Extra algemene informatievergadering Transities Sociaal Domein Orgaan: Locatie: Datum: Aanvang: Informatievergadering Samenleving Julianastraat 34, 5251 ED Vlijmen donderdag 02 oktober 2014 19:30 uur 1. Opening 2. Vaststelling van de agenda Stukken Agenda extra algemene info 20141002 3. Spreekrecht Samenvatting Volgens het Reglement van Orde kunt u inspreken over agendapunt 4. U meldt dit uiterlijk 24 uur voor aanvang van de vergadering bij de raadsgriffier. Stukken In- en meespreken voor informatievergaderingen 4. Transities in het sociale domein Samenvatting Presentaties en bespreking stand van zaken Stukken BIJL Notitie stand van zaken transitie 20141002.pdf TI Memo Inkoop sociaal domein 2015 20140814.pdf 5. Aanpak avonden over transities Samenvatting Presentatie en bespreking met de portefeuillehouders 6. Sluiting Agenda extra algemene info 20141002 (terug naar agendapunt) De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####default:19351# Oproeping voor de extra algemene informatievergadering van de raad van de gemeente Heusden te houden op 2 oktober 2014 om 19.30 uur, in de raadszaal van het gemeentehuis Vlijmen. Voorzitter: Dhr. R. Heesbeen AGENDA INFORMATIEVERGADERING 1. Opening 2. Vaststelling van de agenda 3. Spreekrecht Volgens het Reglement van Orde kunt u inspreken over agendapunt 4. U meldt dit uiterlijk 24 uur voor aanvang van de vergadering bij de raadsgriffier. 4. Transities in het sociale domein Presentaties en bespreking stand van zaken bijlage: Notitie stand van zaken Ter inzage: Memo zorginkoop 5. Aanpak avonden over transities Presentatie en bespreking met de portefeuillehouders De portefeuillehouders gaan met u op zoek naar andere vormen om de transities in het sociale domein de komende jaren met de raad te bespreken. Daarnaast komt er een nieuwsbrief en blijft uiteraard de formele besluitvorming in de raad gehandhaafd. 6. Sluiting Heusden, Namens de agendacommissie, Mw. drs. E.J.M. de Graaf . Einde bijlage: Agenda extra algemene info 20141002 Terug naar het agendapunt In- en meespreken voor informatievergaderingen (terug naar agendapunt) De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####default:19352# Inspreken of meespreken bij de informatievergadering? U kunt inspreken over een onderwerp op de agenda aan het begin van de vergadering. Een andere mogelijkheid is om tijdens de vergadering aan tafel te zitten en mee te spreken over het onderwerp. In beide gevallen meldt u dit uiterlijk 24 uur voor aanvang van de vergadering bij de raadsgriffier. De volgende regels uit het Reglement van Orde gelden: Artikel 27. Aanmelding voor deelname (meespreken) 1. Belanghebbenden kunnen zich aanmelden voor de informatievergadering om deel te nemen aan de informatievergadering. Een belanghebbende kan zich laten vertegenwoordigen door een ander die namens hem spreekt. Meespreken is niet toegestaan bij de behandeling van bestemmingsplannen en daarmee vergelijkbare plannen. Bij onderwerpen die geagendeerd zijn op grond van artikel 13, negende lid, is meespreken alleen toegestaan wanneer de agendacommissie hiertoe heeft besloten. 2. Daartoe dienen zij zich tenminste 24 uur vóór de aanvang van de vergadering aan te melden bij de griffier onder vermelding van naam, adres, telefoonnummer alsmede het geagendeerde voorstel of onderwerp waarover men aan de informatievergadering wenst deel te nemen. Artikel 28. Behandelingstijd 1. De deelnemers aan de informatievergadering houden zich aan de aanwijzingen van de voorzitter aangaande de behandelingstijd. 2. Na het verstrijken van de behandelingstijd sluit de voorzitter het betreffende voorstel of onderwerp af door het oordeel van de vergadering over het onderwerp of voorstel samen te vatten. Artikel 29. Spreekrecht (inspreken) 1. Bij de behandeling van het agendapunt “Spreekrecht” is er voor belanghebbenden of hun vertegenwoordiger(s) gelegenheid om het woord te voeren over een voorstel of onderwerp dat op de agenda staat. Een inspreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. Gedurende maximaal dertig minuten is er gelegenheid om in te spreken. Als er meer dan zes sprekers zijn, verdeelt de voorzitter het inspreekhalfuur evenredig over de sprekers. De voorzitter van de vergadering kan in bijzondere gevallen afwijken van de maximumduur van de spreektijd. 2. Belanghebbenden of hun vertegenwoordiger(s) kunnen niet het woord voeren over: a. een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar of beroep bij de rechter openstaat, of heeft opengestaan; b. benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen; c. een klacht die ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend. 3. Inspreken bij de behandeling van een bestemmingsplan en daarmee vergelijkbare plannen is uitsluitend toegestaan in de vorm van een mondelinge toelichting op een eerder ingediende zienswijze. Deze zienswijze moet als zienswijze zijn aangeduid in het raadsvoorstel of de daarbij behorende stukken. 