Juryrapport Lira Correspondentenprijs 2013

Beste dames en heren, beste collega’s,
Voor het eerst dus de uitreiking van de Lira Correspondentenprijs.
Een prijs voor de beste freelance buitenlandcorrespondent van het afgelopen jaar.
Met de nadruk op freelance.
Want Lira is - ik citeer - een auteursrechtenorganisatie voor schrijvers, vertalers en
freelance journalisten die zich inzet voor een betere positie van makers van tekst door
uitoefening, bescherming en bevordering van auteursrechten.
In dit geval dus specifiek freelance correspondenten en het accent ligt op tekst. Dat is
niet meer alleen print zoals we allemaal weten. Maar vooral ook internet met alle
auteursrechtelijke problemen die dat met zich meebrengt trouwens.
Maar dat terzijde.
Het gaat dus in de eerste plaats om geschreven verhalen.
En is schrijven niet de moeder van alles?
Wat overigens niet wil zeggen dat bijdragen aan radio en televisie buitengesloten
zijn.
De correspondent is vandaag de dag is een omni-journalist. Hij of zij moet van alle
technieken thuis zijn. Goed kunnen schrijven, de digitale technieken beheersen en
ook - flux de bouche - een kruisgesprek in beeld kunnen doen of zo’n vermaledijde
stand upper. Hoe lastig ook, geloofwaardigheid heeft in de eerste plaats te maken met
hoe je er staat en dan pas met wat je zegt.
Kortom, niet simpel en vooral ook niet rustgevend de positie van de freelance
correspondent.
Eerlijk gezegd had ik aanvankelijk wat twijfels over deze prijs voor alleen
freelancers. Terwijl ik zelf mijn hele leven freelancer ben geweest, met name als
correspondent.
Ik vroeg me af of je de freelance correspondent daarmee paradoxaal genoeg niet
tekort deed, stigmatiseerde als onderdeel van een wat mindere categorie door ze niet
te laten concurreren met de correspondenten in vaste dienst.
Het zal mijn minderwaardigheidscomplex zijn geweest.
Je had in mijn tijd – en dat is niet eens zo lang geleden - de freelancers aan de ene
kant en de correspondenten in vaste dienst met hun vaste salaris, huurtoeslag,
ziekteverzekering en ononderbroken pensioenopbouw.
Jullie horen ongetwijfeld de afgunst in mijn stem.
Die van NRC Handelsblad waren nog gekleed in driedelig pak. Ze waren halve
diplomaten. Radio of televisie bedienen was accessoire, een beetje ordinair zelfs. Ze
keken neer in zekere zin op de sappelende freelancer die ook nog wel eens een stuk
schreef voor een flutblad omdat het zo lekker betaalde.
De freelancer als kleine middenstander tegen wil en dank.
Vandaag de dag zijn de driedelige pakken verdwenen. Het aantal correspondenten
in vaste dienst loopt terug. Zelfs de correspondent van NRC Handelsblad in
Washington is een freelancer
Door de bank genomen leveren die freelance correspondenten goed werk af. Vaak
meer dan dat zelfs.
Dat is het eerste dat ons als jury is opgevallen bij het lezen, bekijken en beluisteren
van de 42 inzendingen voor deze eerste Lira correspondentenprijs.
Veelal zijn ze prima in staat om ons te laten ‘voelen’ wat er in hun land of regio
gaande is. Waarom mensen doen of laten wat ze doen of laten. Wat de belangen zijn
die het beleid bepalen.
Belangrijk hierbij is de rol van weekbladen als Vrij Nederland en De Groene
Amsterdammer of specialistische tijdschriften. Ze fungeren vaak als kweekvijver
voor freelancers die een buitenlands avontuur zijn begonnen. Ze bieden ook meer
dan de dagbladen de mogelijkheid om te experimenteren met vorm.
Dat zie je met name terug in de stukken van Erdal Balci, correspondent voor De
Groene Amsterdammer en Trouw in Istanbul. Hij behoort niet tot de genomineerden.
Maar we hebben niettemin genoten van zijn poëtische schrijfstijl (het gezicht van een
gekke vrouw zo geel als kweepeer) of zijn soms hilarische verhaal over een zo gevoelig
onderwerp als seksualiteit. Turkije van binnenuit. Hij schrijft als een verteller,
balancerend op de grens van journalistiek en literatuur.
Met andere woorden, het was lastig om een keus te maken. We hebben ons tot 5
genomineerden beperkt, maar het hadden er meer kunnen zijn.
We hebben gekozen voor allrounders met gevoel voor urgentie en het detail dat zo
veelzeggend is. Met het talent inzicht de verschaffen in de complexiteit van het land
of de situatie. En ook vanwege de stijl. Of een verhaal goed, aantrekkelijk, mooi
geschreven is. Met als het even kan een onweerstaanbare lead.
