Collegebesluit met bijlagen

Collegevoorstel
Openbaar
Onderwerp
Tussenstand regionaal beleidsplan
Programma / Programmanummer
BW-nummer
Veiligheid / 1012
Portefeuillehouder
H.M.F. Bruls
Samenvatting
Directie/afdeling, ambtenaar, telefoonnr.
In 2011 is het Regionaal Beleidsplan Gelderland-Zuid vastgesteld.
In dit beleidsplan is gemeld dat de veiligheidsregio een jaarlijkse update
uitvoert. Na twee jaar kan de VRGZ echter een beter beeld schetsen.
In deze Tussenstand Regionaal Beleidsplan wordt de actuele stand van
zaken geschetst ten aanzien van de uitvoering van dit beleidsplan.
In het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid van
6 februari jl. is besloten deze rapportage ter kennisneming door te
sturen naar de raden van de deelnemende gemeenten.
VH00, Ellen Jansen, 9317
Datum ambtelijk voorstel
21 februari 2014
Registratienummer
14.0002361
Ter besluitvorming door het college
1. De brief aan de raad over het beleidsplan ‘Tussenstand
regionaal beleidsplan vast te stellen.
Paraaf
akkoord
Datum
Paraaf
akkoord
Datum
Ellen Jansen
 Alleen ter besluitvorming door het College
 Actief informeren van de Raad
Besluit B&W d.d. 11 maart 2014 nummer: 3.11
 Conform advies
 Aanhouden
 Anders, nl.
Bestuursagenda
Gemeentesecretaris
Portefeuillehouder
collegevoorstel Tussenstand regionaal beleidsplan.docx
Collegevoorstel
1
Probleemstelling
In 2011 is het Regionaal Beleidsplan Gelderland-Zuid vastgesteld. In dit beleidsplan is
gemeld dat de veiligheidsregio een jaarlijkse update uitvoert. Na twee jaar kan de VRGZ
echter een beter beeld schetsen. In de Tussenstand Regionaal Beleidsplan wordt de actuele
stand van zaken geschetst ten aanzien van de uitvoering van het beleidsplan.
Het originele Regionale Beleidsplan Gelderland-Zuid bestaat uit drie delen. Het eerste deel
beschrijft de organisatie van de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid (VRGZ). Omdat de
organisatie momenteel nog volop in ontwikkeling is, wordt in het nieuwe Regionaal
Beleidsplan 2016-2019 een nieuwe beschrijving opgenomen. Deze ‘Tussenstand regionaal
beleidsplan’ bestaat daarom uit twee delen, de organisatiebeschrijving is niet meegenomen.
In het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid van 6 februari jl. is besloten
dat deze rapportage ter kennisneming naar de gemeenteraden wordt doorgestuurd.
2
Juridische aspecten
De Wet Veiligheidsregio is van toepassing.
3
Doelstelling
Het doel van deze rapportage is om transparantie te geven in de werkzaamheden richting
gemeenten.
4
Argumenten
Met deze tussenstand geeft de VRGZ inzicht in haar werkzaamheden aan gemeenten.
5
Financiën
Er zitten geen financiële aspecten aan dit collegevoorstel.
6
Participatie en Communicatie
De communicatie zal plaatsvinden via de gebruikelijke kanalen.
7
Uitvoering en evaluatie
Er hoeft verder geen uitvoering aan het voorstel te worden gegeven. De inhoud van de
rapportage is ter kennisname aan de gemeenteraad.
8
Risico
Er zitten geen bijzondere risico’s aan dit voorstel.
Bijlage(n):
Brief aan de raad
Tussenstand regionaal beleidsplan
Veiligheid
Korte Nieuwstraat 6
6511 PP Nijmegen
Telefoon 14024
Telefax
(024) 323 59 92
E-mail
[email protected]
Aan de Gemeenteraad van Nijmegen
Postbus 9105
6500 HG Nijmegen
Datum
11 maart 2014
Ons kenmerk
Contactpersoon
VH00/14.0002534
Ellen Jansen
Datum uw brief
Doorkiesnummer
(024) 3299317
Onderwerp
Aanbieden Tussenstand regionaal beleidsplan
Geachte leden van de raad,
In 2011 is het Regionaal Beleidsplan Gelderland-Zuid vastgesteld. Het beleidsplan bestaat uit drie
delen. Het eerste deel beschrijft de organisatie van de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid (VRGZ).
Omdat de organisatie momenteel volop in ontwikkeling is, wordt in het nieuw op te stellen
‘Regionaal Beleidsplan 2016-2019’ een nieuwe beschrijving opgenomen.
In het huidige beleidsplan is gemeld dat de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid een jaarlijkse update
uitvoert. We zijn nu twee jaar verder en de Veiligheidsregio kan nu een beter beeld geven. In
bijgevoegde ‘Tussenstand Regionaal Beleidsplan’ wordt de actuele stand van zaken geschetst
ten aanzien van de uitvoering van het beleidsplan 2011.
Graag bieden wij u dit document ter informatie aan.
Hoogachtend,
College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen,
De Burgemeester,
De Gemeentesecretaris,
drs. H.M.F. Bruls
drs. B. van der Ploeg
www.nijmegen.nl
Aanbiedingsbrief college.docx
TUSSENSTAND REGIONAAL BELEIDSPLAN
2012 - 2015
Colofon
Sector:
Auteur(s):
Datum:
Versienummer:
Status:
Aantal bijlagen:
Veiligheidsbureau
27 januari 2014
2.0
Concept
1
1. Inhoudsopgave
1.
Inhoudsopgave ................................................................................................................................ 2
2.
Managementsamenvatting .............................................................................................................. 3
3.
Inleiding ........................................................................................................................................... 6
4.
Algemene ontwikkelingen ................................................................................................................ 7
5.
Risicobeheersing ........................................................................................................................... 10
6.
Incidentbestrijding .......................................................................................................................... 14
7.
Herstel ........................................................................................................................................... 17
8.
Informatiemanagement .................................................................................................................. 18
9.
Kwaliteitszorg en kennismanagement ........................................................................................... 20
Bijlage: Niet-wettelijke adviestaak ......................................................................................................... 22
Tussenstand Regionaal Beleidsplan 2012 – 2015
2
2. Managementsamenvatting
De ‘Tussenstand Regionaal Beleidsplan 2012 – 2015’ bestaat uit twee onderdelen. Deel 1 bevat een
weergave van de beleidsvoornemens uit het Regionaal Beleidsplan die reeds zijn uitgevoerd en de
voornemens die nog opgepakt moet worden. Deel 2 is gereserveerd voor de (wettelijke) bijlagen van
het Regionaal beleidsplan.
Deel 1
Deel 1 begint met een overzicht van ontwikkelingen die van invloed zijn op de VRGZ. Deze
ontwikkelingen zijn waar mogelijk meegenomen in de beleidsontwikkelingen. Als ontwikkelingen zijn
genoemd: het rapport van de commissie Hoekstra Evaluatie Wet Veiligheidsregio, Bovenregionale
Samenwerking, Wet Publieke Gezondheidszorg, Tijdelijke Wet Ambulancezorg, Landelijke Meldkamer
en Samenwerking Politie Oost-Nederland.
Het rapport van de commissie Hoekstra Evaluatie Wet Veiligheidsregio en Bovenregionale
Samenwerking zal de komende jaren van invloed zijn op de veiligheidsregio. In het rapport van de
commissie Hoekstra wordt onder meer geadviseerd dat gemeenteraden verbeterd inzicht dienen te
krijgen in de werkzaamheden en de financiering van de veiligheidsregio, in de vorm van een
prestatiebegroting. Daarnaast richt de huidige wet zich volgens de commissie te veel op hoe de
rampenbestrijding georganiseerd moet zijn en te weinig op wat het resultaat van de inspanningen
moet zijn: een kwalitatief goede brandweerzorg, rampenbestrijding en crisisbeheersing.
