Preek in Microsoft Word of PDF formaat lezen of

Handreiking
bij de prekenserie over
De Heilige Geest
Zondag 20 HC
Gereformeerde Kerk Vrouwenpolder
voorjaar 2008
Dr Dirk Griffioen
2
3
PERSOON EN WERK VAN DE HEILIGE GEEST
1. De namen van de Heilige Geest
Al in het begin, bij de schepping wordt de Geest, de Geest van God
genoemd, Genesis 1,2. We vinden die naam ook in het evangelie
van Lucas: de Geest des Heren, Lucas 4,18, Jesaja 61,1-2, 58,6.
Dat wordt door Jesaja geprofeteerd en Jezus zegt dat van zichzelf:
Hij is gezalfd met de Heilige Geest en van Jezus wordt gezegd dat
Hij vervuld was van de Heilige Geest. Vgl. wat de apostel zegt van
de Geest van onze God, 1 Korintiërs 6,11: “... maar u bent
gereinigd, u bent geheiligd, u bent rechtvaardig verklaard in de
naam van de Heer Jezus Christus en door de Geest van onze God.”
a. In Jesaja 61,1 staat het zelfs de nog uitgebreidere titel: de
Geest van God de HEER. Letterlijk: de Geest van de Heer
Jahwe (Adonai Jahwe). De Heer, de God die er ís, Hij is er
óók met zijn Geest! In Matteüs 10,20 spreekt Jezus tegen
zijn leerlingen dat ze geen zorgen hoeven te maken over wat
ze zeggen moeten ter verdediging tegen rechters die hen
gevangen namen, want “het is de Geest van jullie Vader die
in jullie spreekt”. In Psalm 139,7 (NGB) roept David uit:
“waar zou ik heengaan voor uw Geest?” Wij kúnnen de
Persoon en het Werk van de Geest niet vermijden, laat staat
ontlopen) De Heilige Geest is de Geest van God. In
Romeinen 8,11 gebruikt Paulus ook die uitdrukking: het is
‘de Geest van Hem (God) die Jezus uit de doden heeft
opgewekt die in u woont’. Het is God die door de kracht van
de Heilige Geest Jezus uit de doden heeft opgewekt. (Vgl DL
hst 5 over de wedergeboorte als nieuwe schepping!) Deze
Schriftwoorden onderstrepen dat eeuwige en persoonlijke
relatie van de Heilige Geest met de Vader.
b. Als tweede opvallende omschrijving van de titels van de
Heilige Geest noem ik het verband tussen de Heilige Geest
en God de Zoon. Denk maar aan die tekst uit Romeinen 8,9:
wie zich niet laat leiden door de Geest van Christus, die
behoort Christus ook niet toe! En aan de Galaten, Gal 4,6
schrijft hij: “God heeft ons de Geest van zijn Zoon gegeven”,
vgl. Handelingen 5,9: “de Geest van de Heer”.
c. Als derde groep van namen noem ik de directe en
persoonlijke titels van de Heilige Geest. In Romeinen 1,4
wordt van Jezus gezegd dat hij als mens voorgekomen is ‘uit
het nageslacht van David’, maar “aangewezen als de Zoon
4
van God en door de Heilige Geest bekleed met macht toen
Hij, Jezus Christus, onze Heer, opstond uit de dood.”
d. Soms wordt de Heilige Geest kortweg ‘de Heilige’ genoemd.
“U bent gezalfd door de Heilige”, schrijft de apostel
Johannes, 1 Johannes 2,20. Hij schrijft het aan álle
gemeenteleden, zijn broeders en zusters die ‘in Christus
zijn’.
e. In Hebreeën 9,14 wordt de Geest “de eeuwige Geest”
genoemd.
f. Wie één is met Jezus Christus, schrijft Paulus in Romeinen
8,2, wordt niet meer veroordeeld, want “de wet van de
Geest die in Christus Jezus leven brengt, heeft u bevrijd van
de wet van de zonde en van de dood.” De Geest is de Geest
die leven brengt. Dat is de ‘Geest der waarheid’, Johannes
14,17.
