Provincie Groningen Provinciale Staten, commissie omgeving en milieu Ons kenmerk: 12-01-MT Betreft: decentralisatie akkoord natuur Groningen, 01 maart 2012 Geachte leden van Provinciale Staten, Op 7 maart a.s. behandelt u de uitvoeringsafspraken van het onderhandelingsakkoord decentralisatie Natuur en de brief van 23 februari jl. die u daarover van het College heeft ontvangen. Ondergetekenden - Het Groninger Landschap, Natuurmonumenten, LTO Noord, BoerenNatuur, Staatsbosbeheer, Landschapsbeheer Groningen, IVN-consulentschap Groningen en de Natuur en Milieufederatie Groningen - zouden graag op deze brief willen reageren. Wij ondersteunen het voornemen van GS om bij de herijking van de EHS het Groenmanifest als “beleidsmatig vertrekpunt” te nemen. Daarmee kan de plattelandsontwikkeling in Groningen weer een impuls worden gegeven. Wij zijn dan ook verheugd dat het College hiervoor provinciaal budget beschikbaar stelt. Voor ons is het op dit moment echter niet mogelijk om op grond van de geboden informatie in de brief te kunnen beoordelen of het financieringsvoorstel vanuit GS voldoende budget zal creëren om het Groenmanifest uit te kunnen voeren. Wij verzoeken u daarom er bij het College op aan te dringen dat het College – ook na overleg met de gebiedspartners – hierover zo snel mogelijk meer inzicht verschaft. Als natuur-, landschaps- en landbouworganisaties werken en denken wij natuurlijk graag met de provincie mee om het Groenmanifest tot uitvoering te kunnen brengen. Uitvoeringsafspraken natuurakkoord In december 2011 besloot Provinciale Staten niet in te stemmen met het landelijke onderhandelingsakkoord over de decentralisatie van natuurbeleid, landschapstaken en plattelandsontwikkeling. Met de nu gemaakte en aangevulde uitvoeringsafspraken van Rijk en IPO is geen oplossing geboden voor de bezwaren tegen het onderhandelingsakkoord natuur. Wel is nu duidelijk dat het Rijk de volle verantwoordelijkheid draagt voor de Internationale verplichtingen en het agrarisch natuurbeheer buiten de EHS (met ingang van 2014). Als het gaat om beheer van bestaande natuur zijn volgens het akkoord de provincies vanaf 2014 financieel verantwoordelijk. Het Rijk voegt hiertoe jaarlijks 105 miljoen euro toe aan het provinciefonds (in plaats van de oorspronkelijke 100 miljoen euro). Uit berekeningen van het IPO blijkt echter dat jaarlijks circa 250 -300 miljoen overheidsbijdrage voor het beheer vereist is, boven op het bedrag wat de terreinbeheerders zelf op tafel leggen. Daarnaast is er nog veel onduidelijkheid over de verantwoordelijkheden en financiering van de hydrologische maatregelen en de PAS. Het onderhandelingsakkoord zet in op de verwerving – landelijk - van 17.000 hectare en inrichting van 40.000 hectare. Hiervoor is ongeveer € 900 miljoen benodigd. De financiering hiervan wordt volledig afhankelijk gemaakt van verkoop van bestaande reeds aangekochte gronden (grond-voor-grondprincipe). Hiervoor worden 16.900 hectare ruilgrond beschikbaar gesteld. Dit levert circa 500 miljoen euro op. Een tekort derhalve van € 400 miljoen. Bovendien worden alle huidige rijksopgaven op het gebied van landschap door de rijksoverheid geschrapt. Deze ‘vervallen Rijkstaken’ zijn van groot belang voor de gebiedsgerichte aanpak en daarmee voor de leefbaarheid op het platteland. De verantwoordelijkheid voor het behoud van het karakteristieke cultuurlandschap komt nu volledig bij de provincies te liggen, echter zonder overdracht van de bijbehorende budgetten. Zonder steun van de provincie zal ons cultuurlandschap een forse klap krijgen. De afspraken over het agrarisch natuurbeheer buiten de EHS roept bij ons vragen op. Het Rijk zal volledig de betaling hiervan voor zijn rekening nemen. In de huidige systematiek is de provincie verantwoordelijk voor het natuurbeheerplan en geeft