Het rapport Bovenregionale Samenwerking had als hoofddoel het realiseren van eenheid van en
samenhang in het optreden van regio’s tijdens rampen en crises. Alle 25 regio’s moeten precies
dezelfde GRIP-regeling hanteren en daarnaast zijn er twee GRIP-niveaus bij gekomen: GRIP 5 en
GRIP Rijk.
Uit de Tussenstand Regionaal Beleidsplan blijkt dat op hoofdlijnen is uitgevoerd hetgeen twee jaar
geleden is vastgelegd in het regionaal beleidsplan. Op enkele punten loopt uitvoering zelfs voor op de
planning. Per thema is aangegeven welke taken gerealiseerd zijn en welke (nog) niet.
Risicobeheersing
Uitgevoerd volgens plan:
Vanuit de gemeenteraden is de wens uitgesproken aandacht te besteden aan netwerkmanagement.
Het zoeken van samenwerking en verbinding met partners die betrokken zijn bij de werkzaamheden
van de veiligheidsregio is geïntegreerd in de organisatie van VRGZ.. Daarnaast heeft de
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid als eerste in Nederland een instrument ontwikkeld voor het opstellen
van een integraal advies voor bestemmingsplannen en structuurvisies van gemeenten.
Zelfredzaamheid van burgers en bedrijven is een belangrijk thema geweest afgelopen jaren dat op
meerdere beleidsterreinen aan de orde is geweest en ook de komende jaren nog veel terug zal
komen. Het geven van voorlichting over de betekenis van dit thema is een belangrijk element in
de.activiteiten
Het risicocommunicatieplan is geüpdatet en uitgevoerd binnen de gemeenten. En voor de regionale
evenementen zijn de multidisciplinaire en monodisciplinaire handreikingen aangepast en
geïmplementeerd.
Aandachtspunten:
het ontwikkelen van een instrumentarium om te komen tot een duidelijke advisering over de fysieke
veiligheid heeft langer geduurd dan verwacht. Dit heeft te maken gehad met de complexiteit van de
methodiek en het grote aantal betrokken partijen.
Het risicoprofiel wordt nu na twee jaar geactualiseerd. De aard van de risicovolle incidenten die de
regio kan overkomen, is de afgelopen jaren niet veranderd. Met de update is eind 2013 gestart. De
Tussenstand Regionaal Beleidsplan 2012 – 2015
3
uitwerking van de beperkte hulpverlenings-capaciteit van de politie bij evenementen is een onderwerp
dat door de politie nader wordt bekeken..
Incidentbestrijding
Uitgevoerd volgens plan:
Voor wat betreft de actualisatie en vaststelling van de rampbestrijdingsplannen ligt de veiligheidsregio
op schema. Ook de implementatie van het Regionaal Crisisplan loopt zowel mono als multidisciplinair
voorspoedig. Op crisiscommunicatiegebied vindt op het moment een professionaliseringsslag plaats
die de komende twee jaar wordt voortgezet. Voor de landelijke organisatie voor de meldkamer is een
kwartiermaker aangesteld. Regionaal is men hiervan in afwachting. Het multidisciplinair opleidingstraining en oefenbeleidsplan is geïmplementeerd en loopt tot eind 2013. In 2014 wordt een nieuw plan
opgesteld.
Aandachtspunten:
Smartcards, zeer korte, praktische samenvattingen van plannen zijn niet ontwikkeld, vanwege de
onderbezetting van het Veiligheidsbureau in zowel 2012 als 2013.
Herstel
Uitgevoerd volgens plan:
De VRGZ heeft een concept plan van aanpak nafase gereed. Zij heeft daarbij volop gebruik gemaakt
van de landelijke expertise. Met de ontwikkeling van een concept plan van aanpak loopt de VRGZ
twee jaar vooruit op haar initiële planning.
Informatiemanagement
Uitgevoerd volgens plan:
Vanwege het grote aantal brandweerkazernes van de VRGZ en de complexiteit van het technisch
beheer, is de migratie van de kantoorautomatisering uitbesteed aan een externe leverancier. De
migratie loopt tot 2014. De VRGZ heeft netcentrisch werken geïmplementeerd. Daarnaast zijn de
landelijk meldings-classificaties op de meldkamer ingevoerd evenals de digitale bereikbaarheidskaart.
Aandachtspunten:
De oplevering van het Nationaal Meldkamer Systeem heeft landelijk grote vertraging opgelopen.
Daardoor is invoering van dit systeem op dit moment geen optie. Deze zal nu worden opgepakt door
de Landelijke Meldkamer Organisatie.
Kwaliteitszorg en kennismanagement
Uitgevoerd volgens plan:
Een veiligheidsregiobreed kwaliteitsplatform is opgericht waarin de kwaliteitssystemen van de
verschillende kolommen worden afgestemd. Met de prestatiemeting als de kwaliteitstoetsing is een
start gemaakt.
Aandachtspunten:
1
Vanwege capaciteitsgebrek bij het Veiligheidsbureau is de evaluatieorganisatie niet verder
geprofessionaliseerd en heeft het leeragentschap oefen evaluaties nog niet opgenomen in het
werkproces.
1
Organisatie, waarbij vertegenwoordigers van de verschillende kolommen gezamenlijk de leerpunten bekijken, die voortkomen
uit praktijk- en oefeninzetten en (externe) incidentevaluaties.
Tussenstand Regionaal Beleidsplan 2012 – 2015
4
Deel 2
Met de regionalisatie van de brandweer per 1 januari 2013 worden door de Veiligheidsregio
Gelderland-Zuid niet-wettelijke adviestaken uitgevoerd. Met een niet-wettelijke adviestaak doelt de wet
op “Het adviseren van het bevoegd gezag over risico’s van branden, rampen en crises in de bij of
krachtens de wet aangewezen gevallen alsmede in de gevallen die in het beleidsplan zijn bepaald.”
Met andere woorden de niet-wettelijke adviestaak betreft onderwerpen waarvan de veiligheidsregio
het wenselijk vindt dat deze aandacht krijgen van de deelnemende gemeenten en waarbij een
eenduidige en eenvormige aanpak wenselijk is.
Bij de brandweer is er sprake van een dergelijke niet-wettelijke adviestaak. Het betreft een uitwerking
van de taken van de brandweer, waar naar verwezen wordt in artikel 3 lid 1 van de Wet
Veiligheidsregio’s. Het betreft taken die de brandweer van oudsher heeft verricht en waarin de
regionalisering geen verandering heeft gebracht. Denk hierbij aan taken als: aanvragen
omgevingsvergunning voor bouwen, brandveilig gebruik, gebruiksmeldingen, milieu of ruimtelijke
ordening, aanvragen structuurvisies, bestemmingsplannen, aanvragen APV-vergunningen, routering
gevaarlijke stoffen, aanvragen gebruiksvergunning inrichtingen en dergelijke.
Tussenstand Regionaal Beleidsplan 2012 – 2015
5
3. Inleiding
Voor u ligt de tussenstand van het Regionaal Beleidsplan 2012 – 2015. In deze tussenstand wordt
kort stilgestaan wat is gerealiseerd en wat nog moet worden gedaan. Daarnaast zijn de laatste
ontwikkelingen in kaart gebracht en is zo veel als mogelijk aangegeven hoe deze ontwikkelingen
worden opgepakt binnen de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid.
