Factsheet - Veiligheidsregio Fryslân

Rampbestrijdingsplan BASF locatie Heerenveen
Veiligheidsregio Fryslân is een samenwerkingsverband van de Friese gemeenten, Brandweer Fryslân, GGD
Fryslân en andere partners zoals de politie en waterschappen. Kerntaken zijn de bestrijding van rampen en
incidenten, het in kaart brengen van risico’s en het treffen van voorbereidingen. Daarbij gaat het om
veiligheid, publieke gezondheid en de zorg voor slachtoffers en gewonden na een ramp of incident. Hiervoor
stelt de veiligheidsregio onder andere rampbestrijdingsplannen op. Voor de bestrijding van een crisis bij
BASF, locatie Heerenveen, heeft Veiligheidsregio Fryslân in mei 2014 een rampbestrijdingsplan vastgesteld.
Deze factsheet geeft op hoofdlijnen weer welke afspraken in dit plan zijn gemaakt.
Waarom een rampbestrijdingsplan?
Volgens de Wet veiligheidsregio’s dienen veiligheidsregio’s voor BRZO-bedrijven (Besluit Rampen en Zware
Ongevallen) een rampbestrijdingsplan op te stellen. BASF te Heerenveen is een BRZO-bedrijf. Een BRZO-bedrijf
wordt als risicovol gezien, omdat ze producten produceren waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken. Mocht er
iets gebeuren bij zo’n bedrijf, bijvoorbeeld het uitbreken van een brand, dan is de kans aanwezig dat dit effect
heeft op de omgeving buiten het bedrijf. Het is daarom belangrijk om vooraf in kaart te brengen welke risico’s er
binnen een BRZO-bedrijf zijn en hoe de effecten bij een eventuele calamiteit en/of incident worden bestreden. De
multidisciplinaire procesafspraken die hier voor nodig zijn, worden vastgelegd in een rampbestrijdingsplan. Scenario’s
die in het plan worden beschreven hebben betrekking op een direct schadelijk effect voor de volksgezondheid, een
effectgebied die schade toebrengt aan personen of materieel tot buiten het bedrijf zelf en andere incidenten die om
bestuurlijke aandacht vragen.
Hoe ziet het rampbestrijdingsplan eruit?
Het rampbestrijdingsplan BASF is een operationeel plan waarin de aanpak van concrete crisissituaties is
beschreven. Het plan bestaat uit drie delen:
1.
Bedrijfsinformatie: de werkzaamheden van BASF, voorzieningen die nodig zijn voor de bestrijding van een
calamiteit en/of incident op en buiten het terrein en een beschrijving van de omgeving.
2.
Scenario’s: beschrijving en uitwerking van relevante crisisscenario’s.
3.
Bestuurlijke informatie: publicatie en het beheer van het rampbestrijdingsplan, betrokken partijen, een
afkortingenlijst en een overzichtskaart.
De veiligheidsregio heeft het rampbestrijdingsplan geactualiseerd in samenwerking met BASF, de gemeente
Heerenveen, de Meldkamer Noord Nederland (MkNN) en de regionale hulpverleningsdiensten. Het plan treedt op 1
juli 2014 in werking.
Welke crisisscenario’s zijn uitgewerkt?
Op basis van het Veiligheidsrapport zijn voor BASF te Heerenveen vier crisisscenario’s uitgewerkt: 1. tankputbrand
met de gevaarlijke stof styreen, 2. plasbrand, 3. toxische wolk met ammonia en 4. brand in een PGS-15
opslagvoorziening. In een Veiligheidsrapport worden onder andere alle risico’s en scenario’s van het betreffende
bedrijf beschreven. Voor de grootste risico’s en scenario’s worden plannen opgesteld. Per scenario zijn zaken
uitgewerkt zoals de bevoegdheid tot alarmeren, het onmiddellijk stopzetten van de werkzaamheden, alarmering van
de hulpdiensten, operationele leiding en coördinatie en het activeren van het plan. Daarnaast is voor iedere partij die
een rol heeft tijdens een incident beschreven wat zij moeten doen.
Wanneer treedt het rampbestrijdingsplan in werking?
Het rampbestrijdingsplan BASF maakt onderscheid in een reguliere alarmering en een opgeschaalde alarmering.
Hieronder wordt toegelicht wanneer van welke alarmering sprake is:
•
•
•
Reguliere alarmering
Wanneer er sprake is van een (regulier) incident, bijvoorbeeld een klein brandje in één van de
opslagvoorzieningen, zijn het Commandoteam BASF*1 en vervolgens de Ploegleider BASF*2 bevoegd om
procedures van alarmering binnen en buiten het bedrijf en de inwerkingstelling van bestrijdingsacties binnen
het bedrijf te activeren. Hierbij kunnen eventueel ook de hulpverleningsdiensten worden gealarmeerd die
vervolgens ter plaatse komen en meehelpen met de bestijding van het incident.
