Team plan Leerling ondersteuning Praktijkonderwijs De Diken, Sneek Gerlinda Hylkema, Sneek, september 2013 Voorwoord. ‘Niet de jongere volgt onderwijs, maar het onderwijs volgt de jongere’ (Jansma, 2013) Met de uitvoering van de leerlingenbegeleiding en ondersteuningsarrangementen binnen onze samenwerkende scholen voor praktijkonderwijs ‘de Diken’ willen we dicht bij de kern van bovenstaand citaat uit ons schoolplan: “Ruimte voor meer” komen. Met ons ondersteuningsteam en alle ambulante hulpverleners en andere externe ondersteuners proberen we maatwerk te leveren voor wat betreft de ondersteuningsbehoefte van de jongeren, zodat iedere leerling met een praktijkonderwijsbeschikking ook daadwerkelijk praktijkonderwijs kan blijven volgen. Om zodoende de randvoorwaarden voor goed praktijkonderwijs te optimaliseren en mee te werken aan de doelen die het praktijkonderwijs zichzelf heeft gesteld. Met als uiteindelijk doel: vanuit praktijkonderwijs de Diken een duidelijke invulling geven aan passend onderwijs voor alle jongeren in onze regio. Sneek, september 2013 Gerlinda Hylkema Slob, Teamleider en zorgcoördinator praktijkonderwijs de Diken. Teamplan leerling ondersteuning praktijkonderwijs de Diken, september 2013 pag. 2 Inhoudsopgave: Pagina: 1: Algemene schoolgegevens 4 2: De doelgroep 5 2.1.Toelatingsprocedure 2.2. Praktijkonderwijs leerlingen. 2.3. Leerlingen met een cluster indicatie. 2.4. Overgaan tot plaatsing. 5 5 7 7 3: De ambitie: Passend onderwijs 7 3.1.Basiszorg, breedtezorg en dieptezorg 3.1.1. Basiszorg 3.1.2. Breedtezorg 3.1.3. Dieptezorg 7 8 8 8 4: Visie en missie 9 4.1. De missie van het ondersteuningsteam 4.2. De visie op ondersteuning. 4.3. De leerlingondersteuning wordt gebaseerd op de hulpvraag van de leerling. 9 10 10 5: Professionalisering ondersteuning 11 5.1. De professionele momenten in leerlingbegeleiding en ondersteuning. 12 6: Ondersteuningsarrangementen 14 7: Plannen en volgen 16 8: Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling 17 9: Planning implementatie en borging 2013/2014 en 2014/2015 18 Bronvermelding 19 Bijlage 1: arrangementenkaart 20 Teamplan leerling ondersteuning praktijkonderwijs de Diken, september 2013 pag. 3 HOOFDSTUK 1 Algemene schoolgegevens. De Diken is een samenwerkende school voor praktijkonderwijs. In één gebouw zijn zowel de leerlingen van ‘de Zuiderpoort’ (CVO Zuidwest Fryslân)als de leerlingen van ‘Praktijkschool Sneek’ (Odyssee) gehuisvest. Dit houdt in dat er zowel openbaar als christelijk onderwijs geboden wordt aan leerlingen met een beschikking voor praktijkonderwijs. Veertig procent van de populatie heeft een openbare denominatie, 60 procent heeft een christelijke denominatie. Dat houdt in dat leerlingen die instromen bij een christelijke coach of een openbare coach geplaatst worden binnen onze coachgroepenstructuur. Wel heeft iedere leerling te maken met dezelfde organisatiestructuur van samenwerkende scholen voor praktijkonderwijs de Diken. Directeur en teamleiders vormen samen het managementteam. Afbeelding 1: organogram de Diken We werken op de Diken met heterogene coachgroepen. Leerlingen worden zorgvuldig bij een coach geplaatst vanaf het tweede jaar en houden deze coach tot ze weer (bijna) van school gaan.(de eerste klas is een uitzondering op deze regel) Sommige coaches onderscheiden zich doordat ze expertise hebben in het omgaan met cluster 4 problematiek, andere onderscheiden zich met expertise cluster 3 problematiek. Als teamleiders hebben we helder inzichtelijk welke coach welke competenties heeft en daardoor kunnen we leerlingen zo zorgvuldig mogelijk plaatsen bij een coach met voor deze Teamplan leerling ondersteuning praktijkonderwijs de Diken, september 2013 pag. 4 leerling de juiste competenties. Zodoende zijn we al preventief aan het sturen op gedrag en welbevinden, want de coach heeft in onze school een hele belangrijke positie als het gaat om leerlingbegeleiding. Iedere dag starten we met een coach uur waarbij de coach met zijn leerlingen om de tafel zit, met een kopje koffie of thee erbij. In het coach uur beschrijven de leerlingen in hun portfolio wat ze willen leren (het individueel ontwikkelingsplan is een onderdeel van het portfolio) en is er aandacht voor sociale vaardigheden, identiteit etc. HOOFDSTUK 2: de doelgroep 2.1.Toelatingsprocedure: Indien een ouder een leerling aanmeld bij ons op school komt het aanmeldingsformulier op het bureau van de zorgcoördinator terecht. Samen met de orthopedagoge, verbonden aan onze school, wordt bekeken of de leerling toelaatbaar geacht wordt tot onze school. We hebben dan te maken met een aantal wettelijke kaders. Onze school mag alleen leerlingen plaatsen met een praktijkonderwijsbeschikking, alleen dan mogen we spreken van ‘praktijkonderwijsleerlingen’. Vaak worden door de zorgcoördinator tijdens de toelatingsprocedure intakegesprekken gevoerd, waarbij de ouders ook de school kunnen bekijken. In het kader van Passend onderwijs (hoofdstuk 3) is het van belang zorgvuldig om te gaan met aanmeldingen. Vanaf augustus 2014 kan een school een leerling niet weigeren en heeft een school inspanningsverplichting indien de school niet kan bieden wat de leerling nodig heeft. Wanneer we het hebben over praktijkonderwijsleerlingen, over welke leerlingen spreken we dan eigenlijk precies? In de volgende paragrafen volgt een nadere toelichting. 