Bestuurskunde / Public Administration

Studiegids
Bestuurskunde
Faculteit der Managementwetenschappen
Radboud Universiteit Nijmegen
2014-2015
Inhoudsopgave
1 Algemene informatie.........................................................................................................1
De opleidingen van de Faculteit der Managementwetenschappen.....................................1
Informatievoorziening.......................................................................................................2
Aanmelding en toelatingsvoorwaarden.............................................................................3
Verplichte inschrijving......................................................................................................6
Roosters............................................................................................................................8
Onderwijs- en ExamenRegeling (OER)..........................................................................10
Beroepsprocedures..........................................................................................................12
Regeling overschrijding correctietermijn........................................................................12
Studentenkaart.................................................................................................................13
Vrijstellingen, vervangende vakken of extra tentamengelegenheden...............................13
Studentenbegeleiding......................................................................................................13
De organisatie van het onderwijs.....................................................................................14
Het Onderwijscentrum....................................................................................................16
Het International Mobility Office....................................................................................19
Internationalisering, Communicatie en Onderzoeksondersteuning..................................20
Kwaliteitszorg.................................................................................................................21
Medezeggenschap...........................................................................................................22
Het aanschaffen van studieboeken en ander studiemateriaal...........................................23
Naar het buitenland.........................................................................................................23
Vreemde talen leren spreken...........................................................................................24
Academisch Schrijfcentrum Nijmegen............................................................................26
De universitaire lerarenopleiding bij de Radboud Docenten Academie...........................26
Radboud Honours Academy............................................................................................28
De Dienst Studentenzaken...............................................................................................30
2 Bacheloropleiding bestuurskunde....................................................................................31
Bestuurskunde aan de Radboud Universiteit Nijmegen.................................................31
De opbouw van het curriculum.....................................................................................31
Cursusbeschrijvingen van de bacheloropleiding............................................................33
Toelatingseisen bestuurskunde........................................................................................66
3 Minors en keuzevakken bestuurskunde...........................................................................68
Wat is een minor?............................................................................................................68
Keuzevakken en minors voor bestuurskundestudenten....................................................68
Keuzevakken en minors bestuurskunde voor studenten van andere opleidingen.............69
Keuzevakken en overig aanbod.......................................................................................69
Cursusbeschrijvingen CICAM........................................................................................87
Institute for Gender Studies...........................................................................................102
Overige keuzevakken....................................................................................................110
4 Pre-master bestuurskunde..............................................................................................113
Inleiding........................................................................................................................113
Schema toelatingseisen..................................................................................................113
Inhoud pre-master.........................................................................................................114
Toelating en inschrijving...............................................................................................115
Veelgestelde vragen......................................................................................................116
Cursusbeschrijvingen van de pre-master bestuurskunde................................................116
5 Masteropleiding bestuurskunde.....................................................................................132
Nederlandstalige Master Bestuurskunde........................................................................132
International Master's programmes COMPASS............................................................135
Cursusbeschrijvingen van de masteropleiding / course descriptions..............................139
ALGEMENE INFORMATIE
1 Algemene informatie
De opleidingen van de Faculteit der Managementwetenschappen
Bachelorprogramma's
De faculteit biedt de volgende bacheloropleidingen aan:
Bedrijfskunde
Economie en bedrijfseconomie
Bestuurskunde
Politicologie
Geografie, Planologie en Milieu
Bacheloropleidingen duren drie jaar en het onderwijs in de bacheloropleiding is verdeeld in
12 blokken. Een jaar bestaat uit 4 blokken van 10 onderwijsweken inclusief een
tentamenperiode (van meestal twee weken). Als je hebt voldaan aan alle verplichtingen van
het eerste jaar, ontvang je het propedeutisch getuigschrift. Aan het einde van de bachelorfase
ontvang je het bachelorgetuigschrift.
Semesterindeling
In elk semester worden 5 cursussen van elk 6 EC aangeboden. Twee cursussen daarvan
worden in de eerste helft (het eerste 'blok') aangeboden en twee andere cursussen in het
tweede blok. De vijfde cursus wordt gedurende het hele semester aangeboden. Alle cursussen
worden afgesloten met een tentamen en/of een werkstuk.
Masterprogramma's
De faculteit biedt de volgende masteropleidingen aan:
Business Administration
Economics
Bestuurskunde
Political Science
Human Geography
Planologie
Milieu-Maatschappijwetenschappen
Binnen bovengenoemde masteropleidingen zijn nog specialisaties of varianten mogelijk. Alle
masteropleidingen duren 1 jaar. Studenten die de masteropleiding met succes afronden
ontvangen een mastergetuigschrift en mogen vanaf dat moment een mastertitel voeren.
Afgestudeerden van onze faculteit komen terecht in de meest uiteenlopende management- en
beleidsfuncties bij het bedrijfsleven, de overheid en de not-for-profit sector. Ze geven
adviezen aan directies en bestuurders. Ze ontwerpen plannen en organisatiemodellen en ze
zijn betrokken bij de uitvoering daarvan. Sommigen gaan als onderzoeker werken bij
universiteiten of onderzoeksinstituten.
1
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
Keuzevakken
Er is keuzeruimte opgenomen in het bachelorcurriculum. Een keuzevak kan bijna elk vak zijn
dat aan onze faculteit of elders in binnen- of buitenland wordt aangeboden. Door te kiezen
voor een samenhangend geheel van keuzevakken (een zogeheten minor) kun je een extra
dimensie geven aan je studie. Voor meer informatie over het samenstellen van een gedegen
keuzepakket, kun je een afspraak maken bij de studieadviseur van jouw opleiding.
Wil je vakken buiten de faculteit volgen, dan kan je de digitale studiegidsen van de andere
opleidingen binnen de Radboud Universiteit Nijmegen inzien via www.ru.nl/studiegidsen. Bij
twijfels over de geschiktheid van een vak kun je contact opnemen met de studieadviseur van
de betreffende opleiding. Wil je buiten de faculteit zoeken dan is internet een handig medium.
Voor vakken in het buitenland kun je contact opnemen met het International Mobility Office.
Binnen de faculteit mogen in principe alle cursorische vakken van andere
bacheloropleidingen gekozen worden. Methodologievakken, projecten en de cursus
Academische vaardigheden mogen echter niet altijd als keuzevak worden gekozen. Niet elke
cursus is even geschikt om te kiezen als keuzevak. Let bij het maken van je keuze met name
op het kopje 'voorkennis' bij de cursusbeschrijvingen. Keuzevakken in de master zijn alleen
toegankelijk voor studenten die zijn toegelaten tot de betreffende master.
Wil je meer informatie over de geschiktheid van vakken of over de volgorde waarin je de
vakken het beste kunt kiezen, neem dan contact op met de studieadviseur.
ECTS
De Faculteit der Managementwetenschappen hanteert het systeem van de ECTS (European
Credit Transfer System). Dit systeem heeft als voordeel dat het internationaal bekend en
aanvaard is, wat de internationalisering van het hoger onderwijs ten goede komt. Een
studiejaar heeft een studielast van 60 EC.
Informatievoorziening
Facultaire websites
De Faculteit der Managementwetenschappen heeft een facultaire website met als adres:
www.ru.nl/fm. Deze site informeert je over uiteenlopende zaken. De site bevat een
adressenlijst van medewerkers met telefoonnummers en kamernummers. De
cursusbeschrijvingen zijn alleen via de facultaire website of www.ru.nl/studiegidsen te
raadplegen.
Via de facultaire website kunnen studenten terecht op Blackboard, de digitale leeromgeving.
De facultaire website in combinatie met Blackboard verschaft studenten alle informatie die zij
nodig hebben voor hun studie. Van studenten wordt verwacht dat zij zeer regelmatig het
internet en Blackboard raadplegen. De Radboud Universiteit Nijmegen heeft uiteraard ook
een website. Het adres van deze site is: www.ru.nl.
Informatie voor studenten is te vinden onder www.ru.nl/studenten.
2
ALGEMENE INFORMATIE
E-mail
Een andere informatiebron is je e-mailadres. De Dienst Studentenzaken kent aan elke student
een @student.ru.nl e-mailadres toe. Deze adressen worden gebruikt voor mailings vanuit de
faculteit. Het is dus belangrijk je @student.ru.nl-account te activeren en met regelmaat te
checken. Voor vragen over dit e-mailaccount kun je terecht bij de Centrale Studentenbalie
van de Dienst Studentenzaken, Comeniuslaan 4, T: (024) 361 23 45, E: [email protected].
Onderwijsberichten
Binnen Blackboard bestaat de community 'onderwijsberichten'. Alle studenten van de
faculteit worden hierop door het Onderwijscentrum geabonneerd. Belangrijke berichten over
onderwijs worden gedurende het studiejaar via dit medium gecommuniceerd naar studenten.
Nieuwsbrief Studentenzaken
De Dienst Studentenzaken brengt maandelijks de Nieuwsbrief voor studenten uit. Deze
nieuwsbrief wordt aan alle studenten gemaild. Naast nieuws en mededelingen van de
Radboud Universiteit kunnen ook studentenorganisaties hierin hun berichten kwijt. Contact:
[email protected]
Studentenportal
Met deze portal kunnen studenten hun Blackboardberichten lezen, e-mail ontvangen,
verschillende nieuwsbronnen volgen, hun rooster raadplegen, zich inschrijven voor vakken,
tentamencijfers bekijken en meer! Vragen of suggesties tot verbeteringen: mailto:
[email protected]. Inloggen kan op portal.ru.nl met het S-nummer en wachtwoord.
Aanmelding en toelatingsvoorwaarden
Algemene informatie
Iedereen die zich voor het eerst wil inschrijven voor een bacheloropleiding van de Faculteit
der Managementwetenschappen, meldt zich tijdig via Studielink (http://www.studielink.nl/).
De verdere inschrijfprocedure loopt via Studielink. Zie daarvoor http://www.ru.nl/ >
informatie voor bachelorkiezers > aanmelden > aanmelden en inschrijven.
Een vwo-diploma geeft toegang tot iedere bacheloropleiding aan de Faculteit der
Managementwetenschappen, maar bij de bacheloropleiding bedrijfskunde en de
bacheloropleiding economie worden eisen gesteld aan het profiel: je moet in ieder geval
wiskunde A of B in je profiel hebben opgenomen. Heb je een hbo-propedeuse of heb je een
vwo-diploma vóór 2010 behaald in wat ook wel de 'oude' Tweede Fase wordt genoemd: neem
dan contact op met de studieadviseur van de betreffende bacheloropleiding. Zij die 21 jaar of
ouder zijn en niet in het bezit zijn van één van de vereiste getuigschriften moeten een
toelatingsonderzoek (colloquium doctum) aanvragen. Een colloquium doctum beschikking
geeft alleen toegang tot de opleiding waarop de beschikking betrekking heeft. Voor vragen
over aanmelding en inschrijving aan de Radboud Universiteit Nijmegen kan men terecht bij
de Balie Studentenzaken van de Radboud Universiteit Nijmegen, T: (024) 361 23 45.
Toelating op basis van bepaalde buitenlandse getuigschriften is eveneens mogelijk. Bezitters
van deze documenten wenden zich tot de studentendecanen van de Dienst Studentenzaken,
Afdeling Studentenbegeleiding. Een afspraak met één van de studentendecanen kan gemaakt
3
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
worden via de Balie Studentenzaken, T: (024) 361 23 45. Meer informatie over toegang en
toelating tot een opleiding aan de Radboud Universiteit Nijmegen en de verplichte vakken is
te vinden in het Studentenstatuut (www.ru.nl/studentenstatuut) voor de studenten van de
Radboud Universiteit Nijmegen.
Hbo-instromers
Naast vwo-instromers en studenten met een hbo-propedeuse kent de Faculteit der
Managementwetenschappen hbo-instromers. Hbo-instromers volgen voordat ze worden
toegelaten tot een masteropleiding een pre-master of hbo-minor. Het vakkenpakket is
toegesneden op de deficiënties tussen de hbo-opleiding en de masteropleiding van je keuze.
Neem voor meer informatie contact op met de studieadviseur van de betreffende opleiding.
Verandering van opleiding
Tot 1 oktober is het mogelijk om je met terugwerkende kracht voor een andere opleiding
binnen of buiten de faculteit te laten inschrijven. Voor een opleiding met een numerus fixus
geldt dit in de regel niet. Na die datum is speciale toestemming nodig. Wend je daarvoor tot
de studieadviseur. Deze zal nagaan of de formele afwikkeling van je 'omzwaai' kan wachten
tot de eerstvolgende herinschrijving.
Studievoortgangsregelingen
Onderstaande tekst gaat in op vier belangrijke studievoortgangsregelingen binnen onze
faculteit in het studiejaar 2014 - 2015. Neem de tijd om ze aandachtig door te lezen.
Het gaat om de volgende regelingen:
Bindend Studie Advies (BSA)
B-in-5 (bachelor in 5 jaar regeling)
M-in-2 (master in 2 jaar regeling)
Toelating master
Bindend Studie Advies (BSA)
Onze universiteit werkt met een bindend studieadvies (BSA).
Universiteiten zijn verplicht om aan het eind van het eerste jaar van een bacheloropleiding
aan hun eerstejaars studenten een advies te verstrekken over voortzetting van de studie. De
wet (WHW, artikel 7.8b) maakt het mogelijk dat aan een negatief advies dan een afwijzing
wordt verbonden. Het studieadvies is dan een bindend studieadvies. Consequentie van de
afwijzing door een BSA is dat de student zich gedurende 3 jaar niet opnieuw kan inschrijven
voor dezelfde (of nader te bepalen verwante) bacheloropleiding(en) aan de Radboud
Universiteit Nijmegen.
Invoering van het BSA voorkomt dat studenten waarvan in het eerste jaar is vastgesteld dat
zij geen perspectief hebben op een succesvolle studie, na het eerste jaar blijven
'voortmodderen'. Dat 'voortmodderen' leidt uiteindelijk tot het alsnog stoppen met de studie in
het tweede en derde jaar of in het meest gunstige geval tot een wel heel forse overschrijding
van de nominale studieduur van de bachelorfase.
Studenten die in de voorbije jaren het dringend advies om na het eerste jaar te stoppen met de
studie hebben genegeerd, hebben in belangrijke mate bijgedragen aan het nu nog te lage
bachelorrendement van onze instelling. Voor het College van Bestuur is dat het belangrijkste
motief geweest om het bindend studieadvies in te voeren.
4
ALGEMENE INFORMATIE
Het BSA geldt voor alle eerstejaars die vanaf 1 september van het studiejaar 2014-2015 voor
het eerst staan ingeschreven voor de propedeutische fase van een voltijdse bacheloropleiding.
Het BSA geldt voor alle voltijdse bacheloropleidingen van de Radboud Universiteit. Aan
studenten die zich op of na 1 februari 2015 inschrijven voor een voltijdse bacheloropleiding
wordt het studieadvies uitgereikt aan het einde van het tweede studiejaar.
Het faculteitsbestuur heeft bepaald dat studenten in onze faculteit in het eerste jaar minimaal
42 EC moeten behalen om in aanmerking te komen voor een positief studieadvies aan het
eind van het eerste jaar. Daarbij worden uitsluitend de EC geteld zoals die verbonden zijn aan
voldoende eindcijfers voor onderdelen (cursussen) van de propedeutische fase (B1) zoals die
zijn opgenomen in de Onderwijs- en Examenregeling (OER). Voldoet de student niet aan de
minimale norm van 42 EC, dan krijgt hij/zij een negatief advies met daaraan verbonden een
bindende afwijzing, tenzij er persoonlijke omstandigheden (zie Uitvoeringsbesluit WHW) in
het geding zijn (geweest) die een normaal studieverloop onmogelijk hebben gemaakt.
De student ontvangt eind februari 2015 (uiterlijk 1 maart 2015), na afloop van het eerste
semester, een voorlopig studieadvies. Dit voorlopig studieadvies is vooral bedoeld als
waarschuwing voor studenten die tot dan toe onvoldoende studievoortgang hebben geboekt.
Als de uitslagen van de laatste herkansingen in juli 2015 bekend zijn, ontvangt de student die
voldaan heeft aan de BSA-norm een positief advies. De student die dan niet voldaan heeft aan
de BSA-norm, ontvangt dan uiterlijk 31 juli 2015 een voornemen tot een bindend, negatief
studieadvies.
Alvorens een student een definitief, bindend negatief studieadvies ontvangt, krijgt hij/zij de
gelegenheid te worden gehoord door de Commissie studieadvies eerste jaar. Voor studenten
die hiervan geen gebruik maken wordt het voornemen tot een bindend, negatief studieadvies
vervolgens omgezet in een definitief, bindend negatief advies. De student die op zijn/haar
verzoek wel gehoord wordt door de Commissie studieadvies eerste jaar, wordt zo spoedig
mogelijk na de hoorzitting, doch op uiterlijk 31 augustus 2015, over het definitieve besluit
van de commissie geïnformeerd.
Tegen een bindende afwijzing kan een student binnen zes weken in beroep gaan bij het
College van Beroep voor de Examens (CBE).
Op de website www.ru.nl/studenten zal vanaf de start van het nieuwe studiejaar informatie
staan over het BSA voor de nieuwe eerstejaars en voor overige studenten.
Bachelor in 5 jaar regeling(geldt alleen voor studenten gestart in 2008-2009, 2009-2010 en
2010-2011)
Postpropedeutische tentamens van de bacheloropleiding die met goed gevolg zijn afgelegd,
verliezen hun geldigheid na verloop van vijf jaren nadat de student zich voor de
propedeutische fase van de bacheloropleiding heeft ingeschreven, indien binnen deze termijn
het bachelorexamen niet met goed gevolg is afgelegd.
Master in 2 jaar regeling
Tentamens in de masteropleiding, die met goed gevolg zijn afgelegd, verliezen hun
5
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
geldigheid na verloop van twee jaren na de tentamendatum, indien binnen deze termijn het
masterexamen niet met goed gevolg is afgelegd.
Toelating master
Studenten uit de bacheloropleiding die na de laatste herkansingsperiode maximaal 2
cursussen uit het programma van het derde jaar van de bacheloropleiding (niet de
bachelorthesis, geen keuzevakken) hebben openstaan, mogen deelnemen aan een extra
tentamengelegenheid voor deze openstaande cursus(sen) op voorwaarde dat zij aan tenminste
twee eerdere tentamengelegenheden van de desbetreffende cursus(sen) hebben deelgenomen.
De extra tentamengelegenheid wordt georganiseerd vóór 15 september 2014.
Studenten uit de pre-master voor wo- en hbo-instromers die na de laatste herkansingsperiode
maximaal 2 cursussen uit het pre-masterprogramma (niet de bachelorthesis of het afsluitende
project) hebben openstaan, mogen deelnemen aan een extra tentamengelegenheid voor deze
openstaande cursus(sen) op voorwaarde dat zij aan tenminste twee eerdere
tentamengelegenheden van de desbetreffende cursus(sen) hebben deelgenomen. De extra
tentamengelegenheid wordt georganiseerd vóór 15 september 2014.
Studenten worden per 1 september 2013 alleen tot het onderwijs en de tentamens van een
masteropleiding toegelaten, als zij in het bezit zijn van een desbetreffend bachelordiploma of
een bewijs van toelating tot de betreffende masteropleiding (certificaat).
Studenten die niet in het bezit zijn van bachelordiploma of een bewijs van toelating tot de
masteropleiding (certificaat), worden uitsluitend toegelaten tot cursussen uit het
masterprogramma waarvoor geldt dat onderwijs en toetsing gescheiden zijn. Op de facultaire
website staat aangegeven welke cursussen dit betreft.
Studenten zonder bachelordiploma of bewijs van toelating tot de masteropleiding (certificaat)
mogen niet aan toetsing in de master deelnemen. Resultaten van mastertoetsen van niettoegelaten studenten zijn ongeldig.
Voor de overige studievoortgangsregelingen per opleiding (o.a. toelating tot de pre-master,
regelingen met betrekking tot Recht en Management) wordt verwezen naar
http://www.ru.nl/fm/studenten/onderwijsinformatie/oer/.
Verplichte inschrijving
Onderwijs- en tentameninschrijvingen voor cursussen
Studenten dienen zich voor alle cursussen die zij willen volgen in te schrijven via het
studentinformatiesysteem Osiris. De onderwijs- en tentameninschrijving geschiedt via de
studentenportal, http://www.student.ru.nl/ of via https://sis.ru.nl/. Voor deelname aan de
eerste tentamengelegenheid wordt je automatisch ingeschreven bij het inschrijven voor de
desbetreffende cursus. Indien je niet deelneemt aan de eerste tentamengelegenheid, dien je je
hiervoor uit te schrijven. Voor herkansingen dien je je in te schrijven, tot uiterlijk vijf
werkdagen voor de tentamendatum. In afwijking van het voorgaande dient een student van
het eerste studiejaar zich voor een herkansing van een cursus van het vierde blok in te
schrijven tot uiterlijk drie werkdagen voor de tentamendatum. Voor vragen hierover kun je
terecht bij de Centrale Studentenbalie van de Dienst Studentenzaken (informatie over de
Dienst Studentenzaken vind je op het internet: http://www.ru.nl/studenten). Via de facultaire
website wordt medegedeeld in welke periode kan worden ingeschreven voor het onderwijs.
6
ALGEMENE INFORMATIE
Het is belangrijk dat je de (online) studiegids raadpleegt alvorens je in te schrijven, zodat je
precies weet voor welke cursussen (let ook op de cursuscode!!) je moet inschrijven.
Onderwijsinschrijvingen voor keuzevakken
Studenten van de Faculteit der Managementwetenschappen die aan een andere faculteit
keuzevakken willen volgen, dienen zich te informeren over de wijze waarop de inschrijving
plaatsvindt. De wijze van inschrijving kan per faculteit sterk variëren.
Studenten van andere faculteiten die een cursus uit het aanbod van de Faculteit der
Managementwetenschappen willen volgen als keuzevak, dienen zich tijdens de
inschrijfperiode via de studentenportal, www.student.ru.nl, in te schrijven voor deelname aan
het onderwijs en tentamens.
Procedure onderwijs- en tentameninschrijving voor cursussen
Voor deelname aan onderwijs en tentamens dien je je via de studentenportal,
http://www.student.ru.nl/ of https://sis.ru.nl/, in te schrijven.
De procedure is als volgt:
Je dient je in Osiris in te schrijven voor cursussen die je wil volgen (check de juiste naam en
code voordat je je inschrijft!).
Voor deelname aan de eerste tentamengelegenheid wordt je automatisch ingeschreven bij het
inschrijven voor de desbetreffende cursus. Voor hertentamens dien je je in te schrijven, tot
uiterlijk vijf werkdagen voor de tentamendatum. In afwijking van het voorgaande dient een
student van het eerste studiejaar zich voor een hertentamen van een cursus van het vierde
blok in te schrijven tot uiterlijk drie werkdagen voor de tentamendatum.
De inschrijving voor het hertentamen eindigt vijf werkdagen voor het hertentamen. De datum
van het (her)tentamen staat vermeld in het tentamenrooster.
Je ontvangt per e-mail een bevestiging van je inschrijving (bewaar deze bevestiging; indien je
geen bevestiging ontvangt, neem dan contact op met de Centrale Studentenbalie,
Comeniuslaan 4).
Wanneer de inschrijving voor onderwijs en tentamens is gesloten kun je je niet meer via
Osiris inschrijven.
Indien je onverhoopt vergeten bent je in te schrijven voor een tentamen, kun je bij de balie
van het Studielandschap terecht voor een na-inschrijving. Dit kost € 10 als administratieve
vergoeding per tentamen. Als bewijs ontvang je een kwitantie: neem deze kwitantie mee naar
het tentamen. Alleen op vertoon van deze kwitantie word je - voor zover de capaciteit dit
toelaat - toegelaten bij het tentamen. Een na-inschrijving is mogelijk tot uiterlijk het moment
van aanvang van het tentamen.
Mocht je onverhoopt toch niet ingeschreven staan en er is geen tijd voor een na-inschrijving
(bijv. bij een tentamen dat 's avonds plaatsvindt) dan mag je meedoen tegen inlevering van je
studentenkaart. Deze kun je dan de volgende dag tegen een betaling van € 10 bij de balie van
het Studielandschap ophalen.
Studenten die meer dan een kwartier te laat zijn worden niet meer toegelaten tot het tentamen
Studenten mogen de tentamenzaal niet eerder verlaten dan 45 minuten na aanvang van het
tentamen.
De termijn waarbinnen de tentamenresultaten bekend moeten worden gemaakt is 12
werkdagen. Vanaf de 12e werkdag na het tentamen kun je via Osiris het tentamenresultaat
raadplegen.
7
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
Wanneer de resultaten na 12 werkdagen niet bekend zijn gemaakt en je daar niet tijdig
(conform de OER) op gewezen bent, kun je een klacht indienen bij de examencommissie.
Schema inschrijving tentamens
Inschrijving opent in week:
Alle bacheloropleidingen + pre-masters en de
masteropleidingen EC, BsK, GPM, POL en BK
Tentamenperiode 1
Wk. 39: 22-09-2014
Herkansing tentamenperiode 1
Wk. 48: 24-11-2014
Tentamenperiode 2
Wk. 48: 24-11-2014
Herkansing tentamenperiode 2
Wk. 8: 16-02-2015
Tentamenperiode 3
Wk. 8: 16-02-2015
Herkansing tentamenperiode 3
Wk. 19: 04-05-2015
Tentamenperiode 4
Wk. 19: 04-05-2015
Herkansing tentamenperiode 4 1e jaar
Wk. 26: 25-06-2015
Herkansing tentamenperiode 4 Overige jaren
Wk. 27: 29-06-2015
Roosters
Jaarrooster faculteit der Managementwetenschappen 2014-2015
Week
nr.
Datum
ma t/m vr
Blokkenrooster alle
Bijzonderheden
opleidingen
In de opgenomen
tentamen-/herkansingsweken wordt
uitsluitend schriftelijk getentamineerd.
Onderwijs
Tentamens
herkansingen
8
36
01-09 t/m 05-09
1
37
08-09 t/m 12-09
2
38
15-09 t/m 19-09
3
39
22-09 t/m 26-09
4
40
29-09 t/m 03-10
5
41
06-10 t/m 10-10
6
42
13-10 t/m 17-10
7
43
20-10 t/m 24-10
8
44
27-10 t/m 31-10
45
03-11 t/m 07-11
46
10-11 t/m 14-11
1 september Opening academisch jaar ('s
middags OV/TV)
(OV)
T1
1
ALGEMENE INFORMATIE
47
17-11 t/m 21-11
2
48
24-11 t/m 28-11
3
49
01-12 t/m 05-12
4
50
08-12 t/m 12-12
5
51
15-12 t/m 19-12
6
52
22-12 t/m 26-12
1
29-12 t/m 02-01
2
05-01 t/m 09-01
7
3
12-01 t/m 16-01
8
4
19-01 t/m 23-01
HK 1
5
26-01 t/m 30-01
T2
6
02-02 t/m 06-02
1
7
09-02 t/m 13-02
2
8
16-02 t/m 20-02
3
Kerstvakantie (OV/TV)
Kerstvakantie (OV/TV)
16 februari en 17 februari Carnaval (OV)
9
23-02 t/m 27-02
4
10
02-03 t/m 06-03
5
11
09-03 t/m 13-03
6
12
16-03 t/m 20-03
7
13
23-03 t/m 27-03
8
14
30-03 t/m 03-04
HK 2
15
06-04 t/m 10-04
T3
16
13-04 t/m 17-04
1
17
20-04 t/m 24-04
2
18
27-04 t/m 01-05
3
19
04-05 t/m 08-05
20
11-05 t/m 15-05
4
21
18-05 t/m 22-05
5
22
25-05 t/m 29-05
6
23
01-06 t/m 05-06
7
24
08-06 t/m 12-06
8
25
15-06 t/m 19-06
HK3
26
22-06 t/m 26-06
T4
27
29-06 t/m 03-07
28
06-07 t/m 10-07
29
13-07 t/m 17-07
3 april Goede vrijdag (OV/TV)
6 april Tweede paasdag (OV/TV)
27 april Koningsdag (OV/TV)
Meivakantie (OV)
14 mei Hemelvaartsdag (OV/TV); 15 mei
vrijdag na Hemelvaartsdag (OV/TV)
25 mei Tweede Pinksterdag (OV/TV); 28
mei Diesviering ('s middags OV/TV)
HK4 1e jaar
Zomervakantie Uitslagen HK4 1e jaar
9
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
bekend
30
20-07 t/m 24-07
Zomervakantie (OV/TV) 25 juli versturen
BSA
31
27-07 t/m 31-07
Zomervakantie (OV/TV)
32
03-08 t/m 07-08
Zomervakantie (OV/TV)
33
10-08 t/m 14-08
34
17-08 t/m 21-08
35
24-08 t/m 28-08
36
31-08 t/m 04-09
HK 4 overige
jaren
(OV)
(OV) Hoorzitting Commissie Studieadvies 1e
jaar
(OV)
1
31 augustus Opening academisch jaar ('s
middags OV/TV)
OV = onderwijsvrij
TV = tentamenvrij
Onderwijs- en tentamenvrije perioden en dagen
Kerstvakantie: 22 december 2014 - 2 Januari 2015
Goede vrijdag: 3 april 2015
Tweede paasdag: 6 april 2015
Koningsdag: 27 april 2015 (zondag)
Bevrijdingsdag: 5 mei 2015
Hemelvaart: 14 en 15 mei 2015
Pinksteren: 25 mei 2015
Diesviering: 28 mei 2015
Zomervakantie: 13 juli - 7 augustus 2015
Onderwijsvrije perioden
Onderwijsvrij: 27 oktober - 31 oktober 2014
Meivakantie: 4 mei - 8 mei 2015
Zomervakantie: 16 juli - 29 augustus 2015
Onderwijs- en ExamenRegeling (OER)
De studiegids en de website van je opleiding bieden je allerlei praktische informatie. Het zijn
echter geen formele regelingen waar je als student rechten aan kunt ontlenen. Zoiets bestaat
er wel, dat is de Onderwijs- en Examenregeling, in de wandeling OER genoemd. De wet
WHW schrijft voor dat voor elke opleiding of groep van opleidingen een dergelijke
Onderwijs- en Examenregeling moet bestaan, en dat deze op heldere en adequate wijze moet
vastleggen welke procedures er bestaan en welke rechten en plichten met betrekking tot het
onderwijs en de examens. De wet legt tevens vast welke zaken in deze regeling ten minste
moeten zijn vastgelegd. Het betreft onder meer zaken rond
10
ALGEMENE INFORMATIE
opzet van het onderwijs en per cursus de taal waarin het onderwijs wordt aangeboden en de
vorm waarin wordt getoetst,
zwaarte van het programma,
deelname aan het onderwijs (in hoeverre verplicht?) en voortgangseisen (Bindend
Studieadvies bijvoorbeeld),
tentamens (inclusief nakijktermijnen, inzage en mogelijkheden bezwaar te maken of beroep
aan te tekenen),
examens, denk daarbij ook aan het toekennen van judicia zoals 'cum laude',
de kwaliteiten die de student bij succesvolle afsluiting van de opleiding moet hebben bereikt.
