Bestemmingsplan V Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Vastgesteld bestemmingsplan April 2014 V Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1 B) Inhoudsopgav e Toelichting 5 Hoofdstuk 1 Inleiding 7 1.1 Aanleiding 7 1.2 Het plangebied 7 1.3 Voorgaande plannen 8 1.4 Leeswijzer 10 Hoofdstuk 2 Beschrijving plangebied 11 2.1 Stedenbouwkundige structuur 11 2.2 De buurt 11 2.3 Het plangebied 12 Hoofdstuk 3 Uitgangspunten, randvoorwaarden en beleidskader 15 3.1 Inleiding 15 3.2 Rijksbeleid 15 3.3 Provinciaal beleid 17 3.4 Gemeentelijk beleid 19 3.5 Archeologische en cultuurhistorische waarden 21 3.6 Verkeer en parkeren 22 3.7 Groen 24 3.8 Detailhandel 25 3.9 Kantoren 25 3.10 Kabels, leidingen en straalpaden 26 Hoofdstuk 4 Milieuparagraaf 27 4.1 Bedrijven en milieuzonering 27 4.2 Geluid 27 4.3 Luchtkwaliteit 28 4.4 Externe veiligheid 29 4.5 Duurzaamheid 31 4.6 Bodem 32 4.7 Natuur 32 Hoofdstuk 5 Waterparagraaf 35 5.1 Inleiding 35 5.2 Beleid 35 5.3 Beschrijving watersysteem plangebied 37 5.4 Toekomstige situatie van het watersysteem 38 Hoofdstuk 6 Juridische vormgeving 41 6.1 Algemeen 41 6.2 Planmethodiek 41 6.3 Verbeelding 41 2 vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Gemeente Eindhoven 6.4 Planregels 41 Hoofdstuk 7 Handhaving 43 7.1 43 Algemeen Hoofdstuk 8 Financiële aspecten 45 Hoofdstuk 9 Procedure en maatschappelijke uitvoerbaarheid 47 9.1 Bekendmaking ex artikel 1.3.1. Bro 47 9.2 Inspraak 47 9.3 Overleg ex artikel 3.1.1 Bro 47 9.4 Zienswijzen 47 Bijlage bij de toelichting 49 Bijlage 1 51 Nota van zienswijzen en ambtshalve wijzigingen Regels 61 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 63 Artikel 1 Begrippen 63 Artikel 2 Wijze van meten 69 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 71 Artikel 3 71 Wonen Hoofdstuk 3 Algemene regels 73 Artikel 4 Algemene aanduidingsregels 73 Artikel 5 Anti-dubbeltelregel 75 Artikel 6 Algemene bouwregels 77 Artikel 7 Algemene gebruiksregels 79 Artikel 8 Algemene afwijkingsregels 81 Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels 83 Artikel 9 Overgangsrecht 83 Artikel 10 Slotregel 85 Bijlagen bij de regels 86 Bijlage 1 Lijst van bedrijfsactiviteiten bij wonen 87 Bijlage 2 Parkeernormen 89 vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) 3 Gemeente Eindhoven 4 vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Gemeente Eindhoven Toelichting vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Gemeente Eindhoven 5 6 vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Gemeente Eindhoven Hoofdstuk 1 1.1 Inleiding Aanleiding De eigenaar van een terrein dat wordt omsloten door woonpercelen aan de Geraniumstraat, Begoniastraat, Roostenlaan en de Gladiolusstraat wenst dit terrein leeg te maken ten behoeve van vergroting van tuinen en parkeermogelijkheden op eigen terrein van de aangrenzende woonpercelen. Verder behelst dit bestemmingsplan de wijziging van de detailhandelsbestemming (op de begane grond) naar woonbestemming ter plaatse van het pand aan de Begoniastraat 1B. Het bestemmingsplan "V Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)" bestaat uit een digitale en analoge verbeelding met de daarbij behorende regels. Bij het bestemmingsplan is een toelichting gevoegd. In de toelichting wordt aangegeven waarom het bestemmingsplan is opgesteld en welke afwegingen hebben plaatsgevonden in het kader van een goede ruimtelijke ordening. Naast de digitale versie is er tevens een papieren versie van het bestemmingsplan beschikbaar. De digitale versie is juridisch bindend. 1.2 Het plangebied Het plangebied ligt in het zuidoostelijk deel van het stedelijk gebied van Eindhoven in het stadsdeel Stratum. Het ligt in de wijk Kortonjo, in de buurt Gerardusplein. Het plangebied wordt aan de noordzijde begrensd door de Begoniastraat. Het plangebied wordt verder omsloten door woonpercelen aan de Roostenlaan (in het oosten), de Gladiolusstraat (in het zuiden) en de Geraniumstraat (in het westen). De omgeving van het plangebied kent een stedelijk woonkarakter. vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Gemeente Eindhoven 7 Globale ligging plangebied. 1.3 Voorgaande plannen Het bestemmingsplan "V Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)" vervangt het bestemmingsplan 'Stratum buiten de Ring 2004', vastgesteld door de raad op 31 oktober 2005 en op 11 april 2006 gedeeltelijk goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Noord Brabant. De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 25 april 2007 uitspraak gedaan over het ingediende beroep tegen het besluit van het college van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant van 11 april 2006. Hiermee is het besluit tot gedeeltelijke goedkeuring van het bestemmingsplan Stratum buiten de Ring 2004 onherroepelijk geworden. Onderhavig plangebied heeft ingevolge het bestemmingsplan 'Stratum buiten de Ring 2004' de bestemming 'Detailhandel'. Ter plaatse is detailhandel op de begane grond en wonen op de 8 vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Gemeente Eindhoven verdieping toegestaan. Verder zijn op de begane grond horecavoorzieningen toegestaan, voor zover die noodzakelijk zijn ten dienste van de detailhandel. Op de begane grond zijn ook bij de detailhandel behorende dienstverlenende bedrijven toegestaan. Onderhavige ontwikkeling betreft de legalisatie van appartementen op de begane grond van het pand aan de Begoniastraat 1B en realisatie van parkeervoorzieningen en tuinen op het binnenterrein ten behoeve van de aangrenzende woonpercelen. vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Gemeente Eindhoven 9 1.4 Leeswijzer Deze toelichting bestaat uit 9 hoofdstukken. Na deze inleiding volgt hoofdstuk 2. Hierin is de bestaande situatie beschreven. Hoofdstuk 3 bevat de uitgangspunten bij, de randvoorwaarden en zo nodig de beleidskaders voor het opstellen van het bestemmingsplan. Hoofdstuk 4 geeft inzicht in en een verantwoording van alle relevante milieuaspecten. Hoofdstuk 5 bevat de waterparagraaf. In deze paragraaf is de wijze beschreven waarop rekening wordt gehouden met de gevolgen van het bestemmingsplan voor de waterhuishouding. De juridische vormgeving van het bestemmingsplan is verwoord in hoofdstuk 6. In hoofdstuk 7 wordt aandacht besteed aan de handhaving van het bestemmingsplan. De financiële uitvoerbaarheid is verantwoord in hoofdstuk 8. Hoofdstuk 9 gaat ten slotte in op de gevolgde procedure, inclusief een paragraaf over de maatschappelijke uitvoerbaarheid. 10 vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Gemeente Eindhoven Hoofdstuk 2 2.1 Beschrijving plangebied Stedenbouwkundige structuur Opbouw Stratum is één van de vijf lobben die rond het centrum van Eindhoven zijn ontwikkeld. Deze lobben zijn te vergelijken met een bloem waarvan de blaadjes (de lobben) rondom het hart (Eindhoven Centrum) zijn geformeerd. De scheiding tussen de lobben is duidelijk waarneembaar en wordt gevormd door groengebieden of bedrijfsterreinen. Voor Stratum wordt de scheiding met de aangrenzende lobben gevormd door het groengebied Genneperpark en het sportpark Aalsterweg aan de westzijde en het bedrijfsterrein DAF/Kanaaldijk-Noord aan de noordzijde. Verkeersstructuur De structuur van het stadsdeel Stratum wordt bepaald door de radiale- en tangentstructuur van Eindhoven. De radialen verdelen Stratum als het ware in "taartpunten" en worden gevormd door de toegangswegen naar het centrum van Eindhoven zoals de Geldropseweg, de Heezerweg, de Leenderweg en de Aalsterweg. De door de wegen gevormde taartpunten worden op hun beurt weer doorsneden door de ring en door de doorgaande verbinding Anton Coolenlaan-Floralaan-Tivolilaan- St. Petrus Canisiuslaan. Groen en water Het meeste groen van Stratum bevindt zich aan de randen van de bebouwing zoals de Leenderheide, de Gijzenrooise Zegge, de Genneperparken, het bosrijke terrein van Eikenburg en het aanliggende agrarische landschap. Binnen de bebouwde kom van Stratum bevindt zich een aantal groengebieden die herkenbaar aanwezig zijn en deel uitmaken van de groenstructuur. Zo zijn er verschillende groenstructuren in Stratum die evenals de ontsluitingswegen naar het centrum een radiale structuur hebben en het buitengebied min of meer verbinden met groengebieden binnen de ring zoals: het Glorieuxpark via de Jan van Eyckgracht met Riel en omgeving; het Glorieuxpark via de groenstrook aan de Hadewychlaan, het park Sint Bonifaciuslaan en de groengebieden langs de Neushoornstraat en Puttense Dreef; de groene strook langs de Tongelreep. Daarnaast is er een aantal meer op zich zelf staande groengebieden: de groenzone langs Floralaan-Oost en verder vanaf het Floraplein langs de Leenderweg richting knooppunt Leenderheide; het voormalig Vogel- en dierenpark Animali inclusief de groenstrook langs de Roostenlaan; het groengebied langs de Kortonjolaan. Voorts zijn er twee woonbuurten met een zeer groen karakter: De Roosten en Schuttersbosch. 2.2 De buurt Gerardusplein vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Gemeente Eindhoven 11 Deze woonwijk uit 1925-1935 is gesitueerd in het stadsdeel Stratum ten zuiden van de ringweg tussen de Aalsterweg en de Roostenlaan, aan de noordzijde aansluitend op de Bloemenbuurt. De wijk wordt gekenmerkt door een centraal gelegen plein (Sint-Gerardusplein) vanwaar uit een aantal radiale straten loopt (Orchideeënstraat, Gerarduslaan en Primulastraat). Het geheel is verdeeld in een bloksgewijze verkaveling. De wijk is met haar algemene vorm, de verdeling in twee gebieden (arbeiders - middenstand) en de bloksgewijze verkaveling representatief voor het stedenbouwkundig concept van G.C. Kools. De architectuur kwam vooral tot stand door particulier initiatief hetgeen resulteerde in een gevarieerd bebouwingsbeeld (circa 1925-1935) met straten rond de Sint-Gerardus Majellakerk (1925) met ten oosten daarvan een cluster van voorzieningen. Het karakter van de buurt is nog intact. 2.3 Het plangebied De Begioniastraat ligt tussen de Roostenlaan en de Geraniumstraat in het stadsdeel Stratum in Eindhoven. Dit is een vooroorlogse woonbuurt met aaneengesloten bebouwing, overwegend in 2 lagen met kap. Begoniastraat 1B week hier van af door de voormalige functie als winkel/kantoor en de bouwhoogte van één laag met kap. Het straatbeeld wordt gedomineerd door langs geparkeerde auto's. Een overbouwing is aangebouwd tegen Begoniastraat 1B, die toegang geeft tot een zeer langgerekt, smal perceel waarop zich leegstaande bedrijfsbebouwing (meubelopslag) bevindt, in vervallen staat. 12 vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Gemeente Eindhoven vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Gemeente Eindhoven 13 14 vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Gemeente Eindhoven Hoofdstuk 3 beleidskader 3.1 Uitgangspunten, randvoorwaarden en Inleiding In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de ruimtelijke beleidskaders op rijks-, provinciaal en gemeentelijk niveau. Verantwoord wordt dat de voorgenomen ontwikkeling past in het (toekomstig) ruimtelijk beleid. Er wordt geen complete samenvatting gegeven van alle beleidsaspecten. Uitsluitend de relevante beleidskaders voor het plangebied zijn in dit hoofdstuk weergegeven en verantwoord. 3.2 Rijksbeleid 3.2.1 Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (2012) In de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) schetst het Rijk ambities van het ruimtelijk en mobiliteitsbeleid voor Nederland in 2040. Het Rijk zet twee zaken helder neer: een kader voor prioritering van investeringen om Nederland in beweging te krijgen en een selectief ruimtelijk beleid dat meer loslaat en overlaat aan provincies en gemeenten. Het is de uitdaging om Nederland in de wereldeconomie van de toekomst concurrerend te houden. Dat betekent dat onze stedelijke regio's en netwerken versterkt moeten worden door de kwaliteit voor de leefomgeving te verbeteren, hoogwaardige en klimaatbestendige woon- en werkmilieus te realiseren, de bereikbaarheid te verbeteren en de mobiliteit te verduurzamen, maatregelen te treffen ten behoeve van waterveiligheid, zoetwatervoorziening en ruimte te maken voor de noodzakelijke transitie naar duurzame energie. Het Rijk onderscheidt 13 nationale belangen in de SVIR. Daarnaast kiest ze nadrukkelijk voor een vereenvoudiging van de regelgeving en brengt de ruimtelijke ordening zo dicht mogelijk bij degenen die het aangaat: burgers en bedrijven. Zo beëindigt het Rijk zijn rol bij nationale landschappen, rijksbufferzones, binnenstedelijk bouwen, landsbrede verstedelijkingsafspraken, sport- en recreatievoorzieningen. Het Rijk vindt de stedelijke regio's rond de Mainports (Rotterdam en Amsterdam), de Brainport, greenports en de valleys van nationaal belang (nationaal belang 1). De gebiedsontwikkeling Brainport Avenue is van nationaal belang. In de SVIR wordt Brainport Zuid-Oost Nederland beschouwd als de belangrijkste toptechnologieregio van ons land.Het centrum van deze Brainport is gelegen in Eindhoven met o.a. High-tech systemen, medische technologie en automotive als belangrijkste thema's. Daarnaast zijn Chemelot in Sittard-Geleen als belangrijk chemie-cluster, het medische cluster in Maastricht en de greenport Venlo als cluster van agro-food, tuinbouw en logistiek belangrijk. 3.2.2 Realisatie Uitgangspunt bij het realiseren van de doelstellingen is een integrale, regionaal-specifieke aanpak, waarmee investeringen en ander rijksinstrumentarium zo effectief en efficiënt mogelijk ingezet kunnen worden. Dat vraagt om een gedegen afweging van alle relevante belangen en goede afstemming en samenwerking tussen regio en Rijk. Over de rijksopgaven zullen op basis van de MIRT-gebiedsagenda's afspraken worden gemaakt. De SVIR kent een realisatieparagraaf, waarin per nationaal belang de aanpak is uitgewerkt op basis van lopende en voorziene projecten. Het Rijk heeft voor de realisatie van de nationale vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Gemeente Eindhoven 15 belangen de beschikking over de volgende vier instrumenten: Kaders (gebiedsgerichte of thematische uitwerkingen van de SVIR, relevante wetgeving); Bestuurlijke prestatieafspraken (bijvoorbeeld afspraken met provincies en gemeenten, internationale afspraken met overheden in buurlanden); Financieel (bijvoorbeeld Infrastructuurfonds, Deltafonds); Kennis (bijvoorbeeld inzetten van het College van Rijksadviseurs bij ruimtelijke ontwikkelingen, verspreiden van “best practices”). Voor het juridisch borgen van de nationale belangen uit de SVIR heeft het Rijk, op basis van de Wet ruimtelijke ordening (Wro), twee besluiten waarmee dat mogelijk is. Deze twee besluiten zijn verschillend van aard (beleidsmatig versus procesmatig). Het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro). Dit geeft de juridische kaders die nodig zijn om het geldende ruimtelijk rijksbeleid te borgen. Het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Het Bro stelt vanuit de rijksverantwoordelijkheid voor een goed systeem van ruimtelijke ordening juridische kaders aan de processen van ruimtelijke belangenafweging en besluitvorming bij de verschillende overheden. De ladder van duurzame verstedelijking is inmiddels opgenomen in het Bro. (art. 3.1.6) De ladder voor duurzame verstedelijking en de proceseisen voor goed ontwerp en aandacht voor de waterhuishouding (watertoets), het milieu en het cultureel erfgoed zijn allen geborgd in het Bro. Nationaal belang 13 vraagt om een zorgvuldige afweging en transparante besluitvorming bij alle ruimtelijke en infrastructurele besluiten. Dit moet met behulp van de ladder van duurzame verstedelijking worden onderbouwd. Bij nieuwe ruimtelijke besluiten (kantoorlocaties, woningbouwlocaties) moet in het bestemmingsplan worden gemotiveerd hoe een zorgvuldige afweging is gemaakt van het ruimtegebruik. De ladder voor duurzame verstedelijking werkt volgens drie stappen: 1. beoordeling door betrokken overheden of beoogde ontwikkeling voorziet in een regionale en gemeentelijke behoefte voor bedrijventerreinen, kantoren, woningbouwlocaties, detailhandel en andere stedelijke voorzieningen; 2. indien er een vraag is aangetoond, beoordeling door betrokken overheden of deze binnen bestaand stedelijk gebied kan worden gerealiseerd door locaties voor herstructurering of transformatie te benutten; 3. indien herstructurering of transformatie binnen bestaand stedelijk gebied onvoldoende mogelijkheden biedt, beoordelen betrokken overheden of de ontwikkeling zo kan worden gerealiseerd dat deze passend multimodaal ontsloten is of als zodanig wordt ontwikkeld. 