Centrumsteden in evolutie

Centrumsteden in evolutie
Editie 2014
Mercedes Van Volcem
1
Steden groeien sedert 2000: Antwerpen + 61 300 inwoners, Gent + 24 600,
Mechelen + 7 100 en Leuven + 9 600
Onze steden evolueren constant. Vlaams parlementslid Mercedes Van Volcem onderzocht
de trends in deze steden. “De bevolkingsaantallen en de Vlaamse financiering van de
steden van de Vlaamse Regering zijn belangrijke parameters voor het Vlaams Stedelijk
beleid. De bevolking van Antwerpen, Gent en Leuven groeide sedert 2000 met meer dan
10%. De bevolking in Brugge en Kortrijk blijft zo goed als gelijk in de voorbije 15 jaar.
Antwerpen en Gent krijgen het leeuwendeel van het stedenfonds. Genk, Mechelen en
Oostende krijgen relatief gezien ook meer financiering per inwoner dan de anderen, dat is
historisch zo gegroeid, maar wordt gestaag afgebouwd.”
“In de toekomst zullen nog meer inwoners naar de steden trekken. Dit vergt een
daadkrachtig stedenbeleid. Vooral scholen en kinderopvang zijn in die steden zorgwekkend.
De wachtlijsten zijn alom. Overal is de effectieve groei groter dan de bevolkingsprojecties
van 2008 waarop men het toekomstig beleid baseert. Dit vergt een aangepast Vlaams beleid
om bijvoorbeeld de wachtlijsten weg te werken. In steden zoals Kortrijk en Brugge is er geen
grote aangroei. In Oostende is er vooral vergrijzing. West-Vlaanderen valt buiten de ruit van
de werkgelegenheid. Dit maakt het voor hoogopgeleide jongeren minder aantrekkelijk om er
te wonen. Toch zouden de West-Vlaamse steden zich samen met Rijsel, Parijs en Londen
verder kunnen ontwikkelen.” verduidelijkt Van Volcem.
“De Vlaamse Regering moet een daadkrachtig stedenbeleid voeren waarbij de focus ligt op
de versterking van elke centrumstad. Stedenbeleid betekent niet enkel stadsvernieuwing
maar ook ruimte om te wonen, voldoende kinderopvang en werkgelegenheid. Daar wringt
vandaag het schoentje. De Vlaamse regering is niet berekend op deze explosieve groei. Kijk
maar naar de wachtlijsten. Als de bevolkingsprojecties nu reeds veruit niet blijken te kloppen
dan zal ook het ruimtelijk beleid aangepast moeten worden. Hoe zal men die extra nood aan
woningen voorzien?”
“Het is een uitdaging om jongeren uit de middenklasse in je stad aan te trekken. Dit zorgt
voor welvaart en zo kan je als stad herverdelen. Belangrijk in je stedenbeleid is ook
leefbaarheid, groen en vlotte mobiliteit.”
Het stedelijk beleid focust zich voornamelijk op de 13 centrumsteden: Brugge, Antwerpen,
Gent, Kortrijk, Roeselare, Oostende, Aalst, Leuven, Turnhout, Hasselt, Genk, Mechelen en
Sint-Niklaas.
Studentensteden groeien aan
De algemene bevolkingsevolutie in de centrumsteden toont heel wat stijgers. De bevolking
van Antwerpen, Gent en Leuven groeide de afgelopen 13 jaar met meer dan 10%. De
bevolking in Brugge en Kortrijk blijft zo goed als gelijk in de voorbije 13 jaar. “Het beeld
2
wordt diverser als we kijken naar het aantal jongeren en jonge gezinnen die zich in de stad
gaan vestigen. Vooral de grote studentensteden groeien aan. Opmerkelijk is dat Brugge de
laatste jaren de trend keerde en opnieuw aangroeit in bevolking. Dit loopt opvallend gelijk
met de realisatie van bijkomende studentenhuisvesting in de West-Vlaamse hoofdstad.”
aldus Van Volcem.
Bevolkingsevolutie 2000-2013
16,0%
14,0%
12,0%
10,0%
8,0%
6,0%
4,0%
2,0%
0,0%
Aalst
Antwerpen
Brugge
Genk
Gent
Hasselt
Kortrijk
Leuven
Mechelen
Oostende
Roeselare
Sint-Niklaas
Turnhout
2000-2013 2012-2013
8,2%
0,9%
13,7%
1,1%
1,1%
0,3%
3,8%
-0,1%
11,0%
0,2%
11,1%
1,3%
0,4%
-0,1%
11,0%
0,0%
9,5%
0,3%
4,0%
-0,4%
9,5%
0,9%
7,3%
0,5%
8,8%
1,0%
2013
82.587
507.991
117.577
65.224
248.813
75.579
75.120
97.656
82.325
70.284
58.823
72.883
41.572
Vergroening en vergrijzing
De steden tonen een zeer diverse tendens op vlak van het aantal jongvolwassenen en jonge
gezinnen die de stad tegemoet komen ofwel verlaten. Antwerpen, Gent, Leuven en
Mechelen is het populairst bij jongvolwassenen en jonge gezinnen. In Brugge is er voor
beiden een sterke daling. Ook Genk, Kortrijk en Oostende zien heel wat jonge gezinnen
vertrekken. Roeselare en Turnhout slagen er wel in 20 tot 29 jarigen aan zich te binden,
maar zien dan weer 30 tot 39- jarigen vertrekken.
