42-04 vandenHurck-Natuuronderwijs-Promo

Naar
buiten
allemaal!
Het kan vriezen en het kan dooien
Natuuronderwijs in
koudere jaargetijden
Het regent, sneeuwt of stormt… dus ga je naar buiten! Tips en handvatten om in je beredeneerd aanbod aan
kleuters gebruik te maken van het winterse weer.
We praten in de ochtendkring over het weer, zoals
we dat elke dag doen.
Het is de kleuters opgevallen dat het buiten
helemaal wit is. Sommige kinderen zijn er van
overtuigd dat het sneeuw is, anderen weten te
vertellen dat het alleen gevroren heeft.
‘Dat heeft dezelfde kleur maar het is anders. Je
kunt er geen sneeuwpop mee maken’, zegt een
van hen.
Zover we kunnen kijken ligt er een witte, bevroren
waas over de wereld. De kleuters zijn benieuwd
wat het is, al dat wit. Hoe zou het aanvoelen? Wat
gebeurt ermee als je het op je hand legt?
Als je echt ervaring met deze verschijnselen op
wilt doen, dan moet je naar buiten. En dat is precies wat we doen!
Henrike van den Hurck is
Specialist Jonge Kind en
werkt als onderbouwcoördinator en groepsleerkracht op OBS Koolhoven
in Tilburg. Ze deelt haar
ideeën en blogt over de
avonturen van haar kleutergroep op
www.kleuterklasse.nl
Ontdekkingstocht
Natuuronderwijs in de lente en de zomer, dat ligt
voor de hand. We zoeken naar insecten, planten
zaadjes of bekijken de bloemen. Het liefst ‘met zonder jas’.
Maar in de koudere, natte maanden wordt het
meeste natuuronderwijs binnen gegeven, vanuit
het klaslokaal. Toch is er buiten zoveel te zien en te
beleven, als je maar weet waar je moet zoeken. In
ons geval gaan we de in de omgeving van de school
op onderzoek uit.
Een kerstboom voor kabouters
18
HJK december 2014
De ontdekkingstocht kan al beginnen bij de kapstok. Alle kinderen hebben handschoenen, sjaals
en dikke winterjassen bij zich, maar weten ze
eigenlijk wel waarvoor dat is? Terwijl we ons warm
aankleden voor onze tocht bespreken we het nut
van winterkleding en komen op deze manier met
een heleboel (nieuwe) woorden in aanraking: handschoen, want, sjaal en oorwarmers, om er een paar
te noemen.
Kabouterbos
Eenmaal buiten zijn de kleuters verrukt over de
ijskristallen die op de struiken en het gras te vinden
zijn. Senn vindt een stuk van een plant en houdt dit
trots omhoog. ‘Het lijkt wel een kerstboom voor
kabouters!’, roept hij verrast. Een groepje meisjes
bekijkt het onkruid naast de weg. ‘Dat is net een
bos waar het gesneeuwd heeft. Maar dan is het
bos heel klein’, constateren ze. Senn wordt er met
zijn kabouterkerstboom bijgehaald. Met wat takjes
maken ze een bankje en zetten de kerstboom er
naast. ‘Zo. Dan heeft de kabouter het ook gezellig.’ Intussen zien de kinderen dat ik vol aandacht
naar een boom naast de weg sta te kijken. Al gauw
drommen de kinderen om me heen. ‘Wat zie jij, juf?’
Ik vertel dat de kabouter vast heel blij is met zijn
kleine bos, omdat ik het zelf ook fijn vind om bomen
in de buurt te hebben. Zonder dat ik verder vragen
De kleuters zijn verrukt over de ijskristallen
op de struiken en het gras
Tijdens de ontdekkingstocht verwonderen de
kinderen zich over van alles
• Foto’s Henrike van den Hurck
Handschoenen, sjaals, dikke winterjassen en papaplu’s: goed voorbereid naar buiten
stel komen de kleuters met hun kennis over bomen
op de proppen en er ontstaan als vanzelf korte
polylogen (gesprekjes in een kleine groep met of
zonder leerkracht (SLO, 2006)). ‘De bomen zorgen
ervoor dat wij kunnen ademen’, weet een van de
jongere kleuters. Een ander heeft een appelboom
in de tuin en zegt: ‘Maar die groeit geen appels nu
in de winter. Nu slaapt de boom en de blaadjes zijn
er af. Dat komt door de herfst.’ Door die mooie winterboom worden er heel wat gespreksvaardigheden
geoefend.