3.2.3 Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) Naast de SVIR is er het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro), ook wel AMvB Ruimte genoemd, van toepassing. Het besluit bevat regels ter borging van een beperkt aantal nationale belangen. Het gaat onder meer over rijksbelangen over rijksvaarwegen, zones buisleidingen, zones van hoogspanningsleidingen en defensieterreinen. Voor de regio Eindhoven is de zone van de 380 Kv hoogspanningsleiding van toepassing. Dit is de bestaande hoogspanningsleiding gelegen in Eindhoven Noord en (deels) Oost. Artikel 2.8.7 (bestemmingen hoogspanningsverbindingen) van het Barro is hierbij van toepassing.Verder zijn de belangen van luchthaven Eindhoven geborgd. In het Barro en Rarro zijn algemene regels gegeven voor het militaire luchtvaartterrein en voor het daarbij behorende beperkingengebied. Onderhavig plangebied ligt niet binnen het beperkingengebied van de luchthaven Eindhoven. De begrenzing van de Ecologische hoofdstructuur (EHS) is een provinciaal belang geworden. In het Barro is opgenomen dat de provinciale begrenzing van de EHS direct doorwerkt naar het bestemmingsplan (zie ook Verordening ruimte). 16 vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Gemeente Eindhoven 3.2.4 Conclusie rijksbeleid De ontwikkeling waar onderhavig bestemmingsplan in voorziet heeft betrekking op een transformatie binnen bestaand stedelijk gebied. De leegstaande verouderde bedrijfsbebouwing (meubelopslag) op het binnenterrein wordt gesloopt ten behoeve van vergroting van tuinen en parkeermogelijkheden op eigen terrein voor aangrenzende woonpercelen. Bovendien worden twee appartementen op de begane grond van het voormalige winkel/kantoorpand aan de Begoniastraat 1B gelegaliseerd. De kwaliteit van de leefomgeving wordt door deze ontwikkeling verbeterd. De toekomstige ontwikkelingen, zoals opgenomen in voorliggend bestemmingsplan, passen binnen het rijksbeleid. 3.3 Provinciaal beleid 3.3.1 Structuurvisie Op 19 maart 2014 is de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening 2014 in werking getreden. Deze structuurvisie is een actualisatie van de visie die in 2010 werd vastgesteld. De structuurvisie is opgebouwd uit twee delen (A en B) en een uitwerking. Deel A Deel A bevat de hoofdlijnen van het beleid. Hierin heeft de provincie haar belangen gedefinieerd en ruimtelijke keuzes gemaakt. De ruimtelijke visie van de provincie bestaat op hoofdlijnen uit een robuust en veerkrachtig natuur- en watersysteem, met aandacht voor hoogwaterbescherming, droogte en biodiversiteit. Een multifunctioneel landelijk gebied, waar de functies landbouw, recreatie en natuur in relatie tot elkaar ruimte krijgen. En een gevarieerd en aantrekkelijk stedelijk gebied met sterke steden, groene geledingszones en uitloopgebieden (intensieve recreatie, stadslandbouw). Met aandacht voor sterke regionale economische clusters, (inter)nationale bereikbaarheid en knooppuntontwikkeling (zowel in de centra als aan de randen van de steden).De provincie realiseert haar doelen door regionaal samen te werken, te ontwikkelen, te beschermen en te stimuleren. Deel B De ruimtelijke belangen en keuzes zijn in vier ruimtelijke structuren geordend. Deze vier ruimtelijke structuren worden in deel B beschreven en zijn: 1. de groenblauwe structuur De groenblauwe structuur bestaat uit bestaande natuur, watersystemen en nieuwe natuur in hiervoor kansrijke gebieden. Het behoud en de ontwikkeling van natuurwaarden is hier belangrijk. Daarnaast biedt de groenblauwe structuur ruimte aan een natuurlijk en robuust watersysteem. Dit is nodig voor een goed waterbeheer en biedt mogelijkheden om in te spelen op de effecten van klimaatverandering. 2. het landelijk gebied Het landelijk gebied ligt buiten de groenblauwe structuur en de stedelijke structuur. Het landelijk gebied biedt een multifunctionele gebruiksruimte voor land- en tuinbouw, natuur, water, recreatie, toerisme en kleinschalige stedelijke functies. Land- en tuinbouw zijn de grootste ruimtegebruikers. De provincie streeft hier naar een multifunctionele gebruiksruimte, met behoud van agrarische productieruimte in die delen van het landelijk gebied waar de landbouw leidend is voor nieuwe ontwikkelingen. 3. de stedelijke structuur De stedelijke structuur bestaat uit de steden en dorpen in Noord-Brabant. De provincie kiest hier voor twee perspectieven. Ten eerste stedelijke concentratiegebieden waar de groei van de verstedelijking wordt opgevangen. De provincie wil de verstedelijking op goed ontsloten plekken concentreren en de groene ruimte tussen steden open houden. Ten tweede kernen in het landelijk gebied die zoveel mogelijk worden ontzien van verdere verstedelijking. Alleen de vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Gemeente Eindhoven 17 eigen verstedelijkingsbehoefte wordt daar opgevangen. 4. de infrastructuur Het infrastructuurnetwerk bestaat uit een fijnmazig en samenhangend netwerk van wegen, spoorlijnen, vaarwegen, luchthavens en buisleidingen. De Brabantse infrastructuur maakt deel uit van het internationale netwerk van infrastructuur in Noordwest Europa. De provincie kiest hier voor een goede bereikbaarheid van BrabantStad en de economische clusters van Noord-Brabant. Voor het personenvervoer zijn het hoofdwegennet en het OV-netwerk BrabantStad de dragers. Het goederenvervoer wordt zoveel mogelijk via de te ontwikkelen Goederenruit (spoor en waterwegen) geleid. Zo wordt ruimte gemaakt voor het versterken van de (inter)nationale ontsluiting (weg, water, spoor en lucht) van de Brabantse steden. Uitwerking structuurvisie De provincie heeft geen aparte ruimtelijke visie op het landschap ontwikkeld, maar geeft haar visie op het landschap vorm in de zogenaamde 'gebiedspaspoorten'. Daarin beschrijft de provincie welke landschapskenmerken zij op regionaal niveau van belang vindt en hoe deze kunnen worden versterkt. Er zijn ook deelstructuurvisies opgesteld voor specifieke onderwerpen. Zo is voor het gebied ten oosten van Eindhoven de deelstructuurvisie Brainport Oost opgesteld. Deze bevat keuzes voor wonen, werken en bereikbaarheid ten oosten van Eindhoven. Eindhoven vormt samen met de provincie en met de steden Breda, Helmond, 's-Hertogenbosch en Tilburg het stedelijk netwerk BrabantStad. Dit samenwerkingsverband vervult een voortrekkersrol bij de ruimtelijke en economische ontwikkeling van Noord-Brabant. Sterke steden zijn een voorwaarde voor de toekomst van Noord-Brabant. Vooral in deze steden is de dynamiek van Noord-Brabant goed zichtbaar. De provincie ziet deze steden als het brandpunt van de verstedelijking. Hier wordt geïnvesteerd in de binnensteden (stationsgebieden, kanaal- en snelwegzones) en worden hoogstedelijke functies, zoals bovenregionale voorzieningen, geconcentreerd. Daardoor wordt de centrale positie van de steden versterkt en het draagvlak voor hoogwaardig openbaar vervoer en stedelijke- en culturele voorzieningen op peil gehouden. Dat draagt bij een hoogwaardig leef- en vestigingsklimaat in Noord-Brabant. 3.3.2 Verordening ruimte Provinciale Staten van Noord-Brabant heeft op 7 februari 2014 de 'Verordening Ruimte 2014' vastgesteld. Hierin staan regels waarmee een gemeente rekening moet houden bij het ontwikkelen van bestemmingsplannen. Door deze regels weten de gemeenten al in een vroeg stadium waar ze aan toe zijn. De provincie stelt algemene regels die voor heel Brabant gelden, maar verdeeld het grondgebied ook in vier structuren waarvoor apart beleid geldt. Algemene regels In de verordening zijn algemene regels opgenomen die altijd en voor heel Brabant gelden. Deze regels hebben betrekking op zorgvuldig ruimtegebruik en op het bevorderen van de ruimtelijke kwaliteit van Brabant. In het algemeen houdt dit in dat gebruikers van een gebied rekening houden met het karakter, de grootte en de functie ervan. Er kan onderscheid worden gemaakt tussen belevingswaarde, toekomstwaarde en gebruikswaarde. Het doel van zorgvuldig ruimtegebruik is om bestaand bebouwd gebied zo goed mogelijk te benutten. Pas als dat niet kan, wordt gezocht naar de beste plek in het buitengebied om nieuwe ruimte te gebruiken. Daarnaast wil de provincie verouderde locaties in stedelijk gebied opnieuw invullen en ongewenste functies in het buitengebied saneren. Structuren (hoofdkaart) Verder onderscheidt de verordening de volgende vier structuren: stedelijke structuur ecologische hoofdstructuur groenblauwe mantel gemengd landelijk gebied 18 vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Gemeente Eindhoven Deze structuren zijn gekoppeld aan de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening en zijn Brabant dekkend. Elk ruimtelijke oppervlak van Brabant valt onder één van deze structuren. Per structuur is uitgewerkt welke functies, en onder welke voorwaarden, ontwikkeld kunnen worden. De vier structuren staan op de hoofdkaart van de verordening. Themakaarten Naast de hoofdkaart zijn er vijf themakaarten opgenomen in de verordening ruimte. Voor onderhavig plangebied is de themakaart stedelijke ontwikkeling van belang. Themakaart stedelijke ontwikkeling Op deze themakaart staan het bestaand stedelijk gebied, zoekgebied voor stedelijke ontwikkeling, integratie stad-land en de regionale bedrijventerreinen. Het plangebied is aangeduid als 'Bestaand stedelijk gebied-stedelijk concentratiegebied'. Het provinciale beleid is er al decennia lang op gericht om stedelijke ontwikkeling in stedelijke concentratiegebieden te bundelen. Het doel daarvan is om voldoende draagvlak voor de steden als economische en culturele motor te creëren en om het dichtslibben van het landelijk gebied tegen te gaan. Op provinciale schaal betekent dit dat het merendeel van de woningbouw, de bedrijventerreinen, voorzieningen en bijbehorende infrastructuur moet plaatsvinden in of aansluitend op de stedelijke concentratiegebieden. Binnen het bestaand stedelijke gebied is de gemeente in het algemeen vrij om te voorzien in stedelijke ontwikkeling. Themakaart water Op deze themakaart staan de structuren en aanduidingen die betrekking hebben op water. Het plangebied is aangeduid als 'Boringsvrije zone'. Binnen deze zone geldt de minst strikte vorm van bescherming, namelijk behoud van de beschermende kleilaag in de bodem. In de Provinciale Milieuverordening zijn regels opgenomen ter bescherming van deze kleilaag. De aanduiding 'milieuzone - boringsvrije zone' op de verbeelding van dit bestemmingsplan heeft uitsluitend een signalerende functie. 3.3.3 Conclusie provinciaal beleid De ontwikkeling waar onderhavig bestemmingsplan in voorziet heeft betrekking op een transformatie binnen bestaand stedelijk gebied. Dit past binnen het provinciale beleid. 3.4 Gemeentelijk beleid 3.4.1 Ruimtelijke ontwikkeling Voorliggend bestemmingsplan behelst enerzijds de legalisatie van twee appartementen op de begane grond in een voormalig winkel/kantoorpand aan de Begoniastraat 1B. In het pandje bevinden zich reeds meer dan 10 jaar twee appartementen. De bovenwoning was altijd aanwezig; de winkel op de begane grond is verbouwd tot woning. Deze situatie wordt met voorliggend bestemmingsplan gelegaliseerd. Anderzijds behelst dit plan het leegmaken van het perceel op het binnenterrein ten behoeve van vergroting van de tuin en parkeermogelijkheden op eigen terrein voor de aanwonenden (Roostenlaan 84 t/m 100G en Geraniumstraat 1 t/m 27). Gelet op het karakter van de omgeving is er stedenbouwkundig geen bezwaar tegen het wijzigen van de bestemming 'Detailhandel' in een woonbestemming. Het opschonen van het achterterrein is stedenbouwkundig gezien eveneens toe te juichen. De vrijkomende ruimte kan deels worden toegevoegd aan de achtertuinen van de aanwonende bewoners aan de Roostenlaan, waarvan er 18 desgewenst een garagebox of carport kunnen plaatsen. De 13 aanwonende bewoners aan de Geraniumstraat krijgen eveneens de optie om de auto op eigen terrein te stallen via deze open ruimte. Deze woningen beschikken nu over een vrij diepe achtertuin. In totaal betreft het dus 31 mogelijke parkeerplaatsen op eigen erf. vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Gemeente Eindhoven 19 Niet iedereen zal hiervan gebruik willen maken, maar verwacht mag worden dat een 10 à 20 auto's zo uit het straatbeeld kunnen verdwijnen. Dit is uiteraard een belangrijke stedenbouwkundige verbetering van het woon- en leefklimaat in de buurt en voor het straatbeeld. Er is sprake van een vergroening van het binnenterrein en van vergroting van (de gebruiksmogelijkheden van) de tuinen van de aanwonenden. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt worden deze ontwikkelingen positief beoordeeld. 3.4.2 Interimstructuurvisie 2009 In december 2009 is de Interimstructuurvisie 2009 door de gemeenteraad vastgesteld. Met de Interimstructuurvisie 2009 geeft de gemeenteraad invulling aan de ambitie om Eindhoven door te ontwikkelen in zijn kwalitatief hoogwaardige combinatie van wonen, werken en groen. De nadruk ligt daarbij ook op leefbaarheid en bereikbaarheid. Als kerngemeente van Brainport Zuidoost Brabant stuurt Eindhoven aan op het bieden van ruimte aan een krachtige ontwikkeling van deze economische kernzone, een hoge kwaliteit van de leefomgeving en aandacht voor sociale betrokkenheid en ondernemend burgerschap tot op buurtniveau. Op deze wijze geeft de raad invulling aan het begrip duurzame ruimtelijke kwaliteit. Het bestemmingsplangebied ligt buiten een transformatiegebied zoals opgenomen in deze interimstructuurvisie. 3.4.2.1 Buiten transformatiegebied De Interimstructuurvisie is het resultaat van de integratie van de ruimtelijk relevante raadsprogramma's die tot medio 2009 zijn vastgesteld. Dit is onder andere verbeeld in een kaart die inzicht biedt in de verdeling van het actuele en gewenste grondgebruik. Figuur: Gebruik van de ruimte Interimstructuurvisie Eindhoven Onderhavig plangebied is op de op de kaart 'Gebruik van de ruimte' uit de Interimstructuurvisie aangeduid als 'wonen'. Deze gronden zijn voornamelijk bedoeld voor wonen, inclusief alle afgeleide wijk- en buurtgerichte functies op het gebied van (middelbaar-/ basis-)onderwijs, 20 vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Gemeente Eindhoven zorg, opvang, cultuur, religieuze voorzieningen, ontspanning en vrije tijd, groen (o.a. buurt- en wijkparken, sportfaciliteiten en –velden, buurtontmoetingsruimten), detailhandel en werken (woonwerkcombinaties en kleine bedrijven met milieucategorie 1, 2 en gedeeltelijk 3). Deze functies zijn noodzakelijk voor het functioneren van een gebied als woongebied. Zij vallen dus onder deze definitie en worden niet afzonderlijk in beeld gebracht, mede omdat hun ruimtebeslag relatief beperkt is. 3.5 Archeologische en cultuurhistorische waarden 3.5.1 Archeologie De gemeente Eindhoven heeft eigen archeologiebeleid, als uitwerking van het nationale en provinciale beleid. Dit beleid staat in het 'Beleidsplan archeologisch 2008-2012', dat de raad in september 2008 heeft vastgesteld. De gemeente neemt de verantwoordelijkheid voor het bodemarchief zelf ter hand door te investeren in kerntaken en opbouw van expertise. De gemeente kent archeologische waarden daterend uit de prehistorie en de Romeinse tijd. Het gemeentelijk bodemarchief herbergt tevens fundamentele gegevens over de geschiedenis van stad en platteland gedurende en na de middeleeuwen. Deze gegevens zijn van groot belang voor de reconstructie van het verleden, temeer omdat archivalische bronnen in Eindhoven nagenoeg ontbreken. De archeologische gebieden binnen de gemeente Eindhoven staan aangegeven op de gemeentelijke archeologische waardenkaart, onderdeel van de gemeentelijke cultuurhistorische waardenkaart. Het beleid is om bij ruimtelijke ontwikkelingen rekening te houden met de archeologische waarden en verwachtingen in de ondergrond en daarbij uit te gaan van de gemeentelijke archeologische waardenkaart. Voor onderhavig plangebied staan geen archeologische waarden aangegeven. Bovendien hoeven geen bodemwerkzaamheden uitgevoerd te worden omdat sprake van legalisatie van een bestaande situatie. Daarnaast wordt een binnenterrein waarop reeds bebouwing aanwezig is (waarmee de grond reeds is geroerd), in gebruik genomen voor parkeervoorzieningen. Eventueel aanwezige archeologische waarden worden daardoor niet geschaad. Het aspect archeologie vormt geen belemmering voor doorgang van dit plan. 3.5.2 Cultuurhistorische waarden Op 18 maart 2008 is de cultuurhistorische waardenkaart van Eindhoven vastgesteld. De kaart is op grond van de Erfgoedverordening 2010 een toetsingskader om bij ruimtelijke ontwikkelingen in de stad rekening te kunnen houden met cultuurhistorische waarden. Op de cultuurhistorische waardenkaart is de Gerardusbuurt, waarin onderhavig plangebied ligt, aangemerkt met 'historisch stedenbouwkundige structuur'. Voorliggend bestemmingsplan legaliseert een bestaande situatie. Daarnaast wordt een binnenterrein in gebruik genomen als parkeervoorziening. Hiermee wordt de bestaande waardevolle stedenbouwkundige structuur niet aangetast. Het aspect cultuurhistorie vormt daarmee geen belemmering voor doorgang van dit plan. vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Gemeente Eindhoven 21 3.6 Verkeer en parkeren Het plan voorziet in een bestemmingswijziging die de feitelijk bestaande situatie legaliseert. Voor de parkeerbalans in de straat maakt dit dus geen verschil. Een grote verbetering ontstaat echter door het realiseren van mogelijkheden voor parkeren op het binnenterrein. Hier kunnen maximaal 31 parkeerplaatsen worden gerealiseerd. Het is niet te verwachten dat deze allemaal daadwerkelijk aangelegd en gebruikt zullen worden. Indien 10 à 20 parkeerplaatsen wel effectief worden gebruikt, dan kunnen 8 tot 18 auto's uit het straatbeeld verdwijnen, hetgeen een enorme verbetering van de parkeerbalans inhoudt. 