4. Inspreken bij onderwerpen die geagendeerd zijn op grond van artikel 13, negende lid, is alleen toegestaan wanneer de agendacommissie hiertoe heeft besloten. 5. Degene, die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit tenminste 24 uur vóór aanvang van de Informatievergadering aan de griffier. Hij vermeldt daarbij zijn naam, adres en telefoonnummer en het voorstel of onderwerp waarover hij het woord wil voeren. 6. De voorzitter van de informatievergadering geeft het woord op volgorde van aanmelding. De voorzitter kan van de volgorde afwijken, indien dit in het belang is van de orde van de vergadering. 7. De spreker voert het woord, nadat de voorzitter van de informatievergadering hem dit heeft verleend. De voorzitter van de informatievergadering of een raadslid of een fractieondersteuner, doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de burger. In- of meespreken is alleen mogelijk bij informatievergaderingen, en niet bij de vervolgbehandeling van het onderwerp in de raadsvergadering.* *tenzij een onderwerp rechtstreeks, dus zonder voorafgaande behandeling in de informatievergadering, aan de raad wordt voorgelegd. Einde bijlage: In- en meespreken voor informatievergaderingen Terug naar het agendapunt BIJL Notitie stand van zaken transitie 20141002.pdf (terug naar agendapunt) De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####default:19354# Transitie sociaal domein Heusden, de stand van zaken 1. Inleiding Met ingang van 1 januari 2015 zijn we als gemeente verantwoordelijk voor een groot aantal nieuwe taken op het gebied van Jeugdhulp, Wmo en Participatie. Daarnaast is op 1 augustus 2014 de Wet passend onderwijs in werking getreden. De voorbereidingen om deze transitie in het sociaal domein tot een goed einde te brengen, zijn in volle gang. De kaders waarbinnen deze voorbereidingen plaatsvinden, zijn door u vastgesteld in de vorm van het Beleidskader transitie sociaal domein Heusden en het Regionaal beleidskader Jeugdhulp, Samen 1 2 voor de jeugd . Via de notitie Bouwen op de kracht van inwoners bent u geïnformeerd over de 3 voortgang van de transitie. Verder bent u per memo geïnformeerd over de inkoopprocedure zorg in natura. Met deze notitie informeren wij u over de stand van zaken per medio september als het gaat om de invulling van de gestelde kaders. Daarnaast geven wij een doorkijk naar toekomstige besluitvorming. Belangrijk uitgangspunt voor ons is het bieden van zorgcontinuïteit door middel van een ‘’zachte landing’’ voor onze inwoners die met deze transitie te maken hebben. Het jaar 2015 fungeert daarbij als overgangsjaar en de financiële kaders zijn bekend. In de loop van 2015 volgen ‘keukentafelgesprekken’ waarbij in alle gevallen kan worden bekeken welk zorgarrangement het meest adequaat is. Een sterke basis met voor iedereen toegankelijke, algemene voorzieningen is daarbij ons streven en ook een belangrijke randvoorwaarde. 2. Stand van zaken per decentralisatie Het wetgevingstraject dat ten grondslag ligt aan de transitie in het sociaal domein omvat een viertal decentralisaties van rijkstaken. Elke decentralisatie heeft een eigen wettelijk regime en wetgevingstraject. Per decentralisatie schetsen we hieronder de stand van zaken. Ondanks dit wettelijke onderscheid pakken we in Heusden de verschillende decentralisaties integraal aan en geven we deze vorm via één transitie in het sociaal domein. 2.1 Passend onderwijs De Wet passend onderwijs is op 1 augustus 2014 in werking getreden. Passend onderwijs legt een zorgplicht bij scholen. Dit betekent dat zij per 1 augustus 2014 de verantwoordelijkheid hebben om alle leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, een goede en zo regulier mogelijke onderwijsplek te bieden. Daarvoor werken reguliere en speciale scholen samen in regionale samenwerkingsverbanden. De bekostiging van het passend onderwijs verloopt rechtstreeks via de schoolbesturen in het betreffende samenwerkingsverband. In paragraaf 2.2.2 van het Beleidskader transitie is dit als zodanig benoemd. Voor het primair onderwijs maakt Heusden deel uit van Regio 30-10, alle basisscholen en scholen voor speciaal onderwijs in Aalburg, Heusden, Loon op Zand en Waalwijk. Voor het voortgezet onderwijs gaat het om regio 30-09, alle reguliere scholen voor voortgezet onderwijs in Aalburg, 4 Heusden, Loon op Zand, Waalwijk en Woudrichem en de cluster 3 en 4 scholen in die regio. In een ondersteuningsplan geeft het samenwerkingsverband aan hoe men het passend onderwijs voor elk kind wil realiseren. Dit ondersteuningsplan wordt ten minste één keer per vier jaar opgesteld en kan tussentijds worden aangepast. De scholen in het samenwerkingsverband maken afspraken over de ondersteuning aan leerlingen en de bekostiging daarvan. Omdat passend onderwijs en jeugdhulp, zorg en participatie veel raakvlakken hebben, is goede afstemming tussen schoolbesturen en gemeenten noodzakelijk. Deze afstemming vindt plaats in het Op Overeenstemming Gericht Overleg (OOGO) tussen schoolbesturen en gemeentebesturen. 