2. De Geest als Schepper
* De Geest van God - zweefde over de (chaotische) wateren van de
aarde, nadat God bij de Schepping, in het begin, de aarde
geschapen had. (Genesis 2,1 - een storm van God joeg over de
wateren → maar de ‘energie van God’, Gods Geest schept
overvloedig en maakt orde in de ‘chaos’)
* Gods Geest (= de Adem van God) schiep de mens (blies de adem
in z'n neus -> ze werd de mens een 'geestig' wezen)
De adem van de Almachtige doet mij leven, zei Job (Job
33,4)
Gods Geest heeft de wereld geschapen 'door de adem
van zijn mond (hebr. ruach = adem òf geest) (Psalm
33,6).
(In NT is Geest de vertaling van "pneuma", lett. lucht,
adem).
* De Geest is de Verwekker van het leven. En Hij houdt zijn
Schepping in stand. De Geest is de ‘levend-maker’ → wedergeboorte → nieuwe schepping → bekering → dagelijkse vernieuwing
* De Geest van God is Gods onvernietigbare kracht ↔ de zwakheid
van het geschapene en de nietigheid van de mens (Psalm 51,13;
Jesaja 63,10; Handelingen 2,4-5)
5
* Bij het sterven keert de 'geest' (ruach) van de mens terug tot
God, Prediker12,7.
3. De Persoon van de Heilige Geest
1. Persoonlijke eigenschappen van de Geest van God:
1. Hij spreekt tot David, 2 Samuël 23,2
2. Hij onderwijst de profeet, geeft inzicht, Nehemia 9,20
3. Hij (‘de goede Geest’) leidt langs een veilige weg (let.
'in een effen land'), Psalm 143,10
4. Het volk krenkt de Heilige Geest, Jesaja 63,10.
5. De Geest blijft op de mens of gaat van hem weg,
Psalm 51,13, vgl. 1 Samuël 16,13
2. De Geest als Persoon woont in mensen (→ de adem van
God)
De Geest is dus zó dicht bij ons, dat Hij in ons wil wonen. We
kunnen slechts verbonden zijn met God (→ wandelen met
God) door de kracht van de Geest.
3. De Heilige Geest is een Persoon met een eigen Goddelijke
Identiteit. Jezus zegt dat de Heilige Geest zal leren alles van
Hem in herinnering te brengen, Johannes 14,26; In Johannes
15,15 zegt Jezus “Ik noem jullie geen slaven meer ... maar
vrienden noem ik jullie, omdat ik alles wat Ik van de Vader
heb gehoord, aan jullie bekendgemaakt heb.” Het werk van
de Geest van de waarheid zal onder andere bestaan uit pleit
bezorgen, namelijk getuigen over Jezus Christus, Johannes
15,26-27. Hij zal dus getuigen van Jezus, Johannes 15,26; en
overtuigen, Johannes 16,8. Hij zal de weg in de waarheid
wijzen en verkondigen, Johannes 16,13-14. Als deze
activiteiten wijzen er onweerlegbaar op dat de Heilige Geest
een Persoon is, een goddelijk Persoon. Sommige sektes
leren dat de Heilige Geest een of andere onpersoonlijke
goddelijke kracht is, maar de Bijbel leert, dat Hij een Persoon
is, net als de Vader en de Zoon. Jezus zei: "De Geest der
waarheid zal jullie, waneer Hij komt, de weg wijzen naar de
volle waarheid; Hij zal niet namens Zichzelf spreken, maar Hij
zal zeggen wat Hij hoort en jullie bekendmaken wat komen
gaat,” Johannes 16,13.
4. De Geest is uitgezonden. De Vader zendt de Geest (in deze
hoofdstukken van het evangelie van Johannes steeds
Parakleet genoemd, Pleitbezorger, want Hij is Degene die
bijstaat, Trooster) op het gebed van de Zoon, Johannes
6
14,16. De Vader stuurt de Heilige Geest in de naam van de
Zoon, Johannes 14,26. Ook zegt Jezus dat Hij de Geest zal
zenden, Johannes 16,7. Vandaar de belijdenis van Nicea:
"...die van de Vader en de Zoon uitgaat..." Door de Persoon
van de Geest komt het werk van de Vader en de Zoon ons
ten goed. Door de Geest leren wij Christus kennen en de
Geest leidt ons naar de Vader.