22 vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Gemeente Eindhoven Omdat de toegangspoort tot het gebied vrij smal is, worden voorzieningen aangebracht in de vorm van waarschuwingslichten, snelheidsremmende maatregelen en transparantie. Dit is gebeurd in overleg met de gemeente. vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Gemeente Eindhoven 23 3.7 Groen 3.7.1 Groenbeleidsplan Het Groenbeleidsplan 2001, zoals op 5 november 2001 is vastgesteld door de gemeenteraad, heeft als doel het duurzaam veilig stellen en ontwikkelen van een kwalitatief hoogwaardige groenstructuur met de daarin passende functies. Onder de groenstructuur wordt verstaan: het stelsel van terreinen en/of elementen met ecologische, waterhuishoudkundige, recreatieve en/of ruimtelijk structurerende betekenis. Behoud van het bestaande groen is het uitgangspunt, evenals het (door)ontwikkelen van de groene kwaliteiten waar nodig. Het Groenbeleidsplan geeft in een kaart met zes ruimtelijke strategieën de kaders voor de ruimtelijke ontwikkeling in relatie tot groen. Figuur: Groen en recreatievoorzieningen Onderhavig plangebied is in de kaart 'Groen en recreatievoorzieningen' uit het Groenbeleidsplan aangeduid als 'Stad, rood beeldbepalend'. In dit gebied wordt als ordeningsprincipe de volgende strategie aangehouden: Strategie 1: Stad, rood beeldbepalend In deze gebieden heeft groen een ondersteunende functie aan de stedelijke identiteit ('aankledingsgroen') of een recreatieve functie voor de woonomgeving (parken). Het beleid is gericht op behoud en ontwikkelen van deze groene elementen of functies. Het oppervlak groen binnen deze categorie zou niet verder af moeten nemen. Binnen de aangeduide groenarme buurten wordt gestreefd naar uitbreiding van het groenareaal. 24 vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Gemeente Eindhoven 3.7.2 Bomenbeleidsplan 2008: Ruimte voor bomen Het Bomenbeleidsplan 2008 'Ruimte voor bomen' is in april 2008 door de raad vastgesteld . Doel van het bomenbeleidsplan is het ontwikkelen van een kwalitatief hoogwaardig bomenbestand dat een duurzame bijdrage levert aan de ruimtelijke kwaliteit en het groene imago van Eindhoven. Het Bomenbeleidsplan vormt een bindend kader tot 2020. Het is een strategisch beleidskader voor de instandhouding en versterking van de Eindhovense boomstructuur. In de bijlage van het bomenbeleidsplan wordt het beleid ten aanzien van bomen op strategisch niveau uitgewerkt. Aandacht wordt onder meer besteed aan de bomenstructuur op gemeentelijk niveau en de cultuurhistorische structuur. Voor concrete projecten wordt aangegeven hoe door middel van een Quickscan Bomen en een eventuele boomeffectrapportage bepaald kan worden of er belemmerende factoren zijn voor bomen binnen de projectgrenzen en 10 meter daar buiten. Conclusie: Het plan voorziet in het weghalen van oude bedrijfsbebouwing ten behoeve van uitbreiding van de tuinen en van parkeervoorzieningen. Per saldo wordt het gebied groener. Binnen het plangebied zijn geen waardevolle gemeentelijke of particuliere bomen aanwezig. Het plan is dus in overeenstemming met het gemeentelijke groenbeleid. 3.8 Detailhandel De detailhandelsnota "Ten minste houdbaar tot 2010" is op 19 december 2006 door de gemeenteraad vastgesteld. Deze bevat het detailhandelbeleid voor de gemeente Eindhoven en vormt een toetsingskader voor de beoordeling van nieuwe ontwikkelingen op detailhandelsgebied. In de detailhandelsnota wordt onderhavig plangebied niet specifiek genoemd als winkelcentrum en het behoort niet tot een winkelconcentratie in stadsdeel Stratum. Voorliggend plangebied had in het voormalige bestemmingsplan ('Stratum buiten de Ring 2004') de bestemming 'Detailhandel'. Als gevolg van de gewenste ontwikkeling komt deze bestemming te vervallen. Dit is niet strijdig met het uitgangspunt van de detailhandelsnota om wijkwinkelcentra te realiseren in Stratum omdat het plangebied niet aan één van de mogelijke locaties voor deze centra ligt. 3.9 Kantoren De Kantorennota is op 12 december 2005 door de gemeenteraad vastgesteld. De kantorennota biedt inzage in de visie van de gemeente Eindhoven op de kantoorontwikkelingen in Eindhoven. De Kantorenstrategie 2012-2020 is niet langer (alleen) gebaseerd op het voeren van regie op de nieuwbouw kantorenmarkt. Juist op de bestaande markt zijn maatregelen nodig om deze gezonder te maken. Dat vraagt enerzijds om een positieve en actieve grondhouding van gebouweigenaren. Anderzijds is er vaak nog een (andere) vastgoedpartij nodig die op creatieve wijze met de leegstand aan de slag wil gaan. De gemeente Eindhoven speelt daarbij in toenemende mate een stimulerende en faciliterende rol. De Eindhovense werkwijze zal ook verder vorm moeten krijgen door afstemming met de andere ‘kantoorgemeenten’ in de stedelijke regio. In het nieuwe beleid wordt niet alleen op nieuwbouw gestuurd, maar ook op de bestaande kantorenmarkt. De focus ligt daarbij op het terugdringen van kantorenleegstand in bestaande gebouwen. Met deze aanpak hoopt het college vraag en aanbod op de Eindhovense kantorenmarkt in kwantitatieve én kwalitatieve zin beter op elkaar af te stemmen, zodat een goede balans ontstaat met toekomstbestendige locaties, die bijdragen aan de realisatie van vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Gemeente Eindhoven 25 de Brainport-ambities van stad en regio. Het is een logisch vervolg op eerder ingezet beleid, zoals de Prioriteitennota 2011 – 2014 en het bevriezen van 100.000 m² nieuwbouw kantoorruimte op de locatie Land Forum. Binnen Eindhoven worden drie afzonderlijke nieuwbouw kantorenmilieus onderscheiden, te weten Stationsgebied/centrum, Centrumschilmilieu (o.a. Strijp-S) en snelwegmilieu (o.a. Flight Forum). Deze verschillende kantorenmilieus voorzien in een specifieke en onderscheidende behoefte. Het is belangrijk om deze onderscheidende kwaliteiten de komende jaren verder uit te bouwen. Het is daarnaast belangrijk dat ongebreidelde groei van de kantorenvoorraad, door toevoeging van niet duurzame/toekomstbestendige m² nieuwbouw, wordt voorkomen. Kantoorgebruikers die op zoek zijn naar nieuwe huisvesting worden daarom bij voorkeur bediend op de bestaande kantorenmarkt. Nieuwbouw van kantoren, op geprioriteerde locaties en middels toekomstbestendige gebouwen, blijft echter belangrijk voor de Brainport-ambities van onze stad. De voorgenomen ontwikkeling voorziet in woningen op een locatie waar momenteel detailhandel is toegestaan, waardoor voornoemd beleid verder niet van toepassing is. 3.10 Kabels, leidingen en straalpaden Er bevinden zich geen planologisch relevante kabels of –leidingen of straalpaden binnen of in de nabijheid van het plangebied. Een nadere beoordeling kan derhalve buiten beschouwing worden gelaten. 26 vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Gemeente Eindhoven Hoofdstuk 4 4.1 Milieuparagraaf Bedrijven en milieuzonering Op basis van milieuzonering wordt bepaald welke categorieën bedrijfsvestigingen en/of inrichtingen mogelijk kunnen worden gemaakt. Dit houdt in dat er een voldoende ruimtelijke scheiding aanwezig moet zijn tussen milieubelastende bedrijven en/of inrichtingen en woongebieden. Hoe zwaarder de toegestane milieucategorie, hoe groter de afstand. Bij het bepalen van deze afstand wordt gebruik gemaakt van de VNG - brochure 'Bedrijven en milieuzonering', editie 2009. Voorliggend bestemmingsplan heeft betrekking op legalisatie van twee appartementen in een voormalig winkel- en kantoorpand. De bestemming detailhandel komt te vervallen ten gunste van woningen. Hiermee wordt de leefbaarheid in de omgeving van het plangebied verbeterd. In de omgeving van het plangebied is diverse (lichte) bedrijvigheid terug te vinden. Op basis van de bovengenoemde VNG uitgave kan deze in zijn algemeenheid gecategoriseerd worden als milieucategorie 1 of 2. Voor gemengd gebied geldt hiervoor een maximale richtafstand van 10 meter. Binnen 10 meter van het plangebied liggen geen functies die hinder veroorzaken. Bestaande milieubelastende activiteiten zijn daarom niet van invloed op het plangebied. Daarnaast wordt door onderhavige ontwikkeling de bedrijfsvoering van omliggende bedrijven niet verder beperkt dan in de bestaande situatie reeds het geval is. Het aspect bedrijven en milieuzonering vormt geen belemmering voor doorgang van deze ontwikkeling. 4.2 Geluid De normstelling voor geluid is geregeld in de Wet geluidhinder, de Wet milieubeheer en de Wet luchtvaart. Het betreft normen voor industrielawaai, weg- en railverkeerslawaai en luchtvaartlawaai. De normstelling heeft tot doel nieuwe geluidhindersituaties en daarmee gezondheidsschade te voorkomen. Om dit doel te bereiken worden zones gedefinieerd, waarbinnen plannen met geluidgevoelige bestemmingen moeten worden getoetst aan de normen. In het voorliggende plan vormt de bestemming 'Wonen' een geluidgevoelige bestemming. Het plangebied ligt niet binnen een geluidszone van een industrieterrein, spoorweg of vliegveld. Het plangebied ligt aan de Begoniastraat. Deze straat heeft net als andere wegen in de directe omgeving van het plangebied een 30 km/uur regime. Deze wegen kennen geen onderzoekszone. Daarom is een akoestisch onderzoek niet noodzakelijk. Het aspect geluid vormt geen belemmering voor doorgang van onderhavige ontwikkeling. vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Gemeente Eindhoven 27 4.3 Luchtkwaliteit 4.3.1 Wet luchtkwaliteit De Wet luchtkwaliteit is op 15 november 2007 in werking getreden (Stb. 2007, nr. 434) en is gewijzigd op 12 maart 2009 (Stb., nr. 158). De wet vervangt het Besluit luchtkwaliteit 2005. Met de Wet luchtkwaliteit wordt de wijziging van de Wet milieubeheer (m.n. hoofdstuk 5, onder titel 5.2) op het gebied van luchtkwaliteitseisen bedoeld. De aanleiding hiervan is de maatschappelijke discussie die ontstaan is als gevolg van de directe koppeling tussen ruimtelijke ordeningsprojecten en luchtkwaliteit. De directe koppeling had tot gevolg dat veel geplande (en als noodzakelijk of gewenst ervaren) projecten geen doorgang konden vinden in overschrijdingsgebieden. Bovendien moest voor ieder klein project met betrekking tot luchtkwaliteit een uitgebreide toets gedaan worden. Met de nieuwe Wet luchtkwaliteit en bijbehorende bepalingen en hulpmiddelen, wil de overheid zowel de verbetering van de luchtkwaliteit bewerkstelligen als ook de gewenste ontwikkelingen in ruimtelijke ordening doorgang laten vinden. De Wet luchtkwaliteit voorziet onder meer in een gebiedgerichte aanpak van de luchtkwaliteit via het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Het Rijk, provincies en gemeenten werken in het NSL-programma samen aan maatregelen om de luchtkwaliteit te verbeteren tot de normen, ook in gebieden waar nu de normen voor luchtkwaliteit niet worden gehaald (overschrijdingsgebieden). De programma-aanpak zorgt voor een flexibele koppeling tussen ruimtelijke activiteiten en milieugevolgen. De Nederlandse overheid heeft de EU verzocht om verlenging van de termijn (derogatie) waarbinnen de luchtkwaliteitseisen gerealiseerd moeten zijn. Op 7 april 2009 heeft de Europese Commissie hiermee ingestemd. Tot 1 januari 2015 geldt een tijdelijk verhoogde grenswaarden voor NO2 : een jaargemiddelde van 60 microgram/m3. Het NSL is per 1 augustus 2009 van kracht geworden. Hierdoor zijn onder andere de uitvoeringsregels rond saldering verruimd en is de definitie van 'niet in betekenende mate' (NIBM) verlegd naar 3% van de grenswaarde. Een project draagt 'niet in betekende mate' bij aan de luchtverontreiniging als de 3% grens niet wordt overschreden. De 3% grens is gedefinieerd als 3% van de grenswaarde voor de jaargemiddelde concentratie van fijn stof (PM10) of stikstofdioxide (NO2). Voor beide stoffen bedraagt de grenswaarde voor het jaargemiddelde 40 microgram/m3. Dit komt overeen met 1,2 microgram/m3 voor zowel PM10 als NO2. In artikel 4 van het 'Besluit niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen)' en de bijlagen van de 'Regeling niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen)' is voor bepaalde categorieën projecten met getalsmatige grenzen vastgesteld dat deze 'niet in betekenende mate' bijdragen aan de luchtverontreiniging. Deze mogen zonder toetsing aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit uitgevoerd worden. Dit geldt o.a. voor woningbouwlocaties die niet meer dan 1500 nieuwe woningen omvatten in de situatie met 1 ontsluitingsweg of niet meer dan 3000 nieuwe woningen omvatten in de situatie met 2 ontsluitingswegen. Voor nieuwe kantoorlocaties die niet meer dan 100.000 m2 bruto vloeroppervlakte (van alle binnenruimten) omvatten bij minimaal 1 ontsluitingsweg of niet meer dan 200.000 m2 bruto vloeroppervlakte bij minimaal 2 ontsluitingswegen met een gelijkmatige verkeersverdeling. Wanneer projecten wel in betekenende mate bijdrage aan de luchtkwaliteit dient luchtonderzoek uitgevoerd te worden, waarbij getoetst wordt aan de normen. Kort samengevat dienen nieuwe plannen te worden beoordeeld op basis van de Wet luchtkwaliteit c.q. artikel 5.16 van de Wet milieubeheer. Luchtkwaliteitseisen vormen onder de nieuwe Wet luchtkwaliteit geen belemmering voor ruimtelijke ontwikkelingen als: er geen sprake is van een feitelijke of dreigende overschrijding van een grenswaarde; een project, al dan niet per saldo, niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit leidt; een project 'niet in betekenende mate' bijdraagt aan de luchtverontreiniging; 28 vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Gemeente Eindhoven een project is opgenomen in een regionaal programma van maatregelen of in het NSL, dat in werking treedt nadat de EU derogatie heeft verleend. In het kader van onderhavig bestemmingsplan wordt de bestaande situatie van twee appartementen in een voormalig winkel- en kantoorpand gelegaliseerd/gerealiseerd. Dit past ruim binnen de grens van 1.500 woningen waardoor dit plan aangemerkt kan worden als 'niet in betekenende mate'. Het aspect luchtkwaliteit vormt derhalve geen belemmering voor de doorgang van deze legalisatie. 4.4 Externe veiligheid Externe veiligheid gaat over het beperken en beheersen van risico's en effecten van calamiteiten, en over het bevorderen van de veiligheid van personen in de omgeving van activiteiten (bedrijven en transport) met gevaarlijke stoffen. Dat gebeurt door te voorkomen dat te dicht bij gevoelige bestemmingen activiteiten met gevaarlijke stoffen plaatsvinden, door de zelfredzaamheid te bevorderen en door de calamiteitenbestrijding te optimaliseren. In deze paragraaf wordt ingegaan op externe veiligheid in relatie tot verschillende risicovolle bronnen en/of objecten in en nabij het plangebied. Eerst wordt het wettelijk kader op nationaal niveau beschreven, daarna het gemeentelijk beleid en vervolgens overige wet- en regelgeving die voor het plangebied relevant is. Tot slot wordt het groepsrisico verantwoord. 