ABB i-bus® EIB/KNX - Busch

Systeem beschrijving
ABB i-bus® EIB/KNX
Intelligent installatie systeem
Berekenen
Structuur
Advies
2
Inhoud
1. Verschil met de conventionele
elektrische installatie
4
2. EIB/KNX systeemoverzicht
2.1
Algemeen
5
2.2
Voorbeeld distributiestructuur voor één lijn
6
2.3
Lijnopbouw
7
2.4
Distributiestructuur voor meerdere lijnen
8
3. EIB/KNX kostprijsberekening
3.1
Algemeen
12
3.2
Bij de eerste planning
12
3.3
Bij de definitieve planning
13
4. Elektrisch ontwerp (advies)
4.1
Algemeen
14
4.2
Installatie tekeningen
14
4.3
Schakelschema
16
4.4
Functie overzicht
18
5. Systeemtechniek
5.1
De European Tool Software (ETS)
20
5.2
Het programmeren
21
5.3
Inbedrijfstelling
21
6. Tips en tricks
22
3
1. Verschil met de conventionele elektrische installatie
De zogenoemde conventionele elektrische installatie heeft niet alleen nodig
Zonder
EIB/KNX
• voedingsleidingen voor
energietransport,
Helderheidssensor
maar ook een afzonderlijke
leiding voor
• ieder schakelcommando,
• iedere meting,
• iedere melding,
• iedere besturing of
regeling.
Bij het ABB i-bus®
EIB/KNX systeem
worden alle leidingen die
niet voor het energietransport nodig zijn
vervangen door een busleiding.
Verlichting
!
Infrarood
Paneel voor visualisering
Met
EIB/KNX
Busleiding
Voedingsleiding
De volgende afneelding
maakt dit duidelijk.
• De busleiding is verbonden
met een EIB/KNX
spanningsverzorging en
alle andere busdeelnemers.
• De 230 V leiding (of de
400 V leiding) is niet nodig
voor de sensoren. Deze is
alleen nodig voor de spanningsverzorging van de
verbruikers.
• De consequentie is twee
voedingssystemen: één
voor de spanningsverzorging en één voor de
informatieoverdracht.
230 V 50 Hz spanningsleiding
voeding
Busleiding bijvoorbeeld JY(ST)-Y 2*2*0.8
4
2. EIB/KNX systeemoverzicht
2.1 Algemeen
230 V
voeding
BDN 1
2.1 Algemeen
Het EIB/KNX systeem werkt decentraal en heeft geen PC of
andere speciale controle
unit nodig na de inbedrijfsteling. De “intelligentie”
respectievelijk de geprogrammeerde functies zijn
opgeslagen in de deelnemers zelf.
!
BDN 2
BDN 3
BDN 4
BDN 5
BDN 6
BDN 64
Iedere deelnemer kan informatie uitwisselen met iedere andere deelnemer door
middel van telegrammen.
De kleinst mogelijke toepassing wordt een lijn
genoemd. Op één lijn kunnen maximaal 64 busdeelnemers zijn aangesloten.
Het exacte aantal deelnemers hangt af van de gekozen spanningsverzorging en
het verbruik van de individuele deelnemers.
Er zijn vier soorten componenten
• Systeemcomponenten:
Spanningsverzorging,
seriële interface (RS232 of USB), connectoren, smoorspoelen,
lijnkoppelaars en
busaankoppelingen.
• Sensoren:
Bedienelementen, meetwaardegevers (wind,
regen, light, warmte,
etc.), thermostaten,
analoge ingangen.
• Aktoren:
Schakelaktoren, dimaktoren, jaloezie-aktoren,
verwarmingsaktoren.
• Logische bouwsteen:
Sensoren en aktoren
kunnen voor complexe
functies via logische
bouwstenen en applicatie modules worden
verbonden.
Als kleinste configuratie
kunnen twee deelnemers
en een spanningsverzorging samenwerken. De
installatiebus past zich aan
op de grootte en de benodigde functies en kan
bestaan uit meer dan
45.000 deelnemers.
