Het Vrije Woord

INTERVIEW
DEMOCRATIE
Gesprek met Bart Staes
Europa: het
gevecht
van de
vrede
Het Europees Parlement is
een zwaarbewaakte burcht.
Als je wilt binnengeraken,
worden eerst je papieren
gecontroleerd, net als in de
luchthaven gaat je tas door
een scanner en je passeert
door een metaaldetector.
Zoals altijd vergeet ik het
kleingeld in m’n broekzak
en het metalen polshorloge
en word ik teruggeroepen.
De tweede keer lukt het
wel en een goedlachse
medewerkster
Staes,
van
Bart
Europarlementslid
voor Groen, escorteert me
naar boven. Goed, vanmiddag komt Poetin op bezoek
en het beeld van de zwaarbewaakte burcht Europa
is, hoewel begrijpelijk, toch
lichtelijk overtrokken. Maar
wat betekent Europa dan
wel?
“Vrede”, zegt Bart Staes zonder aarzelen. “Iedereen die jonger is dan 65 jaar
behoort, wat onze contreien betreft, tot
een unieke generatie. De generatie die
geen oorlog op eigen grondgebied heeft
meegemaakt. Mijn grootvader heeft nog
meegestreden “in Vlaamse Velden”. Mijn
ouders maakten de Tweede Wereldoorlog mee, mijn moeder is 83 en vertelt daar
nog verhalen over… dat laat sporen na bij
mensen. WO II is voor ons gestopt in ’45,
maar is in Midden- en Oost-Europa in een
14 H E T V R I J E W O O R D
of andere vorm nog doorgegaan, door de
Russische bezetting. Na de val van de
Muur hebben we die mensen onmiddellijk
hoop geboden. De meeste uitbreidingen
van de Europese Unie zijn oefeningen
geweest in conflictpreventie. Niet perfect,
maar de beste oefeningen wereldwijd.
Dat is van het begin al zo geweest. Het
Portugal van Salazar, het Spanje van
Franco, het Griekse kolonelsregime, en
later de Oost-Europese landen, allemaal
prille, broze democratieën, die we dankzij
het perspectief van de toetreding naar
vrede en vooruitgang hebben kunnen begeleiden.
CONFLICTEN
Betekent het dat alles perfect is, dat er
geen spanningen meer zijn? Natuurlijk
niet! We hebben dagelijks conflicten,
grote conflicten zelfs. Maar ze worden
niet meer uitgevochten met wapens,
maar hier, met een democratisch gevecht,
met geven en nemen, het oneens zijn en
eens worden in het Europees Parlement.
Daarbij is het in dit parlement nuttig dat
er geen meerderheid en geen oppositie is
die gefixeerd is. Neen, dossier per dossier gaat men hier op zoek naar nieuwe
“Europa, dat zijn
mensen, mensen
met ideeën, met
ideologieën, met
keuzes.”
meerderheden en nieuwe akkoorden. Dat
geeft een genuanceerd geheel, en dat is
het boeiende in dit parlement. In een nationaal parlement moet je kleuren binnen
de lijnen van een regeerakkoord en als je
daarbuiten gaat, ben je een onruststoker.
En in de oppositie mag je zeggen wat je
wilt, maar er wordt zelden naar geluisterd. In Europa speel je als kleine fractie boven je soortelijk gewicht, omdat er
geen meerderheid is en je met expertise,
met netwerken en overtuigingskracht toch
heel wat kunt bereiken.
HET VRIJE WOORD Toch wordt er
vaak lelijk gekeken naar Europa…
BART STAES Door het feit dat het een
vredesproject is, hebben de mensen het
jarenlang gezien als een beschermend
project. Een project dat welvaart bracht,
dat toezag op de verbetering van de levenskwaliteit, met een beleid dat actief
optrad tegen de milieuproblemen van de
eerste generatie, vuile lucht, vuile rivieren, en dat zorgde voor voedselveiligheid.
