Download en bewaar de agenda en de bijbehorende stukken in

Informatievergadering Bestuur en Beheer 14 oktober 2014
Orgaan:
Locatie:
Datum:
Aanvang:
Informatievergadering Beheer/Bestuur
Julianastraat 34, 5251 ED Vlijmen
dinsdag 14 oktober 2014
19:30 uur
1.
Opening
2.
Vaststelling van de agenda
Stukken
Agenda bestuur en beheer 20141014
3.
Spreekrecht
Samenvatting
Volgens het Reglement van Orde kunt u inspreken of meespreken over agendapunt 5 en 6. U meldt dit uiterlijk 24 uur voor
aanvang van de vergadering bij de raadsgriffier, onder vermelding van het onderwerp.
Stukken
In- en meespreken voor informatievergaderingen
4.
Besluitenlijst van dinsdag 2 september 2014
Stukken
Besluitenlijst Bestuur en Beheer 2 september 20141014
5.
Beleids beheerplannen wegen groen en gebouwen
Stukken
RV beleidsplannen onderhoud wegen, groen en gebouwen 2014 20141106
BIJL beleidsplan Onderhoud Wegen 2014 20141106.pdf
BIJL beleidsplan Onderhoud Groen 2014 20141106.pdf
BIJL beleidsplan Onderhoud Gebouwen 201420141106.pdf
6.
Evaluatie Afvalbeheerplan
Stukken
RV evaluatie afvalbeheerplan 20141106
BIJL Evaluatie afvalbeheerplan 20141106
7.
Watersysteem Vlijmen-Noord
Samenvatting
Presentatie door W. Peters, beleidsmedewerker Water, Riolering en Groen
8.
Rondvraag
9.
Sluiting
Agenda bestuur en beheer 20141014 (terug naar agendapunt)
De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's.
#####PDFINCLUDE#####default:19475#
Oproeping voor de openbare informatievergadering Bestuur en Beheer van de raad van de gemeente
Heusden te houden op 14 oktober 2014 om 19.30 uur, in de raadszaal van het gemeentehuis Vlijmen.
Voorzitter: Mevr. ir. D.F.M.J. Rijnders-Huisman
AGENDA BESTUUR EN BEHEER
1.
Opening
2.
Vaststelling van de agenda
3.
Spreekrecht
Volgens het Reglement van Orde kunt u inspreken of meespreken over agendapunt 5 en 6. U meldt dit
uiterlijk 24 uur voor aanvang van de vergadering bij de raadsgriffier, onder vermelding van het onderwerp.
4.
Besluitenlijst van dinsdag 2 september 2014
5.
Raadsvoorstel 7
Beleids-/beheerplannen wegen, groen en gebouwen
6.
Raadsvoorstel 8
Evaluatie Afvalbeheerplan
7.
Watersysteem Vlijmen-Noord
Presentatie door W. Peters, beleidsmedewerker Water, Riolering en Groen (maximaal 15 minuten)
8.
Rondvraag
9.
Sluiting
Heusden,
Namens de agendacommissie,
Mw. drs. E.J.M. de Graaf
.
Einde bijlage: Agenda bestuur en beheer 20141014
Terug naar het agendapunt
In- en meespreken voor informatievergaderingen (terug naar agendapunt)
De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's.
#####PDFINCLUDE#####default:19476#
Inspreken of meespreken bij de informatievergadering?
U kunt inspreken over een onderwerp op de agenda aan het begin van de vergadering. Een andere
mogelijkheid is om tijdens de vergadering aan tafel te zitten en mee te spreken over het onderwerp.
In beide gevallen meldt u dit uiterlijk 24 uur voor aanvang van de vergadering bij de raadsgriffier.
De volgende regels uit het Reglement van Orde gelden:
Artikel 27. Aanmelding voor deelname (meespreken)
1. Belanghebbenden kunnen zich aanmelden voor de informatievergadering om deel te nemen aan
de informatievergadering. Een belanghebbende kan zich laten vertegenwoordigen door een ander
die namens hem spreekt. Meespreken is niet toegestaan bij de behandeling van
bestemmingsplannen en daarmee vergelijkbare plannen. Bij onderwerpen die geagendeerd zijn op
grond van artikel 13, negende lid, is meespreken alleen toegestaan wanneer de agendacommissie
hiertoe heeft besloten.
2. Daartoe dienen zij zich tenminste 24 uur vóór de aanvang van de vergadering aan te melden bij de
griffier onder vermelding van naam, adres, telefoonnummer alsmede het geagendeerde voorstel of
onderwerp waarover men aan de informatievergadering wenst deel te nemen.
Artikel 28. Behandelingstijd
1. De deelnemers aan de informatievergadering houden zich aan de aanwijzingen van de voorzitter
aangaande de behandelingstijd.
2. Na het verstrijken van de behandelingstijd sluit de voorzitter het betreffende voorstel of
onderwerp af door het oordeel van de vergadering over het onderwerp of voorstel samen te vatten.
Artikel 29. Spreekrecht (inspreken)
1. Bij de behandeling van het agendapunt “Spreekrecht” is er voor belanghebbenden of hun
vertegenwoordiger(s) gelegenheid om het woord te voeren over een voorstel of onderwerp dat op
de agenda staat. Een inspreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. Gedurende maximaal dertig
minuten is er gelegenheid om in te spreken. Als er meer dan zes sprekers zijn, verdeelt de voorzitter
het inspreekhalfuur evenredig over de sprekers. De voorzitter van de vergadering kan in bijzondere
gevallen afwijken van de maximumduur van de spreektijd.
2. Belanghebbenden of hun vertegenwoordiger(s) kunnen niet het woord voeren over:
a. een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar of beroep bij de rechter openstaat, of
heeft opengestaan;
b. benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;
c. een klacht die ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.
3. Inspreken bij de behandeling van een bestemmingsplan en daarmee vergelijkbare plannen is
uitsluitend toegestaan in de vorm van een mondelinge toelichting op een eerder ingediende
zienswijze. Deze zienswijze moet als zienswijze zijn aangeduid in het raadsvoorstel of de daarbij
behorende stukken.
4. Inspreken bij onderwerpen die geagendeerd zijn op grond van artikel 13, negende lid, is alleen
toegestaan wanneer de agendacommissie hiertoe heeft besloten.
5. Degene, die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit tenminste 24 uur vóór aanvang van
de Informatievergadering aan de griffier. Hij vermeldt daarbij zijn naam, adres en telefoonnummer
en het voorstel of onderwerp waarover hij het woord wil voeren.
6. De voorzitter van de informatievergadering geeft het woord op volgorde van aanmelding. De
voorzitter kan van de volgorde afwijken, indien dit in het belang is van de orde van de vergadering.
7. De spreker voert het woord, nadat de voorzitter van de informatievergadering hem dit heeft
verleend. De voorzitter van de informatievergadering of een raadslid of een fractieondersteuner,
doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de burger.
In- of meespreken is alleen mogelijk bij informatievergaderingen, en niet bij de vervolgbehandeling
van het onderwerp in de raadsvergadering.*
*tenzij een onderwerp rechtstreeks, dus zonder voorafgaande behandeling in de informatievergadering, aan de raad wordt
voorgelegd.
Einde bijlage: In- en meespreken voor informatievergaderingen
Terug naar het agendapunt
Besluitenlijst Bestuur en Beheer 2 september 20141014 (terug naar agendapunt)
De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's.
#####PDFINCLUDE#####default:19477#
Besluitenlijst informatievergadering Bestuur
en Beheer
(Voor meer informatie over deze vergadering kunt u het audioverslag raadplegen op onze website)
Vergadering
Voorzitter
Plaats
Deelnemers
2 september 2014
Mevr. ir. D.F.M.J. Rijnders-Huisman
Vlijmen
Raadsleden
Mevr. J.A. Merkx (Heusden Eén)
Dhr. A.J.L. van Delft, Dhr. W.T.T.M. Herman
(Gemeentebelangen)
Dhr. R. Heesbeen (PvdA)
Mevr. A.T.E. Muskens-de Bont (CDA)
Dhr. T.M. de Laat, Dhr. M.B. van Esch (D.M.P. Heusden)
Mevr. A.C.A. Couwenberg (VVD)
Dhr. J. W. Vonk (D66)
Griffier
Mevr. drs. E.J.M. de Graaf
Externen
E. Dillen, H. van der Heijden, G. Scheffer (5)
Fractieondersteuners
Dhr. J. Vroege (D.M.P. Heusden)
Dhr. H.J. Kleian (Heusden Transparant)
Dhr. T. van Bokhoven (Heusden Eén)
Dhr. R.A.L.M. van Delft (VVD)
Mevr. A. Akturan (PvdA)
Dhr. M.G.T. van der Aa (D66)
Portefeuillehouders
Dhr. drs. J. Hamming
Dhr. C.A.M. van Bokhoven
Mevr. J. van Aart
Ambtenaren
R. Corten (5)
A (A-lijst) = besluitvorming zonder bespreking in raadsvergadering
B (B-lijst) = besluitvorming na bespreking in raadsvergadering
V (vóór) = toezeggingen door de portefeuillehouder met actie vóór de raadsvergadering
L (langere termijn) = toezeggingen door de portefeuillehouder met actie op langere termijn
Nr Agendapunt
1.
2.
3.
4.
5.
Opening
Vaststelling agenda
Spreekrecht
Besluitenlijst van 10 juni 2014
Raadsvoorstel 7
Kadernota Integrale Veiligheid
Meierij en ontwerp Regionaal
Veiligheidsplan 2015-2018
B
L
L
6.
Raadsvoorstel 8
Verordening Basisregistratie
Personen gemeente Heusden 2014
A
L
L
7.
8.