4. De leer van de Drie-eenheid
God de Vader, God de zoon en God de Heilige Geest, elk
gelijkwaardig en eeuwig, de ene ware God – is moeilijk te
begrijpen, en zeker niet te verklaren. Toch is het de werkelijke
basis voor het christelijke geloof. Ondanks een wiskundige
onmogelijkheid, is het een fundamentele leerstelling van de Bijbel
en ten diepste realistisch, zowel proefondervindelijk als in
theologisch-wetenschappelijk opzicht.
Zowel het Oude Testament als het Nieuwe beschrijft de Eenheid en
de Drie-eenheid van de Godheid. De gedachte, dat er maar één God
is, die alles maakte, wordt regelmatig benadrukt in Schriftgedeeltes
als Jesaja 45,18
"Dit zegt de HEER,
die de hemel geschapen heeft – hij is God! –,
die de aarde gemaakt en gevormd heeft
en die haar heeft gegrondvest –
niet als chaos schiep hij de aarde,
maar om te bewonen heeft hij haar gevormd:
Ik ben de HEER, er is geen ander."
Een voorbeeld uit het Nieuwe Testament is Jakobus 2,19
"U gelooft dat God énige is? Daar doet gij wel aan.
Maar de demonen geloven dat ook, en zij sidderen."
De drie personen van de Godheid worden tezelfdertijd beschreven
in Bijbelgedeeltes als Jesaja 48,16:
"Kom naderbij en luister hiernaar.
Van meet af aan heb ik openlijk gesproken,
vanaf het begin van de geschiedenis was ik erbij.
– God, de HEER, heeft mij gezonden, met zijn geest."
De spreker in dit vers is duidelijk God en toch zegt Hij dat Hij
gezonden werd, zowel door de Heer God (dat is de Vader) als door
zijn Geest (dat is de Heilige Geest).
7
In het Nieuwe Testament is de leer van de Drie-eenheid duidelijk in
een vers als Johannes 15,26 waar de Heer Jezus zegt:
"Wanneer de Pleitbezorger komt, die Ik van de Vader
naar u zenden zal, de Geest van de waarheid die van
de Vader komt, zal die over mij getuigen."
Verder is er de doopformule:
"... doop hen in de naam van de Vader, en van de
Zoon en van de Heilige Geest", zegt Jezus, Matteüs
28,19
Eén naam (God) – toch drie namen van drie goddelijke Personen:
Vader, Zoon en Heilige Geest!
5. Het Werk van de Heilige Geest
In Numeri 11,17 worden 70 mannen (oudsten en opzieners)
toegerust met de Geest van God. De rechter Simson werd vervuld
met de Geest, Rechters 14,6. De Geest greep hem aan, Rechters
14,19; 15,14.
In het leven van koning Saul zien we dat de Geest van God hem
aangrijpt en hem zelfs in geestvervoering brengt, 1 Samuël 10,10;
én dat de Geest van God van hem wijkt → een boze geest neemt
bezit van Saul, 1 Samuël 17,14. De reden is: ongehoorzaamheid
aan God.
De Geest is zeer gevoelig voor zonde: als mensen ongehoorzaam
worden tegenover God, wijkt Hij.
De profeten wijzen op de nieuwe tijd, waarin de Geest bijzonder
werkzaam zal zijn, Ezechiël 36,26-27; Joël 2,28-32 (NBV: Joël
3,1-5). De Geest zal op een bijzondere innige manier verbonden
zijn met de Knecht des Heren (= Jezus Christus) die zondige
mensen zal vernieuwen tot kinderen van God.
In het OT zijn er met de Geest gezalfde profeten, priesters en
koningen. Na Christus' kruis en opstanding zal de Geest continu
(onafgebroken) en absoluut (in grote volheid) aanwezig zijn in
mannen en vrouwen.
6. Christus en de Geest - De Geest en Christus
De Geest kan nooit losgemaakt worden van God de Vader en God
de Zoon.
8
* De Geest verwekt Jezus in de schoot van Maria (= ontvangenis
van de Heilige Geest), Matteüs 1,18.20; Lucas 1,35.