Het originele Regionaal Beleidsplan Gelderland-Zuid bestaat uit drie delen. Het eerste deel beschrijft
de organisatie van de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid (VRGZ). Omdat de organisatie momenteel
volop in ontwikkeling is . wordt in het nieuwe Regionaal Beleidsplan 2016 – 2019 een nieuwe
beschrijving opgenomen. Deze ‘Tussenstand regionaal beleidsplan’ bestaat daarom uit twee delen, de
organisatiebeschrijving is niet meegenomen.
Het eerste deel bestaat uit een korte beschrijving van hetgeen in het Regionaal Beleidsplan als
beleidsvoornemen is opgenomen, is gerealiseerd. Voor een uitgebreidere beschrijving daarvan,
verwijzen wij u naar de jaarverslag 2012 van de VRGZ. Daarnaast wordt aangegeven wat de
komende twee jaar op deze beleidsonderwerpen wordt gerealiseerd en wordt beschreven hoe er op
nieuwe ontwikkelingen is/wordt ingesprongen.
Deel twee bestaat uit een wettelijk verplichte bijlage van het Regionaal Beleidsplan: de niet–wettelijke
taken.
Op dit moment ontbreken nog de monodisciplinaire beleidsplannen van de GHOR en van de
Brandweer. Deze zullen na vaststelling door het bestuur worden toegevoegd aan het Regionaal
Beleidsplan. In de toelichting op de Wet Veiligheidsregio’s is opgenomen dat beide monodisciplinaire
plannen deel uit maken van het Regionaal Beleidsplan.
Tussenstand Regionaal Beleidsplan 2012 – 2015
6
4. Algemene ontwikkelingen
Evaluatie Wet Veiligheidsregio’s
September 2013 leverde de commissie Hoekstra de Evaluatie van de Wet Veiligheidsregio’s op. Zij
constateert dat de wet een gunstig effect heeft gehad op de kwaliteit en effectiviteit van de
rampenbestrijding. De commissie waarschuwt dat de wet pas sinds drie jaar van kracht is en dat dit in
veel opzichten te vroeg is om conclusies te trekken over de effecten van de wet.
De evaluatiecommissie komt met een aantal adviezen. Zo pleit de commissie voor een scherpere
afbakening van de taken van de veiligheidsregio en houdt zij vast aan het principe van verlengd lokaal
bestuur in verband met de lokale inbedding. Daarbij is zij voorstander van de huidige schaalgrootte en
pleit zij alleen voor verdergaande samenwerking en/of fusie wanneer deze niet de territoriale
buitengrenzen van de regionale politie-eenheid overschrijdt. Zij is van mening dat gemeenteraden
verbeterd inzicht dienen te krijgen in de werkzaamheden en de financiering van de veiligheidsregio, in
de vorm van een prestatiebegroting. De directeur veiligheidsregio heeft hier een rol in.
Wat de crisisbeheersing betreft is de commissie van mening dat de huidige wet zich te veel richt op
hóe de rampenbestrijding georganiseerd moet zijn en zich te weinig op wát het resultaat van de
inspanningen moet zijn: een kwalitatief goede brandweerzorg, rampenbestrijding en crisisbeheersing.
Tenslotte pleit de Evaluatiecommissie voor sturing op de veranderingen in de meldkamer en adviseert
zij de commissaris van de Koning beter in te zetten voor het voor het verbeteren van de prestaties van
de veiligheidsregio’s en hun samenwerkingspartners. In de Tweede Kamer wordt binnenkort
gediscussieerd over het advies van de commissie.
Bovenregionale Samenwerking
Het rapport Bovenregionale Samenwerking verscheen voorjaar 2013. Het hoofddoel van het rapport
is: het realiseren van eenheid van en samenhang in het optreden van regio’s tijdens rampen en crises.
Dat betekent dat de GRIP-procedure in alle 25 veiligheidsregio’s exact hetzelfde moet worden
ingericht, zoals beschreven in het regionaal crisisplan.
Daarnaast zijn er twee GRIP-niveaus bij gekomen: GRIP 5 en GRIP Rijk. “GRIP 5 komt in beeld als er
sprake is van een regiogrensoverschrijdend incident, waarbij afstemming op bestuurlijk niveau nodig
is. De incidentregio is daarbij in principe leidend, al kan hier van afgeweken worden. “GRIP Rijk wordt
afgekondigd als het Rijk hiertoe de verantwoordelijkheid voelt. Er zijn crises die gebaat zijn bij
landelijke coördinatie, zoals een pandemie of een terroristische dreiging of aanslag. De regio’s blijven
in zo’n geval verantwoordelijk voor de uitvoering.”
Het Nationaal Crisiscentrum (NCC) gaat fungeren als hét Rijksloket. Tijdens rampen en crises zet de
veiligheidsregio daar de vragen uit voor alle achterliggende Rijksdiensten, zoals TNO en het RIVM.
Elke regio krijgt een vast aanspreekpunt binnen het NCC en ook binnen de regio is er één
‘vraagregisseur’ die de vragen kortsluit met het Rijksloket.
Tenslotte geeft het rapport sterke aanbevelingen voor de versterking van (boven)regionale
crisiscommunicatie. Momenteel wordt vanuit het NCC gewerkt aan de op- en inrichting van een
bovenregionale pool met (crisis)communicatieadviseurs, die inzetbaar is voor de regio’s tijdens
rampen en crises. Zowel op uitvoerend als op strategisch niveau.De aanbevelingen uit het rapport
Bovenregionale Samenwerking worden in de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid geïmplementeerd.
Tussenstand Regionaal Beleidsplan 2012 – 2015
7
Wet publieke gezondheidszorg
Op 1 januari 2012 is de Wet Publieke Gezondheidszorg (Wpg) tweede tranche in werking getreden.
Met deze wijziging van de Wpg wordt een betere samenhang met de Wet Veiligheidsregio’s beoogd.
De uitvoeringsverantwoording van een aantal taken, zoals medische milieukunde in de opgeschaalde
vorm en psychosociale hulpverlening is van de veiligheidsregio naar de GGD verlegd. De coördinatie,
regie en aansturing hiervan blijven bij de GHOR. De verantwoordelijkheid voor bestrijding van
infectieziekten A is van de GGD naar de voorzitter van de veiligheidsregio verlegd. Dit betekent dat
publieke gezondheid integraal deel uitmaakt van de regionale crisisplannen.
Daarnaast verplicht de Wpg de GGD-regio's territoriaal congruent te worden aan de veiligheidsregio's.
Als gevolg hiervan zijn de GGD Rivierenland en de GGD Nijmegen gefuseerd. Tenslotte heeft het
bestuur van de GGD in overeenstemming met het bestuur van de veiligheidsregio onlangs een
directeur Publieke Gezondheid (DPG) benoemd. De directeur geeft leiding aan de organisatie van de
GGD en GHOR.
Tijdelijke wet ambulancezorg
Op 1 januari 2013 is de Wet ambulancevervoer vervangen door de Tijdelijke wet ambulancezorg
(Twaz). Deze wet regelt het ambulanceaanbod en de financiering ervan. Ook regelt het de
regionalisering van de ambulancezorg, zodat deze congruent is met de veiligheidsregio's. Voor de
RAV heeft deze tijdelijke wet geen consequenties omdat zij al congruent is met de veiligheidsregio.
Schaalvergroting Meldkamer
In plaats van 25 regionale meldkamers komt er één landelijke meldkamerorganisatie met tien
meldkamers. Deze meldkamers zijn congruent met de indeling van de politie-eenheden in Nederland.