9.
subsidieverzoek van C.F. van Tuyl
m.b.t. De Korenmolen
brief van Van Oers Hairfashion
bezwaar invoeren reclamebelasting
Rondvraag
Vastgesteld op: dinsdag 14 oktober 2014
Mevr. drs. E.J.M. de Graaf, Griffier
vastgesteld
geen insprekers
vastgesteld
Sprekers: Burgemeester Hamming, Corten (ambtenaar),
Han van der Heijden (chef politieteam Meierij), Erik Dillen, Ger
Scheffer (beleidsmedewerker bij het kabinet van de regiochef
politie Oost-Brabant geeft een presentatie), Kleian (Heusden
Transparant), Couwenberg (VVD), Muskens-de Bont (CDA),
Merkx (Heusden Eén), Herman (Gemeentebelangen), Vroege
(D.M.P. Heusden), Heesbeen (PvdA), Vonk (D66).
Toezegging burgemeester: Het uitvoeringsplan Veiligheid wordt
ter bespreking aangeboden in de informatievergadering.
De burgemeester zal terugmelden wat de uitkomst is van het
overleg in de regio.
Heesbeen (PvdA), Vonk (D66), Herman (Gemeentebelangen),
van Es (D.M.P. Heusden), Muskens-de Bont (CDA), Kleian
(Heusden Transparant), burgemeester Hamming.
Toezegging: criteria die door het college worden gebruikt worden
toegezonden aan de raad.
Burgemeester verkent wat de proef inhoudt.
Sprekers: Herman (Gemeentebelangen)
Sprekers: Kleian (Heusden Transparant), wethouder Van Aart.
L Spreker: Heesbeen (PvdA) over een artikel in het BD over het
opknappen van de Herptse poort, wethouder Van Bokhoven.
Toezegging wethouder: een memo wordt aan de raad gestuurd
zodra de kostenraming bekend is
Einde bijlage: Besluitenlijst Bestuur en Beheer 2 september 20141014
Terug naar het agendapunt
RV beleidsplannen onderhoud wegen, groen en gebouwen 2014 20141106 (terug naar
agendapunt)
De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's.
#####PDFINCLUDE#####default:19479#
001267164 00403913
Onderwerp
Beleidsplannen onderhoud wegen, groen en gebouwen 2014
Raadsvoorstel
Inleiding
De gemeente Heusden moest de laatste jaren flink bezuinigen om de financiële huishouding gezond te
houden. Ook de openbare ruimte is hierbij niet ontzien. Met name wegen, openbaar groen en gemeentelijke
gebouwen kregen te maken met substantiële taakstellende bezuinigingen.
Uiteraard is er bij de invulling van deze taakstelling eerst gekeken naar efficiencyvoordelen. Dit heeft geleid
tot voordelen, maar daarnaast ontkomen we er niet aan om het onderhoudsniveau te verlagen. U bepaalt de
aangepaste onderhoudsniveaus door vaststelling van de beleidsplannen onderhoud wegen, onderhoud
groen en onderhoud gebouwen.
Feitelijke informatie
De afgelopen jaren is er al gewerkt met lagere onderhouds- en beheerbudgetten. Daarnaast is gewerkt aan
nieuwe beheerplannen. Enerzijds zijn de beheerplannen verouderd en anderzijds moeten ze in lijn worden
gebracht met de uitvoering/de aangepaste budgetten.
Bij het beheer en onderhoud gaat het om grote hoeveelheden. Zo is de gemeente verantwoordelijk voor
2,9 miljoen vierkante meter verharding, voor 2,7 miljoen vierkante meter groen en voor ruim 200 gebouwen.
Met het onderhoud en beheer is veel geld gemoeid. In de begroting gaat er dan ook speciale aandacht uit
naar dit onderwerp in de paragraaf Kapitaalgoederen.
De provincie heeft, bij brief van 19 mei 2015, aangegeven dat de paragraaf kapitaalgoederen speciale
aandacht krijgt bij het beoordelen van de begroting 2015. U moet dan een actueel plan hebben vastgesteld
en de financiële effecten daarvan moeten volledig zijn verwerkt in de begroting 2015. Daarbij geldt dat het
kwaliteitsniveau en de budgetten zodanig moeten zijn dat er geen achterstallig onderhoud en dus geen
kapitaalvernietiging optreedt.
Ook riolering valt onder het begrip kapitaalgoed. Het gemeentelijk rioleringsplan (GRP) is nog helemaal
actueel en in lijn met de beschikbare budgetten. Een nieuw beleidsplan is hiervoor dan ook niet nodig.
Afweging
Om het beleid, het beheer, de uitvoering en de budgetten weer met elkaar in balans te brengen is een
nieuwe beleidslijn c.q. een nieuwe beheerstrategie opgesteld. Deze treft u in bijgaande beleidsplannen
Wegen, Groen en Gebouwen aan en kan worden samengevat met de woorden “veilig en heel”. Kenmerk
hierbij is dat de focus geheel ligt op de primaire functie van het kapitaalgoed. Voor wegen is dat op een
veilige wijze van A naar B kunnen zonder dat er schade ontstaat. Voor groen geldt dat het een belangrijke
functie in het leefbaar maken en houden van de woon/werk/leefomgeving heeft. Bij gebouwen gaat het er
vooral om dat huurders/gebruikers er op een veilige en verantwoorde manier gebruik van kunnen maken.
Daarnaast is van belang dat er geen kapitaalvernietiging ontstaat door achterstallig onderhoud. Comfort en
esthetica zijn op zichzelf geen reden om tot uitvoeringsmaatregelen te komen.
Met de strategie “veilig en heel” zijn beleid en budget weer met elkaar in balans gebracht.
Inzet van Middelen
Door het vaststellen van de nieuwe beleidsplannen komen de onderhoudsniveaus en de beschikbare
budgetten weer met elkaar in lijn. De onderhoudsniveaus zijn dusdanig dat er geen achterstallig onderhoud
zal ontstaan en dus ook geen kapitaalvernietiging. De beheerplannen laten zien dat de in de begroting
opgenomen middelen ook op lange(re) termijn voldoende zijn voor het noodzakelijke (groot)onderhoud.
Er zijn dan ook geen financiële en/of personele consequenties verbonden aan dit voorstel.
1
001267164 00403913
Onderwerp
Beleidsplannen onderhoud wegen, groen en gebouwen 2014
Risico's
Er zijn geen risico's verbonden aan dit voorstel.
Procedure
De beheerplannen zullen wij vaststellen zodra u overeenkomstig dit voorstel het beleid heeft vastgesteld.
.
Voorgenomen besluit
Wij stellen u voor bijgaand besluit vast te stellen.
Het college van Heusden,
de secretaris,
de burgemeester,
mr. J.T.A.J. van der Ven
drs. J. Hamming
2
001267164 00403913
Onderwerp
Beleidsplannen onderhoud wegen, groen en gebouwen 2014
De raad van Heusden in zijn openbare vergadering van 6 november 2014;
gezien het voorstel van het college van 30 september 2014;
gelet op de beraadslaging;
besluit:
-
het beleidsplan Onderhoud Wegen 2014 vast te stellen;
het beleidsplan Onderhoud Groen 2014 vast te stellen;
het beleidsplan Onderhoud Gebouwen 2014 vast te stellen.
de griffier,
de voorzitter,
mw. drs. E.J.M. de Graaf
drs. J. Hamming
3
Einde bijlage: RV beleidsplannen onderhoud wegen, groen en gebouwen 2014 20141106
Terug naar het agendapunt
BIJL beleidsplan Onderhoud Wegen 2014 20141106.pdf (terug naar agendapunt)
De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's.
#####PDFINCLUDE#####default:19483#
e. OW BIJ beleidsplan Onderhoud
Wegen 2014-O.docx
Over gebaande wegen……….van normatief naar veilig en heel
Versie
18-09-2014
Openbare Werken
Beleidsplan wegen
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave ........................................................................................................................................ 1
1
Inleiding ........................................................................................................................................... 2
2
Bestaande situatie gemeentelijke infrastructuur .............................................................................. 2
3
Beleid ............................................................................................................................................... 2
4
Financiën ......................................................................................................................................... 3
5
Uitwerking in beheerplan ................................................................................................................. 3
6
Ten slotte ......................................................................................................................................... 3
Pagina 1
Beleidsplan Onderhoud Wegen 2014
1 Inleiding
In dit beleidsplan staat de visie op de instandhouding en het beheer van de gemeentelijke wegen. De
afgelopen jaren zijn tijdens bezuinigingen de budgetten voor het onderhouden van de wegen flink
verlaagd. Deze bezuinigingen waren taakstellend.
De omvang van de taakstelling was dermate dat het beheerplan van de wegen vernieuwd moest
worden. Naast efficiencyvoordelen (met name door inkoop/aanbesteden) en prijsvoordelen was het
noodzakelijk het onderhoudsniveau bij te stellen.
In de praktijk is al gewerkt met de verlaagde budgetten. Door dit nieuwe beleidsplan en het nieuwe
beheerplan komen beleid, beheer, uitvoering en de budgetten weer met elkaar in lijn.
Bij het financieel toezicht beoordeelt de provincie ook of de plannen actueel zijn en of de financiële
gevolgen in voldoende mate in de begroting staan. Het kwaliteitsniveau en de beschikbare budgetten
moeten zodanig zijn dat er geen achterstallig onderhoud en daarmee kapitaalsvernietiging optreedt.
Dit plan gaat alleen over het vaststellen van het onderhoudsniveau van de gemeentelijke wegen. De
meeste overige beleidsmatige aspecten, die de wegen betreffen, zijn geregeld in het Gemeentelijke
Verkeers- en VervoersPlan (GVVP).
2 Bestaande situatie gemeentelijke infrastructuur
De hoeveelheden en kwaliteit van de gemeentelijke wegen zijn voorafgaand aan de planvorming
geïnventariseerd. De gemeente is op dit moment eigenaar en beheerder van circa 2.9 miljoen
vierkante meter verharding. De kwaliteit van de wegen is zodanig dat er geen situaties zijn waarin
kapitaalsvernietiging aan de orde is of waar sprake is van structurele achterstanden.
