifieke diagnostiek en behandeling bij juveniele atherosclerose.
 Inzicht in de behandelingsmogelijkheden van interventieradiologie.
 Inzicht in de behandelingmogelijkheden van de revalidatiegeneeskunde (na
amputaties).
 Zodanige extra kennis en praktische vaardigheid, dat de chirurg binnen de
gezamenlijke taakstelling van een heelkundige groep of maatschap de meest
voorkomende vasculaire pathologie kan behandelen, de vasculaire zorg kan
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
Pagina 43

coördineren, en de natuurlijke en equivalente gesprekspartner is van de
interventieradiologen, cardiologen en vasculair georiënteerde internisten.
Zodanig inzicht in de structuur van de vasculaire zorg dat hij als chirurg de
maatschap in de relevante locoregionale werkgroepen kan vertegenwoordigen.
Eisen waaraan het opleidingsinstituut voldoet.
 Er is een wekelijkse multidisciplinaire vaatbespreking.
 Er wordt geparticipeerd in locoregionale besprekingen (Vascular Round en
EVAR-overleg)
 Er zijn vaatspreekuren waar nieuwe vaatpatiënten en vaatpatiënten in de followup worden gezien.
Eisen waaraan de opleidergroep voldoet.
 Drie chirurgen hebben het aandachtsgebied Vaatchirurgie waaraan zij het
merendeel van hun tijd besteden. De opleider en waarnemend opleider hebben
eind- verantwoordelijkheid voor de hele opleiding, die door de gehele
opleidergroep wordt gedragen.
Programma differentiatie
 De opleiders stellen samen met de chirurg in opleiding een curriculum samen
voor de differentiatie.
 Hierin kunnen worden verwerkt het volgen van korte stages:
o interventieradiologie
o vaatlaboratorium. Leren van doppler en duplex onderzoek.
o Multidisciplinair Diabetische Voet-poli (behandeling van ischemische en
niet-ischemische ulcera).
o congressen en symposia (bv. Vaatdagen, najaarsvergadering NVVV, ESVS,
Charing Cross).
 De chirurg in opleiding heeft als oudste assistent de leiding over de
verpleegafdeling waar onder andere de vaatpatiënten worden verpleegd, hij
superviseert hier de jongere assistenten.
 De chirurg in opleiding superviseert en coördineert het voorstellen van
vaatpatiënten in de multidisciplinaire vaatbespreking.
 De chirurg in opleiding participeert in de vaatpoli. Hij stelt het beleid op voor
nieuwe patiënten en ziet patiënten in de follow-up.
 Het aanbod van vaatpatiënten en het operatietableau is zodanig dat de chirurg in
opleiding voldoende theoretische en praktische vaardigheid kan opdoen in de
behandeling en begeleiding van patiënten met een:
o femoro-popliteale bypass (supra- en infragenuaal)
o aortabuis en –bifurcatieprothese
o TEA
o embolectomie / trombectomie
o EVAR
o TEVAR
o Carotischirurgie
o Shuntchirurgie
o Veneuze chirurgie
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
Pagina 44

Hij houdt een lijst bij in het digitaal portfolio Vrestvan door hem uitgevoerde
(vaatchirurgische) operaties en van bijgewoonde cursussen en congressen.
Theorie, onderwijs en wetenschap
 De chirurg in opleiding is bekend met de recente vasculaire literatuur zoals
gepubliceerd in tijdschriften als de JVS, Eur J Vasc Endovasc Surg en Br J Surg.
 De chirurg in opleiding geeft onderwijs aan coassistenten en arts-assistenten
over oblitererend en dilaterend vaatlijden
 De chirurg in opleiding houdt tenminste één extern referaat over een zelfstandig
uitgevoerd (retrospectief) vasculair wetenschappelijk onderzoek.
 De chirurg in opleiding heeft een actieve rol in de coördinatie van lopende
vasculaire trials.
Evaluatie
 De voortgang van de ontwikkeling van competenties zal jaarlijks door de chirurg
in opleiding en de opleider worden geëvalueerd in een beoordelingsgesprek,
waarin de leerdoelen, individueel opleidingsplan en de gemaakte afspraken
worden besproken Zie onder het hiervoor gehanteerde schema.
Tijdstip
Voor aanvang
differentiatie
Halverwege
differentiatie
Einde differentiatie
Gesprek met stagebegeleider
Leerdoelen
Afspraken
Bespreken gegevens portfolio
Beoordeling competenties
Zelfreflectie
Afspraken vervolg van stage
Bespreken gegevens portfolio
Beoordeling competenties
Leerdoelen behaald?
Zelfreflectie
Actie
Verslaglegging in IOP door
AIOS
KPB niet patiëntgebonden
Afspraken in IOP door AIOS
KPB niet patiëntgebonden
Leermiddelen en opleidingsactiviteiten:
Operatiekamer, poliklinische operatiekamer, SEH, IC, polikliniek, afdeling,
overdrachtsbespreking, indicatiebespreking, multidisciplinaire besprekingen,
radiologiebespreking, heelkundig onderwijs.
thema 26. cerebrovasculaire pathologie
thema 27. vasculaire toegangsweg
thema 28. chronische veneuze insufficiëntie
thema 29. ischemisch been
thema 30. ischemische arm
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
Pagina 45
thema 31. aneurysmatisch vaatlijden
thema 32. vasculaire varia
.
Key Procedures Vaatchirurgie
jaar 5-6
Key procedure
Cerebrovasculair
CV inclusief subcl origo operatief
CV inclusief subcl origo endovasculair
CV inclusief subcl origo complex
Thoracaal
interventie operatief
interventie endovasculair
Visceraal
interventie operatief
Splanchnisch endovasculair
Aorta-iliaco-femoraal
AAA (niet geruptureerd) operatief
AAA (niet geruptureerd) endovasculair
AAA (geruptureerd) complex
Vaatrec. oblitererend operatief
Vaatrec. oblitererend endovasculair
Vaatreconstructie centraal complex
Extremiteit ischemie
Vaatreconstructie operatief
Vaatreconstructie endovasculair
Vaatreconstructie complex
Toegangsweg
AV fistel primair
AV fistel gecompl/redo
CAPD aanleggen
Veneuze toegang overige
Veneuze insufficientie
Varices sclero/convol.
Varices invasief primair
Varices invasief redo
Veneuze reconstructief complex
Amputatie
Boven of onderbeen
Overige
Overige
1e rib resectie
Diagnostiek Overige vasculair (o.a.Tx)
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
D
B
B
A
A
A
A
D
D
D
D
D
B
E
D
C
E
E
E
E
E
E
E
E
E
B
D
Pagina 46
Werkzaamheden en toetsing
Opleidingsactiviteit en werkplek
Operatiekamer
 Voorbereiding patient
 Operatie
 Nazorg patient
 operatieverslag
Afdeling
 Opname nieuwe patiënten
 Visite
 Nabespreking met verpleging
 Slecht nieuws gesprek
Polikliniek
 Consultatie nieuwe patienten
 Behandelplan/opname
 Bespreken met supervisor
 Statusvoering en brief HA
Competenties
Toetsing




