Voortgangsrapportage januari t/m april

BOOR Viermaandsrapportage
januari t/m april 2014
Vastgesteld door het algemeen bestuur op 11 juni 2014
BOOR Viermaandsrapportage, januari t/m april 2014
1
Woord vooraf
Voor u ligt de viermaandsrapportage over de maanden januari tot en met april 2014.
Om de nieuwe raadsleden goed te informeren, hebben wij deze keer nog gekozen voor
een uitgebreide verslaglegging. Wij hebben ons daarbij beperkt tot een inhoudelijke
toelichting op zaken die in de eerste vier maanden aan de orde zijn geweest.
De afgelopen maanden hebben wij ingezet op het versterken op de kwaliteit van de
scholen. Het algemeen bestuur heeft een onderwijscommissie gevormd om de kwaliteit
van het onderwijs op al onze scholen te monitoren. Om het (speciaal) basisonderwijs te
ondersteunen bij het vormen van lerende organisaties en opbrengstgericht werken,
hebben wij de handen ineen geslagen met School aan Zet. Daarnaast heeft het team
Kwaliteit, kennis & onderzoek op acht basisscholen een audit uitgevoerd om de
kwaliteit van het onderwijs in kaart te brengen.
Het afgelopen jaar hebben wij grote stappen gezet in het op orde krijgen van de
bedrijfsvoering. De financiële resultaten en de liquiditeitspositie zijn sterk verbeterd. De
forecast voor 2014 is ten opzichte van de begroting 2014 € 663.000 positiever. Het
verwachte resultaat komt daarmee uit op € 4.528.000. Dit resultaat zal worden
toegevoegd aan het weerstandsvermogen van de scholen. Het positieve resultaat stelt
ons in staat het weerstandsvermogen van de scholen - en daarmee ook van BOOR op
totaalniveau - te versterken. Dit is hard nodig gezien het te lage weerstandsvermogen,
de risico’s en de financiële onzekerheden in de (nabije) toekomst.
Er moet veel werk verzet worden en deze klus kan alleen gezamenlijk geklaard
worden. Rond diverse thema’s zijn werkgroepen gevormd met schooldirecteuren. Deze
werkgroepen richten zich op het praktisch uitvoeren van de doelstellingen uit ons
jaarplan.
We krijgen steeds beter zicht op de financiële performance van BOOR. We hebben
vertrouwen in de toekomst!
Rotterdam, 11 juni 2014
Huub van Blijswijk
Voorzitter college van bestuur
Didier Dohmen
Lid college van bestuur
Anne de Visch Eybergen
Lid college van bestuur
BOOR Viermaandsrapportage, januari t/m april 2014
2
Inhoudsopgave
1. Wat hebben we afgelopen vier maanden gedaan?
4
1.1.
Organisatie en bestuur
4
1.2.
Onderwijs en kwaliteit
6
1.3.
Personeel
9
1.4.
Facilitair
12
1.5.
Bedrijfsvoering en financiën
16
2. Financiële realisatie en forecast
20
2.1.
Totaaloverzicht
20
2.2.
Sector (speciaal) basisonderwijs
26
2.3.
Sector (voortgezet) speciaal onderwijs
28
2.4.
Sector voortgezet onderwijs
30
2.5.
Sectoroverstijgende kosten
32
Bijlagen
33
Bijlage 1: Toezichtkader
34
Bijlage 2: Liquiditeitsprognose
37
BOOR Viermaandsrapportage, januari t/m april 2014
3
1.
Wat hebben we afgelopen vier maanden
gedaan?
1.1.
Organisatie en bestuur
1.1.1.
College van bestuur is voltallig
Per 1 februari 2014 is Anne de Visch Eybergen toegetreden tot het college van
bestuur. Het bestuur is hiermee voltallig. Huub van Blijswijk is voorzitter en
portefeuillehouder primair onderwijs, Anne de Visch Eybergen is portefeuillehouder
voortgezet onderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs en Didier Dohmen is
portefeuillehouder financiën en bedrijfsvoering.
1.1.2.
Extern lid versterkt auditcommissie
In april 2014 is een extern lid benoemd dat zal worden toegevoegd aan de
auditcommissie van het algemeen bestuur. Dit externe lid treedt met ingang van het
nieuwe schooljaar in functie en zal in de auditcommissie vanuit externe deskundigheid
een bijdrage leveren aan de kwaliteit van de advisering aan het algemeen bestuur op
het terrein van financiën en bedrijfsvoering.
1.1.3.
Onderwijscommissie van start
In mei 2014 is de onderwijscommissie uit het algemeen bestuur met de
werkzaamheden gestart. De belangrijkste taak van de onderwijscommissie is het
algemeen bestuur adviseren over onderwijskwaliteit in de breedste zin des woords.
1.1.4.
Ondertekening bestuurs- en managementcontracten
In maart 2014 vond bij BOOR de ondertekening van bestuurs- en
managementcontracten plaats. In het bestuurscontract tussen het algemeen bestuur
en het college van bestuur verplichten de leden van het college zich om de
doelstellingen uit het jaarplan en het strategisch beleidsplan te realiseren. In het
managementcontract tussen het college van bestuur en de bovenschoolse directeuren
wordt de realisatie van diezelfde doelstellingen afgesproken. Ook de directeur van
BOOR Services ondertekende een managementcontract. Het ondertekenen van de
contracten met de schoolleiders in het voortgezet onderwijs en de bovenschoolse
directeur (voortgezet) speciaal onderwijs volgt binnen korte tijd.
1.1.5.
Evaluatie aanbevelingen commissie governance
De gemeente Rotterdam en BOOR hebben gezamenlijk opdracht gegeven voor de
evaluatie van de aanbevelingen van de commissie governance openbaar onderwijs.
De evaluatie wordt uitgevoerd door de afdeling concern auditing van de gemeente.
Inmiddels is een conceptrapportage uitgebracht. De eindrapportage wordt in juni 2014
verwacht.
BOOR Viermaandsrapportage, januari t/m april 2014
4
1.1.6.
Werving en selectie bovenschoolse directeuren primair onderwijs
Begin 2014 is de werving en selectie van bovenschoolse directeuren primair onderwijs
afgerond. Per 1 maart 2014 is het deels nieuwe team van bovenschoolse directeuren
primair onderwijs van start gegaan. Het team van in totaal acht bovenschoolse
directeuren primair onderwijs is hiermee compleet. In aansluiting hierop zijn de scholen
voor primair onderwijs ingedeeld in zeven nieuwe scholengroepen voor (speciaal)
basisonderwijs en de scholengroep (voortgezet) speciaal onderwijs met elk een eigen
bovenschoolse directeur.
1.1.7.
Visie op de toekomst van het voortgezet onderwijs
Eind februari 2014 heeft een studiedag van het college van bestuur met de
schoolleiders voortgezet onderwijs plaatsgevonden waar de visie op de toekomst van
de sector voortgezet onderwijs uitgebreid is besproken. Er is specifieke aandacht
besteed aan het onderwijsaanbod van de BOOR-scholen.
1.1.8.
Kwaliteitsverbetering binnen BOOR Services
Begin april 2014 is in het algemeen bestuur gesproken over uitbreiding en
kwaliteitsverbetering binnen BOOR Services. Hierover zijn besluiten genomen die in de
komende periode worden uitgewerkt. Vrijwel alle medewerkers van BOOR Services
hebben een tweedaagse cursus projectvaardigheden afgerond.
Voor het team Huisvesting is een organisatie- en ontwikkelplan opgesteld. Dit team
wordt in de toekomst binnen onze organisatie de dienstverlener op het gebied van
huisvestings- en facilitaire diensten, inclusief ict. Het plan is besproken in het algemeen
bestuur, de auditcommissie, het bestuurlijk managementteam primair onderwijs en het
college van schoolleiders. De afronding van het besluitvormingsproces is voorzien
medio juni 2014.
In verband met het vertrek van een beleidsadviseur is een vacature uitgezet voor een
fulltime beleidsconsulent om het team Huisvesting tijdelijk voor een jaar te versterken
tot er besloten is langs welk scenario het team zich verder gaat ontwikkelen.
1.1.9.
Versterking van de medezeggenschap
De uitvoering van het project Deltaplan Medezeggenschap is in volle gang. De
medezeggenschapsraden van de scholen en de gemeenschappelijke
medezeggenschapsraden hebben de geactualiseerde reglementen vastgesteld. Ook is
een nieuw medezeggenschapsstatuut aan de gemeenschappelijke
medezeggenschapsraden aangeboden. Er is opnieuw een aantal cursussen gegeven.
Eind april is de procedure gestart voor de verkiezingen van de drie
gemeenschappelijke medezeggenschapsraden, vanwege de zittingstermijn die
binnenkort afloopt.
BOOR Viermaandsrapportage, januari t/m april 2014
5
1.1.10. Werkgroepen ingericht voor de uitvoering van de doelstellingen
Er moet veel werk verzet worden bij BOOR. Deze klus kan alleen gezamenlijk geklaard
worden. Daarom zijn er werkgroepen gevormd rond thema's die nog veel inspanning
vragen om de doelstellingen van BOOR te behalen. Er zijn onder andere werkgroepen
terugdringen ziekteverzuim, financiën, mobiliteit, juridische zaken, ict en huisvesting.
Deze werkgroepen richten zich op het praktisch uitvoeren van afspraken die reeds zijn
vastgelegd. De werkgroepen vormen een mix van ervaren directeuren met veel kennis
van het onderwerp, directeuren die zich willen ontwikkelen op dit gebied en
specialisten binnen de scholen. Deze samenwerking leidt tot hernieuwde
betrokkenheid en veel uitwisseling en verspreiding van expertise.