3
Op basis van de bevolkingsprojecties van de Vlaamse Regering merken we een sterke
toename voor het aantal jongvolwassenen (20-29 jarigen) in de steden Antwerpen, Gent,
Leuven en Mechelen. Vooral Brugge en Genk kennen een redelijk grote daling van het aantal
jongvolwassenen. Voor het aantal jonge gezinnen (30-39 & 0-9 jarigen) krijgen we een heel
genuanceerd en verscheiden beeld over de centrumsteden. Dit beeld sluit voor een deel aan
bij de evoluties rond jongvolwassenen. In Antwerpen, Gent, Leuven en Mechelen is er een
sterke toename van het aantal 30-39 & 0-9 jarigen. Brugge, Genk, Kortrijk en Oostende
daarentegen kennen een sterke daling.
Antwerpen groeit divers
Antwerpen kent de grootste bevolkingsgroei. De grootstad kent veel inkomende migratie en
ook het geboortecijfer ligt er hoog. Uit onderzoek blijkt bovendien dat meer dan de helft van
de kinderen van 0 tot 17 jaar een vreemde herkomst heeft. Mensen van vreemde origine
blijken meer kinderen op de wereld te zetten dan autochtone Belgen. Zij zorgen met andere
woorden voor het nodige evenwicht in de bevolkingspiramide. Uit cijfers van 2011 blijkt dat
bij de 0 tot 5 jarigen er in Antwerpen 24 912 kinderen met een vreemde herkomst zijn en 16
847 zonder vreemde herkomst.
25,0%
Evolutie bevolking 2000-2013
20,0%
15,0%
10,0%
5,0%
20-29 jarigen
0,0%
-5,0%
-10,0%
-15,0%
-20,0%
Evolutie 200030 tot 39 jarigen en
2013
20-29 jarigen
0 tot 9 jarigen
Aalst
-1,0%
-6,0%
Antwerpen
24,3%
20,9%
Brugge
-8,7%
-14,7%
Genk
-6,5%
-10,5%
Gent
17,2%
15,2%
Hasselt
4,9%
2,0%
4
Kortrijk
Leuven
Mechelen
Oostende
Roeselare
Sint-Niklaas
Turnhout
0,6%
11,7%
17,0%
-1,2%
2,1%
-0,5%
1,9%
-11,4%
5,7%
8,2%
-12,8%
-4,8%
0,1%
-8,7%
Vlaams Stedenfonds
“De verdeling van de middelen uit het Stedenfonds over de verschillende steden ligt vast bij
decreet. Tien procent van het fonds wordt voorbehouden voor de VGC. Vervolgens wordt
drie vierde gereserveerd voor Antwerpen en Gent. De verdeling van de middelen over de 13
centrumsteden wordt onder andere bepaald op basis van de bevolkingsaangroei. Antwerpen
en Gent krijgen het leeuwendeel van het stedenfonds. Genk, Mechelen en Oostende krijgen
relatief gezien ook meer financiering per inwoner dan de anderen, dat is historisch zo
gegroeid, maar wordt gestaag afgebouwd.” besluit Van Volcem.
aantal €/inw. 2014
140,0
120,0
100,0
80,0
60,0
40,0
20,0
0,0
5
evolutie Vlaams stedenfonds 2005-2014
80,0%
70,0%
60,0%
50,0%
40,0%
30,0%
20,0%
10,0%
0,0%
€/inw.
Antwerpen
127,6
Gent
126,9
Aalst
37,2
Brugge
36,7
Genk
83,8
Hasselt
36,7
Kortrijk
37,4
Leuven
37,9
Mechelen
45,9
Oostende
58,8
Roeselare
36,6
Sint-Niklaas
36,4
Turnhout
38,0
Geld voor stadsvernieuwingsprojecten: tijd voor inhaalbeweging voor Brugge
De Vlaamse regering voorziet ondersteuning voor stadsvernieuwingsprojecten. Het gaat
enerzijds over projectsubsidies en er zijn ook conceptsubsidies. “Voor de periode 2005-2012
valt vooral de hoge ondersteuning voor Gent en Antwerpen op. Brugge en Hasselt kregen
quasi niets voor stadsvernieuwingsprojecten. “Brugge kreeg als derde grootste stad van
Vlaanderen zelf het minst van alle centrumsteden. Nochtans heeft de stad vernieuwing
nodig. Het is tijd voor een inhaalbeweging.” stelt Van Volcem.
6
Subsidies 2005-2012
16000000
14000000
12000000
10000000
8000000
6000000
4000000
2000000
0
Subsidies
Aalst
Antwerpen
Brugge
Genk
Gent
Hasselt
Kortrijk
Leuven
Mechelen
Oostende
Roeselare
Sint-Niklaas
Turnhout
Project
3000000
13600000
0
3000000
12560000
0
5300000
5360000
1300000
3000000
2200000
1800000
3200000
Concept
120000
297000
57000
60000
117000
60000
117000
60000
57000
60000
60000
Totaal
3120000
13897000
57000
3000000
12620000
117000
5300000
5420000
1417000
3060000
2257000
1860000
3260000
7
Woningprijzen blijven stijgen in centrumsteden
“Over het algemeen kan men spreken van een stijging van de woningprijzen in de
centrumsteden. Enkel de prijzen van villa’s dalen in een aantal steden, elders stagneren de
prijzen van de villa’s. Het is goed nieuws dat de prijzen standhouden of er wat op vooruit
gaan, want 75% van de Vlaming is eigenaar. Een daling van de prijzen zou een collectieve
verarming betekenen.” verduidelijkt Vlaams Parlementslid Mercedes Van Volcem.
“Antwerpen groeide sedert 2005 het minst in het aantal woongelegenheden en dat terwijl
de stad een ferme bevolkingsaangroei kende. Dit zet druk op de vastgoedprijzen op lange
termijn.” “Opvallend is ook dat de crisis nagenoeg geen effect had op het aantal verkopen
in de centrumsteden. Elk jaar worden 3% van de woningen in de steden verkocht. Nemen
we ook de inkomens onder de loep dan zijn Aalst en Kortrijk de meest betaalbare steden.”
