Systeem beschrijving ABB i-bus® EIB/KNX Intelligent installatie systeem Berekenen Structuur Advies 2 Inhoud 1. Verschil met de conventionele elektrische installatie 4 2. EIB/KNX systeemoverzicht 2.1 Algemeen 5 2.2 Voorbeeld distributiestructuur voor één lijn 6 2.3 Lijnopbouw 7 2.4 Distributiestructuur voor meerdere lijnen 8 3. EIB/KNX kostprijsberekening 3.1 Algemeen 12 3.2 Bij de eerste planning 12 3.3 Bij de definitieve planning 13 4. Elektrisch ontwerp (advies) 4.1 Algemeen 14 4.2 Installatie tekeningen 14 4.3 Schakelschema 16 4.4 Functie overzicht 18 5. Systeemtechniek 5.1 De European Tool Software (ETS) 20 5.2 Het programmeren 21 5.3 Inbedrijfstelling 21 6. Tips en tricks 22 3 1. Verschil met de conventionele elektrische installatie De zogenoemde conventionele elektrische installatie heeft niet alleen nodig Zonder EIB/KNX • voedingsleidingen voor energietransport, Helderheidssensor maar ook een afzonderlijke leiding voor • ieder schakelcommando, • iedere meting, • iedere melding, • iedere besturing of regeling. Bij het ABB i-bus® EIB/KNX systeem worden alle leidingen die niet voor het energietransport nodig zijn vervangen door een busleiding. Verlichting ! Infrarood Paneel voor visualisering Met EIB/KNX Busleiding Voedingsleiding De volgende afneelding maakt dit duidelijk. • De busleiding is verbonden met een EIB/KNX spanningsverzorging en alle andere busdeelnemers. • De 230 V leiding (of de 400 V leiding) is niet nodig voor de sensoren. Deze is alleen nodig voor de spanningsverzorging van de verbruikers. • De consequentie is twee voedingssystemen: één voor de spanningsverzorging en één voor de informatieoverdracht. 230 V 50 Hz spanningsleiding voeding Busleiding bijvoorbeeld JY(ST)-Y 2*2*0.8 4 2. EIB/KNX systeemoverzicht 2.1 Algemeen 230 V voeding BDN 1 2.1 Algemeen Het EIB/KNX systeem werkt decentraal en heeft geen PC of andere speciale controle unit nodig na de inbedrijfsteling. De “intelligentie” respectievelijk de geprogrammeerde functies zijn opgeslagen in de deelnemers zelf. ! BDN 2 BDN 3 BDN 4 BDN 5 BDN 6 BDN 64 Iedere deelnemer kan informatie uitwisselen met iedere andere deelnemer door middel van telegrammen. De kleinst mogelijke toepassing wordt een lijn genoemd. Op één lijn kunnen maximaal 64 busdeelnemers zijn aangesloten. Het exacte aantal deelnemers hangt af van de gekozen spanningsverzorging en het verbruik van de individuele deelnemers. Er zijn vier soorten componenten • Systeemcomponenten: Spanningsverzorging, seriële interface (RS232 of USB), connectoren, smoorspoelen, lijnkoppelaars en busaankoppelingen. • Sensoren: Bedienelementen, meetwaardegevers (wind, regen, light, warmte, etc.), thermostaten, analoge ingangen. • Aktoren: Schakelaktoren, dimaktoren, jaloezie-aktoren, verwarmingsaktoren. • Logische bouwsteen: Sensoren en aktoren kunnen voor complexe functies via logische bouwstenen en applicatie modules worden verbonden. Als kleinste configuratie kunnen twee deelnemers en een spanningsverzorging samenwerken. De installatiebus past zich aan op de grootte en de benodigde functies en kan bestaan uit meer dan 45.000 deelnemers. 5 2. EIB/KNX systeemoverzicht 2.2 Typische distributiestructuur voor één lijn 2.2 Typische distributiestructuur voor één lijn Apparaatbeschrijving: 1. Aardlekschakelaar 2. Automaten, één reserveren voor de EIB/KNX spanningsverzorging en service wandcontactdoos 3. Wandcontactdoos voor service, bijvoorbeeld voor laptop 4. EIB/KNX spanningsverzorging 5. USB-interface voor service met de laptop 6. Opvulpaneel. De databus bevindt zich in de bovenste rail 3 1 4 Verklarende noten omtrent de structuur: • Er zijn twee verschillende spanningsverzorgingen: 320 mA en 640 mA. Bij twijfel de grotere spanningsverzorging van 640 mA kiezen, omdat sommige EIB/KNX deelnemers het dubbele of meer gebruiken dan het standaard vermogen. Verb inding wordt gemaakt met de laagspanningsverzorging (L, N, PE) en met de buslijn (24 V). • Alle deelnemers binnen deze lijn en de spanningsverzorging zijn verbonden via deze buslijn. 