4.4.1 Wettelijk kader Op nationaal niveau zijn verschillende wetten en regels ten aanzien van externe veiligheid. Voor bedrijven geldt het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi; oktober 2004). Ten aanzien van transport is de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (Rnvgs) van toepassing. Voor buisleidingen moet worden getoetst aan het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb; januari 2011). Bij externe veiligheid wordt onderscheid gemaakt tussen Plaatsgebonden risico en Groepsrisico. Plaatsgebonden Risico (PR) Dit is een maat voor de kans dat iemand dodelijk getroffen kan worden door een calamiteit met een gevaarlijke stof. De gestelde norm is een ten minste in acht te nemen grenswaarde (PR 10-6/jr) die niet mag worden overschreden ten aanzien van 'kwetsbare objecten', alsmede een zoveel mogelijk te bereiken richtwaarde (PR 10-6/jr) ten aanzien van 'beperkt kwetsbare objecten'; Groepsrisico (GR) Dit is een maat voor de kans dat een grotere groep tegelijkertijd dodelijk getroffen kan worden door een calamiteit met gevaarlijke stoffen. Voor het groepsrisico geldt een verantwoordingsplicht. Voorliggend plangebied ligt ten dele binnen het invloedsgebied (200 meter) van de Leenderweg. Er zijn verder geen andere risicobronnen relevant. vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Gemeente Eindhoven 29 4.4.2 Gemeentelijk beleid: Visie Externe Veiligheid De gemeenteraad van Eindhoven heeft de Visie Externe Veiligheid: 'Risico's de maat genomen' op 19 mei 2009 vastgesteld. Met deze visie wordt richting en uitwerking gegeven aan een verantwoord veilige, integrale invulling van duurzame ruimtelijke ontwikkeling passend binnen de Brainportontwikkelingen en het Programma Brabant veiliger. De visie geeft onder andere aan waar ruimte bestaat voor nieuwe risicovolle bedrijvigheid en onder welke veiligheidsverhogende condities dat mogelijk is. Tevens staat in de visie waar in de stad geïnvesteerd dient te worden in een beter niveau van beheersbaarheid. Tot slot beschrijft de visie waar de veiligheid in de bestaande woonomgeving door het 'aanpakken' van bestaande knelpunten kan worden verbeterd. 4.4.3 Groepsverantwoording Op de lokale vervoersaders door de stad vinden ook transporten plaats van gevaarlijke stoffen. Onderhavig bestemmingsplan ligt binnen het invloedsgebied van de Leenderweg (op circa 180 meter). Er is in 2010 een onderzoek uitgevoerd naar de externe veiligheidsrisico's van bulktransport over gemeentelijke wegen binnen Eindhoven (“Transport Gevaarlijke stoffen door de Gemeente Eindhoven": SRE Milieudienst, d.d. 25 oktober 2010, Rapportnr. 491815-491816). Uit het rapport blijkt dat er voor gemeentelijke wegen geen plaatsgebonden risico wordt berekend. Verder is het aantal transporten zo laag dat het groepsrisico ruim onder de oriëntatiewaarde ligt. Op basis van de gebleken zeer beperkte risico's als gevolg van transport over de lokale wegen kan het afwegingskader rondom de lokale wegen vereenvoudigd worden toegepast. Bij ruimtelijke ontwikkelingen van beperkte omvang langs lokale wegen is een standaard beleidskader van toepassing voor de verantwoording van het groepsrisico in een zone van 0 tot 200 meter. In dit kader wordt onder een ruimtelijke ontwikkeling van beperkte omvang verstaan de uitbreiding, verbouwing of nieuwbouw van minder dan 50 woningen waarbij deze woningen niet bedoeld zijn voor een specifieke hulpbehoevende of minderjarige doelgroep. Op basis van bovenstaand beleid kan voor voorliggend bestemmingsplan een standaard verantwoording van het groepsrisico plaatsvinden omdat er minder dan 50 woningen worden ontwikkeld binnen de zone van 0 tot 200 meter langs een lokale weg. Voor de berekening van het groepsrisico mag er van worden uitgegaan dat in de dagperiode een afname is van het aantal personen (van circa 3 personen (1 persoon per 30 m2) naar 1,2 personen (woning). Het aantal personen neemt in de nachtperiode toe met 2,4 personen (woning). Binnen de zone van 0 tot 200 meter zijn de blootstelling aan brandbare gassen (BLEVE) en toxische gassen de bepalende scenario's. Uitgaande van de diverse elementen van de verantwoordingsplicht leidt dit tot het volgende standaard externe veiligheidsadvies: De "Beleidsregels bluswatervoorzieningen en bereikbaarheid gemeente Eindhoven" zijn van toepassing. De ontvluchtingsrichting vanuit het bouwwerk moet van de risicobron af gericht zijn. Eigenaren van bouwwerken moeten, indien van toepassing, ontruimingsafspraken maken met de gebruikers daarvan. Er is geen specifiek verzoek om advies van de Veiligheidsregio noodzakelijk. Wel moet een kopie van het advies naar de Veiligheidsregio worden toegezonden. Conclusie Het groepsrisico wordt aanvaardbaar geacht. 30 vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Gemeente Eindhoven 4.5 Duurzaamheid De ambities van de gemeente op het gebied van duurzaamheid zijn vastgelegd in het raadsprogramma Duurzaamheid. Dit programma wordt uitgevoerd vanuit een overkoepelende filosofie, gebaseerd op de methodiek van "The Natural Step". Het programma kent vier pijlers. In het kader van het bestemmingsplan zijn vooral de pijlers 'Energie' en "Bouwen en Wonen" van belang. Pijler 1: Energie De gemeente heeft zich de ambitie gesteld om 'energieneutraal' te worden in de toekomst (2035 - 2045), dat wil zeggen dat alle energie die de stad dan nog gebruikt, duurzaam wordt opgewekt. Vanuit die ambitie worden initiatieven voor de opwekking van duurzame energie ondersteund. Voor wat betreft de ruimtelijke impact van lokale duurzame energietechnieken kunnen de volgende aspecten onderscheiden worden: 1) Zonne-energie (elektriciteit via PV panelen en warmte via zonneboilers) De ruimtelijke impact van het gebruik van zonne-energie is in Nederland beperkt. De PV-panelen respectievelijk zonneboilers worden over het algemeen op de daken van de gebouwen van afnemers geplaatst en zijn dan (meestal) ook niet vergunningsplichtig in het kader van de Wabo. Voor PV panelen (waarmee elektriciteit opgewekt wordt) bestaan echter ook mogelijkheden om deze los van bebouwing te plaatsen op braakliggende percelen. In dat geval is er uiteraard wel sprake van een ruimtelijke impact. Tot op dit moment wordt hier in Nederland weinig gebruik van gemaakt maar in een aantal steden worden de mogelijkheden onderzocht en dit zou ook in Eindhoven actueel kunnen worden. Een dergelijk 'solar park' past niet in het bestemmingsplan. Indien deze ontwikkeling wel wenselijk is, kan op grond artikel 2.12, lid 1, a, onder 3, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) afwijking van het bestemmingsplan worden toegestaan door middel van een omgevingsvergunning. Gezien de relatief grote ruimtelijke impact van deze vorm van zonne-energie is het belangrijk om daarbij een goede afweging te maken en dient een eventueel besluit hiertoe te voldoen aan een goede ruimtelijke ordening en moet het vergezeld gaan van een ruimtelijke onderbouwing. 2) Windturbines In tegenstelling tot bij zonne-energie is de ruimtelijke impact van windturbines groot. Voor windturbines van enige omvang is de ruimte in Eindhoven dus beperkt. Toch zullen in bepaalde gevallen de mogelijkheden interessant zijn. Dit zal altijd locatie-specifiek onderzocht moeten worden. Daarbij moet onderscheid gemaakt worden tussen grote windinstallaties en kleine windinstallaties. Van een kleine windinstallatie is sprake als: De diameter van de rotor maximaal 7 meter is; De maximale hoogte vanaf het maaiveld 15 m of de ashoogte maximaal 8 meter op de bebouwing is; Het vermogensbereik ligt tussen 0,5 kW en 6 kW. De toepassing van kleine windinstallaties kan op grond van artikel 2.12, lid 1, a, onder 3, Wabo als afwijking van het bestemmingsplan worden toegestaan door middel van een omgevingsvergunning. Het Ministerie van Infrastructuur en Milieu werkt aan een plan om deze installaties op te nemen in de "lijst van kruimelgevallen" waardoor direct de omgevingsvergunning voor het afwijken van bestemmingsplan kan worden verleend. Aangezien deze wijziging van de lijst van kruimelgevallen op korte termijn wordt verwacht, worden nu geen specifieke afwijkingsregels in het bestemmingsplan opgenomen. vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Gemeente Eindhoven 31 3) Warmte Koude Opslag De gemeente ziet in Warmte Koude Opslag een belangrijke potentiële bijdrage aan het beperken van het gebruik van fossiele brandstoffen. De gemeente heeft daarom een 'KWO Potentiekaart' voor Warmte Koude Opslag opgesteld. In de daarbij behorende rapportage worden de mogelijkheden en beperkingen voor het gebruik van deze techniek beschreven en in beeld gebracht. Deze rapportage is te downloaden via www.eindhoven.nl (zoek op: KWO). De rapportage geeft door middel van kaarten aan waar er welke mogelijkheden en belemmeringen er voor het gebruik van Warmte Koude Opslag zijn. De toepassing van Warmte Koude Opslag is voor wat betreft de ondergrondse aspecten geregeld in de Waterwet en de AMvB Bodemenergie. Voor de in sommige gevallen noodzakelijke bovengrondse opstallen (bijvoorbeeld een technische ruimte) zal een specifieke afwijkingsregeling in het bestemmingsplan worden opgenomen. Hierbij is voor gebouwen een oppervlakte opgenomen van maximaal 100 m2 en een bouwhoogte van 3 meter. Pijler 2: Bouwen en Wonen In de relatie tussen de gemeentelijke ambities op het gebied van duurzaam bouwen en het bestemmingsplan, is bij nieuwbouwlocaties met name het 'zongericht bouwen' van belang. Bij nieuwbouwlocaties zal de gemeente eisen dat straten zoveel mogelijk van oost naar west verlopen zodat alle gebouwen over een naar het zuiden gerichte gevel beschikken. Bij conserverende bestemmingsplannen is de bebouwingsoriëntatie grotendeels reeds vastgelegd en is dit aspect minder van belang. 4.6 Bodem Bij ruimtelijke ontwikkelingen dient aangetoond te worden dat de bodemkwaliteit van dien aard is, dat er geen belemmeringen zijn voor het voorgenomen gebruik. Aangezien er slechts sprake is van de legalisering van bestaand gebruik en van het opschonen van het binnenterrein ten behoeve van tuinen en parkeren, kan een bodemonderzoek achterwege blijven. 4.7 Natuur Ruimtelijke plannen dienen te worden beoordeeld op de uitvoerbaarheid in relatie tot actuele natuurwetgeving, met name de Natuurbeschermingswet 1998 en de Flora- en faunawet. Er mogen geen ontwikkelingen plaatsvinden die op onoverkomelijke bezwaren stuiten door effecten op beschermde natuurgebieden en/of flora en fauna. Gebiedsbescherming Het plangebied bevindt zich in stedelijk gebied en niet in of in de buurt van een speciale beschermingszone als bedoeld in de Vogel- en/of Habitatrichtlijn, Natura 2000, de ecologische hoofdstructuur of andere natuurgebieden. De gemeente acht een nader onderzoek naar natuurwaarden daarom niet noodzakelijk. Soortenbescherming Op basis van de Vogel- en Habitatrichtlijn moet tevens een groot aantal inheemse bedreigde dier- en plantsoorten worden beschermd. Deze soortenbescherming is in Nederland geïmplementeerd in de Flora en Faunawet. Het uitgangspunt van de wet is dat geen schade mag worden gedaan aan beschermde dieren 32 vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Gemeente Eindhoven of planten, tenzij dit uitdrukkelijk is toegestaan (het “nee, tenzij”- principe). Dit betekent in de praktijk dat het gaat om het effect van de activiteiten op beschermde soorten. Om deze kwetsbare soorten te beschermen bevat de Flora- en faunawet een aantal verbodsbepalingen, zoals het verbod op het doden of verontrusten van dieren of het verbod om planten te plukken. Bij de beoordeling van de toelaatbaarheid van bouwwerken en/of andere activiteiten zal rekening worden gehouden met de mogelijke aanwezigheid van te beschermen plant- en diersoorten op grond van de Flora- en Faunawet. Indien uit gegevens dan wel onderzoek blijkt dat er sprake is van (een) beschermde soort(en) en het bouwwerk en/of de activiteit beschadiging of vernieling van voortplantings- of rustplaatsen dan wel ontworteling of vernieling veroorzaakt, zal de betreffende (bouw)werkzaamheid c.q. activiteit pas kunnen plaatsvinden na ontheffing c.q. vrijstelling op grond van de Flora- en Faunawet. Plangebied Voorliggend bestemmingsplan behelst een bestemmingswijziging van het pand aan de Begoniastraat 1B en het daar achter liggende binnenterrein. Aangezien het bestaande pand aan de Begoniastraat 1B reeds lange tijd in gebruik is voor wonen, is legalisatie van de bestaande situatie niet van invloed op eventueel aanwezige soorten. Het binnenterrein is momenteel volledig verhard en/of bebouwd. Deze bedrijfsbebouwing was in gebruik voor meubelopslag en kan worden gesloopt ten behoeve van parkeervoorzieningen of tuinen voor de aangrenzende woonpercelen. Vanwege de aanwezige verharding en bebouwing kan worden aangenomen dat er geen beschermde soorten aanwezig zijn. De gemeente acht een nader onderzoek naar natuurwaarden daarom niet noodzakelijk. vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Gemeente Eindhoven 33 34 vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Gemeente Eindhoven Hoofdstuk 5 5.1 Waterparagraaf Inleiding Doel van de waterparagraaf is de component water in een zo vroeg mogelijk stadium te adresseren in het besluitvormingsproces van ruimtelijke plannen. De paragraaf beschrijft de actuele waterhuishouding in het plangebied. Daarnaast wordt, binnen de gestelde randvoorwaarden van het bestemmingsplan, vastgelegd aan welke watereisen de ontwikkeling moeten voldoen. Ruimtelijke plannen worden onder meer getoetst aan "hydrologisch neutraal" ontwikkelen conform landelijk en lokaal waterbeleid. Met deze waterparagraaf wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 3.1.6, lid 1, onder c van het Besluit ruimtelijke ordening. 5.2 Beleid 5.2.1 Provinciaal Waterplan 2010 - 2015 Het Provinciaal Waterplan 'Waar water werkt en leeft' beschrijft het provinciale waterbeleid voor de periode 2010 tot 2015 en bevat het strategische waterbeleid van de provincie Noord-Brabant voor de periode 2010-2015. Daarnaast vormt het een structuurvisie voor het aspect water op grond van de Wet ruimtelijke ordening. Het plan vormt zowel een beleidskader, toetsingskader en beheerplan voor grondwateronttrekkingen. Het ontwerp Waterplan is tegelijk opgesteld met de ontwerp water(beheer)plannen van het Rijk en de waterschappen. In onderlinge samenwerking zijn de plannen zo goed mogelijk op elkaar afgestemd. Het Provinciaal Waterplan heeft beleidskaders als randvoorwaarden, die richting geven aan het waterbeleid. Water dient vele belangen. Om hiermee in dit plan evenwichtig te kunnen omgaan, hanteert de provincie Noord Brabant de principes van de people-planet-profitbenadering. In Noord-Brabant zijn deze uitgangspunten vertaald in de Telos-driehoek. Vanuit de sociaal-maatschappelijke invalshoek (people) krijgen veiligheid tegen overstroming, bescherming tegen wateroverlast, een betrouwbare drinkwatervoorziening en goede recreatievoorzieningen aandacht. Vanuit de economische invalshoek (profit) heeft dit plan aandacht voor onder meer een goede watervoorziening voor industrie en landbouw en voor het transport over water. De derde invalshoek (planet) gaat uit van het water als voorwaarde voor een gezonde leefomgeving voor mens en natuur. Belangrijke thema's in dat kader zijn de verbetering van de waterkwaliteit, de verdrogingsbestrijding en de meer natuurlijke inrichting van de watersystemen. Aandacht blijft nodig voor verbetering van de waterkwaliteit, onder meer door vermindering van stikstof afkomstig uit diffuse bronnen en voor verdrogingsbestrijding. Ook de inrichting van beken en kreken en de aanleg van Ecologische verbindingszones langs waterlopen vragen om een impuls. Voor de verbetering van de waterkwaliteit wordt primair uitgegaan van de aanpak van de bronnen. Als dit niet mogelijk is, wordt ingestoken op procesgerichte maatregelen waarbij verontreinigende stoffen zoveel mogelijk worden verwijderd vóór ze zich via de watersystemen verder verspreiden. Als ook dat niet lukt, worden stoffen uit het watersysteem verwijderd door effectgerichte maatregelen (end-of-pipe). Op het vlak van omgaan met waterkwantiteit spelen de huidige inzichten over klimaatontwikkeling een belangrijke rol. vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Gemeente Eindhoven 35 5.2.2 Waterbeheerplan 2010 - 2015 Waterschap de Dommel Waterschap De Dommel heeft in december 2009 het Waterbeheerplan 2010-2015 "Krachtig Water" vastgesteld waarin de activiteiten en doelstellingen van het Waterschap zijn opgenomen. Het waterschap geeft in dit plan binnen haar kerntaken prioriteit aan het voorkomen van wateroverlast én het herstellen van het watersysteem van Natura 2000-gebieden. Andere thema's van het waterbeheersplan zijn: aanleg van gestuurde waterbergingsgebieden; afstemming inrichting en het beheer van watergangen op het halen van de ecologische doelen uit de Europese Kaderrichtlijn Water en de functies 'waternatuur' en 'verweven' uit het Provinciaal Waterplan; samenwerking met gemeenten in de waterketen; aanpak vervuilde waterbodems in samenhang met beekherstel; ruimte bieden aan recreatiemogelijkheden, landschap en cultuurhistorie. 