2.2. Praktijkonderwijs leerlingen. In Artikel 10.g Toelating praktijkonderwijs; regionale verwijzingscommissie staat bij lid 2 de volgende tekst: “Het bevoegd gezag van de school voor praktijkonderwijs beslist, in overeenstemming met de andere bevoegde gezagsorganen in het in artikel 10h bedoelde samenwerkingsverband en na overleg met de ouders van de in het eerste lid bedoelde leerling, over de toelating van de leerling tot het praktijkonderwijs. Het bevoegd gezag kan een leerling toelaten tot het praktijkonderwijs mits voor 1 oktober van het desbetreffende schooljaar een aanvraag bij een door Onze minister erkende regionale verwijzingscommissie is ingediend om vast te stellen of de leerling toelaatbaar is tot het praktijkonderwijs. De aanvraag gaat vergezeld van een op de desbetreffende leerling betrekking hebbend onderwijskundig rapport en de op schrift gestelde zienswijze van de ouders. Indien de regionale verwijzingscommissie heeft bepaald dat de leerling toelaatbaar is tot het praktijkonderwijs, kan de desbetreffende leerling de toelating tot een school voor praktijkonderwijs binnen het samenwerkingsverband niet worden geweigerd.” De 16 Regionale Verwijzingscommissies beslissen op basis van landelijk vastgestelde criteria over de aanvraag van een school voor leerlingen die extra zorg nodig hebben en in aanmerking komen voor leerwegondersteunend onderwijs (lwoo) of plaatsing in het praktijkonderwijs (pro). Bij de indicatiestelling door deze RVC's staan de volgende drie leerlingkenmerken centraal: Teamplan leerling ondersteuning praktijkonderwijs de Diken, september 2013 pag. 5 • • • het IQ van de leerling de leerachterstand van de leerling eventuele sociaal-emotionele problematiek van de leerling De drie criteria moeten in samenhang bekeken worden. Bijvoorbeeld: Een kind met een IQ van 55-80 én een relatieve leerachterstand van minimaal 3 jaar (DLE=<30) op 2 van de 4 domeinen: inzichtelijk rekenen, begrijpend lezen, technisch lezen en spellen, waarbij de nadruk ligt op inzichtelijk reken en begrijpend lezen kan in aanmerking komen voor praktijkonderwijs. Maar ook een kind met een IQ van 80-100 die eenzelfde leerachterstand heeft, maar dan als gevolg van sociaal-emotionele problematiek, kan voor praktijkonderwijs in aanmerking komen. Hiervoor is wel een psychologisch rapport a.d.h.v. onderzoeken door een deskundige vereist. Zie voor een schematische weergave afbeelding 2. Indicatie IQ Relatieve leerachterstand Sociaal-emotionele problematiek Pro 55-80 0,5 of meer (vgl DLE*=<30 eind groep 8) Niet vereist Pro of lwoo 75-80 0,25 of meer (vgl DLE=<45 eind groep 8) Niet vereist Lwoo 75-90 0,25-0,5 (vgl DLE=45-30 eind groep 8) Niet vereist Lwoo 91-120 0,25-0,5 (vgl DLE=45-30 eind groep 8) Vereist Afbeelding 2 * DLE = Het didactische leeftijdsequivalent (DLE) is een maat voor de vordering in de leerstof. Het DLE drukt uit op welk niveau een leerling staat met het beheersen van de leerstof. 1 DLE is wat de gemiddelde leerling na 1 maand onderwijs op de basisschool onder de knie heeft. Een schooljaar omvat circa 10 maanden onderwijs, zodat een DLE van 10 overeenkomt met wat de gemiddelde leerling op het einde van het eerste leerjaar of groep 3 heeft bereikt. 2.3. Leerlingen met een cluster indicatie. Het Speciaal Onderwijs in Nederland is sinds 1 augustus 2003 ingedeeld in vier groepen, de zogenaamde clusters. Elk cluster verwijst naar een bepaalde beperking van de groep leerlingen die daar op school zitten. Voor elk cluster gelden andere eisen om te worden toegelaten, de zogenaamde indicatiecriteria. De vier clusters zijn: Cluster 1: scholen voor kinderen met een visuele beperking Cluster 2: scholen voor kinderen met gehoor-, taal-, en/of spraakproblemen en ernstige communicatieve beperkingen Cluster 3: scholen voor kinderen met een lichamelijke, een verstandelijke beperking of een meervoudige beperking en langdurige zieke kinderen Cluster 4: scholen voor kinderen met ernstige psychiatrische en/of gedragsstoornissen Het Speciaal Basis Onderwijs (SBO) wordt niet gerekend tot het speciaal onderwijs, deze vorm van onderwijs valt onder het regulier onderwijs. Ook het praktijkonderwijs valt niet onder de categorie speciaal onderwijs. (Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, 2011a; 2011b; 2011c. Hoofdstuk 2 van dit advies baseert zich in grote lijnen op de brief van 31 januari 2011.) Teamplan leerling ondersteuning praktijkonderwijs de Diken, september 2013 pag. 6 Bij ons op school worden steeds meer leerlingen geplaatst met een clusterindicatie. Dit komt door de (op handen zijnde) invoering van Passend onderwijs, zie hoofdstuk 5. Daarnaast zijn er veel leerlingen die geen cluster indicatie hebben, maar wel de kenmerken. We zijn ons ervan bewust dat we zoveel mogelijk maatwerk zullen moeten bieden en dit zullen moeten verantwoorden in het individueel ontwikkelingsplan. 2.4. Overgaan tot plaatsing. Alle aanmeldingen die binnengekomen zijn bij de zorgcoördinator worden, zoals eerder gezegd, zorgvuldig bekeken. Vervolgens neemt de zorgcoördinator de aanmeldingen mee naar de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) van het Samenwerkingsverband Fultura, waarvan onze school deel uitmaakt. Tijdens deze vergadering worden alle aanmeldingen die in aanmerking komen voor een Praktijkonderwijsbeschikking of een beschikking voor Leerweg ondersteuning besproken. Soms komt het voor dat een leerling dan alsnog bij het praktijkonderwijs wordt aangemeld omdat binnen de PCL besloten wordt dat deze leerling beter af is binnen het Praktijkonderwijs, en gaat de toelatingsprocedure opnieuw in werking. HOOFDSTUK 3: De ambitie: passend onderwijs In het referentiekader passend onderwijs (Ludeke, 2013), staat de volgende verantwoording voor invoering van passend onderwijs beschreven: ‘Al lange tijd is er in ons land een discussie gaande over zorg voor leerlingen. De laatste jaren zijn als gevolg van de toenemende verwijzing naar het (voortgezet) speciaal onderwijs en de leerlinggebonden financiering (lgf) bovendien de betaalbaarheid en beheersbaarheid van het stelsel voor extra onderwijsondersteuning ter discussie komen te staan. De minister benoemt de volgende knelpunten: te veel druk op de duurste voorzieningen, beperkte keuzevrijheid van ouders, kinderen vallen tussen wal en schip, complexiteit en bureaucratie in het systeem, ondersteuning op scholen is onvoldoende afgestemd op het brede (jeugd)zorgdomein en tot slot is de kwaliteit van het onderwijs en de toerusting van leerkrachten onvoldoende’. Ook wordt beschreven in dit document dat ook de ketenpartners van het onderwijs (jeugdzorg en andere) problemen laten zien in het goed ondersteunen van kinderen en jongeren. Voor beide is een beweging naar de