AAN dE sLAg 1.1 de bunsenbrander ORiËNTEREN De bunsenbrander werd rond 1855 uitgevonden door professor Robert Wilhelm Bunsen (1811-1899) uit Heidelberg. De uitvinding diende vooral om een stabiele warmtebron te hebben die hoge temperaturen kan opleveren zonder veel rookontwikkeling. Hetzelfde principe wordt gebruikt bij gasverwarmingstoestellen en gaslampen. Onderzoeksvragen 1 Hoe werkt een bunsenbrander? 2 Welke verschillen kan een vlam vertonen? Eventuele hypothesen: Afhankelijk van de leerlingen. VOORbEREidEN Materiaal • • • • • bunsenbrander aardgas (of propaan of butaan) een ijzeren tang lucifers of aansteker een proefbuisje of aluminium kaarsenhouder Veiligheidsvoorschriften 1 Zet steeds een veiligheidsbril op vooraleer met de bunsenbrander te werken. 2 Zorg er ook voor dat er geen brandgevaar bestaat voor loshangende haren of kleren en dat er geen brandbare solventen in de buurt aanwezig zijn. 3 Het vuur mag nooit van de ene brander naar de andere doorgegeven worden. 4 Als we werken met ether, benzeen, alcohol en andere brandbare vloeistoffen of vloeistoffen waarvan de dampen brandbaar zijn, moeten alle bunsenbranders gedoofd worden. 5 Laat een bunsenbrander nooit brandend achter. 6 Verwarm nooit gesloten recipiënten. Thermometers zijn geen roerstaven. Ze mogen enkel gebruikt worden in het voorbestemde temperatuurgebied. 7 Wanneer je de bunsenbrander niet meer nodig hebt, zorg er dan voor dat de gaskraan volledig dichtgedraaid is. 8 Surf naar de methodesite http://ion.deboeck.com voor extra uitleg aan de hand van een filmpje. uiTVOEREN 1 Schrijf de naam van de volgende onderdelen bij de tekening: voet, gastoevoer, gaskraan, luchtregelaar, schouw. gastoevoer schouw luchtregelaar gaskraan gastoevoer AAN dE sLAg 1.1: dE buNsENbRANdER voet 2 Controleer of de bunsenbrander correct is aangesloten op de gaskraan. Sluit de luchttoevoeropeningen volledig. 3 Steek eerst je lucifer of aansteker aan en draai dan pas de gaskraan open. Hou de lucifer aan de zijkant van de gasuitlaat. Als je de lucifer boven de gasstroom houdt, zal de luchtverplaatsing de lucifer doven. Als je lucifer dooft, draai dan onmiddellijk de gaskraan dicht. 4 Controleer de kleur van de vlam. Ga echter niet over de bunsenbrander hangen, want in een sterk verlichte ruimte is de vlam niet altijd even goed zichtbaar. 5 Beschrijf de kleur en het uitzicht van de vlam. Je ziet een geel-oranje vlam. In de buis worden aardgas en lucht gemengd, zodat het aardgas bij het verlaten van de buis kan branden. 6 Houd het aluminium schaaltje in de top van de vlam. Bekijk na enige tijd het schaaltje. 7 Wat stel je vast? Het schaaltje hangt vol roet. 8 Draai de regelbare opening voor de aanvoer van lucht geleidelijk aan open. 9 Beschrijf de kleur en het uitzicht van de vlam. De vlam gaat van geel-oranje naar blauw (of zelfs bijna onzichtbaar). 10Reinig je schaaltje of proefbuisje en hou het opnieuw in de top van de vlam. 11Wat stel je vast? Er is geen roet zichtbaar op de proefbuis. RAPPORTEREN EN REFLECTEREN Besluit Hoe werkt een bunsenbrander? Welke verschillen zijn er qua vlam? In de schouw worden aardgas en lucht gemengd, zodat het aardgas bij het verlaten van de buis kan branden. Als er te veel lucht gemengd wordt, kan de vlam doven, waardoor aardgas in het lokaal vrijkomt. Bij een oranjegele vlam is er te weinig zuurstoftoevoer. Wanneer je de zuurstoftoevoer dichtdraait, wordt de vlam oranjegeel en minder heet. De verbranding is dan onvolledig (gloeiende koolstofdeeltjes veroorzaken de geelrode kleur). Dit is de juiste wachtstand, want de vlam is zo beter zichtbaar. Wanneer je echter iets verwarmt, ontstaat bij deze vlam roetafzetting en ontstaat het giftige koolstofmonoxide (CO-vergiftiging). Bij een blauwe vlam is er voldoende zuurstoftoevoer: de vlam is erg heet en de verbranding van het (methaan)gas is volledig. AAN DE SLAG 1.1: De bunsenbrander AAN DE SLAG 1.2 Enkele proefjes met de bunsenbrander ( 1 ) V er b ran d en van m a g ne s i u m l i nt ORIËNTEREN In een eerste proef gaan we een vaste stof (magnesiumlint) verbranden boven een bunsenbrander. V O O R B E R E ID E N Materiaal •bunsenbrander •lucifers • wasknijper