Bestemmingsplan V Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)

Bestemmingsplan
V Stratum buiten de Ring 2004
(Begoniastraat 1B)
Vastgesteld bestemmingsplan
April 2014
V Stratum buiten de Ring 2004
(Begoniastraat 1 B)
Inhoudsopgav e
Toelichting
5
Hoofdstuk 1 Inleiding
7
1.1
Aanleiding
7
1.2
Het plangebied
7
1.3
Voorgaande plannen
8
1.4
Leeswijzer
10
Hoofdstuk 2 Beschrijving plangebied
11
2.1
Stedenbouwkundige structuur
11
2.2
De buurt
11
2.3
Het plangebied
12
Hoofdstuk 3 Uitgangspunten, randvoorwaarden en beleidskader
15
3.1
Inleiding
15
3.2
Rijksbeleid
15
3.3
Provinciaal beleid
17
3.4
Gemeentelijk beleid
19
3.5
Archeologische en cultuurhistorische waarden
21
3.6
Verkeer en parkeren
22
3.7
Groen
24
3.8
Detailhandel
25
3.9
Kantoren
25
3.10
Kabels, leidingen en straalpaden
26
Hoofdstuk 4 Milieuparagraaf
27
4.1
Bedrijven en milieuzonering
27
4.2
Geluid
27
4.3
Luchtkwaliteit
28
4.4
Externe veiligheid
29
4.5
Duurzaamheid
31
4.6
Bodem
32
4.7
Natuur
32
Hoofdstuk 5 Waterparagraaf
35
5.1
Inleiding
35
5.2
Beleid
35
5.3
Beschrijving watersysteem plangebied
37
5.4
Toekomstige situatie van het watersysteem
38
Hoofdstuk 6 Juridische vormgeving
41
6.1
Algemeen
41
6.2
Planmethodiek
41
6.3
Verbeelding
41
2
vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)
Gemeente Eindhoven
6.4
Planregels
41
Hoofdstuk 7 Handhaving
43
7.1
43
Algemeen
Hoofdstuk 8 Financiële aspecten
45
Hoofdstuk 9 Procedure en maatschappelijke uitvoerbaarheid
47
9.1
Bekendmaking ex artikel 1.3.1. Bro
47
9.2
Inspraak
47
9.3
Overleg ex artikel 3.1.1 Bro
47
9.4
Zienswijzen
47
Bijlage bij de toelichting
49
Bijlage 1
51
Nota van zienswijzen en ambtshalve wijzigingen
Regels
61
Hoofdstuk 1 Inleidende regels
63
Artikel 1
Begrippen
63
Artikel 2
Wijze van meten
69
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
71
Artikel 3
71
Wonen
Hoofdstuk 3 Algemene regels
73
Artikel 4
Algemene aanduidingsregels
73
Artikel 5
Anti-dubbeltelregel
75
Artikel 6
Algemene bouwregels
77
Artikel 7
Algemene gebruiksregels
79
Artikel 8
Algemene afwijkingsregels
81
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels
83
Artikel 9
Overgangsrecht
83
Artikel 10
Slotregel
85
Bijlagen bij de regels
86
Bijlage 1
Lijst van bedrijfsactiviteiten bij wonen
87
Bijlage 2
Parkeernormen
89
vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)
3
Gemeente Eindhoven
4
vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)
Gemeente Eindhoven
Toelichting
vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)
Gemeente Eindhoven
5
6
vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)
Gemeente Eindhoven
Hoofdstuk 1
1.1
Inleiding
Aanleiding
De eigenaar van een terrein dat wordt omsloten door woonpercelen aan de Geraniumstraat,
Begoniastraat, Roostenlaan en de Gladiolusstraat wenst dit terrein leeg te maken ten
behoeve van vergroting van tuinen en parkeermogelijkheden op eigen terrein van de
aangrenzende woonpercelen. Verder behelst dit bestemmingsplan de wijziging van de
detailhandelsbestemming (op de begane grond) naar woonbestemming ter plaatse van het
pand aan de Begoniastraat 1B.
Het bestemmingsplan "V Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)" bestaat uit een
digitale en analoge verbeelding met de daarbij behorende regels. Bij het bestemmingsplan is
een toelichting gevoegd. In de toelichting wordt aangegeven waarom het bestemmingsplan is
opgesteld en welke afwegingen hebben plaatsgevonden in het kader van een goede ruimtelijke
ordening. Naast de digitale versie is er tevens een papieren versie van het bestemmingsplan
beschikbaar. De digitale versie is juridisch bindend.
1.2
Het plangebied
Het plangebied ligt in het zuidoostelijk deel van het stedelijk gebied van Eindhoven in het
stadsdeel Stratum. Het ligt in de wijk Kortonjo, in de buurt Gerardusplein. Het plangebied
wordt aan de noordzijde begrensd door de Begoniastraat. Het plangebied wordt verder
omsloten door woonpercelen aan de Roostenlaan (in het oosten), de Gladiolusstraat (in het
zuiden) en de Geraniumstraat (in het westen). De omgeving van het plangebied kent een
stedelijk woonkarakter.
vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)
Gemeente Eindhoven
7
Globale ligging plangebied.
1.3
Voorgaande plannen
Het bestemmingsplan "V Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)" vervangt het
bestemmingsplan 'Stratum buiten de Ring 2004', vastgesteld door de raad op 31 oktober 2005
en op 11 april 2006 gedeeltelijk goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Noord Brabant.
De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 25 april 2007 uitspraak
gedaan over het ingediende beroep tegen het besluit van het college van Gedeputeerde Staten
van Noord-Brabant van 11 april 2006. Hiermee is het besluit tot gedeeltelijke goedkeuring van
het bestemmingsplan Stratum buiten de Ring 2004 onherroepelijk geworden.
Onderhavig plangebied heeft ingevolge het bestemmingsplan 'Stratum buiten de Ring 2004' de
bestemming 'Detailhandel'. Ter plaatse is detailhandel op de begane grond en wonen op de
8
vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)
Gemeente Eindhoven
verdieping toegestaan. Verder zijn op de begane grond horecavoorzieningen toegestaan, voor
zover die noodzakelijk zijn ten dienste van de detailhandel. Op de begane grond zijn ook bij
de detailhandel behorende dienstverlenende bedrijven toegestaan. Onderhavige ontwikkeling
betreft de legalisatie van appartementen op de begane grond van het pand aan de
Begoniastraat 1B en realisatie van parkeervoorzieningen en tuinen op het binnenterrein ten
behoeve van de aangrenzende woonpercelen.
vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)
Gemeente Eindhoven
9
1.4
Leeswijzer
Deze toelichting bestaat uit 9 hoofdstukken.
Na deze inleiding volgt hoofdstuk 2. Hierin is de bestaande situatie beschreven.
Hoofdstuk 3 bevat de uitgangspunten bij, de randvoorwaarden en zo nodig de beleidskaders
voor het opstellen van het bestemmingsplan. Hoofdstuk 4 geeft inzicht in en een
verantwoording van alle relevante milieuaspecten. Hoofdstuk 5 bevat de waterparagraaf. In
deze paragraaf is de wijze beschreven waarop rekening wordt gehouden met de gevolgen van
het bestemmingsplan voor de waterhuishouding.
De juridische vormgeving van het bestemmingsplan is verwoord in hoofdstuk 6.
In hoofdstuk 7 wordt aandacht besteed aan de handhaving van het bestemmingsplan.
De financiële uitvoerbaarheid is verantwoord in hoofdstuk 8. Hoofdstuk 9 gaat ten slotte in op
de gevolgde procedure, inclusief een paragraaf over de maatschappelijke uitvoerbaarheid.
10
vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)
Gemeente Eindhoven
Hoofdstuk 2
2.1
Beschrijving plangebied
Stedenbouwkundige structuur
Opbouw
Stratum is één van de vijf lobben die rond het centrum van Eindhoven zijn ontwikkeld. Deze
lobben zijn te vergelijken met een bloem waarvan de blaadjes (de lobben) rondom het hart
(Eindhoven Centrum) zijn geformeerd. De scheiding tussen de lobben is duidelijk
waarneembaar en wordt gevormd door groengebieden of bedrijfsterreinen. Voor Stratum wordt
de scheiding met de aangrenzende lobben gevormd door het groengebied Genneperpark en
het sportpark Aalsterweg aan de westzijde en het bedrijfsterrein DAF/Kanaaldijk-Noord aan de
noordzijde.
Verkeersstructuur
De structuur van het stadsdeel Stratum wordt bepaald door de radiale- en tangentstructuur
van Eindhoven. De radialen verdelen Stratum als het ware in "taartpunten" en worden gevormd
door de toegangswegen naar het centrum van Eindhoven zoals de Geldropseweg, de
Heezerweg, de Leenderweg en de Aalsterweg. De door de wegen gevormde taartpunten
worden op hun beurt weer doorsneden door de ring en door de doorgaande verbinding Anton
Coolenlaan-Floralaan-Tivolilaan- St. Petrus Canisiuslaan.
Groen en water
Het meeste groen van Stratum bevindt zich aan de randen van de bebouwing zoals de
Leenderheide, de Gijzenrooise Zegge, de Genneperparken, het bosrijke terrein van Eikenburg
en het aanliggende agrarische landschap. Binnen de bebouwde kom van Stratum bevindt zich
een aantal groengebieden die herkenbaar aanwezig zijn en deel uitmaken van de
groenstructuur. Zo zijn er verschillende groenstructuren in Stratum die evenals de
ontsluitingswegen naar het centrum een radiale structuur hebben en het buitengebied min of
meer verbinden met groengebieden binnen de ring zoals:
het Glorieuxpark via de Jan van Eyckgracht met Riel en omgeving;
het Glorieuxpark via de groenstrook aan de Hadewychlaan, het park Sint Bonifaciuslaan
en de groengebieden langs de Neushoornstraat en Puttense Dreef;
de groene strook langs de Tongelreep.
Daarnaast is er een aantal meer op zich zelf staande groengebieden:
de groenzone langs Floralaan-Oost en verder vanaf het Floraplein langs de Leenderweg
richting knooppunt Leenderheide;
het voormalig Vogel- en dierenpark Animali inclusief de groenstrook langs de
Roostenlaan;
het groengebied langs de Kortonjolaan.
Voorts zijn er twee woonbuurten met een zeer groen karakter: De Roosten en
Schuttersbosch.
2.2
De buurt
Gerardusplein
vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)
Gemeente Eindhoven
11
Deze woonwijk uit 1925-1935 is gesitueerd in het stadsdeel Stratum ten zuiden van de
ringweg tussen de Aalsterweg en de Roostenlaan, aan de noordzijde aansluitend op de
Bloemenbuurt. De wijk wordt gekenmerkt door een centraal gelegen plein (Sint-Gerardusplein)
vanwaar uit een aantal radiale straten loopt (Orchideeënstraat, Gerarduslaan en
Primulastraat). Het geheel is verdeeld in een bloksgewijze verkaveling. De wijk is met haar
algemene vorm, de verdeling in twee gebieden (arbeiders - middenstand) en de bloksgewijze
verkaveling representatief voor het stedenbouwkundig concept van G.C. Kools. De architectuur
kwam vooral tot stand door particulier initiatief hetgeen resulteerde in een gevarieerd
bebouwingsbeeld (circa 1925-1935) met straten rond de Sint-Gerardus Majellakerk (1925) met
ten oosten daarvan een cluster van voorzieningen. Het karakter van de buurt is nog intact.
2.3
Het plangebied
De Begioniastraat ligt tussen de Roostenlaan en de Geraniumstraat in het stadsdeel Stratum
in Eindhoven. Dit is een vooroorlogse woonbuurt met aaneengesloten bebouwing, overwegend
in 2 lagen met kap. Begoniastraat 1B week hier van af door de voormalige functie als
winkel/kantoor en de bouwhoogte van één laag met kap. Het straatbeeld wordt gedomineerd
door langs geparkeerde auto's. Een overbouwing is aangebouwd tegen Begoniastraat 1B, die
toegang geeft tot een zeer langgerekt, smal perceel waarop zich leegstaande
bedrijfsbebouwing (meubelopslag) bevindt, in vervallen staat.
12
vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)
Gemeente Eindhoven
vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)
Gemeente Eindhoven
13
14
vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)
Gemeente Eindhoven
Hoofdstuk 3
beleidskader
3.1
Uitgangspunten, randvoorwaarden en
Inleiding
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de ruimtelijke beleidskaders op rijks-, provinciaal en
gemeentelijk niveau. Verantwoord wordt dat de voorgenomen ontwikkeling past in het
(toekomstig) ruimtelijk beleid. Er wordt geen complete samenvatting gegeven van alle
beleidsaspecten. Uitsluitend de relevante beleidskaders voor het plangebied zijn in dit
hoofdstuk weergegeven en verantwoord.
3.2
Rijksbeleid
3.2.1
Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (2012)
In de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) schetst het Rijk ambities van het
ruimtelijk en mobiliteitsbeleid voor Nederland in 2040. Het Rijk zet twee zaken helder neer:
een kader voor prioritering van investeringen om Nederland in beweging te krijgen en een
selectief ruimtelijk beleid dat meer loslaat en overlaat aan provincies en gemeenten.
Het is de uitdaging om Nederland in de wereldeconomie van de toekomst concurrerend te
houden. Dat betekent dat onze stedelijke regio's en netwerken versterkt moeten worden door
de kwaliteit voor de leefomgeving te verbeteren, hoogwaardige en klimaatbestendige woon- en
werkmilieus te realiseren, de bereikbaarheid te verbeteren en de mobiliteit te verduurzamen,
maatregelen te treffen ten behoeve van waterveiligheid, zoetwatervoorziening en ruimte te
maken voor de noodzakelijke transitie naar duurzame energie.
Het Rijk onderscheidt 13 nationale belangen in de SVIR. Daarnaast kiest ze nadrukkelijk voor
een vereenvoudiging van de regelgeving en brengt de ruimtelijke ordening zo dicht mogelijk bij
degenen die het aangaat: burgers en bedrijven. Zo beëindigt het Rijk zijn rol bij nationale
landschappen, rijksbufferzones, binnenstedelijk bouwen, landsbrede
verstedelijkingsafspraken, sport- en recreatievoorzieningen.
Het Rijk vindt de stedelijke regio's rond de Mainports (Rotterdam en Amsterdam), de
Brainport, greenports en de valleys van nationaal belang (nationaal belang 1).
De gebiedsontwikkeling Brainport Avenue is van nationaal belang. In de SVIR wordt Brainport
Zuid-Oost Nederland beschouwd als de belangrijkste toptechnologieregio van ons land.Het
centrum van deze Brainport is gelegen in Eindhoven met o.a. High-tech systemen, medische
technologie en automotive als belangrijkste thema's. Daarnaast zijn Chemelot in
Sittard-Geleen als belangrijk chemie-cluster, het medische cluster in Maastricht en de
greenport Venlo als cluster van agro-food, tuinbouw en logistiek belangrijk.
3.2.2
Realisatie
Uitgangspunt bij het realiseren van de doelstellingen is een integrale, regionaal-specifieke
aanpak, waarmee investeringen en ander rijksinstrumentarium zo effectief en efficiënt mogelijk
ingezet kunnen worden. Dat vraagt om een gedegen afweging van alle relevante belangen en
goede afstemming en samenwerking tussen regio en Rijk. Over de rijksopgaven zullen op
basis van de MIRT-gebiedsagenda's afspraken worden gemaakt.
De SVIR kent een realisatieparagraaf, waarin per nationaal belang de aanpak is uitgewerkt op
basis van lopende en voorziene projecten. Het Rijk heeft voor de realisatie van de nationale
vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)
Gemeente Eindhoven
15
belangen de beschikking over de volgende vier instrumenten:
Kaders (gebiedsgerichte of thematische uitwerkingen van de SVIR, relevante wetgeving);
Bestuurlijke prestatieafspraken (bijvoorbeeld afspraken met provincies en gemeenten,
internationale afspraken met overheden in buurlanden);
Financieel (bijvoorbeeld Infrastructuurfonds, Deltafonds);
Kennis (bijvoorbeeld inzetten van het College van Rijksadviseurs bij ruimtelijke
ontwikkelingen, verspreiden van “best practices”).
Voor het juridisch borgen van de nationale belangen uit de SVIR heeft het Rijk, op basis van
de Wet ruimtelijke ordening (Wro), twee besluiten waarmee dat mogelijk is. Deze twee
besluiten zijn verschillend van aard (beleidsmatig versus procesmatig).
Het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro). Dit geeft de juridische kaders
die nodig zijn om het geldende ruimtelijk rijksbeleid te borgen.
Het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Het Bro stelt vanuit de rijksverantwoordelijkheid
voor een goed systeem van ruimtelijke ordening juridische kaders aan de processen van
ruimtelijke belangenafweging en besluitvorming bij de verschillende overheden. De ladder
van duurzame verstedelijking is inmiddels opgenomen in het Bro. (art. 3.1.6)
De ladder voor duurzame verstedelijking en de proceseisen voor goed ontwerp en
aandacht voor de waterhuishouding (watertoets), het milieu en het cultureel erfgoed zijn
allen geborgd in het Bro.
Nationaal belang 13 vraagt om een zorgvuldige afweging en transparante besluitvorming bij
alle ruimtelijke en infrastructurele besluiten. Dit moet met behulp van de ladder van duurzame
verstedelijking worden onderbouwd. Bij nieuwe ruimtelijke besluiten (kantoorlocaties,
woningbouwlocaties) moet in het bestemmingsplan worden gemotiveerd hoe een zorgvuldige
afweging is gemaakt van het ruimtegebruik. De ladder voor duurzame verstedelijking werkt
volgens drie stappen:
1. beoordeling door betrokken overheden of beoogde ontwikkeling voorziet in een regionale
en gemeentelijke behoefte voor bedrijventerreinen, kantoren, woningbouwlocaties,
detailhandel en andere stedelijke voorzieningen;
2. indien er een vraag is aangetoond, beoordeling door betrokken overheden of deze binnen
bestaand stedelijk gebied kan worden gerealiseerd door locaties voor herstructurering of
transformatie te benutten;
3. indien herstructurering of transformatie binnen bestaand stedelijk gebied onvoldoende
mogelijkheden biedt, beoordelen betrokken overheden of de ontwikkeling zo kan worden
gerealiseerd dat deze passend multimodaal ontsloten is of als zodanig wordt ontwikkeld.