voorkant gewenst, aldus Ludeke. Dus zoveel mogelijk de zorg en ondersteuning in de directe leefomgeving van jeugdigen en ouders organiseren, versterking van hun eigen kracht en ondersteuning van beroepsopvoeders, zoals leerkrachten. Streven is dus wat onderwijs betreft om met passend onderwijs de preventieve aanpak in het reguliere onderwijs verder te versterken en alle kinderen en jongeren het onderwijs te laten volgen dat bij hen past. Passend onderwijs gaat over alle kinderen en jongeren in de leeftijd tot 23 jaar en heeft betrekking op alle reguliere en specifieke onderwijsvoorzieningen die kunnen bijdragen aan een succesvolle schoolloopbaan. Het richt zich voornamelijk op leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Om de zorgplicht te kunnen garanderen moeten alle scholen voor regulier en speciaal (voortgezet) onderwijs binnen een samenwerkingsverband met elkaar samenwerken. Deze samenwerking is niet vrijblijvend. Doel is om gezamenlijk een dekkend aanbod van onderwijsondersteuning in de regio te bieden, zodanig dat leerlingen- al dan niet met extra ondersteuning- een ononderbroken ontwikkelingsproces doormaken. 3.1.Basiszorg, breedtezorg en dieptezorg In de context van passend onderwijs is het gebruikelijk onderscheid te maken tussen lichte en zware vormen van zorg. Lichte vormen van speciale onderwijszorg worden geboden in speciaal Teamplan leerling ondersteuning praktijkonderwijs de Diken, september 2013 pag. 7 basisonderwijs, leerwegondersteunend onderwijs en praktijkonderwijs. Zware vormen van zorg zijn te vinden op scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs (clusters 1 t/m 4). De raad hanteert in dit advies een andere indeling van speciale onderwijszorg, waarbinnen ook de speciale onderwijszorg in het regulier onderwijs een plaats krijgt. 3.1.1. Basiszorg Basiszorg kan worden gezien als de speciale onderwijszorg die elke school in huis zou moeten hebben (minimumniveau). Het gaat om speciale onderwijszorg die in en om de reguliere klas wordt geboden door de eigen school. Voor een groot deel kan deze speciale onderwijszorg worden geboden door de leraar van de leerling met een ondersteuningsbehoefte. Door het creëren van een veilig pedagogisch klimaat, goed klassenmanagement, activerende instructievormen (Directe instructiemodel, zie teamplan onderbouw) en effectieve leertijd (vitale onderdelen van een krachtig primair proces) worden gunstige randvoorwaarden geschapen voor succesvol leren en acceptabel gedrag. De leraar is handelingsbekwaam in het adequaat inspelen op uiteenlopende behoeften van leerlingen en weet in de lessen differentiatie toe te passen, zodat leerlingen met verschillende capaciteiten aan hun trekken komen. Het handelingsrepertoire van de leraar bestaat uit ‘evidence based’ interventietechnieken om het gedrag van leerlingen met gedragsproblemen in goede banen te leiden, waardoor het groepsproces geen hinder ondervindt van de aanwezigheid van deze leerlingen. Tot de basiszorg kan ook de hulp van de remedial teacher (één-op-één begeleiding van leerling met ondersteuningsbehoefte), de leerling begeleider en de zorgcoördinator (coaching, collegiale consultatie) worden gerekend. Samen met de leraar zorgen zij voor optimale condities voor opbrengstgericht werken. Opbrengsten bij leerlingen worden benut om de kwaliteit van het onderwijs en de speciale onderwijszorg daarbinnen te verbeteren. Als onderdeel van de basiszorg is bij teamleden expertise aanwezig over enkele veel voorkomende aandoeningen als dyslexie en adhd. Binnen de school zijn diverse speciale onderwijsmaterialen met didactische en psychologische-pedagogische kenmerken beschikbaar. Denk aan de aanwezigheid van pictogrammen om de dagindeling te structureren. 3.1.2. Breedtezorg Breedtezorg kan worden opgevat als de speciale onderwijszorg die binnen een reguliere school beschikbaar is, in samenwerking en afstemming met externe onderwijs- en/of zorginstellingen. Breedtezorg draagt bij aan het zorgprofiel van de school. Hierbij kan gedacht worden aan hulp en expertise vanuit het samenwerkingsverband, ambulante begeleiding vanuit het speciaal onderwijs, maar ook aan professionals verbonden aan schoolmaatschappelijk werk, kinderfysiotherapie, speltherapie, logopedie, en dergelijke. In onze school hebben we ook expertise ín de school: we hebben een orthopedagoge, een psychodiagnostische medewerkster, een dramatherapeute en een fysiotherapeute die deel uitmaken van het zorgteam. Daarnaast zijn alle collega’s gespecialiseerd in speciale educatieve ondersteuning (ze hebben allen de opleiding speciaal onderwijs of de master SEN in het verleden gevolgd en afgesloten met een diploma). Dit maakt onze breedtezorg écht breed, en dit wordt vertaald in arrangementen in de school. (hoofdstuk 6) 3.1.3. Dieptezorg Dieptezorg is de speciale onderwijszorg die buiten de reguliere school is georganiseerd. Dieptezorg wordt geboden in speciale onderwijsvoorzieningen, settings of groepen. Voor het doen welslagen van passend onderwijs ziet de raad vooral veel kansen in het verbeteren van de basiszorg met inzet van de breedtezorg. Dit is een verbetering met een preventieve werking. Versterking van de basiszorg draagt er in de optiek van de raad aan bij dat de noodzaak tot verwijdering uit het regulier onderwijs en overplaatsing naar een speciale onderwijsvoorziening buiten het regulier onderwijs afneemt. Daarbij neemt de leraar een centrale positie in. Teamplan leerling ondersteuning praktijkonderwijs de Diken, september 2013 pag. 8 HOOFDSTUK 4: Visie en missie In dit hoofdstuk wordt omschreven wat de visie op leerlingondersteuning is en wat de missie van het ondersteuningsteam is. Belangrijk hierin is de koppeling met de visie en missie op onderwijs vanuit het schoolplan ‘Ruimte voor meer’. Op deze wijze is het aanbod van de ondersteuningsarrangementen een geïntegreerd gegeven, wat een belangrijke bijdrage levert aan het ontwikkelen van competenties en talenten van onze leerlingen in het praktijkonderwijs. 