6 Voor servicedoeleinden is het een goed idee om een PC-interface (RS-232 of USB) en een DIN-rail wandcontactdoos op te nemen. ! 2 5 6 2. EIB/KNX systeemoverzicht 2.2 Typische distributie structuur voor één lijn 2.3 Lijnopbouw • De buslijn gaat naar alle aangesloten deelnemers. We adviseren het gebruik van een EIB/KNX gecertificeerde buskabel. Naast de benodigde fysieke eigenschappen (aantal aders, doorsnede, isolatiespanning, etc.), kan de buslijn direct van de andere zwakstroomleidingen worden onderscheiden. 2.3 Lijnopbouw De buslijn van EIB/KNX kan op vele wijzen worden aangelegd. De lijntopologie, ster- en boomstructuur kan worden gecombineerd. Alleen een ringstructuur is niet toegestaan. EIB/KNX vereist geen afsluitweerstand. ! De maximum lengte van een lijn mag de volgende waarden niet overschrijden. Spanningsverzorging naar de laatste deelnemer Van de eerste naar de laatste deelnemer Totale lengte Minimum afstand tussen twee spanningsverzorgingen Lijn max. 350 m max. 700 m max. 1000 m min. 200 m BDN 2 BDN 4 BDN 5 BDN 6 230 V BDN 7 Sterstructuur voeding BDN 1 BDN 3 BDN 8 BDN 9 Ringstructuur niet toegestaan BDN 3 BDN 15 BDN 10 BDN 18 Boomstructuur BDN 11 BDN 16 BDN 12 BDN 13 BDN 17 BDN 14 7 2. EIB/KNX systeemoverzicht 2.4 Distributiestructuur voor meer lijnen 2.4 Distributiestructuur voor meer lijnen Indien er meer dan 64 deelnemers zijn, of het gebouw is opgedeeld in meer delen, dan is het noodzakelijk om een tweede lijn toe te passen, deze lijn wordt met een lijnkoppelaar aangesloten. De zogenoemde hoofdlijn, die tevens een eigen spanningsverzorging nodig heeft, dient voor het aansluiten van de lijnkoppelaars. Schematisch: Hoofdlijn 230 V voeding LK 1 LK 2 230 V 230 V voeding *BDN = Busdeelnemer 230 V voeding Lijn 1 8 LK 12 voeding BDN 1 BDN 1 BDN 1 BDN 2 BDN 2 BDN 2 BDN 3 BDN 3 BDN 3 BDN 4 BDN 4 BDN 4 BDN 5 BDN 5 BDN 5 BDN 64* BDN 64 BDN 64 Lijn 2 Lijn 12 2. EIB/KNX systeemoverzicht 2.4 Distributiestructuur voor meer lijnen In de praktijk zal één lijn worden toegepast bij veel minder dan 64 deelnemers, zodat het toevoegen van een extra deelnemer niet direct de installatie van een tweede lijn noodzakelijk maakt. ! Bedrading: 230 V AC Aansluiting voeding Hoofdlijn 230 V AC voeding LK 1 2 Lijn 1 BDN 1 BDN 2 BDN 3 BDN 4 BDN 5 BDN 6 BDN 64 BDN 1 BDN 2 BDN 3 BDN 4 BDN 5 BDN 6 BDN 64 BDN 1 BDN 2 BDN 3 BDN 4 BDN 5 BDN 6 BDN 64 230 V AC voeding Lijn 2 230 V AC voeding Lijn 12 9 2. EIB/KNX systeemoverzicht 2.4 Distributiestructuur voor meer lijnen Tot maximaal 15 hoofdlijnen kunnen worden gecombineerd in een zone, indien het aantal deelnemers in een project de capaciteit van 12 lijnen overschrijden. ! Het maximum aantal deelnemers bij een EIB/KNX installatie is 64 deelnemers op één lijn. 64 Voor nog grotere installaties, kan deze worden uitgebreid (met extra voorzieningen) tot een maximum van 255 deelnemers per lijn. Rekenkundig resulteert dat in een maximum aantal van 57.375 deelnemers: Deelnemers Lijn x 15 Lijnen Zones Deelnemers x15 = 14.400 Zone Installatie Installatie Deelnemers Lijnen Zones Deelnemers 255 x 15 x 15 = 57.375 Lijn Zone Installatie Installatie