3 Beleid
Het wegenbeleid is er op gericht dat de gebruikers er op kunnen vertrouwen dat zij op een goede
manier gebruik kunnen maken van de wegen. Dit moet de gemeente realiseren tegen maatschappelijk
acceptabele kosten en in lijn met de budgetten in de begroting. Vanzelfsprekend moet hierbij worden
voldaan aan de wettelijke eisen.
Het gewenste onderhoudsniveau wordt kort samengevat als “veilig en heel”.
Het beheer moet zich richten op het veilig houden van de wegen zodat er geen letsel of schade
ontstaat. Het begrip “heel” in de doelstelling wil zeggen dat tijdig onderhoud wordt gepleegd. Er mag
geen sprake zijn van achterstallig onderhoud dat op termijn tot kapitaalsvernietiging kan leiden.
Uiteraard is het uitgangspunt dat de wegen goed blijven functioneren volgens het huidige gebruik.
Door het verlagen van het onderhoudsniveau zijn esthetica en comfort van minder belang.
Pagina 2
Beleidsplan Onderhoud Wegen 2014
4 Financiën
Het beleid, het beheer, de uitvoering en de budgetten voor het beheer en onderhoud van de wegen
moeten in lijn zijn met elkaar. Met het hiervoor verwoorde beleid “veilig en heel” wordt hierin voorzien.
De beheerplannen zijn meerjarig doorgerekend en laten zien dat we de wegen adequaat kunnen
onderhouden. De budgetten zijn voldoende om achterstallig onderhoud te voorkomen en deze
kapitaalsgoederen in stand te houden.
5 Uitwerking in beheerplan
Het beleid beantwoordt de vraag: wat willen we als onderhoudsniveau? In het kort is dat verwoord met
“veilig en heel”. Daarbij is het uitgangspunt dat het moet passen binnen de beschikbare middelen,
zoals die zijn op genomen in de begroting. Het beheerplan geeft antwoord op de vraag: hoe gaan we
dat doen?
Het beheerplan wegen maakt duidelijk wat er aan de wegen gebeurt, wanneer dat plaatsvindt en
tegen welke kosten. Het beheerplan blijft voortdurend actueel op basis van inspecties en
(her)calculaties. De berekeningen die uit dit plan komen, laten zien of het gevoerde beleid en beheer
passen binnen de beschikbare onderhoudsbudgetten en of eventueel aanpassing noodzakelijk is. Een
aanpassing kan dan zowel een aanpassing van het beleid en beheer zijn maar het kan ook een
aanpassing van het budget inhouden.
6 Ten slotte
Aan dit beleidsplan zijn geen jaartallen verbonden. Na vaststelling van het beleidsplan stelt het college
het beheerplan definitief vast. Het beheerplan zal steeds geactualiseerd worden. Pas op het moment
dat beleid, beheer, uitvoering en/ of budgetten niet meer met elkaar in overeenstemming zijn, is
aanpassing aan de orde. Op dat moment zal bezien moeten worden welke oplossingsrichting is
gewenst. Een van de mogelijkheden daarbij is aanpassing van het beleid en dus van het
onderhoudsniveau.
Pagina 3
Beleidsplan Onderhoud Wegen 2014
Einde bijlage: BIJL beleidsplan Onderhoud Wegen 2014 20141106.pdf
Terug naar het agendapunt
BIJL beleidsplan Onderhoud Groen 2014 20141106.pdf (terug naar agendapunt)
De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's.
#####PDFINCLUDE#####default:19485#
f. OW BIJ beleidsplan Onderhoud
Groen 2014-O.docx
Grip op groen……….veilig en heel
Versie
24-09-2014
Openbare Werken
Beleidsplan wegen
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave ........................................................................................................................................ 1
1
Inleiding ........................................................................................................................................... 2
2
Situatie gemeentelijk groen ............................................................................................................. 2
3
Beleid ............................................................................................................................................... 2
3.1
Veilig en heel ........................................................................................................................... 2
3.2
Omvormen van groen .............................................................................................................. 3
4
Financiën ......................................................................................................................................... 3
5
Uitwerking in beheerplan ................................................................................................................. 4
6
Ten slotte ......................................................................................................................................... 4
Pagina 1
Beleidsplan Onderhoud Groen 2014
1 Inleiding
Dit beleidsplan gaat over de visie op het instandhouden, beheren en onderhouden van het
gemeentelijke openbaar groen. Tijdens de bezuinigingen van de afgelopen jaren zijn de budgetten
voor het onderhouden van het openbaar groen verlaagd. Deze bezuinigingen waren taakstellend.
De omvang van de taakstelling was dermate dat het beheersplan over het openbaar groen vernieuwd
moest worden. Ondanks het inrekenen en realiseren van enkele efficiencyvoordelen is het
noodzakelijk het onderhoudsniveau bij te stellen.
In de praktijk is al gewerkt met de verlaagde budgetten. Door dit nieuwe beleidsplan en het nieuwe
beheersplan komen beleid, beheer, uitvoering en de budgetten weer met elkaar in lijn.
De provincie heeft extra aandacht voor het op orde hebben van de plannen voor de instandhouding en
het onderhoud van kapitaalgoederen. Naast wegen, gebouwen en riolering valt ook het openbare
groen in deze categorie. Bij het financieel toezicht beoordeelt de provincie of voor het openbare groen
het bij het beleid bepaalde onderhoudsniveau en de beschikbare budgetten met elkaar in evenwicht
zijn.
De inrichting van het openbare groen wordt over het algemeen bepaald bij de aanleg van een wijk of
buurt, bij een nieuwe investering of bij een reconstructie. Het groenstructuurplan bepaalt in ruimtelijke
zin het groene kader van de gemeente en de manier waarop dit in stand wordt gehouden en
beschermd.
Dit beleidsplan beperkt zich tot het onderhoudsniveau voor het gemeentelijke openbare groen.
2 Situatie gemeentelijk groen
De gemeente is eigenaar en beheerder van in totaal circa 2,7 miljoen vierkante meter groen. In dit
groen staan circa 26.000 bomen. Daarnaast is er 183 kilometer aan sloten te onderhouden.
Het gemeentelijke openbaar groen is zodanig op orde dat er geen aanvullende maatregelen of
investeringen hoeven te worden gedaan. In het verleden zijn er wel op een aantal plaatsen keuzes
gemaakt, die achteraf gezien als minder gelukkig kunnen worden beschouwd vanuit
kostenoverwegingen. Hierop wordt verder ingegaan bij punt 4.2 – omvormen van groen.
3 Beleid
3.1 Veilig en heel
Het voorgestelde beleid is er op gericht om de functie van het openbaar groen, het leefbaar maken en
houden van de werk- en leefomgeving, te waarborgen tegen een redelijke prijs. Het gewenste
onderhoudsniveau wordt kort samengevat als “veilig en heel”.
Het openbare groen moet veilig zijn zodat er geen letsel of schade ontstaat. Met “heel” wordt bedoeld
dat het onderhoud tijdig wordt uitgevoerd zodat er geen achterstallig onderhoud en dus extra kosten
ontstaan.
Pagina 2
Beleidsplan Onderhoud Groen 2014
Met het uitgangspunt “veilig en heel” is het groenonderhoud sober, maar netjes. Hinder die soms
wordt ervaren (bijv. door schaduwwerking, bladval) en esthetica zijn op zichzelf geen reden om over te
gaan tot onderhoudsmaatregelen.
Zoals gezegd is de feitelijke uitvoering van het groenonderhoud door onze wijkteams al afgestemd op
de verlaagde budgetten en het nieuw vast te stellen onderhoudsniveau. Nieuw is wel dat door de
wijkteams , meer dan in het verleden, contact wordt onderhouden met wijkbewoners en dat er
rekening wordt gehouden met hun wensen. Hoewel het onderhoudsniveau naar beneden is bijgesteld,
wordt in de laatste wijkatlas het openbaar groen in de woonomgeving toch hoger gewaardeerd.
3.2 Omvormen van groen
Dit beleidsplan richt zich op het dagelijkse onderhoud van openbaar groen, waarbij de meeste
werkzaamheden minimaal één, maar vaak meerdere malen per jaar voorkomen. Per soort groen zijn
daarvoor werkplannen opgesteld, die aangepast kunnen worden in overleg met bewoners/gebruikers.
Daarbij geldt uiteraard steeds de randvoorwaarde dat voldaan wordt aan het uitgangspunt “veilig en
heel”.
Groen kent echter ook een houdbaarheidstermijn. Afhankelijk van het soort groen is het na lange(re)
termijn toe aan vervanging.
Uit inventarisatie blijkt dat dit de komende jaren nog slechts op beperkte schaal speelt en dat de
beschikbare budgetten daarvoor voldoende zijn. Op langere termijn zal dit echter vaker voorkomen en
zal het beslag op de budgetten naar verwachting zwaarder worden. Naar de toekomst toe is dan ook
een andere aanpak nodig.
Uit de inventarisatie van het openbaar groen blijkt ook dat het één op één vervangen van het huidige
groen niet altijd de beste keus is. Enerzijds is de inrichting van het groen achterhaald en anderzijds
blijken de onderhoudskosten vaak hoger dan noodzakelijk. Het omvormen van het openbaar groen
naar een inrichting die past binnen de beschikbare budgetten is gewenst. Hiervoor is het nodig om
een integrale afweging te maken, waarbij ook het groenstructuurplan wordt aangepast.
Door deze werkwijze kunnen de kosten van het dagelijks onderhoud worden verlaagd en ontstaat er
ruimte voor de benodigde renovaties/omvormingen. De nadere uitwerking hiervan en de aanpassing
van het groenstructuurplan staan gepland voor 2015. Belangrijke thema’s bij deze actualisatie zijn
ondermeer:
Leg vast waar de belangrijke groenstructuren liggen. Geef daarbij ook aan waar (ruimtelijke)
ontwikkelingen gaande zijn.
