Alles wat je wil weten over materialen

Alleswatjewilwetenovermaterialen
Een materiaal is een natuurlijke of kunstmatig geproduceerde stof die bestemd is om verwerkt te worden tot bruikbare producten. Een materiaal is dus een stoffelijke zaak, die geselecteerd wordt op basis van zijn eigenschappen met het oog op een bepaalde toepassing. De term materiaal wordt gewoonlijk alleen gebruikt, als de verwerkte stof nog aan te wijzen is in onderdelen van het eindproduct. Anders spreekt men eerder van grondstof of ingrediënt. Materialen worden toegepast in de bouwwereld, als bouwmateriaal, in de industrie, bij de ambachtelijke en industriële productie van goederen, en in de kunst, als uitgangsmateriaal bij het creëren van kunstvoorwerpen. De wetenschap die materialen onderzoekt en nieuwe materialen ontwikkelt, heet materiaalkunde. De term "materiaal" wordt ook gebruikt voor zaken als bijvoorbeeld onbewerkte teksten en afbeeldingen te gebruiken voor het schrijven van een boek of artikel, onbewerkte beeld‐ of geluidsopnamen of studieboeken ("studiemateriaal"). Ook in overdrachtelijke zin wordt het woord gebruikt, bijvoorbeeld voor en persoon met talent om opgeleid te worden tot operazangeres, balletdanser, topvoetballer en dergelijke. Geschiedenis
De oudste materialen zijn natuurlijke materialen, zoals boomstammen, takken, keien, dierenvellen, en zo voort. Door de tijd leerde de mens materialen uit de natuur verder te bewerken tot kleding, wapens en gebruiksvoorwerpen. Enkele belangrijke technologieën waren: 




Het bakken van klei tot aardewerk, Het gebruiken van leem voor muren. Het looien van dierenhuiden tot leer. Het bewerken van vlas tot linnen, schapenvachten tot wollen kleding Metaalbewerking Diverse perioden uit de prehistorie worden genoemd naar de materiaaltechnologieën waarover men beschikte (Steentijd, kopertijd, bronstijd en ijzertijd). In de twintigste eeuw werd het aantal mogelijkheden sterk uitgebreid door de ontwikkeling van kunststoffen. Veel nieuwe materialen zijn ontwikkeld als nevenproduct van de ruimtevaarttechnologie, onder andere nieuwe soorten technisch keramiek en traagschuim (gebruikt in matrassen). Indelenvanmaterialen
Van oorsprong werden vaste stoffen ingedeeld in drie hoofdgroepen: metalen, keramiek en polymeren (zowel natuurlijke als kunstmatige polymeren). Sinds de ontwikkeling van het vakgebied materiaalkunde halverwege de 20e eeuw zijn daar twee technisch samengestelde materiaalgroepen bijgekomen, en wel de composieten en de halfgeleiders. In de laatste decennia zijn er echter diverse materiaalgroepen bijgekomen, ieder met hun eigen toepassingsgebied en typische eigenschappen zoals biomaterialen, de vloeibare kristallen en de zogeheten slimme materialen (smart materials). Metalenenlegeringen
Een metaal is een materiaal dat over het algemeen goed elektriciteit geleidt. Wanneer je het scheurt of breekt vertoond vaak een taaie breuk en je kunt het gieten na verwarming. Metalen zijn vaak zwaar, glimmen, en kunnen na enige tijd corrosieverschijnselen (roest) vertonen. Er zijn zeer goedkope metalen zoals ijzer, maar ook zeldzame, dure metalen zoals goud en platina. Metalen die bestaan uit twee of meer elementen, worden legeringen genoemd. Enkele voorbeelden van metalen en legeringen worden hieronder besproken. metalen
ijzer
ijzer is een scheikundig element dat in de natuur voorkomt met symbool Fe (uit het Latijn: ferrum) Het is een grijs, ruw metaal. In de volksmond wordt de term ijzer vaak gebruikt voor materiaal dat eigenlijk staal heet. Toepassingen Van alle bekende metalen wordt ijzer het meest gebruikt, tegenwoordig vooral in de vorm van staal. Omdat het goedkoop en sterk is wordt het veel gebruikt. toepassingen
 auto's.  schepen.  grote constructies.  In transformatoren (als weekijzer of als ferriet).  Gietijzer, waarbij het gesmolten ijzer in een vuurvaste vorm wordt gegoten. Zie ook: IJzeroer.  Welijzer, ook wel getrokken ijzer genoemd.  Smeedijzer, vroeger ambachtelijk vervaardigd door een smid in een smederij. bijzondereeigenschappen
IJzer is net als nikkel en kobalt een ferromagnetisch metaal dat betekent dat het aangetrokken wordt door magneten. Met 32,1 % is ijzer het element dat het meest voorkomt in de samenstelling van de aarde. koper
Koper is een scheikundig element dat in de natuur voorkomt met symbool Cu. Het is een rood/geel metaal dat in pure vorm ook als Roodkoper bekend staat. Toepassingenvankoper
Omdat koper buigzaam is, eenvoudig te vervormen is en een zeer groot geleidingsvermogen heeft voor elektriciteit en warmte, wordt het op grote schaal in de industrie gebruikt. Enkele belangrijke toepassingen zijn:  Koperdraad.  Elektromagneten.  Muntgeld.  kunstwerken en standbeelden (vaak van brons), bijvoorbeeld het Vrijheidsbeeld bevat negentigduizend kilogram koper.  vacuümbuizen en magnetronovens.  elektrische circuits.  Muziekinstrumenten.  geveldelen van gebouwen.  Koelers voor videokaarten, processors en andere halfgeleidercomponenten.  Heatpipes.  Voor het zuiveren van water wordt koper in de vorm van koper(II)sulfaat gebruikt (CuSO4). Legeringenmetkoper
Er bestaan vele koperlegeringen, waarvan vele belangrijk zijn in het dagelijkse gebruik. Voorbeelden van koperlegeringen zijn:  Alpaca, een zilverkleurige metaallegering van koper, zink en nikkel.  Aluminiumbrons, een legering waarbij aluminium gemengd wordt met koper.  Auricupride, een natuurlijke legering van koper en goud.  Babbittmetaal, een legering van tin en koper; of tin, antimoon en koper.  Biljoengoud, een legering van een edelmetaal (meestal zilver, maar ook goud) en koper.  Brons, een legering van koper en tin.  Constantaan. een legering van koper, nikkel en mangaan.  Cupraat  CuSil, een legering van koper en zilver.  Fosforbrons, een legering van koper, tin en fosfor.  Geel goud  Goudbrons  Klokspijs  Manganine  Messing, een legering van koper en zink.  Monel, een legering van nikkel, koper, ijzer, mangaan, silicium, koolstof en soms aluminium.  Nikkeline, een legering van koper, nikkel en zink.  Nordic gold, een legering van koper, aluminium, zink en tin.  Rood goud aluminium
Aluminium is een scheikundig element dat in de natuur voorkomt met symbool Al. Het is een zilverwit metaal. De naam is afgeleid van het Latijnse woord alumen dat aluin betekent. Toepassingenenbewerkingen
Het metaal is nu iets meer dan een eeuw beschikbaar, en in die tijd heeft het op stormachtige wijze de wereld veroverd. Het is economisch een bijzonder belangrijk metaal. Aluminium is licht (slechts een derde van het gewicht van staal of brons), en net zo sterk. Het is slijtvast en bestendig tegen corrosie (roest). Het is een goede geleider, het is niet magnetisch. Het vonkt niet, en het laat zich relatief gemakkelijk vormen. Aluminium is daarmee het constructiemateriaal dat heel erg geschikt is voor de vliegtuig‐ en ruimtevaartindustrie. Voor motoren is het echter minder geschikt, want het wordt zachter bij verwarmen. Het metaal wordt vaak door lasersnijden bewerkt. Enigetoepassingsgebieden:
 Bijna alle Antitranspiranten in deodorants.  verpakking: aluminiumfolie  speelgoed: het is een bestanddeel van zamak, dat bijvoorbeeld voor modelauto's wordt gebruikt  transportmiddelen (auto, vliegtuig, ruimtevaartuig, trein, fiets, schip, enz.)  huishoudapparatuur (pannen, bestek, zool van strijkijzers enz.)  kampeeruitrusting (vouwstoel, pannen, tentstokken enz.)  hoogspanningsleidingen (de geleidbaarheid is 63% van die van koper, maar aluminium kost minder en weegt een derde)  bliksemafleiders (veel goedkoper dan koper, dus minder diefstalgevoelig)  antennes  constructiebouw (kozijn, deuren)  auto‐industrie (aluminium velgen)  daken en gevelbekleding  bouwsteiger en ladders  jachtbouw  licht‐, en geluidsindustrie (maken van constructies) Bewerkingstechniekeninaluminium
 frezen  draaien  draadvonken  zinkvonken  sputteren  buigen  walsen  zetten  lakken  gieten  spuitgieten  extruderen  anodiseren  graveren 



bedrukken dieptrekken lassen lasersnijden tin
Tin is een scheikundig element dat in de natuur voorkomt met symbool Sn. Het is een zilvergrijs zacht metaal. Tin is een buigzaam, kneedbaar zilverachtig‐wit metaal dat bij buiging een karakteristiek geluid geeft dat wordt veroorzaakt door de brekende kristallen. Het metaal is bestand tegen zee‐ en kraanwater, maar is oplosbaar in de meeste zuren. Toepassingen
Tin hecht zich gemakkelijk aan ijzer en wordt daarom vaak gebruikt als roestwerende laag in blik. Andere toepassingen zijn:  In loodlegeringen voor orgelpijpen.  In bronslegeringen voor kerkklokken.  Als zachte soldeertin voor de productie van elektronische schakelingen en loodgieterswerk.  Om glas een glad oppervlak te geven wordt het vaak in vloeibare vorm op tinnen platen gegoten (het proces van Pilkington).  In vroeger eeuwen werd tin vaak gebruikt om borden, bekers, kannen en bestek te maken. Het gesmolten tin werd door een tingieter in vormen gegoten. Sinds de 18e eeuw is het tinnen tafelgerei wat in onbruik geraakt en vervangen door porselein, aardewerk en glas. Tegenwoordig wordt tin nog gebruikt voor de vervaardiging van sierbekers, ‐borden en miniatuurfiguren zoals tinnen soldaatjes. HetwoordtininhetEngels
Tin in het Engels verwijst naar het element tin, maar daarnaast wordt het woord soms ook gebruikt voor dunbladig metaal (tinplate). De tin can (het tinnen blikje) is daar een voorbeeld van omdat blikjes worden vervaardigd van staal dat met een dun laagje tin tegen roestvorming wordt beschermd; maar ook blikjes van aluminium worden wel tin cans genoemd. Goud
Goud is een scheikundig element dat in de natuur voorkomt met symbool Au. Het is een geel metaal. Het is al sinds 3500 v.Chr zeer gewaardeerd. Het is roestvrij, daarom wordt goud soms "de koning der metalen" genoemd. Eigenschappen
Zuiver goud behoort tot de edelmetalen en is een dicht maar zacht metaal, je kunt er met je nagel een kras in maken. Voor het gebruikt kan worden, moet het gezuiverd worden en voor de meeste doeleinden wordt het gelegeerd met andere materialen om het harder te maken. De zuiverheid van goud voor sieraden wordt gemeten in karaat; zuiver goud is 24 karaat. Veel voorkomende zuiverheidsgraden in Nederland zijn 14 karaat (58,3% goud), 18 karaat (75%) en 22 karaat (91,7%). Een ezelsbruggetje is om 1 karaat als 4% zuiver goud te benaderen. Goud wordt al lange tijd als waardevol metaal gezien. In Egyptische hiërogliefen van de 26e eeuw v.Chr. wordt al melding gemaakt van goud als betaalmiddel. Tot ongeveer halverwege de 20e eeuw na Chr. werd goud nog veelvuldig gebruikt voor munten. In de oudheid was goud niet alleen bekend als waardevol, maar ging er ook magie van uit en stond het symbool voor zuiverheid. Alchemisten zijn lange tijd op zoek geweest naar de steen der wijzen, om andere materialen te transformeren in goud. Dat zij daar nooit in zijn geslaagd, is vanuit de huidige inzichten over de opbouw van atomen goed te verklaren. Toepassingen
Als zuiver metaal is goud vrijwel onbruikbaar voor industriële toepassingen doordat het erg zacht is. In plaats daarvan wordt het veelvuldig gebruikt in legeringen omdat het element over uitstekende elektrische eigenschappen beschikt en zeer corrosiebestendig is. Sinds de 20e eeuw is goud praktisch onmisbaar in de industrie. Enkele toepassingen zijn:  Kwalitatief hoogwaardige elektrische schakelaars en connectoren.  In de ruimtevaart als coating voor kunstmanen omdat goud ultraviolette straling goed reflecteert.  Hoewel het veelal is vervangen door andere metalen wordt in sommige monetaire stelsels goud (nog) gebruikt voor muntgeld.  In veel elektronische componenten wordt goud gebruikt.  Het dekken van papier‐ en muntgeld (zilver wordt daarbij ook gebruikt)  In de geschiedenis van de mens was goud vanwege zijn glans en schaarsheid altijd een symbool van weelde. Huishoudelijke voorwerpen werden dan ook soms van goud gemaakt of verguld. Hetzelfde gold voor kunstwerken.  De mooie glans en de goede corrosiebestendigheid maken goud een gewild metaal voor sieraden. 80% van al het goud wordt hiervoor gebruikt.  Borduurwerk met gouddraad, eigenlijk slagmetaal.  Kronen in de tandheelkunde  Kunst‐ en gebruiksvoorwerpen zoals klokken en kandelaars werden in het verleden verguld (voorzien van een gouden laagje). Dit is niet meer toegestaan door de ernstige giftigheid van deze dampen. Bijzondereeigenschappen
Metallisch goud heeft een gele glanzende kleur. Zeer fijn verdeeld kan het ook andere kleuren zoals zwart of donkerpaars aannemen. Van alle bekende metalen die bij kamertemperatuur vast zijn, is goud, na lood, het makkelijkst te buigen en te vervormen. Een blokje goud van 1 gram kan worden geplet en gewalst tot een plaat bladgoud met een oppervlakte van 1 vierkante meter. Bladgoud kan gelijmd worden op voorwerpen waardoor ze verguld worden. Het is tevens mogelijk om goud door middel van electrolyse op voorwerpen aan te brengen. Goud is een zeer goede elektrische en thermische geleider. Hiernaast is goud bijzonder zwaar; het weegt ca. tweemaal zoveel als lood. Zilver
Zilver is een scheikundig element dat in de natuur voorkomt met symbool Ag. Zilver werd al voor het begin van onze jaartelling gebruikt voor versiersels en als betaalmiddel (4000‐
3500 v.Chr). Toepassingen
 De goede elektrische geleiding van zilver maakt het een zeer geschikt materiaal in elektrische en elektronische producten.  In elektrische schakelingen wordt zilver (of zilverlegeringen) gebruikt om componenten met elkaar te verbinden. Voor langere verbindingen is zilver te duur. 