Wat dat betreft een kritische opmerking. Veel verhalen beginnen met de sores van
een paar gewone inwoners van het land op de plaats waarover de correspondent
schrijft. Nadat de opgevoerde personen enige zielenroerselen hebben gedebiteerd,
wordt de kwestie breder getrokken. Van mini naar macro. Aan het eind van het
verhaal vinden we onze vrienden weer terug, meestal met veel onbeantwoorde
vragen en een onzekere toekomst.
Het lijkt een vast stramien. Na 42 inzendingen begint dat stramien aardig op een
cliché te lijken. Een maniertje. Dat heeft zeker meegespeeld bij de beoordeling.
Even voor de statistiek:
Er waren 42 inzendingen.
Uit alle delen van de wereld.
Wat dat betreft was er sprake van een evenwichtige verdeling.
Opvallend was wel een relatief groot aantal inzendingen uit Turkije naast meer voor
de hand liggende landen of regio’s als de VS en het Midden-Oosten.
Bij de kritiek op het deficit aan vrouwelijke deskundigen in tv-programma’s is het
interessant om te constateren dat van de 42 inzenders er 20 vrouw zijn.
Dat is 48 %.
De vijf genomineerden:
Guus Valk
Ik begin met Guus Valk, de man die sinds de zomer 2011 freelancet voor NRC
Handelsblad in Washington. Na drie jaar Israel en de Palestijnse gebieden. Een
ervaren correspondent dus.
Te oordelen naar zijn brede scala aan verhalen is hij niet iemand die het moet hebben
van dineetjes in het diplomatieke circuit. Valk is echt een correspondent van de
nieuwe tijd. Een corresponderende verslaggever om zo te zeggen. Veel op stap. De
straat op, zoals het hoort volgens oudere journalisten.
Hij observeert scherp, formuleert beeldend, maakt nieuwsgierig. Kortom, hij kan
schrijven en dat maakt wat hij schrijft wel zo interessant. Zijn reportage uit Tent
City, een tentenkamp van werklozen in New Jersey, is zo levensecht getypeerd, dat je
niet meer leest. Je ziet het. Het is een film met beelden die je niet meer loslaten,
dialogen die alles zeggen, schrijnende monologen over heel hard en diep vallen. Er is
zelfs een Hollywood einde: de bonkige liefde tussen vader (werkloos) en
zoon(werkend).
Er zitten veel correspondenten in de VS en dus is er veel concurrentie van collega’s
met ongetwijfeld evenveel kennis van zaken. Valk weet zich te onderscheiden door
misschien net een even andere kijk of invalshoek. In de verkiezingstijd reist hij naar
Kansas, waar Obama een duivel genoemd wordt. Zijn verhaal over de stand-up
comedian die een kritisch verhaal heeft over Apple dat illustreert hoe journalistiek en
entertainment steeds vaker in elkaar overvloeien. Valk heeft een neus voor verhalen.
Hij had de man al geïnterviewd voordat hij – vanwege fraude – nationaal nieuws
wordt.
Marjolein van de Water
Het correspondentschap Latijns Amerika is met meer dan dertig landen en landjes
plus enorme afstanden zeer bewerkelijk. Het vergt niet aflatende inzet, kennis van
zaken en oog voor de eigenheid van ieder land. Marjolein van de Water die sinds
medio vorig jaar correspondent voor de Volkskrant in deze regio, blijkt het allemaal
in huis te hebben. Ze omzeilt met Schwung de valkuil van de correspondent met een
groot gebied: het aangeklede bureauverhaal, die thuis in elkaar geknutselde
surrogaatreportage met jat- en plakwerk.
Er zitten veel ‘gewone mensen’ in Van de Waters reportages, maar altijd functioneel.
Ze illustreren op pakkende wijze de complexiteit van het probleem. In heftige goed-
fout onderwerpen negeert Van de Water de zo Nederlandse politieke correctheid.
De opgesloten piloot Julio Poch mag uitleggen waarom hij geen dodenvluchten
tijdens de dictatuur in Argentinië kan hebben uitgevoerd en de dochter van een
slachtoffer waarom zij blij is met het proces tegen Poch.
De waarheid vertellen is ook niets weglaten. Marjolein van de Water laat niets
onwelgevalligs weg in haar reportages. De taxichauffeur die haar naar Poch reed
mag bij haar gewoon de taxichauffeur zijn en gelukkig krijgen we ook te horen wat
hij vindt. Daarmee relativeert de correspondente effectief het simplistische goed-fout
denken dat wij van ver zo makkelijk projecteren op het voormalige
generaalscontinent. De jury prijst Marjolein van de Water daarom in het bijzonder
om haar inzet zo objectief mogelijk verslag te doen en tegengeluiden te laten horen.