Hoe worden groenstructuren beschermd en onder welke voorwaarden zijn afwijkingen
mogelijk?
Zorg voor bescherming van een groenstructuur maar maak het niettemin mogelijk om
onderdelen daarvan wel te vervangen of veranderen.
Hoe zien toekomstige omvormingen er uit in de tijd en qua middelen?
4 Financiën
Het beleid, het beheer, de uitvoering en de budgetten voor het beheer en onderhoud van het
openbaar groen moeten in lijn zijn met elkaar. Met het hiervoor verwoorde beleid “veilig en heel” wordt
hierin voorzien.
Pagina 3
Beleidsplan Onderhoud Groen 2014
5 Uitwerking in beheerplan
Het beleid beantwoordt de vraag: wat willen we als onderhoudsniveau? In het kort is dat verwoord met
“veilig en heel”. Daarbij is het uitgangspunt dat het moet passen binnen de beschikbare middelen,
zoals die zijn op genomen in de begroting. Het beheerplan geeft antwoord op de vraag: hoe gaan we
dat doen?
Het groenbeheerplan bevat een werkpakket per soort groen. Uit deze werkpakketten en uit de
bijbehorende kostenberekeningen moet duidelijk zijn hoe het groen wordt beheerd, wanneer dat
plaatsvindt en tegen welke kosten.
6 Ten slotte
Aan dit beleidsplan zijn geen jaartallen verbonden. Na vaststelling van het beleidsplan stelt het college
het beheerplan definitief vast. Het beheerplan zal steeds geactualiseerd worden. Pas op het moment
dat beleid, beheer, uitvoering en/ of budgetten niet meer met elkaar in overeenstemming zijn, is
aanpassing aan de orde. Op dat moment zal bezien moeten worden welke oplossingsrichting is
gewenst. Een van de mogelijkheden daarbij is aanpassing van het beleid en dus van het
onderhoudsniveau.
Pagina 4
Beleidsplan Onderhoud Groen 2014
Einde bijlage: BIJL beleidsplan Onderhoud Groen 2014 20141106.pdf
Terug naar het agendapunt
BIJL beleidsplan Onderhoud Gebouwen 201420141106.pdf (terug naar agendapunt)
De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's.
#####PDFINCLUDE#####default:19484#
g. OW BIJ beleidsplan Onderhoud
Gebouwen 2014-O.docx
Versie
18-09-2014
Openbare Werken
Beleidsplan wegen
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave ........................................................................................................................................ 1
1
Inleiding ........................................................................................................................................... 2
2
Bestaande situatie gemeentelijke gebouwen .................................................................................. 2
3
Beleid ............................................................................................................................................... 2
3.1
De „vaste‟ gemeentelijke gebouwen ........................................................................................ 2
3.2
Onderwijsgebouwen en gymzalen........................................................................................... 3
3.3
De „tijdelijke‟ gebouwen ........................................................................................................... 3
4
Financiën ......................................................................................................................................... 3
5
Uitwerking in beheerplan ................................................................................................................. 3
6
Ten slotte ......................................................................................................................................... 4
Pagina 1
Beleidsplan Onderhoud Gebouwen 2014
1 Inleiding
Dit beleidsplan omvat de visie op de instandhouding en het beheer van de gemeentelijke gebouwen.
Tijdens de bezuinigingen van de afgelopen jaren zijn de budgetten voor het onderhouden van de
gebouwen flink verlaagd. Deze bezuinigingen waren taakstellend.
De omvang van de taakstelling was dermate dat het beheerplan van de gebouwen vernieuwd moest
worden. Naast efficiencyvoordelen (met name door inkoop) en prijsvoordelen was het noodzakelijk het
onderhoudsniveau bij te stellen.
In de praktijk is al gewerkt met de verlaagde budgetten. Door dit nieuwe beleidsplan en het nieuwe
beheerplan komen beleid, beheer, uitvoering en de budgetten weer met elkaar in lijn.
Bij het financieel toezicht beoordeelt de provincie ook of de plannen actueel zijn en of de financiële
gevolgen in voldoende mate in de begroting staan. Het kwaliteitsniveau en de beschikbare budgetten
moeten zodanig zijn dat er geen achterstallig onderhoud en dus geen kapitaalvernietiging optreedt.
Dit plan gaat om het vaststellen van het onderhoudsniveau voor de gemeentelijke gebouwen. Het al
dan niet in eigendom hebben (afstoten/aankoop) van gebouwen is geregeld in de notitie criteria
privatisering gemeentelijke gebouwen.
2 Bestaande situatie gemeentelijke gebouwen
De gemeente is op dit moment eigenaar en daarmee verantwoordelijk voor ongeveer 200 gebouwen.
Dit aantal is steeds aan wijziging onderhevig door aan- en verkoop.
De meeste panden worden gezien als „tijdelijk bezit‟, omdat ze zijn aangekocht in het kader van
toekomstige ontwikkelingen. Deze gebouwen hebben een eigen beheer- en onderhoudsaanpak.
Voor 68 „vaste‟ gemeentelijke gebouwen is een beheerplan opgesteld. Ook dit aantal is aan wijziging
onderhevig door met name verkoop.
Een apart beheerplan is opgesteld voor de schoolgebouwen en de bijbehorende gymlokalen. Deze
gebouwen worden beheerd door de schoolbesturen, maar de financiële stromen voor het meeste
groot buitenonderhoud lopen nu nog via de gemeente. Door een wetswijziging gaat dit met ingang van
1 januari 2015 veranderen.
3
Beleid
3.1 De ‘vaste’ gemeentelijke gebouwen
In dit beleidsplan gaat de aandacht vooral uit naar de „vaste‟ gemeentelijke gebouwen. De
gebruikers/huurders moeten er op kunnen vertrouwen dat zij op een goede manier gebruik kunnen
maken van deze gebouwen. Dit moet de gemeente realiseren tegen maatschappelijk acceptabele
kosten en in lijn met de budgetten in de begroting. Vanzelfsprekend moet hierbij worden voldaan aan
de wettelijke eisen.
Het gewenst onderhoudsniveau wordt kort samengevat als “veilig en heel”.
Pagina 2
Beleidsplan Onderhoud Gebouwen 2014
Het beheer moet zich richten op het veilig houden van de gebouwen, zodat er geen letsel ontstaat.
Het begrip “heel” in de doelstelling wil zeggen dat tijdig onderhoud wordt gepleegd. Er mag geen
sprake zijn van achterstallig onderhoud dat op termijn tot kapitaalvernietiging kan leiden.
Uiteraard is het uitgangspunt dat gebouwen goed blijven functioneren volgens het huidige gebruik.
Door het verlagen van het onderhoudsniveau zijn esthetica en comfort van minder belang.
3.2 Onderwijsgebouwen en gymzalen
Op dit moment is de gemeente, vanuit de wettelijke zorgplicht, verantwoordelijk voor het
buitenonderhoud aan 21 basisscholen en 6 gymzalen in het primair onderwijs. Op 1 januari 2015 gaat
de wetswijziging in waarbij de verantwoordelijkheid en het budget voor buitenonderhoud overgeheveld
worden van de gemeenten naar schoolbesturen. Deze wetswijziging geldt alleen voor de
schoolgebouwen. De gymnastiekvoorzieningen blijven de verantwoordelijkheid van de gemeenten.
Voor de gymzalen blijft de gemeente een vergoeding uit het Gemeentefonds ontvangen voor de
kosten van instandhouding en onderhoud.
Voor de schoolgebouwen en de gymzalen zijn de beheerplannen geactualiseerd op basis van de
begrippen “veilig en heel”. Met de schoolbesturen worden nog nadere afspraken gemaakt over de
overdracht van de gebouwen en de mogelijke financiële gevolgen.
3.3 De ‘tijdelijke’ gebouwen
Voor de „tijdelijke‟ gebouwen wordt geen meerjarenplanning opgesteld. Alleen het klachtenonderhoud
en het noodzakelijk onderhoud wordt uitgevoerd om aan de wettelijke kaders te voldoen. De kosten
van dit onderhoud komen ten laste van het project waarvoor het pand is aangekocht.
4 Financiën
Het beleid, het beheer, de uitvoering en de budgetten voor het beheer en onderhoud van gebouwen
moeten in lijn zijn met elkaar. Het hiervoor verwoorde beleid “veilig en heel” voorziet hierin.
De beheerplannen zijn meerjarig doorgerekend en laten zien dat we de gebouwen adequaat kunnen
onderhouden. De budgetten zijn voldoende om achterstallig onderhoud te voorkomen en deze
kapitaalgoederen in stand te houden.
5 Uitwerking in beheerplan
Dit beleidsplan beantwoordt de vraag: wat willen we voor onderhoudsniveau? In het kort is dat
verwoord met “veilig en heel”. Uitgangspunt daarbij is dat het moet passen binnen de beschikbare
middelen, zoals die zijn opgenomen in de begroting. Het beheerplan geeft antwoord op de vraag: hoe
gaan we dat doen?
Voor het onderhoud wordt een onderscheid gemaakt in:
-
Klachtenonderhoud
Klein (dagelijks) onderhoud
Planmatig groot onderhoud
Pagina 3
Beleidsplan Onderhoud Gebouwen 2014
Voor het klachtenonderhoud en het klein onderhoud zijn aparte budgetten beschikbaar. Voor het
planmatig groot onderhoud wordt gebruik gemaakt van een meerjarig beheerplan. Dit meerjarige plan
is aangepast aan het hiervoor beschreven onderhoudsniveau. Het bevat een inschatting van wat er
naar verwachting aan de gebouwen moet gebeuren, wanneer dat zal zijn en tegen welke kosten. Het
meerjarige beheerplan wordt continu geactualiseerd op basis van inspecties en (her)calculaties.
