Collegebesluit met bijlagen

Collegevoorstel
Openbaar
Onderwerp
Deelname van gemeente Nijmegen aan het Europese project
CLINSH betreffende schone scheepvaart
Programma / Programmanummer
BW-nummer
Klimaat & Energie / 1022
BW-01369
Portefeuillehouder
H. Tiemens
Samenvatting
Directie/afdeling, ambtenaar, telefoonnr.
Scheepvaart wordt gezien als de meest duurzame transportwijze. Maar
scheepvaart is lokaal ook een belangrijke bron van luchtverontreiniging.
In combinatie met verdichting van (woon)bebouwing in Nijmegen langs
de Waal en verwachte forse toename van scheepvaartverkeer op de
Waal, is slimmere en schonere scheepvaart van groot belang voor
Nijmegen. Het Europese project CLINSH (Clean INland SHipping),
mede geïnitieerd door de EC, moet een forse stap opleveren in dit
streven. De provincie Zuid-Holland is op verzoek van de EC de trekker
van het project. De totale projectkosten worden begroot op € 8 miljoen.
Wegens de recente ontwikkelingen bij de Stadsregio wordt aan de
gemeente Nijmegen gevraagd (tijdelijk) de rol als projectpartner over te
nemen. Zodra de toekomstige vorm en kerntaken van de Stadregio
worden geformaliseerd, is de kans groot dat de Stadsregio deze rol op
zich neemt. Voorgesteld wordt te besluiten tot het aanvaarden van
deze rol. De Nijmeegse bijdrage aan de uitvoering van de regionale
activiteiten in het project (begroot op € 250.000) wordt bekostigd uit
Uitvoeringsprogramma Luchtkwaliteit (ISV3-gelden € 50.000) en
externe financiering (€ 50.000 provincie Gelderland en € 150.000 LIFEsubsidie) en uitvoering gebeurt door tijdelijk in te huren menskracht
(vanuit de Stadsregio al werkzaam aan dit project).
ML30, Henk Nijhuis, 2649
Datum ambtelijk voorstel
22 september 2014
Registratienummer
14.0010247
Paraaf
akkoord
Datum
Paraaf
akkoord
Datum
Steller
Henk Nijhuis
Ter besluitvorming door het college
Deel te nemen aan het project CLINSH, onder voorbehoud van de
externe cofinanciering van de provincie Gelderland, cofinanciering van
LIFE en vaststellen van de begrotingswijziging door de Raad
Aan de Raad voor te stellen
Begrotingswijziging 01369 vast te stellen.
X Ter besluitvorming door de Raad
Besluit B&W d.d. 30 september 2014
nummer: 3.18

besluitvorming
X Ter

Conform
advies door de Raad (uiterlijk xx)
 Aanhouden
 Anders, nl.
Bestuursagenda
Portefeuillehouder
Collegevoorstel Deelname van gemeente Nijmegen aan het Europese project CLINSH betreffende schone scheepvaart
Collegevoorstel
1
Probleemstelling
Scheepvaart wordt nog steeds gezien wordt als de meest duurzame transportwijze. Maar
scheepvaart is lokaal ook een belangrijke bron van luchtverontreiniging (fijn stof PM10; roet;
stikstofdioxide NO2), zeker nu veel aandacht besteed wordt aan de vergroening van andere
bronnen, zoals het wegverkeer. In combinatie met verdichting van (woon)bebouwing in
Nijmegen langs de Waal en verwachte forse toename van scheepvaartverkeer op de Waal
(m.n. door de opening van de 2de Maasvlakte), is slimmere en schonere scheepvaart van
groot belang voor Nijmegen.
Formele knelpunten in de luchtkwaliteit langs de Prins Mauritssingel (door combinatie van
wegverkeer en hoge bijdrage door scheepvaart op de Waal) heeft met name gemeente
Nijmegen er toe aangezet aandacht te besteden aan schonere en slimmere scheepvaart. De
Stadsregio Arnhem Nijmegen voert, in samenwerking met de gemeenten Nijmegen en
Arnhem, in het kader van het luchtkwaliteitsprogramma Eureka het programma Schone
Scheepvaart uit. Dit programma wordt mede gefinancierd met 1,8 € miljoen vanuit het NSL
(Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit). In dit programma Schone scheepvaart
is o.a. subsidie verleend aan de gemeente Nijmegen voor de realisatie van walstroom aan de
Waalkade (inmiddels opgeleverd) en is in navolging van provincie Zuid-Holland een
subsidieregeling opgesteld en uitgevoerd om de binnenvaart te verschonen. In het kader van
Interreg IVa en Interreg V wordt inzet van schone brandstof LNG (vloeibaar aardgas) voor
scheepvaart gestimuleerd.
De EC (directoraat Generaal Milieu) heeft aan provincie Zuid-Holland gevraagd om een
Europees project te trekken voor verdere vergroening van de binnenvaart. Naast diverse
andere partners is de Stadsregio door provincie Zuid-Holland gevraagd om mee te werken.
Het project, in te dienen bij subsidieprogramma LIFE, gaat zich richten op schone
scheepvaart op Europa’s belangrijkste binnenvaartcorridors (m.n. stroomgebied Rijn/Waal).
Het programma LIFE heeft o.a. tot doel om de luchtkwaliteit in Europa te verbeteren. Het
project heeft als naam CLINSH meegekregen (Clean INland SHipping).
Door de recente ontwikkelingen bij de Stadsregio wordt aan de gemeente Nijmegen gevraagd
(tijdelijk) de rol als projectpartner (“associated beneficiary”) in te nemen in plaats van de
Stadsregio. Door korte termijnen tot indienen van een voorstel is een spoedige beslissing
noodzakelijk.
Voorgesteld wordt deze rol te aanvaarden, waarbij de Nijmeegse bijdrage aan de verdere
uitvoering van het project (€250.000) wordt bekostigd uit deels het Uitvoeringsprogramma
luchtkwaliteit (ISV3-gelden €50.000) en externe financiering (€ 50.000 van provincie
Gelderland en € 150.000 uit LIFE-subsidie) en uitvoering gebeurt door tijdelijk in te huren
menskracht (die nu al vanuit de Stadsregio aan dit project werken).
2
Juridische aspecten
Er is geen wettelijke plicht of regelgeving om deel te nemen aan het project CLINSH. Wel is
het een logisch vervolg op het Stadsregioprogramma Schone scheepvaart en leidt het mede
tot het voldoen aan de luchtkwaliteitsgrenswaarden en past het binnen de
klimaatdoelstellingen (duurzame mobiliteit). De deelname van gemeente Nijmegen aan het
project is onder voorbehoud van cofinanciering van de provincie Gelderland en LIFE-subsidie.
