Download

Van harte gefeliciteerd met uw TeeJet® CenterLine® 220
Onderstaande aanwijzingen en informatie hebben tot doel u optimaal te laten
profiteren van uw nieuwe GPS-systeem. Aarzel niet contact op nemen met uw
plaatselijke dealer als u nog ergens vragen over hebt.
Onderstaande lijst helpt u bij het gebruik van het product::
•
•
•
•
•
•
•
•
Aan de slag:
Plaats de antenne op het dak van het voertuig – dat is de beste plaats ten behoeve van de GPSfunctie. De antenne moet midden op het dak worden bevestigd. Plaats de antenne niet te dicht bij
andere elektrische apparatuur (airco, radioantennes, enz.). Denk er aan de antennekabel niet op te
rollen als deze te lang is. Wikkel de kabel in de vorm van een 8 en houd de kabel minstens 45 cm uit
de buurt van mogelijke bronnen van elektrische interferentie zoals FM-signalen.
Zet het systeem aan. Het tot stand brengen van een verbinding met de satellieten kan enkele
minuten duren. U kunt het systeem dan ook inschakelen voordat u het voertuig start (bijvoorbeeld 510 min. voordat u begint). Denk er aan dat er binnen of onder een dak geen GPS-signaal
beschikbaar is. Let er op dat bij de eerste keer bij het opstarten van het systeem het verkrijgen van
het juiste signaal tot wel 30 minuten in beslag kan nemen.
Werkbreedte (spoorbreedte) instellen. Denk er aan de werkbreedte (spoorbreedte) te controleren als
van werktuig wordt gewisseld en voordat de AB lijn wordt ingesteld.
Spoortype instellen – rechte lijn of gebogen spoor. In de gebogen modus werkt het systeem met
bochten van maximaal 30o.
Vastleggen van de AB lijn. Denk er aan dat het voertuig in beweging moet zijn (min. 1,5 km/h) als de
AB lijnen worden getrokken.
Let op:
Als u de werkbreedte (spoorbreedte) controleert tijdens het rijden en op + of – drukt om de
werkbreedte te wijzigen, wordt de AB lijn gewist, en moet u de werkbreedte (spoorbreedte) opnieuw
instellen.
Als de stroom wordt uitgeschakeld, wordt de AB lijn gewist. Denk er dus aan dat bepaalde
aanstekeraansluitingen ook worden uitgeschakeld als het contact wordt uitgeschakeld. Als u wilt
voorkomen dat het systeem wordt uitgeschakeld als het contact van het voertuig wordt
uitgeschakeld, moet het systeem rechtstreeks op de accu worden aangesloten. Het verdient
aanbeveling een voedingsschakelaar aan te brengen in de kabel.
Het symbool voor puntmarkering
is het enige dat in het geheugen van het systeem wordt
opgeslagen als de stroom wordt uitgeschakeld.
•
•
•
•
GPS-signalen zijn niet 100% nauwkeurig. Het kan daarom nodig zijn de correctiefunctie te gebruiken
om de gewenste AB route te herstellen. Deze functie wordt in de handleiding beschreven boven aan
pagina 4.
U wordt geadviseerd met de CenterLine 220 te oefenen voordat u ermee het veld in gaat. Gebruik
de lichtjes in de balk als navigatieaanwijzingen en rijd rustig terwijl u deze volgt. Bij te abrupte
stuurbewegingen kan het zijn dat u te veel aanwijzingen krijgt waardoor u gaat zigzaggen.
De volgende objecten kunnen het GPS-signaal storen en gevolgen hebben voor de nauwkeurigheid
van het systeem: hoogspanningskabels, silo's, windturbines, metalen daken, enz. Denk er aan dat
een GPS-systeem nooit nauwkeuriger kan zijn dan het signaal dat binnenkomt.
Het systeem maakt gebruik van het EGNOS-signaal, dat afkomstig is van een Europees
satellietsysteem en zonder abonnement beschikbaar is. Het signaal kan zo nu en dan kort afwezig
zijn vanwege updates en verbeteringen.
We hopen dat u veel plezier zult hebben van uw CenterLine 220.
Met vriendelijke groet
021-220-NL