Backbone Hoofdlijn 1 BDN 1 BDN 2 BDN 3 BDN 4 BDN 5 BDN 6 BDN 64 Lijn 1 BDN 1 BDN BDN 1 BDN BDN 1 BDN Lijn 1 BDN 1 BDN 2 BDN 3 BDN 4 BDN 5 BDN 6 BDN 64 Lijn 12 Lijn 12 BDN 1 10 Hoofdlijn 2 BDN 2 BDN 3 BDN 4 BDN 5 BDN 6 BDN 64 2 BDN 3 BDN 4 BDN 5 BDN 6 BDN 64 Hoofdlijn 15 BDN 1 BDN 2 BDN 3 BDN 4 BDN 5 BDN 6 BDN 64 BDN 1 BDN 2 BDN 3 BDN 4 BDN 5 BDN 6 BDN 64 BDN 1 BDN 2 BDN 3 BDN 4 BDN 5 BDN 6 BDN 64 Lijn 1 2 BDN 3 BDN 4 BDN 5 BDN 6 BDN 64 Lijn 12 2 BDN 3 BDN 4 BDN 5 BDN 6 BDN 64 11 3. EIB/KNX kostprijsberekening 3.1 Algemeen 3.2 Kostprijsberekening bij de planning 3.3 Kostprijsberekening bij de uitvoering 3.1 Algemeen Eenvoudig gezegd kan de kostprijsberekening plaatsvinden tijdens: • de planning • de uitvoering Doel is het aantonen dat de functionaliteit opweegt tegen de kosten. Het voorgestelde model levert natuurlijk geen exact resultaat op, dat in welke vorm dan ook kan worden 3.2 Kostprijsberekening bij de planning Bij de planning van een elektrische installatie, gaat het om een raming van de totale kosten gebaseerd op de bouw van een prototype van het gebouw dat wordt gebouwd. Hierbij wordt een gemiddelde vierkante meter prijs berekend aan de hand van het gebouw op drie verschillende niveaus. De zogenoemde lage, gemiddelde en hoge standaard, gebruikt bij deze berekening, geeft geen specifieke details omtrent de individuele uitvoering of omtrent de functies. Deze berekening kan men zien als een 3.3 Kostprijsberekening bij de uitvoering Tijdens de uitvoeringsfase legt de ontwerper (bij privé woningen meestal de installateur) in overleg met de klant of zijn vertegenwoordiger de functionaliteit vast van de elektrische installatie, onafhankelijk van het gebruikte systeem. 12 gebruikt als definitieve berekening. In plaats daarvan, illustreert het model een schatting van de kosten in vergelijking met conventionele technologie of andere systemen. Experimenten in de praktijk hebben aangetoond dat de kosten voor EIB/KNX over het algemeen niet hoger zijn dan alternatieve oplossingen, tevens neemt de functionaliteit en een zekere automatisering toe, zelfs in gebouwen met een lage standaard. Voor privé objecten, hetgeen meestal niet het geval is, geeft dit extra kosten. In dergelijke gevallen moet de eindgebruiker een beslissing nemen door het afwegen van de kosten en de voordelen. indicatie van de kosten voor de aannemer of investeerder gebaseerd op de afmetingen van het gebouw en het niveau van de uitrusting. Onafhankelijk van het uitrustingsniveau, kan men bij utiliteitsbouw zeggen dat de kosten voor het implementeren van EIB/KNX overeenkomen met alternatieve oplossingen, indien EIB/KNX alleen wordt gebruikt voor automatiseringsfuncties. In geval van het lage niveau, kan dat bijvoorbeeld betekenen dat er slechts centrale storingsmeldingen of tijdschakelfuncties worden gebruikt. Toch heeft een dergelijke minimale toepassing veelvuldig zijn dienst bewezen, omdat onvoorziene wijzigingen in het eisenpakket tijdens de bouw geen probleem vormen. De aanpassingsmogelijkheden van EIB/KNX is, juist in deze gevallen, een groot voordeel. Bij privé woningen zal de implementatie alleen zin hebben indien een hoger niveau wordt gekozen voor de elektrische installatie. Dat kan bijvoorbeeld het gebruik van jaloezieën zijn of de toepassing van hoogwaardige verlichtingsbestruring met lichtscènes. De te verwachte kosten kunnen door de ontwerper worden berekend aan de hand van de functiebeschrijving. Zij die nieuw zijn in EIB/KNX vinden het vaak moeilijk om de kosten te berekenen. Een veel voorkomende fout is zich op individuele