Plots naar Marokkaans ziekenhuis Onderdeel van verslag rondreis Nico en Joyce van der Maat in maart-mei 2014, zoals beschreven in Magazine Kampeerauto nr. 09-2014. Dit is een deel uit de persoonlijke Reisbrieven, die we steeds aan familie en vrienden stuurden over onze belevenissen. Betreft het contact met een Marokkaanse arts in een kliniek, voor een acuut medisch probleem. Na een paar weken hebben we ook met de gezondheidszorg hier in Marokko te maken gehad. Was wel even hectisch. Nu alles weer onder controle is, willen we jullie deze ervaring met de medische stand in het diepe zuiden van Marokko, aan de rand van de Sahara, vlakbij de Algerijnse grens, niet onthouden. Ik, Nico, constateerde daar zaterdagochtend in Agdz een pijnlijk gevoel bij het plassen. Na de lunch plaste ik ook bloed en dat was schrikken. Net als vorig jaar in Frankrijk, toen dit blaasontsteking bleek te zijn. Dus er moest een dokter aan te pas komen. De campingbaas zei, dat er twee in het kleine stadje waren. Hij belde een taxi voor ons en gaf de chauffeur opdracht er met ons langs te gaan. De eerste bleek gesloten in het weekend en bij de tweede precies hetzelfde verhaal. Geen weekenddokter dus in dit stadje van rond tienduizend inwoners! Dan maar langs een Pharmacie, waarvan er hier veel zijn. Ook dicht, pas om vijf uur ’s middags weer geopend. Maar weer terug naar de camping. De campingbaas zei, dat de doktoren waarschijnlijk pas maandagochtend weer present zijn. Op onze vraag wat er gebeurt als je echt iets ernstigs of een ongeluk hebt, haalde hij z’n schouders op, spreidde z’n armen en zei wat lachend: ne pas, ne pas. Wij wilden niet tot maandag wachten en ook de gok niet nemen dat de Pharmacie geen medicijnen wilde geven zonder doktersrecept. We belden de noodarts van onze zorgverzekeraar in Nederland. Misschien kon die adviseren. Die is 24 uur per dag bereikbaar, is ons altijd gezegd. Maar kregen geen verbinding. Dan de SOS-centrale maar in Nederland: ook geen verbinding, ANWB-alarmcentrale tenslotte: ook niets en steeds de mededeling: lijn onderbroken. We probeerden als test één van onze kinderen te bellen. Zelfde laken en pak: lijn onderbroken. Het was dus duidelijk: geen verbinding met Nederland mogelijk. Juist niet op dit cruciale moment! Weer in overleg met de vriendelijke en behulpzame campingbaas, die inmiddels zijn Europese vrouw erbij had gehaald. Die sprak Engels en Duits. Dat maakte het een stukje gemakkelijker. Ze adviseerde naar het ziekenhuis in Ouarzazate, 58 km verderop te gaan. Met een taxi zou dat anderhalf uur duren, vanwege de hoge bergen, smalle wegen en flinke bergtoppen. De rit moest 1500 dirham (ongeveer 135 euro) kosten. We kozen ervoor en een kwartiertje later stond er een oude gele rammelende Mercedes voor ons klaar. De chauffeur reed idioot hard, negeerde alle borden en strepen op de weg waar niet mocht worden gepasseerd, haalde gevaarlijk in, toeterde als een auto voor hem niet snel genoeg aan de kant ging en passeerde voorgangers afwisselend aan de linker- of aan de rechterkant. Met soms een diep ravijn naast ons en ontbrekende vangrail. Het deed ons vaak de ogen even sluiten. Halverwege stopte hij plots en er stapte een jongeman in die naast de weg stond. Later bleek dat een hulpje die hij had gebeld en met ons mee moest in het ziekenhuis ter begeleiding. Binnen een uur waren we bij het ziekenhuis. Een particulier ziekenhuis nog wel, dus beter als waar de meeste Marokkanen gebruik van moeten maken. Nou dat hebben we ervaren! Met bijna een broek vol, maar dan van angst, stapten we uit de taxi op een pleintje voor het ziekenhuis, vol mensen, handelaren, geparkeerde ezels, auto’s, gaten in de weg en overvolle vuilnisbakken. Kortom: een vieze troep. Door een zwaar bewaakt hek gingen we naar binnen. Omdat ik na de taxirit grote aandrang had om te plassen, vroeg ik eerst naar een toilet. De hulpchauffeur