Tweemaal niet op een vergadering van de Sponsorcommissie verschijnen wordt prompt beloond met de opdracht hier een praatje te houden. Dit naar aanleiding van de opening van ons fraaie verbouwde sponsorhome. Voor mij de kantine. Door velen onder u ook de kleine kantine genoemd omdat we even verderop sinds 1979 een zeer fraaie grote kantine hebben. Maar ik ben van de generatie waarvoor dit de enige echte kantine is en blijft. Dit complex, toentertijd genaamd de Appelhof is op 12 september 1937 na een jarenlange zwerftocht door de stad Sneek door de VV Sneek in gebruik genomen inclusief een tribune met kleedgelegenheid. Waar de naam Appelhof aan is ontleend hoef ik niet uit te leggen denk ik en zelfs tot ver na de oorlog kan ik mij nog goed herinneren dat er nog een Appelhof was op de plek waar nu het zogenaamde derde veld ligt. Pas na de oorlog in 1955 is deze kantine hier neergezet. Hierover kan ik helaas niks terugvinden in de geschiedenisboeken en dus beperk ik mij tot mijn eigen ervaringen betreffende de kleine kantine. Nu ik er eens goed over nadenk moet het op een buitenstaander toch een ietwat merkwaardig overkomen dat dit gebouw nooit clubgebouw of clubhuis werd genoemd. De verklaring ligt echter ook voor de oudgedienden onder ons weer voor de hand. Voor de senioren was het clubgebouw eigenlijk gevestigd op de Singel 17 oftewel Drukkerij Doevendans en voor de jeugd op het Martiniplein te weten Veerhuis Boot. Nu volgt er een stukje pure nostalgie. Want wat zijn voor mij nog steeds de eerste beelden die mij voor ogen staan als ik naar dit gebouw kijk? Buurman Jopie en buurvrouw Dienke en buurman Dirk en buurvrouw Betsje, oftewel de familie Ten Cate, druk in de weer. De mannen hadden op zaterdag zelfs vaak een overall aan en op zondag als de kantine open was hadden de dames zelfs een wit schort voor. De familie Ten Cate; zo’n beetje de eerste beheerders van deze kantine. Dicky en Gerrie, kinderen van Jopie en Dienke, geen onbekenden binnen deze vereniging, zijn als buren naast mij opgegroeid of ik naast hen maar net zo u wil en Gerrit, zoon van Dirk en Betsje was mijn vriendje. Als Sneek op zondag een thuiswedstrijd speelde waren de beide echtparen Ten Cate op zaterdagmiddag druk in de weer met de bevoorrading en het klaarzetten van spullen voor de volgende dag. Mijn vriendje Gerrit en ik, we zullen in die tijd zo’n 10 jaren oud zijn geweest, wisten op dergelijke middagen de weg naar het Sneekterrein maar wat graag te vinden. Want meestal zat er wel een zak chips of een mars aan als we maar niet in de weg liepen. En dus liepen we altijd in de weg! Wij gebruikten dan vervolgens dit gehele complex als ons speelterrein. Cowboytje, indiaantje en aan de overkant achter de heg een heus oerwoud. De tocht naar het Sneekveld was indertijd al een avontuur omdat dit ver buiten de bebouwde kom lag. Vanaf Sneek naar hier was het laatste gebouw de Watertoren. In den beginne was de kantine eigenlijk ook alleen zo’n beetje op zondag bij thuiswedstrijden van het eerste open. Als kleine jongens kwamen we eigenlijk ook nooit binnen. Dat hoefde ook niet want je had links aan de voorkant een soort loket waar in de rust van de wedstrijd de dochters Gerrie of Dinie achter stonden en daar kon je dan een zakje chips, een mars of iets dergelijks kopen. Later toen ik in de senioren speelde ging je na de wedstrijd nog een frisje drinken en een uur na de wedstrijd ging de kantine dicht. Als je gezellig na wilde zitten ging je de stad maar in. Sinds wanneer er vergunning voor een biertje is kan ik mij niet eens herinneren. Maar Sneek was ook een voetbalclub gericht op sportieve prestaties en dat nazitten hier op het complex daar was men bestuurlijk volgens mij ook niet zo op gesteld. En om eerlijk te zijn, ik en mijn toenmalige medespelers hebben dat ook nooit als een gemis ervaren. Wat een leuk effect is van zo’n kantine is het volgende. De ervaring leert dat laat ik het maar noemen de harde supporterskern zich bij wedstrijden van het eerste verzamelt voor de kantine. Ik denk dat dit ook niet zo moeilijk te verklaren is, want in de rust ben je dan wel als eerste binnen. Als je als medesupporter een middagje wilde lachen moest je daar gaan staan. Dit lachen gold niet voor de grensrechter die aan die kant stond te vlaggen. Vaak had die volgens het publiek glazen ogen of kreeg hij het advies om Hans Anders eens met een bezoek te vereren. In de tijd dat ik daar in die hoek als linksback opereerde is mij door deze supporters heel vaak meegedeeld dat de tegenstander mijn moeder niet was en meer van dat soort goedbedoelde adviezen. Kortom ik was te netjes en kwam dan ook altijd met een schone broek van het veld. Behalve als ik eens een keer struikelde. Ik ben mij er van bewust dat dit een eenzijdig verhaal is. Puur zo ik deze kantine heb ervaren en beleefd. Naar de mensen die de tweede helft van de levensfase van deze kantine bewuster hebben meegemaakt bied ik mijn excuses aan voor het feit dat ik hen misschien tekort heb gedaan met dit verhaal. En wat betreft mijn vrienden van het voormalige WZS zeg ik: dan hadden jullie in 1932 maar niet naar die pastoor moeten luisteren en gewoon moeten blijven want dan had je ook niks gemist. Dan toch even naar het heden. Even verderop hebben we een schitterende kantine. En waar vele verenigingen zich in allerlei bochten moeten wringen om een business ruimte te creëren stond hier als een geschenk uit de hemel de kleine kantine die na een schitterend geslaagde verbouwing thans als een volwaardige business ruimte van de Voetbalvereniging SWZ Boso Sneek in gebruik kan worden genomen met dank aan de vrijwilligers en jullie, sponsoren.
© Copyright 2024 ExpyDoc