3
Doelstelling
In de bijlage is een engelstalige projectbeschrijving en een projectstructuur opgenomen. Aan
deze teksten wordt nog gewerkt. Er is inmiddels een projectconsortium met partners uit de
EU bijeengebracht. De provincie Zuid-Holland wordt leadpartner en de Stadsregio Arnhem
Nijmegen is in samenwerking met de provincie Gelderland aangesloten. Het doel van het
project is om de luchtvervuiling als gevolg van de binnenvaart te verminderen.
Collegevoorstel
Vervolgvel
2
De Europese Commissie heeft aangegeven graag een voorstel te ontvangen gericht op
het verschonen van binnenvaartschepen middels nageschakelde techniek en real life
monitoring. Een totaalbudget van van +/- € 8 miljoen lijkt haalbaar. LIFE financiert 60%
van de totale projectkosten. Dit betekent ongeveer € 3 miljoen eigen bijdrage vanuit het
consortium. De overige €5 miljoen wordt van de Europese Commissie gevraagd. Het
gros van deze benodigde co-financiering zal naar verwachting door Provincie ZuidHolland (€ 2 miljoen) worden geleverd. Ter informatie is een schema van het
CLINSH project in bijlage 1) bijgevoegd. Naast nageschakelde technieken, als manier
om de uitstoot van schepen te verminderen, worden ook alternatieve brandstoffen (bijv.
LNG) en walstroom in het project meegenomen.
De projectpartners schrijven zich in voor projectonderdelen en zorgen voor cofinanciering
(40%) voor hun eigen activiteiten. De Stadsregio heeft zich opgeworpen voor deelname aan
onderdelen B3 (pilots voor walstroomvoorzieningen) en D3 (beleidsdocumenten tbv Europese
emissienormen). Er wordt begroot dat daarvoor € 250.000 aan budget nodig is. De benodigde
40% cofinanciering van € 100.000 wordt voor €50.000 betaald uit het Uitvoeringsprogramma
luchtkwaliteit en €50.000 is gevraagd aan de provincie Gelderland (uit programma
Luchtkwaliteit). De kosten betreffen met name interne en externe uren en kosten van een
lokale pilot.
Concrete resultaten van het totale project zouden moeten worden:
• monitoring van emissiereductie van ± 40 binnenvaartschepen
• pilots met nieuwe emissiereductietechnieken (nabehandeling)
• pilots met alternatieve brandstof
• pilots met walstroom (waaronder in Nijmegen)
• modellering van emissiereductiemogelijkheden voor de Europese binnenvaartvloot en
effecten op lokale luchtkwaliteit langs de vaarwegen
• socio-economic impact studie van toepassing van deze mogelijkheden
• beleidsdocumenten ten behoeve van beleidsvormingsproces op Europees niveau mbt
emissienormen in de binnenvaart en flankerend beleid op nationaal, regionaal en lokaal
niveau, met in het bijzonder aandacht voor harmonisatie van havengelddifferentiatie.
Een van de pilots met walstroom wordt voorgesteld in Nijmegen uit te voeren. Er wordt
gewerkt aan een pilotvoorstel met GDF Suez voor mobiele walstroom voor de aangemeerde
schepen in de Kanaalhavens. Bijdrage vanuit het project wordt voorlopig begroot op €
100.000.
Verder wordt gewerkt aan mogelijke andere lokale pilots waarbij andere lokale partners
gezocht worden.
De Stadsregio heeft over het projectvoorstel CLINSH inmiddels een CvB-besluit genomen.
Zie bijlage 2. In dit CvB-besluit wordt aan gemeente Nijmegen gevraagd om na het indienen
van de CLINSH-aanvraag, de rol van projectpartner over te nemen van de Stadsregio.
4
Argumenten
Wegens de recente ontwikkelingen bij de Stadsregio wordt aan de gemeente Nijmegen
gevraagd (tijdelijk) de rol als projectpartner over te nemen. Zodra de toekomstige vorm en
kerntaken van de Stadregio worden geformaliseerd, is de kans groot dat de Stadsregio deze
rol op zich neemt. Redenen voor gemeente Nijmegen om de rol van projectpartner over te
nemen:
- Het belang van schone scheepvaart is evident voor Nijmegen en de regio. Dat blijkt ook
uit het programma Schone Scheepvaart dat de Stadsregio uitvoert en eerder met name
Collegevoorstel
Vervolgvel
3
-
-
-
5
door Nijmegen geïnitieerd is. Nu de Stadsregio ophoudt te bestaan ligt het voor de hand
dat gemeente Nijmegen deze rol overneemt.
Door dit project zal een pilot met walstroom in de Kanaalhavens in Nijmegen uitgevoerd
worden. Dat sluit goed aan bij de aangelegde walstroom aan de Waalkade en
voorbereidingen voor walstroom in de Waalhaven en Lindenberghaven. Daarnaast wordt
door BCTN gewerkt aan walstroom aan de nieuwe kade.
Er wordt gewerkt aan mogelijke andere lokale pilots waarbij andere lokale partners
(bedrijven) gezocht worden. Dat kan leiden tot lokale economische spin-off.
de effectiviteit van lokaal beleid voor havengelddifferentiatie wordt groter als dit wordt
geharmoniseerd met andere havens in het Rijn/Waal stroomgebied.
Deelname aan een dergelijk project straalt af op Nijmegen als stad met een proactief
beleid voor schone lucht en duurzaamheid. Tevens leidt de schonere lucht tot een
schonere en gezondere leefomgeving voor de Nijmeegse burger.
Op dit moment is beperkte Nijmeegse cofinanciering nodig (€50.000) en zal door inhuur
het project in de uitvoering slechts beperkt capaciteit vragen.
Klimaat
Dit voorstel draagt bij aan schonere en slimmere scheepvaart en past in de
klimaatdoelstellingen van de gemeente Nijmegen
6
Financiën
De projectpartners schrijven zich in voor projectonderdelen en zorgen voor cofinanciering
(40%) voor hun eigen activiteiten. De Stadsregio heeft zich opgeworpen voor deelname aan
onderdelen B3 (pilots voor walstroomvoorzieningen) en D3 (beleidsdocumenten tbv Europese
emissienormen). Er wordt begroot dat daarvoor € 250.000 aan budget nodig is. De benodigde
40% cofinanciering van € 100.000 wordt voor €50.000 betaald uit het Uitvoeringsprogramma
luchtkwaliteit (ISV3-gelden) en €50.000 is gevraagd aan de provincie Gelderland (uit
programma Luchtkwaliteit). De kosten betreffen met name interne en externe uren en kosten
van lokale pilots. Deelname van gemeente Nijmegen is onder voorbehoud van cofinanciering
van de provincie Gelderland en LIFE.