De berekeningen die uit dit plan komen, laten zien of het gevoerde beleid en beheer passen binnen de
beschikbare onderhoudsbudgetten en of eventueel aanpassing noodzakelijk is. Een aanpassing kan
dan zowel een aanpassing van het beleid en beheer als een aanpassing van het budget inhouden.
6 Ten slotte
Aan dit beleidsplan zijn geen jaartallen verbonden. Na vaststelling van het beleidsplan stelt het college
het beheerplan definitief vast. Het beheerplan zal steeds geactualiseerd worden. Pas op het moment
dat beleid, beheer, uitvoering en/ of budgetten niet meer met elkaar in overeenstemming zijn, is
aanpassing aan de orde. Op dat moment zal bezien moeten worden welke oplossingsrichting is
gewenst. Een van de mogelijkheden daarbij is aanpassing van het beleid en dus van het
onderhoudsniveau.
Pagina 4
Beleidsplan Onderhoud Gebouwen 2014
Einde bijlage: BIJL beleidsplan Onderhoud Gebouwen 201420141106.pdf
Terug naar het agendapunt
RV evaluatie afvalbeheerplan 20141106 (terug naar agendapunt)
De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's.
#####PDFINCLUDE#####default:19480#
001260593 00402701
Onderwerp
Evaluatie afvalbeheerplan
Raadsvoorstel
Inleiding
Op 8 februari 2011 heeft de raad het Afvalbeheerplan 2011 – 2015 vastgesteld. In het Afvalbeheerplan staat
dat in 2013 een evaluatie wordt uitgevoerd. Hierbij treft u deze evaluatie aan.
Feitelijke informatie
Dat deze evaluatie nu pas is opgesteld, heeft een aantal oorzaken. In het Afvalbeheerplan staat dat in 2013
sorteeranalyses van het huishoudelijk restafval worden uitgevoerd. Deze zijn in september 2013 uitgevoerd.
Naast het wachten op de resultaten van de sorteeranalyses is vervolgens ook gewacht tot de
afvalhoeveelheden over heel 2013 bekend waren. Vervolgens vonden de verkiezingen plaats en daarnaast
was/waren (en is/zijn overigens) nog veel landelijk beleid en ontwikkelingen onduidelijk. Dit betreft onder
andere de verplichtingen voor gemeente voor de sortering en vermarkting van plastic verpakkingsafval en de
daarmee samenhangende vergoeding en de volumeplicht voor de levering van restafval voor verwerking aan
Attero met de daarmee samenhangende boete. Ondanks deze nog voortdurende onduidelijkheid is, gezien
de looptijd van het Afvalbeheerplan en de oorspronkelijke planning, de evaluatie nu toch uitgevoerd.
Afweging
Doel van de evaluatie is het verkennen van de mate waarin de in het Afvalbeheerplan opgenomen
doelstellingen voor afvalscheiding zijn gehaald en het eventueel (proefsgewijs) uitvoeren van bijsturende
maatregelen.
Uit de evaluatie blijkt dat de gestelde doelstellingen niet zijn gehaald. Daarom is het voorstel om in 2015
enkele proeven uit te voeren. De resultaten van deze proeven kunnen worden gebruikt voor het eind 2015
op te stellen nieuwe afvalbeleidsplan.
Inzet van Middelen
De proef met een nultarief voor GFT-afval zal leiden tot meer gescheiden ingezameld GFT-afval en daarmee
minder restafval. Omdat het tarief voor verwerking van restafval hoger is dan het tarief voor GFT-afval wordt
hiermee bespaard op de verwerkingskosten. Daar staat tegenover dat er minder opbrengsten zijn vanuit het
variabele deel van de afvalstoffenheffing, waarin de tarieven per containeraanbieding zijn verwerkt. In
hoeverre de minderopbrengsten worden opgevangen door de verwachte verlaging van de
verwerkingskosten voor het restafval zal afhangen van de verschuiving in de hoeveelheid tonnages van restnaar GFT-afval. Het is echter de verwachting dat de lagere opbrengsten niet goed worden gemaakt door de
lagere verwerkingskosten. Het verwachte nadeel zal in 2015 worden onttrokken uit de egalisatiereserve
afvalstoffenheffing. Deze is momenteel zodanig groot dat het niet nodig is om het vast tarief of variabel tarief
restafval te verhogen. Overigens zijn bovenstaande effecten al verwerkt in de nog vast te stellen begroting
2015
De financiële consequenties van de overige proeven zijn nog niet bekend. De proeven moeten nog worden
uitgewerkt, waarna de kosten en opbrengsten kunnen worden ingeschat. De kosten en opbrengsten van de
proeven zullen ten laste worden gebracht van de budgetten voor afval.
Procedure
Na vaststelling van de evaluatie zal een aanvang worden gemaakt met het uitwerken van de proeven.
Vervolgens krijgt u eind 2015 een voorstel voor een nieuw afvalbeleidsplan, waarin ook de resultaten van de
proeven zijn verwerkt. Afhankelijk van de te nemen maatregelen zal dan ook een voorstel worden gedaan
voor aanpassing van de Afvalstoffenverordening.
1
001260593 00402701
Onderwerp
Evaluatie afvalbeheerplan
Voorgenomen besluit
Wij stellen u voor bijgaand besluit vast te stellen.
Het college van Heusden,
de secretaris,
de burgemeester,
mr. J.T.A.J. van der Ven
drs. J. Hamming
2
001260593 00402701
Onderwerp
Evaluatie afvalbeheerplan
De raad van Heusden in zijn openbare vergadering van 6 november 2014;
gezien het voorstel van het college van 23 september 2014;
gelet op de beraadslaging;
besluit:
-
de evaluatie van het Afvalbeheerplan 2011 – 2015 vast te stellen;
in 2015 proeven uit te voeren met:
- een nultarief voor GFT-afval;
- de gescheiden inzameling van drankenkartons en metalen, tezamen met plastic
verpakkingsafval;
- het verlagen van de inzamelfrequentie van restafval naar eenmaal per vier weken.
de griffier,
de voorzitter,
mw. drs. E.J.M. de Graaf
drs. J. Hamming
3
Einde bijlage: RV evaluatie afvalbeheerplan 20141106
Terug naar het agendapunt
BIJL Evaluatie afvalbeheerplan 20141106 (terug naar agendapunt)
De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's.
#####PDFINCLUDE#####default:19486#
Evaluatie Afvalbeheerplan 2011 – 2015
Inhoudsopgave
1. Inleiding ......................................................................................................................................................... 3
1.1 Aanleiding ................................................................................................................................................ 3
1.2 Doel .......................................................................................................................................................... 3
2. Doelstellingen Afvalbeheerplan en resultaten ............................................................................................... 3
2.1 Doelstellingen........................................................................................................................................... 3
2.2 Maatregelen uit het Afvalbeheerplan en stand van zaken ....................................................................... 4
2.3 Sorteeranalyse 2013 ................................................................................................................................ 7
2.4 Benchmark huishoudelijk afval 2013 ....................................................................................................... 8
2.5 Van Afval Naar Grondstof (VANG) .......................................................................................................... 8
2.6 Conclusie en doorkijk naar 2015 .............................................................................................................. 9
3. Proeven ......................................................................................................................................................... 9
3.1 Nultarief voor GFT-afval ........................................................................................................................... 9
3.2 Gescheiden inzamelen van drankenkartons en metalen ....................................................................... 10
3.3 Verlagen inzamelfrequentie restafval ..................................................................................................... 11
4. (Door)lopende maatregelen in 2014 en 2015 .............................................................................................. 12
4.1 Evaluatie proef verzamelcontainer GFT-afval ....................................................................................... 12
4.2 Sorteeranalyses specifiek voor hoogbouw ............................................................................................ 12
4.3 Communicatie ........................................................................................................................................ 13
2
1. Inleiding
1.1 Aanleiding
Op 8 februari 2011 heeft de gemeenteraad het Afvalbeheerplan 2011 – 2015 vastgesteld. In het
Afvalbeheerplan staat dat in 2013 een evaluatie wordt uitgevoerd. De resultaten van de evaluatie staan in dit
rapport.
1.2 Doel
Doel van de evaluatie is het verkennen van de mate waarin de in het Afvalbeheerplan opgenomen
doelstellingen voor afvalscheiding zijn gehaald en het eventueel (proefsgewijs) uitvoeren van bijsturende
maatregelen.
2. Doelstellingen Afvalbeheerplan en resultaten
2.1 Doelstellingen
In het Afvalbeheerplan 2011 – 2015 staat dat de gemeente Heusden streeft naar scheiding aan de bron van
het totaal aan alle (grof) huishoudelijk afval van 60% in 2013 en 65% in 2015.
In het Afvalbeheerplan zijn deze percentages en de bijbehorende afvalhoeveelheden vertaald naar de
gemeentelijke situatie. De percentages en afvalhoeveelheden worden, voor het jaar 2013, in tabel 1
weergegeven. Ook is vermeld wat de werkelijk behaalde hoeveelheden en percentages in 2012 en 2013
waren.
Wat opvalt is dat de totale hoeveelheden huishoudelijk afval en de hoeveelheden van de deelstromen (sterk)
afnemen. Deze trend is landelijk zichtbaar: sinds 2007 daalt de hoeveelheid huishoudelijk afval jaarlijks. In
2013 werd er landelijk 3,4 procent minder huishoudelijk afval ingezameld dan het jaar ervoor (Bron:
Compendium voor de leefomgeving). Ook is te zien dat de doelstellingen voor 2013 niet zijn gehaald, waarbij
het totale scheidingspercentage zelfs lager is dan het percentage in 2012. Wat verder opvalt is dat de
scheidingsdoelstellingen voor grof huishoudelijk afval wel worden gehaald, terwijl het scheidingspercentage
voor huishoudelijk afval afneemt.