Van Volcem nam de recentste woningprijzen van de 13 centrumsteden onder de loep. Ze
bewerkte de data tot concreet, vergelijkbaar cijfermateriaal. De ruwe data komen van de
FOD Economie (laatste update 18 april 2014).
“De prijzen van gewone woonhuizen stegen afgelopen jaar het meest in Leuven (6%),
Antwerpen (5,9%) en Oostende (4,2%). In tegenstelling tot het jaar ervoor, ging de prijs van
de gewone woonhuizen niet in alle centrumsteden omhoog. In Sint-Niklaas (-3,3%),
Turnhout (-2,5%), Hasselt (-1%) en Genk (-0,7%) zakten de prijzen. De prijsevolutie van
appartementen toont een ander beeld: Genk (11,6%), Roeselare (7,5%) en Antwerpen
(4,7%). De appartementen in Brugge (-7,8%) en Oostende (-6,8%) noteren een opvallende
daling.”
De prijzen van de villa’s dalen fameus in Antwerpen (-13,8%), Mechelen (-9,0%), Roeselare (8,3%) en Kortrijk (-7,6%). De andere steden blijven nagenoeg status quo, met uitzondering
van Brugge (18,1%), Sint-Niklaas (13%) en Aalst (12,5%) die opmerkelijk stijgen in prijs.
Opvallend is het heel verschillende beeld van de verschillende centrumsteden… Elke stad
kent een specifieke tendens.
2013 tov 2012
Woonhuizen
Villa's
Appartementen
Aalst
3,8%
12,5%
Brugge
2,8%
18,1%
-7,8%
Genk
-0,7%
-3,4%
Kortrijk
4,0%
-7,6%
0,5%
Hasselt
-1,0%
6,6%
Oostende Roeselare Antwerpen
4,2%
0,4%
5,9%
4,8%
-8,3%
-13,8%
-6,8%
7,5%
4,7%
Leuven
6,0%
-4,9%
8
Mechelen
4,8%
-9,0%
SintNiklaas
-3,3%
13,0%
Gent
2,7%
4,2%
1,6%
Turnhout
-2,5%
-
3,7%
11,6%
0,2%
3,7%
3,4%
-1,9%
2,4%
Evolutie 2013 tov 2012
Woonhuizen
Villa's
Appartementen
20,0%
15,0%
10,0%
5,0%
0,0%
-5,0%
-10,0%
-15,0%
Lange termijn 2005-2013
Uiteraard is het noodzakelijk de stijging van het afgelopen jaar in een ruimere context te
analyseren. Gemiddeld stegen sedert 2005 de prijzen van woonhuizen en appartementen in
de centrumsteden met 50% en de prijzen van de villa’s met 30 procent. Toch zijn er heel wat
individuele verschillen.
2005-2013
Woonhuizen
Villa's
Appartementen
2005-2012
Woonhuizen
Villa's
Appartementen
Aalst
54,5%
31,6%
52,3%
Brugge
51,5%
55,7%
41%
Genk
37,3%
21,9%
46,43%
Kortrijk
73,8%
15,9%
47,8%
Oostende Roeselare
47,8%
66,7%
36,0%
34,8%
34,7%
66,9%
Hasselt
43,6%
43,7%
52,6%
Leuven
59,5%
25,3%
68,3%
9
Antwerpen
54,8%
20,8%
47,6%
Mechelen
66,9%
16,2%
67,1%
SintNiklaas
46,3%
60,9%
41,2%
Gent
75,3%
46,8%
69,9%
Turnhout
35,5%
/
39,7%
Lange termijn evolutie 2005 - 2013
Woonhuizen
Villa's
Appartementen
80%
70%
60%
50%
40%
30%
20%
10%
0%
Leuven duurste woningen, Roeselare goedkoopste
Antwerpen duurste villa’s en goedkoopste appartementen
“Als we de werkelijke prijzen in 2013 analyseren merken we dat Leuven nog steeds veruit de
duurste is voor gewone woonhuizen. In vergelijking met 2012 stijgen de prijzen van de
woonhuizen in Leuven (+6%), Antwerpen (5,9%) en Mechelen (4,8%) het meest van alle
centrumsteden. Wie de duurste villa wil kopen zal nog net in Antwerpen terecht kunnen.
Het duurste appartement koop je dan weer in Brugge.”
“Wie het goedkoopst wil kopen kan voor een woonhuis terecht in Roeselare dat Kortrijk
voorbijstak inzake betaalbaarheid. Voor de goedkoopste villa’s van de centrumsteden kan je
terecht in Genk. Appartementen zijn dan weer het goedkoopst in Antwerpen.”
2013 woningen
villa's
appartementen
Leuven
310.010
409.290
213674
Brugge
242.668
452.238
233817
Antwerpen
238.040
480.196
168613
Gent
232.402
396.291
220749
Mechelen
216.527
337.841
196771,5
Hasselt
215.047
314.666
218422,5
Oostende
203.202
348.468
192546,5
10
Turnhout
196.203
/
187822,5
Aalst
Sint
Niklaas
Genk
188.675
370.555
196051
181.227
180.890
404.350
264.123
173264,5
198933
Kortrijk
180.560
365.184
180562,5
Roeselare
179.751
339.149
216132
Woonhuizen jaar 2012
292.517
Leuven
jaar 2013
2013 vs 2012
310.010
6,0%
Brugge
236.048
242.668
2,8%
Antwerpen
224.871
238.040
5,9%
Gent
226.295
232.402
2,7%
Mechelen
206.687
216.527
4,8%
Hasselt
217.193
215.047
-1,0%
Oostende
195.028
203.202
4,2%
Turnhout
201.137
196.203
-2,5%
Aalst
Sint-Niklaas
181.809
188.675
181.227
180.890
3,8%
-3,3%
Genk
187.400
182.219
Kortrijk
173.535
180.560
179.053
179.751
Roeselare
-0,7%
4,0%
0,4%
Jaarlijks 3 procent van de woongelegenheden verkocht
Van Volcem onderzocht ook het aantal woongelegenheden en het aantal transacties per
centrumstad sedert 2005. “Opvallend is dat er jaarlijks gemiddeld 3 procent van de
woningen wordt verkocht. Oostende is koploper met 3,4% verkochte woningen in 2012,
Genk is de hekkensluiter met 2,2% van de woningen die verkocht werden. Oostende kent
veel tweede verblijven, en heeft een oudere bevolking in tegenstelling tot Genk, 2 factoren
die een invloed hebben.“
Crisis beïnvloedt aantal verkopen nagenoeg niet
Over de jaren heen is er eigenlijk geen significante schommeling in het aantal verkopen ten
opzichte van het aantal woongelegenheden. De crisis heeft er met andere woorden niet voor
gezorgd dat er minder woningen werden verkocht in de centrumsteden.” stelt Van Volcem.