1 Raadsbesluit 18 februari 2014 Informatievergadering Samenleving 12 juni 2014 3 Memo aan raad van 13 augustus 2014 4 Cluster 3: gehandicapte en langdurig zieke kinderen. Cluster 4: kinderen met stoornissen en gedragsproblemen 2 1 Gemeenten en samenwerkingsverbanden hebben binnen het OOGO een ontwikkelagenda opgesteld die nader wordt uitgewerkt. Punten voor de ontwikkelagenda zijn: afstemming met leerplicht, leerlingenvervoer, onderwijshuisvesting en jeugdzorg. De praktische afstemming is vooral weggelegd voor het sociaal wijkteam zoals dat in hoofdstuk 3 nader wordt geïntroduceerd. Problematiek op school heeft immers niet per definitie de school als oorzaak. 2.2 Participatiewet Met de Participatiewet wil het rijk meer mensen – ook met een arbeidsbeperking – actief op de arbeidsmarkt krijgen. Bij voorkeur in de vorm van betaald werk en anders via een andere vorm van participatie zoals bijvoorbeeld vrijwilligerswerk. Gemeenten worden verantwoordelijk voor de reintegratie van mensen die kunnen werken, maar daarbij wel ondersteuning nodig hebben. Werkgevers spelen hierbij een belangrijke rol. Zij worden mede verantwoordelijk gemaakt voor het aan het werk helpen van de doelgroep van de Participatiewet. De Participatiewet is goedgekeurd door de Tweede en de Eerste Kamer en treedt op 1 januari 2015 in werking. De wet voegt de Wet werk en bijstand (Wwb), de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en een gedeelte van de huidige Wet werk- en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wajong) samen. Er is straks één regeling voor iedereen die extra hulp nodig heeft om aan het werk te komen. De sociale werkvoorziening blijft bestaan voor mensen die per 31 december 2014 een 5 arbeidsovereenkomst hebben met een SW -bedrijf. Per 1 januari 2015 kunnen er geen nieuwe mensen meer in de sociale werkvoorziening instromen. Gemeenten krijgen budget om 30.000 beschutte werkplekken ‘nieuwe stijl’ te creëren. Zo blijft een beschutte werkomgeving mogelijk voor mensen die dit echt nodig hebben. De hele Wajong-groep wordt herbeoordeeld op arbeidsvermogen. Wajongers die geen arbeidsvermogen hebben, behouden hun Wajong uitkering. Wajongers die wel arbeidsvermogen hebben, blijven bij het UWV maar krijgen per 1 januari 2018 een verlaging van de uitkering van 75% naar 70% van het minimumloon. Op deze wijze is voor deze groep een ‘’zachte landing’’ gecreëerd. Alleen de nieuwe instroom van jongeren met een arbeidsbeperking komt niet meer in de Wajong terecht en valt per 1 januari 2015 onder de Participatiewet. De uitvoering van de Participatiewet krijgt vorm op verschillende (samenwerkings)niveaus: - arbeidsmarktregio Hart van Brabant; - Baanbrekers (Langstraat); - lokaal niveau. 2.2.1 Arbeidsmarktregio Hart van Brabant De Participatiewet vraagt om samenwerking in regionaal verband. Zo moet er per arbeidsmarktregio een werkbedrijf worden georganiseerd. Een werkbedrijf is minimaal een bestuurlijk regionaal samenwerkingsverband waarin gemeenten, werkgevers en vakbonden zijn vertegenwoordigd. In het portefeuillehoudersoverleg Arbeidsmarktparticipatie van oktober 2014 ligt het plan van aanpak voor het werkbedrijf in de regio Hart van Brabant ter besluitvorming voor. De taken van het werkbedrijf bestaan vooral uit het bemiddelen naar werk en het onderhouden van contacten met werkgevers. Het werkbedrijf geeft ook invulling aan de baanafspraken. Dit zijn nieuwe banen die de werkgevers en de overheid moeten creëren voor de doelgroep van de participatiewet (werkgevers: 100.000 banen; overheid: 25.000 banen). Bij de invulling van de banen wordt de eerste jaren prioriteit gegeven aan mensen met een Wsw-indicatie en Wajongers met arbeidsvermogen. Om ook in de toekomst een aantrekkelijke, economische regio te zijn en te blijven, hebben ondernemers, overheden en onderwijsinstellingen uit Midden-Brabant hun krachten gebundeld. Deze samenwerking is bekrachtigd in het OndernemersAkkoord, inmiddels ondertekend door het groeiend aantal van 40 bedrijven. De gezamenlijke aanpak van deze partijen leidt onder meer tot het opleiden van gemotiveerde mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt en het scheppen van werkgelegenheid voor deze groep. 5 Sociaalwerkvoorzieningsbedrijf, voor de Langstraat is dit Baanbrekers 2 Het OndernemersAkkoord ondersteunt, stimuleert en adviseert over de inzet van mensen uit een minder kansrijke doelgroep met contractmogelijkheden, financiële ondersteuning en risicobeperkingen. 