We bekijken de boom, voelen aan de schors en
benoemen de onderdelen die we kennen. Maud
raapt een blad van de grond en ontdekt dat het
ijslaagje verdwijnt als ze het tussen haar vinders
houdt. ‘Het blad smelt!’, roept ze verwonderd. ‘Nee,
kijk maar, het blad is nog heel. Alleen dat witte is
eraf’, deelt een ander haar mee. Zo ontstaat een
gesprek over (be)vriezen en (ont)dooien en werken
we meteen aan één van de kerndoelen Natuur
en Techniek: ervaring opdoen met veranderingen
in het dagelijkse weer: wind, regen, zon, wolken,
hagel, mist, sneeuw, temperatuur (SLO, TULE,
2006).
We bekijken wat er gebeurt als we onze vingers op
bladeren met rijp drukken en hoe het ijs smelt als
we er tegenaan blazen. Tijdens dat blazen verbazen
de kleuters zich over het rookwolkje dat uit hun
mond komt en ik leg uit dat het hun adem is die
bevriest. Twee oudere kinderen zuigen daarop hun
longen vol lucht, om te kijken of het andersom ook
zo werkt. ‘Ik ga mijn longen laten bevriezen!’ Maar
dat lukt gelukkig niet.
Terwijl de zon op deze winterochtend steeds hoger
klimt (‘De aarde draait rond, juf, daarom lijkt het
of de zon hoger gaat’, aldus oudste kleuter Daan)
wandelen we met rode wangen en glanzende ogen
weer terug naar school.
Hoera, het regent!
Een paar dagen later is er slecht weer voorspeld.
Vandaag verwachten we regen. Regen, regen en
nog meer regen. De kinderen zijn gefascineerd
door al dat water. Vooral de kortstondige plensbuien zijn favoriet, want hoe meer herrie het maakt,
hoe indrukwekkender het is. Dankzij de bekende
weerman Piet Paulusma was ik aan het begin
van de week al op de hoogte van het naderende
waterballet. Daarom heb ik alle ouders gevraagd
om deze week paraplu’s en regenpakken in een
plastic tas mee naar school te geven, zodat we het
begrip ‘regen’ eens onder de loep kunnen nemen.
Er is massaal gehoor gegeven aan deze oproep
en de kleuters verschijnen dan ook met tassen vol
regenkleding.
Voordat we naar buiten gaan bespreken we wat we
zouden kunnen gaan onderzoeken. Deze voorbespreking geeft de activiteit meer richting en dat is
prettig voor de kinderen die extra ondersteuning
nodig hebben bij dit soort situaties.
Sommige kleuters willen zien hoe diep de plassen
>>
HJK december 2014
19
Terwijl de zon steeds hoger klimt wandelen de
kleuters met rode wangen terug naar school
De regenlaarzen van de kleuters staan
standaard op school bij de kapstok
zijn en of hun regenlaarzen wel waterdicht zijn.
Anderen zoeken het meer in de richting van drijven
en zinken, zij gaan buiten op zoek naar materialen
die in de plassen kunnen drijven.
In de grote kring komt ook het verschil tussen
regenkleding en gewone kleding naar voren. ‘Een
regenpak is een beetje plastic. Dan blijf je droog.’
Na tien minuten stoeien met poncho’s, regenlaarzen, paraplu’s en regenbroeken is het tijd om naar
buiten te gaan, de regen in!