componenten te richten, zonder verdere uitwerking, dat lijkt vaak "te duur". Maar het is mogelijk om een berekening te maken die vrij nauwkeurig is, zonder grote gevolgen. De hier voorgestelde kostprijsberekening gebaseerd op een vast bedrag, wordt aan de hand van een prijslijst berekend in de € zone. De kostprijs wordt berekend in vier stappen: • Vaststellen van de kosten ! • In de utiliteitsbouw dient men bij de planning uit te gaan van een neutraal kostenplaatje, ook als de kosten zijn berekend en gemiddeld over de vierkante meter. • Bij privé woningen heeft de implementatie van EIB/KNX alleen zin als er een hogere standaard wordt gekozen. van de actieve componenten • Vaststellen van de kosten van de systeemcomponenten inclusief accessoires • Vaststellen van de kosten van de programmering en inbedrijfstelling. • Vaststellen van de kosten voor speciale toepassingen 3. EIB/KNX kostprijsberekening 3.3 Kostprijsberekening bij de uitvoering Ons voorbeeld: Een voorbeeld: Dit voorbeeld is bedoeld om de kostprijsberekening duidelijk te maken. Er wordt een nieuwe school gebouwd. Een bespreking tussen de bouwers en de ontwerpers levert het volgende eisenpakket op, inclusief de toepassing van EIB/KNX. Eisenpakket: In de klaslokalen moet de verlichting uitschakelen afhankelijk van de helderheid buiten. Om de les niet te verstoren, mag dat alleen tijdens de pauze plaatsvinden. In laboratoria en andere praktijklokalen, is het gewenst om de jaloezieën te besturen afhankelijk van het licht. Tevens kan de verlichting van een pauzelokaal worden uitgeschakelt indien er voldoende licht van buitenaf is. Verder moet er worden voorzien in verschillende meldingen, die nog niet allemaal zijn ingevuld. Lijst met ruimten: Normale klaslokalen Laboratorium/ speciale lokalen Pauzelokaal Aula Lerarenkamer Kantoren 40 10 1 1 2 5 1. Vaststellen van de kosten voor actieve componenten Actieve componenten zijn de aktoren en sensoren van EIB/KNX. In plaats van de werkelijke kosten van een apparaat dat wordt gebruikt, worden de kosten berekend naar aanleiding van de specifieke functie die wordt gebruikt. • Geschakelde belasting . . . . . . . . 120 € • Gedimde belasting . . . . . . . . . . . 220 € • Jaloezieën . . . . . . . . . . . . . . . . . . 180 € • Verwarming met continu geregelde kleppen . . . 400 € met thermisch-elektrische regelklep 260 € • Registreren van meldingen . . . . . . 60 € 2. Vaststelling kosten voor systeem componenten Met de aanname dat een enkele EIB/KNXlijn met circa 50 deelnemers wordt belast en de gemiddelde prijs bekend is van de actieve componenten, is het mogelijk de kosten van de systeemcomponenten te schatten. Kosten van systeemcomponenten = 7% van de kosten van de actieve componenten 3. Vaststellen van de kosten voor service Gebaseerd op ervaring kunnen de kosten voor programmering en inbedrijfstelling worden geschat. • Programmeren 10% van de actieve componenten •Inbedrijfstelling 5% van de actieve componenten Belangrijk: De programmering van privé woningen kunnen meer tijd in beslag nemen, daar iedere ruimte over individuele functies kan beschikken. Eenvoudigweg kopiëren van de functies van ruimte naar ruimte, zoals bij commerciële gebouwen mogelijk is, vervalt hier. Bij zeer complexe applicaties dient men rekening te houden met 20% van de kosten van de actieve componenten voor de programmering. ! 4. Kosten voor speciale toepassingen Dit zijn kosten die niet globaal kunnen worden berekend. Bijvoorbeeld: • Visualisering • Integratie met andere systemen • ... Geschakelde belastingen 50 klaslokalen ieder met 2 lichtgroepen 1 pauzelokaal met 4 lichtgroepen 104 lichtgroepen = . . . . . . . . . . . . 