2.2.2 Baanbrekers Voor de uitvoering van de Participatiewet is de gemeenschappelijke regeling Baanbrekers verantwoordelijk. Deze uitvoeringsorganisatie is in het leven geroepen om ondersteuning te bieden aan werkgevers en inwoners met afstand tot de arbeidsmarkt. De visie van de drie gemeenten op het gebied van de Participatiewet is vastgelegd in de 6 participatienota ‘Iedereen doet mee’ . Vooruitlopend op de invoering van de wet wordt de gemeenteraden in het laatste kwartaal van 2014 (volgens de planning in de raad van 6 november) een aantal beleidskeuzes voorgelegd zoals over het beschut werken en het leveren van een maatschappelijke tegenprestatie. Dit beleidsstuk biedt het kader voor de uitwerking in de verordeningen die door het Algemeen bestuur van Baanbrekers in december worden vastgesteld. Baanbrekers voert deze beleidskeuzes vervolgens uit. 2.2.3 Lokaal niveau Het leveren van maatwerk per individuele situatie hebben wij als Heusden hoog in het vaandel staan. Dit is ook uitgangspunt bij de inrichting van het sociaal domein. Participatie maakt integraal onderdeel uit van het sociale wijkteam. Een functionaris van Baanbrekers maakt bijvoorbeeld ook deel uit van het sociale wijkteam. Andere in dat opzicht sprekende voorbeelden van een lokale aanpak zijn het 7 8 Maatjesproject en Talent2Work . De uitvoeringsorganisatie Baanbrekers is hier uiteraard bij betrokken. 2.3 Jeugdwet De parlementaire behandeling van de Jeugdwet is inmiddels afgerond. Gemeenten krijgen vanaf 1 januari 2015 de regie over alle jeugdhulp voor 0-18 jaar. Het gaat daarbij om het volgende takenpakket. - De geestelijke gezondheidszorg voor de jeugd (j-GGZ). De j-GGZ biedt hulp aan kinderen, jongeren en adolescenten van 0 tot 23 jaar met psychiatrische of psychosociale klachten die zo ernstig zijn dat zij daardoor in hun ontwikkeling worden bedreigd. Hieronder valt ook enkelvoudige, ernstige dyslexiezorg voor 7-13 jarigen. - De provinciale jeugdzorg. Hieronder vallen: - de toegang tot de diverse vormen van jeugdzorg via Bureau Jeugdzorg; - het advies- en meldpunt kindermishandeling (AMK, wordt straks AMHK); - de kindertelefoon; - ambulante jeugdzorg: hulpverlening aan jeugdigen of hun opvoeders bij opgroeien opvoedingsproblemen op locatie van de instelling of thuis in het gezin; - residentiële jeugdzorg: hulpverlening waarbij kinderen of jongeren van 0 - 18 jaar, op vrijwillige basis, (tijdelijk) dag en nacht buiten hun eigen omgeving verblijven, onder meer in leefgroepen, behandelgroepen, gezinsgroepen en kamertrainingscentra; - pleegzorg. - De jeugdzorg Plus of de gesloten jeugdzorg. Dit is een vorm van zorg en behandeling voor jongeren met ernstige gedragsproblemen. Jongeren worden gedwongen opgenomen en krijgen in hun eigen belang hulp in een gesloten omgeving. Jeugdzorgplus is niet bedoeld als straf. 6 Raadsbesluit 18 juni 2013 Bijstandsgerechtigden krijgen persoonlijke begeleiding van een coach uit het bedrijfsleven of de publieke sector, het college van Heusden doet ook mee 8 Werkgelegenheidsproject met als doel zoveel mogelijk werkzoekenden en ondernemers direct met elkaar in contact te brengen, zodat er mooie nieuwe werkrelaties kunnen ontstaan 7 3 - De jeugdreclassering: hulpverlening aan jeugdigen die verdacht worden van of veroordeeld zijn wegens een strafbaar feit. Deze wordt uitgevoerd door het Bureau Jeugdzorg in opdracht van de Raad voor de Kinderbescherming, de officier van justitie of de kinderrechter. Dit kan zowel binnen een gedwongen als binnen een vrijwillig, maar niet vrijblijvend kader worden 9 ingezet . In het huidige stelsel is dit ondergebracht bij Bureau Jeugdzorg. - De jeugdbescherming. Dit is onvrijwillige hulpverlening op grond van een door de kinderrechter uitgesproken maatregel, waardoor het ouderlijk gezag wordt beperkt of ontnomen (onder toezichtstelling), omdat er sprake is van een ernstige bedreiging voor het kind vanwege mishandeling of verwaarlozing, van een ernstige wetsovertreding door minderjarigen of als het ouderlijk gezag ontbreekt. - De zorg voor de jeugd met een (licht)verstandelijke beperking (jeugd-VB). Met uitzondering van de verblijfszorg voor jeugdigen die heel hun leven intensieve 24-uurszorg nodig zullen hebben. - Begeleiding, persoonlijke verzorging en kortdurend verblijf voor jeugdigen met verstandelijke, lichamelijk of zintuiglijke beperking of een somatische of psychiatrische aandoening of beperking. De nieuwe Jeugdwet geeft niet alle ruimte voor de vrije invulling door de gemeente. De Jeugdwet legt verplichtingen op rondom de zorg die geleverd moet worden en wat betreft de samenwerkingsverbanden die hiervoor moeten worden aangegaan. Voor wat betreft de wettelijk verplichte levering van jeugdhulp gaat het om: - directe hulp in situaties waarbij er sprake is van onveiligheid voor het kind; - een 24-uurs crisisdienst; - maatregelen die worden opgelegd door tussenkomst van een rechter. Deze maatregelen moeten door de gemeente geleverd en uitgevoerd worden; - de continuering van de zorg die onder de huidige Wet op de jeugdzorg valt voor de bestaande cliënten en de cliënten op de wachtlijst in 2015. Voor cliënten in de jeugdreclassering