3e verslag - RAAD advocaten

3e openbaar verslag ex art. 73a Faillissementswet
in het faillissement van
Backers Installatiebedrijven en Zwembaden B.V.
gevestigd te 7731 HL Ommen, aan de Veldkampweg 1 C
Faillissementsnummer:
Uitspraak faillissement:
Rechter-commissaris:
Curator:
Datum verslag:
C/08/13/982 F
13 november 2013
mr A.E. Zweers
mr S.J. de Vries te Zwolle
3 juni 2014
In dit verslag zijn de onderdelen niet meer opgenomen, waarvan in eerdere verslagen is vermeld
dat de werkzaamheden in dat kader als afgerond kunnen worden aangemerkt. Voor die
onderdelen wordt verwezen naar de eerdere verslagen.
III.
Activa
3.1
onroerende zaken
n.v.t.
3.2
taxaties
n.v.t.
3.3
verkoopopbrengst
n.v.t.
3.4
hoogte hypotheek
n.v.t.
3.5
boedelbijdrage
n.v.t.
3.6
bedrijfsmiddelen
De bedrijfsmiddelen bestaan uit kantoor- en werkplaatsinrichting, voertuigen en voorraden.
3.7
Taxaties
De bedrijfsmiddelen zijn in opdracht van de curator mee namens de bank getaxeerd door Cees
Lubbers Taxaties op 15 november 2013.
3.8
Verkoopopbrengst
De bedrijfsmiddelen en voorraad zijn verkocht aan Reimink Technieken BV te Lemelerveld voor
een totaalbedrag van € 40.000,-.
Van deze koopsom heeft € 5.000,- betrekking op een lease-auto. Deze is met instemming van de
lessor verkocht waarbij door de curator de restschuld ad € 4.272,63 is ingelost. De opbrengst valt
volledig in de boedel.
Verder heeft € 5.000,- betrekking op goodwill. Ook deze opbrengst valt volledig in de boedel.
e
blad 2 – 3 verslag inzake Backers Installatiebedrijven en Zwembaden BV
Van de resterende € 30.000,- aan koopsom heeft op basis van het taxatierapport € 11.981,95
betrekking op bodemzaken en het restant ad € 18.018,05 op niet bodemzaken.
Jegens de bank als pandhouder is afdracht van de opbrengst van de bodemzaken geclaimd en deze
opbrengst valt in de boedel. De opbrengst van de niet bodemzaken is aan de bank afgedragen na
inhouding van het aandeel van de bank in de taxatiekosten ad € 540,54 en na inhouding van de
met de bank afgesproken boedelbijdrage van 10% ofwel € 1.747,75.
3.9
Boedelbijdrage
Met de bank is een boedelbijdrage van 10% afgesproken en de boedelbijdrage uit hoofde van voor
de bank verkochte zaken bedraagt € 1.747,75.
Daarnaast is door de bank naar rato, ofwel voor € 540,54, bijgedragen in de taxatiekosten.
3.10 bodemrecht fiscus
Zoals hiervoor aangegeven, is de opbrengst van de bodemzaken door de boedel behouden.
Er is sprake van een relevante fiscale vordering. Door de Belastingdienst is tot dusver bij de
curator een vordering aangemeld van € 117.978,-. Hierin is de vordering uit hoofde van artikel
29 lid 2 OB nog niet begrepen.
3.11 andere activa
Uit hoofde van een definitieve afrekening van GDF Suez is in de 3e verslagperiode € 967,86 op de
faillissementsrekening bijgeschreven.
Een eerste onderzoek naar het verloop van rekening-courantverhoudingen heeft geen
aanwijzingen opgeleverd voor onregelmatigheden.
Er is sprake van een door Coöperatieve Vereniging `Eson Stad` U.A. en Eson Stad BV tegen
gefailleerde aanhangig gemaakte procedure. In deze procedure is (omdat de zaak op
faillissementsdatum al voor vonnis stond) een tussenvonnis gewezen op 8 januari 2014.
In dit tussenvonnis is de zaak verwezen naar de rolzitting van 5 februari 2014 voor akte aan de
zijde van eiseressen. Ondanks het feit dat beide partijen hebben aangegeven dat de procedure
wegens het faillissement dient te worden geschorst krachtens art. 28/29 Faillissementswet, is op
5 februari 2014 een akte genomen en heeft de rechtbank de zaak verwezen naar de rolzitting
van 5 maart 2014 voor antwoordakte aan de zijde van gefailleerde. Namens gefailleerde is
opnieuw schorsing verzocht en thans is de zaak geschorst en verwezen naar de parkeerrol van 1
oktober 2014.