De meldkamers van de drie Gelderse en de twee Overijsselse regio's gaan op in één meldkamer in
Apeldoorn. De landelijke meldkamerorganisatie valt onder de nationale politie. De verwachting is dat
de gehele transitie enige jaren duurt.
In de nieuwe meldkamer zal, in tegenstelling tot nu, een multidisciplinaire intake plaatsvinden. De
beller krijgt dan niet meer de vraag welke hulpdienst (ambulance, brandweer of politie) gewenst is,
maar de vraag wat er aan de hand is. Door strak geprotocolleerde uitvraag is dan snel bekend welke
disciplines met welke materialen ingezet moeten worden. Hiervoor is het huidige geïntegreerde
meldkamersysteem (GMS) niet meer geschikt. In de nabije toekomst wordt het nieuwe nationale
meldkamersysteem (NMS) Europees aanbesteed.
Regionalisering brandweer
Sinds 1 januari 2013 is de regionalisering van de gemeentelijke brandweren in de Veiligheidsregio
Gelderland-Zuid een feit. De nieuwe regionaal commandant geeft leiding aan een brandweerorganisatie van circa 1100 medewerkers, bestaande uit beroepskrachten en vrijwilligers. Er is één
brandweerorganisatie, met twee centrale afdelingen en acht clusters, waardoor de lokale binding
geborgd blijft.
De nadruk bij de brandweer ligt de komende twee jaar op het verder ontwikkelen van de inhoudelijke
sporen risicobeheersing en incidentbestrijding en als gevolg daarvan op de brandweerorganisatie. De
brandweer investeert op het voorkomen van incidenten door het versterken van preventie en op het
stimuleren van de zelfredzaamheid van burgers, organisaties en bedrijven. Op het gebied van
incidentbestrijding ontwikkelt de brandweer naar een brandweerzorg op maat, onder meer gebaseerd
op benodigde slagkracht en een brand- en hulpverleningsrisicoprofiel.
Tussenstand Regionaal Beleidsplan 2012 – 2015
8
Regionale Omgevingsdiensten
Vanaf 1 april 2013 zijn binnen Gelderland-Zuid twee omgevingsdiensten actief, de Omgevingsdienst
Regio Nijmegen (ODRN) en de Omgevingsdienst Rivierenland (ODR). De omgevingsdienst is
verantwoordelijk voor taken op het gebied van milieuvergunningverlening. Daarnaast heeft een groot
aantal gemeenten binnen Gelderland-Zuid ook taken op het gebied van bouw- en woningtoezicht
overgedragen aan de uitvoeringsdiensten. In dat kader verzorgen beide omgevingsdiensten een piket
voor de gemeentelijke processen milieu en bouwen in de geregionaliseerde crisisorganisatie
(bevolkingszorg).
De ODRN verzorgt voor heel Gelderland en Overijssel de vergunningverlening en het toezicht op
bedrijven waar het risicoprofiel erg hoog is en die onder het Besluit Risico Zware Ongevallen vallen.
Ook houdt de ODRN zich bezig met de vergunningverlening voor de complexe bedrijven in
Gelderland. In dit kader zal de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid veelvuldig te maken krijgen met de
ODRN.
Samenwerking Politie Oost-Nederland
Inmiddels is nationale politie een feit en is de Politie Gelderland-Zuid opgegaan in de Politie-eenheid
Oost-Nederland. Met de komst van deze nieuwe politie-eenheid, zal de samenwerking tussen de
Veiligheidsregio Gelderland-Zuid en politie een andere vorm krijgen. De politie-eenheid OostNederland heeft immers te maken met vijf verschillende veiligheidsregio’s. Hoe deze samenwerking
eruit komt te zien is op dit moment onduidelijk. De politie en de veiligheidsregio’s zijn gezamenlijk in
gesprek op welke wijze zij hier invulling aan willen geven, waardoor de belangen van alle partijen tot
zijn/haar recht komen.
Tussenstand Regionaal Beleidsplan 2012 – 2015
9
5. Risicobeheersing
Visie Risicobeheersing 2012-2015
Het zwaartepunt van de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid lag en ligt op het verhogen van het
veiligheidsbewustzijn. Immers door te investeren in de voorkant van de veiligheidsketen; het
voorkomen van onveilige situaties en het beperken en beheersen van mogelijke rampen en crises,
wordt veel leed en schade voorkomen. Hierbij hebben burgers en bedrijven een eigen
verantwoordelijkheid. Dit zwaartepunt zal met name tot uiting komen bij de uitwerking van de thema’s
versterken proactief handelen, zelfredzaamheid & burgerparticipatie en risicocommunicatie. Hierbij zal
het beleid zich in eerste instantie richten op de prioritaire risico’s in de regio Gelderland-Zuid, die
afkomstig zijn uit het risicoprofiel. Pas daarna worden de thema’s uitgewerkt voor de overige risico’s in
de regio.
In onderstaand schema volgt een overzicht van de geplande activiteiten over de periode 2012-2015
zoals voorgesteld in 2012. Aangegeven wordt of deze planning gehaald is (groen) en waar vertraging
is (rood). De blauwe vinkjes geven de planning aan voor 2014 en 2015.
Risicobeheersing
Activiteit
2012
2013
2014
2015
Netwerkmanagement
Onderhouden van het netwerk voor de
advisering ihkv externe veiligheid en
crisisbeheersing.
In kaart brengen en opbouwen van een
netwerk voor advisering fysieke veiligheid
voor prioritaire risico's.
Versterken proactief
handelen
Ontwikkeling van gedragen instrumentarium
voor advisering fysieke veiligheid.
Implementatie van het ontwikkelde
instrumentarium.
Versterken multidisciplinaire advisering
externe veiligheid.
Opzetten en uitvoeren multidisciplinaire
advisering fysieke veiligheid.
Zelfredzaamheid &
burgerparticipatie
Onderzoek mogelijkheden zelfredzaamheid
en burgerparticipatie. Uitwerking in een visie
en een actieplan zelfredzaamheid.
Uitvoering geven aan het actieplan.
Risicoprofiel
Jaarlijkse actualisatie
Herziening risicoprofiel
Tussenstand Regionaal Beleidsplan 2012 – 2015
10
Risicocommunicatie
Update regionaal risicoCommunicatieplan
Uitvoering algemeen risicocommunicatieplan
voor alle gemeenten.
Ondersteuning gemeenten bij objectgerichte
risicocommunicatie ihkv externe veiligheid.
Evenementenbeleid
Opstellen en implementeren landelijke
Handreiking publieksevenementen GHOR.
Actualiseren handreiking
evenementenbeleid.
Uitwerken inzet beperkte capaciteit
hulpverleningsdiensten.
Netwerkmanagement
Vanuit de gemeenteraden is netwerkmanagement als speerpunt aangedragen voor het regionaal
beleidsplan. Het zoeken van samenwerking en verbinding met partners die betrokken zijn bij de
werkzaamheden van de veiligheidsregio is geïntegreerd in de organisatie van VRGZ. Bij veel van de
werkzaamheden en projecten zijn verschillende, in- en externe partners betrokken.
Netwerkmanagement is dus een vanzelfsprekendheid en loopt als rode draad door alle
werkzaamheden en ook door de planvorming heen. Dit geldt ook voor de prioritaire risico’s. Bij bijna
alle risico’s is het netwerk goed in beeld. Alleen het netwerk rondom incidenten met betrekking tot
telecom is niet volledig geborgd. Daar zal de komende twee jaar de aandacht naar uitgaan.