“De stad blijft een aantrekkingspool voor heel wat mensen.”
11
Aantal verkopen/aantal woningen
4,0%
3,5%
3,0%
2,5%
2012
2013
2,0%
1,5%
2013
Oostende
Mechelen
Antwerpen
Brugge
Roeselare
SintNiklaas
Aalst
Gent
Kortrijk
Turnhout
Hasselt
Leuven
Genk
3,2%
3,2%
3,1%
3,0%
2,9%
2,8%
2,8%
2,8%
2,7%
2,7%
2,4%
2,3%
2,1%
Gemiddelde #
verkopen
centrumsteden
2005
2,8%
2006
2,8%
2007
2,9%
2008
2,8%
2009
2,8%
2010
3,0%
2011
3,0%
2012
2,8%
2013
2,8%
Antwerpen minst aantal bijkomende woongelegenheden sedert 2005
Als we de evolutie van het aantal woongelegenheden onder de loep nemen, merken we dat
Hasselt absolute koploper is met een stijging van maar liefst 13,3 procent bijkomende
woongelegenheden in de afgelopen 9 jaar. Roeselare (10,4%) en Genk(9,2%) sluiten het rijtje
van sterk groeiende steden qua aantal woongelegenheden.
“Antwerpen blijkt de absolute rode lantaarn: de afgelopen 9 jaar kwamen er slechts 4%
woongelegenheden bij, dit in schil contrast met de groeiende bevolkingsaantallen. Dit
verklaart voor een deel waarom de woningprijzen in Antwerpen zo fel stegen met het gevolg
dat de grootstad de minst betaalbare centrumstad is van Vlaanderen.” aldus Van Volcem.
12
Evolutie aantal woongelegenheden 2005-2013
14,0%
12,0%
10,0%
8,0%
6,0%
4,0%
2,0%
0,0%
Inkomens
Antwerpen en Genk zwakste inkomensleerling van de klas
In Antwerpen en Genk wordt het minst verdiend. Ondanks het lagere inkomen slaagt
Antwerpen er niet om sneller te stijgen dan de andere steden. Het inkomen steeg van 2005
naar 2011 met 10,8%. In 2011 daalde het gemiddelde inkomen van de Antwerpenaar met 50
euro op jaarbasis. Zo stak Antwerpen Genk voorbij als slechtste inkomensleerling van de
klas. In 2011 was het gemiddeld inkomen er 14 455 euro per inwoner. Antwerpen noteert
ook het laagste stijgingspercentage op zeven jaar: het gemiddeld inkomen van de stad steeg
er maar met 10,8%. Genk daarentegen stijgt met rasse schreden. Waar men in 2005 nog
heel ver achterop ginkte, vindt men nu opnieuw aansluiting bij de staart van het peleton.
Roeselare heeft duidelijk een stap voorwaarts gezet in zake inkomens. In de zeven jaar tijd
hebben ze zowel Oostende als Sint-Niklaas ingehaald wat betreft gemiddeld inkomen per
inwoner. Iets wat zich ook vertaalde in een snelle stijging van de woningprijzen tussen 2005
en 2011.
2005
2006
2007
2008
2009
2010
Brugge
14585
15331
15829
16557
16.894
17256
0,0%
5,1%
8,5%
13,5%
15,8%
18,3%
Kortrijk
14113
14546
15185
15825
16.040
16105
Inkomen per inwoner vergelijking Centrumsteden
Oostende
Roeselare
Antwerpen
0,0%
0,0%
0,0%
13673
13878
13045
3,1%
3,7%
4,3%
14173
14468
13408
7,6%
7,1%
8,1%
14642
15002
13891
12,1%
11,5%
13,2%
15240
15703
14451
13,7%
14,3%
14,3%
15.630
15.864
14.487
14,1%
15,7%
15,9%
15822
16085
14506
13
Gent
0,0% 14483 0,0%
2,8% 14989 3,5%
6,5% 15460 6,7%
10,8% 16100 11,2%
11,1% 16322 12,7%
11,2% 16200 11,9%
2011
Aalst
15219
15706
16374
16965
17360
17372
17592
17847
0,0%
3,2%
7,6%
11,5%
14,1%
14,1%
15,6%
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
22,4%
Genk
12070
12697
13043
13774
13896
13992
14666
16752
0,0%
5,2%
8,1%
14,1%
15,1%
15,9%
21,5%
18,7%
Hasselt
15356
15953
16572
17324
17665
17736
18125
Stijging Inkomen 2005-2011
Brugge
22,4%
Genk
21,5%
Roeselare
18,4%
Oostende
17,7%
Hasselt
18%
Mechelen
15,6%
Aalst
15,6%
Kortrijk
18,7%
Turnhout
14%
Sint-Niklaas
14,6%
Gent
13,7%
Antwerpen
10,8%
LeuvenInkomen 2005-2010
12%
Stijging
16089
0,0%
3,9%
7,9%
12,8%
15,0%
15,5%
18,0%
17,7%
Leuven
16417
16928
17361
17945
18129
18010
18383
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
16435
18,4%
Mechelen
0,0%
14569
3,1%
15065
5,7%
15666
9,3%
16321
10,4%
16673
9,7%
16665
12,0%
16845
0,0%
3,4%
7,5%
12,0%
14,4%
14,4%
15,6%
14455
SintNiklaas
14178
14513
15051
15643
15975
15963
16246
10,8% 16462 13,7%
0,0%
2,4%
6,2%
10,3%
12,7%
12,6%
14,6%
Turnhout
14294
14753
15234
15779
15870
16148
16291
Inkomen 2011
Leuven
18383
Hasselt
18125
Aalst
17592
Brugge
17847
Mechelen
16845
Gent
16462
Turnhout
16291
Kortrijk
16752
Roeselare
16435
Sint-Niklaas 16246
Oostende
16089
Antwerpen 14455
Genk
14666
“De prijzen en hun evoluties zeggen weinig over de kwaliteit van de woningen en de
woonomgeving. Daar moet iedereen zich bewust van zijn. Elke stad moet keuzes maken.