1.2.
Onderwijs en kwaliteit
1.2.1.
Monitoren en sturen op onderwijskwaliteit
Het algemeen bestuur heeft een onderwijscommissie gevormd. Samen met Huub van
Blijswijk en Anne de Visch Eijbergen monitoren de leden van de onderwijscommissie
de ontwikkelingen op het gebied van kwaliteit van het onderwijs op alle BOOR-scholen.
Om steviger te sturen op de kwaliteit van het onderwijs op de (speciaal) basisscholen
hebben we de handen ineen geslagen met School aan Zet. Deze organisatie is het
uitvoerend orgaan van de PO-raad en biedt scholen ondersteuning bij het duurzaam
verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs. BOOR heeft School aan Zet gevraagd
om de (speciaal) basisscholen te ondersteunen bij het vormen van lerende
organisaties en opbrengstgericht werken. Deze thema's staan elke
scholengroepvergadering centraal, zodat schoolleiders kunnen leren van elkaars
ervaringen. School aan Zet biedt BOOR twee jaar ondersteuning.
Het team Kwaliteit, kennis & onderzoek van BOOR Services heeft in de eerste
maanden van 2014 op acht basisscholen een audit uitgevoerd om de kwaliteit van het
onderwijs in kaart te brengen. Deze kwaliteitskaart geeft scholen inzicht in hun sterke
punten en leerpunten. Op basis hiervan worden plannen om de onderwijskwaliteit te
verbeteren gemaakt of bijgesteld.
1.2.2.
Tevredenheidspeilingen
De scholen voor (speciaal) basisonderwijs hebben in het eerste kwartaal allemaal de
medewerkertevredenheidspeiling afgenomen. Elke school ontvangt een rapportage
met aanbevelingen. De bestuursrapportage wordt begin juni verwacht. Op basis
hiervan kunnen eventuele beleidsmatige aanpassingen worden gedaan.
BOOR Viermaandsrapportage, januari t/m april 2014
6
De scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs hebben onder personeel, ouders en
(indien mogelijk) leerlingen een onderzoek verricht. De respons van de
zelfevaluatievragenlijst onder personeel is 63%. In totaal werkten 276 ouders mee aan
het oudertevredenheidsonderzoek en 652 leerlingen vulden het
leerlingtevredenheidsonderzoek in. De resultaten zijn verspreid op sector- en
schoolniveau en er wordt een sectoranalyse geschreven. Op basis van de analyse
kunnen eventuele beleidsmatige aanpassingen worden gedaan.
1.2.3.
Professionalisering
Vanuit BOOR Services en het administratiekantoor Vizyr zijn verschillende
nascholingen georganiseerd onder de naam BOOR Classes. De afgelopen periode zijn
er scholingen geweest over arbo, leerling en recht, ziekteverzuim, financiën, risicoinventarisatie en -evaluatie, beoordelingsgesprekken en passend onderwijs. Binnenkort
volgen onder andere pensioenvoorlichting en een training over
ontwikkelingsperspectieven. In totaal hebben dit schooljaar al ruim 250 medewerkers
deelgenomen aan de verschillende nascholingen. Op basis van behoefte van
medewerkers zal nieuwe nascholing worden aangeboden.
Daarnaast hebben basisscholen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om
teamtrainingen te volgen op het gebied van meer- en hoogbegaafdheid. Deze
trainingen worden verzorgd vanuit het Minervaproject. Dit schooljaar zijn er acht teams
geschoold in het bieden van passend onderwijs aan meer- en hoogbegaafden.
Daarnaast zijn twee scholen officieel gecertificeerd als Minervaschool. Dit houdt in dat
deze scholen kinderen in staat zijn kinderen met specifieke onderwijsbehoeftes op het
gebied van meer- en hoogbegaafdheid het juiste onderwijsaanbod te geven.
De intern begeleiders van de (voortgezet) speciaal onderwijs scholen zijn gestart met
een serie masterclasses. De masterclasses dragen bij aan de expertise ontwikkeling
ten aanzien van het opbrengstgericht werken, daarnaast stimuleren de bijeenkomsten
de uitwisseling van best practices tussen de scholen. De masterclasses vloeien voort
uit de bijeenkomsten van de Kenniskring: het ib-netwerk van het (voortgezet) speciaal
onderwijs. Het eerste deel van de masterclass Opbrengstgericht werken en analyse
vond in april plaats. Het komende trimester volgt deel II en een masterclass omtrent
het Ontwikkelingsperspectief. In het najaar organiseert de sector een masterclass
omtrent het werken vanuit een collectieve ambitie binnen schoolteams. Directies van
scholen sluiten dan tevens aan.
BOOR Viermaandsrapportage, januari t/m april 2014
7
1.2.4.
Bezoek aan De School
In januari is met een groep schoolleiders een bezoek gebracht aan basisschool De
School in Zandvoort. Deze school werkt op basis van het socratisch principe en is
vijftig weken per jaar open. Veel nieuwe ideeën zijn hier opgedaan en verschillende
schoolleiders verwerken deze in hun nieuwe schoolplannen.
1.2.5.
Bijeenkomst De gelukkige klas
Bij de bijeenkomst De gelukkige klas op 24 april waren ook veel schoolleiders
aanwezig. Op deze bijeenkomst onder leiding van emiritus hoogleraar orthopedagogiek
Luc Stevens stond pedagogische tact centraal. Hoe kun je je onderwijs zo inrichten dat
kinderen zich daadwerkelijk veilig voelen en tot ontplooiing komen? Het plan is om drie
pilotscholen te trainen in dit concept.
Afname cito-eindtoets
De cito-eindtoets van 2014 is in februari afgenomen en de scholen hebben in maart de
ruwe scores ontvangen. Op basis van de inspectieregels mochten nog enkele
kinderen, bijvoorbeeld kinderen die korter dan vier jaar in Nederland wonen, worden
uitgesloten bij de berekening van het schoolgemiddelde. 44 Locaties hebben een
voldoende eindtoetsresultaat behaald. Deze resultaten zijn doorgesproken met de
inspectie. Scholen die onvoldoende hebben gescoord zijn opgenomen in een intensief
intern verbeteringstraject.
1.2.6.
Vanaf 2015 wordt het afnamemoment van de cito-eindtoets verplaatst naar april. Dit
betekent dat de inschrijving voor het voortgezet onderwijs al is afgerond, voordat deze
toets is afgenomen. Er zijn dus nieuwe afspraken nodig in Rotterdam over de
doorstroom van het primair onderwijs naar het voortgezet onderwijs. De gezamenlijke
besturen hebben een werkgroep samengesteld om het huidige beleid te evalueren en
nieuw beleid te formuleren. BOOR is vertegenwoordigd in deze werkgroep en denkt
intensief mee over nieuwe procedures.
1.2.7.
Interne audits (voortgezet) speciaal onderwijs
De (voortgezet) speciaal onderwijs scholen verrichten interne audits om de
onderwijskwaliteit te waarborgen en verder te ontwikkelen. Het auditdoel dat dit
schooljaar centraal staat is Opbrengstgericht werken door middel van het
ontwikkelingsperspectief en leerroutes. In het eerste trimester van 2014 hebben de
auditteams tien interne audits verricht en is het auditrapport besproken met het
schoolteam en de bovenschools directeur. Er vonden zes re-audits plaats, om te kijken
of er aandacht is besteed aan de eventuele ontwikkelpunten uit het auditrapport.
Middels een kort verslag wordt er gerapporteerd. Zowel de bovenschools directeur als
het auditteam ontvangen het verslag van de re-audit.
BOOR Viermaandsrapportage, januari t/m april 2014
8
1.3.
Personeel
1.3.1.
Dynamiek in directieposities
De uitbreiding van de bovenschoolse directie primair onderwijs en de pensionering van
een aantal schooldirecteuren heeft tot gevolg dat er een fors aantal directievacatures is
ontstaan op de scholen voor primair onderwijs. Vanwege de vacaturestop in de sector
worden deze functies intern vervuld, waardoor er weer nieuwe directiefuncties
ontstaan. Hierdoor is in de eerste vier maanden een forse en gewenste mobiliteit
ontstaan onder directieleden in het primair onderwijs.
1.3.2.
Omvang personeel
Onderdeel/sector
Aantal fte
(Voortgezet) speciaal onderwijs
514
Voortgezet onderwijs
937
(Speciaal) basisonderwijs
1.470
BOOR Services
27
College van bestuur
3
FOKOR
2
Early Bird
6
Totaal
2.959
Cijfers per 30 april 2014, afgerond op volledige fte (enkele afrondingsverschillen)
Ten opzichte van de stand eind vorig schooljaar (medio 2013) is dit een afname van 50
fte.
1.3.3.
Verhouding man/vrouw en onderwijzend/ niet onderwijzend personeel
Aantal fte
Totaal fte
%
Fte vrouw
%
Fte man
%
207
7%
93
4%
115
13%
2.113
71%
1.518
73%
594
67%
Ondersteunend personeel met
onderwijstaken
300
10%
262
13%
37
4%
Ondersteunend personeel met
overige taken
340
12%
203
10%
137
16%
2.959 100%
2.076
100%
Directie
Onderwijzend personeel
Totaal
883 100%
Cijfers per 30 april 2014, afgerond in hele getallen (enkele afrondingsverschillen)
BOOR Viermaandsrapportage, januari t/m april 2014
9
1.3.4.