5.2.3 Keur oppervlaktewateren De 'Keur Waterschap De Dommel 2009' bevat regels met daarin verboden en verplichtingen ten aanzien van oppervlaktewater en grondwater die gelden voor iedereen die woont of werkt binnen het gebied van Waterschap De Dommel. Hierin wordt het beheer en het onderhoud van watergangen geregeld (bijvoorbeeld betreffende onderhoudsstroken) en is aangegeven wanneer een vergunning of melding verplicht is voor ingrepen in de waterhuishouding. Verder zijn er beleidsregels voor het beschermingsbeleid van gebieden. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen keurbeschermingsgebieden, attentiegebieden en overige gebieden. Met deze beleidsregels wordt aangegeven op welke wijze gebiedsgericht wordt omgegaan met vergunning- en ontheffing verlening. 5.2.4 Hydrologisch neutraal bouwen De beleidsterm "hydrologisch neutraal bouwen", uitgewerkt in de beleidsnotitie 'Ontwikkelen met duurzaam wateroogmerk 2009' geeft invulling aan het "niet afwentelen" principe, zoals door de commissie waterbeheer 21e eeuw (WB21) is gegeven. Beter is het te spreken van hydrologisch neutraal ontwikkelen, omdat ook andere ontwikkelingen dan bouwprojecten dienen te worden getoetst. In principe heeft elke ruimtelijke ontwikkeling invloed op de hydrologie. De beleidsterm "hydrologisch neutraal" heeft dan ook vooral betrekking op het zo veel mogelijk (binnen de ontwikkeling) neutraliseren van de negatieve hydrologische gevolgen van (toekomstige) ruimtelijke ontwikkelingen in ruimte en tijd. De ontwikkeling mag geen hydrologische achteruitgang aan de randen van het plangebied ten opzichte van de referentiesituatie tot gevolg hebben: Er is geen (onvertraagde) toename van de waterafvoer op de rand van het plangebied Er mogen geen veranderingen van oppervlaktewaterstanden optreden op de grens van het plangebied en daarbuiten (tenzij veranderingen gewenst zijn). Er mag geen overlast optreden door extreme neerslag gebeurtenissen. De voorkeursvolgorde bij het nemen van maatregelen tegen wateroverlast gaan uit van het principe water vasthouden cq hergebruiken, water bergen en als laatste pas water afvoeren. 36 vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Gemeente Eindhoven 5.2.5 Gemeentelijk rioleringsplan (2011 - 2014) Het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) verantwoordt aan de inwoners van Eindhoven de ambities en bijbehorende maatregelen en middelen op watergebied. Met het GRP geeft de gemeente invulling aan de gemeentelijke zorgplicht en op het gebied van (grond)water. Het GRP bevat de geplande activiteiten voor het beheer en onderhoud van het rioolstelsel en bevat maatregelen ter verbetering van de oppervlaktewaterkwaliteit en het hydraulisch functioneren van het rioolstelsel. Deze maatregelen bestaan vooral uit het afkoppelen van verhard oppervlak. Daarbij wordt regenwater gescheiden van afvalwater ingezameld en afgevoerd naar het oppervlaktewater. Waar mogelijk dient regenwater eerst te worden geborgen binnen het plangebied waarna alsnog vertraagd kan worden afgevoerd. 5.2.6 Waterplan Het Waterplan is een plan dat is opgesteld door de gemeente Eindhoven, Waterschap De Dommel, de provincie Noord-Brabant en het (drink)waterleidingbedrijf Brabant Water. Het plan omvat drie delen. Het "Visiedocument" (vastgesteld door de gemeenteraad op 26 januari 2004) geeft het gezamenlijke streefbeeld van de waterpartijen weer. De onderdelen "Taken en Bevoegdheden" en "Maatregelen" zijn achterhaald. 5.3 Beschrijving watersysteem plangebied Voorliggend bestemmingsplan behelst een wijziging van de bestemming 'detailhandel' in 'wonen' ter plaatse van een pand aan de Begoniastraat 1B en het daar achter gelegen binnenterrein. Enerzijds betreft dit de legalisatie van twee appartementen op de begane grond in een voormalig winkel/kantoorpand. Anderzijds behelst dit plan het slopen van bedrijfsbebouwing op het perceel op het binnenterrein ten behoeve van vergroting van de tuin en parkeermogelijkheden op eigen terrein voor de aanwonenden. Het volledige plangebied was verhard en/of bebouwd. Een deel van het binnenterrein kan in gebruik worden genomen als tuin waardoor een deel van het plangebied onverhard zou kunnen worden. 5.3.1 Checklist watersysteem Checklist Watersysteem Hoofdw atergang cq open w ater Nee zijw atergang Nee Keurgebied binnen plangebied? Nee Binnen 25-100 jaarszone? Nee Binnen boringsvrije zone? Ja Ecologische verbindingszone? Nee Binnen reserveringsgebied w aterberging 2050? Nee Attentiegebied EHS Nee Rioolw atertransportleiding Nee Waterschap gemaal Nee Bergingsnorm plangebied volgens HNO tool 42 mmmm/m² Landelijke afvoernorm binnen plangebied 1,33 l/s/ha Verdachte/verontreinigde locaties? Nee vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Gemeente Eindhoven 37 Infiltratie praktisch mogelijk? Nee (tenzij toepassing grondverbetering) Uitw erkingsplicht / w ijzigingsbevoegdheid Nee 5.3.2 Oppervlaktewater Er is geen oppervlaktewater in of nabij het plangebied aanwezig. 5.3.3 Verharding Momenteel is het terrein van het plangebied volledig verhard. 5.3.4 Bodemopbouw De bodemopbouw in dit deel van Eindhoven bestaat uit fijn leemhoudend zand afgewisseld met leemlenzen en is te typeren als (zeer) slecht doorlatend. 5.3.5 Grondwater In het gebied variëren de grondwaterstanden tussen -1,3 en -2,4 m-mv. 5.3.6 Regenwater In de nabijheid van het plangebied, in de Begoniastraat, ligt een gescheiden rioleringsstelsel. Met een riolering voor het regenwater en een riolering voor het vuilwater. 5.3.7 Afvalwater Zie paragraaf 5.3.6. 5.3.8 Boringsvrijze zone Het plangebied ligt in een 'boringvrije zone'. Een bestemmingsplan dat ligt in een 'boringvrije zone' strekt mede tot het behoud van de beschermende kleilaag in de bodem. Het is niet noodzakelijk om inhoudelijke bescherming via het ruimtelijke spoor op te nemen omdat in de Provinciale milieuverordening (PMV) al is voorzien in een systeem van melding van dergelijke activiteiten. Van opname in het bestemmingsplan van de boringvrije zone, middels de aanduiding 'milieuzone - boringsvrije zone', gaat dan ook vooral een signalerende functie uit. 5.4 Toekomstige situatie van het watersysteem 5.4.1 Verharding Door realisatie van de ontwikkeling in het plangebied zal geen extra verhard oppervlak op het gescheiden rioolstelsel worden aangesloten. Compensatie is daarom niet noodzakelijk. 5.4.2 Riolering De nieuwe ontwikkeling zal haar afval- en hemelwater gescheiden op de erfgrens aanbieden en afwateren via het gescheiden rioolstelsel in de Begoniastraat. 38 vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Gemeente Eindhoven 5.4.3 Waterkwaliteit Bij de inrichting, bouw- en beheerfase worden zo min mogelijk vervuilende stoffen toegevoegd aan de bodem en het grond- en oppervlaktewatersysteem. Blootstelling van uitloogbare bouwmaterialen zoals zink, koper en lood aan hemelwater moet tot een minimum beperkt worden. Ook een gifvrij beheer van de buitenruimte (weg- en groenbeheer) levert een belangrijke positieve bijdrage aan de waterkwaliteit en dient aandacht te krijgen bij het uitwerken van het beheersplan voor de ontwikkeling. 5.4.4 Advies / overleg Waterschap In januari 2014 is met Waterschap de Dommel gestart met overleg over dit plan. Naar aanleiding van dit overleg is afgesproken dat het vuilwater en hemelwater van de nieuwe ontwikkeling gescheiden zal worden aangelegd en gescheiden zal worden aangesloten op het gescheiden rioolstelsel. De nieuwbouw zal het gebruik van uitlogende materialen tot een minimum beperken. Doordat er geen toename van het verhard oppervlak is wordt er door het waterschap geen compenserende maatregelen voor het verhard oppervlak verlangd. Op 7 januari 2014 heeft Waterschap de Dommel ingestemd met de maatregel en is het wateradvies afgedaan. vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Gemeente Eindhoven 39 40 vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Gemeente Eindhoven Hoofdstuk 6 6.1 Juridische vormgeving Algemeen Het bestemmingsplan "V Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)" is te typeren als een gedetailleerd plan. De methodiek van het bestemmingsplan is gebaseerd op de SVBP2012. Waar dat noodzakelijk is, wordt afgeweken van de standaard en kan specifiek toegesneden worden op de feitelijke situatie in het onderhavige plangebied. 6.2 Planmethodiek Er is, volgens de Wro, gekozen voor een analoge en digitale verbeelding van het plan. Aan de bestemmingen zijn bouw- en gebruiksregels gekoppeld die direct inzichtelijk maken welke ontwikkelingen zijn toegestaan. Verbeelding en regels bieden een directe bouwtitel voor bebouwing en gebruik. 6.3 Verbeelding In de analoge en digitale verbeelding hebben alle gronden binnen het plangebied een bestemming gekregen. Binnen een bestemming kunnen nadere aanduidingen zijn aangegeven. Deze aanduidingen hebben slechts juridische betekenis indien en voor zover hier in de regels naar wordt gegeven. Ten behoeve van de leesbaarheid is het plan op een topografische ondergrond getekend. De bestemmingen en de aanduidingen zijn ingedeeld in de hoofdgroepen volgens de SVBP2012 en zijn op de verbeelding opgenomen in de legenda. Opgemerkt wordt dat de analoge en digitale verbeelding qua verschijning van elkaar verschillen omdat de manier van raadplegen verschillend is. De digitale verbeelding is juridisch bindend. 6.4 Planregels De planregels zijn ondergebracht in inleidende regels, bestemmingsregels, algemene regels en in overgangs- en slotregels. De Inleidende regels bestaan uit begrippen en de wijze van meten, teneinde te voorkomen dat discussie ontstaat over de interpretatie van de regels. In Artikel 1 Begrippen wordt een omschrijving gegeven van de in de regels gehanteerde begrippen. Als in de regels gebruikte begrippen niet in dit artikel voorkomen, dan geldt de uitleg/interpretatie conform het normale taalgebruik. In "Artikel 2 Wijze van meten" worden de te gebruiken meetmethodes vastgelegd. De regels bij de bestemmingen worden hierna afzonderlijk toegelicht. Bestemming `Wonen” (artikel 3) Deze bestemming ligt op het gehele plangebied omdat deze gronden zijn bestemd voor een woongebouw met de bijbehorende (achter)erven, tuinen en parkeervoorzieningen. In de regels is onderscheid gemaakt tussen hoofdgebouwen en bijgebouwen, aanbouwen en uitbouwen. Het gebouw dat door zijn constructie of afmetingen als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken, wordt beschouwd als het hoofdgebouw. Binnen dit plangebied is dit uitgesluitend de woning aan de Begoniastraat 1B. Bijgebouwen, aanbouwen en uitbouwen zijn vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Gemeente Eindhoven 41 in architectonisch opzicht te onderscheiden van, en ondergeschikt aan, het hoofdgebouw. Het hoofdgebouw moet binnen het bouwvlak worden gebouwd, waarbij het bouwvlak volledig mag worden bebouwd/is bebouwd. Er is gekozen om het bouwvlak van het bestaande hoofdgebouw aan te houden. Binnen het plangebied is het niet mogelijk om aan- of uitbouwen aan het hoofdgebouw te bouwen, daarom zijn uitsluitend bijgebouwen toegestaan in voorliggend bestemmingsplan. Aan-huis-verbonden-beroepen Het gebruik van ruimten voor aan-huis-verbonden-beroepen is binnen de woonbestemming toegestaan (tot maximaal 50 m2). Via een afwijking is het onder bepaalde voorwaarden mogelijk om maximaal 75 m² vloeroppervlak te benutten voor aan-huis-verbonden-beroepen. Tevens is het onder bepaalde voorwaarden mogelijk om maximaal 30 m2 te benutten voor kleinschalige bedrijvigheid. In Hoofdstuk 3 zijn opgenomen de Algemene aanduidingsregels, Anti-dubbeltelregel, de Algemene bouwregels en de Algemene afwijkingsregels. In de Overgangs- en slotregels (Hoofdstuk 4) zijn het Overgangsrecht en de Slotregel opgenomen. 42 vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Gemeente Eindhoven Hoofdstuk 7 7.1 Handhaving Algemeen De gemeente stelt jaarlijks het toezicht- en handhavingsprogramma vast. In dit handhavingsprogramma is aangegeven dat de gemeente zich inzet om van Eindhoven een sterke stad met een levendige economie te maken. Veiligheid en leefbaarheid staan daarbij voorop. Het gemeentebestuur heeft een gemeente voor ogen die maximaal dienstverlenend is, maar die ook de grenzen aangeeft en de spelregels bewaakt. Zij treedt, waar dat nodig is, daadkrachtig op in het algemeen belang voor de bescherming van de rechtszekerheid van individuele belangen. De gemeente handhaaft consequent, werkt in belangrijke mate stadsdeel- en gebiedsgericht en programmatisch en staat dicht bij de burger. Goed toezicht en handhaving zijn van cruciaal belang om de leefbaarheid, de rechtszekerheid, de veiligheid, bedrijvigheid en het milieu in Eindhoven te bevorderen. Overlast en vervuiling dienen te worden teruggedrongen en naleving van voorschriften van bijvoorbeeld ruimtelijke ordening , bouw-, milieu- en gebruiksvergunningen is hierbij noodzakelijk. De wet- en regelgeving blijft het uitgangspunt voor toezicht en handhaving. Cruciaal is evenwel dat de gemeente zich vanuit toezicht en handhaving als partner opstelt en daarbij de nodige dynamiek toont en helder communiceert over wat wel en niet kan. Er is een handhavingsmodel voor toezicht en handhaving en dit model wordt gekenmerkt door 7 basisprincipes: Integrale aanpak vanuit een samenhangende organisatie. Toezicht en handhaving als sterke schakels in de reguleringsketen ( zowel beleidsmatig als qua uitvoering). Optimaal toepassen van moderne communicatietechnologie bij toezicht en handhaving. Goede informatiepositie van de handhavers door een betere beschikbaarheid van betrouwbare gegevens over kenmerken van de stad, vergunningen, controles, activiteiten en procedures. In een vroegtijdig stadium van toezicht en handhaving in gesprek gaan met de burgers en bedrijven gericht op het zo min mogelijk hoeven toepassen van bestuursrechtelijke maatregelen. In alle redelijkheid is ruimte voor maatwerk maar zo nodig wordt doorgepakt. We zeggen wat we doen; we doen wat we zeggen en we laten zien wat we gedaan hebben. Op basis van dit toezicht- en handhavingsprogramma is een gemeentelijk werkplan opgesteld waarin per aandachtsveld de toezicht- en handhavingsactiviteiten SMART zijn vorm gegeven. Voor het aandachtsveld Bouwen, wonen en ruimtelijke ordening (strijdigheid met het bestemmingsplan) zijn op ruimtelijke ordeningsgebied onder meer de volgende activiteiten benoemd: Controle panden op illegale bewoning/strijdig gebruik woning met bestemmingsplan. Controle panden op ontoelaatbare woningsplitsing. Accent op specifieke locaties per stadsdeel (autohandellocaties) . Bij illegale bouw en illegaal gebruik worden gemelde misstanden aangepakt waarbij zaken waar veiligheid, monumentale panden en welstand in het geding is. Een eerste vereiste om goed te kunnen handhaving zijn duidelijk regels. Bij het ontwikkelen van de standaardregels voor het stedelijk gebied van Eindhoven is daarom gekozen voor een vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Gemeente Eindhoven 43 zo helder mogelijke juridische methodiek. De regels zijn zo geredigeerd, dat deze in de toetsingspraktijk goed hanteerbaar zijn. Planregels dienen duidelijke normen te bevatten die niet voor verschillende uitleg vatbaar zijn en tevens actueel en controleerbaar zijn. Teneinde hieraan te voldoen zijn de regels aangepast aan de meest recente jurisprudentie en wetgeving (bijv. Woningwet en de SVBP2012). Dit biedt voldoende garanties voor de rechtszekerheid en de flexibiliteit van de nieuwe bestemmingsplannen. In het voorliggende bestemmingsplan is het actuele ruimtelijk beleid van Eindhoven vastgelegd, toegespitst op het plangebied. Het bestemmingsplan bevat een juridisch toetsingskader voor het behoud en de ontwikkeling van de ruimtelijke kwaliteit. Om deze kwaliteit voor de planperiode te kunnen garanderen is vereist, dat in de praktijk de planregels strikt worden toegepast en gehandhaafd. Goede voorlichting en informatievoorziening dragen bij aan een verbetering in de naleving van de bestemmingsplannen. De handhavingscapaciteit is beperkt zodat het college jaarlijks de handhavingsprioriteiten vastlegt in een werkprogramma handhaving. 