W E R K D O C U M E N T DE PRODUKTIVITEI TSSTI J G I N G VAN DE NEDERLANDSE LANDBOUW EN DE ONTWIKKELING VAN DE OPPERVLAKTE CULTUURGROND door Ing. T. Hopman 1980-54 Abw . K S D I E N S T februari VOOR D E I J S S E L M E E R P O L D E R S S M E D I N G H U I S L E L Y S T A D - 3 - I N H O U D 1. INLEIDING 2. DE OPPERVLAKTE CULTUURGROND 3. OORZAKEN VOOR DE TOENAME VAN DE LANDBOUWPRODUKTIE 3.2'. De ontwikkelingen in het verbruik van de meststoffen N, F e '5 en K20 uit stalmest en kunstmest 3.3. De landbouwkundige gevolgen van de zwaardere N-bemesting 3.4. Het verbruik van akkerbouw- en graslandprodukten door mens en dier 4. HET VERVOEDEREN VAN KRACHTVOEDERS AAN DE NEDERLANDSE VEESTAPEL 4.1. Afvalprodukten 4 . 2 . De herkomst van de krachtvoergrondstoffen 5. DE GEVOLGEN VAN HET KRACHTVOERVERBRUIK 5.1. De krachtvoerbehoefte 5 . 2 . De oppervlakte buitenlandse cultuurgrond 6. SAMENVATTING - - 5 . . I I . INLEIDING ' I n d i t r a p p o r t wordt een poging gedaan om d e produktietoename van d e . Nederlandse landbouw t e o n t l e d e n en bm de o n t w i k k e l i n g e n i n d e opperv l a k t e 'landbouwgrond na te gaan met name d e i n v l o e d daarvan op d e hoeT v e e l h e i d c u l t u u r g r o n d welke Nederland nodig gehad zou hebben om ook a l l e g e f m p o r t e e r d e voedermiddelen binnen d e e i g e n l a n d s g r e n i e n t e ver-. bouwen i s d a a r b i j i n t e r e s s a n t . . . A l s bron werden d e j a a r l i j k s e L.E.1 .-C.B.S.ruitgaven "iandbouwci j f e r s " gebruikt. ' . . t A a n v a n k e l i j k was h e t m i j n b e d o e l i n g om e e n ' p r o d u k t i e b a l a n s op t e 6ouwen van de Nederlandse landbouw. Er zou dan worden begonnen b i j d e produkt i e van d e grond, door toevoeging van m e s t s t o f f e n en k r a c h t v o e r zou , dan e e n s l u i t e n d e b a l a n s opgebouwdkunnen worden. Deze o p z e t b l e e k t o t a a l onmogelijk, omdat de opvolgende j a a r t a b e l l e n v e e l a l n i e t goed op e l k a a r a a n e l u i t e n , d o o r d a t de o m s c h r i j v i n g van e e n kolom vaak v e r k c h i l l e n d i s . B i j kolommen d i e o p p e r v l a k k i g g e z i e n u i t e n k e l e a n d e r e kolornmen z i j n samengesteld b l i j k e n d a t b i j nauwkeuriger doorrekenen n i e t te z i j n . Er z i j n dan b.v. e e n a a n t a l o n d e r d e l e n weggelaten o f d e toename van d e iand- . nieuwe toegevoegd. Na d e z e v e r g e e f i e poging bouwproduktie i n balansvorm te behandelen, i s h e t onderwerp meer s c h e t s m a t i g behandeld. D e g e t a l l e n r e e k s moet men o p z i c h z e l f l e z e n omdat d o o r combineren of doorberekenen t e gemakkelijk onbetrouwbare e n o n j u i s t e . . c o n c l u s i e s worden getrokken. V e r k l a r i n g van e n i g e g e b r u i k t e a f k o r t i n g e n en begrippen. VEM = 'voedereenheid melk KVEM = 1000 VEM . . g v r e = grammen voedernorm ruw e i w i t . VEM i s e e n vervangend b e g r i p voor h e t v r o e g e r e b e g r i p zetmeelwaarde. VAI wordt u i t g e d r u k t i n a a n t a l l e n p e r kg p r o d u k t . . . , VEM g e e f t d e energiewaarde a a n d i e van e e n voedermiddel b e s c h i k b a a r komt voor d e melkproduktie. , g v r e geef t d e hoevkelheid voedernorm ruw e i w i t aan d i e u i t een voedermidd e l , b e s c h i k b a a r komt voor d e p r o d u k t i e v a n d i e r l i j k e produkten. . . , ' , . ' . - 6 i ,?I , 2. DE OPPERVLAKTE CULTUURGROND . . . . . . . Vanaf 1900 tot het eind van de vijftiger jaren nam de oppervlakte cul- . tuurgrond in Nederland toe (zie tabel 1). Daarna is een daling ingetre-den. . ..~ .. . -. Tabel I. Oppervlakte grasland, bouwland en de totale opprvlakte cultuurgrond in Nederland in ha I Jaar Bouwland Grasland incl. kunstweide 1900 1910 1920 1930 1940 1949 1950 1955 1960 1965 1966 1970 1971 1972 1973 1974 1975 1976 1977 849.757 849.743 891.444 851.719 914.326 947.993 929.910 922.576 891.138 807.827 783.700 686.146 678.829 685.548 674.876 675.270 674.756 683.315 698.474 1.199.665 1.225.559 1.231.020 1.323 -775 1.347.555 1.353.845 1.317.111 1.296.482 1.326.816 1.337.151 1.349.325 1.333;664 1.326.476 1.317.056 . 1.310.810 1.298.476 1.286.195 1.270.130. 1.238.984 . Totaal cultuurgrond ' 2.084.600 2.122.370 ,. .... 2.183.705 , 2.257.361 2.324.324 . *.". 2.311.112 2.338.385 . . 2.307.582 . , . ,. .. 2.317.232 <,. . 2.255.968, 2.247.156 . . ,.. 2.142.595 ... 2.128.500 . .. 2.113.802 . - . . ,. . 2.100.158 ,. . ' . . . 2.091.585 . . ,. . 2.081.964 2.073.105 2.060.280 '- 3 ~ I De toename werd veroorzaakt door ontginningen van woeste gronden (denk aan heidevelden en veengebieden) en door inpolderingen (hoofdiakelijk van de IJsselmeerpolders). De ontginningen zijn in de crisisjaren veelal uitgevoerd vanwege het scheppen van "werkgelegenheid". ~ e t , heette toen "werkverschaffing". Na de oorlog zijn de ontginningen nog doorgegaan omdat men behoefte had aan landbouwgronden. Men wist nog maar a1 te goad wat gebrek aan voedsel was. Na de oorlog kwamen de moderne landbouwmethoden op gang, men gebruikte meer kunst-' mest en men ging krachtvoer importeren. De paarden werden afgeschaft en vervangen door trekkers. Ook door ruilverkavelingen en door ziekte-' bestrijding, zowel bij de planten als het vee, ging de produktie sterk omhoog, waardoor de voedselvoorziening min of meer veilig werd gesteld. In hetmidden van de vijftiger jaren kwam de gedachte van meer "natuurbehoud" op. Men had immers geen voedselgebrek meer en men kon aan iuxere dingen denken en werken. Het gevolg was dat er een einde kwam aan de ontginningen. Dus uit deze sector komt de laatste 20 h 25 jaar geen cultuurgrond meer vrij. Er bestaat soms de neiging om het omgekeerde te gaan doen, dus om van cultuurgronden weer natuurgronden te maken. . De moderne landbouwmethoden met kunstmest, ziektebestrijding en krachtvoerimport op de resterende cultuurgrond maken dat dit mogelijk wordt.. In het begin van de zestiger jaren kwam de moderne stedebouw op gang, de gezinnen werden kleiner en de bevolking nam toe. De moderne stede- , bouw vraagt veel grond voor huizenbouw en industrievestigingen en wegenaanleg. Het gevolg is dat per inwoners aanzienlijk meer grond nodig is , dan b.v. voor 1940. Door i n p o l d e r i n g e n van d e Markerwaard kan w e l l i c h t nog een k e e r c a . 