5
2. EIB/KNX systeemoverzicht
2.2 Typische distributiestructuur voor één lijn
2.2 Typische distributiestructuur voor één lijn
Apparaatbeschrijving:
1. Aardlekschakelaar
2. Automaten, één reserveren voor de EIB/KNX
spanningsverzorging
en service wandcontactdoos
3. Wandcontactdoos voor
service, bijvoorbeeld voor
laptop
4. EIB/KNX spanningsverzorging
5. USB-interface voor service
met de laptop
6. Opvulpaneel. De databus
bevindt zich in de bovenste rail
3
1
4
Verklarende noten
omtrent de structuur:
• Er zijn twee verschillende
spanningsverzorgingen:
320 mA en 640 mA. Bij
twijfel de grotere spanningsverzorging van 640
mA kiezen, omdat sommige EIB/KNX deelnemers
het dubbele of meer
gebruiken dan het standaard vermogen. Verb
inding wordt gemaakt met
de laagspanningsverzorging (L, N, PE) en
met de buslijn (24 V).
• Alle deelnemers binnen
deze lijn en de spanningsverzorging zijn verbonden
via deze buslijn.
6
Voor servicedoeleinden is het een goed
idee om een PC-interface
(RS-232 of USB) en een
DIN-rail wandcontactdoos
op te nemen.
!
2
5
6
2. EIB/KNX systeemoverzicht
2.2 Typische distributie structuur voor één lijn
2.3 Lijnopbouw
• De buslijn gaat naar alle
aangesloten deelnemers.
We adviseren het
gebruik van een EIB/KNX
gecertificeerde buskabel.
Naast de benodigde
fysieke eigenschappen
(aantal aders, doorsnede,
isolatiespanning, etc.),
kan de buslijn direct van
de andere zwakstroomleidingen worden onderscheiden.
2.3 Lijnopbouw
De buslijn van EIB/KNX kan
op vele wijzen worden aangelegd. De lijntopologie,
ster- en boomstructuur kan
worden gecombineerd. Alleen
een ringstructuur is niet toegestaan. EIB/KNX vereist
geen afsluitweerstand.
!
De maximum lengte van een lijn mag de volgende
waarden niet overschrijden.
Spanningsverzorging naar de
laatste deelnemer
Van de eerste naar de laatste deelnemer
Totale lengte
Minimum afstand tussen
twee spanningsverzorgingen
Lijn
max. 350 m
max. 700 m
max. 1000 m
min. 200 m
BDN 2
BDN 4
BDN 5
BDN 6
230 V
BDN 7
Sterstructuur
voeding
BDN 1
BDN 3
BDN 8
BDN 9
Ringstructuur
niet toegestaan
BDN 3
BDN 15
BDN 10
BDN 18
Boomstructuur
BDN 11
BDN 16
BDN 12
BDN 13
BDN 17
BDN 14
7
2. EIB/KNX systeemoverzicht
2.4 Distributiestructuur voor meer lijnen
2.4 Distributiestructuur
voor meer lijnen
Indien er meer dan 64 deelnemers zijn, of het gebouw
is opgedeeld in meer delen,
dan is het noodzakelijk om
een tweede lijn toe te passen, deze lijn wordt met
een lijnkoppelaar aangesloten. De zogenoemde
hoofdlijn, die tevens een
eigen spanningsverzorging
nodig heeft, dient voor het
aansluiten van de lijnkoppelaars.
Schematisch:
Hoofdlijn
230 V
voeding
LK 1
LK 2
230 V
230 V
voeding
*BDN = Busdeelnemer
230 V
voeding
Lijn 1
8
LK 12
voeding
BDN 1
BDN 1
BDN 1
BDN 2
BDN 2
BDN 2
BDN 3
BDN 3
BDN 3
BDN 4
BDN 4
BDN 4
BDN 5
BDN 5
BDN 5
BDN 64*
BDN 64
BDN 64
Lijn 2
Lijn 12
2. EIB/KNX systeemoverzicht
2.4 Distributiestructuur voor meer lijnen
In de praktijk zal
één lijn worden toegepast bij veel minder dan
64 deelnemers, zodat het
toevoegen van een extra
deelnemer niet direct de
installatie van een tweede
lijn noodzakelijk maakt.