4.1. De missie van het ondersteuningsteam De missie van onze school staat omschreven in het schoolplan: ‘Ruimte voor meer’ (Jansma, 2013). De missie van onze school luidt: “Het praktijkonderwijs in de Zuidwesthoek van Friesland wil jongeren goed voorbereiden op zelfstandig wonen, werken, vrijetijdsbesteding en goed burgerschap.” De school wil het onderwijs afstemmen op de jongere, met ruimte voor persoonlijke ontwikkeling, het aanleren van algemene competenties als basis en gericht op het zelfstandig functioneren in de maatschappij en met aandacht voor specifieke competenties gericht op deelname aan het arbeidsproces. Hierbij richt het onderwijs zich op de fysieke-, emotionele- en cognitieve leergebieden en de identiteit als vier ‘intelligentievormen’. In overzicht, afbeelding 2: De missie van het ondersteuningsteam is geschreven in navolging op de missie van onze school, nl: “De school biedt leerlingen ondersteuning indien de ondersteuningsvraag van de leerling door de leerling zelf en zijn/haar ouders/verzorgers gedragen wordt. Deze ondersteuning is op maat, gericht op de bevorderende factoren en rekening houdend met de belemmerende factoren van de leerling. Gestreefd wordt naar een zo hoog mogelijke mate van autonomie en welbevinden.” Op deze wijze dragen we bij aan goed en krachtig praktijkonderwijs! 4.2. De visie op ondersteuning. Teamplan leerling ondersteuning praktijkonderwijs de Diken, september 2013 pag. 9 Om te kunnen leren is een voorwaarde dat een leerling zich veilig en prettig voelt op school. Alleen dan kunnen competenties en talenten optimaal ontwikkeld worden. De leerling ondersteuning van onze school steekt in op het voorwaarden scheppende niveau in deze. Het is een geïntegreerd gegeven en niet een op zichzelf staand iets. Leerling ondersteuning wordt in principe door iedereen gegeven en is zowel preventief als curatief. Het dient ter ondersteuning van de leerling in zijn of haar onderwijs- en ontwikkelingsproces. De coach is de spil in het brede begeleidingssysteem rondom de leerling, waarin de leerling zelf ook vooral een eigen verantwoordelijkheid behoudt in zoverre de leerling dit aankan. De leerling is eigenaar van zijn eigen leer- en ontwikkelingsplan. (zie ‘Ruimte voor meer’ Jansma, 2013 pag. 7) Samen met de coach kan hij hier vorm en inhoud aan geven. Ook wordt hierbij veel gecommuniceerd met ouders. De mensen van het zorgteam hebben samen getracht te verwoorden wat onze visie is op de ondersteuning die wij bieden. De visie luidt: “De jongere met zijn mogelijkheden staat centraal. De leerling ondersteuning wordt gebaseerd op de ondersteuningsbehoefte van de jongere. Op basis van deze vraag en het potentieel van de jongere organiseert de school samen met hem of haar het traject. Onderkenning van de hulpvraag van de jongere en zijn ouders/verzorgers is noodzakelijk. Bij het zoeken naar het antwoord op de hulpvraag wordt expertise in en rondom de school betrokken.” De visie op leerling ondersteuning bepaalt welke ondersteuning en begeleiding de leerling krijgt, hoe en op welke wijze er antwoorden worden gegeven op de hulpvragen van de jongeren. Indien de ondersteuningsbehoefte duidelijk is, wordt de juiste ondersteuning gearrangeerd. (zie hoofdstuk 5 en 6) 4.3. De leerling ondersteuning wordt gebaseerd op de hulpvraag van de leerling. Wanneer een leerling een ondersteuningsbehoefte heeft ‘communiceert’ hij/zij deze met zijn/haar coach. Dat kan in letterlijke zin, dat ouders en/of leerling zelf letterlijk om ondersteuning vragen, vaker is het in figuurlijke zin: de coach signaleert een ondersteuningsbehoefte. Daarnaast is het soms zo dat deze ondersteuningsbehoefte wordt gesignaleerd door een andere medewerker van de school. Ook dan wordt er gecommuniceerd met de coach. De coach is de spil in het zoeken naar het antwoord op deze hulpvraag, samen met uiteraard de eigenaar van deze hulpvraag: de leerling. Samen kijken ze naar wat er nodig is om een goed antwoord te kunnen geven. Of, zoals in het schoolplan “Ruimte voor meer’ (Jansma, 2013) staat verwoord: ‘De school en de leerling hebben samen de regie over het leer- en begeleidingsproces gedurende de schooltijd, maar ook nog enige tijd daarna’. Waar school staat kan ‘Coach’ gelezen worden als vertegenwoordiger van de school. Om een antwoord te geven op de vraag hoe de lijnen dan precies voor wat betreft ondersteuning en leerlingbegeleiding in onze school lopen, wil ik verwijzen naar het volgende hoofdstuk: professionele momenten. Teamplan leerling ondersteuning praktijkonderwijs de Diken, september 2013 pag. 10 HOOFDSTUK 5: Professionalisering ondersteuning. Wanneer we kijken naar de begeleiding en ondersteuning van leerlingen van Praktijkonderwijs de Diken dan is het van belang te kijken op welke professionele momenten de ondersteuningsbehoefte van de leerlingen in kaart kan worden gebracht. We hebben het dan over de structuur van ondersteuning en begeleiding. Schematisch is dit op praktijkonderwijs de Diken als volgt: PM1: Startgesprek PM1a:Coach gesprek PM 2:Leerlingenbespreking Sector 2X PM2.c:Stage-coach IOP Gesprek PM2.b: Incident bespreking PM 2a:IOP 2X PM3:CVB PM4 Afbeelding 3: overzicht professionele momenten leerling ondersteuningsbehoefte Teamplan leerling ondersteuning praktijkonderwijs de Diken, september 2013 pag. 11 5.1. De professionele momenten in leerlingbegeleiding en ondersteuning. Het allereerste professionele moment is het moment van eerste contact name in het nieuwe schooljaar. We hebben in 2013 voor het eerst gewerkt met startgesprekken. (zie planning implementatie en borging pag 18) Tijdens de startgesprekken is er een gesprek met de leerling op de eerste schooldag. Op praktijkonderwijs de Diken komen de leerlingen geen boeken halen, maar komen voor een gesprek, waarin besproken wordt hoe de leerling en de coach samen in het voorliggende jaar aan de slag zullen gaan. Eventuele belangrijke gebeurtenissen worden besproken en het individueel ontwikkelingsplan wordt ingevuld. In het eerste jaar, het tweede jaar en in het uitstroomjaar komen ook de ouders mee naar dit gesprek. Dit