bijlage 5 Brief GGD betreft bodemverontreiniging nabij noodgebouw

i
cm
Gemeente Eindhoven
Bureau Gezondheid, Milieu & Veiligheid
GGD'en Brabant / Zeeland
ontvangen 1 5 JULI 1^
Gemeente Eindhoven
t.a.v. de heer J. Lebon,
Hoofd afd. Milieu & Duurzaamheid
Postbus 90150
5600 RB Eindhoven
Kenmerk:
UIT-14031322
Datum:
10 juli 2014
Behandeld door:
B.M. Vermeer
E-mail:
milieu(a)ggd-bureaugmv.nl
Onderwerp:
59015: bodemverontreiniging
Geachte heer Lebon,
Op 16 mei 2014 heeft de heer Greveraars uit Eindhoven het Bureau Gezondheid, Milieu en Veiligheid
GGD'en Brabant/ Zeeland (kortweg Bureau GMV) benaderd.
Aanleiding hiervoor is het feit dat de heer Greveraars zich zorgen maakt over mogelijke gezondheidsrisico's ten gevolge van een grond- en grondwater verontreiniging nabij het noodgebouw van de
Salto-school (gelegen nabij Karregat)/ Fernhoutstraat/ Joost de Momperstraat).
Naar aanleiding van deze melding heeft Bureau GMV contact opgenomen met uw gemeente, de
beschikking gekregen over de bodemonderzoeksrapporten en heeft een locatiebezoek plaatsgevonden.
In dit schrijven worden de bevindingen van Bureau GMV gerapporteerd.
Situatie beschrijving
In de directe nabijheid van de noodlocatie van de Saltoschool (afstand tot hekwerk bedraagt ca. 10 m)
is een bodemverontreiniging gesitueerd. Binnen deze verontreiniging zijn drie deellocaties te
onderscheiden; deellocatie A, C en D. Uit informatie is duidelijk dat de hekken rondom deze
deellocaties regelmatig worden ontvreemd, waardoor de terreinen wel weer toegankelijk zijn. Bij elk
signaal hierover wordt de aannemer door de gemeente benaderd om weer nieuwe hekken te plaatsen.
De verontreinigde grond van deellocatie A (met zware metalen, minerale olie en PCB) is ontgraven en
hergebruikt onder de tennisvelden. Er zijn nog 2 depots op de deellocatie aanwezig. Deze zijn in 2011
ingezaaid met gras en is gelegen binnen een afgesloten saneringslocatie. Ook bevindt zich hier een
depot licht verontreinigde g r o n d t
^ Dit depot Is gekeurd en Is gekwalificeerd als zijnde Klasse Industrie. Deze classificatie geeft normen aan over
hergebruik van grond.
Bureau Gezondheid, Milieu & Veiligheid
Postbus 3024
5003 DA Tilburg
Telefoon: 0900 - 368 68 68
Telefax:
(073) 613 83 52
[email protected]
Bureau Gezondheid, Milieu & Veiligheid
GGD'en Brabant / Zeeland
Deellocatie C is in 2011 gesaneerd^. Op het terrein liggen nog diverse gronddepots en 2 puindepots. De
gronddepots zijn licht tot matig verontreinigd. Het terrein is begroeid met onkruid.
Deellocatie D:
D l en D2 (gelegen ten zuidwesten van de school) betreft de voormalige woonwagenlocatie "Joost de
Momperstraat". Deze locatie is nog niet gesaneerd. De verontreiniging is afgedekt met een laag geel
wegenzand. Het terrein is inmiddels begroeid met onkruid. Op dit terrein is deels een depot schone
grond neer gelegd. Deze grond wordt in de toekomst gebruikt om de woonwagenlocatie aan te vullen
als alle verontreinigde grond verwijderd is.
D3 en D6 (de plaats waar een voormalige autosloperij aanwezig is geweest) betrof een
bodemverontreiniging met PAK, zware metalen en minerale olie. Dit deel van het terrein is in 2008
gesaneerd. Verontreinigde grond is herschikt onder het voetbalveld, dat voorzien is van kunstgras.
D4 (locatie tegen het spoor, ten oosten van de noodschool) is gesaneerd.
Bij D5 (toekomstige hoofdsportveld, naast het Orgelpein) is nu nog verontreinigde grond in een grote
bak. Dit is inmiddels volledig begroeid en geheel overwoekerd door onkruid. Deze grond is gelegen
binnen een afgesloten saneringslocatie, om te voorkomen dat onbevoegden dit terrein betreden. Door
de begroeiing kan de grond niet verwaaien. Bij het orgelplein vond een sanering plaats in 2008.