Vergelijken met een andere stad kan interessant zijn om te leren, maar er moet rekening
gehouden worden met heel wat facetten.” aldus Van Volcem.
14
0,0%
3,2%
6,6%
10,4%
11,0%
13,0%
14,0%
Aantal jaarinkomens 2011 voor aankoop woning 2013
18
16
14
12
10
8
6
4
2
0
Woningprijzen 2013
350000
Inkomen 2011
20000
18000
300000
16000
250000
14000
12000
200000
10000
150000
8000
6000
100000
4000
50000
2000
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Woningprijzen
Leuven
Brugge
Antwerpen
Gent
Mechelen
Hasselt
Oostende
Turnhout
Aalst
Sint-Niklaas
Genk
Kortrijk
0
2012
292.517
236.048
224.871
226.295
206.687
217.193
195.028
201.137
181.809
187.400
182.219
173.535
2013
310.010
242.668
238.040
232.402
216.527
215.047
203.202
196.203
188.675
181.227
180.890
180.560
% verschil
6,0%
2,8%
5,9%
2,7%
4,8%
-1,0%
4,2%
-2,5%
3,8%
-3,3%
-0,7%
4,0%
15
13
Roeselare
179.053
179.751
0,4%
Betaalbaarheid
Als we het gemiddeld inkomen (2011) vergelijken met de prijs van de gewone woonhuizen
(2013) kunnen we een factor voor de betaalbaarheid berekenen per stad. Hieruit blijkt dat
Sint-Niklaas de meest betaalbare stad is, die Aalst (vorig jaar) van de troon stoot als meest
betaalbare stad. Je kan er gemiddeld met 10,83 (gemiddelde) inkomens van 2011 een
(gemiddelde) woning in 2013 aanschaffen. Aalst en Roeselare vullen de top 3 aan.
“Antwerpen en Leuven scoren veruit het slechtst. Hoewel Leuven het duurst is, heeft men
ook hogere inkomens. Antwerpen scoort bij de laagste (gemiddelde) inkomens waardoor
ook de betaalbaarheid van wonen er precair is. Antwerpen heeft, gezien de prijsstijgingen
van de woonhuizen het afgelopen jaar, Leuven ingehaald als minst betaalbare stad. Met
maar liefst 16,93 jaarinkomens kan de gemiddelde Antwerpenaar een woning kopen in de
stad.” aldus Vlaams Parlementslid Van Volcem.
#jaarinkomens 2011 voor
woningprijs 2013
1 Sint-Niklaas
2 Aalst
3 Roeselare
4 Kortrijk
5 Hasselt
6 Turnhout
7 Genk
8 Oostende
9 Mechelen
10 Brugge
11 Gent
12 Leuven
13 Antwerpen
10,83
11,04
11,21
11,22
11,80
12,21
12,48
12,63
13,30
13,60
14,01
16,77
16,93
Evolutie van de betaalbaarheid
“Als we kijken naar de evolutie van de betaalbaarheid voor de periode 2005-2011/2013 dan
merken we dat Genk het meest betaalbaar evolueert. Dat is te wijten aan de prijsdaling in
Genk van de woningprijzen in 2011 alsook de stijging van het inkomen in 2013. De
Bruggeling staat op de tweede plaats omdat vooral zijn inkomen het snelst stijgt en de
huisprijzen minder snel in verhouding waardoor ook de betaalbaarheid minder snel
afneemt.” aldus Van Volcem.
16
“Antwerpen en Gent worden daarentegen veel sterker en steeds minder betaalbaar als we
de evolutie van de inkomens en die van de woningprijzen naast elkaar vergelijken.”