Welvaart en welzijn op topniveau! Maar
de jongste tijd wordt Europa gezien als
een bedreiging. Dat komt omdat er inderdaad conflict is, en binnen dat conflict zijn er ideologische stromingen in
de meerderheid, die bepaalde politieke
keuzes maken. Die komen niet uit het
niets, die zijn dertig jaar geleden al gemaakt door de economie. Ik denk aan het
neoconservatisme en het neoliberalisme,
die de samenleving vorm willen geven,
onder invloed van politiek personeel als
Ronald Reagan, Margaret Thatcher en
de jonge Guy Verhofstadt. Waarbij de kiemen zijn gezaaid voor wat we nu oogsten.
En het is een slechte oogst. Dereguleren,
privatiseren, de competitie voor alles.
Men was alle lessen vergeten die men
geleerd had uit de bankencrisis van 1929.
Toen wist men al: je moet zakenbanken
en spaarbanken uit elkaar halen. Zakenbanken mogen speculeren, maar met het
geld van de gewone spaarder investeer je
enkel in de reële economie. Het neoliberalisme heeft heel wat politieke partijen
aangetast. Ook de progressieve: het is de
democraat Clinton die de scheiding tussen zaken- en spaarbank ongedaan heeft
gemaakt. Met catastrofale gevolgen in
2008. We waren nochtans op de goede
weg. Je kunt niet méér uitgeven dan wat
je hebt. Dat is gezond boerenverstand. En
je mag verstandig lenen, daarvoor krijg je
iets in de plaats. We hadden jarenlang
een hoge staatsschuld, tot 134%, maar
die werd stilaan afgebouwd. In 2008 zaten we op, dacht ik, 87%. En dan gaan er
een aantal banken onderuit, de staat komt
tussenbeide en plots is onze staatsschuld
weer 104%.
EENZIJDIG EN STRENG
De crisis heeft de euro serieus aangetast.
Er is even hoop geweest, we dachten dat
de lessen nu wel geleerd waren, maar dat
heeft niet lang geduurd. Olli Rehn, commissaris voor Economische en Monetaire
Zaken, zet eenzijdig in op strenge besparingen en soberheid, als zaligmakende
maatregelen. Natuurlijk moet je zuinig
zijn en geen overbodige uitgaven doen,
gezonde financiën zijn belangrijk, maar
tegelijkertijd heeft een samenleving investeringen nodig. Om een sociaal weefsel te behouden, om mensen hoop op de
toekomst te geven, en dit is de jongste vijf
jaar sterk aangetast. Daarvan krijgt Europa de schuld. Maar Europa is niet iets wat
in de lucht hangt. Europa, dat zijn mensen,
mensen met ideeën, met ideologieën, met
keuzes. En we stellen vast dat er in de
Europese Commissie een meerderheid
aan christen-democraten en liberalen
zijn. Een paar sociaaldemocraten kunnen
wat tegengewicht bieden, groenen zitten
er niet in. Dus die Europese Commissie
wordt hoofdzakelijk bevolkt door mensen
die in heel ruime mate dat neoliberale,
neoconservatieve, competitiegerichte, vrijhandelsgezinde gedachtegoed genegen
zijn. Dat is de heersende ideologie. Ook in
de Raad van Ministers.
Maar het is eigenlijk de kiezer die dat
bepaalt?
Inderdaad, en we hebben nu de bijzondere omstandigheid dat je in België drie
keer kunt stemmen voor Europa: een
stem voor het Europese Parlement, maar
ook voor de federale en regionale parlementen, en de meerderheden die daaruit
gevormd worden bepalen wie er in de ministerraad zit en wie er desgevallend Europees commissaris wordt. Het is dus aan
de kiezer om ervoor te zorgen dat er voldoende progressieve krachten aanwezig
zijn. Wat we de voorbije decennia hebben
meegemaakt, is de veruitwendiging van
een visie op de samenleving, waarin hebzucht de drijvende kracht is. Dat zie je ook
in de verloning van mensen. Mijn collega
Philippe Lamberts van Ecolo heeft een
helse strijd geleverd om de bonussen van
bankiers te beperken tot een jaarsalaris.