M, C
M, S, P
M, C
M




OSATS
OSATS
360
Operatieverslag




M, C
C, S, O, P
C, S, O, P
C, P




KPB patient
KPB
KPB/360
KPB




M, C
M, MH, O
M, MH, P
C, O, MH,
P




KPB
KPB
KPB niet patient
KPB niet patient
Overigen
 Dienst
 M, O, S
 KPB
 Overdracht
 S, O
 KPB
 Bespreking patient met
 M, MH, P
 Stagegesprek
supervisor
 M, C, S, P
 KPB
 Categorale besprekingen
 KW
 KPB
 Journalclub
 KW
 KPB
 Klinische les
 KW
 KPB
 CAT
M=medisch handelen; C=communicatie; S=samenwerking; O=organisatie;
MH=maatschappelijk handelen; P=professioneel gedrag; KW=kennis en wetenschap
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
Pagina 47
DIFFERENTIATIE TRAUMACHIRURGIE
Afdeling Heelkunde 1/AODA
Begeleiders H.G.W.M. van der Meulen, P.J. van Huijstee, J.D. Meeuwis, Duur 2 jaar
De opleiding Heelkunde, inclusief het differentiatiejaar, bereidt de chirurg in opleiding
voor op het functioneren in de algemene heelkundige praktijk. De inhoud van de
opleiding in het differentiatiejaar Traumatochirurgie moet de chirurg in opleiding
voorbereiden op het functioneren als chirurg met het aandachtsgebied traumachirurgie
in een algemene praktijk.
Globale doelstelling.
 Behalen van de traumatologische competenties in SCHERP op niveau D/E
 Theoretische kennis van ontstaansmechanismen, complicaties en
behandelingsmogelijkheden van de meest voorkomende traumachirurgische
letsels.
 Ontwikkelen praktische vaardigheden van diagnostiek en behandeling van de
meest voorkomende traumatologische letsels.
 Het opvangen van (multi)traumapatiënten en het leiding geven aan de opvang
van (multi)traumapatiënten op de SEH volgens ATLS normen.
 Verder wordt aandacht besteed aan:
o samenwerking met de afdeling Orthopedie
o samenwerking met de afdeling Plastische chirurgie
o participatie in het mobiele traumateam
o samenwerking met prehospitale trauma opvangdiensten
o samenwerking met de SEH-artsen en participatie in de SEH
artsenopleiding en Traumateamtrainingen (dinsdagochtend)
o actieve participatie in lokale en regionale besprekingen (multidisciplinaire
traumatologiebespreking, TOWN overleg, lidmaatschap NVVT)
o samenwerking met de revalidatiearts/revalidatiecentrum
o samenwerking met de afdeling fysiotherapie
Eindtermen.
 Kennis van de specifieke diagnostiek en behandeling van de meest voorkomende
traumatologische aandoeningen.
 Kennis van de diagnostiek van minder vaak voorkomende traumatologische
letsels (bekken- en acetabulumfracturen, letsels wervelkolom, revisiechirurgie).
 Kennis inhoud en logistiek van de pre-hospitale traumaopvang
 Zodanige extra kennis en praktische vaardigheid, dat de chirurg binnen de
gezamenlijke taakstelling van een heelkundige groep of maatschap de meest
voorkomende traumatologische letsels kan behandelen, de traumatologische
zorg kan coördineren, en de natuurlijke en equivalente gesprekspartner is van de
orthopeden, de plastisch chirurgen en de revalidatiearts.
 Zodanig inzicht in de structuur van de traumatologische zorg dat hij als chirurg
de maatschap in de relevante locoregionale werkgroepen kan
vertegenwoordigen.
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
Pagina 48
Eisen waaraan het opleidingsinstituut voldoet.
 Er is een wekelijkse multidisciplinaire fractuurbespreking.
 Er is een opleiding SEH-geneeskunde
 Er wordt geparticipeerd in regionale besprekingen (TOWN-overleg)
 Er zijn speciale gipsspreekuren waar alle fractuurpatiënten in de follow-up
worden gezien.
Eisen waaraan de opleidergroep voldoet.
 Er zijn vier chirurgen met speciale interesse en expertise in de ongevalschirugie.
 De opleider en waarnemend opleider hebben eindverantwoordelijkheid voor de
hele opleiding, die door de gehele opleidergroep wordt gedragen.
Programma differentiatie
 De opleider(s) stellen samen met de chirurg in opleiding een curriculum samen
voor de differentiatie.
 Hierin kunnen worden verwerkt het volgen van stages:
 orthopedie
 plastische chirurgie
 revalidatiegeneeskunde
 congressen en symposia (bv. Traumadagen, ATLS instructeurcursus, AO cursus
voor gevorderden).
 De chirurg in opleiding heeft als oudste assistent de leiding over de
verpleegafdeling waar onder andere de traumapatiënten worden verpleegd, hij
superviseert hier de jongere assistenten (11B).
 De chirurg in opleiding superviseert en coördineert het voorstellen van
traumapatiënten in de multidisciplinaire fractuur- en traumabespreking.
 De chirurg in opleiding participeert in de gipspolikliniek. Hij stelt het beleid op
voor nieuwe patiënten en ziet patiënten in de follow-up.
 De chirurg in opleiding participeert in traumatologisch onderzoek.
 Het aanbod van traumapatiënten en het operatietableau is zodanig dat de chirurg
in opleiding naast de algemene traumatologische ingrepen voldoende
theoretische en praktische vaardigheid kan opdoen in de behandeling en
begeleiding van patiënten met een:
o tibiaplateaufracturen.
o bekkenfracturen
o humerus fracturen.
o supracondylaire femurfracturen.
o complexe femur-, cruris-, humerus- en antebrachifracturen
o secundaire fractuurchirurgie
o fractuurchirurgie bij kinderen
 Hij houdt een lijst bij van door hem uitgevoerde (traumatologische) operaties en
van bijgewoonde cursussen en congressen.
 De differentiatiejaar is onderdeel van de opleiding tot algemeen chirurg zoals
gedefinieerd in SCHERP. De chirurg in opleiding dient van zijn tijd ongeveer 50%
aan zijn aandachtsgebied te besteden en ongeveer 50% aan algemene opleiding,
dat wil zeggen reguliere (poli)klinische taken en diensten.
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
Pagina 49
Theorie, onderwijs en wetenschap
 De chirurg in opleiding is bekend met de recente traumatologische literatuur
zoals gepubliceerd in tijdschriften als de NtvT, JBJS en Br J Surg.
 De chirurg in opleiding geeft onderwijs aan coassistenten en arts-assistenten
over diagnostiek, behandeling en opvang van traumapatiënten.
 De chirurg in opleiding houdt tenminste één extern referaat over een zelfstandig
uitgevoerd traumatologisch onderzoek.
 De chirurg in opleiding heeft een actieve rol in de coördinatie van lopende
traumatologische trials. De chirurg in opleiding neemt actief deel aan de
samenwerking met de SEH.
Tijdstip
Voor aanvang
differentiatie
Halverwege
differentiatie
Einde differentiatie
Gesprek met stagebegeleider
Leerdoelen
Afspraken
Bespreken gegevens portfolio
Beoordeling competenties
Zelfreflectie
Afspraken vervolg van stage
Bespreken gegevens portfolio
Beoordeling competenties
Leerdoelen behaald?
Zelfreflectie
Actie
Verslaglegging in IOP door
AIOS
KPB niet patiëntgebonden
Afspraken in IOP door AIOS
KPB niet patiëntgebonden
Leermiddelen en opleidingsactiviteiten:
Operatiekamer, poliklinische operatiekamer, SEH, IC, polikliniek, afdeling,
overdrachtsbespreking, indicatiebespreking, multidisciplinaire besprekingen,
radiologiebespreking, heelkundig onderwijs.
thema 33. primaire opvang en triage traumapatiënten
thema 34. polytrauma
thema 35. extremiteitsletsel
thema 36. het groeiende skelet en de oudere patiënt
thema 37. Brandwonden
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
Pagina 50
Key Procedures Traumatologie
Key procedure
beoordeling/verzorging handletsel
fasciotomie onderbeen
debridement weke delen trauma
fixateur externe (onderste extremiteit)
onbloedige repositie en immobilisatie
opvang multitrauma
osteosynthese olecranon
osteosynthese onderarmfractuur
osteosynthese distale radius
osteosynthese proximale femur
osteosynthese femurschacht
osteosynthese patella
osteosynthese tibiaschacht
osteosynthese enkel
osteosynthese intra-articulair/metafyse/ov
osteosynthese femur
osteosynthese patella
osteosynthese tibia
osteosynthese enkel
veiligstellen ademweg
beoordeling en immobilisatie wervelkolom
beoordeling ventilatie en uitvoeren thxdrain
beoordelen circulatie, initieele
bloedingscontrole, creeeren toegangsweg
uitwendige stabilisatie bekken (sluitlaken)
spoedlaparotomie trauma (packing,
splenectomie, darmresectie)
spoedthoracotomie
aanbrengen fixateur externe bekken
herstel achillespeesruptuur
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
jaar 5-6
D
E
E
D
E
D
D
D
D
D
D
D
D
D
D
D
D
D
D
E
E
E
E
E
D
D
C
E
Pagina 51
Werkzaamheden en toetsing
Opleidingsactiviteit en werkplek
Operatiekamer
 Voorbereiding patient
 Operatie
 Nazorg patient
 operatieverslag
Afdeling
 Opname nieuwe patiënten
 Visite
 Nabespreking met verpleging
 Slecht nieuws gesprek
Polikliniek
 Consultatie nieuwe patienten
 Behandelplan/opname
 Bespreken met supervisor
 Statusvoering en brief HA
Competenties
Toetsing