Versterken proactief handelen
Brandweer en GHOR hebben als eerste in Nederland een instrument ontwikkeld voor het opstellen
van een integraal advies voor bestemmingsplannen en structuurvisies van gemeenten. Dit instrument
toetst deze plannen en visies op zowel het veiligheids- als op het gezondheidsaspect en houdt daarbij
rekening met alle regelgeving hieromtrent. Door het inzetten van dit instrument komt er meer nadruk te
liggen op het voorkomen van incidenten doordat potentiële gevaren worden voorkomen in de
ruimtelijke inrichting. De rol van de veiligheidsregio wijzigt daarmee van een meer controlerende rol
naar een adviserende rol.
In 2014 en 2015 wordt er aandacht besteed aan het implementeren van dit instrument. Dit vergt dat
de Veiligheidsregio nieuwe contacten aangaat met die afdelingen binnen gemeenten, die
bestemmingsplannen en structuurvisies ontwikkelen.
Tussenstand Regionaal Beleidsplan 2012 – 2015
11
Zelfredzaamheid
In 2012 is onderzoek gedaan naar nieuwe mogelijkheden om invulling te geven aan zelfredzaamheid
en burgerparticipatie. Dit onderzoek was gelieerd aan de prioritaire risico’s uit het risicoprofiel. Dit
heeft geleid tot een vijftal ontwikkelpunten: aanscherping crisiscommunicatie, verhogen besef
zorgcontinuïteit, implicaties verstoring telecom en ICT, preventiebeleid droogte in natuurgebieden en
een advies voor landelijke aandacht voor de niet- of verminderd zelfredzame zelfstandig wonende
mensen. Aan al deze ontwikkelpunten is in 2013 invulling gegeven.
Daarnaast is het besef ontstaan dat zelfredzaamheid een doel is dat in alle beleidsonderdelen terug
dient te komen. In meerdere programma’s van de VRGZ komt dit onderwerp de komende jaren
daarom aan bod, zoals bijvoorbeeld het programma Brandveilig leven.
Risicoprofiel
De VRGZ heeft in 2011 een risicoprofiel opgesteld aan de hand van een landelijke methodiek. Eind
2013 is gestart met het updaten van dit profiel. De aard van de risicovolle incidenten die de regio kan
overkomen, is de afgelopen jaren niet veranderd.
De VRGZ vult het wettelijk voorgeschreven regionale risicoprofiel aan met het brand- en
hulpverleningsrisicoprofiel. In dit risicoprofiel zoomt de VRGZ dieper in op de risico’s in haar regio en
dan met name op de brandrisico’s. De brandweer voert daarvoor een risico-inventarisatie en analyse
uit. Aan de hand van het brand- en hulpverleningsrisicoprofiel dat daaruit voortvloeit, kan de
brandweer prioriteiten stellen in haar taken op het gebied van risicobeheersing en incidentbestrijding.
Risicocommunicatie
Risicocommunicatie is één van de middelen waarmee het doel zelfredzaamheid wordt gestimuleerd.
Hiervoor wordt gebruik gemaakt van traditionele middelen zoals bijvoorbeeld de Veiligheidswijzer, die
huis aan huis wordt verspreid, waarin risicocommunicatie centraal staat. Maar ook zet de veiligheidsregio minder traditionele middelen in als sociale media. Zo twittert de veiligheidsregio maandelijks
richting gemeenten met een link naar de campagne Gelderland-Zuid Denk Vooruit. Ook faciliteert de
veiligheidsregio de lokale communicatie naar het publiek over NL-Alert. In het platform risicocommunicatie voor de vijf oostelijke veiligheidsregio’s vindt verdere uitwisseling plaats over een
effectieve invulling van risicocommunicatie. Begin 2014 wordt het risicocommunicatiebeleid geüpdatet.
Evenementenbeleid
In 2013 is het evenementenbeleid Gelderland-Zuid vastgesteld, hierin is de landelijke handreiking
publieksevenementen GHOR opgenomen. 2014 en 2015 staan vooral in het teken van de
implementatie ervan. De focus zal daarbij vooralsnog liggen op het ontwikkelen van een digitale
evenementenkalender en de ontwikkeling van een product op basis waarvan de veiligheidsregio
integraal advies kan geven. Daarnaast blijft de veiligheidsregio de gemeenten ondersteunen bij Cevenementen, de gemeenten houden zelf de regie.
De uitwerking van de beperkte hulpverlenings-capaciteit van de politie bij evenementen is een
onderwerp dat door de politie nader wordt bekeken. De uitwerking van dit thema is gelieerd aan het
onderzoek van de politie naar de mogelijkheden om te komen tot een gezamenlijke beleidslijn op dit
onderwerp voor Oost Nederland.
Tussenstand Regionaal Beleidsplan 2012 – 2015
12
De brandweer en risicobeheersing
Vooraan de veiligheidsketen is de meeste winst te behalen. De brandweer richt zich dan ook op het
voorkomen van incidenten, beperken van risico’s en beperken van gevolgen van incidenten. Hieraan
wordt aandacht besteed door niet alleen wettelijke taken uit te voeren, maar ook door een belangrijke
speler te zijn in de niet-wettelijke taken. Vergroten van het risicobewustzijn en stimuleren van
zelfredzaamheid zijn speerpunten, waarbij voorlichting en communicatie aan inwoners, bedrijven en
instellingen belangrijke aspecten zijn, geschaard onder de noemer ‘Brandveilig Leven’. Als gevolg van
de veranderende rol van de brandweer naar zijn partners, wordt deze meer adviserend dan
controlerend.
Tussenstand Regionaal Beleidsplan 2012 – 2015
13
6. Incidentbestrijding
Visie Incidentbestrijding 2012-2015
Hoewel het zwaartepunt van de VRGZ lag en ligt op risicobeheersing en het verhogen van
veiligheidsbewustzijn, is het van groot belang dat de VRGZ daarnaast blijft inzetten op het verder
uitbouwen van het fundament van de crisisorganisatie. Met de wettelijke verplichting tot het opstellen
van het regionaal crisisplan en de daarbij voorgestelde nieuwe landelijke organisatiestructuur, zal de
bestaande organisatiestructuur van de crisisorganisatie in de komende jaren veranderingen
ondergaan, ook in de VRGZ.
Tevens wordt vanuit het Besluit veiligheidsregio’s aangedrongen op een effectievere manier van
informatiedeling ten tijde van een ramp of crisis, het zogenoemde netcentrisch werken. Ook dit heeft
vergaande gevolgen voor de huidige hoofdstructuur van de crisisorganisatie. Het ontwerp en de
implementatie van de nieuwe organisatiestructuur en de informatiedeling voor de rampenbestrijding en
crisisbeheersing in Gelderland-Zuid zal de komende vier jaar dan ook veel aandacht vergen van de
VRGZ.
In onderstaand schema volgt een overzicht van de geplande activiteiten over de periode 2012-2015
zoals voorgesteld in 2012. Aangegeven wordt of deze planning gehaald is (groen) en waar vertraging
is (rood). De blauwe vinkjes geven de planning aan voor 2014 en 2015.
Incidentbestrijding
Activiteit
2012
2013
2014
2015
Planvorming
Check actualiteit en juistheid rampbestrijdingsplannen BRZO bedrijven en
hoogwater en dijkdoorbraak.
Onderzoeken welke planvorm beste bij
welk scenario past en hiervoor
vervolgens formats voor ontwikkelen.