12480 € Jaloezieën 10 speciale lokalen (veronderstelling ieder met 2 groepen jaloezieën) . . . . .1800 € Verwarming Geen verwarming via EIB/KNX . . . . . . . . .0 € Weergeven meldingen Geschat op 5 foutmeldingen . . . . . . . .300 € Totaal actieve componenten . . . . .14580 € Systeemcomponenten 14580 € * 7% = . . . . . . . . . . . . . .1020.60 € Kosten materiaal . . . . . . . . . . . .15600.60 € Programmering 14580 € * 10% = . . . . . . . . . . . . .1458.00 € Inbedrijfstelling 14580 € * 5% = . . . . . . . . . . . . . . .729.00 € Service . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2187.00 € Materiaal + service . . . . . . . . . .17787.60 € In ons voorbeeld, is de visualisering van de EIB/KNX functies gepland op een centrale plaats. Omdat het eisenpakket niet gecompliceerd is, kiezen we voor een eenvoudig touchscreen als visualisatie interface in ons voorbeeld. Materiaal kosten Touchscreen . . . . . . . . . . . . . . . .circa 1000 € Service Grafisch ontwerp en integratie van de EIB/KNX data . . . . . . . . . .circa 500 € Bijzondere kosten . . . . . . . . . . . . . . .1500 € Totale kosten van ons voorbeeld 19287.60 € 13 4. Elektrisch ontwerp (advies) 4.1 Algemeen 4.2 Installatietekeningen 4.1 Algemeen Ontwerpen met EIB/KNX verschilt enigszins met ontwerpen gebaseerd op conventionele technieken. Er zijn twee verschillen, waar de ontwerper bekend mee moet zijn. 1.De specificaties (wensen) dienen voorzien te zijn van een gedetailleerde functie-omschrijving, als de functies niet kunnen worden geconcludeerd uit de gewenste componenten. Deze functiebeschrijving moet de installateur in staat stellen een schatting te maken van de invoer die nodig is voor de programmering van het gebouw. 2.De layout van EIB/KNX moet worden geïllustreerd in een tekening. Dit verschaft extra informatie omtrent tijd en kosten en geeft een beeld van de geplande structuur van het project. (Refererend naar "Lijnopbouw".) Aanbevelingen voor ontwerpen met EIB/KNX: De praktijk heeft laten zien dat de minder ervaren installateur geneigd is om EIB/KNX aan te bieden als een apart item. Dat leidt tot tot de volgende nadelen: • Alleen met veel moeite kan de installateur de onderlinge betrekking tussen de verschillende componenten maken. • De installateur krijgt de indruk dat EIB/KNX een optie is die uit de lijst wensen kan worden verwijderd. Dat is natuurlijk alleen mogelijk als er een alternatief systeem is opgenomen (hetgeen vaak extra metingen vereist) of als men afstand wil doen van de geboden oplossingen. Dit kan worden voorkomen door de geplande implementatie op te nemen in een gedeelte van de specifieke (bijvoorbeeld verlichting, verwarming ...) wensenlijst. Noot: Programmering van de componenten hoort niet bij het ontwerp. Deze programmering wordt meestal gedaan door de installateur of door een gespecialiseerde bureau. ! 14 4.2 Installatietekeningen Net als ontwerpen bij conventionele techniek, bevat het installatieplan informatie over de specifieke positie van de te installeren componenten, de functie kan niet worden opgenomen in het plan omdat deze pas wordt bepaald bij het programmeren van het apparaat en niet bij de montage. Vergaderzaal Verlichting groep 1+2 gedimd Verlichting groep 1+2 gedimd Verlichting groep 1+2 gedimd Kantoor Receptie Verlichting groep 1+2 gedimd Vergaderzaal Receptie Verlichting groep 1 Verlichting groep 3 Kantoor 15 4. Elektrisch ontwerp (advies) 4.3 Stroomschema 4.3 Stroomschema De EIB/KNX componenten worden in het stroomschema aangegeven met symbolen. 