Het is de taak van de faculteit deze Onderwijs- en Examenregeling vast te stellen. In onze
faculteit gebeurt dit jaarlijks. Het komend jaar wordt het onderwijs dus verzorgd
overeenkomstig de OER 2014-2015. Er is een OER voor de Bachelor en een OER voor de
Master, formeel zijn dit immers aparte opleidingen. In de OER voor de Master zijn ook de
pre-masters opgenomen, want zij bereiden (indirect) voor op het masterdiploma en niet op het
bachelordiploma. Zowel de OER voor de Bachelor als die voor de Master bestaat uit een
algemeen gedeelte met bepalingen die voor de betrokkenen bij alle opleidingen van de
faculteit gelden en een opleidingsspecifiek gedeelte waarin per opleiding toegevoegde
bepalingen zijn opgenomen. Die laatste bepalingen mogen nooit in strijd zijn met de
bepalingen in het algemeen gedeelte, die immers voor iedereen gelden.
In de OER van onze faculteit zijn uiteraard alle zaken opgenomen die daar volgens de wet in
geregeld moeten zijn. Daarnaast staat er een aantal zaken in waar onze faculteit speciale
aandacht aan wil geven. Denk bijvoorbeeld aan eisen voor toelating, fraude, of het voorschrift
dat er overgangsmaatregelen moeten zijn wanneer een vak niet meer wordt gegeven, en wat
daarin geregeld moet zijn. Dat laatste is heel plezierig wanneer je een bepaald onderdeel van
je jaar hebt gemist en dat het volgende jaar alsnog moet inhalen. In de Algemene OER staan
regels over toelating (waaronder ook de vereiste mate van taalbeheersing), opzet van
onderwijs, deelname aan onderwijs, tentamens, fraude, examens en diploma's, zowat alle
hierboven opgesomde punten dus. In de Opleidingsspecifieke OER staan dan nog per
opleiding toegevoegd additionele eisen voor toelating en voortgang, de inhoud van het
aangeboden programma (inclusief per vak de gehanteerde taal en de toetsvorm) en de
kwalificaties en eindtermen waarvoor het onderwijsprogramma van die betreffende opleiding
opleidt.
De examencommissie speelt bij de handhaving van de OER een belangrijke rol. In de OER
worden allerlei zaken opgedragen aan de examencommissie. Ten dele betreft het taken die de
examencommissie volgens de wet WHW heeft, zoals het bepalen wanneer een student een
examen heeft gehaald, wanneer fraude is gepleegd, wanneer vrijstelling van een tentamen
wordt verleend. Daarnaast controleert de examencommissie bijvoorbeeld ook of aan
toelatingseisen is voldaan, of (ander voorbeeld) stelt ze vast wanneer van de nakijktermijnen
mag worden afgeweken. Daarbij opereert de examencommissie binnen het kader dat de OER
stelt. Wanneer je denkt dat rechten die je volgens de OER hebt worden geschonden kun je bij
de examencommissie reclameren. Ook heeft de examencommissie de bevoegdheid in
individuele gevallen van de OER af te wijken, wanneer dit op basis van redelijkheid en
billijkheid gerechtvaardigd is. Wanneer je een verzoek aan de examencommissie wil doen, is
het altijd aan te raden dit via de studieadviseur te doen. Die weet in welke vorm je zo'n
verzoek het best kunt gieten.
11
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
De tekst van de OER vind je op de website van je opleiding. Er is een Nederlandstalige en
een Engelstalige versie, bij verschillen geeft de Nederlandse versie de doorslag. De
informatie die studiegids en website je daarnaast bieden bestaat, zoals aan het begin al
opgemerkt, in veel gevallen uit praktische uitwerkingen van wat in de OER formeel is
vastgelegd.
Beroepsprocedures
Wanneer een student, ook na afwikkeling van een bezwaar bij de betrokken
cursuscoördinator, het niet eens is met een tentamenuitslag of zich onbillijk behandeld voelt,
kan hij/zij beroep aantekenen bij het College van Beroep voor de Examens (CBE) tegen een
beschikking (een tentamenuitslag) of behandeling. De beschikking/behandeling moet ofwel in
strijd zijn met de Onderwijs- en ExamenRegeling (OER), dan wel in strijd zijn met de
redelijkheid of billijkheid. Een beroep dient schriftelijk te worden ingediend binnen 6 weken
nadat de beschikking is bekend gemaakt of de behandeling heeft plaatsgevonden. De termijn
begint direct te lopen, ook wanneer de student eerst bezwaar aantekent bij de
examencommissie. Het indienen van een bezwaarschrift bij de examencommissie schort deze
termijn niet op.
Bij de Dienst Studentenzaken is een modelberoepschrift verkrijgbaar. Bovendien kunnen de
studentendecanen daar helpen bij het opstellen van een beroepschrift. Wanneer het beroep
ontvankelijk wordt verklaard door het CBE , wordt bekeken of er een oplossing of
compromis mogelijk is. Is dat niet het geval, dan zal uiteindelijk het CBE , na beide partijen
te hebben gehoord, een uitspraak doen.
Meer informatie over het CBE is te vinden in het instellingsdeel van het studentenstatuut. Het
adres van het College van Beroep voor de Examens is Comeniuslaan 4, Postbus 9102, 6500
HC Nijmegen. Telefonische bereikbaarheid: (024) 361 22 70.
Regeling overschrijding correctietermijn
Indien ten gevolge van het overschrijden van de correctietermijn de tijd tussen de dag waarop
de uitslag bekend is gemaakt (publicatie via Osiris en de dag waarop de herkansing
plaatsvindt minder dan acht werkdagen bedraagt, zal een tweede gelegenheid worden
georganiseerd om aan de herkansing deel te nemen. Deze tweede gelegenheid vindt plaats
minimaal twee weken en maximaal drie weken na de uitslag. Het betreft nadrukkelijk géén
extra herkansing.
Studenten kunnen naar keuze deelnemen aan de reguliere herkansing of aan de extra
gelegenheid. Dus niet aan beide! Degenen die deelnemen aan de extra herkansing dienen zich
uit te schrijven voor de reguliere herkansing en zich op de gebruikelijke weg voor de tweede
gelegenheid in te schrijven. De uitslag van de reguliere en extra gelegenheid worden
gezamenlijk bekendgemaakt. Beide gelegenheden zijn gelijkwaardig voor wat betreft
tentamenvorm en moeilijkheidsgraad. De reguliere gelegenheid tot herkansing wordt
geannuleerd, indien alle studenten hun inschrijving intrekken.
12
ALGEMENE INFORMATIE
Studentenkaart
Voor alle aanmeldingen en afmeldingen voor onderwijs en tentamens, voor deelname aan
tentamens, voor het opvragen van je tentamenresultaten in het Studielandschap heb je een
geldige studentenkaart nodig. Zorg dus dat je de studentenkaart steeds bij je hebt.
Vrijstellingen, vervangende vakken of extra
tentamengelegenheden
Denk je recht te hebben op een vrijstelling, wil je een vervangend vak opvoeren of een extra
tentamengelegenheid aanvragen, dan wijk je formeel af van de OER. Het verzoek tot die
afwijking kan de examencommissie van jouw opleiding goed- of afkeuren. Zorg ervoor dat je
het verzoek tot afwijking van de OER altijd op tijd, met redenen omkleed en voorzien van
bewijsstukken indient. Wil je bijvoorbeeld een vrijstelling omdat je een vak elders al behaald
hebt, stuur dan een cijferlijst en een kopie uit die studiegids mee. Wil je een extra
tentamengelegenheid dan leg je uit waarom en stuur je, indien van toepassing, een bewijsstuk
mee. De brief voor de examencommissie kan je afgeven bij de studieadviseur. Hij of zij kan
je ook meer uitleg geven.
Studentenbegeleiding
Studieadvies eerste jaar
De student ontvangt eind februari (uiterlijk 1 maart), na afloop van het eerste semester, een
voorlopig studieadvies. Dit voorlopig studieadvies is vooral bedoeld als waarschuwing voor
studenten die tot dan toe onvoldoende studievoortgang hebben geboekt.
Als de uitslagen van de laatste herkansingen in juli bekend zijn, ontvangt de student die
voldaan heeft aan de BSA-norm van 42 EC een positief advies. De student die dan niet
voldaan heeft aan de BSA-norm, ontvangt dan een voornemen tot een bindend, negatief
studieadvies.
Alvorens een student een definitief, bindend negatief studieadvies ontvangt, krijgt hij/zij de
gelegenheid te worden gehoord door de Commissie studieadvies eerste jaar. Voor studenten
die hiervan geen gebruik maken wordt het voornemen tot een bindend, negatief studieadvies
vervolgens omgezet in een definitief, bindend negatief advies. De student die op zijn/haar
verzoek wel gehoord wordt door de Commissie studieadvies eerste jaar, wordt zo spoedig
mogelijk na de hoorzitting, doch op uiterlijk 31 augustus, over het definitieve besluit van de
commissie geïnformeerd.
Tegen een bindende afwijzing kan een student binnen zes weken in beroep gaan bij het
College van Beroep voor de Examens (CBE).
Studieadviseurs
De faculteit biedt je verschillende mogelijkheden voor studiebegeleiding. De
studiebegeleiding geschiedt in eerste instantie door de studieadviseurs. Bij hem of haar kan je
13
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
terecht met vragen van allerlei aard. Heb je bijvoorbeeld vragen over de inhoud van de studie,
tentamens, de OER, keuzevakken, de keuze van een master etc. dan is de studieadviseur het
eerste aanspreekpunt. Verder kun je problemen bespreken, die het verloop van de studie
beïnvloeden. De studieadviseur kan je bijvoorbeeld helpen bij het opstellen van de juiste
studieplanning. Vooral wanneer je vanwege ziekte of andere persoonlijke omstandigheden
langere tijd niet tot studeren in staat bent, is het aan te raden bij de studieadviseur aan te
kloppen. Zo nodig kan hij of zij je doorverwijzen naar een andere instantie, zoals de
studentenpsycholoog of een studiefonds. Wil je een afspraak met de studieadviseur, dan staat
hieronder wanneer de spreekuren plaatsvinden en hoe je een afspraak kunt maken.
De studiebegeleiding in de propedeutische fase wordt, naast de studieadviseurs, verzorgd
door de docenten Academische Vaardigheden. De AV-docenten ondersteunen je vooral bij de
ontwikkeling van een universitaire studiehouding en bijbehorende vaardigheden, inclusief
studiemethodiek en -planning. Zij voeren daartoe indien wenselijk gesprekken met
individuele studenten. De AV-docenten spelen ook een rol bij het studieadvies dat tweemaal
in de propedeuse wordt verstrekt. Bij negatief of twijfeladvies wordt altijd een motivatie
gegeven die grotendeels gebaseerd is op het oordeel van de AV-docent.
Wil je meer studiebegeleiding dan slechts op deze momenten, stap dan zelf naar de
studieadviseur.
Begeleiding op universitair niveau
Bij de Dienst Studentenzaken van de universiteit is een aantal hulpverlenende instanties
aanwezig. Er zijn bijvoorbeeld studentenpsychologen, die je kunnen helpen met persoonlijke
problemen van psychische aard. Ook is er een studiekeuzeadviseur, die je kan helpen, als je
twijfelt aan je studiekeuze.
De Dienst Studentenzaken verzorgt verder gedurende het jaar een aantal
studievaardigheidscursussen. Alle informatie over deze voorzieningen vind je op de website
van de RU (www.ru.nl/studenten) onder het kopje 'begeleiding'.
De organisatie van het onderwijs
De secties
De Faculteit der Managementwetenschappen heeft twee primaire taken: onderwijs en
onderzoek. De organisatie van de faculteit kent vier secties die intern coherent zijn in termen
van discipline, aandachtsgebied of kernobject:
Bedrijfskunde
Economie en bedrijfseconomie
Sociale geografie, Planologie, Milieu-maatschappijwetenschappen
Bestuurskunde & Politicologie
Elke sectie bestaat uit een aantal leerstoelen met daarbij horende medewerkers en wordt
geleid door een hoogleraar. De kernformatie van de secties bestaat uit medewerkers met een
gecombineerde onderzoek- en onderwijsaanstelling (ud, uhd en hgl) en wordt bijgestaan door
een secretariaat.
De leiding van de faculteit
De leiding van de faculteit berust bij de decaan, prof. dr. ir. R.E.C.M. van der Heijden. De
decaan is voorzitter van het Faculteitsbestuur waarin zitting hebben: vice-decaan onderwijs
14
ALGEMENE INFORMATIE
(mw. dr. J.M. van der Vleuten), de vice-decaan onderzoek (prof. dr. A.C.R. van Riel),
secretaris-directeur (drs. H.L. Looijmans) en een studentassessor. De assessor is te bereiken
via [email protected].
Overzicht coördinatoren
Voor elke opleiding is een coördinator aangewezen. De coördinator is verantwoordelijk voor
de onderwijsorganisatie van de opleiding. Hij of zij ziet toe op de afstemming tussen de
cursussen en let erop of het onderwijs goed wordt uitgevoerd. De coördinator is het eerste
aanspreekpunt voor studenten.
Overzicht coördinatoren van de bacheloropleidingen
Bacheloropleiding
Coördinator
Bedrijfskunde
dr. R.L.J. Schouteten
Economie en bedrijfseconomie
dr. J.J.M. Peil
Bestuurskunde
dr. M.E. Honingh
Politicologie
dr. A. Zaslove
Geografie, planologie en milieu
dr. B.M.R. van der Velde
Overzicht coördinatoren van de masteropleidingen
Masteropleiding
Specialisatie
Coördinator
Business Administration
Marketing
prof. dr. A.C.R. van Riel
Strategy
prof. dr. H.L. v. Kranenburg
Organizational Design and
Development
mw. prof. dr. K. Lauche
Strategic Human Resource
Management
mw. prof. dr. B.I.J.M. van der
Heijden
International Management
mw. dr. C.L. Voinea
Business Analysis Modelling
prof. dr. J.A.M. Vennix
Economics
Dr. J.P.J.M. Smits
Bestuurskunde
Dr. C.J. Lako
Politicologie
mw. dr. K.M. Anderson
Planologie
prof. dr. P. Ache
Human Geography
prof. dr. H. Ernste
Milieumaatschappijwetenschappen
prof. dr. P. Leroy
Opleidingscommissie
Elke opleiding heeft een opleidingscommissie. De belangrijkste taken zijn de evaluatie van
het onderwijs en het geven van een advies bij de jaarlijkse vaststelling van de OER. Verder is
de opleidingscommissie de plaats waar studenten en docenten met elkaar kunnen spreken
over alle aangelegenheden van het onderwijs. De commissie kan eventueel een ongevraagd
15
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
advies uitbrengen aan de decaan. De studentenfractie van de opleidingscommissie van je
opleiding is bereikbaar op het e-mail adres: [email protected]. (bij de xxxxx dient
de naam van de opleiding te worden ingevuld).
Examencommissie
Elke opleiding heeft een examencommissie. Deze ziet toe op de goede gang van zaken tijdens
tentamens. Ook kun je bij de examencommissie terecht als zich bijzondere omstandigheden
voordoen waarin de Onderwijs- en ExamenRegeling niet voorziet. Je kunt het beste eerst
overleggen met de studieadviseur, alvorens je je tot de examencommissie wendt.
Commissie Studieadvies eerstejaar
De Commissie Studieadvies eerstejaar hoort studenten die een voornemen tot een negatief
bindend studieadvies hebben gekregen en neemt hierna een definitieve beslissing.
Samenstelling
Drs. E.H. Kelder, voorzitter
Prof. dr. J.A.M. Vennix, lid
Mw. dr. M.L. van Genugten, lid
Vervangende leden
Mw. Dr. C.P. Peters
Mw. dr. M.E. Honingh
Dr. B.M.R. van der Velde
Het Onderwijscentrum
Algemene informatie over het Onderwijscentrum
Het Onderwijscentrum is gevestigd aan de Thomas van Aquinostraat 3 op de begane grond en
houdt zich bezig met onderwijsondersteuning in de brede zin van het woord. Je kunt hierbij
denken aan zaken als: voorlichting voor scholieren, studieadvisering, beheer van de
internetpagina's, coördinatie van kwaliteitszorg, databeheer, en onderwijskundige
professionalisering. Het Onderwijscentrum staat onder leiding van het Hoofd
Onderwijsmanagement van de faculteit, drs. E.H. Kelder, T: (024) 361 59 30, E:
[email protected].
De studentenadministratie
De studentenadministratie is verantwoordelijk voor de organisatie en administratie van
onderwijs en tentamens. Elke werkdag is er een open spreekuur tussen 13.00 en 14.00 uur.
De studentenadministratie is onderverdeeld per cluster van opleidingen:
Bedrijfskunde
Medewerker: Mw. P.C.B.M. Bloem, T: (024) 361 12 64, E: [email protected]
Medewerker: Mw. J.D. Pattikawa, T: (024) 361 11 99, E: [email protected]
16
ALGEMENE INFORMATIE
Economie, bedrijfseconomie en politicologie
Medewerker: Mw. I. Smitjes, T: (024) 361 21 02: [email protected]
Sociale geografie, planologie en milieu-maatschappijwetenschappen
Medewerker: Mw. P.G.J.M. Read, T (024) 361 19 30, E: [email protected]
Bestuurskunde
Medewerker: Mw. M. Helmond, T: (024) 361 17 03, E: [email protected]
De studieadviseurs
De faculteit heeft een aantal studieadviseurs voor de verschillende opleidingen. Dit zijn:
Bacheloropleiding bedrijfskunde:
Dhr. ir. L.V.M. Meijssen, T: (024) 361 17 47, E: [email protected]. Afspraken voor
spreekuren via de balie van het studielandschap, T: (024) 361 59 25.
Bachelor- en masteropleiding en pre-master bestuurskunde:
Dhr. drs. A.G.F.M. Vermeulen, T: (024) 361 30 68, E: [email protected].
Inloopspreekuur op maandag 12.30 - 13.30 uur. Afspraken voor spreekuren op maandag en
dinsdag (9.00 - 12.00 uur) via de balie van het studielandschap, T: (024) 361 59 25.
(Pre)Masteropleiding Business Administration:
Mw. R. Friesen, T: (024) 361 18 34, E: [email protected]. Inloopspreekuur op woensdag van
10.30 - 11.30 uur. Afspraken voor de spreekuren op dinsdagmiddag en donderdagochtend via
het secretariaat Bedrijfskunde, T: (024) 361 18 35.
Bacheloropleiding economie en bedrijfseconomie:
Dhr. drs. S.W. Schrijner, T: (024) 361 30 21, E: [email protected].
Inloopspreekuur op maandagochtend tussen 10.30 - 12.00 uur. Afspraken voor spreekuur op
donderdagmiddag tussen 13.00 en 15.00 uur via het secretariaat, kamer: TvA 5.1.74, T: (024)
361 58 90.
Masteropleiding en pre-masteropleiding Economics:
Mw. drs. H. Gunenc , T: (024) 3612005, E: [email protected]. Kamer: TvA 5.1.41
Spreekuur op maandag van 16.00 - 17.00 uur en op donderdag van 10.00 - 11.00 uur (op
afspraak). Afspraken voor spreekuur via het secretariaat, kamer: TvA 5.1.74, T: (024) 361 58
90.
Bachelor- en masteropleidingen en pre-masters politicologie:
Mw. drs. L. Spreeuwenberg, T: (024) 361 18 59, E: [email protected].
Inloopspreekuur op woensdagmiddag tussen 15:00 - 16:30 uur. Afspraken voor spreekuur op
maandagmiddag of donderdagochtend via het secretariaat, kamer: TvA 5.1.74, T: (024) 361
27 54.
Bacheloropleiding geografie, planologie en milieu, pre-masters human geography en milieumaatschappijwetenschappen, masteropleiding human geography en milieumaatschappijwetenschappen:
17
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
Mw. drs. J.M. van de Walle, T: (024) 361 60 49, E: [email protected]. Inloopspreekuur
op maandagochtend tussen 10.00 - 11.30 uur. Afspraken voor spreekuur op maandagmiddag
tussen 13.00 - 14:00 of woensdagmiddag tussen 13.00 en 15.00 via het secretariaat, T: (024)
361 19 25.
Pre-masters en masteropleiding planologie:
Mw. drs. L. Spreeuwenberg, T: (024) 361 18 59, E: [email protected].
Inloopspreekuur op woensdagmiddag tussen 15:00 - 16:30 uur. Afspraken voor spreekuur op
maandagmiddag of donderdagochtend via secretariaat, T: (024) 361 19 25.
Study Abroad Coordinator International Economics and Business and International Business
Administration
Mw. drs. C. van Mourik, T: (024) 361 59 25, E. [email protected];. Afspraken op
dinsdag 12.30 - 17.00 uur en donderdag 9.00 - 13.30 uur. Afspraken via de balie van het
studielandschap, T: (024) 361 59 25.
Het Studielandschap
Op de begane grond van gebouw 3 aan de Thomas van Aquinostraat is het Studielandschap
gevestigd; het studiecentrum van de Faculteit der Managementwetenschappen. Het
Studielandschap wordt druk bezocht door studenten die op uiteenlopende manieren met hun
studie bezig zijn. Het Studielandschap bestaat uit de volgende onderdelen:
Informatiebalie
Meteen als je het Studielandschap binnenloopt zie je de informatiebalie. Deze balie wordt
bezet door de beheerders van het Studielandschap (mw. L. Laeven en mw. M. Kokkeler). Aan
deze balie kunnen vragen worden gesteld. Tevens kun je hier terecht voor:
het maken van afspraken met de studieadviseurs;
het lenen van laptops
het reserveren van studieruimtes
Werkstukkenkast
Schuin tegenover de balie staat een werkstukkenkast. Docenten kunnen een vakje aanvragen
wanneer zij de studenten een werkstuk willen laten inleveren.
Inloggen computers
Jouw inlogaccount voor de computers in het studielandschap is je studentnummer
voorafgegaan door een 's' en je persoonlijke wachtwoord.
Printen en kopiëren
Printen en kopiëren gaat voortaan via Péage. Kijk voor meer informatie op
http://www.ru.nl/gdi/voorzieningen/printen-scannen/peage/.
Cyberspace, Groene zaal, Paarse zaal, Gele zaal
Deze zalen bevatten in totaal 90 computers, en worden gebruikt voor studieactiviteiten van
studenten, individueel en in groepen.
Forumzaal
De forumzaal bevat 26 pc's, en heeft de volgende bestemmingen:
18
ALGEMENE INFORMATIE
onderwijs op het gebied van visualisatie, elektronisch vergaderen (group systems),
GIS-systemen aan groepen tot 50 personen; onderwijs aan grotere groepen waarbij de docent
kan demonstreren met behulp van projectie;
vrij computergebruik van studenten.
RSI-werkplaats
Eén ruimte in het Studielandschap is ingericht als RSI-werkplaats. Momenteel zijn er vier
werkplekken. Informatie over deze ruimte kun je verkrijgen bij de informatiebalie.
Laptops uitleen
Voor het projectwerk kun je een laptop reserveren. De laptops beschikken over draadloze
netwerkvoorzieningen. Via de balie van het Studielandschap geschiedt de uitgifte van deze
laptops, ook kun je hier ruimten reserveren waar je met een groep studenten kunt werken.
Openingstijden
De openingstijden van het Studielandschap zijn:
Maandag t/m donderdag van 08.45 tot 20.00 uur en vrijdag van 8.45 tot 17.00 uur.
Het Studielandschap is telefonisch bereikbaar op (024) 361 59 25.
Tijdens onderwijsvrije perioden, tentamenperioden en vakanties kunnen aangepaste
openingstijden gelden.
Logg-Inn
'Logg-Inn' is gehuisvest in de ruimtes van de voormalige bibliotheek van
Managementwetenschappen. In deze studieruimte zijn 76 werk- en stilteplekken ingericht en
kan gebruik gemaakt worden van draadloos internet. Bij de balie van Logg-Inn zijn de
verplichte literatuur voor de cursussen en scripties tegen inlevering van collegekaart in te
zien. Zie voor meer informatie http://www.ru.nl/ubn.
Openingstijden
Maandag t/m donderdag 8.45 - 22.00 uur.
Vrijdag van 8.45 - 17.00 uur.
Tijdens onderwijsvrije perioden, tentamenperioden en vakanties kunnen aangepaste
openingstijden gelden.
Logg-Inn is telefonisch bereikbaar op 024-3611205.
Het International Mobility Office
NSM's International Mobility Office is the point of entry for almost all international
activities. NSM has over a hundred Erasmus contracts, and 7 bilateral agreements with
universities outside of Europe. IMO provides both students and faculty members with the
information they need concerning international affairs. For incoming students, the
International Mobility Office is there to assist them during their stay in Nijmegen.
IMO is open on Mondays, Tuesdays, Wednesdays and Thursdays, 12.30 - 4 p.m. Any
changes in the opening hours will be announced on the website, through Blackboard and on
the door of the International Mobility Office. Emails should be sent to [email protected]. Any
additional information can be found on IMO's website: www.ru.nl/fm/imo
19
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
Employees at IMO are:
Ms. Simone Buissink and Ms. Beate Durlinger, coordinators
E: [email protected], T: +31 (0)24 361 5927.
Het International Mobility Office fungeert als aanspreekpunt voor internationale studenten,
uitwisselingsstudenten en gastdocenten die onze faculteit bezoeken. De faculteit der
Managementwetenschappen heeft meer dan honderd Erasmus contracten en 7 bilaterale
overeenkomsten met universiteiten buiten Europa. Zowel studenten als facultaire
medewerkers kunnen op het IMO terecht voor internationaliseringszaken. Voor inkomende
studenten biedt het IMO assistentie gedurende hun verblijf in Nijmegen.
Het IMO is geopend op maandag, dinsdag, woensdag en donderdag van 12.30 - 16.00 uur.
Wijzigingen in openingstijden worden aangekondigd op de website, Blackboard en op de
deur van het International Mobility Office.
E-mails kunnen worden gestuurd naar: [email protected]. Aanvullende informatie kan worden
gevonden op de website van het IMO: www.ru.nl/fm/imo.
De medewerkers van het International Mobility Office zijn:
Simone Buissink en Beate Durlinger, coördinators
E: [email protected], T: +31 (0)24 3615927.
Internationalisering, Communicatie en
Onderzoeksondersteuning
De afdeling Internationalization, Communication and Research Support (ICR) houdt zich
bezig met de strategische doelstellingen van de faculteit op het terrein van
internationalisering, communicatie en onderzoeksondersteuning. ICR heeft een
beleidsvoorbereidende en -adviserende rol, maar is ook nadrukkelijk betrokken bij de
uitvoering van het beleid.
Op het gebied van internationalisering betekent dit dat ICR onder andere de coördinatie voert
over een aantal internationale onderwijsprojecten (oa. Erasmus Mundus), internationale
studenten werft voor de Engelstalige opleidingen, het partnernetwerk van de faculteit
vormgeeft en de uitwisseling van studenten en staf ondersteunt.
ICR is verantwoordelijk voor de interne en externe communicatie van de faculteit. Het gaat
hierbij onder andere om de communicatie met medewerkers en studenten, het opzetten en
beheren van websites, het gebruik van sociale media, het alumnibeleid, de ontwikkeling van
promotiemateriaal en het onderhouden van de contacten met overheid en bedrijfsleven.