3.2.3
Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro)
Naast de SVIR is er het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro), ook wel AMvB
Ruimte genoemd, van toepassing. Het besluit bevat regels ter borging van een beperkt aantal
nationale belangen. Het gaat onder meer over rijksbelangen over rijksvaarwegen, zones
buisleidingen, zones van hoogspanningsleidingen en defensieterreinen. Voor de regio
Eindhoven is de zone van de 380 Kv hoogspanningsleiding van toepassing. Dit is de
bestaande hoogspanningsleiding gelegen in Eindhoven Noord en (deels) Oost. Artikel 2.8.7
(bestemmingen hoogspanningsverbindingen) van het Barro is hierbij van toepassing.Verder
zijn de belangen van luchthaven Eindhoven geborgd. In het Barro en Rarro zijn algemene
regels gegeven voor het militaire luchtvaartterrein en voor het daarbij behorende
beperkingengebied. Onderhavig plangebied ligt niet binnen het beperkingengebied van de
luchthaven Eindhoven.
De begrenzing van de Ecologische hoofdstructuur (EHS) is een provinciaal belang geworden.
In het Barro is opgenomen dat de provinciale begrenzing van de EHS direct doorwerkt naar
het bestemmingsplan (zie ook Verordening ruimte).
16
vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)
Gemeente Eindhoven
3.2.4
Conclusie rijksbeleid
De ontwikkeling waar onderhavig bestemmingsplan in voorziet heeft betrekking op een
transformatie binnen bestaand stedelijk gebied. De leegstaande verouderde bedrijfsbebouwing
(meubelopslag) op het binnenterrein wordt gesloopt ten behoeve van vergroting van tuinen en
parkeermogelijkheden op eigen terrein voor aangrenzende woonpercelen. Bovendien worden
twee appartementen op de begane grond van het voormalige winkel/kantoorpand aan de
Begoniastraat 1B gelegaliseerd. De kwaliteit van de leefomgeving wordt door deze
ontwikkeling verbeterd. De toekomstige ontwikkelingen, zoals opgenomen in voorliggend
bestemmingsplan, passen binnen het rijksbeleid.
3.3
Provinciaal beleid
3.3.1
Structuurvisie
Op 19 maart 2014 is de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening 2014 in werking getreden. Deze
structuurvisie is een actualisatie van de visie die in 2010 werd vastgesteld. De structuurvisie is
opgebouwd uit twee delen (A en B) en een uitwerking.
Deel A
Deel A bevat de hoofdlijnen van het beleid. Hierin heeft de provincie haar belangen
gedefinieerd en ruimtelijke keuzes gemaakt. De ruimtelijke visie van de provincie bestaat op
hoofdlijnen uit een robuust en veerkrachtig natuur- en watersysteem, met aandacht voor
hoogwaterbescherming, droogte en biodiversiteit. Een multifunctioneel landelijk gebied, waar
de functies landbouw, recreatie en natuur in relatie tot elkaar ruimte krijgen. En een gevarieerd
en aantrekkelijk stedelijk gebied met sterke steden, groene geledingszones en
uitloopgebieden (intensieve recreatie, stadslandbouw). Met aandacht voor sterke regionale
economische clusters, (inter)nationale bereikbaarheid en knooppuntontwikkeling (zowel in de
centra als aan de randen van de steden).De provincie realiseert haar doelen door regionaal
samen te werken, te ontwikkelen, te beschermen en te stimuleren.
Deel B
De ruimtelijke belangen en keuzes zijn in vier ruimtelijke structuren geordend. Deze vier
ruimtelijke structuren worden in deel B beschreven en zijn:
1. de groenblauwe structuur
De groenblauwe structuur bestaat uit bestaande natuur, watersystemen en nieuwe natuur in
hiervoor kansrijke gebieden. Het behoud en de ontwikkeling van natuurwaarden is hier
belangrijk. Daarnaast biedt de groenblauwe structuur ruimte aan een natuurlijk en robuust
watersysteem. Dit is nodig voor een goed waterbeheer en biedt mogelijkheden om in te
spelen op de effecten van klimaatverandering.
2. het landelijk gebied
Het landelijk gebied ligt buiten de groenblauwe structuur en de stedelijke structuur. Het
landelijk gebied biedt een multifunctionele gebruiksruimte voor land- en tuinbouw, natuur,
water, recreatie, toerisme en kleinschalige stedelijke functies. Land- en tuinbouw zijn de
grootste ruimtegebruikers. De provincie streeft hier naar een multifunctionele gebruiksruimte,
met behoud van agrarische productieruimte in die delen van het landelijk gebied waar de
landbouw leidend is voor nieuwe ontwikkelingen.
3. de stedelijke structuur
De stedelijke structuur bestaat uit de steden en dorpen in Noord-Brabant. De provincie kiest
hier voor twee perspectieven. Ten eerste stedelijke concentratiegebieden waar de groei van de
verstedelijking wordt opgevangen. De provincie wil de verstedelijking op goed ontsloten
plekken concentreren en de groene ruimte tussen steden open houden. Ten tweede kernen in
het landelijk gebied die zoveel mogelijk worden ontzien van verdere verstedelijking. Alleen de
vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)
Gemeente Eindhoven
17
eigen verstedelijkingsbehoefte wordt daar opgevangen.
4. de infrastructuur
Het infrastructuurnetwerk bestaat uit een fijnmazig en samenhangend netwerk van wegen,
spoorlijnen, vaarwegen, luchthavens en buisleidingen. De Brabantse infrastructuur maakt deel
uit van het internationale netwerk van infrastructuur in Noordwest Europa. De provincie kiest
hier voor een goede bereikbaarheid van BrabantStad en de economische clusters van
Noord-Brabant. Voor het personenvervoer zijn het hoofdwegennet en het OV-netwerk
BrabantStad de dragers. Het goederenvervoer wordt zoveel mogelijk via de te ontwikkelen
Goederenruit (spoor en waterwegen) geleid. Zo wordt ruimte gemaakt voor het versterken van
de (inter)nationale ontsluiting (weg, water, spoor en lucht) van de Brabantse steden.
Uitwerking structuurvisie
De provincie heeft geen aparte ruimtelijke visie op het landschap ontwikkeld, maar geeft haar
visie op het landschap vorm in de zogenaamde 'gebiedspaspoorten'. Daarin beschrijft de
provincie welke landschapskenmerken zij op regionaal niveau van belang vindt en hoe deze
kunnen worden versterkt. Er zijn ook deelstructuurvisies opgesteld voor specifieke
onderwerpen. Zo is voor het gebied ten oosten van Eindhoven de deelstructuurvisie Brainport
Oost opgesteld. Deze bevat keuzes voor wonen, werken en bereikbaarheid ten oosten van
Eindhoven.
Eindhoven vormt samen met de provincie en met de steden Breda, Helmond,
's-Hertogenbosch en Tilburg het stedelijk netwerk BrabantStad. Dit samenwerkingsverband
vervult een voortrekkersrol bij de ruimtelijke en economische ontwikkeling van Noord-Brabant.
Sterke steden zijn een voorwaarde voor de toekomst van Noord-Brabant. Vooral in deze
steden is de dynamiek van Noord-Brabant goed zichtbaar. De provincie ziet deze steden als
het brandpunt van de verstedelijking. Hier wordt geïnvesteerd in de binnensteden
(stationsgebieden, kanaal- en snelwegzones) en worden hoogstedelijke functies, zoals
bovenregionale voorzieningen, geconcentreerd. Daardoor wordt de centrale positie van de
steden versterkt en het draagvlak voor hoogwaardig openbaar vervoer en stedelijke- en
culturele voorzieningen op peil gehouden. Dat draagt bij een hoogwaardig leef- en
vestigingsklimaat in Noord-Brabant.
3.3.2
Verordening ruimte
Provinciale Staten van Noord-Brabant heeft op 7 februari 2014 de 'Verordening Ruimte 2014'
vastgesteld. Hierin staan regels waarmee een gemeente rekening moet houden bij het
ontwikkelen van bestemmingsplannen. Door deze regels weten de gemeenten al in een vroeg
stadium waar ze aan toe zijn. De provincie stelt algemene regels die voor heel Brabant
gelden, maar verdeeld het grondgebied ook in vier structuren waarvoor apart beleid geldt.
Algemene regels
In de verordening zijn algemene regels opgenomen die altijd en voor heel Brabant gelden.
Deze regels hebben betrekking op zorgvuldig ruimtegebruik en op het bevorderen van de
ruimtelijke kwaliteit van Brabant. In het algemeen houdt dit in dat gebruikers van een gebied
rekening houden met het karakter, de grootte en de functie ervan. Er kan onderscheid worden
gemaakt tussen belevingswaarde, toekomstwaarde en gebruikswaarde. Het doel van
zorgvuldig ruimtegebruik is om bestaand bebouwd gebied zo goed mogelijk te benutten. Pas
als dat niet kan, wordt gezocht naar de beste plek in het buitengebied om nieuwe ruimte te
gebruiken. Daarnaast wil de provincie verouderde locaties in stedelijk gebied opnieuw invullen
en ongewenste functies in het buitengebied saneren.
Structuren (hoofdkaart)
Verder onderscheidt de verordening de volgende vier structuren:
stedelijke structuur
ecologische hoofdstructuur
groenblauwe mantel
gemengd landelijk gebied
18
vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)
Gemeente Eindhoven
Deze structuren zijn gekoppeld aan de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening en zijn Brabant
dekkend. Elk ruimtelijke oppervlak van Brabant valt onder één van deze structuren. Per
structuur is uitgewerkt welke functies, en onder welke voorwaarden, ontwikkeld kunnen
worden. De vier structuren staan op de hoofdkaart van de verordening.
Themakaarten
Naast de hoofdkaart zijn er vijf themakaarten opgenomen in de verordening ruimte. Voor
onderhavig plangebied is de themakaart stedelijke ontwikkeling van belang.
Themakaart stedelijke ontwikkeling
Op deze themakaart staan het bestaand stedelijk gebied, zoekgebied voor stedelijke
ontwikkeling, integratie stad-land en de regionale bedrijventerreinen. Het plangebied is
aangeduid als 'Bestaand stedelijk gebied-stedelijk concentratiegebied'. Het provinciale beleid
is er al decennia lang op gericht om stedelijke ontwikkeling in stedelijke concentratiegebieden
te bundelen. Het doel daarvan is om voldoende draagvlak voor de steden als economische en
culturele motor te creëren en om het dichtslibben van het landelijk gebied tegen te gaan. Op
provinciale schaal betekent dit dat het merendeel van de woningbouw, de bedrijventerreinen,
voorzieningen en bijbehorende infrastructuur moet plaatsvinden in of aansluitend op de
stedelijke concentratiegebieden. Binnen het bestaand stedelijke gebied is de gemeente in het
algemeen vrij om te voorzien in stedelijke ontwikkeling.
Themakaart water
Op deze themakaart staan de structuren en aanduidingen die betrekking hebben op water.
Het plangebied is aangeduid als 'Boringsvrije zone'. Binnen deze zone geldt de minst strikte
vorm van bescherming, namelijk behoud van de beschermende kleilaag in de bodem. In de
Provinciale Milieuverordening zijn regels opgenomen ter bescherming van deze kleilaag. De
aanduiding 'milieuzone - boringsvrije zone' op de verbeelding van dit bestemmingsplan heeft
uitsluitend een signalerende functie.
3.3.3
Conclusie provinciaal beleid
De ontwikkeling waar onderhavig bestemmingsplan in voorziet heeft betrekking op een
transformatie binnen bestaand stedelijk gebied. Dit past binnen het provinciale beleid.
3.4
Gemeentelijk beleid
3.4.1
Ruimtelijke ontwikkeling
Voorliggend bestemmingsplan behelst enerzijds de legalisatie van twee appartementen op de
begane grond in een voormalig winkel/kantoorpand aan de Begoniastraat 1B. In het pandje
bevinden zich reeds meer dan 10 jaar twee appartementen. De bovenwoning was altijd
aanwezig; de winkel op de begane grond is verbouwd tot woning. Deze situatie wordt met
voorliggend bestemmingsplan gelegaliseerd. Anderzijds behelst dit plan het leegmaken van
het perceel op het binnenterrein ten behoeve van vergroting van de tuin en
parkeermogelijkheden op eigen terrein voor de aanwonenden (Roostenlaan 84 t/m 100G en
Geraniumstraat 1 t/m 27).
Gelet op het karakter van de omgeving is er stedenbouwkundig geen bezwaar tegen het
wijzigen van de bestemming 'Detailhandel' in een woonbestemming.
Het opschonen van het achterterrein is stedenbouwkundig gezien eveneens toe te juichen. De
vrijkomende ruimte kan deels worden toegevoegd aan de achtertuinen van de aanwonende
bewoners aan de Roostenlaan, waarvan er 18 desgewenst een garagebox of carport kunnen
plaatsen. De 13 aanwonende bewoners aan de Geraniumstraat krijgen eveneens de optie om
de auto op eigen terrein te stallen via deze open ruimte. Deze woningen beschikken nu over
een vrij diepe achtertuin. In totaal betreft het dus 31 mogelijke parkeerplaatsen op eigen erf.
vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)
Gemeente Eindhoven
19
Niet iedereen zal hiervan gebruik willen maken, maar verwacht mag worden dat een 10 à 20
auto's zo uit het straatbeeld kunnen verdwijnen. Dit is uiteraard een belangrijke
stedenbouwkundige verbetering van het woon- en leefklimaat in de buurt en voor het
straatbeeld. Er is sprake van een vergroening van het binnenterrein en van vergroting van (de
gebruiksmogelijkheden van) de tuinen van de aanwonenden.
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt worden deze ontwikkelingen positief beoordeeld.
3.4.2
Interimstructuurvisie 2009
In december 2009 is de Interimstructuurvisie 2009 door de gemeenteraad vastgesteld. Met de
Interimstructuurvisie 2009 geeft de gemeenteraad invulling aan de ambitie om Eindhoven door
te ontwikkelen in zijn kwalitatief hoogwaardige combinatie van wonen, werken en groen. De
nadruk ligt daarbij ook op leefbaarheid en bereikbaarheid. Als kerngemeente van Brainport
Zuidoost Brabant stuurt Eindhoven aan op het bieden van ruimte aan een krachtige
ontwikkeling van deze economische kernzone, een hoge kwaliteit van de leefomgeving en
aandacht voor sociale betrokkenheid en ondernemend burgerschap tot op buurtniveau. Op
deze wijze geeft de raad invulling aan het begrip duurzame ruimtelijke kwaliteit. Het
bestemmingsplangebied ligt buiten een transformatiegebied zoals opgenomen in deze
interimstructuurvisie.
3.4.2.1 Buiten transformatiegebied
De Interimstructuurvisie is het resultaat van de integratie van de ruimtelijk relevante
raadsprogramma's die tot medio 2009 zijn vastgesteld. Dit is onder andere verbeeld in een
kaart die inzicht biedt in de verdeling van het actuele en gewenste grondgebruik.
Figuur: Gebruik van de ruimte Interimstructuurvisie Eindhoven
Onderhavig plangebied is op de op de kaart 'Gebruik van de ruimte' uit de Interimstructuurvisie
aangeduid als 'wonen'. Deze gronden zijn voornamelijk bedoeld voor wonen, inclusief alle
afgeleide wijk- en buurtgerichte functies op het gebied van (middelbaar-/ basis-)onderwijs,
20
vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)
Gemeente Eindhoven
zorg, opvang, cultuur, religieuze voorzieningen, ontspanning en vrije tijd, groen (o.a. buurt- en
wijkparken, sportfaciliteiten en –velden, buurtontmoetingsruimten), detailhandel en werken
(woonwerkcombinaties en kleine bedrijven met milieucategorie 1, 2 en gedeeltelijk 3). Deze
functies zijn noodzakelijk voor het functioneren van een gebied als woongebied. Zij vallen dus
onder deze definitie en worden niet afzonderlijk in beeld gebracht, mede omdat hun
ruimtebeslag relatief beperkt is.
3.5
Archeologische en cultuurhistorische waarden
3.5.1
Archeologie
De gemeente Eindhoven heeft eigen archeologiebeleid, als uitwerking van het nationale en
provinciale beleid. Dit beleid staat in het 'Beleidsplan archeologisch 2008-2012', dat de raad in
september 2008 heeft vastgesteld. De gemeente neemt de verantwoordelijkheid voor het
bodemarchief zelf ter hand door te investeren in kerntaken en opbouw van expertise.
De gemeente kent archeologische waarden daterend uit de prehistorie en de Romeinse tijd.
Het gemeentelijk bodemarchief herbergt tevens fundamentele gegevens over de geschiedenis
van stad en platteland gedurende en na de middeleeuwen. Deze gegevens zijn van groot
belang voor de reconstructie van het verleden, temeer omdat archivalische bronnen in
Eindhoven nagenoeg ontbreken.
De archeologische gebieden binnen de gemeente Eindhoven staan aangegeven op de
gemeentelijke archeologische waardenkaart, onderdeel van de gemeentelijke
cultuurhistorische waardenkaart. Het beleid is om bij ruimtelijke ontwikkelingen rekening te
houden met de archeologische waarden en verwachtingen in de ondergrond en daarbij uit te
gaan van de gemeentelijke archeologische waardenkaart. Voor onderhavig plangebied staan
geen archeologische waarden aangegeven. Bovendien hoeven geen bodemwerkzaamheden
uitgevoerd te worden omdat sprake van legalisatie van een bestaande situatie. Daarnaast
wordt een binnenterrein waarop reeds bebouwing aanwezig is (waarmee de grond reeds is
geroerd), in gebruik genomen voor parkeervoorzieningen. Eventueel aanwezige archeologische
waarden worden daardoor niet geschaad. Het aspect archeologie vormt geen belemmering
voor doorgang van dit plan.