120000
3500
100000
3000
2500
80000
2000
60000
40000
20000
1500
woningprijzen evolutie 20052013
1000
inkomen evolutie 2005-2011
500
Turnhout
Sint-Niklaas
Mechelen
Leuven
Hasselt
Genk
Aalst
Gent
Antwerpen
Roeselare
Oostende
Kortrijk
0
Brugge
0
Evolutie betaalbaarheid
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
Genk
Brugge
Hasselt
Turnhout
Oostende
Sint-Niklaas
Aalst
Roeselare
Kortrijk
Mechelen
Leuven
Gent
Antwerpen
Inkomen 20052011
21,5%
22,4%
18,0%
14,0%
17,7%
14,6%
15,6%
18,4%
18,7%
15,6%
12,0%
13,7%
10,8%
Woningprijzen 20052013
39,0%
51,5%
42,8%
37,4%
47,9%
42,1%
59,1%
71,0%
80,9%
72,8%
58,7%
74,1%
59,3%
17
Relatieve Factor inkomen vs
woningprijs
1,81
2,30
2,38
2,68
2,71
2,88
3,79
3,85
4,33
4,66
4,90
5,42
5,48
VLAAMS PARLEMENT
₪ SCHRIFTELIJKE VRAGEN
FREYA VAN DEN BOSSCHE
VLAAMS MINISTER VAN ENERGIE, WONEN, STEDEN EN SOCIALE ECONOMIE
Vraag nr. 297
van 21 februari 2013
van MERCEDES VAN VOLCEM
Centrumsteden - Bevolkingsevolutie
Onze steden evolueren constant. De Vlaamse Regering voorziet in een specifiek beleid voor de
zogenaamde 13 centrumsteden. Het gaat over Brugge, Antwerpen, Gent, Kortrijk, Roeselare,
Oostende, Aalst, Leuven, Turnhout, Hasselt, Genk, Mechelen en Sint-Niklaas.
1. Kan de minister een overzicht geven van de bevolkingsevolutie van 2000 tot 2013 voor de 13
Vlaamse centrumsteden? In welke steden is er sprake van stadsvlucht en stadsgroei?
2. Kan de minister de bevolkingsevolutieprojecties van heden tot 2050 verduidelijken voor de 13
steden? Meer bepaald die cijfers waarop de minister zich baseert bij het uitstippelen van het
stedelijk beleid en het woonbeleid?
3. Kan de minister een overzicht geven van de financiële ondersteuning die de respectieve 13
centrumsteden ontvangen van de Vlaamse overheid in het kader van het stedelijk beleid? Dit
voor de periode 2005 tot 2013.
18
Centrumsteden in evolutie
Mercedes Van Volcem
FREYA VAN DEN BOSSCHE
VLAAMS MINISTER VAN ENERGIE, WONEN, STEDEN EN SOCIALE ECONOMIE
ANTWOORD op vraag nr. 297 van 21 februari 2013
van MERCEDES VAN VOLCEM
1.
Hieronder schets ik een beeld van de algemene bevolkingsevolutie in de 13 centrumsteden
tussen 2000 en 2012 en geef ik de evolutie van het aantal jongvolwassenen (als 20-29 jarigen)
en jonge gezinnen (als 30-39 jarigen en 0-9 jarigen). Ook wordt kort gefocust op het verschil met
de bevolkingsprojecties.
Algemene bevolkingsevolutie in de centrumsteden (bron: SVR)
Bevolkingsaantal
Bevolkingsaantal
Bevolkingsevolutie
2000
2013
2000-2013
Aalst
76.313
82.587
6.274
Antwerpen
446.525
507.991
61.386
Brugge
116.246
117.577
1331
Genk
62.842
65.224
2.382
Gent
224.180
248.813
24.633
Hasselt
68.058
75.579
7.521
Kortrijk
74.790
75.120
330
Leuven
88.014
97.656
9.678
Mechelen
75.438
82.325
7.164
Oostende
67.279
70.284
2.690
Roeselare
54.199
58.823
5.141
Sint-Niklaas
68.290
72.883
4.990
Turnhout
38.596
41.572
3.412
Algemeen is de bevolking in alle centrumsteden duidelijk toegenomen. Als we kijken naar
leeftijdspecifieke groepen zoals jongvolwassenen (als 20-29 jarigen) en jonge gezinnen (als 3039 jarigen en 0-9 jarigen) zien we onderstaand beeld.
Bevolkingsevolutie jongvolwassenen (20-29 jarigen) in de centrumsteden (bron: SVR)
Bevolkingsaantal 2000
Bevolkingsaantal2012
Bevolkingsprojectie
2012
Evolutie
bevolking
2000-2012
Aalst
9.647
9.678
9.530
31
Antwerpen
57.793
72.061
70.974
14.268
Verschil
bevolkings2012
aantal versus
148
projecties
1.087
Brugge
15.151
13.894
13.771
-1.257
123
Genk
9.037
8.448
8.465
-589
-17
Gent
32.716
39.543
38.194
6.827
1.349
1
Centrumsteden in evolutie
Mercedes Van Volcem
Hasselt
9.301
9.378
9.720
77
-342
Kortrijk
9.540
9.621
9.576
81
45
Leuven
15.603
18.977
17.475
3.374
1.502
Mechelen
9.657
11.045
11.234
1.388
-189
Oostende
7.538
7.466
7.387
-72
79
Roeselare
7.126
7.356
7.193
230
163
Sint-Niklaas
8.945
9.060
8.881
115
179
Turnhout
5.215
5.428
5.289
213
139
Voor het aantal jongvolwassenen (20-29 jarigen) zien we een heel sterke toename in de steden
Antwerpen (+25 %), Gent (+21%), Leuven (+22%), Mechelen (+14%) (zie 4e kolom). Vooral
Brugge (-8%) en Genk (-7%) kennen een redelijk grote daling van het aantal jongvolwassenen.