3
Tabel 1: Scheidingspercentages en ingezamelde hoeveelheden 2012 en 2013
Streven
2013
Werkelijk
2012
Werkelijk
2013
166
75
78
21
6,3
12
1,4
360
54%
178
67,2
63,8
22
4,5
11,9
1,5
349
50%
173
65,8
61,4
20,4
4,6
11,7
1,2
338
49%
Grof huishoudelijk afval (gha)
restafval
1
gescheiden ingezameld
Totaal grof huishoudelijk afval
% gescheiden ingezameld grof huishoudelijk afval
17
85
102
83%
16
68
84
81%
13
63
76
83%
(Grof) huishoudelijk afval totaal (hha + gha)
restafval
gescheiden ingezameld
Totaal hha en gha
% gescheiden ingezameld hha en gha
183
279
462
60%
194
239
433
55,2%
186
228
414
55,1%
gegevens in kg per inwoner
Huishoudelijk afval (hha)
restafval
GFT-afval
oud papier en karton
verpakkingsglas
textiel
plastic verpakkingsafval
KCA
Totaal huishoudelijk afval
% gescheiden ingezameld huishoudelijk afval
1
De hoeveelheid groenafval die van de milieustraat wordt afgevoerd bestaat uit groenafval dat door inwoners is ingeleverd en openbaar
groen. De verhouding die steeds is gehanteerd (50-50%) is niet juist. Het landelijk gemiddelde per inwoner ligt veel lager, beter is een
verhouding te hanteren van 20-80% (Bron: Benchmark huishoudelijk afval 2013). Deze verhouding is hier gehanteerd, waarmee ook de
streefhoeveelheid voor 2013 is gecorrigeerd en is gewijzigd ten opzichte van de gegevens in het Afvalbeheerplan.
2.2 Maatregelen uit het Afvalbeheerplan en stand van zaken
In het Afvalbeheerplan staan verschillende maatregelen om de genoemde doelstellingen en
scheidingspercentages te bereiken. Een overzicht van de stand van zaken met een korte toelichting is
opgenomen in tabel 2. Waar nodig volgt een uitgebreidere toelichting onderaan de tabel.
Tabel 2: Maatregelen en stand van zaken
Uitvoerings- Maatregel
jaar
Nvt
Vervangen van bovengrondse verzamelcontainers bij hoogbouw
door ondergrondse verzamelcontainers: bij nieuwbouw en op
natuurlijke momenten.
Nvt
Vervangen van bovengrondse glascontainers door ondergrondse
glascontainers: bij nieuwbouw en op natuurlijke momenten.
2011
Opstellen uitvoeringsprotocol voor ondergrondse
verzamelcontainers.
2011
Nieuwe wijkindeling voor inzameling oud papier met
verenigingen, waarbij de communicatie naar verenigingen
zorgvuldig zal gebeuren.
Uitgevoerd ja/nee
Ja, alleen bij nieuwbouw
uitgevoerd.
Nee, er zijn geen nieuwbouw of
natuurlijke momenten geweest.
Nee. Zie 1.
Ja.
4
Uitvoeringsjaar
2011
2011
2011
2011
2011
2011
Maatregel
Uitgevoerd ja/nee
Nieuw contract oud papier afsluiten, ingaande in 2012.
Strengere controle op inzamelresultaten huis-aan-huis
inzameling textiel.
Evalueren samenwerking WML bij inzameling textiel met
containers en verlengen huidig danwel afsluiten nieuw contract.
Evalueren samenwerking Maton bij inzameling plastic
verpakkingsafval en verlengen huidig danwel afsluiten nieuw
contract.
Ja.
Ja. Alle inzamelaars melden
inzamelresultaten.
In uitvoering. Zie 2.
Zakken voor plastic verpakkingsafval beschikbaar stellen via
andere locaties zoals supermarkten.
Evalueren contracten inzameling afval milieustraat en verlengen
huidige danwel afsluiten nieuwe contracten.
2011
2011
Evaluatie functioneren gemeentelijke milieustraat.
Communicatieplan voor verbeteren scheidingsresultaten diverse
afvalstromen.
2011
2011
2011
Opstellen apart plan voor afvalbeheer voor Geerpark.
Bij de afvalkalender 2012 wordt een ja/nee sticker gevoegd.
De raad wordt een voorstel voorgelegd voor het vergroten van
het verschil tussen het tarief voor een container GFT-afval en een
container restafval, waarbij door de raad een keuze kan worden
gemaakt.
Onderzoek naar wijze van registratie illegale dumpingen op zo
eenvoudig mogelijke wijze, vervolgens invoering in 2012.
Onderhandelingen met Attero over verlagen verwerkingstarief
restafval.
Monitoren klachten en meldingen afvalinzameling en waar
mogelijk achterhalen en wegnemen van oorzaken.
Verstrekken van overzicht klachten en meldingen
afvalinzameling.
Stopzetten van inzameling KCA met chemokar.
Onderzoek naar mogelijkheid om inwoners van Heusden-Vesting,
die nu gebruik maken van gele vuilniszakken, gebruik te laten
maken van een gemeenschappelijke (afgesloten) container, met
pasjes.
Onderzoek naar uitbreiding aantal inleverpunten voor luier- en
incontinentieafval.
Inwoners informeren over JA/NEE-sticker om reclamedrukwerk
te weren.
2011
2011 e.v.
2011 e.v.
2012
2012
2012
2012
2012
Contract is aantal malen
verlengd, loopt af op 31
december 2014. Europese
aanbesteding voor nieuw
contract na 2015 is uitgevoerd.
Jaarlijkse meerkosten voor
begroting 2015 t.o.v. 2014 zijn ca.
€ 63.000.
Ja, zakken zijn beschikbaar bij
supermarkten.
Contracten zijn verlengd tot 1
oktober 2014. Aanbesteding voor
nieuw contract na 1 oktober is
uitgevoerd.
Ja. Zie 3.
Ja. Zo mogelijk worden wekelijks
berichten geplaatst in Nu &
Morgen. Ook de website,
Facebook, Twitter en de afval app
worden waar mogelijk ingezet.
Nee. Zie 4.
Ja.
Ja.
In uitvoering. Zie 5.
Ja. Zie 6.
Ja, continu in uitvoering.
Ja.
Ja.
Nee. Zie 7.
Nee. Zie 8.
Ja, via publicatie in Nu & Morgen.
5
Uitvoeringsjaar
2013
Maatregel
Uitgevoerd ja/nee
Sorteeranalyse restafval.
2013
Evaluatie stand van zaken Afvalbeheerplan (onder andere het
bereiken van de brondoelstelling, met zonodig aanpassing
hiervan).
Onderzoek naar mogelijkheden verzamelcontainers voor papier
bij hoogbouw
Onderzoek naar mogelijkheid wegen en registreren ingezameld
luier- en incontinentieafval.
Ja. De resultaten zijn opgenomen
in deze evaluatie.
In uitvoering met dit rapport.
2013
2013
2014
2015
Onderzoeken wensen, mogelijkheden, kosten en consequenties
van vestigen kringloopbedrijf in gemeente Heusden, bij voorkeur
op/bij de milieustraat.
Onderzoek naar mogelijkheden verzamelcontainers voor plastic
verpakkingsafval bij hoogbouw.
Nee. Zie paragraaf 4.2.
Ja, sinds begin 2014 wordt regelmatig een inzamelwagen ingezet
met weegapparatuur. Analyse
van de resultaten moet nog
plaatsvinden.
Er zijn gesprekken gaande met
initiatiefnemers. Hierbij wordt
Baanbrekers betrokken.
Nee. Zie paragraaf 4.2.
Toelichting op maatregelen.
1. Het uitvoeringsprotocol voor ondergrondse verzamelcontainers is niet opgesteld. Reden hiervoor is de
benodigde tijdsbesteding in relatie tot nut en noodzaak van een dergelijk protocol. Ook het feit dat er
slechts weinig ondergrondse containers zijn geplaatst heeft ervoor gezorgd dat deze maatregel geen
prioriteit heeft (gekregen). De maatregel zal daarom pas worden uitgevoerd op het moment dat nut en
noodzaak aanwezig zijn.
2. De onderhandelingen met Baanbrekers, samen met Waalwijk en Loon op Zand, over een nieuwe
samenwerking voor de inzameling van textiel lopen nog. Gestreefd wordt naar een nieuwe
overeenkomst per 1 januari 2015.
3. Een eerste verkenning voor het verkopen van de milieustraat (incl. exploitatie en afvoer afvalstromen) is
uitgevoerd. Hieruit is gebleken dat de milieustraat momenteel, in eigen beheer, zeer efficiënt en
voordelig functioneert. Verkoop zou weliswaar een direct financieel voordeel opleveren, maar zou op
termijn leiden tot hogere kosten voor de inwoners. Daarom is geen verdere actie ondernomen.
4. Er is geen apart plan voor afvalbeheer, met aparte doelstellingen voor afvalscheiding, opgesteld voor
Geerpark. Het apart opnemen van doelstellingen voor alleen de inwoners van Geerpark heeft namelijk
alleen zin als de ingezamelde hoeveelheden in Geerpark bekend zijn. Alleen met aparte inzamelroutes,
of ingewikkelde registratiemethoden, kan hiervan een beeld worden verkregen. De afvalinzameling bij
deze inwoners wordt, vanwege efficiency- en kostenvoordelen, zoveel mogelijk opgenomen in
bestaande inzamelroutes.
5. Na onderzoek is gebleken dat het niet zinvol is om een aparte registratie te gaan voeren van illegale
dumpingen. Alle (meldingen van) dumpingen worden immers al geregistreerd in het zaaksysteem. Dit
zou dubbel werk betekenen. Wel is momenteel de aanpak van illegale dumpingen in voorbereiding.
