PTE-GIDS MAVO LEERJAAR 2 2014/2015 NAAM: KLAS: Voorwoord Beste leerlingen, geachte ouders, Dit is de PTE-gids. PTE betekent Programma van Toetsen en Eindtermen. In deze gids kun je lezen wat je dit jaar gaat leren en wat je aan het eind van het jaar voor ieder vak moet kennen en kunnen. Je vindt ook per vak opgenoemd welke toetsen er zijn, zodat je daar rekening mee kunt houden. Deze gids helpt je met plannen en dat is dus heel makkelijk. Je weet precies wat er op welk moment van je verwacht wordt. Met behulp van de studiewijzers op de ELO kun je zien hoe je naar al die verschillende onderdelen toe werkt. Als bijlage vind je de bevorderingsnormen en een verhaal over hoe wij met toetsen omgaan op onze school. Tijdens het Coachmoment wordt deze gids helemaal doorgenomen. Als je daarna nog vragen en/of opmerkingen hebben kun je het best contact opnemen met je coach. Namens alle docenten, A. Nagel Directeur 2 Inhoud Voorwoord ............................................................................................................................. 2 Vak: Aardrijkskunde .............................................................................................................. 4 Vak: Biologie ......................................................................................................................... 5 Vak: Duits .............................................................................................................................. 6 Vak: Economie ...................................................................................................................... 8 Vak: Engels ..........................................................................................................................10 Vak: Frans ...................................................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Vak: Geschiedenis ...............................................................................................................12 Vak: Lichamelijke Opvoeding ...............................................................................................14 Verplicht onderdeel: LOB (loopbaanoriëntatie en begeleiding) .............................................16 Vak: Nederlands ...................................................................................................................18 Vak: Natuur en Scheikunde ..................................................................................................20 Vak: Rekenen.......................................................................................................................22 Vak: techniek ........................................................................................................................23 Vak: Tekenen .......................................................................................................................25 Vak: Wiskunde .....................................................................................................................26 Bevorderingsnormen De Fontein Bussum, Gooise Scholen Federatie .................................28 Toetsbeleid De Fontein Bussum...........................................................................................35 3 PTE Leerjaar 2 2014-2015 Vak: Aardrijkskunde Toets Soort Stofomschrijving, aanduiding in het boek/doelen 2.1.1 2.1.2 2.1.3 So Rep Po H8 Wat een landschap? H8 H8 2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.2.4 So Rep Po So H9 Eenwording van Europa H9 H9 Topografie 2.3.1 2.3.2 2.3.3 2.3.4 2.3.5 so Po So So Rep H11 Conflicten H11 H12 Nederlands verandert Topografie H12 Herkansbare Toetsen Tijdstip/week Per. 1 39 44 46 Per. 2 49 3 5 6 Per. 3 12 14 19 23 Repetitie week Weging 1x 2x 1x 1x 2x 1x 1x 1x 1x 1x 1x 2x geen Vakspecifieke opmerkingen Vaardigheden die aan bod komende gedurende het jaar zijn: eenvoudige kaart- en atlasvaardigheden; werken met schaal; plaatsbepaling; inzoomen en uitzoomen; een eenvoudige kaart maken. grafieken lezen en maken; een werkstuk schrijven; feiten en meningen onderscheiden; hoofd- en bijzaken onderscheiden; luisteren en aantekeningen maken; overzichten maken; samenvatten; uit het hoofd leren; leren van topografie; oorzaak/gevolgrelaties leggen. Kerndoelen en eindtermen In klas 1 en 2 komen bij aardrijkskunde de volgende kerndoelen aan bod: kerndoel 38: De leerling leert een eigentijds beeld van de eigen omgeving, Nederland, Europa en de wereld te gebruiken om verschijnselen en ontwikkelingen in hun omgeving te plaatsen. kerndoel 42: De leerling leert in eigen ervaringen en in de eigen omgeving effecten te herkennen van keuzes op het gebied van werk en zorg, wonen en recreëren, consumeren en budgetteren, verkeer en milieu. kerndoel 43: De leerling leert over overeenkomsten, verschillen en veranderingen in cultuur enlevensbeschouwing in Nederland, leert eigen en andermans leefwijze daarmee in verband te brengen, en leert de betekenis voor de samenleving te zien van respect voor elkaars opvattingen en leefwijzen. kerndoel 45: De leerling leert de betekenis van Europese samenwerking en de Europese Unie te begrijpen voor zichzelf, Nederland en de wereld. kerndoel 46: De leerling leert over de verdeling van welvaart en armoede over de wereld, hij leert de betekenis daarvan te zien voor de bevolking en het milieu, en relaties te leggen met het (eigen) leven in Nederland. kerndoel 47: De leerling leert actuele spanningen en conflicten in de wereld te plaatsen tegen hun achtergrond, en leert daarbij de grote onderlinge afhankelijkheid in de wereld, het belang van mensenrechten en de betekenis van internationale samenwerking te zien. 4 PTE Leerjaar 2 2014/2015 Vak: Biologie Toets Soort Stofomschrijving, aanduiding in het boek/doelen 1.1.1. PO 1.1.2 1.1.3 Rep Rep Tijdstip Per. 1 Practica gaswisseling en ademhaling + werkboek opdracht Thema 1 Gaswisseling en ademhaling Thema 2 Voeding en vertering Weging 1x 2x 2x Per. 2 1.2.1 1.2.2 1.2.3 1.2.4 PO Rep Rep PO Poster verteringsstelsel Thema 3 Bloedsomloop Thema 4 Waarneming en regeling Waarneming 1x 2x 2x 1x Per. 3 1.3.1 1.3.2 1.3.3 1.3.5 Rep SO PO Rep Thema 5 Erfelijkheid en evolutie Thema 6 Ecologie Afvalopdracht in/om school Thema 6 en 7 Ecologie en Mens en milieu Herkansbare Toetsen 2x 1x 1x 2x Geen Vakspecifieke opmerkingen - PO’s zijn groepsopdrachten. Deze kunnen niet herkanst worden. Er worden groepspunten toegekend die onderling verdeeld kunnen worden. Kerndoelen en eindtermen Differentiatie: - Als een leerling twee keer achter elkaar een onvoldoende scoort voor een toets neemt de vakdocent contact op met zijn/haar ouders. - Leerlingen die aan de hand van resultaten en competenties op hetzelfde niveau zitten, worden aan elkaar gekoppeld binnen de les en bij opdrachten. - Leerlingen die laten zien dat ze op een hoger niveau kunnen werken en presteren, krijgen extra stof aangeboden. Gebruik SomToday (ELO): - Hier zijn de studiewijzers per hoofdstuk te vinden. - Hier wordt verwezen naar websites en filmpjes met informatie die bruikbaar is voor het vak. - De uitleg van opdrachten, het inleveren van een aantal opdrachten en de beoordeling van opdrachten gebeurt via SomToday. 