* Bij de doop van Jezus in de Jordaan daalt de Geest op Jezus neer
in de gedaante van een duif → toegerust voor zijn grote taak, Lucas
3,22. (Duif is aankondiger van de heilstijd - vgl Noach en de ark)
De Geest blijft op Jezus, blijft in Hem wonen, Johannes 1,33)
* Jezus ontvangt de Geest overvloedig, en dus kan Hij de Woorden
van God spreken, Johannes 3,34.
* Door de kracht van de Geest werpt Jezus demonen uit, Matteüs
12,28.
* Christus is door de Heilige Geest verheerlijkt door zijn opstanding
uit de doden, Hebreeën 9,14.
* De Geest verklaart Jezus als de Zoon van God in kracht toen Hij
opstond uit de dood, Romeinen 1,4 (lett. dunamis, vgl. dynamisch,
dynamiek). Waar God werkzaam ik in Jezus, daar is de kracht van
de Geest (= pneuma, ‘lucht, wind’)
* Christus is de Uitdeler van de Geest, zoals Johannes zegt:
"Wanneer je ziet dat de Geest op iemand neerdaalt en blijft rusten,
dan is het degene die doopt met de Heilige Geest", Johannes 1,33
* Wij kunnen de Geest alleen ontvangen als de Geest van Christus.
"Ik wil maar één ding van u weten: hebt u de Geest ontvangen
door de wet na te leven of door te luisteren en te geloven?", zegt
Paulus in Galaten 3,2.
* Voor ons geloof kan Christus niet losgemaakt worden van de
Geest en de Geest is het die ons aan Christus bindt.
7. De Heilige Geest en wij
Jezus heeft beloofd: De Heilige Geest zal bij ons blijven en in ons
zijn, Johannes 14,17.
De Geest wordt uitgegoten ‘over al wat leeft', Joël 3,1-5 (NBV):
'ieder mens'. Wie de Zoon afwijst, kan ook de Geest niet
ontvangen, Johannes 3,36.
9
Christus was vervuld van de Geest én tegelijk zond Hij de Geest uit.
Wij kunnen slechts vervuld zijn van de Geest.
De Geest wil in ons wonen, als wij maar in Christus blijven.
8. Heilige Geest – gaven en vruchten
In 1 Korintiërs 12-14 worden allerlei gaven genoemd die gelovigen
kunnen ontvangen en bezitten. Deze worden met verschillende
namen genoemd: ‘gaven van de Geest’ (1 Kor 12,1); de
werkzaamheden van de werkzaamheden van de Geest (1 Kor 12,7);
er moet gestreefd worden naar ‘de gaven van de Geest’ (1 Kor
14,1) en men moet graag ‘geestelijke gaven’ willen bezitten (1 Kor
14,12). Het zijn gaven door de Geest verleend (Handelingen 2,4;
4,31) en het bezit ervan is altijd te beschouwen als een genade van
God (1 Petrus 4,10). Want dát is kenmerkend voor een ‘gave’ dat
het een geschenk is dat je krijgt.
De mens die deze gaven ontvangen heeft is een mens ‘die de Geest
bezit’ (1 Kor 2,15; vgl. Rom 12,6-8; Ef 4,11); dwz. hij is niet
meer volledig ‘in de ban van de goden die taal nog teken
geven’, 1 Kor 12,2)
Er is verscheidenheid aan buitengewone gaven van de Geest:
1. het spreken in tongen, Handelingen 2,4; 10,46; 1
Korintiërs 12,10.28.30; 1 Korintiërs 14,2, etc.
2. de gave van genezing, Handelingen 3,2-10; 1 Korintiërs
12,9.13, etc.
3. de gave van het spreken, Handelingen 2,14vv; 4,29.31;
1 Korintiërs 12,8
4. het ontvangen van openbaringen, 1 Korintiërs 14,30
Deze gaven die de Heilige Geest gaf, zijn bedoeld tot welzijn van
allen.
De grootste gave die God gaf, was zijn Zoon Jezus Christus, Joh
3,16; Rom 8,32.