M, C
M, S, P
M, C
M




OSATS
OSATS
360
Operatieverslag




M, C
C, S, O, P
C, S, O, P
C, P




KPB patient
KPB
KPB/360
KPB




M, C
M, MH, O
M, MH, P
C, O, MH,
P




KPB
KPB
KPB niet patient
KPB niet patient
Overigen
 Dienst
 M, O, S
 KPB
 Overdracht
 S, O
 KPB
 Bespreking patient met
 M, MH, P
 Stagegesprek
supervisor
 M, C, S, P
 KPB
 Categorale besprekingen
 KW
 KPB
 Journalclub
 KW
 KPB
 Klinische les
 KW
 KPB
 CAT
M=medisch handelen; C=communicatie; S=samenwerking; O=organisatie;
MH=maatschappelijk handelen; P=professioneel gedrag; KW=kennis en wetenschap
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
Pagina 52
DIFFERENTIATIE CHIRURGISCHE ONCOLOGIE
Afdeling 11B, Heelkunde 1
Begeleiders: H. Boutkan, M.A.M. Brouwers, I. Jannink, J.W.S. Merkus, W.H. Steup
Duur: 2 jaar
Globale doelstelling.
 Behalen van de oncologische competenties in SCHERP op niveau D/E (Zie
hiervoor)
 Kennis van het biologisch gedrag van de meest voorkomende solide maligne
tumoren.
 Kennis van diagnostiek, behandeling en behandelingsresultaten van de meest
voorkomende primaire tumoren, evenals de follow-up van deze tumoren.
 Inzicht verwerven in de mogelijkheden van andere disciplines, betrokken bij de
behandeling van deze maligniteiten.
 Ontwikkelen van het zogenaamde „oncologisch denken‟.
o lidmaatschap van de NVCO
o lidmaatschap van tumorwerkgroepen van het IKNL regio West
o toehoorder Oncologiecommissie
o toehoorder Regionaal Professioneel Netwerk van Oncologisch Chirurgen
van het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL regio West).
Eindtermen.
 Kennis van de specifieke diagnostiek, stagering en behandeling van de meest
algemeen voorkomende tumoren (mamma, colon-rectum).
 Kennis van de diagnostiek en (multidisciplinaire) behandelstrategie van tumoren
van de schildklier, oesophagus, cardia, pancreas, lever en galwegen en van het
weke delen sarcoom.
 Kennis van de specifieke diagnostiek nodig voor de interpretatie van cytologie en
histologie (inclusief gradering en kernatypie).
 Inzicht in de behandelingsmogelijkheden van radio- en chemotherapie.
 Inzicht in de mogelijkheden van de reconstructieve chirurgie.
 Kennis van bestaande inzichten in mogelijkheden en beperkingen van follow-up
en van inzichten in genetische aspecten van tumorgroei.
 Zodanige extra kennis en praktische vaardigheid, dat de chirurg binnen de
gezamenlijke taakstelling van een heelkundige groep of maatschap de meest
voorkomende tumoren kan behandelen, de chirurgisch-oncologische zorg kan
coördineren, en de natuurlijke en equivalente gesprekspartner is van
vertegenwoordigers van de oncologische zusterdisciplines.
 Zodanig inzicht in de structuur van de oncologische zorg dat hij als chirurg de
maatschap in de relevante IKC werkgroepen en het locale Chirurgisch
Oncologisch Netwerk kan vertegenwoordigen.
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
Pagina 53
Eisen waaraan het opleidingsinstituut voldoet.
 Er is een multidisciplinaire oncologiebespreking.
 Er is een multidisciplinair overleg (MDO) van het mammateam
 Er vindt consultatie plaats door consultenten van IKW.
 Er zijn oncologische spreekuren waar nieuwe heelkundige patiënten en patiënten
in de follow-up worden gezien (mammapolikliniek, oncologische follow-up
spreekuur, oncologische spreekuren
 Eisen waaraan de opleidersgroep voldoet.
 In de opleiding hebben vijf chirurgen het aandachtsgebied Chirurgische
Oncologie waaraan zij het merendeel van hun tijd besteden. De opleider en
waarnemend opleider hebben eindverantwoordelijkheid voor de hele opleiding,
die door de gehele opleidergroep wordt gedragen.
Programma van de differentiatie
 De opleiders stellen samen met de chirurg in opleiding een curriculum samen
voor de differentiatiejaar.
 Hierin kunnen worden verwerkt het volgen van korte stages:
o medische oncologie
o nucleaire geneeskunde voor met name schildwachtklierprocedures en bij
voorbeeld PET-scans
o pathologie voor in het bijzonder FNA-cytologie
o plastische en reconstructieve chirurgie voor met name
mammareconstructies en reconstructieve chirurgie na oncologische
resecties
o radiologie voor met name mammografie, echogeleide en stereotactische
puncties
o radiotherapie; de chirurg in opleiding kan participeren in het cursorisch
onderwijs voor de radiotherapeuten in opleiding van het LUMC en de
Centrale Bestralingsafdeling van Den Haag
o Basiscursus Oncologie, jaarlijks georganiseerd door de Nederlandse
Vereniging voor Oncologie
o Chirurgenweek van het NKI/AvL
o congressen en symposia.
 De chirurg in opleiding heeft als oudste assistent de leiding over de
verpleegafdeling waar onder andere de oncologische patiënten worden
verpleegd, hij superviseert hier de jongere assistenten (5A/5B)
 De chirurg in opleiding superviseert en coördineert het voorstellen van
oncologisch chirurgische patiënten in de multidisciplinaire oncologische
bespreking.
 De chirurg in opleiding superviseert en coördineert het voorstellen van patiënten
in het MDO van het mammateam
 De chirurg in opleiding participeert in de mammapoli en superviseert hier ook de
jongere assistenten. Hij stelt het beleid op voor nieuwe patiënten en ziet
patiënten in de follow-up.
 De chirurg in opleiding participeert in de oncologie- en oncologie follow up
spreekuren.
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
Pagina 54




Het aanbod van oncologische patiënten en het operatietableau is zodanig dat de
chirurg in opleiding voldoende theoretische en praktische vaardigheid kan
opdoen in de behandeling en begeleiding van patiënten met een:
o mammacarcinoom
o coloncarcinoom
o rectumcarcinoom
o longtumor
o schildkliercarcinoom
o melanoom
Behalve vaardigheid in specifiek oncologische operatietechnieken, verkrijgt de
chirurg in opleiding vaardigheid in flexibele scopieën en in interdisciplinaire
samenwerking met medisch specialisten, mammacare en oncologieverpleegkundigen en oncologisch maatschappelijk werk.
Hij houdt een lijst bij van door hem uitgevoerde (oncologische) operaties en van
bijgewoonde cursussen en congressen.
De differentiatie is onderdeel van de opleiding tot algemeen chirurg, zoals
gedefinieerd in SCHERP. De chirurg in opleiding dient van zijn tijd ongeveer 50%
aan zijn aandachtsgebied te besteden en ongeveer 50% aan algemene opleiding,
dat wil zeggen reguliere (poli)klinische taken en diensten.
Theorie, onderwijs en wetenschap
 De chirurg in opleiding is bekend met de recente oncologische literatuur.
 De chirurg in opleiding geeft onderwijs aan coassistenten en arts-assistenten
over oncologische onderwerpen.
 De chirurg in opleiding houdt tenminste één extern referaat over een zelfstandig
uitgevoerd (retrospectief) oncologisch wetenschappelijk onderzoek.
 De chirurg in opleiding heeft een actieve rol in de coördinatie van lopende
oncologische trials.
Tijdstip
Voor aanvang
differentiatie
Halverwege
differentiatie
Einde differentiatie
Gesprek met stagebegeleider
Leerdoelen
Afspraken
Bespreken gegevens portfolio
Beoordeling competenties
Zelfreflectie
Afspraken vervolg van stage
Bespreken gegevens portfolio
Beoordeling competenties
Leerdoelen behaald?
Zelfreflectie
Actie
Verslaglegging in IOP door
AIOS
KPB niet patiëntgebonden
Afspraken in IOP door AIOS
KPB niet patiëntgebonden
Leermiddelen en opleidingsactiviteiten:
Operatiekamer, poliklinische operatiekamer, SEH, IC, polikliniek, afdeling,
overdrachtsbespreking, indicatiebespreking, multidisciplinaire besprekingen,
radiologiebespreking, heelkundig onderwijs.
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
Pagina 55
thema 15. zwelling in de buik
thema 16. galsteenlijden en icterus
thema 17. chronische buikpijnklachten
thema 19. passageklachten bovenste tractus digestivus
thema 20. passageklachten onderste tractus digestivus
thema 21. bloedverlies tractus digestivus
thema 23. zwelling extremiteit (weke delen tumor)
thema 24. mammatumor
thema 25. Huidtumoren
Key Procedure
Hoofd-hals
bioptie
glandulae thyr/par
complex
Upper GI
Oesophagus
Maag-duodenum
Galblaas/galwegen
Lever
Pancreas
Dunne darm
oes-gastroscopiescopie
Complex
Lower GI
Colon
colo/sigmoideoscopie
Complex
Abdomen overige
bijnier
milt
urogenitaal (interna)
bioptie
complex
overige
Thorax
Thoraxwand
mediastinum
Perianaal procto-rectoscopie
Mamma bioptie
maligne
Extremiteiten
complex
Overige
urogenitaal (externa)
bioptie
Jaar 5-6
E
C
B
A
C
E
B
B
E
A
B
E
C
C
B
E
B
D
C
D
B
C
E
E
E
C
C
D
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
Pagina 56
complex
techniek
scopisch
C
D
Werkzaamheden en toetsing
Opleidingsactiviteit en werkplek
Operatiekamer
 Voorbereiding patient
 Operatie
 Nazorg patient
 operatieverslag
Afdeling
 Opname nieuwe patiënten
 Visite
 Nabespreking met verpleging
 Slecht nieuws gesprek
Polikliniek
 Consultatie nieuwe patienten
 Behandelplan/opname
 Bespreken met supervisor
 Statusvoering en brief HA
Competenties
Toetsing