40.000 ha g r o n d warden d r o o g g e l e g d . De i n g e p o l d e r d e grond werd v r o e g e r , denk a a n d e W i e r i n g e r m e e r , d e N o o r d o o s t p o l d e r e n d e v r o e g e r e d r o o g m a k e r i j e n z o v e e l m o g e l i j k a l s landbouwgrond g e b r u i k t . W a t e r p a r t i j e n d i e e e n bodem hadden d i e n i e t of minder g e s c h i k t was a l s landbouwgrond werden n i e t i n g e p o l d e r d . Wat z i e n w e e c h t e r na d e z e s t i g e r j a r e n gebeuren? Gronden d i e u i t e r m a t e g e s c h i k t z i j n voor landbouwgronden, warden t o t stedebouwgrond e n t o t n a t u u r t e r r e i n v e r k l a a r d . e n s l e c h t e r e gronden warden t e n k o s t e van v e e l g e l d nog g e s c h i k t gemaak;. voor landbouw. Dus d e i n p o l d e r i n g e n van pakweg d e l a a t s t e 2 0 j a a r i e t t e n w e i n i g zoden meer a a n d e d i j k voor de u i t b r e i d i n g van h e t a r e a i l c u l t u u r g r o n d . Na h e t midden van d e v i j f t i g e r j a r e n n e e m t h e t a r e a a l c u l t u u r g r o n d dus a f : . Wat z i e n we e c h t e r a l s we d e o n t w i k k e l i n g e n i n d e landbouwproduktie . e n d e p r o d u k t i v i t e i t b e k i j k e n ? Deze neemt t o e , We hebben g e z i e n d a t d e l a a t s t e 25 j a a r d e l a n d u i t b r e i d i n g n i e t d e o o r z a a k van d i e toename i s . I n d e v o l g e n d e h o o f d s t u k k e n z u l l e n e n k e l e f a c t o r e n worden genoemd d i e we1 v e e l hebben b i j g e d r a g e n t o t d i e p r o d u k t i e t o e n a m e . I 3. OORZAKEN VOOR DE TOENAME VAN DE LANDBOUWPRODUKTIE ( 3.1. Algemeen ' De oorzaak van de toename van de landbouwproduktie moet men in de ge-'. schiedenis zoeken. In de vorige eeuw ging het met de boerenstand slecht. In die tijd was een zeer groot percentage van de bevolking afhankelijk van de landbouw. De boeren hadden nog veel personeel in dienst. Industrie bestond er nog nauwelijks. In de tweede helft van de vorige eeuw was er een grote crisis. Daardoor ging het slecht met de boeren en de boerenarbeiders. De regering wilde hun een beter inkomen verschaffen. Een mogelijkheid daartoe was het landbouwonderwijs op gang brengen en dat is gebeurd ook. De landbouwvoorlichting en het onderzoek kwamen op gang, met als basis het landbouwonderzoek en voorts door voorlichting en onderwijs kwam de ontwikkelingsmachine op gang en werd de boeren bijgebracht hoe men het inkomen kon vergroten. Deze machine is'nog steeds niet gestopt. De nagestreefde inkomensvergroting bleek te resulteren in een produktievergroting per mankracht, mede vanwege de opkomende mechanisatie. Omdat de oppervlakte grond per bedrijf nauwelijks Ban worden uitgebreid, werden na 1950 steeds meer werknemers afgestoten. Mechanisatie was namelijk pas verantwoord als er per machine grote hoeveelheden produkt worden verwerkt. Een grotere totale produktie was dus alleen mogelijk door de produktie per ha te vergroten. Dat gebeurde door cultuurtechnische verbeteringen, zoals perceelsvergroting en waterbeheersing en door het gebruik van meer mest en door invoer van krachtvoer, In het buitenland kan men bepaalde krachtvoergrondstoffen goedkoop produceren en verder worden er afvalstoffen van de voedingsindustrie verwerkt. Enkele afvalstoffen zijn: gedroogde bierborstel van de bierbrouwerijen, gedroogde aardappelvezels van de aardappelmeelfabrieken, gedroogde pulp van de suikerindustrie, schroot en schilfers van de spijsolie- en margarine-industrie, en diermeel, hetlaatste is een zeer eiwitrijk produkt van destructiebedrijven. 3.2. De ontwikkelingen in het verbruik van de meststoffen N, P205 en K20 uit stalmest en kunstmest Het gebruik van meststoffen valt uiteen in twee delen nl. stalmest en kunstmest Over stalmestgebruik voor 1950 zijn weinig hoeveelheidsgegevens bekend. De bemestende waarde ervan is zeer goed bekend dank zij landbouwkundig onderzoek. We kunnen echter gevoeglijk aannemen dat de stalmestproduktie voor 100% afhankelijk is van het aantal landbouwhuisdieren. Het is niet bekend of er we1 eens stalmest is ingevoerd. Het lijkt onwaarschijnlijk. Vanaf 1950 zijn we1 stalmestproduktiegegevens bekend, zie tabel 2. . ' Tabel 2. Mestproduktie van runderen, varkens en pluimvee (x 1000 ton) SlachtVarkens LegJaar Rundvee Mestkalveren kippen kuikens 1950 1960 1965 1970 1975 1976 19.662 24.383 25.455 28.050 32.146 32.277 5 172 395 964 1.036 1.045 2.643 3.918 5.268 8.873 12.200 11.242 922 701 653 731 912 921 219 228 334 345 347 Eenden Kalkoenen 24 77 46 32 20 19 0 0 0 7 11 9 ' , i . . , , ' I n t a b e l 3 wordt vanaf 1 9 3 9 / ' 4 0 e e n o v e r z i c h t gegeven van d e v e r b r u i k t e ' hoeveelheden s t i k s t o f , f o s f a a t e n k a l i g e l e v e r d door zowel s t a l m e s t e n . . kunstmest. I. We z i e n b i j s t a l m e s t d a t d e v e r b r u i k t e hoeveelheden s t i k s t o f en k i i i , . ' , , t u s s e n 1950 en 1976 z i j n v e r d u b b e l d . , . Dat b e t e k e n t d a t d e bemesting van c u l t u u r g r o n d met s t a l m e s t ook onge-.:. ., . v e e r i s verdubbeld. . . . L Er i s d e l a a t s t e j a r e n W e 1 e e n s s p r a k e van s t a l m e s t o v e r s i h o t t e n , maar, .. h e t i s v o o r a l e e n probleem van o n g e l i j k e v e r d e l i n g van d e p r o d u k t i e : ., o v e r d e landbouwgebieden van Nederland. . ' ' ,I I Over h e t g e b r u i k van kunstmest i s i e t s meer bekend dan over s t a l m e s t . .. - Tabel 3. Verbruik van s t i k s t o f , f o s f a a t e n k a l i u i t kunstmest e n i t a l m e s t (x 1000 t o n ) Jaar 1939/'40 1950/'51 1955/'56 1960/'61 1965,' '66 1970/'71 1975/'76 , N ult P2O5 u i t K2O u i t s t a l m e s t kunstmest s t a l m e s t kunstmest stalmest 117 150 164 205 246 - 102 166 184 224 311 405 453 70 - 87 95 122 148 . 