Voor spiegels van zeer hoge kwaliteit is zilver geschikt omdat het over goede lichtreflecterende eigenschappen bezit. Er zijn minstens veertien talen waarin voor zilver en geld hetzelfde woord wordt gebruikt. Tot diep in de 20e eeuw waren munten van zilver en goud de belangrijkste betaalmiddelen van de mensheid. Tegenwoordig zien we het gebruik van zilver alleen nog terugkomen in herdenkingsmunten en andere verzamelaarsmunten. In Nederland komen ze vooral in de vorm van 5 en 10 € meerwaardeherdenkingsmunten voor. Een voorbeeld hiervan is het Beeldhouwkunst Vijfje. 
Vanwege de desinfecterende eigenschappen wordt zilver tegenwoordig ook weer gebruikt voor het zuiveren of zuiver houden van drinkwater. Opmerkelijkeeigenschappen
Zilver is een eenvoudig te bewerken metaal dat iets harder is dan goud en beschikt over een zilverwitte glans. Zilver heeft van alle metalen de beste elektrische geleidbaarheid en de laagste overgangsweerstand,[2] beter dan koper en goud. Goud wordt daarentegen vaker gebruikt omdat het niet corrodeert (roest). Daarnaast geleidt zilver van alle metalen warmte het best en heeft het de hoogste optische reflectie (daarom wordt het gebruikt als reflecterende achtergrond voor spiegels). De glans van zilver maakt het een gewild metaal voor sieraden en zilveren voorwerpen als bestek, schalen, kandelaars en dienbladen. legeringen
staal
staal is een legering die bestaat uit ijzer en koolstof. De term staal wordt met name gebruikt voor ijzerlegeringen met een laag koolstofgehalte (minder dan 1,9%) of weinig toevoegingen zoals chroom, dat ze warm vervormd kunnen worden. Hierin is staal anders dan bijvoorbeeld gietijzer, dat een hoger koolstofgehalte heeft. Er zijn veel verschillende legeringen met deze twee elementen, meestal ook met andere bestanddelen, er bestaan dus ook zeer veel soorten staal. Door de grote keuze en zijn goede bewerkbaarheid is het een veel gebruikt constructiemateriaal. Het koolstof wordt gebruikt om een hoge treksterkte en hardheid te verkrijgen. Wereldwijd wordt er jaarlijks ongeveer 900 miljoen ton staal geproduceerd. Soortenstaal
Staal valt in drie groepen in te delen aan de hand van de hoeveelheid toegevoegde elementen (legeringselementen): ongelegeerd staal (maximaal 1,5% aan legeringselementen) laaggelegeerd staal (van 1,5% tot 5% aan legeringselementen) hooggelegeerd staal (meer dan 5% aan legeringselementen) Koolstof is bij staal geen legeringselement. Als er meer dan 2% koolstof in ijzer zit spreken we over gietijzer. Ongelegeerdstaal
Onder ongelegeerd staal valt het staal dat maximaal 1,5% aan legeringselementen (exclusief koolstof (C)) bevat. Veel gebruikte legeringselementen zijn onder andere mangaan (Mn) en silicium (Si). Net als koolstof worden mangaan en silicium gebruikt om de sterkte en hardheid te verhogen. Silicium is tevens een bijproduct van het staal bereidingsproces, het wordt gebruikt om zuurstof aan het staal te onttrekken. Ongelegeerd staal is het meest gebruikte staal ter wereld. Dit komt doordat het relatief goedkoop is en erg goed bewerkbaar. Laaggelegeerdstaal
Deze groep bevat tussen de 1,5 en 5% legeringselementen (exclusief koolstof). Net als bij ongelegeerd staal zijn mangaan en silicium veel voorkomende legeringselementen (Si = 0,7 % Mn = 1,6 %). Maar ook chroom (Cr), vanadium (V), nikkel (Ni) en molybdeen (Mo) zijn in deze groep veel voorkomende legeringselementen. De invloeden van deze elementen zijn bij gebruik van verschillende elementen in één soort staal niet zo makkelijk te bepalen daar sommige van deze elementen elkaar tegenwerken en andere elkaar juist weer versterken. Chroom wordt vaak gebruikt om staal oxidatie‐ en corrosiebestendig te maken. Ook van de harde en slijtvaste eigenschappen van chroom wordt veel gebruikgemaakt in de staalindustrie. Chroom wordt veel gebruikt in combinatie met nikkel of molybdeen. Chroom in combinatie met molybdeen (het zogenaamde Chroom‐molybdeen staal) maakt het staal uitstekend bestand tegen hoge temperaturen en ook erg sterk. Vanadium wordt ook veel gebruikt in combinatie met chroom en molybdeen daar het ongeveer dezelfde eigenschappen geeft aan staal. Ook in gereedschapsstaal wordt veel vanadium gebruikt, het maakt het staal ook een stuk taaier wat erg gunstig is voor gereedschap. Nikkel heeft gunstige invloed op staal bij heel hoge en heel lage temperaturen. Het wordt ook veel gebruikt om een aantal ongunstige eigenschappen van chroom tegen te gaan. Een voorbeeld van een gelegeerd stalen product: een kruk‐as in bewerking op een gereedschapswerktuig. Hooggelegeerdstaal
Hooggelegeerd staal bevat meer dan 5% aan legeringselementen. De bekendste vorm is roestvast staal (rvs). Een ander hooggelegeerd staal is gereedschapsstaal. Hoofdlegeringselementen in rvs zijn chroom (Cr) en nikkel (Ni). Chroom kan alleen gebruikt worden om staal roestvast te maken het geeft een mooi glanzend oppervlak. (wastafelkranen en badkranen) Zoals de naam al doet vermoeden is rvs bestand tegen oxidatie en corrosie (roest). Deze eigenschap is te danken aan de chemische verbinding die chroom aangaat met zuurstof. Door die chemische verbinding vormt er zich een oxidehuid op het staal. Daardoor kan het niet roesten. De oxidehuid is heel dun en daardoor doorzichtig dus je ziet die laag niet. brons
Brons is een legering van koper en tin (ca. 10 tot 30%). De legering heeft een roodachtige tot gelige kleur, afhankelijk van het tingehalte. Door corrosie (roest) ontstaat een groene oxidelaag Eigenschappenentoepassingen
Brons is door de toevoeging van tin harder en minder buigzaam dan koper en heeft een kleinere buigsterkte. het kan makkelijk gegoten worden. Daarom wordt het veel gebruikt voor standbeelden en kunstwerken. De periode in de geschiedenis waarin de mensheid op grote(re) schaal gebruikmaakte van voorwerpen gemaakt van brons, heet traditioneel de bronstijd. Brons is het eerste metaal dat in de lage landen (oa. Nederland) door de mens werd gebruikt, ter vervanging van steen in het paleolithicum. Het is een taai en corrosiebestendig materiaal, dat zich goed leent voor bewerking. Bronzen voorwerpen, van heel kleine tot heel grote, worden gegoten volgens de bronsgiettechniek. Kerkklokken zijn (net als vele standbeelden) vrijwel altijd van brons. Brons wordt soms verward met messing, vooral wanneer het materiaal verweerd (door het weer verkleurd) is. Messing is wat geel van kleur en brons is meer rood/roze van kleur. messing
Messing of geelkoper (CuZn), is een legering van koper en zink. De naam geelkoper is afgeleid van de kleur. Het is duidelijk geler dan zuiver koper of brons (een legering van koper en tin). Wanneer het materiaal lang is blootgesteld aan de buitenlucht wordt het donkerbruin. Messing is een waardevol materiaal vanwege zijn hardheid en goede zelf smerende eigenschappen het roest niet. Messing is bekend bij de mensheid sinds prehistorische tijden, lang voordat het metaal zink was ontdekt. Hout
Meestal wordt hout in twee hoofdgroepen onderscheiden: Loofhout. Loofhout is afkomstig van loofbomen. Loofhout wordt ook wel hardhout genoemd, naar het Engelse "hardwood", wat niets zegt over de hardheid van het hout. Er zijn ook loofbomen die heel zacht hout leveren zoals linde, populier en wilg. De boomsoort is dus belangrijk voor de hardheid, maar ook het groeiklimaat. Een harde houtsoort is azobé, afkomstig uit tropische bossen in Afrika. Naaldhout. Naaldhout is afkomstig van naaldbomen. Naalden zijn een vorm van bladeren. Naaldbomen kunnen ook schubvormige bladeren hebben of brede 'naalden'. Naaldbomen zijn vaak het hele jaar door groen en groeien voornamelijk in de gematigde streken en in de bergen op grotere hoogtes. Naaldhout wordt ook wel zachthout genoemd, naar het Engelse "softwood". Gemiddeld is naaldhout aanmerkelijk zachter dan loofhout. Net als bij loofhout is de boomsoort en het groeiklimaat bepalend voor de hardheid van het hout. De in Nederland meest gebruikte soorten naaldhout zijn vurenhout en grenenhout. Larikshout (afkomstig van Larix‐soorten; Lork) is evenals grenen een duurzame naaldhoutsoort. Het witte Dennenhout van de naaldboom Abies komt in Nederland weinig voor. Acacia
Acaciahout is vanwege de fijne nerf, de warme oranjebruine kleur en zijn duurzaamheid nog steeds zeer in trek voor schrijnwerk. De Egyptenaren uit de oudheid gebruikten het voor de klampen waarmee zij hun mummiekisten dichtmaakten en voor de bouw van hun boten. afzelia
Afzelia is een houtsoort uit tropisch Afrika, onder andere uit Kameroen. Het hout is tot roodbruin van kleur, hoewel het ook lichter van kleur kan zijn. Er zijn meerdere handelsgroepen waarvan doussié doorgaat als de beste. Het hout is afkomstig van 5 soorten namelijk Afzelia bipindensis Harms, Afzelia africana Sm, Afzelia pachyloba Harms, Afzelia bella Harms, Afzelia quanzensis Welm. toepassingen
Afzeliahout is hard en zeer duurzaam. Het werkt weinig tijdens het drogen en is geschikt voor bijna elke toepassing. In Nederland wordt het voornamelijk gebruikt voor kozijnen, deuren en ramen ‐ en ook voor trappen. Meubels worden er niet vaak van gemaakt alhoewel het hout er wel geschikt voor is. Daarnaast is de houtsoort ook zeer geschikt om parketvloeren van te produceren. De houtsoort dankt zijn naam aan het genus Afzelia (in de Caesalpinioideae) dat onder andere de bomen omvat die het bovengenoemde hout leveren. Het geslacht Afzelia dankt zijn naam op zijn beurt aan de Zweedse botanicus Adam Afzelius. Azobé
Een remmingwerk bij een sluis, voor dit soort toepassingen wordt vaak voor Azobé gekozen Azobé is een bijzonder harde, zeer duurzame houtsoort. Azobé heeft een paarsbruine kleur en is afkomstig van de boom Lophira alata Banks ex Gaertn.f. die behoort tot de familie van de Ochnaceae, komt voor in West‐ en Midden‐
Afrika en wordt tot maximaal 50 meter hoog. toepassingen
Het wordt vooral gebruikt voor zware constructies die niet alleen weer en wind moeten doorstaan, maar ook grote krachten moeten opvangen zoals sluisdeuren en palen waar schepen tegenaan kunnen varen (dukdalven, remmingwerken e.d.). In Nederland en België wordt azobé niet aangevreten door paalworm. Azobé is zwaar: meestal zal het in water zinken. Er kan veel spanning in het hout zitten: dit is met name merkbaar (kromtrekken) bij dunnere planken en palen dunner dan 50 mm, bij dikkere palen speelt dit geen rol. Azijnhout
Azijnhout is afkomstig van de Steeneik. De steeneik (Quercus ilex) is een boom uit Zuid‐Europa. Deze groenblijvende eik wordt veel aangeplant als sierboom en ter beschutting, vooral in kuststreken. De boom is bestand tegen de zilte zeewind en de luchtvervuiling in de stad. In Nederland is de boom matig winterhard. De boom kan dertig meter hoog worden, maar blijft meestal veel lager. In rotsachtige gebieden blijft de eik vaak struikvormig. Toepassingen
De steeneik levert zeer hard, zwaar hout, in kleine afmetingen, dat azijnhout genoemd wordt. Het leent zich voor onderdelen die zwaar belast worden, in de wagenmakerij en in molens voor de kammen van de wielen. De bast wordt gebruikt voor het looien van huiden. Beuken
Beuken of ook wel beukenhout is een houtsoort, een van de belangrijkste loofhoutsoorten voor de industrie in Nederland en België. Het is het hout van de beuk (Fagus sylvatica), een in vrijwel heel Europa algemene boomsoort. In delen van Azië, in Japan en in het oosten van Noord‐Amerika komen soorten uit ditzelfde geslacht (Fagus) voor, waarvan het hout bij benadering dezelfde materiaaleigenschappen heeft. De kleur van het hout varieert, afhankelijk van de herkomst, van witachtig tot licht geelbruin, met donkerbruine spiegels. De nerf van beukenhout is fijn: het is goed te bewerken en te draaien. Beukenhout is een vaste en tamelijk harde houtsoort, die echter weinig duurzaam is, slecht bestand is tegen weersinvloeden en snel krom trekt. Het laat zich goed buigen. Beukenhout wordt soms gestoomd, waardoor het stabieler wordt en minder snel vervormt onder invloed van vocht of temperatuurwisselingen. Als gevolg van het stomen wordt het hout lichtrood tot roze van kleur; stomen maakt het hout wel brozer. Na de kap moet het hout snel uit het bos: als de stam te lang in het bos blijft liggen, kan zogeheten slaap optreden, een aantasting door een schimmel. toepassingen
Beukenhout wordt veel gebruikt bij het maken van meubels, ook in de vorm van fineer op bijvoorbeeld meubelplaat. Verder vindt het toepassing als parket , laminaat en trappen. Doordat het zich goed laat buigen is het een van de meest gebruikte houtsoorten voor gebogen objecten, zoals leuningen. Als funderingshout is het ongeschikt. Het hout bij de spoorwegen wordt ook, geïmpregneerd met creosootolie, gebruikt als dwarsligger onder de rails. Beukenhout is kleur‐ en smaakloos, zodat het kan worden gebruikt voor keukengerei. Tevens wordt er wel gereedschap zoals handschaven van gemaakt. Snippers van beukenhout worden gebruikt in de laatste fasen van het brouwproces van Budweiser bier.[4] Beukenhout wordt samen met andere houtsoorten ook gebruikt voor het roken van paling. Van beukenhout wordt ook een vochtabsorberende cellulosevezel gemaakt, die wordt toegepast bij de productie van kleding.[5] Berkenhout
Berken zijn bomen die tot het geslacht Betula horen. De bomen van dit geslacht komen verspreid voor over het noordelijk halfrond: ze zijn uiterst winterhard. Ze zijn de enige boomsoorten die van nature voorkomen op Groenland en IJsland. Berken zijn pioniersplanten. Kenmerkend voor berken is het in horizontale banden afbladderen van de bast op de stam. De nieuwe bast is soms wit, maar kan afhankelijk van de soort ook rood of zoals bij de meeste soorten bruin zijn. Toepassingen
 Berkenhout is wit tot licht gekleurd en wordt gebruikt voor fineer, meubels en modelvliegtuigbouw.  De buitenste laag van de schors van een berk is voortdurend bezig zich te vernieuwen en valt soms in dunne repen naar beneden. Deze repen hebben een groot weerstandsvermogen tegen bederf omdat de schors betuline bevat. Deze eigenschap maakt het mogelijk om van de schors kano's, schoenen en dakspanen te maken.  Ook zijn deze repen dunne schors buitengewoon geschikt om, ook als het nat is, als vuurstarter te gebruiken. In Amerika en de Scandinavische landen werd de schors als dakbedekking gebruikt omdat deze licht, waterafstotend en zeer duurzaam is. De Saami gebruikten traditioneel de schors voor jassen en beenbekleding en de Zweden maken tasjes en mandjes van gevlochten repen berkenschors.  De knoppen en bladeren van de berk worden gebruikt om er werkzame stoffen aan te onttrekken zoals saponinen(zeepstoffen), looistof, hars, vluchtige olie en glycosiden (suikerachtige stoffen).  Door onder een wigvormige insnijding in de stam aan de zuidwestkantkant een blikje te bevestigen, kan berkensap getapt worden. Berkensap smaakt zoet en kan puur gedronken worden. Het zou helpen bij lusteloosheid en voorjaarsmoeheid. Het kan ook als alternatief voor honing en suiker gebruikt worden. Men kan er ook wijn van maken.  Berkenbladeren die in het voorjaar geplukt worden bevatten naast harszuur en kalizout ook saponine. Saponine is een stof die als genezend wordt beschouwd bij reuma, blaas ‐ en nieraandoeningen.  Berkenbladthee werkt vochtafdrijvend. Met een aftreksel van berkenknoppen kunt je het lichaam reinigen en de spijsvertering bevorderen. In Scandinavische landen en Rusland worden mensen na de sauna met berkentakken afgetuigd om daarna met nieuwe energie het dagelijkse leven voort te kunnen zetten. Oude Nederlandse boeren herinneren zich dat de koeien na de winter, wanneer ze uit de stal in de weide worden gedreven, met berkentakken werden geslagen om zo de vruchtbaarheid te bevorderen.  Biologische tuinders hebben vastgesteld dat de vorming van compost wordt bevorderd als men berken rond de compostplaats plant. Dit zou komen door de stoffen die berkenwortels afscheiden. Compost waarin veel berkenblad verwerkt is, is gunstig voor uitgeputte grond.  Berkenblad kan dienen als verfmiddel voor wol. Bilinga
Bilinga ‐ in België ook bekend onder de naam Opepe ‐ is een houtsoort, met een bijna gouden kleur. Het wordt geleverd door bomen in tropisch West‐Afrika. toepassingen
 Het hout is kruisdradig. Het is geneigd tot haarscheurtjes.  Het wordt soms nog gebruikt voor zware constructies in molens en voor constructies die weer en wind moeten doorstaan zoals sluisdeuren en palen waar schepen tegenaan kunnen varen (dukdalven, remmingwerken e.d.).  Ook wordt het in lichtere constructies, zoals pergola's en in binnenwerk toegepast.  Tevens is het geschikt voor parket. Cederhout Ceders zijn erg populair vanwege hun uiterlijk en groeien in gematigde klimaatgebieden waar de temperatuur 's winters niet beneden de ‐25 °C komt (de Turkse ceder verdraagt temperaturen tot ‐30 °C). Het hout heeft een mooie kleur en ruikt lekker. Toepassingen
Ceder werdt gebruikt werd voor de bouw van Koning Salomo's tempel in Jeruzalem. Daarnaast wordt Ceder hout, net als zijn naaste familie, het sparrenhout, ook vaak gebruikt als houtsoort voor bovenbladen van akoestische gitaren. Dit wordt gedaan vanwege hun erg goede tooneigenschappen. Douglas Douglas is de naam van een houtsoort, afkomstig van de douglasspar. Het spint is bleekbruin; het kernhout is roze‐bruin: het kernhout is matig duurzaam (klasse 3‐4). Het hout van alhier gegroeide bomen noemt men 'inlands douglas'. toepassingen
Het hout is in grote afmetingen beschikbaar en wordt bijvoorbeeld voor spantconstructies gebruikt. Ook wordt veel douglas verwerkt tot multiplex platen. Bij gevelconstructies zoals deurenen kozijnen wordt het hout veelvuldig toegepast. [bewerken]Oregon pine Van oude douglasbomen uit de Verenigde Staten afkomstig hout staat in Nederland bekend als Oregon pine. Het is vanwege de gunstige eigenschappen voor bijna alle doeleinden te gebruiken, zoals in de bouw, voor vloeren, schuttingen, masten, etcetera. Oregon pine wordt gebruikt voor binnen‐ en buitentimmerwerk en in de meubelmakerij. Als het kwartiergezaagdwordt is het zeer stabiel en bovendien heeft het dan een fraaie streeptekening. Door de grote sterkte en taaiheid werd het vaak gebruikt voor masten van schepen. Zolang Oregon pine niet gelakt is moet het uit de zon en uit de buurt van kachels gehouden worden; er komen makkelijk haarscheurtjes in. Ebbenhout
Ebben of ook wel ebbenhout is zwartgekleurd hout, dat heel zwaar is (het zinkt in water). Er wordt verschil gemaakt tussen ebben (dit is zwart met een tikkel grijs en soms bruine strepen) en Coromandel. Coromandel is gestreept. Het wordt door meerdere soorten geleverd Ebben is zeer hard, maar laat zich desondanks redelijk tot heel goed bewerken (zagen, schaven, boren en polijsten). Het heeft een homogene structuur, een korte draad en splintert bijna niet. Na droging werkt het zeer weinig. Toepassingen
Het wordt onder andere toegepast voor snijwerk, beeldhouwwerk, allerlei sierwerk, lijsten, fineer, schaakstukken, pianotoetsen, muziekinstrumenten of onderdelen ervan. Ebben is een van de houtsoorten die per kilo wordt verhandeld. De reden hiervoor is de kostbaarheid van het materiaal: bomen die ebben leveren worden steeds zeldzamer. Voor een kuub Ebbenhout wordt tegenwoordig zo'n 25000 tot 30000 euro betaald. Eikenhout
Eiken (of eikenhout) is een van de bekendste houtsoorten. In het algemeen is eiken sterk en hard, maar toch redelijk makkelijk te bewerken en af te werken. Er is groot verschil tussen het ene eikenhout en het andere. Tot de bekendste handelsgroepen horen  Europees eiken: Dit is het traditionele eikenhout, waarvan onder andere de klassieke eiken meubelen en beelden gemaakt zijn. Niet alleen meubels, maar ook deuren, parket, kozijnen en trappen en ook schepen en sluisdeuren werden traditioneel van eikenhout gemaakt. Door de schaarste (en prijs) wordt dit meer en meer vervangen door andere soorten.  Amerikaanse wit eiken: is lichter van kleur.  Amerikaanse rood eiken: is rozer van kleur.  'Donker eiken' is veelal geen aparte houtsoort maar ontstaat veelal door een behandeling (met ammonia). Ook verkleurt het tot blauw daar waar het in contact komt met ijzer, door het aanwezige looizuur. Al het eiken wordt geleverd door het geslacht eik. Van de andere kant is het niet zo dat al het hout dat afkomstig is van een eik daarmee ook eikenhout is. Een bekende uitzondering is de steeneik. Deze levert heel ander, zeer hard en zwaar hout dat azijnhout genoemd wordt. Esdoornhout
Esdoorn, of ook wel esdoornhout, is een houtsoort. Preciezer gezegd is het een verzamelnaam voor meerdere houtsoorten, afkomstig van bomen in het geslacht Esdoorn. Slechts een beperkt aantal esdoornsoorten wordt groot genoeg om daadwerkelijk bruikbaar hout te leveren. toepassingen
Het hout is licht van kleur, gemakkelijk te bewerken en goed af te werken; het is tamelijk sterk, maar niet duurzaam.  Het is zeer bruikbaar voor meubels, en wordt ook gebruikt voor het maken van keukens omdat het een lichte kleur heeft.  Daarbij wordt verschil gemaakt tussen Europees esdoorn, en hout ingevoerd uit Amerika. Het esdoornhout uit Amerika is anders dan de rest, omdat het zwaarder en sterker is: een bekende toepassing is in bowlingbanen. Wanneer het een mooie golftekening heeft wordt het onder andere voor rugbladen van gitaren gebruikt. Essenhout
Het hout van de es is lichtgekleurd, taai en sterk. De duurzaamheid van essenhout bij buitengebruik is echter vrij laag. toepassingen