Waterfeest
Het duurt niet lang of alle kinderen gaan los op de
regenplassen. Ze spatten het water zo hoog mogelijk op en doen wedstrijdje wie het hardst in de plas
kan springen.
Een kind dat in de klas nog niet veel aansluiting
heeft plenst met grote stappen heen en weer door
de grootste plas die hij kan vinden. Hij komt een
gelijkgestemde kleuter tegen en samen, hand in
hand, gaan ze de plas te lijf. Ze moeten heel hard
lachen als ik zelf, gewapend met mijn regenlaarzen, door het water kom stampen. Want wie kan
tegenwoordig als volwassene nog zeggen dat hij in
de plassen gespeeld heeft? Juist. Deze kans laat ik
niet aan me voorbij gaan.
Ergens anders zit een groepje zeer geconcentreerd
onder hun paraplu’s bij het water. Ze meten de
diepte van het water, dansen met hun wijsvingers
over het wateroppervlak en laten hun handen
erdoor glijden. ‘Toen de zon scheen mochten we in
Woordenschatlijst
(be)vriezen
(ont)dooien
sneeuw
smelten
warm/koud
regen(bui)
stortregen
winterkleding
regenkleding
regenjas
regenlaarzen
20
paraplu
poncho
handschoen
want
sjaal
ijs
boom
blad(eren)
ademen
herfst
winter
HJK december 2014
zon
temperatuur
plas
stampen
handdoek
druppel
vol/leeg
pinda
noot
zaden
vogel
Vogelvoerkoekjes zonder frituurvet met
pindakaas
ons badpak met water spelen’, herinnert een van
hen zich, ‘en nu is het heel koud en het regent, maar
nu kan dat ook. Het is een waterfeest!’
Vol en leeg
Wie nat wil worden laat dat heerlijk gebeuren (want
er ligt een stapel handdoeken in de gang bij de
deur), wie liever droog blijft wandelt rond onder
een paraplu. Alle kinderen zijn enorm betrokken bij
hun activiteit, of dat nu het springen in de plas, het
vangen van druppels op hun tong of het bekijken
van de regensporen op het raam is. Wanneer het
spel ten einde loopt haal ik een stapel plastic bekers
tevoorschijn en deel ze uit. Binnen een minuut zitten
vrijwel alle kleuters om een plas en wordt het water
in de bekers geschept. In het begin krijgt geen enkel
kind de beker helemaal vol, want zodra ze hem plat
leggen om het water erin te laten lopen, stroomt het
er net zo hard weer uit, totdat een van hen op het
idee komt om samen te werken met een klasgenoot.
De een schept het water uit de plas en giet het in de
beker van de ander. Ze laten dit trucje zien aan de
rest en de ene na de andere beker raakt vol water,
terwijl we de tegenstellingen vol/leeg en nat/droog
spelenderwijs oefenen. Buiten dat doen de kinderen
zo ook waardevolle ervaringen op met het meten
van inhoud, want een van de rekendoelen die in het
aanbod van deze periode zit is ‘verkenning van het
begrip inhoud als “hoeveel past er in” via afpassen,
meten, overgieten en vullen van flessen, pakken met
bekertjes water’ (SLO, 2006).
Regenmuziek en vogelkoekjes
In de dagen erna gaat het leerproces verder. We
behandelen het verdampen van water door een
schaaltje water op de vensterbank te zetten en
dagelijks te meten of de hoeveelheid verminderd is.
Op deze activiteit gaan we buiten verder door met
krijt de plassen om te trekken en een paar keer per
dag te gaan bekijken hoeveel het water al weggezakt
is. We bespreken waar het water is gebleven en hoe
het komt dat de grond nooit helemaal vol raakt.
Ik laat in de klas een filmpje zien waarop een groep
vocalisten het geluid van een stortbui imiteert (zoek
op YouTube ‘Choir that sounds like a thunderstorm’
en laat je verbazen). In het filmpje gaat de bui van af
en toe een kleine druppel naar dikkere, zware druppels. Dan volgen er een paar flinke regenvlagen, het
waait hard en er klinkt zelfs een klap onweer!