omdat het in deze gevallen ook gaat om kennismaking met een nieuwe coach. In het schema is het startgesprek aangegeven met PM1: Professioneel moment 1. Gedurende het schooljaar heeft de coach ook coachgesprekken met zijn leerlingen. De coach maakt met de leerling na schooltijd een afspraak hiervoor. De coach heeft een planning en zodoende worden deze coachgesprekken regelmatig gevoerd. In het schema zijn de coachgesprekken PM1a. De coachgesprekken zijn de voeding voor de leerlingbespreking, PM2. Tijdens de leerlingbespreking worden binnen de sectorteams alle leerlingen besproken. De input komt dus van de coaches en natuurlijk vanuit de ervaringen van de vakdocenten zelf. De teamleider van de betreffende sector zit deze vergadering voor. Alle info die tijdens deze bespreking relevant is wordt verwerkt in het leerlingvolgsysteem (zie hoofdstuk 7) en wordt op die wijze gecommuniceerd met de coaches. Vervolgens ontstaan er twee routes. 1. Voor alle leerlingen geldt dat na de leerlingbespreking het gesprek met ouders en coach volgt over het individueel ontwikkelingsplan (IOP-gesprek, in het schema PM2a) Tijdens deze gesprekken wordt het IOP besproken met ouders en ondertekend. Soms is er op dat moment sprake van overgang van oriënterende naar vaste stage. Dan wordt tijdens dit IOP-gesprek ook de (nieuwe) stagecoach uitgenodigd, omdat vanaf dat moment stage een wezenlijk onderdeel is van het IOP. In het schema is dit PM2.c. 2. Voor sommige leerlingen blijkt tijdens de leerlingbespreking dat er meer tijd nodig is om te bespreken welke ondersteuning en begeleiding hij of zij nodig heeft. Deze leerling wordt op de agenda van de incidentbespreking, in het schema PM2.b. gezet, welke data ook in het jaarrooster al zijn vastgesteld. Ook hier is weer de teamleider van de betreffende leerling voorzitter, maar schuiven er ook medewerker(s) van het ondersteuningsteam aan. Tijdens deze bespreking wordt de hulp en ondersteuningsvraag besproken middels de incident methode. (zie bijlage 1) Zie ook planning van implementatie en borging pag 18Met de betrokkenen wordt bekeken of een handelingsplan gemaakt moet worden. Alle afspraken komen in magister. Indien de ondersteuningsbehoefte dan nog niet helder is, of als er met meer of andere expertise naar gekeken moet worden dan wordt de leerling ingebracht bij de commissie van begeleiding, de CVB, en dit is in het schema PM 3. De ouders worden hiervan op de hoogte gesteld. De CVB werkt met een multidisciplinair team, waarbij de orthopedagoge, schoolarts en ambulante begeleiding vaste disciplines zijn. Op afroep ook andere ondersteuners, zowel intern als extern. De coach brengt de ondersteuningsbehoefte/vraag in bij de zorgcoördinator, de voorzitter van de CVB. De coach wordt uitgenodigd bij de CVB zodat hij deze ondersteuningsbehoefte kan toelichten. Vervolgens wordt advies gegeven aan de coach, soms wordt begeleiding direct opgezet en soms moeten we toch doorverwijzen naar het extern Zorg Advies Team (ZAT, PM 4) van ons samenwerkingsverband Fultura. In dit ZAT zitten vertegenwoordigers van heel veel verschillende instanties: Jeugdzorg, MEE, Politie, VNN, Centrum voor jeugd en Gezin, GGD, Leerplicht ambtenaar. Tijdens de bespreking in dit team brengt de zorgcoördinator de ondersteuningsbehoefte van de leerling in, en licht deze mondeling toe. Alles wat tijdens de CVB en het ZAT besproken wordt, wordt vastgelegd in magister. Teamplan leerling ondersteuning praktijkonderwijs de Diken, september 2013 pag. 12 Een schooljaar ziet er met indeling professionele momenten als volgt uit: Bijzonderheden Type gesprek Startgesprek Startgesprek Coach gesprek Bij problemen Langdurig probleem Bij problemen Langdurig probleem Indien nodig: Bij problemen Langdurig probleem Overgang oriënterende – naar vaste stage. Leerjaar 1, 2, 6 Wanneer 1ste schooldag 3, 4, 5 en 6 1 t/m 6 1ste schooldag Aanwezigen Coach, leerling en ouders Coach en leerling Hele schooljaar door Coach en leerling op afroep (planning) Oktober/november In de sector November/december Coach, leerling en ouders Leerlingbespreking IOP-gesprekken met ouders Uitgebreidere incidentbespreking CvB 1 t/m 6 Leerlingbespreking IOP gesprekken met ouders Uitgebreidere incidentbespreking CvB 1 t/m 6 Februari Maart In de sector Coach, leerling en ouders Leerlingbespreking Uitgebreidere incidentbespreking CvB 1 t/m 6 Eind mei In de sector IOP-stagestart gesprek 3 of 4 Op het moment dat Coach, leerling, lln van oriënterende - ouders en naar vaste stage stagecoach, gaat. Stagecoach geeft moment aan. Leerlingbesprekingen: november, februari, mei. Teamplan leerling ondersteuning praktijkonderwijs de Diken, september 2013 pag. 13 HOOFDSTUK 6: ondersteuningsarrangementen Leerlingen krijgen op Praktijkonderwijs de Diken al vele jaren ondersteuning aangeboden door medewerkers van het ondersteuningsteam (voorheen zorgteam). Zie voor toelichting hoofdstuk 4 en 5. Het laatste jaar is er voor gekozen om deze ondersteuning, die er al was, te betitelen als ‘arrangementen’. Dit, omdat dit begrip herkenbaar is in ons samenwerkingsverband met het oog op de ontwikkelingen rondom passend onderwijs. Binnen praktijkonderwijs de Diken worden de volgende arrangementen aangeboden: 1. VIP-Room arrangement Voor de meer kwetsbare leerlingen bij ons op school hebben we een arrangement ingesteld voor de pauzes, namelijk de ‘VIP-Room’ . Leerlingen die de kantine als te bedreigend ervaren (soms leerlingen met een cluster 2 of 3 beschikking) worden na een intake, in overleg met coach en ouders in de ‘VIP-Room’ geplaatst. Dit houdt in dat ze hun pauzes doorbrengen in een kleine groep in het woonhuis, waar een collega bij aanwezig is. 2. De Diken XL arrangement Naast het reguliere coachgroepensysteem hebben we voor leerlingen met een grotere mate van ondersteuningsbehoefte het: ‘De Diken XL’- arrangement. Leerlingen worden, naast hun reguliere coach, toegewezen aan een interventiecoach, die hen zeer intensief kan begeleiden omdat zij ieder coach uur hiervoor vrij geroosterd is. In de praktijk betekent dit dat ze 4 tot 8 jongeren iedere dag begeleidt en met hen werkt aan aspecten die beschreven staan in de ontwikkelingsplannen en in de handelingsplannen van de leerlingen. Daarnaast voert ze veel gesprekken met ouders, coaches en begeleidt ze de leerlingen op de werkvloer. Ze heeft ook intensief contact met de ambulant begeleiders en heeft een belangrijke rol in de XL-vergaderingen. De Diken XL is dus opgezet als ondersteuningsarrangement voor leerlingen met een grotere ondersteuningsbehoefte. Soms zijn dit ook leerlingen die een beschikking hebben van cluster 2,3 of 4. 