Basis Tabloid - Julien Althuisius

12
DE VOLKSKRANT
DONDERDAG 20 MAART 2014
Film
PROFIEL ACTEUR WILL FERRELL
Je vindt acteur Will Ferrell (46)
geweldig of onvoorstelbaar flauw.
Zijn nieuwste film, Anchorman 2,
is in Amerika succesvol, maar wordt
na lang aarzelen pas volgende week
in Europa uitgebracht. Op zoek naar
het geheim achter de echte
Ferrell-humor.
Door Julien Althuisius
Ferrellles
T
oen Will Ferrell in 1995
auditie deed voor Saturday Night Live (SNL), het
grootste en belangrijkste comedyprogramma
op de Amerikaanse televisie, had hij iets bijzonders in gedachten. Geïnspireerd door
komiek Adam Sandler, die een paar
jaar eerder SNL-producent Lorne
Michaels onbedaarlijk aan het lachen
had gebracht door tot vermoeiends toe
te droogneuken met een stoel en
daarop stante pede werd aangenomen, bedacht de 28-jarige Ferrell een
plan. Hij zou, zo vertelde hij in 2003
aan tijdschrift Esquire, met een koffer
vol nepgeld het kantoor binnenkomen
en dan, op het moment dat Michaels
zijn eerste vraag zou stellen, de stapels
geld één voor één uit zijn koffer pakken
en op tafel leggen. ‘Lorne, je kunt zeggen wat je wilt. Maar jij en ik weten allebei waar het echt om gaat: cold, hard
cash. Ik sta nu op en loop weg. Je kunt
het geld pakken als je dat wilt. Of niet.’
Om vervolgens weg te gaan en niet
meer terug te komen.
Dat was het plan. Maar toen Ferrell
met de koffer vol nepgeld het kantoor
met producenten Lorne Michaels en
Steve Higgins binnen liep, was de sfeer
zo gespannen dat hij zijn act niet meer
durfde op te voeren. In plaats daarvan
bleef de koffer het hele gesprek naast
hem staan. Nice briefcase, merkte Higgins nog wel even op.
Maar Ferrell werd wel aangenomen
bij SNL en 1995 markeerde dus het begin van een carrière die net zo imposant werd als de snor van zijn bekendste karakter, Ron Burgundy. Volgende
week komt Anchorman 2 – met
Burgundy – uit in Nederland, meer dan
drie maanden na de release in de Verenigde Staten. Het zag er zelfs even
naar uit dat de film hier helemaal niet
zou uitkomen. De resultaten van Anchorman 2 in de rest van Europa vielen
namelijk tegen.
Het is het lot dat de films van Ferrell
beschoren is. Elf, Old School, Anchorman,
Stepbrothers, Semi-Pro, The Other Guys: in
de Verenigde Staten zijn het succesfilms die een veelvoud opbrengen van
wat ze gekost hebben. Maar hier niet.
Zo bracht Talladega Nights, een comedy
over de coureur Ricky Bobby, in totaal
163 miljoen dollar op. Slechts 9,1 procent daarvan kwam niet uit Amerikaanse portemonnees.
Misschien is het ‘onze’ humor niet.
Misschien is het ‘te Amerikaans’. Van
(lompe) comedyfilms is bekend dat ze
minder goed ‘reizen’ dan bijvoorbeeld
de vele romantische komedies die wel
de Europese bioscopen halen.
Hier zijn Ferrells films vooral voor de
liefhebber; als een goed bewaard geheim van een toch wel vrij grote subcultuur. Films die je eindeloos vaak opnieuw kijkt en die ertoe leiden dat je
met een complete vreemde in een in-
Er is zoiets als de
geschokte, verbaasde,
overrompelde, betraande
schaterlach. Will Ferrell is
de krankzinnige koning
van die schaterlach
nige omhelzing belandt nadat je samen, synchroon, letter voor letter, een
dialoog uit Anchorman hebt opgedreund. Er is zoiets als de geschokte,
verbaasde, overrompelde, betraande
schaterlach. Al dan niet een handje geholpen door wat rookwaar. En Will Ferrell is de krankzinnige koning van die
lach.