Vanwege deze elasticiteit wordt het gebruikt voor liggers van gymnastiektoestellenen voor stelen van bijlen en spades. Ook wordt het vanwege de vlamtekening gebruikt voor meubels, vloeren en trappen. Grenen Met het Nederlandse woord grenen wordt geduid op hout van diverse Denne‐soorten, met name het hout van de grove den. Het wordt ook wel aangeduid als "grenenhout". toepassingen
Grenen is na vuren de meest gebruikte naaldhoutsoort in Nederland. In Vlaanderen is het de meest gebruikte houtsoort. Meestal wordt het gebruikt voor toepassingen waarbij het niet in het zicht is. Een uitzondering zijn de betimmeringen met rabatdelen, waarbij het contrast tussen het roodachtige kernhout en het veel lichtere spinthout voor een levendig effect zorgt. Zogenaamde moderne grenen meubelen zijn veelal gemaakt van het hout van andere Pinus‐soorten. Dit wordt veelal geïmporteerd uit Amerika. Daarentegen zijn grenen IKEA‐meubelen (vol kwasten) wel van europees hout gemaakt. In de tijd dat steenkool de belangrijkste brandstof was, in de 19de en de eerste helft van de 20e eeuw, werd dit hout veel gebruikt om mijngangen in steenkoolmijnen te ondersteunen. Een eigenschap die dit hout hier erg geschikt voor maakt, is dat het hoorbaar gaat kraken voordat het het echt begeeft, zo worden de mijnwerkers gewaarschuwd wanneer een gang dreigt in te storten. Kastanjehout
Hout van de tamme kastanje: Het hout van de boom is uitstekend timmerhout, het lijkt qua kleur en structuur op eikenhout. Het wordt veel gebruikt om hekken van te maken. Het hout van de tamme kastanje is fijnvezelig en zeer goed bestand tegen vocht. Het is houdbaarder dan eikenhout en daarom zeer geschikt voor het vervaardigen van tuinmeubels, bruggen, steunpalen voor druivenstokken en vaten. Het hout van de Tamme Kastanje is daarom een aantrekkelijk alternatief voor tropisch hardhout en voor het geïmpregneerde naaldhout. Eigenschappen:
 Kastanjehout gaat het ongeveer 15 tot 20 jaar mee.  Kastanje is lichtgeelbruin van kleur en lijkt op eikenhout. Onder invloed van weer en wind vergrijst het.  Palen worden niet gefreesd en behouden dus hun natuurlijke ruwe vormen.  Het hout is goed te schaven en te zagen.  Kastanjehout is vrij hard; bij schroeven voorboren.  Kastanjehout bevat looizuur. Gebruik daarom bij voorkeur roestvrijstalen of messing schroeven om verkleuring van het hout te voorkomen. Toepassingen:
 Tuinafsluitingen. Elegante en sterke kwaliteitsomheining voor de veeleisende hovenier en tuinier. Laat zich prachtig begroeien. Ook in schapenhekuitvoering met grotere ruimtes tussen de staken.  Ronde palen. Hout dat staat. Diverse lengtes en diameters.  Planken en balken. Fijnbezaagd.  Hekken en poortjes.  Terrasplanken. Met antislipprofiel voor terras, brug of tuinpad.  Daarnaast kent het (gedroogde) kastanjehout ook in het interieur fraaie toepassingen, zoals parket en schroten voor lambrisering. Kersenhout
Kersen, of ook wel kersenhout is een houtsoort. Oorspronkelijk werd hiermee gedoeld op het hout van de zoete kers (Prunus avium). In de tijd dat kersenboomgaarden in Europa hoogstamboomgaarden waren, leverde deze soort ook een zeer gewaardeerd hout, geschikt voor meubels, maar met het verdwijnen van hoogstamboomgaarden is dit hout nu wel grotendeels van de markt verdwenen. Het hout in de handel wordt in de regel uit de Verenigde Staten geïmporteerd. Toepassingen
Kersen is geelbruinig van kleur, goed te bewerken en af te werken. De beide soorten zijn niet helemaal gelijk van uiterlijk. Het hout wordt vooral gebruikt in meubelen en andere decoratieve toepassingen; ook in kleine producten. Larikshout
Larikshout of dikwijls ook Lorkenhout genoemd, is duurzaam, watervast en sterk. Het is de meest duurzame Europese naaldhoutsoort. Het wordt onder andere gebruikt voor omheiningen, als bouwhout (zowel binnen als buiten), en voor scheepsrompen. Het kernhout is donker‐roodbruin en tekent zich scherp af tegen het bleekbruine spinthout. Lindehout
Het kernhout is rozewit tot geelwit en het spinthout wit tot lichtbruin. Een kubieke meter vers hout weegt bijna 1000 kg. In het verleden werden er onder andere klompen uit vervaardigd. Toepassingen
Lindehout is een houtsoort die zich zeer goed leent voor houtsnijwerk, draaiwerk en beeldhouwwerk, omdat het vrij zacht is, een fijne nerf heeft en gelijkmatig is opgebouwd. Mahonie
Mahonie is een bekende houtsoort, en als gevolg daarvan, in het algemeen spraakgebruik, ook wel een kleur. Toen het eenmaal een grote reputatie had werden andere rode houtsoort verkocht als "mahonie". Het loont dus de moeite om altijd te controleren om welke houtsoort het gaat, als het woord mahonie valt. Oorspronkelijk was mahonie afkomstig uit West‐Indië. Het is mooi stabiel hout, waarmee meubels te maken zijn die niet in een andere houtsoort te maken zijn. toepassingen
Mahonie wordt het veel gebruikt voor in de botenbouw. Tevens is het in gebruik voor bepaalde muziekinstrumenten, met name voor de klankkast van wat duurdere gitaren. Massaranduba Massaranduba (ook wel Manilkara Bidentata, Balata, Balatá of Franc Balata genoemd) is een klassieke, tropische houtsoort, die al sinds eeuwen in Nederland gebruikt wordt. De traditionele Nederlandstalige naam is Paardenvleeshout, maar tot voor kort was het bekender onder de Surinaamse naam bolletrie. Tegenwoordig wordt het verhandeld onder de Braziliaanse naam massaranduba, omdat het vooral geïmporteerd wordt uit Brazilië. De boom wordt ook gebruikt voor het winnen van latex. Het is een zware houtsoort die (in de regel) in water zinkt. Vers gekapt is het vleeskleurig, maar het donkert na en krijgt dan een rode tot roodbruine kleur. Het hout is heel sterk, maar goed te bewerken en mooi af te werken. Toepassingen
 Hoewel het in feite geschikt is voor een groot scala aan toepassingen geschikt van heel fijn bijvoorbeeld muziekinstrumenten tot grove constructies wordt het tegenwoordig vooral gebruikt in de water‐ en bruggenbouw en voor tuinhout.  Historisch gezien is de belangrijkste toepassing in molens, waar het al sinds eeuwen gebruikt wordt, bijvoorbeeld voor de staven in een steenrondsel. Een steenrondsel drijft het maalkoppel in een korenmolen aan. Meranti Meranti is een verzamelnaam voor een aantal houtsoorten, die afkomstig zijn uit Zuidoost‐Azië. Het in Nederland geïmporteerde hout is voornamelijk uit Maleisië en Indonesië afkomstig. In Nederland zijn deze op zeer grote schaal gebruikt, en zijn lang het voornaamste (bijna enige) tropische hout geweest dat in de bouw gebruikt werd. Daarom wordt de term "meranti" ook wel onterecht gebruikt als algemene aanduiding voor tropisch hardhout. toepassingen
Meranti is veelal roodachtig van kleur en wordt zowel tot geschaafd hout als tot multiplex platen verwerkt. Als multiplex wordt meranti op grote schaal toegepast. De verwerking van bomen tot hout en plaatmateriaal vindt in de landen van oorsprong plaats. Meranti wordt zowel binnenshuis als buitenshuis toegepast. Merbau Merbau is een houtsoort die wordt geleverd door bomen die van nature voorkomen in Zuidoost‐Azië en op tropische eilanden van de Grote Oceaan net na de mangrovegordel. Als merbau nat wordt of in contact komt wateroplosbare verf, kan het zijn dat het gaat "bloeden", wat inhoudt dat dit water rood kleurt. In Maleisië noemt men het daarom "Duivelshout". Het kan daarom nodig zijn het hout te ontvetten (aangezien het "bloed" voornamelijk bestaat uit vettige harsen) met bijvoorbeeld thinner of te sealen. toepassingen
Het hout is in kleur zeer variabel is: van geel tot donkerbruin, al dan niet met donkerder delen. Het hout is sterk en duurzaam en wordt veel gebruikt in buitendeuren, sluizen en bruggen en parket dat heel intensief belopen wordt. Iroko Iroko is een houtsoort afkomstig van bomen voorkomend in het Afrikaanse regenwoud. toepassingen
Het is een duurzame goudbruine houtsoort dat kan gebruikt worden voor buitenschrijnwerk maar ook voor trappen, meubels en parket. Notenhout Noten (genormeerde naam) of voluit notenhout is een bekende houtsoort. Noten is traditioneel afkomstig van de gewone walnoot of okkernoot, maar later werd ook de Amerikaanse soort zwarte walnoot een belangrijke bron. Eventueel kan het ook afkomstig zijn van enkele andere soorten uit hetzelfde geslacht walnoot. Vanwege de faam van deze houtsoort wordt verder een onbestemd aantal andere houtsoorten, die qua uiterlijk enigszins aan noten doen denken, verkocht onder een samengestelde naam met daarin "noten". toepassingen
Het hout wordt onder andere gebruikt in de meubelindustrie: noten is makkelijk te verwerken en mooi af te werken. Befaamd is het gebruik van wortelnotenhout in meubelen en in dashboards van sommige auto's. Een andere bekende toepassing is voor het maken van geweerkolven. Palmenhout Palmhout (of buxus) is een houtsoort die, anders dan de naam doet vermoeden, niets te maken heeft met de palmen uit de palmenfamilie. Het hout is afkomstig van een ook hier wel aangeplante loofboom Buxus, die ook wel bekendstaat als buksboom of palmboompje. toepassingen
Het hout is geel van kleur, zwaar, zeer dicht, fijn van structuur en nerf. Het is goed bewerkbaar en zeer fijn af te werken. Palmhout is zeer geschikt voor snijwerk en wordt derhalve veel gebruikt bij blaasinstrumenten (mondstukken). Vanwege de sterkte ook in gereedschap onderdelen, meetlatten en als staven in rondsels van molens, maar de geringe afmetingen vormen een beperking. Perenhout Perenhout is een bijproduct van de perenboom, omdat de boom geteeld wordt voor de peren. De vroegere hoogstamboomgaarden leverden bij het rooien dikke, betrekkelijk lange stammen op, waar weinig noesten in voorkwamen. Tegenwoordig vindt de teelt plaats aan lage boompjes, de spillen. toepassingen
Perenhout wordt vanwege de zeer fijne houtstructuur gebruikt voor houtsnijwerk en houtdraaiwerk. Verder wordt het als fineer gebruikt. Omdat perenhout nogal werkt (krom trekt, barst) tijdens het drogen, wordt het vaak gestoomd verwerkt. Dit houdt in dat de stammen een aantal dagen met hete stoom behandeld worden, waardoor de spanningen in het hout afnemen en het hout sneller en gemakkelijker droogt. De kleur wordt hierdoor iets roder. Ook is perenhout zeer geschikt voor het maken van mallen voor het glasblazen, omdat het door zijn zeer fijne structuur niet van vorm verandert als het vochtig wordt. Pokhout
Pokhout is een klassieke, tropische houtsoort, die van groot historisch belang is. Het is een van de zwaarste houtsoorten die verhandeld worden: het echte pokhout hoort tot de (vele) houtsoorten die niet drijven op water.
Toepassingen
Pokhout is vooral bekend omdat het tot circa 25% vetachtige hars bevat. In het verleden werd het daarom veel gebruikt voor katrollen van zeilschepen. Dankzij de hars zijn dergelijke katrollenzelfsmerend. Dat wil zeggen dat ze niet gesmeerd hoeven te worden om soepel te lopen. Tegenwoordig wordt pokhout om dezelfde reden nog gebruikt voor (schroefas)lagers en glijblokken. Zo is het bovenste lager van de koningsspil in een windmolen van pokhout. Lagers en glijvlakken van pokhout gaan circa drie maal zo lang mee als bronzen lagers, hoe goed gesmeerd ook (bij regelmatig gebruik, wat bijvoorbeeld bij scheepsassen wel het geval zal zijn). De inhoudsstoffen uit het hout komen zeer gelijkmatig vrij en vormen met het (zee)water een smerende emulsie. Dankzij het hoge gehalte aan inhoudsstoffen hebben de diverse pokhoutsoorten een hoge volumieke massa (bij hout spreekt men niet van dichtheid (of soortelijk gewicht), omdat hout geen homogene, maar een cellulaire structuur heeft). De volumieke massa van echt pokhout zal boven de 1100 kg/m3 (luchtdroog) liggen. Pokhout drijft dus niet op water. Pokhout heeft meestal een zeer sterke kruisdraad en het is enorm splijtvast. Het is donker groenbruin tot zwart, soms met strepen, bijvoorbeeld geel. Populierenhout Deze snelgroeiende bomen kunnen tot 40 m hoog worden. De maximale leeftijd van de populier ligt op ongeveer tweehonderd jaar. Voor een goede groei hebben de bomen veel licht nodig. Het hout is wit tot grijsachtig van kleur. Toepassingen
Het wordt voor veel doeleinden gebruikt. In Nederland worden er klompen van gemaakt. In Spanje wordt het hout gebruikt voor het maken van sinaasappelkistjes. Verder wordt populierenhout gebruikt voor kratten, pallets, papier, triplex, kasten en niet te vergeten lucifers. Leonardo da Vinci schilderde de Mona Lisa op een paneel van populierenhout. Daarnaast werd het hout vanwege diens lage gewicht in de middeleeuwen veel gebruikt om pijlen van te maken. Robinia
Als productieboom levert hij hardhout met een zeer hoge weerstand tegen aantasting door insecten en rot. Het kernhout van de robinia is bruinig tot groenig geel, het spinthout is wit en slechts enkele jaarringen dik. toepassingen
Reeds vroeg werd het robiniahout vanwege zijn duurzaamheid gewaardeerd als steun voor wijnranken, en vanwege zijn hardheid en sterkte (Robinia is sterker dan eik) als grondstof voorwielspaken, laddersporten, houten kamwielen, nagels, pinnen en meubels, met name tuinmeubels. Maar zeker sinds het Europees importverbod voor niet duurzaam geteeld tropisch hardhout uit 2000 gaat hij de concurrentie aan met soorten als teak en meranti, met grote robinia‐
plantages in onder meer Polen, Slowakije en vooral Hongarije.[5] Robinia is het meest duurzame hout dat in ons klimaat kan groeien. Door de grillige groei, waarbij weinig lange rechte stammen ontstaan, en de stam niet zuiver rond wordt, is het lastig in grote maten te krijgen, en het hout vereist een zorgvuldige droging omdat het nogal werkt (kromtrekt, barst). Sapupira Sapupira is een Zuid‐Amerikaanse houtsoort. Het hout is afkomstig van diverse soorten uit de familie Hymenolobium. Het hout is herkenbaar aan de donker gekleurde gomvlekken. Het hout wordt veelvuldig gebruikt in gecertificeerde kozijnen. Teak Teak is een houtsoort met een grote reputatie, waarover veel misverstanden circuleren. Oorspronkelijk komt teak uit Zuidoost‐Azië, maar de teakboom wordt tegenwoordig op grote schaal aangeplant in de tropen. Dit leidt ertoe dat er grote verschillen zijn in kleur, gewicht, hardheid, enzovoort. De beste kwaliteit teak is het oude teakhout van Oost‐
Java dat werd gebruikt in de oude traditionele huizen. Deze huizen worden vaak opgekocht puur om de kwaliteit van het teakhout, om daar weer meubels van te produceren. Verwarrend is ook dat er in de handel tal van namen in omloop zijn die bestaan uit "teak" met een voorvoegsel. Deels zijn dit teaksoorten uit een bepaald groeigebied, deels zijn dit fantasienamen (dus voor andere houtsoorten). Toepassingen
 Typische toepassingen voor teak zijn in de scheepsbouw, met name jachten.  voor binnen‐ en tuinmeubelen. In beide toepassingen is doorslaggevend dat teak heel goed bestand is tegen weer en wind, ook zonder dat het onderhouden wordt.  Ook is deze houtsoort gebruikt in de "Gouden" koets van de koninklijke familie, welke in februari 1901 in gebruik is genomen. Vurenhout
Het Nederlandse woord vuren is de genormeerde naam voor het hout van de fijnspar (Picea abies). Het wordt dan vurenhout genoemd. In Nederland is vuren de meest gebruikte naaldhoutsoort, en daarmee de meest gebruikte houtsoort. Het is niet alleen makkelijk te bewerken maar ook relatief goedkoop. De kleur van vuren is bleek tot witachtig geel met een zachte en grove tekening. Na langdurige blootstelling aan licht wordt het geelbruin. Het is dus beter om het snel af te werken, zodat het niet zo snel verkleurt. Er is geen opvallende harsgeur zoals bij grenen. Toepassingen
 Vuren is niet erg duurzaam: het kan slecht tegen vocht.  Vuren is een relatief makkelijk te impregneren, te verven, te beitsen en af te lakken houtsoort. Dit kan uiteraard de duurzaamheid aanmerkelijk vergroten. Ook bij toepassing onder water blijft het lang goed (heipalen).  Vuren wordt vooral gebruikt in de bouw: kapconstructies, binnenkozijnen, stijl‐ en regelwerk etc.  De fijnere kwaliteiten komen in aanmerking voor te verven binnentimmerwerk.  Ook is vuren te vinden in boekenkasten en magazijnstellingen.  Het wordt veel verkocht in doe‐het‐zelf bouwmarkten: aangezien de mindere kwaliteiten veel noesten hebben, die er na droging uit kunnen vallen, is het voor bepaalde toepassingen wenselijk op uiterlijk te controleren. Wilgenhout De wilg kan op ongeveer 2 m hoogte afgezaagd worden en heet dan knotwilg. Aan de stam groeien vervolgens waterloten, die wilgentenen worden genoemd. Knotwilgen bepalen in belangrijke mate het typisch Hollandse en Vlaamse landschap. Het is belangrijk dat eenmaal geknotte wilgen regelmatig opnieuw geknot worden, omdat de anders te dik wordende loten na een aantal jaren de boom uit elkaar scheuren. Nu de vraag naar wilgentenen afneemt, wordt dit werk vaak door vrijwilligers gedaan. Knotwilgen bieden door hun dichte kruin en hun vaak holle stam veel nest‐ en schuilgelegenheid voor vogels, marters, vleermuizen en insecten. Zij verrijken daarom vaak de fauna van een gebied. Toepassingen
 wilgentenen worden tegenwoordig vooral gebruikt om manden en tuinschermen te maken.  Vroeger werden wanden van hutten gemaakt van vlechtwerk van wilgentenen afgedicht met klei. 
funderingen van dijken werden gelegd op matten van gevlochten wilgentenen. Deze zinkstukken blijven op hun plaats door ze af te zinken met basaltstenen. Ze beschermen de bodem tegen erosie. Wengé
Wengé komt voor in Midden‐ en West‐Afrika. Het best groeit deze in moerasbossen in de buurt van het Mao Mdombe‐meer. toepassingen
Het hardhout is rechtdradig en heeft melkchocoladekleurig kernhout en spinthout. Het hout wordt gebruikt voor buitentoepassingen en binnenschrijnwerk zoals trappen en meubels. Daarnaast ook voor fineer en draai‐ inlegwerk. Kunststoffen
Kunststoffen zijn alle chemische verbindingen die door niet‐natuurlijke scheikundige processen worden gemaakt. In het dagelijks leven wordt kunststof ook wel plastic genoemd, maar dat klopt niet helemaal. Plastic is een organische polymeer. Dat betekent eigenlijk het volgende: Plastic is een kunststof maar niet alle kunststoffen zijn plastic. Plastic is een groepsnaam afkomstig uit het Engels, in het Nederlands heet het ook wel plastiek. Het woord wordt ook in de Nederlandse taal veel en in ruime zin gebruikt als alternatief voor "kunststoffen". Een plastic is oorspronkelijk alleen een kunststof waarvan door plastische vormgeving ‐ verhitting in een vorm onder druk ‐ een voorwerp kan worden gemaakt. Men spreekt dan van een thermoplast. Lang niet alle kunststoffen vallen daaronder. Daarom spreekt men in de kunststofindustrie liever van kunststoffen. Veel, maar lang niet alle kunststoffen zijn opgebouwd uit polymeren. Kunststof is een organisch materiaal dat is opgebouwd uit zeer grote moleculen die ontstaan door synthese (een reactie waardoor er een nieuwe stof ontstaat) van grondstoffen. Er zijn 3 soorten:  Thermoplasten (smelten bij opwarming)  Thermoharders (verbranden bij opwarming)  Elastomeren Hieronder worden deze soorten besproken. Polymeren
Een polymeer (Grieks: poly is veel en meros is deel) is een molecuul dat bestaat uit een rijtje van meerdere identieke of soortgelijke delen die aan elkaar zijn gekoppeld door dwarsverbindingen, Een kunsstofmolecuul, dus. In het plaatje hiernaast zie je een kunststofmolecuul. Thermoplasten
De moleculen van thermoplasten hebben bijna geen dwarsverbindingen tussen de ketens. Daardoor zijn thermoplasten smeltbare kunststoffen. Ze kunnen in een vorm gegoten worden. PVC en polystyreen zijn voorbeelden van thermoplasten. Thermoplasten worden vaak in de juiste vorm gebracht door ze te smelten en in een mal te spuiten. Thermoplasten kunnen door hun eigenschappen (smeltbaar) goed gerecycleerd worden. Een groot voordeel van thermoplasten is dat je dit verwarmen en vervormen kunt herhalen. Thermoharders
In de thermoharders zijn de ketens van de moleculen onderling verbonden met dwarsverbindingen. Daardoor zullen thermoharders bij opwarming vaak verbranden voordat ze smelten. Dit maakt het productieproces voor thermoharders ingewikkelder dan voor thermoplasten. Thermoharders zullen bijvoorbeeld als 2 aparte componenten in een mal samen gebracht moeten worden, waar ze op elkaar reageren tot het uiteindelijke kunststof. Thermoharders kunnen slechts moeilijk gerecycleerd worden, omdat ze niet opnieuw gesmolten kunnen worden. Elastomeer
Een molecuul van een thermoplast heeft vrijwel geen dwarsverbindingen en een molecuul van een thermoharder juist erg veel. Een molecuul van een elastomeer heeft ook weinig dwarsverbindingen. Er is wat beweging tussen de moleculen mogelijk, maar als de beweging wegvalt, nemen de moleculen hun oorspronkelijke vorm aan (elasticiteit). De moleculen zijn elastisch. Een mooi voorbeeld hiervan is gevulkaniseerd rubber(Eboniet). ABS(Acrylonitril‐butadieen‐styreen)
ABS is een thermoplast die gebruikt wordt voor starre (stevige) voorwerpen. ABS wordt onder meer gebruikt in volgende producten:
 Autobumpers  LEGO‐blokjes  Golf‐clubs  Apparaatbehuizingen zoals televisies, dvd‐spelers en stofzuigers  Goedkopere motorhelmen  Boor‐ en andere elektrische machines Aramide
aramidevezels hebben een bijzonder grote treksterkte, laag gewicht en kleine rek en ze zijn bestand tegen relatief hoge temperaturen. De treksterkte van aramidevezels is ongeveer 5 tot 8 keer zo hoog als die van staal bij gelijk gewicht. toepassing
 Beschermde kleding (Hittebestendig/ Kogelwerend vest).  Hijs en sleepkabels.  Zeilen voor wedstijdzeilboten. 