en jeugdbescherming kan hierbij overigens wel worden gezocht naar een alternatief aanbod. Voor wat betreft de wettelijk verplichte samenwerkingsverbanden in de regio of met organisaties gaat het om: - de jeugdbescherming en jeugdreclassering, de zorg die valt onder veiligheid en in het gedwongen kader, moet vanuit de wet op regionaal niveau worden georganiseerd (in het geval van Heusden gaat het om de regio Hart van Brabant) en aansluiten bij het zorg- en veiligheidshuis; - de jeugdbeschermingsmaatregelen (b.v. diverse vormen van voogdij, maar ook jeugdreclassering) moeten worden uitgevoerd door gecertificeerde instellingen. Deze gecertificeerde instellingen bepalen welke jeugdhulp nodig is en de gemeente heeft een leveringsplicht. Deze zorg wordt nu uitgevoerd door Bureau Jeugdzorg, maar deze organisatie houdt per 1 januari 2015 op te bestaan; - de samenwerking met de Raad voor de Kinderbescherming moet worden vastgelegd in een protocol. - het advies en meldpunt kindermishandeling (AMK) gaat op in het regionale AMHK (advies en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling. Het AMK valt nu onder Bureau Jeugdzorg en dit wordt samen met het Advies- en steunpunt Huiselijk geweld doorontwikkeld tot AMHK (AMHK is verankerd in de nieuwe Wmo). Punt van aandacht in dit verband is dat Heusden op het gebied van de zorg voor jeugd onderdeel uitmaakt van de regio Hart van Brabant, maar voor wat betreft eventuele justitiële aspecten onderdeel uitmaakt van het arrondissement Oost-Brabant. Dit vraagt in het voorkomende geval om afstemming tussen organisaties uit verschillende regio’s. De gesprekken hierover zijn gaande. 9 Als de jongere zich niet aan de afspraken houdt, moet hij/zij alsnog zijn straf uitzitten 4 2.3.1 Regionale samenwerking en inkoop De regionale samenwerking op het gebied van de Jeugdwet vindt plaats in de regio Hart van Brabant. De bestaande gemeenschappelijke regeling van de negen samenwerkende gemeenten wordt daartoe uitgebreid met een bestuurscommissie die zich specifiek met de Jeugdwet bezig gaat houden. De portefeuillehouders jeugd van de deelnemende gemeenten hebben zitting in deze bestuurscommissie. De besluitvorming over deze governance in de regio bevindt zich in een afrondend stadium. Met name de invulling van de solidariteitsgedachte afgezet tegen het feit dat de ene gemeente een groter historisch budget krijgt toebedeeld dan de andere, speelt hierbij een belangrijke rol. Na goedkeuring door de gemeenteraden in de loop van de maand november zal het Algemeen Bestuur van de regio Hart van Brabant daaropvolgend een definitief besluit hierover nemen. In regionaal verband is afgesproken om het zorgaanbod deels regionaal en deels lokaal in te kopen. De enkelvoudig ambulante jeugdhulp en de extramurale begeleiding van jongeren tot 18 jaar kopen gemeenten lokaal in. De overige jeugdhulp waaronder jeugd-GGZ, intramurale jeugdzorg e.d kopen gemeenten regionaal in. Alle bij ons bekende aanbieders in de regio is gevraagd om via de website www.zorginregiohartvanbrabant.nl een aanvraag in te dienen. Op het moment van schrijven van deze notitie is het inkooptraject in volle gang. Uiteindelijk zal dit voor 1 november van dit jaar moeten uitmonden in overeenkomsten met de verschillende aanbieders. 2.4 Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) De bestaande Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) wordt met ingang van 1 januari 2015 uitgebreid. De parlementaire behandeling van de Wmo is afgerond. De Wmo regelt dat mensen met een beperking de voorzieningen, hulp en ondersteuning krijgen die ze nodig hebben. De bestaande Wmo-taken worden daartoe uitgebreid met verschillende vormen van begeleiding (dagopvang, dagbesteding) en kortdurend verblijf. Het jaar 2015 fungeert hierbij als overgangsjaar. In de wet is namelijk opgenomen dat mensen die een indicatie hebben die doorloopt na 1 januari 2015 gedurende de looptijd van deze indicatie (uiterlijk tot eind 2015) het recht op deze zorg onder dezelfde condities houden. Het lokale inkooptraject dat daartoe is opgestart, is dan ook met name gebaseerd op de uitgangspunten zorgcontinuïteit en budgettaire neutraliteit. Ons streven is er daarbij nadrukkelijk op gericht dat de inwoners die nu ondersteuning en zorg ontvangen weinig tot niets gaan merken van de overgang per 1 januari 2015. Onze communicatie in de richting van zowel de betreffende inwoners als de huidige zorgaanbieders is daar ook op gericht. De landelijk verstrekte gegevens geven vooralsnog onvoldoende duidelijkheid en zijn inconsistent als het gaat over het aantal inwoners dat een bepaalde vorm van zorg ontvangt en de kosten die daarmee zijn gemoeid. Wij hebben daarom zelf het initiatief genomen en alle bij ons bekende aanbieders van zorg in natura aangeschreven met het verzoek om inzicht te geven in de omvang en de zwaarte van de zorg die zij leveren aan inwoners van