De procedure heeft betrekking op een vordering tot voldoening van een verbintenis uit de boedel
en gezien het tussenvonnis lijkt de rechtbank van oordeel te zijn dat deze vordering deels
toewijsbaar zou zijn.
Volgens de van de bestuurder ontvangen informatie is sprake van een bij Reaal Verzekeringen
verzekerd belang en heeft de verzekeraar voor de procedure een advocaat ingeschakeld. De
curator heeft de kennelijk door de verzekeraar ingeschakelde advocaat aangeschreven voor
overleg, maar heeft nog geen reactie ontvangen. De curator heeft verder alle op de kwestie
betrekking hebbende stukken opgevraagd.
Eson Stad stelt zich op het standpunt dat sprake is van een verzekerd belang, heeft de curator
verzocht haar vordering te erkennen en bij de verzekeraar een verzoek tot betaling (aan de
boedel) in te dienen.
De curator dient zijn standpunt nog te bepalen na ontvangst van alle stukken/informatie.
e
blad 3 – 3 verslag inzake Backers Installatiebedrijven en Zwembaden BV
V.
Debiteuren
5.1
omvang debiteuren
Volgens de administratie van de vennootschap was per faillissementsdatum sprake van een van
debiteuren te vorderen bedrag ad € 174.903,18.
5.2
inschatting incasso
Tot dusver is door debiteuren € 75.190,11 betaald, waarvan € 53.820,24 via de faillissementsrekening is betaald.
Voor een bedrag van € 79.188,35 is duidelijk dat vorderingen dienen te worden afgeboekt omdat
sprake is van dubbel gefactureerde bedragen of terechte disputen.
Op dit moment staat na deze afboeking nog voor € 20.523,72 aan te incasseren vorderingen
open. Deze vorderingen zijn betwist.
Voor een vordering van € 12.559,21 is in deze verslagperiode een schikking getroffen voor een
bedrag van € 7.000,-. Betaling van dit schikkingsbedrag dient nog plaats te vinden.
De curator dient in overleg met de bank als pandhouder nog te beoordelen in hoeverre terzake
de dan nog resterende vorderingen verdere stappen mogelijk en zinvol zijn.
5.3
opbrengst
Tot dusver is door debiteuren € 75.190,11 betaald, waarvan € 53.820,24 via de faillissementsrekening is betaald.
5.4
boedelbijdrage
Met de bank is voor het buitengerechtelijk traject van incasso een boedelbijdrage afgesproken
van 15%. Uit dien hoofde is tot dusver een boedelbijdrage betaald van € 11.278,51.
VI.
Bank/financiers
6.1
Vordering van de bank
De onderneming werd gefinancierd door Rabobank Vaart en Vechtstreek.
Door de bank is een totale vordering aangemeld van in totaal € 370.671,47. Dit heeft voor
€ 266.000,- betrekking op een geldlening en voor € 104.671,47 op een krediet in rekening-courant.
6.2
Lease:
Er werden in totaal zes voertuigen geleaset. In vier gevallen is sprake van operationele lease. De
betreffende voertuigen zijn inmiddels door de leasemaatschappij ingenomen.
In twee gevallen is sprake van financiële lease.Eén voertuig, een Mercedes Vito, is verkocht door
de curator tegen inlossing van de restschuld (zie hiervoor onder par. 3.8).
De curator heeft meegewerkt aan verkoop van de andere financieel geleasete auto tegen een
boedelbijdrage van € 500,-. Deze boedelbijdrage is in de 3e verslagperiode op de
faillissementsrekening betaald.
6.3
Beschrijving zekerheden
Door gefailleerde zijn de bedrijfsmiddelen en de vorderingen op debiteuren aan de bank verpand.
e
blad 4 – 3 verslag inzake Backers Installatiebedrijven en Zwembaden BV
6.4
Afwikkeling separatistenpositie
Met de bank is afgesproken dat de curator het voortouw neemt bij de uitwinning van de
zekerheden, zulks tegen een boedelbijdrage.
6.5
Bedongen boedelbijdragen
Zie par. 3.9 en par. 5.4.
VIII.
Administratie
8.1
toestand administratie
De administratie werd geautomatiseerd bijgehouden. De administratie lijkt goed bijgehouden.
8.2
goedkeurende verklaring accountant
Gezien de omvang van de onderneming is een goedkeurende verklaring niet vereist.
IX.
Pauliana/verrekening
9.1
verdachte transacties
De curator heeft geen aanwijzingen voor verdachte transacties.
9.2
Maatregelen:
Niet aan de orde.
X.
Bestuurdersaansprakelijkheid
10.1 Boekhoudplicht
De eerste indruk van de curator is dat sprake is van een adequaat gevoerde boekhouding.
10.2 depot jaarrekeningen
De jaarrekeningen zijn tijdig gedeponeerd. De jaarrekening over 2011 is op 26 september 2012
gedeponeerd.