109 120 111 112 115 110 81 124 d 156 167 200 236 , kunstmest 104 155 165 138 137 135 101 , U i t t a b e l 3 kunnen w e a f l e z e n d a t h e t , N v e r b r u i k u i t kunstmest van 1940 t o t 1975 4 , 5 maal i s verhoogd. D i t b e t r e f t een gemiddelde van h e t v e r b r u i k op a l l e c u l t u u r g r o n d i n ~ e d e r l a n d . , H e t N v e r b r u i k p e r ha w a s op g r a s l a n d . a l s v o l g t : 100 kg N i n 1960, 1 5 0 kg N i n 1965, 200 kg N i n 1970, 235 kg N i n 1975 en 240 kg N i n 1978. We z i e n dus van 1960 t o t 1975 e e n . s t i j g i n g van 2 , 3 5 maal h e t v e r b r u i k van 1960 op a l l e c u l t u u r g r o n d bedroeg d i t een f a c t o r 2 , ( D e , ~ o e r ,Van D i j k e n Oostendorp), . . Dat b e t e k e n t d a t i n d e z e l f d e p e r i o d e d e verbruikstoename van N op d e o v e r i g e c u l t u u r g r o n d ( d u s op bouwland e n t u i n d e r i j e n ) minder i s dan : d e f a c t o r 2. Helaas i s h e t N v e r b r u i k o p g r a s l a n d voor de p e r i o d e. . van 1940 t o t 1960 n i e t te a c h t e r h a l e n . H e t N-verbruik door s t a l m e s t i s t h a n s v e e l l a g e r dan h e t N v e r b r u i k door kunstmest. Ook de s t i j g i n g i n de p e r i o d e van 1940 t o t 1975 bed r a a g t s l e c h t s 2 maal d e h o e v e e l h e i d van 1940. De oorzaak z a l g e l e g e n z i j n i n h e t f e i t d a t ook de r u n d v e e s t a p e l ( d e g r o o t s t e mestproducent) i n h e t z e l f d e t i j d s b e s t e k i s verdubbeld. Weliswaar i s de v a r k e n s s t a p e l ongeveer v e r v i e r v o u d i g d maar de a a n t a l l e n v a r k e n s z i j n l a g e r dan van h e t rundvee, t e r w i j l e r bovendien p e r v a r k e n minder mest wordt geproduceerd p e r rund. Het P205 v e r b r u i k door kunstmest b l i j f t i n d e p e r i o d e van 1940 t o t 1975 ongeveer g e l i j k , t e r w i j l d e P205 hoeveelheden u i t s t a l m e s t weer warden verdubbeld. Hiervoor g e l d t d e z e l f d e v e r k l a r i n g a l s voor d e N p r o d u k t i e . Het K20 g e b r u i k u i t kunstmest b l i j k t i n d& p e r i o d e van 1940 t o t 1975 ongeveer g e l i j k en d i e u i t s t a l m e s t wordt weer verdubbeld. %menvattend z i e n we dus: e e n s t e r k e s t i j g i n g ( f a c t o r 4,3) van h e t N- verbruik via.kunstmest. Het verbruik van de ~oedin~selementen P en K uit kunstmest blijft ongeveer gelijk. Het verbruik van d e voedingselementen N, P en K uit stalmest wordt verdubbeld, wat in hoofdzaak wordt veroorzaakt door de verdubbeling van de rundveestapel. . . . 3.3. De landbouwkundige'gevolgenvan de zwaardere N-bemesting , De landbouwkundige gevolgen van de zwaardere bemesting met stikstof . , zijn moeilijk vast te stellen. Vergelijken we in tabel 4 de hectare-'.. opbrengsten van consumptie-aardappelen, suikerbieten en tarwe van 1940 , tot 1977 dan is de produktie sterk gestegen. Bij peulvruchten is de stijging echter geringer en bij koolzaad is ae stijging te verwaarlozen. . . ' Tabel 4. Enige opbrengsten per ha van landbouwprodukten Tarwe Peulvruchten kg kg 1851-1860 1448 1519 1901-1910 2205 2570 3139 2477 1940 3317 2780 1950 5009 3659 1960 4900 3000 1970 5100 3000 1975 5400 3100 1977 Jaar Koolzaad kg 1258 1918 2596 1399 2699 2900 2600 2750 .. Cons. aard. Suikerbieten, ton ton 12.0 12.3 21.1 23;6 30.9 35.5 32.9 33.7 30.'4 38.0 . 43.5' 50.5, 45.5 43.5 46.5 , " In de periode daarvoor van 1850 tot 1940 is de akkerbouwproduktie per ha ongeveer verdubbeld. Bijvoorbeeld de tarweproduktie steeg van 1448 , tot 3139 kg, bij peulvruchten waren de opbrengsten resp. 1519 kg en 2477 kg, bij koolzaad 1258 kg tot 2596, bij consumptie-aardappelen van 12 ton in 1850 tot 21,l ton in 1940. Het is bekend dat voor 1940 reeds kunstmest werd gebruikt. De hoeveelheden staan echter niet vermeld in ' "Landbouwcijfers". Een gedeelte van de produktiestijgingen tot 1940 moeten dus ook verklaard worden uit de invloed van het kunstmestgebruik van voor 1940. Over grasland zijn voor 1964 geen opbrengsten bekend. Men mag echter aannemen dat ook de graslandproduktie van 1940 tot 1965 duidelijk is , . gestegen. Waarschijnlijk is er meer N kunstmest op het grasland verbruikt dan op het bouwland. Na 1964 zijn over grasland meer gegevens bekend (zie paragraaf 3.2.) waaruit blijkt dat het N verbruik uit k u n s t m e s t o p b o u w l a n d d u i d e l i j k m i n d e r i s g e s t e g e n dan op grasland. M.a.w. het grasland heeft meer van de N kunstmeststijging geprofiteerd dan de akkerbouw. De resterende hoofdbemestingselementen uit kunstmest zoals P en K zijn in de laatste jaren niet sterker gebruikt dan in en voor 1940 al.thans volgens "Landbouwcijfers". Daaruit kunnen we vaststellen dat de p en K bemesting uit kunstmest heeft Dijgedragen tot de produktieszijging van he t bouwland Bstreffende de graslandproduktie van voor 1965 is weinig of niets te zeggen. Er wordt echter verondersteld dat de graslandproduktie voor 1965 ook is gestegen. Tabel 5 is als uitzondering uit verschillende onderdelen opgebouwd en we1 als volgt: tot 1970 zijn de gegevens uit landbouwcijfers gebruikt, na 1970 zijn gegevens van Slobsema gebruikt. Uit de tabellen "~eschikbaargekomen veevoeders" zijn de regels gras' . , l a n d en g r o e n v o e d e r s , g r a s l a n d e n k u n s t w e i d e overgenomen. We nemen maar aan d a t i n d i t geval groenvoeders en kunstweide d e z e l f d e betekenis hebben. De zetmeelwaarde i s omgerekend door h e t gemiddelde c o E f f i c i E n t VEM/gzw t e b e r e k e n e n . Deze b e d r a a g t voor: v e n t i l a t i e h o o i 1 , 7 0 ; h o o i 1 , 7 9 ; gedroogd g r a s 1 , 5 4 ; g r a s k u i l < 3 5 % d s 1 , 4 5 ; g r a s k u i l > 35% d s 1 , 5 8 . H e t gemiddelde v a n de c o e f f i c i s n t e n VEM/gzw voor d e z e p r o d u k t e n b l i j k t 1 , 6 1 te z i jn. De VEM/gzw c o 8 f f i c i i ) n t e n z i j n overgenomen van s l o b s e m a l ) . Tabel 5. De b e s c h i k b a r e hoeveelheden VEM e n kg v r e p e r ha van g r a s l a n d e n groenvoeders VEM kg v r e VEM/kg v r e co&f i c i s n t 1965/1966 5297 586 9.0 1970/1971 1975/1976 6285 1000 6.2 7000 1192 5.9 ' 1977/1978 7408 1243 5.5 We z i e n d a t d e p r o d u k t i e a a n VEM e n v r e d u i d e l i j k i s g e s t e g e n t u s s e n 1965 e n 1977. U i t deVEM/kgvre co&!ffici8ntzienwe d a t d e v r e produktie s t e r k e r i s g e s t e g e n dan d e VEM p r o d u k t i e . Omdat er een s t e r k verband i s t u s s e n N v e r b r u i k e n V E M / k r v r e v e r h o u d i n g i s h i e r u i t a f te l e i d e n d a t . h e t N-verbruik d u i d e l i j k i s toegenomen t u s s e n 1965 e n 1977. I n p a r a g r a a f 3.2 werd de s t i j g i n g van h e t N-verbruik o p g r a s l a n d met g e t a l l e n aangetoond. Het g e v o l g van v e e l N-gebruik i s dus d a t men minder e i w i t r i j k e k r a c h t v o e d e r s h o e f t a a n te kopen. B i j aankoop i s e i w i t d u u r d e r d a n k o o l h y d r a t e n e n v e t t e n . De v o e d i n g s waarde van d e l a a t s t e twee p r o d u k t e n wordt i n VEM u i t g e d r u k t . W e hebben d u s g e z i e n d a t i n d e l o o p van d e j a r e n d e g r a s l a n d p r o d u k t i e mede, d o o r e e n g r o t e r v e r b r u i k v a n k u n s t m e s t , d u i d e l i j k i s g e s t e g e n , '. zowel i n VEM a l s v r e . Ook de p r o d u k t i e van voedergewassen o n d e r g a a t e e n i n v l o e d van h e t v e r hoogde k u n s t m e s t g e b r u i k . Er z i j n s l e c h t s e e n t w e e t a l voedergewassen, z o a