7
Participatie en Communicatie
Er wordt gewerkt aan mogelijke andere lokale pilots met participatie van andere lokale
partners (bedrijven) gezocht worden. Dat kan leiden tot lokale economische spin-off.
8
Uitvoering en evaluatie
De uitvoering gebeurt door tijdelijk in te huren menskracht (vanuit de Stadsregio al werkzaam
aan dit project).
9
Risico
Door het geformuleerde voorbehoud zijn aan dit voorstel geen risico’s verbonden.
Bijlage(n):
bijlage 1. Engelstalige projectbeschrijving en projectstructuur van CLINSH
bijlage 2. CvB-besluit van Stadsregio betreffende CLINSH
DRAFT 21 augustus 2014.
Project title: CLean INland SHipping (CLINSH)
Introduction / Inducement
In spite of all efforts to improve air quality over the past few years, European Air Quality standards,
especially the NO2 standard have not been met. To improve air quality, many regions have been
spending a lot of money and effort into measures that mainly focus on the reduction of industrialand road traffic emissions in the urban areas. Awareness is growing that inland shipping contributes
disproportionately to the NO2 concentrations, Particulate Matter concentrations and soot. Inland
Shipping not only influences background concentrations on a large scale but also influences local
areas along the inland waterways and nearby inland ports,. Whilst the NO2 limit value is 40 µg/m3
(yearly average), the local contribution of inland navigation can reach up to values of 4-6 µg NO2. Due
to the widespread network of inland waterways in Europe inland shipping influences all European
regions.
NOx emissies (mln. kg/jaar)
During the past years, road traffic has become cleaner, mainly as a result of the Euro standards. The
Stationaire bronnen in de landbouw
Raffinaderijen
Inland waterway shipping sector is lagging far behind in the
Industrie
Energiesector
Overige
stationaire
bronnen
Mobiele bronnen in de landbouw
use of clean technology. Compared to road trucks, ships
Wegverkeer
Binnenvaart
Spoorwegen
Luchtvaart
engines are long lasting and the shipping sector lacks the
Visserij
Overige mobiele bronnen
600
financial ability to invest in new equipment or
500
modifications. The shipping sector has to make a sharp
400
300
improvements??catch?? on greening the fleet??. The
200
international character of inland shipping makes it
100
0
desirable to organize measures to improve emissions by
1990
1995
2000
2005
2010
technical means in the European context.
In comparison with other sectors the emission of inland navigation is not decreasing
Besides the European Air Quality Framework in which reduction of the emissions of NOx, “soot:” and
particulates is required, other European programs focus on the reduction of energy use, the use of
fossil fuels, fuel transition and reduction of emission of climate gases. With the intention to relieve
the road network and motivated by the air quality problems along the roadside at European scale,
better utilization of the waterway infrastructure (modal split) is an important topic. However,
calculated per freight ton-km, inland shipping is emitting higher amounts of NOx and PM than road
transport (only the CO2 footprint is better for inland navigation). Knowing that inland navigation
emits more than road transport (on a freight ton-km base) makes the modal split to inland navigation
counterproductive from the air quality point of view.
It is clear that inland navigation should reduce its contribution to air pollution in order help meet the
air quality standards. Clean INland SHipping (CLINSH) will increase the potentials for Greening the
fleet.
Purpose
- Evaluate if (or demonstrate that) State of the art technologies can significantly reduce air pollution
emissions (NOx, PM10, Soot)caused by inland shipping in urban areas.
- After performing the pilot projects, data will be gathered and processed into a uniform dataset. To
optimise emission reduction , this data will be applicable to the entire European fleet.
2014-08-20
CLINSH- Main text CONCEPT
The aim of the project is to demonstrate that improvement of air quality (NO2, PM10) as well as
reduction of nitrogen deposition by reducing the emissions from inland navigation is feasible. The
main focus is on the areas along the busiest parts of the NW European waterway network and the
areas close to the/adjacent to urban environment, in which large inland ports are situated. Nitrogen
deposition in the Natura 2000 areas should also be reduced; Many of these sites are located along
the basins of the rivers. The effect of the reduction of emissions should be clearly seen there. The
project is considered to be part of the actions for the implementation of the EU Air Quality Directive
2008/50/EC and is supporting one of the sectors which, in terms of emission reduction, is lagging far
behind.
Approach
To reduce NOx, dust PM? and soot emissions, measures should primarily focus on the propulsion of
ships. Different (cleaner) fuels, cleaner combustion and after-treatment techniques to clean the
exhaust gases are the most appropriate methods to this purpose.
The CLINSH project focuses on three areas:
1. The application of emission reduction technologies (B1)
Since vessels have a long life expectancy, application of techniques which can be mounted on
existing engines (retrofit) will be a key aspect of the solution. The performance (like costs,
emissions reduction rates, fuel consumption, etc.) of these techniques are to be demonstrated
under real life conditions
2. The implementation of Fuel Transition (B2)
Conventional ship engines use gas oil. There are different alternatives available (like LNG,
Methanol, GTL, etc.) each with their own (dis)-advantages. Only a very few barges are sailing on
LNG, or a combination of LNG and gas-oil (dual fuel) (so up till now there is hardly any
performance information available). It is clear that use of GTL and Methanol needs or requires
only minor modifications to ship and engine whilst application of LNG requests a larger
modifications or even new engines, with high costs for investment as a result. (The LNG part of
this pilot clearly has a strong link to the TEN-T project Rhine-Danube, in which the LNGinfrastructure is going to be set up).
3. Onshore power supply (B3)
Earlier research (outcome of the Interreg project Clean North Sea Shipping and other modelling
studies) shows that the emissions from barges at berth significantly contribute to air pollution in
ports and surroundings. So rollout of “Onshore Power Supply” (OPS) is a real possibility to avoid
these emissions. Up to now the use of OPS has not become commenplace. Port facilities,
harmonization of technical equipment, safety and billing systems as well as encouraging ??the
use??, are needed.
Objective / Goal
For these three approaches (fuel change, after treatment and OPS) techniques are quite fully
developed. The inland fleet consists of many different ships and an enormous variability of engine
types and power and the operational use differs this limits the effectiveness of the different types of
measures. In order to find out which measure is the most suitable for which type of ship in
combination with the operational aspects, it is needed to carry out pilots (pilot schemes need to be
2014-08-20
CLINSH- Main text CONCEPT
implemented?) in which emission-reduction rates, costs of ownership, etc. are investigated under
real life circumstances. A transnational monitoring system which monitors the emissions of the entire
fleet and calculates the contribution to air pollution and has predicting skills and possibilities for
scenario building is required. The Vessels will all be equipped with on board monitoring systems to
collect data before and after the installation of the emission abatement technique. The data will then
be the used as a base for setting standards and for policy making on ongoing inland navigation
emission abatement.