ID-medewerkers
In de afgelopen periode heeft BOOR zich ingespannen om zoveel mogelijk
medewerkers die werken op grond van de zogenaamde in- en doorstroomregeling te
begeleiden naar passend werk, omdat de subsidie voor deze groep is komen te
vervallen. Van de 44 oorspronkelijk met ontslag bedreigde medewerkers zijn er dertien
aangesteld als facilitair medewerkers leertijduitbreiding op basis van een convenant
met de gemeente Rotterdam, zes personen werden in vaste dienst aangesteld, vijf
personen gingen met pensioen en vier personen werden arbeidsongeschikt verklaard.
1.3.5.
Mobiliteit
Jaarlijks kent BOOR een periode waarin gekeken wordt naar de benodigde formatie
voor het komende schooljaar en de op dat moment aanwezige formatie. Ook in de
eerste vier maanden is deze stand van zaken opgemaakt. Doorgaans is de oorzaak
van deze veranderde behoefte het leerlingenaantal. In de sector voortgezet onderwijs
is een zogenaamd ‘herplaatsingsoverleg’ gehouden. De scholen brengen hier
vacatures en boventalligheid bij elkaar. Voor leraren gaf dit proces weinig spanning,
voor functies waarin geen bevoegd personeel voorhanden was werd werving in gang
gezet. Uitzondering vormt personeel van het Overschie College, een school voor
praktijkonderwijs. Deze school gaat over naar een school van collega-bestuur CVO.
Zes personeelsleden hebben aangegeven de voorkeur te hebben om niet mee te gaan
in deze overgang, maar de voorkeur te hebben voor een baan bij BOOR. Deze
mensen zijn in doorsnee bevoegd voor het primair onderwijs, maarin sommige gevallen
voor het voortgezet onderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs. Zij worden begeleid
naar een functie binnen BOOR.
In het primair onderwijs ontstaat door krimp op scholen boventalligheid in de personele
formatie, terwijl op scholen met groei of personeelsverloop juist vacatures ontstaan. In
de tweede periode van vier maanden van het jaar worden daarom allerlei activiteiten
georganiseerd, waaronder een interne banenmarkt, om beide knelpunten op te lossen.
Bij het onderwijzend personeel wordt evenwicht verwacht in vraag en aanbod, met
mogelijk een kleine restvraag. In het speciaal onderwijs is nog sprake van een geringe
vraag naar leerkrachten.
In alle sectoren is het moeizamer om onderwijsondersteunend personeel als
conciërges en klassenassistenten te herplaatsen. Door beperkte middelen stellen
scholen weinig van dit type vacatures open. Er wordt een onderzoek gestart naar de
toekomstige behoefte aan ondersteunende personeelsleden.
De werkgroep Mobiliteit onderzoekt voor alle functies in de sectoren (speciaal)
basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs de mogelijkheid om te komen tot een
wenselijke functieverblijftijd op een plek binnen BOOR en welk beleid bij kan dragen
BOOR Viermaandsrapportage, januari t/m april 2014
10
aan een dergelijke maatregel. Tenslotte werd voorgenomen beleid geformuleerd om bij
interne herplaatsing niet langer uit te gaan van het principe last in-first out, maar van
een zogenaamd afspiegelingsbeginsel, waarbij rekening gehouden wordt met de
leeftijdsopbouw van een team waar een of meerdere collega’s overgeplaatst moeten
worden.
1.3.6.
Gezondheidsbeleid
Binnen de sectoren (speciaal) basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs is een
werkgroep aan de slag geweest met het ontwerpen van een nieuw beleid op het
gebied van gezondheid. Maatregelen uit dit beleid zullen na de zomervakantie van
2014 worden gepresenteerd.
1.3.7.
Ziekteverzuim
Het ziekteverzuim is nog hoog. In het eerste kwartaal 2014 had BOOR een
voortschrijdend ziekteverzuimcijfer van 8,0% (2013 8,1%) bij een meldingsfrequentie
van 1,4 op jaarbasis. Per sector is dit onder te verdelen in 8,7% ziekteverzuim bij een
frequentie van 1,2 in het primair onderwijs, 9,9% verzuim bij een frequentie van 1,5 in
het speciaal onderwijs en 5,8% bij een frequentie van 1,8 in het voortgezet onderwijs.
Het sterk verouderde programma dat de verplichtingen in het kader van de wet
verbetering poortwachter bewaakt, werd vervangen door een modernere versie die
deel uitmaakt van de internetapplicatie voor personeelsadministratie.
1.3.8.
Aanscherpen gesprekscyclus
Op het personeelsdomein is tevens een werkgroep gestart op het terrein van
professionalisering, met leden uit het (speciaal) basisonderwijs en speciaal onderwijs.
Onderwerp van de werkgroep was vooral de gesprekscyclus, omdat in het jaarplan als
prioriteit is benoemd dat elk personeelslid een formeel gesprek met zijn of haar
leidinggevenden heeft gehad. Dit heeft ertoe geleid dat er voor de sector primair
onderwijs voorstellen komen om de daar afgesproken gesprekscylus aan te scherpen.
In de andere twee sectoren was hier geen noodzaak toe, omdat de gesprekscyclus
aansluit bij het voornemen uit het jaarplan.
1.3.9.
Meerjaren bestuursformatieplan
In de eerste maanden van 2014 is een nieuw meerjaren bestuursformatieplan
opgesteld en voorgelegd aan de drie gemeenschappelijke medezeggenschapsraden.
Het resultaat hiervan wordt zichtbaar in de komende maanden.
1.3.10. Integriteit
In april zijn de klokkenluidersregeling en de integriteitscode vastgesteld door het
algemeen bestuur. Er wordt een projectgroep samengesteld om de integriteitscode te
implementeren.
BOOR Viermaandsrapportage, januari t/m april 2014
11
1.4.
Facilitair
1.4.1.
Nieuwbouw en renovatie
Voor het huisvestingsprogramma 2014 is een subsidie toegekend voor nieuwbouw van
Wolfert Dalton. De voorbereiding van de aanbesteding voor het projectmanagement is
inmiddels gestart.
Voor de nieuwbouw van de Mytyl- en Tyltylschool is op ons verzoek door een extern
adviesbureau een longlist opgesteld van mogelijke locaties. Die is inmiddels
teruggebracht tot een shortlist en daaruit worden nu vier specifieke locaties nader
onderzocht met alle pro’s en contra’s en ook wordt toegelicht waarom de andere
locaties niet in aanmerking komen. Na afronding wordt een en ander met de gemeente
verder afgestemd.
De voorbereiding voor het realiseren van de Kindercampus Bloemhof (wijk in
Rotterdam Zuid) is gestart. Kindercampus Bloemhof (brede school) is een project in
Rotterdam Zuid. In dit project is voor beide locaties van basisschool Bloemhof
(Putsebocht en Oleanderstraat) renovatie goedgekeurd door de gemeente.
Stadsontwikkeling, ICS en BOOR zijn in overleg voor het maken van een ruimtelijk en
technisch programma van eisen voor beide schoolgebouwen.
De planvorming nieuwbouw van het Huis op Zuid waar basisschool Nelson Mandela na
realisatie zal inhuizen, heeft vertraging opgelopen (momenteel zes weken). Oorzaak is
het verschil tussen de kosten op basis van de samenwerkingsovereenkomst en de
kosten op basis van de opgestelde programma’s van eisen. Door Stadsontwikkeling
wordt aan een oplossing gewerkt.
Het Wolfert College heeft de nieuwe locatie aan Walenburgerweg 130 in gebruik
genomen. Het Einstein Lyceum is ingehuisd in de Campus Hoogvliet.
1.4.2.
De Bergse Zonnebloem
Bij de nieuwbouw en renovatie van de Bergse Zonnebloem heeft de gemeente
Rotterdam bij besluit van 15 april 2014 een bevel tot staking en gestaakt houden van
de sloopwerkzaamheden aan BOOR bekend gemaakt, omdat de
sloopwerkzaamheden niet waren voorafgegaan door een sloopmelding. De reden
hiervoor was de mogelijke invloed van de activiteiten op de woningen in de
naastgelegen Margrietstraat. Bij deze woningen was er al langere tijd sprake van
ernstige funderingsproblemen en die zijn de afgelopen periode verslechterd. Hierdoor
kwam de veiligheid en openbare orde in gevaar. De bouwstop liep tot 22 mei maar is
nog niet opgeheven.
BOOR Viermaandsrapportage, januari t/m april 2014
12
Daarnaast ging in de week van 10 april de aannemer Arcis failliet. Gesprekken met de
curator voor een oplossing zijn momenteel gaande. Inmiddels zijn twee
voorlichtingsavonden voor de ouders georganiseerd samen met vertegenwoordigers
van de gemeente en het projectmanagement om de gevolgen en de mogelijke
oplossingen voor de ontstane knelpunten te bespreken. Ook is vanuit BOOR een
gesprek geweest met de bewoners van de Margrietstraat.
1.4.3.
Meerjarenonderhoudsplan en meerjareninvesteringsplan
Het meerjarenonderhoudsplan en meerjareninvesteringsplan stelt ons in staat om
projectmatig preventief onderhoud te plannen en om over actuele informatie te
beschikken over de staat van onderhoud van de gebouwen. Om per 1 januari 2015 de
beschikking te hebben over actuele gegevens wordt er een nulmeting uitgevoerd voor
zowel de buiten- als de binnenkant.