M, C
M, S, P
M, C
M




OSATS
OSATS
360
Operatieverslag




M, C
C, S, O, P
C, S, O, P
C, P




KPB patient
KPB
KPB/360
KPB




M, C
M, MH, O
M, MH, P
C, O, MH,
P




KPB
KPB
KPB niet patient
KPB niet patient
Overigen
 Dienst
 M, O, S
 KPB
 Overdracht
 S, O
 KPB
 Bespreking patient met
 M, MH, P
 Stagegesprek
supervisor
 M, C, S, P
 KPB
 Categorale besprekingen
 KW
 KPB
 Journalclub
 KW
 KPB
 Klinische les
 KW
 KPB
 CAT
M=medisch handelen; C=communicatie; S=samenwerking; O=organisatie;
MH=maatschappelijk handelen; P=professioneel gedrag; KW=kennis en wetenschap
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
Pagina 57
DIFFERENTIATIE GASTRO-INTESTINALE CHIRURGIE
Afdeling 11B
Begeleiders: H. Boutkan, M.A.M. Brouwers, I. Jannink, J.W,S. Merkus, W.H. Steup
Duur: 2 jaar
De opleiding Heelkunde bereidt de chirurg in opleiding voor op het functioneren in de
algemene heelkundige praktijk. In het algemeen zal dat een perifere kliniek zijn, waar
het grootste deel van de 2e lijns gastro-intestinale chirurgie wordt ingevuld.
De inhoud van de opleiding heelkunde is hierop samengesteld.
Globale doelstelling
 Behalen van de GE-chirurgische competenties in SCHERP op niveau C-E (zie
hieronder)
 Kennis van de diagnostiek, behandeling en behandelingsresultaten van de meest
voorkomende gastro-intestinale aandoeningen.
 Inzicht verwerven in de mogelijkheden van andere disciplines, betrokken bij de
behandeling van deze aandoeningen.
Eindtermen
 Kennis van de diagnostiek, behandeling en behandelingsresultaten van de meest
voorkomende gastro-intestinale aandoeningen.
 Kennis van de diagnostiek en behandeling van minder frequent voorkomende GE
aandoeningen.
 Inzicht in de behandelingsmogelijkheden van de maag-darm-lever arts.
 Zodanig inzicht in de structuur van de gastro-intestinale chirurgische zorg dat hij
de maatschap in relevante locoregionale werkgroepen kan vertegenwoordigen.
 Zodanige kennis van de gastro-intestinale chirurgie dat hij de gastro-intestinaal
chirurgische zorg kan coördineren en een natuurlijke en equivalente
gesprekspartner vormt voor gastro-intestinale zusterdisciplines.
Eisen waaraan het opleidingsinstituut voldoet.
 Er is een multidisciplinaire heelkunde-interne-MDL bespreking (HIM)
 Er vindt participatie plaats in locoregionale besprekingen.
 Er zijn gastro-intestinaal chirurgische spreekuren.
 Er is een proctologisch spreekuur en een proctoscopisch spreekuur.
Eisen waaraan de opleidersgroep voldoet
 Er zijn 5 chirurgen die een significant deel van hun tijd aan gastro-intestinale
chirurgie besteden. De opleider en plaatsvervangend opleider hebben
eindverantwoordelijkheid voor de hele opleiding, die door de gehele
opleidersgroep wordt gedragen.
Programma van de differentiatie
 De opleiders stellen samen met de chirurg in opleiding een curriculum samen
voor de differentiatie.
 Hierin kunnen korte stages worden verwerkt:
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
Pagina 58






o MDL
o Proctologie en proctoscopie
De chirurg in opleiding heeft de leiding en coördinatie over de verpleegafdeling
(11B) waar onder andere de gastro-intestinaal chirurgische patiënten worden
verpleegd.
De chirurg in opleiding coördineert en superviseert het presenteren van
patiënten in de multidisciplinaire bespreking.
De chirurg in opleiding participeert in de GE chirurgische polikliniek.
Het aanbod van patiënten is zodanig dat de chirurg in opleiding voldoende
theoretische en praktische vaardigheid kan opdoen in de behandeling en
begeleiding van patiënten met een GE aandoening.
Hij houdt een lijst bij met door hem uitgevoerde (gastro-intestinale) operaties en
van bijgewoonde cursussen en congressen.
De differentiatie is onderdeel van de opleiding tot algemeen chirurg zoals
gedefinieerd in SCHERP, de chirurg in opleiding dient van zijn tijd ongeveer 50%
aan zijn aandachtsgebied te besteden en 50% aan algemene opleiding, te weten
reguliere (poli)klinische taken en diensten.
Theorie, onderwijs en wetenschap
 De chirurg in opleiding is op de hoogte van de meest recente literatuur.
 De chirurg in opleiding geeft onderwijs aan coassistenten en arts-assistenten
over onderwerpen die zijn differentiatie raken.
 De chirurg in opleiding houdt tenminste één extern referaat over een zelfstandig
uitgevoerd (retrospectief) GE chirurgisch onderzoek.
 De chirurg in opleiding heeft/neemt een actieve rol in het lopend GE chirurgisch
onderzoek.
Tijdstip
Voor aanvang
differentiatie
Halverwege
differentiatie
Einde differentiatie
Gesprek met stagebegeleider
Leerdoelen
Afspraken
Bespreken gegevens portfolio
Beoordeling competenties
Zelfreflectie
Afspraken vervolg van stage
Bespreken gegevens portfolio
Beoordeling competenties
Leerdoelen behaald?
Zelfreflectie
Actie
Verslaglegging in IOP door
AIOS
KPB niet patiëntgebonden
Afspraken in IOP door AIOS
KPB niet patiëntgebonden
Leermiddelen en opleidingsactiviteiten:
Operatiekamer, poliklinische operatiekamer, SEH, IC, polikliniek, afdeling,
overdrachtsbespreking, indicatiebespreking, multidisciplinaire besprekingen,
radiologiebespreking, heelkundig onderwijs.
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
Pagina 59
thema 14. morbide obesitas
thema 15. zwelling in de buik
thema 16. galsteenlijden en icterus
thema 17. chronische buikpijnklachten
thema 18. (peri-)anale klachten
thema 19. passageklachten bovenste tractus digestivus
thema 20. passageklachten onderste tractus digestivus
thema 21. bloedverlies tractus digestivus
thema 22. acute buik
Key procedure
jaar 5-6
niet complexe perianale problematiek
complexe perianale problematiek
(laparoscopisch) appendectomie
lap chol
open cholecystectomie
diagnostisch laparotomie/laparoscopie
maagperforatie / bloeding
gastrojejunostomie
maagresectie
dunne darmresectie
aanleggen stoma
hemicolectomie rechts
sigmoidresectie
laparoscopische colectomie
Hartmann procedure
low anterior resectie/APR
opheffen stoma
sigmoideoscopie
proctoscopie / RBL
haemorrhoidectomie
E
C
E
E
D
E
D
E
D
E
E
E
E
C
E
C
C
E
E
E
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
Pagina 60
Werkzaamheden en toetsing
Opleidingsactiviteit en werkplek
Competenties
Toetsing
Operatiekamer
 Voorbereiding patient
 M, C
 OSATS
 Operatie
 M, S, P
 OSATS
 Nazorg patient
 M, C
 360
 operatieverslag
 M
 Operatieverslag
Afdeling
 Opname nieuwe patiënten
 M, C
 KPB patient
 Visite
 C, S, O, P
 KPB
 Nabespreking met verpleging
 C, S, O, P
 KPB/360
 Slecht nieuws gesprek
 C, P
 KPB
Polikliniek
 Consultatie nieuwe patienten
 M, C
 KPB
 Behandelplan/opname
 M, MH, O
 KPB
 Bespreken met supervisor
 M, MH, P
 KPB niet patient
 Statusvoering en brief HA
 C, O, MH, P
 KPB niet patient
Overigen
 Dienst
 M, O, S
 KPB
 Overdracht
 S, O
 KPB
 Bespreking patient met supervisor
 M, MH, P
 Stagegesprek
 Categorale besprekingen
 M, C, S, P
 KPB
 Journalclub
 KW
 KPB
 Klinische les
 KW
 KPB
 CAT
 KW
 KPB
M=medisch handelen; C=communicatie; S=samenwerking; O=organisatie;
MH=maatschappelijk handelen; P=professioneel gedrag; KW=kennis en wetenschap
Het is ook mogelijk binnen de differentiatie oncologische chirurgie te differentaieren in
de longchirurgie. De laatste twee opleidingsjaren bestaan dan uit 1 jaar oncologische
chirurgie en 1 jaar longchirurgie.
Het HagaZiekenhuis vervult longchirurgisch een regionale functie. Er is nauwe
samenwerking met de afdeling longgeneeskunde.
De werkzaamheden worden getoetst zoals hierboven beschreven.
Thema’s
38.
Benigne longpathologie
39.
Maligne longpathologie
40.
Zwellingen thoraxwand/pleura/mediastinum
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
Pagina 61
Key procedure
jaar5-6
thoracoscopie
thoracotomie
speciele longchirurgie
BC
CD
AB
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
Pagina 62
DIFFERENTIATIE KINDERCHIRURGIE
Afdeling MCU1 JKZ
Begeleiders: J.H. Allema, G. Zijp
Duur 2 jaar
De opleiding Heelkunde, inclusief de differentiatie, bereidt de chirurg in opleiding voor
op het functioneren in de algemene heelkundige praktijk. De inhoud van de opleiding in
de differentiatie kinderchirurgie en chirurgie bij kinderen moet de chirurg in opleiding
voorbereiden op het functioneren als chirurg met interesse in en kennis over chirurgie
bij kinderen in een algemene praktijk.
Globale doelstelling.
 Behalen van de competenties kinderchirurgie in SCHERP op niveau D/E
 Kennis van het de pathofysiologie van de meest voorkomende chirurgische
aandoeningen op de kinderleeftijd.
 Kennis van diagnostiek, behandeling en behandelingsresultaten van de meest
voorkomende chirurgische aandoeningen op de kinderleeftijd.
 Inzicht verwerven in de mogelijkheden van andere disciplines, betrokken bij de
behandeling van de kinderen met chirurgische aandoeningen
(kindergeneeskunde, neonatologie, maagdarmleverkindergeneeskunde,
kinderradiologie, kinderanesthesiologie)
Eindtermen.
 Kennis van de specifieke diagnostiek en behandeling van de meest voorkomende
chirurgische aandoeningen op de kinderleeftijd.
 Kennis van de diagnostiek en behandeling van minder vaak voorkomende
aangeboren en verworven chirurgische aandoeningen op de kinderleeftijd.
 Inzicht in de diagnostische en behandelingsmogelijkheden van de
kinderradiologie.
 Inzicht in de behandelingmogelijkheden van de kindergeneeskunde en
neonatologie.
 Zodanige extra kennis en praktische vaardigheid, dat de chirurg binnen de
gezamenlijke taakstelling van een heelkundige groep of maatschap de meest
kinderchirurgische aandoeningen kan coördineren en gesprekspartner is van de
kinderartsen, neonatologen, en kinderradiologen voor kinderen met aangeboren
of verworven chirurgische aandoeningen.
 Zodanig inzicht in de structuur van de zorg van het kind met een chirurgische
aandoening dat hij als chirurg de maatschap in de relevante overlegstructuren
kan vertegenwoordigen.
Eisen waaraan het opleidingsinstituut voldoet.
 De Heelkunde van het HagaZiekenhuis verzorgt de chirurgie bij kinderen en
kinderchirurgie in locatie Juliana Kinderziekenhuis.
 Er is een wekelijkse multidisciplinaire kinderchirurgie-bespreking
 Er is specifieke kennis in het JKZ door expertise van kinderartsen,
kinderradiologen, kinderanesthesie, en andere specifieke taken
 Er wordt geparticipeerd in een samenwerkingsverband met een academisch
kinderchirurgisch centrum (SophiaKinderZiekenhuis/EMC Rotterdam)
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
Pagina 63