De Londense City stond op haar achterste
poten, maar wat een eretitel voor Philippe
om uitgeroepen te worden tot “the most
hated man of the City”. We hebben ook
rond hedgefondsen een en ander kunnen aanpassen, er is dus wel wat werk
verricht. Ik sprak daarnet wel van vrede,
maar dit was een heel zwaar conflict, dat
we hier in het parlement dag aan dag
hebben uitgevochten, met de lobby’s van
“We hebben dagelijks
conflicten, grote
conflicten zelfs.”
de bankenwereld, en met de ministers
van Financiën, die zich volgens Philippe
Lamberts vaak eerder gedroegen als de
vakbondsafgevaardigden van de haute finance, eerder dan als de vertegenwoordigers van de belastingbetaler. Het blijft dus
een gevecht, maar een gevecht volgens
de democratische regels, tussen de rede
en de hebzucht.
K L I M A AT
Dat geldt evenzeer voor mijn sector, die
van milieu, volksgezondheid en voedselveiligheid. Dat is daar constant vechten om het algemeen belang te laten
voorgaan op particulier belang. Recent
kwam de Europese Commissie met een
witboek rond klimaat en energie. Binnen
H E T V R I J E W O O R D 15

DEMOCRATIE
gens de communautaire methode. Met
het tweekamersysteem: Parlement en de
Ministerraad zonder hordes en vetorecht.
Wat buitenlands beleid betreft: minder intergouvernementeel en meer Europees.
Het kan niet zijn dat de Franse president
zijn troepen naar Mali stuurt, zonder enig
overleg met de andere lidstaten, met de
boodschap “wie mij liefheeft volge mij”.
Neen, eerst even overleggen en dan samen een beslissing nemen, zo moet het
gaan. Door samenwerking kan Europa de
macht terugnemen over een aantal zaken
die de politiek uit handen heeft gegeven.
de commissie is daar een strijd geweest
tussen mevrouw Hedegaard, de Deense
commissaris, die een heel progressieve
visie heeft over klimaatverandering, energiebeleid en het evolueren naar een
koolstofarme samenleving enerzijds en
twee vertegenwoordigers van de grootindustrie: de Italiaan Tajani van Industrie en de Duitser Oettinger van Energie.
Uiteindelijk heeft zij het onderspit moeten
delven en zijn de voorstellen in het Witboek zeer ondermaats. De Commissie
heeft de eigen uitgangspunten, die bediscussieerd werden in het parlement, over
het stappenplan naar het klimaatbeleid
plots aan de kant geschoven onder druk
van de grote lobby’s. We dragen daar een
enorme verantwoordelijkheid. We weten
dat door ons gedrag het klimaat aan het
veranderen is, we zijn nu al getuige van
die rare weerfenomenen, ook in Europa.
Maar heel wat gevolgen van die klimaatverandering treffen mensen, die we er helemaal niet voor verantwoordelijk kunnen
stellen. Denk maar aan de mensen die in
de delta van Bangladesh wonen. Als daar
het waterniveau stijgt, heb je tientallen
miljoenen vluchtelingen. Een artikel in de
NRC van enkele weken geleden was een
ware eyeopener. Het ging over de kerstvakantie in Frankrijk. Het heeft daar flink
gewaaid, dus een hoge productie aan
windenenergie, en het was relatief zacht
dus minder energieverbruik. In Frankrijk
wordt normaliter zowat 70% van de energie geproduceerd door kerncentrales. Nu
is er een wet die stelt dat groene energie
de voorrang heeft op andere. En er was
een groot aanbod aan groene energie.
