Hiv en HAART: iedereen leeft nog lang (en gelukkig)? Annelies Verbon leveraandoeningen en botziekten, op jongere leeftijd voor bij hiv-positieve patiënten en wat zijn de klinische implicaties hiervan?1 HOE WERD DIT ONDERZOCHT? Er werd een literatuurstudie verricht met een zoekstrategie binnen Medline, richtlijnen en presentaties op internationale congressen van en , waarbij termen werden gebruikt die samenhingen met hiv en met leeftijdsgerelateerde condities. BELANGRIJKSTE RESULTATEN WAAROM DIT ONDERZOEK? De ontwikkeling van nieuwe antiretrovirale medicatie heeft geleid tot een duidelijke stijging van de levensverwachting van patiënten met een hiv-infectie. Toch blijft de levensverwachting van hiv-positieve patiënten lager dan die van de algemene populatie, mede door niet met aids samenhangende morbiditeit en mortaliteit. ONDERZOEKSVRAAG Komen niet met aids samenhangende complicaties, zoals hart- en vaatziekten, maligniteiten, nierinsufficiëntie, LITERATUUR 1 Bij behandelde hiv-positieve patiënten komen leeftijdsgerelateerde, niet met aids samenhangende aandoeningen prematuur voor. Dit verhoogde risico wordt verklaard door verschillende factoren. Hiv-patiënten hebben vaak meer ‘klassieke’ risicofactoren, zoals roken of alcoholgebruik. Daarnaast houdt de hiv-infectie zelf verband met hart- en vaatziekten, maligniteiten, nierinsufficiëntie, leveraandoeningen en botziekten, mogelijk door een continu versterkte ontstekingsreactie en een gering aantal CD+-lymfocyten. Ook antiretrovirale medicatie kan het risico op deze ziekten verhogen; abacavir en proteaseremmers gaan bijvoorbeeld gepaard met een hoger risico op hart- en vaatziekten en krachtige antiretrovirale therapie (HAART) is vaak hepatotoxisch. Echter, diverse cohortstudies laten zien dat de voordelen van HAART wat betreft het voorkómen van niet met aids samenhangende aandoeningen opwegen tegen de nadelen. Bij hivpositieve patiënten lijkt, zelfs met HAART, een versnelde immunologische veroudering op te treden door persisterende immunologische defecten zoals een lage CD/ CD-ratio, weinig naïeve geheugencellen en een verminderd T-celrepertoire. Of deze versnelde immunologische veroudering van invloed is op de niet met aids samenhangende aandoeningen is nog niet duidelijk. CONSEQUENTIES VOOR DE PRAKTIJK Deeks SG, Phillips AN. HIV infection, antiretroviral treatment, ageing, and non-AIDS related morbidity. BMJ. 2009;338:a3172. Citeer als: Ned Tijdschr Geneeskd. 2009;153:A475 > Meer op www.ntvg.nl/klinischepraktijk ● Het verband tussen een gering aantal CD+-lymfocyten en het vóórkomen van niet met aids samenhangende aandoeningen maakt eerder beginnen met HAART wenselijk. Daarnaast verschuift de zorg voor hiv-positieve patiënten naar laagdrempelige screening, preventiemaatregelen en multidisciplinaire behandeling, waar niet alleen hiv-behandelaars mee te maken krijgen. NED TIJDSCHR GENEESKD. 2009;153:A475 1 K L I NI SCH E PR AK TI JK IN HET KORT
© Copyright 2024 ExpyDoc