De kinderen zijn er eindeloos door gefascineerd:
‘Mogen wij dat ook doen?’ En zo ontstaat onze eigen
regenmuziek. We bedenken regengeluiden en noteren de verschillende fasen van de regen. Ik word tot
dirigent gepromoveerd en het stuk wordt keer op
keer gespeeld. Zo pikken we ook nog twee domeinen van muziek mee: muziek maken en muziek
noteren!
Tijdens de speelwerkles wordt de watertafel gevuld
en ik leg er een strandlaken onder zodat de waterschade in de klas beperkt blijft. Ik knip gaten voor
armen en hoofd in een vuilniszak en zo hebben we
een ‘watertafelregenponcho’ waar geen druppel
doorheen komt.
De kinderen spelen ‘regentje’ en hebben de grootste lol.
Als de temperatuur ver onder het nulpunt daalt
laten we buiten bakjes water bevriezen en onderzoeken wat voor effect het strooien van zout op het
ijs heeft (want de kleuters hebben de strooiwagens
zien rijden). Bij het plaatselijke natuurmuseum
lenen we een aantal opgezette dieren en we leren
over hun levenswijze in de winter. We maken vogelvoerkoekjes zónder frituurvet maar met pindakaas
(die we ook zelf gemaakt hebben zodat er geen zout
in zit) en hangen ze op voor de vogels. Kijk voor het
recept in het kader op deze pagina. Bij het maken
van dat vogelvoer wordt gemeten en gewogen. We
leren nieuwe woorden, werken samen en schrijven
het recept op. Zo vloeien natuuronderwijs en andere
vakgebieden in elkaar over.
Allemaal naar buiten!
Tegenwoordig staan de regenlaarzen van mijn kleuters, en die van mezelf, standaard op school bij de
kapstok. Veel ouders hebben een paar laarzen over
waar hun eigen kind is uitgegroeid en ze stellen
deze graag beschikbaar voor wie ze kan gebruiken.
We kunnen de modder en de regenplassen in wanneer we willen (en dat willen we vaak)! Af en toe, als
de weerman flinke regenval voorspelt, brengen we
allemaal onze paraplu weer mee. Soms waait er
eentje stuk, maar die wordt vakkundig gerepareerd
door de kleuters van de reparatiewerkplaats. Vooral
de dames vinden dat prachtig om te doen en laten
vol trots een herstelde paraplu aan de groep zien.
Op sommige dagen huilt de wind rondom de
school. Dan nemen we een rol containerzakken
mee en proberen we de wind in een zak te vangen.
We vouwen bootjes en zien hoe de wind ze door de
plassen blaast.
Natuuronderwijs in de koudere maanden. Het vergt
niet eens zoveel voorbereiding, alleen een beetje
extra fantasie. De natuur geeft ongelooflijk veel
kansen tot het verrijken van het beredeneerd aanbod, waarmee je ook nog eens aan een heleboel
tussendoelen werkt. Daarbij kun je gemakkelijk
Recept vogelvoerkoekjes
Dit heb je nodig voor ongeveer zes bollen:
•Een pakje gelatine (6 blaadjes)
•Een kopje koud water
•Een kopje warm water
•Een kop bloem of meel
•Vier koppen vogelzaad
•Vormpjes of (zoals ik deed) een muffinvorm
•Eetstokje of satéprikker
•Mengkom
•Lepel of spatel
•Touw
1. Laat de gelatine een paar minuten weken in het koude water.
Knijp de gelatine goed uit.
2. Los de gelatine op in het hete water en giet het daarna in de mengkom.
3. Meng er het vogelzaad doorheen, zodat de zaden vochtig worden.
4. Roer er de bloem doorheen. Je mengsel is nu klaar.
Ik gebruik altijd wat ik toevallig in de buurt heb, dus in plaats van gewone vormpjes pak ik een muffinvorm waarmee ik de vetbollen maak. Druk het flink aan,
eventueel met een mok.