Er zijn specifieke chirurgische spreekuren voor kinderen
Eisen waaraan de opleidergroep voldoet.
 Drie chirurgen hebben het aandachtsgebied chirurgie bij kinderen waaraan zij
het merendeel van hun tijd besteden (Allema, Boutkan, Zijp). De opleider en
waarnemend opleider hebben eindverantwoordelijkheid voor de hele opleiding,
die door de gehele opleidergroep wordt gedragen.
Programma differentiatie
 De opleiders stellen samen met de chirurg in opleiding een curriculum samen
voor de differentiatie.
 Hierin kunnen worden verwerkt het volgen van korte stages:
o Kinder-(interventie)- radiologie
o Neonatale intensive care
o Multidisciplinair spreekuur voor aangeboren afwijkingen (EMC Sophia)
o congressen en symposia
o De chirurg in opleiding heeft als oudste assistent de medische
chirurgische leiding over de kinderverpleegafdeling
o De chirurg in opleiding superviseert en coördineert het voorstellen van
kinderchirurgische patiënten in de multidisciplinaire bespreking.
 De chirurg in opleiding participeert in de kinderchirurgische poli. Hij stelt het
beleid op voor nieuwe patiënten en ziet patiënten in de follow-up.
 Het aanbod van kinderen met chirurgische aandoeningen en het operatietableau
is zodanig dat de chirurg in opleiding voldoende theoretische en praktische
vaardigheid kan opdoen in de behandeling en begeleiding van patiënten met een
o Liesbreuk en/of testisaandoeningen
o Phimosis
o kindertraumatologie
o Acute buik bij kinderen
o Appendicitis acuta
o Lymfadenitis mesenterica
o Invaginatie
o Pylorushypertrofie
o Laparoscopie bij kinderen
 Hij houdt een lijst bij van door hem uitgevoerde operaties en van bijgewoonde
cursussen en congressen.
 De differentiatie is onderdeel van de opleiding tot algemeen chirurg zoals
beschreven in SCHERP. De chirurg in opleiding dient van zijn tijd ongeveer 50%
aan zijn aandachtsgebied te besteden en ongeveer 50% aan algemene opleiding,
dat wil zeggen reguliere (poli)klinische taken en diensten.
Theorie, onderwijs en wetenschap
 De chirurg in opleiding is bekend met de recente kinderchirurgische
wetenschappelijke literatuur
 De chirurg in opleiding geeft onderwijs aan coassistenten en arts-assistenten
over chirurgie bij aandoeningen op de kinderleeftijd
 de chirurg in opleiding houdt tenminste één extern referaat over chirurgie bij
kinderen
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
Pagina 64

De chirurg in opleiding heeft een actieve rol in de coördinatie van lopend
onderzoek op kinderchirurgisch gebied.
Tijdstip
Voor aanvang
differentiatie
Halverwege
differentiatie
Einde differentiatie
Gesprek met stagebegeleider
Leerdoelen
Afspraken
Bespreken gegevens portfolio
Beoordeling competenties
Zelfreflectie
Afspraken vervolg van stage
Bespreken gegevens portfolio
Beoordeling competenties
Leerdoelen behaald?
Zelfreflectie
Actie
Verslaglegging in IOP door
AIOS
KPB niet patiëntgebonden
Afspraken in IOP door AIOS
KPB niet patiëntgebonden
Leermiddelen en opleidingsactiviteiten:
Operatiekamer, poliklinische operatiekamer, SEH, polikliniek, afdeling,
overdrachtsbespreking, indicatiebespreking, multidisciplinaire besprekingen,
radiologiebespreking, heelkundig onderwijs.
thema 41. zwelling lies/externe genitalia kind
thema 42. peri-operatieve zorg bij kinderen
thema 43. zwelling hoofd/halsgebied kind
thema 44. speciële kinderchirurgie
Key procedure
orchidopexie
liesbreuk kind
pylorushypertrofie
invaginatie
beklemde liesbreuk > 1 maand
hydrocele
torsio testis
mediane halscyste
laterale halscyste
perianale fistel
speciële kinderchirurgiche procedures
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
jaar 5-6
D
D
D
D
C
D
D
D
D
D
Pagina 65
Werkzaamheden en toetsing
Opleidingsactiviteit en werkplek
Operatiekamer
 Voorbereiding patient
 Operatie
 Nazorg patient
 operatieverslag
Afdeling
 Opname nieuwe patiënten
 Visite
 Nabespreking met verpleging
 Slecht nieuws gesprek
Polikliniek
 Consultatie nieuwe patienten
 Behandelplan/opname
 Bespreken met supervisor
 Statusvoering en brief HA
Competenties
Toetsing