l s v o e d e r b i e t e n e n s t o p p e l g e w a s s e n , waarvan d e o p b r e n g s t e n zijn' t e a c h t e r h a l e n . D e n a t i o n a l e p r o d u k t i e van d e z e voedergewassen s t a a t v e r meld i n t a b e l 6. W e z i e n d a t d e t o t a l e p r o d u k t i e afneemt. U i t d i e pro; duktie-afname l e i d e n we a f d a t h e t a r e a a l i s afgenomen. T a b e l 6. De g e p r o d u c e e r d e hoeveelheden v o e d e r b i e t e n e n s t o p p e l g e w a s s e n p e r 1000 t o n p r o d u k t . - Voederboe t e n S toppelgewassen 1965/1966 1970/1971 1975/1976 1923 2613 610 2300 205 1030 We kunnen v a s t s t e l l e n d a t de v o e d e r b i e t e n t e e l t b i j n a i s verdwenen e n d a t d e p r o d u k t i e van s t o p p e l g e w a s s e n o n g e v e e r i s g e h a l v e e r d . De mechan i s a t i e van d e v o e d e r b i e t e n t e e l t i s n o o i t goed o p gang gekomen, waard o o r d i e t e e l t t e a r b e i d s i n t e n s i e f werd. De m e c h a n i s a t i e van d e s t o p pelgewassenis beteropganggek0meno.a. doordeplukmachinevoor stoppelk n o l l e n . D e i n v 1 o e d o p d e v e e v o e d i n g v a n d e afnamevandeverbouwvanvoederbietenenstoppelgewassenzijnnietvastte s t e l l e n , o m d a t d e h o e v e e l h e d e n p r o d u k t n i e t i n v o e d i n g s w a a r d e n z i j n o m t e rekenen.De gehaltesVEMenvrekunnen namelijk van jaar tot jaar stark verschillen evenals het droge stof percentage. Als derde ruwvoedergewas wordt de snijmals behandeld die een vervanger is geweest voor de voederbieten en stoppelgewassen. Dit is een gewas dat door het landbouwkundig onderzoek (veredeling en selectie) in Nederland tot ontwikkeling is gebracht'terwijl het van origine niet in het Nederlandse klimaat thuishoort. Er werd speciaal gekweekt in de richting van veel voedingswaarde per ha, terwijl het minder belangrijk was of de korrel rijp werd. De malsteelt is in de Nederlandse landbouwprakti jk gebracht, ui teraard mede door de landbouwvoorlichting en het land2 bouwonderwijs. Een belangrijk facet van d e snijmai'steelt was dat de verwerking goed ' was te mechaniseren. Van zaaien tot onkruidbestrijding, oogsten, inkuilen en vervoederen toe. Dit vervoederen gebeurd met kuilsnijders die op de trekker zijn gemonteerd. Het gewas heeft bovendien een hoge voederwaarde. Voor een antwoord op de vraag wat heeft de bemesting voor . . invloed gehad op de mai'steelt, bekijken we tabel 7. Daaruit blijkt dat de hectare-opbrengsten in tonnen produkt we1 wat zijn gestegen maar niet geweldig. Ter oriantering is de totale produktie in de droge zomer van 1976 bijgevoegd, die een zeer sterke negatieve invloed heeft op de produktie per ha. Deze cijfers geven niet de indruk dat de bemesting een sterke invloed heeft uitgeoefend op de produktieverhoging van de mai's. In tabel 7 wordt ook het totale aantal ha met snijmaIs vermeld evenals. de totale voederwaarde. Uit de tabel kunnen we de conclusie trekken dat de snijmafsteelt geweldig is ontwikkeld, omdat dit gewas in de'zestiger jaren nauwelijks voorkwam en zich tot 1977 had uitgebreid tot 109.500 ha. De hoeveelheid veevoeder die door snijmafs wordt geproduceerd is niet gering. SnijmaTsland wordt in de statistieken beschouwt als bouwland. . . ' Tabel 7. Produktie van snijmars .volgens Slopsema 1970 Oppervlakte per 1000 ha Vers produkt in tonnen/ha Totaal miljard VEM Totaal VRE in 1000 ton 1975 1976 88,3 77,3 6,4 46,5 47,s 32,O 68 849 637 46,8 38,4 3,3 1977 109,5 50,5 1124 65,8 De snijmai'steelt is juist niet gebaseerd op grote kunstmestgiften.,Het' is we1 een gewas dat veel stalmest kan verwerken. 3.4. Het verbruik van akkerbouw- en graslandprodukten door mens en dier De akkerbouwprodukten kunnen we in 2 groepen verdelen: de produkten voor menselijke consumptie en de veevoeders. De produkten voor menselijke consumptie worden soms direct gebruikt, bijvoorbeeld aardappelen en uien, maar de meeste produkten worden be- of verwerkt in de voedingsindustrie 0.a. in de conserven- en graanverwerkende industriean. De hoeveelheden akkerbouwprodukten die direct of indirect voor menselijke voeding worden gebruikt, worden in dit betoog niet verder uitgewerkt. Bovendien is dit een moeilijk te ontleden proces, omdat er ook veel voedingsmiddelen en grondstoffen worden ingevoerd. Denk aan de importen van buitenlandse baktarw die 0.a. wordt verbruikt in de brood- i n d u s t r i e . Vanzelfsprekend i s h i e r v o o r e e n o p p e r v l a k t e b u i t e n l a n d s e : , grond nodig. De veevoeders b e t r e f f e n d a t d e e l van de akkerbouwproduktie, d a t r e c h t - , s t r e e k s aan h e t v e e wordt opgevoerd e n h e t d e e l d a t door d e v e e v o e d e r - ' i n d u s t r i e wordt v e r w e r k t t o t k r a c h t v o e r . Op d i t s o o r t akkerbouwprodukten wordt v e r d e r ingegaan i n h e t volgende h o o f d s t u k . Tot d e veevoeders behoren ook d e g r a s l a n d p r o d u k t e n . Deze ' ., worden e c h t e r u i t s l u i t e n d g e b r u i k t i n de veevoeding omdat m a s e e n p r o d u k t i s d a t n i e t door de mens a15 v o e d i n g s s t o f k a n worden g e b r u i k t . ' Er i s i n Nederland e e n b e p a a l d e o p p e r v l a k t e grond d i e a l l e e n a l s g r a s l a n d kan worden g e b r u i k t . D i t b e t r e f t m e t name d e veengeidegebieden. Dank z i j d e v e e s t a p e l , met name h e t rundvee, kan d i t g r a s nog'worden omgezet i n m e n s e l i j k v o e d s e l . ne v e e s t a p e l wordt voor meer van z u l k e v o o r d e mens o n v e r t e e r b a r e produkten g e b r u i k t , om z e t o c h nog t o t waarde t e brengen. Graslanden op k l e i g r o n d e n kunnen i n h e t algemeen goed a l s bouwland worden g e b r u i k t . De g r a s l a n d p r o d u k t e n z i j n h o o i , k u i l g r a s , weidegras e n k u n s t m a t i g gedroogd g r a s . D i t l a a t s t e p r o d u k t i s b e t r e k k e l i j k duur omdat d e ca. 80% w a t e r d i e e r i n z i t m e t warmte op e e n s n e l l e w i j z e aan h e t v e r s e prod u k t wordt o n t t r o k k e n . 