Het Institute for Management Research (IMR) is het facultaire onderzoeksinstituut. De
facultaire ondersteuning is ondergebracht bij ICR. De medewerkers van ICR houden zich
onder andere bezig met administratieve ondersteuning, het faciliteren van onderzoekers en
promovendi, het organiseren van onderzoeksdagen, het beheren van Metis, en het adviseren
van onderzoekers bij de werving van externe middelen.
Meer informatie over de afdeling ICR is te vinden op de website: www.ru.nl/fm/icr.
20
ALGEMENE INFORMATIE
Kwaliteitszorg
Kwaliteit van het onderwijs
De Radboud Universiteit Nijmegen hecht veel waarde aan de kwaliteit van het onderwijs.
Zowel van de opleiding zelf als van de studenten wordt een aantal inspanningen verwacht om
tot een zo goed mogelijk resultaat te komen.
Inspanningen van de opleiding
Voor de opleiding is er sprake van interne en externe kwaliteitszorg. De interne
kwaliteitszorg richt zich op het hele scala van activiteiten voor behoud en verbetering van de
kwaliteit van het onderwijs binnen een faculteit of opleiding. Belangrijk instrument daarbij
zijn de evaluaties die standaard na elke cursus worden gehouden. Ook vinden er geregeld
panelevaluaties plaats waarin studenten hun mening geven over het onderwijs in een heel
semester. De resultaten van deze evaluaties worden besproken in de besturen van de
verschillende opleidingen. Zij doen voorstellen om eventuele problemen aan te pakken. De
opleidingscommissies wordt gevraagd hierover advies te geven. De externe kwaliteitszorg
heeft betrekking op het zogenoemde accreditatiestelsel waarmee de kwaliteit van opleidingen
één maal per zes jaar door deskundigen van buiten wordt beoordeeld.
Rechten en plichten van de student
Zowel de opleiding als de faculteit spant zich in om te voldoen aan de eis studenten
kwalitatief goede en studeerbare programma's te bieden. Van de student worden
tegenprestaties verwacht: de student is verplicht zichzelf goed te informeren. Dit betekent dat
hij of zij wordt geacht kennis te nemen van de inhoud van de studiegids en het
Studentenstatuut voor studenten (www.ru.nl/studentenstatuut) van de Radboud Universiteit
Nijmegen en overige informatie die door de opleiding verstrekt wordt. Docenten mogen er
van uit gaan dat studenten van een opleiding gemiddeld 40 uur per week aan de opleiding
besteden.
Collectief klachtrecht
Alle medewerk(st)ers van de faculteit doen hun best om goed onderwijs aan te bieden en
afgesproken procedures zo goed mogelijk uit te voeren. Toch kun je soms van mening zijn
dat je niet terecht behandeld bent. Het kan gaan om individuele docenten, om de uitvoering
van het onderwijs, om roosters, zalen, informatie et cetera.
In veel gevallen is rechtstreeks praten met de verantwoordelijke medewerk(st)er de beste
oplossing. Als een gesprek niet mogelijk is of niet tot een oplossing leidt, kun je een klacht
indienen bij de facultaire klachtencommissie. Je kunt dit alleen of met een aantal
medestudenten doen. Een klachtenformulier is beschikbaar via de facultaire website,
www.ru.nl/fm. Je krijgt in de regel binnen een maand antwoord. Om ongewenste doublures
met andere bezwaar- en beroepsmogelijkheden te voorkomen, neemt de klachtencommissie
niet alle mogelijke soorten klachten in behandeling. Op de website is aangegeven wanneer je
wel/geen beroep kunt doen op de commissie. Heb je een klacht over de inhoud van een
tentamen of over het toegekende cijfer, wend je dan in ieder geval niet tot de
klachtencommissie. Overleg eerst met de betrokken docent tijdens de inzage van het
betreffende tentamen. Levert dit overleg niets op, dan kun je bezwaar aantekenen bij de
examencommissie van de betreffende opleiding. De werkwijze en gedragscode van de
21
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
klachtencommissie kan worden ingezien bij de balie van het Studielandschap. De klacht
wordt namens de decaan van de faculteit behandeld door de klachtencommissie. De
commissie bestaat uit een voorzitter (mw. prof. dr. M.M.T. Verloo), een secretaris (dr. J.J.M.
Peil), een studentlid en een ambtelijk secretaris (mw. E. Veneman).
Medezeggenschap
Studenten hebben in diverse lagen binnen de Faculteit der Managementwetenschappen en op
verschillende momenten inspraak in de besluitvorming.
OLC
Voor opleidingspecifieke zaken zijn er de opleidingscommissies (OLC's). In een
opleidingscommissie praten studenten samen met docenten over de kwaliteit van het
onderwijs. Zij bespreken studentevaluaties van de verschillende vakken, adviseren over het
onderwijsprogramma en praten mee over de gevolgen van facultair beleid voor hun opleiding.
De studentenfractie van de opleidingscommissie van je opleiding is bereikbaar op het e-mail
adres: [email protected]. (bij de xxxxx dient de naam van de opleiding te worden
ingevuld).
FSR
Op facultair niveau is de Facultaire Studentenraad (FSR) actief. De studentenraad is er voor
alle zaken van studenten van de Faculteit der Managementwetenschappen. De FSR praat mee
over de invulling en ontwikkeling van het facultaire beleid tijdens de Facultaire Gezamenlijke
Vergadering, waarin overlegd wordt met het decanaat en personeel van de faculteit.
Daarnaast probeert zij zo goed mogelijk de belangen van de studenten te vertegenwoordigen
op de faculteit. Voor vragen, opmerkingen of klachten over het onderwijs of de faciliteiten
van de faculteit is de FSR bereikbaar op het e-mailadres: [email protected] en telefoon
(024) 361 59 21.
Studentassessor en USR
Naast de Facultaire Studentenraad is op facultair niveau ook de studentassessor actief. Samen
met de FSR worden facultaire zaken besproken en wordt samengewerkt met de Universitaire
StudentenRaad (USR) en assessoren van andere faculteiten. Zo wordt gewerkt aan
oplossingen en verbeteringen van interfacultaire zaken en universiteitsbreed beleid. De
assessor neemt tevens zitting in het wekelijkse overleg van het faculteitsbestuur en heeft
daarin adviesrecht. De assessor is te bereiken via e-mail: [email protected].
Panelgroepen
Naast de medezeggenschapsorganen op opleidings-, facultair en universitair niveau bestaat er
per onderwijsperiode ook de mogelijkheid panelgroepen te vormen. Deze panelgroepen
evalueren onder andere de inhoud en de opbouw van de onderwijsperiode. Ze kunnen worden
ingesteld als daar behoefte aan is onder de studenten.
Voor meer informatie over de verschillende organen en leden kun je kijken op:
www.ru.nl/fm/wegwijzer en http://www.ru.nl/fm/faculteit/medezeggenschap/.
22
ALGEMENE INFORMATIE
Het aanschaffen van studieboeken en ander studiemateriaal
Het op tijd bezitten van de vereiste studieboeken en aanvullende literatuur geldt op
universitair niveau als een verantwoordelijkheid van de studenten zelf. Zorg er daarom voor
dat je aan het begin van elke periode alle benodigde boeken en aanvullende literatuur
(studiehandleidingen en readers) in je bezit hebt.
De studieboeken zijn te bestellen via de webwinkel van de Faculteit der
Managementwetenschappen in samenwerking met de facultaire studieverenigingen. Kijk
hiervoor op http://ww.ru.nl/fm/boeken. Leden van de facultaire studieverenigingen krijgen als
ze op tijd bestellen 10% korting op de boeken. Bij de bestelling van de literatuur wordt er
rekening gehouden met het aantal inschrijvingen voor een cursus. Boeken kunnen echter na
verloop van tijd ondanks goede schattingen niet meer leverbaar zijn. Daarom adviseren we je
ook om op tijd voor cursussen in te schrijven, zodat we een goede inschatting van de
hoeveelheid te bestellen literatuur kunnen maken.
De readers (literatuurbundels) zijn te verkrijgen bij de dictatencentrale,
http://www.ru.nl/fm/readers.
Naar het buitenland
De faculteit der Managementwetenschappen acht het een goede zaak wanneer studenten een
deel van hun studie aan een buitenlandse universiteit volgen. Volgens het ministerie van
Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen levert internationalisering 'een belangrijk aandeel in
de vorming van het individu tot Europees en mondiale burger. Het verrijkt de opleiding met
kennis en vaardigheden die nodig zijn om te functioneren in een internationaal georiënteerde
en multiculturele samenleving, een mondiale economie en arbeidsmarkt'. Om een dergelijk
buitenlands verblijf mogelijk te maken zijn er allerlei financiële
ondersteuningsmogelijkheden.
Het Erasmusprogramma van de Europese Unie is het bekendste programma waarmee
studenten in het buitenland kunnen studeren. De Erasmusbeurzen stellen studenten in staat
om voor een periode van drie maanden tot een jaar aan een buitenlandse universiteit te
studeren. De faculteit heeft met een groot aantal universiteiten in West en Centraal Europa
overeenkomsten gesloten en kan elk jaar ongeveer 120 studenten uitzenden. Informatie over
deze universiteiten is te vinden op de facultaire website www.ru.nl/fm/imo.
Andere mogelijkheden om naar het buitenland te gaan, zijn beurzen die men kan krijgen op
basis van bilaterale verdragen. Wie een jaar in de Verenigde Staten wil studeren, kan naar een
van de Amerikaanse partners van de Faculteit der Managementwetenschappen of zich
aanmelden voor plaatsing via het zogenaamde ISEP-programma. Ook voor andere landen
kunnen beurzen worden aangevraagd, o.a. Argentinië, Brazilië, Rusland, Zuid-Korea en
Japan. Studeren in het buitenland is niet tot Europa beperkt, het vereist alleen wel wat meer
inzet!
Naast deze beurzenprogramma's zijn er nog andere mogelijkheden. Men kan een stage lopen
in het buitenland of bij een internationale organisatie of bedrijf. Men kan deelnemen aan
zogeheten 'Summer Schools' of 'intensive programmes', waarbij men zich in de
zomervakantie enkele weken lang met studenten uit verschillende landen over een bepaald
onderwerp buigt. Elk jaar stelt de Faculteit der Managementwetenschappen zomerbeurzen ter
23
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
beschikking. Meer informatie hierover (het aantal beschikbare beurzen, aanvraagprocedure,
hoogte van de beurs, etc.) vind je op de website van het International Mobility Office:
www.ru.nl/fm/imo.
Ook pas afgestudeerden kunnen verder studeren aan een buitenlandse universiteit of
universitaire instelling met ondersteuning van beurzen uit o.a. het talentenprogramma, het
NAVO-beurzenprogramma, een VSB-beurs, de NIZA-scriptieprijs (voor Zuidelijk Afrika).
Kortom, er zijn volop mogelijkheden. Actuele informatie hierover verschijnt op de facultaire
website/Blackboard.
Een praktisch stappenplan voor studenten Managementwetenschappen is via de facultaire
website te raadplegen (www.ru.nl/fm/imo). Hierin zijn de procedures bij de voorbereiding en
planning beschreven, evenals zaken als studiefinanciering, taalvaardigheid (zeer belangrijk)
en wat te doen na terugkomst.
E: [email protected]. Het vaste inloopspreekuur is op maandag, dinsdag, woensdag en donderdag
van 12.30 - 16.00 uur.
Vreemde talen leren spreken
Radboud in'to Languages
Het expertisecentrum voor taal en communicatie van de Radboud Universiteit Nijmegen,
Radboud in'to Languages, verzorgt een uitgebreid aanbod aan taal- en
communicatietrainingen op diverse niveausen beschikt tevens over een professionele vertaalen redactieservice. Ook het Academisch Schrijfcentrum Nijmegen (ASN) maakt deel uit van
Radboud in'to Languages.
Vreemde talen
Je kunt bij Radboud in'to Languages verschillende vreemde talen leren zoals Chinees, Duits,
Engels, Frans, Grieks, Italiaans, Latijn, Marokkaans Arabisch, Grieks, Russisch, Portugees,
Pools, Spaans, Zweeds en Turks. De cursussen worden aangeboden van beginnersniveau tot
(ver)gevorderdenniveau, en zijn ingedeeld volgens het Common European Framework of
References for Languages (internationale standaardnormen). Na afloop van de cursussen
ontvangen alle deelnemers een certificaat van deelname. Hierop staan ook de toetsresultaten
vermeld. De cursussen Engels die wij aanbieden vormen een goede voorbereiding op
internationaal erkende diploma's, zoals IELTS (voor academische doeleinden) en Cambridge
Certificates (diverse niveaus).
Nederlands voor anderstaligen (zoals buitenlandse studenten)
Radboud in'to Languages biedt ook cursussen Nederlands voor anderstalige studenten aan, op
verschillende niveaus. Voor uitwisselingsstudenten is er zelfs een speciale korte cursus Social
Dutch ontwikkeld waarin de basis van het Nederlands aan bod komt. Daarnaast zijn er
diverse mogelijkheden voor gevorderde anderstalige studenten.
Aantrekkelijke kortingsregeling voor studenten
Studenten krijgen voor de meeste taaltrainingen een aantrekkelijke korting van 50%. Op de
website staan alle actuele gegevens en percentages.
24
ALGEMENE INFORMATIE
Communicatietrainingen
Ook als je je communicatieve vaardigheden wilt verbeteren, ben je bij Radboud in'to
Languages aan het juiste adres..Je kunt kiezen uit een keur aan trainingen zoals presenteren
met impact, heldere onderzoeksvoorstellen schrijven, speedreading of netwerken. Goed om te
weten is dat alle communicatietrainingen op maat worden gemaakt en individueel of in
groepsverband kunnen worden gevolgd. Tijdens een intakegesprek worden je behoefte(s) in
kaart gebracht en wordt besproken welk trainingsaanbod het beste aansluit op je specifieke
vraag. Desgewenst kun je de trainingen ook in het Engels volgen. De kosten voor deze
trainingen variëren per training en zijn vanwege het maatwerk een stuk hoger dan de kosten
voor de taaltrainingen met open inschrijving. Voorafgaand aan elke training wordt altijd een
offerte uitgebracht.
Aantrekkelijke kortingsregel
Studenten van de RU hebben recht op korting. Voor de meeste taaltrainingen geldt een
korting van 50%. Op de website staan alle actuele gegevens en percentages.
Aanbod
Vreemde talen
Je kunt bij ons verschillende vreemde talen leren zoals Chinees, Duits, Engels, Frans, Grieks,
Italiaans, Latijn, Marokkaans Arabisch, Grieks, Russisch, Portugees, Spaans, Zweeds en
Turks. De cursussen worden aangeboden van beginnersniveau tot (ver)gevorderdenniveau, en
zijn ingedeeld volgens het Common European Framework of References for Languages
(internationale standaardnormen). Na afloop van de cursussen ontvangen alle deelnemers een
certificaat van deelname. Hierop staan ook de toetsresultaten vermeld. De cursussen Engels
die wij aanbieden vormen een goede voorbereiding op internationaal erkende diploma's, zoals
IELTS (voor academische doeleinden) en Cambridge Certificates (diverse niveaus).
Nederlands voor anderstaligen (zoals buitenlandse studenten)
Radboud in'to Languages biedt ook cursussen Nederlands voor anderstalige studenten aan, op
verschillende niveaus.Voor uitwisselingsstudenten is er zelfs een speciale korte cursus Social
Dutch ontwikkeld waarin de basis van het Nederlands aan bod komt. Daarnaast zijn er
diverse mogelijkheden voor gevorderde anderstalige studenten, waaronder een cursus
Schrijfvaardigheid en grammatica, spreekvaardigheid voor (ver)gevorderden en De puntjes
op de i. Voor het volgen van een van deze drie cursussen is een diploma van het
Staatsexamen NT2 programma II vereist.
Communicatietrainingen
Ontdek ook onze resultaatgerichte communicatietrainingen. Van helder schrijven, spelling en
presenteren tot solliciteren, netwerken, mindmappen en onderhandelen.
Voor uitgebreide informatie raadpleeg onze website: http://www.radboudintolanguages.nl/.
Contactgegevens Radboud in'to Languages
Radboud in'to Languages
Erasmusplein 1 (Erasmusgebouw, begane grond)
T: (024) 361 21 59
E: [email protected].
25
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
Openingstijden: maandag t/m vrijdag 9.00 - 18.00 uur
www.radboudintolanguages.nl.
Academisch Schrijfcentrum Nijmegen
Het Academisch Schrijfcentrum Nijmegen (ASN) is een voorziening voor alle studenten van
de RU. Je kunt er gratis terecht met alle soorten vragen over alle soorten (academische)
schrijfopdrachten; van eerstejaarspapers tot en met masterscripties. Bij het ASN staat een
team van speciaal getrainde tutoren (studenten en promovendi van de RU) klaar met wie je
een aantal gesprekken ("tutorsessies") kunt voeren. In discussie en samenspraak met hen kun
je je gedachten scherpen en je teksten verhelderen. Ze kunnen je strategieën en technieken
aanreiken om op een efficiënte manier tot goede teksten te komen. De tutor kan de rol
aannemen van een kritische lezer, maar is geen corrector of redacteur. Je leert juist om zelf je
teksten te evalueren en te verbeteren en zo een betere schrijver te worden.
Kortom, de service van het ASN:
laagdrempelig en gratis
onafhankelijk
één-op-één-gesprekken
zo vaak als nodig
gericht op het ontwikkelen van je schrijfvaardigheid
direct aan de slag met je eigen opdracht
Tip: Wacht niet tot het laatste moment. Als je eerder in het schrijfproces langskomt, kun je
veel meer profijt halen uit de sessie(s).
Belangstelling? Kijk op de website: www.ru.nl/asn. Daar kun je je direct opgeven voor een
tutorsessie. Je kunt ook langskomen (Universiteitsbibliotheek, 1e etage, Erasmuslaan 36),
mailen ([email protected]) of bellen (024 - 36 100 77).
De universitaire lerarenopleiding bij de Radboud Docenten
Academie
De Radboud Docenten Academie is de universitaire lerarenopleiding van de Radboud
Universiteit.
Excellente docenten opleiden door de onderwijspraktijk en wetenschappelijk onderzoek aan
elkaar te verbinden. Dat is de opdracht van de Radboud Docenten Academie.
Opleiden
De Radboud Docenten Academie verzorgt universitaire lerarenopleidingen voor studenten die
docent willen worden: de educatieve minor voor bachelorstudenten, en de educatieve master
voor afgestudeerde masterstudenten. Daarnaast participeert de Docenten Academie in de
landelijke traineeships Eerst de Klas en het Onderwijstraineeship. Docenten en schoolleiders
in het voortgezet onderwijs die verdere verdieping zoeken in hun vak of in de (vak)didactiek
kunnen bij de Docenten Academie terecht voor cursussen, workshops en scholing op maat.
26
ALGEMENE INFORMATIE
Onderzoek
Bij de Docenten Academie wordt ook (vak)didactisch onderzoek verricht in nauwe
samenwerking met de Academische Opleidingsscholen. Dit onderzoek wordt gekenmerkt
door een voortdurende interactie tussen theorie en praktijk: onderzoekers maken gebruik van
praktijkervaringen en hun resultaten dragen ertoe bij dat de onderwijspraktijk daadwerkelijk
beter wordt.
Educatieve Master
De educatieve master van de Docenten Academie leidt afgestudeerde masterstudenten op
voor een eerstegraads bevoegdheid in het voortgezet onderwijs. Met een diploma van deze
masteropleiding kun je aan de slag in de bovenbouw van havo en vwo. De Docenten
Academie biedt een educatieve master aan voor de volgende schoolvakken: Nederlands,
Frans, Duits, Engels, Spaans, Grieks & Latijn, geschiedenis, aardrijkskunde,
maatschappijleer, godsdienst & levensbeschouwing, filosofie, kunstgeschiedenis, algemene
economie, management & organisatie, wiskunde, natuurkunde, biologie en scheikunde. Als
ingangseis geldt dat de student beschikt over een universitair bachelor- en masterdiploma
binnen het vakgebied. De educatieve master is een voltijd opleiding die een jaar in beslag
neemt.
Educatieve Minor
Naast de educatieve masters biedt de Docenten Academie ook educatieve minoren aan. De
educatieve minor is ingevoerd door het Ministerie van Onderwijs om meer academisch
opgeleide docenten voor de klas te krijgen. Het is een minorprogramma van 30 EC dat je kunt
volgen in het derde jaar van je bachelor. In combinatie met je bachelordiploma geeft deze
minor een beperkte tweedegraads lesbevoegdheid voor het voortgezet onderwijs, waarmee je
les kunt geven in de onderbouw van havo en vwo en in het vmbo-t. De Docenten Academie
biedt een educatieve minor aan voor de volgende schoolvakken: Nederlands, Grieks & Latijn,
Engels, Frans, Duits, Spaans, Geschiedenis, Aardrijkskunde, Godsdienst &
levensbeschouwing, Wiskunde, Natuurkunde, Scheikunde en Biologie. Qua vorm en inhoud
is de minor sterk vergelijkbaar met de eerste helft van de masteropleiding. Ook de minor
bestaat voor de helft uit stage. Het met goed gevolg en positief advies afgesloten hebben van
een educatieve minor levert later een vrijstelling voor een deel van de educatieve master.
Voorlichting & Intake
Aanmelden voor de educatieve master die start op 1 september kan tussen 1 en 30 april 2015.
Op http://www.ru.nl/docentenacademie/ vind je de precieze beschrijving van de
aanmeldprocedure.
Voor meer informatie zie http://www.ru.nl/docentenacademie/. Mocht je na het bestuderen
van de website nog vragen hebben dan kun je terecht bij Dorri te Boekhorst, de
studieadviseur van de Radboud Docenten Academie:
[email protected].
27
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
Radboud Honours Academy
Radboud Honours Academy
De Radboud Honours Academy biedt getalenteerde en ambitieuze studenten van de Radboud
Universiteit de kans een extra en uitdagend programma te volgen. Elk jaar hebben zowel
bachelor- als masterstudenten de mogelijkheid naast hun reguliere opleiding aan een van de
programma's deel te nemen.
Honoursprogramma's voor bachelorstudenten
Jaarlijks worden de beste eerstejaarsstudenten van elke opleiding uitgenodigd om te
solliciteren naar een plaats binnen een honoursprogramma voor bachelorstudenten. Het
programma is er voor studenten die in het eerste jaar goed tot uitstekend hebben gepresteerd
en in staat en bereid zijn extra tijd en energie te investeren. Studenten kunnen solliciteren naar
een plaats binnen het disciplinaire programma van hun eigen faculteit of opleiding òf naar een
plaats binnen het interdisciplinaire honoursprogramma voor bachelorstudenten.
Disciplinair Honoursprogramma
Het honoursprogramma van Managementwetenschappen is opgedeeld in twee delen, namelijk
in een groepsbreed Honours Academy Project in het eerste jaar en een individueel,
onderzoeksgericht tweede jaar:
Honours Academy Project (HAP)
Het eerste honoursjaar bij Managementwetenschappen richt zich op een gezamenlijk
onderzoeksproject over een maatschappelijk relevant thema waaraan alle honoursstudenten
van de verschillende opleidingen binnen de Faculteit der Managementwetenschappen
deelnemen. Doel van dit HAP is inzicht te krijgen in de wijze waarop de verschillende
disciplines naar een maatschappelijk relevant thema kijken en hoe deze verschillende
perspectieven kunnen helpen om dit thema nader te onderzoeken. De onderzoeksvragen die
binnen het HAP worden geformuleerd, reflecteren zowel de disciplines binnen de faculteit als
de interesse van de studenten. Je werkt dus in een semi-interdisciplinaire context. Je wordt
begeleid door een hoogleraar en door vertegenwoordigers van verschillende opleidingen. Met
het HAP ga je op reis naar het buitenland om daar specifieke bezoeken af te leggen en
interviews te houden voor het onderzoek.
Eigen onderzoek
In het tweede honoursjaar krijg je als honoursstudent van Managementwetenschappen de
kans om onderzoek te doen naar een zelfgekozen thema op het terrein van je eigen discipline.
Op deze manier kan je je studie verbreden of verdiepen in de richting van je eigen interesse.
Alle onderdelen van het honoursprogramma worden in dit jaar afgestemd op het door jou
gekozen onderzoeksgebied, om het leerproces daarbinnen zoveel mogelijk te stimuleren. Zelf
bepaal je in grote mate - samen met je begeleider - hoe je programma eruit komt te zien.
Hierbij kun je terugvallen op onderzoekservaring die je hebt opgedaan tijdens het Honours
Academy Project in het eerste honoursjaar.
Het honoursprogramma van Managementwetenschappen is geheel in het Engels. In het
honoursprogramma van Managementwetenschappen is jaarlijks plaats voor maximaal 20
studenten. Voor meer informatie, zie: http://www.ru.nl/rha/managementwetenschappen/.
28
ALGEMENE INFORMATIE
Interdisciplinair Honoursprogramma
Het interdisciplinair honoursprogramma voor bachelorstudenten biedt de mogelijkheid om
over de grenzen van je eigen vakgebied heen te kijken. Je krijgt intensief onderwijs van
topdocenten en komt met uiteenlopende thema's in aanraking: nanotechnologie, sterrenkunde,
de middeleeuwen of actuele thema's. De cursussen zijn kleinschalig. Interactieve colleges
worden afgewisseld met studiedagen en excursies. Ook ga je samen op reis. Met studenten
van verschillende opleidingen maak je deel uit van een denktank. Daar werk je een opdracht
uit van bijvoorbeeld een bank of een ingenieursbureau, een ministerie of een organisatie als
de politie. Je werkt in een interdisciplinaire context en wordt begeleid door een hoogleraar en
door vertegenwoordigers van de externe partner. Tot het programma worden jaarlijks
maximaal 100 studenten toegelaten.
Voor meer informatie, zie: http://www.ru.nl/rha/interdiscipline/.
Honoursprogramma's voor masterstudenten
Voor masterstudenten zijn er drie verschillende honoursprogramma's.. De extra kennis die je
als student hiermee opdoet is van grote waarde voor je persoonlijke en academische
ontwikkeling, en voor je verdere wetenschappelijke of maatschappelijke loopbaan.
De zwaarte van elk van de drie programma's is ongeveer een kwart van een gewoon
studiejaar (60 EC). Studenten moeten solliciteren naar een plek binnen een van de
programma's.
Reflections on Science
In dit honoursprogramma worden denktanks van ongeveer tien studenten samengesteld, die
een jaar lang een complexe vraagstelling bestuderen. Elke denktank bestaat voor de helft uit
studenten van de Radboud Universiteit Nijmegen en voor de andere helft uit studenten van
een buitenlandse partneruniversiteit. Het Nederlandse deel van de denktank komt ongeveer
wekelijks bij elkaar. Je ontmoet de buitenlandse denktankleden tijdens werkweken in binnenen buitenland. Ondertussen houd je contact via e-mail en Skype. In de eerste fase van het
programma doen studenten individueel onderzoek, gerelateerd aan de vraagstelling en
mogelijk passend bij de eigen wetenschappelijke discipline. In de tweede fase wordt
gezamenlijk gewerkt aan een adviesrapport, waarbij de individuele onderzoeken als bron
functioneren. Iedere denktank heeft een wetenschappelijk begeleider en nodigt zelf
gastsprekers uit om in gesprek te gaan over de concrete vraagstelling. Deelnemers komen van
verschillende opleidingen. Op deze manier leer je in een internationale setting samen te
werken met studenten vanuit andere wetenschappelijke disciplines. Je krijgt inzicht in de
waarde van andere disciplinaire en nationale perspectieven bij de bestudering van complexe
vraagstukken.
Voor meer informatie, zie http://www.ru.nl/reflectionsonscience/
Reflections on Professions
Iedereen die een verantwoordelijke positie in een organisatie of in de samenleving inneemt,
wordt regelmatig geconfronteerd met professionele dilemma's: netelige kwesties waarbij aan
elke weg die gekozen kan worden bezwaren kleven. In het honoursprogramma Reflections on
Professions dagen we je uit om te reflecteren over de rol die jij als academische professional
in de niet-academische wereld zult innemen, de professionele dilemma's die daarbij optreden
en de wijze waarop met dergelijke dilemma's om te gaan. We slaan een brug tussen
29
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
wetenschap en praktijk.
Je gaat met studenten van verschillende masteropleidingen aan de slag om wetenschappelijke
kennis toepasbaar te maken voor organisaties die kampen met een praktijkprobleem. Dit is
een probleem op het gebied van MensenWerk of het communiceren van een moeilijke
boodschap in de media. Leidraad is de kennis opgedaan in het wetenschappelijk onderwijs en
onderzoek van de Radboud Universiteit. Je leert deze kennis te vertalen naar praktisch
toepasbare en adequate interventievoorstellen.
Voor meer informatie zie: http://www.ru.nl/reflectionsonprofessions/
Beyond the Frontiers
Het honoursprogramma Beyond the Frontiers biedt vijftig studenten per jaar de kans om een
studie- of onderzoeksstage van twee tot drie maanden te volgen in een internationaal hoog
aangeschreven laboratorium of onderzoeksinstituut. Door de confrontatie met internationale
toponderzoekers binnen de eigen wetenschappelijke discipline krijgen studenten de
mogelijkheid verder de diepte in te gaan en zich voor te bereiden op een wetenschappelijke
carrière. Om in aanmerking te komen voor een van de vijftig beurzen van maximaal 4000
euro, moeten studenten solliciteren met een eigen onderzoeksvoorstel. Aan het einde van het
studiejaar presenteren studenten het resultaat van hun onderzoeks- of studiestage tijdens een
afsluitend symposium. Solliciteren kan voor 1 oktober en voor 1 mei.