!
Bedrading:
230 V AC
Aansluiting
voeding
Hoofdlijn
230 V AC
voeding
LK
1 2
Lijn 1
BDN 1
BDN 2
BDN 3
BDN 4
BDN 5
BDN 6
BDN 64
BDN 1
BDN 2
BDN 3
BDN 4
BDN 5
BDN 6
BDN 64
BDN 1
BDN 2
BDN 3
BDN 4
BDN 5
BDN 6
BDN 64
230 V AC
voeding
Lijn 2
230 V AC
voeding
Lijn 12
9
2. EIB/KNX systeemoverzicht
2.4 Distributiestructuur voor meer lijnen
Tot maximaal 15 hoofdlijnen kunnen worden
gecombineerd in een
zone, indien het aantal
deelnemers in een project
de capaciteit van 12 lijnen
overschrijden.
!
Het maximum
aantal deelnemers
bij een EIB/KNX installatie is
64 deelnemers op één lijn.
64
Voor nog grotere installaties, kan deze worden uitgebreid (met extra voorzieningen) tot een maximum van 255 deelnemers
per lijn. Rekenkundig resulteert dat in een maximum
aantal van 57.375 deelnemers:
Deelnemers
Lijn
x 15
Lijnen
Zones
Deelnemers
x15
= 14.400
Zone
Installatie
Installatie
Deelnemers
Lijnen
Zones
Deelnemers
255
x 15
x 15
= 57.375
Lijn
Zone
Installatie
Installatie
Backbone
Hoofdlijn 1
BDN 1
BDN 2
BDN 3
BDN 4
BDN 5
BDN 6
BDN 64
Lijn 1
BDN 1
BDN
BDN 1
BDN
BDN 1
BDN
Lijn 1
BDN 1
BDN 2
BDN 3
BDN 4
BDN 5
BDN 6
BDN 64
Lijn 12
Lijn 12
BDN 1
10
Hoofdlijn 2
BDN 2
BDN 3
BDN 4
BDN 5
BDN 6
BDN 64
2
BDN 3
BDN 4
BDN 5
BDN 6
BDN 64
Hoofdlijn 15 BDN 1
BDN 2
BDN 3
BDN 4
BDN 5
BDN 6
BDN 64
BDN 1
BDN 2
BDN 3
BDN 4
BDN 5
BDN 6
BDN 64
BDN 1
BDN 2
BDN 3
BDN 4
BDN 5
BDN 6
BDN 64
Lijn 1
2
BDN 3
BDN 4
BDN 5
BDN 6
BDN 64
Lijn 12
2
BDN 3
BDN 4
BDN 5
BDN 6
BDN 64
11
3. EIB/KNX kostprijsberekening
3.1 Algemeen
3.2 Kostprijsberekening bij de planning
3.3 Kostprijsberekening bij de uitvoering
3.1 Algemeen
Eenvoudig gezegd kan de
kostprijsberekening plaatsvinden tijdens:
• de planning
• de uitvoering
Doel is het aantonen dat de
functionaliteit opweegt
tegen de kosten. Het voorgestelde model levert
natuurlijk geen exact resultaat op, dat in welke vorm
dan ook kan worden
3.2 Kostprijsberekening
bij de planning
Bij de planning van een
elektrische installatie, gaat
het om een raming van de
totale kosten gebaseerd op
de bouw van een prototype
van het gebouw dat wordt
gebouwd.
Hierbij wordt een gemiddelde vierkante meter prijs
berekend aan de hand van
het gebouw op drie verschillende niveaus. De
zogenoemde lage, gemiddelde en hoge standaard,
gebruikt bij deze berekening, geeft geen specifieke
details omtrent de individuele uitvoering of omtrent
de functies. Deze berekening kan men zien als een
3.3 Kostprijsberekening
bij de uitvoering
Tijdens de uitvoeringsfase
legt de ontwerper (bij privé
woningen meestal de
installateur) in overleg met
de klant of zijn vertegenwoordiger de functionaliteit
vast van de elektrische
installatie, onafhankelijk van
het gebruikte systeem.