5 PTE leerjaar 2 2014/2015 Vak: Duits PT-nr Stofomschrijving, aanduiding in het boek Tijdstip Weging overgang Per. 1 2.1.2 Repetitie Hoofdstuk 1 + 2 Week 44 2x Week 46 1x Grammatica, werkwoorden, Redemittel en luisteropdracht 2.1.3 Leestoets Per. 2 2.2.2 Leestoets Week 51 1x 2.2.3. Repetitie Hoofdstuk 3 + 4 Week 4 2x Grammatica, werkwoorden, Redemittel en luisteropdracht Per. 3 2.3.1 Repetitie Hoofdstuk 5 en 6 Week 15 2x Grammatica, werkwoorden, Redemittel en luisteropdracht 2.3.2 Leestoets Week 17 1x 2.3.3 Repetitie Hoofdstuk 7+8 Toetsweek 3x Grammatica, werkwoorden en leestekst Vakspecifieke opmerkingen: Voorafgaand aan elke Repetitie wordt een S.O. van de woordenlijst met weging 1 afgenomen. Bij de leestoets mogen de leerlingen een woordenboek D-N gebruiken. Deze wordt door de docent uitgereikt. De studiewijzers zijn op SOM te vinden. Kerndoelen: 6 De leerling leert vertrouwd te raken met de klank van het Duits door veel te luisteren naar gesproken en gezongen teksten. De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn Duitse woordenschat. De leerling leert strategieën te gebruiken bij het verwerven van informatie uit gesproken en geschreven Duitstalige teksten. De leerling leert in Duitstalige schriftelijke en digitale bronnen informatie te zoeken, te ordenen en te beoordelen op waarde voor hemzelf en anderen. De leerling leert in spreektaal anderen een beeld te geven van zijn dagelijks leven. De leerling leert standaardgesprekken te voeren om iets te kopen, inlichtingen te vragen en om hulp te vragen. De leerling leert informeel contact in het Duits te onderhouden via e-mail, brief en chatten. De leerling leert welke rol het Duits speelt in verschillende soorten internationale contacten. Hiervoor wordt aandacht aan de volgende onderdelen besteedt: spreken grammatica schrijven lezen luisteren Landeskunde leren leren Differentiatie: De stof wordt op verschillende manieren aangeboden. Havostof kan op verzoek worden aangeboden. Met dyslexie wordt rekening gehouden. 7 PTE Leerjaar 2 2014/2015 Vak: Economie Toets Soort Stofomschrijving, aanduiding in het boek/doelen Weging H1.1 “Wat is economie” en 1.2 ”Hoe kom je aan geld” Tijdstip Per. 1 Wk 37 2.1.1 SO 2.1.2 Rep. H1 “Geld genoeg”+ rekenopgaven + Prinsjesdag Wk39 2x 2.1.3 PO Vergelijkend waren onderzoek Chocolade wk43 2X 2.1.4 Rep H 2 “Ben jij een kritische koper?” Wk45 2X 2.1.5 SO Winst en BTW berekenen Wk 48 1X 2X 1x 2.2.1. Rep H 3 “Goede producten? “en Winst en BTW berekenen Per. 2 Wk 50 2.2.2 PO “Ondernemen” Wk2 2X 2.2.3 SO Met procenten rekenen Wk4 1X 2.2.4. Rep H 4 “Waarom werken” + procenten rekenen Wk 7 2X 2.2.5 SO H4 + H5 begrippen + aantekeningen Wk 11 1X 2X 2.3.1 Rep H5 “Hoe werkt de arbeidsmarkt” + rekenopgaven Per. 3 Wk 14 2.3.2. PO “Overheid” Wk 16 1X 2.3.3 Rep H6 “Overheid overbodig?” Wk 18 2X 2.3.4 SO H7.1/7.2 + wisselkoersen Wk 22 1X 2.3.5. Rep H7 “” Europese Grenzen? ” + economisch rekenen Wk 24 2X Herkansbare Toetsen geen 8 Kerndoelen economie Van belang voor leerjaar 3: Kennis en vaardigheden van berekeningen: - BTW (van excl. naar incl. en andersom) - Winst (bruto, netto, inkoopkosten, bedrijfskosten) - Procenten berekeningen: deel/geheel, oud-nieuw verandering - Basis wisselkoersen (Van euro’s naar andere valuta en andersom) Duidelijk maken opbouw modules, samenhang en basis begrippen daarvan - Consumptie - Arbeid en Productie - Overheid - Internationale Ontwikkelingen Leren omgaan met oorzaak gevolg redenatie 9 PTE Leerjaar 2 2014 – 2015 Vak: Engels Toets Soort Stofomschrijving, aanduiding in het boek/doelen 1.1.1 1.1.2 1.1.3 1.1.4 1.1.5 1.1.6 SO SO Rep SO SO Rep Vocabulary H1: Woordenlijsten N-E Stones H1: zinnen leren N-E H1 : Lees- en/of luisteroefening + grammatica Vocabulary H2: Woordenlijsten N-E Stones H2: zinnen leren N-E H2 : Lees- en/of luisteroefening + grammatica 1.2.1 1.2.2 1.2.3 1.2.4 1.2.5 1.2.6 SO SO Rep SO SO Rep Vocabulary Hst 3: Woordenlijsten N-E Stones Hst 3: zinnen leren N-E H3: Lees- en/of luisteroefening + grammatica Vocabulary H4: Woordenlijsten N-E Stones H4: zinnen leren N-E H4 : Lees- en/of luisteroefening + grammatica Tijdstip Per. 1 39 44 Weging 1x 1x 2x 1x 1x 2x Per. 2 48 1x 1x 2x 1x 1x 2x Per. 3 1.3.1 1.3.2 1.3.3 SO SO Rep Vocabulary H5 & 6: Woordenlijsten N-E Stones H5 & 6: zinnen leren N-E H5 & 6 : Lees- en/of luisteroefening + grammatica 1x 1x 2x 1.3.4 1.3.5 1.3.6 SO SO Rep Vocabularia H7 & 8: Woordenlijsten N-E Stones H7 & 8: zinnen leren N-E H7 & 8: Lees- en/of luisteroefening + grammatica 1x 1x 2x Herkansbare Toetsen geen Vakspecifieke opmerkingen Voor Engels maken de leerlingen per hoofdstuk twee So’s en een repetitie. Het doel van de So’s is om de woordenschat uit te breiden en veelgebruikte zinsstructuren eigen te maken. In de repetities worden vaardigheden getoetst zoals leesvaardigheid, luistervaardigheid en het toepassen van de geleerde grammatica. Het gebruik van woordenboeken is nooit toegestaan tijdens So’s en repetities. In alle periodes kunnen ook nog So’s gegeven worden met weging 1x. Het kan het dan gaan om boekoverhoringen, kijk-luister oefeningen en eenvoudige woordjes/stones overhoringen. Aan het eind van leerjaar 2 worden 2 hoofdstukken tegelijkertijd getoetst, zoals dit ook in leerjaar 3 zal gebeuren. 10 PTE Leerjaar 2 2014/2015 Vak: Frans Toets Soort 1.1.1 Rep 1.1.2 Rep 1.2.1 Rep 1.2.2 Rep 1.2.3 Rep 1.3.1 Rep 1.3.2 Rep 1.3.3 Rep Stofomschrijving, aanduiding in het boek/doelen Hoofdstuk 1: luistervaardigheid, leesvaardigheid, woordenlijsten, grammatica Hoofdstuk 2: luistervaardigheid, leesvaardigheid, woordenlijsten, grammatica Hoofdstuk 3: luistervaardigheid, leesvaardigheid, woordenlijsten, grammatica Hoofdstuk 4: luistervaardigheid, leesvaardigheid, woordenlijsten, grammatica Hoofdstuk 5: luistervaardigheid, leesvaardigheid, woordenlijsten, grammatica Hoofdstuk 6: luistervaardigheid, leesvaardigheid, woordenlijsten, grammatica Hoofdstuk 7: luistervaardigheid, leesvaardigheid, woordenlijsten, grammatica Leesvaardigheid Herkansbare Toetsen Tijdstip Weging Week 40 2 Week 46 2 Week 51 2 Week 6 2 Week 11 2 Week 16 2 Week 22 2 toetswee 2 k Geen Vakspecifieke opmerkingen Bij Frans krijgen ze per hoofdstuk een so en een repetitie. De so is er voor bedoeld om te toetsen hoe goed de leerlingen de woordjes en de grammatica van dat hoofdstuk kennen. Bij de repetitie wordt de grammatica en alle woordenlijsten getoetst. Ook zit daar een onderdeel luistervaardigheid en een onderdeel luistervaardigheid in. De so’s tellen 1x mee en de repetities 2x. In de onderbouw mogen de leerlingen geen woordenboeken gebruiken bij de toetsen, ook niet bij de leesvaardigheidtoets. Voor Frans zijn alle woordenlijsten, phrases clés en werkwoorden te vinden voor het overhoorprogramma WRTS op: defonteinfrans.wrts.nl. Dit staat ook op de studiewijzers. Op somtoday kunnen ze verder de studiewijzers vinden, aantekeningen en eventueel extra oefeningen. Kerndoelen en eindtermen Aan het begin van ieder hoofdstuk staan de doelen vermeldt. Wat moeten ze kennen, kunnen en weten. 11 PTE Leerjaar 2 2014/2015 Vak: Geschiedenis Toets Soort 2.1.1 SO 2.1.2 Rep 2.1.3 2.1.4 PO Rep Stofomschrijving, aanduiding in het boek Hoofdstuk 1 De tijd van regenten en vorsten Paragraaf 1 + 2 Hoofdstuk 1 Paragraaf 1 t/m 4 Onderzoek “Hoe leefden ……in de Gouden eeuw’’ Hoofdstuk 2 De tijd van pruiken en revoluties Paragraaf 1 t/m 3 Tijdstip Per. 1 Weging 1x 41 2x 50 1x 2x Per. 2 2.2.1 2.2.2 PO SO 2.2.3 Rep Hoofdstuk 2 Opdracht Slavernij paragraaf 4 + 5 Hoofdstuk 3 paragraaf 1 Hoofdstuk 4 paragraaf 3 Hoofdstuk 3 De tijd van burgers en stoommachines Paragraaf 1 t/m 3 1x 1x 2x Per. 3 2.2.5 SO 2.3.1 Rep Hoofdstuk 5 De tijd van wereldoorlogen Paragraaf 1 + 2 Hoofdstuk 5 De tijd van wereldoorlogen Paragraaf 1 t/m 5 1x 2x 2x Herkansbare Toetsen geen Vakspecifieke opmerkingen Wij streven naar een doorlopende leerlijn van onderbouw naar bovenbouw. Met name de volgende historische vaardigheden komen in de onderbouw aan bod: -feit en mening van elkaar onderscheiden -oorzaak en gevolg onderscheiden -chronologie/tijdbalk - beeld + tekstbronnen interpreteren - specifieke historische begrippen gebruiken (zoals staat-democratie-revolutie) - vergelijkingen maken - verklaringen geven Wij besteden bij ieder tijdvak aandacht aan de onderdelen van de Canon van Nederland Kerndoelen en eindtermen 1- De leerling verwerft een chronologisch referentiekader dat hij kan gebruiken om personen, gebeurtenissen en ontwikkelingen in de tijd te plaatsen. 