3.5.2
Cultuurhistorische waarden
Op 18 maart 2008 is de cultuurhistorische waardenkaart van Eindhoven vastgesteld. De kaart
is op grond van de Erfgoedverordening 2010 een toetsingskader om bij ruimtelijke
ontwikkelingen in de stad rekening te kunnen houden met cultuurhistorische waarden. Op de
cultuurhistorische waardenkaart is de Gerardusbuurt, waarin onderhavig plangebied ligt,
aangemerkt met 'historisch stedenbouwkundige structuur'. Voorliggend bestemmingsplan
legaliseert een bestaande situatie. Daarnaast wordt een binnenterrein in gebruik genomen als
parkeervoorziening. Hiermee wordt de bestaande waardevolle stedenbouwkundige structuur
niet aangetast. Het aspect cultuurhistorie vormt daarmee geen belemmering voor doorgang
van dit plan.
vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)
Gemeente Eindhoven
21
3.6
Verkeer en parkeren
Het plan voorziet in een bestemmingswijziging die de feitelijk bestaande situatie legaliseert.
Voor de parkeerbalans in de straat maakt dit dus geen verschil. Een grote verbetering
ontstaat echter door het realiseren van mogelijkheden voor parkeren op het binnenterrein. Hier
kunnen maximaal 31 parkeerplaatsen worden gerealiseerd. Het is niet te verwachten dat deze
allemaal daadwerkelijk aangelegd en gebruikt zullen worden. Indien 10 à 20 parkeerplaatsen
wel effectief worden gebruikt, dan kunnen 8 tot 18 auto's uit het straatbeeld verdwijnen,
hetgeen een enorme verbetering van de parkeerbalans inhoudt.
22
vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)
Gemeente Eindhoven
Omdat de toegangspoort tot het gebied vrij smal is, worden voorzieningen aangebracht in de
vorm van waarschuwingslichten, snelheidsremmende maatregelen en transparantie. Dit is
gebeurd in overleg met de gemeente.
vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)
Gemeente Eindhoven
23
3.7
Groen
3.7.1
Groenbeleidsplan
Het Groenbeleidsplan 2001, zoals op 5 november 2001 is vastgesteld door de gemeenteraad,
heeft als doel het duurzaam veilig stellen en ontwikkelen van een kwalitatief hoogwaardige
groenstructuur met de daarin passende functies. Onder de groenstructuur wordt verstaan: het
stelsel van terreinen en/of elementen met ecologische, waterhuishoudkundige, recreatieve
en/of ruimtelijk structurerende betekenis.
Behoud van het bestaande groen is het uitgangspunt, evenals het (door)ontwikkelen van de
groene kwaliteiten waar nodig. Het Groenbeleidsplan geeft in een kaart met zes ruimtelijke
strategieën de kaders voor de ruimtelijke ontwikkeling in relatie tot groen.
Figuur: Groen en recreatievoorzieningen
Onderhavig plangebied is in de kaart 'Groen en recreatievoorzieningen' uit het
Groenbeleidsplan aangeduid als 'Stad, rood beeldbepalend'. In dit gebied wordt als
ordeningsprincipe de volgende strategie aangehouden:
Strategie 1: Stad, rood beeldbepalend
In deze gebieden heeft groen een ondersteunende functie aan de stedelijke identiteit
('aankledingsgroen') of een recreatieve functie voor de woonomgeving (parken). Het beleid is
gericht op behoud en ontwikkelen van deze groene elementen of functies. Het oppervlak groen
binnen deze categorie zou niet verder af moeten nemen. Binnen de aangeduide groenarme
buurten wordt gestreefd naar uitbreiding van het groenareaal.
24
vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)
Gemeente Eindhoven
3.7.2
Bomenbeleidsplan 2008: Ruimte voor bomen
Het Bomenbeleidsplan 2008 'Ruimte voor bomen' is in april 2008 door de raad vastgesteld .
Doel van het bomenbeleidsplan is het ontwikkelen van een kwalitatief hoogwaardig
bomenbestand dat een duurzame bijdrage levert aan de ruimtelijke kwaliteit en het groene
imago van Eindhoven. Het Bomenbeleidsplan vormt een bindend kader tot 2020. Het is een
strategisch beleidskader voor de instandhouding en versterking van de Eindhovense
boomstructuur.
In de bijlage van het bomenbeleidsplan wordt het beleid ten aanzien van bomen op strategisch
niveau uitgewerkt. Aandacht wordt onder meer besteed aan de bomenstructuur op
gemeentelijk niveau en de cultuurhistorische structuur. Voor concrete projecten wordt
aangegeven hoe door middel van een Quickscan Bomen en een eventuele
boomeffectrapportage bepaald kan worden of er belemmerende factoren zijn voor bomen
binnen de projectgrenzen en 10 meter daar buiten.
Conclusie: Het plan voorziet in het weghalen van oude bedrijfsbebouwing ten behoeve van
uitbreiding van de tuinen en van parkeervoorzieningen. Per saldo wordt het gebied groener.
Binnen het plangebied zijn geen waardevolle gemeentelijke of particuliere bomen aanwezig.
Het plan is dus in overeenstemming met het gemeentelijke groenbeleid.
3.8
Detailhandel
De detailhandelsnota "Ten minste houdbaar tot 2010" is op 19 december 2006 door de
gemeenteraad vastgesteld. Deze bevat het detailhandelbeleid voor de gemeente Eindhoven en
vormt een toetsingskader voor de beoordeling van nieuwe ontwikkelingen op
detailhandelsgebied.
In de detailhandelsnota wordt onderhavig plangebied niet specifiek genoemd als
winkelcentrum en het behoort niet tot een winkelconcentratie in stadsdeel Stratum.
Voorliggend plangebied had in het voormalige bestemmingsplan ('Stratum buiten de Ring
2004') de bestemming 'Detailhandel'. Als gevolg van de gewenste ontwikkeling komt deze
bestemming te vervallen. Dit is niet strijdig met het uitgangspunt van de detailhandelsnota om
wijkwinkelcentra te realiseren in Stratum omdat het plangebied niet aan één van de mogelijke
locaties voor deze centra ligt.
3.9
Kantoren
De Kantorennota is op 12 december 2005 door de gemeenteraad vastgesteld. De
kantorennota biedt inzage in de visie van de gemeente Eindhoven op de kantoorontwikkelingen in Eindhoven. De Kantorenstrategie 2012-2020 is niet langer (alleen)
gebaseerd op het voeren van regie op de nieuwbouw kantorenmarkt. Juist op de bestaande
markt zijn maatregelen nodig om deze gezonder te maken. Dat vraagt enerzijds om een
positieve en actieve grondhouding van gebouweigenaren. Anderzijds is er vaak nog een
(andere) vastgoedpartij nodig die op creatieve wijze met de leegstand aan de slag wil gaan.
De gemeente Eindhoven speelt daarbij in toenemende mate een stimulerende en faciliterende
rol. De Eindhovense werkwijze zal ook verder vorm moeten krijgen door afstemming met de
andere ‘kantoorgemeenten’ in de stedelijke regio.
In het nieuwe beleid wordt niet alleen op nieuwbouw gestuurd, maar ook op de bestaande
kantorenmarkt. De focus ligt daarbij op het terugdringen van kantorenleegstand in bestaande
gebouwen. Met deze aanpak hoopt het college vraag en aanbod op de Eindhovense
kantorenmarkt in kwantitatieve én kwalitatieve zin beter op elkaar af te stemmen, zodat een
goede balans ontstaat met toekomstbestendige locaties, die bijdragen aan de realisatie van
vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)
Gemeente Eindhoven
25
de Brainport-ambities van stad en regio. Het is een logisch vervolg op eerder ingezet beleid,
zoals de Prioriteitennota 2011 – 2014 en het bevriezen van 100.000 m² nieuwbouw
kantoorruimte op de locatie Land Forum.
Binnen Eindhoven worden drie afzonderlijke nieuwbouw kantorenmilieus onderscheiden, te
weten Stationsgebied/centrum, Centrumschilmilieu (o.a. Strijp-S) en snelwegmilieu (o.a.
Flight Forum). Deze verschillende kantorenmilieus voorzien in een specifieke en
onderscheidende behoefte. Het is belangrijk om deze onderscheidende kwaliteiten de
komende jaren verder uit te bouwen. Het is daarnaast belangrijk dat ongebreidelde groei van
de kantorenvoorraad, door toevoeging van niet duurzame/toekomstbestendige m² nieuwbouw,
wordt voorkomen. Kantoorgebruikers die op zoek zijn naar nieuwe huisvesting worden daarom
bij voorkeur bediend op de bestaande kantorenmarkt. Nieuwbouw van kantoren, op
geprioriteerde locaties en middels toekomstbestendige gebouwen, blijft echter belangrijk voor
de Brainport-ambities van onze stad.
De voorgenomen ontwikkeling voorziet in woningen op een locatie waar momenteel
detailhandel is toegestaan, waardoor voornoemd beleid verder niet van toepassing is.
3.10
Kabels, leidingen en straalpaden
Er bevinden zich geen planologisch relevante kabels of –leidingen of straalpaden binnen of in
de nabijheid van het plangebied. Een nadere beoordeling kan derhalve buiten beschouwing
worden gelaten.
26
vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)
Gemeente Eindhoven
Hoofdstuk 4
4.1
Milieuparagraaf
Bedrijven en milieuzonering
Op basis van milieuzonering wordt bepaald welke categorieën bedrijfsvestigingen en/of
inrichtingen mogelijk kunnen worden gemaakt. Dit houdt in dat er een voldoende ruimtelijke
scheiding aanwezig moet zijn tussen milieubelastende bedrijven en/of inrichtingen en
woongebieden. Hoe zwaarder de toegestane milieucategorie, hoe groter de afstand.
Bij het bepalen van deze afstand wordt gebruik gemaakt van de VNG - brochure 'Bedrijven en
milieuzonering', editie 2009.
Voorliggend bestemmingsplan heeft betrekking op legalisatie van twee appartementen in een
voormalig winkel- en kantoorpand. De bestemming detailhandel komt te vervallen ten gunste
van woningen. Hiermee wordt de leefbaarheid in de omgeving van het plangebied verbeterd.
In de omgeving van het plangebied is diverse (lichte) bedrijvigheid terug te vinden. Op basis
van de bovengenoemde VNG uitgave kan deze in zijn algemeenheid gecategoriseerd worden
als milieucategorie 1 of 2. Voor gemengd gebied geldt hiervoor een maximale richtafstand van
10 meter. Binnen 10 meter van het plangebied liggen geen functies die hinder veroorzaken.
Bestaande milieubelastende activiteiten zijn daarom niet van invloed op het plangebied.
Daarnaast wordt door onderhavige ontwikkeling de bedrijfsvoering van omliggende bedrijven
niet verder beperkt dan in de bestaande situatie reeds het geval is. Het aspect bedrijven en
milieuzonering vormt geen belemmering voor doorgang van deze ontwikkeling.
4.2
Geluid
De normstelling voor geluid is geregeld in de Wet geluidhinder, de Wet milieubeheer en de
Wet luchtvaart. Het betreft normen voor industrielawaai, weg- en railverkeerslawaai en
luchtvaartlawaai. De normstelling heeft tot doel nieuwe geluidhindersituaties en daarmee
gezondheidsschade te voorkomen. Om dit doel te bereiken worden zones gedefinieerd,
waarbinnen plannen met geluidgevoelige bestemmingen moeten worden getoetst aan de
normen.
In het voorliggende plan vormt de bestemming 'Wonen' een geluidgevoelige bestemming. Het
plangebied ligt niet binnen een geluidszone van een industrieterrein, spoorweg of vliegveld.
Het plangebied ligt aan de Begoniastraat. Deze straat heeft net als andere wegen in de
directe omgeving van het plangebied een 30 km/uur regime. Deze wegen kennen geen
onderzoekszone. Daarom is een akoestisch onderzoek niet noodzakelijk. Het aspect geluid
vormt geen belemmering voor doorgang van onderhavige ontwikkeling.
vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)
Gemeente Eindhoven
27
4.3
Luchtkwaliteit
4.3.1
Wet luchtkwaliteit
De Wet luchtkwaliteit is op 15 november 2007 in werking getreden (Stb. 2007, nr. 434) en is
gewijzigd op 12 maart 2009 (Stb., nr. 158). De wet vervangt het Besluit luchtkwaliteit 2005.
Met de Wet luchtkwaliteit wordt de wijziging van de Wet milieubeheer (m.n. hoofdstuk 5,
onder titel 5.2) op het gebied van luchtkwaliteitseisen bedoeld. De aanleiding hiervan is de
maatschappelijke discussie die ontstaan is als gevolg van de directe koppeling tussen
ruimtelijke ordeningsprojecten en luchtkwaliteit. De directe koppeling had tot gevolg dat veel
geplande (en als noodzakelijk of gewenst ervaren) projecten geen doorgang konden vinden in
overschrijdingsgebieden. Bovendien moest voor ieder klein project met betrekking tot
luchtkwaliteit een uitgebreide toets gedaan worden. Met de nieuwe Wet luchtkwaliteit en
bijbehorende bepalingen en hulpmiddelen, wil de overheid zowel de verbetering van de
luchtkwaliteit bewerkstelligen als ook de gewenste ontwikkelingen in ruimtelijke ordening
doorgang laten vinden.
De Wet luchtkwaliteit voorziet onder meer in een gebiedgerichte aanpak van de luchtkwaliteit
via het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Het Rijk, provincies en
gemeenten werken in het NSL-programma samen aan maatregelen om de luchtkwaliteit te
verbeteren tot de normen, ook in gebieden waar nu de normen voor luchtkwaliteit niet worden
gehaald (overschrijdingsgebieden). De programma-aanpak zorgt voor een flexibele koppeling
tussen ruimtelijke activiteiten en milieugevolgen.
De Nederlandse overheid heeft de EU verzocht om verlenging van de termijn (derogatie)
waarbinnen de luchtkwaliteitseisen gerealiseerd moeten zijn. Op 7 april 2009 heeft de
Europese Commissie hiermee ingestemd. Tot 1 januari 2015 geldt een tijdelijk verhoogde
grenswaarden voor NO2 : een jaargemiddelde van 60 microgram/m3.
Het NSL is per 1 augustus 2009 van kracht geworden. Hierdoor zijn onder andere de
uitvoeringsregels rond saldering verruimd en is de definitie van 'niet in betekenende mate'
(NIBM) verlegd naar 3% van de grenswaarde. Een project draagt 'niet in betekende mate' bij
aan de luchtverontreiniging als de 3% grens niet wordt overschreden. De 3% grens is
gedefinieerd als 3% van de grenswaarde voor de jaargemiddelde concentratie van fijn stof
(PM10) of stikstofdioxide (NO2). Voor beide stoffen bedraagt de grenswaarde voor het
jaargemiddelde 40 microgram/m3. Dit komt overeen met 1,2 microgram/m3 voor zowel PM10
als NO2.
In artikel 4 van het 'Besluit niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen)' en de
bijlagen van de 'Regeling niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen)' is voor
bepaalde categorieën projecten met getalsmatige grenzen vastgesteld dat deze 'niet in
betekenende mate' bijdragen aan de luchtverontreiniging. Deze mogen zonder toetsing aan de
grenswaarden voor luchtkwaliteit uitgevoerd worden. Dit geldt o.a. voor woningbouwlocaties
die niet meer dan 1500 nieuwe woningen omvatten in de situatie met 1 ontsluitingsweg of niet
meer dan 3000 nieuwe woningen omvatten in de situatie met 2 ontsluitingswegen. Voor
nieuwe kantoorlocaties die niet meer dan 100.000 m2 bruto vloeroppervlakte (van alle
binnenruimten) omvatten bij minimaal 1 ontsluitingsweg of niet meer dan 200.000 m2 bruto
vloeroppervlakte bij minimaal 2 ontsluitingswegen met een gelijkmatige verkeersverdeling.
Wanneer projecten wel in betekenende mate bijdrage aan de luchtkwaliteit dient
luchtonderzoek uitgevoerd te worden, waarbij getoetst wordt aan de normen.
Kort samengevat dienen nieuwe plannen te worden beoordeeld op basis van de Wet
luchtkwaliteit c.q. artikel 5.16 van de Wet milieubeheer. Luchtkwaliteitseisen vormen onder de
nieuwe Wet luchtkwaliteit geen belemmering voor ruimtelijke ontwikkelingen als:
er geen sprake is van een feitelijke of dreigende overschrijding van een grenswaarde;
een project, al dan niet per saldo, niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit leidt;
een project 'niet in betekenende mate' bijdraagt aan de luchtverontreiniging;
28
vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)
Gemeente Eindhoven
een project is opgenomen in een regionaal programma van maatregelen of in het NSL, dat
in werking treedt nadat de EU derogatie heeft verleend.
In het kader van onderhavig bestemmingsplan wordt de bestaande situatie van twee
appartementen in een voormalig winkel- en kantoorpand gelegaliseerd/gerealiseerd. Dit past
ruim binnen de grens van 1.500 woningen waardoor dit plan aangemerkt kan worden als 'niet
in betekenende mate'. Het aspect luchtkwaliteit vormt derhalve geen belemmering voor de
doorgang van deze legalisatie.
4.4
Externe veiligheid
Externe veiligheid gaat over het beperken en beheersen van risico's en effecten van
calamiteiten, en over het bevorderen van de veiligheid van personen in de omgeving van
activiteiten (bedrijven en transport) met gevaarlijke stoffen. Dat gebeurt door te voorkomen dat
te dicht bij gevoelige bestemmingen activiteiten met gevaarlijke stoffen plaatsvinden, door de
zelfredzaamheid te bevorderen en door de calamiteitenbestrijding te optimaliseren.
In deze paragraaf wordt ingegaan op externe veiligheid in relatie tot verschillende risicovolle
bronnen en/of objecten in en nabij het plangebied. Eerst wordt het wettelijk kader op nationaal
niveau beschreven, daarna het gemeentelijk beleid en vervolgens overige wet- en regelgeving
die voor het plangebied relevant is. Tot slot wordt het groepsrisico verantwoord.
4.4.1
Wettelijk kader
Op nationaal niveau zijn verschillende wetten en regels ten aanzien van externe veiligheid.
Voor bedrijven geldt het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi; oktober 2004). Ten
aanzien van transport is de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (Rnvgs) van
toepassing. Voor buisleidingen moet worden getoetst aan het Besluit externe veiligheid
buisleidingen (Bevb; januari 2011). Bij externe veiligheid wordt onderscheid gemaakt tussen
Plaatsgebonden risico en Groepsrisico.