Risicobeoordeling
In de meeste gevallen leiden bodemverontreinigingen niet tot nadelige gevolgen voor de gezondheid
van de bewoners/gebruikers, omdat de blootstelling aan de in de bodem voorkomende stoffen over het
algemeen verwaarloosbaar of erg laag is. Zelfs een ernstige bodemverontreiniging, dat wil zeggen
wanneer een overschrijding van de interventiewaarde plaatsvindt, betekent niet direct dat de mensen
die op of nabij de bodemverontreiniging wonen ook gezondheidsrisico's lopen. Of een
bodemverontreiniging leidt tot gezondheidsrisico's is afhankelijk van de aard en mate van de stoffen in
de bodem én van de blootstelling aan deze stoffen. Als bewoners/gebruikers van de bodem niet in
contact komen met de gevaarlijke stoffen in de bodem lopen zij ook geen risico.
Gezien het gebruik van de locatie (school) is de enig relevante route waardoor gebruikers in contact
met de verontreiniging kunnen komen:
•
Inslikken van verontreinigde grond en van bodemstof in huisstof
•
Inademing van stofdeeltjes die door verwaaiing in de lucht komen
Doordat de noodschool zelf is gehuisvest op niet-verontreinigde grond, zal geen sprake zijn van
blootstelling via de route inademing door uitdamping van vluchtige stoffen vanuit de grond en
grondwater naar de lucht in het schoolgebouw. Evenmin speelt consumptie van zelf geteelde
gewassen, verbouwd op verontreinigde grond, een rol.
Kinderen op de noodlocatie van de Saltoschool kunnen wel in contact komen met de verontreinigde
grond wanneer zij over het hekwerk rondom het verontreinigde terrein tegenover de school klimmen
en vervolgens daar spelen. Hoewel door begroeiing er minder intensief contact met de bodem is, is het
niet uit te sluiten dat er dan toch sprake is van enig inslikken van zand door hand/ mond gedrag. De
frequentie waarin een dergelijke blootstelling zal plaatsvinden wordt door Bureau GMV als niet hoog
geschat. Dit in het bijzonder ook omdat het hekwerk regelmatig wordt gecontroleerd en indien nodig
gerepareerd. Bovendien is ook vanuit de school de ouders erop geattendeerd de kinderen niet binnen
de hekken van het verontreinigde terrein te laten spelen.
Daarnaast zou nog door verwaaiing verontreinigd zand zich in de omgeving, waaronder het
schoolplein, kunnen verspreiden. Over het algemeen kan gesteld worden dat het terrein tegenover de
Bron: memo stand van zaken sanering Tongelrese Akkers, 4 juni 2014
i
cm
r
Bureau Gezondheid, Milieu & Veiligheid
GGD'en Brabant / Zeeland
school grotendeels begroeid is met gras/ onkruid en lage beplanting waardoor verwaaiing van grond
wordt voorkomen. Alleen delen waar (werk-)verkeer heeft plaatsgevonden (nabij toegangspoort) en op
een aantal gronddepots is de begroeiing minimaal. Hier zou verwaaiing van grond kunnen
plaatsvinden. Echter ligt de sterk verontreinigde grond hier niet direct aan de oppervlakte. Waardoor er
als er verwaaiing optreedt vooral het schone wegenzand verwaait.
Conclusie
Op grond van bovenstaande concludeert Bureau GMV dat de mate van blootstelling aan de bodem- en
grondwaterverontreiniging nabij het noodgebouw van de Salto-school gering is, aangezien de grond
grotendeels begroeid is met gras/onkruid en met lage beplanting. Bovendien wordt de toegang tot het
terrein door aanwezig hekwerk beperkt. Een gezondheidsrisico is daarom te verwaarlozen.
Advies
Bureau GMV adviseert de gemeente:
het hekwerk te blijven inspecteren op onregelmatigheden en indien nodig herstelwerkzaamheden te
laten verrichten;
zo spoedig mogelijk maatregelen te treffen om verwaaiing van verontreinigde depots tot een minimum
te beperken door:
O
O
de aanwezige verontreinigde gronddepots te laten verwijderen door de aannemer;
plaatsen waar verontreinigd zand direct aan het oppervlak ligt te voorzien van beplanting/ gras
en/of verharding (het laatste met name op plaatsen waar door werkverkeer gereden wordt)
Als u nog vragen heeft over de bevindingen of adviezen, kunt u contact opnemen met Bureau GMV,
telefoonnummer 0900 3 68 68 68.
Met vriendelijke groe
Mevrouw B(M. Vermeer, arts Maatschappij en Gezondheid
Bureau Gezondheid, Milieu en Veiligheid