2- De leerling verwerft historische en algemene vaardigheden die van belang zijn om een 12 samenhangend chronologisch referentiekader op te bouwen en historisch te redeneren ten aanzien van verschijnselen en kwesties in heden en verleden. We werken met het kader van tien tijdvakken met kenmerkende aspecten: Tijd van regenten en vorsten a de wetenschappelijke revolutie b ontstaan van handelskapitalisme en begin van wereldeconomie c burgerlijk bestuur, stedelijke cultuur in Nederland d het streven van vorsten naar absolute macht Tijd van pruiken en revoluties a slavenarbeid op plantages; opkomst abolitionisme b streven naar grondrechten en politieke invloed van burgerij in Franse en Bataafse revolutie c denken over staat en maatschappij in verlichting Tijd van burgers en stoommachines a ontstaan van parlementair stelsel, toename van volksinvloed b industriële revolutie en opkomst van emancipatiebewegingen c modern imperialisme d politiek-maatschappelijke stromingen: nationalisme, liberalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme Tijd van wereldoorlogen a totalitair karakter van communistisch politiek systeem b economische wereldcrisis c racistisch en totalitair karakter van nationaalsocialisme d Duitse bezetting en Jodenvervolging Gebruik SOM Hier wordt verwezen naar websites en filmpjes met informatie die bruikbaar zijn voor het vak De uitleg van opdrachten, het inleveren van opdrachten en de beoordeling hiervan gebeurt via SomToday. 13 PTE Leerjaar 2 2014/2015 Vak: Lichamelijke Opvoeding Periode 1 : Aug.-Herfstvakantie Periode 2A : Herfstvakantie- Kerstvakantie Periode 2B : Kerstvakantie - Paasvakantie Periode 3 : Paasvakantie - Zomervakantie Periode 1,2 en 3 Softbal : Oh opwerpen, slagoef. Met punten, fielden – Handbal: sprongschot – Voetbal : lummelen – Ultimate Frisbee – Rugby Intro – 80 m. Sprint – 400 m.- 4 x 100 m. estafette – Basketbal – Canadees Matvoetbal – Ringenzwaai : optrekken voor, halve draai, afsprong- Minitramp hoog –Bal verwerpen Heideloop XL – Fitnesscircuit – Circuitje – Basketbalomgangsbaan 2x6 min – Hellingproef 2x 6 min. – Brug : wenden en keren – koppelloop 12 min. – Touwcirkeltrekken – Questgym- Handstand doorrol –Hindernisbaan 2x6 min. - Klimraam Rekstok : Borstwaarts om – Minitramp bok en hurk over paard- Volleybal : 4-4 – Zaalhockey : 5-5 – Basketbal : heel veld 5-5 – Ringen stil : vouwhang- Mintramp Steunvlak naar salto- BadmintonTafeltennis- Trapezeschommel – Hindernisbaan 2x6 min. – Muziek & Beweging – Boksen – Arnhemse Salto – Questgym- Evenwichtstuin – TurntuinSpelcircuit Softbal – Handbal- Voetbal 8-8 – Ultimate frisbee – Rugby – Verspringen – Speerwerpen – Heideloop XL – Fonteinloop – Coopertest Individuele en Sociale Opstelling Kerndoelen Bewegen en sport De leerling leert zich mede met het oog op buitenschoolse beoefening te oriënteren op veel verschillende bewegingsactiviteiten uit gevarieerde gebieden als spel, turnen, atletiek, bewegen op muziek, zelfverdediging en actuele ontwikkelingen in de bewegingscultuur, en daarin de eigen mogelijkheden te verkennen. De leerling leert door middel van uitdagende bewegingssituaties zijn bewegingsrepertoire uit te breiden. De leerling leert de hoofdbeginselen van de bewegingsactiviteiten op eigen niveau toe te passen. De leerling leert tijdens bewegingsactiviteiten sportief te zijn, rekening te houden met de mogelijkheden en voorkeuren van anderen, en respect en zorg te hebben voor elkaar. De leerling leert eenvoudige regelende taken te vervullen die het mogelijk maken, zelfstandig en samen met andere leerlingen bewegingsactiviteiten te beoefenen. De leerling leert de waarde van het bewegen voor gezondheid en welzijn kennen en ervaren. 14 Vakspecifieke opmerkingen CIJFERS VOOR LICHAMELIJKE OPVOEDING. De leerlingen worden beoordeeld op 3 criteria: 1 Prestatie (cijfer telt 1x) 2 Individuele opstelling (cijfer telt 2x)· 3 Sociale opstelling (cijfer telt 2x) 1 Prestatie Hierbij wordt beoordeeld m.b.v. tabellen wat de leerling presteert. Daarbij wordt gemeten in tijd, afstand en hoogte. Kortom: wat kan men/wat presteert men bij veel verschillende sporten. 2 Individuele opstelling De leerling is er helemaal op gericht om actief mee te doen en iets te leren in de les. Dit hangt af van: aanwezigheid Actief meedoen met de les Gymspullen in orde en bij zich Leerbaarheid/nieuwsgierigheid Inzet Doorzettingsvermogen Stilte bij instructie/concentratie Conformiteit (aan de regels houden) Openstaan voor nieuwe onderdelen Volgt bewegingsinstructies op Scheidsrechteracceptatie 3 Sociale opstelling Door het gedrag worden de voorwaarden iets te leren voor anderen positief beïnvloed. Dit doet de leerling door: Samenwerken Respect voor de ander Behulpzaamheid/hulpverlening Fair Play Teamwork Rekening houden met anderen Spelen zonder leiding Coachen/stimuleren van anderen Sociale interactie Samen overleggen in een groep Emotionele zelfcontrole Betrokkenheid bij de leerresultaten van een ander 15 PTE leerjaar 2 2014/2015 Verplicht onderdeel: LOB (loopbaanoriëntatie en begeleiding) PTEnr 2.1.1 Soort + Stofomschrijving, aanduiding in het Tijdstip tijdsduur boek PO Het portfolio dossier leerjaar 2 is volledig Week 16 en serieus ingevuld. Uit je portfolio moet blijken dat je bepaalde inzichten verworven hebt. Het portfolio dossier is een voorwaarde om LOB af te sluiten. De LOB coördinator leerjaar 2 bewaart het portfolio aan het einde van het jaar ter aanvulling in klas 3. PO = Praktische Opdracht: telt mee voor de overgang Vakspecifieke opmerkingen: *LOB is een verplicht PTE-onderdeel. De waardering is O (onvoldoende), V (voldoende) of G (goed). De PO moeten minimaal worden beoordeeld met een V (voldoende). Het niet/te laat inleveren heeft consequenties. Wanneer deze PO niet met een voldoende wordt afgesloten kan de leerling niet worden bevorderd naar leerjaar 3. *Het niet inleveren of het niet volledig invullen van de voorlopige en/of definitieve vakkenpakketkeuzeformulieren heeft consequenties. De coördinator LOB bepaalt dan in overleg met de teamleider, welke vakken aan de leerling toegekend worden. De volgende criteria worden daarbij gehanteerd: 1) Door de leerling behaalde cijfers. 2) Vakkenpakketadviezen van de vakdocenten. 3) Indeling geschiedt op basis van beschikbaarheid na indeling van de overige leerlingen. Wordt de totale PO met een onvoldoende afgesloten dan moet dit worden ingehaald in de daarvoor vastgestelde week 21. Na week 16 zal duidelijk worden gemaakt welke onderdelen onvoldoende zijn. Het inhaalmoment zal in week 21 starten vanaf dinsdagmiddag 19 mei 2015 van 13.00 17.00 uur. De overige momenten zullen individueel worden bepaald. LOB wordt voortgezet in leerjaar 3. 16 Programma leerjaar 2: Wanneer 28 aug. ‘14 Schooljaar 2014-2015 sep. ‘14 24-28 nov. ‘14 16 dec. ‘14 6 jan. ‘15 09-13 mrt. ‘15 25 mrt. ‘15 02 apr. ‘15 14 apr. ‘15 Vanaf 14 apr. ‘15 Wat Algemene ouderavond over o.a. keuzebegeleiding in leerjaar 2. De leerlingen volgen de lessen LOB en maken de portfolio opdrachten. M.b.v. deze lessen en opdrachten maken zij een keuze uit de vakken Frans, aardrijkskunde, geschiedenis en biologie. Met behulp van twee van deze vakken stellen ze een vakkenpakket voor leerjaar 3 samen. Introductie loopbaanoriëntatie begeleiding leerjaar 2. Docenten brengen hun voorlopige vakadvies uit. De leerlingen krijgen het voorlopige vakkenpakketkeuzeformulier mee naar huis. De leerlingen krijgen tevens een voorlopig vakadvies van de vakdocent (zie rapport) en een begeleidend schrijven mee naar huis. Dit advies en de rapportcijfers kunnen zij laten meewegen bij het definitief kiezen van hun vakkenpakket voor leerjaar 3. Tevens kunnen ze met behulp van deze gegevens anticiperen op de komende rapportperiode. De leerlingen leveren hun voorlopige vakkenpakketkeuze in. Docenten brengen hun definitieve vakadvies uit. Ouderavond t.b.v. vakkenpakketkeuze voor leerjaar 3. De leerlingen krijgen het definitieve vakkenpakketkeuzeformulier mee naar huis. De leerlingen krijgen tevens een definitief vakadvies van de vakdocent (zie rapport) en een begeleidend schrijven mee naar huis. Dit advies en de rapportcijfers kunnen zij laten meewegen bij het definitief kiezen van hun vakkenpakket voor leerjaar 3. De leerlingen leveren hun definitieve vakkenpakketkeuze in en het portfolio dossier leerjaar 2 wordt door de coaches aan de coördinator LOB leerjaar 2 overgedragen. Met behulp van de definitieve adviezen van de vakdocenten, de laatste rapportcijfers, de inhoud van het portfoliodossier en de gekozen vervolgopleiding(en)/beroep(en) controleert de coördinator LOB of het gekozen vakkenpakket compleet is en voldoende aansluiten op de vervolgopleidingwensen van de leerling. Controleert de coach de haalbaarheid op basis van de bevorderingsnorm(en) voor overgang naar klas 3. 