4. HET VERVOEDEREN VAN KRACHTVOEDERS AAN DE NEDERLANDSE VEESTAPEL De v e r v o e d e r i n g v a n k r a c h t v o e d e r h e e f t e e n z e e r g r o t e i n v l o e d o p ' . d e p r o d u k t i v i t e i t van d e N e d e r l a n d s e v e e s t a p e l . K r a c h t v o e d e r i s n a m e l i j k e e n v o e d e r m i d d e l d a t u i t m u n t d o o r e e n hoge v o e d e r w a a r d e , omdat h e t . . v o c h t g e h a l t e l a a g i s , e v e n a l s h e t ruwe c e l s t o f g e h a l t e d a a r n a a s t h e e f t h e t e e n hoog p e r c e n t a g e e i w i t e n / o f k o o l h y d r a t e n , Een d u i d e l i j k e g r e n s h i e r v o o r i s m o e i l i j k t e geven; e e n a a n t a l voedermiddelen s t a a t t u s s e n ruw- e n k r a c h t v o e r i n b . v . g e d r o o g d g r a s e n b e p a a l d e a f v a l p r o d u k t e n van d e m a a l i n d u s t r i e . Deze o m s c h r i j v i n g v a n k r a c h t v o e r i s overgenamen u i t d e A g r a r i s c h e Winkler P r i n s Encyclopedie. Door hun l a g e v o c h t g e h a l t e z i j n k r a c h t v o e d e r s i n h e t a l g e m e e n l a n g e r h o u d b a a r dan r u w v o e d e r s e n i s h e t p r o d u k t p e r v o e d e r e e n h e i d ook goedk o p e r t e t r a n s p o r t e r e n . E r w o r d t b i j v o o r b e e l d n o o i t h o o i of s t r ' o van Amerika n a a r Europa v e r s c h e e p t , maar we1 g r a n e n e n v e e k o e k e n . I n d e v o l g e n d e twee P a r a g r a f e n z u l l e n we b e s c h r i j v e n w e l k e g r o n d s t o f f e n t o t krachtvoer z i j n verwerkt. 4.1. Afvalprodukten Afvalprodukten z i j n vooral afkomstig u i t de voedingsmiddelenindustrie. D e z e p r o d u k t e n z i j n n i e t of n a u w e l i j k s g e s c h i k t v o o r m e n s e l i j k e consumptie. V i s m e e l , d i e r m e e l e n v e r e n m e e l vormen e e n g r o e p d i e w o r d t a a n g e d u i d a l s : d i e r l i j k e i w i t . De o n d e r l i n g e h o e v e e l h e i d s v e r h o u d i n g t u s s e n d i e d r i e p r o d u k t e n i s onbekend. Het i s onbekend w a a r u i t h e t v i s m e e l bes t a a t . Het kan zowel v i s a f v a l b e t r e f f e n a l s v i s d i e ook v o o r m e n s e l i j k e v o e d i n g g e s c h i k t i s o f g e s c h i k t Ban w o r d e n , b i j v o o r b e e l d j o n g e v i s k a n v o o r m e n s e l i j k e c o n s u m p t i e g e s c h i k t worden. D i e r m e e l i s v o o r 10070 a f v a l en b e s t a a t u i t kadavers, afgekeurde s l a c h t d i e r e n en s l a c h t a f v a l l e n . Verenmeel i s w a a r s c h i j n l i j k a f k o m s t i g v a n d e p l u i m v e e s l a c h t e r i j e n e n b e t r e f t daarom e e n z u i v e r a f v a l p r o d u k t . B i j h e t b e k i j k e n van d e l i j s t van v e e v o e d e r g r o n d s t o f f e n ( t a b e l 8)' b l i j k t d a t h e t k r a c h t v o e r v o o r e e n g r o o t d e e l b e s t a a t u i t a f v a l s t o f f e n , vanaf 1 9 5 0 t o t heden n a m e l i j k v o o r o n g e v e e r 50%. D i t i s e e n b e l a n g r i j k g e g e ven want nu wordel! d e a f v a l p r o d u k t e n t e n m i n s t e nog p r o d u k t i e f g e m a a k t . T a b e l 8. L i j s t van v e e v o e d e r g r o n d s t o f f e n d i e b e s t a a n u i t a f ~ a l ~ r b d u k t e n maal 1000 t o n e n h e t v e r b r u i k i n v e r s c h i l l e n d e j a r e n 1935/'38 1951/'52 1960/'61 1970/'71 1976/'77 Graanafvallen Veekoeken Vismeel, diermeel, verenmeel Weipoeder Gedroogde p u l p Gedroogde c i t r u s p u l p hlelasse Vimasse Gemelasseerde p u l p p e l l e t s 147 615 2 02 268 414 747 841 2391 1250 3348 55 55 209 50 55 176 20 20 100 178 78 610 109 380 - 212 170 788 749 52 6 79 150 T o t a a l x 1000 t o n P e r c e n r a g e a f v a l van t o t a a l verbruikt krachtvoer 887 38 600 25 1646 29 4387 49 7272 56 of p e r i o d e Produkt i 1 - - - - - - ; :. Het is niet direct te overzien of de afvalprodukten nog o p ~ e e nandere wijze economisch benut kunnen worden. voor voedsel of energie. Waarschijnlijk zouden veel van de afvalprodukten die in tabel 8 zijn genoemd als mest worden gebruikt of op de vuilnisbelt terecht komen : * : als ze niet via de veevoeding tot waarde werden gebracht. In tabel 8 is geen onderscheid gemaakt tussen ingevoerde afvalprodukten en afvalprodukten uit het binnenland. Helaas zijn de statistische gegevens ontoereikend voor het vaststellen van de hoeveelheden VEM en vre in deze af-' valprodukten. VEM en vre zijn waarderingsfactoren die men nodig heeft in de veevoeding. , .. 4.2. De herkomst van de krachtvoergrondstoffen De binnenlandse en buitenlandse krachtvoergrondstoffen bestaan, zoals gezegd, uit afvalprodukten en hoofdprodukten. Het afvalproduktis behandeld in de vorige paragraaf. De hoofdprodukten worden 0.a. in deze paragraaf behandeld. Een hoofdprodukt is dat deel van het gewas waarvoor het produkt primair wordt geteeld. Helaas kan ook van de onderdelen van de hoofdprodukten niet de VEM en vre hoeveelheid worden vastgesteld. : .. Uit tabel 9 blijlct dat: - de beschikbare binnenlandse afvalprodukten procentueel afneemt; - in gewichtseenheden een duidelijke toename is; - het gebruik van binnenlandse hoofdprodukten procentueel sterk afneemt. In gewichtseenheden is ook hier een afname te bespeuren. :' , . ' ' Tabel 9. Lijst van beschikbare krachtvoedergrondstoffen ingedeeld naar afval- of hoofdprodukt (hoeveelheden maal 1000 ton) en naar herkomst 1935/'38 1951/'52 1960/'61 1970/'71 1976/'77 Binnenlandse: 666 ( 23)* afvalprodukten hoofdprodukten 890 ( 31) Totaal 1556 ( 54) 462 ( 20) 721 ( 13) 1311 ( 14) 1948 ( 15) 1114 ( 48) 1539 ( 27) 1055 ( 11) 786 ( 6) 1606 ( 68) 2260 ( 39) 2366 ( 25) 2734 ( 21) Bui tenlandse: afvalprodukten 221 ( 8) hoofdprodukten 1100 ( 38) Totaal 1321 ( 46) 138 ( 6) 925 ( 16) 3276 ( 35) 5324 ( 41) 617 ( 26) 2551 ( 44) 3754 ( 40) 4913 ( 38) 755 ( 32) 3476 ( 61) 7030 ( 75) 10237 ( 79) Ter beschikking gekomen krachtvoergrondstof2877 (100) fen X 2361 (100) 5738 (100) 9396 (100) 2971 (100) De getallen tussen haakjes geven de procentuele verdeling weer naar herkomst en soort van het jaarlijkse verbruik aan krachtvoergrondstoffen. - De totale binnenlandse produktie laat procentueel een duidelijke daling zien, In totaal wordt de binnenlandse produktie echter tUSSen 1935/'38 en 1976/'77 toch nog ongeveer verdubbeld. Deze verhoging kan veroorzaakt zijn door betere cultuurtechnische voorzieningen en door chemische ziekte- en onkruidbestrijding en door meer kunstmest g e b r u i k . Kortom d o o r d e i n t e n s i v e r i n g z i e n w e d a t d e p r o d u k t i e van h e t binnenlandse krachtvoer i s verdubbeld. D a a r b i j d i e n t e c h t e r w e 1 t e worden b e d a c h t , d a t e r w e l l i c h t minder grond g e b r u i k t i s v o o r d e t e e l t van m e n s e l i j k v o e d s e l . Deze f a c t o r z a l we1 wat i n v l o e d hebben, maar a l s we d e o n t w i k k e l i n g e n i n d e p r o d u k t i e p e r h a u i t t a b e l 4 b i j d e beschouwing b e t r e k k e n mogen we