know how | In het pak Fietsen in een pelotonnetje lijkt simpel maar er komt toch heel wat meer bij kijken. In deze aflevering van geven we enkele bruikbare tips. › TEKST RIK BOOLTINK › FOTOGRAFIE MARCO MERTENS, TIM DE WAELE/OPQS H et meezuigende effect van een peloton is heerlijk. Je kunt je kop wegsteken achter je voorganger en intussen een praatje maken met een andere fietsmaat. Vergeet echter niet om je heen te kijken, is de eerste belangrijke tip. Staar zeker niet blind op de roulerende wielen voor je, maar hou de groep in de gaten en kijk verder naar voren. Komt er een bocht of obstakel aan? Wie goed anticipeert, hoeft minder bij te remmen, omdat hij/zij tijdig de benen stilhoudt. Organisme Een peloton is eigenlijk meer dan een gezelschap fietsers, het functioneert bijna als één organisme. Beweeg met het organisme mee, zo vloeiend mogelijk. Het wiel voor je gaat, als het goed is, niet van het ene op andere moment minder hard vooruit of wijkt niet zomaar uit naar rechts. Daarvóór gebeurt het al. Wie om zich heen kijkt, ziet in zo’n geval dat er aan de linkerkant van de weg een auto geparkeerd staat en weet dat het dan wat langzamer zal gaan en fietsers inschuiven. Bereid je daarop voor door wat afstand te houden en enige vaart te minderen. Natuurlijk, het is ietwat lastig om het overzicht te behouden als je kleiner van formaat bent. Wie alleen maar wielen en achterwerken ziet, doet er goed aan om extra alert te zijn. Het gaat vaak, zeker in het profpeloton maar ook in het wielertoeristenpeloton, verkeerd op de momenten dat er stevig doorgetrapt wordt. Je hebt dan niet de mogelijkheid weg te kijken en kunt niet op tijd reageren. Vergelijk het met een kop-staartbotsing: een fractie van een seconde kan beslissend zijn. Rekening houden met Hou onderweg zo veel mogelijk rekening met een ander. Rem bijvoorbeeld nooit te hard, hou de benen niet plots stil, zorg voor vloeiende bewegingen en hou je positie in de groep in de gaten. Kies daarbij voor een kant van het wiel. Ga niet recht achter iemand rijden, want dan ben je niet in staat in te schuiven. Het beste fiets je tussen twee wielen in, want zo heb je iets meer reactietijd als je voorganger onverhoopt toch hard in de remgrepen knijpt. > Fiets met maximaal twee renners naast elkaar. Zo verklein je de kans op een ongeval. < Kies voor een gelijkmatig tempo omdat daardoor niet of minder snel onrust in de groep ontstaat. Voor de mensen die achter je rijden, is zo duidelijk wat ze kunnen verwachten. Als je niet op kop van het peloton rijdt maar bijvoorbeeld ergens halverwege, Grinta! | 47 > < Profs rijden op training netjes in formatie. Wielertoeristenpelotons hebben het daar soms net iets moeilijker mee. laat dan vanzelfsprekend geen gaten vallen en hou de afstand tot je voorganger constant. Dat voorkomt dat anderen (of jijzelf) naderhand extra inspanningen moeten verrichten om het gat te dichten. Rij je wel op kop, hanteer dan een tempo dat anderen aankunnen. Kijk regelmatig om je heen en tel de koppen om te controleren of alle metgezellen er nog bij zijn en pas de snelheid zo nodig aan. Als een van je collega’s die aan het elastiek hing ineens weg is of de laatste fietser in de groep plots pech krijgt, kan het even duren voordat de groep dat in de mot heeft. Je zult niet de eerste zijn die pas tien kilometer verderop opmerkt dat iemand is ‘verdwenen’. Keer in zo’n geval terug naar de plek waar de groep voor het laatst in elk geval nog compleet was. Dat wil niet zeggen dat je constant met de rem erop moet fietsen. Er is immers niet fijner dan (soms) heerlijk op de fiets te rammen. Maar pas op: wees alert als je op je pedalen gaat staan. Op dat moment verplaats je je gewicht wat meer naar voren en daardoor gaat je achterwiel iets naar achteren. De kans bestaat dat je daarbij het voorwiel van