Voor meer informatie zie: http://www.ru.nl/beyondthefrontiers/
Ethos of Science lezingen
De Radboud Honours Academy organiseert voor alle studenten en staf van de Radboud
Universiteit Nijmegen de lezingenreeks Ethos of Science. Wetenschappers vanuit diverse
disciplines onderzoeken tijdens de lezingen de kunst van het bedrijven van goede
wetenschap. Welke verantwoordelijkheden heb je als wetenschapper en wat betekent dit in de
praktijk? Verschillende invalshoeken zullen de revue passeren. Denk bijvoorbeeld aan de
consequenties van een uitvinding of het spanningsveld tussen onderzoeker en opdrachtgever.
De voertaal is Engels.
De Radboud Honours Academy organiseert voor alle studenten en staf van de Radboud
Universiteit Nijmegen de lezingenreeks Ethos of Science. Wetenschappers vanuit diverse
disciplines onderzoeken tijdens de lezingen de kunst van het bedrijven van goede
wetenschap. Welke verantwoordelijkheden heb je als wetenschapper en wat betekent dit in de
praktijk? Verschillende invalshoeken zullen de revue passeren. Denk bijvoorbeeld aan de
consequenties van een uitvinding of het spanningsveld tussen onderzoeker en opdrachtgever.
De voertaal is Engels.
Voor meer informatie zie: http://www.ru.nl/ethosofscience
De Dienst Studentenzaken
Heb je vragen over je inschrijving aan de universiteit of loop je vast in je studievoortgang?
Wil je meer weten over regels op het gebied van studiefinanciering of ben je op zoek naar
studentencultuur? De medewerkers van de Dienst Studentenzaken zijn er om jou op weg te
helpen op onder andere het gebied van studentenadministratie, studentenbegeleiding en
studentencultuur. Kijk op www.ru.nl/studenten voor meer informatie.
30
BACHELOROPLEIDING BESTUURSKUNDE
2 Bacheloropleiding bestuurskunde
Bestuurskunde aan de Radboud Universiteit Nijmegen
Aan de Radboud Universiteit Nijmegen worden een bachelor- en een masteropleiding
bestuurskunde aangeboden. Daarnaast bestaat er een pre-master voor studenten die het
masterprogramma willen volgen, maar deficiënties in hun vooropleiding hebben. Tot slot
biedt de afdeling bestuurskunde keuzevakken aan voor studenten die een andere
bacheloropleiding volgen.
De opbouw van het curriculum
Studiejaar 1
Semester 1.1
Cursuscode
Cursusnaam
EC
Tentamenvorm
Taal
Blok
BCU191
Kernthema's van de
bestuurskunde
6
Schriftelijk tentamen
Nederlands
1
BPRA150
Onderzoeks- en
interventiemethodologie A
(bestuurskunde)
6
Schriftelijk tentamen
Nederlands
1
BCU312
Organisatietheorie
6
Schriftelijk tentamen +
werkstuk
Nederlands
2
BPRO165
Beleidsproject 1.1
bestuurskunde
6
Schriftelijk tentamen +
werkstuk
Nederlands
2
BIN117BK
Academische vaardigheden 6
(bestuurskunde)
Werkstuk
Nederlands
1 en 2
Cursuscode
Cursusnaam
EC
Tentamenvorm
Taal
Blok
BCU192
Binnenlands bestuur
6
Schriftelijk tentamen +
een werkstuk
Nederlands
3
BPRA155
Onderzoeks- en
interventiemethodologie B
(bestuurskunde)
6
Schriftelijk tentamen
Nederlands
3
BCU268
Management van het
openbaar bestuur
6
Schriftelijk tentamen
Nederlands
4
BPRO166
Project 1.2 binnenlands
bestuur
6
Werkstuk
Nederlands
4
BCU228B
Inleiding recht en
bestuursrecht
(bestuurskunde)
6
Schriftelijk tentamen
Nederlands
3 en 4
Semester 1.2
31
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
Studiejaar 2
Semester 2.1
Cursuscode
Cursusnaam
EC
Tentamenvorm
Taal
Blok
BCU273
Politicologie voor
bestuurskundigen
6
Schriftelijk tentamen
Nederlands
1
BPRA200
Methoden van
6
bestuurskundig onderzoek I
Schriftelijk tentamen +
werkstuk
Nederlands
1
BCU194BK
Economie van de
6
managementwetenschappe
n (bestuurskunde)
Schriftelijk tentamen
Nederlands
2
BPRO209
Project vergelijkende
analyse
6
Werkstuk
Nederlands
2
BCU2015
Vergelijkende
Bestuurskunde
6
Schriftelijk tentamen+
werkstuk
Nederlands
1 en 2
Cursuscode
Cursusnaam
EC
Tentamenvorm
Taal
Blok
BCU314
Policy Cycle
6
Schriftelijk tentamen
Engels
3
BCU335
Kosten en baten van het
openbaar bestuur
6
Schriftelijk tentamen
Nederlands
3
BPRO201
Project advisering en
organisatiegedrag
6
Schriftelijk tentamen +
werkstuk
Nederlands
4
BIN118BK
Filosofie van de
6
Managementwetenschappe
n (bestuurskunde)
Schriftelijk tentamen
Nederlands
4
BPRA201
Methoden van
bestuurskundig onderzoek
II
6
Schriftelijk tentamen +
werkstuk
Nederlands
3 en 4
Cursuscode
Cursusnaam
EC
Tentamenvorm
Taal
Blok
BCU332
Good Governance
6
Schriftelijk tentamen +
werkstuk
Engels
1
BCU333
Sociology for Public
Administration
6
Schriftelijk tentamen +
werkstuk
Engels
1
BCU336
European Governance
6
Schriftelijk tentamen +
werkstuk
Engels
2
BCU3024
Beleidsimplementatie
6
Schriftelijk tentamen +
werkstuk
Nederlands
2
Vrije keuzeruimte
6
Semester 2.2
Studiejaar 3
Semester 3.1
32
BACHELOROPLEIDING BESTUURSKUNDE
Semester 3.2
Cursuscode
BIM322A
Cursusnaam
EC
Vrije keuzeruimte
18
Bachelorthesis
bestuurskunde
12
Tentamenvorm
Taal
Blok
3 en 4
Werkstuk
Nederlands
3 en 4
Cursusbeschrijvingen van de bacheloropleiding
Academische vaardigheden (bestuurskunde)
Cursuscode
EC
Opleidingen
Jaar
Periode
Tentamenvorm
Taal
Cursuscoördinator
Docent
Voorkennis
Keuzevak
Doelstellingen
MAN-BIN117BK
6
Bestuurskunde
Ba 1
blokken 1 en 2
Werkstuk
Nederlands
Lieshout, dr. ir. M. van
dr. ir. M. van Lieshout
Geen specifieke voorkenniseisen
Nee
Aan het eind van de cursus beschik je over de bovengenoemde
vaardigheden: je bent in staat een wetenschappelijke schriftelijke en
mondelinge presentatie te geven. Dat houdt in, dat je in staat bent tot:
• het afbakenen van het onderzoeksveld (probleemstelling) en het
stellen van de juiste vragen (vraagstelling en deelvragen);
• het opzoeken en vinden van wetenschappelijke literatuur, het
bestuderen, analyseren, verwerken, toepassen en presenteren van
de resultaten;
• het opzetten van een interview (interviewplan en interviewguide),
het afnemen van een interview, het analyseren, verwerken,
toepassen en het presenteren van de resultaten;
• het trekken van logische conclusies (argumenteren) en het doen
van aanbevelingen;
• het hanteren van een logische opzet, indeling en structuur, zowel
bij het paper als bij de mondelinge presentatie;
• het hanteren van de correcte wijze van bron vermelden en
literatuurweergave.
Cursusbeschrijving
AV is een praktische, door opdrachten gestuurde cursus. In de cursus
maken studenten zich allerlei vaardigheden (ook wel competenties
genaamd) eigen die nodig zijn tijdens de studie om een goede
academicus te worden en om ná de studie als academicus goed te
kunnen functioneren. Deze wetenschappelijke vaardigheden hebben
betrekking op: het stellen van relevante wetenschappelijke vragen, het
verzamelen van wetenschappelijk verantwoorde informatie (zowel
33
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
Literatuur
34
schriftelijke als mondelinge), het verwerken van wetenschappelijke
informatie, het trekken van wetenschappelijk verantwoorde
conclusies (ofwel wetenschappelijk verantwoord redeneren en
argumenteren) en het presenteren van de resultaten van
wetenschappelijk onderzoek (zowel schriftelijk als mondeling).
Daarnaast worden persoonlijke vaardigheden geoefend zoals:
samenwerken in groepjes, feedback geven en feedback ontvangen,
evalueren en reflecteren.
Wordt later bekendgemaakt
BACHELOROPLEIDING BESTUURSKUNDE
Kernthema's van de bestuurskunde
Cursuscode
EC
Opleidingen
Jaar
Periode
Tentamenvorm
Taal
Cursuscoördinator
Docent
Voorkennis
Keuzevak
Doelstellingen
Cursusbeschrijving
Literatuur
MAN-BCU191
6
Bestuurskunde
Ba 1 en Schakelprogramma
Blok 1
Schriftelijk tentamen.
Nederlands
Baas, drs. J.H. de
drs. J.H. de Baas
Geen.
Ja
De cursus heeft als doel de student inzicht te bieden in de
kernbegrippen en basistheorieën uit de bestuurskunde.
Specifieke doelstellingen:
• Eerste kennismaking met de Bestuurskunde
• Overzicht van de belangrijke thema's en de ontwikkeling van de
discussie in het vakgebied
• Aanleren van de taal en de begrippen
• Het herkennen van bestuurskundige aspecten in actuele
vraagstukken; het stellen van bestuurskundige vragen en het
verkennen van bestuurskundige antwoorden voor de actuele
praktijk.
De cursus biedt een algemene inleiding op de Bestuurskunde als
wetenschappelijke discipline.
Welke functie heeft het openbaar bestuur in de samenleving? Hoe kan
die functie worden vervuld met bestuur, beleid en organisatie?
Het vak geeft overzicht over de antwoorden die de Bestuurskunde
heeft opgeleverd: functie en karakter van het openbaar bestuur,
klassieke beleidsontwikkeling, besluitvorming, organisatie,
marktwerking, democratie en politieke verantwoordelijkheid. Er
wordt ook ingegaan op moderne beleidsvoering in netwerksituaties,
beleidsspelen en het management van beleidsprocessen.
De cursus dient mede om de studenten voor te bereiden op het in
grote mate zelfstandig kunnen lezen, begrijpen en kritisch beoordelen
van een recente bestuurskundige monografie. Hiertoe worden
wekelijks twee hoorcolleges van twee uur en een werkcollege
georganiseerd. De aanwezigheid bij deze colleges is verplicht.
De hoorcolleges worden verzorgd door Jan Herman de Baas. Bij de
werkcolleges worden ouderejaars studenten betrokken.
• J.H. de Baas, Bestuurskunde in hoofdlijnen, Invloed op beleid,
Wolters-Noordhof, 1995
• H. de Bruijn, Framing, Over de macht van taal in de politiek,
vierde druk 2012
35
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
Onderzoeks- en interventiemethodologie A (bestuurskunde)
Cursuscode
EC
Opleidingen
Jaar
Periode
Tentamenvorm
Taal
Cursuscoördinator
Docenten
Voorkennis
Keuzevak
Doelstellingen
Cursusbeschrijving
Literatuur
36
MAN-BPRA150
6
Bestuurskunde
Ba 1
Blok 1
Schriftelijk tentamen.
Nederlands
Jacobs, dr. H.A.G.M.
dr. I.L. Bleijenbergh, dr. ir. S.F.J.M. Raaijmakers, dr. S. Smeets, dr.
H.A.G.M. Jacobs
Geen.
Nee
Studenten kunnen:
• de functie van wetenschappelijk onderzoek voor de
managementwetenschappen aangeven mede in het licht van het
onderscheid tussen onderzoeks- en interventiemethodologie;
• de belangrijkste methodologische stromingen onderscheiden en
een relevante uitleg geven aan basisbegrippen in empirisch
wetenschappelijk onderzoek;
• in gegeven casuïstiek adequate keuzes maken voor onderdelen
van een eenvoudig onderzoeksvoorstel en deze keuzes adequaat
beargumenteren.
De cursus behandelt de theorie en praktijk van empirisch onderzoek.
Naast wetenschapsopvattingen en belangrijke methodologische
stromingen, behandelt ze methodologische basisbegrippen zoals
validiteit en betrouwbaarheid. Ook komen de diverse onderdelen van
de empirische onderzoekscyclus aan bod. Studenten oefenen basis
methodologische vaardigheden, bijvoorbeeld het maken van
onderzoeksvraagstellingen, het operationaliseren van te onderzoeken
begrippen, het selecteren van onderzoeksdesigns,
waarnemingsmethoden en analysetechnieken. De cursus bestaat uit
hoorcolleges (behandeling theoretische uitgangspunten),
werkcolleges (opdrachten bespreken en feedback ontvangen) en
zelfstudie.
Titel: Theorie en praktijk van empirisch onderzoek
Auteur: Prof. dr. J.A.M. Vennix
Jaar: 2011
Editie: vijfde editie
ISBN: 978 1 78016 080 1
BACHELOROPLEIDING BESTUURSKUNDE
Organisatietheorie
Cursuscode
EC
Opleidingen
Jaar
Periode
Tentamenvorm
Taal
Cursuscoördinator
Docent
Voorkennis
Keuzevak
Doelstellingen
Cursusbeschrijving
Literatuur
MAN-BCU312
6
Bestuurskunde
Ba 1
Blok 2
Schriftelijk tentamen + werkstuk
Nederlands
Lako, dr. C.J.
dr. C.J. Lako
geen
Nee
De cursus heeft tot doel om:
• studenten een breed overzicht te geven van organisatietheorieën
in de publieke sector en de ontwikkeling daarin;
• studenten inzicht te verschaffen in de wijze waarop deze
theorieën kunnen worden toegepast op actuele
organisatievraagstukken.
De cursus bestaat uit hoor- en werkcolleges waarin uitgebreid wordt
ingegaan organisatiestructuur en organisatiecultuur van de publieke
sector. Daarbij wordt ingegaan op veranderingen in de
organisatiestructuur van de laatste decennia en verschillende
organisatievormen (functionele organisaties, projectorganisaties e.d.).
Diverse grondleggers van de organisatiewetenschap (Taylor, Gulick,
Likert, Scharpf e.a.) passeren de revue. Steeds wordt daarbij ingegaan
op hun theoretische benadering van organisatievraagstukken en de
toepassing daarvan op actuele vraagstukken.
• J.R. Tompkins, Organization Theory and Public Management,
Thomson Wadsworth, nieuwste editie.
• Een selectie van nog nader bekend te maken artikelen uit
internationale tijdschriften (raadpleeg Blackboard).
37
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
Beleidsproject 1.1 bestuurskunde
Cursuscode
EC
Opleidingen
Jaar
Periode
Tentamenvorm
Taal
Cursuscoördinator
Docent
Voorkennis
Keuzevak
Doelstellingen
Cursusbeschrijving
Literatuur
38
MAN-BPRO165
6
Bestuurskunde
Ba 1
Blok 2
Schriftelijk tentamen + werkstuk.
Nederlands
Lieshout, dr. ir. M. van
dr. ir. M. van Lieshout
Geen.
Nee
• Studenten kunnen na de cursus de verschillende fasen van het
beleidsproces herkennen;
• Studenten kunnen een beleidsontwerp analyseren: zij herkennen
expliciete en impliciete beleidsdoelstellingen; zij kunnen een
beleidstheorie van een beleidsplan (re)construeren; zij hebben
kennis van beleidsinstrumenten en kunnen de inzet ervan
beredeneerd beoordelen; zij kunnen aan de hand van een
stappenplan zelf een beleid ontwerpen; studenten kunnen een ex
ante inschatting maken van de rationaliteit, legitimiteit en
haalbaarheid van een beleidsplan.
Afgestudeerde bestuurskundigen zullen veelal in functies terecht
komen waarin ze beleid ontwikkelen en beoordelen. Het
beleidsproject is een eerste kennismaking met beleid en bereidt
studenten voor op de cursus Beleidscyclus in de bachelorfase en
verschillende vakken over de Beleidswetenschap in de
masteropleiding Bestuurskunde. Studenten leren de verschillende
fasen van het beleidsproces, namelijk de beleidsvoorbereiding, de
beleidsvorming, de uitvoering en beleidsevaluatie, in kaart te
brengen. Zij leren het beleidsproces te analyseren door middel van de
voorgeschreven literatuur en het bestuderen van beleidsplannen en
evaluatierapporten. Het project krijgt vorm doordat studenten in
groepen een beleidsplan schrijven.
Wordt nader bekendgemaakt.
BACHELOROPLEIDING BESTUURSKUNDE
Onderzoeks- en interventiemethodologie B (bestuurskunde)
Cursuscode
EC
Opleidingen
Jaar
Periode
Tentamenvorm
Taal
Cursuscoördinator
Docenten
Voorkennis
MAN-BPRA155
6
Bestuurskunde
Ba 1
Blok 3
Schriftelijk tentamen.
Nederlands
Visscher, drs. C.A.M.
drs. C.A.M. Visscher, dr. S. Smeets
VWO Wiskunde A, B of D
Keuzevak
Doelstellingen
Nee
Studenten zijn aan het einde van de cursus in staat: de basiselementen
en procedures uit de beschrijvende, toetsende en verklarende
statistiek adequaat toe te passen, mede met behulp van het
programma SPSS; resultaten van procedures uit de beschrijvende,
toetsende en verklarende statistiek adequaat te interpreteren; keuzes
bij het uitvoeren van statistische procedures en de interpretatie van de
resultaten adequaat te onderbouwen.
In de cursus leren studenten naast de theorie van de beschrijvende en
toetsende statistiek, de practische toepassing van de statistische
theorie met behulp van het statistische software programma SPSS. De
onderwerpen, die besproken zullen worden, zijn onder meer: maten
van centrale tendentie, spreidingsmaten, steekproeftrekking,
kansverdelingen, schattingen van kenmerken van een populatie,
kruistabelanalyse, correlaties, ekelvoudige en multipele regressie,
verschillen tussen twee populatiegemiddelden, variantieanalyse en
nonparametrische toetsen.
• Andy Field, Discovering Statistics Using IBM SPSS, fourth
edition. Sage publications, 2013
• M. te Grotenhuis en A. Matthijssen, 'Basiscursus SPSS 20-21'.
Van Gorcum.
Cursusbeschrijving
Literatuur
39
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
Binnenlands bestuur
Cursuscode
EC
Opleidingen
Jaar
Periode
Tentamenvorm
Taal
Cursuscoördinator
Docent
Voorkennis
Keuzevak
Doelstellingen
Cursusbeschrijving
Literatuur
40
MAN-BCU192
6
Bestuurskunde
Ba 1 en schakelprogramma
Blok 3
Schriftelijk tentamen en werkstuk
Nederlands
Tholen, dr. J.H.M.M.
dr. M.L. van Genugten
geen
Ja
De cursus beoogt:
• studenten inzicht te geven in de organisatie en inrichting van het
Nederlands openbaar bestuur;
• studenten kennis te laten maken met recente bestuurlijke
vernieuwingen en de debatten daarover;
• studenten kennis te laten maken met theorieën omtrent het
functioneren van binnenlands bestuur en hen in staat te stellen
zulke theorieën adequaat te benutten voor eigen onderzoek.
In deze cursus wordt de inrichting en het functioneren van
het binnenlands bestuur bekeken. Onze aandacht gaat daarbij
vooral uit naar de subnationale bestuurslagen, in het bijzonder het
lokaal en regionaal bestuur. Tevens besteden we aandacht aan
de maatschappelijke omgeving en het maatschappelijke middenveld
dat van invloed is op het functioneren van het binnenlands bestuur.
Tot slot plaatsen we het binnenlands bestuur in de context van
Europa. In elk college zullen ten aanzien van deze thema's de actuele
organisatie en inrichting worden besproken en actuele debatten,
normatieve theorieën en empirische theoriën aan de orde worden
gesteld.
Breeman, G.E., Noort, W.J. van, & Rutgers, M. (2012). De
bestuurlijke kaart van Nederland. Het openbaar bestuur en zijn
omgeving in nationaal en internationaal perspectief. Bussum:
Coutinho.
Derksen, W. & Schaap, L. (2010). Lokaal bestuur. Dordrecht:
Convoy.
BACHELOROPLEIDING BESTUURSKUNDE
Management van het openbaar bestuur
Cursuscode
EC
Opleidingen
Jaar
Periode
Tentamenvorm
Taal
Cursuscoördinator
Docent
Voorkennis
Keuzevak
Doelstellingen
Cursusbeschrijving
MAN-BCU268
6
Bestuurskunde
Ba 1 en Schakelprogramma
Blok 4
Schriftelijk tentamen + werkstuk
Nederlands
Thiel, prof. dr. S. van
prof. dr. S. van Thiel
Geen.
Nee
Na afloop van dit vak kan een student:
• Een omschrijving geven van publiek management en in eigen
woorden specifieke kenmerken van het managen van publieke
organisaties (vergeleken met private organisaties) benoemen;
• De verschillende onderdelen van publiek management benoemen
(PIOFACH);
• Een groot aantal bedrijfsvoeringtechnieken benoemen en
uitleggen in eigen woorden (zoals BSC, TQM, BPR en SWOT);
• Verschillende organisatievormen voor publieke organisaties
onderscheiden en ontwerpen, inclusief vormen van
verzelfstandiging, PPS, privatisering, e.d.;
• Uitleggen wat New Public Management inhoudt en wat voor
veranderingen dat heeft gehad voor het management van publieke
organisaties in de USA en Nederland sinds begin jaren '80;
• Verschillende HRM instrumenten benoemen en hierover
adviseren aan publieke organisaties;
• In eigen woorden uitleggen wat een netwerkanalyse van een
beleidsnetwerk inhoudt, en deze ook uitvoeren;
• Verschillende theorieën over leiderschap en verandermanagement
in publieke organisaties herkennen en in eigen woorden
beschrijven; en
• Economische theorieën zoals eigendomsrechten-,
transactiekosten-, principaal-agent en resource dependency
theorie herkennen in eigen woorden uitleggen, en toepassen op
vraagstukken rondom publieke organisaties.
In deze inleiding over het management van publieke organisaties
komen de belangrijkste theorieën, trends en wetenschappelijke
inzichten aan bod, aangevuld met voorbeelden uit de actualiteit van
het openbaar bestuur. Zo wordt er aandacht besteed aan: verschillende
organisatiewijzen of -structuren van publieke organisaties (dichtbij of
verder weg van de overheid); personeelsmanagement en
verandermanagement; de invloed van de media en de politiek;
41
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
Literatuur
42
samenwerking tussen publieke organisaties in ketens, allianties en
netwerken; en de toepassing van bedrijfsvoeringstechnieken uit de
private sector zoals prestatiemanagement.
Rainey, H. (2014, 5e druk). Understanding and managing public
organizations. San Francisco, Jossey Bass.
Aanvullende artikelen (lijst wordt via Blackboard bekend gemaakt).
BACHELOROPLEIDING BESTUURSKUNDE
Project 1.2 binnenlands bestuur
Cursuscode
EC
Opleidingen
Jaar
Periode
Tentamenvorm
Taal
Cursuscoördinator
Docenten
Voorkennis
Keuzevak
Doelstellingen
Cursusbeschrijving
Literatuur
MAN-BPRO166
6
Bestuurskunde
Ba 1
Blok 4
Werkstuk.
Nederlands
Zwaan, dr. P.J.
dr. P.J. Zwaan, dr. M.L. van Genugten
Cursus Binnenlands bestuur
Nee
Ontwikkelen en verrichten van een eigen onderzoek binnen het
thematisch/theoretisch kader van de cursus Binnenlands bestuur en in
het bijzonder gebruikmakend van de methoden van onderzoek die in
het eerste jaar aan de orde zijn gesteld.
Gebruikmakend van de normatieve en empirische theorieën die in de
cursus Binnenlands bestuur aan de orde zijn gesteld ontwikkelen
studenten een eigen onderzoek dat ze ook zelf uitvoeren. Van dat
onderzoek wordt adequaat verslag gedaan. Deze cursus zal beginnen
met enkele hoorcolleges en instructie-bijeenkomsten waarin ook
thematische en methodische aanwijzingen gegeven zullen worden.
Daarnaast zijn er verschillende feedbacksessies.
Wordt t.z.t. aangegeven.
43
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
Inleiding recht (Bestuurskunde)
Cursuscode
EC
Opleidingen
Jaar
Periode
Tentamenvorm
Taal
Cursuscoördinator
Docent
Voorkennis
Keuzevak
Cursusbeschrijving
Literatuur
44
MAN-BCU228B
6
Bestuurskunde
Ba 1
blokken 3 en 4
Schriftelijk tentamen
Nederlands
Witpaard, mr. R.J.
mr. R.J. Witpaard
Geen.
Nee
Het doel van de cursus is het verwerven van basiskennis ten aanzien
van de grondslagen en de structuur van het Nederlandse
rechtssysteem. De cursus bestaat uit een aantal colleges met een
algemeen karakter. Daarnaast wordt ingegaan op het specifieke
karakter van de diverse rechtsgebieden. Uitgangspunt bij de
behandeling van de specifieke onderwerpen zal zijn dat het recht als
middel door de overheid gebruikt wordt om maatschappelijke
processen en ontwikkelingen te sturen.
Jaap Hage e.a., Recht, vaardig en zeker. Een inleiding in het recht
(vijfde druk, Boom juridische uitgevers, 2010) en Y.M. Visscher,
Praktisch Bestuursrecht (derde druk, Noordhoff Uitgevers, 2012).
Aanvullend en ondersteunend lesmateriaal wordt eventueel nog via
Blackboard bekendgemaakt.
BACHELOROPLEIDING BESTUURSKUNDE
Politicologie voor bestuurskundigen
Cursuscode
EC
Opleidingen
Jaar
Periode
Tentamenvorm
Taal
Cursuscoördinator
Docent
Voorkennis
Keuzevak
Doelstellingen
Cursusbeschrijving
MAN-BCU273
6
Bestuurskunde
Ba 2
Blok 1
Schriftelijk tentamen
Nederlands
Vossen, dr. K.P.S.S.
dr. K.P.S.S. Vossen
Geen.
Nee
Studenten hebben na de cursus kennis van de belangrijkste, actuele
politicologische vraagstukken. Specifieker hebben zij kennis van:
• politicologische kernbegrippen (politiek, macht, regering en staat)
• verschillende politieke regimes, variërend van democratische
rechtsstaat tot autoritair regime
• politicologische theorieën (behavioralisme, rationele
keuzetheorie, neo-institutionalisme)
• de relatie tussen burger en politiek (politieke cultuur,
communicatie en participatie, verkiezingen, belangengroepen,
politieke partijen)
• politieke instituties (rechterlijke macht, wetgevende macht,
uitvoerende macht)
Daarnaast kunnen studenten
• de behandelde politicologische theorieën met elkaar contrasteren
en in verband brengen
• de behandelde politicologische theorieën toepassen op de
verschillende politicologische kenobjecten
• de politieke stelsels van de Verenigde Staten, het Verenigd
Koninkrijk, Frankrijk, Duitsland, Rusland, China en Nederland
op hoofdlijnen met elkaar vergelijken
Afgestudeerde bestuurskundigen zijn veelal werkzaam in of voor een
publieke organisatie waarbij zij opereren in een politieke omgeving.
Het is voor hen dan ook cruciaal om inzicht te krijgen in het politieke
proces en de werking van politieke instituties.
In deze cursus maak je daarom kennis met het vakgebied van de
Politicologie. De cursus biedt een systematisch overzicht van de
belangrijkste politicologische kernconcepten en de werking van
politieke instituties. Ook wordt uitgebreid ingegaan op de relatie
tussen burger en politiek, op de functies van politieke partijen en
belangenorganisaties, op het ontstaan van de natiestaat en haar
toekomst in het tijdperk van globalisering en op de rol van ideologie
in de politiek. De cursus zal worden verlevendigd door voorbeelden
45
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
Literatuur
46
uit de politieke actualiteit maar ook uit de politieke geschiedenis te
gebruiken. De Nederlandse politiek en haar instituties zullen worden
vergeleken met de politiek en instituties in landen als de Verenigde
Staten, Duitsland, Frankrijk, Rusland en China.
Nader bekend te maken.
BACHELOROPLEIDING BESTUURSKUNDE
Methoden van bestuurskundig onderzoek I
Cursuscode
EC
Opleidingen
Jaar
Periode
Tentamenvorm
Taal
Cursuscoördinator
Docent
Voorkennis
Keuzevak
Doelstellingen
Cursusbeschrijving
Literatuur
MAN-BPRA200
6
Bestuurskunde
Ba 2 en Schakelprogramma
Blok 1
Schriftelijk tentamen en een werkstuk.
Nederlands
Visscher, drs. C.A.M.
drs. C.A.M. Visscher
Propedeusevakken methoden en technieken (OIM-A, OIM-B).