In het volgende overzicht vinden we de gaven van de Geest die in
de brieven genoemd worden:
10
Gaven van de Geest
Rom 12:6-8
Profeteren in overeenstemming met het geloof
Gave om bijstand te verlenen
Gave om te onderwijzen
Gave om te troosten
Gave om weg te geven zonder bijbedoeling
Leiding geven met volle inzet
Blijmoedig barmhartig zijn
Ef 4,11-12
Apostelen
Profeten
Evangelieverkondigers
Herders
Leraars
om heiligen toe te rusten
voor het werk in zijn dienst
1 Kor 12,4-11 – de gave van:
Verkondigen van wijsheid
Overdragen van kennis
Groot geloof
Genezen
Kracht om wonderen te verrichten
Kracht om te profeteren
Te onderscheiden wat wel en wat niet van de Geest afkomstig is
Klanktaal (= vreemde taal) te spreken
Gave om uit te leggen wat gezegd is in vreemde taal
1 Ptr 4,10-11
Woord van God laten klinken
Anderen helpen vanuit de kracht van God
De vruchten van Geest zijn gedragingen die gelovigen
voortbrengen. Dat kunnen dus letterlijk vruchten zijn die groeien in
(‘aan’) de gelovigen, door de ‘groeikracht’ van de Geest:
Maar de vrucht
van de Geest is
liefde,
blijdschap,
vrede,
lankmoedigheid,
vriendelijkheid,
goedheid,
trouw,
zachtmoedigheid
,
zelfbeheersing.
Gal 5,22.
11
De tegenstelling van de vrucht van de Geest is wat de verdorven,
zondige mens voort brengt.
8. De Heilige Geest als Parakleet
Jezus is niet alleen de Drager van de Heilige Geest, Hij is ook
degene die de Geest uitstuurt. Wij kunnen door het werk van de
Geest als Parakleet óók drager worden van de Geest (= geestelijke
mensen).
(Gevaar: een is-gelijk-teken stellen tussen Jezus hoe Hij
vervuld was van de Geest en als Zender van de Geest
(samen met de Vader) èn een geestelijk mens).
* Als Jezus vlak voor zijn lijden spreekt over de Heilige Geest als
Parakleet, geeft Hij inzicht in de persoon en het werk van de Geest.
Johannes 14:16-17; 14,25-26; 15,26-27; 16,12-15. Jezus noemt
de Geest hier vier maal Parakleet.
De benaming Geest der waarheid gebruikt Jezus driemaal: Joh
14,17; 15,26; 16,13. Slechts één maal wordt de Parakleet
aangeduid als de Heilige Geest, Joh 14,26.
* De betekenis en herkomst van het Griekse woord Parakleet is
moeilijk te achterhalen. In het Jodendom kent men de parakleet als
'advocaat', 'strafpleiter'. Er is ook te denken aan: voorspraak, of
12
raadsman. In de NGB-vertaling: Trooster; GNB-vert.: 'een ander
om bij te staan', in NBV steeds: Pleitbezorger, Johannes 14,16; In
Johannes 14,26 is de naam "Parakleet", (Trooster) omschreven:
'die zal jullie bijstaan'. Daarmee is het werk van de Heilige Geest
helder omschreven: 'Hij die bijstand biedt', dus: Pleitbezorger.
* De taak van de "Bijstand-bieder" (de Geest der waarheid) is dat
Hij bij de discipelen zal zijn en in hen zal blijven. Hij treedt op als de
grote Leraar die de gelovige alles zal leren, Johannes 14,26. Hij zal
bij hen in herinnering brengen wat Jezus gezegd heeft en Hij zal
hen in de hele waarheid leiden, Johannes 16,13.
De waarheid is álles wat God belooft heeft (Jezus dus)
en waaraan Hij in werkelijkheid in eeuwigheid trouw
blijft. De Geest zal ons dus leren en helpen van onze
kant trouw te zijn aan God.
* De Geest is verantwoordelijk voor de totstandkoming van de
Schriften. De Geest zal niet uit zichzelf spreken, Johannes 16,13, ‘al
wat Hij hoort, zal Hij spreken’. De Geest schreef de Woorden van
Christus op toen de evangelisten en apostelen de boeken van het
NT maakten.