Aanvullende afspraken over de uitvoering van de nulmeting zijn al gemaakt. Resultaat
voor BOOR is dat de meerjarenonderhoudsplannen door Stadsontwikkeling gemaakt
gaan worden met een duur van 25 jaar (was 5 jaar). Ook worden de gymzalen
meegenomen in de nulmeting. De opdracht is inmiddels verleend aan het
Ingenieursbureau van Stadsontwikkeling en de schouwingen zijn gestart. De nulmeting
heeft betrekking op de buitenzijde van de gebouwen. Ten aanzien van de
meerjarenonderhoudsplan binnenzijde zijn de offertes voor begeleiding en uitvoering
opgevraagd en ontvangen. De opdracht wordt in juni gegund.
1.4.4.
Meerjarenplan onderwijshuisvesting
De oplevering van het meerjarenplan onderwijshuisvesting is voorzien in het najaar van
2014. In een ambitiedocument wordt de actuele stand van zaken ten aanzien
onderwijshuisvesting én de ambities ten aanzien van het verlagen van de
overcapaciteit weergegeven. Er wordt een nadere onderbouwing gegeven ten aanzien
van de benodigde investeringen in onderwijshuisvesting, vooral ten behoeve van 144
zogenaamde aandacht panden.
Een aantal schoolbesturen heeft aangegeven zich niet te herkennen in de
gepresenteerde cijfers met betrekking tot de overcapaciteit. Het is dan ook van groot
belang dat de gegevens waarop deze berekening is gebaseerd, bij de gemeente en de
schoolbesturen worden geverifieerd. Hierover zijn inmiddels de volgende afspraken
gemaakt: Er komt een verificatiegesprek per brinnummer dat bedoeld is om
overeenstemming te bereiken over de uitgangspunten/gegevens waarop het
meerjarenplan straks is gebaseerd. Voor de zomervakantie moet er helderheid zijn
over het exacte aantal vierkante meters leegstand per schoolbestuur.
BOOR Viermaandsrapportage, januari t/m april 2014
13
1.4.5.
Energiemanagement
Per 1 januari is er een nieuw contract met Eneco voor de levering van elektra en gas.
Eind 2013 zijn er afspraken gemaakt met Eneco en de begeleidende organisatie op het
terrein van energiebeheer, zodat per ingangsdatum van het nieuwe contract het
energieverbruik op schoolniveau is vast te stellen. Daarnaast moet het ertoe leiden dat
er binnen BOOR benchmarkgegevens beschikbaar komen, die het mogelijk maken dat
energieverbruik gekoppeld aan de staat van het gebouw leidt tot maatregelen binnen
het meerjarenonderhoudsplan. In het eerste kwartaal van 2014 is de administratieve
last bij de factuurverwerking teruggebracht door onder andere het factureren per
kwartaal op bestuursniveau, met een onderverdeling naar schoolniveau.
1.4.6.
Vervanging managementinformatiesysteem huisvesting
Het huidige facilitair managementinformatiesysteem voldoet niet en vervanging is dan
ook noodzakelijk. Met een expert is op basis van de wensen en eisen en ervaringen en
verbeterpunten (onder andere gebruiksvriendelijkheid en toegankelijkheid) van
gebruikers een programma van eisen opgesteld en dit is inmiddels vastgesteld. In juni
vindt de aanbesteding plaats.
1.4.7.
Verhuur en medegebruik
Naar aanleiding van het ontbreken van adequate informatie om het debiteurenproces
dagelijks te kunnen monitoren is in overleg met het administratiekantoor Vizyr in
Transparant, de informatietool voor niet-Exactgebruikers, een lay-out ontwikkeld zodat
zowel de betalingen, de openstaande vorderingen en de incassoprocedures beter
inzichtelijk en te volgen zijn voor het team huisvesting waardoor hier scherper op
inkomsten gestuurd kan worden.
1.4.8.
Asbest
Het grootste gedeelte van de gebouwen is geïnventariseerd op asbest. Op vrijwel alle
scholen is een vorm van asbest aangetroffen. Er zijn elf scholen waarbij een sanering
moet plaatsvinden in verband met een verhoogd gezondheidsrisico. De kosten hiervoor
zijn ingediend door middel van spoedaanvragen bij de gemeente voor een totaalbedrag
van € 45.000,00. De spoedaanvragen zijn inmiddels toegekend. De
opdrachtverstrekkingen zijn de deur uit voor sanering en herstel. Asbest waarbij geen
verhoogd gezondheidsrisico is vastgesteld moet verwijderd worden bij renovatie of
sloop. Bij toekomstige verbouwingen wordt rekening gehouden met eventuele
aanwezigheid van asbest.
BOOR Viermaandsrapportage, januari t/m april 2014
14
1.4.9.
Brandveiligheid
Eind januari zijn de jaarlijkse controles van de brandweer gestart. De controles hebben
betrekking op de algehele brandveiligheid van de gebouwen. Hiertoe controleert de
brandweer onder andere brandscheidingen, doorvoeringen, blusmiddelen en
installaties. De eerste rapportages zijn inmiddels ontvangen. Het belangrijkste
aandachtspunt dat hierin naar voren komt is dat er voor iedere brandmeldcentrale op
school een opgeleid persoon (wettelijk verplicht) moet zijn, die het maandelijks beheer
van de centrale uit moet voeren. Dit omvat een takenpakket waarvoor een opleiding
noodzakelijk is in verband met certificering. Het team huisvesting gaat dit centraal
organiseren waardoor kennisniveau en wijze van controleren uniform zijn.
1.4.10. Legionella
In januari 2014 is gestart met risico-inventarisatie in de scholen. Hieruit is naar voren
gekomen dat er nog voor € 32.000 aan aanpassingen plaats moeten vinden. Het gaat
dan om het verwijderen dood leidingwerk, aanbrengen automatische spoelsystemen,
chemische reiniging, aanbrengen/vervangen keerkleppen en eventueel extra
monstername ter controle. Deze kosten komen ten laste van de exploitatie van de
school.
1.4.11. Beheer en onderhoud
De onderhoudsprojecten 2013 zijn allemaal afgerond. Voor 2014 (eerste halfjaar) zijn
een paar grote projecten gestart, te weten:
Dakvervangingen (ca. € 502.000)
Houtrot/beglazing/schilderwerken (ca. € 814.000)
Schoolpleinrenovaties (ca. € 200.000)
Ketelhuisrenovaties (ca. € 140.000)
Diverse bouwkundige aanpassingen die voortkomen uit de leegstandsreductie
1.4.12. Inkoop
In het eerste kwartaal is de opzet van het centraal inkoopbeleid afgerond. Komende
periode wordt het geïmplementeerd binnen de diverse sectoren en maakt het
onderdeel uit van de dagelijkse bedrijfsvoering. Tijdens de uitvoering van het plan van
aanpak loopt het aangaan of verlengen van inkoopcontracten via de centrale
inkoopfunctionaris, om op deze manier procedurele afspraken te maken die passen
binnen het inkoopbeleid van BOOR.
1.4.13. Inkoopvoordelen
In samenwerking met de Onderwijs Inkoop Groep is in het eerste kwartaal gestart om
alle posten beneden de aanbestedingsgrens te analyseren met als doelstelling om
daar ook op korte termijn besparingen te realiseren. Inmiddels zijn besparingen
gerealiseerd op het ict-beheer en de afvalverwerking voor ruim € 75.000.
BOOR Viermaandsrapportage, januari t/m april 2014
15
1.4.14. Aanbestedingskalender
De voorbereidingen voor de Europese aanbesteding van schoonmaak in het primair
onderwijs en voor copiers/printers (BOOR-breed) zijn in het eerste kwartaal gestart. De
afronding is voorzien in het laatste kwartaal van 2014.
1.4.15. Contractregister
Om zowel de interne als de externe controle op contracten en het verloop daarvan te
waarborgen is een contractregister ontwikkeld wat inmiddels gepubliceerd is op
Intranet en wat te raadplegen is door de schooldirecties.
1.4.16. Ict
Ict speelt een belangrijke rol bij het realiseren van onze ambities. De snelle
technologische ontwikkelingen zijn van invloed op de inrichting van onze primaire
processen en vraagt dan ook om een ict-beleidsplan op bestuursniveau. Hiervoor is
een stuurgroep, bestaande uit vertegenwoordigers uit de diverse sectoren en externe
deskundigen, ingericht die in het derde kwartaal 2014 een beleidsplan oplevert.
1.5.
Bedrijfsvoering en financiën
1.5.1.
Planning & controlcyclus 2013
In de eerste maanden van dit jaar, zijn de jaarstukken van BOOR over 2013 opgesteld.
Deze jaarstukken bestaan uit het jaarverslag en de jaarrekening. Het jaarverslag is
opgesteld door het college van bestuur en BOOR Services, met input vanuit de
sectoren. De jaarrekening is tot stand gekomen in de samenwerking tussen het
administratiekantoor en het team Finance & Control van BOOR Services. In maart en
(begin) april heeft controle plaatsgevonden van de jaarstukken door de accountant.
Deze controle heeft geleid tot een goedkeurende controleverklaring. Zowel voor wat
betreft het getrouwe beeld dat de jaarrekening geeft, als op de rechtmatigheid van de
beheershandelingen.
Het opstelproces van de jaarstukken is goed verlopen, mede door goede afspraken
vooraf met het administratiekantoor en de financiële medewerkers in het voortgezet
onderwijs. Ook de accountantscontrole is beter en meer gestructureerd verlopen dan in
voorgaande jaren. Door het uitvoeren van interne controles en het aanleggen van
goede dossiers en onderbouwingen, heeft de accountantscontrole ook aanzienlijk
minder tijd (en geld) gekost. Deze extra voorbereiding van de kant van BOOR was
mogelijk doordat het team Finance & Control nagenoeg volledig bezet is.