Nee
Kennis van en kunde in het gebruik van multipele regressie-analyse,
variantie-analyse, factoranalyse, betrouwbaarheidsanalyse,
scalogramanalyse en homogeniteitsanalyse.
In dit vak wordt aandacht besteed aan variantie-analyse (uitbreiding
van de modellen uit het eerste jaar) en multipele regressie-analyse
met kwantitatieve afhankelijke variabelen en met zowel kwantitatieve
als kwalitatieve onafhankelijke variabelen. Hoofddoel causale
hypothesetoetsing. Eveneens worden een aantal meetmodellen aan
de orde gesteld zoals betrouwbaarheidsanalyse op interne
homogeniteit (Cronbach's alpha), factoranalyse (principale
componentenanalyse en principale factoranalyse), scalogramanalyse
(Mokscal) en Homals. Studenten weten na het volgen van dit vak
wanneer ze deze analysetechnieken moeten gebruiken, en ze kennen
de kracht en zwakheden er van. Ze zijn in staat zelfstandig zulke
analyses uit te voeren met behulp van SPSS en ze kunnen de
uitkomsten ervan goed interpreteren. (Dit wordt daarna geoefend en
toegepast in een onderzoeksproject, waarin ze ook de data voor zulk
een onderzoek moeten verzamelen, waarin ze de aangeleerde
statistische technieken moeten toepassen op een bestuurskundig
vraagstuk en waarover ze in groepsverband een paper moeten
schrijven).
• McClave, Benson, Sincich en Knypstra, Statistiek, elfde editie.
Pearson, 2011. Dit boek wordt ook in het eerstejaarsonderwijs
gebruikt, regressie-analyse en variantieanalyse zijn in dit
handboek terug te vinden)
• Voor factoranalyse, betrouwbaarheidsanalyse, scalogramanalyse
en homals worden artikelen nader bekend gemaakt.
47
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
Economie van de managementwetenschappen (bestuurskunde)
Cursuscode
EC
Opleidingen
Jaar
Periode
Tentamenvorm
Taal
Cursuscoördinator
Docent
Voorkennis
Keuzevak
Doelstellingen
Cursusbeschrijving
48
MAN-BCU194BK
6
Bestuurskunde
Ba 2
Blok 2
Schriftelijk tentamen
Nederlands
Sent, prof. dr. E.M.
prof. dr. E.M. Sent
geen
Nee
Gemeenschappelijk deel
Economen geloven duidelijk dat zij een significante bijdrage tot de
bespreking en resolutie van vele belangrijke sociale kwesties kunnen
leveren. De hoop is dat studenten tegen de tijd dat zij deze cursus
beëindigd hebben met dit geloof akkoord zullen gaan. Na deze cursus
beheersen zij de basisprincipes van de economische wetenschap en de
economische taal met betrekking tot deze principes. De verworven
vaardigheden zijn studenten in staat toe te passen op concrete
beleidsvraagstukken.
Disciplinair deel
Kennis:
De samenstelling en omvang van de collectieve sector in Nederland
• Theoretische verklaringen voor de groei van de collectieve sector
• Begrotingscyclus, begrotingsnormen, financierings- en EMUtekort, staatsschuld en rentelasten
• De samenstelling en hoogte van de belasting- en premiedruk in
Nederland
• De (financiële) relatie tussen de bestuurslagen (gemeenten,
provincie, Rijk, EU)
• Actuele beleidsvraagstukken op het terrein van de openbare
financiën
Vaardigheden:
Het kritisch kunnen beoordelen van beleidsdocumenten en keuzes
met betrekking tot een aantal actuele beleidsthema's en hierover op
een heldere wijze schriftelijk rapporteren.
De cursus Economie van de managementwetenschappen bestaat uit
twee delen: een gemeenschappelijk deel voor studenten
bedrijfswetenschappen, sociale geografie en planologie,
bestuurskunde en politicologie en een disciplinair deel per opleiding
of cluster van opleidingen.
Gemeenschappelijk deel:
De methodes van economisch onderzoek kunnen wellicht het best
BACHELOROPLEIDING BESTUURSKUNDE
Literatuur
beschreven worden als "eclectisch," hetgeen betekent dat zij vele
bronnen raadpleegt en deze vervolgens selecteert op basis van hun nut
voor het onderwerp. Economen lenen van alle sociale wetenschappen
om over menselijk gedrag te theoretiseren. Zij lenen van de wiskunde
om theorieën beknopt uit te drukken. En ook lenen zij van statistiek
om op basis van economische gegevens gevolgtrekkingen te maken
over hypotheses die door economische theorie worden voorgesteld.
Economen zijn niet alleen geïnteresseerd in inzicht in menselijk
gedrag maar ook in de beleidsimplicaties van deze kennis. Hoe
kunnen we weten welke gevolgen te verwachten zijn van
veranderingen in openbaar beleid of economisch besluiten, tenzij wij
begrijpen waarom de mensen zich gedragen zoals ze zich gedragen?
Zoals in andere wetenschappelijke disciplines, is de theorie in de
economie een abstractie, of vereenvoudiging, van ontelbare complexe
verhoudingen in de echte wereld. Denkend over sommige aspecten
van gedrag, zullen de economen een model bouwen dat probeert om
het betreffende gedrag te verklaren. De elementen van het model
worden afgeleid uit economische theorie. Economen bestuderen het
model om te zien welke hypothesen, of voorspellingen, door het
model worden voorgesteld. Deze kunnen dan met economische
gegevens worden gecontroleerd.
Disciplinaire deel:
In het disciplinaire deel van de cursus Economie van de
managementwetenschappen voor studenten politicologie en
bestuurskunde staan de overheidsfinanciën centraal. Naast een
inleiding in de openbare financiën wordt ook aandacht besteed aan de
financiële relatie tussen de bestuurslagen en is er aandacht voor
economische beleidsvraagstukken. Het disciplinaire deel voor
politicologie- en bestuurskundestudenten zal bestaan uit hoorcolleges
en werkcolleges. Bij de hoorcolleges wordt literatuur behandeld op
het terrein van de openbare financiën, waarbij ook wordt gekeken
naar de Nederlandse actuele situatie. Tevens zullen aspecten van de
Europese begroting en Europese begrotingssystematiek, de relatie
tussen Rijk en gemeenten, de pensioenproblematiek en
belastingharmonisatie worden belicht.
Gemeenschappelijk deel:
Roger Arnold, Economics (8th edition), enkele relevante
hoofdstukken.
Disciplinair deel:
• C.A. Kam de, L. Koopmans, A.H.E.M. Wellink (2011)
"Overheidsfinanciën" Noordhoff, Groningen, 13de druk.
• Miljoenennota 2015, Ministerie van Financiën, september 2014
(gedeelten hieruit, via www.minfin.nl)
• Macro-economische Verkenningen 2015, CPB, september 2014
(gedeelten hieruit, via www.cpb.nl)
• Voor de werkcolleges wordt nog aanvullende literatuur bekend
gemaakt.
49
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
Project: vergelijkende analyse
Cursuscode
EC
Opleidingen
Jaar
Periode
Tentamenvorm
Taal
Cursuscoördinator
Docenten
Voorkennis
Keuzevak
Doelstellingen
Cursusbeschrijving
Literatuur
50
MAN-BPRO209
6
Bestuurskunde
Ba 2 en schakelprogramma
Blok 2
Groepspaper
Nederlands
Kruyen, dr. P.M.
dr. P.M. Kruyen, S.P. Overman, N. Dörrenbächer
Methoden van bestuurskundig onderzoek I
Nee
Na actieve participatie in deze cursus ben je in staat om in
groepsverband een (internationaal) vergelijkend bestuurskundig
onderzoek op te zetten en uit te voeren gebruikmakend van
kwantitatieve data. Specifiek leer je in de cursus om
• De mogelijkheden en problemen in verklarend en vergelijkend
onderzoek in de Bestuurskunde te (h)erkennen;
• Onderzoeksvragen, deelvragen en hypothesen te formuleren en te
onderbouwen met wetenschappelijke theorieën;
• Hypothesen te toetsen door gebruik te maken van
regressietechnieken;
• Een onderzoekspaper in groepsverband te schrijven;
• Een onderzoekspaper te presenteren en verdedigen.
In groepsverband schrijven groepen van 5 studenten een groepspaper
(± 20 pagina's, 5000 woorden) waarin zij verslag doen van een
zelfstandig uitgevoerd internationaal vergelijkend onderzoek.
Studenten worden begeleid door een team van docenten in
hoorcolleges, werkgroepen, practica, en wekelijkse feedbacksessies.
Daarnaast zijn er een tweetal aanvullende tutorials voor
schakelstudenten waarin zij leren wetenschappelijke teksten te
schrijven (vergelijkbaar met de cursus Academische Vaardigheden
voor de eerstejaars bestuurskundestudenten).
Het doel van het paper is om de trends op een bepaald beleidsterrein
tussen verschillende landen te verklaren gebruikmakend van
regressietechnieken. In het project dienen studenten uit te gaan van
een theoretisch kader dat dient als basis voor de te formuleren
probleemstelling. Dit kader moet leiden tot toetsbare hypotheses. De
studenten verzamelen zelf kwantitatieve gegevens met ten minste 200
observaties. Na de uitvoeringsfase wordt de cursus afgesloten met een
bijeenkomst waarin alle groepen eerst hun onderzoek presenteren.
Literatuur wordt beschikbaar gesteld via Blackboard.
BACHELOROPLEIDING BESTUURSKUNDE
Vergelijkende bestuurskunde
Cursuscode
EC
Opleidingen
Jaar
Periode
Tentamenvorm
Taal
Cursuscoördinator
Docenten
Voorkennis
Keuzevak
Doelstellingen
Cursusbeschrijving
MAN-BCU2015
6
Bestuurskunde
Ba 2
blokken 1 en 2
Schriftelijk tentamen + werkstuk
Nederlands
Pape, dr. U.D.
prof. dr. T. Brandsen, dr. U.D. Pape
Nee
De cursus beoogt:
• studenten inzicht te verschaffen in de centrale problemen en
theorieën van de vergelijkende bestuurskunde;
• studenten kennis te laten maken met de centrale kenmerken van
bestuurlijke systemen en hun ontwikkelingsvormen;
• studenten te leren actuele bestuurlijke problemen in comparatief
perspectief te analyseren en hen in staat te stellen de theorieën
van de vergelijkende bestuurskunde adequaat te toe te passen in
een zelfgekozen case study.
Deze cursus biedt een inleiding in de vergelijkende bestuurskunde.
Hoe heeft zich de publieke sector in verschillende landen ontwikkelt
en welke economische, sociale en culturele factoren verklaren de
verschillen? Waarom onderscheiden zich zorgvoorzieningen en
andere publieke dienstverleningen in verschillende landen en wat
kunnen wij zeggen over bestuurlijke kwaliteit en effectiviteit in
comparatief perspectief? Hoe tevreden zijn de burgers in Europa met
hun overheid en de publieke dienstverlening? En waarom roepen
bestuurlijke hervormingen in sommige landen grote maatschappelijke
discussies op, zoals de invoering van een verplichte
ziektekostenverzekering in de Verenigde Staten, terwijl soortgelijke
voorzieningen in andere landen als heel gewoon gelden?
Deze cursus beoogt studenten inzicht te verschaffen in de centrale
probleemstellingen en theorieën van de vergelijkende bestuurskunde.
We zullen primair bestuurlijke systemen in Europa bestuderen, maar
we zullen ook bestuurlijke systemen uit andere delen van de wereld
bekijken. Op basis van een aantal case studies zullen we
bestuurskundige problemen in comparatief perspectief behandelen.
Elke week is er een hoorcollege en elke twee weken is er een
werkcollege (vier werkgroepen). De cursus wordt afgesloten met een
tentamen en een individueel werkstuk.
51
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
Policy Cycle
Course code
EC
Study programmes
Year
Period
Examination
Language
Course Coordinator
Lecturer
Prerequisites
Optional Course
Objectives
Contents
52
MAN-BCU3017
6
Bestuurskunde, English Studyguide
Ba 2 and premaster program
quarter 3
Written exam
English
Resodihardjo, dr. S.L.
dr. S.L. Resodihardjo
No
After completion of this course, you will be able to
• Apply various policy theories (ranging from agenda-setting to
evaluation) to empirical cases
• Distinguish between different perspectives on agenda-setting,
policy-making, implementation, and evaluation and be aware of
how selecting a specific perspective will affect your analysis
• Critically reflect on the usefulness of existing theories and to
what extent these theories help us to understand reality
The focus of this course is on analysing, understanding, and
explaining complex policy processes. Questions to be answered in
this course include: Why does government pay attention to some
issues but not others? How is policy made? To what extent does
implementation of policy deviate from the wishes of policy makers?
And what happens during policy evaluations?
To answer these and other questions, we will use the phases of the
policy cycle to structure the course: the rise and decline of
government attention (agenda-setting phase), the creation of policy
(the decision-making phase), the problems encountered during the
execution of policies (implementation phase), and the assessment of
policies (evaluation phase).
This course is mandatory for BA, minor, and Pre-master's programme
students and is optional (elective course) for exchange students.
BACHELOROPLEIDING BESTUURSKUNDE
Kosten en baten van het openbaar bestuur
Cursuscode
EC
Opleidingen
Jaar
Periode
Tentamenvorm
Taal
Cursuscoördinator
Docent
Voorkennis
Keuzevak
Doelstellingen
Cursusbeschrijving
MAN-BCU335
6
Bestuurskunde
Ba 2 en schakelprogramma
Blok 3
Schriftelijk tentamen
Nederlands
Kruijf, dr. J.A.M. de
dr. J.A.M. de Kruijf
Geen voorkennis vereist
Nee
• Kennis hebben en kunnen toepassen van de verschillende wijzen
waarop financiële administraties kunnen worden gevoerd. (OER
3c)
• Kennis hebben van de wijzen waarop organisaties in het publieke
domein hun administratie organiseren en de gevolgen van de
gemaakte keuzes kunnen duiden in hun relatie met de bekostiging
van de betrokken organisaties. (OER 2c, 2e, 3c)
• Inzicht hebben in de verschillende karakteristieken van door of
namens de overheid in enge zin geproduceerde diensten en de
gevolgen van die verschillen voor de vaststelling van de
begrotingen van de betrokken leveranciers en opdrachtgevers van
dienstverlening alsmede de gevolgen die daardoor kunnen
ontstaan in bekostiging van organisaties. (OER 2e, 5a, 8c)
• Inzicht hebben en kunnen toepassen van methoden en technieken
voor het nemen van investeringsbeslissingen alsmede de
gevolgen die dat heeft voor bekostiging en financiering van de
organisatie (OER 2e, 3c)
• Kennis hebben over en kunnen toepassen van instrumentarium
dat kan worden gebruikt voor de besturing van de interne
organisatie van (semi) publieke organisaties. (OER 2e, 5a, 8c)
• Kennis hebben van en kunnen beschrijven van het belang van
wet- en regelgeving rondom de besluitvormings- en
verantwoordingsprocessen bij begrotingen van organisaties in het
publieke domein (OER 2c, 2e, 5a, 8c)
• Kunnen duiden van de wijze waarop organisaties hun productie
kunnen organiseren en de gevolgen die de verschillende
organisatiewijzen hebben voor de rollen die partijen kunnen
innemen in het tot stand komen van de levering van diensten.
(OER 5a, 8c)
In deze cursus krijgen studenten een inleiding in publiek financieel
management en de implicaties die de keuze van bepaalde
beleidsinstrumenten kan hebben voor de inzet van schaarse middelen.
53
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
Literatuur
54
Na afloop van de cursus zijn studenten in staat om elementaire
financiële begrippen te hanteren, begrotingsprocessen in de
verschillende bestuurslagen en de daaraan gerelateerde organisaties te
begrijpen en de financiële implicaties van alternatieve
beleidsinstrumenten af te kunnen wegen en of te kunnen bijsturen.
Mol, N.P. (2008) Bedrijfseconomie voor de collectieve sector, 5e
druk, Bussum: Coutinho
Artikelen zoals vermeld op in studiehandleiding op Blackboard.
BACHELOROPLEIDING BESTUURSKUNDE
Project: advisering en organisatiegedrag
Cursuscode
EC
Opleidingen
Jaar
Periode
Tentamenvorm
Taal
Cursuscoördinator
Docent
Voorkennis
Keuzevak
Doelstellingen
Cursusbeschrijving
Literatuur
MAN-BPRO201
6
Bestuurskunde
Ba 2
Blok 4
Werkstuk en schriftelijk tentamen
Nederlands
Honingh, dr. M.E.
dr. M.E. Honingh
Nee
Aan het einde van deze cursus:
• ken je de belangrijkste fasen van een adviesproces;
• ken je de verschillende typen adviesaanvragen en de
verschillende rollen die een organisatieadviseur kan aannemen;
• ken en herken je een aantal patronen en veelvoorkomende
problemen in het gedrag van en in organisaties;
• ken je de belangrijkste benaderingen van advisering en
interventie;
• weet je aan welke voorwaarden een adviesrapport moet voldoen;
• heb je deze kennis en vaardigheden zelf toegepast op een actueel
organisatieprobleem.
Vroeg of laat krijgt een bestuurskundige in zijn of haar carrière te
maken met advisering. Dit kan zijn omdat er binnen de eigen
organisatie een adviesvraag leeft of omdat er een advies van hem of
haar verwacht wordt. In dit projectvak waarin advisering centraal
staat, gaan we in op de fasen van een adviestraject,
adviesvaardigheden, redenen om advies te vragen, rollen van
adviseurs, eisen die aan een goed advies gesteld worden en de
betekenis van de opdrachtgever-opdrachtnemer relatie in het
adviestraject.
Omdat sturen en beïnvloeden belangrijke aspecten zijn van
advisering, besteden we ook ruim aandacht aan organisatiediagnose
en organisatiegedrag. Want voordat het mogelijk is succesvol te
interveniëren is het noodzakelijk inzicht te hebben in de
eigenaardigheden van een organisatie.
• Caluwé, L. de en H. Vermaak (2010). Leren veranderen: Een
handboek voor de veranderkundige, Tweede geheel herziene
editie. Kluwer, Deventer.
• Een aantal artikelen uit actuele bundels en journals
(literatuur onder voorbehoud)
55
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
Filosofie van de managementwetenschappen (bestuurskunde)
Cursuscode
EC
Opleidingen
Jaar
Periode
Tentamenvorm
Taal
Cursuscoördinator
Docenten
Voorkennis
Keuzevak
Doelstellingen
Cursusbeschrijving
56
MAN-BIN118BK
6
Bestuurskunde
Ba 2
Blok 4
Schriftelijk tentamen
Nederlands
Terpstra, dr. M.J.
prof. dr. R. ten Bos, dr. M.J. Terpstra, dr. W.J.F. van der Kuijlen
Geen.
Nee
• De student verwerft kennis van enkele vragen en thema's uit de
ethiek, de politieke filosofie, en de wetenschapsfilosofie.
• De student verwerft kennis en inzicht in het denken van enkele
grote filosofen.
• De student is geoefend in het gebruik en de toepassing van enkele
wijsgerige begrippen zoals: het begrippenpaar praksis-poièsis;
nut, plicht en deugd; het maatschappelijk contract; de denkfiguur
van de machine.
• De student is in staat om filosofische teksten toe te passen in een
concrete casus.
De cursus, die uit 12 hoorcolleges en 6 werkgroepbijeenkomsten
bestaat, maakt je bekend met het denken van een aantal belangrijke
filosofen over kwesties die verband houden met maatschappelijke
organisaties en het handelen van mensen daarin. De opleidingen van
de Faculteit der Managementwetenschappen wijden zich aan
verschillende maatschappelijke domeinen en menselijke praktijken:
het ondernemen, het economisch handelen, het landsbestuur en het
uitvoeren van overheidsbeleid. Het gaat in alle gevallen om
maatschappijwetenschappen: wetenschappen van menselijk handelen
in maatschappelijk verband. De onderwerpen in deze cursus richten
zich daarom in het bijzonder op het handelen van mensen in
maatschappelijk en organisatorisch verband.
Er is een bundel met teksten van deze filosofen en een algemene
inleiding in de ethiek. De teksten worden in verband gebracht met
voorbeelden uit de maatschappelijke werkelijkheid. Er zijn drie
blokken met telkens één hoofdvraag. In de hoor- en werkcolleges
komen verschillende antwoorden daarop aan bod.
1. Is sturing van mensen mogelijk en wenselijk? Loopt het uit de
hand als men mensen aan zichzelf overlaat en is daarom leiding
nodig? Of zijn mensen in staat spontaan ordening aan te brengen
in hun samen leven en werken? Deze controverse bestuderen we
aan de hand van teksten van Von Foerster, Hobbes, Mandeville
en Hayek.
BACHELOROPLEIDING BESTUURSKUNDE
Literatuur
2. Welke waarden en maatstaven spelen een rol in het leven en
samen leven van mensen? Zijn waarden en maatstaven
noodzakelijk voor het leven en samen leven van mensen? Deze
vragen bespreken we aan de hand van een algemene inleiding in
de ethiek en teksten van Bentham, Kant en Aristoteles.
3. Wat is sociale werkelijkheid? Waarin verschilt de sociale
werkelijkheid van de natuurlijke werkelijkheid? En waarin
verschillen dan sociale wetenschappen van natuurwetenschappen?
Deze vragen bespreken we aan de hand van teksten van Popper,
Searle en Arendt.
Docent van de hoorcolleges is Prof. Dr. R. ten Bos. De werkgroepen
worden verzorgd door medewerkers van de Faculteit Filosofie,
Theologie en Religiewetenschappen. Cursuscoördinator is Dr. M.
Terpstra.
Reader Filosofie van de Managementwetenschappen (verplichte
leerstof bij de werkgroepen, nummer wordt op Blackboard bekend
gemaakt).
57
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
Methoden van bestuurskundig onderzoek II
Cursuscode
EC
Opleidingen
Jaar
Periode
Tentamenvorm
Taal
Cursuscoördinator
Docent
Voorkennis
Keuzevak
Doelstellingen
Cursusbeschrijving
Literatuur
58
MAN-BPRA201
6
Bestuurskunde
Ba 2 en Schakelprogramma
blokken 3 en 4
Schriftelijk tentamen + werkstuk. Beide onderdelen tellen voor 50%
mee. Beide onderdelen moeten met een voldoende worden afgerond.
Nederlands
Smeets, dr. S.
dr. S. Smeets
Onderzoeks- en Interventiemethodologie A.
Nee
Kennis, inzicht en vaardigheden in kwalitatieve methoden van
onderzoek, in het bijzonder de case-study. Dit betekent het
beargumenteerd ontwerpen van een case-study binnen een nonprofit organisaties, het oefenen van vaardigheden op het gebied van
interviewen, observeren en inhoudsanalyse van (beleids)documenten,
en de methodologische verslaglegging daarvan.
In dit vak wordt een verdieping aangebracht in kwalitatieve methoden
van onderzoek. Centraal staat de onderzoeksstrategie van de casestudy. De case-study combineert de belangrijkste kwalitatieve
methoden van dataverzameling, namelijk het open interview, de
(participerende) observatie en het verzamelen van documenten.
Deelnemers zullen een case-study onderzoek voorbereiden en
gedeeltelijk uitvoeren binnen een non profit organisatie. Doel is dat
studenten organisatieproblemen leren onderzoeken, door data te
verzamelen, hierop inhoudsanalyse toe te passen en daarvan een
methodologisch verslag uit te brengen. Het materiaal dat in deze
cursus wordt verzameld, kan ook gebruikt worden voor het schrijven
van een advies voor het vak Advisering en Interventie.
• George A.L. & Bennett (2004), A. Case Studies and Theory
Developmenet in the Social Sciences MIT Press Cambridge.
• Bleijenbergh, I (2013, Kwalitatief Onderzoek in organisaties
Boom Lemma, Den Haag
• Een verzameling van losse (online beschikbare) artikelen.
BACHELOROPLEIDING BESTUURSKUNDE
Good Governance
Course code
EC
Study programmes
Year
Period
Examination
Language
Course Coordinator
Lecturer
Prerequisites
Optional Course
Contents
Literature
MAN-BCU332
6
UCM-DO, Bestuurskunde, English Studyguide
Ba 3
quarter 1
Written exam and assignment
English
Helderman, dr. J.K.
dr. J.K. Helderman
• Binnenlands Bestuur / National Governance (1st year Ba PA)
No
Good Governance seems to be a buzzword in national and
international politics, and also among researchers in Public
Administration. This leads to the following questions: Does Good
Governance have any specific and meaningful content in theory and
practice? Are problems like poverty, corruption or underdevelopment really tackled by Good Governance policies? This
course focuses on the agenda of international donors (e.g. OECD,
World Bank, EU) for fostering Good Governance in Europe and other
parts of the world and discusses the constitutional, political and
administrative implications of public reforms. The course addresses
normative and explanatory issues. Examples of the former are: What
is the meaning of Good and Bad Governance? Which (new) values
should guide governance and government today and in the future?
Should place and context be given consideration in answering these
questions? Examples of explanatory issues are: How can one enhance
Good Governance? Is Good Governance a precondition for policy
effectiveness, for instance in development?
Note: the formal course coordinator is Jan-Kees Helderman, but the
course is taught by Diana Iancu.
Mandatory reading:
• B.C. Smith, 2007 (Good Governance and development, New
York, Palgrave Macmillan)
• V. Rittberger et al., 2012 (International organization, 2nd ed.,
New York, Palgrave Macmillan)
• Additional electronic articles
59
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
Sociology for Public Administration
Course code
EC
Study programmes
Year
Period
Examination
Language
Course Coordinator
Lecturer
Prerequisites
Optional Course
Objectives
Contents
Literature
60
MAN-BCU333A
6
Bestuurskunde, English Studyguide
Ba 3
quarter 1
To pass this course your must participate in all eight workshops, and
your mark must be at least 5.5 on both your group presentation (40%
of your final mark) and your written exam (60% of your final mark).
English
Kruyen, dr. P.M.
dr. P.M. Kruyen
Knowledge of public administration helps, but is not mandatory.
Yes
After actively participating in this course, students within the field of
public administration are able to critically evaluate the functioning of
contemporary societies using their sociological imagination (WrightMills, 1959).
Sociologists assume that human behaviour depends on factors beyond
individual free will such as class position, peer pressure, and sociocultural trends. Using your sociological imagination means being able
to identify social causes and consequences of human problems (and
prosperity) using sociological concepts, theories, and ideas.
As a student of public administration you are expected to improve the
functioning of our society. Although you may already have numerous
ideas about how society should be organized, it is first of all
important that you understand why things are the way they are. Some
in-depth knowledge of sociology will surely help you to increase the
quality of your thoughts about contemporary societies.
By studying sociological texts, participating in lectures and
workshops, completing assignments, and writing a paper, you will
learn to
• Reproduce, explain, and reflect on major sociological concepts,
theories, and ideas of important sociologists relevant for public
administration;
• Apply these sociological concepts, theories, and ideas to identify
the social causes of human problems (and prosperity) and thus be
able to critically evaluate the functioning of contemporary
societies;
• Write your Bachelor's Thesis research-proposal.
• Dillon, M. (2014). Introduction to Sociological Theory: Theorists,
Concepts, and their Applicability to the Twenty-First Century
(2nd ed). Wiley.
• Giddens, A. & Sutton, P. W. (2010). Sociology: Introductory
BACHELOROPLEIDING BESTUURSKUNDE
•
readings (3rd ed). Cambridge, United Kingdom: Polity Press.
Additional material will be handed out in class.
61
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
European Governance
Course code
EC
Study programmes
Year
Period
Examination
Language
Course Coordinator
Lecturer
Prerequisites
Optional Course
Objectives
Contents
Literature
62
MAN-BCU336
6
Bestuurskunde, English Studyguide
Ba 3
quarter 2
Written exam and paper
English
Zwaan, dr. P.J.
dr. P.J. Zwaan
Introduction to Political Science or Public Administration
Yes
After successful completion of this course, you will:
• be able to describe and characterize the politico-administrative
system of the EU, using general concepts from comparative
public administration and comparative politics;
• be able to reproduce, explain and contrast the main theories on
the European integration process and day-to-day politics in the
EU;
• know the main EU institutional actors and be able to describe
their main tasks and responsibilities;
• know the various policy instruments the EU has at its disposal;
• understand how EU policy is made;
• be familiar with the main EU policy areas; and
• be familiar with the most important challenges the EU faces, and
be able to describe the various possible directions for its future
development.
The European Union is becoming a more and more important factor
for national, regional and local governments. It is increasingly
recognized that the EU level operates as an additional politicoadministrative tier that has a strong impact on domestic policies;
hardly any policy areas are unaffected in some way by EU policies.
At the same time, national governments continue to play an important
role when it comes to the development and the decision taking on EU
policies, the development of the EU in general and the
implementation of EU policies.
For students of Public Administration it is crucial to come to grips
with the EU. Central to this course are (a) the main institutional actors
and policy processes that structure the working and impact of the EU;
(b) the historical and future development of the EU; and (c) the
various theoretical approaches that allow us to understand and
interpret the functioning of the EU.