10.3 stortingsverplichting aandelen
Aan voldaan.
10.4 onbehoorlijk bestuur
De curator heeft nog geen aanleiding voor uitgebreid onderzoek naar onbehoorlijk bestuur. Op het
eerste gezicht lijken de door de bestuurder aangegeven redenen aanleiding tot het faillissement te
zijn geweest.
10.5 Maatregelen:
Niet aan de orde.
e
blad 5 – 3 verslag inzake Backers Installatiebedrijven en Zwembaden BV
XI.
Boedelschulden/fiscus/bedrijfsvereniging
11.0 boedelschulden
De boedelschulden zullen in ieder geval bestaan uit de door het UWV overgenomen
loonverplichtingen vanaf faillissementsdatum. Deze vordering is nog niet bij de curator
aangemeld.
Door de curator zijn taxatiekosten betaald ad € 1.089,- terwijl verder door de curator de restschuld
van een financieel geleasete Mercedes Benz Vito ad € 4.272,63 is ingelost na verkoop van deze
auto voor een hoger bedrag.
Door de verhuurder is een boedelvordering gemeld van € 12.000,-.
De boedelschulden bestaan verder uit salaris/verschotten curator.
11.1 vordering van de fiscus
Door de Belastingdienst is tot dusver een vordering aangemeld van € 117.978,-. Hierin is de
vordering uit hoofde van artikel 29 lid OB nog niet begrepen.
11.2 vordering van de UWV
Door het UWV is nog geen vordering aangemeld.
11.3 overige preferente vorderingen
Er zijn nog geen overige preferente vorderingen aangemeld.
XII.
Crediteuren
12.1 aantal concurrente crediteuren
De uit de administratie van de vennootschap blijkende crediteuren zijn door de curator via een
mailing aangeschreven met het verzoek hun vordering ter verificatie aan te melden. Inmiddels is
van 52 crediteuren de vordering voorlopig door de curator erkend.
12.2 bedrag concurrente crediteuren
Het door de zich inmiddels gemeld hebbende crediteuren ter verificatie aangemelde en door de
curator voorlopig erkende totale vorderingsbedrag bedraagt € 186.713,31.
Daarnaast is sprake van een voorlopig betwiste vordering ad € 173.117,54. Dit betreft de
vordering uit hoofde van tegen gefailleerde aanhangig gemaakte lopende procedure.
12.3 wordt het eigenlijke opheffer
Op basis van de huidige stand van zaken, te weten de gerealiseerde baten enerzijds en de
hoogte van de boedelschulden (inclusief de te verwachten vordering van het UWV) anderzijds,
lijkt het faillissement te moeten worden opgeheven bij gebrek aan baten. Dat zou slechts anders
kunnen zijn indien nog aanzienlijke extra baten kunnen worden gerealiseerd.
12.4 een vereenvoudigde afwikkeling
Zie 12.3
12.5 wordt aan concurrente crediteuren uitgedeeld?
Zie 12.3
e
blad 6 – 3 verslag inzake Backers Installatiebedrijven en Zwembaden BV
XIII. Rechtbank
13.1 toestemming afkoelingsperiode
13.2 toestemming voortzetting bedrijf
13.3 toestemming ontslag
13.4 toestemming opzegging/beëindiging huur
13.5 toestemming activatransacties
13.6
13.7
13.8
toestemming procederen
anderszins
termijn afwikkeling faillissement
13.9 plan van aanpak
13.10 indiening volgend verslag
n.v.t.
n.v.t.
14 november 2013
n.v.t.
17 december 2013 (doorstart)
21 januari 2014 (verkoop lease-object)
n.v.t.
3 juni 2014 (schikking debiteur)
n.n.b.; afhankelijk van afwikkeling van de
de tegen gefailleerde aanhangig
gemaakte procedure
afwikkeling procedure, inning debiteuren.
3 september 2014
XIV. Overig
Als bijlage is aan dit verslag een staat van baten en lasten en een print van de mutaties op de
faillissementsrekening gehecht – productie 1. Het saldo op de faillissementsrekening bedraagt
per de datum van dit verslag € 9.054,32.
Aan dit verslag is verder een specificatie van de in deze verslagperiode verrichte werkzaamheden
gehecht - productie 2. Door de curator is in deze periode 8,2 uur aan de afwikkeling besteed,
waarmee het totaal aantal uren op 72,0 komt.
Zwolle, 3 juni 2014
mr S.J. de Vries,
curator
Dit faillissement is in behandeling bij:
mr S.J. de Vries
Postbus 289
8000 AG ZWOLLE
telefoon:
038 – 4238348
telefax:
038 – 4238349
email:
[email protected]