17 PTE Leerjaar 2 2014/2015 Vak: Nederlands Toets Soort Stofomschrijving, aanduiding in het boek 2.1.1 2.1.2 2.1.3 2.1.4 Deeltoets Lezen en/of Woordenschat. Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 1 Helden Hoofdstuk 2 Help Toets werkwoordspelling Fictiedossier. Per. 1 Moet voldoende/goed afgerond zijn Taalportfolio. Per. 1 Moet voldoende/goed afgerond zijn SO Rep Rep Rep HD HD Tijdstip Per. 1 Weging 1x 2x 2x 2x Per. 2 2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.2.4 SO Rep Rep Rep HD Deeltoets Lezen en/of Woordenschat. Hoofdstuk 3 Hoofdstuktoets 3 Werk in uitvoering Hoofdstuktoets 4 (on)eens Eindtoets Grammatica – ontleden Hfd. 1 t/m 6 Fictiedossier Per. 2 Moet voldoende/goed afgerond zijn Taalportfolio Per. 2 Moet voldoende/goed afgerond zijn 1x 2x 2x 2x Per. 3 2.3.1 2.3.2 2.3.3 2.3.4 2.3.5 SO Rep Rep HD HD Deeltoets Lezen en/of Woordenschat. Hoofdstuk 5 Hoofdstuktoets 5 Te koop Eindtoets niet-werkwoordspelling Fictiedossier periode 1 t/m 3 cijfer voor gehele dossier Portfolio periode 1 t/m 3 cijfer voor gehele Portfolio Herkansbare Toetsen 1x 2x 2x 2x 2x geen Vakspecifieke opmerkingen De leerlingen maken gebruik van de methode Nieuw Nederlands, Nieuwsbegrip, extra materiaal van de docent, het materiaal online en indien nodig het oefenboek. Het online materiaal bestaat uit: - extra oefenmateriaal met gerichte feedback bij elke paragraaf; - oefentoetsen bij Lezen, Woordenschat, Spelling, Grammatica en Formuleren; - verschillende educatieve games Grammatica, Woordenschat en Spelling - unieke Leeshulp, waarin alle leesteksten van Lezen, Woordenschat en Poëzie en Fictie in te beluisteren en te lezen zijn met extra leesondersteuning; - alle kijk- en luisterfragmenten; - extra uitleg bij onderwerpen van Grammatica en Spelling; - theorieoverzichten; - een adaptieve Woordenschattrainer met actuele teksten; - een adaptieve Spellingtrainer. Veel benodigde materialen zoals studiewijzers op SOMtoday te vinden. 18 De hoofdstuktoetsen kunnen bestaan uit de volgende onderdelen: 1. 2. 3. 4. 5. lezen kijken en luisteren spreken en gesprekken schrijven woordenschat 6. kijk op taal 7. grammatica 8. spelling 9. formuleren Het fictiedossier bevat alle opdrachten rond Poëzie en Fictie, de leesverslagen en keuzeopdrachten. Per periode lezen de leerlingen een boek. Dit boek moet vooraf door de docent worden goedgekeurd. Het taalportfolio omvat o.a. schrijfopdrachten en afsluitende hoofdstukopdrachten. Alle benodigde materialen/inhoudsopgaven zijn op de Elo en bij NieuwNederlands online te vinden. Beiden zijn handelingsdelen die in periode 1 en 2 voldoende/goed afgesloten moeten worden. In de laatste periode worden beiden definitief becijferd. Bij niet/te laat of onvolledig inleveren kan een cijfer 1.0 worden gegeven. Taalverzorging Wij vinden het belangrijk dat leerlingen zich correct kunnen uitdrukken en dat teksten er verzorgd, dus zonder spelfouten, uitzien. Daarom letten we hierop bij alle toetsen en telt taalverzorging mee bij de normering van het cijfer. Kerndoelen Nederlands 1 De leerling leert zich mondeling en schriftelijk begrijpelijk uit te drukken. 2 De leerling leert zich houden aan conventies (spelling, grammaticaal correcte zinnen, woordgebruik) en leert het belang van die conventies te zien. 3 De leerling leert strategieën gebruiken voor het uitbreiden van zijn woordenschat. 4 De leerling leert strategieën gebruiken bij het verwerven van informatie uit gesproken en geschreven teksten. 5 De leerling leert in schriftelijke en digitale bronnen informatie te zoeken, te ordenen en te beoordelen op waarde voor zichzelf en anderen. 6 De leerling leert deel nemen aan overleg, planning, discussie in een groep. 7 De leerling leert een mondelinge presentatie te geven. 8 De leerling leert verhalen, gedichten en informatieve teksten te lezen die aan zijn belangstelling tegemoetkomen en zijn belevingswereld uitbreiden. 9 De leerling leert taalactiviteiten (spreken, luisteren, schrijven en lezen) planmatig voor te bereiden en uit te voeren. 10 De leerling leert reflecteren op de manier waarop hij zijn taalactiviteiten uitvoert en leert, op grond daarvan en van reacties van anderen, conclusies te trekken voor het uitvoeren van nieuwe taalactiviteiten. . 19 PTE Leerjaar 2 2014/2015 Vak: Natuur en Scheikunde Toets Soort Stofomschrijving, aanduiding in het boek/doelen 2.1.1 Rep 2.1.2 Rep Hoofdstuk 1: Natuur en scheikunde. Toets stof: Basisstof 1 t/m 3. Hoofdstuk 2: Stoffen en hun eigenschappen. Toets stof: Basisstof 1 t/m 4. Rekenen met inhoud en dichtheid 2.2.1 Rep 2.2.2 Rep 2.2.3 Rep 2.3.1 Rep 2.3.2 Rep 2.3.3 Rep Hoofdstuk 3: Water en Lucht. Toets stof: Basisstof 1 t/m 5 Hoofdstuk 4: Warmte. Toets stof: Basisstof 1 t/m 5 Hoofdstuk 5: Elektriciteit. Toets stof: Basisstof 1 t/m 5 Rekenen met formules en verbanden Hoofdstuk 6: Licht. Toets stof: Basisstof 1 t/m 4 Hoofdstuk 7 Bewegen. Toets stof: Basisstof 1 t/m 4 Rekenen met snelheden en gemiddelde snelheid Hoofdstuk 8: Geluid. Toets stof: Basisstof 1 t/m 4 Herkansbare Toetsen Tijdstip Per. 1 Wk 39 Weging Wk 44 2x Per. 2 Wk 49 2x Wk 5 2x Wk 11 2x Per. 3 Wk 15 2x Wk 21 2x Wk 25 2x 2x Geen herkansingen mogelijk Vakspecifieke opmerkingen Per hoofdstuk krijgen de leerlingen een SO. Het SO gaat over de helft van de stof van het hoofdstuk. De SO telt mee voor de overgang met een weging 1. In de loop van het jaar zullen een aantal S.O toetsen wegvallen. De leerlingen zullen in het jaar ook een aantal proeven doen per hoofdstuk. Per periode krijgen de leerlingen voor de gemaakte verslagen van een aantal proeven een extra SO cijfer. Deze telt ook mee met een weging 1 voor de overgang. 20 Kerndoelen en eindtermen: Natuur-scheikunde is onderdeel van het leergebied Mens en natuur en levert een bijdrage aan de kerndoelen voor dit leergebied. Specifiek voor natuur-scheikunde geldt dat het een bijdrage levert aan de kerndoelen: 1. De leerling leert vragen over onderwerpen uit het brede leergebied om te zetten in onderzoeksvragen, een dergelijk onderzoek over een natuurwetenschappelijk onderwerp uit te voeren en de uitkomsten daarvan te presenteren. 2. De leerling leert kennis verwerven over en inzicht te verkrijgen in sleutelbegrippen uit het gebied van de levende en niet-levende natuur, en leert deze sleutelbegrippen te verbinden met situaties in het dagelijks leven. 3. De leerling leert dat mensen, dieren en planten in wisselwerking staan met elkaar en hun omgeving (milieu), en dat technologische en natuurwetenschappelijke toepassingen de duurzame kwaliteit daarvan zowel positief als negatief kunnen beïnvloeden. 4. De leerling leert o.a. door praktisch werk kennis te verwerven over en inzicht te verkrijgen in processen uit de levende en niet-levende natuur en hun relatie met omgeving en milieu. 5. De leerling leert werken met theorieën en modellen door onderzoek te doen naar natuurkundige en scheikundige verschijnselen als elektriciteit, geluid, licht, beweging, energie en materie. 6. De leerling leert door onderzoek kennis te verwerven over voor hem relevante technische producten en systemen, leert deze kennis naar waarde te schatten en op planmatige wijze een technisch product te ontwerpen en te maken. 