To be announced
BACHELOROPLEIDING BESTUURSKUNDE
Stage bestuurskunde
Cursuscode
EC
Opleidingen
Jaar
Periode
Tentamenvorm
Taal
Cursuscoördinator
Docent
Voorkennis
Keuzevak
Doelstellingen
Cursusbeschrijving
Literatuur
MAN-BPRO359b
12
Bestuurskunde
Ba 3
blokken 3 en 4
Situatie 1: Wanneer de stage gekoppeld is aan je bachelorthesis,
ontvangt je hetzelfde cijfer voor de thesis en de stage, mits de
stageverlener aangeeft dat de stage inderdaad is vervuld. Je ontvangt
hetzelfde cijfer voor beide onderdelen omdat de bachelorthesis in dit
geval immers de resultaten weergeeft van het onderzoek dat tijdens de
stage is uitgevoerd. Voor verdere aanwijzingen wordt verwezen naar
de informatie bij de bachelorthesis Bestuurskunde .
Situatie 2: Wanneer de stage losstaat van de bachelorthesis moet een
apart verslag worden geschreven waarin je reflecteert op de stage en
je jouw leerervaringen beschrijft. Het stageverslag bepaalt in dat
geval het cijfer voor de stage.
Nederlands
Kruyen, dr. P.M.
dr. P.M. Kruyen
Je mag met de bachelorstage in beginsel niet eerder starten dan nadat
je 120 ECTS van het bachelorprogramma hebt behaald.
Nee
In het tweede semester van het derde jaar bestaat de mogelijkheid
stage te lopen. Het doel van de bachelorstage is om studenten kennis
te laten maken met de praktijk van beleid, bestuur en/of organisatie
door korte tijd te participeren in voor de opleiding relevante
organisatie. Het is de bedoeling dat de student een onderzoeksstage
uitvoert, waarin hij/zij onderzoek uitvoert voor de stageverlener. Voor
de stage zijn 12 ECTS beschikbaar. Dit komt neer op 336, ofwel ruim
9 weken bij een fulltime aanstelling. Met het oog op een optimale
leerervaring kan de student er voor kiezen om langer stage te lopen.
Raadpleeg de handleiding "Bachelorstage & Bachelorthesis 20142015" voor meer informatie over het traject (te downloaden via de
Blackboardpagina van de Bachelorthesis Bestuurskunde).
N.v.t.
63
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
Beleidsimplementatie
Cursuscode
EC
Opleidingen
Jaar
Periode
Tentamenvorm
Taal
Cursuscoördinator
Docent
Voorkennis
Keuzevak
Doelstellingen
Cursusbeschrijving
Literatuur
64
MAN-BCU355
6
Bestuurskunde
Ba 3
Blok 2
Schriftelijk tentamen en groepswerkstuk
Nederlands
Helderman, dr. J.K.
dr. J.K. Helderman
Dit is een derdejaars vak van de bachelor bestuurskunde. Studenten
dienen het vak beleidscyclus (tweede jaars vak te hebben gevolgd).
Nee
Aan het eind van dit vak:
heeft de student kennis van de belangrijkste literatuur over
beleidsimplementatie;
kan hij of zij de implementatie van beleid in relatie brengen tot andere
fasen in de beleidscyclus;
begrijpt hij of zij de samenhang tussen implementatie, evaluatie en
beleidsleren;
kan hij of zij onderzoek doen naar condities, structuren en processen
van de implementatie van een beleid.
Het vak beleidsimplementatie handelt over de doorwerking van
beleid: beleid in uitvoering en de uitvoering van beleid. Op welke
wijze en in welke mate krijgt beleid daadwerkelijk beslag in de
alledaagse praktijk? Komen verwachtingen en veronderstellingen van
betrokken beleidsmakers en politici over oorzaak en effect, doel en
middel, en normen en waarden, ook daadwerkelijk uit? Welke
oorzaken zijn aan te wijzen voor beleidsfalen en het zogenaamde
implementatie gat? Het vak handelt niet alleen over het proces van
implementatie en de verschillende condities waaronder implementatie
plaats vindt, maar ook over wat de implementatie literatuur ons leert
over bestuur en beleid.
Wat is de relatie tussen beleidsimplementatie en beleidsevaluatie en
tussen implementatie, evaluatie en leren? Wat leert de
implementatiefase ons over beleidsprocessen? Heeft het onderscheid
tussen top-down en bottom-up in beleidsontwikkeling eigenlijk wel
zin? Implementatie en evaluatie hangen nauw met elkaar samen, en
zijn zeker geen sluitstuk van de beleidscyclus. Juist in de
implementatie van beleid wordt duidelijk hoe complex
maatschappelijke processen en structuren zijn en hoe moeilijk die met
beleid te beinvloeden zijn.
• Hupe, P.L. & Hill, M.J. (2014). Implementing Public Policy: An
Introduction to the Study Of Operational Governance (third,
revised, edition). London: Sage.
BACHELOROPLEIDING BESTUURSKUNDE
•
•
artikelen (electronische tijdschriften)
actueel beleidsrapport
65
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
Bachelorthesis bestuurskunde
Cursuscode
EC
Opleidingen
Jaar
Periode
Tentamenvorm
Taal
Cursuscoördinator
Docent
Voorkennis
Keuzevak
Doelstellingen
Cursusbeschrijving
Literatuur
MAN-BIM322A
12
Bestuurskunde
Ba 3
blokken 3 en 4
Bachelorthesis.
Nederlands
Kruyen, dr. P.M.
dr. P.M. Kruyen
Je mag met de bachelorthesis in beginsel niet eerder starten dan nadat
je 120 ECTS van het bachelorprogramma hebt behaald.
Nee
In de bachelorthesis stel je een voor de bestuurskunde relevant
vraagstuk aan de orde. Aan de hand van theoretische inzichten en
empirisch onderzoek beantwoord je dit vraagstuk. Na afronding van
de bachelorthesis ben je in staat om
• zelfstandig bestuurskundig relevant onderzoek uit te voeren; en
• helder, systematisch en nauwkeurig verslag te leggen van dit
onderzoek.
Raadpleeg de handleiding "Bachelorstage & Bachelorthesis 20142015" voor meer informatie over het traject (te downloaden via de
Blackboardpagina van de Bachelorthesis Bestuurskunde).
Literatuursuggesties ter ondersteuning voor het schrijven van een
bachelorthesis zijn te vinden in de handleiding "Bachelorstage &
Bachelorthesis 2014-2015".
Toelatingseisen bestuurskunde
Studenten met een bachelor in de bestuurskunde
Studenten met een afgeronde bacheloropleiding bestuurskunde kunnen direct in de
masteropleiding bestuurskunde instromen. Hierbij onderscheiden we twee groepen: HBOinstromers en WO-instromers.
HBO-instromers
Studenten met een afgeronde vierjarige HBO-opleiding (240 EC) dienen een pre-master
programma te volgen alvorens zij kunnen instromen in de master bestuurskunde. Het doel van
dit schakelprogramma is studenten een goede inhoudelijke voorbereiding op de
masteropleiding te bieden. De inhoud van dit programma is maatwerk; de inhoud wordt
vastgesteld door de examencommissie, afhankelijk van de voorkennis van de student.
Aanmelding voor de pre-master gaat via Studielink (zie: www.ru.nl/aanmelden), kies in
Studielink voor de Bachelor Bestuurskunde en dan "Aangepast Programma".
Toelating tot de pre-master kan alleen via een (gemotiveerd) schriftelijk verzoek aan de
66
BACHELOROPLEIDING BESTUURSKUNDE
Examencommissie Bestuurskunde, t.a.v. de secretaris, Postbus 9108, 6500 HK Nijmegen.
Stuur mee: een kort CV; een kopie van je HBO-diploma en cijferlijst. De selectie voor
toelating wordt mede bepaald door het gemiddelde cijfer in de laatste twee jaren van het HBO
( bijv. ruim boven een 7 gemiddeld).
De pre-master is een zeer intensief studieprogramma van maximaal 60 EC. Als instromer
schuif je aan bij het reguliere onderwijs. Dat betekent dat je cursussen volgt uit verschillende
jaargangen van de bacheloropleiding bestuurskunde. Het ene moment zit je dus bij eerstejaars
studenten in de collegebanken voor een hoorcollege; het andere moment werk je met een
tweedejaars student aan een opdracht of project.
Na succesvolle en volledige afronding van de pre-master word je toegelaten tot de
masteropleiding bestuurskunde. Let op: de masteropleiding kent maar één instroommoment
per jaar: september. Het is dus van belang om het programma tijdig af te ronden, om te
voorkomen dat je een jaar moet wachten.
Neem voor meer informatie over de pre-master voor HBO-instromers contact op met de
studieadviseur.
WO-instromers
Studenten met een BA of MA van een andere opleiding dan bestuurskunde dienen veelal ook
een pre-master programma te volgen. De precieze inhoud van dit programma is afhankelijk
van de vooropleiding. Kandidaten met een afgeronde universitaire studie (drs. of master) in
een van de studierichtingen die nauw verbonden zijn aan de bestuurskunde kunnen zonder
nadere instroomvereisten deelnemen aan de masteropleiding bestuurskunde in Nijmegen.
Voor aanmelding en toelating zie hierboven. Na succesvolle en volledige afronding van de
pre-master word je toegelaten tot de masteropleiding bestuurskunde.
Neem voor meer informatie over de premaster voor WO-instromers contact op met de
studieadviseur.
Wanneer instromen?
Instromen in pre-master kan eens per jaar, te weten in september. Bij succesvolle afronding
van het programma ontvang je een certificaat waarmee je kunt instromen in de
masteropleiding bestuurskunde in Nijmegen. Let op: je ontvangt in dat geval geen
bachelordiploma!
67
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
3 Minors en keuzevakken bestuurskunde
Wat is een minor?
De bacheloropleiding bestuurskunde kent een major-minor structuur. Dat wil zeggen dat de
studie bestaat uit een hoofdvak (een major) bestuurskunde en uit een vrije ruimte die je kunt
invullen met een minor. Een minor is een samenhangend pakket van cursussen dat je volgt bij
een andere opleiding. Met een minor kun je je specialiseren in een ander vakgebied. Soms is
een minor een ingangseis voor een specifieke masteropleiding. De keuzeruimte bij de
bacheloropleiding bestuurskunde omvat 24 EC. De opleiding die de minor aanbiedt, bepaalt
echter het aantal EC dat de minor die zij aanbiedt waard is. Het kan daarom voorkomen dat
andere opleidingen minors aanbieden die kleiner zijn dan 24 EC. In dat geval zal naast de
minor nog een keuzevak moeten worden gevolgd, om de keuzeruimte aan te vullen tot ten
minste 24 EC. De opleiding die de minor aanbiedt, verstrekt doorgaans een certificaat van de
minor. Het is raadzaam vooraf contact op te nemen met de studieadviseur van de opleiding
die de minor aanbiedt. Deze kan meer informatie verstrekken over de voorwaarden van het
volgen van de minor.
Keuzevakken en minors voor bestuurskundestudenten
Doel
Doel van keuzevakken en minoren in curriculum voor bestuurskunde studenten:
• verbreding en tegelijk specialisatiemogelijkheid
• kennismaking met een universitaire opleiding buiten de eigen opleiding; dit kan zijn
buiten de faculteit, buiten Nijmegen en zelfs buiten Nederland
• een netwerk opbouwen met wetenschappers en studenten van andere universiteiten in
Nederland en het buitenland
• voorbereiding op een specifieke masteropleiding.
Vanwege de vele veranderingen in opleidingen is het verstandig om correcte informatie over
minoren en keuzevakken op zoeken in de studiegidsen van de gewenste studierichting en/of
bij de studieadviseurs van de gewenste studierichting na te vragen of de minor/keuzevak ook
dit studiejaar wordt aangeboden.
Informatie
• Drs. N. Vermeulen, studieadviseur voor Bestuurskunde ([email protected]), kamer
TvA 3.0.48, T: (024) 361 30 68.
• International Mobility Office FdM
• Studieadviseur van de opleidingen die een minor aanbieden.
68
MINORS EN KEUZEVAKKEN BESTUURSKUNDE
Keuzevakken en minors bestuurskunde voor studenten van
andere opleidingen
Keuzevakken
Alle vakken uit het eerste jaar van de bacheloropleiding bestuurskunde zijn als keuzevak te
volgen. Voor vakken uit het tweede en derde jaar wordt aanbevolen eerst het vak Kernthema's
van de bestuurskunde, dan wel het vak Binnenlands bestuur uit het eerste jaar te volgen.
Keuzevakken en overig aanbod
Keuzevakken faculteit Managementwetenschappen
Bedrijfsethiek
Cursuscode
EC
Opleidingen
Jaar
Periode
Tentamenvorm
Taal
Cursuscoördinator
Docent
Voorkennis
Keuzevak
Doelstellingen
Cursusbeschrijving
MAN-BKV05
6
UCM-DO, Bedrijfskunde, Bestuurskunde, Economie en
Bedrijfseconomie, GPM, Politicologie
KV
blokken 3 en 4
Tentaminering: drie kleinere schrijfopdrachten; presentatie van een
artikel; schriftelijk tentamen met open vragen.
Nederlands
Houwen, dr. T.
dr. T. Houwen
Geen.
Ja
• Je kunt de complexe rol die ethiek speelt in beslissingen op de
bedrijfswerkvloer benoemen en in verband brengen met actuele
cases
• Je bent in staat de voornaamste ethische theorieën te beschrijven
en toe te passen op morele dilemma's in bedrijven
• Je bent in staat om de morele problemen in een bedrijfscontext te
herkennen, benoemen en argumentatief bespreken.
Ook in tijden van economische crisis spreken we bedrijven erop aan
of ze ethisch verantwoord handelen. Wat betekent dit voor
ondernemingen? Wat moet een onderneming doen die ontdekt dat
haar leveranciers in de wereld gebruik maken van kinderarbeid? Is
Shell verantwoordelijk voor het welzijn van de Ogoni in Nigeria?
Wat moeten zakenmensen doen wanneer ze in het buitenland
geconfronteerd wordt met waarden en normen die anders zijn dan ze
gewend zijn? Welke argumenten moeten uiteindelijk tegen elkaar
worden afgewogen om tot een moreel juiste beslissing te komen? In
deze cursus onderzoeken we wat er in bedrijven gebeurt als ze daar
serieus mee aan de slag gaan. Wat is de rol van ethiek binnen de
69
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
harde economische praktijk? Dikwijls staat ethisch goed handelen
ronduit op gespannen voet met waar het in het bedrijfsleven primair
om gaat: geld verdienen. Anderzijds kunnen bestuurders vaak niet
heen om ethische overwegingen. Dit blijkt ook (binnen de populaire
managementliteratuur) veel voorkomende begrippen als 'integriteit',
'duurzaamheid', 'maatschappelijk verantwoord ondernemen' en
'authentiek leiderschap'. Wat bedoelen we eigenlijk wanneer we deze
begrippen gebruiken? In een kritische dialoog met de praktijk krijgen
deze begrippen een invulling en worden verschillende perspectieven
geschetst op bedrijfsethische vraagstukken.
Het programma van de cursus ziet er als volgt uit:
(1) In deze cursus wordt, na inleidende colleges over de spanningen
in het begrip 'bedrijfsethiek', de drie belangrijkste ethische theorieën
behandeld: gevolgenethiek (Mill), plichtsethiek (Kant), en
deugdethiek (Aristoteles). Deze theorieën verschaffen het handelen
een oriëntatie en stellen mensen in staat om hun ethische beslissingen
te verantwoorden. De relevantie van deze theorieën voor de
bedrijfspraktijk zal duidelijk worden gemaakt, en er zal veel worden
geoefend met de toepassing ervan op actuele casussen.
(2) Naast deze theorieën, komen er achtereenvolgens meer specifieke
thema's aan bod waaronder 'integriteit', 'verantwoordelijkheid',
duurzaamheid, globalisering en reclame-ethiek.
Om de bedrijfsethiek zo concreet mogelijk te maken, zullen enkele
mensen die werkzaam zijn in het bedrijfsleven een gastcollege
verzorgen over de manier waarop zij in hun werk en organisatie
bedrijfsethiek praktisch vormgeven.
Literatuur
70
•
De reader 'Bedrijfsethiek' en enkele artikelen die op Blackboard
zullen worden geplaatst.
MINORS EN KEUZEVAKKEN BESTUURSKUNDE
Gender in organisaties
Cursuscode
EC
Opleidingen
Jaar
Periode
Tentamenvorm
Taal
Cursuscoördinator
Docenten
Voorkennis
Keuzevak
Doelstellingen
Cursusbeschrijving
MAN-BKV07A
6
UCM-DO, Genderstudies, Bedrijfskunde, Bestuurskunde, Economie
en Bedrijfseconomie, GPM, Politicologie
KV
Blok 2
Schriftelijk tentamen en opdrachten.
Nederlands
Benschop, prof. dr. Y.W.M.
prof. dr. Y.W.M. Benschop, prof. dr. Y.W.M. Benschop
Geen.
Ja
Kennis
Na afloop van de cursus hebt u kennis van de basisbegrippen,
theorieën en debatten op het terrein van gender, arbeid en organisatie.
Tevens kunt u een analyse maken van de organisatieprocessen
waardoor het genderonderscheid ge(re)produceerd wordt.
Toepassing
Ook kunt u verschillende verschijningsvormen van genderonderscheid in de dagelijkse praktijk van organisaties herkennen en
analyseren.
U kunt de veronderstellingen over gender herkennen in personeelsmanagement en HRM en u kunt deze veronderstellingen op hun merites
beoordelen.
Reflectie
U bent in staat vanuit verschillende theoretische benaderingen te
reflecteren op de werking van gender in organisaties. U kunt
inzichten uit verschillende theoretische benaderingen combineren en
confronteren
Deze cursus biedt een overzicht van de grondbegrippen en debatten
op het terrein van gender in organisaties. Dit onderzoeksterrein
bevindt zich op het kruispunt van organisatiestudies en genderstudies.
Vanuit organisatiestudies worden de posities van mannen en vrouwen
en de gendered arbeidsverdeling doorgaans te weinig belicht. In deze
cursus zullen we aan de hand van een combinatie van inzichten en
concepten uit genderstudies en organisatiestudies inzicht verkrijgen in
de dynamiek van het genderonderscheid, zoals dat in
arbeidsorganisaties vorm krijgt. Daarbij wordt een kritische
benadering gebruikt om tot een reconstructie te komen van de
verschijningsvormen en betekenissen van gender in organisaties. De
cursus biedt een analysekader om de complexe processen die ten
grondslag liggen aan de (re)productie van het genderonderscheid in
organisaties in kaart te brengen. De wijze waarop de structuur en
cultuur van de organisatie en de wijze waarop organisatieleden met
71
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
Literatuur
72
elkaar omgaan en zichzelf en anderen identificeren elkaar wederzijds
beïnvloeden staat daarbij centraal. Aandacht wordt besteed aan het
identificeren van verschillende verschijningsvormen van het
genderonderscheid, aan de betekenis ervan voor de
organisatiepraktijk en aan de organisatieprocessen die het
(re)produceren. Belangrijke thema's daarbij zijn bijvoorbeeld worklife balance, gender en leiderschap, en intersectionaliteit. Er wordt
een relatie gelegd tussen gender in organisaties en de rol van het
personeelsmanagement aan de hand van een alternatief model voor
personeelsmanagement, dat expliciet de aandacht vestigt op
genderprocessen en -verhoudingen in organisaties.
• Tekstenbundel Gender in organisaties
• Boek: Alvesson, M. & Due Billing, Y. (2009) Understanding
gender and organizations. 2nd ed. London: Sage.
MINORS EN KEUZEVAKKEN BESTUURSKUNDE
United Nations and Multilateral Diplomacy: Theory and Practice
Course code
EC
Study programmes
Year
Period
Language
Course Coordinator
Lecturer
Prerequisites
Optional Course
Objectives
MAN-BKV49
10
UCM-DO, Bedrijfskunde, Bestuurskunde, Economie en
Bedrijfseconomie, GPM, Politicologie
KV
quarter 1,2 and 3
English
Verbeek, prof. dr. J.A.
prof. dr. J.A. Verbeek
none
Yes
• To provide a safe learning environment for all participants in
which they can develop and optimize their knowledge and skills
relevant to multilateral diplomacy.
• To promote awareness of international affairs by offering a
balanced, nuanced and holistic perspective.
• To promote societal engagement by providing a framework for
discussion and debate on international issues.
• To apply theoretical insights from International Economics,
International Law and International Relations to the practice of
multilateral diplomacy
Upon completion of the course, participants will have
• acquired sound knowledge of the United Nations, including its
establishment, organs, activities, as well as the behaviour of its
member states.
• acquired sound knowledge of the relevant academic fields by
studying how the UN operates, in particular regarding
international politics, international economics, international law
and development studies.
• developed expert knowledge of specific international policy
issues to be discussed during HNMUN in their respective
committees.
• acquired the ability to speak confidently and persuasively in
public. Students will be able to use their body and voice
persuasively, be able to present issues in a clear, structured, and
concise way and deliver speeches in a rhetorically skilful manner.
• developed the ability to debate at a high conceptual level at all
times. Participants should be able to analyse arguments carefully,
be able to respond effectively to opponents' arguments, and be
able to frame debates to their advantage.
• acquired negotiation and lobbying skills that enable them to
communicate effectively and function cooperatively in order to
find constructive solutions to a variety of complex issues. In
73
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
Contents
Literature
74
addition, they will be able to interpret such outcomes from the
perspectives of the relevant academic disciplines.
• acquired the ability to reflect critically on their own performance
and that of others by knowing how to deliver and receive
constructive feedback.
• acquired the ability to cooperate effectively with other
participants in the course.
The course has been designed with a specific vision in mind. The
United Netherlands (an internationally-oriented, student-run
organization) was established by students to create an opportunity to
combine theory and practice concerning international affairs. The
course is essentially a derivative, logical result of this ambition. The
course is also the logical result of the Mission Statement of United
Netherlands. Hence, the course aims to combine scholarly knowledge
with personal growth and serves as a means to meet the goal of
creating 'a platform where talented, motivated and ambitious young
people challenge each other to develop their full potential as global
citizens'. Thus, the course integrates academic knowledge and
negotiating skills; it facilitates and encourages the academic
development of participants in international relations and multilateral
diplomacy. Specific attributes that will be addressed during the course
are the ability to reflect upon one's own performance and that of
others; the development of a critical approach to international affairs,
and problem-solving skills to find solutions for delicate global
challenges.
Please note: the maximum number of participants is 34. Selection is
based in part on an interview.
Required reading: reading materials are provided by the guest
lecturers.
MINORS EN KEUZEVAKKEN BESTUURSKUNDE
Politiek, macht en gender
Cursuscode
EC
Opleidingen
Jaar
Periode
Tentamenvorm
Taal
Cursuscoördinator
Docenten
Voorkennis
Keuzevak
Doelstellingen
Cursusbeschrijving
Literatuur
MAN-BKV41
6
UCM-DO, Genderstudies, Bedrijfskunde, Bestuurskunde, Economie
en Bedrijfseconomie, GPM, Politicologie
KV
Blok 2
Deelname, opdracht en tentamen.
Nederlands
Haar, dr. M. van der
prof. dr. M.M.T. Verloo, dr. M. van der Haar
Geen.
Ja
Deelnemers zijn na de cursus in staat actuele discussies over politiek
te begrijpen vanuit een gender-perspectief. Zij zijn in staat
maatschappelijke verschijnselen vanuit theoretische perspectieven te
bestuderen en hier op een analytische manier over te reflecteren.
Deze cursus gaat over de relatie tussen gender en macht. We
bespreken actueel onderzoek naar politieke vraagstukken vanuit een
gender-perspectief en bestuderen bestaande machtsverhoudingen en
structurele ongelijkheid aan de hand van recente gebeurtenissen in de
wereld. We plaatsen dit tegen de achtergrond van enerzijds de
geschiedenis van de emancipatie van vrouwen en de specifieke rol
van feministische bewegingen daarbinnen en anderzijds verschillende
feministische theorieën. De cursus besteedt ondermeer aandacht aan
de rol van gender in politieke vertegenwoordiging, burgerschap,
identiteitspolitiek, intersectionaliteit en de constructie/reproductie van
genderverhoudingen in beleid.
Boek: Holmes, Mary, (2008) 2007 What is gender? Sociological
approaches, Sage, London/Thousand Oaks.
Reader met artikelen en hoofdstukken
75
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
Business English
Course code
EC
Study programmes
Year
Period
Examination
Language
Course Coordinator
Lecturer
Prerequisites
Optional Course
Objectives
Contents
76
MAN-IBK2001A
6
Bedrijfskunde, Bestuurskunde, Economie en Bedrijfseconomie,
English Studyguide, GPM, Politicologie
KV
quarter 3 en 4
Full attendance and active participation, homework and classwork
(written assignments bundled in a portfolio such as letters and reports,
the self-evaluation of presentations delivered in pairs and feedback
forms) and a passed examination (BEC Higher) at the end of the
course which includes all four skills - reading, writing, listening and
speaking. The speaking test is done in pairs and the result is averaged
with the grade obtained from the pair presentation. Listening is tested
separately and there are opportunities to practice independently in
advance of the exam in the Visa Skills Lab under supervision of the
lecturer.
English
Mellion-Doorewaard, drs. M.J.
drs. M.J. Mellion-Doorewaard
Students should have had several years of instruction in English as a
second language, so that they have will have reached at least the
Business English Vantage proficiency level 3, defined as B2
according to the ALTE (Association of Language Testers in Europe).
The Council of Europe has established these levels within the
Common European Framework. During the introductory session, the
Oxford English Online Placement Test will be administered in order
to determine the student's language proficiency in English and the
class will be divided into two levels, Advanced and UpperIntermediate, according to the results obtained.
Due to the popularity of the course, the lecturer requires that you
submit a letter stating your motivation for enrolling. Based on this
letter, a selection will be made from the students who have applied.
Yes
At the end of the course, students should be able to:
• communicate in English within an organizational context
• apply the knowledge to their own field of study
• use business terminology when writing in English
• benefit from an increased cultural awareness when doing business
abroad and in the Netherlands
• pass the Business English Cambridge Higher exam.
This course aims to help students develop their international
communication skills thus improving both their speaking and writing
skills in English. This, in turn, will help them to function more
MINORS EN KEUZEVAKKEN BESTUURSKUNDE
Literature
effectively in business situations during their future careers. After
having taken the course, their writing skills will have been polished to
such an extent that good, clear and to-the-point business documents in
English will be the result. In addition, students can gain more insight
into the phenomenon of cross-cultural diversity in international
business, namely, the role of English as a lingua franca used in
conducting meetings and negotiations. During the course, students
will be required to complete various assignments that serve to
reinforce their English language skills, such as giving a presentation
or writing a proposal. The written assignments will be placed in a
portfolio to reflect the progress made during the course in this area;
an error analysis will be included for each assignment. The course
also focuses on developing the skills used for writing letters with a
particular emphasis on implementing correct style, structure and
coherence in business English. Business English is especially useful
for those students who are unacquainted with the world of business,
and who feel that they need to raise their level of proficiency in
English for specific purposes. Special emphasis will be placed on
speaking, such as giving an individual presentation or conducting
business negotiations in the form of role plays and simulations. We
use a course book so that students can train for the Cambridge
Business English Higher (BEC) examination if they choose. This
level is comparable to the Cambridge Advanced English (CAE)
certificate. The costs of the BEC Higher (BEC) must be paid by the
students, but the lecturer will advise only those students who are
likely to pass this exam to register, so that they can obtain this
prestigious certificate.
The number of places open to international students is restricted due
to limited capacity. Each academic year, 10 places are available for
students from outside the Netherlands. A selection will be made
based on a letter of motivation from each student, and an attempt will
be made to achieve a fair distribution of nationalities. This letter
should be sent to the course instructor well in advance of the course,
preferably before the Christmas break.
Student's book published by Cambridge Univ. Press Business
Benchmark Advanced, (BEC Higher Edition, ISBN 13:
9780521672955) by Guy Brook-Hart and personal study guide which
is optional (ISBN 13: 9780521672979). Hand-outs from the lecturer
and the BBC Learning English website will also be used. Useful links
will be placed on Blackboard.
77
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
Innovatiemanagement
Cursuscode
EC
Opleidingen
Jaar
Periode
Tentamenvorm
Taal
Cursuscoördinator
Docenten
Voorkennis
Keuzevak
Doelstellingen
Cursusbeschrijving
Literatuur
78
MAN-BKV39
6
Informatica en Informatiekunde, Bedrijfskunde, Bestuurskunde,
Economie en Bedrijfseconomie, GPM, Politicologie
KV
blokken 3 en 4
Schriftelijk tentamen en werkstuk
Nederlands
Kok, dr. R.A.W.
dr. ir. L.J. Lekkerkerk, dr. R.A.W. Kok
Het vak is gericht op tweede en derde jaars bachelorstudenten van de
faculteit managementwetenschappen, maar de vereiste voorkennis is
beperkt en studenten van andere studierichtingen en faculteiten zijn
dan ook welkom.