6
Hiertoe worden onder andere hotspot-locaties in beeld gebracht die vervolgens worden aangepakt.
Enerzijds wordt ervoor gezorgd dat deze locaties schoon zijn (wat minder afval aantrekt), anderzijds
wordt geprobeerd om met gerichte communicatie en informatie het gedrag van de inwoners te
veranderen. Hiertoe is onder andere een nieuw beeldmerk ontwikkeld, dat ook wordt gebruikt in de
communicatie over het hondenbeleid en de aanpak van zwerfafval. Er zijn nog geen resultaten bekend
van de aanpak van illegale dumpingen, een en ander bevindt zich nog in de voorbereidende fase.
6. De onderhandelingen met Attero zijn feitelijk op niets uitgelopen. Daarom is Brabantbreed een Europese
aanbesteding doorlopen met als resultaat een nieuw contract vanaf februari 2017, waarbij het
verwerkingstarief voor restafval veel lager is dan het huidige tarief: in 2014 betalen we € 143,72 per ton,
vanaf 1 februari 2017 bedraagt het verwerkingstarief € 45,- per ton. Dit tarief (vanaf 2017) is exclusief
overslag- en transportkosten naar de verwerkingsinstallatie. In 2016 zal de overslag- en het transport
worden aanbesteed.
7. Omdat er geen tot nauwelijks klachten zijn over de inzameling van restafval met de gele zakken, is aan
deze maatregel geen uitvoering gegeven. Bij deze overweging heeft ook het gebrek aan ruimte en het
beschermd stadsgezicht een grote rol gespeeld; er zijn geen goede alternatieven.
8. Op een schrijven aan peuterspeelzalen en kinderdagverblijven waar nog geen container voor luier- en
incontinentieafval staat, kwam weinig respons. Daarom zijn geen extra containers geplaatst. Uiteraard
wordt bij eventuele verzoeken van peuterspeelzalen, kinderdagverblijven of andere instellingen wel
bekeken wat de mogelijkheden zijn. Andere mogelijke locaties, zoals bij milieuparkjes waar al een glasen/of textielcontainer staat, zullen nog worden onderzocht.
2.3 Sorteeranalyse 2013
In september 2013 zijn sorteeranalyses uitgevoerd van het restafval. In tabel 3 op de volgende bladzijde
staan de resultaten. Uit deze tabel valt af te lezen dat voor een aantal stromen, vooral GFT-afval, papier en
karton, kunststof en luiers, nog een groot scheidingspotentieel beschikbaar is.
7
Tabel 3: Resultaten sorteeranalyses
Percentage in
Afvalstroom
restafval
GFT-afval
37,55
Groente en fruit (GF)
24,15
Tuin (T)
4,72
Papier en karton
12,8
Herbruikbaar
8,26
Niet herbruikbaar
4,54
Kunststof
13,73
Kunststof verpakkingen
6,04
Kunststof niet verpakkingen
7,69
Glas
3,3
Ferro
4,76
Textiel
4,35
KCA
0,05
Drankenkartons
3,12
Luiers
7,54
AEEA
0,61
Hout
3,02
Steenachtig materiaal
2,67
Restfractie
6,5
Totaal
100
2.4 Benchmark huishoudelijk afval 2013
In 2014 doet de gemeente Heusden mee aan de Benchmark huishoudelijk afval, over het peiljaar 2013. De
Benchmark is naar verwachting eind november 2014 afgerond. Definitieve (vergelijkings-)resultaten zijn
momenteel nog niet beschikbaar, maar een eerste vergelijking laat zien dat de gemeente Heusden het ten
opzichte van andere vergelijkbare gemeenten iets slechter doet op het gebied van afvalscheiding. Analyses
hiervan en vergelijking met de wijze van inzameling en maatregelen in andere gemeenten moet nog
gebeuren. Hieruit kunnen naar verwachting nuttige tips worden gehaald. Uit de eerste, voorlopige,
vergelijkingen blijkt bijvoorbeeld dat de scheidingsresultaten wellicht kunnen worden verhoogd door het
invoeren van een nultarief voor GFT-afval en het optimaliseren van het serviceniveau van gescheiden
afvalstromen (grondstoffen).
2.5 Van Afval Naar Grondstof (VANG)
Het Ministerie van Infrastructuur en Milieu wil de hoeveelheid afval die wordt gestort en verbrand via het
programma VANG (Van Afval Naar Grondstof) halveren. De ambitie is om in 2020 te komen tot 75%
scheiding van huishoudelijk afval. In de loop van 2014 start de voorbereiding van een nieuw Landelijk
Afvalbeheerplan (LAP), dat in 2015 in werking moet treden. Het opstellen van dat LAP3 en het uitvoeren van
VANG lopen gelijk op en zijn onderling verweven.
8
2.6 Conclusie en doorkijk naar 2015
Zoals uit de tabel in paragraaf 2.1 is af te leiden, heeft de gemeente Heusden de ten doel gestelde
gemeentelijke scheidingspercentages in 2013 niet gehaald. Deze percentages zijn gebaseerd op de
landelijke doelstellingen uit het Landelijk Afvalbeheerplan (LAP). Daaruit kan worden geconcludeerd dat de
verscherpte doelstellingen uit het programma VANG, zonder aangepast beleid, ook niet zullen worden
gehaald.
Daarom zullen in 2015 enkele proeven worden uitgevoerd met het verhogen van het scheidingsresultaat als
doel. Uit de sorteeranalyses blijkt dat er in principe nog voldoende scheidingspotentieel aanwezig is om de
genoemde doelstellingen te kunnen halen. Mede op basis van de resultaten van deze proeven kan eind
2015 een nieuw afvalbeleidsplan worden opgesteld.
De proeven worden beschreven in het volgende hoofdstuk.
3. Proeven
3.1 Nultarief voor GFT-afval
In 2012 is het verschil in tarief tussen een containeraanbieding GFT- en restafval vergroot. Dit heeft echter
niet tot het gewenste resultaat geleid, namelijk een stijging van de gescheiden ingezamelde hoeveelheid
GFT-afval en daarmee het voldoen aan de scheidingsdoelstelling. Een manier om deze doelstelling wel te
bereiken is het invoeren van een nultarief voor GFT-afval. Deze maatregel zal leiden tot meer gescheiden
ingezameld GFT-afval en daarmee minder restafval. Omdat het verwerkingstarief voor restafval fors hoger is
dan het tarief voor GFT-afval wordt hiermee bespaard op de verwerkingskosten. Daar tegenover staat dat er
minder opbrengsten zijn doordat voor containerledigingen GFT-afval niet meer hoeft te worden betaald en er
minder restafval, dus minder containeraanbiedingen restafval zullen zijn.
In verschillende diftargemeenten in Nederland is deze maatregel al ingevoerd:
Tabel 4: Gemeenten met gratis GFT-inzameling (nultarief)
Gemeente
Apeldoorn, Deventer, Maastricht, Nijmegen
Zuidplas, Heerenveen (proef), Westervoort (2014)
Beuningen, Boxmeer, Cuijk, Cranendonck (proef), Druten, Gemert-Bakel, Grave,
Groesbeek, Hardenberg (2014), Heumen, Meerssen, Millingen aan de Rijn, SintOedenrode, Steenwijkerland, Valkenburg aan de Geul, Zwartewaterland
Boekel, Dalfsen, Mill en Sint Hubert, Olst-Wijhe, Rijnwaarden (proef), Sint
Anthonis, Staphorst, Zundert
Stedelijkheidsklasse
2
3
4
5
Bron: Factsheet ‘Nultarief voor GFT-inzameling werkt’, Vereniging Afvalbedrijven, maart 2014
Beuningen is, net als Heusden, een stedelijkheidsklasse 4-gemeente (25.300 inwoners). Beuningen zamelt
sinds 1 januari 2013 GFT-afval gratis in. Tegelijkertijd is de GFT-zak vervangen door minicontainers. Per
inwoner per jaar wordt er nu 62 kilogram meer GFT-afval ingezameld in Beuningen. De hoeveelheid
restafval is afgenomen met 26 kilogram per inwoner per jaar. Doordat het vastrecht en het tarief voor
restafval niet zijn gestegen, zijn de lasten voor bewoners per saldo afgenomen.
9
In Boxtel (stedelijkheidsklasse 3) is op 1 januari 2014 diftar ingevoerd. Daarbij is het tarief voor GFT-afval
direct op nul gezet. In Boxtel is sinds deze invoering (gegevens van een half jaar omgerekend naar een heel
jaar) ca. 94,9 kilogram GFT-afval per inwoner ingezameld, tegenover 65,8 kilogram per inwoner in Heusden.
De gescheiden ingezamelde hoeveelheid restafval bedraagt, ook omgerekend naar een heel jaar, 133,9
kilogram per inwoner, tegenover 169,2 kilogram per inwoner in Heusden.
Apeldoorn is een stedelijkheidsklasse 2-gemeente met 137.000 inwoners. Apeldoorn had een diftar-systeem
voor restafval en GFT-afval. In 2009 is een nultarief voor GFT-afval ingevoerd. Hierna is in Apeldoorn 27
kilogram per inwoner per jaar minder restafval en 43 kilogram per inwoner per jaar meer GFT-afval
ingezameld. Het vastrecht is met circa € 25 per huishouden gestegen, en het tarief voor restafval is € 1,76
voor een 240 liter minicontainer per aanbieding.
Een paar voordelen van een nultarief voor GFT-afval:
GFT-afval is grondstof. Een tarief op GFT-afval verlaagt de hoeveelheid GFT-afval en verhoogt de
hoeveelheid restafval. Een nultarief voor GFT-afval geeft een duidelijk signaal af aan burgers dat het
loont om GFT-afval gescheiden aan te bieden. Met een nultarief voor GFT-afval komt meer grondstof vrij
en minder restafval.