21 PTE Leerjaar 2 2014/2015 Vak: Rekenen Toets Soort Stofomschrijving, aanduiding in het boek/doelen Tijdstip Per. 1 Week 40 1x 2.1.1 Rep Repetitie H1 Getallen en bewerkingen 2.1.2 Rep Repetitie H2 Breuken en decimale getallen H5 Procenten Weging Week 48 1x 2.2.1. Rep Repetitie H3 Rekenen Per. 2 Week 4 2.2.2 Rep Repetitie H4 Verhoudingen Week 11 1x 2.3.1. Rep Repetitie H6 Meten Per. 3 Week 20 1x 2.3.2 Rep Repetitie H1 t/m 6 Week 25 2x Herkansbare Toetsen 1x geen Kerndoelen rekenen leerjaar 2: De leerling herhaalt en verdiept zijn basiskennis en basisvaardigheden in 3 van de 4 domeinen van het rekenen. De nadruk ligt op het oefenen, het behouden en het verdiepen van de vaardigheden. Domeinen: Getallen (Optellen, aftrekken, delen en vermenigvuldigen van gehele getallen, decimale getallen en breuken) Verhoudingen ( verhoudingstabellen en procenten) Meten en Meetkunde (metriekstelsel maten omrekenen) Verbanden komt aan bod in leerjaar 3 Er wordt gewerkt met het Rekenen oefenboek Referentie niveau 2F van moderne Wiskunde De leerlingen moeten elke les dit boek bij zich hebben. 22 PTE Leerjaar 2 2014/2015 Vak: techniek Het vak techniek in de onderbouw van de theoretische leerweg van het VMBO en de HAVO is er onder andere op gericht om leerlingen te laten kennismaken met techniek en technische begrippen. Kerndoelen hierbij zijn dat de leerling leert werken met theorieën en modellen en hier onderzoek naar doet, leert op planmatige wijze te werken bij het realiseren van een technisch product en het in teamverband ontwerpen hiervan, inzicht verwerft in de relatie van techniek met natuurwetenschappen, praktische basisvaardigheden opdoet en veilig leert omgaan met materialen, gereedschappen en technische producten. Ook is in de doelstelling verwoord dat leerlingen de gelegenheid geboden wordt de eigen mogelijkheden en interesses ten aanzien van techniek te ontdekken, waarbij de lessen in de uitwerking aantrekkelijk en zinvol dienen te zijn voor meisjes en jongens. Op De Fontein is voor het vak techniek een methode ontwikkeld met vakoverstijgende doelstellingen. In de werkstukken is er aandacht voor taal, door middel van geschreven opdrachten en voor wiskunde door praktische wiskundige elementen in een groot deel van de werkstukken op te nemen. Daarnaast zijn er oefeningen in administratief handelen en is er binnen de methode ruimte ingebouwd voor het sociaal functioneren. Bij de technieklessen werken de leerlingen, op een enkele taak of opdracht na, in teams van twee of drie leerlingen. De opdrachten zijn in een herkenbaar format geschreven en ieder team is met zijn eigen opdracht bezig. Na afronding van een taak of opdracht gaan de teamleden uiteen en worden nieuwe teams geformeerd met een andere opdracht. De opdrachten bestaan uit een mix van activiteiten en variëren in doorlooptijd van 20 minuten tot gemiddeld 10 blokuren. Voor een groot deel van de opdrachten is samenwerking, overleg en veel denkwerk vereist en worden de leerlingen uitgedaagd de relevante theoretische kaders en systemen te onderzoeken. Het is hierbij evident dat een planmatige aanpak van belang is om een opdracht succesvol af te kunnen ronden. Maar voor de afwisseling zijn er ook opdrachten waar een beroep wordt gedaan op de vrije expressie en creativiteit van de leerling. Verder zijn er taken met een meer dienstverlenend karakter met verantwoordelijkheid voor de materiële faciliteiten en een taak die gericht is op de bewustwording van de omgang met elkaar, waarbij er ruimte is om binnen een raamwerk te experimenteren met het elkaar leren aanspreken op gedrag en handelen en het nemen van verantwoordelijkheid voor elkaar. In het eerste leerjaar ligt de nadruk op het veilig leren omgaan met gereedschappen en machines en het werken met verschillende materialen. Er is een ruim aanbod aan werkstukken waarbij technische vaardigheden worden opgedaan zoals zagen, boren, vijlen, solderen etc. en ruimte voor creatieve vaardigheden zoals boetseren, kleidraaien, schilderen en emailleren. In een aantal opdrachten is een praktische werkvorm verwerkt van wiskundige begrippen zoals het metrieke stelsel, rekenen met breuken en het werken met oppervlak en inhoud. In het tweede leerjaar wordt, naast het vervolg en de verdieping van het programma uit het eerste leerjaar, kennis gemaakt met het verwerken van gegevens in een spreadsheet en de beginselen van technisch tekenen volgens de Amerikaanse projectiemethode. Zowel in het eerste als tweede leerjaar heeft de leerling tenminste een keer de beurt om als klas assistent de leiding over de klas te hebben en verantwoordelijkheid te nemen voor het aansturen van de klassendienst en de materiaalcommissaris. Ook heeft de leerling in de functie van materiaalcommissaris minstens een keer de zorg voor de uitgifte en het juist opbergen van de werkstukken en het ordenen van de materialen. Twee à drie keer per 23 leerjaar heeft de leerling een functie achter de balie waarbij gereedschappen worden uitgeleend en geïnventariseerd met de daarbij behorende administratieve handelingen. Ten minste drie maal per jaar heeft de leerling klassendienst met als taak in teamverband het technieklokaal aan het eind van de les netjes op te leveren. Bij techniek werken de leerlingen niet aan een periodecijfer maar aan een jaarcijfer. De cijfers worden in een apart cijferprogramma bijgehouden. Dit programma is in te zien via Somtoday bij de studiewijzers voor het vak techniek en wordt wekelijks geactualiseerd. Dat de cijfers niet per periode worden gegeven heeft te maken met de verschillen in doorlooptijd van de werkstukken en de verschillen in weging van de cijfers. De berekening van de techniekcijfers is zo ingericht dat de leerling gemiddeld per les een factorpunt moet halen. Binnen een bepaalde bandbreedte kan bij te weinig ingeleverd werk het cijfer zakken of als er veel werkstukken worden gemaakt kan het cijfer stijgen. De leerlingen worden over de werking van het programma ruimschoots geïnstrueerd. 24 PTE Leerjaar 2 2014/2015 Vak: Tekenen Toets Soort Stofomschrijving 2.1.1 Tekening: Raster *Beeldende begrippen: Herhaling kleurencirkel, vergrotingsfactor *Materiaal: verf Rep Tijdstip Per. 1 Weging 2x Per. 2 2.2.1 Rep 2.2.2 Rep 2.2.3 Rep 2.2.4 Rep 2 Tekeningen: huis + gebouw *Beeldende begrippen: tweepuntsperspectief *Materiaal: vrij Tekening: Landenposter *Beeldende begrippen: compositie *Materiaal: vrij Theorietoets: beeldende begrippen *Compositie, statisch, dynamisch, overlapping, afsnijding Tekeningenserie: naar waarneming. *Beeldende begrippen: stofuitdrukking, verhouding, verkorting. 2x 2x 2x 2x Per. 3 2.3.1 Rep 2.3.2 Rep Tekening: Letterbeeld *Beeldende begrippen: lichtrichting, stofuitdrukking Materiaal: mengen met kleurpotlood Tekening: Stripverhaal *Beeldend begrip: Vertellen in beeld. *Materiaal:waterverf/kleurpotlood, collage 2x 2x Vakspecifieke opmerkingen Doelen klas 2 De leerling is aan het eind van klas 1 vertrouwd geraakt met de volgende materialen: plakkaatverf, waterverf, Oost-Indische inkt, oliepastel, pastelkrijt, ecoline, kleurpotlood, grijs potlood, collage. De leerling kan aan het eind van klas 2 de volgende beeldende begrippen toepassen en herkennen: tweepuntsperspectief; compositie; overlapping; afsnijding; licht/donker contrast; statisch; dynamisch; stofuitdrukking; de kleurencirkel (primaire en secundaire kleuren); warm-koud contrast. De leerling is vanaf zijn/haar startpunt begin klas 2 een stap hoger gekomen op eigen tekenniveau wat betreft creativiteit (fantasie, originele kijk, out of the box). De leerling is vanaf zijn/haar startpunt begin klas 2 een stap hoger gekomen op eigen tekenniveau wat betreft materiaalkennis en techniek. 