16 De enkelvoudige lijntekening is de meest voorkomende in het ontwerp. Meervoudige lijntekeningen zijn alleen nodig in speciale gevallen en bij revisie. 17 4. Elektrisch ontwerp (advies) 4.4 Uitvoeringstekening 4.4 Uitvoeringstekening Gebruik van deze uitvoeringstekening: De tekening toont alle in het gebouw opgenomen busdeelnemers. Zelf alle individuele functies kunnen worden gevisualiseerd. Alleen hiermee is een optimale communicatie mogelijk tussen ontwerpers – installateurs en soms zelfs met de uiteindelijke gebruiker. 18 Dit overzicht wordt altijd gemaakt en aangepast in de ontwerpfase tot en met de productie en laatste revisie van de tekening! Foutopsporing, uitbreiding en programmamodificaties kunnen plaatsvinden op basis van deze tekening ook zonder gedetailleerde kennis van het project! 19 5. Systeemtechniek 5.1 De European Tool Software (ETS) 5.2 Het programmeerproces 5.1 De European Tool Software (ETS) ETS is de standaard software voor inbedrijfstelling van EIB/KNX. Ook EIB/KNX producten van andere fabrikanten gebruiken ETS voor het inbedrijfstellen van haar componenten. Dit garandeert productcompatibiliteit tussen de verschillende fabrikanten. De productdatabase kan gratis worden verkregen bij de fabrikant. De productdatabase kan 5.2 Het programmeerproces Programmeren van het systeem met ETS kent een aantal stappen. zonder problemen worden geïmporteerd in ETS door de gebruiker. De ETS is niet gratis en kan worden verkregen via de EIBA: www.eiba.com/index.html Productdatabasefabrikant Trainingprogramma's worden in veel landen gegeven. Voor meer informatie omtrent trainingen kunt u contact opnemen met uw vertegenwoordiger. Creër de gebouwstructuur (optie) Gebouw, verdiepingen en kamers van het project worden in de vorm van een boomstructuur gedefinieerd. Creër de componenten van het project De benodigde componenten worden aan de kamers toegevoegd en de parameters worden gedefinieerd. Unieke "fysieke adressen" worden toegewezen aan de componenten (zie overzicht hiernaast) Definieer de functies in het project Ieder functie krijgt een naam, welke een zogenoemd groepsadres kan bedienen (zie overzicht hiernaast) Creër de verbindingen Componenten zijn verbonden via het groepsadres, welke vergelijkbaar is met de layout en verbindingen van leidingen in de conventionele techniek. 20 Import/export Systeemfunctionaliteit Componentfunctionaliteit ETS Programmeren Inbedrijfstelling 5. Systeemtechniek 5.2 Het programmeerproces 5.3 Inbedrijfstelling Er zijn twee principieel verschillende adressen: • Fysiek adres • Groepsadres Fysiek adres Het fysieke adres is als een telefoonnummer voor iedere individuele component. De consequentie is, ieder fysiek adres komt slechts éénmaal voor in een EIB/KNX project. Aan de hand van het fysieke adres, kan men herkennen in welke lijn de deelnemer is opgenomen. Zone 12 Zone 3 Zone 2 Zone 1 Lijn 1 Lijn 2 } STN 1 5.3 Inbedrijfstelling Voor de inbedrijfstelling van het systeem, moet de computer van de programmeur worden aangesloten op de EIB/KNX installatie. De volgende opties kunnen worden gebruikt voor het aansluiten: • Seriële COM-poort • USB-poort (met ETS3 of later) • LAN/ISDN-interface (onderhoud op afstand) STN 2 STN 2 STN 2 Lijn 4 STN 1 STN 2 STN 2 STN 2 STN 2 STN 3 STN 2 STN 4 STN 64 STN 64 STN 5 STN 5 gehoord bij de aktor en de overeenkomstige schakelactie wordt uitgevoerd. Verdelen in hoofd- en subgroepen is heel normaal. Vanaf ETS 2, is er een tweede methode om drie niveau's aan te geven: STN 5 STN 5 STN 64 STN 5 STN 64 STN 64 STN 