Prik met een satéprikker of eetstokje een gat in de vetbollen, zodat je er later
een touwtje doorheen kunt halen. Laat het nu ongeveer anderhalf uur in de
vorm drogen. Haal de bollen (nou ja, schijven eigenlijk) uit de vorm, prik indien
nodig de gaten nog een keer door en laat alles op een vel papier helemaal drogen. Als je ze in de klas maakt zijn ze de volgende dag droog genoeg.
Belangrijk: laat het niet in de vorm zitten als je een muffinvorm of plastic
bekertjes gebruikt! Het vocht moet eruit kunnen verdampen, anders ontstaat er
schimmel. Touw erdoor en klaar! Niks geen gedoe en viezigheid met frituurvet
meer. De kinderen kunnen met alle stappen zelf meehelpen en... de vogels zijn
er gek op!
Bron: www.kleuterklasse.nl
tegemoet komen aan de onderwijsbehoeften van
de kinderen in je groep, omdat er (letterlijk!) zoveel
paden zijn die bewandeld kunnen worden. Er is voor
elk kind wat te halen, of hij nu talig is ingesteld,
meer van rekenen houdt of alles weet over dieren.
We koken, maken muziek, doen onderzoek, spelen,
voeren gesprekken, allemaal in en om de natuur.
Dus trek je jas aan en kom mee! Want als je er oog
voor hebt, zijn de rijkste leeromgevingen… buiten!
Literatuur
• SLO. (2006). TULE. Beschikbaar via tule.slo.nl/
OrientatieOpJezelfEnWereld/F-KDOrientatieJezelfEnWereld
• SLO. (2006). TULE. BEschikbaar via tule.slo.nl/Nederlands/F-L02
• SLO. (2006). TULE. Beschikbaar via tule.slo.nl/RekenenWiskunde/F-L33
HJK december 2014
21
Onafhankelijk vakblad
voor ontwikkeling,
opvoeding en onderwijs
aan jonge kinderen
Wil je meer lezen?
Neem dan nú een proefabonnement!
KLIK HIER
Vakblad voo
r
en onderw ontwikkeling, opvoed
ijs aan jon
ge kinder ing
en
special
Integ
Kind raal
Centru
m
Vakblad voor ontwikkeling, opvoeding
en onderwijs aan jonge kinderen
oeding
keling, opv
voor ontwik jonge kinderen
Vakblad
ijs aan
en onderw
Elke HJK staat boordevol artikelen over
scholing, ontwikkeling en opvoeding van jonge
kinderen. Van objectieve en goed onderbouwde
achtergrondartikelen tot vaste rubrieken met
boekrecensies en praktische lestips.
IKC: dat do
en
we samen
!
Hoe start
je een IKC?
Hoe betre
ouders da k je
arbij?
Wat hun praatjes
je vertellen Stress
signaleren
bij autism
e
Natuurrijk
buiten spelen
ele
reel
Intercultu
seksu
g! met kinderen
werken
opvoedin
Tijd voor
r je een
Zo monito
esstart
Nr. 8 - Jaarg
goede le
ang 41 – ap
oriek
l van mot
De ro
ling
twikke
bij taalon
HJK14_0123
www.hjk-o
ril 2014
nline.nl
_TDS_nr8.ind
d 1
Nr. 10 - Jaargang 41 – juni 2014
13-03-14
www.hjk-online.nl
15-05-14 12:23
HJK14_00265_TDS_nr10.indd 1
14
– mei 20
argang 41
Nr. 9 - Ja
line.nl
on
www.hjk-
11:23
Werk je in het onderwijs of de kinder­opvang
met kinderen van 3 tot 8 jaar? Ontvang HJK
geheel vrijblijvend en inclusief toegang tot het
digitale archief, drie maanden lang voor slechts
€ 13,50! Zo blijf jij als professional helemaal op
de hoogte!
10-04-14
14:21
.indd 1
4_TDS_nr9
HJK14_020
Meer weten? Ga naar www.hjk-online.nl of bel 088-2265242