onze gemeente. Op basis van deze uitvraag 10 gaan wij in ieder geval met de vijf grootste aanbieders in gesprek met de bedoeling om te komen tot een raamovereenkomst die op alle aanbieders van toepassing is. Het is daarbij de bedoeling dat deze raamovereenkomst voorziet in de eerder genoemde zorgcontinuïteit, ruimte voor nieuwe instroom en ervoor zorgt dat de te leveren ondersteuning binnen de budgettaire kaders plaats kan vinden. In overeenstemming met de planning zoals die is opgenomen in het memo over inkoop, moet het sluiten van deze overeenkomsten voor 1 november a.s. hebben plaatsgevonden. De inkoop voor lokale jeugdhulp maakt onderdeel uit van dit traject. Inwoners die door middel van een Persoonsgebonden budget hun zorg zelf inkopen, worden persoonlijk benaderd en geïnformeerd over de omstandigheden waaronder ook voor hen in 2015 de zorg kan worden gecontinueerd. 10 Vertegenwoordigen ongeveer 80% van de inwoners die zorg krijgen 5 11 Verder wordt met de O3-partijen gesproken over hun rol in het sociaal domein vanaf 2015. Deze inkooprelatie komt in de plaats van de huidige subsidierelatie. Op basis van een uitvraag van onze zijde, vormt een integrale offerte van deze partijen het vertrekpunt. De financiële dekking hiervoor wordt gevonden binnen de reguliere subsidiemiddelen. De juridische kaders waarbinnen verzoeken om ondersteuning plaats moeten vinden, worden vastgelegd in een daartoe op te stellen verordening. De eerdergenoemde beleidskaders zijn leidend voor deze verordening. Een conceptversie is inmiddels besproken met de Wmo-adviesraad. Definitieve vaststelling van deze verordening is voorzien voor de raadsvergadering van 6 november 2014. 2.4.1 Convenant zorgkantoor Via het zorgkantoor zijn de zorgverzekeraars verantwoordelijk voor de uitvoering van aanpalende 12 vormen van zorg die vallen onder de werking van de Algemene wet bijzondere ziektekosten (Awbz) en de Zorgverzekeringswet (Zvw). Met name de financiering van de wijkverpleegkundigen en de huisartsenzorg is in dit opzicht voor ons als gemeente van belang. De betreffende functionarissen komen elkaar immers letterlijk tegen op wijkniveau binnen onze gemeente. Ten behoeve van de bevordering van de integraliteit van deze verschillende vormen van zorg op wijkniveau, staan we op het punt om in samenspraak met de beide overige gemeenten in de Langstraat een convenant te sluiten met het Zorgkantoor Midden-Brabant. 2.4.2 Ontwikkeling hulp bij het huishouden Naast de decentralisatie van de hiervoor geschetste nieuwe taken, ligt er ook voor een bestaande voorziening op grond van de Wmo, de Hulp bij het huishouden (Hbh), een landelijke budgetkorting in het verschiet. Naar verwachting gaat het hierbij om een korting van 20% op het oorspronkelijke budget. Dit is voor ons aanleiding geweest om in het verlengde van de transitie over te gaan tot een hervorming van de Hbh met ingang van 1 januari 2015. Uitgangspunt hierbij is dat er sprake moet zijn van een maatwerkvoorziening die voor iedereen toegankelijk en betaalbaar is en resulteert in een schoon en leefbaar huis. Met de verschillende aanbieders en de Wmo adviesraad wordt een voorstel daartoe nader afgestemd. Definitieve besluitvorming is gepland voor de raadsvergadering van 6 november 2014. 3. Coöperatie en sociaal team In samenspraak met de zorgaanbieders in het veld hebben wij gekozen voor een vergaande samenwerking met deze aanbieders door middel van de vorming van een coöperatie of een vergelijkbaar samenwerkingsverband. Het oorspronkelijke streven was erop gericht om deze coöperatievorming voor 1 januari 2015 afgerond te hebben. Dit is echter niet haalbaar gebleken. Met name de totstandkoming van een nieuwe juridische entiteit neemt meer tijd in beslag. De gesprekken om te komen tot een coöperatie worden voortgezet en het is de bedoeling om in de loop van 2015 tot definitieve besluitvorming hierover te komen. Dit neemt echter niet weg dat ondertussen in meer praktische vorm hard wordt gewerkt aan de invulling van deze samenwerking. Onder leiding van een drietal kartrekkers die afkomstig zijn uit verschillende participerende organisaties is inmiddels een start gemaakt met een sociaal team dat 13 zich op verschillende geografische gebieden in de gemeente richt. Zij geven over de volle breedte van de transitie vorm aan de toegang tot de relevante vormen van ondersteuning. Aan de administratieve en logistieke ondersteuning voor dit team wordt op dit moment hard gewerkt. 11 12 13 ContourdeTwern, Modus, Juvans en MEE (ondersteund door de GGD) Vanaf 1 januari 2015 Wet langdurige zorg (Wlz) Deelnemers aan het sociaal team zijn Juvans, GGD, Wijkschakel, Modus, ContourdeTwern, MEE, Baanbrekers en Gemeente Heusden. 