12
gebruikt als definitieve
berekening.
In plaats daarvan, illustreert
het model een schatting
van de kosten in vergelijking met conventionele
technologie of andere systemen. Experimenten in de
praktijk hebben aangetoond
dat de kosten voor EIB/KNX
over het algemeen niet
hoger zijn dan alternatieve
oplossingen, tevens neemt
de functionaliteit en een
zekere automatisering toe,
zelfs in gebouwen met
een lage standaard.
Voor privé objecten, hetgeen meestal niet het
geval is, geeft dit extra
kosten. In dergelijke gevallen moet de eindgebruiker
een beslissing nemen door
het afwegen van de kosten en de voordelen.
indicatie van de kosten
voor de aannemer of investeerder gebaseerd op de
afmetingen van het
gebouw en het niveau van
de uitrusting. Onafhankelijk
van het uitrustingsniveau,
kan men bij utiliteitsbouw
zeggen dat de kosten voor
het implementeren van
EIB/KNX overeenkomen
met alternatieve oplossingen, indien EIB/KNX alleen
wordt gebruikt voor automatiseringsfuncties. In
geval van het lage niveau,
kan dat bijvoorbeeld betekenen dat er slechts centrale storingsmeldingen of tijdschakelfuncties worden
gebruikt. Toch heeft een
dergelijke minimale toepassing veelvuldig zijn dienst
bewezen, omdat onvoorziene wijzigingen in het
eisenpakket tijdens de
bouw geen probleem vormen. De aanpassingsmogelijkheden van EIB/KNX
is, juist in deze gevallen,
een groot voordeel.
Bij privé woningen zal
de implementatie alleen
zin hebben indien een
hoger niveau wordt gekozen voor de elektrische
installatie. Dat kan bijvoorbeeld het gebruik van
jaloezieën zijn of de toepassing van hoogwaardige
verlichtingsbestruring met
lichtscènes.
De te verwachte kosten
kunnen door de ontwerper
worden berekend aan de
hand van de functiebeschrijving. Zij die nieuw zijn
in EIB/KNX vinden het vaak
moeilijk om de kosten te
berekenen. Een veel voorkomende fout is zich op
individuele componenten te
richten, zonder verdere uitwerking, dat lijkt vaak "te
duur".
Maar het is mogelijk om
een berekening te maken
die vrij nauwkeurig is, zonder grote gevolgen.
De hier voorgestelde kostprijsberekening gebaseerd
op een vast bedrag, wordt
aan de hand van een prijslijst berekend in de € zone.
De kostprijs wordt berekend in vier stappen:
• Vaststellen van de kosten
!
• In de utiliteitsbouw
dient men bij de planning uit te gaan van
een neutraal kostenplaatje, ook als de kosten zijn berekend en
gemiddeld over de
vierkante meter.
• Bij privé woningen
heeft de implementatie van EIB/KNX alleen
zin als er een hogere
standaard wordt gekozen.
van de actieve componenten
• Vaststellen van de kosten
van de systeemcomponenten inclusief accessoires
• Vaststellen van de kosten
van de programmering en
inbedrijfstelling.
• Vaststellen van de kosten
voor speciale
toepassingen
3. EIB/KNX kostprijsberekening
3.3 Kostprijsberekening bij de uitvoering
Ons voorbeeld:
Een voorbeeld:
Dit voorbeeld is bedoeld
om de kostprijsberekening duidelijk te maken.
Er wordt een nieuwe
school gebouwd.
Een bespreking tussen
de bouwers en de ontwerpers levert het volgende eisenpakket op,
inclusief de toepassing
van EIB/KNX.
Eisenpakket:
In de klaslokalen moet
de verlichting uitschakelen afhankelijk van
de helderheid buiten.