Plaatsgebonden Risico (PR)
Dit is een maat voor de kans dat iemand dodelijk getroffen kan worden door een calamiteit
met een gevaarlijke stof. De gestelde norm is een ten minste in acht te nemen grenswaarde
(PR 10-6/jr) die niet mag worden overschreden ten aanzien van 'kwetsbare objecten', alsmede
een zoveel mogelijk te bereiken richtwaarde (PR 10-6/jr) ten aanzien van 'beperkt kwetsbare
objecten';
Groepsrisico (GR)
Dit is een maat voor de kans dat een grotere groep tegelijkertijd dodelijk getroffen kan worden
door een calamiteit met gevaarlijke stoffen. Voor het groepsrisico geldt een
verantwoordingsplicht.
Voorliggend plangebied ligt ten dele binnen het invloedsgebied (200 meter) van de
Leenderweg. Er zijn verder geen andere risicobronnen relevant.
vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)
Gemeente Eindhoven
29
4.4.2
Gemeentelijk beleid: Visie Externe Veiligheid
De gemeenteraad van Eindhoven heeft de Visie Externe Veiligheid: 'Risico's de maat
genomen' op 19 mei 2009 vastgesteld. Met deze visie wordt richting en uitwerking gegeven
aan een verantwoord veilige, integrale invulling van duurzame ruimtelijke ontwikkeling passend
binnen de Brainportontwikkelingen en het Programma Brabant veiliger. De visie geeft onder
andere aan waar ruimte bestaat voor nieuwe risicovolle bedrijvigheid en onder welke
veiligheidsverhogende condities dat mogelijk is. Tevens staat in de visie waar in de stad
geïnvesteerd dient te worden in een beter niveau van beheersbaarheid. Tot slot beschrijft de
visie waar de veiligheid in de bestaande woonomgeving door het 'aanpakken' van bestaande
knelpunten kan worden verbeterd.
4.4.3
Groepsverantwoording
Op de lokale vervoersaders door de stad vinden ook transporten plaats van gevaarlijke stoffen.
Onderhavig bestemmingsplan ligt binnen het invloedsgebied van de Leenderweg (op circa 180
meter). Er is in 2010 een onderzoek uitgevoerd naar de externe veiligheidsrisico's van
bulktransport over gemeentelijke wegen binnen Eindhoven (“Transport Gevaarlijke stoffen door
de Gemeente Eindhoven": SRE Milieudienst, d.d. 25 oktober 2010, Rapportnr.
491815-491816). Uit het rapport blijkt dat er voor gemeentelijke wegen geen plaatsgebonden
risico wordt berekend. Verder is het aantal transporten zo laag dat het groepsrisico ruim
onder de oriëntatiewaarde ligt. Op basis van de gebleken zeer beperkte risico's als gevolg van
transport over de lokale wegen kan het afwegingskader rondom de lokale wegen
vereenvoudigd worden toegepast.
Bij ruimtelijke ontwikkelingen van beperkte omvang langs lokale wegen is een standaard
beleidskader van toepassing voor de verantwoording van het groepsrisico in een zone van 0 tot
200 meter. In dit kader wordt onder een ruimtelijke ontwikkeling van beperkte omvang verstaan
de uitbreiding, verbouwing of nieuwbouw van minder dan 50 woningen waarbij deze woningen
niet bedoeld zijn voor een specifieke hulpbehoevende of minderjarige doelgroep.
Op basis van bovenstaand beleid kan voor voorliggend bestemmingsplan een standaard
verantwoording van het groepsrisico plaatsvinden omdat er minder dan 50 woningen worden
ontwikkeld binnen de zone van 0 tot 200 meter langs een lokale weg. Voor de berekening van
het groepsrisico mag er van worden uitgegaan dat in de dagperiode een afname is van het
aantal personen (van circa 3 personen (1 persoon per 30 m2) naar 1,2 personen (woning). Het
aantal personen neemt in de nachtperiode toe met 2,4 personen (woning).
Binnen de zone van 0 tot 200 meter zijn de blootstelling aan brandbare gassen (BLEVE) en
toxische gassen de bepalende scenario's. Uitgaande van de diverse elementen van de
verantwoordingsplicht leidt dit tot het volgende standaard externe veiligheidsadvies:
De "Beleidsregels bluswatervoorzieningen en bereikbaarheid gemeente Eindhoven" zijn
van toepassing.
De ontvluchtingsrichting vanuit het bouwwerk moet van de risicobron af gericht zijn.
Eigenaren van bouwwerken moeten, indien van toepassing, ontruimingsafspraken maken
met de gebruikers daarvan.
Er is geen specifiek verzoek om advies van de Veiligheidsregio noodzakelijk. Wel moet
een kopie van het advies naar de Veiligheidsregio worden toegezonden.
Conclusie
Het groepsrisico wordt aanvaardbaar geacht.
30
vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)
Gemeente Eindhoven
4.5
Duurzaamheid
De ambities van de gemeente op het gebied van duurzaamheid zijn vastgelegd in het
raadsprogramma Duurzaamheid. Dit programma wordt uitgevoerd vanuit een overkoepelende
filosofie, gebaseerd op de methodiek van "The Natural Step". Het programma kent vier pijlers.
In het kader van het bestemmingsplan zijn vooral de pijlers 'Energie' en "Bouwen en Wonen"
van belang.
Pijler 1:
Energie
De gemeente heeft zich de ambitie gesteld om 'energieneutraal' te worden in de toekomst
(2035 - 2045), dat wil zeggen dat alle energie die de stad dan nog gebruikt, duurzaam wordt
opgewekt. Vanuit die ambitie worden initiatieven voor de opwekking van duurzame energie
ondersteund. Voor wat betreft de ruimtelijke impact van lokale duurzame energietechnieken
kunnen de volgende aspecten onderscheiden worden:
1) Zonne-energie (elektriciteit via PV panelen en warmte via zonneboilers)
De ruimtelijke impact van het gebruik van zonne-energie is in Nederland beperkt. De
PV-panelen respectievelijk zonneboilers worden over het algemeen op de daken van de
gebouwen van afnemers geplaatst en zijn dan (meestal) ook niet vergunningsplichtig in het
kader van de Wabo. Voor PV panelen (waarmee elektriciteit opgewekt wordt) bestaan echter
ook mogelijkheden om deze los van bebouwing te plaatsen op braakliggende percelen. In dat
geval is er uiteraard wel sprake van een ruimtelijke impact. Tot op dit moment wordt hier in
Nederland weinig gebruik van gemaakt maar in een aantal steden worden de mogelijkheden
onderzocht en dit zou ook in Eindhoven actueel kunnen worden. Een dergelijk 'solar park' past
niet in het bestemmingsplan. Indien deze ontwikkeling wel wenselijk is, kan op grond artikel
2.12, lid 1, a, onder 3, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) afwijking van
het bestemmingsplan worden toegestaan door middel van een omgevingsvergunning. Gezien
de relatief grote ruimtelijke impact van deze vorm van zonne-energie is het belangrijk om
daarbij een goede afweging te maken en dient een eventueel besluit hiertoe te voldoen aan
een goede ruimtelijke ordening en moet het vergezeld gaan van een ruimtelijke onderbouwing.
2) Windturbines
In tegenstelling tot bij zonne-energie is de ruimtelijke impact van windturbines groot. Voor
windturbines van enige omvang is de ruimte in Eindhoven dus beperkt. Toch zullen in
bepaalde gevallen de mogelijkheden interessant zijn. Dit zal altijd locatie-specifiek onderzocht
moeten worden. Daarbij moet onderscheid gemaakt worden tussen grote windinstallaties en
kleine windinstallaties. Van een kleine windinstallatie is sprake als:
De diameter van de rotor maximaal 7 meter is;
De maximale hoogte vanaf het maaiveld 15 m of de ashoogte maximaal 8 meter op de
bebouwing is;
Het vermogensbereik ligt tussen 0,5 kW en 6 kW.
De toepassing van kleine windinstallaties kan op grond van artikel 2.12, lid 1, a, onder 3,
Wabo als afwijking van het bestemmingsplan worden toegestaan door middel van een
omgevingsvergunning. Het Ministerie van Infrastructuur en Milieu werkt aan een plan om deze
installaties op te nemen in de "lijst van kruimelgevallen" waardoor direct de
omgevingsvergunning voor het afwijken van bestemmingsplan kan worden verleend. Aangezien
deze wijziging van de lijst van kruimelgevallen op korte termijn wordt verwacht, worden nu
geen specifieke afwijkingsregels in het bestemmingsplan opgenomen.
vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)
Gemeente Eindhoven
31
3) Warmte Koude Opslag
De gemeente ziet in Warmte Koude Opslag een belangrijke potentiële bijdrage aan het
beperken van het gebruik van fossiele brandstoffen. De gemeente heeft daarom een 'KWO
Potentiekaart' voor Warmte Koude Opslag opgesteld. In de daarbij behorende rapportage
worden de mogelijkheden en beperkingen voor het gebruik van deze techniek beschreven en
in beeld gebracht. Deze rapportage is te downloaden via www.eindhoven.nl (zoek op: KWO).
De rapportage geeft door middel van kaarten aan waar er welke mogelijkheden en
belemmeringen er voor het gebruik van Warmte Koude Opslag zijn. De toepassing van
Warmte Koude Opslag is voor wat betreft de ondergrondse aspecten geregeld in de Waterwet
en de AMvB Bodemenergie. Voor de in sommige gevallen noodzakelijke bovengrondse
opstallen (bijvoorbeeld een technische ruimte) zal een specifieke afwijkingsregeling in het
bestemmingsplan worden opgenomen. Hierbij is voor gebouwen een oppervlakte opgenomen
van maximaal 100 m2 en een bouwhoogte van 3 meter.
Pijler 2: Bouwen en Wonen
In de relatie tussen de gemeentelijke ambities op het gebied van duurzaam bouwen en het
bestemmingsplan, is bij nieuwbouwlocaties met name het 'zongericht bouwen' van belang. Bij
nieuwbouwlocaties zal de gemeente eisen dat straten zoveel mogelijk van oost naar west
verlopen zodat alle gebouwen over een naar het zuiden gerichte gevel beschikken. Bij
conserverende bestemmingsplannen is de bebouwingsoriëntatie grotendeels reeds vastgelegd
en is dit aspect minder van belang.
4.6
Bodem
Bij ruimtelijke ontwikkelingen dient aangetoond te worden dat de bodemkwaliteit van dien aard
is, dat er geen belemmeringen zijn voor het voorgenomen gebruik.
Aangezien er slechts sprake is van de legalisering van bestaand gebruik en van het
opschonen van het binnenterrein ten behoeve van tuinen en parkeren, kan een
bodemonderzoek achterwege blijven.
4.7
Natuur
Ruimtelijke plannen dienen te worden beoordeeld op de uitvoerbaarheid in relatie tot actuele
natuurwetgeving, met name de Natuurbeschermingswet 1998 en de Flora- en faunawet. Er
mogen geen ontwikkelingen plaatsvinden die op onoverkomelijke bezwaren stuiten door
effecten op beschermde natuurgebieden en/of flora en fauna.
Gebiedsbescherming
Het plangebied bevindt zich in stedelijk gebied en niet in of in de buurt van een speciale
beschermingszone als bedoeld in de Vogel- en/of Habitatrichtlijn, Natura 2000, de
ecologische hoofdstructuur of andere natuurgebieden. De gemeente acht een nader
onderzoek naar natuurwaarden daarom niet noodzakelijk.
Soortenbescherming
Op basis van de Vogel- en Habitatrichtlijn moet tevens een groot aantal inheemse bedreigde
dier- en plantsoorten worden beschermd. Deze soortenbescherming is in Nederland
geïmplementeerd in de Flora en Faunawet.
Het uitgangspunt van de wet is dat geen schade mag worden gedaan aan beschermde dieren
32
vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)
Gemeente Eindhoven
of planten, tenzij dit uitdrukkelijk is toegestaan (het “nee, tenzij”- principe). Dit betekent in de
praktijk dat het gaat om het effect van de activiteiten op beschermde soorten.
Om deze kwetsbare soorten te beschermen bevat de Flora- en faunawet een aantal
verbodsbepalingen, zoals het verbod op het doden of verontrusten van dieren of het verbod om
planten te plukken.
Bij de beoordeling van de toelaatbaarheid van bouwwerken en/of andere activiteiten zal
rekening worden gehouden met de mogelijke aanwezigheid van te beschermen plant- en
diersoorten op grond van de Flora- en Faunawet. Indien uit gegevens dan wel onderzoek blijkt
dat er sprake is van (een) beschermde soort(en) en het bouwwerk en/of de activiteit
beschadiging of vernieling van voortplantings- of rustplaatsen dan wel ontworteling of vernieling
veroorzaakt, zal de betreffende (bouw)werkzaamheid c.q. activiteit pas kunnen plaatsvinden
na ontheffing c.q. vrijstelling op grond van de Flora- en Faunawet.
Plangebied
Voorliggend bestemmingsplan behelst een bestemmingswijziging van het pand aan de
Begoniastraat 1B en het daar achter liggende binnenterrein. Aangezien het bestaande pand
aan de Begoniastraat 1B reeds lange tijd in gebruik is voor wonen, is legalisatie van de
bestaande situatie niet van invloed op eventueel aanwezige soorten.
Het binnenterrein is momenteel volledig verhard en/of bebouwd. Deze bedrijfsbebouwing was
in gebruik voor meubelopslag en kan worden gesloopt ten behoeve van parkeervoorzieningen
of tuinen voor de aangrenzende woonpercelen. Vanwege de aanwezige verharding en
bebouwing kan worden aangenomen dat er geen beschermde soorten aanwezig zijn. De
gemeente acht een nader onderzoek naar natuurwaarden daarom niet noodzakelijk.
vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)
Gemeente Eindhoven
33
34
vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)
Gemeente Eindhoven
Hoofdstuk 5
5.1
Waterparagraaf
Inleiding
Doel van de waterparagraaf is de component water in een zo vroeg mogelijk stadium te
adresseren in het besluitvormingsproces van ruimtelijke plannen. De paragraaf beschrijft de
actuele waterhuishouding in het plangebied. Daarnaast wordt, binnen de gestelde
randvoorwaarden van het bestemmingsplan, vastgelegd aan welke watereisen de ontwikkeling
moeten voldoen. Ruimtelijke plannen worden onder meer getoetst aan "hydrologisch neutraal"
ontwikkelen conform landelijk en lokaal waterbeleid. Met deze waterparagraaf wordt voldaan
aan het bepaalde in artikel 3.1.6, lid 1, onder c van het Besluit ruimtelijke ordening.
5.2
Beleid
5.2.1
Provinciaal Waterplan 2010 - 2015
Het Provinciaal Waterplan 'Waar water werkt en leeft' beschrijft het provinciale waterbeleid
voor de periode 2010 tot 2015 en bevat het strategische waterbeleid van de provincie
Noord-Brabant voor de periode 2010-2015. Daarnaast vormt het een structuurvisie voor het
aspect water op grond van de Wet ruimtelijke ordening. Het plan vormt zowel een
beleidskader, toetsingskader en beheerplan voor grondwateronttrekkingen. Het ontwerp
Waterplan is tegelijk opgesteld met de ontwerp water(beheer)plannen van het Rijk en de
waterschappen. In onderlinge samenwerking zijn de plannen zo goed mogelijk op elkaar
afgestemd.
Het Provinciaal Waterplan heeft beleidskaders als randvoorwaarden, die richting geven aan het
waterbeleid. Water dient vele belangen. Om hiermee in dit plan evenwichtig te kunnen
omgaan, hanteert de provincie Noord Brabant de principes van de people-planet-profitbenadering. In Noord-Brabant zijn deze uitgangspunten vertaald in de Telos-driehoek. Vanuit
de sociaal-maatschappelijke invalshoek (people) krijgen veiligheid tegen overstroming,
bescherming tegen wateroverlast, een betrouwbare drinkwatervoorziening en goede
recreatievoorzieningen aandacht. Vanuit de economische invalshoek (profit) heeft dit plan
aandacht voor onder meer een goede watervoorziening voor industrie en landbouw en voor het
transport over water. De derde invalshoek (planet) gaat uit van het water als voorwaarde voor
een gezonde leefomgeving voor mens en natuur. Belangrijke thema's in dat kader zijn de
verbetering van de waterkwaliteit, de verdrogingsbestrijding en de meer natuurlijke inrichting
van de watersystemen.
Aandacht blijft nodig voor verbetering van de waterkwaliteit, onder meer door vermindering van
stikstof afkomstig uit diffuse bronnen en voor verdrogingsbestrijding. Ook de inrichting van
beken en kreken en de aanleg van Ecologische verbindingszones langs waterlopen vragen om
een impuls. Voor de verbetering van de waterkwaliteit wordt primair uitgegaan van de aanpak
van de bronnen. Als dit niet mogelijk is, wordt ingestoken op procesgerichte maatregelen
waarbij verontreinigende stoffen zoveel mogelijk worden verwijderd vóór ze zich via de
watersystemen verder verspreiden. Als ook dat niet lukt, worden stoffen uit het watersysteem
verwijderd door effectgerichte maatregelen (end-of-pipe). Op het vlak van omgaan met
waterkwantiteit spelen de huidige inzichten over klimaatontwikkeling een belangrijke rol.
vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)
Gemeente Eindhoven
35
5.2.2
Waterbeheerplan 2010 - 2015 Waterschap de Dommel
Waterschap De Dommel heeft in december 2009 het Waterbeheerplan 2010-2015 "Krachtig
Water" vastgesteld waarin de activiteiten en doelstellingen van het Waterschap zijn
opgenomen. Het waterschap geeft in dit plan binnen haar kerntaken prioriteit aan het
voorkomen van wateroverlast én het herstellen van het watersysteem van Natura
2000-gebieden. Andere thema's van het waterbeheersplan zijn:
aanleg van gestuurde waterbergingsgebieden;
afstemming inrichting en het beheer van watergangen op het halen van de ecologische
doelen uit de Europese Kaderrichtlijn Water en de functies 'waternatuur' en 'verweven' uit
het Provinciaal Waterplan;
samenwerking met gemeenten in de waterketen;
aanpak vervuilde waterbodems in samenhang met beekherstel;
ruimte bieden aan recreatiemogelijkheden, landschap en cultuurhistorie.