64 STN 5 STN 64 STN 64 STN 64 STN 4 STN 5 STN 64 STN 5 STN 64 STN 64 Hoofdgroep Middengroep Subgroep Aantal groepsadressen STN 4 STN 5 STN 64 STN 64 STN 4 STN 4 STN 5 STN 4 STN 5 STN 5 STN 4 STN 3 STN 64 STN 4 STN 5 STN 4 STN 4 STN 3 STN 64 STN 4 STN 5 STN 5 STN 3 STN 3 STN 4 STN 3 STN 64 STN 4 STN 5 STN 3 STN 4 STN 3 1.4.5 STN 4 STN 3 STN 2 STN 5 STN 3 STN 4 STN 3 STN 2 STN 5 STN 3 STN 3 STN 4 STN 2 STN 2 STN 3 STN 3 STN 2 STN 1 STN 4 STN 2 STN 3 STN 2 STN 1 STN 4 STN 2 STN 1 STN 3 STN 1 STN 1 STN 2 STN 1 STN 4 STN 1 STN 2 STN 1 STN 3 STN 1 STN 2 STN 1 STN 1 Lijn 12 STN 1 STN 3 STN 1 STN 2 STN 1 STN 64 Groepsadres Het groepsadres is ook een kenmerk voor de individuele functies. Een groepsadres komt dan ook twee keer voor binnen een project, een keer voor de sensor en een keer voor de aktor. De sensor en de aktor zijn functioneel verbonden door de toewijzing van hetzelfde groepsadres. Het groepsadres verzonden vanaf de sensor wordt STN 1 STN 3 STN 5 1.4.5 STN 1 Lijn 3 STN 1 STN 5 Zone 1 Lijn 4 Deelnemer 5 STN 1 STN 64 STN 64 hoofdgroep, middengroep en subgroep. Onafhankelijk van de adresseringsmethode, kunnen tot 32.768 verschillende groepsadressen worden toegewezen in een project. Adressering op 2 niveau's 0 – 15 = 16 adressen 0 – 2047 = 2048 adressen = 32.768 adressen Zodra een van deze verbindingen tot stand is gebracht, is de volgende stap de fysieke adressen op te slaan in de componenten. Hiervoor drukt men eenmaal op de programmeertoets van het te programmeren apparaat. Nadat dit is gedaan, kunnen de zogenoemde applicaties (welke de juiste programmering bevatten) worden geladen. Dit vindt plaats via de bus, zonder de componenten handmatig te benaderen. Adressering op 3 niveau's 0 – 15 = 16 adressen 0 – 7 = 8 adressen 0 – 255 = 256 adressen = 32.768 adressen Interface RS-232 of USB Laptop 21 6. Tips en tricks 1. Neem niet meer dan 40 of 45 deelnemers op per ® line bij gebruik van ABB i-bus EIB/KNX, waardoor een tweede lijn niet direct noodzakelijk is bij eventuele kleine uitbreidingen. 2. Pas de busstructuur aan op het gebouw, bijvoorbeeld voor iedere etage een lijn. Dit komt de overzichtelijkheid van het project ten goede. 3. Een gecertificeerde buslijn heeft twee aderparen. Het eerste aderpaar (zwart en rood) is direct nodig. Het tweede paar kan worden gebruikt voor andere toepassingen, indien nodig. Vandaar dat het zinvol is om het tweede aderpaar in alle verdeeldozen ook door te verbinden. ® 4. Bij grotere ABB i-bus EIB/KNX installaties bevelen wij meerdere programmeermogelijkheden aan. Dat betekent op meerdere plaatsen een seriële interface (voor aansluiting op de bus) en een wandcontactdoos voor de laptop. 5. Gebruik een gecertificeerde buslijn. Deze heeft de benodigde fysieke eigenschappen (aantal aders, doorsnede, isolatiespanning, etc.) en de buslijn kan direct van de andere zwakstroomleidingen worden onderscheiden. Mogelijk kabeltype is: JY(ST)Y 2x2x0.8 or PYCYM 2x2x0.8. 6. In principe, zijn er twee manieren om de aktoren in een gebouw te plaatsen; decentraal opgehangen in het plafond of centraal in een verdeelunit. Beide mogelijkheden hebben haar voordelen: Decentraal • minder installatiewerk • minder bedrading, dus minder kans op brand en kleinere kabelgoten • kleinere verdeelunits Centraal • de componenten zijn makkelijk toegankelijk • de componenten zijn overzichtelijk geplaatst 22 23 Productbrochure BJE 0001-0-1064/08.06/0502-D, dpi 402488 Busch-Jaeger Elektro GmbH Een onderneming van de ABB-groep De ABB producten zijn verkrijgbaar bij de elektro installateur.
© Copyright 2024 ExpyDoc