Vlamdovende kleding. Persoonlijke beschermingsmiddelen en helmen. Snijbestendige handschoenen. Sportartikelen. Asbestvervanging. hete‐luchtfiltratie. zeildoek. Luidsprekerwoofers. Bootrompmateriaal. Autoindustrie Remblokken,Turboslangen,Tandriemen en V‐riemen, Luchtbanden. klimtouwen. Acryl
Acrylvezel, ook wel polyacryl, polyacrylonitril of kortweg acryl genoemd, is een synthetische vezel, die wordt verkregen uit polymerisatie van acrylonitril. Polyacryl vormt lange lineaire moleculen, die zeer geschikt zijn voor gebruik als (textiel)vezel. Kenmerkeneneigenschappen
De vezel wordt gesponnen volgens het nat‐ of droogspinproces. Acryl smelt voordat het brandt. Het materiaal brandt fel met een licht roetende gele vlam. De draden branden verder, ook als de vlam weggehaald wordt. Er ontstaat een hard bolletje. De reuk bij het branden is zoet. De vezel is hittebestendig tot 150°C. Het warmte‐isolerend vermogen is hoog, zelfs hoger dan dat van wol. Polyacryl is goed bestand tegen verdunde zuren, oxidatiemiddelen en verdunde loog. Het is minder goed bestand tegen sterke logen en lost op in geconcentreerd zwavelzuur en salpeterzuur. De vezel is zeer goed bestand tegen zonlicht. Het is bovendien zeer weerbestendig. Bacteriën en schimmels hebben geen invloed op acryl. De treksterkte is lager dan die van de andere synthetische materialen en ongeveer zo hoog als die van katoen. De breukrek is 30‐50%. De slijtweerstand is lager dan die van andere synthetische materialen, maar wel groter dan die van wol en ongeveer gelijk aan die van katoen. Acryl heeft een warme, zachte greep. Toepassingen
 Textielen.  gebreide bovenkleding en babykleding  meubelbekleding  imitatiebont  gordijnstoffen  markiezendoek (een markies is een zonnescherm) en zonwering  handbreigarens  materiaal voor filters in allerlei apparaten. Bakeliet
Bakeliet wordt gezien als de allereerste kunststof en werd vooral rond het midden van de twintigste eeuw (1900‐1999) veel gebruikt. Bakeliet dankt zijn naam aan Leo Baekeland, een Amerikaanse chemicus van Belgische origine. Aan het begin van de twintigste eeuw experimenteerde hij met mengsels van fenol en formaldehyde. Het resultaat was uiteindelijk de kunststof bakeliet (omstreeks 1907). Het merk Bakelite werd voor het eerst gedeponeerd in Duitsland op 22 mei 1909. Op 7 december 1909 werd een octrooi verleend op bakeliet. Fenolhars werd voor het eerst commercieel uitgebaat onder het merk Bakelite door de Duitse firma Bakelite AG, mede opgericht door Leo Baekeland. Door deze opbouw is bakeliet een thermoharder. Een thermoharder is een kunststof die bij verhoging van temperatuur verbrandt in plaats van zacht worden en vervormbaar wordt. Bakeliet is een synthetisch (kunstmatig gemaakt) kunstharsproduct en laat zich gemakkelijk in allerlei vormen persen, het heeft een hoge stevigheid met daarnaast een hoog vermogen tot elektrische isolatie. Het laat dus geen stroom door. Vanwege deze laatste eigenschap werd het toegepast in de elektrotechniek als behuizing voor apparaten. Toepassingen
 Vroeger werd het veel toegepast in onder andere deurklinken, radiokasten en telefoons.  Als tussenlaag in geleiders als elektrische isolatie, bijvoorbeeld bij de stroomleidingen boven de treinsporen.  Hittebestendige handvatten, bijvoorbeeld bij pannen.  Doppen en deksels van vele verschillende levensmiddelen‐ en chemicaliëncontainers en medicijnflessen.  Handvatten van gebruiksvoorwerpen, zoals scheermessen en scheerdozen  Bekasting van elektrische apparaten, zoals telefoons, radio's en haardrogers.  78‐toeren grammofoonplaten. Carbon Carbon is een materiaal dat bestaat uit extreem dunne vezels van koolstof. De vezels hebben een dikte van ca. 5 ‐ 10 micrometer (0,005 – 0,010 mm). Enige duizenden vezels worden getwijnd tot garen, dat tot matten geweven wordt. De vezels en de matten worden voornamelijk gebruikt als versterking in kunsthars voor de fabricage van zeer sterke en lichte composieten. Koolstofvezel heeft als eigenschap dat het niet wordt aangetast door zuurstof en water. Het is veel lichter dan staal, maar heeft een grote treksterkte. Deze eigenschappen maken koolstofvezel‐composieten zeer geschikt voor toepassingen waar een laag gewicht, grote sterkte en grote stijfheid nodig zijn. toepassingen  de luchtvaart  de auto‐industrie en dan vooral de luxe auto’s.  sportartikelen, zoals polsstokken, fietsen, masten en gieken voor de windsurfbranche en voor zeiljachten.  de bouwindustrie, voornamelijk als uitwendige wapening. Dyneema
Dyneema is een supersterke kunststofvezel op basis van polyetheen. Eigenschappen
hoge treksterkte: 3,1 Gpa. E‐modulus: 98 GPa. laag soortelijk gewicht: 0,97 g/cm³. temperatuurgevoelig: smeltpunt 144 ‐ 152 °C. Niet gebruiken voor langere tijd boven 100 °C; het wordt bros bij temperaturen beneden –150 °C. bestand tegen wrijving, zonlicht (UV), (zee)water, chemicaliën, micro‐organismen. gevoelig voor kruip. schuurt of snijdt niet. Toepassingen
 zeevaart (materiaal dat blijft drijven): vislijnen, netten, scheepstouw, zeilen (deelnemers aan de Volvo Ocean Race gebruiken het voor touw).  handschoenen die gebruikt worden in risicovolle omstandigheden: bv. slagersvak, en bij scherpe materialen als glas, metaalbewerking, papierverwerking.  kogelwerende producten: vesten, helmen, panelen in politieauto‐ en cockpitdeuren.  verankeren van olieboorplatforms (heel lange staalkabels bezwijken onder hun eigen gewicht, kabels van Dyneema niet).  beschermende onderdelen in sport, bv. shorttrack, schermen en ijshockey.  vliegersport: lijnen voor powerkites en kitesurfen.  andere sporten: basismateriaal voor het vervaardigen van pezen voor de handboogsport. Eboniet
Eboniet, ook wel vulcaniet, hardrubber, wordt gemaakt door rubber met een grote hoeveelheid aan zwavel (30 tot 50%) te vulkaniseren (uitbakken in een oven). In een deegachtige toestand wordt het materiaal tot platen en staven gewalst. Eboniet is hard en bros, laat zich goed bewerken en is ongevoelig voor zuren en basen. Onder invloed van licht ontstaat aan het oppervlak zwavelzuur, waardoor het materiaal grauw, groen tot wit gaat uitslaan. Eigenschappen