Kerncentrales kun je niet zomaar stilleggen, die blijven produceren. Dus moesten
de kerncentrales betalen om hun elektri16 H E T V R I J E W O O R D
citeit op het net te mogen plaatsen. Dan
zie je waar de lobby’s zitten. Ze produceren zogenaamd goedkope energie (al
moeten we nog bekijken wat voor toekomstige kosten daar nog bij komen) en plots
moeten ze betalen om te mogen produceren. Die willen natuurlijk niet dat de
groene energie doorbreekt. Waar er veel
kernenergie geproduceerd wordt, daar is
de tegenstand tegen hernieuwbare energie het grootst, want dat is een bedreiging.
“Het Hongarije van
Orbán is duidelijk
aan het ontsporen.”
Jammer, want het uitdragen van die
groene technologie en filosofie zou voor
het grondstoffenarme Europa net dat kunnen zijn, wat het aan de wereld kan bijdragen…
Absoluut! Investeren ook, in onderzoek
en ontwikkeling, naar technologieën die
spaarzaam zijn en zorgvuldig omgaan
met grondstoffen, die niet verspillen, die
recycleren waar mogelijk en die vaak
ook heel veel arbeid scheppen. Jobs
die heel divers zijn. Het zal jobs creëren
voor mensen die hogere studies hebben gedaan, maar ook voor mensen die
handen aan hun lijf hebben, die zaken
kunnen installeren, die kunnen omgaan
met raderwerken. Niet alleen voor bollebozen dus. Momenteel ben ik de hoofdonderhandelaar voor het aanpassen van
een bestaande verordening over het verschepen van afval naar derde landen, heel
vaak derdewereldlanden. De bestaande
regelgeving en de controle erop is onvoldoende. Heel wat afval verdwijnt illegaal.
De commissie heeft een voorstel gedaan
om dat aan te scherpen, de samenwerking tussen de lidstaten te verbeteren, de
controles meer in het openbaar te laten
gebeuren zodat er meer druk komt te
staan op de criminele organisaties die
daarmee omgaan. We moeten ervoor
zorgen dat wat hier gerecycleerd kan worden ook hier blijft en ook dat niet zomaar
afval gedumpt wordt in een derdewereldland, waar het dan echte catastrofes kan
veroorzaken. De wet zal ook voorzien dat
er naar die landen geëxporteerd kan worden, mits de garantie dat het in installaties komt waar het op een correcte manier
wordt verwerkt, waar de correcte arbeidsen gezondheidsvoorwaarden zijn. Mijn
voorstel is nu goedgekeurd en binnenkort
verdedig ik het voor de Raad van Ministers voor het milieu.
MACHT DOOR SAMENWERKING
Het lijkt toch vrij ingewikkeld, dat sa-
menspel tussen Europees Parlement en
Europese Commissie. Moeten we uiteindelijk niet gaan naar de Verenigde Staten
van Europa in plaats van het Europa van
de Staten?
In het Europa van de Staten geloof ik niet,
en misschien ook niet in de Verenigde
Staten van Europa. De manier waarop er
nu wordt samengewerkt is voor verbetering vatbaar. Op belastinggebied is er een
vetorecht en een minister kan dus alles
blokkeren. We moeten naar een Europa
dat krachtiger samenwerkt en dan heb
ik het niet in de eerste plaats over structuren. Sterkere structuren, ja … maar
wat doe je ermee? Als ik het heb over
een krachtiger Europa, dan is dat vol-
“Waar er veel
kernenergie geproduceerd wordt, daar
is de tegenstand
tegen hernieuwbare energie het
grootst.”
De macht terugnemen van de speculanten, van de vervuilers die alleen uit
hebzucht handelen, van de groepen die
geen belasting betalen. De totale fiscale
fraude in Europa bedraagt jaarlijks naar
schatting 1000 miljard euro. De Europese
begroting van 2013 tot 2020 is 960 miljard
euro. We moeten als overheid de macht
terugwinnen op diegenen die frauderen.
Dat is de opdracht. We moeten dat doen
door samenwerking, door coördinatie.