9. De Geest en onze ervaring
De Geest is volledig op Christus gericht. De Geest zal ons naar
Christus brengen. De Geest doet ons 'van boven' geboren worden
(= wedergeboren worden, totaal vernieuwd worden, vgl. Joh 3,3);
geboren worden 'uit water en Geest', Johannes 3,5. De tegenstelling is: mens, menselijk ↔ Geest, geestelijk, Johannes 3,6.
Alle geestelijke ervaringen hebben in Christus hun bron. Christuservaring is geloofservaring: ervaring als vrucht van het geloof in
Christus. Het ware geloof brengt ervaring mee (hoewel het er niet
in opgaat).
Verschil tussen de charismatische beweging en gereformeerden is
dat de laatsten geloven dat ervaring vrucht is van het geloof in
Christus en niet dat ervaring aan het geloof vooraf gaat. (Dus:
eerste geloven, dan ervaren, niet andersom)
Wat zoal ervaring kan zijn?
- oprecht geloof in Christus
13
- een kinderlijke vrees voor God (= diep vertrouwen in én
eerbiedig ontzag voor God)
- verdriet tegenover God in verband met de zonde
- een geestelijke vreugde in de Geest
- sterk verlangen om te doen wat God wil
- het gevoel de Zaligmaker lief te hebben
(vgl. DL I,12)
9. De Heilige Geest en onze belijdenis
We lezen HC zondag 20. Vindt u ook niet dat zondag 20 HC over de
persoon en het werk van de Heilige Geest zo kort is?
Opmerkelijk en verbazingwekkend is het dat de leer van de Heilige
Geest, over zijn Persoon en zijn werk, zo vaak veronachtzaamd is in
de kerk. Al in de eerste eeuwen valt dat op. Wel begrijpelijk, omdat
men tóen zo in beslag genomen werd met het verdedigen van de
leer over God de Zoon. In verhouding kreeg de leer van de Heilige
Geest té weinig aandacht. In de ontwikkeling van het katholieke
denksysteem in de Middeleeuwen werd de Heilige Geest eigenlijk
genegeerd. In de plaats ervan kwam het priesterschap, de kerk, de
Heiligen en Maria. In de tijd van de Reformatie is dit machtige
leerstuk opnieuw ontdekt.
In onze dagen valt het op dat de leer van de Heilige Geest óf of
veronachtzaamd, óf op een verkeerde manier wordt benadrukt, óf
overdreven dreigt te worden. Namaak, onechtheid en overdrijving,
veroorzaakt angst om te spreken over de persoon en het werk van
de Geest, of men gaat liefst het werk van de Geest helemaal
vermijden.
Wij zouden schuld op ons laden als we de leer van de Heilige Geest
niet dezelfde eer en aandacht zouden geven als die van de Vader en
de Zoon. Een prachtig voorbeeld is het spreken van de kerk (in dit
geval de Presbyteriaanse Kerken in de VS en Korea) over de Heilige
Geest, dat als een toevoeging gegeven is bij de Westminster
Confessie (zie het blaadje wat u gekregen heeft).
In de Westminster Confessie van de Presbyteriaanse Kerken
in Engeland en Amerika wordt even weinig gezegd over de Heilige
Geest als in onze Nederlandse Geloofsbelijdenis. Dat werd anders
toen in de negentiende eeuw opvallend veel Presbyteriaanse
zendelingen werden uitgezonden vanuit Schotland en Amerika naar
India en Zuidoost Azië. Toen ontstond er een dringende behoefte
aan uitbreiding van de belijdenis over de Heilige Geest.
14
De Presbyteriaanse Kerk in de VS (PCA) heeft in 1903 aan de
Westminster Confessie een artikel over de Heilige Geest
toegevoegd. De Presbyteriaanse Kerk van Korea (Kosin-kerken),
waarmee wij een zusterkerkrelatie hebben, heeft dit in 1983 ook
gedaan.1 De onderstaande vertaling is van ds. G. van Rongen, De
Westminster Confessie, met de Grote en de Kleine Catechismus,
Barneveld 1986, p.80-81.
Westminster Confessie § 34 De Heilige Geest
1.
2.
1
De Heilige Geest is de derde Persoon in de Drie-eenheid.