Marije Vlaskamp
De inzendingen van Marije Vlaskamp, freelance correspondent in Peking voor
Trouw en voor andere opdrachtgevers, bereikten de jury met een wervende
aanbeveling van een van haar opdrachtgevers. Die prees haar veelzijdigheid en de
pakkende en afwisselende schrijfstijl waarmee ze switcht van column tot politieke
analyse, van economische reportage tot de beschouwing over het werk van een
prominente cartoonist. Dat alles op een niet-gemakkelijke standplaats.
Die niet-gemakkelijke standplaats heeft Vlaskamp natuurlijk gemeen met veel meer
inzenders, maar de jury werd daarnaast vooral getroffen door haar sprankelende
schrijfstijl. Ze heeft het vermogen de lezer meteen het verhaal in te trekken en van
zo'n verhaal spettert leesbaar het plezier af dat ze zelf in het onderwerp heeft. Of ze
nu, “Theeblaadjes Leest”' – De variant op ons “koffiedik kijken” – in een poging de
datum van het Chinese partijcongres te weten te komen, of met een stalen gezicht de
poort binnenrijdt om, onder het oog van een even afgeleide politieagent een
dissident te interviewen. Daarbij weet Vlaskamp binnen een en dezelfde reportage
ook de historische en sociale context te leveren zonder dat de lezer zijn dacht voelt
afdwalen.
Verleidelijke journalistiek die de jury bekoorde.
Remco Andersen
Remco Andersen begon in 2008 als freelancer vanuit Syrië. In 2012 was Beiroet zijn
standplaats en deed hij verslag uit het hele Midden-Oosten, onder meer voor de
Volkskrant en Elsevier.
De grote uitdaging van rapporteren vanuit zo’n gebied dat iedere dag in het nieuws
is, blijft iets toe te voegen aan het grote geheel. Dat doet Andersen met klasse. Zo
wist hij in Syrië een van de overlopers van de veiligheidsdienst van Assad te
interviewen. Het schokkende interview met rauwe details waar de angst van de
overloper in iedere alinea voelbaar is was terecht opening krant. Nog zo’n verhaal
dat je als lezer niet snel vergeet: het waarom van de devote winkelier die Andersen
en zijn fotograaf redde van woedende betogers in Cairo die hen wilden lynchen.
Andersen is precies; zag veel zelf gebeuren; kan grote lijnen schetsen maar toont ons
ook de achterkant van het nieuws met details uit het leven van gewone mensen.
Andersen begrijpt hun religieus denken net zo goed als hun praktische
berekendheid. Op micro- en op macroniveau. Zijn analyses over de religieuze
machtsstrijd die ieder conflict in de regio inkleurt mogen er namelijk ook zijn. Remco
Andersen is de invoelende tolk met veel kennis die wij dringend nodig hebben in het
soms voor ons onbegrijpelijke Midden-Oosten.
Bram Vermeulen
En dat brengt ons bij de winnaar van de eerste Lira Correspondentenprijs. Het is een
standaarduitdrukking om te spreken over “de onbetwiste winnaar”, maar zelden
was een stereotype zo van toepassing. De jury was het er unaniem over eens dat
Bram Vermeulen, correspondent in Turkije voor de NOS en NRC Handelsblad,
ondanks de hoge kwaliteit van het werk dat concurrenten van hem instuurden,
vooralsnog in veelzijdigheid, diepgang, schrijfstijl, in het complexe toegankelijk
maken voor de lezer, kortom in alomvattende journalistieke kwaliteit, nog steeds
uitsteekt boven zijn ook al journalistiek eminente mededingers.
Zoals hij een generaal introduceert die eigenlijk niet wil praten. Kijk, zo trek je
iemand een verhaal in. Het sterke is bovendien dat die hoge militair wel zijn hart
uitstort bij Bram Vermeulen, de enige journalist met wie uiteindelijk wil praten.
En natuurlijk, Bram Vermeulen is bijna de personificatie van de eerder genoemde
“omni-journalist” met verwijzing naar zijn prachtige VPRO-serie waarin hij letterlijk
de grenzen opzocht.
Natuurlijk kreeg hij 5 jaar geleden ook al de “Journalist van het Jaar”onderscheiding, dus het was zo gezien verleidelijk geweest om nu eens iemand
anders te bekronen, maar de jury wilde het strikt houden bij criteria van kwaliteit en
niet of iemand man of vrouw, oud of jong, debutant of routinier is.
Het beste compliment dat de jury hem kan maken is dat aan het uitroepen van Bram
Vermeulen tot beste freelance correspondent in 2012 gewoonweg niet te ontkomen
viel.
Amsterdam, 9 april 2013
De jury,
Philip Freriks (voorzitter), Ineke Holtwijk en Hieke Jippes