44 vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Gemeente Eindhoven Hoofdstuk 8 Financiële aspecten Bij de vaststelling van een bestemmingsplan, waarin ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt, dient de gemeenteraad eveneens een exploitatieplan vast te stellen. Dit heeft te maken met de wettelijke verplichting om de kosten; die de gemeente moet maken om deze ontwikkeling mogelijk te maken, te verhalen op de eigenaar/ontwikkelaar. Van deze verplichting tot het vaststellen van een exploitatieplan kan worden afzien indien de het kostenverhaal op een andere manier is geregeld. Dit kan bijvoorbeeld door middel van gemeentelijke gronduitgifte of door het afsluiten van een overeenkomst. Ook kan er sprake zijn van zogenaamde “kruimelgevallen”. Het komt er hierbij op neer dat de door de gemeente te maken kosten beperkt zijn en de kosten verhaald kunnen worden via de legesverordening. Voorwaarde hierbij is dat er geen sprake is van fasering, locatie - eisen of eisen aan woningbouwcategorieën. Voor dit bestemmingsplan geldt dat het kostenverhaal niet anderszins is verzekerd door gemeentelijke gronduitgifte of een overeenkomst, maar er sprake is “kruimelgevallen”. vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Gemeente Eindhoven 45 46 vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Gemeente Eindhoven Hoofdstuk 9 Procedure en maatschappelijke uitvoerbaarheid 9.1 Bekendmaking ex artikel 1.3.1. Bro De gemeente heeft de voorbereiding van dit bestemmingsplan conform artikel 1.3.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) bekend gemaakt in het huis-aan-huisblad 'Groot Eindhoven' d.d. 15 januari 2014. 9.2 Inspraak De initiatiefnemer voor deze ontwikkelingen in het plangebied heeft overleg gehad met de bewoners van de aanliggende percelen aan het binnenterrein. De bewoners van de panden aan de Roostenlaan 84 t/m 100G hebben aangegeven mee te willen werken aan deze ontwikkeling. De bewoners aan de Geraniumstraat zijn allen positief over dit plan, maar hebben aangegeven om priveredenen nog niet zeker te zijn of zij meewerken aan het verkrijgen van het recht van overpad. Alsdan kunnen zij ook via de Begoniastraat de achterzijde van hun woning bereiken. 9.3 Overleg ex artikel 3.1.1 Bro Conform artikel 3.1.1. van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) moeten burgemeester en wethouders bij de voorbereiding van een bestemmingsplan overleg plegen met de besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en met de rijks- en provinciale diensten die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn. Gelet op de ruimtelijke impact van de ontwikkeling die dit bestemmingsplan mogelijk maakt heeft uitsluitend met Waterschap de Dommel overleg plaatsgevonden (zie paragraaf 5.4.4). 9.4 Zienswijzen Het ontwerpbestemmingsplan heeft met ingang van donderdag 20 februari 2014 tot en met woensdag 2 april 2014 op de gebruikelijke wijze ter inzage gelegen. Gedurende deze termijn is iedereen in de gelegenheid gesteld om schriftelijk of mondeling een zienswijze ten aanzien van het ontwerp van het bestemmingsplan kenbaar te maken. Kennisgeving van de ter inzage legging en de mogelijkheid om een zienswijze in te dienen is in de edities van de Staatscourant en het weekblad Groot Eindhoven van woensdag 19 februari 2014 gepubliceerd. Ook is kennis gegeven van de mogelijkheid om de digitale versie van het ontwerp bestemmingsplan via de gemeentelijke website www.eindhoven.nl/bestemmingsplannen en de landelijke website www.ruimtelijkeplannen.nl te raadplegen. Er zijn 4 zienswijze ontvangen, waarvan er één weer is ingetrokken. De zienswijzen zijn in de Nota van zienswijzen en ambtshalve wijzigingen van een gemeentelijk standpunt voorzien. Deze nota maakt als Bijlage 1 deel uit van de toelichting van het bestemmingsplan. In verband met de privacy zijn de naam- en adresgegevens van de indieners van de zienswijze in een aparte bijlage opgenomen. Deze bijlage is niet digitaal beschikbaar, maar wel analoog. vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Gemeente Eindhoven 47 48 vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Gemeente Eindhoven Bijlage bij de toelichting vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Gemeente Eindhoven 49 50 vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Gemeente Eindhoven Bijlage 1 Nota van zienswijzen en ambtshalve wijzigingen vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Gemeente Eindhoven 51 A gemeente Eindhoven Nota van zienswijzen en ambtshalve wijzigingen behorende bij het bestemmingsplan ‘V Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)’ Sector ORVM, afdeling Stedenbouw April 2014 Hoofdstuk 1 Inleiding Deze nota van zienswijzen en ambtshalve wijziginen behoort bij het bestemmingsplan ‘V Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)’. Het ontwerpbestemmingsplan heeft voor een periode van zes weken met ingang van donderdag 20 februari 2014 tot en met woensdag 2 april 2014 op de gebruikelijke wijze ter inzage gelegen. Gedurende deze termijn is iedereen in de gelegenheid gesteld om schriftelijk of mondeling een zienswijze ten aanzien van het ontwerpbestemmingsplan kenbaar te maken. Kennisgeving van de ter inzage legging en de mogelijkheid om een zienswijze in te dienen is in de edities van de Staatscourant en het weekblad Groot Eindhoven van 19 februari 2014 gepubliceerd. Ook is kennis gegeven van de mogelijkheid om een digitale versie van het ontwerpbestemmingsplan via de gemeentelijke website www.bestemmingsplannen.eindhoven.nl en de landelijke website www.ruimtelijkeplannen.nl te raadplegen. Naar aanleiding van de tervisielegging zijn 4 zienswijzen ontvangen, waarvan er één weer is ingetrokken. De overige 3 zienswijzen zijn in deze notitie van een gemeentelijk standpunt voorzien. Verder zijn er ambtshalve wijzigingen aangebracht in het bestemmingsplan. Deze wijzigingen zijn verwoord in hoofdstuk 3. 2 Hoofdstuk 2 Zienswijzen In verband met de privacy zijn de naam- en adresgegevens van de indieners van de zienswijze in een aparte bijlage opgenomen. Deze bijlage is niet digitaal beschikbaar, maar wel analoog. Ten aanzien van het ontwerpbestemmingsplan zijn zienswijzen kenbaar gemaakt door: 1. Eén bewoner van de Geraniumstraat, d.d. 27 maart 2014, ontvangen 31 maart 2014; 2. Bewoners van 11 woningen aan de Geraniumstraat, d.d. 26 maart 2014, ontvangen 1 april 2014; 3. Bewoners van één woning aan de Geraniumstraat, d.d. 1 april 2014, ontvangen 3 april 2014. Bovengenoemde zienswijzen onder punt 1 en 2 zijn identiek en daarom bij de behandeling als één zienswijze vermeld. De zienswijzen zijn hieronder samengevat weergegeven en van een gemeentelijk standpunt voorzien. Zienswijzen onder punt 1 en 2: Bewoners van 11 woningen aan de Geraniumstraat. Zienswijze 1.1: De zienswijze is ingediend door bewoners van 11 woningen aan de Geraniumstraat. De achtertuinen van deze woningen grenzen aan de achterzijde direct aan het plangebied. De huidige bestemming en het gebruik van het binnenterrein brengt met zich mee dat het binnenterrein slechts beperkt toegankelijk is. Namelijk uitsluitend door belanghebbenden en degene die door de belanghebbenden worden toegelaten. De nieuwe bestemming, mede voor parkeervoorzieningen, betekent dat het binnenterrein openbaar toegankelijk wordt hetgeen overlast en sociale onveiligheid met zich mee zal gaan brengen. Standpunt gemeente: Op basis van het nu geldende bestemmingsplan ('Stratum buiten de Ring 2004') is ter plaatse van het binnenterrein detailhandel op de begane grond en wonen op de verdieping toegestaan. Verder zijn op de begane grond horecavoorzieningen toegestaan, voor zover die noodzakelijk zijn ten dienste van de detailhandel. Op de begane grond zijn ook bij de detailhandel behorende dienstverlenende bedrijven toegestaan. Op basis van deze bestemming en de functies die daardoor zijn toegestaan zou het binnenterrein ook al openbaar toegankelijk kunnen zijn. Dat het binnenterrein feitelijk grotendeels was gevuld met bebouwing en de toegang aan de zijde van de Begoniastraat afgesloten met een poort, waardoor het binnenterrein niet voor iedereen toegankelijk was, maakt dit niet anders. 3 Het binnenterrein zou zowel op basis van de nu geldende bestemming als ook op basis van de nieuwe bestemming openbaar toegankelijk kunnen zijn. Er zijn echter geen argumenten naar voren gebracht voor de mening dat het inrichten van dit binnenterrein met parkeervoorzieningen automatisch tot gevolg heeft dat overlast en sociale onveiligheid ontstaat. Voor zover dergelijke consequenties zich al zouden voordoen in de toekomst, zou dit met maatregelen (bijv. poorten in de aanwezige brandgangen) tegen gegaan kunnen worden. Het ontstaan van overlast en sociale onveiligheid door de nieuwe bestemming ter plaatse van het binnenterrein is niet dermate evident dat de wijziging van de bestemming in strijd met een goede ruimtelijke ordening moet worden geacht. Gelet op het bovenstaande achten wij dit gedeelte van de zienswijze ongegrond. Zienswijze 1.2: De indieners van deze zienswijzen herkennen zich niet in de opmerking zich positief te hebben uitgelaten over dit plan. Standpunt gemeente: De eigenaar van de gronden heeft aangegeven het merendeel van de bewoners aan de Geraniumstraat, welke achtertuinen grenzen aan het plangebied, te hebben benaderd. Hij gaf aan dat de mensen die hij had gesproken zich in beginsel niet negatief hadden uitgelaten over dit initiatief. Middels deze zienswijze is uw mening over dit initiatief nu bij de gemeente bekend en deze zal worden betrokken bij de belangenafweging die ten grondslag ligt aan deze bestemmingswijziging. Zienswijze 1.3: De indieners van deze zienswijzen zien niet de toegevoegde waarde om hun woning aan de achterzijde ook via de Begoniastraat te kunnen bereiken omdat zij vanaf de Geraniumstraat via 5 toegangen en het huidige achterpad de achterzijde al kunnen bereiken. Standpunt gemeente: Wij hebben begrip voor uw standpunt in deze. Deze nieuwe toegang tot de achterzijde van deze percelen zou mogelijk gemaakt kunnen worden, maar is niet vereist. Zienswijze 1.4: De bedrijfsbebouwing op het binnenterrein is al gedeeltelijk gesloopt terwijl niet is terug te vinden of daarvoor een (sloop)vergunning is verleend. Het ligt voor de hand dat een vergunning nodig is vanwege de omvang van de bebouwing en omdat vrijwel zeker asbest daarin aanwezig is. Verder wordt de zorg uitgesproken over de nog aanwezige muur van de bedrijfsbebouwing direct grenzend aan het achterpad van de bewoners van de Geraniumstraat. Nu het dak van de bedrijfsbebouwing al is verwijderd zou deze muur onvoldoende veilig kunnen zijn. 4 Standpunt gemeente: Als de betreffende bedrijfsbebouwing wordt gesloopt moet in bepaalde gevallen een sloopmelding worden gedaan bij de gemeente. Deze sloopmelding wordt niet gepubliceerd op de gemeentelijke internetsite of in Groot Eindhoven. Op 15 april 2014 bleek dat er nog geen sloopmelding was ingediend voor dit adres bij de gemeente. Bij de balie van de sector VTH (tel: 040-2386540) kunt u navragen of een dergelijke melding is gedaan. De sloper is zelf verantwoordelijk voor de sloop en voor de afvoer van het sloopafval. Dit geldt ook als er asbest in de bebouwing aanwezig is. Voor zover een deel van het gebouw permanent blijft staan in de vorm van een muur, moet ook deze voldoen aan bepaalde normen op het gebied van veiligheid. De (Woning)wet geeft bijvoorbeeld regels over de vereiste staat van een bouwwerk. Zienswijze 1.5: Er moet nog kadastraal onderzoek worden uitgevoerd of de muur van de bedrijfsbebouwing, waarover wordt gesproken in zienswijze 1.4, in de perceelsgrens staat of geheel op eigen grond. De indieners van deze zienswijze spreken hun voorkeur uit over toekomstige erfafscheidingen. Standpunt gemeente: Of de betreffende muur van de bedrijfsbebouwing in de perceelsgrens of geheel op eigen grond staat, is een vraag van privaatrechtelijke aard en in casu niet relevant in het kader van deze bestemmingsplanwijziging en valt daarom buiten het kader van deze belangenafweging. Zienswijze 1.6: Met de voorgestelde bestemmingswijziging wordt beoogd het binnenterrein te gebruiken als parkeerruimte. Dit binnenterrein is dan met de auto uitsluitend bereikbaar via een nauwe onderdoorgang aan de Begoniastraat. Vanwege de situatie ter plaatse zal dit de verkeersveiligheid in gevaar brengen door in- en uitrijdend verkeer. Hoewel daarvoor verkeersmaatregelen worden aangekondigd staat realisatie alsmede goede werking daarvan geenszins vast. Standpunt gemeente: Onderstaande maatregelen bij de ingang aan de Begoniastraat zijn in ieder geval nodig als er parkeervoorzieningen op het binnenterrein worden gerealiseerd: • Plaatsen van een soort stoplicht voor het regelen van voorrang voor in- en uitrijdend verkeer; • Plaatsen van een (uitstekend) soort stoplicht die goed zichtbaar is voor voetgangers uit beide richtingen, zodat voetgangers gewaarschuwd worden voor uitrijdende voertuigen. 5 Een omgevingsvergunning voor een parkeervoorziening moet o.a. voldoen aan de regels uit de Bouwverordening gemeente Eindhoven. Op basis van artikel 2.5.31 van deze bouwverordening moet een ruimte voor het parkeren of stallen van motorvoertuigen op meer dan twee wielen verzekerd zijn van een doelmatige ontsluiting vanaf de openbare weg. Via de bouwverordening wordt dus verzekerd dat deze maatregelen worden getroffen bij vergunningverlening voor parkeervoorzieningen op het binnenterrein. Zienswijze 1.7: De indieners van deze zienswijze hebben geen behoefte aan de bestemmingswijziging indien en voor zover dat gaat leiden tot een vrij toegankelijk en niet van hun erven afgescheiden parkeerterrein. Standpunt gemeente: In bovenstaande beantwoording van de zienswijze 1.1 t/m 1.6 en in de toelichting van het bestemmingsplan ‘V Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)’ is aangegeven dat deze bestemmingsherziening, na afweging van de relevante ruimtelijke belangen, acceptabel wordt geacht en daarmee niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening. Conclusie standpunt gemeente zienswijze 1: Deze zienswijzen zijn tijdig ontvangen en daardoor ontvankelijk. Op basis van bovenstaande overwegingen achten wij deze zienswijzen ongegrond. Zienswijze 3: Bewoners van één woning aan de Geraniumstraat De bewoners van een woning aan de Geraniumstraat willen hun eerder ingediende zienswijze aanvullen. Deze bewoners zijn niet benaderd door de initiatiefnemer van deze ontwikkeling. Verder hebben zij geen interesse in een parkeermogelijkheid achter hun woning en/of vergroten van hun tuin. Zij willen in de toekomst geen last krijgen van verkeer of andere hinder achter hun woning en tuin. Daarnaast wordt de zorg uitgesproken over de sloop van de loods omdat één van de muren van dit gebouw op hun achterpad staat of daaraan direct grenst en omdat er sprake zou zijn van asbest in het te slopen gebouw. Standpunt gemeente: Deze zienswijze is door de gemeente ontvangen op 3 april 2014. De mogelijkheid om zienswijze in te dienen stond open tot en met 2 april 2014. Een zienswijze is tijdig ingediend als het voor het einde van de termijn ter post is bezorgd. Een poststuk is ter post bezorgd op het moment dat het – voor de laatste buslichting – in de brievenbus is gedeponeerd dan wel op het moment dat het op het postkantoor is aangeboden. De poststempel is in principe richtinggevend voor de datum van terpostbezorging van een poststuk. De poststempel op de envelop van deze zienswijze lijkt gedateerd op 2 april 2014 en is daarom tijdig ingediend. 6 De inhoud van deze zienswijze is nagenoeg gelijk aan de zienswijzen genoemd onder punt 1. Voor de beantwoording van de zienswijze verwijzen wij naar ons standpunt genoemd bij zienswijze 1. Conclusie standpunt gemeente zienswijze 3: Deze zienswijze is tijdig ontvangen en daardoor ontvankelijk. Op basis van bovenstaande overwegingen achten wij deze zienswijze ongegrond. 7 Hoofdstuk 3 1. 2. Ambtshalve wijzigingen De paragrafen 3.3.1. (Provinciaal beleid, de structuurvisie) en 3.2.2 (Verordening ruimte) van de toelichting zijn ambtshalve geactualiseerd. Op basis van de provinciale Verordening ruimte ligt het hele plangebied in de zogenoemde ‘boringsvrije zone’. Daarom is op de verbeelding over het gehele gebied de aanduiding ‘milieuzone – boringsvrije zone’ opgenomen. In hoofdstuk 3 van de regels is artikel 4.1 (milieuzone – boringsvrije zone) toegevoegd. Dit artikel regelt dat ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - boringsvrije zone', onverminderd het elders in dit plan bepaalde, de regels van de Provinciale Milieuverordening van toepassing zijn. 8 60 vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Gemeente Eindhoven Regels vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Gemeente Eindhoven 61 62 vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Gemeente Eindhoven Hoofdstuk 1 Artikel 1 1.1 Inleidende regels Begrippen plan: het bestemmingsplan V Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) met identificatienummer NL.IMRO.0772.80221-0301 van de gemeente Eindhoven. 