3. Dramatherapie arrangement Dramatherapie is een specialistische behandelvorm. Binnen dramatherapie worden verschillende werkvormen en expressietechnieken ingezet, zoals bijv. rollenspellen, improvisatiespel, verhalen en gedichten maken. Leerlingen die bijvoorbeeld sociaal emotioneel kwetsbaar zijn, leerlingen die zich niet goed kunnen uiten of leerlingen die begeleiding nodig zijn bij het verwerken van rouw kunnen aangemeld worden. 4. Fysiotherapie arrangement Binnen de school wordt fysiotherapie op verschillende manier ingezet. Fysiotherapie als behandeling maar ook motorische remedial teaching. Daarnaast doet de fysiotherapeute Ruward onderzoeken. Dit zijn onderzoeken naar hoe het gesteld is met de motorische vaardigheden van leerlingen. Indien uitval geconstateerd wordt, wordt met het uitstroomperspectief als richtlijn, passende fysiotherapie aangeboden. Ook krijgen alle eerste jaars leerlingen motorische training met Zedemo materiaal (zie Zedemo document). 5. Rugzak arrangement Onder het rugzakarrangement wordt verstaan: de extra begeleiding van de ambulant begeleider horende bij het cluster. Gesprekken met leerling, ouders en daarnaast ook het goed inzetten van de Teamplan leerling ondersteuning praktijkonderwijs de Diken, september 2013 pag. 14 middelen. Samen met de coach, leerlingbegeleider en ambulant begeleider wordt bekeken welke verdere ondersteuning voor deze leerling noodzakelijk is. Veel leerlingen in het Diken XL arrangement vallen ook onder het rugzak arrangement. 6. Maatschappelijk werk arrangement Vanuit de CVB kan het voorkomen dat een ondersteuningsbehoefte voornamelijk ligt in de thuissituatie. In die gevallen kunnen leerlingen en ouders individuele gesprekken krijgen met maatschappelijk werker van Timpaan Welzijn die bij ons op school werkzaam is. 7. Medisch arrangement De schoolarts voert extra gesprekken met ouders en/of leerlingen n.a.v. schoolartsbezoek. Daarnaast biedt de schoolarts ondersteuning in trajecten waarbij medisch specialisme noodzakelijk is. 8. Logopedisch arrangement Logopedische therapie en gesprekken met ouders door logopediste van spraakmakend in Sneek, in nauwe samenwerking met de leerlingbegeleider van de Diken. Ook screening in het eerste jaar indien gewenst. De logopediste voert haar werkzaamheden uit in ons schoolgebouw, zodat de drempel voor de leerling laag is. De bekostiging loopt via de zorgverzekeraar van de leerling. Soms is het logopedisch arrangement een onderdeel van het rugzak arrangement en wordt de logopedie bekostigd vanuit de LGF (leerling gebonden financiering). 9. Observatie arrangement We merken dat de aanmeldingen voor onze school toenemen vanuit het regulier VO. Deze leerlingen worden geplaatst conform het protocol voorlopige plaatsingen binnen Fultura scholen. Ook dit is een vorm van preventie. We willen hiermee bereiken dat leerlingen op de juiste school worden geplaatst en hierdoor hebben we inzichtelijk welke mate van ondersteuning voor deze jongere noodzakelijk is. Na een observatie arrangement worden deze leerlingen geplaatst in onze school binnen een passende coachgroep, al dan niet uitgebreid met een ondersteuningsarrangement. Soms komt het voor dat we na een observatie arrangement toch ook moeten doorverwijzen naar speciaal onderwijs. 10. Psychodiagnostisch arrangement Psychodiagnostisch onderzoek. O.a. intelligentie onderzoek, persoonlijkheidsonderzoek, dyslexie onderzoek etc. Uitgevoerd door de orthopedagoge en psychodiagnostisch medewerker. Op de leeftijd van 16 jaar krijgt iedere leerling een perspectief onderzoek. Hiermee wordt de basis gelegd voor alle documentatie die nodig is voor een passende uitstroom. 11. Psychotherapeutisch arrangement Therapeutische behandelsessies vanuit verschillende invalshoeken. Bijvoorbeeld oplossingsgerichte gespreksvoering, motiverende gespreksvoering etc. 12. Sova arrangement. In het kader van sociale vaardigheidstraining worden verschillende trainingen aangeboden op onze school. Rots en water (weerbaarheidstraining) Girlstalk (seksuele weerbaarheid meisjes) en Boys are Teamplan leerling ondersteuning praktijkonderwijs de Diken, september 2013 pag. 15 us (seksuele voorlichting jongens). Rots en water wordt aangeboden aan alle leerlingen van het eerste leerjaar. Girlstalk wordt in het tweede jaar aan alle meisjes aangeboden en Boys are us is facultatief. Voor leerlingen vanaf het tweede jaar en ouder zijn de training Rots en water en Girlstalk in te zetten als arrangement. 13. Voorlichting en preventie VNN arrangement. In alle eerste klassen komt een medewerkster van VNN voorlichting geven en preventieve gesprekken voeren over verslaving: roken, gamen, drugs, alcohol. Daarnaast is ze iedere week op school zodat ook leerlingen haar consulteren. Ook kunnen collega’s die bij leerlingen vermoedens van alcohol of drugsgebruik of andere verslaving hebben bij haar langs lopen om advies. Daarnaast zijn we altijd in ontwikkeling. In het schooljaar 2013/2014 nemen we deel aan een Pilot die ons aangeboden wordt door Timpaan welzijn en Jeugdhulp. De pilot heet KIES en kan gezien worden als ondersteuningsarrangement voor leerlingen die thuis te kampen hebben met de problematiek van echtscheiding. KIES staat voor: kinderen in echtscheiding situaties. Ook zijn we bezig met het opzetten en implementeren van een goed arrangement voor leerlingen met dyslexie. (zie planning blz 18) In de bijlage is de arrangementenkaart, die alle coaches in hun bezit hebben, opgenomen. HOOFDSTUK 