Maar of dat dan de Verenigde Staten van
Europa moet heten, is mij niet echt een
zorg. Het gaat om de actie, niet om het
woord.
Maar verzwakt het grote aantal nieuwe
leden en de te verwachten toetredingen
niet de slagkracht van Europa? Om maar
te zwijgen van de Europese democratische waarden?
We leggen landen die willen toetreden
belangrijke voorwaarden op. Het moeten
rechtsstaten zijn, ze moeten een markteconomisch model hebben, en ze
moeten onze wetgeving overnemen. Op
een bepaald moment hebben we Hongarije toegelaten, we hebben dat land
heel veel opgelegd, maar als ze eenmaal zijn toegetreden tot de club, mag
blijkbaar weer alles. Het Hongarije van
Orbán is duidelijk aan het ontsporen. Er
wordt gesold met de persvrijheid, met de
rechten van de oppositie. Het staatsapparaat van justitie en politie wordt misbruikt ten nadele van sommige lagen van
de samenleving. Er wordt gesold met
de basiswaarden van Europa. Artikel 7
van het verdrag van Lissabon zegt dat
we een land tijdelijk kunnen schorsen.
Maar het gebeurt niet omdat de grootste politieke fractie in dit parlement, de
Europese Volkspartij, dwarsligt. Die partij
is al lang niet meer christendemocratisch.
Wijlen Wilfried Martens heeft daar mee
de politieke keuze gemaakt om te gaan
voor de macht, door een aantal zeer conservatieve partijen toe te laten, zoals de
Spaanse Partido Popular, Forza Italia van
Berlusconi en de Fidesz van Orbán. Zij zijn
de remmende factor. Ik zie ook dat onze
eigen christendemocraten zich bij zulke
stemming zo klein mogelijk maken en eigenlijk wel weten dat ze zouden moeten
meestemmen met het progressieve kamp.
Ze gaan zich dan onthouden, maar eigenlijk is dit schuldig verzuim.
Hoe zie je de nabije toekomst, na de komende verkiezingen?
De komende vijf jaar worden heel belang-
rijk voor Europa. Het aantal eurosceptici
neemt toe, er zijn een aantal kwesties,
bij-voorbeeld rond seksualiteit, die verwezen worden naar de lidstaten, terwijl
het eigenlijk om elementaire ethische
principes gaat. Dat gebeurde met argumenten van het niveau van Poetins
uitspraak, dat homoseksuelen naar Sotsji
mochten, op voorwaarde dat ze niet aan
de kinderen komen… Ik denk dat de vrijzinnigheid, het humanisme dan toch aan
de juiste kant staat van het verhaal. Het
worden boeiende jaren. Het wordt weer
vechten. Ook op mijn terrein, dat van
de voedselveiligheid. Het hele vrijhandelsakkoord met de Verenigde Staten,
daar gaan zaken in sluipen die onze normen en waarden van hoe je met voedsel
omgaat, onder druk zetten. Ik heb onlangs een meerderheid kunnen opbouwen tegen een verslag over ggo’s van
een Britse Conservatieve. Ze gaf haar
nederlaag toe, maar ze zei meteen: “’t Is
maar tot na de verkiezingen, dan winnen
wij, en Amerika zal ons helpen.” Ook dat
is de inzet van de verkiezingen van 25
mei. Het gevecht blijft dus. Maar we gaan
nooit de wapens bovenhalen. Dat doen
we niet meer.”
Wanneer ik het Europees Parlement verlaat, zie ik een twintigtal Gibraltezen. Ze
scanderen slogans. Twee spandoeken
klagen de Spaanse pesterijen aan. Nog
geen drie eeuwen geleden (van 1739 tot
1742) voerden het Britse en het Spaanse
koninkrijk een ware oorlog. Die gaat nog
altijd voort. Maar nu met woorden.
ERIK STRIELEMAN
H E T V R I J E W O O R D 17