Om de les niet te verstoren, mag dat alleen
tijdens de pauze plaatsvinden. In laboratoria
en andere praktijklokalen, is het gewenst om
de jaloezieën te besturen afhankelijk van het
licht. Tevens kan de
verlichting van een pauzelokaal worden uitgeschakelt indien er voldoende licht van buitenaf is. Verder moet
er worden voorzien in
verschillende meldingen, die nog niet allemaal zijn ingevuld.
Lijst met ruimten:
Normale klaslokalen
Laboratorium/
speciale lokalen
Pauzelokaal
Aula
Lerarenkamer
Kantoren
40
10
1
1
2
5
1. Vaststellen van de kosten voor
actieve componenten
Actieve componenten zijn de aktoren en
sensoren van EIB/KNX. In plaats van de
werkelijke kosten van een apparaat dat
wordt gebruikt, worden de kosten berekend
naar aanleiding van de specifieke functie
die wordt gebruikt.
• Geschakelde belasting . . . . . . . . 120 €
• Gedimde belasting . . . . . . . . . . . 220 €
• Jaloezieën . . . . . . . . . . . . . . . . . . 180 €
• Verwarming
met continu geregelde kleppen . . . 400 €
met thermisch-elektrische regelklep 260 €
• Registreren van meldingen . . . . . . 60 €
2. Vaststelling kosten voor
systeem componenten
Met de aanname dat een enkele EIB/KNXlijn met circa 50 deelnemers wordt belast
en de gemiddelde prijs bekend is van de
actieve componenten, is het mogelijk de
kosten van de systeemcomponenten te
schatten.
Kosten van systeemcomponenten =
7% van de kosten van de actieve
componenten
3. Vaststellen van de kosten voor service
Gebaseerd op ervaring kunnen de kosten
voor programmering en inbedrijfstelling
worden geschat.
• Programmeren 10% van de actieve
componenten
•Inbedrijfstelling 5% van de actieve
componenten
Belangrijk: De programmering van privé
woningen kunnen meer tijd in beslag
nemen, daar iedere ruimte over individuele
functies kan beschikken. Eenvoudigweg
kopiëren van de functies van ruimte naar
ruimte, zoals bij commerciële gebouwen
mogelijk is, vervalt hier. Bij zeer complexe
applicaties dient men rekening te houden
met 20% van de kosten van de actieve
componenten voor de programmering.
!
4. Kosten voor speciale toepassingen
Dit zijn kosten die niet globaal kunnen
worden berekend.
Bijvoorbeeld:
• Visualisering
• Integratie met andere systemen
• ...
Geschakelde belastingen
50 klaslokalen ieder met 2 lichtgroepen
1 pauzelokaal met 4 lichtgroepen
104 lichtgroepen = . . . . . . . . . . . . 12480 €
Jaloezieën
10 speciale lokalen (veronderstelling
ieder met 2 groepen jaloezieën) . . . . .1800 €
Verwarming
Geen verwarming via EIB/KNX . . . . . . . . .0 €
Weergeven meldingen
Geschat op 5 foutmeldingen . . . . . . . .300 €
Totaal actieve componenten . . . . .14580 €
Systeemcomponenten
14580 € * 7% = . . . . . . . . . . . . . .1020.60 €
Kosten materiaal . . . . . . . . . . . .15600.60 €
Programmering
14580 € * 10% = . . . . . . . . . . . . .1458.00 €
Inbedrijfstelling
14580 € * 5% = . . . . . . . . . . . . . . .729.00 €
Service . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2187.00 €
Materiaal + service . . . . . . . . . .17787.60 €
In ons voorbeeld, is de visualisering van de
EIB/KNX functies gepland op een centrale
plaats. Omdat het eisenpakket niet gecompliceerd is, kiezen we voor een eenvoudig touchscreen als visualisatie interface in ons voorbeeld.