of metalen tang • stukje magnesiumlint •veiligheidsbril • metalen bakje met zand Let op! – Bij gebruik van de bunsenbrander zetten we altijd onze veiligheidsbril op. – Geen papier of handdoeken in de buurt van je bunsenbrander laten liggen. UI T V O E R E N Klem het stukje magnesiumlint tussen je wasknijper of metalen tang. Breng het stukje magnesiumlint eventjes in de vlam van je bunsenbrander tot het gloeit en houd het daarna boven het metalen bakje met zand. Laat het magnesiumlint rustig uitbranden en laat alles liggen in het bakje met zand. Wat zie je? Tijdens het branden zien we een fel licht. Achteraf blijft een wit poeder achter. RAPPORTEREN EN REFLECTEREN Besluit Het magnesiumlint gaat reageren met de zuurstof uit de lucht van zodra er genoeg warmte aanwezig is. Dit noemen we een verbrandingsreactie. Wat heb ik geleerd uit dit practicum? Afhankelijk van de leerling. Waarop ga ik de volgende keer beter letten? Afhankelijk van de leerling. AAN DE SLAG 1.2: ENKELE PROEFJES MET DE BUNSENBRANDER AAN DE SLAG 1.2 Enkele proefjes met de bunsenbrander ( 2 ) V er w ar m en van vloe i s toffen ORIËNTEREN Onderzoeksvraag Hoe moeten we vloeistoffen verwarmen met een bunsenbrander? V O O R B E R E ID E N Materiaal •proefbuis •kraantjeswater •wasknijper •bunsenbrander •lucifers •veiligheidsbril Let op! – – – – Bij gebruik van de bunsenbrander zetten we altijd onze veiligheidsbril op. Geen papier of handdoeken in de buurt van je bunsenbrander laten liggen. Hou altijd de vlam van je bunsenbrander in de gaten. Laat je bunsenbrander nooit branden als er niemand in de buurt is. UI T V O E R E N Kleinere hoeveelheden vloeistof of vaste stof worden in een proefbuis verwarmd. Wanneer je een reageerbuis verhit tot een hoge temperatuur, is het handig een buizenknijper te gebruiken. 1 Zorg ervoor dat je een buisje dat je wilt verwarmen niet te ver vult (bij voorkeur 1/3 vol). 2 Schud het buisje zachtjes bij het verwarmen en houd de opening altijd van je af gekeerd, zodat bij eventueel spatten niemand getroffen wordt. 3 Wat zie je? De vloeistof begint eerst onderaan in de proefbuis te bubbelen. Dit wordt steeds heviger tot de vloeistofbellen aan het oppervlak kapot springen. De vloeistof kookt. RAPPORTEREN EN REFLECTEREN Besluit Om een vloeistof te verwarmen, vul je de proefbuis voor ongeveer 1/3 met de vloeistof. Je houdt de proefbuis vast met behulp van een houten of metalen tang & houdt de proefbuis in het midden van de vlam, terwijl je kleine cirkelvormige bewegingen maakt. De opening van de proefbuis richt je steeds weg van jezelf of andere leerlingen. AAN DE SLAG 1.2: ENKELE PROEFJES MET DE BUNSENBRANDER AAN DE SLAG 1.2 Enkele proefjes met de bunsenbrander ( 3 ) V la m m en d e e u ro ’ s ORIËNTEREN We gaan een bankbiljet laten branden, maar niet verbranden! Surf naar de methodesite http://ion.deboeck.com voor een filmpje over dit experiment. V O O R B E R E ID E N Materiaal •lucifers • beker met alcoholoplossing (= alcohol + water) •keukenzout • eurobiljetten (of zelfgemaakt geld) •veiligheidsbril Let op! – Alcoholoplossing ver uit de buurt van je bunsenbrander/lucifers houden. – Geen papier of handdoeken in de buurt van je vuur laten liggen. UI T V O E R E N 1 Meng een theelepeltje keukenzout met je alcoholoplossing in de beker. 2 Drenk een eurobiljet een paar seconden in het mengsel dat je gekregen hebt. 3 Houd het biljet met een wasknijper vast en breng het kort in contact met de vlam van de bunsenbrander of lucifer. 4 Wat zie je? Een sterke vlam, maar het biljet verbrandt niet. Als de brand dooft, is het bankbiljet droog. RAPPORTEREN EN REFLECTEREN Besluit Van het water-alcoholmengsel brandt alleen het gedeelte alcohol / water (schrap wat niet past). Het water / de alcohol (schrap wat niet past) in het mengsel beschermt het biljet tegen verbranding door te voorkomen dat het papier boven de ontbrandingstemperatuur komt. Door de mengverhouding goed te kiezen is het biljet vrijwel droog na het experiment. Keukenzout zorgt voor een oranje kleur van de vlam voor een beter zichtbare en overtuigende ‘verbranding’. AAN DE SLAG 1.2: ENKELE PROEFJES MET DE BUNSENBRANDER
© Copyright 2024 ExpyDoc