liep vele gangen door en wees naar een deur. Daar waren inderdaad toiletten, maar water stroomde al de gang in. Binnen was het een grote troep en het stonk. Een toiletdeur was los en er was geen licht. Wel was ergens een wc-pot te ontwaren en op goed geluk richtte ik maar in die richting. Stond te soppen op de vloer, dus vlug weg, een spoor van natte voetstappen in de gang achter me latend. Toen in de hal melden bij een loket waarop Cassier stond. Dus eerst betalen? Maar nee, onze hulp sprak iemand aan en wees op mij. We lieten de drie woorden zien die we in het woordenboek hadden aangestreept: urine, pijn en bloed. Ah, ah, zei hij , mompelde iets van gyneacologie en wenkte mee te komen. Waarop wij: nee, nee geen gyneacoclogie, kijk: pijn, urine en bloed en ik wees ter verdere verduidelijking ook nog op m’n kruis. Hjam, Hjam, zei de man, knikte met zijn hoofd en stamelde weer iets dat leek op gyneacologie. Hij liep verder door, klopte op een deur, waar een jonge mevrouw in verscheen. Er werd wat gemompeld en in mijn richting gewezen. Ik wees daarbij op m’n kruis en zei daarbij van alles wat mijn goede geslacht kon betekenen: hommes, man, men, gentleman, no gyneacologie. Die dame leek het te begrijpen en verwees de ziekenhuismedewerker naar een andere kant. Wij er weer achteraan. Kwamen in een lange gang met banken en moesten gaan zitten. Smerige vloeren en wanden en er liepen ook katten en zelfs een hond vrij rond. Plus een wacht voor een blauwe deur, waarop stond dat een consult 40 dirham (3,50 euro) kostte. Kennelijk een eerstehulppost. Er zaten nog meer mensen te wachten. Op een bord stond in het Frans dat vrouwen het recht hebben om een vrouwelijke arts te vragen. Niets over die rechten voor de man die misschien een mannelijke dokter wil. Dus discriminatie stelden we vast. Op een gegeven moment mochten we naar binnen. De chauffeurhulp kreeg een grote mond en werd de kamer uitgestuurd. Ik kreeg een stoel en Joyce moest blijven staan. Was een jonge dokter, althans dat denken we, want hij had een donkerblauwe stofjas, gelijk de loodgieters bij ons aan. Zat achter een smerig houten bureau met allerlei losse papieren erop. We lieten de drie woorden: urine, pijn en bloed weer zien. In een klein beetje Engels en Frans konden we hem duidelijk maken dat we dachten dat dit blaasontsteking kon zijn. Hij keek bedenkelijk, ging staan en gebaarde iets met z’n handen. Ik moest op een behandeltafel gaan liggen. Daar lag een soort smerige theedoek op vol vlekken en die trok ik er eerst af. Maar dat mocht niet, die moest onder m’n achterste als ik ging liggen. Nou vooruit dan maar ! Met een ruk trok de dokter een halfhangend gordijn dicht, anders kon iedereen op het plein voor het ziekenhuis me zien liggen. Broek naar beneden en daar begon het onderzoek. Op alle organen werd flink gedrukt, tot in de rug aan toe, steeds met de vraag of dat pijn deed. Antwoord was steeds: nee. Toen betastte hij m’n geslachtsdelen, kneep en drukte, maar geen pijn zei ik steeds. Deed hij met z’n blote handen, geen handschoenen aan. Voor mij geen probleem, had ’s morgens nog gedouched. Maar waar had de dokter eerder aan gezeten? Wie was de volgende patiënt? Onbegrijpelijk! Terwijl wij hier vaak onze handen meerdere keren per dag goed met zeep wassen als we op de markt zijn geweest, veel vies geld terug hebben gehad, een toilet hebben bezocht of spontaan de hand werden geschud. Ook wassen we alle groenten en fruit in mineraal water dat we in flessen van vijf liter kopen. Op die manier hebben we de gevreesde diaree gelukkig nog goed buiten de deur kunnen houden. Maar deze dokter, hygiëne? Niks daarvan ! Hij gebaarde: opstaan en zonder z’n handen te wassen (er was niet eens een wasbakje in die kamer zagen we later) ging hij weer achter z’n houten bureau zitten en concludeerde: blaasontsteking. Wij nog iets van: urine geven, controle, test, laboratorium, maar