Materiaal kosten
Touchscreen . . . . . . . . . . . . . . . .circa 1000 €
Service
Grafisch ontwerp en integratie
van de EIB/KNX data . . . . . . . . . .circa 500 €
Bijzondere kosten . . . . . . . . . . . . . . .1500 €
Totale kosten van ons voorbeeld 19287.60 €
13
4. Elektrisch ontwerp (advies)
4.1 Algemeen
4.2 Installatietekeningen
4.1 Algemeen
Ontwerpen met EIB/KNX
verschilt enigszins met ontwerpen gebaseerd op conventionele technieken. Er
zijn twee verschillen, waar
de ontwerper bekend mee
moet zijn.
1.De specificaties (wensen)
dienen voorzien te zijn
van een gedetailleerde
functie-omschrijving, als
de functies niet kunnen
worden geconcludeerd
uit de gewenste componenten. Deze functiebeschrijving moet de installateur in staat stellen een
schatting te maken van
de invoer die nodig is
voor de programmering
van het gebouw.
2.De layout van EIB/KNX
moet worden geïllustreerd in een tekening.
Dit verschaft extra informatie omtrent tijd en
kosten en geeft een
beeld van de geplande
structuur van het project.
(Refererend naar
"Lijnopbouw".)
Aanbevelingen voor ontwerpen met EIB/KNX:
De praktijk heeft laten zien
dat de minder ervaren installateur geneigd is om EIB/KNX
aan te bieden als een apart
item. Dat leidt tot tot de volgende nadelen:
• Alleen met veel moeite kan
de installateur de onderlinge betrekking tussen de
verschillende componenten
maken.
• De installateur krijgt de
indruk dat EIB/KNX een
optie is die uit de lijst wensen kan worden verwijderd.
Dat is natuurlijk alleen
mogelijk als er een alternatief systeem is opgenomen
(hetgeen vaak extra metingen vereist) of als men
afstand wil doen van de
geboden oplossingen.
Dit kan worden voorkomen
door de geplande implementatie op te nemen in een
gedeelte van de specifieke
(bijvoorbeeld verlichting, verwarming ...) wensenlijst.
Noot:
Programmering van
de componenten hoort niet
bij het ontwerp. Deze programmering wordt meestal
gedaan door de installateur
of door een gespecialiseerde bureau.
!
14
4.2 Installatietekeningen
Net als ontwerpen bij conventionele techniek, bevat
het installatieplan informatie over de specifieke positie van de te installeren
componenten, de functie
kan niet worden opgenomen in het plan omdat
deze pas wordt bepaald bij
het programmeren van het
apparaat en niet bij de
montage.
Vergaderzaal
Verlichting
groep 1+2
gedimd
Verlichting
groep 1+2
gedimd
Verlichting
groep 1+2
gedimd
Kantoor
Receptie
Verlichting
groep 1+2
gedimd
Vergaderzaal
Receptie
Verlichting
groep 1
Verlichting
groep 3
Kantoor
15
4. Elektrisch ontwerp (advies)
4.3 Stroomschema
4.3 Stroomschema
De EIB/KNX componenten
worden in het stroomschema aangegeven met symbolen.
16
De enkelvoudige lijntekening is de meest voorkomende in het ontwerp.
Meervoudige lijntekeningen
zijn alleen nodig in speciale
gevallen en bij revisie.
17
4. Elektrisch ontwerp (advies)
4.4 Uitvoeringstekening
4.4 Uitvoeringstekening
Gebruik van deze uitvoeringstekening:
De tekening toont alle in
het gebouw opgenomen
busdeelnemers.
Zelf alle individuele functies
kunnen worden gevisualiseerd. Alleen hiermee is
een optimale communicatie
mogelijk tussen ontwerpers
– installateurs en soms
zelfs met de uiteindelijke
gebruiker.
18
Dit overzicht wordt altijd
gemaakt en aangepast in
de ontwerpfase tot en met
de productie en laatste
revisie van de tekening!
Foutopsporing, uitbreiding
en programmamodificaties
kunnen plaatsvinden op
basis van deze tekening
ook zonder gedetailleerde
kennis van het project!