Veel bewoners ervaren de dienstverlening bij een nultarief voor GFT-afval als beter omdat ze met het
aanbieden van GFT-afval niet hoeven te wachten tot de minicontainer vol is. Hierdoor hoeft minder GFTafval alsnog bij het restafval te worden gegooid. Ook geeft het minder stank- en ongedierteoverlast voor
de directe leefomgeving.
De proef met een nultarief voor GFT-afval zal leiden tot meer gescheiden ingezameld GFT-afval en daarmee
minder restafval. Omdat het tarief voor verwerking van restafval hoger is dan het tarief voor GFT-afval wordt
hiermee bespaard op de verwerkingskosten. Daar tegenover staat dat er minder opbrengsten zijn vanuit het
variabele deel van de afvalstoffenheffing, waarin de tarieven per containeraanbieding zijn verwerkt. In
hoeverre de minderopbrengsten worden opgevangen door de verwachte verlaging van de
verwerkingskosten voor het restafval zal afhangen van de verschuiving in de hoeveelheid tonnages van restnaar GFT-afval. Het is echter niet waarschijnlijk dat de lagere opbrengsten goed worden gemaakt door de
lagere verwerkingskosten. Een eventueel nadeel zal in 2015 worden onttrokken uit de egalisatiereserve
afvalstoffenheffing. Deze is momenteel zodanig groot dat het niet nodig is om vast tarief of variabel tarief
restafval te verhogen.
Per 1 januari 2015 wordt in de gehele gemeente een proef uitgevoerd met een nultarief voor GFT-afval. Dit
geldt voor zowel een 140 liter als een 240 liter container. De proef wordt in eerste instantie uitgevoerd voor
een periode van één jaar. Medio 2015 zijn de eerste resultaten bekend en zal een evaluatie plaatsvinden.
Daarna wordt bepaald of de proef wordt omgezet in een definitieve maatregel.
3.2 Gescheiden inzamelen van drankenkartons en metalen
Ruim 3% van het restafval in de gemeente Heusden bestaat uit drankenkartons. Ook bestaat het restafval
voor bijna 5% uit metalen. Deze afvalstromen kunnen uitstekend gescheiden worden ingezameld en
gerecycled.
In 2013 is in een aantal gemeenten een pilotproject uitgevoerd voor de gescheiden inzameling van
drankenkartons. De resultaten van deze pilot waren succesvol, waardoor het Ministerie van I&M heeft
10
bepaald dat alle gemeenten vanaf 2015 drankenkartons gescheiden kunnen gaan inzamelen. De hoogte van
de vergoeding is nog onderwerp van overleg, net als de hoeveelheden waar gezamenlijk naar wordt
gestreefd. Het gaat om te beginnen over een periode van drie jaar.
De gemeenten mogen zelf bepalen hoe zij de drankenkartons gescheiden inzamelen. Dit kan afzonderlijk,
maar ook samen met een andere afvalstroom zoals plastic verpakkingsafval of oud papier.
Ook metalen, zoals blik, worden in veel gemeenten (als proef in 2014) gescheiden ingezameld. Vaak wordt
dit in combinatie met plastic verpakkingsafval en drankenkartons ingezameld, het zogenaamde PMD-afval.
In de afvalstoffenverordening van de gemeente Heusden zijn drankenkartons en metalen nog niet
opgenomen als afzonderlijk ingezamelde huishoudelijke afvalstoffen. De afvalstoffenverordening is een
juridisch instrument om de gescheiden inzameling van afvalstromen af te kunnen dwingen en te kunnen
handhaven als inwoners zich hieraan niet houden. Omdat de gescheiden inzameling van drankenkartons en
metalen in eerste instantie als proef wordt ingezet, hoeft de afvalstoffenverordening hiervoor niet te worden
aangepast. Pas als de maatregel definitief wordt ingevoerd, moet ook de verordening worden aangepast.
Als de helft van deze afvalstromen niet meer bij het restafval belandt, kan een besparing worden
gerealiseerd op de verwerkingskosten van restafval van ca. € 42.500 per jaar. Dit bedrag is als volgt
opgebouwd: 1,5% minder drankenkartons in het restafval = 2,6 kilogram per inwoner per jaar = 111,8 ton
minder restafval per jaar. Dit leidt tot een besparing op de verwerkingskosten van ca. € 16.000. En 2,5%
minder metalen in het restafval = 4,3 kilogram per inwoner per jaar = 185 ton minder restafval per jaar. Dit
leidt tot een besparing op de verwerkingskosten van ca. € 26.500.
Daarnaast ontvangen alle gemeenten per 1 januari 2015 een vergoeding voor de gescheiden inzameling van
drankenkartons. De hoogte van deze vergoeding is op dit moment nog niet bekend. Uiteraard zijn er kosten
aan de gescheiden inzameling van drankenkartons en metalen; deze zijn echter nu ook nog niet bekend.
In 2015 wordt in één wijk of kern in de gemeente een proef gestart met de gescheiden inzameling van
drankenkartons en metalen. Hoe deze gescheiden inzameling plaats moet vinden wordt nog nader
uitgewerkt, maar in eerste instantie zal worden onderzocht of deze afvalstromen samen met het plastic
verpakkingsafval kunnen worden ingezameld.
3.3 Verlagen inzamelfrequentie restafval
In aanvulling op voorgaande maatregelen kan worden overwogen om de inzamelfrequentie voor restafval te
verlagen. Hiermee worden inwoners (nog meer) gestimuleerd om hun afval zoveel mogelijk te scheiden
waardoor het afval niet meer of minder vaak bij het restafval wordt gegooid. Bovendien is een
inzamelfrequentie van eens in de twee weken niet nodig als er minder restafval ontstaat. Gedacht kan
worden aan het verlagen van de inzamelfrequentie naar eens in de vier weken.
Het verlagen van de inzamelfrequentie wijkt af van artikel 10 van de afvalstoffenverordening. Omdat deze
maatregel gezien kan worden als een verlaging van het serviceniveau kan dit op weerstand stuiten bij
inwoners. Door een goede communicatie over de doelstelling, het leggen van de relatie tussen de
gescheiden inzameling van PMD-afval en het (financieel) voordeel dat dit oplevert (minder restafval en
minder containeraanbiedingen restafval) kan deze weerstand worden weggenomen.
11
De afvalstoffenverordening hoeft niet te worden aangepast voor een dergelijke proef. Pas als de maatregel
definitief wordt ingevoerd, zal ook de verordening worden aangepast.
De gemeente Waalwijk verlaagt de inzamelfrequentie van restafval naar eenmaal per vier weken voor de
hele gemeente. De maatregel gaat in per 1 januari 2015. Bij de gemeente Waalwijk zal navraag worden
gedaan hoe deze verlaging uitpakt in de praktijk en of inwoners tevreden zijn.
Het verlagen van de inzamelfrequentie leidt tot een besparing op de inzamelkosten voor restafval. Hoe groot
deze besparing is, is afhankelijk van de grootte van het gebied waarin de proef wordt uitgevoerd.
In 2015 wordt, in dezelfde wijk waar de proef wordt gestart met het gescheiden inzamelen van
drankenkartons en metalen, de inzamelfrequentie van restafval verlaagd naar eens per vier weken.
4. (Door)lopende maatregelen in 2014 en 2015
4.1 Evaluatie proef verzamelcontainer GFT-afval
Een motie was de aanleiding voor een proef met een verzamelcontainer voor GFT-afval. Deze proef staat
niet in het Afvalbeheerplan. De verzamelcontainer is in mei 2012 in de Vlaemsche Hoeve in Vlijmen
geplaatst. Circa 300 aansluitingen in de directe omgeving (voornamelijk hoogbouwwoningen) zijn
geïnformeerd dat zij gratis hun GFT-afval in de verzamelcontainer kunnen deponeren.
De resultaten van deze proef zijn nog niet bekend. Op voorhand kan echter gesteld worden dat bij een
dergelijke opzet niet is te voorkomen dat ook laagbouwwoningen gebruik maken van de verzamelcontainer.
De toegang wordt immers niet gecontroleerd. Dat kan leiden tot slechts een verschuiving van het (vaak
stinkende) GFT-afval van de eigen minicontainer naar de verzamelcontainer waardoor het
scheidingsresultaat voor GFT-afval niet verbetert.
De inzamelresultaten van de verzamelcontainer voor GFT-afval worden begin 2015 geanalyseerd. Het
houden van een korte inventarisatie onder de aangewezen gebruikers over het gebruik en toegevoegde
waarde van de verzamelcontainer kan daarvan een onderdeel zijn.
4.2 Sorteeranalyses specifiek voor hoogbouw
Om een beter inzicht te krijgen in de scheidingsresultaten van hoogbouw kunnen sorteeranalyses worden
uitgevoerd die alleen gericht zijn op hoogbouw. Slechts de verzamelcontainers voor restafval worden hierbij
dan geanalyseerd. Op deze manier ontstaat een beter inzicht in het scheidingspotentieel bij hoogbouw.
Begin 2015 worden daarom sorteeranalyses uitgevoerd bij enkele hoogbouwcomplexen in Drunen en
Vlijmen. De resultaten daarvan kunnen worden gebruikt als vertrekpunt voor eventuele maatregelen voor
1
hoogbouw , op te nemen in het afvalbeleidsplan dat eind 2015 wordt opgesteld.
1
Zie ook de maatregelen en stand van zaken in tabel 2.
12
4.3 Communicatie
Naast deze maatregelen wordt uiteraard blijvend ingezet op communicatie. Daarbij zal, naast het
verstrekken van tips en weetjes, nadrukkelijker worden ingegaan op de inzamel- en scheidingsresultaten. Dit
vergroot het bewustzijn van inwoners en kan daarmee leiden tot een verbetering van de
scheidingsresultaten.
13
Einde bijlage: BIJL Evaluatie afvalbeheerplan 20141106
Terug naar het agendapunt