Based on the results of CLINSH it will also be possible to develop a uniform “Clean Shipping Index”
combined with a certification system to build a variable pay proposal for port charge reduction. This
will form the basis for a payback model for the required investments.
In addition to the outcome of the pilot projects and the outcome of the scenario’s a socio economic
impact study and the development of a uniform TCO (total cost of ownership) model must make
clear what are good choices given the type of ship, power, engine, sailing hours, etc. There are
several TCO models in development; Harmonization at European level is highly desirable. A well
harmonized TCO model enables market introduction and data from the model can be used to base
demurrage charges on. Furthermore, the model maps out financial deficiency. This information can
be used to develop innovative financial constructions.
Links to other programs
the horizon 2020 program encompasses? technical investigations for energy saving and cleaner
propulsion for inland vessels are to be started (the calls no. MG-4.1-2014 and MG-4.4-2014 which are
closed now). In close cooperation with the parties who are going to do these investigations the
results of these projects will be directly used as input for CLINSH. In the TEN-T project “Rhine-Danube
the out roll? of an infrastructure for LNG filling facilities will mainly be activated snap niet wat hier
bedoeld wordt. CLINSH will focus on the use of LNG and its possible advantages.
After Life
The Inland Navigation Transport sector is struggling to suvive or struggle for it’s life?. There is a
surplus of capacity, a strong competition and for many ships; the burden of debt exceeds the
financial means of the daily income. Therefore, reducing emissions by regulations and enforcement
will be very risky for the existing fleet. Even on the medium term this sector could possibly not be
able to cope with such regulations. In the long term it is therefore necessary to regulate without too
much extra cost. In the long term costs and benefits should be balanced by support in the financing
of this change maybe using resources from Europe. On the other hand regulations of ports, port
facilities and port charges need to be harmonized so that no alternate behaviour (schemes are ?) is
encouraged. Rewarding clean ships and "punishing" more polluting vessels, could create balance.
These aspects will be elaborated in a (separate project part (Not LIFE) and together with the results
from the pilots form the basis for the conclusions and 2014-09-24recommendation to the
commission. Beside a Knowledge Centre will be founded here. The different options and possibilities
will be brought together and managed on an independent basis, This knowledge center can serve the
market..
2014-08-20
CLINSH- Main text CONCEPT
Preparatory:
Alignment and fleet recruitment will be necessary. The European fleet consists of many different
ships. Different types, construction and size, but also in terms of type and power of the engine, the
degree and type of use, etc. The same measures to reduce emissions aren’t suitable effective or
even applicable for all ships,. An overview of the entire fleet will lead to a selection of ships to be
further investigated in the pilots.
Emission reduction technologies (such as after treatment)
Conversion to other fuels or propulsion technologies will not be possible in all cases. Either for
financial reasons or because of technical barriers, in particular the application of LNG will not prove
feasible in many cases. In order to achieve emission reduction exhaust gas treatment by means of
auxiliary technology can be applied (after treatment, for example with Selective Catalytic Reduction)
There are several systems on the market, which allows a large part of the fleet engines to be so
fitted. Next to the retrofit of SCR techniques there is some evidence that the use of fuel/water
emulsion, fuel/air combination, air lubrication etc.???wat?? Techniques that have an effect on the
reduction of emissions and fuel consumption must be tested in real life conditions.
Fuel transition
There are several reasons to use fuels other than gasoil for shipping. (Running out of oil, geopolitical
reasons and the use of renewables for climate goals)
In this program, the focus is on the reduction of the emissions of air pollutants (nitrogen oxides, soot
and particulate matter) without losing sight of the objectives for CO2 reduction. Engines on LNG and
Methanol as well as (diesel) -electric techniques (will be developed?). The realization of the
bunkering infrastructure for the use of LNG is carried out in the “Master plan LNG” (TEN-T RhineDanube project). In case methanol would appear to be an interesting solution, a separate
infrastructure will also be needed. Conversion to LNG from existing engines is possible however the
risk of methane losses is a concern. Strong emphasis will be on fact finding for all available ?tracks
alternatives? and the possibilities of application in different parts of the fleet (depending on location
and / or specification dependent dependence?) and on cost/effectiveness.
On Board Power Supply
Most of the time ships at berth have one or more stationary engines running (sometimes the main
engine, but very often separate generators) to provide their own power. , The contribution to the
local concentrations is significantly higher when ships are docked in comparison to when they are
just passing by due to the longer period of time that they are in the area.. The emissions of those
engines can be avoided by a well-functioning system of electricity supply from the shore (Onshore
Power Supply (OPS)). Many ports are located in close proximity to residential areas. Except for the
technical provision and safety regulations, there is also a need for a uniform system for payment and
accessibility. A pilot will be carried out that focuses specifically on the possibilities for harmonization
of systems all over Europe.
Monitoring, modelling and evaluation
2014-08-20
CLINSH- Main text CONCEPT
An important part of CLINSH will be the monitoring and modelling system for all the emissions. All
ships in the pilot will be equipped with an on board monitoring system which combines the emission
data (sailing as well at berth) with position information and speed information. Doing so; a database
will be made with the performance of the different abatement techniques (and the differences
between the ships whith or without emission reduction). Starting point will be the reference
emissions of the fleet and, using the collected information of the effectiveness of abatement
technologies different scenarios will be calculated for the effects on the emission of the entire fleet
as well as the environmental impact of the different options.
2014-08-20
CLINSH- Main text CONCEPT
Registratiedatum 114/08/2014
Registratienummer: 14.0004461
Openbaar voorstel aan College van Bestuur
reg.nr
Opsteller
Akkoord door
akkoord secretaris
portefeuillehouder(s)
14.0004461
Erik Lubberding/
Stan van Oerle
M.van d e
Zandschulp
R. Wever
M. Thijsen
paraaf
paraaf
paraaf
It
afdoejŗtin'gstermijn
datum
datum
4-09-14
beleidsterrein(en)
onderwerp
voorstel
financiën
controller
Ruimte
Voorbereiding Europees voorstel CLINSH
1.
Kennisname van d e strategie om te komen tot een Europees voorstel voor Schone
Scheepvaart (Clean Inland Shipping (CLINSH)).
Kosten
begrotingsnummer(s)
restant budget
i 10.000,-
1308.007.008
i 175.000,-
Aanvullende opmerkingen
communicatie
E-nieuws
openbaarheid
besluit openbaar: Ja
Nee
Nee
paraaf
)p
persbericht
fi^
Tiį&ŕ'
beslissing CvB
A
behandeling
Nee
commissie
behandeling raad
Nee
Stadsregio Arnhem Nijmegen
openbare samenvatting
De Stadsregio Arnhem Nijmegen voert in het kader van het luchtkwaliteitsprogramma
Eureka het programma Schone Scheepvaart uit. In dit programma is de ambitie
geformuleerd om - indien mogelijk - het programma in Europees verband op te schalen.