25 PTE Leerjaar 2 2013/2014 Vak: Wiskunde Toets Soort Stofomschrijving, aanduiding in het boek/doelen 2.1.1 Rep 2.1.2 Rep 2.1.3 Rep 2.1.4 Rep Hfd. 1 Kwadraten, Wortels en Formules De leerling leert: Werken met formules met deelstreep, wortel en kwadraten. Rekenen met kwadraten en wortels. Grafieken tekenen van kwadratische formules en wortel formules. Hfd, 2 Procenten De leerling leert: Rekenen met procenten, breuken en decimale getallen. Werken met cirkeldiagrammen en procentuele toename en afname. Hfd. 3 Vlakke figuren De leerling leert: De namen en eigenschappen van vlakke figuren. Hoeken berekenen en driehoeken tekenen. Hfd. 10 Vergroten en verkleinen De leerling leert: Rekenen met de vergrotingsfactor. Berekeningen maken met gelijkvormige driehoeken. Werken met schaal. De vergrotingsfactor gebruiken bij oppervlakten. Tijdstip Per. 1 Weging 2x 2x 2x 2x Per. 2 2.2.1 P.O. Oppervlakte. De leerling ontwerpt een tuin bestaande uit verschillende vlakke figuren: driehoek, parallellogram, rechthoek en vierkant en berekent hiervan de oppervlaktes. 1x 2.2.2 Rep 2x 2.2.3 Rep 2.2.4 Rep Hfd. 4 Oppervlakte De leerling leert: De oppervlakte berekenen van driehoeken, vierhoeken en ruimtelijke figuren. De bijzondere lijnen: middelloodlijn, bissectrice, zwaartelijn en hoogtelijn. De bijzondere vierhoeken: trapezium en vlieger. Hfd. 5 Ruimtelijk kijken en tekenen De leerling leert: Diepte zien in tekeningen. Een kubus, balk en prisma te tekenen in perspectief. Wat evenwijdige, snijdende en kruisende lijnen zijn. Werken met aanzichten. Hfd. 7 Vergelijkingen oplossen De leerling leert: Vergelijkingen oplossen met grafieken, inklemmen en balansmethode. 2x 2x Per. 3 2.3.1 Rep Hfd. 7 Stelling van Pythagoras 2x 26 2.3.2 Rep 2.3.3 2.3.4 P.O. Rep De leerling leert: Rekenen met kwadraten en wortel. Zijden benoemen in een rechthoekige driehoek. Zijden berekenen met de stelling van Pythagoras. Onderzoeken of een driehoek rechthoekig is. Hfd. 9 Inhoud en doorsneden De leerling leert: Werken met inhoudsmaten en doorsneden. Inhoud berekenen. Wat er met de inhoud gebeurt als je de figuur vergroot. Informatieverwerking Informatieverwerking De leerling leert: De centrummaten: gemiddelde, modus en mediaan te berekenen en te gebruiken. Een steelbladdiagram lezen. Hoe je telproblemen kunt oplossen. Wat boom- en wegendiagrammen zijn. Wat een graaf is en hoe je de informatie van een graaf kunt verwerken. Herkansbare Toetsen 2x 1x 2x geen Vakspecifieke opmerkingen Bij elke repetitie wordt minimaal één opgave uit één of meerdere voorgaande hoofdstukken toegevoegd. Dit om te zorgen dat voorgaande stof goed beklijft! Kerndoelen en eindtermen: De leerling leert passende wiskundetaal te gebruiken voor het ordenen van het eigen denken en voor uitleg aan anderen en leert de wiskundetaal van anderen begrijpen. De leerling leert alleen en in samenwerking met anderen in praktische situaties wiskunde te herkennen en te gebruiken om problemen op te lossen. De leerling leert een wiskundige argumentatie op te zetten en te onderscheiden van meningen en beweringen en leert daarbij met respect voor ieders denkwijze wiskundige kritiek te geven en te krijgen. De leerling leert de structuur en de samenhang te doorzien van positieve en negatieve getallen, decimale getallen, breuken, procenten en verhoudingen en leert ermee werken in zinvolle en praktische situaties. De leerling leert exact en schattend rekenen en redeneren op basis van inzicht in nauwkeurigheid, orde van grootte, en marges die in een gegeven situatie passend zijn. De leerling leert meten, leert structuur en samenhang doorzien van het metriek stelsel en leert rekenen met maten voor grootheden die gangbaar zijn in relevante toepassingen. De leerling leert informele notaties, schematische voorstellingen, tabellen, grafieken en formules te gebruiken om greep te krijgen op verbanden tussen grootheden en variabelen. De leerling leert werken met platte en ruimtelijke vormen en structuren, leert daarvan De leerling leert gegevens systematisch te beschrijven, ordenen en visualiseren en leert gegevens, representaties en conclusies kritisch te beoordelen. 27 PTE Leerjaar 2 2014/2015 Bevorderingsnormen De Fontein Bussum, Gooise Scholen Federatie De onderwijsinspectie heeft de eisen betreffende taal en rekenen aangescherpt. Er volgt nog een kleine aanpassing op deze bevorderingsnormen. U wordt hierover in december geïnformeerd. 1. Algemeen De algemene normen beschreven in dit hoofdstuk zijn van toepassing op leerjaar 1, 2 en 3. 1.1 Uitgangspunten Deze normen zijn volledig herzien en opnieuw vastgesteld met ingang van schooljaar 2012/2013. Het kader waarbinnen deze normen zijn vastgesteld wordt gegeven door het Schoolplan. Bevorderingsnormen raken het hart van de visie op en de organisatie van het onderwijs. Vanuit de visie, missie en de kenmerken die beschreven zijn in het Schoolplan zijn deze normen tot stand gekomen: a. “Het leren van de leerling staat centraal”. De bevorderingsnormen zijn gestoeld op de leervorderingen van de leerling. Bij het vaststellen van deze normen staat centraal dat bevordering naar een volgend leerjaar, gebaseerd op de geboekte leerresultaten van het voorafgaande leerjaar, betekent dat de leerling wordt geacht ook het volgende leerjaar succesvol af te sluiten. Ook het (leren) dragen van verantwoordelijkheid door de leerling heeft een plaats gekregen binnen deze normen. b. “Gedegen voorbereiding op het examen en doorstroom naar het Havo en het Mbo”. Deze normen zijn zodanig vastgesteld dat de “voorspellende waarde” van een bevordering (of afwijzing) geborgd is. c. “Vertrouwen en Optimisme”. Binnen deze bevorderingsnormen wordt in de basis geen onderscheid gemaakt tussen vakken, derhalve kan de leerling binnen het hele spectrum zijn/haar capaciteiten ontplooien en daar vervolgens op worden beoordeeld. Het kiezen van een extra vak, al vanaf leerjaar 3, behoort ook daarom tot de mogelijkheden. d. “Professionaliteit en Leiderschap”. De docenten van de leerling hebben de ambitie om de leerling te ondersteunen bij de ontwikkeling naar volwassenheid. De loopbaan van de leerling staat centraal: deze normen kaderen zodanig dit proces dat besluiten vanzelfsprekend worden genomen in het belang van de leerling. 1.2 Doubleren en verblijfsduurbeperking a. Op De Fontein geldt een maximale verblijfsduur van 5 jaar. Deze verblijfsduurbeperking houdt derhalve in dat een leerling die 2 keer doubleert de school moet verlaten, dat geldt ook voor de leerling die voor de tweede keer doubleert in klas 4. De school geeft daarom bij doubleren in klas 1 bindend advies, doubleren in klas 2 is slechts bij hoge uitzondering toegestaan. Ook hier kan een bindend advies gegeven worden. Bij doubleren in klas 3 kan de eindrapportvergadering het advies uitbrengen om over te stappen naar de Kaderberoepsgerichte leerweg om te voorkomen dat leerlingen zonder diploma het voortgezet onderwijs verlaten. b. Leerlingen die doubleren dienen het gehele programma van het betreffende leerjaar opnieuw te volgen en af te sluiten. Cijfers en/of afgetekende onderdelen kunnen derhalve niet worden “meegenomen”. Voor leerjaar 3 is deze regel ook opgenomen in het Reglement Schoolexamen punt 14. 28 1.3 Onvoldoende gegevens Wanneer aan het einde van het schooljaar voor een vak geen niveaucijfer kan worden vastgesteld wegens onvoldoende gegevens omdat de leerling verwijtbaar heeft verzuimd aan zijn/haar verplichtingen te voldoen wordt de leerling niet bevorderd. 1.4 Cijfers a. Het eindrapportcijfer wordt als volgt bepaald: (Gemiddelde periode 1 + Gemiddelde periode 2 + Gemiddelde periode 3) / 3 = eindrapportcijfer. Het schooljaar heeft 3 periodes. In de schoolgids staan de start en het einde van deze periodes vermeld. De gemiddelden van de periodes worden vastgesteld op 1 decimaal. Het eindrapportcijfer wordt vastgesteld op 0 decimalen. Voorbeeld: een onafgerond eindrapportcijfer van 6,49 wordt afgerond op een 6. b. Een eindrapportcijfer onder het cijfer 6 telt als de volgende tekorten mee: Het cijfer 5 = 1 tekort Het cijfer 4 = 2 tekorten Het cijfer 3 = 3 tekorten c. Aantal tekorten en onvoldoendes: Een leerling mag maximaal 3 onvoldoendes op zijn totale lijst hebben, die samen maximaal 4 tekorten opleveren. (bij bevordering naar klas 3 of 4 aanvullende eisen, zie punt 3 of 4 ). Een leerling die meer tekorten en/of onvoldoendes heeft dan hierboven omschreven, is niet bevorderbaar. Voor de overgang van klas 2 naar 3 en van klas 3 naar 4 dient ook naar de overige overgangscriteria te worden gekeken. d. Rapportcijfers worden vastgesteld op minimaal het cijfer 3 en maximaal het cijfer 10. e. De leerling met één of meer cijfers onder de 4 wordt altijd besproken door de eindrapportvergadering. Vervolgens besluit de eindrapportvergadering of de leerling wordt bevorderd of afgewezen. f. Het is niet mogelijk om d.m.v. taken, extra toetsen of anderszins een (eind)rapportcijfer te wijzigen. g. I.v.m. de nieuwe (examen) rekeneisen (2014) moet aan het einde van ieder leerjaar het vak rekenen met een voldoende zijn afgesloten. Leerlingen die aan deze eis niet voldoen, volgen voor de zomervakantie een inhaalprogramma. 