7: Plannen en volgen Voor het verantwoord aanbieden van onderwijs op praktijkonderwijs de Diken is het noodzakelijk om alle stappen die gezet worden in het leerproces en in de ondersteuning te documenteren. Deze documentatie vindt plaats in ons leerlingvolgsysteem ‘Magister’. Alle uitkomsten van toetsen, resultaten van gesprekken, ondersteuningsarrangementen, absenties en langer verzuim, incidenten: alles wordt geregistreerd. We liepen er tegenaan dat magister oorspronkelijk niet is ontworpen om als LVS te gebruiken. Voor de toepassing binnen ons onderwijs heeft dit voor de nodige problemen en achterstand gezorgd. We hebben hard gewerkt het afgelopen jaar om vooral inhoudelijk aan te geven wat we in magister allemaal willen lezen en zien. Momenteel zijn we in staat om in een bewerkte versie van magister een leerling en zijn ontwikkeling te volgen. Daarnaast bevinden we ons in de fase van invoering van vastgelegde documenten. We zien nog een aantal verbeterpunten en hopen eind schooljaar 2013/2014 alles goed ingevoerd te hebben. (zie planning en borging, bladzijde 18) Een onderdeel van magister is het individueel ontwikkelingsplan van de leerling. Het individueel ontwikkelingsplan (zie bijlage) is een plan waarmee we al een aantal jaren werken. Voorheen voornamelijk analoog in het papieren portfolio van de leerlingen, maar momenteel ook digitaal binnen het leerlingvolgsysteem. In het individueel ontwikkelingsplan wordt vastgelegd in een gesprek met de leerling wat de leerling het komende half jaar wil leren en wat hij of zij daar dan bij nodig heeft (wie of wat). Ook wordt vanaf het begin aangegeven wat het uitstroomperspectief van een leerling is, waaraan ook de onderwijsroute gekoppeld wordt. Binnen praktijkonderwijs de Diken onderscheiden we drie verschillende routes: A-route: Route met veel ondersteuning en aanpassing gericht op uitstroom in sociale werkvoorziening. B-route: Gemiddelde route met materiaal geschreven voor praktijkonderwijs, gericht op uitstroom in het vrije bedrijf Teamplan leerling ondersteuning praktijkonderwijs de Diken, september 2013 pag. 16 C-route: Extra aanbod van Engels, wiskunde en Nederlands. Daarnaast binnen de praktijkvakken het hoogste niveau qua aanbod. Gericht op uitstroom richting MBO. De leerling vult het IOP samen met de coach in, het is dus echt van de leerling. Daarom is ook gekozen voor de term individueel ontwikkelingsplan en niet voor handelingsplan. Het laatste begrip impliceert louter handeling van de leerkracht/docent en dat past niet binnen onze visie. Als het formulier ingevuld is wordt het besproken met ouders en vastgesteld voor een half jaar. We hebben twee maal per jaar een IOP gesprek met ouders. Vervolgens wordt bekeken wie welke acties op zich moet nemen n.a.v. het IOP. Dit initieert de coach. HOOFDSTUK 8: meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling De meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (HG&K) heeft betrekking op alle vormen van geweld in de huiselijke situatie, zoals mishandeling, seksueel geweld, genitale verminking eergerelateerd geweld en ouder(en)mishandeling. De meldcode heeft tot doel jeugdigen, die te maken hebben met een vorm van geweld of mishandeling, eerder passende hulp te bieden, zodat een einde komt aan de (bedreigende) situatie. Hiertoe biedt de meldcode stappen en handvatten aan professionals voor signalering en het handelen bij (vermoedens van) huiselijk geweld en kindermishandeling. De doelgroepen zijn zowel slachtoffers, getuigen als (vermoedelijke) daders. Scholen zijn verplicht een meldcode te hebben en toe te passen. Het bestuur dient het gebruik van de meldcode te bevorderen. Dat betekent niet dat er ook een meldplicht bestaat. Bij een meldplicht moet de professional zijn vermoeden van geweld melden bij andere instanties, bijvoorbeeld bij een Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) of Steunpunt Huiselijk Geweld (SHG). Die verplichting bestaat niet bij een meldcode. Door te werken met een meldcode blijft de beslissing om vermoedens van huiselijk geweld en kindermishandeling wel of niet te melden, berusten bij de professional. In het onderwijs kan die afweging worden gemaakt samen met de partners in het ZAT. Het basismodel biedt een stappenplan voor het handelen bij signalen of vermoedens van huiselijk geweld en kindermishandeling. Die stappen waarover de docenten voorgelicht zijn: 1. in kaart brengen van signalen, 2. collegiale consultatie en zo nodig raadplegen van het AMK of SHG, 3. gesprek met de leerling, 4. wegen van het geweld of de mishandeling, 5. beslissen: hulp organiseren en/of melden, intern. Het voortgezet onderwijs kent verschillende functionarissen die achtereenvolgens ingeschakeld worden wanneer de problematiek van leerlingen gezien zwaarte en complexiteit daarom vraagt: • Mentoren zijn de spil van de begeleiding binnen de school en eerste aanspreekpunt voor leerlingen, ouders en collega’s; • Zorgcoördinatoren, schoolmaatschappelijk werkers, schoolpsychologen/pedagogen en vertrouwenspersonen bieden aanvullende, meer specifieke vormen van begeleiding; • Het intern zorgteam zorgt voor ‘smalle’ multidisciplinaire weging en afstemming; • Zorg- en adviesteam (ZAT) zorgt voor ‘brede’ multidisciplinaire weging en afstemming. Voor weging en hulpverlening bij kindermishandeling en huiselijk geweld of het melden aan het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK, tot 18 jaar) of het Steunpunt Huiselijk Geweld (SHG) is bij ons de CVB en vervolgens het ZAT de aangewezen plek. Hier kunnen de signalen van de Teamplan leerling ondersteuning praktijkonderwijs de Diken, september 2013 pag. 17 school gedeeld worden met de zorgpartners om tot en afgewogen aanpak te komen. Op praktijkonderwijs de Diken hebben alle docenten een training gekregen van de zorgcoördinator en twee collega’s uit het samenwerkingsverband over hoe om te gaan met signalen van kindermishandeling en huiselijk geweld. Alle collega’s weten welke stappen de meldcode van hen vereist. Daarnaast blijft de beslissing om te melden bij het AMK liggen bij de zorgcoördinator die dit bespreekt in de CVB en het ZAT. HOOFDSTUK 9: Planning en borging Dat we nog volop in ontwikkeling zijn en blijven is een feit. In het onderstaande schema is aangegeven welke ontwikkelingen we vanuit het ondersteuningsteam de komende twee jaren op de planning hebben staan. Schooljaar 2013-2014: Wat Pilot KIES Evaluatie pilot KIES Ontwikkeling dyslexie arrangement Invoering professionele momenten Evaluatie professionele momenten Borging meldcode Onderzoek naar overleg arrangementen Deelname pilot ‘de basis versterkt’.