5.2.3
Keur oppervlaktewateren
De 'Keur Waterschap De Dommel 2009' bevat regels met daarin verboden en verplichtingen
ten aanzien van oppervlaktewater en grondwater die gelden voor iedereen die woont of werkt
binnen het gebied van Waterschap De Dommel. Hierin wordt het beheer en het onderhoud van
watergangen geregeld (bijvoorbeeld betreffende onderhoudsstroken) en is aangegeven
wanneer een vergunning of melding verplicht is voor ingrepen in de waterhuishouding. Verder
zijn er beleidsregels voor het beschermingsbeleid van gebieden. Hierbij wordt onderscheid
gemaakt tussen keurbeschermingsgebieden, attentiegebieden en overige gebieden. Met deze
beleidsregels wordt aangegeven op welke wijze gebiedsgericht wordt omgegaan met
vergunning- en ontheffing verlening.
5.2.4
Hydrologisch neutraal bouwen
De beleidsterm "hydrologisch neutraal bouwen", uitgewerkt in de beleidsnotitie 'Ontwikkelen
met duurzaam wateroogmerk 2009' geeft invulling aan het "niet afwentelen" principe, zoals
door de commissie waterbeheer 21e eeuw (WB21) is gegeven. Beter is het te spreken van
hydrologisch neutraal ontwikkelen, omdat ook andere ontwikkelingen dan bouwprojecten
dienen te worden getoetst. In principe heeft elke ruimtelijke ontwikkeling invloed op de
hydrologie. De beleidsterm "hydrologisch neutraal" heeft dan ook vooral betrekking op het zo
veel mogelijk (binnen de ontwikkeling) neutraliseren van de negatieve hydrologische gevolgen
van (toekomstige) ruimtelijke ontwikkelingen in ruimte en tijd. De ontwikkeling mag geen
hydrologische achteruitgang aan de randen van het plangebied ten opzichte van de
referentiesituatie tot gevolg hebben:
Er is geen (onvertraagde) toename van de waterafvoer op de rand van het plangebied
Er mogen geen veranderingen van oppervlaktewaterstanden optreden op de grens van het
plangebied en daarbuiten (tenzij veranderingen gewenst zijn).
Er mag geen overlast optreden door extreme neerslag gebeurtenissen.
De voorkeursvolgorde bij het nemen van maatregelen tegen wateroverlast gaan uit van het
principe water vasthouden cq hergebruiken, water bergen en als laatste pas water afvoeren.
36
vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)
Gemeente Eindhoven
5.2.5
Gemeentelijk rioleringsplan (2011 - 2014)
Het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) verantwoordt aan de inwoners van Eindhoven de
ambities en bijbehorende maatregelen en middelen op watergebied. Met het GRP geeft de
gemeente invulling aan de gemeentelijke zorgplicht en op het gebied van (grond)water. Het
GRP bevat de geplande activiteiten voor het beheer en onderhoud van het rioolstelsel en bevat
maatregelen ter verbetering van de oppervlaktewaterkwaliteit en het hydraulisch functioneren
van het rioolstelsel. Deze maatregelen bestaan vooral uit het afkoppelen van verhard
oppervlak. Daarbij wordt regenwater gescheiden van afvalwater ingezameld en afgevoerd naar
het oppervlaktewater. Waar mogelijk dient regenwater eerst te worden geborgen binnen het
plangebied waarna alsnog vertraagd kan worden afgevoerd.
5.2.6
Waterplan
Het Waterplan is een plan dat is opgesteld door de gemeente Eindhoven, Waterschap De
Dommel, de provincie Noord-Brabant en het (drink)waterleidingbedrijf Brabant Water. Het plan
omvat drie delen. Het "Visiedocument" (vastgesteld door de gemeenteraad op 26 januari
2004) geeft het gezamenlijke streefbeeld van de waterpartijen weer. De onderdelen "Taken en
Bevoegdheden" en "Maatregelen" zijn achterhaald.
5.3
Beschrijving watersysteem plangebied
Voorliggend bestemmingsplan behelst een wijziging van de bestemming 'detailhandel' in
'wonen' ter plaatse van een pand aan de Begoniastraat 1B en het daar achter gelegen
binnenterrein. Enerzijds betreft dit de legalisatie van twee appartementen op de begane grond
in een voormalig winkel/kantoorpand. Anderzijds behelst dit plan het slopen van
bedrijfsbebouwing op het perceel op het binnenterrein ten behoeve van vergroting van de tuin
en parkeermogelijkheden op eigen terrein voor de aanwonenden. Het volledige plangebied was
verhard en/of bebouwd. Een deel van het binnenterrein kan in gebruik worden genomen als
tuin waardoor een deel van het plangebied onverhard zou kunnen worden.
5.3.1
Checklist watersysteem
Checklist Watersysteem
Hoofdw atergang cq open w ater
Nee
zijw atergang
Nee
Keurgebied binnen plangebied?
Nee
Binnen 25-100 jaarszone?
Nee
Binnen boringsvrije zone?
Ja
Ecologische verbindingszone?
Nee
Binnen reserveringsgebied w aterberging 2050?
Nee
Attentiegebied EHS
Nee
Rioolw atertransportleiding
Nee
Waterschap gemaal
Nee
Bergingsnorm plangebied volgens HNO tool
42 mmmm/m²
Landelijke afvoernorm binnen plangebied
1,33 l/s/ha
Verdachte/verontreinigde locaties?
Nee
vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)
Gemeente Eindhoven
37
Infiltratie praktisch mogelijk?
Nee (tenzij toepassing grondverbetering)
Uitw erkingsplicht / w ijzigingsbevoegdheid
Nee
5.3.2
Oppervlaktewater
Er is geen oppervlaktewater in of nabij het plangebied aanwezig.
5.3.3
Verharding
Momenteel is het terrein van het plangebied volledig verhard.
5.3.4
Bodemopbouw
De bodemopbouw in dit deel van Eindhoven bestaat uit fijn leemhoudend zand afgewisseld
met leemlenzen en is te typeren als (zeer) slecht doorlatend.
5.3.5
Grondwater
In het gebied variëren de grondwaterstanden tussen -1,3 en -2,4 m-mv.
5.3.6
Regenwater
In de nabijheid van het plangebied, in de Begoniastraat, ligt een gescheiden rioleringsstelsel.
Met een riolering voor het regenwater en een riolering voor het vuilwater.
5.3.7
Afvalwater
Zie paragraaf 5.3.6.
5.3.8
Boringsvrijze zone
Het plangebied ligt in een 'boringvrije zone'. Een bestemmingsplan dat ligt in een 'boringvrije
zone' strekt mede tot het behoud van de beschermende kleilaag in de bodem. Het is niet
noodzakelijk om inhoudelijke bescherming via het ruimtelijke spoor op te nemen omdat in de
Provinciale milieuverordening (PMV) al is voorzien in een systeem van melding van dergelijke
activiteiten. Van opname in het bestemmingsplan van de boringvrije zone, middels de
aanduiding 'milieuzone - boringsvrije zone', gaat dan ook vooral een signalerende functie uit.
5.4
Toekomstige situatie van het watersysteem
5.4.1
Verharding
Door realisatie van de ontwikkeling in het plangebied zal geen extra verhard oppervlak op het
gescheiden rioolstelsel worden aangesloten. Compensatie is daarom niet noodzakelijk.
5.4.2
Riolering
De nieuwe ontwikkeling zal haar afval- en hemelwater gescheiden op de erfgrens aanbieden
en afwateren via het gescheiden rioolstelsel in de Begoniastraat.
38
vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)
Gemeente Eindhoven
5.4.3
Waterkwaliteit
Bij de inrichting, bouw- en beheerfase worden zo min mogelijk vervuilende stoffen toegevoegd
aan de bodem en het grond- en oppervlaktewatersysteem. Blootstelling van uitloogbare
bouwmaterialen zoals zink, koper en lood aan hemelwater moet tot een minimum beperkt
worden. Ook een gifvrij beheer van de buitenruimte (weg- en groenbeheer) levert een
belangrijke positieve bijdrage aan de waterkwaliteit en dient aandacht te krijgen bij het
uitwerken van het beheersplan voor de ontwikkeling.
5.4.4
Advies / overleg Waterschap
In januari 2014 is met Waterschap de Dommel gestart met overleg over dit plan. Naar
aanleiding van dit overleg is afgesproken dat het vuilwater en hemelwater van de nieuwe
ontwikkeling gescheiden zal worden aangelegd en gescheiden zal worden aangesloten op het
gescheiden rioolstelsel. De nieuwbouw zal het gebruik van uitlogende materialen tot een
minimum beperken. Doordat er geen toename van het verhard oppervlak is wordt er door het
waterschap geen compenserende maatregelen voor het verhard oppervlak verlangd. Op 7
januari 2014 heeft Waterschap de Dommel ingestemd met de maatregel en is het wateradvies
afgedaan.
vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)
Gemeente Eindhoven
39
40
vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)
Gemeente Eindhoven
Hoofdstuk 6
6.1
Juridische vormgeving
Algemeen
Het bestemmingsplan "V Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)" is te typeren als
een gedetailleerd plan. De methodiek van het bestemmingsplan is gebaseerd op de
SVBP2012. Waar dat noodzakelijk is, wordt afgeweken van de standaard en kan specifiek
toegesneden worden op de feitelijke situatie in het onderhavige plangebied.
6.2
Planmethodiek
Er is, volgens de Wro, gekozen voor een analoge en digitale verbeelding van het plan. Aan de
bestemmingen zijn bouw- en gebruiksregels gekoppeld die direct inzichtelijk maken welke
ontwikkelingen zijn toegestaan. Verbeelding en regels bieden een directe bouwtitel voor
bebouwing en gebruik.
6.3
Verbeelding
In de analoge en digitale verbeelding hebben alle gronden binnen het plangebied een
bestemming gekregen. Binnen een bestemming kunnen nadere aanduidingen zijn
aangegeven. Deze aanduidingen hebben slechts juridische betekenis indien en voor zover hier
in de regels naar wordt gegeven.
Ten behoeve van de leesbaarheid is het plan op een topografische ondergrond getekend. De
bestemmingen en de aanduidingen zijn ingedeeld in de hoofdgroepen volgens de SVBP2012
en zijn op de verbeelding opgenomen in de legenda.
Opgemerkt wordt dat de analoge en digitale verbeelding qua verschijning van elkaar verschillen
omdat de manier van raadplegen verschillend is. De digitale verbeelding is juridisch bindend.
6.4
Planregels
De planregels zijn ondergebracht in inleidende regels, bestemmingsregels, algemene regels
en in overgangs- en slotregels.
De Inleidende regels bestaan uit begrippen en de wijze van meten, teneinde te voorkomen dat
discussie ontstaat over de interpretatie van de regels.
In Artikel 1 Begrippen wordt een omschrijving gegeven van de in de regels gehanteerde
begrippen. Als in de regels gebruikte begrippen niet in dit artikel voorkomen, dan geldt de
uitleg/interpretatie conform het normale taalgebruik.
In "Artikel 2 Wijze van meten" worden de te gebruiken meetmethodes vastgelegd.
De regels bij de bestemmingen worden hierna afzonderlijk toegelicht.
Bestemming `Wonen” (artikel 3)
Deze bestemming ligt op het gehele plangebied omdat deze gronden zijn bestemd voor een
woongebouw met de bijbehorende (achter)erven, tuinen en parkeervoorzieningen.
In de regels is onderscheid gemaakt tussen hoofdgebouwen en bijgebouwen, aanbouwen en
uitbouwen. Het gebouw dat door zijn constructie of afmetingen als belangrijkste bouwwerk valt
aan te merken, wordt beschouwd als het hoofdgebouw. Binnen dit plangebied is dit
uitgesluitend de woning aan de Begoniastraat 1B. Bijgebouwen, aanbouwen en uitbouwen zijn
vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)
Gemeente Eindhoven
41
in architectonisch opzicht te onderscheiden van, en ondergeschikt aan, het hoofdgebouw.
Het hoofdgebouw moet binnen het bouwvlak worden gebouwd, waarbij het bouwvlak volledig
mag worden bebouwd/is bebouwd. Er is gekozen om het bouwvlak van het bestaande
hoofdgebouw aan te houden. Binnen het plangebied is het niet mogelijk om aan- of uitbouwen
aan het hoofdgebouw te bouwen, daarom zijn uitsluitend bijgebouwen toegestaan in
voorliggend bestemmingsplan.
Aan-huis-verbonden-beroepen
Het gebruik van ruimten voor aan-huis-verbonden-beroepen is binnen de woonbestemming
toegestaan (tot maximaal 50 m2). Via een afwijking is het onder bepaalde voorwaarden
mogelijk om maximaal 75 m² vloeroppervlak te benutten voor aan-huis-verbonden-beroepen.
Tevens is het onder bepaalde voorwaarden mogelijk om maximaal 30 m2 te benutten voor
kleinschalige bedrijvigheid.
In Hoofdstuk 3 zijn opgenomen de Algemene aanduidingsregels, Anti-dubbeltelregel, de
Algemene bouwregels en de Algemene afwijkingsregels.
In de Overgangs- en slotregels (Hoofdstuk 4) zijn het Overgangsrecht en de Slotregel
opgenomen.
42
vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)
Gemeente Eindhoven
Hoofdstuk 7
7.1
Handhaving
Algemeen
De gemeente stelt jaarlijks het toezicht- en handhavingsprogramma vast. In dit
handhavingsprogramma is aangegeven dat de gemeente zich inzet om van Eindhoven een
sterke stad met een levendige economie te maken. Veiligheid en leefbaarheid staan daarbij
voorop.
Het gemeentebestuur heeft een gemeente voor ogen die maximaal dienstverlenend is, maar
die ook de grenzen aangeeft en de spelregels bewaakt. Zij treedt, waar dat nodig is,
daadkrachtig op in het algemeen belang voor de bescherming van de rechtszekerheid van
individuele belangen.
De gemeente handhaaft consequent, werkt in belangrijke mate stadsdeel- en gebiedsgericht
en programmatisch en staat dicht bij de burger.
Goed toezicht en handhaving zijn van cruciaal belang om de leefbaarheid, de rechtszekerheid,
de veiligheid, bedrijvigheid en het milieu in Eindhoven te bevorderen. Overlast en vervuiling
dienen te worden teruggedrongen en naleving van voorschriften van bijvoorbeeld ruimtelijke
ordening , bouw-, milieu- en gebruiksvergunningen is hierbij noodzakelijk.
De wet- en regelgeving blijft het uitgangspunt voor toezicht en handhaving. Cruciaal is evenwel
dat de gemeente zich vanuit toezicht en handhaving als partner opstelt en daarbij de nodige
dynamiek toont en helder communiceert over wat wel en niet kan.
Er is een handhavingsmodel voor toezicht en handhaving en dit model wordt gekenmerkt door
7 basisprincipes:
Integrale aanpak vanuit een samenhangende organisatie.
Toezicht en handhaving als sterke schakels in de reguleringsketen ( zowel beleidsmatig
als qua uitvoering).
Optimaal toepassen van moderne communicatietechnologie bij toezicht en handhaving.
Goede informatiepositie van de handhavers door een betere beschikbaarheid van
betrouwbare gegevens over kenmerken van de stad, vergunningen, controles, activiteiten
en procedures.
In een vroegtijdig stadium van toezicht en handhaving in gesprek gaan met de burgers en
bedrijven gericht op het zo min mogelijk hoeven toepassen van bestuursrechtelijke
maatregelen.
In alle redelijkheid is ruimte voor maatwerk maar zo nodig wordt doorgepakt.
We zeggen wat we doen; we doen wat we zeggen en we laten zien wat we gedaan
hebben.
Op basis van dit toezicht- en handhavingsprogramma is een gemeentelijk werkplan opgesteld
waarin per aandachtsveld de toezicht- en handhavingsactiviteiten SMART zijn vorm gegeven.
Voor het aandachtsveld Bouwen, wonen en ruimtelijke ordening (strijdigheid met het
bestemmingsplan) zijn op ruimtelijke ordeningsgebied onder meer de volgende activiteiten
benoemd:
Controle panden op illegale bewoning/strijdig gebruik woning met bestemmingsplan.
Controle panden op ontoelaatbare woningsplitsing.
Accent op specifieke locaties per stadsdeel (autohandellocaties) .
Bij illegale bouw en illegaal gebruik worden gemelde misstanden aangepakt waarbij zaken
waar veiligheid, monumentale panden en welstand in het geding is.
Een eerste vereiste om goed te kunnen handhaving zijn duidelijk regels. Bij het ontwikkelen
van de standaardregels voor het stedelijk gebied van Eindhoven is daarom gekozen voor een
vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)
Gemeente Eindhoven
43
zo helder mogelijke juridische methodiek. De regels zijn zo geredigeerd, dat deze in de
toetsingspraktijk goed hanteerbaar zijn. Planregels dienen duidelijke normen te bevatten die
niet voor verschillende uitleg vatbaar zijn en tevens actueel en controleerbaar zijn. Teneinde
hieraan te voldoen zijn de regels aangepast aan de meest recente jurisprudentie en wetgeving
(bijv. Woningwet en de SVBP2012). Dit biedt voldoende garanties voor de rechtszekerheid en
de flexibiliteit van de nieuwe bestemmingsplannen.
In het voorliggende bestemmingsplan is het actuele ruimtelijk beleid van Eindhoven
vastgelegd, toegespitst op het plangebied. Het bestemmingsplan bevat een juridisch
toetsingskader voor het behoud en de ontwikkeling van de ruimtelijke kwaliteit. Om deze
kwaliteit voor de planperiode te kunnen garanderen is vereist, dat in de praktijk de planregels
strikt worden toegepast en gehandhaafd. Goede voorlichting en informatievoorziening dragen
bij aan een verbetering in de naleving van de bestemmingsplannen.
De handhavingscapaciteit is beperkt zodat het college jaarlijks de handhavingsprioriteiten
vastlegt in een werkprogramma handhaving.
44
vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)
Gemeente Eindhoven
Hoofdstuk 8
Financiële aspecten
Bij de vaststelling van een bestemmingsplan, waarin ontwikkelingen mogelijk worden
gemaakt, dient de gemeenteraad eveneens een exploitatieplan vast te stellen. Dit heeft te
maken met de wettelijke verplichting om de kosten; die de gemeente moet maken om deze
ontwikkeling mogelijk te maken, te verhalen op de eigenaar/ontwikkelaar.