Als we de reële bevolkingsevolutie vergelijken met de bevolkingsprognoses die gemaakt zijn op
basis van cijfers t.e.m. 2008 dan zien we dat de meeste steden een sterkere toename van het
aantal jongvolwassenen hebben gekend dan de prognoses aangaven. Vooral voor Antwerpen,
Gent en Leuven bleken de prognoses een onderschatting. In Hasselt en in mindere mate in
Mechelen waren de prognoses een overschatting. (zie 5e kolom)
Bevolkingsevolutie jonge gezinnen (30-39 & 0-9 jarigen) in de centrumsteden (bron: SVR)
Bevolkingsaantal
2000
Bevolkingsaantal
2012
Bevolkingsprojectie
2012
Aalst
19.742
19.298
Antwerpen
115.730
141.004
Brugge
29.032
24.626
Genk
17.539
15.695
18.453
(op basis
136.486
cijfers
tem
24.836
2008)
15.687
Gent
59.172
67.401
Hasselt
16.929
Kortrijk
Evolutie
bevolking
2000-2012
Verschil
Projecties
en
2012
-444 bevolkingsaantal
845
25.274
4.518
-4.406
-210
-1.844
8
66.747
8.229
654
17.243
16.985
314
258
18.934
16.847
16.637
-2.087
210
Leuven
24.137
26.136
25.281
1.999
855
Mechelen
20.584
21.906
21.859
1.322
47
Oostende
14.867
13.175
12.924
-1.692
251
Roeselare
14.370
13.901
13.584
-469
317
Sint-Niklaas
17.391
17.573
17.244
182
329
Turnhout
10.115
9.605
9.210
-510
395
Voor het aantal jonge gezinnen (30-39 & 0-9 jarigen) krijgen we een heel genuanceerd en
verscheiden beeld over de centrumsteden. Dit beeld sluit voor een deel aan bij de evoluties
rond jongvolwassenen. Vooral in Antwerpen (+22%), Gent (+14%), Leuven (+8%) en Mechelen
2
Centrumsteden in evolutie
Mercedes Van Volcem
(+6%) is er een sterke toename van het aantal 30-39 & 0-9 jarigen. Brugge kent de sterkste
daling (-15%), en ook Genk, Kortrijk en Oostende kennen een duidelijke daling (elk -11%).
Als we de reële bevolkingsevolutie vergelijken met de bevolkingsprognoses dan zien we
opnieuw dat de meeste steden een sterkere toename van het aantal jonge gezinnen kennen dan
de bevolkingsprojecties aangaven. Vooral voor Antwerpen en ook nog in grote mate voor Gent
en Leuven bleken de prognoses een sterke onderschatting. Enkel in Brugge gaven de prognoses
een onderschatting aan (zie 5e kolom).
De bevolkingscijfers zelf zeggen echter niets over de binnenlandse en buitenlandse
migratiepatronen. Ze schetsen een algemeen beeld naar leeftijdsgroepen.
Algemeen migratiesaldo in de centrumsteden(Bron: SVR)
2001
2003
2005
2007
2009
2011
Aalst
-24
126
358
352
914
712
Antwerpen
3.071
1.842
2.308
3.425
3.211
6.541
Brugge
354
351
-49
50
-130
425
Genk
-124
115
-23
-69
-12
171
Gent
1.378
1.070
1.286
1.118
2.175
-435
Hasselt
349
220
426
779
654
705
Kortrijk
82
-212
91
123
645
289
Leuven
285
-1.001
298
229
639
280
Mechelen
197
332
479
217
357
-167
Oostende
570
529
649
262
447
857
Roeselare
204
50
225
131
361
572
Sint-Niklaas
135
157
508
284
532
393
Turnhout
216
158
144
150
243
184
Algemeen kennen de meeste steden een positief migratiesaldo. Er komen dus meer mensen
wonen in de stad, dan dat er vertrekken. Enkel Gent en Mechelen blijken in 2011 een negatief
migratiesaldo te kennen, maar dit kan éénmalig zijn. In de tijdreeks hebben ze immers steeds
een positief migratiesaldo gekend. Positief is dat steden als Brugge en Genk een duidelijk
positief migratiesaldo kennen in 2011, terwijl ze de jaren ervoor soms een negatief
migratiesaldo hadden.
Voor een meer gedetailleerd beeld van de migratiesaldo verwijs ik naar de Studiedag Steden
Binnenstebuiten! Analyses op de stadsmonitor 2011". Deze gaat door op dinsdag 26 maart 2013
en is een organisatie van de Studiedienst van de Vlaamse Regering in samenwerking met het
team stedenbeleid van het Agentschap voor Binnenlands Bestuur. Op deze studiedag wordt de
studie ‘Stadsvlucht bekeken vanuit cohorteperspectief’ voorgesteld. In deze studie zal voor alle
13 centrumsteden een beter beeld geschetst worden van het aantal jongvolwassenen dat bij
gezinsvorming in de stad blijft wonen.
3
Centrumsteden in evolutie
Mercedes Van Volcem
2.
De basisnota ‘Onderzoek_bevolkingsprognoses_basisnota’ biedt nog steeds een goed inzicht in
de
prognoses
voor
elke
centrumstad
(zie
http://www.thuisindestad.be/Onderzoek_2.html#eye16336612).
Belangrijk
is
dat
bevolkingsprognoses best gebruikt worden om inzicht te krijgen in de noden en uitdagingen van
de komende 5 jaar. Hoe langer men in de toekomst wil vooruitblikken, hoe groter de
foutenmarge gezien men zich baseert op patronen uit het verleden.
3.
Hierbij het overzicht van de financiële ondersteuning voor de 13 centrumsteden voor de periode
2005-2013.
De middelen van de Thuis in de stadprijs en de jaarlijkse oproep innovatieve stadsprojecten
worden in de lijst niet opgenomen, omdat dit geen structurele steun is voor de stadsbesturen
van de 13 centrumsteden. Op www.thuisindestad.be staat een overzicht tot en met 2012. Voor
2013 moeten de middelen nog toegekend worden.