aannemen d a t d e v e r d u b b e l i n g van d e b i n n e n l a n d s e k r a c h t v o e r p r o d u k t i e h o o f d z a k e l i j k i s t e danken a a n d e o p b r e n g s t s t i j g i n g van d e gewassen. T a b e l 9 g e e f t ook d e h o e v e e l h e d e n van d e i n g e v o e r d e k r a c h t v o e r g r o n d s t o f f e n weer. D a a r o v e r v a l t o p t e merken d a t : p r o c e n t u e e l d e v e r w e r k i n g van a f v a l p r o d u k t e n h e e l s t e r k t o e n e e m t , n l . v a n 8 t o t 4 1 % v a n dehoeveelheid j a a r l i j k s verwerkte grondstoffen. I n g e w i c h t s e e n h e d e n neemt d e v e r w e r k i n g vsn a f v a l p r o d u k t e n r u i m 20 maal t o e . D i t i s e e n g u n s t i g e zaak vanwege d e a f v a l v e r w e r k i n g door de v e e s t a p e l ; d e i n v o e r van h o o f d p r o d u k t e n g l o b a a l e l k j a a r e e n z e l f d e p e r c e n t a g e voor h a a r r e k e n i n g neemt. I n g e w i c h t s e e n h e d e n i s d e i n v o e r van h o o f d p r o d u k t e n 4 , 5 maal toegenomen van 1935 t o t 1976; de t o t a l e hoeveelheden ingevoerde krachtvoedergrondstoffen z i j n z e e r s t e r k toegenomen. I n 1 9 3 5 / ' 3 8 b e s t o n d d e b e s c h i k b a r e h o e v e e l h e i d krachtvoedergrondstoffen v o o r 5470, d u s o n g e v e e r d e h e l f t u i t , b i n n e n l a n d s e p r o d u k t e n , i n 1976/'77 b e s t o n d s l e c h t s 21% van d e b e s c h i k b a r e krachtvoedergrondstoffen u i t binnenlandse produkten. H e t b u i t e n l a n d s e a a n d e e l was d u s g e s t e g e n van 46% t o t 79%; - d e t o t a l e t e r b e s c h i k k i n g gekomen h o e v e e l h e d e n k r a c h t v o e r g r o n d s t o f f e n zowel u i t b i n n e n - a l s b u i t e n l a n d z i j n van 1935 t o t 1977 4 B 5 maal g e s t e g e n . - - - 5. DE GEVOLGEN V A N HET KRACHTVOERVERBRUIK 5.1. D e k r a c h t v o e r b e h o e f t e Er wordt s t e e d s meer v e e , v o o r a l rundvee p e r h a gehouden d o o r de h o g e r e h e c t a r e o p b r e n g s t e n d e z e w o r d t weer v e r o o r z a a k t door d e toename van tiet s t i k s t o f v e r b r u i k ( z i e t a b e l 3 ) , e n door d e s t i ~ g e n d ehoeveelheden geimporteerde krachtvoergrondstoffen. D e b u i t e n l a n d s e hoeveelheden k r a c h t v o e r kan men omrekenen i n ha c u l t u u r g r o n d d i e n o d i g zouden z i j n om b i n n e n Nederland e e n z e l f d e voederwaarde t e p r o d u c e r e n , d i t w o r d t i n de v o l g e n d e p a r a g r a a f bekeken. T a b e l 10. A a n t a l l e n vee i n d e l o o p d e r j a r e n Jaar Runderen x 1000 1930 1940 1950 1955 1960 1965 1970 1975 1977 2366 2690 2723 ' 2995 3507' 3751 4314 4956 4877 . * Van X Paarden x 1000 299 326 ,352 222 187 123 86 79 76 Varkens x 1000 . 2018 1288 1860 2378 2955 3752 5533 7279 8288 Schapen x 1000 485 574 390 381 456 4 84 575 760 800 . . Kippen x 1000 24600 34900 23500 30700 42400 42300 55400 68100 69900 Eenden x 1000 662 1167 526 468' 1238 917 950 654 597. .. . . " . 1 9 5 0 t o t e n met 1966 z i j n a l l e e n d e landbouwpaarden g e t e l d . E e r s t l a a t t a b e l 1 0 nog z i e n hoe h e t i s gegaan met de s a m e n s t e l l i n g van de veestapel. H e t a a n t a l r u n d e r e n i s t u s s e n 1930 e n 1977 ongeveer v e r d u b b e l d . . ' ' Het a a n t a l p a a r d e n i s met 75% s t e r k g e d a a l d . D a a r b i j kan men we1 d e a a n t e k e n i n g maken d a t d e p a a r d e n s t a p e l i n 1 9 3 0 overwegend u i t l a n d bouwwerkpaarden b e s t o n d e n d a t d e p a a r d e n van 1977 overwegend s p o r t paarden z ijn. , . - D e v a r k e n s s t a p e l i s v i e r m a i l v e r g r o o t t u s s e n 193.0 e n 1977. D i t be- , . t r e f t e e n s e c t o r d i e 0ngevee.r g e h e e l d o o r k r a c h t v o e r wordt gevoerd. Van 1965 t o t 1 9 6 9 b e s t o n d h e t v a r k e n s v o e r voor c i r c a 4% u i t melkprodukten ( z o a l s wei- e n o n d e r m e l k ) , c i r c a 2% ruwvoer e n 94% k r a c h t v o e r . I n 1970 e n 1971 g a a t h e t p e r c e n t a g e melkprodukten d a l e n t o t c i r c a 1%,h e t p e r c e n t a g e ruwvoer b l i j f t gehandhaafd, h e t p e r c e n t a g e k r a c h t v o e r i s dus 97%. Na 1971 v e r d w i j n e n de melkprodukten e n d e ruwvoeders u i t h e t v a r k e n s v o e d e r . Dan b e s t a a t h e t v a r k e n s v o e d e r dus u i t s l u i t e n d u i t k r a c h t v o e d e r . Volg e n s t a b e l 9 b e s t o n d i n 1 9 7 0 / ' 7 1 k r a c h t v o e d e r voor 75% u i t b u i t e n l a n d s e g r o n d s t o f f e n . I n 1976/'77.was d i t p e r c e n t a g e z e l f s 79%. U i t d e z e gegevens k u n n e n w e d u s v a s t s t e l l e n d a t d e g r o n d s t o f f e n voor h e t ' v a r k e n s v o e r voor c i r c a 75% i n h e t b u i t e n l a n d worden geproduceerd. - De s c h a p e n s t a p e l h e e f t z i c h tusseli 1 9 3 0 e n 1977 ongeveer v e r d u b b e l d . H e t a a n t a l s c h a p e n was i n h e t midden v a n d e v i j f t i g e r j a r e n z e l f s nog l a g e r dan i n 1938. schap&n g e b r u i k e n w e i n i g k r a c h t v o e r duk, z e g e b r u i k e n ook w e i n i g c u l t u u r g r o n d i n h e t b u i t e n l a n d . - De k i p p e n s t a p e l i s b i j n a v e r d r i e v o u d i g d . De k i p i s e e n d i e r d a t u i t s l u i t e n d k r a c h t v o e r g e b r u i k t , v a n d a a r d a t d e kippen e v e n a l s varkens voor 75% door b u i t e n l a n d s e c u l t u u r g r o n d worden gevoed. - D e e e n d e n s t a p e l b r e i d t z i c h soms s t e r k i n a a n t a l u i t , dan weer i s z e g e l i j k a a n h e t a a n t a l van 1930. De e e n d e n worden u i t s l u i t e n d gevoed - , . door k r a c h t v o e r . Dus d e z e worden e v e n a l s h e t v a r k e n e n d e k i p vobr 75% gevoed d o o r b u i t e n l a n d s e c u l t u u r g r o n d . We z i e n dus d a t d e t o t a l e v e e s t a p e l s t e r k i s g e s t e g e n . Met name b i j h e t rundvee i s d e m e l k p r o d u k t i e p e r koe van 1930 t o t 1977 ook s t e r k g e s t e g e n . D i t wordt 0 . a . v e r o o r z a a k t door meer k r a c h t v o e r per koe te v e r s t r e k k e n . Ter o r i g n t e r i n g e n i g e gemiddelde m e l k p r o d u k t i e s p e r koe i n Nederland. 1903 2439 kg melk 1920 - 2513 kg melk 1933 - 3260 kg melk met 3,14% v e t 1939 - 3520 kg melk met 3 , 2 4 % v e t 1960 - 4205 kg melk met 3,79% v e t 1977 - 4820 kg melk met 3,97% v e t 1978 5192 kg melk met 4,03% v e t . Deze gegevens z i j n a f k o m s t i g v a n d e C.B.S.