(zie document Liesbeth Buijs) Door ontwikkelen leerlingvolgsysteem Schooljaar 2014/2015: Wat Borging LVS Herzien IOP Implementeren dyslexieprotocol/arrang. Bijstellen teamplan onderst. … Wie Gerlinda en Minne Teamleiders en onders.team Luutske, willy en tineke Wanneer/wanneer klaar November/december 2013 Januari 2013 Januari/februari Gerlinda en teamleiders Gehele schooljaar Gerlinda en teamleiders April 2014 Gerlinda Gerlinda Oktober 2013 Oktober-december 2013 Resultaten februari 2014 November/december Gerlinda en teamleiders Teamleiders en afd. ICT Gehele schooljaar, evaluatie april 2014 Wie Teamleiders Gerlinda en werkgroep LB Luutske, willy en Tineke Wanneer/wanneer klaar September 2014 September 2014, klaar in december 2014 September 2014 Gerlnda Oktober 2014 Teamplan leerling ondersteuning praktijkonderwijs de Diken, september 2013 pag. 18 Bronvermelding: Jansma, H (2013). Schoolplan: Ruimte voor meer. Sneek Ludeke, W. (2013). Referentiekader passend onderwijs. Utrecht: PO-raad, VO-raad, AOC-raad, MBOraad. Londen, p. J. (2005). Kanttekeneningen bij de groei van de deelname aan cluster 4. Den Haag: Landelijke commissie Toezicht Indicatiestelling Teamplan leerling ondersteuning praktijkonderwijs de Diken, september 2013 pag. 19 ARRANGEMENTENKAART PRAKTIJKONDERWIJS DE DIKEN Voor welke Welke Financiële leerlingen? begeleider(s)? middelen Vip-Room Voor leerlingen Zorgteamleden Spoor 1 gelden arrangement met soc.emot. ondersteunings Behoefte De Diken XL Voor leerlingen Leerlingbegeleiders Leerling arrangement waarbij coaches gebonden fin. handelings verlegen zijn Dramatherapie Voor leerlingen Dramatherapeut Reguliere arrangement met soc. Emot. formatie en Ondersteunings leerling geb. fin behoefte Fysiotherapie Voor leerlingen Fysiotherapeut Reguliere arrangement met motorische formatie ondersteunings behoefte Rugzak Voor leerlingen Leerlingbegeleiders Leerling arrangement met leerling en ambulant gebonden gebonden begeleiders financiering financiering Maatschappelijk Voor leerlingen Maatschappelijk Gemeentelijke werk arrangement die behoefte werker Timpaan subsidie hebben aan gesprek met MW Medisch Voor leerlingen Schoolarts Reguliere arrangement met medisch middelen traject/vraag Logopedisch Voor leerlingen Logopediste van Leerling arrangement met spraak/taal spraakmakend gebonden problemen financiering en ziektekostenverz. Observatie Voor leerlingen Orthopedagoge Reguliere arrangement die zij-instromen samen met coaches middelen in onze school Psycho diagnostisch Voor leerlingen Orthopedagoge en Reguliere arrangement met een psycho diagnost. middelen onderzoeksvraag Medewerker Psycho Voor leerlingen Orthopedagoge en Reguliere therapeutisch met een psycho diagnost. middelen arrangement therapeutische Medewerker hulpvraag SoVa Voor leerlingen Hiervoor getrainde Reguliere arrangement met een collega’s middelen soc.em.hulpvraag Voorlichting en Voor alle Externe collega Externe middelen preventie VNN leerlingen VNN arrangement Arrangementen: Teamplan leerling ondersteuning praktijkonderwijs de Diken, september 2013 Ruimte in de school: Woonhuis Teamkamer groen/techn Dramalokaal Fysiotherapie lokaal Teamkamer groen/techn Zorgteam kamers Zorgteam kamers Zorgteam kamers In de school Zorgteam kamers Zorgteam kamers Gehele school Gehele onderbouw pag. 20 Arrangementen: Vip-Room arrangement ARRANGEMENTENKAART INHOUDELIJK Inhoud arrangementen Toelating tot woonhuis tijdens de pauzes. De Diken XL arrangement Extra leerlingbegeleiding tijdens coachuur en tijdens lessen voor leerlingen met een grotere ondersteuningsbehoefte. Dramatherapie arrangement Dramatherapie is een specialistische behandelvorm. Binnen dramatherapie worden verschillende werkvormen en expressietechnieken ingezet, zoals bv. rollenspellen, improvisatiespel, verhalen en gedichten maken. Fysiotherapie arrangement Fysiotherapie als behandeling en ook motorische remedial teachting. Daarnaast Ruward onderzoeken en Zedemo. Rugzak arrangement Maatschappelijk werk arrangement Extra begeleiding van de ambulant begeleider horende bij het cluster. Gesprekken met leerling, ouders en inzet middelen. Gesprekken met leerlingbegeleiders Leerlingen en ouders hebben individuele gesprekken met maatschappelijk werker van Timpaan Welzijn. Medisch arrangement Extra gesprekken n.a.v. schoolartsbezoek, ondersteuning in trajecten waarbij medisch specialisme noodzakelijk is. Logopedisch arrangement Observatie arrangement Logopedische therapie en gesprekken met ouders door logopediste van spraakmakend in Sneek. Ook screening in het eerste jaar indien gewenst. Tijdelijke plaatsing van een leerling van een school uit samenwerkingsverband. Gesprekken met ouders, aanleverende school, observatie door leerkrachten en orthopedagoog. Psychodiagnostisch onderzoek. O.a. intelligentie onderzoek, persoonlijkheidsonderzoek. Therapeutische behandelsessies vanuit verschillende theorieën. Psycho diagnostisch arrangement Psycho therapeutisch arrangement SoVa arrangement Voorlichting en preventie VNN arrangement Rots en water (weerbaarheidstraining) Girlstalk (seksuele weerbaarheid meisjes) en Boys are us (seksuele voorlichting jongens) Voorlichting over middelen en alcohol gebruik in alle eerste klassen. Facultatief nog op aanvraag voor oudere leerlingen. Teamplan leerling ondersteuning praktijkonderwijs de Diken, september 2013 pag. 21 Teamplan leerling ondersteuning praktijkonderwijs de Diken, september 2013 pag. 22
© Copyright 2024 ExpyDoc