Dit Collegevoorstel geeft daarvoor invulling.
toelichting
In- en aanleiding
De Stadsregio Arnhem Nijmegen voert in het kader van het luchtkwaliteitsprogramma
Eureka (vanuit NSL) het programma Schone Scheepvaart uit. In dit programma is o.a.
subsidie verleend aan gemeenten Arnhem en Nijmegen voor de realisatie van
walstroom en is een subsidieregeling opgesteld en uitgevoerd om de binnenvaart te
verschonen. Deze acties zijn niet onopgemerkt gebleven en dit voorjaar is de stadsregio
door provincie Zuid-Holland benaderd om de mogelijkheden te verkennen voor
Europese samenwerking. De provincie Zuid-Holland is ook zeer actief op dit gebied en
heeft ook een regeling uitgevoerd. Afgelopen maart is door Bureau Brussel een
informatiemiddag over het vergroenen van de binnenvaart in Brussel bijgewoond. Deze
informatiemiddag werd georganiseerd vanuit de Europese Commissie (Directoraat
Generaal Milieu) en was gericht op het verkennen van de (Europese subsidie-)
mogelijkheden van een groot project binnen het subsidieprogramma LIFE. Dit project
zou zich moeten richten op het gebied van schone scheepvaart rond Europa's
belangrijkste binnenvaartcorridors (m.n. stroomgebied Rijn/Waal). Het programma LIFE
heeft o.a. tot doel om de luchtkwaliteit in Europa te verbeteren.
Het project: CLINSH
In de tussentijd is er veel gebeurd. Een projectconsortium met partners uit de EU is
bijeengebracht, de provincie Zuid-Holland wordt leadpartner en de Stadsregio Arnhem
Nijmegen is in samenwerking met de provicnie Gelderland aangesloten. Het project
heeft het acroniem "CLINSH" dat staat voor CLean INIand SHipping. Het doel van het
project is om de luchtvervuiling als gevolg van de binnenvaart te verminderen. De
binnenvaart staat nog steeds bekend als een duurzame transportmodaliteit, maar door
de innovatie en strenge normeringen in het wegvervoer is er een achterstand ontstaan
op het gebied van luchtkwaliteit (NOx, PM). Dit terwijl, omwille van het verbeteren van
de bereikbaarheid, steeds meer nadruk ligt op het verplaatsen van vervoer van weg
naar water. Daarnaast wordt verwacht dat ook de uitbreiding van de Tweede Maasvlakte
tot toenemende volumes over water zal gaan leiden. Actie is dus nodig.
De Europese Commissie heeft aangegeven graag een voorstel te ontvangen gericht op
het verschonen van binnenvaartschepen middels nageschakelde techniek en real life
monitoring. Een totaalbudget van van +I- C 8 miljoen lijkt haalbaar. LIFE financieert 60 7o
van de totale projectkosten. Dit betekent ongeveer i 3 miljoen eigen bijdrage vanuit het
consortium. De overige C5 miljoen wordt van de Europese Commissie gevraagd. Het
gros van deze benodigde co-financiering zal naar verwachting door Provincie ZuidHolland ( f 2 miljoen) worden geleverd. Ter informatie is een conceptueel model van het
CLINSH project in bijlage 1 bijgevoegd. Naast nageschakelde technieken, als manier
om de uitstoot van schepen te verminderen, worden ook alternatieve brandstoffen (bijv.
LNG) en walstroom in het project meegenomen.
0
Nederlandse inbreng
De provincie Zuid-Holland heeft als leadpartner getracht om de Nederlandse inbreng te
coördineren. Met dit doel heeft zij op 17 juni 2014 een bijeenkomst in Den Haag
georganiseerd waarbij alle (mogelijke) Nederlandse partners bijeen waren. De
stadsregio is hier samen met Rob Smeenge (provincie Gelderland, afdeling milieu en
luchtkwaliteit) heen gegaan. Mede n.a.v. deze sessie zijn de stadsregio en provincie
Gelderland geïnteresseerd geraakt in het gezamenlijk oppakken van een rol in dit
consortium. De deelnemerslijst van zowel die bijeenkomst als de eerste in Brussel is als
bijlage toegevoegd aan deze memo.
Huidige stand van zaken
De stadsregio heeft vanuit haar Schone Scheepvaart programma veel ervaring
opgedaan met het verschonen van de binnenvaart. Zij heeft ook eerder uitgesproken
deze ervaring grensoverschrijdend in te willen zetten. Het vraagstuk van de duurzame
Stadsregio Arnhem Nijmegen
binnenvaart stopt immers niet bij Lobith (Spijk).
Inzet stadsregio
Daarom heeft de Stadsregio Arnhem Nijmegen in de projectdefinitiefase
aangeboden
trekker van een werkpakket te zijn. Dit werkpakket omvat 'strategie'. Hiervoor worden
inmiddels de eerste teksten aangeleverd. De provincie Gelderland is nauw betrokken en
de mogelijkheden van de cofinanciering (40 zo) worden verkend. Ook wordt gekeken
naar de inhoudelijke interesse en eventuele bijdrage van de gemeenten Arnhem en/of
Nijmegen. Op 16 oktober 2014 dient een voorstel bij de Europese Commissie ingediend
te zijn. Daarnaast bestaat het voornemen om gebruik te gaan maken van de
feedbackmogelijkheid van het ministerie van Infrastructuur S Milieu. Dit betekent dat er
al op 15 september 2014 een concept voorstel afgerond moet zijn. Vanwege de tijdsdruk
(vakantieperiode) heeft de stadsregio aan provincie Zuid-Holland aangeboden een
opdracht te verstrekken aan Buck Consultants International om de partners in het
consortium te ondersteunen bij het inhoudelijke werk. Provincie Zuid-Holland heeft voor
het (technisch) schrijven van het voorstel ERAC benaderd. Buck zal dus in nauwe
afstemming met ERAC te werk gaan. Erik Lubberding zal in samenwerking met Remco
Hoogma (ingehuurd vanuit de Groene Hub) inhoudelijk aanspreekpunt voor de
stadsregio zijn. Op 22 augustus 2014 moeten de zogenaamde werkpakketleiders (dus
ook de stadsregio) hun input leveren. Op 16 oktober 2014 moet een aanvraag bij de
Europese Commissie ingediend zijn. Dat betekent tevens dat het vraagstuk van de
cofinanciering op die datum geregeld moet zijn. Concreet moet er dan duidelijk zijn
welke bijdrage het consortium van onze regio kan verwachten. Ook moet dan duidelijk
zijn welke juridische entiteit (gemeente Arnhem, Nijmegen, Provincie Gld, Stadsregio)
als officiële projectpartner bereid is mee te gaan doen.