6 4. Financiën Op basis van de meicirculaire is door het rijk bekend gemaakt van welke budgetten we per decentralisatie kunnen uitgaan als financieel kader. Feit is echter dat door de rijksoverheid nog steeds wordt gesleuteld aan de omvang van de doelgroep die overkomt naar de gemeenten. Dit kan mogelijk gevolgen hebben voor de definitieve budgetomvang. De budgetten 2015 zijn gebaseerd op historische zorgkosten. Vanaf 2016 wordt naar verwachting een objectief verdeelmodel geïntroduceerd, waarbij de beschikbare middelen worden herverdeeld. Op dit moment is niet duidelijk welke consequenties dit voor onze gemeente met zich meebrengt. Anno 2015 gaat het voor Jeugdhulp voor alsnog om een budget van € 8.033.199,--. Voor de nieuwe Wmo taken kunnen we uitgaan van een budget van € 4.289.471.--. Voor de uitvoering van de Participatiewet is per saldo geen aanvullend budget beschikbaar. Er vindt een kleine toevoeging plaats voor de re-integratie van de nieuwe doelgroep, maar deze valt weg tegen de korting op het huidige Wsw-budget. Naast deze nieuwe budgetten is ook een aantal bestaande budgetten inzetbaar voor de integrale aanpak van de transitie. De budgettaire omvang is in absolute zin groot. We dienen er echter rekening mee te houden dat we hiermee forse kortingen van het rijk moeten opvangen. Uitgangspunt hierbij is dat voor de nieuwe taken een en ander budgettair neutraal plaats moet vinden en dat de door het rijk opgelegde kortingspercentages (sectoraal) worden afgewenteld op de aanbieders waarmee raamovereenkomsten worden gesloten. In onderstaand schema is een totaaloverzicht opgenomen van zowel bestaande als nieuwe budgetten. De betreffende bedragen zijn afgerond. Ondersteuning jeugd bestaand 105.000 Subsidie 2.380.000 Participatie 5.535.000 Wmo bestaand 13.925.000 4.285.000 875.000 Armoede 8.030.000 Wmo nieuw Jeugdhulp nieuw 5. Communicatie Op weg naar 1 januari 2015 – maar zeker ook daarna – is communicatie over de aanstaande veranderingen in het sociaal domein van groot belang. Doel is steeds de inwoners zo goed mogelijk te informeren en waar nodig onrust weg te halen. Die onrust zien we met name bij de groep mensen die op dit moment al zorg krijgt. Zij willen weten hoe het staat met die zorg na 1 januari a.s. Een logische vraag, die we echter op dit moment niet voor ieder individu kunnen beantwoorden. Om eventuele bezorgdheid bij deze mensen weg te halen ontvangen alle Heusdenaren die op 31 december 2014 zorg ontvangen een brief met de mededeling dat die zorg ook na 1 januari gegarandeerd is. 7 Daarnaast hebben we sinds juni een website waarin we onze inwoners informeren over de aanstaande veranderingen. Deze website zal de komende tijd steeds verder worden uitgebreid en aangevuld. In de communicatie richting bewoners zullen we ook andere middelen zoals de informatiepagina, social media en bijeenkomsten inzetten. Ook zullen we in de loop van de komende maanden de nieuwe organisatie presenteren, waarmee we in onze gemeente na 1 januari a.s. het sociaal domein gaan vormgeven. Naast de inwoners vormen ook onze zorgpartners en hun medewerkers een belangrijke doelgroep. Doel is hen steeds zo goed mogelijk mee te nemen in de ontwikkelingen. Met name de medewerkers van de zorgpartners vormen daarbij een belangrijke doelgroep. Zij komen immers dagelijks bij hun cliënten over de vloer en praten daar over de aanstaande veranderingen. Het is belangrijk dat zij zoveel mogelijk met dezelfde mond praten en eventuele onrust niet verder aanwakkeren. Tijdens de informatievergadering van 2 oktober a.s. zullen we verder ingaan op de communicatie rondom de transitie. Daarnaast zullen we u de komende maanden met regelmaat blijven informeren via een nieuwsbrief. 6. Besluitvorming Resumerend staan de volgende besluitvormingsmomenten nog op de rol ter voorbereiding van de transitie in het sociaal domein. - Start publiekscampagne, 2 oktober 2014. - Sluiten convenant zorgkantoor, oktober 2014. - Sluiten raamovereenkomsten met aanbieders, voor 1 november 2014. - Maatwerkvoorziening Hulp bij het huishouden, 6 november 2014. - Verordening Wmo, 6 november 2014. - Governance jeugd, november 2014. - Beleidskeuzes Participatiewet, november 2014. - Verordeningen Participatiewet Baanbrekers, december 2014 8 Einde bijlage: BIJL Notitie stand van zaken transitie 20141002.pdf Terug naar het agendapunt TI Memo Inkoop sociaal domein 2015 20140814.pdf (terug naar agendapunt) De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####default:19353# MEMO RAAD Aan: Van: Datum: Onderwerp: Doel: Aanleiding: Aard informatie: de leden van de raad college van Heusden 13 augustus 2014 Inkoopprocedure Zorg in Natura voor sociale domein ter kennisname/ter informatie informatie (algemeen) openbaar Aanleiding Als gevolg van landelijke besluitvorming krijgen gemeenten meer taken en verantwoordelijkheden op het gebied van werk, jeugd, zorg en welzijn. We werken daarbij toe naar een situatie waarin onze inwoners (nog) meer zelf de regie kunnen nemen, hun eigen mogelijkheden benutten (ook financieel) en een beroep doen op het eigen netwerk en de