Thermoharder, dus verbrandt wanneer je het verwarmd. Zeer goede isolator: Lage elektrische geleidbaarheid Goed bestand tegen zwavelzuur. Toepassingen





Schakelborden in elektrotechnische installaties. Inloopmatten, automatten. Als ondersteuning van klemmen en als accubakken. Hoofdbestandsdeel van gummiknuppels. Mondstukken voor saxofoons 
Mondstukken voor tabakspijpen Epoxyhars
Epoxy is een thermohardende kunststof, die kan worden gebruikt om composieten van te maken. Tijdens productie is het materiaal dun‐vloeibaar en leent het zich voor het impregneren van vezelmateriaal, dat wil zeggen dat ze het vezelmateriaal in epoxy leggen en de epoxy er in laten trekken(zoals papiermachee). op deze manier maak je composieten die weer‐ en waterbestendig zijn. Epoxy heeft een druk‐ en treksterkte die twee keer groter is dan die van beton. Door zijn vloeistofdichtheid kan het worden toegepast in vele bewerkingen, waaronder als vloertoepassing. Zowel in de industrie als in de esthetische markt vindt dit materiaal zijn weg. Nadeel is wel dat epoxy onder UV‐licht verkleurt. Toepassingen
 zeilboten.  epoxylijm/Epoxyhars is de bekendste toepassing van epoxy.  verf (natlak en poederlak).  vloeren en printplaten voor elektronische schakelingen.  Epoxyhars is een tweecomponentenlijm en wordt voor vele toepassingen gebruikt, zowel industrieel, huishoudelijk als in de vliegtuigmodelbouw.  Hij kan aangebracht worden als afdeklaag (coating), maar ook in combinatie met glasvezels. Epoxylijm wordt ook veel toegepast als reparatielijm, waarbij dan een vaste stof als vulstof wordt gebruikt ( “vloeibaar staal” of “vloeibaar hout”).  In combinatie met glasvezel of kleding worden ze toegepast als stevige, lichtgewicht materialen. Risico's
Het gebruik van Epoxy is niet zonder gezondheidsrisico. Zeker één op de vijf verwerkers ontwikkelt een allergie als de epoxy nog niet volledig is uitgehard. Bekende allergische reacties zijn eczeem, roodheid en zwellingen. Daarnaast zijn de verharders bijtend en kunnen brandwonden veroorzaken. De dampen die vrijkomen tijdens de verwerking kunnen schadelijk zijn voor de luchtwegen en ogen. Hierdoor kunnen een luchtwegallergie, ademhalingsproblemen of astma ontstaan. De oplosmiddelen kunnen blijvende schade toebrengen aan het zenuwstelsel, lever, nieren en hersenen. Glare Glare (oftewel GLAss REinforced aluminum) is een composietmateriaal uitgevonden door de Delftse hoogleraar prof.ir. Boud Vogelesang en dr. Geert Roebroeks. Het wordt onder meer door Stork Fokker gebruikt in vliegtuigrompen van Airbus‐toestellen. Glare is opgebouwd uit laagjes aluminium met een dikte van 0,3 en/of 0,4 millimeter. Deze laagjes worden ontvet, gebeitst, en dan afwisselend gestapeld met glasvezelweefsels die geïmpregneerd (doorweekt) zijn met kunststofhars (zogenaamde prepregs ofwel pre impregnated vezels). Door dit pakket uit te harden in een drukvat ontstaat het uiteindelijke Glare. Het resulterende materiaal heeft een iets lagere dichtheid (kilo’s per kubieke meter) dan aluminium en is ongeveer anderhalf maal zo sterk als staal. Eigenschappen
Glare bezit een aantal bijzondere eigenschappen. De belangrijkste hiervan is de weerstand van het materiaal tegen vermoeiing. Deze eigenschap is gebaseerd op de toepassing van glasvezellagen in het materiaal, die op trek staan. Ontstaat er een vermoeiingsscheurtje, dan zorgen de glasvezellagen ervoor dat het scheurtje niet verder uitscheurt. Daarom is het geschikt voor de luchtvaartindustrie. (GVK)Glasvezelversterktekunststof
GVK staat voor glasvezelversterkte kunststof, een materiaal dat relatief sterk is en bestand tegen veel chemicaliën. Toepassingen