Er viel helemaal niets te beleven in
Irvine, een slaperig stadje in het Californische Orange County, waar John
William Ferrell opgroeide. ‘Ik had niet
het overlevingsinstinct dat andere komieken hebben’, zei hij in 2008 over
zijn onbezorgde, saaie jeugd tegen een
lokale krant in Californië. ‘Voor mij was
het het tegenovergestelde: de humor
doorbrak de verveling.’
Ferrell was een rustig kind, geen
schim van de bij vlagen krankzinnige,
soms gewelddadige en immer messcherpe karakters die hij later zou vertolken. Als de kleine Will op een zaterdagochtend wakker werd en iedereen
in huize Ferrell nog sliep, speelde hij
Monopoly. In zijn eentje. Ook op school
hield hij zich gedeisd, op een enkele
uitbarsting na. Toen een wiskundeleraar aankondigde dat de klas wat oefeningen moest gaan doen, sprong Ferrell op uit zijn stoel en begon midden
in de klas kniebuigingen te maken.
Na zijn studie sportjournalistiek belandde Ferrell bij The Groundlings, een
improvisatieclub in Los Angeles. Daar
trok hij de aandacht van Lorne
Michaels, die in Los Angeles op jacht
was naar talent dat SNL nieuw leven
kon inblazen.
Een van Ferrells beste – en kenmerkendste – SNL-sketches was een parodie
op VH1 Storytellers, een programma
waarin muzikanten het verhaal achter
hun grootste hits vertellen en die op-
Will Ferrell als nieuwspresentator
voeren. In de sketch persifleert Ferrell
zanger Neil Diamond en zet hem neer
als een racistische, drugs gebruikende
pornoverslaafde. ‘Weinig mensen weten dat ik mijn creatieve brandstof
haal uit mijn immense haat jegens immigranten’, zegt hij dan, om vervolgens Diamonds hit America in te zetten.
Legendarisch is ook de sketch die
Ferrell opvoerde met acteur Christopher Walken en de leden van de band
Blue Oyster Cult. Ferrell speelt de dikbuikige Gene Frankle, wiens pens onder zijn te strakke shirt uitkomt en die
tijdens het nummer Don’t Fear The
Reaper als een bezetene op een koebel
ramt. Walkens uitspraak ‘Gotta have
more cowbell’ staat met vergulde sierletters in de annalen van de popcultuur.
‘Will is de lijm die de show bij elkaar
houdt’, zei Lorne Michaels in 1998 tegen People. ‘Hij is de eerste keus van de
schrijvers voor bijna elke sketch.’
Zowel Diamond als Frankle is een
lomp, veel te aanwezig karakter met
een schrijnend gebrek aan zelfbewustzijn, wars van elke vorm van empathie.
Het zijn de kenmerken van veruit de
meeste karakters die Ferrell ook in de
jaren na SNL zou neerzetten in zijn
films. Of het nou gaat om nieuwslezer
Ron Burgundy uit Anchorman, basketbalster Jackie Moon uit Semi-Pro, of
Chazz Michael Michaels uit de kunstschaatsfilm Blades Of Glory: Ferrell is de
meester in het neerzetten van de, zoals
hij het zelf noemt, macho-idiot.
Zijn humor is niet bepaald subtiel.
Het is schreeuwerig, hard, overrompelend, niet aan te ontkomen. Die komische woede onderscheidt hem ook van
collega’s als Ben Stiller, Vince Vaughn
en Owen Wilson. Voor Ferrell geldt: of
je houdt van hem met heel je hart, of je
vindt hem kinderachtig en melig. Een
kwalificatie als ‘wel aardig’ zul je niet
snel tegenkomen.
‘Toen ik begon met comedy wist ik
dat ik waarschijnlijk niet de spitsvon-