1.5 Vakken Bij de bevordering tellen de eindcijfers van alle vakken van de leerling even zwaar mee. Voor leerjaar 3 gelden daarbij extra voorwaarden, zie hoofdstuk 4 van deze bevorderingsnormen. 29 1.6 Revisie a. Als de ouder(s)/verzorger(s) het niet eens zijn met de beslissing van de eindrapportvergadering over de bevordering van hun kind, kunnen zij vragen om een heroverweging (revisie) van het genomen besluit. Er moeten dan nieuwe of aanvullende gegevens zijn. Uiterlijk 24 uur na afloop van de rapportvergadering moet deze nieuwe of aanvullende informatie schriftelijk bekend worden gemaakt bij de directeur (deze brief dient ondertekend persoonlijk te worden afgegeven aan de directeur of diens plaatsvervanger). De directeur beslist in overleg met de mentor (coach) en de teamleider of het daadwerkelijk over nieuwe en/of aanvullende informatie gaat. Het revisieverzoek wordt alleen gehonoreerd wanneer relevante en nieuwe informatie wordt aangedragen die bij het genomen besluit op de rapportvergadering geen rol heeft gespeeld. Als de directeur besluit het revisieverzoek te honoreren wordt de leerling in de revisievergadering opnieuw besproken. b. Het revisiebesluit wordt uiterlijk genomen op de laatste dag van het lopende schooljaar. c. In de revisievergadering kan de leerling alsnog worden bevorderd of afgewezen. 1.7 Pakketkeuze, pakketwijziging en extra vak a. Pakketwijzigingen na de eindrapportvergadering worden alleen gehonoreerd als dit organisatorisch (m.n. roostertechnisch) mogelijk en wenselijk is. Deze beslissing wordt genomen door de directeur. b. De leerling kan alleen een extra vak volgen (in leerjaar 3 en/of 4) wanneer dit organisatorisch (m.n. roostertechnisch) mogelijk en wenselijk is. Deze beslissing wordt genomen door de directeur. Aan het volgen van een extra vak kan de directeur extra voorwaarden verbinden (zoals het volgen van het vak met minder contacturen dan aangegeven op de lessentabel). c. Wanneer de leerling een extra vak kiest (alleen mogelijk in leerjaar 3 en/of 4) volgt de leerling dat vak het gehele schooljaar (klas 3: t/m de laatste lesdag, klas 4 t/m het einde van de SE-periode). Mocht een leerling toch dit extra vak laten vallen, dan moeten daar zwaarwegende zaken aan ten grondslag liggen. De teamleider beslist hierover. Het afstoten van het extra vak brengt kosten met zich mee. d. De directie houdt zich het recht voor om door organisatorische redenen een bepaalde pakketkeuze (in leerjaar 3 en/of 4) af te wijzen. In dat geval zal in overleg met de leerling, de ouder(s)/verzorger(s), de mentor en de LOB functionaris een ander pakket worden gekozen. e. Een verzoek tot pakketwijziging (na het sluiten van de termijn voor definitieve pakketkeuze) kan worden aangevraagd bij de teamleider, tot uiterlijk de herfstvakantie van het nieuwe schooljaar. f. Voor de leerling die een extra vak volgt gelden de voorwaarden van het extra vak (klas 3). 1.8 Bespreekmarge Er is geen bespreekmarge. 1.9 Eindclausule In gevallen waarin deze bevorderingsnormen niet voorzien beslist de directeur, en bij diens afwezigheid de plaatsvervangend directeur. 30 1.10 Verklaring termen Afgewezen: De leerling is niet bevorderd naar het volgende leerjaar. Bevordering: De leerling mag in het volgende leerjaar instromen. Bindend advies: gerichte bevordering naar een ander leerjaar op een andere leerweg op een andere school. Doubleren: Het overdoen van een zelfde leerjaar (“blijven zitten”). Eindrapportvergadering: Het overleg van de docenten die lesgeven aan de leerling waarin besloten wordt of de leerling wordt bevorderd of afgewezen. Revisie: Heroverweging van het besluit genomen in de eindrapportvergadering. 2. Leerjaar 1 2.1 Bevordering naar leerjaar 2 In leerjaar 1 volgt de leerling 12 vakken. De leerling wordt bevorderd naar leerjaar 2 Mavo (Vmbo-T) volgens deze regels: a. Een leerling mag maximaal 3 onvoldoendes op zijn totale lijst hebben, die samen maximaal 4 tekorten opleveren met een minimaal totaal aantal punten van 72 waarbij er maximaal 1 tekort is in de vakken Nederlands, Engels en wiskunde b. Een leerling die meer tekorten en/of onvoldoendes heeft dan hierboven omschreven, is niet bevorderbaar. c. Een leerling met een onvoldoende voor rekenen is niet bevorderbaar, hij volgt een inhaalprogramma. Voor de leerling die is afgewezen is het succesvol volgen en afronden van een Mavo- (Vmbo-T) studie twijfelachtig. Deze leerling krijgt daarom een bindend advies om in leerjaar 2 van Vmbo-KB in te stromen. Doubleren in leerjaar 1 is onder geen enkele voorwaarde toegestaan. In zeer uitzonderlijke gevallen kan de directeur besluiten om een leerling onder bepaalde voorwaarden te plaatsen in leerjaar 2. 2.2 Geschiktheid Havo vanuit klas 1 T/H De leerling krijgt een Havo-advies als is voldaan aan de volgende voorwaarde: De leerling heeft voor de vakken Ne, Fa, En, gs, ak, wi, bi, tek tenminste 64 punten en geen onvoldoendes. 2.3 Geschiktheid Havo vanuit klas 1 Mavo (Vmbo-T) De leerling krijgt een Havo-advies als is voldaan aan de volgende voorwaarden: a. De leerling heeft voor de vakken Ne, Fa, En, gs, ak, wi, rek, bi, tek tenminste 74 punten en geen onvoldoendes. b. De leerling heeft bij deze vakken het gehele schooljaar de verrijkingsstof en de daarbij behorende toetsen gemaakt. c. De leerling krijgt van de rapportvergadering in meerderheid een positief advies. 31 3. Leerjaar 2 3.1 Bevordering naar leerjaar 3 In leerjaar 2 volgt de leerling 15 vakken. De leerling wordt bevorderd naar leerjaar 3 Mavo (Vmbo-T) volgens deze regels: a. Een leerling mag maximaal 3 onvoldoendes op zijn totale lijst hebben, die samen maximaal 4 tekorten opleveren met een minimaal totaal aantal punten van 90 waarbij er maximaal 1 tekort is in de vakken Nederlands, Engels en wiskunde b. Een leerling die meer tekorten en/of onvoldoendes heeft dan hierboven omschreven, is niet bevorderbaar. c. In de 2 gekozen vakken ( Frans/ geschiedenis/ aardrijkskunde/ biologie )komt bij het eindrapport geen onvoldoende voor d. Een leerling met een onvoldoende voor rekenen is niet bevorderbaar, hij volgt een inhaalprogramma. Voor de leerling die is afgewezen is het succesvol volgen en afronden van een Mavo- (Vmbo-T) studie twijfelachtig. Deze leerling kan daarom worden geadviseerd om in leerjaar 3 van Vmbo-KB in te stromen. Bij een totaal puntenaantal van gelijk of minder dan 84 is het advies Vmbo–KB bindend. Doubleren zal slechts bij hoge uitzondering worden toegestaan, zie paragraaf 1.2a. 3.2 Extra vak in leerjaar 3 De leerling mag in leerjaar 3 een extra vak volgen indien is voldaan aan de volgende voorwaarden: a. Voor de vakken Ne, Fa, Du, En, gs, ak, wi, nask, bi, ec, te is in totaal minimaal 77 punten behaald. b. In de vakkengroep Ne, Fa, Du, En, gs, ak, wi, nask, bi, ec, te komt maximaal 1 keer het cijfer 5 voor. c. In de vakkengroep Ne, Fa, Du, En, gs, ak, wi, nask, bi, ec, te komen geen cijfers voor lager dan het cijfer 5. d. De rapportvergadering geeft in meerderheid een positief advies. Zie ook de opmerkingen over het kiezen van een extra vak bij paragraaf 1.7. 