0
Bestuurlijke relevantie
De afgelopen maanden heeft de stadsregio, met de opgedane kennis vanuit het schone
scheepvaart programma, provincie Gelderland en de gemeenten Arnhem en Nijmegen
ondersteunt en de rol als projecttrekker opgenomen om de eerste fase goed te
begeleiden. Voorgesteld wordt om dat in de zomervakantie - en tot de indiening van het
projectvoorstel op 16 oktober (proposal) - te blijven doen. De stadsregio kan echter,
gezien de onzekere toekomst, geen (formeel- juridische) projectpartner zijn. Honorering
(contractvorming) van het project door de Europese Commissie wordt in mei 2015
voorzien. Ambtelijk zijn daarom de mogelijkheden verkend om gemeente Nijmegen te
vragen de rol van project partner op zich te nemen. Gemeente Nijmegen heeft in haar
nieuwe coalitieprogramma de ambitie geuit om een "Nijmeegse norm" voor roet te
verkennen en heeft aangeven de verschonen van scheepvaart belangrijk te vinden. Ook
heeft Nijmegen een hardnekkig luchtkwaliteitsknelpunt aan de Prins Mauritssingel die
voor een significant deel (20 7o) wordt veroorzaak door de scheepvaart en is de haven
van Nijmegen (BCTN) een "Core Network" haven in het kader van TEN-T.
Verduurzaming van deze havens (in stedelijk gebied) is ook prioriteit in Europa.
o
Het project vraagt om een regionale cofinanciering van 40 Zo. Gesprekken daarover
worden gevoerd met provincie Gelderland. Provincie Gelderland heeft de ambitie om,
vooruitlopend op de nieuwe coalitieperiode, het achtergrondniveau van luchtvervuiling te
verlagen. De verduurzaming van de scheepvaart is een van de mogelijkheden om dit te
bereiken. De provincie is dan ook bereid mee te denken over de cofinanciering.
o
Concreet wordt het volgende voorgesteld:
De stadsregio bouwt samen met de projectpartners aan het projectvoorstel CLINSH. Zij
zoekt daarbij naar de belangen van regionale stakeholders (o.a. provincie Gelderland,
gemeenten Arnhem en Nijmegen). Zij verzoekt daarbij gemeente Nijmegen de formele
rol als project partner op zich te nemen. Provincie Gelderland zal - vanwege haar
interesses (o.a. ontgassen, Duurzame Transportcorridor) - nauw betrokken zijn bij de
totstandkoming van het voorstel en indien het voorstel gehonoreerd wordt door de
Europese Commissie ook een rol blijven spelen. Aan provincie Gelderland wordt een
bijdrage gevraagd in de regionale cofinanciering. De eerste indicaties voor activiteiten
die in onze regio (Gelderse corridor) uitgevoerd kunnen gaan worden, worden voorlopig
begroot op C 250.000,-. Als 40 7o van deze activiteiten regionaal gefinancierd dient te
o
Stadsregio Arnhem Nijmegen
worden zal een bijdrage van C 100.000,- benodigd zijn.
Gedurende de uitwerking van het proposal zal meer duidelijkheid gegeven kunnen
worden over de benodigde capaciteit in de jaren 2015, 2016, 2017 en 2018.
Slaagkans
Alles wordt in het werk gesteld om een excellent voorstel in te dienen. Daarom heeft
provincie Zuid Holland ERAC in de hand genomen en heeft de stadsregio opdracht
verleend aan Buck Consultants om de projectpartners te ondersteunen om de juiste
inhoud in het voorstel te krijgen. Vanuit de Europese Commissie (Guido de Wildt, DG
Environment) is nadrukkelijk gekeken naar provincie Zuid-Holland om een voorstel in te
dienen. Ook tijdens de laatste project bijeenkomst van 16 juli jl. in Brussel heeft hij
aangegeven dat wij nu (deze call) met een voorstel dienen te komen. Resultaten van het
voorstel kunnen dan namelijk in 2018 worden gepresenteerd zodat - een jaar voor de
Europese verkiezingen - de aanbevelingen kunnen worden omgezet in nieuw beleid.
Als resultaten in het verkiezingsjaar worden gepresenteerd zullen de aanbevelingen
naar verwachting minder effect sorteren. Kortom, de voortekenen zijn gunstig om in de
slipstream van provincie Zuid Holland mee te gaan en zodoende de corridor met een
demonstratieproject te verduurzamen.
toelichting financiën,
communicatie en
bestuurlijk-juridische
aspecten
Financieel
De inzet van de stadsregio tot aan indiening van het voorstel is als volgt te specificeren:
Inzet projectleider
stadsregio
De uren vallen binnen het programma Schone Scheepvaart met ondersteuning vanuit
Bureau Brussel.
Opdracht Buck Consultants International
C 10.000,-. Vanuit het Schone Scheepvaart (NSL) programma en C 5.000,-. vanuit
Bureau Brussel.
Technische en inhoudelijke ondersteuning Remco Hoogma
(Dwarsverband)
De uren worden bekostigd vanuit de lopende opdracht Groene Hub.
Bij honorering van het voorstel zal capaciteit en cofinanciering beschikbaar moeten zijn.
In de komende weken zal nader uitgewerkt worden welke activiteiten gemeente
Nijmegen in het consortium kan uitvoeren en welke cofinancieringsopgave er dan
ontstaat. Uit ambtelijke gesprekken met Provincie Gelderland komt naar voren dat er
bereidheid is om voorC 100.000,- te cofinanciering. Dit zou betekenen dat gemeente
Nijmegen voor C 250.000,- aan totale kosten kan participeren in het project, zonder dat
daarvoor eigen (of overige) cofinanciering beschikbaar moet komen. Immers wordt via
deze strategie 60 7o vanuit de Europese Commissie bekostigd en 40 7o vanuit provincie
Gelderland.
o
o
Bestuurlijk-juridisch
Indien het voorstel door de Europese Commissie wordt gehonoreerd zullen activiteiten
op z'n vroegst in mei 2015 kunnen starten. Gezien de opheffing van de WGR+ en de
discussie over (de taken binnen) de regionale samenwerking wordt voorgesteld
gemeente Nijmegen te vragen als project partner deel te nemen in het CLINSH
consortium.
bijlagen
1.
2.
3.
Conceptueel model van het CLINSH project
Deelnemerslijst Den Haag
Deelnemerslijst Brussel
Stadsregio Arnhem Nijmegen
Voorstel aan de Raad
Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel
17 oktober 2014
/ 124/2014
Fatale termijn: besluitvorming vóór:
Onderwerp
Deelname van gemeente Nijmegen aan het Europese project CLINSH betreffende schone
scheepvaart
Programma / Programmanummer
Klimaat & Energie / 1022
Portefeuillehouder
H. Tiemens
Voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders d.d.