eigen woonomgeving. Hiervoor is een andere manier van denken en doen nodig. Uw gemeenteraad heeft inmiddels het beleid daarvoor op hoofdlijnen vastgesteld. Hierin staat hoe we de ondersteuning in het sociale domein willen inrichten. We geven de komende weken de hoogste prioriteit aan het informeren van de zorgaanbieders Wmo en jeugdhulp over: - de noodzakelijke budgettaire kaders en; - de daarbij behorende procedure voor de inkoop 2015 Zorg in Natura in het brede sociaal domein. In deze memo informeren wij u over deze inkoopprocedure. Informatie Inkoopprocedure Zorg in Natura Omstreeks 14 augustus aanstaande ontvangen alle zorgaanbieders van Wmo en jeugdhulp, zowel de grote aanbieders als de kleine aanbieders, een brief van de gemeente. In deze brief schetsen wij de noodzakelijke budgettaire kaders en de inkoopprocedure voor Zorg in Natura. Ook vragen we alle aanbieders van jeugdhulp en AWBZ-Wmo hierin om voor 14 september aanstaande gegevens aan te leveren over het historisch zorggebruik en een daarop gebaseerd productievoorstel (offerte) voor het jaar 2015. De vijf grootste aanbieders (Cello, Prisma, Reinier van Arkel groep, Schakelring en Thebe ) zullen uitgenodigd worden voor een gesprek. Het doel van dit gesprek is duidelijkheid krijgen over het aanbod, het aantal cliënten en de tarieven. Aanbieders uit het voorliggend veld (ContourdeTwern, Juvans, MEE en Modus) worden uitgenodigd om offerte uit te brengen en hierover het gesprek aan te gaan. De zorgaanbieders ontvangen deze budgetbrief later dan de datum van 1 augustus die vanuit het Rijk door staatssecretaris Van Rijn (VWS) is toegezegd. De gestelde deadline van 1 augustus bleek voor onze gemeente (en veel andere gemeenten) niet haalbaar en dit is dan ook door ons gemeld bij de Transitie Autoriteit Jeugd TAJ. Eenduidige gegevens nodig voor budgettair kader De nadere gegevens over het zorggebruik hebben we nodig, om een goed eenduidig inzicht te krijgen in zowel de te verwachten inkomsten als de daaruit te bekostigen uitgaven. De gegevens die we hierover al kregen vanuit het Rijk, CAK, Vektis en afzonderlijke zorgaanbieders bieden nog onvoldoende houvast. Met behulp van de aanvullende gegevens, verwachten we eind september per zorgaanbieder duidelijkheid te kunnen geven over het budgettaire kader voor 2015. Hoogste prioriteit De gemeente geeft hieraan de komende weken de hoogste prioriteit. Vooral, omdat het uitblijven van budgettaire duidelijkheid veel onzekerheid voor de betrokken aanbieders en hun medewerkers met zich mee brengt. Deze onzekerheid kan ook gevoeld worden door de cliënten, onze inwoners. Zorginstellingen lopen bovendien na januari 2015 financiële risico’s of hebben per 2015 geen of minder werk. Reden temeer om dit de grootste voorrang te geven. Naast het geven van duidelijkheid aan de zorgaanbieders over de financiële kaders, geven we de hoogste prioriteit aan het regelen van de ‘toegang’ (de gebiedsgericht werkende sociale teams). Zo zorgen wij ervoor dat de inwoners die nu al ondersteuning hebben, verzekerd zijn van passende continuering daarvan. De basis daarvoor is onder andere vastgelegd in een wettelijk overgangsrecht. Inwoners die op 1 januari 2015 extramurale Awbz-zorg of jeugdhulp ontvangen, behouden bijvoorbeeld hun rechten gedurende maximaal één jaar (tenzij de indicatie eerder afloopt). Planning vervolgprocedure De planning van de inkoopprocedure 2015 voor Zorg in Natura in het sociale domein ziet er zo uit: Datum 14 augustus 2014 Augustus 2014 14 september 2014 Oktober 2014 1 november 2014 Activiteit Aanbieders ontvangen de budgetbrief Informeren cliëntenraden en Wmo adviesraad Sluitingsdatum indienen nadere uitvraag en productievoorstel 2015 zorgaanbieders Onderhandelingen Uiterste datum sluiten overeenkomst met zorgaanbieders Stand van zaken van andere inkoopprocedures sociaal domein Naast de lokale inkoopprocedure rondom de aanbieders Wmo en jeugdhulp, lopen er ook inkoopprocedures voor de Participatiewet en voor de inkoop op regionaal niveau. De afspraken op gebied van de Participatiewet maken we voor 2015 met Baanbrekers. De inkoop van de regionale en bovenregionale jeugdhulp 2015 wordt in de regio Hart van Brabant verzorgd door de gemeente Tilburg (volmacht). Op 31 juli 2014 zijn door de gemeente Tilburg de budgetbrieven aan de zorgaanbieders verstuurd. De zorgovereenkomsten voor PGB worden door de cliënt zelf geregeld. Cliënten die een PGB ontvangen, kopen hun zorg zelf in bij de aanbieder. Wij hoeven dan ook geen inkoopafspraken te maken met aanbieders de PGB-zorg verlenen. Hiermee komen we een stuk dichterbij bij de daadwerkelijke inrichting van de organisatie en de uitvoering van de taken rondom de transitie in het sociale domein. Vanaf 1 januari 2015 zijn we hier als gemeente verantwoordelijk voor. Einde bijlage: TI Memo Inkoop sociaal domein 2015 20140814.pdf Terug naar het agendapunt
© Copyright 2024 ExpyDoc