32 4. Leerjaar 3 4.1 Bevordering naar leerjaar 4 In leerjaar 3 volgt de leerling 14 vakken*. De leerling wordt bevorderd naar leerjaar 4 indien is voldaan aan alle volgende voorwaarden: a. De leerling is bevorderd volgens de volgende regels: Een leerling mag maximaal 3 onvoldoendes op zijn totaleovergangslijst hebben, die samen maximaal 4 tekorten opleveren met een minimaal totaal aantal punten van 84 waarbij er maximaal 1 tekort is in de vakken Nederlands, Engels en wiskunde Een leerling die meer tekorten en/of onvoldoendes heeft dan hierboven omschreven, is niet bevorderbaar. Een leerling met een onvoldoende voor rekenen is niet bevorderbaar, hij volgt een inhaalprogramma. Dit gebeurt op basis van de schoolexamencijfers. + b. Binnen het gekozen examenpakket is er voor de verplichte vakken (Nederlands, Engels en de 2 vaste sectorvakken) niet meer dan 1 tekortpunt. In de 2 keuze vakken plus maatschappijleer is er niet meer dan 1 tekortpunt. c. De vakken CKV en LO zijn afgesloten met een V (voldoende) of G (goed), zie ook Reglement Schoolexamen in de PTA-gids, punten 5 en 6. + d. Aan alle PTA-onderdelen van leerjaar 3 is reglementair voldaan (zie ook Reglement Schoolexamen in de PTA-gids, o.a. punt 18), uiterlijk 1 week voor aanvang van de eindrapportvergadering. Toelichting bij b) De leerling kiest 6 (mogelijk met extra vak 7) eindexamenvakken. De vakdocenten geven bij ieder rapport een advisering op basis van inzicht / werkhouding en motivatie. Dit wordt gescoord in 4 letters: A= zeer geschikt B= waarschijnlijk geschikt C= waarschijnlijk ongeschikt D= niet geschikt Bij een D- advies kan onder dwingende voorwaarden het examenvak gekozen worden. Deze voorwaarden worden vastgelegd in een handelingsplan dat door ouders, leerling en coach wordt ondertekend. Bij een C- advies volgt er een gesprek met de vakdocent, na dit gesprek volgt een dringend advies. Bij een A- en een B- advies kan de leerling dit vak kiezen als examenvak. Wanneer de leerling niet voldoet aan voorwaarde 4.1b kan de eindrapportvergadering een advies uitbrengen over een pakketwijziging. In dat geval wordt deze leerling in de revisievergadering opnieuw besproken, in deze revisievergadering wordt besloten om de leerling te bevorderen of af te wijzen. Voor de leerling die in leerjaar 3 een extra vak heeft gevolgd gelden de volgende regels (+ de punten onder b,c,d zoals hierboven beschreven): 33 a. Een leerling mag maximaal 3 onvoldoendes op zijn totale lijst hebben, die samen maximaal 4 tekorten opleveren. b. Een leerling die meer tekorten en/of onvoldoendes heeft dan hierboven omschreven, is niet bevorderbaar. c. Mocht het extra vak een 5 zijn (naast max. 4 andere tekorten) dan kan dit vak geschrapt worden van het rapport en kan de leerling over naar klas 4. Het is dan niet mogelijk een extra vak in klas 4 aan te vragen. 4.2 Aanvullende eis voor bevordering naar leerjaar 4 Nask 1 kan alleen worden opgenomen in het vakkenpakket indien ook wiskunde is gekozen. Zie ook de opmerking bij 1.7e. 4.3 Extra vak (achtste vak) in leerjaar 4 De leerling mag in leerjaar 4 een extra vak volgen indien is voldaan aan de volgende voorwaarden: a. In het gekozen pakket van 8 vakken (inclusief maatschappijleer) is in totaal minimaal 56 punten behaald. b. In het gekozen pakket van 8 vakken (inclusief maatschappijleer) komt maximaal 1 keer het cijfer 5 voor. c. In het gekozen pakket van 8 vakken (inclusief maatschappijleer) komen geen cijfers voor lager dan het cijfer 5. d. De rapportvergadering geeft in meerderheid een positief advies. Zie ook de opmerkingen over het kiezen van een extra vak bij paragraaf 1.7. 34 PTE Leerjaar 2 2014/2015 Toetsbeleid De Fontein Bussum 1. Voorbereiding: a. Een toets wordt minimaal 1 week van te voren opgegeven. b. 1 a 2 lessen voorafgaand aan de toets wordt de toets voorbesproken met de leerlingen, hiervoor wordt minstens een halve les gereserveerd. 2. Uniformiteit: a. Een vak binnen dezelfde jaarlaag hanteert dezelfde toets voor de verschillende klassen/clusters (toegestaan is het werken met versies). Aanvulling op punt 2a: de toets wordt nagekeken met hetzelfde correctiemodel (inclusief puntentoekenning en cijferberekening). 3. Constructie: a. Elke toets met bijbehorend correctiemodel wordt beoordeeld door een vakcollega, voorafgaand aan de afname. b. Lettertype en –grootte: arial 12. c. Het correctiemodel beslaat eenduidige antwoorden en dito puntentoekenning volgens het Cito-principe , d.w.z. goede antwoorden worden geteld, i.p.v. punten aftellen. d. Een toets voldoet aan het criterium van evenwichtigheid, niet alleen gesloten maar ook open vragen. 4. Nabereiding: a. Toetsen zijn uiterlijk 2 weken na afname gecorrigeerd en nabesproken met de leerlingen. b. De resultaten van de toetsen zijn uiterlijk 2 weken na afname in SOM ingevoerd. c. Alle toetsen worden met de klas nabesproken, hiervoor wordt minstens een halve les gereserveerd. d. De toets wordt in ieder geval inhoudelijk nabesproken, minstens 4 toetsen per jaar worden ook nabesproken volgens de punten van reflectie, zie informatie 3. e. Leerlingen krijgen altijd het gemaakte werk terug in hun bezit, dit geldt niet voor werk dat meetelt voor het SchoolExamen (dit werk dient onder voorwaarden bewaard te worden). f. Leerlingen krijgen bij de nabespreking altijd de originele toets te zien, ook ouders kunnen na afspraak de toets inzien. g. Wanneer een leerling voor een tweede maal binnen 1 periode een onvoldoende scoort neemt de docent contact op met de ouders en noteert in het in SOM. 5. Verslagen en PO’s: a. Verslagen en PO’s worden becijferd a.d.h.v. een vooraf opgesteld beoordelingsmodel. b. Het beoordelingsmodel wordt direct bij het opgeven van het te maken verslag/PO aan de leerlingen medegedeeld. c. De deadline voor het inleveren wordt direct bij het opgeven van het te maken verslag/PO aan de leerlingen medegedeeld. Wanneer een leerling het verslag/PO inlevert na de deadline, noteert de docent een 1,0 in SOM. 6. Afstemming: a. Binnen elke sectie is er een gemotiveerde verdeling/verhouding tussen de weet- en toepassingsvragen per toets . b. Binnen sectieclusters is er uniformiteit in het beoordelen van verslagen/po’s. 7. Kader: A: Voor de Bovenbouw is er het PTA: Programma van Toetsing en Afsluiting B: Voor de Onderbouw is er het PTE: Programma van Toetsing en Eindtermen leerjaar 1+ 2 8. Inhalen: Gemist werk wordt binnen 2 weken ingehaald, anders volgt het cijfer 1, zolang het werk niet ingehaald is, wordt het cijfer 0,1 genoteerd als trigger. 35 De docent levert de gemiste toets in bij het secretariaat voorzien van naam en klas, zodat tijdens het inhaalmoment op dinsdagmiddag de toets door de leerling gemaakt kan worden. 9. Verzorging Het beoordelen van de verzorging van gemaakte toetsen, praktische opdrachten, werkstukken etc. Aanleiding Er is geconstateerd dat veel leerlingen niet voldoende aandacht besteden aan de verzorging van hun toetsen, werkstukken en praktische opdrachten. Doel Leerlingen zijn zich bewust van het belang van een goede verzorging en presentatie. Tegengaan van gemakzucht is een nevendoel. Werkwijze Het gaat hier om 2 zaken: 1. 2. algemene verzorging: ziet het werk er netjes uit? de kwaliteit van het taalgebruik Ad 1: er wordt netjes geschreven, op de lijntjes en zonder doorhalingen, gekras e.d. Geschreven wordt er met pen en wanneer er getekend moet worden, gebeurt dit met een potlood. Ad 2: hoewel het Nederlands niet getoetst wordt, is het van belang dat leerlingen leren dat correct taalgebruik belangrijk is wanneer zij zich mondeling of schriftelijk presenteren. Wanneer werk niet aan deze 2 criteria voldoet, wordt het werkstuk pas beoordeeld (of telt het cijfer pas) als de slordigheden en de taalfouten verbeterd zijn. Natuurlijk geldt dit niet wanneer er een of twee fouten in staan, of een nette doorhaling. Het is lastig om hier exacte regels voor op te stellen, maar iedereen kan eenvoudig beoordelen of er aandacht aan een werkstuk, toets o.i.d. is besteed, of dat er gerommeld is. 36
© Copyright 2024 ExpyDoc