Hij gaat uit van de Vader en de Zoon, is van hetzelfde
wezen met Hem, aan Hem gelijk in macht en heerlijkheid.
Wij moeten in Hem, samen met de Vader en de Zoon,
geloven, Hem liefhebben, gehoorzamen, en Hem alle
eeuwen door aanbidden.
Hij is de Heer en Gever van het leven, alomtegenwoordig
in de natuur en de bron van alle goede gedachten, zuivere
De officiële tekst van dit toegevoegde belijdenisartikel luidt:
34. Of the Holy Spirit
1. The Holy Spirit, the third Person in the Trinity, proceeding from the Father and the
Son, of the same substance and equal in power and glory, is, together with the
Father and the Son, to be believed in, loved, obeyed, and worshiped throughout all
ages.
2. He is the Lord and Giver of life, everywhere present, and is the source of all good
thoughts, pure desires, and holy counsels in men. By him the prophets were moved
to speak the Word of God, and all the writers of the Holy Scriptures inspired to
record infallibly the mind and will of God. The dispensation of the gospel is especially
committed to him. He prepares the way for it, accompanies it with his persuasive
power, and urges its message upon the reason and conscience of men, so that they
who reject its merciful offer are not only without excuse, but are also guilty of
resisting the Holy Spirit.
3. The Holy Spirit, whom the Father is ever willing to give to all who ask him, is the
only efficient agent in the application of redemption. He regenerates men by his
grace, convicts them of sin, moves them to repentance, and persuades and enables
them to embrace Jesus Christ by faith. He unites all believers to Christ, dwells in
them as their Comforter and Sanctifier, gives to them the Spirit of adoption and
prayer, and performs all these gracious offices by which they are sanctified and
sealed unto the day of redemption.
4. By the indwelling of the Holy Spirit all believers being vitally united to Christ, who
is the head, are thus united one to another in the Church, which is his body. He calls
and anoints ministers for their holy office,
qualifies all other officers in the Church for their special work, and imparts various
gifts and graces to its members. He gives efficacy to the Word and to the ordinances
of the gospel. By him the Church will be preserved, increased, purified, and at last
made perfectly holy in the presence of God.
15
3.
4.
begeerten en heilige overleggingen onder de mensen.
Door Hem werden de profeten bewogen om het Woord
van God te spreken en alle schrijvers van de Heilige
Schriften geïnspireerd om Gods gedachten en wil
onfeilbaar vast te leggen. De bedeling van het evangelie is
in het bijzonder Hem toegewezen. Hij bereidt de weg
ervoor, begeleidt het met zijn overtuigingskracht en legt
de boodschap ervan met klem op het verstand en
geweten van mensen, zodat degenen die het genadige
aanbod ervan verwerpen niet alleen geen enkele
verontschuldiging kunnen aanvoeren, maar ook schuldig
zijn aan de zonde van het weerstaan van de Heilige
Geest.
De Heilige Geest, die de Vader altijd bereid is te geven
aan allen die Hem erom vragen, is de enige krachtdadige
Bewerker van de toediening der verlossing. Hij overtuigt
mensen van zonde, beweegt hen tot berouw, wederbaart
hen door zijn genade en overtuigt hen en stelt hen in
staat om Jezus Christus door geloof te omhelzen. Hij
verenigt alle gelovigen met Christus, woont in hen als hun
Trooster en Heiligmaker, geeft hun de geest van de
aanneming tot kinderen en van het gebed en voert al de
genadige taken uit waardoor zij worden geheiligd en
verzegeld tot de dag der verlossing.
Door de inwoning van de Heilige Geest worden alle
gelovigen, levend verenigd met Christus die het Hoofd is,
zo met elkaar verenigd in de kerk die zijn lichaam is. Hij
roept en zalft zijn dienaren tot hun heilig ambt, bekwaamt
alle andere ambtsdragers in de kerk voor hun speciale
werk en verleent allerlei talenten en genadegaven aan
haar leden. Hij geeft kracht aan het Woord en aan de
verordeningen van het evangelie. Door Hem zal de kerk
bewaard blijven, worden vermeerderd tot zij de aarde zal
bedekken, worden gezuiverd en tenslotte volmaakt heilig
gemaakt voor Gods aangezicht.
16