1.2 bestemmingsplan: de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen). 1.3 aan-huis-verbonden-beroep een vrij beroep, dat in of bij een woongebouw wordt uitgeoefend, waarbij het woongebouw in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is. Hieronder wordt tevens verstaan het enkel uitoefenen van een administratie ten behoeve van een bedrijf alsmede detailhandel via internet zonder opslag en/of verkoop aan huis, dat in of bij een woongebouw wordt uitgevoerd. Onder vrije beroepen worden verstaan: (para)medische, juridische, therapeutische, ontwerp-technische, administratieve, sociaal-maatschappelijke, kunstzinnige en daarmee gelijk te stellen beroepen. 1.4 aanbouw een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw. 1.5 aanduiding een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden. 1.6 aanduidingsgrens de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.. 1.7 bebouwing één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde. 1.8 bed & breakfast een accommodatie gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en veelal kortdurend nachtverblijf met het serveren van ontbijt. Het is gevestigd in een huis en wordt gerund door de eigenaren van het betreffende huis en heeft maximaal 2 verhuurde kamers. 1.9 bedrijfsgebouw een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf. 1.10 bedrijfsvloeroppervlak de totale oppervlakte van de voor bedrijfsuitoefening benodigde bedrijfsruimte, inclusief de verkoopvloeroppervlakte, opslag- en administratieruimten en dergelijke. vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Gemeente Eindhoven 63 1.11 bestaande situatie bij bouwwerken: legale bouwwerken die aanwezig of in uitvoering zijn op het tijdstip van ter visie legging van het ontwerp van het bestemmingsplan, dan wel bouwwerken zoals die mogen worden gebouwd krachtens een vergunning; bij gebruik: legaal gebruik van grond en opstallen zoals aanwezig tijdens de inwerkingtreding van het bestemmingsplan. 1.12 bestemmingsgrens de grens van een bestemmingsvlak. 1.13 bestemmingsvlak een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming. 1.14 bijbehorend bouwwerk uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak. 1.15 bijgebouw een op zichzelf staand al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw. 1.16 bouwen het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk. 1.17 bouwgrens de grens van een bouwvlak. 1.18 bouwlaag een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren (of horizontale balklagen) is begrensd en waarvan de lagen een nagenoeg gelijk omvang hebben, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw, dakopbouw en/of zolder. 1.19 bouwperceel een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten. 1.20 bouwperceelgrens een grens van een bouwperceel. 1.21 bouwvlak een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten. 1.22 bouwwerk een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde verbonden is. 1.23 dak iedere bovenbeëindiging van een gebouw. 64 vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Gemeente Eindhoven 1.24 detailhandel het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop), verkopen en leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit. Onder detailhandel wordt ook begrepen grootschalige detailhandel, volumineuze detailhandel, tuincentrum en supermarkt. 1.25 dienstverlenend bedrijf en/of dienstverlenende instelling bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van diensten aan derden, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, waaronder zijn begrepen kapperszaken, belwinkels, internetcafé, schoonheidsinstituten, fotostudio´s en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en een seksinrichting. 1.26 dienstverlening het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen. 1.27 erotisch getinte vermaaksfunctie een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal. 1.28 gebouw elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt. 1.29 gebruiken het gebruiken, in gebruik geven of laten gebruiken. 1.30 geluidgevoelige functies bewoning of andere geluidgevoelige functies zoals bedoeld in de Wet geluidhinder c.q. het Besluit geluidhinder. 1.31 geluidgevoelige gebouwen gebouwen welke dienen ter bewoning of ten behoeve van een andere geluidgevoelige functie als bedoeld in de Wet geluidhinder c.q. het Besluit geluidhinder. 1.32 gevaarlijke stoffen gevaarlijke stoffen zijn stoffen waarvan het gebruik, het transport of de opslag (overslag e.d.), risico's met zich meebrengt. Het kan gaan om explosiegevaar, brand, giftigheid of radioactiviteit. 1.33 groepsrisico (GR) een maat voor de kans, dat door een ramp bij een activiteit met gevaarlijke stoffen of met een vliegtuig, een (grote) groep mensen, die niet rechtstreeks bij de activiteit betrokken is, tegelijkertijd omkomt. Het GR kan toenemen door uitbreiding van risicovolle activiteiten enerzijds en door het verhogen van de personendichtheid anderzijds. 1.34 groothandel het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of afleveren van goederen aan wederverkopers, dan wel instellingen of personen ter aanwending in een andere bedrijfsactiviteit. vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Gemeente Eindhoven 65 1.35 hoofdgebouw een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is. 1.36 horeca een bedrijf, waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie. 1.37 hotel een bedrijf hoofdzakelijk gericht op het verstrekken van logies (per nacht) met - al dan niet als nevenactiviteit het verstrekken van maaltijden en dranken voor consumptie ter plaatse. 1.38 kantoor een gebouw dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden en werkzaamheden die verband houden met het doen functioneren van (semi)overheidsinstellingen, het bankwezen en naar de aard daarmee gelijk te stellen instellingen. 1.39 kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten het bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, geheel of overwegend door middel van handwerk dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie, kan worden uitgeoefend (niet zijnde prostitutie). 1.40 kunstobject een bouwwerk, geen gebouw zijnde, of onderdelen van bouwwerken die worden aangemerkt als uitingen van één der beeldende kunsten. 1.41 kunstwerk bouwwerk, geen gebouw zijnde ten behoeve van civieltechnische en/of infrastructurele doeleinden, zoals een brug, een dam, een duiker, een tunnel, een via- of aquaduct, een sluis, dan wel een daarmee gelijk te stellen voorziening. 1.42 maatschappelijke voorzieningen educatieve, medische, sociaal-medische, sociaal-culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van sport en sportieve recreatie, wooneenheden voor beschermd en/of verzorgd wonen en daarbij behorende voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening en openbaar bestuur. Onder maatschappelijke voorzieningen zijn tevens begrepen kinderdagverblijven, peuterspeelzalen en buitenschoolse opvang. 1.43 mantelzorg het op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband bieden van zorg aan eenieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak. 1.44 nutsvoorzieningen voorzieningen ten behoeve van algemeen nut in ruime zin zoals: voorzieningen / installaties ten behoeve van gas, water en elektriciteit, signaalverdeling, telecommunicatieverkeer, waterzuivering, waterbeheersing, waterhuishouding, vuil- en afvalverwerking, compostering, wijkverwarming, milieuvoorzieningen e.d. 66 vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Gemeente Eindhoven 1.45 overig bouwwerk een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden. 1.46 pand de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is. 1.47 peil 0.30 m' boven de kruin van de weg. 1.48 productiegebonden detailhandel detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, bewerkt of hersteld, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie. 1.49 prostitutiebedrijf een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin tegen vergoeding seksuele handelingen worden verricht. 1.50 recreatiewoning een gebouw of woning (geen woonkeet en geen caravan of andere constructie op wielen zijnde) bedoeld voor recreatief gebruik in de vorm van recreatief nachtverblijf voor recreanten, die hun hoofdverblijf elders hebben. 1.51 showroom een uitstallingsruimte van groothandels - of productiebedrijven ten behoeve van wederverkopers of afnemers voor het gebruik in eigen bedrijf of instelling. 1.52 seksinrichting een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotische/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar. 1.53 uitbouw een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw. 1.54 verdieping de bouwlaag respectievelijk bouwlagen die boven de begane grondbouwlaag gelegen is/zijn. 1.55 verkoopvloeroppervlakte de voor het publiek zichtbare en toegankelijke (besloten) winkelruimte ten behoeve van de detailhandel. 1.56 voorgevel de naar de weg of aan het openbaar gebied gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft van meer dan één naar de weg of het openbaar gebied gekeerde gevel, de gevel die door zijn aard, functie, constructie dan wel gelet op uitstraling ervan als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt. vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Gemeente Eindhoven 67 1.57 waterhuishoudkundige voorzieningen voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en waterkwaliteit (zoals duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten, sloten, greppels en vijvers, ook als deze incidenteel of structureel droogvallen etc.). 1.58 Wet geluidhinder Wet van 16 februari 1979 (Stb. 99) houdende regels inzake het voorkomen of beperken van geluidhinder, zoals deze luidt op het moment van de terinzagelegging van dit bestemmingsplan. 1.59 Wet milieubeheer Wet van 13 juni 1979, Stb. 442, houdende regelen met betrekking tot een aantal algemene onderwxterinzagelegging van het ontwerp van het plan. 1.60 Wet ruimtelijke ordening Wet van 20 oktober 2006, (Stb. 2006, nr. 566), houdende nieuwe regels omtrent de ruimtelijke ordening, zoals deze luidde op het moment van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan. 1.61 winkel een gebouw, dat een ruimte omvat, welke door zijn indeling kennelijk bedoeld is te worden gebruikt voor de detailhandel. 1.62 woning een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden. Een woonwagen wordt niet tot een woning gerekend. 1.63 woongebouw een gebouw, dat één woning omvat, dan wel twee of meer naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden. 68 vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Gemeente Eindhoven Artikel 2 Wijze van meten Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: 2.1 bebouwingspercentage een aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van het bouwvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd. 2.2 de goothoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel. 2.3 de bouwhoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, liftopbouwen, installatieruimten en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen. 2.4 de oppervlakte van een bouwwerk: tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk. 2.5 de hoogte van een windturbine: vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine. 2.6 ondergeschikte bouwdelen bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen wordt de overschrijding van de bouwgrens door ondergeschikte bouwdelen, zoals plinten, pilasters, kozijnen, reclameaanduidingen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken e.d. buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van de bouwgrens niet meer dan 1 meter bedraagt. vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Gemeente Eindhoven 69 70 vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Gemeente Eindhoven Hoofdstuk 2 Artikel 3 Bestemmingsregels Wonen 3.1 Bestemmingsomschrijving 3.1.1 Bestemming De voor `Wonen´ aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. woongebouwen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan-huis-verbonden-beroep; b. aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen; met de daarbij behorende: c. d. e. f. g. tuinen, erven en paden; parkeervoorzieningen, in- en uitritten; nutsvoorzieningen; waterhuishoudkundige voorzieningen (o.a. waterlopen, waterpartijen en waterberging); bouwwerken, geen gebouwen zijnde; met dien verstande dat: h. de vloeroppervlakte ten behoeve van een aan-huis-verbonden-beroep niet meer dan 50 m2 mag bedragen. 3.2 Bouwregels 3.2.1 hoofdgebouwen Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels: a. een hoofdgebouw mag uitsluitend ter plaatse van de aanduiding bouwvlak worden gebouwd; b. ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' moet een onderdoorgang worden gerealiseerd met een minimale breedte van 2,5 meter en een minimale hoogte van 2,5 meter; c. de maximum goothoogte is 6 meter en de maximum bouwhoogte is 10 meter. 3.2.2 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende regels: a. b. c. d. aan- en uitbouwen van het hoofdgebouw zijn niet toegestaan; bijgebouwen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'; de maximale goothoogte van een bijgebouw is 3 meter; de maximale bouwhoogte van een bijgebouw is 4,5 meter. 3.2.3 Bouwwerken geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a. de maximum bouwhoogte van de erf- en terreinafscheidingen is 2 meter; b. de maximum bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is 3 meter. vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Gemeente Eindhoven 71 3.3 Specifieke gebruiksregels 3.3.1 Algemeen Het gebruik van een gedeelte van de woning voor kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten tot een bedrijfsvloeroppervlakte van maximaal 30 m2 en/of voor een aan-huis-verbonden-beroep met een vloeroppervlakte van meer dan 50 m2 met een maximum van 75 m2, is toegestaan mits: a. de totale oppervlakte voor kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten en een aan-huis-verbonden-beroep gezamenlijk niet meer dan 75 m2 bedraagt; b. de verkeersaantrekkende werking niet zodanig is, dat ten gevolge daarvan extra verkeersmaatregelen, waaronder extra parkeervoorzieningen op de openbare weg, noodzakelijk worden; c. het niet betreft detailhandel met uitzondering van detailhandel in ter plaatse vervaardigde en/of bewerkte producten; d. het niet betreft vervaardiging van voedsel; e. deze activiteiten door ten hoogste twee personen worden uitgeoefend, waarvan minstens één persoon woonachtig in het betreffende pand; voor kapsalons geldt dat deze activiteit door maximaal één persoon, die tevens in het pand woonachtig is, mag worden uitgeoefend; f. de bedrijfsactiviteiten vallen onder de in Bijlage 1 opgenomen 'Lijst van bedrijfsactiviteiten bij wonen' behorende tot de categorie 1, alsmede voor zover het bedrijfsactiviteiten betreft die niet in deze lijst zijn opgenomen maar naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met de bedrijfsactiviteiten als genoemd in deze lijst; g. dienstverlenende bedrijven en/of dienstverlenende instellingen betreffen die niet vallen onder de sub f genoemde lijst, maar naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met de bedrijfsactiviteiten als bedoeld onder sub f. 3.3.2 Strijdig gebruik Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 3.1.1 wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van bijgebouwen voor zelfstandige bewoning; b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting. 72 vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Gemeente Eindhoven Hoofdstuk 3 Artikel 4 4.1 Algemene regels Algemene aanduidingsregels milieuzone - boringsvrije zone Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - boringsvrije zone' zijn, onverminderd het elders in dit plan bepaalde, de regels van de Provinciale Milieuverordening van toepassing. vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Gemeente Eindhoven 73 74 vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Gemeente Eindhoven Artikel 5 Anti-dubbeltelregel Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing. vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Gemeente Eindhoven 75 76 vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Gemeente Eindhoven Artikel 6 6.1 Algemene bouwregels Parkeereis Bij de afgifte van een omgevingsvergunning en/of afwijkingsvergunning dienen, indien de omvang of de bestemming van een bouwwerk aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het parkeren of stallen van motorvoertuigen op meer dan twee wielen, op of onder dat gebouw dan wel op het bij het gebouw horende perceel, afhankelijk van de bestemming, grootte en bereikbaarheid per openbaar vervoer, een door burgemeester en wethouders, conform de Parkeernormen, te bepalen aantal parkeerplaatsen aanwezig zijn. 6.2 Afwijken van de parkeereis Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.1 indien het voldoen aan die bepalingen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit of voor zover op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingsruimte en/of laad- en losruimte wordt voorzien. 