Van deze verplichting tot het vaststellen van een exploitatieplan kan worden afzien indien de
het kostenverhaal op een andere manier is geregeld. Dit kan bijvoorbeeld door middel van
gemeentelijke gronduitgifte of door het afsluiten van een overeenkomst.
Ook kan er sprake zijn van zogenaamde “kruimelgevallen”. Het komt er hierbij op neer dat de
door de gemeente te maken kosten beperkt zijn en de kosten verhaald kunnen worden via de
legesverordening.
Voorwaarde hierbij is dat er geen sprake is van fasering, locatie - eisen of eisen aan
woningbouwcategorieën.
Voor dit bestemmingsplan geldt dat het kostenverhaal niet anderszins is verzekerd door
gemeentelijke gronduitgifte of een overeenkomst, maar er sprake is “kruimelgevallen”.
vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)
Gemeente Eindhoven
45
46
vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)
Gemeente Eindhoven
Hoofdstuk 9 Procedure en maatschappelijke
uitvoerbaarheid
9.1
Bekendmaking ex artikel 1.3.1. Bro
De gemeente heeft de voorbereiding van dit bestemmingsplan conform artikel 1.3.1 van het
Besluit ruimtelijke ordening (Bro) bekend gemaakt in het huis-aan-huisblad 'Groot Eindhoven'
d.d. 15 januari 2014.
9.2
Inspraak
De initiatiefnemer voor deze ontwikkelingen in het plangebied heeft overleg gehad met de
bewoners van de aanliggende percelen aan het binnenterrein. De bewoners van de panden
aan de Roostenlaan 84 t/m 100G hebben aangegeven mee te willen werken aan deze
ontwikkeling. De bewoners aan de Geraniumstraat zijn allen positief over dit plan, maar
hebben aangegeven om priveredenen nog niet zeker te zijn of zij meewerken aan het
verkrijgen van het recht van overpad. Alsdan kunnen zij ook via de Begoniastraat de
achterzijde van hun woning bereiken.
9.3
Overleg ex artikel 3.1.1 Bro
Conform artikel 3.1.1. van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) moeten burgemeester en
wethouders bij de voorbereiding van een bestemmingsplan overleg plegen met de besturen van
betrokken gemeenten en waterschappen en met de rijks- en provinciale diensten die
betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van
belangen welke in het plan in het geding zijn. Gelet op de ruimtelijke impact van de
ontwikkeling die dit bestemmingsplan mogelijk maakt heeft uitsluitend met Waterschap de
Dommel overleg plaatsgevonden (zie paragraaf 5.4.4).
9.4
Zienswijzen
Het ontwerpbestemmingsplan heeft met ingang van donderdag 20 februari 2014 tot en met
woensdag 2 april 2014 op de gebruikelijke wijze ter inzage gelegen. Gedurende deze termijn
is iedereen in de gelegenheid gesteld om schriftelijk of mondeling een zienswijze ten aanzien
van het ontwerp van het bestemmingsplan kenbaar te maken.
Kennisgeving van de ter inzage legging en de mogelijkheid om een zienswijze in te dienen is
in de edities van de Staatscourant en het weekblad Groot Eindhoven van woensdag 19
februari 2014 gepubliceerd. Ook is kennis gegeven van de mogelijkheid om de digitale versie
van het ontwerp bestemmingsplan via de gemeentelijke website
www.eindhoven.nl/bestemmingsplannen en de landelijke website www.ruimtelijkeplannen.nl te
raadplegen.
Er zijn 4 zienswijze ontvangen, waarvan er één weer is ingetrokken. De zienswijzen zijn in de
Nota van zienswijzen en ambtshalve wijzigingen van een gemeentelijk standpunt voorzien.
Deze nota maakt als Bijlage 1 deel uit van de toelichting van het bestemmingsplan. In verband
met de privacy zijn de naam- en adresgegevens van de indieners van de zienswijze in een
aparte bijlage opgenomen. Deze bijlage is niet digitaal beschikbaar, maar wel analoog.
vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)
Gemeente Eindhoven
47
48
vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)
Gemeente Eindhoven
Bijlage bij de toelichting
vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)
Gemeente Eindhoven
49
50
vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)
Gemeente Eindhoven
Bijlage 1 Nota van zienswijzen en ambtshalve
wijzigingen
vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)
Gemeente Eindhoven
51
A
gemeente Eindhoven
Nota van zienswijzen en
ambtshalve wijzigingen
behorende bij het bestemmingsplan ‘V Stratum buiten de
Ring 2004 (Begoniastraat 1B)’
Sector ORVM, afdeling Stedenbouw
April 2014
Hoofdstuk 1
Inleiding
Deze nota van zienswijzen en ambtshalve wijziginen behoort bij het
bestemmingsplan ‘V Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)’.
Het ontwerpbestemmingsplan heeft voor een periode van zes weken met ingang van
donderdag 20 februari 2014 tot en met woensdag 2 april 2014 op de gebruikelijke
wijze ter inzage gelegen. Gedurende deze termijn is iedereen in de gelegenheid
gesteld om schriftelijk of mondeling een zienswijze ten aanzien van het
ontwerpbestemmingsplan kenbaar te maken.
Kennisgeving van de ter inzage legging en de mogelijkheid om een zienswijze in te
dienen is in de edities van de Staatscourant en het weekblad Groot Eindhoven van 19
februari 2014 gepubliceerd. Ook is kennis gegeven van de mogelijkheid om een
digitale versie van het ontwerpbestemmingsplan via de gemeentelijke website
www.bestemmingsplannen.eindhoven.nl en de landelijke website
www.ruimtelijkeplannen.nl te raadplegen.
Naar aanleiding van de tervisielegging zijn 4 zienswijzen ontvangen, waarvan er één
weer is ingetrokken. De overige 3 zienswijzen zijn in deze notitie van een
gemeentelijk standpunt voorzien.
Verder zijn er ambtshalve wijzigingen aangebracht in het bestemmingsplan. Deze
wijzigingen zijn verwoord in hoofdstuk 3.
2
Hoofdstuk 2
Zienswijzen
In verband met de privacy zijn de naam- en adresgegevens van de indieners van de
zienswijze in een aparte bijlage opgenomen. Deze bijlage is niet digitaal beschikbaar,
maar wel analoog. Ten aanzien van het ontwerpbestemmingsplan zijn zienswijzen
kenbaar gemaakt door:
1. Eén bewoner van de Geraniumstraat, d.d. 27 maart 2014, ontvangen 31 maart
2014;
2. Bewoners van 11 woningen aan de Geraniumstraat, d.d. 26 maart 2014,
ontvangen 1 april 2014;
3. Bewoners van één woning aan de Geraniumstraat, d.d. 1 april 2014, ontvangen 3
april 2014.
Bovengenoemde zienswijzen onder punt 1 en 2 zijn identiek en daarom bij de
behandeling als één zienswijze vermeld. De zienswijzen zijn hieronder samengevat
weergegeven en van een gemeentelijk standpunt voorzien.
Zienswijzen onder punt 1 en 2: Bewoners van 11 woningen aan de
Geraniumstraat.
Zienswijze 1.1:
De zienswijze is ingediend door bewoners van 11 woningen aan de Geraniumstraat.
De achtertuinen van deze woningen grenzen aan de achterzijde direct aan het
plangebied. De huidige bestemming en het gebruik van het binnenterrein brengt
met zich mee dat het binnenterrein slechts beperkt toegankelijk is. Namelijk
uitsluitend door belanghebbenden en degene die door de belanghebbenden
worden toegelaten. De nieuwe bestemming, mede voor parkeervoorzieningen,
betekent dat het binnenterrein openbaar toegankelijk wordt hetgeen overlast en
sociale onveiligheid met zich mee zal gaan brengen.
Standpunt gemeente:
Op basis van het nu geldende bestemmingsplan ('Stratum buiten de Ring 2004') is ter
plaatse van het binnenterrein detailhandel op de begane grond en wonen op de
verdieping toegestaan. Verder zijn op de begane grond horecavoorzieningen
toegestaan, voor zover die noodzakelijk zijn ten dienste van de detailhandel. Op de
begane grond zijn ook bij de detailhandel behorende dienstverlenende bedrijven
toegestaan. Op basis van deze bestemming en de functies die daardoor zijn
toegestaan zou het binnenterrein ook al openbaar toegankelijk kunnen zijn. Dat het
binnenterrein feitelijk grotendeels was gevuld met bebouwing en de toegang aan de
zijde van de Begoniastraat afgesloten met een poort, waardoor het binnenterrein
niet voor iedereen toegankelijk was, maakt dit niet anders.
3
Het binnenterrein zou zowel op basis van de nu geldende bestemming als ook op
basis van de nieuwe bestemming openbaar toegankelijk kunnen zijn. Er zijn echter
geen argumenten naar voren gebracht voor de mening dat het inrichten van dit
binnenterrein met parkeervoorzieningen automatisch tot gevolg heeft dat overlast
en sociale onveiligheid ontstaat. Voor zover dergelijke consequenties zich al zouden
voordoen in de toekomst, zou dit met maatregelen (bijv. poorten in de aanwezige
brandgangen) tegen gegaan kunnen worden. Het ontstaan van overlast en sociale
onveiligheid door de nieuwe bestemming ter plaatse van het binnenterrein is niet
dermate evident dat de wijziging van de bestemming in strijd met een goede
ruimtelijke ordening moet worden geacht. Gelet op het bovenstaande achten wij dit
gedeelte van de zienswijze ongegrond.
Zienswijze 1.2:
De indieners van deze zienswijzen herkennen zich niet in de opmerking zich positief
te hebben uitgelaten over dit plan.
Standpunt gemeente:
De eigenaar van de gronden heeft aangegeven het merendeel van de bewoners aan
de Geraniumstraat, welke achtertuinen grenzen aan het plangebied, te hebben
benaderd. Hij gaf aan dat de mensen die hij had gesproken zich in beginsel niet
negatief hadden uitgelaten over dit initiatief. Middels deze zienswijze is uw mening
over dit initiatief nu bij de gemeente bekend en deze zal worden betrokken bij de
belangenafweging die ten grondslag ligt aan deze bestemmingswijziging.
Zienswijze 1.3:
De indieners van deze zienswijzen zien niet de toegevoegde waarde om hun woning
aan de achterzijde ook via de Begoniastraat te kunnen bereiken omdat zij vanaf de
Geraniumstraat via 5 toegangen en het huidige achterpad de achterzijde al kunnen
bereiken.
Standpunt gemeente:
Wij hebben begrip voor uw standpunt in deze. Deze nieuwe toegang tot de
achterzijde van deze percelen zou mogelijk gemaakt kunnen worden, maar is niet
vereist.
Zienswijze 1.4:
De bedrijfsbebouwing op het binnenterrein is al gedeeltelijk gesloopt terwijl niet is
terug te vinden of daarvoor een (sloop)vergunning is verleend. Het ligt voor de hand
dat een vergunning nodig is vanwege de omvang van de bebouwing en omdat
vrijwel zeker asbest daarin aanwezig is. Verder wordt de zorg uitgesproken over de
nog aanwezige muur van de bedrijfsbebouwing direct grenzend aan het achterpad
van de bewoners van de Geraniumstraat. Nu het dak van de bedrijfsbebouwing al is
verwijderd zou deze muur onvoldoende veilig kunnen zijn.
4
Standpunt gemeente:
Als de betreffende bedrijfsbebouwing wordt gesloopt moet in bepaalde gevallen een
sloopmelding worden gedaan bij de gemeente. Deze sloopmelding wordt niet
gepubliceerd op de gemeentelijke internetsite of in Groot Eindhoven. Op 15 april
2014 bleek dat er nog geen sloopmelding was ingediend voor dit adres bij de
gemeente. Bij de balie van de sector VTH (tel: 040-2386540) kunt u navragen of een
dergelijke melding is gedaan. De sloper is zelf verantwoordelijk voor de sloop en voor
de afvoer van het sloopafval. Dit geldt ook als er asbest in de bebouwing aanwezig is.
Voor zover een deel van het gebouw permanent blijft staan in de vorm van een muur,
moet ook deze voldoen aan bepaalde normen op het gebied van veiligheid. De
(Woning)wet geeft bijvoorbeeld regels over de vereiste staat van een bouwwerk.
Zienswijze 1.5:
Er moet nog kadastraal onderzoek worden uitgevoerd of de muur van de
bedrijfsbebouwing, waarover wordt gesproken in zienswijze 1.4, in de perceelsgrens
staat of geheel op eigen grond. De indieners van deze zienswijze spreken hun
voorkeur uit over toekomstige erfafscheidingen.
Standpunt gemeente:
Of de betreffende muur van de bedrijfsbebouwing in de perceelsgrens of geheel op
eigen grond staat, is een vraag van privaatrechtelijke aard en in casu niet relevant in
het kader van deze bestemmingsplanwijziging en valt daarom buiten het kader van
deze belangenafweging.
Zienswijze 1.6:
Met de voorgestelde bestemmingswijziging wordt beoogd het binnenterrein te
gebruiken als parkeerruimte. Dit binnenterrein is dan met de auto uitsluitend
bereikbaar via een nauwe onderdoorgang aan de Begoniastraat. Vanwege de situatie
ter plaatse zal dit de verkeersveiligheid in gevaar brengen door in- en uitrijdend
verkeer. Hoewel daarvoor verkeersmaatregelen worden aangekondigd staat
realisatie alsmede goede werking daarvan geenszins vast.
Standpunt gemeente:
Onderstaande maatregelen bij de ingang aan de Begoniastraat zijn in ieder geval
nodig als er parkeervoorzieningen op het binnenterrein worden gerealiseerd:
• Plaatsen van een soort stoplicht voor het regelen van voorrang voor in- en
uitrijdend verkeer;
• Plaatsen van een (uitstekend) soort stoplicht die goed zichtbaar is voor
voetgangers uit beide richtingen, zodat voetgangers gewaarschuwd worden voor
uitrijdende voertuigen.
5
Een omgevingsvergunning voor een parkeervoorziening moet o.a. voldoen aan de
regels uit de Bouwverordening gemeente Eindhoven. Op basis van artikel 2.5.31 van
deze bouwverordening moet een ruimte voor het parkeren of stallen van
motorvoertuigen op meer dan twee wielen verzekerd zijn van een doelmatige
ontsluiting vanaf de openbare weg. Via de bouwverordening wordt dus verzekerd
dat deze maatregelen worden getroffen bij vergunningverlening voor
parkeervoorzieningen op het binnenterrein.
Zienswijze 1.7:
De indieners van deze zienswijze hebben geen behoefte aan de
bestemmingswijziging indien en voor zover dat gaat leiden tot een vrij toegankelijk
en niet van hun erven afgescheiden parkeerterrein.
Standpunt gemeente:
In bovenstaande beantwoording van de zienswijze 1.1 t/m 1.6 en in de toelichting
van het bestemmingsplan ‘V Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)’ is
aangegeven dat deze bestemmingsherziening, na afweging van de relevante
ruimtelijke belangen, acceptabel wordt geacht en daarmee niet in strijd is met een
goede ruimtelijke ordening.
Conclusie standpunt gemeente zienswijze 1:
Deze zienswijzen zijn tijdig ontvangen en daardoor ontvankelijk. Op basis van
bovenstaande overwegingen achten wij deze zienswijzen ongegrond.
Zienswijze 3: Bewoners van één woning aan de Geraniumstraat
De bewoners van een woning aan de Geraniumstraat willen hun eerder ingediende
zienswijze aanvullen. Deze bewoners zijn niet benaderd door de initiatiefnemer van
deze ontwikkeling. Verder hebben zij geen interesse in een parkeermogelijkheid
achter hun woning en/of vergroten van hun tuin. Zij willen in de toekomst geen last
krijgen van verkeer of andere hinder achter hun woning en tuin. Daarnaast wordt de
zorg uitgesproken over de sloop van de loods omdat één van de muren van dit
gebouw op hun achterpad staat of daaraan direct grenst en omdat er sprake zou zijn
van asbest in het te slopen gebouw.
Standpunt gemeente:
Deze zienswijze is door de gemeente ontvangen op 3 april 2014. De mogelijkheid om
zienswijze in te dienen stond open tot en met 2 april 2014. Een zienswijze is tijdig
ingediend als het voor het einde van de termijn ter post is bezorgd. Een poststuk is
ter post bezorgd op het moment dat het – voor de laatste buslichting – in de
brievenbus is gedeponeerd dan wel op het moment dat het op het postkantoor is
aangeboden. De poststempel is in principe richtinggevend voor de datum van
terpostbezorging van een poststuk. De poststempel op de envelop van deze
zienswijze lijkt gedateerd op 2 april 2014 en is daarom tijdig ingediend.
6
De inhoud van deze zienswijze is nagenoeg gelijk aan de zienswijzen genoemd onder
punt 1. Voor de beantwoording van de zienswijze verwijzen wij naar ons standpunt
genoemd bij zienswijze 1.
Conclusie standpunt gemeente zienswijze 3:
Deze zienswijze is tijdig ontvangen en daardoor ontvankelijk. Op basis van
bovenstaande overwegingen achten wij deze zienswijze ongegrond.
7
Hoofdstuk 3
1.
2.
Ambtshalve wijzigingen
De paragrafen 3.3.1. (Provinciaal beleid, de structuurvisie) en 3.2.2 (Verordening
ruimte) van de toelichting zijn ambtshalve geactualiseerd.
Op basis van de provinciale Verordening ruimte ligt het hele plangebied in de
zogenoemde ‘boringsvrije zone’. Daarom is op de verbeelding over het gehele
gebied de aanduiding ‘milieuzone – boringsvrije zone’ opgenomen. In hoofdstuk
3 van de regels is artikel 4.1 (milieuzone – boringsvrije zone) toegevoegd. Dit
artikel regelt dat ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - boringsvrije zone',
onverminderd het elders in dit plan bepaalde, de regels van de Provinciale
Milieuverordening van toepassing zijn.