Opgeschaalde alarmering
Wanneer de hulpverleningsdiensten (gezien de aard en omvang van het incident) behoefte hebben
aan gecoördineerd optreden, kunnen zij besluiten om op te schalen naar een Gecoördineerde Regionale
Incidentbestrijding Procedure (GRIP 1). Op dat moment wordt er ter plaatse een zogenaamd Commando
Plaats Incident (CoPI) geformeerd. Het CoPI bestaat uit de operationeel leidinggevenden van de
verschillende hulpverleningsdiensten en wordt eventueel (op verzoek) uitgebreid met de Ploegleider BASF.
Activeren rampbestrijdingsplan
Wanneer naar inschatting van het CoPI het incident dusdanige proporties aanneemt, kan het
rampenbestrijdingsplan geactiveerd worden. Dit wordt gedaan door de hoogst leidinggevende te plaatse
die aan de meldkamer het juiste scenario doorgeeft: 1. tankputbrand met de gevaarlijke stof styreen, 2.
plasbrand, 3. toxische wolk met ammonia of 4. brand in een PGS-15 opslagvoorziening. In zo’n situatie
wordt direct opgeschaald naar GRIP 3. Op dat moment wordt er gewerkt conform de scenario’s die
uitgewerkt zijn in het rampbestrijdingsplan. Naast een Commando Plaats Incident (CoPI) worden er dan
ook een Regionaal Operationeel Team (ROT) en Gemeentelijk Beleidsteam (GBT) actief *3.
GRIP
GRIP staat voor ‘Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure’. GRIP is in Nederland een landelijke
afspraak over de opschaling van incident- en rampenbestrijding voor professionele hulpverleners. GRIP kent vier
fases. De fases worden onderverdeeld naar de aard en omvang van het incident; van GRIP 1 ten behoeve van de
bestrijding van het incident in het brongebied tot en met GRIP 4, de bestrijding in bron- en effectgebied op
regionaal niveau. Veiligheidsregio Fryslân heeft een eigen GRIP-regeling vastgesteld. Bekijk het GRIP-boekje
voor meer informatie: www.vrfryslan.nl/grip.
Bijzonderheden
Een aandachtspunt bij het rampbestrijdingsplan BASF is dat het industrieterrein ''Kanaal-West'' de beschikking heeft
over één ontsluiting (één aan- en afvoerroute). Om deze reden zijn er op het terrein twee verzamelplaatsen voor de
opvang van mensen aangewezen. Wanneer deze ontsluiting onder de rook ligt, zullen het Commando Plaats
Incident (CoPI) en het Regionaal Operationeel Team (ROT) samen met de Geneeskundig Adviseur Gevaarlijke
Stoffen (GAGS) en de Meet Plan Leider (MPL) de mogelijke scenario’s bespreken. Aansluitend wordt door het ROT
bepaald van welke verzamelplaats gebruik kan worden gemaakt.
Meer informatie?
U kunt het rampbestrijdingsplan BASF locatie Heerenveen vinden op het extranet van Veiligheidsregio Fryslân.
Daarnaast kunt u het plan opvragen bij de Afdeling Crisisbeheersing van de veiligheidsregio:
[email protected] of telefonisch via 088 22 99 111. Voor vragen of meer informatie kunt u
eveneens contact opnemen met de Afdeling Crisisbeheersing.
*1 Het commandoteam wordt gevormd door: Site director, Operation manager, EHS Manager, Sr. EHS specialisten Manufacturing
managers. Buiten kantooruren vervullen de leden van het team een consignatiefunctie.
*2 De ploegleider heeft de operationele leiding tijdens een incident. Hij heeft de bevoegdheid alle handelingen te verrichten die
noodzakelijk zijn om de alarmsituatie op te heffen. Dit houdt tevens in het aansturen van de BHV-ploeg, de EHBO-ploeg en in geval
van ontruiming het aansturen van de managers en leidinggevenden. Zodra de overheidshulpdiensten ter plaatse zijn, neemt de
hoogst leidinggevende van de overheidshulpdiensten de operationele leiding over.
*3 Wanneer het rampenbestijdingsplan daadwerkelijk wordt geactiveerd stuurt het bedrijf (op verzoek) een afgevaardigde in het
CoPI, ROT en GBT namelijk: CoPI (is ploegleider), ROT (is EHS manager) en GBT (is Site Director).