6.3 Nadere eisen Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning nadere eisen stellen ten aanzien van de maatvoering van de parkeervoorzieningen,zoals bedoeld in lid 6.1 indien dit, gelet op de feitelijke omstandigheden, noodzakelijk is. vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Gemeente Eindhoven 77 78 vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Gemeente Eindhoven Artikel 7 7.1 Algemene gebruiksregels Gebruik overeenkomstig de bestemming Al dan niet in afwijking van het bepaalde in de bestemmingsregels van Hoofdstuk 2 wordt ter plaatse van een aanduiding het gebruik van gronden en opstallen in overeenstemming met die aanduiding aangemerkt als gebruik overeenkomstig die bestemming. vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Gemeente Eindhoven 79 80 vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Gemeente Eindhoven Artikel 8 8.1 Algemene afwijkingsregels Binnenplans afwijken Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, bij een omgevingsvergunning afwijken van: a. de bij recht in de regels gegeven maten, afmetingen, percentages tot niet meer dan 10 % van die maten, afmetingen en percentages; b. de bestemmingsbepalingen en toestaan dat de aanduiding 'bouwvlak' en/of 'bijgebouwen' worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft; c. de regels ten aanzien van de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de hoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot maximaal 10 m, met dien verstande dat de maximum bouwhoogte van erfafscheidingen 2 m is; d. de regels ten aanzien van de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de maximum bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van kunstwerken en van zend-, ontvang- en/of sirenemasten 20 m is. 8.2 Algemene afwijkingsregels ten behoeve van duurzame energie Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeerveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, bij een omgevingsvergunning afwijken van: a. de regels met het oog op de realisering van gebouwen en bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen en/of het opwekken van duurzame energie tot maximaal 100 m2 (bvo) en een bouwhoogte van maximaal 3 m, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer; b. de bestemmingsbepalingen en toestaan dat de aanduiding 'bouwvlak' wordt overschreden met maximaal 20 cm ten behoeve van gevelisolatie om energie te besparen. vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Gemeente Eindhoven 81 82 vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Gemeente Eindhoven Hoofdstuk 4 Artikel 9 9.1 Overgangs- en slotregels Overgangsrecht Overgangsrecht bouwwerken Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot, a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan. 9.2 Afwijken Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 9.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 9.1 met maximaal 10%. 9.3 Uitzondering op het overgangsrecht bouwwerken Lid 9.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan. 9.4 Overgangsrecht gebruik Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet. 9.5 Strijdig gebruik Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 9.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind. 9.6 Verboden gebruik Indien het gebruik, bedoeld in lid 9.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten. 9.7 Uitzondering op het overgangsrecht gebruik Lid 9.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan. vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Gemeente Eindhoven 83 84 vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Gemeente Eindhoven Artikel 10 Slotregel Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan V Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B). vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Gemeente Eindhoven 85 Bijlagen bij de regels 86 vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Gemeente Eindhoven Bijlage 1 Lijst van bedrijfsactiviteiten bij wonen vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Gemeente Eindhoven 87 Lijst van bedrijfsactiviteiten bij woonfunctie SBIcode Nr Omschrijving Afstanden in meters Categorie geur stof geluid gevaar grootste afstand 58 - UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUCTIE VAN OPGENOMEN MEDIA 1814 A Grafische afwerking 0 0 10 0 10 1 Reproductiebedrijven opgenomen media 0 0 10 0 10 1 0 10 10 0 10 1 0 0 10 10 10 1 0 0 10 10 10 1 0 0 10 C 0 10 1 0 0 10 0 10 1 182 31 - VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G. 9524 2 Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m2 45, 47 - HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTOR- FIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS 45204 B Autobeklederijen 47 - DETAILHANDEL EN REPARATIE T.B.V. PARTICULIEREN 952 Reparatie t.b.v. partuculieren (excl. auto's en motorfietsen) 53 - POST EN TELECOMMUNICATIE 61 A Telecommunicatiebedrijven 62 - COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE 62 A Computerservice- en informatietechnologie-bureau's e.d. 96 - OVERIGE DIENSTVERLENING 96013 B Wasserettes, wassalons 0 0 10 0 10 1 Kappersbedrijven en schoonheidsinstituten 0 0 10 0 10 1 Persoonlijke dienstverlening n.e.g. 0 0 10C 0 10D 1 9602 9609 B Bijlage 2 Parkeernormen vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) Gemeente Eindhoven 89 Parkeernorm Gebiedsindeling de overige gebieden binnen de Ring Ring en alles daarbuiten Schilwijk Rest Tabel: gebiedsindeling Opmerking: de scheidslijn tussen gebieden loopt in principe over de as van de genoemde straten en wegen (ook in geval van de Ring). De buurten: Binnenstad, Fellenoord, Witte Dame en De Bergen. Oftewel, het gebied begrensd door: Fellenoord, Boschdijk, Pastoor Petersstraat, Veldmaarschalk Montgomerylaan, Vincent van de Heuvellaan, John F. Kennedylaan, Prof. Dr. Dorgelolaan, Dommel, Vestdijk, Hertogstraat, P Czn Hooftlaan, Wal, Dommel, Edenstraat, Mauritsstraat, Vonderweg, Fellenoord. Centrum De parkeernormen gaat uit van een gebiedsindeling centrum, schil en rest. Dit onderscheid is gebaseerd op het uitgangspunt dat het autobezit in het centrum lager is en dat voorzieningen beter bereikbaar zijn middels andere vervoerswijzen, zoals (H)OV en trein. In Eindhoven worden de volgende drie gebieden onderscheiden: 1.1 In dit hoofdstuk zijn de tabellen opgenomen waarin wordt aangegeven welke parkeernorm voor welke functie van toepassing is. Er wordt gewerkt met een minimum en een maximum norm. De minimale norm moet gerealiseerd worden en er mag niet meer gerealiseerd worden dan de maximale norm. De parkeernormen zijn gebaseerd op de parkeerkencijfers van het CROW (Het nationale kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte). Op basis van deze tabellen wordt per ruimtelijke ontwikkeling de parkeereis bepaald. De parkeereis is het totaal aan parkeerplaatsen dat de aanvrager moet aanleggen. Deze parkeerplaatsen moeten in principe op eigen terrein worden gerealiseerd. In de beleidsregels toepassing parkeernormen gemeente Eindhoven is aangegeven wanneer hiervan kan worden afgeweken. 1 2 kamer wooneenheid kamer verhuur verpleeg- / verzorgingstehuis 100 m2 bvo 100 m2 bvo 100 m2 bvo 100 m2 bvo 100 m2 bvo Supermarkt grootschalige detailhandel bouwmarkt / tuincentrum kringloopwinkel 100 m2 bvo 100 m2 bvo kleinschalige winkel Buurtwinkelcentrum / solitaire Kastelenplein) Trudoplein, Woenselse markt, wijkwinkelcentrum (Haagdijk, (winkelcentrum Woensel) stadsdeelwinkelcentrum 100 m2 bvo woning Serviceflat / aanleunwoning WINKELEN binnenstad / hoofdwinkelgebied woning woning woning Eenheid woning klein (< 80 m bvo) 2 woning midden (80 tot120 m2 bvo) WONEN woning groot (>120 m bvo) Functie Tabel Parkeernormen Hoofdfunctie 1.2 nvt 2,7 2,2 nvt 3,0 nvt nvt nvt 4,0 0,6 0,6 0,6 1,3 1,4 1,5 max nvt nvt 2,0 nvt nvt nvt 3,0 0,4 0,3 0,4 1,1 1,2 1,3 Min Centrum 2,2 3,0 4,5 3,0 2,0 2,5 nvt nvt 0,5 0,4 0,5 1,3 1,4 1,5 min 2,7 4,0 6,5 4,0 2,5 3,5 nvt nvt 0,7 0,7 0,7 1,6 1,7 1,8 max Schilwijken 2,2 4,0 5,5 4,0 2,5 3,0 3,0 nvt 0,6 0,5 0,6 1,5 1,6 1,7 min Rest 2,7 5,0 8,0 5,0 3,0 4,0 4,0 nvt 0,8 0,8 0,8 1,9 2,1 2,3 max Aandeel niet de beschikking over eigen - 85% 1 arbeidsplaats = 40 m2 bvo 85% functie. publiekstrekker met regionale Bedoeld is hier een grote 1 arbeidsplaats = 40 m2 bvo 85% 1 arbeidsplaats = 40 m2 bvo 85% 1 arbeidsplaats = 40 m2 bvo excl. supermarkt 85% 1 arbeidsplaats = 40 m2 bvo excl. supermarkt 85% 1 arbeidsplaats = 40 m2 bvo 85% 1 arbeidsplaats = 40 m2 bvo 0,2 vervoer, maar incl. personeel 0,2 0,2 mogelijk) minder gecombineerd gebruik gehandicaptenplaatsen, dus gereserveerde beperkte zorgvoorzieningen (veel zelfstandige woning met 0,3 BVO NEN 2580 0,3 BVO NEN 2580 0,3 BVO NEN 2580 bezoekers Opmerkingen 1 m' marktkraam (week)markt congresgebouw 0,3 0,3 100 m2 bvo 100 m2 bvo zitplaats museum bibliotheek bioscoop / theater / schouwburg 0,1 0,5 4,0 100 m2 bvo kamer hotel 3,0 3,0 0,8 0,4 0,7 0,2 1,0 0,1 0,4 Min 0,2 0,5 0,5 1,0 8,0 5,0 5,0 1,5 0,6 1,2 0,3 1,4 0,3 0,6 max Centrum restaurant 100 m2 bvo 100 m2 bvo 100 m2 bvo bedrijfsverzamelgebouw evenementenhal / beursgebouw / 100 m2 bvo 100 m2 bvo 100 m2 bvo keukens meubels, caravans) e bedrijven/ Showroom (auto’s, Arbeidsextensieve/bezoekersintensiev etc.) (industrie, laboratorium, werkplaats, bezoekersextensieve bedrijven arbeidsintensieve / opslag, transportbedrijf, etc.) bezoekersextensieve bedrijven (loods, arbeidsextensieve / 100 m2 bvo 100 m2 bvo showroom (auto's, boten etc.) Kantoren Eenheid Functie VRIJE TIJD café / bar / discotheek / cafetaria WERKEN Hoofdfunctie 0,2 0,5 0,5 0,7 8,0 4,0 4,0 1,0 0,8 1,2 0,3 1,2 0,2 0,6 min 0,3 0,8 0,8 1,3 12,0 6,0 7,0 1,7 1,7 2,0 0,6 1,8 0,3 1,0 max Schilwijken 0,3 0,8 0,8 0,9 10,0 5,0 5,0 1,2 1,0 2,0 0,6 1,8 0,3 1,0 min Rest 0,5 1,0 1,0 1,5 14,0 7,0 10,0 1,9 1,2 2,5 1,0 3,0 0,5 2,0 max Aandeel - 95% 95% - 80% 90% 90% 10% 1 arbeidsplaats = 30-40 m2 bvo 35% 1 arbeidsplaats = 30-50 m2 bvo 5% 1 arbeidsplaats = 30-50 m2 bvo 5% 1 arbeidsplaats = 30-50 m2 bvo 15% 1 arbeidsplaats = 25-35 m2 bvo 85% standhouder extra) kraam dan + 1,0 pp per (indien geen parkeren achter 1 m' marktkraam = 6 m2 bvo 35% 1 arbeidsplaats = 30- 50 m2 bvo bezoekers Opmerkingen GEZONDHEIDSZORG Hoofdfunctie baan tennisbanen Behandelkamer 100 m2 bvo consultatiebureau apotheek arts / maatschap / therapeut / bed 3,0 box 100 m2 bvo manege ziekenhuis nvt 100 m2 bvo overdekte speeltuin/hal 1,7 1,0 1,0 2,0 2,0 bassin ha. netto terrein themapark / pretpark 7,0 0,04 1,0 nvt 0,5 0,5 1,0 nvt 1,0 1,0 2,0 Min 2,1 1,5 1,3 4,0 nvt 8,0 8,0 9,0 0,2 1,5 nvt 1,0 1,0 2,0 nvt 1,5 1,5 5,0 max Centrum zwembad 100 m² opp. zitplaats baan squashbanen stadion 100 m2 bvo dansstudio / sportschool hole ha. netto terrein sportveld (buiten) baan/tafel 100 m2 bvo sporthal (binnen) bowlingbaan / biljartzaal 100 m2 bvo Gymlokaal golfbaan 100 m2 bvo Eenheid wijkgebouw sociaal cultureel centrum / Functie 2,0 1,5 1,3 4,0 nvt 3,0 3,0 8,0 0,05 1,5 nvt 1,0 1,0 2,0 13,0 1,5 1,5 3,0 min 2,4 2,0 1,7 5,0 nvt 10,0 10,0 10,0 0,3 2,0 nvt 2,0 1,5 3,0 27,0 2,0 2,0 6,0 max Schilwijken 2,3 1,5 1,5 5,0 0,3 4,0 4,0 9,0 0,06 1,5 6,0 2,0 1,0 3,0 13,0 2,0 2,0 4,0 min Rest 2,7 2,5 2,0 6,0 0,8 12,0 12,0 11,0 0,4 2,5 8,0 3,0 2,0 4,0 27,0 2,5 2,5 7,0 max Aandeel Indien geen avondfunctie, dan bij vaste bezoektijden 90% 65% parkeerplaatsen per praktijk met minimum van 3 65% bovengrens hanteren - - 90% 90% 98% 99% 95% 95% 95% 90% 90% 95% mee. Alleen opp. sportterreinen tellen 95% + 0,1-0,2 pp. per bezoekersplaats bij sporthal met wedstrijdfunctie: 95% parkeervraag = 0 90% bezoekers Opmerkingen Functie student leslokaal avondonderwijs basisonderwijs Begraafplaats / crematorium (kerk, moskee, et cetera) Religiegebouw crematie begrafenis / gelijktijdige zitplaats perceel 100 leerlingen Kiss & Ride OVERIGEN volkstuin arbeidsplaats kinderdagverblijf crèche / peuterspeelzaal / leslokaal leslokaal collegezaal Eenheid Havo, Vmbo) voorbereidend dagonderwijs (Vwo, WO, HBO) beroepsonderwijs dag (MBO, ROC, WO, HBO) ONDERWIJS beroepsonderwijs dag (MBO, ROC, Hoofdfunctie 10,0 0,1 nvt 4,0 0,4 0,5 0,4 0,5 4,0 10,0 Min 20,0 0,2 nvt 6,0 0,8 0,7 0,6 0,8 5,0 15,0 max Centrum 15,0 0,1 nvt 5,0 0,5 0,6 0,5 0,5 5,0 15,0 min 30,0 0,2 nvt 7,0 0,9 1,0 0,7 1,0 7,0 20,0 max Schilwijken 15,0 0,1 0,3 6,0 0,6 0,8 0,6 0,5 5,0 20,0 min Rest 30,0 0,3 0,5 8,0 1,0 2,0 0,8 2,0 10,0 25,0 max Aandeel collegezaal = circa 150 zitplaatsen collegezalen + leslokalen totale parkeervraag = - - - - exclusief Kiss & Ride - exclusief Kiss & Ride - - leslokaal = circa 30 zitplaatsen - - bezoekers Opmerkingen Acceptabele loopafstanden Reductiefactoren parkeervoorzieningen op eigen terrein Acceptabele loopafstanden (in meter) 400 200 100 200-600 200-800 100 100 100 Parkeervoorziening Theoretisch aantal Enkele oprit zonder garage 1 Lange oprit zonder garage of carport 2 Dubbele oprit zonder garage 2 Garage zonder oprit (bij woning) 1 Garagebox (niet bij woning) 1 Garage met enkele oprit 2 Garage met lange oprit 3 Garage met dubbele oprit 3 Tabel: reductiefactoren parkeervoorzieningen op eigen terrein Berekend aantal 0,8 1,0 1,7 0,6 0,7 1,2 1,5 2,0 oprit minimaal 4,5 meter breed oprit minimaal 5,0 meter diep oprit minimaal 4,5 meter breed Opmerking oprit minimaal 5,0 meter diep In een woonwijk met veel garages en (dubbele) opritten zijn in theorie mogelijk voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein aanwezig. In de praktijk zal blijken dat een groot gedeelte van het theoretische aanbod niet wordt gebruikt, doordat auto’s toch regelmatig op de openbare weg parkeren. Dit gedrag zal veel minder gebeuren in een gebied waarin het parkeren gereguleerd is (betaald parkeren of een gebied voor parkeervergunninghouders). Daarom zal deze tabel alleen worden toegepast in gebieden waar geen sprake is van een parkeerregulering. 1.4 Wonen centrum Wonen schilwijk Wonen rest Winkelen Werken Ontspanning Gezondheidszorg Onderwijs Tabel: acceptabele loopafstand Hoofdfunctie Indien de parkeervraag niet (volledig) op eigen terrein kan worden opgelost kan gekeken worden naar vervangende parkeergelegenheid In onderstaande tabel is aangegeven wat een acceptabele loopafstand tot deze alternatieve parkeergelegenheid is. 1.3 Aanwezigheidspercentages bij dubbelgebruik 100% 90% Sport 30% 50% Tabel: Gelijktijdige aanwezigheid (bron: CROW, ASVV 2004) 15% Bioscoop, theater 40% 90% 0% 100% 100% 0% 40% 30% 100% 5% 5% 20% 100% Werkdag avond 90% 30% Café 40% 45% 70% 0% 100% 100% 100% 40% 100% 100% 70% 60% Werkdag middag 30% 30% 100% Dagonderwijs Restaurant 85% Ziekenhuis 20% 100% Sociaal medisch Museum 10% Sociaal cultureel 30% 100% Bedrijven Bibliotheek 100% Kantoor 0% 30% Detailhandel Avondonderwijs 50% Woningen Gelijktijdige aanwezigheid Werkdag ochtend 90% 90% 85% 95% 0% 70% 100% 0% 50% 15% 100% 10% 10% 100% 90% Koopavond 100% 60% 75% 70% 100% 75% 0% 0% 25% 15% 60% 5% 5% 100% 60% Zaterdagmiddag 90% 100% 100% 100% 0% 0% 0% 0% 40% 5% 90% 0% 0% 0% 60% Zaterdagavond 85% 60% 45% 40% 90% 0% 0% 0% 40% 5% 25% 0% 0% 0% 70% Zondagmiddag De parkeernormen zijn onderverdeeld in functies. In sommige gevallen, met name bij grotere ontwikkelingen, vindt een combinatie van functies plaats. In dat geval dient gekeken te worden naar de momenten in de week waarop per functie de parkeervraag zich voordoet. Op deze wijze is namelijk dubbelgebruik te realiseren, hetgeen uit oogpunt van kostenbesparing en optimaal gebruik van schaarse ruimte wenselijk is. In de CROW-richtlijnen is een tabel opgenomen waarin op basis van ervaringen per functie over de specifieke delen van de week het aanwezigheidspercentage wordt weergegeven. Deze tabel wordt ook in Eindhoven toegepast. 1.5
© Copyright 2025 ExpyDoc