De staat van baten en lasten over 2013 sloot met een voordelig resultaat van meer dan
€ 3 miljoen. Dit werd met name veroorzaakt door incidentele rijksmiddelen vanuit het
najaarsakkoord. In de jaarstukken is een toelichting opgenomen op de opbouw van dit
resultaat en op de afwijking van de prognose in de laatste kwartaalrapportage.
BOOR Viermaandsrapportage, januari t/m april 2014
16
1.5.2.
Planning & controlcyclus 2014
Forecast 2014
De begroting voor 2014 is in oktober 2013 vastgesteld door het algemeen bestuur en
vervolgens goedgekeurd door de gemeenteraad. Twee keer per jaar wordt een
verwachting van het financiële resultaat (een forecast) opgesteld. In de eerste
maanden van 2014 is een eerste forecast tot stand gekomen. De uitkomsten van de
forecast zijn opgenomen in deze viermaandsrapportage (paragraaf 2.1). De afwijkingen
van de oorspronkelijke begroting betreffen in het basisonderwijs met name de invulling
van de taakstelling en in het voortgezet onderwijs een hogere rijksbijdrage en hogere
personele lasten. De tweede forecast zal in september worden opgesteld. De
uitkomsten hiervan worden opgenomen in de tweede viermaandsrapportage van 2014
welke in september/oktober wordt opgesteld.
Maandrapportages
De financiële administratie wordt maandelijks afgesloten. Dit gebeurt binnen tien
werkdagen na afloop van de maand. Daarna ontvangen de scholen een financiële
rapportage van het administratiekantoor. Deze maandrapportages zijn qua opzet
gewijzigd ten opzichte van vorig jaar. Naast de begroting en de realisatie is ook een
kolom forecast toegevoegd. Op deze wijze hebben de scholen op een gedetailleerd
niveau inzicht in de begroting, de actuele verwachting van het resultaat (forecast) en
de werkelijke baten en lasten.
Het team Finance & Control van BOOR Services voert maandelijks controles uit op
deze rapportages. Bijzonderheden worden afgestemd met de bovenschools
directeuren (die dit op hun beurt weer afstemmen met de schooldirecteuren) en de
rectoren. Met deze werkwijze wordt beoogd afwijkingen van de begroting of forecast in
een vroeg stadium te signaleren en hierop gericht actie te ondernemen.
1.5.3.
Planning & controlcyclus 2015
Kaderbrief 2015
In de eerste maanden van 2014 is een begin gemaakt met de planning & controlcyclus
van 2015. De kaders voor de meerjarenbegroting 2015-2018 zijn verwerkt in de
kaderbrief. Hierin is aandacht besteed aan zowel beleidsmatige als financiële
uitgangspunten. Voorbeelden van beleidsmatige uitgangspunten zijn het
vacaturebeleid, investeringsbeleid en centrale inkoop.
Voor wat betreft de financiële kaders is zoveel als mogelijk aangehaakt bij de
actualiteit, zoals het onderhandelaarsakkoord voor een nieuwe cao in het voortgezet
onderwijs en inschattingen van de po- en vo-raad over de verwachte ontwikkeling van
BOOR Viermaandsrapportage, januari t/m april 2014
17
de rijksbijdragen. Aan de hand van deze kaders wordt de komende maanden de
begroting 2015-2018 opgesteld. De kaderbrief is opgesteld door het college van
bestuur en vervolgens behandeld in diverse gremia, waaronder het college van
schoolleiders, het bovenschools managementteam en de drie gemeenschappelijke
medezeggenschapsraden.
Formatiebegroting 2014-2015
In de maanden maart en april zijn de formatiebegrotingen 2014-2015 (en latere jaren)
voor scholen in het primair onderwijs opgesteld. Deze begrotingen sluiten met een
minimaal rendement van 1%. Daarmee is de taakstelling voor 2014 gerealiseerd. In de
komende maanden zal de mobiliteit op gang komen en zullen boventallige
medewerkers (op krimp-scholen) de vacatures op andere scholen invullen.
1.5.4.
Administratiekantoor
Ook in de afgelopen maanden is getracht te komen tot een Service Level Agreement
(SLA) met het administratiekantoor. Met deze overeenkomst maken we helder welke
zaken bij het administratiekantoor zijn belegd en welke kwaliteit we daarvan
verwachten. Dit proces is nog niet afgerond. De verwachting is dat dit vóór de
zomervakantie gereed zal zijn.
1.5.5.
Administratieve knelpunten
Eén van de belangrijkste speerpunten voor 2014 is het op orde krijgen van de
financiële administratie en informatievoorziening. In de afgelopen maanden heeft – in
samenwerking met het administratiekantoor en financiële medewerkers in het
voortgezet onderwijs – een brede inventarisatie plaatsgevonden van de knelpunten die
(nog) bestaan op deze terreinen. Deze knelpunten variëren van de leesbaarheid van
stukken tot technische knelpunten en onduidelijkheden rondom boekingsgangen in de
financiële administratie. De komende maanden zullen deze knelpunten stuk-voor-stuk
worden opgepakt.
1.5.6.
Aanbevelingen accountant
De accountant heeft in de managementletter 2013 in totaal 56 aanbevelingen
opgenomen op het gebied van de administratieve organisatie, interne controle en
beheersingsmaatregelen. Deze aanbevelingen sluiten grotendeels aan bij onze eigen
bevindingen. De aanbevelingen zijn onderverdeeld in hoge, midden of lage prioriteit.
De aanbevelingen zijn door BOOR Services omgezet in concrete acties, belegd bij
diverse personen binnen BOOR en gekoppeld aan een deadline. De stand van zaken
met betrekking tot de uitvoering van deze actiepunten wordt frequent gemonitord door
het bestuur en afgestemd met de audit commissie en de accountant.
BOOR Viermaandsrapportage, januari t/m april 2014
18
Van de 56 aanbevelingen zijn er vijftien gereed, 34 zijn in uitvoering en twee moeten
nog worden opgestart (conform de planning). De uitvoering van vijf aanbevelingen is
vertraagd. Deze hebben betrekking op de SLA met het administratiekantoor, het
afsluiten van managementcontracten met schooldirecteuren en de invoering van een
BOOR-brede rapportagetool. Het samenvattende beeld is als volgt:
Status
Afgerond
In uitvoering
Nog starten
Vertraging / problemen
Totaal
Hoog
7
14
1
4
26
BOOR Viermaandsrapportage, januari t/m april 2014
Prioriteit
Midden
5
17
0
1
23
Laag
3
3
1
0
7
Totaal
15
34
2
5
56
19
2.
Financiële realisatie en forecast
2.1.
Totaaloverzicht
De cijfers over de eerste vier maanden van 2014 en de forecast voor geheel 2014 op
totaalniveau zijn als volgt:
Bedragen x € 1.000
Begroting
2014
Forecast
2014
Baten
Rijksbijdrage Ministerie van OCW
Overige overheidsbijdrage
Overige baten
Totaal baten
214.931
21.185
8.838
244.954
71.807
7.232
3.466
82.504
216.818
21.893
10.333
249.044
Lasten
Personele lasten
Huisvestingslasten
Afschrijvingen
Overige materiële lasten
Totaal lasten
199.580
15.731
3.551
22.264
241.126
66.666
4.856
1.406
5.746
78.675
201.210
15.706
4.183
22.842
243.941
35
-/- 815
-/- 780
36
-/- 190
-/- 154
27
-/- 602
-/- 575
-817
0
0
3.865
3.676
4.528
Financiële baten en lasten
Financiële baten
Financiële lasten
Totaal financiële baten en lasten
Taakstelling (S)BAO
Resultaat
2.1.1.
Realisatie
januari - april
Uitgangspunten bij de cijfers
De in de tabel opgenomen bedragen zijn afkomstig van de volgende bronnen:

Begroting 2014: Deze cijfers zijn afkomstig uit de op 29 oktober 2013 door het
algemeen bestuur vastgestelde begroting, welke op 19 december 2013 door de
gemeenteraad van Rotterdam is goedgekeurd.

Realisatie januari tot en met april: Deze bedragen zijn afkomstig uit de financiële
administratie en de maand rapportages, die wij van het administratiekantoor
hebben ontvangen. Wij hebben de financiële realisatie intern geanalyseerd en
eventuele afwijkingen van de begroting verklaard.

Forecast 2014: Deze cijfers zijn gebaseerd voor het (speciaal) basisonderwijs en
(voortgzet) speciaal onderwijs op de, in maart en april, opgestelde
formatiebegrotingen 2014-2015 en de tot nu toe bekende afwijkingen in de
realisatie voor het huidige schooljaar 2013-2014. De forecast voor de sector
voortgezet onderwijs is gebaseerd op de meest actuele inzichten van 2014.
BOOR Viermaandsrapportage, januari t/m april 2014
20
2.1.2.
Toelichting algemeen beeld
Forecast
De forecast voor 2014 bedraagt € 4.528.000 en ligt daarmee € 663.000 boven de
begroting. Het verwachte voordelige resultaat zal aan het einde van het jaar worden
toegevoegd aan het weerstandsvermogen van de scholen. Zowel de baten als lasten
vallen naar verwachting hoger uit.
In de rijksbijdrage zijn nog deels de – pas na het opmaken van de begroting –
toegezegde extra inkomsten vanuit het najaarsakkoord opgenomen. Ook de eind 2013
bekend geworden hogere gemiddelde personeelslast (GPL) is bij het voortgezet
onderwijs opgenomen in de forecast.
De overige baten zijn hoger als gevolg van het opnemen van de inkomsten
ouderbijdrage in het voortgezet onderwijs, hiertegen over staan ook uitgaven
leerlinggerichte activiteiten. Deze zijn opgenomen onder de overige materiële lasten.