Botenbouw. lichtgewicht vliegtuigen. (riool)buizen. HDPE(polyetheen)
Het polymeer polyetheen is een veel gebruikt materiaal. Het is de meest gebruikte kunststof (mensen noemen het ook wel plastic). Ook de oudere naam polyethyleen wordt gebruikt, en is in feite nog de meest gebruikte benaming bij de producenten en verbruikers van deze kunststof. Deze kunststof wordt vaak gemaakt in korrels en die worden dan gesmolten zodat je er allerlei gebruiksvoorwerpen van kan maken. Toepassingen
 plastic flesjes.  plastic zakjes.  Verpakkingsfilm.  mantels van elektrische kabels.  water‐ en gasleidingen en technische vezels. Polyetheen bestaat in twee verschillende vormen hogedichtheidpolyetheen (HDPE of PE‐HD) lagedichtheidpolyetheen (LDPE of PE‐LD) Je kunt polyetheen vulkaniseren, waardoor het eigenschappen krijgt van een elastomeer dit wordt veel toegepast als isolatiemateriaal in elektriciteitskabels. Kunsthars
Een kunsthars is een synthetische(kunstmatig gemaakte) stof die dezelfde kenmerken heeft als een natuurlijke hars: het is gietbaar, zacht maar goed hechtend. Kunstharsen zijn vaak thermoplastisch, licht vervormbaar en meestal goed isolerend. Ze worden gebruikt als isolatiemateriaal, en, sinds de productie van kunstharsen flink gestegen is, ook als bouwstof. De eerste en bekendste kunsthars was bakeliet. Andere kunstharssoorten zijn alkydhars, polyurethaanhars en epoxyhars. Natuurlijke harsen komen met name voor in bomen, en hebben als functie het dichten van beschadigingen van de bast. Natuurlijke harsen worden onder invloed van zuurstof hard, bij de kunstharsen bepaalt de temperatuur vaak de fase van de stof. Nylon
Nylon is de meest gebruikte naam van een groep synthetische polymeren. Nylon kent vele toepassingen: van panty tot kunstgewricht en van muurplug tot klimtouw. Nylon was de eerste commercieel succesvolle polymeer en is heden ten dage niet meer weg te denken in onze maatschappij.
Neopreen Neopreen of polychloropreen is een synthetisch rubber. Polychloropreen werd ontwikkeld door het onderzoekslaboratorium van DuPont onder de leiding van Wallace Carothers, die onder meer ook nylon uitvond. Dit synthetische rubber was oorspronkelijk bedoeld als oliebestendige vervanging voor natuurrubber. Het is sterker klevend dan natuurrubber. Toepassingen
 het wordt onder meer gebruikt als grondstof voor lijmen.  voor chirurgische handschoenen.  Pakkingen (ringen die iets afdichten) zoals bij een badkraan.  Isolatie.  wetsuits voor duikers. In de zwemsport is neopreen in gebruik genomen omdat neopreen zwempakken het drijfvermogen van de zwemmer zodanig vergroten dat deze minder diep in het water komt te liggen. PerspexofPMMA(Polymethylmethacrylaat)
Deze transparante thermoplast is beter bekend onder de handelsnamen Perspex en Plexiglas. eigenschappen
PMMA laat ongeveer 90% van het licht door en wordt daarom vaak gebruikt ter vervanging van glas, omdat het wat voordelen heeft vergeleken met glas:  het is lichter.  het versplintert niet.  het is eenvoudig in allerlei vormen te produceren.  het laat meer licht door dan gewoon glas. Er zijn ook nadelen:  het is minder hard dan glas en daardoor gevoeliger voor beschadiging (krassen).  zonder bepaalde bestanddelen laat het ultraviolet licht door en gewoon glas doet dat niet.  Het is minder hittebestendig dan glas.  het is zeer brandbaar. toepassingen
 PMMA wordt gebruikt in toepassingen waar de grote gewichtsbesparing t.o.v. glas een groot voordeel biedt en ook waar grote doorzichtigheid belangrijk is, zoals bijvoorbeeld in grote aquaria, 's Werelds grootste aquaria hebben vensters van verscheidene meters breed en hoog en een dikte tot 30cm gemaakt uit PMMA. Ze kunnen ook in stukken gemaakt worden en nagenoeg onzichtbaar aan elkaar gelijmd worden.  Doorzichtige geluidsschermen.  PMMA wordt ook gebruikt in de tandheelkunde bij de vervaardiging van een losse prothese. Polycarbonaat
Een polycarbonaat (PC) is een thermoplastisch kunststof. Polycarbonaat is een stevig, hard en doorzichtig materiaal dat in tegenstelling tot de meeste andere kunststoffen hoge temperaturen aankan. Het is makkelijk in gebruik en wordt daarom veel gebruikt voor een groot gebied aan toepassingen. Toepassingen




Polycarbonaat wordt bijvoorbeeld gebruikt om cd's en dvd's van te maken. Veiligheidsbrillen helmen, helmvizieren. Politieschilden. 


verschillende mobiele telefoons. Drinkflessen. verpakking van voedingsmiddelen zijn vaak van polycarbonaat. Polyester
Polyesters kunnen zowel een thermoplastische als thermohardende kunststoffen zijn. Voor textiele toepassingen wordt thermoplastische polyester gebruikt. De korrels van dit materiaal worden in een spinmachine gesmolten en gevormd tot een soort garen. Dit garen kan men gebruiken om te weven, breien enz. Ook kunnen het garen tot vezels gehakt en dan bijvoorbeeld vermengd met katoen tot een vezelgaren gesponnen worden. Toepassingen
 Polyester is goed bestand tegen zonlicht. Het wordt dan ook veel voor vitrage toegepast. Bacteriën en schimmels tasten de draden niet aan.  Textieltoepassingen.  bijmenging bij katoen en wol.  overhemden en blouses.  japonnen, kostuums, rokken en regenkleding, bedrijfskleding.  sport‐ en vrijetijdskleding.  Vitrage.  meubelbekleding.  Technische toepassingen.  jachtzeildoek.  transportbanden.  versterking voor autobanden.  veiligheidsgordels.  Er bestaan veel verschillende soorten polyesters, een ander bekend voorbeeld is polyurethaan (PUR). Deze polyester wordt meestal verstevigd met behulp van glasvezel. Bekende toepassingen zijn zeiljachten en roeiboten.  De meest bekende techniek voor het verwerken van glasvezelversterkte polyester is het handlamineren of in het Engels hand lay‐up. Bij deze techniek worden matten of weefsels op een mal van bijvoorbeeld een kano doorweekt met met hars. Dit gebeurt met een kwast of roller. De gewenste dikte van het laminaat wordt bereikt door het aantal lagen glasmat of glasweefsel. Op deze wijze worden nog steeds vele polyester producten gemaakt zoals wildwaterbanen, kano's, allerlei beschermkappen voor machines en dergelijke. Voor de buitenkant van een piano wordt ook polyester gebruikt.  Een andere manier om de hars aan te brengen is met een spuitmachine. Bekende voorbeelden van deze techniek zijn polyester tuinvijvers, het 50 meter lange busstation te Hoofddorp en de versterkingslaag op de achterkant van kunststof ligbaden.  drukinjectie. Bij deze technieken wordt vooraf glasmat en/of glasweefsels op een mal gelegd, waarna de mal wordt gesloten met een passend deksel. Vervolgens de hars in de mal geperst. Op deze wijze worden tegenwoordig zelfs complete scheepsrompen van enige tientallen meters lengte in één keer gemaakt. 
Nog een veel gebruikte techniek is het wikkelen van buizen en tanks. Hierbij wordt een lange continue bundel glasvezels door een bad met polyester gehaald en vervolgens op een ronddraaiende mal gewikkeld. Op deze wijze worden bijvoorbeeld de voedersilo's bij varkensstallen en veel leidingwerk in de chemische industrie gemaakt. PET(Polyethyleentereftalaat)
Polyethyleentereftalaat, afgekort als pet of PETP, is een polyester kunststof die onder andere wordt toegepast voor het maken van petflessen voor frisdrank en andere verpakkingen van voedingsmiddelen De stof is zeer sterk, chemisch stabiel en een goede thermoplast het laat zich onder verhitting gemakkelijk vervormen. Ook laat de stof geen gas en reukstoffen door en is het een goede elektrische isolator. In de jaren 70 ontstond vraag naar grotere, onbreekbare lichtgewicht flessen voor dranken. Pet bleek hier een uitermate geschikt materiaal voor. Ook wordt de stof in onderzeekabels gebruikt. Polyolefinen
Polyolefinen zijn thermoplasten; ze zijn goed te lassen. Je kunt er heel goed folie, film of buizen van maken. Door blaasgieten kun je er flessen van maken. Ook is het goed geschikt om te spuitgieten tot allerlei voorwerpen. Men kan er ook vezels van spinnen; hiervoor gebruikt men vooral polypropeen of polyetheen. Polyolefines worden in grote hoeveelheden geproduceerd. Polyetheen is zo’n polyolefine en is wereldwijd het meest gebruikte plastic; ook polypropeen behoort tot de meest gebruikte. PE en PP worden hoofdzakelijk gebruikt in verpakkingsmateriaal (folie, flessen, dozen, kratten, draagtassen enz.). Van polybutyleen worden vooral buizen en leidingen gemaakt. Polyisobuteen is een rubberachtig elastomeer(elastische kunststof) dat onder meer gebruikt wordt voor de productie van butylrubber. Polypropeen
Polypropeen is een thermoplastische kunststof die een zeer veel toepassingen kent. Polypropeen kan zeer zuiver worden gemaakt; dit maakt het geschikt voor de halfgeleiderindustrie. Deze kunststof is goed bestand tegen chemische oplosmiddelen, basen en zuren. Het is ook bestand tegen bacteriegroei en daarom geschikt voor medische apparatuur. Het polymeer kan heet in een vorm worden geperst, maar ook worden gezaagd/gefreesd en gelast. Polypropeen lijkt op polyetheen en is ook net zo goedkoop, maar het is veel sterker. toepassingen













Australische bankbiljetten. Wegwerpspuiten. plastic flessen. Jerrycans. Tapijten. plastic meubelen. kleine open zeilbootjes. veel auto‐onderdelen. Pijpen. filtermateriaal. plastic producten die een hoge kwaliteit eisen. Polypropyleen wordt ook gebruikt als touw. Het voordeel van propyleen is dat het blijft drijven op het water. Bij boten is dit zeer handig omdat de lijn dan niet in de schroef van de boot kan komen. De meest voorkomende soort is een driestrengs geslagen lijn. Voor het maken van touw wordt polypropeenfolie in vezels gesneden. Het is een goede vervanger van natuurlijke touwen, als manilla, of hennep omdat het stroef is en bovendien blijft drijven op water. Polystyreen
Polystyreen (afgekort PS) is een thermoplastische kunsstof. Het is waterafstotend en het kan in beperkte hoeveelheid een bepaalde last dragen. Deze kunststof wordt veel gebruikt voor goedkope geperste voorwerpen zoals wegwerpbekertjes en frietbakjes. Eventueel kan deze kunststof stijver gemaakt worden door toevoeging van butadieen en van acrylonitril (ABS). Polyurethaan
Polyurethaan (PU) is een belangrijke familie polymeren. PU kan tegelijkertijd buigzaam en toch sterk en slijtvast zijn. Toepassingen
 het wordt onder meer gebruikt als kunstmatig alternatief voor leer.  het wordt gebruikt in verven en coatings, zoals autolakken. Voor autolakken gelden bepaalde eisen: onder andere goede krasvastheid (dus hard), steenslagbestendigheid (dus flexibel), goede glans en het laat geen water door.  Wieltjes van skateboards.  In de textiel, in zwemkleding en andere rekbare kleding soorten, zoals Lycra, Elastan, Spandex en Dorlastan.  Als kit om te verlijmen en af te dichten.  Polyurethaan wordt ook toegepast in houtlijm, PU‐lijm genaamd. 