nee hoor, blaasontsteking en begon te schrijven: 3 dozen pillen. Eén daarvan was antibiotica, kuur afmaken en dat herkenden we wel. Verder kleine oranje pilletjes drie keer op een dag en grotere pillen eenmaal per dag voor het slapen gaan. Met water innemen na de maaltijd begrepen we, maar niet voor het derde doosje. No water? Nee, no water, maar, maar……hij ging staan en wees op z’n billen. Was dus duidelijk: zetpillen. We moesten er allemaal om lachen. Bij de vraag wat het kostte pakte Joyce gelijk een briefje van 100 dirham uit haar portemonnee. Hij zag dat en zei gelijk: okay, pakte het, frommelde het in de zijzak van z’n loodgietersjas en stond op om ons naar de deur te begeleiden. Van het consulttarief van 40 dirham was geen sprake meer. Wij wilden een rekening, dus ging hij weer zuchtend zitten. Schreef een heel verhaal en het getal 100 op een stuk papieren, stempel erop en liep toen naar een andere deur die rechtstreeks op het plein uitkwam. Stak z’n ongewassen hand toe en we werden genood naar buiten te gaan. Stonden gelijk weer op het plein, waar de taxi op ons wachtte. Nu naar een Pharmacy. De eerste twee in deze grote stad waren dicht. De derde gelukkig open en snel hadden we de medicijnen. 456 dirham bij elkaar plus een rekening, zodat we die later kunnen indienen bij onze zorgverzekeraar. Buiten gekomen was de taxi leeg, de chauffeur eruit. Waar was hij? Bleek even verder op de stoep geknield op een kleedje aan het bidden te zijn. Niet lachen, zeiden we snel tegen elkaar, net doen of we het niet zien, anders wordt hij misschien wel kwaad. Maar we zeiden ook gelijk tegen elkaar: wij kunnen beter bidden, voor een behouden terugreis met deze als een idioot rijdende chauffeur. Spoedig stond hij op en konden we vertrekken. Hij reed terug aanmerkelijk rustiger, vroeg steeds of het goed ging, een verademing van zijn rijstijl. Anderhalf uur later werden we bij de camping afgezet. Misschien, zo dachten we, heeft hij bij vertrek van de heenreis de opdracht gekregen van de campingbaas zo snel mogelijk naar het ziekenhuis te rijden. Als betaling vroeg hij nu 85 Euro, terwijl we 1500 dirham, omgerekend 135 Euro, hadden afgesproken. Een koopje dus, maar wij zeiden: geen euro’s maar dirham. Op het papiertje dat we hem voorhielden schreef hij toen tot onze grote verrassing 400 Dirham. Niet te begrijpen, 1100 minder. We betaalden snel, hij lachte vriendelijk en wij natuurlijk ook en terug naar de camper. Daar gelijk de eerste twee pillen genomen. ’s Avonds lekker buiten gezeten, want het was die dag 39 graden geweest. Binnen in de camper was het dezelfde of nog warmere temperatuur. Dat merkte ik ’s avonds heel goed bij het hanteren van de eerste zetpil. Het doosje had de hele avond ook in die temperatuur gelegen. Dus alles was heel zacht geworden….Probeer dan maar eens zo’n klein raketje naar binnen te werken! Kledderzooi dus en mislukt. Wat nu? We kwamen op het idee een pil even in het vriesvakje van de koelkast te doen. Een lumineus idee bleek, want binnen drie kwartier waren de overige zetpillen weer hard ! Toen geen probleem meer. Dus een goede tip misschien, want het voordeel van zo’n ijskoude pil in je achterste is wel, dat je gelijk héél goed voelt dat deze de goede kant op gaat! De volgende morgen was de meeste pijn al verdwenen, bloed werd niet meer aangetroffen. Spoedig was alles weer als van ouds en konden we er gelukkig om lachen. NICO en JOYCE van der MAAT NASCHRIFT: De drie in Marokko voorgeschreven medicijnen zijn per mail aan de eigen huisarts thuis doorgegeven. Zijn antwoord: antibiotica is één van de zwaarste die er is en wordt in Nederland zelden voorgeschreven vanwege vele bijwerkingen. Wel slikken en kuur afmaken. Over zetpillen (tegen de pijn) adviseerde hij gelijk te stoppen, evenals met derde tablet, beiden ook vanwege vermeende bijwerkingen.
© Copyright 2024 ExpyDoc