De personele lasten bij het voortgezet onderwijs zijn – als gevolg van de caoonderhandelingen – in de forecast vanaf 1 augustus 2014 met 1,2% opgehoogd.
De taakstelling voor de sector (speciaal) basisonderwijs is grotendeels ingevuld door
besparingen in de personele lasten, bijvoorbeeld door vertrekkend personeel niet te
vervangen. Indien daarmee rekening wordt gehouden, liggen de werkelijke personele
lasten ongeveer op het niveau van de begroting.
De verhoging van de afschrijvingslasten in de forecast hebben betrekking op
Lansingerland. De afschrijving op de tijdelijke huisvesting was nog niet volledig in de
begroting 2014 opgenomen. In de paragrafen 3.2 tot en met 3.5 worden per sector het
resultaat januari tot en met april 2014 en de verschillen tussen de begroting en de
forecast 2014 nader toegelicht.
Realisatie
Het resultaat tot en met april 2014 bedraagt € 3.676.000 voordelig. Dit resultaat over
de eerste vier maanden kan niet één-op-één worden vertaald naar een resultaat voor
het gehele jaar. Als gevolg van een seizoenspatroon in de lasten, worden deze niet
gelijkmatig gedurende het jaar gerealiseerd. Zo zal de aanschaf van leermiddelen en
lesmateriaal met name rond de zomerperiode plaatsvinden. Ditzelfde geldt voor
huisvestingskosten. In de zomerperiode worden veelal extra schoonmaak- en
onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd. Het verwachte resultaat over het gehele jaar
is opgenomen in de forecast.
BOOR Viermaandsrapportage, januari t/m april 2014
21
Risico’s
BOOR wordt geconfronteerd met risico’s op tal van terreinen. Deze risico’s kunnen
voor een deel financieel worden vertaald en voor een deel niet. De risico’s kunnen
worden onderverdeeld in strategische en operationele risico’s. In de begroting en
forecast 2014 is nog geen rekening gehouden met de financiële impact van
onderstaande risico’s:
2.1.3.
Strategische risico’s
#
1.
2.
Omschrijving risico
Financiële impact
Doordecentralisatie huisvesting in het primair onderwijs kan
zorgen voor hogere onderhoudslasten, die niet gedekt
De omvang kan eerst worden
worden uit de hogere bijdrage van de gemeente.
bepaald na de – nu lopende –
schouw van de gebouwen.
Bij een aanhoudende daling van het aantal leerlingen (met
Het financiële risico kan
name in het primair onderwijs) kunnen personele fricties
ontstaan. Mede als gevolg van het werkgelegenheidsbeleid
worden beperkt door een
goede prognose van de
van BOOR.
ontwikkeling van het
leerlingaantal en door in geval
van personele frictie een
zorgvuldig traject te
doorlopen. Het risico kan
desondanks oplopen naar een
bedrag van circa € 1 miljoen.
3.
Vanwege een verouderd meerjarenonderhoudsplan
De financiële impact wordt
ontbreekt het totaaloverzicht van de investerings- en
ingeschat op € 600.000.
onderhoudsopgave binnen BOOR. Het huidige budget
wordt ingezet om dusdanig onderhoud te plegen aan de
gebouwen dat deze voldoen aan de minimaal wettelijke
vereisten. Het risico bestaat dat - gezien de staat van het
onderhoud - de uitgaven te laag zijn geraamd. Het
totaaloverzicht ontstaat bij het opstellen van een MOP, het
risico wordt verlaagd door “slim” onderhouden en het
inregelen van een monitoring-systeem op uitvoering van de
MOP.
4.
Ontwikkelingen passend onderwijs kunnen leiden tot een
Op dit moment kan de
lagere bekostiging voor scholen in het speciaal onderwijs
en afname van leerlinggebonden financiering.
financiële impact van de
invoering van passend
onderwijs niet worden
bepaald.
BOOR Viermaandsrapportage, januari t/m april 2014
22
#
5.
Omschrijving risico
Financiële impact
Minder aantrekkelijke scholen door negatief imago. Dit kan
De financiële impact is sterk
gevolgen hebben voor het aantal ouders en kinderen dat
afhankelijk van de werkelijke
voor een BOOR-school kiest. Met als gevolg een lagere
rijksbijdrage.
daling van het aantal
leerlingen. In de
schoolbegrotingen worden
voorzichtige ramingen voor de
ontwikkeling van het
leerlingaantal gehanteerd. In
het primair onderwijs wordt al
gerekend met dalende
leerlingaantallen.
6.
7.
Het relatief hoge ziekteverzuim binnen BOOR zorgt voor
druk op het zittende personeel. Er is al beleid om het
Voor dit risico zijn enkele
buffers in de exploitatie
ziekteverzuim te laten dalen, maar nog onvoldoende
ingebouwd. Het rest-risico ligt
handhaving.
tussen € 0,5 en € 1 miljoen.
In de afgelopen jaren was sprake van onvoldoende sturing
In potentie heeft dit risico een
en beheersing binnen BOOR. Door de maatregelen in het
afgelopen jaar, is dit risico aanmerkelijk gedaald. Met name
grote impact. Door de
genomen maatregelen,
het verzorgen van maandelijkse (financiële) rapportages,
het analyseren van de cijfers en het bespreken daarvan
schatten wij dit als beperkt in.
met (bovenschoolse) directies en schoolleiders, zorgen
voor een tijdige signalering van knelpunten en risico’s.
Waar nodig wordt concreet actie ondernomen.
8.
BOOR kent op onderdelen een verouderde ict-
Het risico wordt ingeschat op
infrastructuur. Door het niet meer kunnen updaten van
circa € 300.000.
oude software, wordt BOOR gedwongen om te investeren
in de ict. Met het opstellen van concreet beleid op dit
gebied (planning in 2014) en een daarvan afgeleid
investeringsprogramma en het benutten van bestaande
investeringsbudgetten, wordt getracht de impact van het
risico te verlagen en de uitgaven te spreiden in de tijd.
Operationele risico’s
#
1.
Omschrijving risico
Financiële impact
Eind 2014 zal de verantwoording en de afrekening van de
De ROB inkomsten bedragen
gemeentelijke subsidie in het kader van het Rotterdams
voor het schooljaar 2013-2014
Onderwijsbeleid 2013-2014 plaatsvinden. Indien blijkt dat
de afgesproken doelstellingen niet gerealiseerd zijn,
circa € 11 miljoen. De omvang
van de eventuele
bestaat de kans op gedeeltelijke terugbetaling van reeds
uitgegeven subsidiegelden. Vanuit de centrale staf vindt
terugbetaling is afhankelijk
van de mate waarin afspraken
controle plaats op de realisatie van de doelstellingen.
worden nagekomen.
BOOR Viermaandsrapportage, januari t/m april 2014
23
#
2.
Omschrijving risico
Financiële impact
Voor de huisvesting van Wolfert Pro en Wolfert Lyceum
Het maximale risico voor 2014
wordt een bijdrage ontvangen van de gemeente
bedraagt € 66.000. Dit bedrag
Lansingerland. Onlangs is gebleken dat de gemeente
Lansingerland het voornemen heeft om deze bijdrage met
zal toenemen, aangezien het
aantal leerlingen de komende
€ 150 per leerling te verlagen.
jaren zal toenemen.
Onderhandelingen hierover
met de gemeente vinden
momenteel plaats.
3.
Per 1 augustus 2014 gaat het Overschie College over naar
De financiële impact wordt
CVO Rotterdam. Op dit moment worden nog gesprekken
gevoerd met CVO over de bijdrage van BOOR in de
duidelijk bij het opstellen van
de financiële afrekening,
exploitatiekosten.
waarin ook de
exploitatiekosten over 2014 en
de eventuele verrekening van
de vaste voet worden
meegenomen. Ook de
overdracht van de materiele
vaste activa wordt dan
verrekend.
4.
Het stopzetten van de bouwwerkzaamheden bij de Bergse
De omvang van de financiële
Zonnebloem kan mogelijke nadelige financiële gevolgen
hebben voor BOOR. Zie paragraaf 1.4.3.
gevolgen zijn niet bekend en
hangen sterk af van de
besluitvorming door de
gemeente.
5.
De inspectie heeft een onderzoek uitgevoerd naar de
Dit onderzoek kan leiden tot
bekostiging van leerlingen in het speciaal onderwijs in
relatie tot het basisonderwijs (rugzakleerlingen).
de terugvordering van een
deel van de rijksbijdrage tot
een bedrag van circa
€ 200.000.
6.
Het college van bestuur heeft het voornemen om drie
De financiële gevolgen lopen
interim projectdirecteuren aan te stellen. Enerzijds om de
op tot circa € 300.000,
kwaliteit van zwakke scholen te verbeteren, anderzijds als
vervanger bij scholen waar een vacature op directieniveau
waarvoor nog geen volledige
dekking is gevonden.
is ontstaan.
Uiteraard zal aanstelling niet
plaatsvinden, voordat deze
dekking is gevonden.
7.
Uit een recente controle is gebleken dat de BOOR scholen
De omvang van de bijstelling
niet in alle gevallen de leerlinggewichten juist hebben
wordt pas bekend bij controle
bepaald. Op dit moment vindt hierop een reparatieslag
plaats, maar dit zou kunnen leiden tot een neerwaartse
van de inschrijvingen (in
oktober 2014).
bijstelling van het aantal gewichtenleerlingen (en daarmee
een lagere rijksbijdrage).
BOOR Viermaandsrapportage, januari t/m april 2014
24
#
8.
9.