30 september 2014
Samenvatting
Scheepvaart wordt gezien als de meest duurzame transportwijze. Maar scheepvaart is lokaal ook
een belangrijke bron van luchtverontreiniging. In combinatie met verdichting van
(woon)bebouwing in Nijmegen langs de Waal en verwachte forse toename van
scheepvaartverkeer op de Waal, is slimmere en schonere scheepvaart van groot belang voor
Nijmegen. Het Europese project CLINSH (Clean INland SHipping), mede geïnitieerd door de EC,
moet een forse stap opleveren in dit streven. De provincie Zuid-Holland is op verzoek van de EC
de trekker van het project. De totale projectkosten worden begroot op € 8 miljoen. Wegens de
recente ontwikkelingen bij de Stadsregio wordt aan de gemeente Nijmegen gevraagd (tijdelijk) de
rol als projectpartner over te nemen. Zodra de toekomstige vorm en kerntaken van de Stadregio
worden geformaliseerd, is de kans groot dat de Stadsregio deze rol op zich neemt. Voorgesteld
wordt te besluiten tot het aanvaarden van deze rol. De Nijmeegse bijdrage aan de uitvoering van
de regionale activiteiten in het project (begroot op € 250.000) wordt bekostigd uit
Uitvoeringsprogramma Luchtkwaliteit (ISV3-gelden € 50.000) en externe financiering (€ 50.000
provincie Gelderland en € 150.000 LIFE-subsidie) en uitvoering gebeurt door tijdelijk in te huren
menskracht (vanuit de Stadsregio al werkzaam aan dit project). Deelname zal ook leiden tot
deelname van lokale bedrijven (w.o. GDF Suez) aan lokale pilots. Met dit voorstel vragen we uw
Raad de stadsbegroting hierop aan te passen.
Voorstel om te besluiten
Begrotingswijziging 01369 vast te stellen.
Opgesteld door, telefoonnummer, e-mail
Henk Nijhuis, 2649, [email protected]
RV projectdeelname CLINSH 22SEP2014
Voorstel aan de Raad
Aan de Raad van de gemeente Nijmegen
1
Inleiding
Scheepvaart wordt nog steeds gezien wordt als de meest duurzame transportwijze. Maar
scheepvaart is lokaal ook een belangrijke bron van luchtverontreiniging (fijn stof PM10; roet;
stikstofdioxide NO2), zeker nu veel aandacht besteed wordt aan de vergroening van andere
bronnen, zoals het wegverkeer. In combinatie met verdichting van (woon)bebouwing in
Nijmegen langs de Waal en verwachte forse toename van scheepvaartverkeer op de Waal
(m.n. door de opening van de 2de Maasvlakte), is slimmere en schonere scheepvaart van
groot belang voor Nijmegen.
De EC (directoraat Generaal Milieu) heeft aan provincie Zuid-Holland gevraagd om een
Europees project te trekken voor verdere vergroening van de binnenvaart. Naast diverse
andere partners is de Stadsregio door provincie Zuid-Holland gevraagd om mee te werken.
Het project, in te dienen bij subsidieprogramma LIFE, gaat zich richten op schone
scheepvaart op Europa’s belangrijkste binnenvaartcorridors (m.n. stroomgebied Rijn/Waal).
Het programma LIFE heeft o.a. tot doel om de luchtkwaliteit in Europa te verbeteren. Het
project heeft als naam CLINSH meegekregen (Clean INland SHipping).
Door de recente ontwikkelingen bij de Stadsregio wordt aan de gemeente Nijmegen gevraagd
(tijdelijk) de rol als projectpartner (“associated beneficiary”) in te nemen in plaats van de
Stadsregio. Door korte termijnen tot indienen van een voorstel is een spoedige beslissing
noodzakelijk.
Voorgesteld wordt deze rol te aanvaarden, waarbij de Nijmeegse bijdrage aan de verdere
uitvoering van het project (€250.000) wordt bekostigd uit deels het Uitvoeringsprogramma
luchtkwaliteit (ISV3-gelden €50.000) en externe financiering (€ 50.000 van provincie
Gelderland en € 150.000 uit LIFE-subsidie) en uitvoering gebeurt door tijdelijk in te huren
menskracht (die nu al vanuit de Stadsregio aan dit project werken).
1.1 Wettelijk kader of beleidskader
Er is geen wettelijke plicht of regelgeving om deel te nemen aan het project CLINSH. Wel is
het een logisch vervolg op het Stadsregioprogramma Schone scheepvaart en leidt het mede
tot het voldoen aan de luchtkwaliteitsgrenswaarden en past het binnen de
klimaatdoelstellingen (duurzame mobiliteit). De deelname van gemeente Nijmegen aan het
project is onder voorbehoud van cofinanciering van de provincie Gelderland en LIFE.
1.2 Relatie met programma
Klimaat & Energie (1022)
2
Doelstelling
De projectpartners van CLINSH schrijven zich in voor projectonderdelen en zorgen voor
cofinanciering (40%) voor hun eigen activiteiten. De Stadsregio heeft zich opgeworpen voor
deelname aan onderdelen B3 (pilots voor walstroomvoorzieningen) en D3
(beleidsdocumenten tbv Europese emissienormen). Er wordt begroot dat daarvoor € 250.000
aan budget nodig is. De benodigde 40% cofinanciering van € 100.000 wordt voor €50.000
betaald uit het Uitvoeringsprogramma luchtkwaliteit en €50.000 is gevraagd aan de provincie
Gelderland (uit programma Luchtkwaliteit). De kosten betreffen met name interne en externe
uren en kosten van een lokale pilot.
RV projectdeelname CLINSH 22SEP2014
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
2
Concrete resultaten van het totale project zouden moeten worden:
• monitoring van emissiereductie van ± 40 binnenvaartschepen
• pilots met nieuwe emissiereductietechnieken (nabehandeling)
• pilots met alternatieve brandstof
• pilots met walstroom (waaronder in Nijmegen)
• modellering van emissiereductiemogelijkheden voor de Europese binnenvaartvloot en
effecten op lokale luchtkwaliteit langs de vaarwegen
• socio-economic impact studie van toepassing van deze mogelijkheden
• beleidsdocumenten ten behoeve van beleidsvormingsproces op Europees niveau mbt
emissienormen in de binnenvaart en flankerend beleid op nationaal, regionaal en lokaal
niveau, met in het bijzonder aandacht voor harmonisatie van havengelddifferentiatie.