-Zuivelstatistiek. W e zien d a t d e m e l k p r o d u k t i e s e d e r t 1933 met 50% i s g e s t e g e n . D e v l e e s p r o - . . d u k t i e p e r rund z a l we1 n i e t v e e l g e s t e g e n z i j n . - - B i j d e kippen i s d e e i p r o d u k t i e p e r d i e r w a a r s c h i j n l i j k g e s t e g e n . B i j d e a n d e r e genoemde l a n d b o u w h u i s d i e r e n z o a l s p a a r d e n , v a r k e n s , schapen e n eenden i s d e p r o d u k t i e p e r d i e r w a a r s c h i j n l i j k n i e t g e s t e g e n . P e r d i e r z a l dan i n 1977 t.0.v. 1930 geen e x t r a h o e v e e l h e i d k r a c h t v o e r z i j n gebruikt. 5.2. D e oppervlakte buitenlandse cultuurgrond Om d e o p p e r v l a k t e c u l t u u r g r o n d te berekenen d i e n o d i g i s om i n d e be- h o e f t e a a n v o e d i n g s s t o f f e n t e v o o r z i e n moet men o v e r d e volgende gegevens b e s c h i k k e n . H e t s o o r t p r o d u k t i n gewichtseenheden. De voederwaard e i n VEM p e r g e w i c h t s e e n h e i d e n h e t p e r c e n t a g e v r e o f d e h o e v e e l h e i d v r e p e r g e w i c h t s e e n h e i d . A l l e e n h e t e e r s t e gegeven i s bekend, z i j h e t d a t we d a a r we1 problemen b i j tegenkomen, b.v. i n d e s t a t i s t i s c h e b r o n , d i e voor d e z e n o t a i s g e r a a d p l e e g d , wordt i n d e d e s b e t r e f f e n d e t a b e l h e t produkt veekoeken genoemd, d a a r v a n i s d e g e w i c h t s e e n h e i d gegeven, We moeten ons e c h t e r w e 1 a f v r a g e n wat z i j n veekoeken? Veekoeken even-' a l s s c h r o o t e n s c h i l f e r s o n t s t a a n a l s a f v a l p r o d u k t van d e s p i j s o l i e b e r e i d i n g . B i j h e t r a a d p l e g e n van h e t b o e k j e "Voedernormen voor d e Landbouwhuisdieren e n voederwaarde van v e e v o e d e r s " , v i n d e n we 0.a. d e volgende gegevens o n d e r h e t g e d e e l t e o v e r "Produkten van d e o l i e b e r e i ding" : - G r o n d n o t e n s c h i l f e r s hebben448gvi-e P e r kg p r o d u k t d u s 44.8% v r e K a t o e n z a a d s c h i l f e r s 34,1% v r e Kokosschilfers 16,4% vre. Verder wordt vermeld d a t onder s c h i l f e r s worden begrepen koek, g r u i s , brokken meel enz. Na h e t bovenbeschrevene z a l h e t d u i d e l i j k z i j n d a t van veekoeken on-' m o g e l i j k d e h o e v e e l h e i d v r e kan worden v a s t g e s t e l d . S o o r t g e l i j k e var i a t i e s komen ook b i j a n d e r e k r a c h t v o e r g r o n d s t o f f e n . - Omdatdewerkelijkevoedingswaarden van d e k r a c h t v o e r g r o n d s t o f f e n n i e t z i j n t e a c h t e r h a l e n worden i n h e t v e r v o l g p e r c e n t a g e s e n eenheden aangenomen, d u s zowel v o o r b i n n e n l a n d s e a l s b u i t e n l a n d s e p r o d u k t e n . W e s t e l l e n d a t 1 kg g r o n d s t o f f e n 950 VEM e n 1 2 0 g v r e b e v a t t e n , de verhoud i n g van VEM/vre i s d u s 8. Hetzouooknogmogelijkzijndatslechts d e e i w i t r i j k e p r o d u k t e n w o r d e n i n gevoerdendatdeeiwitarmeprodukteninhetbinnenlandwordengeteeld. Mocht d i t h e t g e v a l z i j n , dan wordt d e b e r e k e n i n g van h e t a a n t a l b u i t e n l a n d s e h a nog onbetrouwbaarder. Om een k r a c h t v o e r t e maken van de v e r o n d e r s t e l d e k w a l i t e i t kan men van ' b i n n e n l a n d s e produkten u i t g a a n a l s e i w i t b r o n . Daartoe kan men e r w t e n o f a n d e r e p e u l v r u c h t e n g e b r u i k e n . Deze hebben een VEM/gvre-verhouding v a n 1 op 4 , 9 . Er kunnen oak gedroogde groenvoedergewassen worden geb r u i k t , z o a l s l u z e r n e - . o f g r a s m e e l . D e VEM/gvre-verhoudingvandezeprod u k t e n z i j n r e s p . 1 op 5 , 8 4 e n 1 op 5.20. Luzerne e n g r a s worden v e r - , d e r n i e t i n beschouwing genomen omdat h e t k u n s t m a t i g drogen t e v e e l e n e r g i e k o s t . Dan b l i j v e n a l l e e n e r w t e n o v e r a l s b a s i s . A l s VEM-bron wordt tarwe i n de v e r d e r e b e r e k e n i n g genomen. De VEM/gvreverhoudingis 1 o p 13. Tarwe l e v e r t 1068 VEM e n 82 g v r e pc?r h a p r o d u k t . , . Erwten l e v e r e n 972 VEM e n 196 g v r e p e r ha p r o d u k t . We moeten e c h t e r daarmee e e n k r a c h t v o e d e r s a m e n s t e l l e n met e e n VEM/grveverhouding van 8. We moeten dan 1 kg tarwe mengen met 0,69 kg erwten: Er o n t s t a a t dan e e n k r a c h t v o e r met 1029 VEM e n 129 g v r e p e r kg p'rodukt, b e s t a a n d e u i t 59.16% t a r w e e n 40,83% e r w t e n . De i n g e v o e r d e k r a c h t v o e r g r o n d s t o f f e n worden d u s voor 59,17% door t a r w e e n 40,83% d o o r erwten vervangen. Door d e o p b r e n g s t e n van d e b e t r o k k e n j a r e n te g e b r u i k e n z o a l s d e z e i n t a b e l 4 z i j n beschreven kan men de benodigde hoeveelheden e r w t e n e n tarwe omrekenen i n e e n o p p e r v l a k t e tarwe- e n erwtenland. D e r e s u l t a t e n van d i e b e r e k e n i n g e n geven d e t a b e l l e n 10 e n 11. , Tabel 10. Omrekening van de hoeveelheden b u i t e n l a n d s e a f v a l p r o d u k t e n voor d e k r a c h t v o e r b e r e i d i n g i n o p p e r v l a k t e n Nederlandse c u l tuurgrond. - Ingevoerde VervangendebinnenlandseBenodigde a a n t a l h a afvalprodukten produkten x 1000 t o n erwten tarwe a l s erwten- a l s tarwex 1000 t o n x 1000 t o n l a n d land x 1000 h a x 1000 h a Periode 221 138 925 3276 5324 1935/'38 1951/'52 1960/'61 1970/ ' 7 1 1976/'77 131 82 547 1938 3150 90 56 378 1338 2174 36 20 103 446 701 42 23 109 396 583 . Tabel 11. Omrekening van hoeveelheden b u i t e n l a n d s e hoofdprodukten voor d e k r a c h t v o e r b e r e i d i n g i n o p p e r v l a k t e n Nederlandse c u l t u u r grond I 1 Periode 1935/'38 1951/'52 1960/ ' 6 1 1970/'71 1976/'77 I 1 t Ingevoerde Vervangende b i n n e n l a n d s e Benodigde a a n t a l h a hoofdprodukten produkten x 1000 t o n a l s erwten- a l s tarweerwten tarwe land x 1000 t o n x 1000 t o n land x 1000 h a x 1000 h a 1100 617 2551 3754 4913 449 252 1042 1533 2006 ' 651 365 1509 2221 2907 181 91 285 511 647 207 110 301 453 538 De b e d o e l i n g van d i t h o o f d s t u k i s om na t e gaan welke h o e v e e l h e i d c u l t u u r g r o n d w i j n o d i g hebben om d e N e d e r l a n d s e v e e s t a p e l met v o e r van e i g e n bodem t e v o o r z i e n . H e t antwoord op d e z e v r a a g i s s t e r k t h e o r e t i s c h vanwege d e aannames i n d e b e r e k e n i n g e n e n vanwege d e onbekend i n v l o e d e n van de h a n d e l e n de economie. G e s t e l d d a t w i j v o l d o e n d e grond b e s c h i k b a a r hadden, dan werden i n d e : h u i d i g e omstandigheden b e s l i s t g e e n e r w t e n e n t a r w e g e t e e l d v o o r k r a c h t - . v o e r . D e w i n s t op d e z e p r o d u k t e n i s d a a r v o o r te g e r i n g t . 