In de vorm van zachte schuimen voor: kussens, matrassen, de stoelbekleding. In de vorm van harde schuimen: voor isolatie van gebouwen, koelkasten, als PURschuim in spuitbussen. PVC(Polyvinylchloride)
Polyvinylchloride is een veelvuldig toegepaste thermoplastische kunststof. Omdat pvc goedkoop en eenvoudig te bewerken is, wordt het veel toegepast in allerlei takken van de industrie ter vervanging van onder andere hout en beton. Het is slijtvast, licht en herbruikbaar. Tijdens de verbranding komt waterstofchloride, chloor, koolstofdioxide en water vrij. Toepassingen
 Bekende toepassingsvoorbeelden van pvc in het huishouden zijn: buizen voor elektrische bedrading, behang (vinylbehang) en vloerbedekking zoals zeil.  het wordt ook toegepast in beschermende kleding, zoals chemische pakken en regenkleding.  In de medische wetenschap heeft pvc sinds de jaren vijftig rubber en glas grotendeels vervangen.  Bloedinfuuszakken zijn gemaakt van zachtgemaakt pvc. Het materiaal dat is gebruikt om de pvc zacht te maken(ftalaat) heeft een beschermende werking op het bloed.  In de bouw‐ en autoindustrie wordt pvc veelvuldig toegepast in constructies, riolering, beschoeiing, coatings, dashboards en vloeren. Na polypropeen is het in de auto‐industrie de meest gebruikte kunststof.  Pvc is één van de belangrijkste grondstoffen voor kunststofkozijnen. Omdat pvc in vrijwel elk denkbare vorm kan worden gegoten en in een breed scala aan kleuren te produceren is, wordt het vaak gebruikt in speelgoed.  de verpakkingsindustrie en landbouw gebruiken ook pvc. Silicone
Siliconen zijn synthetische stoffen met een groot aantal toepassingen. Ze zijn veelal hittebestendig en rubberachtig en worden gebruikt in kitten, lijmen, smeermiddelen, keukengerei en diverse andere producten. Eigenschappen




Slechte warmte geleiding Beter bestand tegen hoge en lage temperaturen dan de meeste vergelijkbare stoffen Niet of nauwelijks giftig Goed bestand tegen inwerking van zuurstof en UV licht Toepassingen









Smeermiddel Siliconenlijm Siliconenrubber Polydimethylsiloxaan Siliconen‐stopverf ter vervanging van mastiek Als implantaat bij borstvergrotingen. (zie afbeelding) Als steunzool bij beginnende O‐ Of X‐benen. Siliconenlenzen Siliconenolie in bijvoorbeeld cosmetica Als materiaal voor een plastic‐mal. PTFE(Teflon)
Teflon is de merknaam van polytetrafluorethyleen (PTFE), een chemische verbinding die in 1938 ontdekt is door Roy Plunkett. Teflon is een etheenpolymeer waarin alle waterstofatomen vervangen zijn door fluor (halogeenalkeen). Het polymeer heeft een zeer grote lengte en is nog steeds een van de grootste moleculen. PTFE is een thermoplast; het laat zich echter niet op een thermoplastische manier verwerken. PTFE wordt als poeder bij kamertemperatuur in een matrijs geperst en hierna in een oven gesinterd. Er zijn ook andere polymeren met dezelfde handelsnaam en soortgelijke eigenschappen: per‐fluor‐
alkoxy‐polymeren (PFA) en fluorinated‐ethylene‐propylene (FEP). Deze materialen zijn wel thermoplastisch te verwerken. PTFE is een plastic en heeft van alle plastics de laagste wrijvingscoëfficiënt. Het wordt onder andere toegepast als anti‐aanbaklaag in pannen, zoals de Tefal‐pan. Er zijn geen aanwijzingen, dat de teflonlaag giftig is, ook niet als deze beschadigd wordt en in de voeding geraakt. Bij hoge temperaturen, boven 260 °C, gaat de laag in kwaliteit achteruit en boven de 350 °C begint de stof te ontleden.[1] De daarbij vrijkomende ontledingsproducten zijn schadelijk en zijn dodelijk voor vogels.[2] Bij mensen kunnen ze griepachtige verschijnselen veroorzaken. [3] Ter vergelijking, boter en andere vetten die gebruikt worden bij bakken en braden beginnen te schroeien en te roken vanaf 200 °C. Vlees wordt in de regel niet heter dan 230 °C om aanbranden te voorkomen. Kookgerei dat leeg op een hete kookplaat wordt gezet kan evenwel de temperaturen bereiken waarbij schadelijke gassen vrijkomen. Er wordt onderzoek gedaan naar mogelijke giftigheid van perfluoroctaanzuur (PFOA), dat gebruikt wordt bij de productie van teflon. Teflon is bijzonder weinig reactief en wordt daarom gebruikt in allerlei toepassingen voor opslag en transport van reactieve chemicaliën. Het smeltpunt bedraagt 327 °C. [bewerken] Toepassingen Van teflon wordt gezegd dat het een spin‐off zou zijn van het ruimtevaartprogramma van de VS, hoewel het lang voor die tijd al op de markt kwam. De bewering dat het een spin‐off is van het Manhattanproject [4] is dichter bij de waarheid. Een coating van PTFE werd gebruikt om de binnenkant van vaten en leidingen te beschermen tegen het zeer reactieve uraniumhexafluoride. Om het Manhattanproject te voorzien van PTFE bouwde DuPont in allerijl een speciale fabriek. In de oorlogsomstandigheden speelden de hoge productiekosten van PTFE geen rol. De opgedane ervaring kon vervolgens gebruikt worden bij de commerciële bereiding van tetrafluoretheen. Na onderzoek in 1959 van de Amerikaanse Food and Drug Administration (FDA) werd teflon goedgekeurd voor toepassing in voedselbereidingsapparatuur. Het onderzoek liet zien dat de giftigheid van de bij grote verhitting van een lege pan vrijkomende dampen kleiner was dan die van gebruikelijke oliën[5] Teflon wordt vaak gebruikt in elektrische installaties omwille van zijn hoge soortelijke weerstand (1020 Ohm meter), de eerder genoemde bestendigheid tegen hoge temperaturen, en lage wrijvingsweerstand maakt het bijvoorbeeld de ideale isolator voor bekabeling in vliegtuigen of militaire installaties, kortom omgevingen waarin hoge eisen wordt gesteld aan de bekabeling. Het wordt ook gebruikt in hoogspanningsinstallaties als isolator, vanwege de hoge geleidingsweerstand en het gemak waarmee het materiaal te bewerken is door machines (zoals op draai‐ en kotterbanken). PTFE is in de bemande ruimtevaart toegepast als hitteschild, als coating van ruimtepakken en als isolatiemateriaal voor kabels. De eerste maanlander bevatte meer dan honderd kilo teflon. Dankzij de ruimtevaartervaring kon de productie goedkoper worden, terwijl de mythe van wondermateriaal de afzet stimuleerde. Teflontape wordt gebruikt voor het afdichten van schroefdraden bij gasleidingen. PTFE wordt in computermuizen gebruikt vanwege de lage wrijvingscoëfficiënt van het materiaal, waardoor de muis snel en gemakkelijk over het tafeloppervlak glijdt. Composieten
Een composiet is een materiaal dat is opgebouwd uit verschillende componenten. Vaak worden hiermee vezelversterkte kunststoffen bedoeld. De vezels zorgen voor de krachtsdoorleiding en de matrix (vaak kunststoffen) houden de vezels samen en zorgen voor het overbrengen van schuifspanningen. Bekendste vezels zijn glas, aramide (kevlar) en koolstofvezel (carbon). Voorbeelden van composieten zijn glasvezel, glare en spaanplaat, maar ook beton wordt tot de composieten gerekend. De composiet werd per toeval 'uitgevonden' in de VS. Dit gebeurde toen iemand per ongeluk bakeliet op zijn kleding gemorst had. Hij liet de vlek aanvankelijk zitten, om hem na het werk te verwijderen. Toen bleek dat de vlek keihard was geworden en helemaal niet meer te verwijderen. Met deze wetenschap werden proeven gedaan. Later werden printplaten van bakeliet versterkt met linnenweefsel (bruine printplaten) en pertinax. Toepassingen







Glasvezelversterkte constructies zijn vooral te vinden in de scheepsbouw (rompen van snelle jachten) maar ook bijvoorbeeld bruggen, opslagsilo's voor veevoer en de printplaten voor elektronische schakelingen worden vaak van glasvezel gemaakt. Koolstofvezelversterkte constructies zijn onder meer in de Formule 1 te zien en steeds vaker in bijvoorbeeld de vliegtuigbouw, botenbouw of civiele techniek als primaire constructies. Aramidevezelversterkte constructies zijn vooral te vinden waar slagvastheid en taaiheid van belang is, zoals in kogelwerende deuren en vesten. Meer en meer worden composiet materialen gebruikt in attributen voor diverse sporten zoals autoracen, wielrennen en kanovaren. Als stijfheid belangrijk is, zoals voor snelheidswedstrijden, kiest men voor koolstofvezel; Als slagvastheid en taaiheid belangrijk is, bijvoorbeeld bij een allround‐toerkano, gebruikt men aramidevezel. Een andere toepassing is het vormen van platen uit vermalen natuursteen en kunststoffen. Deze platen zijn uiterst sterk en worden gebruikt in de keuken als werkblad, of als vloer of wandbekleding. Een ander voorbeeld van composiet is het door Stork Fokker geproduceerde Glare dat in de vliegtuigbouw wordt gebruikt, onder andere in de Airbus A380. Glare is een gelaagd composiet bestaand uit aluminium en glasvezel. Ook materialen zoals triplex, multiplex of zelfs gewapend beton kunnen als een composiet beschouwd worden. Keramiek
Hoewel veel mensen bij het woord "keramiek" waarschijnlijk vooral denken aan Delfts blauw aardewerk, is keramiek de verzamelnaam voor materialen die zijn samengesteld uit metallische en niet‐metallische atomen. Keramische materialen zijn doorgaans bros en hard. In tegenstelling tot metalen zijn ze elektrisch isolerend en tevens zijn ze goed bestand tegen hoge temperaturen. Voorbeelden van keramische materialen zijn zand
Zand is los, korrelig materiaal en een van de meest voorkomende natuurlijke stoffen op aarde. Zand bestaat uit zeer kleine stukjes steen, zandkorrels, die in grootte variëren tussen 63 micrometer (0,063 mm) en 2 millimeter. Als de korrels kleiner dan 63 micrometer zijn heet de grondsoort silt; bij korrels groter dan 2 millimeter spreekt men van grind. Zand komt meestal voor als sediment, hetgeen wil zeggen dat het zand is vervoerd door water of wind. Zo zijn van zand duinen, stranden, woestijnen en rivieren ontstaan. De korrels zijn meestal afbraakmateriaal van gesteenten, maar kunnen ook van organische afkomst zijn (schelpen, koraal). Eigenschappen
Zand kan uit verschillende componenten bestaan. Ten eerste bestaat een groot deel van het zand vaak uit kleine fragmenten van gesteenten en mineralen, vooral in het binnenland en buiten het tropische gebied. Ten tweede bevat veel zand biogene deeltjes; stukjes van schelpen, koraalskeletten, etc. Biogene zanden bestaan uit calcium en lossen daarom op in zuur. Ten derde kunnen zandkorrels op chemische wijze worden gevormd. Soms worden weggeworpen flessen en ander menselijk afval uiteindelijk gereduceerd tot zand. Dit is onder andere gebeurd op Glass Beach in Californië en Junk Beach op Hawaï. veel zand bestaat voor het grootste deel uit korreltjes kwarts, een mineraal dat veelvuldig voorkomt in de aardkorst (in graniet) en uitzonderlijk hard is. Een zand dat vrijwel geheel uit kwarts bestaat wordt schoon zand of glaszand genoemd. Een meestal gebruikte term in Nederland is zilverzand. Andere mineralen die veel voorkomen zijn veldspaat, mica, calciet, gips en vulkanische gesteenten. In White Sands National Monument in New Mexico ligt bijvoorbeeld een gebied van meer dan zevenhonderd vierkante kilometer duinen, waarvan het zand bestaat uit zuivere gipskristallen. Dit is zeer zeldzaam, aangezien gips normaal oplost in regen en wordt weggespoeld. De kleur van zeer donkere strandzanden wordt vaak veroorzaakt door de aanwezigheid van ijzer en magnetiet. Deze zanden worden dus aangetrokken door een magneet. Naast de meer algemene mineralen en gesteenten kunnen ook halfedelgesteenten zoals olivijn, granaat en saffier componenten van zand zijn. Zelfs goud kan in zand voorkomen. Deze waardevolle mineralen kunnen worden gewonnen uit het zand, maar vaak is de concentratie van het mineraal zo laag dat dit niet winstgevend is. klei
Klei is een klastisch sedimentair gesteente, dat voornamelijk bestaat uit lutum, gronddeeltjes kleiner dan 2 micrometer (0,002mm). Wanneer de grond voor meer dan 25% bestaat uit deze lutumdeeltjes noemen we het klei. Bij 25% tot 35% lutum is er sprake van lichte klei, bij 35% tot 50% is er sprake van matig zware klei en bij meer dan 50% lutum is er sprake van zware klei. Klei bestaat uit kleimineralen, waarvan vele soorten bestaan. Kleigronden zijn, vergeleken met zand, slecht waterdoorlatend. In droge tijden houden ze veel langer water vast, maar in natte tijden blijft water vaak staan en kunnen gewassen verdrinken. Ook hebben kleigronden minder last van uitspoeling dan zandgronden. Hierdoor houden ze beter voedselstoffen voor planten vast en zijn ze over het algemeen voedselrijk. Klei komt in Nederland voornamelijk voor in de kuststreken (zeeklei) en langs de rivieren (rivierklei) en meer landinwaarts op hogere gedeelten beekklei of leem. Toepassingen
Sommige kleisoorten, zoals potklei en beekklei, worden gebruikt voor traditioneel keramiek, zoals aardewerk of baksteen, of om mee te boetseren. In de dijkenbouw en andere civieltechnische constructies wordt zowel klei als keileem gebruikt. Klei die een zekere hoeveelheid water bevat, kan men kneden in elke gewenste vorm. Laat men de klei hierna opdrogen, dan wordt deze hard. Door wateropname kan de klei echter dan nog weer zacht worden. Als klei echter gebakken wordt in een voldoende hete oven bij een temperatuur van 900 graden, wordt hij hard doordat de kleideeltjes aan elkaar sinteren. Dit is een onomkeerbaar proces: de gebakken klei wordt niet meer zacht, ook niet als er weer water aan wordt toegevoegd. Door andere materialen aan klei toe te voegen, kan men speciale eigenschappen krijgen, zoals bij papierklei of vlasklei. leem
Leem is een grondsoort die voornamelijk bestaat uit silt (deeltjes met korrelgrootte tussen de 2 en 50/64 micrometer). In de volksmond wordt met leem vaak materiaal fijner dan zand bedoeld. Leem kan zowel door de wind, door rivieren als door ijs worden afgezet. Toepassingen
Met pure leem wordt ofwel löss of silt bedoeld. Leem om mee te bouwen kent vele verschillen in structuur en opbouw. Zogenaamde vette leem bevat veel klei, terwijl arme of schrale leem tot wel 60% zand of silt bevat. Leemstuc is geschikt voor het afwerken en verfraaien van binnenmuren in woon‐ en werkruimten. Het is niet brandbaar. Bijzonder is de dampdoorlatendheid. Het kan daardoor vocht en warmte reguleren. Leem blijft koel in de zomer en warm in de winter. Daarnaast is het antistatisch en biedt bescherming tegen straling. natuursteen
Natuursteen is in de bouwkunde en civiele techniek een gesteente, dat in de natuur wordt aangetroffen en dat na een eventuele bewerking, geschikt is als bouwmateriaal. Natuursteen treft men aan in vele verschillende vormen. Tegenwoordig wordt gesteente uit de hele wereld naar Nederland en België gehaald. Gewoonlijk wordt een onderverdeling gemaakt in: stollingsgesteente: onder andere granieten, trachieten en basaltlava's afzettingsgesteente: onder andere kalkstenen, zandstenen en tuffen metamorf gesteente: zoals gneis en marmer. basalt Basalt is een vulkanisch stollingsgesteente dat gevormd wordt door de stolling van lava. De stolling van het basalt vindt plaats aan het aardoppervlak en daarom is basalt een uitvloeiingsgesteente. Basalt is meestal zwart van kleur en bestaat uit kleine kristallen. Toepassingen
Basalt wordt in Nederland veel toegepast als dijkbekleding, in kademuren en op golfbrekers en strandhoofden. De meeste basalt komt uit de Duitse Eifel en Westerwald. Basaltzuilen werden voor waterkeringen toegepast. De reden dat het niet meer wordt toegepast voor waterkeringen van basalt is dat de steenzetters moeilijk te vinden zijn en de hoge kosten van de grondstof. Toepassing van basalt blijft daardoor beperkt tot steenstorten bij dijken en ook bij de bouw van de 2e Maasvlakte, historische stadscentra. Basalt wordt ook toegepast bij de vervaardiging van steenwol. graniet
Graniet is een zuur stollingsgesteente dat voornamelijk bestaat uit drie mineralen; kwarts, veldspaten en mica's . Het woord graniet is afgeleid van het Latijnse woord granus, dat korrel betekent. Het verwijst naar het vaak korrelige uiterlijk van graniet. Zeer strikt genomen klopt dit niet, omdat een stollingsgesteente niet bestaat uit korrels (wat typisch is voor een sedimentair gesteente), maar uit kristallen. In de materiaalkunde worden kristallen echter ook wel korrels genoemd. Grofkristallijn zou een betere benaming zijn. Toepassingen
Graniet wordt veel gebruikt als natuursteen in sierbestrating of in interieurs. Bekend zijn aanrechtbladen van graniet. Tevens wordt graniet veel toegepast als nauwkeurige en stabiele basis voor precisiebewerkings‐ en meetmachines in de hightechindustrie. De granieten producten worden uit ruwe blokken gezaagd en vervolgens met behulp van diamantengereedschappen tot industriële machineonderdelen gemaakt. Op deze manier zijn zeer nauwkeurige producten te fabriceren. diamant
Diamant (Oudgrieks: adamas, "onverslaanbaar") is een vorm van koolstof die uit de natuur wordt gehaald aangetroffen wordt, maar in een laboratorium onder hoge druk en temperatuur ook gemaakt kan worden. Diamant is voor zover bekend het hardste materiaal dat in de natuur voorkomt. Toepassingen
Vanwege zijn extreme hardheid wordt diamant gebruikt in de industrie, o.a. voor slijpen, boren, snijden en polijsten. aardewerk
Aardewerk is een verzamelnaam voor uit klei gebakken (tot ongeveer 1100 graden celsius) keramiek, zoals vaatwerk, potten, schalen, drinkbekers, kruiken en tegels. Bij gebruik van mindere soort klei kan men niet met hoge temperaturen bakken en blijft het werkstuk poreus. Deze moet dan met een glazuurlaag worden bedekt om waterdicht te worden. Voorglazuur, een glassoort, gebruikt men lood‐ of tinglazuur. Deze smelt bij niet te hoge temperatuur en vloeit over het oppervlak van het product. Deze glazuur kan transparant of dekkend van kleur zijn. Tevens worden glazuren gebruikt om het aardewerk van diverse kleuren te kunnen voorzien. Aardewerk voor bouwkundige doeleinden wordt wel aangeduid met bouw‐ of woonkeramiek. porselein
Porselein is een bijzondere vorm van keramiek of pottenbakkerskunst. Voor het maken van porselein is veel kennis en ervaring vereist. Bij de samenstelling van porselein wordt kaolien, een weerbarstige, witte kleisoort, gebruikt. Bij het bakken is een hoge temperatuur vereist. Porselein wordt daardoor hard, doorschijnend en klinkt helder. Porselein is een goede isolator en dus een slechte geleider. Porselein is bovendien reuk‐ en smaakloos en verkleurt nauwelijks, ook niet als het bijvoorbeeld enkele eeuwen in een scheepswrak op de bodem van de zee heeft gelegen. toepassingen
 Porselein wordt vooral gebruikt om borden, kommen en ander vaatwerk te produceren dat dienst doet bij het opdienen van voedsel.  Porselein wordt ook gebruikt als basismateriaal voor elektrische isolatoren, omdat het stevig, duurzaam, weers‐ en hittebestendig is. 