19
5. Systeemtechniek
5.1 De European Tool Software (ETS)
5.2 Het programmeerproces
5.1 De European Tool
Software (ETS)
ETS is de standaard software voor inbedrijfstelling
van EIB/KNX. Ook EIB/KNX
producten van andere fabrikanten gebruiken ETS voor
het inbedrijfstellen van haar
componenten. Dit garandeert productcompatibiliteit
tussen de verschillende
fabrikanten. De productdatabase kan gratis worden
verkregen bij de fabrikant.
De productdatabase kan
5.2 Het programmeerproces
Programmeren van het
systeem met ETS kent
een aantal stappen.
zonder problemen worden
geïmporteerd in ETS door
de gebruiker.
De ETS is niet gratis en kan
worden verkregen via de
EIBA:
www.eiba.com/index.html
Productdatabasefabrikant
Trainingprogramma's worden in veel landen gegeven. Voor meer informatie
omtrent trainingen kunt u
contact opnemen met uw
vertegenwoordiger.
Creër de gebouwstructuur (optie)
Gebouw, verdiepingen en kamers van
het project worden in de vorm van
een boomstructuur gedefinieerd.
Creër de componenten van het project
De benodigde componenten worden aan
de kamers toegevoegd en de parameters
worden gedefinieerd. Unieke "fysieke
adressen" worden toegewezen aan de
componenten (zie overzicht hiernaast)
Definieer de functies in het project
Ieder functie krijgt een naam, welke een
zogenoemd groepsadres kan bedienen
(zie overzicht hiernaast)
Creër de verbindingen
Componenten zijn verbonden via het
groepsadres, welke vergelijkbaar is met
de layout en verbindingen van leidingen
in de conventionele techniek.
20
Import/export
Systeemfunctionaliteit
Componentfunctionaliteit
ETS
Programmeren
Inbedrijfstelling
5. Systeemtechniek
5.2 Het programmeerproces
5.3 Inbedrijfstelling
Er zijn twee principieel verschillende adressen:
• Fysiek adres
• Groepsadres
Fysiek adres
Het fysieke adres is als
een telefoonnummer voor
iedere individuele component. De consequentie is,
ieder fysiek adres komt
slechts éénmaal voor in
een EIB/KNX project. Aan
de hand van het fysieke
adres, kan men herkennen
in welke lijn de deelnemer
is opgenomen.
Zone 12
Zone 3
Zone 2
Zone 1
Lijn 1
Lijn 2
}
STN 1
5.3 Inbedrijfstelling
Voor de inbedrijfstelling van
het systeem, moet de computer van de programmeur
worden aangesloten op de
EIB/KNX installatie. De volgende opties kunnen worden gebruikt voor het aansluiten:
• Seriële COM-poort
• USB-poort (met ETS3
of later)
• LAN/ISDN-interface
(onderhoud op afstand)
STN 2
STN 2
STN 2
Lijn 4
STN 1
STN 2
STN 2
STN 2
STN 2
STN 3
STN 2
STN 4
STN 64
STN 64
STN 5
STN 5
gehoord bij de aktor en de
overeenkomstige schakelactie wordt uitgevoerd.
Verdelen in hoofd- en subgroepen is heel normaal.
Vanaf ETS 2, is er een
tweede methode om drie
niveau's aan te geven:
STN 5
STN 5
STN 64
STN 5
STN 64
STN 64
STN 64
STN 5
STN 64
STN 64
STN 64
STN 4
STN 5
STN 64
STN 5
STN 64
STN 64
Hoofdgroep
Middengroep
Subgroep
Aantal groepsadressen
STN 4
STN 5
STN 64
STN 64
STN 4
STN 4
STN 5
STN 4
STN 5
STN 5
STN 4
STN 3
STN 64
STN 4
STN 5
STN 4
STN 4
STN 3
STN 64
STN 4
STN 5
STN 5
STN 3
STN 3
STN 4
STN 3
STN 64
STN 4
STN 5
STN 3
STN 4
STN 3
1.4.5
STN 4
STN 3
STN 2
STN 5
STN 3
STN 4
STN 3
STN 2
STN 5
STN 3
STN 3
STN 4
STN 2
STN 2
STN 3
STN 3
STN 2
STN 1
STN 4
STN 2
STN 3
STN 2
STN 1
STN 4
STN 2
STN 1
STN 3
STN 1
STN 1
STN 2
STN 1
STN 4
STN 1
STN 2
STN 1
STN 3
STN 1
STN 2
STN 1
STN 1
Lijn 12
STN 1
STN 3
STN 1
STN 2
STN 1
STN 64
Groepsadres
Het groepsadres is ook een
kenmerk voor de individuele functies. Een groepsadres komt dan ook twee
keer voor binnen een project, een keer voor de sensor en een keer voor de
aktor. De sensor en de
aktor zijn functioneel verbonden door de toewijzing
van hetzelfde groepsadres.
