Hoe de individuele alfa frequentie-piek het neurofysiologische fundament van gedrag in kinderen met ADHD kan ontrafelen [How the individual alpha peak frequency helps to unravel the neurophysiologic underpinnings of behavioral functioning in children with Attention-Deficit/Hyperactivity Disorder] Clinical EEG and Neuroscience Madelon A. Vollebregt, Martine van Dongen-Boomsma, Dorine Slaats-Willemse, Jan K. Buitelaar**, Robert Oosterveld** *gedeeld eerste auteurschap, ** gedeeld laatste auteurschap Doel De invloed van een lage individuele alfa piek frequentie (IAPF) op de relatie tussen de theta/beta power ratio en de relatieve theta power in rust enerzijds en neurocognitief en gedragsmatig functioneren anderzijds werden onderzocht. Deze onderzoeksfocus ontstond naar aanleiding van eerder onderzoek waaruit bleek dat een lagere IAPF verantwoordelijk was voor de verhoogde theta/beta power ratio in een subgroep bij kinderen met ADHD. Dit leidde tot de suggestie dat verhoogde theta power (als onderdeel van de verhoogde theta/beta power ratio) als meest robuuste bevinding bij ADHD - als het gaat over hersengolven in rust - soms verkeerd wordt geïnterpreteerd. Dit wordt dan veroorzaakt door een lage IAPF, waardoor deze mee wordt genomen in de schatting van theta power (zie figuur). Opzet: Om de invloed van de IAPF te onderzoeken op de correlaties tussen de theta/beta power ratio en de relatieve theta power enerzijds en neurocognitief en gedragsmatig functioneren anderzijds, werden data betreffende hersengolven in rust, neurocognitief functioneren en ADHD-kernsymptomen geanalyseerd. Data werden verkregen van de voormeting van de studie ‘PANther’. Voor 38 kinderen (8-15 jaar) waren data van hersengolven in rust en ADHD-kernsymptomen scores beschikbaar. Voor 32 kinderen waren ook neurocognitieve data voorhanden. De IAPF werd gemeten door het gebruik van zowel de ogen-open als de ogen-dicht conditie. De power werd geanalyseerd op basis van de ogenopen conditie. Resultaten: Een significant positieve relatie werd gevonden tussen de theta/beta power ratio en de totale score op de ADHD-kernsymptomen en voor theta/beta als theta power in relatie tot de score op de subschaal hyperactiviteit. Deze relaties werden sterker wanneer gecontroleerd werd voor de IAPF. Acht van de 38 kinderen (21%) lieten een verlaagde IAPF zien (een IAPF van 9 Hz of lager), waardoor een overlap ontstond tussen hun IAPF en de standaard theta-band. Een relatie tussen de theta/beta power ratio en/of relatieve theta power in rust en het neurocognitief functioneren werd niet gevonden. Conclusie: De resultaten van deze studie bevestigden dat de theta/beta power ratio en relatieve theta power inderdaad correleren met de ADHD-kernsymptomen. De bevindingen suggereren verder een belangrijke rol voor de IAPF in de onderliggende elektrofysiologie bij ADHD.
© Copyright 2024 ExpyDoc