M, C
M, S, P
M, C
M




OSATS
OSATS
360
Operatieverslag




M, C
C, S, O, P
C, S, O, P
C, P




KPB patient
KPB
KPB/360
KPB




M, C
M, MH, O
M, MH, P
C, O, MH,
P




KPB
KPB
KPB niet patient
KPB niet patient
Overigen
 Dienst
 M, O, S
 KPB
 Overdracht
 S, O
 KPB
 Bespreking patient met
 M, MH, P
 Stagegesprek
supervisor
 M, C, S, P
 KPB
 Categorale besprekingen
 KW
 KPB
 Journalclub
 KW
 KPB
 Klinische les
 KW
 KPB
 CAT
M=medisch handelen; C=communicatie; S=samenwerking; O=organisatie;
MH=maatschappelijk handelen; P=professioneel gedrag; KW=kennis en wetenschap
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
Pagina 66
Stageplan Intensive Care
ICU, locatie Leyweg
Stagebegeleiders: drs. P. van der Molen, dr. M. Koeman.
Voorbereiding
-
-
Zorg voor aanvang van de stage voor het behalen van je FCCS certificaat. Zonder dit
certificaat kunnen er op basis van de richtlijn organisatie level III geen diensten
verricht worden en zonder diensten kan niet voldaan worden aan de einddoelen
waardoor de stage niet afgetekend kan worden.
Plan ruim van tevoren een kennismakingsgesprek: richtlijn 4 weken voor je start.
Praktisch
-
Via het secretariaat van de Intensive Care kan vooraf de protocol app en de
’Beademing voor dummies’ gehaald worden.
Je draait volledig mee in het dienstenrooster, dit houdt dus ook nachtdiensten in.
Diensten:
dag 07.45u-17:30u
avond 15.45u-23.30u
nacht 22.45u-08.45u
-
-
De continue verbetering van de opleiding van de IC werkt volgens het PDCA model.
Een belangrijk onderdeel hiervan is de opleidingsvergadering. Deze behoort ook
voor de AIOS Heelkunde tot de verplichte werkzaamheden.
Piepers: dienst
3178, regulier 3626, 3729, 3730, 3731
supervisor 3522
Welke patiënten zie je?
-
Patiënten opgenomen op de Intensive Care
Patiënten beoordeeld met het SIT team
Patiënten in huis op consultatieve basis
Kritiek zieke patiënten op de SEH
Reanimatie in huis en op SEH
Traumapatiënten op SEH
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
Pagina 67
Opleidingsactiviteiten
-
-
In de eerste week zullen er twee “meeloopdagen” met de verpleegkundige worden
ingepland. Hierbij leer je onder andere de werking van de monitor, beademing,
pompen etc.
Dagelijks vinden er 3 patiëntenoverdrachten plaats in aanwezigheid van minimaal 1
intensivist.
Iedere dag is er een grote visite; hierbij worden alle patiënten uitgebreid besproken
via de ABC methodiek. Er is twee keer per week ook een apotheker bij aanwezig.
Hierop volgt een multidisciplinair overleg (MDO) over alle patiënten waarbij een
chirurg, een internist, een medisch microbioloog en een longarts aanwezig zijn.
Tevens zijn specialisten die voor een specifieke casus van belang zijn aanwezig.
Wekelijks
1. Iedere maandag geeft één van de arts-assistenten (bij toerbeurt) onderwijs aan
de hele groep onder leiding van een intensivist. Het onderwerp wordt door de
intensivist bepaald.
2. Iedere dinsdag is er een cardiochirurgische complicatie- en moeilijke patiënten
bespreking
3. Iedere woensdag wordt er een complicatie- of morbiditeits & mortaliteits
bespreking gehouden.
4. Iedere donderdag geeft een intensivist of genodigde onderwijs over vastgestelde
onderwerpen.
5. Iedere vrijdagmiddag vindt bedsideteaching plaats door een intensivist over
wisselende onderwerpen.
6. Tijdens iedere visite/ronde worden “opzoek”opdrachten gegeven naar aanleiding
van pathologie die tijdens deze ronde wordt besproken.
Maandelijks
1. Eenmaal per maand wordt door de arts-assistenten het onderwijs van de interne
geneeskunde gevolgd op dinsdagmiddag (2 uur). Hierin wordt meermalen per
jaar de intensive care gevraagd het onderwerp en de sprekers aan te leveren
waarin arts-assistenten IC per toerbeurt ook een onderwerp of artikel moeten
voorbereiden.
2. Eenmaal per maand wordt deelgenomen aan “de klapper van de
week”bespreking georganiseerd door de chirurgie. Hierin wordt een bijzondere
trauma patiënt besproken en uitgediept.
3. Eenmaal per maand is er de eigen “acute lunch” vanuit de SEH waarin casuïstiek
vanaf de SEH wordt besproken en uitgediept.
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
Pagina 68
Einddoelen:
Onderstaande einddoelen worden behaald door gebruik te maken van een IC portofolio.
Hierin staan de einddoelen op een chronologische wijze gerangschikt waardoor er al
vroegtijdig inzicht komt of de einddoelen gehaald gaan worden. Dit document kan na het
behalen van de stage digitaal in het Vrest portfolio worden ge-upload.
1. Kennis en inzicht:
 kent de ziektebeelden waarbij één of meer vitale organen bedreigd zijn, weet de
diagnostische mogelijkheden bij levensbedreigende aandoeningen en kent de
behandelingsmogelijkheden van levensbedreigende aandoeningen, waaronder de
relevante diagnostische, therapeutische en bewakingsapparatuur.
 kent de fysiologie van de coronaire hemodynamiek en de zuurstofhuishouding van
het hart.
 kent de belangrijkste aspecten van de cerebrale fysiologie en pathofysiologie:
cerebrale circulatie, de intracraniële druk, cerebrale autoregulatie, de aanpak van
verhoogde intracraniële druk, methoden ter inhibitie van de intracraniële
drukmechanismen en gevolgen van secundaire cerebrale ischaemie.
 kent de indicaties, contra-indicaties en beperkingen voor de toepassing van een
arteria pulmonaliskatheter en kan goed omgaan met de informatie die met deze
katheter(s) kan worden verkregen.
 is bekend met de basisprincipes van abdominale- en cardiopulmonale ingrepen, en
de daartoe behorende postoperatieve zorg evenals de bijbehorende technologie,
zoals de extracorporele circulatie, intra-aortale ballonpomp en pacemakers.
 heeft kennis van relevante beademingsmodaliteiten; kent de fysiologische gevolgen
van kunstmatige beademing.
 heeft op hoofdlijnen relevante kennis van de pathofysiologische mechanismen bij
orgaanfalen.
 heeft op hoofdlijnen relevante kennis van de pathofysiologie en behandeling van
systemische inflammatoire processen zoals sepsis, ernstige infecties, intoxicaties,
hematologische- en immunologische stoornissen, ernstige metabole- en
endocrinologische ontregeling, stoornissen in vochtbalans, zuur-base evenwicht en
elektrolyten, nierinsufficiëntie, evenals congenitale afwijkingen bij
levensbedreigende aandoeningen.
 heeft kennis van klinische farmacologie en diëtetiek.
 is bekwaam in geprotocolleerde geneeskunde en evaluatie.
2. Praktische vaardigheden:
 is bekwaam in de bewaking, de diagnostiek en de behandeling van respiratoire,
cardiovasculaire en cerebrale ontregelingen en in de postoperatieve bewaking en
behandeling van grote en gecompliceerde chirurgische aandoeningen.
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
Pagina 69







beheerst de cardiopulmonale resuscitatie (CPR) op Advanced Life Support (ALS)
niveau.
kent in het kader van de SSC (Surviving Sepsis Campaign) het begrip “Fluid
resuscitation”.
is in staat geneesmiddelen en intubatiebenodigdheden in korte tijd bedrijfsklaar te
laten maken en de checklistprocedure uit te voeren om in noodsituaties te kunnen
intuberen.
kan arterielijnen en centraal veneuze katheters zonder directe supervisie inbrengen.
kan een multitraumapatiënt met aandacht voor de consequenties voor het centrale
zenuwstelsel adequaat behandelen.
is in staat tot een goede statusvoering en tot correspondentie met andere disciplines.
is in staat leiding te geven aan een reanimatieteam en participeert als volwaardig lid
in een traumateam.
3. Het adequaat kunnen toepassen van kennis en vaardigheden:
 Kan, met beperkte directe supervisie, patiënten behandelen en leiding geven op een
Intensive Care op niveau III, conform de definitie van de CBO-richtlijn.
4. Professioneel gedrag:
 presenteert de patiënten beknopt en met kennis van zaken aan de staf.
 draagt verworven kennis en vaardigheden actief uit door deelname aan
onderwijsactiviteiten aan collegae, paramedici, verpleegkundigen en studenten.
 kent de eigen grenzen en zoekt zonodig advies of hulp.
De arts-assistent dient te beschikken over kennis van de hierna te noemen
ziektebeelden op het gebied van de Intensive Care. Hij wordt geacht de diagnostiek en
de behandeling van deze ziektebeelden te beheersen.
Klinische presentaties
Aan het einde van de stage heeft de assistent zeker kennis genomen van onderstaande
ziektebeelden:












Coma
Shock, hypotensie
Aritmie
Respiratoire insufficiëntie
Acute nierinsufficiëntie
Ernstige intoxicaties
Acute pijn thorax
Acute pijn buik
Status epilepticus
Peri-operatieve complicaties
Reanimatie
Shock (cardiogeen, septisch, hypovolemisch, obstructief)
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
Pagina 70
 Multi-orgaanfalen
 Hemostase problemen (diffuse intravasale stolling)
 Critical Illness (neuro)myopathie
Aan het einde van de stage heeft de assistent zeer waarschijnlijk kennis genomen van
onderstaande ziektebeelden:








Ernstig bloedverlies uit de tractus digestivus
Ernstige haemoptoe
Orgaandonatie
Brandwonden
ARDS
Status astmaticus
Long/hartcontusie
(Neuro)trauma
Aan het einde van de stage heeft de assistent mogelijk kennis genomen van
onderstaande ziektebeelden:











Acute obstetrische pathologie
Hersendood
Inhalatietrauma
Dwarslaesie
Hypertensieve crisis
Acuut leverfalen
Verdrinking
Hypo/hyperthermie
HELLP syndrome
(Pre-)Eclampsie
Epiglottitis
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
Pagina 71
Algemeen
Afdelingen: Alle/SEH/Poli/POK/IC
Allen
Het algemene deel is geen module waar een AIOS voor wordt ingedeeld maar een
onderdeel van de opleiding Heelkunde dat tijdens alle hierboven genoemde modules
terugkomt. Het is daarom een de gedeelde verantwoordelijkheid van de gehele
opleidingsgroep. De inhoud ervan komt terug tijdens de verschillende deelstages.
Leermiddelen en opleidingsactiviteiten:
Operatiekamer, poliklinische operatiekamer, SEH, IC, polikliniek, afdeling,
overdrachtsbespreking, indicatiebespreking, multidisciplinaire besprekingen,
radiologiebespreking, heelkundig onderwijs.
Relevante thema’s uit Scherp:
thema 1. zwelling of defect buikwand
thema 2. zwelling hoofd/halsgebied
thema 3. intensieve zorg
thema 4. peri-operatieve zorg en postoperatieve complicaties
thema 5. vastleggen en overdragen
thema 6. opleiding
thema 7. wetenschap
thema 8. wondbehandeling
thema 9. chirurgische infecties
thema 10. chronische handafwijkingen
thema 11. huidverplaatsing en –transplantatie
thema 12. kleine niet-complexe chirurgie
thema 13. diepe veneuze trombose
Key procedures Algemeen
Key procedure
klieven peesschede
hechten peesletsel
groot wondtoilet, debridement, huidtx
tracheotomie
lies, femoraalbreuk volwassene open
liesbreuk endoscopisch
buikwanddefect
splenectomie
speekselklierresectie
lymfklierbiopsie hals
I+D abces hals
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
jaar 1-2
jaar 3-4
jaar 5-6
C
C
C
C
C
A
B
B
A
C
C
E
E
E
E
E
B
D
C
B
E
E
E
E
E
E
E
B
E
D
C
E
E
Pagina 72
I+D abces lies
ingegroeide nagel
benigne tumoren van de huid en subcutis
dorsale ganglion
locale en regionale anaesthesie
ganglion (injectie)
panaritium
paronychia
vasculaire toegang (veneus, arterieel)
D
D
D
D
E
E
C
E
C
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
E
Werkzaamheden en toetsing
Opleidingsactiviteit en werkplek
Operatiekamer
 Voorbereiding patient
 Operatie
 Nazorg patient
 operatieverslag
Afdeling
 Opname nieuwe patiënten
 Visite
 Nabespreking met verpleging
 Slecht nieuws gesprek
Polikliniek
 Consultatie nieuwe patienten
 Behandelplan/opname
 Bespreken met supervisor
 Statusvoering en brief HA
Competenties
Toetsing




M, C
M, S, P
M, C
M




OSATS
OSATS
360
Operatieverslag




M, C
C, S, O, P
C, S, O, P
C, P




KPB patient
KPB
KPB/360
KPB




M, C
M, MH, O
M, MH, P
C, O, MH,
P




KPB
KPB
KPB niet patient
KPB niet patient
Overigen
 Dienst
 M, O, S
 KPB
 Overdracht
 S, O
 KPB
 Bespreking patient met
 M, MH, P
 Stagegesprek
supervisor
 M, C, S, P
 KPB
 Categorale besprekingen
 KW
 KPB
 Journalclub
 KW
 KPB
 Klinische les
 KW
 KPB
 CAT
M=medisch handelen; C=communicatie; S=samenwerking; O=organisatie;
MH=maatschappelijk handelen; P=professioneel gedrag; KW=kennis en wetenschap
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
Pagina 73
4.
WETTELIJKE KADERS VAN DE OPLEIDING HEELKUNDE
De relevante (wettelijke) kaders van de opleiding Heelkunde zijn beschreven in:




Kaderbesluit CCMS (Centraal College Medisch Specialisten)
Besluit Heelkunde
Landelijk Opleidingsplan Heelkunde “SCHERP”
Regionaal opleidingsplan Heelkunde regio 3
De leden van de opleidingsgroep en de chirurgen in opleiding dienen kennis te nemen
van de inhoud. Het ligt in de lijn der verwachting dat deze kennis zal worden getoetst
tijdens een visitatie. De opleiding is erop gericht de door het CCMS vastgestelde
algemene- en specialisme gebonden competenties te bereiken.
Competentie: de bekwaamheid van een medisch specialist om een professionele activiteit in
een specifieke authentieke context adequaat uit te voeren door de geïntegreerde
aanwezigheid van kennis, inzichten, vaardigheden, attitude, persoonskenmerken of
eigenschappen.
De voortgang van het verwerven van competenties wordt na specifieke toetsing
vastgelegd in het digitaal portfolio Vrest. Dit vormt de basis voor de voortgangs- en
beoordelingsgesprekken met de opleiders.
2.1
De algemene competenties van een medisch specialist
Medisch handelen
De specialist bezit adequate kennis en vaardigheid naar de stand van het vakgebied en
past het diagnostisch, therapeutisch en preventief arsenaal van het vakgebied goed en
waar mogelijk evidence based toe. De specialist levert effectieve en ethisch
verantwoorde patiëntenzorg; de specialist vindt snel de vereiste informatie en past deze
goed toe.
Communicatie
De specialist bouwt effectieve behandelrelaties met patiënten op, luistert goed en
verkrijgt doelmatig relevante patiëntinformatie; hij bespreekt medische informatie goed
met patiënten en desgewenst familie; daarnaast doet hij adequaat mondeling en
schriftelijk verslag over een patiëntencasus.
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
Pagina 74
Samenwerking
De specialist overlegt doelmatig met collegae en andere zorgverleners, verwijst
adequaat, levert effectief intercollegiaal consult en draagt bij aan effectieve
interdisciplinaire samenwerking en ketenzorg.
Kennis en wetenschap
De specialist beschouwt medische informatie kritisch en bevordert de verbreding en
ontwikkeling van wetenschappelijke vakkennis. De specialist stelt een persoonlijk bijen nascholingsplan op en onderhoudt dit; hij bevordert de deskundigheid van
studenten, aios, collegae, patiënten en andere betrokkenen bij de gezondheidszorg.
Maatschappelijk handelen
De specialist kent en herkent de determinanten van ziekte en bevordert de gezondheid
van patiënten en de gemeenschap als geheel; hij handelt volgens de relevante wettelijke
bepalingen en treedt adequaat op bij incidenten in de zorg.
Organisatie
De specialist organiseert het werk naar een balans in patiëntenzorg en persoonlijke
ontwikkeling en werkt effectief en doelmatig binnen een gezondheidszorgorganisatie;
hij besteedt de beschikbare middelen voor de patiëntenzorg verantwoord; de specialist
gebruikt informatietechnologie voor optimale patiëntenzorg, en voor bij- en nascholing.
Professionaliteit
De specialist levert hoogstaande patiëntenzorg op integere, oprechte en betrokken
wijze, vertoont adequaat persoonlijk en inter-persoonlijk professioneel gedrag, kent de
grenzen van de eigen competentie en handelt daar binnen; de specialist oefent de
geneeskunde uit naar de gebruikelijke ethische normen van het beroep.
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
Pagina 75
2.2
De specialisme-gebonden competenties van de chirurg
De professionaliteit van de chirurg in de maatschappij in het algemeen en de
gezondheidszorg in het bijzonder staat beschreven in het strategisch plan van de
Nederlandse Vereniging van Heelkunde. Om de gewenste professionaliteit duurzaam te
kunnen realiseren is een competentiegestuurd curriculum ontwikkeld met als basis de
zeven competenties volgens Canmeds. Hieronder worden de competenties voor de
chirurg in algemene termen beschreven. In de meeste thema’s, die verderop beschreven
zijn, staan de competenties verder uitgewerkt en ook hoe deze getoetst moeten worden.
Medisch handelen
De chirurg bezit adequate kennis, vaardigheden en gedrag om de diagnostiek en
behandeling van die aangeboren en verworven aandoeningen van organen en
orgaansystemen, weke delen en bewegingsapparaat, die door hun aard doorgaans een
interventie vereisen dan wel in enige fase zouden kunnen vereisen, uit te voeren. Hij
past deze kennis en kunde, zo mogelijk evidence based, effectief en ethisch verantwoord
toe. Zijn specifieke bekwaamheid uit zich in het verrichten van operaties, waarin zijn
technische vaardigheid naar voren komt. Hij combineert deze met specifieke
eigenschappen, die optimaal functioneren als chirurg in de operatiekamer, op de
spoedeisende hulp en op andere plaatsen mogelijk maken. Hij is daarin bij uitstek een
teamspeler.
Communicatie
De chirurg kan zich voor het goede verstaan van de patiënt inleven in diens vragen,
cultuur en levensomstandigheden, maar weet de eigen gevoelens en waarden te
onderkennen en deze te scheiden van die van patiënt. Hierdoor is hij in staat om een
effectieve communicatie met de patiënt en andere healthcare professionals te
onderhouden. Medische informatie wordt met patiënt en eventueel familie besproken
en volgens geldende normen (schriftelijk) vastgelegd.
Samenwerking
De chirurg is een breed opgeleide teamspeler met helikopterview. Hierdoor is hij bij
uitstek geschikt om bij multidisciplinaire zorg de leidende rol op zich te nemen. Hij is
uitstekend in staat om doelmatig en efficiënt met collegae en andere zorgverleners te
overleggen. Hij kent de grenzen van het eigen specialisme en verwijst dientengevolge
adequaat. In de operatiekamer en op andere plaatsen waar chirurgische expertise wordt
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
Pagina 76
gevraagd is hij in staat om optimaal in het team te functioneren en desgewenst leiding te
geven.
Kennis & wetenschap
Om medische zorg op een kwalitatief hoog niveau te leveren, is de chirurg op de hoogte
van de state of the art van eigen vakgebied. Relevante kennisbronnen worden efficiënt
en effectief benut. Hij beschouwt de medische informatie kritisch (EBM). Gedurende het
hele professionele leven ontwikkelt en onderhoudt de chirurg een persoonlijk bij- en
nascholingsplan. Hij deelt zijn kennis met collegae, AIOS, studenten en andere
betrokkenen in de gezondheidszorg.
Maatschappelijk handelen
De chirurg is zich bewust van zijn rol als behartiger van het belang van de
volksgezondheid in brede zin. Hij beseft dat deze belangenbehartiging een essentieel
onderdeel is van het bevorderen van de gezondheid op het niveau van patiënt, praktijk
en gemeenschap. De chirurg is zich bewust van de mogelijke consequenties van zijn
eigen handelen in het algemeen en bij de introductie van nieuwe technieken in het
bijzonder. Hij realiseert zich dat complicaties kunnen optreden, zal proberen deze
zoveel mogelijk te voorkomen en indien deze toch optreden hier op adequate wijze mee
om gaan. Patiëntveiligheid is een leidend thema bij zijn handelen. De chirurg handelt
volgens de relevante wettelijke bepalingen. De chirurg treedt adequaat op bij incidenten
in de zorg. Hij neemt hierin een leidende rol aan.
Organisatie
De chirurg werkt effectief en doelmatig binnen een gezondheidszorgorganisatie, en
besteedt de beschikbare middelen voor patiëntenzorg verantwoord. Hij heeft een
centrale en coördinerende rol bij het nemen van dagelijkse beslissingen over taken,
beleid, medewerkers en middelen, noodzakelijk om hoog kwalitatieve individuele zorg
te leveren en in bredere context een substantiële bijdrage te leveren aan
praktijkorganisaties en het gezondheidszorgsysteem. Hij is in staat om dit op efficiënte
en effectieve wijze te realiseren. Hierbij een goede balans vindend tussen patiëntenzorg
en persoonlijke ontwikkeling.
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
Pagina 77
Professionaliteit
De chirurg bewaakt en verhoogt de kwaliteit van het eigen werk, dat van de
beroepsgroep en van de organisatie waarin hij werkt door de benodigde elementen van
kwaliteitssystemen toe te passen. In de omgeving waar hij werkzaam is, neemt hij de
leiding, omdat de chirurg een van de weinige medische specialisten is met een brede
geneeskundige blik op de patiënt en hij als geen ander beseft dat alleen door uitstekend
teamwerk optimale zorg voor de patiënt kan worden geboden. De chirurg heeft een
unieke rol in de maatschappij met specifieke kennis, vaardigheden en gedrag die erop
gericht zijn de gezondheid en welzijn te verbeteren. Hij streeft de hoogst mogelijke
normen na in klinische zorg en ethisch gedrag en streeft er tevens naar zijn vakkennis
continue te perfectioneren.
De chirurg komt door middel van morele en ethische argumenten tot het al dan niet
instellen of voortzetten van medische interventies en kan dit verantwoorden. Hij
overziet de complexiteit van de begeleiding van patiënten in hun levenseinde en handelt
daarin adequaat. Hij kent zijn eigen grenzen en is zich bewust van zijn
verantwoordelijkheden. Hij staat open voor feedback en vertoont reflectief gedrag. De
chirurg realiseert zich dat zijn handelen complicaties kent. Hij gaat hier op een
transparante en professionele wijze mee om, realiseert zich de consequenties voor de
individuele patiënt maar ook in bredere zin voor de gehele heelkundige discipline en de
maatschappij. Indien er klachten zijn over de behandeling en/of bejegening, weet hij dit
bespreekbaar te maken en is in staat om hierover met de patiënt en/of bemiddelaar
open te communiceren. De chirurg heeft respect voor de competenties van andere
zorgverleners en weet deze op waarde te schatten in de multidisciplinaire behandeling
van de patiënt.
Binnen de competentie medisch handelen wordt onderscheid gemaakt tussen kennis en
handelen. Het is in de praktijk immers niet zelden het geval dat er wel kennis aanwezig
moet zijn zonder dat de chirurg in opleiding over de klinische vaardigheden voor de
behandeling hoeft te beschikken.
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
Pagina 78
Beoordeling van kennis:
A
B
C
D
E
beheerst de basis feitenkennis voldoende (voor de fase van de opleiding)
kan kennis onder strikte supervisie toepassen
kan onder beperkte supervisie kennis toepassen
past zelfstandig gestructureerde kennis adequaat toe
kan gestructureerd kennis overdragen
Beoordeling van vaardigheden
A
B
C
D
E
assisteert adequaat
handelt adequaat onder strikte supervisie
handelt adequaat onder beperkte supervisie
handelt adequaat zonder supervisie
superviseert en onderwijst adequaat
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
Pagina 79
De verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de AIOS
De verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de A(N)IOS staan beschreven in de
“Modelinstructie arts al dan niet in opleiding tot (medisch) specialist werkzaam in
ziekenhuizen”. Deze is gemaakt op initiatief van de LAD in samenwerking met de KNMG,
de Orde, LHV, LVAG en NVZ. De instructie is te downloaden via www.knmg.artsennet.nl
Voordat een A(N)IOS aanvangt met het doen van avond- nacht- en weekenddiensten
dient het AIOS evaluatieformulier te worden ingevuld. Dit formulier is te downloaden
via www.aiosevaluatie.nl en is tot stand gekomen vanuit de Orde en de LVAG. Het
formulier kan als (onderdeel van) een KPB worden gebruikt, waarmee wordt vastgelegd
dat de A(N)IOS voldoende is toegerust voor het doen van ANW diensten.
De Haga ABC cursus is een introductiecursus Spoedeisende Hulp voor A(N)IOS. In deze 5
daagse cursus komen alle facetten van de spoedeisende geneeskunde in vogelvlucht aan
bod. Deze cursus (of een vergelijkbare cursus, indien al elders gedaan) is verplicht voor
A(N)IOS in het HagaZiekenhuis die ANW diensten gaan doen en wordt afgerond met een
certificaat.
Ook de Advanced Trauma Life Support (ATLS) cursus wordt bij voorkeur voor aanvang
van het doen van ANW diensten met een positief resultaat afgerond.
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
Pagina 80
Lokaal opleidingsplan HagaHeelkunde 2014
Pagina 81