Omschrijving risico
Financiële impact
Bij het opmaken van de jaarstukken 2013 heeft een
De financiële impact kan
inschatting plaatsgevonden van de noodzakelijke kosten
oplopen tot tienduizenden
voor de afwikkeling van lopende juridische geschillen.
Onder andere als gevolg van de fraudeconstateringen uit
euro’s. De exacte omvang
hangt sterk af van het verloop
voorgaande jaren. Het risico bestaat dat de inschattingen te
(en de doorlooptijd) van de
laag zijn of procedures langer doorlopen dan verwacht,
waardoor de juridische kosten verder oplopen.
juridische procedures.
In 2013 is een onderzoek van de belastingdienst afgerond.
De financiële impact daarvan
Uit dit onderzoek is een forse naheffing gebleken. Naar
wordt de komende maanden
aanleiding van de bevindingen van de belastingdienst, zijn
diverse aanpassingen gedaan in procedures om een
duidelijk, maar kan oplopen tot
een bedrag tussen € 50.000
dergelijke naheffing te voorkomen. Een laatste onderdeel
van deze aanpassingen betreffen de fiscale gevolgen van
en € 100.000.
het verstrekken van tablets aan medewerkers.
BOOR Viermaandsrapportage, januari t/m april 2014
25
2.2.
Sector (speciaal) basisonderwijs
De cijfers over de eerste vier maanden van 2014 en de forecast voor geheel 2014 voor
de sector (speciaal) basisonderwijs zijn als volgt:
Bedragen x € 1.000
Sector (speciaal) basisonderwijs
Begroting
2014
Realisatie
januari - april
Forecast
2014
Baten
Rijksbijdrage Ministerie van OCW
Overige overheidsbijdrage
Overige baten
Totaal baten
101.831
16.869
2.997
121.697
34.251
5.802
1.484
41.537
102.255 A
17.181 B
3.052
122.488
Lasten
Personele lasten
Huisvestingslasten
Afschrijvingen
Overige materiële lasten
Totaal lasten
101.968
9.055
1.542
8.137
120.702
32.273
2.897
573
3.353
39.195
101.395 C
9.114
1.587
7.870 D
119.966
10
-/- 75
-/- 65
2
0
2
2
0
2 E
Financiële baten en lasten
Financiële baten
Financiële lasten
Totaal financiële baten en lasten
Taakstelling
Resultaat
-/- 817
1.747
F
2.343
2.524
De forecast voor de sector (speciaal) basisonderwijs bedraagt € 2.524.000 en is
daarmee € 777.000 hoger dan de begroting. Onderstaand worden de belangrijkste
afwijkingen toegelicht.
A. Rijksbijdrage Ministerie van OCW
In de forecast zijn de inkomsten vanuit het herfstakkoord voor behoud van jonge
leerkrachten opgenomen. In 2014 heeft dit een voordelig effect van € 572.000. Hier
tegenover staat een ontvangen afrekening van zwangerschapsuitkeringen over oude
jaren van € 131.000.
B. Overige overheidsbijdrage
De overige overheidsbijdragen vallen naar verwachting circa € 300.000 hoger uit. Dit
wordt veroorzaakt door een hogere aanvraag voor gelden uit het Rotterdams
Onderwijs Beleid voor 2014-2015.
BOOR Viermaandsrapportage, januari t/m april 2014
26
C. Personele lasten
De taakstelling voor de sector (speciaal) basisonderwijs, is grotendeels ingevuld door
besparingen in de personele lasten. Bijvoorbeeld door vertrekkend personeel niet te
vervangen. Indien daarmee rekening wordt gehouden, liggen de werkelijke personele
lasten ongeveer op het niveau van de begroting.
D. Overige materiële lasten
De materiele lasten vallen waarschijnlijk € 267.000 lager uit dan begroot. De
belangrijkste besparing is gerealiseerd door een lagere doorbelasting van
sectoroverstijgende kosten, zoals bestuur, BOOR Services en het administratiekantoor.
Conform de bij de vaststelling van de begroting 2014 gemaakte interne afspraken, is
de verdeling van deze kosten over de sectoren eind 2013 bijgesteld. Een groter deel
van de kosten komt ten laste van andere sectoren.
E. Financiële baten en lasten
In de begroting waren rentelasten opgenomen voor de rentelasten van de rekeningcourant als gevolg van roodstand. De liquiditeitspositie is echter verbeterd waardoor
deze rentelasten niet meer worden verwacht in 2014.
F. Taakstelling
Als gevolg van een daling van het leerlingaantal (en daardoor een daling van de
rijksmiddelen), moesten ook ingrepen in de uitgaven plaatsvinden. Bij het opmaken van
de begroting voor 2014 was wel bekend wat de omvang van de ombuiging was, maar
nog niet op welke wijze deze kon worden gerealiseerd. Inmiddels is deze taakstelling
volledig ingevuld. Voor een groot deel door het niet vervangen van vertrekkend
personeel. Ook zijn inkoopvoordelen gerealiseerd, als gevolg van het opnieuw
aanbesteden van diverse diensten en producten.
BOOR Viermaandsrapportage, januari t/m april 2014
27
2.3.
Sector (voortgezet) speciaal onderwijs
De cijfers over de eerste vier maanden van 2014 en de forecast voor geheel 2014 voor
de sector (voortgezet) speciaal onderwijs zijn als volgt:
Bedragen x € 1.000
Sector (voortgezet) speciaal onderwijs
Begroting
2014
Realisatie
januari - april
Forecast
2014
Baten
Rijksbijdrage Ministerie van OCW
Overige overheidsbijdrage
Overige baten
Totaal baten
38.003
764
1.177
39.944
12.539
126
202
12.867
37.637 A
830
1.571 B
40.038
Lasten
Personele lasten
Huisvestingslasten
Afschrijvingen
Overige materiële lasten
Totaal lasten
33.054
1.912
472
3.050
38.488
10.732
566
121
950
12.369
32.845
1.881
491
3.365 C
38.582
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1.456
498
1.456
Financiële baten en lasten
Financiële baten
Financiële lasten
Totaal financiële baten en lasten
Resultaat
De forecast voor de sector (voortgezet) speciaal onderwijs bedraagt € 1.456.000 en ligt
daarmee op het niveau van de begroting. Onderstaand worden de belangrijkste
afwijkingen toegelicht.
A. Rijksbijdrage Ministerie van OCW
De rijksbijdragen zijn in de forecast ca. € 370.000 lager dan begroot. Dit betreffen de
inkomsten van Scoor die vanaf het schooljaar 2014-2015 van het
samenwerkingsverband komen en daardoor niet langer onder de rijksbijdragen worden
verantwoord, maar onder de overige baten.
B. Overige baten
De overige baten vallen hoger uit dan begroot, als gevolg van de verschuiving van de
inkomsten van Scoor (zie ook de toelichting bij de rijksbijdragen).
C. Overige materiële lasten
De overige materiele lasten zijn in de forecast circa € 300.000 hoger dan begroot.
Circa € 180.000 hiervan wordt verklaard door een hogere doorbelasting van
sectoroverstijgende kosten, zoals de kosten voor bestuur, BOOR Services en het
BOOR Viermaandsrapportage, januari t/m april 2014
28
administratiekantoor. Conform de bij de vaststelling van de begroting 2014 gemaakte
interne afspraken, is de verdeling van deze kosten over de sectoren eind 2013
bijgesteld. Het restant wordt veroorzaakt door enerzijds een verschuiving van de
dotatie voor het meerjarige investeringsplan van huisvestinglasten naar de materiele
lasten van € 80.000. En anderzijds een verschuiving van materiële kosten voor
projecten in het kader van het Rotterdams Onderwijsbeleid vanuit de personele lasten
voor € 60.000.
BOOR Viermaandsrapportage, januari t/m april 2014
29
2.4.
Sector voortgezet onderwijs
De cijfers over de eerste vier maanden van 2014 en de forecast voor geheel 2014 voor
de sector voortgezet onderwijs zijn als volgt:
Bedragen x € 1.000
Sector voortgezet onderwijs
Begroting
2014
Realisatie
januari - april
Forecast
2014
Baten
Rijksbijdrage Ministerie van OCW
Overige overheidsbijdrage
Overige baten
Totaal baten
75.096
3.554
4.664
83.314
25.017
1.304
1.695
28.016
76.926 A
3.883 B
5.710 C
86.519
Lasten
Personele lasten
Huisvestingslasten
Afschrijvingen
Overige materiële lasten
Totaal lasten
64.559
4.764
1.537
11.076
81.936
22.552
1.199
676
2.491
26.918
66.907 D
4.711
2.106 E
11.554 F
85.279
Financiële baten en lasten
Financiële baten
Financiële lasten
Totaal financiële baten en lasten
25
-/- 740
-/- 715
15
-/- 185
-/- 170
25
-/- 602
-/- 577
663
927
663
Resultaat
De forecast voor de sector voortgezet onderwijs bedraagt € 663.000 en ligt daarmee
op het niveau van de begroting. Op onderdelen heeft een aantal verschuivingen
plaatsgevonden tussen de budgetten. Door het vroege moment waarop de begroting is
opgesteld, konden niet alle budgettaire ontwikkelingen worden meegenomen in de
begroting. De verschuivingen zijn door de rectoren voorgesteld, na overleg met het
college van bestuur.
Naast deze verschuivingen, worden hierna nog enkele significante afwijkingen
toegelicht.
A. Rijksbijdrage Ministerie van OCW
De forecast voor de rijksbijdrage ligt € 1.830.000 hoger dan begroot. Dit wordt
veroorzaakt door een hogere gemiddelde personeelslast (GPL), hogere materiële
bekostiging, het budget jonge leerkrachten en de verwachte rijkscompensatie (50%)
van de 1,2%-loonsverhoging per 1 augustus 2014.