Ontwikkelen smartcards
Crisisplan
Opstellen crisisplan
Implementeren crisisplan
Crisiscommunicatie
Verder professionaliseren van de
regionale pool en de andere actoren
met een rol in de crisiscommunicatie
Meldkamer
Intensivering multidisciplinaire
samenwerking
Monitoren landelijke ontwikkelingen
Opleiden en oefenen
Implementeren regionaal beleidsplan
Multidisciplinair Opleiden, Trainen,
Oefenen en Borgen (MOTOB)
Tussenstand Regionaal Beleidsplan 2012 – 2015
14
Planvorming
Van de vijf rampbestrijdingsplannen voor BRZO bedrijven zijn er drie geactualiseerd en vastgesteld,
waaronder het rampbestrijdingsplan hoogwater en dijkdoorbraak. Begin 2014 worden de overige twee
vastgesteld. Daarnaast komt er in 2014 een zesde rampbestrijdingsplan bij voor Kuehne + Nagel.
Bij vaststelling van het beleidsplan werd er vanuit gegaan dat de rampbestrijdingsplannen eens in de
drie jaar geactualiseerd en vastgesteld moesten worden. Volgens de wet blijkt dit niet het geval. Eens
in de drie jaar moeten de rampbestrijdingsplannen bezien worden om na te gaan of de inhoud nog
actueel is en of een aanpassing nodig is. Dit vergt minder inspanning dan een complete actualisatie.
Smartcards, zeer korte, praktische samenvattingen van plannen, zijn vanwege beperkte capaciteit niet
ontwikkeld. Wel zijn aan de rampbestrijdingsplannen en incidentbestrijdingsplannen, checklists
toegevoegd, die kunnen ondersteunen in de warme fase.
Implementatie crisisplan
Het Regionaal Crisisplan Gelderland-Zuid is eind 2013 geüpdatet. De grootste aanpassing betrof de
invoering van GRIP 5 en GRIP Rijk. De overige aanbevelingen van de Commissie Bruinooge worden
op dit moment verder uitgewerkt.
De implementatie van het crisisplan verloopt volgens planning. Voor de politie had het crisisplan de
minste impact. Immers hun manier van werken is in grote lijnen overgenomen. De brandweer heeft de
gewijzigde structuur van het crisisplan doorgevoerd. De GHOR heeft inmiddels alle processen,
kwalificatieprofielen en taakkaarten beschreven en is gestart met het opleiden van medewerkers
volgens de nieuwe structuur. De implementatie van het crisisplan heeft bij Bevolkingszorg geleid tot
een regionale organisatie.
Na het ontwerp van de verschillende processen en de vastlegging daarvan, ligt de nadruk nu op
opleiden van het personeel in de nieuwe structuur. De komende jaren wordt het laatste deel van de
teamleiders geworven en opgeleid en deelplannen geschreven. Daarnaast wordt het regionaal CRIB
vervangen door het landelijk SIS. Per 1 januari 2015, zo is de planning, zal de nieuwe structuur een
feit zijn. Dan is het belangrijk om te blijven investeren in kennis en kunde om zo effectief en efficiënt
mogelijk te kunnen werken.
Crisiscommunicatie
De crisiscommunicatie-organisatie heeft zich de afgelopen twee jaren verder geprofessionaliseerd. In
oktober 2013 is het ‘Programma versterking crisiscommunicatie’ door het bestuur vastgesteld en is
besloten de functies AC Communicatie, BT adviseur en ROT adviseur op hard piket te zetten. De
komende twee jaren ligt de nadruk op het herplaatsen van functionarissen op basis van de
kwalificatieprofielen van GROOTER en het gericht opleiden van deze mensen.
Meldkamer
Voor het inrichten van de meldkamers in Nederland wordt een kwartiermaker, afkomstig van de politie,
aangesteld. Deze kwartiermaker zal worden geadviseerd door een multidisciplinair adviesorgaan
samengesteld uit een functionaris van de brandweer, ambulancedienst, politie, bevolkingszorg en een
multidisciplinaire-vertegenwoordiger. Gezamenlijk zullen zij bepalen hoe de toekomstige meldkamers
eruit zullen zien en zullen gaan werken. De wens voor de inrichting van de organisatie voor de
totstandkoming van de meldkamer Oost-Nederland is een afgeleide van de landelijke structuur.
Namelijk een kwartiermaker die geadviseerd wordt door een multidisciplinaire club, met uit alle regio’s
een afgevaardigde.
Tussenstand Regionaal Beleidsplan 2012 – 2015
15
Opleiden en oefenen
Het huidige Multidisciplinaire Opleidings-, Trainings- en Oefenbeleidsplan loopt tot eind 2013. In 2014
wordt een nieuw plan opgesteld. Tot die tijd wordt het beleid en de manier van werken zoals
beschreven in het huidige plan, voortgezet. De jaarplanningen worden gemaakt op basis van dit
Multidisciplinaire Opleidings-, Trainings- en Oefenbeleidsplan. Hierdoor ontstaat er een koppeling
tussen bijvoorbeeld de prioritaire risico’s uit het risicoprofiel en de oefeningen.
Tussenstand Regionaal Beleidsplan 2012 – 2015
16
7. Herstel
Visie Herstel 2012-2015
De taken in de herstelfase zijn binnen de VRGZ op lokaal niveau, dat wil zeggen in de gemeenten,
georganiseerd. Juist in deze fase moet de gemeente in de gelegenheid zijn om adequaat te kunnen
communiceren met inwoners en bedrijven. De lokale politiek speelt hierbij een belangrijke rol. Omdat
alle gemeenten tegen eenzelfde situatie kunnen aanlopen, is een regionale aanpak vanuit efficiency
oogpunt wenselijk. De veiligheidsregio zal daarom in samenwerking met de gemeenten, op regionaal
niveau beleid ontwikkelen op het gebied van herstel. Daarnaast heeft de veiligheidsregio de ambitie
om de overgang van acute, naar herstelfase, meer geleidelijk te laten verlopen.
In onderstaand schema volgt een overzicht van de geplande activiteiten over de periode 2012-2015
zoals voorgesteld in 2012. Aangegeven wordt of deze planning gehaald is (groen) en waar vertraging
is (rood). De blauwe vinkjes geven de planning aan voor 2014 en 2015.
Herstel
Activiteit
2012
2013
2014
2015
Preparatie herstel
Netwerk herstel in kaart brengen
Nazorgorganisatie op hoofdlijnen in
kaart brengen.
Verzamelen expertise en kennis met
betrekking tot herstel
Netwerk
Eind 2013 wordt het in kaart brengen van het netwerk herstel afgerond. Daarna zal het netwerk
moeten worden onderhouden. Dit is een vast onderdeel, een uitgangspunt bij het werken van de
veiligheidsregio. Bij veel van de werkzaamheden en projecten zijn verschillende, in- en externe
partners betrokken. Netwerkmanagement is dus een vanzelfsprekendheid en loopt als rode draad
door de werkzaamheden en planvorming heen.
Expertise Herstel
Het project GROOTER heeft onlangs het ‘plan van aanpak nafase’ opgeleverd. In dit document is alle
expertise en kennis met betrekking tot herstel verzameld. Dit plan van aanpak is onder alle gemeenten
van Gelderland-Zuid verspreid. Hiermee komen de activiteiten die gepland waren voor 2014 en 2015
te vervallen.
Tussenstand Regionaal Beleidsplan 2012 – 2015
17
8. Informatiemanagement
Visie
Het zwaartepunt van het informatiemanagementbeleid voor de operationele informatievoorziening van
de VRGZ lag bij de implementatie van netcentrisch werken en de inrichting van de organisatie
daaromheen. De werkwijze en inrichting van die organisatie wordt vastgelegd in het regionaal
crisisplan. Een belangrijk uitgangspunt dat de VRGZ daarbij hanteert, is om zoveel mogelijk aan te
sluiten op de landelijke ontwikkelingen, om zo landelijke uniformiteit na te streven.
