GEMAAKTE AFSPRAKEN SOMS MEEGEWOGEN BIJ BEOORDELING VAN VERWARRING ONDER DE HANDELSNAAMWET April 2014 In een tweetal recente uitspraken kwam aan de orde of er sprake was van inbreuk op de handelsnaamwet (HNW). Interessant was daarbij onder meer dat in beide zaken een rol was weggelegd voor reeds gemaakte afspraken over het gebruik van overeenstemmende elementen in de handelsnamen in kwestie. Deze afspraken werden meegewogen in de beoordeling van het geschil. Voor ondernemers die deel uitmaken van een formule zijn het daardoor interessante uitspraken. Rb Gelderland 21-01-2014 (Helldorfer), vonnis in kort geding De eerste casus betreft een geschil tussen Helldorfer Antiek B.V. en Helldorfer Binnenstad B.V. Beide vennootschappen zijn betrokken bij het verkopen van juwelen in Arnhem en omgeving. Helldorfer Binnenstad exploiteert sinds oktober 2013 een zaak in de binnenstad van Arnhem. Op deze plaats werd voorheen door Helldorfer Antiek ook een juwelierszaak gedreven met gebruik van de naam Helldorfer. De nieuwe zaak in de binnenstad is van een ondernemer die in het verleden een andere antiekzaak in Arnhem had overgenomen. Deze zaak mocht de naam Helldorfer gebruiken door een bestaande afspraak met Helldorfer Antiek B.V. Probleem blijkt echter dat de afspraak alleen ziet op het voeren van de naam Helldorfer voor die overgenomen juwelierszaak, maar niet het recht geeft om ook een zaak in de binnenstad van Arnhem te openen onder de naam Helldorfer. Daarbij speelt het een rol dat Helldorfer Antiek B.V. reeds eerder op deze plaats een juwelenzaak exploiteerde en daarbij een grote mate van bekendheid genoot. Het element Helldorfer is een kenmerkend bestanddeel van de vergeleken handelsnamen, waardoor er verwarring bij de consument te duchten is. De rechter oordeelt dan ook dat het gebruiken van de naam Helldorfer voor Helldorfer Binnenstad B.V. verboden wordt. Rb Oost-Brabant 05-03-2014 (Van der Valk Eindhoven / Eindhoven-Best) In deze zaak was aan de orde of er een nieuw motel mocht worden geopend onder de naam Van der Valk Eindhoven-Best terwijl er ook al (op 15 km afstand) een hotel bestaat sinds 1973 onder de naam Van der Valk Eindhoven. De rechter oordeelt in dit geval dat gebruik van deze nieuwe naam is toegelaten omdat de toevoeging van het onderdeel “Best” op zich voldoende is om verwarring weg te nemen. Door de rechter wordt in het oordeel nadrukkelijk meegewogen dat eiseres en verweerder beiden zijn aangesloten bij het Van der Valk concern en op grond daarvan de elementen Van der Valk en het woord “hotel” of “motel” in de handelsnaam mogen gebruiken. De rechter oordeelt daardoor dat er geen verwarring te duchten is tussen deze handelsnamen (nu deze weliswaar ook overeenstemmen in het element “Eindhoven”, maar daarnaast verschillen in het element “Best”). In deze kwestie worden de vorderingen om de handelsnaam te staken en/of aan te passen, afgewezen. Wat is er nu daadwerkelijk afgesproken over het gebruik van de handelsnaam? In de zaak Helldorfer speelde mede de opbouw van handelsnaamrechten in voorgaande, oudere ondernemingen een rol. Daarover was wel een afspraak gemaakt door de rechtsvoorganger van de verweerder maar essentieel was dat er niet bleek niet van een overdracht van reeds opgebouwde handelsnaamrechten. Daardoor bleek de totstandkoming van de handelsnaamrechten van verweerder van later datum dan van eiser. Er was daarnaast in de afspraken uit het verleden alleen maar voorzien in een specifieke toestemming voor het gebruik van de naam Helldorfer op een specifieke locatie. Op meer dan dat kon verweerder dan ook geen beroep doen. Nu de handelsnaam van de nieuwe zaak op een kenmerkend bestanddeel (het bestanddeel Helldorfer) gelijk was aan de handelsnaam van de eiser, oordeelde de rechter dat er sprake was van handelsnaaminbreuk. Is de overeenstemming van hogerhand ingegeven? In de Van der Valk zaken bleek er, net als bij Helldorfer, ook overeenstemming te zijn in de kenmerkende bestanddelen. Immers, het Van der Valk-element werd door beide partijen gebruikt in de handelsnaam. Toch is er in dit specifieke geval géén sprake van een inbreuk want er was duidelijk gebleken dat dit kenmerkende element juist vanwege aansturing vanuit het ‘concern’ gelijkluidend was. Hierdoor werd er door de rechter in de vergelijking van handelsnamen vooral gekeken naar het restant: de toevoeging van het geografische element. Vervolgens kwam de rechter tot het oordeel dat de toevoeging “Best” aan het geografische element “Eindhoven” voldoende was om te oordelen dat er geen sprake zou zijn van verwarring. Conclusie Bij een handelsnaamvergelijking blijken afspraken (al dan niet uit het verleden) een grote rol te kunnen spelen, naast de vaststelling of het publiek nu wel of niet in verwarring kan raken door de overeenstemming van de namen. Daarnaast kan de uitkomst van een geschil ook afhangen van de vraag of er ooit handelsnaamrechten zijn overgedragen (of juist niet). Bij de overdracht c.q. aankoop van een onderneming kan het daarom geen kwaad om hier nog eens extra aandacht aan te besteden. Voor ondernemingen die in een ‘formule’ opereren is het een aspect van belang of de overeenstemming tussen handelsnamen van ondernemingen binnen dezelfde ‘formule’ wel of niet is ingegeven door de ‘concernverhoudingen’. De rechter kan daar dus rekening mee houden. Zie de uitspraken hier (Helldorfer) en hier (Van der Valk Eindhoven / Eindhoven-Best) Heeft u vragen over handelsnaamgebruik voor een nieuwe onderneming of een onderneming die u gaat overnemen, schroom dan niet om contact op te nemen met Lawton advocaten via 0889101112 of [email protected].
© Copyright 2024 ExpyDoc