Ja
Verwerven van kennis van de belangrijkste concepten en theorieen
met betrekking tot innovatiemanagement
Toepassing van deze kennis in de analyse van innovatieproblemen
van concrete organisaties
Reflectie op de betekenis van innovatie voor bedrijven en
samenleving
Het vak innovatiemanagement is een keuzevak voor
bachelorstudenten. Innovatie is altijd een belangrijk element geweest
in de dynamiek van kapitalistische economieen, maar pas in de
afgelopen decennia is het ook onderwerp van systematisch
management geworden. Dat komt omdat innovatie in een
globaliserende economie juist voor bedrijven in rijke, ontwikkelde
landen een voorwaarde is om te overleven. Innovatiemanagement
richt zich op innovatiestrategieen en de organisatie van Onderzoek en
Ontwikkeling in bedrijven; de bevordering van creativiteit; de
organisatie van de besluitvorming ten aanzien van nieuwe producten
en diensten; samenwerking in multidisciplinaire teams;
alliantievorming tussen bedrijven, research instellingen, universiteiten
en overheden; de rol van het innovatiebeleid van de overheid en
verwante thema's. Aan de orde komen de verschillen en
overeenkomsten tussen innovatie in diensten en in de industrie; en
tussen grote en kleine ondernemingen.
Een praktijkopdracht in samenwerking met het bedrijfsleven maakte
afgelopen jaren onderdeel uit van de cursus.
Nog nader te bepalen
MINORS EN KEUZEVAKKEN BESTUURSKUNDE
International Management
Course code
EC
Study programmes
Year
Period
Specialization
Examination
Language
Course Coordinator
Lecturer
Prerequisites
Optional Course
Objectives
Contents
Literature
MAN-BKV47
6
Bedrijfskunde, Bestuurskunde, Economie en Bedrijfseconomie,
English Studyguide, GPM, Politicologie
Ba 2
quarter 3
IEB
Written exam + case analysis
English
Furrer, dr. O.F.G.
dr. A.U. Saka-Helmhout
Introductory Strategy Course
No
The module offers students a thorough review and analysis of the
latest research on international management by taking a strategic
perspective. It examines comparative management issues, revealing
the strengths and weaknesses of competitors and how to adapt
organizational practices. It also covers the key topics of formation
and implementation of strategies in the global environment, the
building of strategic alliances, cross-cultural communication, and
international human resource management. In addition, the module
encourages an appreciation of how societal institutions play an
important role in any multinational operation.
In an ever-broadening set of interdependent relationships among
countries, the need to recognize the opportunities and restrictions
presented by various world markets has gained significance. This
module is designed to impart students with the analytical skills to
i) understand the challenges and issues related to the management of
multinational enterprises (MNEs),
ii) analyse the ways in which MNEs can respond to these challenges
on the basis of external opportunities and internal capabilities, and
iii) understand the implications of these responses for performance.
The module is designed with the rationale in mind that you as
managers will be expected to analyse business environments in
various countries to attain firm success.
On successful completion of this module, students will:
i) be able to undertake country analysis,
ii) have an understanding of the main international business theories,
iii) be able to make informed investment decisions in specific
industries.
• Cullen, J. B. and Parboteeah, K. P. (2014). Multinational
Management: A Strategic Approach, 6th edition. Cengage
Learning.
79
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
Duurzaam ondernemen
Cursuscode
EC
Opleidingen
Jaar
Periode
Tentamenvorm
Taal
Cursuscoördinator
Docenten
Voorkennis
Keuzevak
Doelstellingen
Cursusbeschrijving
80
MAN-BKV55
6
Informatica en Informatiekunde, Biologie, ISIS, UCM-DO,
Bedrijfskunde, Bestuurskunde, Economie en Bedrijfseconomie,
GPM, Politicologie
KV
Blok 1
Werkstuk en opdrachten
Nederlands
Jonker, prof. dr. J.
prof. dr. J. Jonker, dr. H.C. de Coninck
Dit keuzevak is zonder voorkennis voor alle studenten van de
Radboud Universiteit toegankelijk.
Ja
Na afloop van deze cursus heeft de student(e):
Een overzicht van verschillende stromingen m.b.t. duurzaam (DO) en
maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO),
Inzicht gekregen in meerdere (kern)begrippen en dilemma's;
Enig zicht gekregen hoe mensen in de praktijk met DO en MVO in
hun werk omgaan;
Vaardigheden opgedaan in het samenwerken met mensen met een
andere opleidingsachtergrond.
Gaandeweg je eigen visie op de debatten over DO en MVO
ontwikkeld;
De leerstof toegepast op verschillende individuele en collectieve
opdrachten;
Wie heeft het tegenwoordig niet over 'Duurzaam Ondernemen'? Dit
vak, opgezet in samenwerking tussen de Faculteiten
Managementwetenschappen, Natuurwetenschappen, Wiskunde en
Informatica, praat je helemaal bij en leert je kritisch te kijken naar de
actuele debatten op dit terrein. Je leert de theoretische en praktische
kanten van duurzaam ondernemen kennen en welke begrippen en
dilemma's daar bij horen. Zowel de technische, sociale alsook de
organisatorische aspecten komen aan bod. Je gaat nadrukkelijk ook
zelf aan de slag met individuele en collectieve opdrachten die gelden
als het TT'en. Er komen gastsprekers, er zijn workshops en je maakt
in kleine groepen een eindpresentatie. Zo leer je ook nog
samenwerken met mensen die je vaak nog niet eerder had ontmoet.
Kortom een boeiend en relevant keuzevak.
Het vak bestaat uit de volgende onderdelen: (a) een serie
hoorcolleges; (b) een serie workshops over thema's (c) een aantal
beknopte individuele en één collectieve opdracht. Het vak wordt
gestructureerd aan de hand van zeven hoorcolleges op de woensdag.
MINORS EN KEUZEVAKKEN BESTUURSKUNDE
Literatuur
Op de aansluitende donderdag zijn er zeven workshops waarin je als
student flink aan het werk gezet wordt. Deelname aan beide
onderdelen is verplicht. Het vak wordt getentamineerd aan de hand
van de verschillende opdrachten. Hieronder worden de onderdelen
kort beschreven.
Vanwege de belangstelling heeft dit vak een numerus fixus. Er zijn
maximaal 60 plaatsen.
Colleges
De zeven colleges met een omvang van 2 x 45 minuten (vaak zonder
pauze!) worden gegeven door docenten van de RU en sprekers van
buiten de universiteit uit de politiek, wetenschap en het bedrijfsleven.
Na elk college kunnen de studenten vragen stellen. Deze colleges zijn
ook voor andere belangstellenden toegankelijk.
Workshops
Naast de zeven hoorcolleges op de woensdag worden er zeven
workshops gegeven van een dagdeel (3 x een college uur) op
donderdag. Deze worden gegeven over specifieke thema's zoals het
ontwikkelen van nieuwe business modellen, samenwerken in
netwerken met het oog op duurzaamheid en transitiemanagement.
Deze workshops zijn alleen toegankelijk voor studenten die
ingeschreven staan voor het vak! Onderstaand programma is
voorlopig; het kan dus nog veranderen.
Colleges starten op woensdag 3 september om 15:45 hrs. Workshops
starten op donderdag 4 september om 13:45 hrs. Exacte programma
en zalen worden op een later tijdstip bekent gemaakt.
Per hoor- c.q werkcollege worden artikelen samen met opdrachten
aangereikt.
Jonker, J. (2011). Inleiding in maatschappelijk verantwoord en
duurzaam ondernemen.
Chronologisch overzicht & Verklarende woordenlijst, Deventer :
Kluwer, ISBN 9789013086072
81
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
Changes in World Politics: The Rise of the BRIC Countries
Course code
EC
Study programmes
Period
Examination
Language
Course Coordinator
Lecturer
Prerequisites
Optional Course
Objectives
Contents
82
MAN-MKV11
6
Bedrijfskunde, Bestuurskunde, Economie en Bedrijfseconomie,
English Studyguide, GPM, Politicologie
quarter 3
Case study (3,500 words)
English
Eimer, dr. T.R.
dr. T.R. Eimer
Basic knowledge of international relations theory and international
political economy
No
• Develop knowledge of change in the international political
system
• Develop knowledge of the relationship between politics
(domestic and international) and economics (domestic and
international)
• Develop knowledge of the relationship between domestic and
international/global politics
• Develop knowledge of international relations, international
political economy, and postcolonial theory
• Develop ability to apply notions from IR and GPE theory to the
behaviour of BRIC countries in the international political system
"Dreaming with BRICs" - the famous Goldman Sachs report from
2003 has inspired scholars in international relations and global
political economy to muse about the emergence of new power houses
in the (imagined) Global South. Debates have arisen whether we are
observing a new development paradigm in the making that will
eventually challenge the world order as we know it today.
In this course, we will address the BRIC phenomenon from several
perspectives. We will try to find potential reasons for the rise of
BRICs during the last decade, we will compare the policies of various
BRIC countries, and we will discuss what their ascent means for the
future of global politics. To gain insight into the potentials and
challenges of BRICs, the course focuses on four broadly defined issue
areas: security & defence, human rights & democracy, economy &
development, and welfare & environment. Within these issue areas,
the course addresses the role of national governments and
bureaucracies, political parties, corporate actors, civil society
organizations, and indigenous communities as well as the impact of
and for transnational and international actors. Throughout the course,
we will use IR and IPE theories as well as postcolonial and critical
MINORS EN KEUZEVAKKEN BESTUURSKUNDE
Literature
approaches in order to explain the making and shaping of BRICs.
A reading list can be found on Blackboard.
83
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
Economics and Sustainable Development
Course code
EC
Study programmes
Period
Examination
Language
Course Coordinator
Lecturer
Prerequisites
Optional Course
Objectives
Contents
84
MAN-BKV17
6
UCM-DO, Bedrijfskunde, Bestuurskunde, Economie en
Bedrijfseconomie, English Studyguide, GPM, Politicologie
quarter 3
Written exam
English
Delsen, dr. L.W.M.
dr. L.W.M. Delsen
No requirements; BA elective course.
Yes
• To examine the interaction between the economy and the
environment
• Students develop a clear understanding of the principles and
applications of environmental and ecological economics
• Students are familiar with the limitation on policy-making to
achieve sustainable development
• To analyse the role of business and possible strategies for
achieving future sustainability
• Students are able to identify appropriate instruments to achieve
sustainable development
• Students are able to define GDP and explain some alternative
ways to value natural resources and to measure social progress
Environmental problems are increasingly being subjected to
economic analysis. In this course, the relationship between economic
growth, sustainable development, the environment and the economic
sciences is central. The course outlines the differences between
neoclassical environmental economics and ecological economics; it
reviews the policy implications of the various concepts and
definitions of sustainability that are applied. Are environmental
problems just market failures that can be corrected, so that these
externalities are internalized and the actual market prices mirror
relative scarcity? In the course attention is paid to the effectiveness
and efficiency of trading emission rights and CO2 compensation and
to the monetary economic valuation of ecosystem services and
biodiversity. Also, the effectiveness of government regulation and
policy and self-regulation is addressed.
Sustainable development goes beyond economics. The course is
multidisciplinary. Apart from economics it includes concepts from
the natural and social sciences and public policy. The course explores
how to make our economies, regions and our cities more sustainable
and how to work towards a more sustainable global society. Solutions
MINORS EN KEUZEVAKKEN BESTUURSKUNDE
Literature
integrate economic, environmental and social considerations.
This course provides a broad approach to the many crucial issues
related to ecosystems, biodiversity and sustainable development such
as economic and population growth, consumerism, resource use,
technology, innovation and environmental protection. An important
condition for a sustainable economy and society is a properly
functioning banking system. What role can sustainable investing by
pension funds play? Gross Domestic Product (GDP) is unsuitable as a
measure of sustainability and well-being or happiness. The course
looks into alternative measures for progress. By connecting theory
and practice the course will help students to learn how they can make
a difference.
Reader with textbook excerpts and journal articles.
85
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
World War One: Transformations and Revolutions
Course code
EC
Study programmes
Period
Examination
Language
Course Coordinator
Lecturer
Prerequisites
Optional Course
Objectives
Contents
Literature
86
MAN-BKV56
6
GPM, Economie en Bedrijfseconomie, Bedrijfskunde,
Bestuurskunde, Politicologie, English Studyguide
quarter 1 en 2
Assignments; written exam
English
Verbeek, prof. dr. J.A.
prof. dr. J.A. Verbeek
Students must have been admitted to the second year of their
individual Bachelor's programme.
Yes
1. Study the causes and consequences of the First World War
2. Become familiar with theories from International Relations and
Comparative Politics regarding the subject
3. Become familiar with the historical debate surrounding causes and
consequences First World War
4. Conduct a small analysis of a well-defined problem related to the
theme of the course
5. Present and defend this analysis in front of an audience
In this course students will study the causes and consequences of the
First World War. The year 2014 marks the 100th anniversary of the
outbreak of what is still known in some countries as the Great War.
The First World War is a historical event that triggered major
theoretical developments in political science and international
relations: For international relations it ushered in the major debate
between Idealists and Realists and was the major reason for
establishing the study of international politics. For comparative
political scientists it contributed to our understanding of revolutions
and to the study of democracy, authoritarianism and totalitarianism.
In this course students will become familiar with various theoretical
perspectives on the outbreak of the First World War and the
consequences it had for international politics afterwards. They will
also acquire insight into the domestic social and political
consequences of war (e.g. universal suffrage, revolution, social
reform, civil war). The course will focus on developments not only in
Europe, but also in Asia, Africa, Australasia and North America. The
course will consist of a series of lectures from experts from the
departments of American Studies, History and Political Science.
Students will present their own research during several conference
days.
to be announced
MINORS EN KEUZEVAKKEN BESTUURSKUNDE
Cursusbeschrijvingen CICAM
Introduction to Conflict Analysis & Management
Course code
EC
Study programmes
Year
Period
Examination
Language
Course Coordinator
Lecturer
Prerequisites
Optional Course
Contents
Literature
MAN-CI26
6
Bedrijfskunde, Bestuurskunde, Economie en Bedrijfseconomie,
English Studyguide, GPM, Politicologie
KV
quarter 3
Written exam
English
Vukovic, dr. S.
dr. S. Vukovic
Due to the multidisciplinary character of conflict studies, the course is
open to all students interested in conflict analysis and management
(e.g. students in Political Science, International Relations, Law,
History, Geography, Environmental Studies, Middle-East Studies,
Mediterranean Studies, Anthropology, Development Studies, Public
Administration, Sociology, Philosophy and Economy).
Yes
Conflict analysis and management are prominent features of
international politics. The world has been confronted with many
violent conflicts in recent years, such as those in the former
Yugoslavia, Rwanda, Congo, Afghanistan and Iraq. Each of these
conflicts is the result of a variety of mutually influencing causes.
After the fall of the Berlin Wall in 1989, and again following
September 11, 2001, the scope and character of efforts to deal with
these inter-state and intra-state conflicts have undergone significant
changes. Various intervention strategies have been applied, both
military and non-military. There is much heated debate about both the
nature of present-day violent conflicts and the best ways to respond to
them. This course aims to provide an introduction to the field of
conflict studies and its main academic debates. It aims to shed light
on questions such as: What causes violent conflict? What kind of
intervention strategies can be used to deal with violent conflicts?
Which actors are best suited to deal with violent conflicts?
To be announced
87
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
Milieu, vrede en duurzame ontwikkeling
Cursuscode
EC
Opleidingen
Jaar
Periode
Tentamenvorm
Taal
Cursuscoördinator
Docenten
Voorkennis
Keuzevak
Cursusbeschrijving
Literatuur
88
MAN-CI03a
6
UCM-DO, Bedrijfskunde, Bestuurskunde, Economie en
Bedrijfseconomie, GPM, Politicologie
KV, bachelor
Blok 3
Schriftelijk tentamen en essay
Nederlands
Dankelman, drs. I.E.M.
drs. M.F.A. Cras, drs. I.E.M. Dankelman
Geen
Ja
Ons fysieke milieu vormt de basis van onze samenleving en
ontwikkeling, en hangt in sterke mate daarmee samen. Daarnaast
wordt steeds duidelijker dat vrede en veiligheid mede worden bepaald
door milieu en duurzame ontwikkeling. Er bestaat een sterk verband
tussen milieu en ontwikkeling op verschillende schaalniveaus; en
tussen beleid en handelen nu en de mogelijkheden voor de toekomst.
Duurzame ontwikkeling, als inter- en transdisciplinair concept, is niet
meer weg te denken uit Nederlandse en internationale instituties en
beleid, en vormt tevens een speerpunt in onderwijs en onderzoek.
In deze cursus gaan (gast)docenten vanuit verschillende disciplines
nader in op de betekenis van 'duurzame ontwikkeling', met zijn
ecologische, sociale, economische en institutionele componenten. Na
een inleidend college, waarin ondermeer de wereldwijde toestand van
milieu en ontwikkeling aan bod komen, worden verschillende
deelproblemen, zoals die rond water, klimaat, landbouw en
biodiversiteit aan de orde gesteld. In het volgende blok wordt
uitgebreid gereflecteerd op de relatie tussen milieu, vrede en
veiligheid, en komen 'ecological security' evenals de relatie tussen
klimaatverandering en conflicten over hulpbronnen aan de orde.
Tenslotte kijken we, in het laatste cursusblok, naar de ethischfilosofische aspecten en wordt ingegaan op oplossingsrichtingen,
zoals die via nationaal en internationaal beleid, duurzaam
ondernemen, technologie en sociale bewegingen.
Syllabus
MINORS EN KEUZEVAKKEN BESTUURSKUNDE
Legitimatie van veiligheidsbeleid: manipulatie van pers en
publieke opinie bij de rechtvaardiging van oorlog en
bewapening
Cursuscode
EC
Opleidingen
Jaar
Periode
Tentamenvorm
Taal
Cursuscoördinator
Docenten
Voorkennis
Keuzevak
Doelstellingen
Cursusbeschrijving
Literatuur
MAN-CI08A
6
Bedrijfskunde, Bestuurskunde, Economie en Bedrijfseconomie,
GPM, Politicologie
KV
Blok 4
Schriftelijk tentamen
Nederlands
Wecke, drs. L.
drs. L. Wecke, dr. W.M. Verkoren
Geen
Ja
Inzicht in de inhoud en noodzakelijkheid van legitimatieprocessen ten
behoeve van veiligheidsbeleid, krijgsmacht en militaire actie.
Sinds het vallen van de Berlijnse Muur is het rechtvaardigen van een
grote krijgsmacht en het uitvoeren van militaire acties door middel
van de verwijzing naar een vijand een problematische aangelegenheid
geworden. Zo werd de NAVO na het eindigen van de Koude Oorlog
'een oplossing op zoek naar een probleem'. Bij gebrek aan een door
burgers als zodanig ervaren grote bedreiging door staten of
statenverbanden, moeten overheden naar andere gronden ter
rechtvaardiging van hun bewapening en defensiebeleid omzien. In
hoeverre is een maatschappelijk draagvlak voor leger, vredesoperaties
en oorlog echt nodig? En als het nodig is, hoe komt het thans tot
stand? Wie overtuigt met welke middelen burgers en bondgenoten?
Wat is de rol van de pers in het legitimatieproces? In hoeverre is
sprake van voorlichting, propaganda, leugens en misleiding? In een
serie hoorcolleges wordt getracht aan de hand van concrete
voorbeelden de vraag te beantwoorden naar de inhoud en noodzakelijkheid van legitimatieprocessen ten behoeve van
veiligheidsbeleid, krijgsmacht en militaire actie.
Syllabus
89
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
Staatsvorming en conflictbeheersing in de Kaukasus
Cursuscode
EC
Opleidingen
Jaar
Periode
Tentamenvorm
Taal
Cursuscoördinator
Docenten
Voorkennis
Keuzevak
Doelstellingen
Cursusbeschrijving
Literatuur
90
MAN-CI23
6
Bedrijfskunde, Bestuurskunde, Economie en Bedrijfseconomie,
GPM, Politicologie
bachelor
Blok 2
Papers/ rollenspel/ schriftelijk tentamen
Nederlands
Cras, drs. M.F.A.
dr. W.M. Verkoren, drs. M.F.A. Cras
Geen
Ja
Doel van de cursus is de kennismaking met het proces van
staatsvorming en conflicthantering in de landen van de Kaukasusregio, alsmede het aanbieden van kennis van en het stimuleren van
reflectie op de samenhang tussen culturele patronen en praktijken en
democratisering in de Kaukasus.
Dit vak is bedoeld als een brede kennismaking met de Kaukasus
vanuit een interdisciplinaire aanpak: Rechten (staatsvorming),
Politicologie (conflicthantering, geopolitieke overwegingen en de
oliepijplijn) en Culturele Antropologie (samenhang tussen cultuur en
democratisering). Begrippen die in de collegereeks aan de orde zullen
komen zijn o.a. ngo's, civil society, clans, institution building en
conflict resolution.
Doel van de cursus is de kennismaking met het proces van
staatsvorming en conflicthantering in de landen van de Kaukasus;
alsmede het aanbieden van kennis van en het stimuleren van reflectie
op de samenhang tussen culturele patronen en praktijken en
democratisering in de Kaukasus.
Deze cursus leent zich uitstekend als keuzevak voor studenten
Internationaal Recht, Conflictstudies, Antropologie en
Ontwikkelingsstudies.
Syllabus
MINORS EN KEUZEVAKKEN BESTUURSKUNDE
Conflicten op de Balkan
Cursuscode
EC
Opleidingen
Jaar
Periode
Tentamenvorm
Taal
Cursuscoördinator
Docent
Voorkennis
Keuzevak
Doelstellingen
Cursusbeschrijving
Literatuur
MAN-CI25
6
Bedrijfskunde, Bestuurskunde, Economie en Bedrijfseconomie,
GPM, Politicologie
KV
Blokken 2 en 3
Schriftelijk tentamen/ deelname aan rollenspel
Nederlands
Bomert, dr. H.W.
dr. H.W. Bomert
Geen
Ja
Kennis van en inzicht in de dynamiek van conflict aan de hand van de
Balkanoorlogen (1990-1995), alsmede van conflictoplossing (zowel
wetenschappelijk-theoretisch als praktisch, door middel van
participatie in een rollenspel).
Na de val van de Muur in 1989 is het belang van gewelddadige
intrastatelijke conflicten en hun oplossingen toegenomen. Het hoe en
waarom van deze conflicten en hun poltieke en geografische
dimnensie staan centraal in deze cursus. Aan de hand van de case
Joegoslavië - het uiteenvallen van de federale republiek en de
staatsvorming van Slovenië, Kroatië, Macedonië, Montenegro,
Kosovo en in het bijzonder Bosnië-Herzegovina - wordt in het eerste
deel (tweede blok) gekeken naar het discours rond de aard van
conflicten (zoals etnisch, religieus, territoriaal); het spectrum van de
conflictpartijen en hun belangen (zoal macht, strategische locaties,
grondgebied) en de fasen van conflict en oorzaken van
conflictescalatie. De dimensies en relevantie van 'oplossingen' ter
beheersing van conflicten komen ruim aan bod. De collegereeks
wordt in het derde blok afgesloten met een rollenspel met als
onderwerp de vredesonderhandelingen in Dayton (1995) waar de
huidige politieke en geografische kaart van Bosnië-Herzegovina werd
bepaald.
R. Holbrooke, To end a war, 1999/ L. Silber, A. Little, The death of
Yugoslavia, 1996/ enkele nader bekend te maken artikelen.
91
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
Actuele vraagstukken van oorlog en vrede: analyse van
conflicten en perspectief op vrede
Cursuscode
EC
Opleidingen
Jaar
Periode
Tentamenvorm
Taal
Cursuscoördinator
Docenten
Voorkennis
Keuzevak
Doelstellingen
Cursusbeschrijving
Literatuur
92
MAN-CI04A
6
UCM-DO, Bedrijfskunde, Bestuurskunde, Economie en
Bedrijfseconomie, GPM, Politicologie
bachelor
Blok 1
Schriftelijk tentamen
Nederlands
Bomert, dr. H.W.
dr. H.W. Bomert, drs. M.F.A. Cras
Geen
Ja
Kennis van en inzicht in wetenschappelijke aspecten van en
beidsmatige perspectieven op actuele ontwikkelingen op het terrein
van internationale vrede en veiligheid.
Deze collegereeks sluit aan bij actuele gebeurtenissen op het terrein
van oorlog en vrede, in het bijzonder vredes- en conflictprocessen.
Aangezien de actualiteit per definitie moeilijk valt te plannen, wordt
het definitieve programma pas enkele weken voor het begin van de
collegereeks samengesteld. Diverse deskundigen, zoals politici,
beleidsambtenaren en militairen, worden als gastsprekers
uitgenodigd. Zo werden in de voorgaande reeks colleges verzorgd
door onder meer voormalige ministers van Defensie, leden van de
Tweede Kamer, ambassadeurs, adviseurs van de Verenigde Naties,
wetenschappers e.d.
De voertaal is Nederlands en Engels.
Wij raden u aan de cicam-internetpagina (www.ru.nl/cicam) in de
gaten te houden.
De literatuur wordt nader bekend gemaakt via Blackboard.
MINORS EN KEUZEVAKKEN BESTUURSKUNDE
Veiligheidsdiscussies in Europa
Cursuscode
EC
Opleidingen
Jaar
Periode
Tentamenvorm
Taal
Cursuscoördinator
Docent
Voorkennis
Keuzevak
Doelstellingen
Cursusbeschrijving
MAN-CI06A
6
Bedrijfskunde, Bestuurskunde, Economie en Bedrijfseconomie,
GPM, Politicologie
KV
Blok 4
Schriftelijk tentamen/werkstuk
Nederlands
Bomert, dr. H.W.
dr. H.W. Bomert
Geen
Ja
Doelstellingen van deze cursus zijn:
• Het geven van een inleiding in verschillende visies op
veiligheidsvraagstukken;
• Inzicht bieden in de veranderende veiligheidspercepties in een
Europese context;
• Een analyse geven van de belangrijkste 'Europese'
veiligheidsorganisaties, in het bijzonder in het licht van een
voortschrijdende institutionalisering.
Van studenten wordt verwacht dat zij:
• Inzicht hebben in de verschillende dimensies van Europese
veiligheidsvraagstukken;
• Een met argumenten onderbouwde visie hebben op de historische
ontwikkeling en rol van relevante veiligheidsorganisaties;
• In staat zijn om hun eigen visie op veiligheidsbedreigingen en
mogelijke antwoorden te verwoorden.
Deze collegereeks beoogt een inleiding te bieden in vraagstukken
rond Europese veiligheid. Vanuit de gedachte dat veiligheidsrisico's
grensoverschrijdend zijn en meer dimensies bevatten dan militaire
veiligheid alleen, is ook bij het tegengaan van de veiligheidsrisico's
grensoverschrijdende samenwerking noodzakelijk, met militaire maar
ook met niet-militaire middelen. Veiligheid wordt meer en meer een
zaak die nationale grenzen overstijgt.
Twee thema's staan derhalve centraal: (1) wat is veiligheid in relatie
tot het politiek-geografische begrip Europa en welke (potentiële)
veiligheidsrisico's bedreigen 'Europa'?; (2) welke (mogelijke)
antwoorden kunnen de verschillende Europese c.q. Euro-Atlantische
veiligheidsorganisaties geven op die veiligheidsuitdagingen? Daarbij
wordt zowel een historisch als contemporain perspectief gekozen.
Uiteindelijk wordt een overzicht geboden van de rol en dynamiek van
verschillende 'veiligheidsactoren': de Noord-Atlantische
Verdragsorganisatie (NAVO), de Verenigde Staten, de Europese Unie
93
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
Literatuur
(EU), de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa
(OVSE) en Rusland.
Wordt nader bekend gemaakt
Approaches to Peacebuilding
Course code
EC
Study programmes
Year
Period
Examination
Language
Course Coordinator
Lecturer
Prerequisites
Optional Course
Objectives
Contents
94
MAN-CI38
6
Bedrijfskunde, Bestuurskunde, Economie en Bedrijfseconomie,
English Studyguide, GPM, Politicologie
bachelor
quarter 4
Weekly assignment, written exam
English
Malejacq, dr. R.A.A.
dr. R.A.A. Malejacq
The multidisciplinary character of conflict studies means that the
course is open to all students interested in conflict analysis and
management (e.g. students in Political Science, International
Relations, Law, History, Geography, Environmental Studies, MiddleEast Studies, Mediterranean Studies, Anthropology, Development
Studies, Public Administration, Sociology, Philosophy and
Economy).
Yes
• After completing this course, students have greater knowledge
about the major theoretical debates on peacebuilding.
• Students are able to practice peacebuilding activities in a wider
theoretical framework
Experience shows that peace agreements designed to end violent
conflict often do not prevent a later return to violence. Processes of
peacekeeping (guaranteeing a cease fire so that parties can negotiate
an agreement) and peacemaking (reaching a settlement) therefore do
not suffice to achieve durable peace. A third peace concept,
peacebuilding, is seen as a way to work towards a solution for the
underlying causes of conflict (such as inequality and bad or poor
governance) as well as a way to deal with the legacies of war, such as
trauma and hatred. Under the flag of peacebuilding, peace missions
engage in a range of non-military tasks, from working on
development projects to organizing elections, in some cases even
temporarily taking over the governance of a country. In order to deal
with the psychological and emotional legacies of war, reconciliation
has become a major goal, and countries and intervening actors often
administer criminal tribunals and truth commissions. Civil societies,
at both the domestic and international levels, are also seen to play a
major role.