Het groepsadres verzonden
vanaf de sensor wordt
STN 1
STN 3
STN 5
1.4.5
STN 1
Lijn 3
STN 1
STN 5
Zone 1
Lijn 4
Deelnemer 5
STN 1
STN 64
STN 64
hoofdgroep, middengroep
en subgroep. Onafhankelijk
van de adresseringsmethode, kunnen tot 32.768 verschillende groepsadressen
worden toegewezen in een
project.
Adressering op 2 niveau's
0 – 15 = 16 adressen
0 – 2047 = 2048 adressen
= 32.768 adressen
Zodra een van deze verbindingen tot stand is gebracht, is
de volgende stap de fysieke
adressen op te slaan in de
componenten. Hiervoor drukt
men eenmaal op de programmeertoets van het te programmeren apparaat.
Nadat dit is gedaan, kunnen
de zogenoemde applicaties
(welke de juiste programmering bevatten) worden geladen. Dit vindt plaats via de
bus, zonder de componenten
handmatig te benaderen.
Adressering op 3 niveau's
0 – 15 = 16 adressen
0 – 7 = 8 adressen
0 – 255 = 256 adressen
= 32.768 adressen
Interface
RS-232 of USB
Laptop
21
6. Tips en tricks
1. Neem niet meer dan 40 of 45 deelnemers op per
®
line bij gebruik van ABB i-bus EIB/KNX, waardoor
een tweede lijn niet direct noodzakelijk is bij eventuele kleine uitbreidingen.
2. Pas de busstructuur aan op het gebouw, bijvoorbeeld voor iedere etage een lijn. Dit komt de overzichtelijkheid van het project ten goede.
3. Een gecertificeerde buslijn heeft twee aderparen.
Het eerste aderpaar (zwart en rood) is direct nodig.
Het tweede paar kan worden gebruikt voor andere
toepassingen, indien nodig. Vandaar dat het zinvol is
om het tweede aderpaar in alle verdeeldozen ook
door te verbinden.
®
4. Bij grotere ABB i-bus EIB/KNX installaties bevelen
wij meerdere programmeermogelijkheden aan. Dat
betekent op meerdere plaatsen een seriële interface
(voor aansluiting op de bus) en een wandcontactdoos voor de laptop.
5. Gebruik een gecertificeerde buslijn. Deze heeft de
benodigde fysieke eigenschappen (aantal aders,
doorsnede, isolatiespanning, etc.) en de buslijn kan
direct van de andere zwakstroomleidingen worden
onderscheiden. Mogelijk kabeltype is:
JY(ST)Y 2x2x0.8 or PYCYM 2x2x0.8.
6. In principe, zijn er twee manieren om de aktoren in
een gebouw te plaatsen; decentraal opgehangen in
het plafond of centraal in een verdeelunit. Beide
mogelijkheden hebben haar voordelen:
Decentraal
• minder installatiewerk
• minder bedrading, dus minder kans op brand en
kleinere kabelgoten
• kleinere verdeelunits
Centraal
• de componenten zijn makkelijk toegankelijk
• de componenten zijn overzichtelijk geplaatst
22
23
Productbrochure
BJE 0001-0-1064/08.06/0502-D, dpi 402488
Busch-Jaeger
Elektro GmbH
Een onderneming
van de ABB-groep
De ABB producten zijn verkrijgbaar bij de elektro installateur.