Vlaams Stedenfonds
euro
2014
2013
2012
2011
2010
2009
2008
2007
2006
Antwerpen
64.107.224
61.587.312
58.955.036
56.769.970
54.703.905
52.677.150
50.678.593
48.790.695
47.053.651
Gent
31.512.648
30.528.155
29.765.173
28.677.272
27.611.628
26.608.610
25.703.043
24.802.080
23.872.289
Aalst
3.042.627
2.902.614
2.759.804
2.639.593
2.502.454
2.387.311
2.271.847
2.157.946
2.044.780
Brugge
4.296.063
4.114.358
3.977.406
3.795.825
3.679.385
3.498.828
3.334.241
3.175.368
2.998.524
Genk
5.467.773
5.467.773
5.467.773
5.467.773
5.467.773
5.467.773
5.467.773
5.467.773
5.467.773
Hasselt
2.738.958
2.593.906
2.461.368
2.344.040
2.213.658
2.098.762
1.967.855
1.847.760
1.728.296
Kortrijk
2.815.661
2.721.123
2.642.620
2.537.953
2.439.257
2.340.336
2.250.474
2.162.905
2.074.956
Leuven
3.697.628
3.573.547
3.416.589
3.289.627
3.123.571
3.008.105
2.889.584
2.763.200
2.655.403
Mechelen
3.781.211
3.781.211
3.781.211
3.781.211
3.781.211
3.781.211
3.781.211
3.781.211
3.781.211
Oostende
4.134.015
4.134.015
4.134.015
4.134.015
4.134.015
4.134.015
4.134.015
4.134.015
4.134.015
Roeselare
2.150.462
2.045.655
1.934.680
1.842.458
1.749.657
1.658.844
1.568.730
1.471.533
1.379.216
Sint-Niklaas
2.655.643
2.534.612
2.418.890
2.303.586
2.179.839
2.066.698
1.952.019
1.839.581
1.721.975
Turnhout
1.581.487
1.512.419
1.448.635
1.393.077
1.335.747
1.283.957
1.234.015
1.188.933
1.143.811
127.496.700 123.163.200 118.976.400 114.922.100 111.011.600 107.233.400 103.583.000
100.055.900
Totaal
131.981.400
Ondersteuning stadsvernieuwingsprojecten
4
Centrumsteden in evolutie
Mercedes Van Volcem
Aalst
Projectsubsidie:
-Stationsomgeving: 3.000.000 euro
Conceptsubsidie:
-Tragel: 60.000 euro
-Rechteroever: 60.000 euro
Antwerpen
Projectsubsidie:
-Falconplein – Zeemanshuis: 2.200.000 euro
- MAS-Museumplein: 2.400.000 euro
- Militair Hospitaal, buiten wonen in de stad: 2.000.000 euro
- ’t Eilandje: Culturele as Londen-Amsterdamstraat: 1.500.000 euro
- IGLO: intergenerationeel project Linkeroever: 2.000.000 euro
- Scheldekaaien: 3.500.000 euro
Conceptsubsidie:
-Nieuw Zurenborg: 57.000 euro
- Stationsomgeving Berchem: 60.000 euro
- Masterplan Luchtbal: 60.000 euro
- Nieuw Zuid: 60.000 euro
- Parkloods: 60.000 euro
Brugge
Projectsubsidie:
-Nihil
Conceptsubsidie:
-Stadsportaal: 57.000 euro
Genk
Projectsubsidie:
-LO2020: 3.000.000 euro
Conceptsubsidie:
Nihil
Gent
Projectsubsidie:
-Bruggen naar Rabot: 3.000.000 euro
- Oude Dokken, fase1: 2.360.000 euro
- Ledeberg Leeft: 3.700.000 euro
- Herontwikkeling UCO-site: 3.500.000 euro
5
Centrumsteden in evolutie
Mercedes Van Volcem
Conceptsubsidie:
-Herontwikkeling UCO-site: 60.000 euro
Hasselt
Projectsubsidie:
-Nihil
Conceptsubsidie:
-Blauwe Boulevard: 57.000 euro
-Herontwikkeling Campus 11e Linie: 60.000 euro
Kortrijk
Projectsubsidie:
-Bijstandssite: 2.800.000 euro
-Overleie: 2.500.000 euro
Conceptsubsidie:
-Nihil
Leuven
Projectsubsidie:
-Vaartkom Noord: 2.360.000 euro
-Kop van Kessel Lo en park Bellevue: 3.000.000 euro
Conceptsubsidie:
-Stadspoort Bodart: 60.000 euro
Mechelen
Projectsubsidie:
-Herwaardering site Euroshopping: 1.300.000 euro
Conceptsubsidie:
-Tinel: 57.000 euro
-Gasthuis-Schouwburgsite: 60.000 euro
6
Centrumsteden in evolutie
Mercedes Van Volcem
Oostende
Projectsubsidie:
-Triptiek project: 3.000.000 euro
Conceptsubsidie:
-Oosteroever: 60.000 euro
Roeselare
Projectsubsidie:
-Roeselare Centraal: 2.200.000 euro
Conceptsubsidie:
-Roeselare Centraal: 57.000 euro
Sint-Niklaas
Projectsubsidie:
-Clementwijk: 1.800.000 euro
Conceptsubsidie:
-Stationsomgeving Noord: 60.000 euro
Turnhout
Projectsubsidie:
-Turnova: 3.200.000 euro
Conceptsubsidie:
-R13 – Stedelijk Plateau: 60.000 euro
De subsidies in het kader van de stadsvernieuwing 2013 worden pas in het najaar 2013
toegekend.
Buurtstewards.
Dit initiatief is in 2012 opgestart en loopt maximaal 4 jaar. De middelen worden jaarlijks
toegekend aan de hand van een jaarlijkse aanvraag door de geselecteerde steden. De bedragen
voor 2013 zijn hetzelfde gebleven als deze van 2012.
stad
Antwerpen
Gent
Sint-Niklaas
Vlaamse Gemeenschapscommissie
Bedrag 2013
200.000 euro
300.000 euro
100.000 euro
200.000 euro
7