Een van de pilots met walstroom wordt voorgesteld in Nijmegen uit te voeren. Er wordt
gewerkt aan een pilotvoorstel met GDF Suez voor mobiele walstroom voor de aangemeerde
schepen in de Kanaalhavens. Bijdrage vanuit het project wordt voorlopig begroot op €
100.000.
Verder wordt gewerkt aan mogelijke andere lokale pilots waarbij andere lokale partners
gezocht worden.
3
Argumenten
Wegens de recente ontwikkelingen bij de Stadsregio wordt aan de gemeente Nijmegen
gevraagd (tijdelijk) de rol als projectpartner over te nemen. Zodra de toekomstige vorm en
kerntaken van de Stadregio worden geformaliseerd, is de kans groot dat de Stadsregio deze
rol op zich neemt. Redenen voor gemeente Nijmegen om de rol van projectpartner van de
Stadsregio over te nemen:
- Het belang van schone scheepvaart is evident voor Nijmegen en de regio. Dat blijkt ook
uit het programma Schone Scheepvaart dat de Stadsregio uitvoert en eerder met name door
Nijmegen geïnitieerd is. Nu de Stadsregio ophoudt te bestaan ligt het voor de hand dat
gemeente Nijmegen deze rol overneemt.
- Door dit project zal een pilot met walstroom in de Kanaalhavens in Nijmegen uitgevoerd
worden. Dat sluit goed aan bij de aangelegde walstroom aan de Waalkade en
voorbereidingen voor walstroom in de Waalhaven en Lindenberghaven. Daarnaast wordt
door BCTN gewerkt aan walstroom aan de nieuwe kade.
- Er wordt gewerkt aan mogelijke andere lokale pilots waarbij andere lokale partners
(bedrijven) gezocht worden. Dat kan leiden tot lokale economische spin-off.
- de effectiviteit van lokaal beleid voor havengelddifferentiatie wordt groter als dit wordt
geharmoniseerd met andere havens in het Rijn/Waal stroomgebied.
- Deelname aan een dergelijk project straalt af op Nijmegen als stad met een proactief
beleid voor schone lucht en duurzaamheid. Tevens leidt de schonere lucht tot een schonere
en gezondere leefomgeving voor de Nijmeegse burger.
- Op dit moment is beperkte Nijmeegse cofinanciering nodig (€50.000) en zal door inhuur
het project in de uitvoering slechts beperkt capaciteit vragen.
4
Klimaat
Dit voorstel draagt bij aan schonere en slimmere scheepvaart en past in de
klimaatdoelstellingen van de gemeente Nijmegen
RV projectdeelname CLINSH 22SEP2014
Voorstel aan de Raad
Vervolgvel
3
5
Risico’s
Door het geformuleerde voorbehoud zijn aan dit voorstel geen risico’s verbonden.
6
Financiën
De projectpartners schrijven zich in voor projectonderdelen en zorgen voor cofinanciering
(40%) voor hun eigen activiteiten. Er wordt begroot dat daarvoor € 250.000 aan budget nodig
is. De benodigde 40% cofinanciering van € 100.000 wordt voor €50.000 betaald uit het
Uitvoeringsprogramma luchtkwaliteit (ISV3-gelden) en €50.000 is gevraagd aan de provincie
Gelderland (uit programma Luchtkwaliteit). De kosten betreffen met name interne en externe
uren en kosten van lokale pilots. Deelname van gemeente Nijmegen is onder voorbehoud van
cofinanciering van de provincie Gelderland en LIFE.
7
Participatie en Communicatie
Er wordt gewerkt aan mogelijke andere lokale pilots met participatie van andere lokale
partners (bedrijven) gezocht worden. Dat kan leiden tot lokale economische spin-off.
8
Uitvoering en evaluatie
De uitvoering gebeurt door tijdelijk in te huren menskracht (vanuit de Stadsregio al werkzaam
aan dit project).
College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen,
De Burgemeester,
De Gemeentesecretaris,
drs. H.M.F. Bruls
drs. B. van der Ploeg
Bijlage(n):
Financiële bijsluiter begrotingswijziging BW-10369
RV projectdeelname CLINSH 22SEP2014
Aanleveren begrotingswijziging
Steller
Anja Arts / Henk Nijhuis
BW
Soort wijziging
Soort besluit
Besluitperiode
Omschrijving
BW-01369 deelname CLINSH
Let op,
Begrotingswijziging
BESL-COLL
201409
deelname CLINSH
lees eerst de WERKINSTRUCTIE die op het intranet staat.
50.000,00
50.000,00
goed
50.000,00
50.000,00
goed
Verrekeningen debet
Verrekeningen credit
Saldo
Totaal debet
Totaal credit
Saldo
kpl /
product
kosten-
wijk
functie
soort
goed
100.000,00
100.000,00
goed
goed
100.000,00
100.000,00
goed
goed
goed
goed
2016
2017
2018
2015
0,00
0,00
0,00
0,00
goed
0,00
0,00
0,00
0,00
Omschrijving
Cred
MV Meerjr.var.
WYZ-MV
43039
84047
84012
43039
46024
86007
43039
0,00
0,00
Deb /
2014
product
specificatie
Soort mutatie
Document soort
E000216 AA000
E000216 AA000
E000216 AA000
60531
D
60531
D
E000216 AA000
E000216 AA000
0,00
0,00
T005507
T005507
T005507
D
D
T005507
T005507
D
C
C
D
D
C
D
MV Meerjr.var. MV Meerjr.var.
WYZ-MV
WYZ-MV
100.000,00
100.000,00
50.000,00
100.000,00
50.000,00
-50.000,00
50.000,00
50.000,00
50.000,00
Pagina 1 van 1
CLINSH project deelname
Bijdr Life subsidie CLINSH
Bijdr Prv Gelderl CLINSH
CLINSH project deelname
Bijdr ISV CLINSH
Bijdr ISV CLINSH
CLINSH project deelname
Financiele bijsluiter begrotingswijziging: BW-01369
2014
Totaal effect wijziging
Baten
50
Lasten
2015
2016
Saldo Baten Lasten Saldo Baten Lasten Saldo
50
0
300
300
0
300
300
0
Programma: 1022 Klimaat & Energie
Product: 1P11-1022-04 Lucht
Baten
was
635
Bijdr ISV CLINSH
50
2014
Lasten
2015
50
Bijdr Prv Gelderl CLINSH
150
CLINSH project deelname
-150
300
Bijdr Life subsidie CLINSH
150
Totaal 1P11-1022-04 - Lucht
685
22-sep-2014
1
2016
Saldo Baten Lasten Saldo Baten Lasten Saldo
879
245
338
593
255
338
490
152
929
10:50:30
245
638
893
300
300
-150
300
255
638
300
-300
790
152
2017
Baten Lasten Saldo
0
0
0
2017
Baten Lasten Saldo
38
188
151
38
188
151