de fietser achter je aantikt. En dat brengt het risico van valpartijen met zich mee. Als je het gecontroleerd wilt aanpakken, versnel je eerst gedurende een aantal pedaalomwentelingen voordat je uit het zadel komt. Of je doet een teken met de hand naar diegene die in je zog zit, net zoals pistiers dat doorgaans doen. Achterin gevaarlijker En over veiligheid gesproken: fiets met maximaal twee renners naast elkaar. Zo verklein je de kans op een ongeval. Sterker nog: het is zelfs niet toegestaan om in een alledaagse situatie (in een toertocht waarin het overige verkeer wordt stilgelegd, gelden mogelijk andere regels) met drie of meer personen naast elkaar te fietsen. Neem om de beurt de kop en geef het duidelijk aan als je je via de linker- of rechterkant laat uitzakken, afhankelijk van de positie. Dat kan met een simpele elleboogbeweging. De ander weet dan dat ie aan zet is. De positie in de groep is een belangrijk element. > Marianne > Benut het midden van het peloton < “Wat ik in het peloton of in een grote groep fietsers vaak merk, is dat iedereen graag aan de buitenkant wil zitten, omdat mensen denken dat zij juist daar de ruimte hebben om weg te kunnen. Daar is het echter druk want iedereen wil op die plek. In het midden van het pak is het minder druk, daar heb je relatief gezien meer vrijheid. Er zitten weliswaar zowel links als rechts van je mensen, maar daar kun je veel beter manoeuvreren. Mensen die het peloton eng vinden: probeer het midden eens, omdat iedereen op het kantje zit te ‘friemelen’ om naar voren te rijden.” Grinta! | 49 Hoffelijk voor elkaar (in groep) In de fietswereld is het heel gebruikelijk dat renners in een groep elkaar wijzen op gevaren. Dat gebeurt aan de hand van vaste codes, bestaande uit een armgebaar en een kreet. Signaleer ruimschoots van tevoren, zodat de andere pelotongenoten in staat zijn om de anderen te waarschuwen. Enkele breed geaccepteerde codes zijn: ✔ Stoppen: steek je arm in de lucht en roep ‘stoppen’ of ‘ho’ ✔ Bochten nemen: steek je hand uit naar links of rechts en roep ‘linksaf’ of ‘rechtsaf’ ✔ Inhalend verkeer: geen armbeweging. Benoem de situatie, bijvoorbeeld: ‘motor achter’ ✔ Zelf inhalen: beweeg de rechterarm laag naar achteren en roep ‘auto rechtsvoor’ of ‘fietser rechtsvoor’ ✔ Een tegenligger: beweeg de linkerarm laag naar achteren en roep ‘auto linksvoor’ of ‘fietser linksvoor’ ✔ Een obstakel op de weg: maak een lage armbeweging naar achteren aan de zijde van het obstakel en waarschuw verbaal. Bijvoorbeeld: ‘paaltje’ ✔ Gevaarlijke situatie: maak een lage armbeweging naar achteren aan de zijde van het gevaar en waarschuw zo specifiek mogelijk. Bijvoorbeeld: ‘grind op de weg’ > Rem nooit te hard, hou de benen niet plots stil, zorg voor vloeiende bewegingen en hou je positie in de groep in de gaten. < 50 | Grinta! Sommige mensen zijn bang om in de buik van het peloton te rijden omdat ze angst voor eventuele valpartijen hebben. In plaats daarvan kiezen zij ervoor om helemaal achter aan de groep te fietsen en telkens een gat te laten vallen als iemand zich laat uitzakken. Verstandig is dat niet, zeker niet op een bochtig parcours, omdat dat bij het optrekken het meeste energie kost. En voor wie een schuiver vreest: de kans op betrokkenheid bij een vervelende valpartij is achterin zelfs aantoonbaar groter. Nu we het hebben over de positie in het peloton komen we bij een ander, veelbesproken element: de wind. Bij stevige tegenwind, die ook wat van opzij blaast, bestaat de kans op waaiervorming. Het is goed om in zo’n geval in de luwte van je voorganger te rijden. Wie dat slim en juist doet, spaart energie en voorkomt ‘weggeblazen’ te worden. In de volgende aflevering van Know How leggen we gedetailleerd uit hoe je het beste met wind kunt omgaan, alleen of in groep. ■
© Copyright 2024 ExpyDoc