8
60
vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)
Gemeente Eindhoven
Regels
vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)
Gemeente Eindhoven
61
62
vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)
Gemeente Eindhoven
Hoofdstuk 1
Artikel 1
1.1
Inleidende regels
Begrippen
plan:
het bestemmingsplan V Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B) met
identificatienummer NL.IMRO.0772.80221-0301 van de gemeente Eindhoven.
1.2
bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen).
1.3
aan-huis-verbonden-beroep
een vrij beroep, dat in of bij een woongebouw wordt uitgeoefend, waarbij het woongebouw in
overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling
heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is. Hieronder wordt tevens verstaan het
enkel uitoefenen van een administratie ten behoeve van een bedrijf alsmede detailhandel via
internet zonder opslag en/of verkoop aan huis, dat in of bij een woongebouw wordt uitgevoerd.
Onder vrije beroepen worden verstaan: (para)medische, juridische, therapeutische,
ontwerp-technische, administratieve, sociaal-maatschappelijke, kunstzinnige en daarmee
gelijk te stellen beroepen.
1.4
aanbouw
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in
directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat
in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
1.5
aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de
regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze
gronden.
1.6
aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft..
1.7
bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
1.8
bed & breakfast
een accommodatie gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en veelal
kortdurend nachtverblijf met het serveren van ontbijt. Het is gevestigd in een huis en wordt
gerund door de eigenaren van het betreffende huis en heeft maximaal 2 verhuurde kamers.
1.9
bedrijfsgebouw
een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf.
1.10
bedrijfsvloeroppervlak
de totale oppervlakte van de voor bedrijfsuitoefening benodigde bedrijfsruimte, inclusief de
verkoopvloeroppervlakte, opslag- en administratieruimten en dergelijke.
vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)
Gemeente Eindhoven
63
1.11
bestaande situatie
bij bouwwerken: legale bouwwerken die aanwezig of in uitvoering zijn op het tijdstip van ter
visie legging van het ontwerp van het bestemmingsplan, dan wel bouwwerken zoals die mogen
worden gebouwd krachtens een vergunning;
bij gebruik: legaal gebruik van grond en opstallen zoals aanwezig tijdens de inwerkingtreding
van het bestemmingsplan.
1.12
bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak.
1.13
bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.14
bijbehorend bouwwerk
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel
bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde
verbonden bouwwerk met een dak.
1.15
bijgebouw
een op zichzelf staand al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan
worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het
hoofdgebouw.
1.16
bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten
van een bouwwerk.
1.17
bouwgrens
de grens van een bouwvlak.
1.18
bouwlaag
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte
liggende vloeren (of horizontale balklagen) is begrensd en waarvan de lagen een nagenoeg
gelijk omvang hebben, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van
onderbouw, dakopbouw en/of zolder.
1.19
bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar
behorende bebouwing is toegelaten.
1.20
bouwperceelgrens
een grens van een bouwperceel.
1.21
bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels
bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
1.22
bouwwerk
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde
verbonden is.
1.23
dak
iedere bovenbeëindiging van een gebouw.
64
vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)
Gemeente Eindhoven
1.24
detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop), verkopen
en leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of
aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit. Onder
detailhandel wordt ook begrepen grootschalige detailhandel, volumineuze detailhandel,
tuincentrum en supermarkt.
1.25
dienstverlenend bedrijf en/of dienstverlenende instelling
bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van diensten aan
derden, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en
geholpen, waaronder zijn begrepen kapperszaken, belwinkels, internetcafé,
schoonheidsinstituten, fotostudio´s en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en
inrichtingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en een seksinrichting.
1.26
dienstverlening
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een
balie) te woord wordt gestaan en geholpen.
1.27
erotisch getinte vermaaksfunctie
een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of
vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub
en een seksautomatenhal.
1.28
gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met
wanden omsloten ruimte vormt.
1.29
gebruiken
het gebruiken, in gebruik geven of laten gebruiken.
1.30
geluidgevoelige functies
bewoning of andere geluidgevoelige functies zoals bedoeld in de Wet geluidhinder c.q. het
Besluit geluidhinder.
1.31
geluidgevoelige gebouwen
gebouwen welke dienen ter bewoning of ten behoeve van een andere geluidgevoelige functie
als bedoeld in de Wet geluidhinder c.q. het Besluit geluidhinder.
1.32
gevaarlijke stoffen
gevaarlijke stoffen zijn stoffen waarvan het gebruik, het transport of de opslag (overslag e.d.),
risico's met zich meebrengt. Het kan gaan om explosiegevaar, brand, giftigheid of
radioactiviteit.
1.33
groepsrisico (GR)
een maat voor de kans, dat door een ramp bij een activiteit met gevaarlijke stoffen of met een
vliegtuig, een (grote) groep mensen, die niet rechtstreeks bij de activiteit betrokken is,
tegelijkertijd omkomt. Het GR kan toenemen door uitbreiding van risicovolle activiteiten
enerzijds en door het verhogen van de personendichtheid anderzijds.
1.34
groothandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het
verkopen en/of afleveren van goederen aan wederverkopers, dan wel instellingen of personen
ter aanwending in een andere bedrijfsactiviteit.
vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)
Gemeente Eindhoven
65
1.35
hoofdgebouw
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van
de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of
bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
1.36
horeca
een bedrijf, waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden
verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, één en ander al dan niet in
combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte
vermaaksfunctie.
1.37
hotel
een bedrijf hoofdzakelijk gericht op het verstrekken van logies (per nacht) met - al dan niet als nevenactiviteit het verstrekken van maaltijden en dranken voor consumptie ter plaatse.
1.38
kantoor
een gebouw dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden en
werkzaamheden die verband houden met het doen functioneren van
(semi)overheidsinstellingen, het bankwezen en naar de aard daarmee gelijk te stellen
instellingen.
1.39
kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten
het bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid,
geheel of overwegend door middel van handwerk dat door zijn beperkte omvang in een woning
en daarbij behorende bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie, kan worden uitgeoefend
(niet zijnde prostitutie).
1.40
kunstobject
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, of onderdelen van bouwwerken die worden aangemerkt
als uitingen van één der beeldende kunsten.
1.41
kunstwerk
bouwwerk, geen gebouw zijnde ten behoeve van civieltechnische en/of infrastructurele
doeleinden, zoals een brug, een dam, een duiker, een tunnel, een via- of aquaduct, een sluis,
dan wel een daarmee gelijk te stellen voorziening.
1.42
maatschappelijke voorzieningen
educatieve, medische, sociaal-medische, sociaal-culturele en levensbeschouwelijke
voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van sport en sportieve recreatie, wooneenheden voor
beschermd en/of verzorgd wonen en daarbij behorende voorzieningen, voorzieningen ten
behoeve van openbare dienstverlening en openbaar bestuur. Onder maatschappelijke
voorzieningen zijn tevens begrepen kinderdagverblijven, peuterspeelzalen en buitenschoolse
opvang.
1.43
mantelzorg
het op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband bieden van zorg aan eenieder die
hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak.
1.44
nutsvoorzieningen
voorzieningen ten behoeve van algemeen nut in ruime zin zoals: voorzieningen / installaties
ten behoeve van gas, water en elektriciteit, signaalverdeling, telecommunicatieverkeer,
waterzuivering, waterbeheersing, waterhuishouding, vuil- en afvalverwerking, compostering,
wijkverwarming, milieuvoorzieningen e.d.
66
vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)
Gemeente Eindhoven
1.45
overig bouwwerk
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam
met de aarde is verbonden.
1.46
pand
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid
die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.
1.47
peil
0.30 m' boven de kruin van de weg.
1.48
productiegebonden detailhandel
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, bewerkt of hersteld, waarbij de
detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie.
1.49
prostitutiebedrijf
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin tegen vergoeding seksuele
handelingen worden verricht.
1.50
recreatiewoning
een gebouw of woning (geen woonkeet en geen caravan of andere constructie op wielen
zijnde) bedoeld voor recreatief gebruik in de vorm van recreatief nachtverblijf voor recreanten,
die hun hoofdverblijf elders hebben.
1.51
showroom
een uitstallingsruimte van groothandels - of productiebedrijven ten behoeve van
wederverkopers of afnemers voor het gebruik in eigen bedrijf of instelling.
1.52
seksinrichting
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof
zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van
erotische/pornografische aard plaatsvinden.
Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een
erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een
parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
1.53
uitbouw
een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw,
welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in
architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
1.54
verdieping
de bouwlaag respectievelijk bouwlagen die boven de begane grondbouwlaag gelegen is/zijn.
1.55
verkoopvloeroppervlakte
de voor het publiek zichtbare en toegankelijke (besloten) winkelruimte ten behoeve van de
detailhandel.
1.56
voorgevel
de naar de weg of aan het openbaar gebied gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een
gebouw betreft van meer dan één naar de weg of het openbaar gebied gekeerde gevel, de
gevel die door zijn aard, functie, constructie dan wel gelet op uitstraling ervan als belangrijkste
gevel kan worden aangemerkt.
vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)
Gemeente Eindhoven
67
1.57
waterhuishoudkundige voorzieningen
voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer,
waterberging, hemelwaterinfiltratie en waterkwaliteit (zoals duikers, stuwen,
infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten, sloten, greppels en vijvers, ook als deze incidenteel
of structureel droogvallen etc.).
1.58
Wet geluidhinder
Wet van 16 februari 1979 (Stb. 99) houdende regels inzake het voorkomen of beperken van
geluidhinder, zoals deze luidt op het moment van de terinzagelegging van dit
bestemmingsplan.
1.59
Wet milieubeheer
Wet van 13 juni 1979, Stb. 442, houdende regelen met betrekking tot een aantal algemene
onderwxterinzagelegging van het ontwerp van het plan.
1.60
Wet ruimtelijke ordening
Wet van 20 oktober 2006, (Stb. 2006, nr. 566), houdende nieuwe regels omtrent de ruimtelijke
ordening, zoals deze luidde op het moment van de terinzagelegging van het ontwerp van het
plan.
1.61
winkel
een gebouw, dat een ruimte omvat, welke door zijn indeling kennelijk bedoeld is te worden
gebruikt voor de detailhandel.
1.62
woning
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk
huishouden. Een woonwagen wordt niet tot een woning gerekend.
1.63
woongebouw
een gebouw, dat één woning omvat, dan wel twee of meer naast elkaar en/of geheel of
gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als
een eenheid beschouwd kan worden.
68
vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)
Gemeente Eindhoven
Artikel 2
Wijze van meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1
bebouwingspercentage
een aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van het bouwvlak aangeeft dat
maximaal mag worden bebouwd.
2.2
de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een
daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.3
de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw
zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes,
liftopbouwen, installatieruimten en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.4
de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts
geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het
bouwwerk.
2.5
de hoogte van een windturbine:
vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine.
2.6
ondergeschikte bouwdelen
bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen wordt de overschrijding van de
bouwgrens door ondergeschikte bouwdelen, zoals plinten, pilasters, kozijnen,
reclameaanduidingen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en
kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken e.d. buiten beschouwing gelaten,
mits de overschrijding van de bouwgrens niet meer dan 1 meter bedraagt.
vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)
Gemeente Eindhoven
69
70
vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)
Gemeente Eindhoven
Hoofdstuk 2
Artikel 3
Bestemmingsregels
Wonen
3.1
Bestemmingsomschrijving
3.1.1
Bestemming
De voor `Wonen´ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. woongebouwen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan-huis-verbonden-beroep;
b. aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen;
met de daarbij behorende:
c.
d.
e.
f.
g.
tuinen, erven en paden;
parkeervoorzieningen, in- en uitritten;
nutsvoorzieningen;
waterhuishoudkundige voorzieningen (o.a. waterlopen, waterpartijen en waterberging);
bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
met dien verstande dat:
h. de vloeroppervlakte ten behoeve van een aan-huis-verbonden-beroep niet meer dan 50 m2
mag bedragen.
3.2
Bouwregels
3.2.1
hoofdgebouwen
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
a. een hoofdgebouw mag uitsluitend ter plaatse van de aanduiding bouwvlak worden
gebouwd;
b. ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' moet een onderdoorgang worden
gerealiseerd met een minimale breedte van 2,5 meter en een minimale hoogte van 2,5
meter;
c. de maximum goothoogte is 6 meter en de maximum bouwhoogte is 10 meter.
3.2.2
Aan- en uitbouwen en bijgebouwen
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende regels:
a.
b.
c.
d.
aan- en uitbouwen van het hoofdgebouw zijn niet toegestaan;
bijgebouwen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen';
de maximale goothoogte van een bijgebouw is 3 meter;
de maximale bouwhoogte van een bijgebouw is 4,5 meter.
3.2.3
Bouwwerken geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
a. de maximum bouwhoogte van de erf- en terreinafscheidingen is 2 meter;
b. de maximum bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is 3 meter.
vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)
Gemeente Eindhoven
71
3.3
Specifieke gebruiksregels
3.3.1
Algemeen
Het gebruik van een gedeelte van de woning voor kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten tot
een bedrijfsvloeroppervlakte van maximaal 30 m2 en/of voor een aan-huis-verbonden-beroep
met een vloeroppervlakte van meer dan 50 m2 met een maximum van 75 m2, is toegestaan
mits:
a. de totale oppervlakte voor kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten en een
aan-huis-verbonden-beroep gezamenlijk niet meer dan 75 m2 bedraagt;
b. de verkeersaantrekkende werking niet zodanig is, dat ten gevolge daarvan extra
verkeersmaatregelen, waaronder extra parkeervoorzieningen op de openbare weg,
noodzakelijk worden;
c. het niet betreft detailhandel met uitzondering van detailhandel in ter plaatse vervaardigde
en/of bewerkte producten;
d. het niet betreft vervaardiging van voedsel;
e. deze activiteiten door ten hoogste twee personen worden uitgeoefend, waarvan minstens
één persoon woonachtig in het betreffende pand; voor kapsalons geldt dat deze activiteit
door maximaal één persoon, die tevens in het pand woonachtig is, mag worden
uitgeoefend;
f. de bedrijfsactiviteiten vallen onder de in Bijlage 1 opgenomen 'Lijst van bedrijfsactiviteiten
bij wonen' behorende tot de categorie 1, alsmede voor zover het bedrijfsactiviteiten betreft
die niet in deze lijst zijn opgenomen maar naar aard en invloed op de omgeving gelijk te
stellen zijn met de bedrijfsactiviteiten als genoemd in deze lijst;
g. dienstverlenende bedrijven en/of dienstverlenende instellingen betreffen die niet vallen
onder de sub f genoemde lijst, maar naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen
zijn met de bedrijfsactiviteiten als bedoeld onder sub f.
3.3.2
Strijdig gebruik
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 3.1.1 wordt in ieder geval
gerekend:
a. het gebruik van bijgebouwen voor zelfstandige bewoning;
b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting.
72
vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)
Gemeente Eindhoven
Hoofdstuk 3
Artikel 4
4.1
Algemene regels
Algemene aanduidingsregels
milieuzone - boringsvrije zone
Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - boringsvrije zone' zijn, onverminderd het elders in
dit plan bepaalde, de regels van de Provinciale Milieuverordening van toepassing.
vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)
Gemeente Eindhoven
73
74
vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)
Gemeente Eindhoven
Artikel 5
Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan
uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere
bouwplannen buiten beschouwing.
vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)
Gemeente Eindhoven
75
76
vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)
Gemeente Eindhoven
Artikel 6
6.1
Algemene bouwregels
Parkeereis
Bij de afgifte van een omgevingsvergunning en/of afwijkingsvergunning dienen, indien de
omvang of de bestemming van een bouwwerk aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte
aan ruimte voor het parkeren of stallen van motorvoertuigen op meer dan twee wielen, op of
onder dat gebouw dan wel op het bij het gebouw horende perceel, afhankelijk van de
bestemming, grootte en bereikbaarheid per openbaar vervoer, een door burgemeester en
wethouders, conform de Parkeernormen, te bepalen aantal parkeerplaatsen aanwezig zijn.
6.2
Afwijken van de parkeereis
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.1 indien
het voldoen aan die bepalingen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren
stuit of voor zover op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingsruimte en/of laad- en
losruimte wordt voorzien.
6.3
Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning nadere eisen stellen ten
aanzien van de maatvoering van de parkeervoorzieningen,zoals bedoeld in lid 6.1 indien dit,
gelet op de feitelijke omstandigheden, noodzakelijk is.
vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)
Gemeente Eindhoven
77
78
vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)
Gemeente Eindhoven
Artikel 7
7.1
Algemene gebruiksregels
Gebruik overeenkomstig de bestemming
Al dan niet in afwijking van het bepaalde in de bestemmingsregels van Hoofdstuk 2 wordt ter
plaatse van een aanduiding het gebruik van gronden en opstallen in overeenstemming met die
aanduiding aangemerkt als gebruik overeenkomstig die bestemming.
vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)
Gemeente Eindhoven
79
80
vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)
Gemeente Eindhoven
Artikel 8
8.1
Algemene afwijkingsregels
Binnenplans afwijken
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en
bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale
veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, bij een
omgevingsvergunning afwijken van:
a. de bij recht in de regels gegeven maten, afmetingen, percentages tot niet meer dan 10 %
van die maten, afmetingen en percentages;
b. de bestemmingsbepalingen en toestaan dat de aanduiding 'bouwvlak' en/of 'bijgebouwen'
worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
c. de regels ten aanzien van de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en
toestaan dat de hoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot
maximaal 10 m, met dien verstande dat de maximum bouwhoogte van erfafscheidingen 2
m is;
d. de regels ten aanzien van de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en
toestaan dat de maximum bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten
behoeve van kunstwerken en van zend-, ontvang- en/of sirenemasten 20 m is.
8.2
Algemene afwijkingsregels ten behoeve van duurzame energie
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en
bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeerveiligheid, de sociale veiligheid
en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, bij een omgevingsvergunning
afwijken van:
a. de regels met het oog op de realisering van gebouwen en bouwwerken ten behoeve van
nutsvoorzieningen en/of het opwekken van duurzame energie tot maximaal 100 m2 (bvo)
en een bouwhoogte van maximaal 3 m, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer;
b. de bestemmingsbepalingen en toestaan dat de aanduiding 'bouwvlak' wordt overschreden
met maximaal 20 cm ten behoeve van gevelisolatie om energie te besparen.
vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)
Gemeente Eindhoven
81
82
vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)
Gemeente Eindhoven
Hoofdstuk 4
Artikel 9
9.1
Overgangs- en slotregels
Overgangsrecht
Overgangsrecht bouwwerken
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of
in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt
van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd,
mits de aanvraag van de van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan
binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
9.2
Afwijken
Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig bij een omgevingsvergunning afwijken van lid
9.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 9.1 met maximaal
10%.