Daarnaast wordt porselein gebruikt in de tandtechnische laboratoria bij het vervaardigen van kronen en bruggen. Ten slotte is porselein ook gebruikt om poppen te vervaardigen. glas
Glas is een amorfe (niet‐kristallijne) vaste stof. De bekendste verschijningsvorm is het kleurloze glas, zoals dat voor vensterglas en drinkglazen wordt gebruikt. Dit glas bestaat voornamelijk uit de stof silica of siliciumdioxide (SiO2). De bekendste vorm van glas, in gebruik voor ramen, flessen, (drink)glazen, vazen e.d. is een mengsel van silicaten. De belangrijkste grondstof daarvoor is kwarts of silica (SiO2) meestal gewonnen uit zand. kristal
Kristal is materiaal dat bestaat uit glas dat een zekere hoeveelheid lood(II)oxide bevat. Helder loodkristalglas werd in 1676 voor het eerst op industriële schaal geproduceerd door de Engelse glasmaker George Ravenscroft. Door het te verhitten, smelt het tot een dikke substantie die makkelijk te vormen (blazen) is en door afkoeling hard wordt, waarbij geen kristalstructuur ontstaat. Volgens Europese regelgeving moet kristal meer dan tien procent loodoxide bevatten. Als het meer dan 30 procent lood bevat, is het hoog loodkristal zoals Swarovski (circa 32 procent lood). Glas met een hoog loodgehalte wordt ook wel gebruikt in de nucleaire industrie, omdat het lood röntgen‐ en gammastraling tegenhoudt. baksteen
Een baksteen is een uit klei gebakken steen voor de constructie van onder meer muren of voor het toepassen in bestratingen. Deze stenen worden tegenwoordig meestal in steenfabrieken gemaakt. Eenstukjegeschiedenis
Baksteen wordt al zeer lang als bouwmateriaal gebruikt. De eerste gebakken stenen zijn gevonden in Mesopotamië en dateren van ongeveer 5000 v. Chr. Het duurde echter nog tot circa 3000 v. Chr. voordat ze op grotere schaal als bouwmateriaal worden gebruikt. In eerste instantie werden stenen met de hand gevormd uit een bal klei, maar al snel deed de vormbak zijn intrede, waarmee series stenen gemaakt kunnen worden van (ongeveer) gelijke afmetingen en structuur. In Europa werd baksteen voor het eerst door de Romeinen op grote schaal toegepast. Na het vertrek van de Romeinen raakte de techniek echter weer in onbruik. Vanaf de twaalfde eeuw werd het steenbakken weer opgepakt door kloostermonniken. De eerste vermeldingen van bakstenen verwijzen naar Veurne (Ter Duinen in 1215), Lissewege (Ter Doest in 1225), Hemiksem (abdij in1246). Men sprak dan al gauw van ‘kloosterstenen’ of ‘kloostermoppen’. In West‐Vlaanderen wordt ook de term ‘papesteen’ gebruikt. Het gebruik van baksteen nam in de middeleeuwen sterk toe toen de bouw van houten huizen vanwege brandgevaar in de steden werd verboden (verstening). Dat is terug te zien in de zogenaamde baksteengotiek. Het gebruik van baksteen is vanaf die tijd in Nederland altijd gebleven vanwege de goede gebruikservaring en de ruime beschikbaarheid van klei dat via de grote rivieren wordt afgezet in de uiterwaarden. Bij de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog heeft baksteen in Nederland een hoge vlucht genomen. Dit resulteerde in een schaalvergroting van de traditioneel kleine bedrijven die bakstenen produceerden. Baksteen is nog steeds een populair bouwmateriaal vanwege de grote variëteit aan soorten, formaten, texturen en kleuren, en de lage onderhoudsbehoefte. In Nederland zijn in 2010 ongeveer 35 steenfabrieken in bedrijf, die gezamenlijk 1,1 miljard bakstenen per jaar maken. cement
Cement is een snelhardend bindmiddel gebruikt voor bouwwerken. Cement, dat voornamelijk uit calciumwaterstofsilicaat bestaat, is een fijngemalen materiaal dat na mengen met water een plastische massa vormt, die zowel onder water als in de buitenlucht verhardt. Met cement kunnen daartoe geschikte materialen aaneengekit worden tot een, ook in water, stabiele massa. Cement wordt voornamelijk gebruikt als grondstof voor beton en metselspecie. Eenstukjegeschiedenis
De Grieken waren de tweede bouwers die metselkalk maakten door het branden van kalksteen. De Romeinen verbeterden dit bindmiddel, een luchtkalk, door er inert vulkanische as tras en/of baksteengruis aan toe te voegen. Zo ontstond een hydraulisch bindmiddel, een tussenvorm van luchtkalk en echt cement. Dankzij dit bindmiddel konden grote constructies worden gebouwd zoals arena's, baden, amfitheaters of aquaducten, waarvan sommige zelfs twintig eeuwen later nog perfect bewaard zijn gebleven. In de 18e eeuw werd voor het eerst hydraulische kalk, waterkalk, geproduceerd die erg dicht in de buurt komt van ons modern cement. Dit was vooral te danken aan de vooruitgang die werd geboekt in de bakprocedés. In 1759 werd een mortel die even hard was als steen ontwikkeld, door luchtkalk te vermengen met vulkanische as. In 1817 ontdekte de Fransman Louis Vicat de chemische principes van cement. Hij wordt dan ook beschouwd als de vader van de moderne cement. In 1824 nam de Engelsman Joseph Aspdin een patent op Portlandcement, een product van het branden van kalksteen en klei in steenkoolovens. De Eerste Engelse Portlandcementfabriek werd in 1843 opgericht, de eerste Duitse Portlandcementfabriek stamt uit 1855. Tot de bestanddelen van cementachtige stoffen behoorde vroeger schelpkalk en uit Duitsland geïmporteerde tras. Deze cement werd onder meer in Dordrecht vervaardigd en stond bekend als Dordtsche cement. perliet
Perliet is een soort vulkanisch glas. Als het tot 850‐900 °C verhit wordt, zet het uit tot wel twintigmaal zijn oorspronkelijke volume. Dat komt doordat het bij die temperatuur zacht begint te worden (het is immers een glas) en het in het materiaal aanwezige water een groot aantal minuscule belletjes vormt. Daarbij worden er grote poriën gevormd, waardoor het materiaal veel lichter wordt. Het uitgezette materiaal is helder wit, ten gevolge van de reflecties van de opgesloten belletjes. toepassingen




Lichtgewicht pleisterwerk en mortel, isolatiemateriaal voor de bouw, plafondtegels hulpmateriaal voor filters. In de tuinbouw wordt het gebruikt om compost toegankelijker voor lucht te maken en water vast te houden; het wordt gebruikt als substraat voor hydrocultuur. Perliet wordt ook gebruikt als hittebestendig isolatiemateriaal voor smelterijen en als isolatie in installaties die bij extreem lage temperaturen werken (cryogene installaties). Halfgeleiders
Een halfgeleider is een materiaal wat qua elektrische eigenschappen tussen een metaal (geleidend) en een keramiek (isolerend) in zit. De band gap tussen de valentieband en de geleidingsband is niet zo groot als bij keramische materialen, zodat de elektronen toch een beetje tussen de banden kunnen bewegen, en er daardoor een klein beetje stroom kan lopen. De eerste halfgeleiders werden halverwege de 20e eeuw ontwikkeld, waardoor de ontwikkeling van bijvoorbeeld elektronica, computers en zonnecellen mogelijk werd. Biomaterialen
Biomaterialen zijn in zekere zin geen aparte klasse van materialen. Materialen uit ieder van de bovengenoemde vijf klassen kunnen als biomateriaal gebruikt worden. Een biomateriaal wordt gebruikt voor implantaten in het menselijk lichaam ter vervanging van zieke of beschadigde lichaamsdelen. Zachtematerialen:vloeibarekristallen,colloïden,gels
Een vloeibaar kristal verenigt een aantal typische eigenschappen van kristallijn vaste stoffen en van vloeistoffen in zich. Het materiaal vervormt en vloeit als een vloeistof maar het is anisotroop als een kristal. Bovendien zijn de optische eigenschappen gemakkelijke te beïnvloeden door het aanleggen van een elektrische spanning. Zij worden veel toegepast in beeldschermen. Deze materialen zijn een voorbeeld van zachte materialen, de studie waarvan recentelijk een grote vlucht genomen heeft. Smartmaterials
De naam "Smart materials" (letterlijk slimme materialen) wordt gebruikt als verzamelnaam voor de klasse van materialen die grote veranderingen in hun vorm kunnen ondergaan door externe invloeden. Eigenschappenvanmaterialen
De relatie tussen de eigenschappen van materialen en hun samenstelling en structuur wordt wetenschappelijk onderzocht in het vakgebied van de materiaalkunde. Door deze relatie in kaart te brengen, kunnen nieuwe materialen met gewenste eigenschappen ontwikkeld worden. De belangrijkste eigenschappen van vaste stoffen zijn te groeperen in zes verschillende categorieën: mechanische, elektrische, thermische, magnetische, optische en corrosieve eigenschappen. Mechanische eigenschappen omvatten onder meer de elasticiteit, treksterkte en hardheid van een materiaal, de diëlektrische constante behoort tot de elektrische eigenschappen. Zie ook de lijst van materiaaleigenschappen Materiaalkeuze
Een goede materiaalkeuze staat of valt met een goed begrip van de wijze waarop het eindproduct gebruikt zal worden. Dit is een onderdeel van de toegepaste (technische) wetenschappen als civiele techniek, werktuigbouwkunde en industrieel ontwerpen Naast de materiaaleigenschappen, moet er ook rekening worden gehouden met aspecten als: 




Prijs en beschikbaarheid Levertijden Persoonlijke voorkeuren Mode Milieu Daarbij moet de totale levenscyclus van het product in het oog gehouden worden: 


De fabricage (aspect: bewerkbaarheid van het materiaal, snelheid van werken, bijvoorbeeld, de droogtijd van lijm) Het gebruik zelf Verwerkbaarheid na gebruik (afvalverwerking, hergebruik en recycling) De eisen die aan een materiaal gesteld worden liggen vaak op verschillende vlakken en hangen sterk af van de toepassing die men in gedachte heeft. Een materiaal kan bijvoorbeeld hard zijn, zoals glas, maar ook bros en zwaar. Voor een toepassing als de vervaardiging van melkflessen is glas daarom goeddeels verdrongen door een kunststof, HDPE. Ook economische of ecologische overwegingen spelen hierbij een grote rol. Diamant is bijvoorbeeld zowel hard als licht, maar is bijzonder duur en moeilijk tot melkflessen te vormen.