0 . v . d e wins t e n van a n d e r e akkerbouwprodukten. Bovendien kan h e t b u i t e n l a n d v e e l goedkoper d e g r o n d s t o f f e n leverenvoordekrachtvoerindustrie d a n d e N e d e r l a n d s e l a n d b o u w z e l f . D a n i s e r n o g e e n p u n t , namelijkdatweafvalprodukten b l i j v e n h o u d e n o n g e a c h t d e uitbreidingvandeoppervlakte c u l t u u r g r o n d . H e t . aandeelindekrachtvoergrondstoffendatdoorde a f v a l s t o f f e n w o r d t g e l e v e r d h o e f t m e n i n h e t g e h e e l n i e t d o o r l a n d tevervangenwantdathebbenwetoch. Datwi1nietzeggendathetgeengeldelijkewaardeheeft.Wehebbenvolledigh e i d s h a l v e d e z e g r o e p i n e e n o p p e r v l a k t e c u l t u u r g r o n d u i t g e d r u k t ; z i e t a b e l 11. " T a b e l 12. De benodigde h o e v e e l h e d e n k r a c h t v o e r i m p o r t vervangende c u l t u u r g r o n d e n i n Nederland Jaar 1935/'3E 1951/'52 1960/'61 1970/'71 1976/'77 Werkelijke nederlandse cultuurgrond x 1000 h a 2324 2338 2317 2142 2060 (100) (100) (100) (100) (100) D e e x t r a benodigde o p p e r v l a k t e c u l t u u r g r o n d voor h e t vervangen van i n g e v o e r d e v e e v o e d e r g r o n d s t o f fen a f v a l p r o d u k t e n hoofdprodukten totaal x 1000 h a x 1000 ha x 1000 h a 78 43 212 842 1284 ( 3) ( 2) ( 9) (39) (62) 388 201 586 964 1185 (17) ( 8) (25) (45) (58) 466 244 798 1806 2469 20) 10) 34) 84) (120) ( ( ( ( D e g e t a l l e n tussen h a a k j e s z i j n procenten.van de oppervlakte Nederlandse c u l t u u r g r o n d d i e e x t r a benodigd zouden z i j n om d i e p r o d u k t i e op e i g e n . , bodem v o o r t t e brengen. U i t t a b e l 12 l e z e n we af d a t i n 1 9 7 6 / ' 7 7 ons l a n d omgerekend i n opper- v l a k t e n e d e r l a n d s e c u l t u u r g r o n d 120% van h e t N e d e r l a n d s e a r e a a l of 2469000ha, i n h e t b u i t e n l a n d l i g g e n . Het Nederlandse a r e a a l i s 2060000 h a Zouden we e r v a n u i t g a a n d a t voor d e geEmporteende a f v a l s t o f f e n bestemd voor k r a c h t v o e r geen c u l t u u r g r o n d i n Nederland n o d i g i s , dan heef t ons l a n d s l e c h t s 58% van h e t N e d e r l a n d s e a r e a a l a l s b u i t e n l a n d s e grond no-. dig. U i t t a b e l 1 0 e n 12 b l i j k t , d a t de k r a c h t v o e d e r g r o n d s t o f f e n voor e e n s t e e d s g r o t e r percentage u i t a f v a l s t o f f e n bestaan. Door de i n t e r n a t i o n a l e h a n d e l i s h e t m o g e l i j k d a t i n Nederland v e e l k r a c h t v o e r g r o n d s t o f f e n worden i n g e v o e r d , wat b i j d e h u i d i g e p r i j s v e r - ' houdingen goedkoper i s dan wanneer w i j i n p l a a t s d a a r v a n z e l f t a r w e e n e r w t e n zouden verbouwen voor veevoeder. I n d i e n de i m p o r t n i e t b e s t o n d zou er i n Nederland n i e t z o ' n g r o t e v e e h o u d e r i j s e c t o r z i j n , omdat t a r w e e n e r w t e n gewassen z i j n d i e b i j dehuidigeprijsverhoudingennietergrendabel z i j n voor d e akkerbouwers. A l s b u i t e n s t a a n d e r zou men dan ook a a n u i t b r e i d i n g van de o p p e r v l a k t e g r a s l a n d kunnen denken. Deze z i j n e c h t e r overwegend a l l e e n b r u i k b a a r voor d e r u n d v e e h o u d e r i j . De v a r k e n s e n k i p pen hebben d a a r n i e t s a a n omdat d i e overwegend k r a c h t v o e r g e b r u i k e n . Men kan ook nog denken a a n h e t verwerken van g r a s t o t g r a s m e e l , d i t v r a a g t t e v e e l e n e r g i e . Bovendien kan men met v e r s g r a s h o o i of k u i l - - '. . 21 - i- gras niet de hoge melkprodukties per koe bereiken, zoals heden ten dage gebeurd met krachtvoer. Een andere vraag is of het wenselijk is om een hoge produktie te verwezenlijken. De produktie per dier moet m.i. zo hoog mogelijk zijn, want dan heeft men minder dan onderhoudsvoer nodig per ha produkt, en daarvoor hebben we krachtvoer nodig. Door de krachtvoedergrondstoffen kan men uitgebalanceerde voeders maken, voor elke diersoort in diverse levens- en produktiestadia, m.a.w. krachtvoer is een belangrijk produkt in.de veehouderij. , . *. 6. SAMENVATTING In dit rapport is getracht een verklaring te geven voor de stijging van de produktiviteit van de landbouw in Nederland. .,, . In de vorige eeuw heerste er een landbouwcrisis. Toen werkte een groot . deel van de beroepsbevolking in &e landbouw. Als gevolg van de landbouwcrisis heerste er we1 veel armoede in Nederland. De Nederlandse Overhei. ging de landbouw ontwikkelen door onderwijs, voorlichting en onderzoek' te bevorderen. Daardoor werden steeds meer machines en meer kunstmest . gebruikt en werd steeds meer krachtvoer ingevoerd. Zodoende kon de Nederlandse veestapel zich sterk ontwikkelen zOWel in aantallen als . " qua stijging van de produktie per dier. , . . De oppervlakte cultuurgrond breidde zich tot het midden van de vijftiger jaren uit door ontginning en inpoldering. . . Daarna ging het areaal cultuurgrond steeds verder afnemen. De krachtvoerimport neemt sterk toe. In 1976/'77 had die invoer een , ' . zodanigeomvang; dat deze op basis van bepaalde omrekeningen tot erw:. ten- en tarweland overeenkwam met de voederwaardeproduktie van 120% van de oppervlakte Nederlandse cultuurgrond. In feite gebruiken wij dus behalve onze eigen 2.060.000 ha cultuurgrond ook nog 2.469.000 ha cultuurgrond in het buitenland. . . , . . . .. . . Landbouwcijfers. Jaargang 1952 tot 1978. Uitgave van het Landbouw Economisch Instituut en het Centraal Bureau voor de Statistiek. Voedernormen voor de Landbouw, huisdieren en Voederwaarde van Veevoeders, verkorte tabel. Uitgave van het Centraal Veevoederbureau in Nederland. De Boer, ir. P.B., Van Dijk, ing, H. en Oostendorp, ir. D. Statistische informatie over de rundvee- en schapenhouderij in Nederland. Proefstation voor de rundveehouderij September 1979. Slobsema, H.W. Raming van de grasland- en snijmaisproduktie, 1970-1977. Bedrijfsontwikkeling jaargang 9 (1978), 12 december. .
© Copyright 2024 ExpyDoc