9.3
Uitzondering op het overgangsrecht bouwwerken
Lid 9.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van
inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het
daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
9.4
Overgangsrecht gebruik
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het
bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
9.5
Strijdig gebruik
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 9.4, te
veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze
verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
9.6
Verboden gebruik
Indien het gebruik, bedoeld in lid 9.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een
periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten
of te laten hervatten.
9.7
Uitzondering op het overgangsrecht gebruik
Lid 9.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen
geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)
Gemeente Eindhoven
83
84
vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)
Gemeente Eindhoven
Artikel 10
Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan V Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B).
vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)
Gemeente Eindhoven
85
Bijlagen bij de regels
86
vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)
Gemeente Eindhoven
Bijlage 1 Lijst van bedrijfsactiviteiten bij wonen
vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)
Gemeente Eindhoven
87
Lijst van bedrijfsactiviteiten bij woonfunctie
SBIcode
Nr Omschrijving
Afstanden in meters
Categorie
geur stof geluid gevaar grootste
afstand
58
-
UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN
REPRODUCTIE
VAN OPGENOMEN MEDIA
1814
A
Grafische afwerking
0
0
10
0
10
1
Reproductiebedrijven opgenomen
media
0
0
10
0
10
1
0
10
10
0
10
1
0
0
10
10
10
1
0
0
10
10
10
1
0
0
10 C
0
10
1
0
0
10
0
10
1
182
31
-
VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN
OVERIGE GOEDEREN N.E.G.
9524
2
Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m2
45, 47
-
HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S,
MOTOR- FIETSEN;
BENZINESERVICESTATIONS
45204
B
Autobeklederijen
47
-
DETAILHANDEL EN REPARATIE T.B.V.
PARTICULIEREN
952
Reparatie t.b.v. partuculieren (excl.
auto's en motorfietsen)
53
-
POST EN TELECOMMUNICATIE
61
A
Telecommunicatiebedrijven
62
-
COMPUTERSERVICE- EN
INFORMATIETECHNOLOGIE
62
A
Computerservice- en
informatietechnologie-bureau's e.d.
96
-
OVERIGE DIENSTVERLENING
96013
B
Wasserettes, wassalons
0
0
10
0
10
1
Kappersbedrijven en
schoonheidsinstituten
0
0
10
0
10
1
Persoonlijke dienstverlening n.e.g.
0
0
10C
0
10D
1
9602
9609
B
Bijlage 2 Parkeernormen
vastgesteldV Stratum buiten de Ring 2004 (Begoniastraat 1B)
Gemeente Eindhoven
89
Parkeernorm
Gebiedsindeling
de overige gebieden binnen de Ring
Ring en alles daarbuiten
Schilwijk
Rest
Tabel: gebiedsindeling
Opmerking: de scheidslijn tussen gebieden loopt in principe over de as van de
genoemde straten en wegen (ook in geval van de Ring).
De buurten: Binnenstad, Fellenoord, Witte Dame en De
Bergen. Oftewel, het gebied begrensd door: Fellenoord,
Boschdijk, Pastoor Petersstraat, Veldmaarschalk
Montgomerylaan, Vincent van de Heuvellaan, John F.
Kennedylaan, Prof. Dr. Dorgelolaan, Dommel, Vestdijk,
Hertogstraat, P Czn Hooftlaan, Wal, Dommel, Edenstraat,
Mauritsstraat, Vonderweg, Fellenoord.
Centrum
De parkeernormen gaat uit van een gebiedsindeling centrum, schil en rest. Dit onderscheid is gebaseerd op het uitgangspunt dat het autobezit in het centrum lager is
en dat voorzieningen beter bereikbaar zijn middels andere vervoerswijzen, zoals (H)OV en trein. In Eindhoven worden de volgende drie gebieden onderscheiden:
1.1
In dit hoofdstuk zijn de tabellen opgenomen waarin wordt aangegeven welke parkeernorm voor welke functie van toepassing is.
Er wordt gewerkt met een minimum en een maximum norm. De minimale norm moet gerealiseerd worden en er mag niet meer gerealiseerd worden dan de maximale
norm. De parkeernormen zijn gebaseerd op de parkeerkencijfers van het CROW (Het nationale kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte).
Op basis van deze tabellen wordt per ruimtelijke ontwikkeling de parkeereis bepaald. De parkeereis is het totaal aan parkeerplaatsen dat de aanvrager moet aanleggen.
Deze parkeerplaatsen moeten in principe op eigen terrein worden gerealiseerd. In de beleidsregels toepassing parkeernormen gemeente Eindhoven is aangegeven
wanneer hiervan kan worden afgeweken.
1
2
kamer
wooneenheid
kamer verhuur
verpleeg- / verzorgingstehuis
100 m2 bvo
100 m2 bvo
100 m2 bvo
100 m2 bvo
100 m2 bvo
Supermarkt
grootschalige detailhandel
bouwmarkt / tuincentrum
kringloopwinkel
100 m2 bvo
100 m2 bvo
kleinschalige winkel
Buurtwinkelcentrum / solitaire
Kastelenplein)
Trudoplein, Woenselse markt,
wijkwinkelcentrum (Haagdijk,
(winkelcentrum Woensel)
stadsdeelwinkelcentrum
100 m2 bvo
woning
Serviceflat / aanleunwoning
WINKELEN binnenstad / hoofdwinkelgebied
woning
woning
woning
Eenheid
woning klein (< 80 m bvo)
2
woning midden (80 tot120 m2 bvo)
WONEN woning groot (>120 m bvo)
Functie
Tabel Parkeernormen
Hoofdfunctie
1.2
nvt
2,7
2,2
nvt
3,0
nvt
nvt
nvt
4,0
0,6
0,6
0,6
1,3
1,4
1,5
max
nvt
nvt
2,0
nvt
nvt
nvt
3,0
0,4
0,3
0,4
1,1
1,2
1,3
Min
Centrum
2,2
3,0
4,5
3,0
2,0
2,5
nvt
nvt
0,5
0,4
0,5
1,3
1,4
1,5
min
2,7
4,0
6,5
4,0
2,5
3,5
nvt
nvt
0,7
0,7
0,7
1,6
1,7
1,8
max
Schilwijken
2,2
4,0
5,5
4,0
2,5
3,0
3,0
nvt
0,6
0,5
0,6
1,5
1,6
1,7
min
Rest
2,7
5,0
8,0
5,0
3,0
4,0
4,0
nvt
0,8
0,8
0,8
1,9
2,1
2,3
max
Aandeel
niet de beschikking over eigen
-
85% 1 arbeidsplaats = 40 m2 bvo
85% functie.
publiekstrekker met regionale
Bedoeld is hier een grote
1 arbeidsplaats = 40 m2 bvo
85% 1 arbeidsplaats = 40 m2 bvo
85% 1 arbeidsplaats = 40 m2 bvo
excl. supermarkt
85% 1 arbeidsplaats = 40 m2 bvo
excl. supermarkt
85% 1 arbeidsplaats = 40 m2 bvo
85% 1 arbeidsplaats = 40 m2 bvo
0,2 vervoer, maar incl. personeel
0,2
0,2 mogelijk)
minder gecombineerd gebruik
gehandicaptenplaatsen, dus
gereserveerde
beperkte zorgvoorzieningen (veel
zelfstandige woning met
0,3 BVO NEN 2580
0,3 BVO NEN 2580
0,3 BVO NEN 2580
bezoekers Opmerkingen
1 m' marktkraam
(week)markt
congresgebouw
0,3
0,3
100 m2 bvo
100 m2 bvo
zitplaats
museum
bibliotheek
bioscoop / theater / schouwburg
0,1
0,5
4,0
100 m2 bvo
kamer
hotel
3,0
3,0
0,8
0,4
0,7
0,2
1,0
0,1
0,4
Min
0,2
0,5
0,5
1,0
8,0
5,0
5,0
1,5
0,6
1,2
0,3
1,4
0,3
0,6
max
Centrum
restaurant
100 m2 bvo
100 m2 bvo
100 m2 bvo
bedrijfsverzamelgebouw
evenementenhal / beursgebouw /
100 m2 bvo
100 m2 bvo
100 m2 bvo
keukens meubels, caravans)
e bedrijven/ Showroom (auto’s,
Arbeidsextensieve/bezoekersintensiev
etc.)
(industrie, laboratorium, werkplaats,
bezoekersextensieve bedrijven
arbeidsintensieve /
opslag, transportbedrijf, etc.)
bezoekersextensieve bedrijven (loods,
arbeidsextensieve /
100 m2 bvo
100 m2 bvo
showroom (auto's, boten etc.)
Kantoren
Eenheid
Functie
VRIJE TIJD café / bar / discotheek / cafetaria
WERKEN
Hoofdfunctie
0,2
0,5
0,5
0,7
8,0
4,0
4,0
1,0
0,8
1,2
0,3
1,2
0,2
0,6
min
0,3
0,8
0,8
1,3
12,0
6,0
7,0
1,7
1,7
2,0
0,6
1,8
0,3
1,0
max
Schilwijken
0,3
0,8
0,8
0,9
10,0
5,0
5,0
1,2
1,0
2,0
0,6
1,8
0,3
1,0
min
Rest
0,5
1,0
1,0
1,5
14,0
7,0
10,0
1,9
1,2
2,5
1,0
3,0
0,5
2,0
max
Aandeel
-
95%
95%
-
80%
90%
90%
10% 1 arbeidsplaats = 30-40 m2 bvo
35% 1 arbeidsplaats = 30-50 m2 bvo
5% 1 arbeidsplaats = 30-50 m2 bvo
5% 1 arbeidsplaats = 30-50 m2 bvo
15% 1 arbeidsplaats = 25-35 m2 bvo
85% standhouder extra)
kraam dan + 1,0 pp per
(indien geen parkeren achter
1 m' marktkraam = 6 m2 bvo
35% 1 arbeidsplaats = 30- 50 m2 bvo
bezoekers Opmerkingen
GEZONDHEIDSZORG
Hoofdfunctie
baan
tennisbanen
Behandelkamer
100 m2 bvo
consultatiebureau
apotheek
arts / maatschap / therapeut /
bed
3,0
box
100 m2 bvo
manege
ziekenhuis
nvt
100 m2 bvo
overdekte speeltuin/hal
1,7
1,0
1,0
2,0
2,0
bassin
ha. netto terrein
themapark / pretpark
7,0
0,04
1,0
nvt
0,5
0,5
1,0
nvt
1,0
1,0
2,0
Min
2,1
1,5
1,3
4,0
nvt
8,0
8,0
9,0
0,2
1,5
nvt
1,0
1,0
2,0
nvt
1,5
1,5
5,0
max
Centrum
zwembad
100 m² opp.
zitplaats
baan
squashbanen
stadion
100 m2 bvo
dansstudio / sportschool
hole
ha. netto terrein
sportveld (buiten)
baan/tafel
100 m2 bvo
sporthal (binnen)
bowlingbaan / biljartzaal
100 m2 bvo
Gymlokaal
golfbaan
100 m2 bvo
Eenheid
wijkgebouw
sociaal cultureel centrum /
Functie
2,0
1,5
1,3
4,0
nvt
3,0
3,0
8,0
0,05
1,5
nvt
1,0
1,0
2,0
13,0
1,5
1,5
3,0
min
2,4
2,0
1,7
5,0
nvt
10,0
10,0
10,0
0,3
2,0
nvt
2,0
1,5
3,0
27,0
2,0
2,0
6,0
max
Schilwijken
2,3
1,5
1,5
5,0
0,3
4,0
4,0
9,0
0,06
1,5
6,0
2,0
1,0
3,0
13,0
2,0
2,0
4,0
min
Rest
2,7
2,5
2,0
6,0
0,8
12,0
12,0
11,0
0,4
2,5
8,0
3,0
2,0
4,0
27,0
2,5
2,5
7,0
max
Aandeel
Indien geen avondfunctie, dan
bij vaste bezoektijden
90%
65% parkeerplaatsen per praktijk
met minimum van 3
65% bovengrens hanteren
-
-
90%
90%
98%
99%
95%
95%
95%
90%
90%
95% mee.
Alleen opp. sportterreinen tellen
95% + 0,1-0,2 pp. per bezoekersplaats
bij sporthal met wedstrijdfunctie:
95% parkeervraag = 0
90%
bezoekers Opmerkingen
Functie
student
leslokaal
avondonderwijs
basisonderwijs
Begraafplaats / crematorium
(kerk, moskee, et cetera)
Religiegebouw
crematie
begrafenis /
gelijktijdige
zitplaats
perceel
100 leerlingen
Kiss & Ride
OVERIGEN volkstuin
arbeidsplaats
kinderdagverblijf
crèche / peuterspeelzaal /
leslokaal
leslokaal
collegezaal
Eenheid
Havo, Vmbo)
voorbereidend dagonderwijs (Vwo,
WO, HBO)
beroepsonderwijs dag (MBO, ROC,
WO, HBO)
ONDERWIJS beroepsonderwijs dag (MBO, ROC,
Hoofdfunctie
10,0
0,1
nvt
4,0
0,4
0,5
0,4
0,5
4,0
10,0
Min
20,0
0,2
nvt
6,0
0,8
0,7
0,6
0,8
5,0
15,0
max
Centrum
15,0
0,1
nvt
5,0
0,5
0,6
0,5
0,5
5,0
15,0
min
30,0
0,2
nvt
7,0
0,9
1,0
0,7
1,0
7,0
20,0
max
Schilwijken
15,0
0,1
0,3
6,0
0,6
0,8
0,6
0,5
5,0
20,0
min
Rest
30,0
0,3
0,5
8,0
1,0
2,0
0,8
2,0
10,0
25,0
max
Aandeel
collegezaal = circa 150 zitplaatsen
collegezalen + leslokalen
totale parkeervraag =
-
-
-
- exclusief Kiss & Ride
- exclusief Kiss & Ride
-
- leslokaal = circa 30 zitplaatsen
-
-
bezoekers Opmerkingen
Acceptabele loopafstanden
Reductiefactoren parkeervoorzieningen op eigen terrein
Acceptabele
loopafstanden
(in meter)
400
200
100
200-600
200-800
100
100
100
Parkeervoorziening
Theoretisch aantal
Enkele oprit zonder garage
1
Lange oprit zonder garage of carport
2
Dubbele oprit zonder garage
2
Garage zonder oprit (bij woning)
1
Garagebox (niet bij woning)
1
Garage met enkele oprit
2
Garage met lange oprit
3
Garage met dubbele oprit
3
Tabel: reductiefactoren parkeervoorzieningen op eigen terrein
Berekend aantal
0,8
1,0
1,7
0,6
0,7
1,2
1,5
2,0
oprit minimaal 4,5 meter breed
oprit minimaal 5,0 meter diep
oprit minimaal 4,5 meter breed
Opmerking
oprit minimaal 5,0 meter diep
In een woonwijk met veel garages en (dubbele) opritten zijn in theorie mogelijk voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein aanwezig. In de praktijk zal blijken dat een
groot gedeelte van het theoretische aanbod niet wordt gebruikt, doordat auto’s toch regelmatig op de openbare weg parkeren. Dit gedrag zal veel minder gebeuren in
een gebied waarin het parkeren gereguleerd is (betaald parkeren of een gebied voor parkeervergunninghouders). Daarom zal deze tabel alleen worden toegepast in
gebieden waar geen sprake is van een parkeerregulering.
1.4
Wonen centrum
Wonen schilwijk
Wonen rest
Winkelen
Werken
Ontspanning
Gezondheidszorg
Onderwijs
Tabel: acceptabele loopafstand
Hoofdfunctie
Indien de parkeervraag niet (volledig) op eigen terrein kan worden opgelost kan gekeken worden naar vervangende parkeergelegenheid In onderstaande tabel is
aangegeven wat een acceptabele loopafstand tot deze alternatieve parkeergelegenheid is.
1.3
Aanwezigheidspercentages bij dubbelgebruik
100%
90%
Sport
30%
50%
Tabel: Gelijktijdige aanwezigheid (bron: CROW, ASVV 2004)
15%
Bioscoop, theater
40%
90%
0%
100%
100%
0%
40%
30%
100%
5%
5%
20%
100%
Werkdag
avond
90%
30%
Café
40%
45%
70%
0%
100%
100%
100%
40%
100%
100%
70%
60%
Werkdag
middag
30%
30%
100%
Dagonderwijs
Restaurant
85%
Ziekenhuis
20%
100%
Sociaal medisch
Museum
10%
Sociaal cultureel
30%
100%
Bedrijven
Bibliotheek
100%
Kantoor
0%
30%
Detailhandel
Avondonderwijs
50%
Woningen
Gelijktijdige aanwezigheid
Werkdag
ochtend
90%
90%
85%
95%
0%
70%
100%
0%
50%
15%
100%
10%
10%
100%
90%
Koopavond
100%
60%
75%
70%
100%
75%
0%
0%
25%
15%
60%
5%
5%
100%
60%
Zaterdagmiddag
90%
100%
100%
100%
0%
0%
0%
0%
40%
5%
90%
0%
0%
0%
60%
Zaterdagavond
85%
60%
45%
40%
90%
0%
0%
0%
40%
5%
25%
0%
0%
0%
70%
Zondagmiddag
De parkeernormen zijn onderverdeeld in functies. In sommige gevallen, met name bij grotere ontwikkelingen, vindt een combinatie van functies plaats. In dat geval
dient gekeken te worden naar de momenten in de week waarop per functie de parkeervraag zich voordoet. Op deze wijze is namelijk dubbelgebruik te realiseren,
hetgeen uit oogpunt van kostenbesparing en optimaal gebruik van schaarse ruimte wenselijk is.
In de CROW-richtlijnen is een tabel opgenomen waarin op basis van ervaringen per functie over de specifieke delen van de week het aanwezigheidspercentage wordt
weergegeven. Deze tabel wordt ook in Eindhoven toegepast.
1.5