BOOR Viermaandsrapportage, januari t/m april 2014
30
B. Overige overheidsbijdrage
De overige overheidsbijdragen worden circa € 330.000 hoger ingeschat dan begroot.
Dit betreft onder andere een vrijval van een schuld op de balans die in 2013 was
gereserveerd om terug te betalen aan de subsidiegever en waarvan onlangs is
gebleken dat deze niet hoeft te worden terugbetaald.
C. Overige baten
De forecast van de overige baten ligt circa € 1.000.000 hoger dan begroot. Het betreft
budgettair neutrale posten, zoals ouderbijdragen en subsidiebaten voor projecten.
Tegenover deze baten staan ook lasten (opgenomen onder de overige materiële
lasten). In de oorspronkelijke begroting waren deze baten en lasten netto geraamd. In
de forecast zijn ze bruto opgenomen.
D. Personele lasten
De hogere personele lasten zijn voor een groot deel te verklaren door de recent
overeengekomen loonsverhoging per 1 augustus aanstaande.
E. Afschrijvingen
De afschrijvingskosten voor de tijdelijke huisvesting Lansingerland zaten nog niet
volledig in de begroting. De dekking hiervoor is gevonden in een verschuiving met
andere begrotingsposten, waaronder lagere rentelasten op de financiering van deze
huisvesting.
F. Overige materiële lasten
Zoals in de toelichting op de overige baten is aangegeven, is een deel van de
ouderbijdrage en projecten per saldo netto in de begroting opgenomen. In de forecast
worden deze baten en lasten bruto opgenomen. Daarnaast is in de forecast een
bedrag van € 70.000 opgenomen voor kosten als gevolg van project P. Deze kosten
waren in de begroting niet voorzien en betreffen met name juridische- en
communicatiekosten. Tot slot is onder de overige materiële lasten ook een hogere
doorbelasting van sectoroverstijgende kosten opgenomen. Conform de bij de
vaststelling van de begroting 2014 gemaakte interne afspraken, is de verdeling van
deze kosten over de sectoren eind 2013 bijgesteld.
BOOR Viermaandsrapportage, januari t/m april 2014
31
2.5.
Sectoroverstijgende kosten
De cijfers over de eerste vier maanden van 2014 en de forecast voor geheel 2014 voor
de sectoroverstijgende kosten zijn als volgt:
Bedragen x € 1.000
Begroting
2014
Lasten
Bestuur
Realisatie
januari - april
Forecast
2014
782
200
782
2.949
927
2.949
200
51
200
Vizyr
4.951
1.633
4.951
Totaal lasten
8.882
2.811
8.882
Sector (speciaal) basisonderwijs
Sector (voortgezet) speciaal onderwijs
5.604
1.487
5.226
1.333
389
1.461
Sector voortgezet onderwijs
1.945
633
2.195
Totaal toerekening
8.882
2.509
8.882
BOOR Services
Accountant
Toerekening
Bestuur
De forecast voor bestuur is gelijk aan de begroting. In de afzonderlijke posten binnen
de begroting zijn wel verschuivingen te verwachten. De salariskosten van het college
van bestuur liggen lager dan in de begroting was opgenomen. De afwikkeling van een
aantal juridische zaken brengen naar verwachting hogere kosten met zich mee dan
was begroot. Per saldo zullen de kosten gelijk blijven.
BOOR Services
De forecast voor BOOR Services is gelijk aan de begroting. Met name door het (nog)
niet opvullen van vacatures en lagere loonkosten dan begroot, is er voordeel ontstaan
in de begroting. Hier staat het voornemen tot een tijdelijke capaciteitsuitbreiding en het
vormen van een calamiteitenbudget in 2014 tegenover. Zie ook paragraaf 1.1.8.
Accountant
In het najaar van 2014 zal het contract voor de accountantscontrole opnieuw worden
aanbesteed. De verwachting is dat hierdoor een kostenvoordeel gerealiseerd wordt.
Voorzichtigheidshalve is dit voordeel nog niet meegenomen in de forecast.
Vizyr
De kosten voor ons administratiekantoor zijn vastgelegd in een meerjarig contract tot
en met 2016.
BOOR Viermaandsrapportage, januari t/m april 2014
32
Bijlagen
BOOR Viermaandsrapportage, januari t/m april 2014
33
Bijlage 1: Toezichtkader
In het toezichtkader zijn diverse kengetallen benoemd, waarover BOOR jaarlijks of elk kwartaal verantwoording aflegt. In onderstaande tabel
zijn de kengetallen opgenomen waarover bij de kwartaalrapportages verantwoording moet worden afgelegd.
Financiële kengetallen
Onderwerp
Liquiditeitsprognose
Schoolsoort (po,
Uitkomst eerste vier
maanden
Soort
Kaders /
Frequentie
informatie
Norm
Rapportage
vo of so)
Vier
Cijfer
Zie art. 3.1
Bestuursrapportages
Po, vo en so
Zie bijlage 2
Vier
maanden
Cijfers
Zie art. 3.1
Bestuursrapportages
en Begroting
Po, vo en so
Zie hoofdstuk 0
Vier
Cijfers
Zie art. 3.1
Bestuursrapportages
Po, vo en so
Zie hoofdstuk 0
maanden
Prognose
Realisatie
maanden
en Jaarrekening
HR kengetallen
SchoolOnderwerp
Soort
Kaders /
Frequentie
informatie
Norm
Kwartaal
Aantal
Omvang personeel
soort (po,
Uitkomst eerste vier
Rapportage
vo of so)
maanden
Omvang en
Bestuursrapportages,
Po, vo en so
Zie paragraaf 1.3.2
aantal komen
in overeen-
jaarplan / begroting
en Jaarverslag
Po, vo en so
Zie paragraaf 1.3.3
Po, vo en so
Zie paragraaf 1.3.10
stemming
met
begrotingsafspraken
Verhouding onderwijzend niet
Bestuursrapportages,
Kwartaal
onderwijzend personeel
Integriteitsbeleid
jaarplan en
Jaarverslag
Kwartaal
Beleidsmaatregelen
Bestuursrapportages,
jaarplan en
jaarverslag
BOOR Kwartaalrapportage 3e kwartaal 2013
35
Organisatieontwikkeling
SchoolOnderwerp
Soort
Kaders /
Frequentie
informatie
Norm
Kwartaal
Kwaliteitsslag bedrijfsvoering
Versterken bestuursbureau
Compartimentering
(verantwoordelijkheid laag in de
organisatie)
BOOR Kwartaalrapportage 3e kwartaal 2013
Kwartaal
Kwartaal
soort (po,
Uitkomst eerste vier
Rapportage
vo of so)
maanden
Inhoudelijke
Bestuurs-
Po, vo en so
Zie paragraaf 1.5
stand van
zaken
rapportages, jaarplan
Inhoudelijke
Bestuurs-
Po, vo en so
Zie paragraaf 1.1.8
stand van
zaken
rapportages, jaarplan
Inhoudelijke
Bestuurs-
Po, vo en so
Zie paragraaf 1.1
stand van
zaken
rapportages, jaarplan
en Jaarverslag
en Jaarverslag
en Jaarverslag
36
Bijlage 2: Liquiditeitsprognose
2014
2015
Mei
Juni
Juli
Aug
Sep
Okt
Nov
Dec
Jan
Febr
Mrt
April
21.683
20.279
21.052
15.025
13.294
14.794
14.794
14.794
21.504
19.613
19.099
19.099
Overige overheidsbijdragen en subsidies
103
472
3.398
7.863
725
186
87
87
6.630
0
0
0
Overige baten
697
535
260
260
560
564
565
560
460
160
160
160
Personele uitgaven
20.422
21.020
15.462
13.585
16.100
14.590
14.550
19.550
20.777
14.441
14.441
14.481
Materiële uitgaven
3.769
4.477
2.084
1.940
3.547
3.015
2.431
2.546
2.333
2.333
2.333
2.333
-1.708
-4.211
7.165
7.623
-5.068
-2.061
-1.536
-6.656
5.484
2.999
2.484
2.444
109
109
109
109
109
109
109
109
110
110
110
110
6
6
15
6
6
15
6
6
15
6
6
14
Financieringskasstroom
103
103
93
103
103
94
103
103
95
104
104
96
Inkomsten investeringen
0
2.305
0
0
285
0
0
0
0
0
0
0
Uitgaven investeringen
568
3.098
2.929
780
1.086
1.261
1.161
781
100
130
130
150
Investeringskasstroom
-568
-793
-2.929
-780
-801
-1.261
-1.161
-781
100
130
130
150
-2.172
-4.901
4.329
6.946
-5.766
-3.228
-2.594
-7.334
5.679
3.233
2.719
2.690
Saldo begin van de periode
15.071
12.898
7.997
12.326
19.272
13.506
10.278
7.684
350
6.029
9.263
11.981
Saldo eind van de periode
12.898
7.997
12.326
19.272
13.506
10.278
7.684
350
6.029
9.263
11.981
14.671
(Rijks)bijdragen OCW
Operationele kasstroom
Inkomsten financiering
Uitgaven financiering
Totaal kasstroom
Saldo Liquide middelen
Colofon
Stichting BOOR
Pakhuis Maaspoort
Tweede verdieping
Prins Hendrikkade 14
3071 KB Rotterdam
Postbus 23058
3001 KB Rotterdam
010-2540800
[email protected]
www.stichtingboor.nl
@stichtingboor