daarmee sturing waar de middelen terecht komen. Ook niet agrariërs in het cultuurlandschap kunnen nu meedoen mits het past in het natuurbeheerplan. Een belangrijk aandachtspunt in de verdere uitwerking van de gemaakte afspraken vinden wij dat de provincie hierop de regie kan blijven voeren en daadwerkelijk voldoende middelen ontvangt van het Rijk voor het beheer volgens het natuurbeheerplan. Wij maken ons zorgen over de gevolgen van het decentralisatieakkoord en de daarmee gepaarde kortingen op de natuur- en landschapswaarden in onze provincie. Tegelijk valt te constateren dat het proces nu voortgaat en dat de landelijk veroorzaakte impasse al meer dan een jaar duurt. Gebiedsprocessen zoals in Midden-Groningen, Westerwolde, het Reitdiep gebied en het Zuidelijk Westerkwartier liggen ondertussen stil. Om de plattelandsontwikkeling in Groningen weer de benodigde impuls te kunnen geven dient deze impasse doorbroken te worden. Vandaar dat wij de conclusie van het College ondersteunen om mee te werken aan de uitvoeringsafspraken. Uitvoering Groenmanifest en beschikbaar budget Het afgelopen jaar is er door de bezuinigingen en de herijkingsdiscussie een patstelling ontstaan, schadelijk voor zowel landbouw, natuur als het landschap in onze provincie. Deze situatie vraagt om aanpassingen van het huidige beleid en het stellen van prioriteiten. Vandaar dat De Groenmanifest– partners* vorig jaar het initiatief hebben genomen tot het opstellen van een Groenmanifest. Doel van dit manifest is om de gezamenlijke inzet te formuleren om ook met minder middelen te komen tot een vitaal landelijk gebied met als belangrijke pijlers een goed functionerende EHS en een economisch en ecologisch duurzame landbouw. Wij zijn zeer tevreden dat het College de kerntaken die zij ambieert op het gebied van natuur en plattelandsontwikkeling wil oppakken met de ambities geformuleerd in het Groenmanifest als vertrekpunt. De succesvolle uitvoering daarvan valt en staat met het beschikbare budget. Het is dan ook essentieel dat de provincie niet in navolging van het Rijk nog verder bezuinigt, maar dat er budget wordt vrijgemaakt om de regierol voor de natuur, het landschap en de vitaliteit van het platteland naar tevredenheid op te kunnen pakken. De noodzaak om eigen provinciaal budget in te zetten wordt ook onderschreven door ‘de aanvullende analyse van het natuurakkoord’ uitgevoerd door het Planbureau voor de Leefomgeving (zie bijlage). Naar aanleiding van de brief van GS betreffende de uitvoeringsafspraken decentralisatie natuur staan er nog veel vragen open met betrekking tot de verwachtte kosten van en het werkelijke budget voor natuurbeheer, verwerving en inrichting, plattelandsontwikkeling en de te vondeling gelegde rijkstaken. Wij verzoeken u daarom er bij het College op aan te dringen dat het College – ook na overleg met de gebiedspartners – hierover zo snel mogelijk meer inzicht biedt. Pas dan kan duidelijk zijn of het door het College ingezette beleid voldoende is om het Groenmanifest in zijn geheel uit te kunnen voeren. Tot slot Als natuur-, landschaps- en landbouworganisaties werken en denken wij natuurlijk graag met de provincie mee om het Groenmanifest tot uitvoering te brengen. Wij zijn verheugd dat het College de noodzaak inziet om hier ook eigen provinciaal budget voor vrij te maken. Hoogachtend, LTO Noord Natuur en Milieufederatie Groningen Het Groninger Landschap Natuurmonumenten Staatsbosbeheer BoerenNatuur Groningen Landschapsbeheer Groningen IVN consulentschap Groningen H. Sinnema S. van der Velde R.G. Jansen W. Alblas H. Sieben A.W. Datema J. de Milliano F. de Jong *Groenmanifest-partners: BoerenNatuur, Het Groninger Landschap, LTO Noord, Natuur en Milieufederatie Groningen, Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer.
© Copyright 2025 ExpyDoc