In de jaren 2012-2015 worden verbeteringen in het informatieproces stap voor stap gemaakt,
beginnend met het in gebruik nemen van het landelijk crisismanagementsysteem. Uiteindelijk zal eind
2015 het crisisplan volledig zijn geïmplementeerd en daarmee de interregionale en regionale
uitwisseling van informatie eenvoudig en soepel verlopen.
In onderstaand schema volgt een overzicht van de geplande activiteiten over de periode 2012-2015
zoals voorgesteld in 2012. Aangegeven wordt of deze planning gehaald is (groen) en waar vertraging
is (rood). De blauwe vinkjes geven de planning aan voor 2014 en 2015.
Informatiemanagement
Activiteit
2012
2013
2014
2015
Algemeen beleid
informatiemanagement en ICT
Opstellen meerjaren visie op informatie
Ontwerp en inrichting ICT organisatie
VRGZ (vanwege regionalisering
brandweer en reorganisatie VRGZ)
Informatiemanagement bij
incidentbestrijding
Invoeren crisismanagementsysteem in
het kader van netcentrisch werken
Implementatie netcentrisch werken
Netcentrisch werken implementeren in
crisisplan
Invoeren landelijke
meldingsclassificaties op de meldkamer
Invoering nationaal meldkamer systeem
(NMS)
Invoeren digitale bereikbaarheidskaart
Tussenstand Regionaal Beleidsplan 2012 – 2015
18
Algemeen beleid informatiemanagement en ICT
In het kader van de regionalisering van de brandweer is de VRGZ gestart met het beheer van de ICTwerkplekken van het brandweerpersoneel over te nemen. Hierdoor ontstaat een gezamenlijke
informatievoorziening voor alle sectoren. Vanwege de toegenomen complexiteit en het grote aantal
locaties is besloten het technisch beheer van de ICT uit te besteden bij een externe ICTdienstenleverancier. De migratie van het netwerk loopt door tot in 2014. In 2015 wordt de
implementatie van een aantal systemen afgerond en wordt de regie gepakt op de architectuur.
Informatiemanagement bij Incidentbestrijding
Met de invoering van het Landelijk Crisis Management Systeem (LCMS) in 2011 is netcentrisch
werken in de VRGZ een feit. Landelijk wordt gewerkt aan verdere doorontwikkeling van LCMS. Bij de
overgang van de meldkamer naar Apeldoorn moet de VRGZ bekijken in hoeverre zij het grafische deel
van LCMS overnemen. De VRGZ wijkt af van de landelijke grafische standaard, omdat in de VRGZ
reeds werd gewerkt met City Gis voor andere applicaties. De invoering van het NMS is uitgebleven,
omdat het NMS nog niet is opgeleverd.
In 2014 start de brandweer met de doorontwikkeling op het gebied van informatiemanagement bij
incidentbestrijding voor de gehele brandweer in Gelderland-Zuid.
Informatiemanagement bij risicobeheersing
De komende periode zal informatiemanagement bij risicobeheersing zich gaan richten op het
organiseren van de informatiestromen. Door de regionalisering komt de brandweer meer op afstand te
staan van gemeenten. De overstap van de brandweer naar één informatiesysteem, maakt het mogelijk
om de producten van de brandweer te uniformeren en kwalitatief te verbeteren over de gehele regio.
Dit betekent dat de verhouding met de gemeenten anders zullen worden dan voorheen. Dit kan van
invloed zijn op onder andere vergunningsverleningsprocessen. Hierover moeten afspraken worden
gemaakt met regionale omgevingsdiensten en gemeenten.
Tussenstand Regionaal Beleidsplan 2012 – 2015
19
9. Kwaliteitszorg en kennismanagement
Visie Kwaliteitszorg en kennismanagement 2012-2015
Binnen de VRGZ verschillen de organisatieonderdelen in ontwikkelingsniveau ten aanzien van
kwaliteit. Zo beschikken de GHOR en RAV reeds over een gecertificeerd kwaliteitszorgsysteem, terwijl
de overige sectoren nog in de opstartfase zitten. Deze verschillen zijn aanvaardbaar omdat er sprake
is van verschillende karakters van de sectoren. Er moet echter wel sprake zijn van een
gemeenschappelijk basisniveau waar alle organisatieonderdelen aan moeten voldoen. Daarom streeft
VRGZ er naar om in 2014 naast een multidisciplinair systeem voor prestatiesturing een
kwaliteitszorgsysteem van de brandweer te hebben geïmplementeerd. Daarnaast wordt de nadruk
gelegd op het verder uitbouwen van het regionaal multidisciplinair leeragentschap en het
professionaliseren van de evaluatiesystematiek.
In onderstaand schema volgt een overzicht van de geplande activiteiten over de periode 2012-2015
zoals voorgesteld in 2012. Aangegeven wordt of deze planning gehaald is (groen) en waar vertraging
is (rood). De blauwe vinkjes geven de planning aan voor 2014 en 2015.
Kwaliteitzorg en
kennismanagement
Activiteit
2012
2013
2014
2015
Kwaliteitszorg
Instellen kwaliteitsplatform (multi)
Afstemming kwaliteitssystemen
Veiligheidsregiobreed
Prestatiemeting (Project Aristoteles)
Kwaliteitstoetsing (Project Cicero)
Kennismanagement
Regionaal multidisciplinair
leeragentschap
Verder uitwerken leeragentschap
Evalueren professionaliseren
Kwaliteitszorg
Instellen veiligheidsregiobreed kwaliteitsplatform en Afstemming van kwaliteitssystemen
Het kwaliteitsplatform VRGZ is sinds 2012 actief en heeft als doel om verbinding en samenhang te
bereiken en behouden tussen alle kwaliteitswerkzaamheden en ontwikkelingen binnen de VRGZ. Dit
is nodig omdat het kwaliteitssysteem VRGZ modulair is opgebouwd. Dat wil zeggen dat elke sector
voor de borging van de eigen kwaliteit zorgt. Het geheel van deze systemen zorgt ervoor dat de
kwaliteit van alle processen van de VRGZ geborgd zijn. Door regelmatig audits en metingen uit te
voeren, wordt het kwaliteitsniveau bewaakt. De basis voor kwaliteitszorg binnen de VRGZ is
vastgelegd in het visiedocument "Kwaliteit VRGZ". Daarin wordt de focus gelegd op het beheersen en
verbeteren van het bereikte kwaliteitsniveau en het leren van incidenten.
Tussenstand Regionaal Beleidsplan 2012 – 2015
20
Prestatiemeting
Het beheersen- en verbeteren van kwaliteit begint met inzicht in de prestaties. De focus van
kwaliteitszorg ligt daarom bij de Check-fase van de PDCA-cyclus. Dit is te splitsen in twee
hoofdsporen: het spoor van de kwantitatieve en van de kwalitatieve meting. Kwantitatieve meting
omvat alle activiteiten om te komen tot een dashboard met stuurinformatie voor het management. In
2013 is een start gemaakt met het ontsluiten van brongegevens van de sector RAV, sector Brandweer
en Financiën. Het doel voor 2014 is om ook bij de andere sectoren een dashboard te implementeren
voor het management waarop operationele- en bedrijfsvoeringsinformatie samenkomen.
Kwaliteitstoetsing
Het spoor van de kwalitatieve meting omvat alle werkzaamheden die te maken hebben met het
uitvoeren van audits. Deze metingen worden door het multidisciplinair auditteam op operationeel,
tactisch en strategisch niveau uitgevoerd. Thema's die vooralsnog voor 2014 staan gepland zijn audits
bij de sector RAV en GHOR ten behoeve van de HKZ-certificering en bij de sector Brandweer op het
gebied van materieelbeheer en vakbekwaamheid.
Regionaal multidisciplinair leeragentschap
Het multidisciplinair leeragentschap heeft de afgelopen twee jaar het huidige werk gecontinueerd.
Nieuwe werkzaamheden zijn niet opgepakt vanwege beperkte capaciteit. Deze staan voor 2014 en
2015 op de planning.
Tussenstand Regionaal Beleidsplan 2012 – 2015
21
Bijlage: Niet-wettelijke adviestaak
Algemeen
De Wet veiligheidsregio’s geeft aan welke taken en bevoegdheden aan het bestuur van de
veiligheidsregio worden overgedragen. Niet alleen het adviseren van het bevoegd gezag over risico’s
van branden, rampen en crises in de bij of krachtens de wet aangewezen gevallen – in die gevallen is
sprake van het bestuur van de veiligheidsregio als wettelijk adviseur – maar ook het adviseren op de
gevallen zoals aangegeven in het regionaal beleidsplan (als niet-wettelijk adviseur).
Het beleidsplan moet onder andere een beschrijving van deze niet-wettelijke adviesfunctie bevatten.
Wanneer wordt gesproken over de niet-wettelijke adviestaak, gaat het om de adviestaak van de
brandweer op grond van de wet waarbij de brandweer geen verplichte wettelijk adviseur is (maar wel
een wettelijke taak vervult). Dat bij het bestuur van de veiligheidsregio een adviserende taak is belegd
op o.a. het gebied van brandpreventie is evident.
Het bestuur van de veiligheidsregio kan gemeenten, provincies en andere bestuursorganen gevraagd
en ongevraagd adviseren over risico’s op het terrein van branden, ongevallen, rampen en crises. Dit
advies gaat uit van de bestaande risicosituatie in het betreffende gebied. Brandveiligheidsaspecten
zijn terug te vinden op het terrein van de Woningwet en aanverwante regelgeving als het Bouwbesluit
2012, Bouwverordening, brandbeveiligingsverordening, APV, de Wet milieubeheer en de Wet
ruimtelijke ordening.
Niet-wettelijke adviestaak
Gelet op het maatschappelijk belang van brandveiligheid en de aan de veiligheids-regio toevertrouwde
belangen, richten de inspanningen van het bestuur van de veiligheidsregio zich hoofdzakelijk op het
adviseren en ondersteunen van (lokale en provinciale) bestuursorganen met betrekking tot
vraagstukken op het gebied van brandveiligheid:






Advisering in het kader van aanvragen omgevingsvergunning bouwen (waarbij toetsing
plaatsvindt aan o.a. het Bouwbesluit 2012 en de bouwverordening), daaronder tevens
begrepen advisering in het kader van gelijkwaardigheid
Advisering in het kader van aanvragen omgevingsvergunning brandveilig gebruik en
gebruiksmeldingen, daaronder tevens begrepen advisering in het kader van gelijkwaardigheid
Advisering – voor zover daar geen sprake is van een taak als wettelijke adviseur –op het
terrein van aanvragen omgevingsvergunning milieu en ruimtelijke ordening (denk bijvoorbeeld
aan vraagstukken op het gebied van bluswatervoorziening, verkeer, bereikbaarheid en
zelfredzaamheid).
Advisering op aanvragen evenementenvergunningen en APV-vergunningen voor zover het
aspect brandveiligheid aan de orde is.
Advisering in het kader van de Routering gevaarlijke stoffen (op grond van een verzoek tot
ontheffing).
Advisering op aanvragen gebruiksvergunning inrichtingen (Bbv).
Daarnaast levert de veiligheidsregio een belangrijke bijdrage leveren in het ondersteunen van het
bevoegd gezag op het gebied van hun verantwoordelijkheid voor toezicht op de naleving en
handhaving van bouwregelgeving en advisering daaromtrent door:

Het geven van voorlichting aan particulieren, instellingen en organisaties op het gebied van
brandveiligheid, tegenwoordig ook wel aangeduid onder de noemer ‘Brandveilig leven’.
Voorlichting in de brede zin van het woord omdat deze meer dan voorheen zal richten op het
activeren en begeleiden van maatschappelijke partners om zodoende een ontwikkeling naar
een netwerkorganisatie in gang te zetten.
Tussenstand Regionaal Beleidsplan 2012 – 2015
22






Het uitvoeren van controles op de naleving van brandveiligheidsvoorschriften bij
bouwprojecten (voortvloeiend uit aanvraag omgevingsvergunning bouwen), onder regie van
de gemeente dan wel regionale uitvoeringsdienst.
Het uitvoeren van controles, onder regie van de gemeente, op de naleving van vigerende
gebruiksvergunningen en vigerende gebruiksmeldingen.
Het uitvoeren van controles, onder regie van de gemeente, op basis van (nieuwe)
gebruiksmeldingen.
Het uitvoeren van controles, onder regie van de gemeente, op de naleving van brandveilig
gebruik van bouwwerken en inrichtingen.
Het afhandelen van klachten en meldingen met betrekking tot brandveiligheid.
Deelname aan gemeentelijke projectteams bij grootschalige projecten, dan wel
multidisciplinaire overlegvormen.
Belang adviesrol brandweer
Om de schakels van de ‘veiligheidsketen’ op elkaar af te stemmen en in samenhang te beoordelen is
kennis nodig van de mogelijkheden en beperkingen van het optreden van brandweer en hulpdiensten,
op lokaal en regionaal niveau. De veiligheidsregio is zelf ook direct belanghebbende bij een goede
afstemming, omdat deze bepalend is voor een adequate en (arbeids-)veilige inzet van
brandweerpersoneel en personeel van de hulpdiensten. De (brand)veiligheidsvoorzieningen die
aangebracht worden in het kader van vergunningen zijn vaak voorwaardenscheppend voor, of een
hulpmiddel, bij een inzet. Alleen al om die redenen zal de veiligheidsregio bij advisering en de
voorbereiding van besluitvorming moeten worden betrokken om daarmee ook een informatieafhankelijke rol ten opzichte van andere organisaties te voorkomen.
Toekomstige ontwikkelingen
De Veiligheidsregio zal in het kader van onder meer een terugtredende overheid (deregulering),
2
bezuinigingen in de overheidssector en ontwikkelingen in ons maatschappelijk bestel , blijvend
moeten zorgen voor kwalitatief hoogwaardige advisering. Het bevoegd gezag is immers gebaat bij
deskundige advisering door de brandweer aangezien dit uiteindelijk ten goede komt aan zorgvuldige
besluitvorming door het bestuur.
Ten aanzien van de opkomst van private toetsing en toezicht dient opgemerkt te worden dat private
partijen de taak van de veiligheidsregio niet geheel kunnen overnemen, gelet op de maatschappelijke
belangen en –taken die aan de veiligheidsregio zijn toevertrouwd (dit op grond van de huidige Wet
veiligheidsregio’s). Het beoordelen van complexe risico’s, toezicht op de kwaliteit van bestaande bouw
en handhaving van wet- en regelgeving zal na verwachting het domein van de overheid.
2
Relevant is hierbij mede het advies van de commissie Dekker in 2008 aan het kabinet. Dit advies
heeft de insteek ‘’Privaat wat kan, publiek wat moet’’
Tussenstand Regionaal Beleidsplan 2012 – 2015
23