Recently, however, the broad ambitions of peacebuilding have led to
disappointment. A debate is now ongoing regarding the extent to
MINORS EN KEUZEVAKKEN BESTUURSKUNDE
Literature
which societies can be transformed through intervention. Another
question concerns the 'blueprints' that are being applied to various
countries: the liberal-democratic model of governance, tribunals and
truth commissions and a specifically Western interpretation of the
role of civil society.
This course outlines the rise and development of the thinking about
peacebuilding. In addition, it critically discusses the approaches that
are taken to promote peacebuilding, and the roles that various actors local and international - play in peacebuilding processes.
Syllabus
95
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
Conflict, Aid and Development
Course code
EC
Study programmes
Year
Period
Examination
Language
Course Coordinator
Lecturer
Prerequisites
Optional Course
Contents
Literature
96
MAN-CIM42
6
UCM-DO, Bedrijfskunde, Bestuurskunde, Economie en
Bedrijfseconomie, English Studyguide, GPM, Politicologie
KV
quarter 2
Written Exam/ Paper
English
Swedlund, dr. H.J.
dr. H.J. Swedlund
24 ECs of conflict courses
Please be aware that the number of students who can attend the
course is limited.
Yes
In this course, we will consider the role of development processes and
actors in conflict - both in the mitigation of conflict and as a source of
conflict themselves. Particular attention will be paid to the various
ways economic development may exacerbate, or indeed cause,
conflict. The course will examine both the historical legacy of
development initiatives and foreign direct investment, as well as
contemporary phenomenon such as 'land grabs' and conflict minerals.
The course will also consider how different types of aid and foreign
aid donors affect different stages of the conflict cycle, asking
questions such as: can foreign aid exacerbate underlying conflict? Is
foreign aid an effective tool of conflict prevention, management and/
or resolution? The course will combine lectures and activities in small
groups.
This course is an elective for the Master's programme 'Conflict,
Identity and Territories'.
To be announced.
MINORS EN KEUZEVAKKEN BESTUURSKUNDE
War and Statebuilding in Afghanistan
Course code
EC
Study programmes
Year
Period
Examination
Language
Course Coordinator
Lecturer
Prerequisites
Optional Course
Contents
Literature
MAN-CI43
6
Bedrijfskunde, Bestuurskunde, Economie en Bedrijfseconomie,
English Studyguide, GPM, Politicologie
KV
quarter 1
Written exam
English
Malejacq, dr. R.A.A.
dr. R.A.A. Malejacq
Yes
After more than ten years of military involvement, the world's most
powerful army failed to prove that it could succeed in Afghanistan.
The counterinsurgency strategy has been slow to show the expected
results and the Taliban seem to grow stronger with time. The growing
disenchantment about this "war of necessity" is such that many in the
United States, Europe, and Afghanistan wonder what its purpose
really is. This course acquaints students with the important debates
about the war in Afghanistan, focusing on issues such as the decision
to engage/disengage in this war or the evolution of the military
strategy. Through the study of previous international interventions in
Afghanistan, students will improve their understanding of the current
Afghan war. Our study of the consequences of the U.S. engagement
in Iraq on the war in Afghanistan will provide additional lessons to
apply to the Afghanistan situation. The course also uses the Afghan
war as a vehicle for interpreting the politics of international
intervention, making sense of the complexity of the Afghan war by
explaining how things really work. How do American decisionmakers deal with warlords? What are the consequences of drug
trafficking in the context of a counterinsurgency strategy? How do
soldiers interact with tribal leaders? How does the USA work with
coalition partners? What are the domestic political consequences of
US engagement? How and why does one negotiate with the Taliban?
What will be the consequences of the 2014 withdrawal? The course
encourages students to think of the necessary trade-offs among the
various goals in Afghanistan, as they try to analyse the complexity of
international intervention.
To be announced
97
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
Terrorisme: beeld en werkelijkheid
Cursuscode
EC
Opleidingen
Periode
Tentamenvorm
Taal
Cursuscoördinator
Docenten
Voorkennis
Keuzevak
Doelstellingen
Cursusbeschrijving
98
MAN-CI24
6
Bedrijfskunde, Bestuurskunde, Economie en Bedrijfseconomie,
GPM, Politicologie
Blok 3
Schriftelijk tentamen
Nederlands
Wecke, drs. L.
drs. L. Wecke, dr. ir. L.A. de Vries
geen
Ja
· Terrorisme en de strijd daartegen vervult allerlei functies in de
samenleving. Na de cursus kan de student deze verschillende functies
van vijand- en terrorismebeeld herkennen in berichtgeving over
terrorisme en (percepties van) terrorismedreiging:
· Na de cursus zal de student de rol van media, overheden,
internationale organisaties etc. in het tot stand brengen en verspreiden
van terrorismebeelden leren analyseren
· De student verwerft inzicht in de manier waarop verschillende
overheidsinstanties in Nederland de strijd tegen terrorisme voeren:
Hoe werken inlichtingendiensten, over wie worden inlichtingen
verzameld, wie krijgt die inlichtingen en wie interpreteert ze?
· De student leert kritisch te kijken naar het spanningsveld tussen
effectief antiterreur beleid, de inperking van burgerlijke vrijheden
zoals privacy en mogelijke nevendoelen van terrorismebestrijding.
Als een van de belangrijkste bedreigingen voor de hedendaagse
mensheid wordt wel het terrorisme genoemd. Er is een wereldwijde
door de Verenigde Staten geleide 'war on terrorism' gaande. Voor
lokaal, regionaal, nationaal en Europees beleid is 'het' terrorisme een
belangrijk beleidsgegeven, een variabel, die zich op diverse
bestuurlijke gebieden doet gelden. Maar wat is terrorisme? Kan het
betreffende verschijnsel wel eenduidig worden gedefinieerd? De een
zijn terrorist is immers de ander zijn vrijheidsstrijder. Of gaat dat
laatste wel op voor de klassieke terrorist, maar niet voor het
catastrofale terrorisme van Al Qaida? Wat is de inhoud van het
Europees en Nederlands antiterreurbeleid? Waar liggen de grenzen
van effectief antiterreurbeleid en de burgerlijke vrijheden, zoals in
verdragen en Grondwet verankerd? Hoe werken inlichtingendiensten,
over wie worden inlichtingen verzameld, wie krijgt die inlichtingen
en wie interpreteert ze? Welke zijn de mogelijke oorzaken van
terrorisme en heeft de islam iets met terrorisme van doen? Wat is de
inhoud en wat zijn de oorzaken en functies van terrorismebeelden?
Welke is met name de legitimatiefunctie van die beelden en wat zijn
de nevendoelen van de 'war on terrorism'? Welke plaats neemt het
MINORS EN KEUZEVAKKEN BESTUURSKUNDE
Literatuur
terrorisme in in het geheel van bedreigingen die de mensheid en de
nationale en internationale orde in gevaar brengen? Welke rol spelen
media inzake het tot stand brengen en verspreiden van
terrorismebeelden?
Een reader en nader bekend te maken aanvullende literatuur
99
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
Militaire interventie en wederopbouw
Cursuscode
EC
Opleidingen
Jaar
Periode
Tentamenvorm
Taal
Cursuscoördinator
Docenten
Voorkennis
Keuzevak
Cursusbeschrijving
Literatuur
100
MAN-CI33
6
Bedrijfskunde, Bestuurskunde, Economie en Bedrijfseconomie,
GPM, Politicologie
bachelor
Blok 4
Schriftelijk tentamen
Nederlands
Verweij, prof. dr. D.E.M.
prof. dr. D.E.M. Verweij, drs. M.F.A. Cras
Geen
Ja
Het einde van de Koude Oorlog leidde niet alleen tot een groot aantal,
veelal, interstatelijke conflicten; het leidde als gevolg daarvan ook tot
vele vn-vredesoperaties en in Nederland tot een bijstelling van het
takenpakket van de krijgsmacht. Militairen worden niet alleen meer
geacht 'groen' op te treden, maar ook 'blauw'. Dat wil zeggen dat
militairen niet alleen een gevechtsfunctie dienen te hebben, maar ook
een vredesfunctie. Zij worden dus ook ingezet bij de wederopbouw
van een land en werken daarbij nauw samen met NietGouvernementele Organisaties (ngo's). De combinatie van
gevechtstaken en vredestaken is niet eenvoudig en roept regelmatig
vragen en dilemma's op, zoals de praktijk van de Battlegroups en
Provincional Reconstruction Teams in Afghanistan laat zien. Ook de
samenwerking met ngo's roept regelmatig vragen en dilemma's op.
Toch lijkt conflictbeslechting en het realiseren van 'human security'
alleen door middel van de zogeheten 'comprehensive approach'
gerealiseerd te kunnen worden. Daarin speelt de huidige 3-D strategie
(Defence, Diplomacy and Development) een centrale rol, zoals ook
tijdens de recente Afghanistan-top in Den Haag duidelijk werd. De
huidige ontwikkeling van 'ius post bellum'-criteria binnen de 'Traditie
van de rechtvaardige oorlog' sluit hier nauw bij aan. Betekent dit alles
dat we echt op weg zijn naar duurzame politieke oplossingen in
conflictgebieden?
Nader bekend te maken
MINORS EN KEUZEVAKKEN BESTUURSKUNDE
Conflict and Governance in Africa
Course code
EC
Study programmes
Year
Period
Examination
Language
Course Coordinator
Lecturer
Prerequisites
Optional Course
Objectives
Contents
Literature
MAN-CI35
6
UCM-DO, Bedrijfskunde, Bestuurskunde, Economie en
Bedrijfseconomie, GPM, Politicologie, English Studyguide
KV, bachelor
quarter 1
Written exam and a group essay
English
Vries, dr. ir. L.A. de
dr. ir. L.A. de Vries
This BSc-course is intended for students who want to enhance their
understanding of governance and conflict in sub-Saharan Africa.
Yes
At the end of the course,
• You will be familiar with the trends, theories and discussions on
governance, economic growth and (violent) conflict in Africa and
be capable of critically challenging common-sense fictional
assumptions (e.g. as portrayed in the media) about the continent.
• You will be able to illustrate, reflect on and criticize the
explanatory value of such trends, theories and discussions and
analyse these aspects in relation to practices of governance by
government institutions, non-state actors and the international
community.
• You will be more familiar with one African country, and be
capable of applying the general debates introduced in the course
to the political processes and conflicts in that country.
Africa is often portrayed as a continent of extremes: Some countries
experience extremely rapid economic growth, benefit from abundant
resources and see the rise of a middle class, while others encounter
chronic political and economic crisis or plunge into civil war, often
recurring. Recent outbreaks of violence in the Central African
Republic (CAR) and South Sudan seem to confirm the idea that subSaharan Africa is plagued by violent conflict rooted in ancient tribal
hatreds, manipulated by despotic leaders, and spilling over
uncontrollably from one failing state into the other.
By analysing the history and characteristics of governance in subSaharan Africa, and exploring how conflict (violent or otherwise)
plays a role in this, the course aims to move beyond stereotypes. We
will investigate the grey area between the optimistic prospects for
Africa's rising economies and the dark images of a continent in
poverty and conflict. The course aims to debate trends,
conceptualisations and theories about governance and conflict in
Africa, analyse these in relation to specific country cases and reflect
on framing in the media
To be announced.
101
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
Negotiation and Peacemaking
Course code
EC
Study programmes
Year
Period
Examination
Language
Course Coordinator
Lecturer
Prerequisites
Optional Course
Contents
Literature
MAN-CI39
6
UCM-DO, Bedrijfskunde, Bestuurskunde, Economie en
Bedrijfseconomie, English Studyguide, GPM, Politicologie
KV
quarter 3
Written examination
English
Vukovic, dr. S.
dr. S. Vukovic
The multidisciplinary character of conflict studies means that the
course is open to all students interested in conflict analysis and
management (e.g. students in Political Science, International
Relations, Law, History, Geography, Environmental Studies, MiddleEast Studies, Mediterranean Studies, Anthropology, Development
Studies, Public Administration, Sociology, Philosophy and
Economy).
Yes
Conflict resolution can be divided into three categories: peacemaking,
peacekeeping and peacebuilding. Peacemaking includes processes
aimed at stopping outright violence, thus allowing peacekeeping and
peacebuilding to occur. This course explores the theory and practice
of peacemaking and the process at its core: negotiation. We will
explore both traditional 'hard bargaining' negotiation and the process
of 'principled negotiation', and the difficulties associated with each.
These theories will be illuminated by examples from case studies
from around the world, and at both the micro and macro levels. These
case studies will also allow us to investigate how culture and conflict
dynamics affect negotiation, and how groups can splinter and divide
during negotiation, thereby complicating the process. In an ever more
complicated world, peacemaking has become an ever more
complicated process, and this course introduces students to the basic
principles and prepares them to better understand how conflicts come
to an end.
To be announced
Institute for Gender Studies
102
MINORS EN KEUZEVAKKEN BESTUURSKUNDE
Feminist Classics (advanced)
Course code
EC
Study programmes
Year
Period
Language
Course Coordinator
Lecturer
Prerequisites
Optional Course
Contents
Literature
SOW-VSB9053
5
FSW ECTS Guide, Genderstudies, Faculteit der Letteren,
Bedrijfskunde, Economie en Bedrijfseconomie, GPM, Politicologie,
Pedagogische Wetensch. en Onderwijskunde
Bachelor 3/BA3
period 1 and 2
English
Aalst, prof. dr. A.J. van der
dr. V.L.M. Vasterling
This course focuses on texts by and about classic feminist authors
such as Christine de Pisan, Mary Wollstonecraft, Virginia Woolf and
Simone de Beauvoir. Though diverse in content and style, all texts
start from the same basic assumption that the subordinate or inferior
position of women in society is unjustified. Feminist authors have
different explanations and opinions concerning the reasons and
possible remedies for this state of affairs. Nonetheless, there is also
continuity in the type of topics and issues that emerge in the history
of feminist ideas. The texts will be used to elucidate and analyze the
development of ideas concerning the role and position of women in
Western society and culture. Attention will be paid to topics that keep
returning in the texts: education, marriage and morals, among others.
In order to understand whence they come, the ideas will be situated in
and discussed from the viewpoint of their historical, political and
philosophical contexts.
• All readings are available for you from the Institute for Gender
Studies Documentation Centre (Thomas van Aquinostr. 4), except
for Virginia Woolf, A Room of One's Own, which you have to
purchase yourself. Any edition will do (amazon.com and
amazon.co.uk offer cheap second-hand copies) though we
recommend you use an annotated one.
103
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
Extreme Makeover - Lichaamstransformaties, cultuur & het
ideale zelf (v/m)
Cursuscode
EC
Opleidingen
Periode
Taal
Cursuscoördinator
Docent
Voorkennis
Keuzevak
Cursusbeschrijving
104
SOW-VSB9207
5
Genderstudies, Faculteit der Letteren, Bedrijfskunde, Economie en
Bedrijfseconomie, GPM, Politicologie, Pedagogische Wetensch. en
Onderwijskunde, Facultaire Unie Filosofie en Theologie, Theologie
periode 1
Nederlands
Aalst, prof. dr. A.J. van der
dr. M.J.M. Dresen
Nee
Extreme Makeover: Lichaamstransformaties, cultuur & het
ideale zelf (v/m)
Periode: 2014/2015; 1e semester, blok 1 (week 36-43), woensdag
15.45-17.30 uur, Linnaeusgebouw, LIN 3
code: SOW-VSB9207. Overige cursusinfo onderaan
Doelstellingen:
Kennis van historische, culturele en sociale (dis)continuïten in
praktijken van lichaamspresentatie en lichaamstransformatie die
beogen een gewenste identiteit (een 'ideaal zelf') te realiseren.
Kennis van en inzicht in gender-aspecten die samenhangen met
conceptualiseringen en realisaties van het ideale lichaam en daarmee
samenhangende ideale 'zelf'.
Vermogen om de gepresenteerde voorstellingen en praktijken van
lichaamstransformatie en de daarmee samenhangende gender-normen
cultuurhistorisch te situeren en te problematiseren.
Kennis en begrip van de theoretische kernbegrippen die in de cursus
gebruikt worden om de gepresenteerde voorstellingen en praktijken
cultuurhistorisch en gender-theoretisch te interpreteren.
Inhoud:
De mogelijkheden om het lichaam te verfraaien of te veranderen
nemen snel toe. Het aanpassen van het lichaam aan het ideale 'zelf' (of
andersom: het creëren van een ideaal 'zelf' door het lichaam aan te
passen) wordt steeds gewoner.
Nu is de droom van zelfverbetering op zich niet nieuw. Iedere cultuur
kent idealen van schoonheid en perfectie. De verbeelde schoonheid
wordt vaak - zo al door de Griekse filosoof Plato - geassocieerd met
goedheid, of gezien als een promesse de bonheur, een belofte van
geluk. Religieuze mythen, sprookjes, romans en wetenschappelijke
tractaten laten zien dat mensen door de eeuwen heen gefascineerd
werden door de droom van zelftransformatie, opgevat of verbeeld als
perfectionering van het lichaam. Maar waar men zich in eerder
MINORS EN KEUZEVAKKEN BESTUURSKUNDE
eeuwen moest beperken tot de kracht van verbeelding en geloof, of
tot verfraaiende middelen die duur of niet zonder risico waren, lijkt de
vervolmaking van het lichaam nu binnen ieders handbereik.
Plastische chirurgie, cosmetische industrie en modebladen beloven
ieder die bereid is geld in zichzelf te investeren het uiterlijk van een
prins(es). Of van een popster naar keuze.
Kenmerkend voor de huidige beeldcultuur rond lichaamsverbetering
is wel, dat de verschillen tussen de seksen zeer uitdrukkelijk worden
aangezet. Vrouwen zijn bij voorkeur rondborstig, sexy en glamorous,
mannen stralen - nog steeds - kracht en overwicht uit, zij het verzacht
door een 'vrouwelijk' accent hier en daar. Met behulp van make-up,
mode, sportschool en zo nodig het mes worden de verschillen tussen
de seksen geaccentueerd en uitvergroot; soms letterlijk, in de vorm
van borstvergroting, penisverlenging, kincorrectie en
schaamlipplastiek. Tegelijkertijd zijn jonge westerse vrouwen vrijer
en qua mogelijkheden meer gelijk aan mannen dan ooit. Gaat het bij
het uiterlijk benadrukken van de sekse-identiteit dan om een spel; een
spel dat met des te meer overgave gespeeld kan worden in een cultuur
waarin mannen en vrouwen feitelijk gelijk zijn, en de accentuering
van de verschillen tussen hen een kwestie van persoonlijke smaak en
keuzevrijheid is geworden? Of is er meer aan de hand, en gaat er van
de stortvloed aan (hetero)seksueel getinte ideaalbeelden wel degelijk
een invloed uit die ons zelfbeeld bepaalt, omdat we ons bewust of
onbewust meten aan de beelden die worden aangereikt?
Zijn er, kortom, toch regels bij het spel? En als die regels of normen
er zijn, wie bepaalt deze dan? Waar komt de overweldigende nadruk
op uiterlijke schoonheid en het geprononceerd 'seksueren' ervan op dit
moment vandaan in onze westerse (beeld)cultuur? Welke invloeden
werken hierin door? En welke invloeden gaan er van uit, op ons
zelfbeeld en ons dagelijks leven? Hebben we inderdaad meer vrijheid
dan ooit in het kiezen van onze (gender)identiteit en het uiterlijk
vormgeven daaraan? Of onderscheiden we ons van andere tijden en
culturen misschien vooral door die illusie?
Doel van deze collegereeks is deze en aanverwante vragen nader te
onderzoeken. Op basis van concrete gevalsstudies, aangereikt vanuit
verschillende disciplines, zullen de afzonderlijke colleges licht
werpen op de vraag hoe genderspecifieke praktijken van zelf- en
lichaamstransformatie vorm kregen binnen verschillende historische
perioden en (sub)culturen.
Beschrijving van het leertraject:
College 1) Inleiding: Het volmaakte lichaam: Ideaal, product en
project
3 september 2014, dr. Stefan Dudink (Seksualiteitsstudies)
Leerdoelen Inleiding:
Inzicht in de wijze waarop zich in de Extreme Makeover
mediacultuur hedendaagse opvattingen over het ideale lichaam en het
105
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
ideale zelf manifesteren;
Kennis van de plaats van de Extreme Makeover mediacultuur in een
langere Westerse culturele fascinatie met de transformatie van
lichaam en zelf;
Kennis van de plaats van gender in de in de huidige Extreme
Makeover mediacultuur en zijn historische voorlopers;
Inzicht in de (post-)feministische kritiek op de Extreme Makeover
mediacultuur.
College 2) Schaamtevolle lippen
10 september 2014, prof. dr. Willy Jansen (Culturele Antropologie)
In Zimbabwe krijgen jonge meisjes les in hoe ze hun schaamlippen
kunnen verlengen, in Sudan daarentegen snijdt men ze bij voorkeur
weg, en in Nederland is schaamlipcorrectie ook geen uitzonderlijke
ingreep meer. Het zijn zeer uiteenlopende reacties op dit
lichaamsdeel, maar wat overheerst is dat ze vaak als schaamtevol
worden ervaren én dat ze relevant zijn voor de ontwikkeling van een
gender identiteit. In dit college wordt behandeld hoe en waarom juist
dit lichaamsdeel uiteenlopende betekenissen krijgt in verschillende
culturen, welke ingrepen men toepast, en hoe deze ingrepen nauw
verbonden zijn met plaatselijke opvattingen over seksualiteit en
gender. De theorie van Douglas wordt behandeld om inzicht te
krijgen in waarom juist dit lichaamsdeel zulke uiteenlopende
betekenissen kan krijgen. Verder ga ik in op de achtergronden van
vrouwenbesnijdenis in vergelijking met mannenbesnijdenis (Boddy),
en op de overeenkomsten en verschillen in de schaamlip-operaties in
verschillende culturen. In het tweede uur zal een film getoond worden
en praten we verder n.a.v. de film.
College 3) 'Lekker mezelf zijn': keuzevrijheid in een gegenderde
samenleving
17 september 2014, dr. Els Rommes (Pedagogiek)
In dit college staat niet zo zeer de makeover zelf centraal, maar meer
het maken van keuzes, om plastische chirurgie te ondergaan, om af te
vallen of om bepaalde beroepskeuzes te maken.
Hoewel de keuzevrijheid om te 'worden wie je bent' nog nooit zo
groot lijkt te zijn geweest als in onze huidige westerse samenleving, is
het opvallend te zien hoe eenvormig de uitkomsten van extreme
makeover's zijn, hoe conformistisch keuzes zijn die mannen en
vrouwen maken ten aanzien van hun uiterlijk, carrière en gedrag. Is er
sprake van een evolutionaire, biologische dwang die bepaalt dat
vrouwen met een bepaalde cupmaat het meest aantrekkelijk zijn en
dat vrouwen die natuurkunde studeren minder aantrekkelijk zijn voor
mannen? Hoe kan het dan dat deze schoonheidsidealen in andere
tijden en andere landen zo anders kunnen zijn? Welke andere
theorieën zijn er om te verklaren dat mannen en vrouwen
verschillende keuzes maken ten aanzien van hun uiterlijk, maar ook
106
MINORS EN KEUZEVAKKEN BESTUURSKUNDE
ten aanzien van keuzes voor partner, baan en levensprioriteiten? In dit
college staat centraal welke factoren bijdragen tot de constructie van
een schijnbaar onafhankelijke, autonome 'zelf' die 'eigen' keuzes kan
maken: opvoeding, familie, vrienden, school, de media, de overheid.
Op welke manieren wordt schijnbare keuzevrijheid om plastische
chirurgie toe te passen, of 'eigen interesses' te volgen, bepaald door
genderdynamieken in de samenleving: door de positie die iemand
inneemt in de samenleving, door de ideaalbeelden en discourse
posities die beschikbaar zijn en de identiteitskeuzes die mogelijk of
ondenkbaar zijn.
College 4) 'How to make the perfect selfie?' Jongeren, seksualiteit en
identiteit op sociale media
24 september 2014, drs. Marijke Naezer (Seksualiteitsstudies)
Social media spelen een grote rol in het leven van jongeren. Ze
houden er bijvoorbeeld contact met vrienden, ontmoeten nieuwe
mensen, verdrijven hun verveling en beleven avonturen. Het
wereldwijde web lijkt op het eerste gezicht onbeperkte vrijheid te
bieden om te spelen met identiteit. Utopische denkers voorspelden
zelfs dat verschillen tussen mensen er niet langer toe zouden doen,
omdat gender, etniciteit, leeftijd en andere identiteitsfactoren online
niet van belang waren. In de praktijk blijkt dit genuanceerder te
liggen. In dit college wordt gekeken hoe jongeren zichzelf online
representeren. De focus ligt daarbij op de profielen die jongeren
maken op populaire media als Facebook, Twitter en WhatsApp. Hoe
gebruiken jongeren hun profielfoto, achtergrondfoto en bio om een
bepaalde identiteit, een bepaald "zelf", neer te zetten? Welke aspecten
van hun identiteit benadrukken ze en hoe doen ze dat? Expliciete
aandacht gaat naar de sociale en culturele normen die hierbij een rol
spelen en hoe die normen worden bevestigd, maar ook omzeild en
uitgedaagd.
College 5) Van Del tot Dame: Heropvoeding en 'jezelf worden' in de
20e en 21 eeuw
1 oktober 2014, drs. Saskia Bultman (Geschiedenis)
Dit college zoomt eerst in op het 20e eeuwse Rijksopvoedingsgesticht
voor meisjes te Zeist. De heropvoeding van de daar geplaatste, als
'zedeloos' beschouwde meisjes - vooral afkomstig uit de lagere
klassen - gold als geslaagd als zij zich 'verbeterden'. Dat wil zeggen:
als zij zich
aanpasten aan de normen voor vrouwelijkheid van hun opvoeders, die
uit de midden- en hogere klassen afkomstig waren. Ook wanneer in
de jaren '50 die heropvoeding geherdefinieerd wordt in termen van
'zichzelf leren zijn', blijven deze doelstellingen bestaan en worden de
meisjes nog steeds geacht zich te conformeren aan bepaalde normen.
Een vergelijkbaar fenomeen is in onze tijd op TV te zien: in
programma's als Dames in de Dop en vanaf 2011 zelfs Dames en
Heren in de Dop - worden 'moeilijk opvoedbare' jongeren tot 'dames'
107
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
en 'heren' heropgevoed. In dit college zal een vergelijking worden
getrokken tussen de heropvoeding van jongeren in gestichten in de
twintigste eeuw en heropvoeding als televisie-entertainment in de
eenentwintigste eeuw. We zullen zien dat het idee van 'zichzelf
worden' door zich te conformeren aan de gender-specifieke normen
van een opvoedende middenklasse nog steeds geldt. Wat voor
heropvoedings- en zelfontplooiingsidealen golden en gelden er voor
meisjes en jongens?
College 6) Transseksualiteit: ware sekse of Extreme Makeover?
8 oktober 2014, dr. Geertje Mak (Geschiedenis)
Eén van de meest radicale vormen van Makeover is die van vrouw
naar man, of omgekeerd. Sinds de jaren zestig van de vorige eeuw
kunnen mannen die zich vrouw voelen of vrouwen die zich man
voelen een operatie en bijbehorende hormoonbehandeling en therapie
ondergaan, om tot slot helemaal tot de andere sekse te behoren. Zulke
mensen worden aangeduid als transseksuelen, of tegenwoordig ook
wel met het bredere begrip 'transgenders'. Omdat de diagnose van
'genderdysforie' tegenwoordig soms al op jonge leeftijd - voor de
pubertijd - wordt gesteld, wordt de behandeling steeds volmaakter.
Wat betekenen deze praktijken voor het denken over sekse en gender
in het algemeen? Hoe verhoudt psychische sekse zich eigenlijk tot
lichamelijke sekse? Op welke wijze stelt men genderdysforie vast, en
hoe verhoudt het zich tot homoseksualiteit (v/m)? Hoe ging men in
het verleden - toen operaties en hormoonbehandelingen nog niet
mogelijk waren -met zulke gevallen om? Voor dit college bereiden
we ons voor met delen uit een onlangs uitgezonden aflevering van het
wetenschapsprogramma Labyrint: 'De zoektocht naar de ware sekse'
(inclusief de discussie achteraf op internet), en delen een film uit over
Iraanse transseksuelen.
College 7) De ideale man. Stijl, smaak en seksuele identiteit in de
extreme makeover
15 oktober 2014, dr. Stefan Dudink (Seksualiteitsstudies)
In de mediacultuur van extreme makeovers en in de bredere cultuur
van lichaamsverbetering worden de verschillen tussen de seksen vaak
benadrukt en vergroot. Soms lijken echter traditionele noties van
mannelijkheid en vrouwelijkheid te worden ondermijnd. Dat is
bijvoorbeeld het geval in makeover shows waarin homoseksuele
mannen het lichaam en uiterlijk van heteroseksuele mannen aan een
transformatie onderwerpen. In deze programma's nemen
heteroseksuele mannen de 'vrouwelijke' positie in van een imperfect
lichaam dat door mannenhand verbeterd moet worden en verschijnen
homoseksuele mannen als 'echte' mannen, voorzien van autoriteit en
scheppend vermogen. In dit college gaan we na of en in hoeverre
deze programma's traditionele noties van sekse en seksualiteit
ondermijnen. We doen dat via een analyse van de betekenis van
homoseksualiteit in het narratief van makeover shows: wat is de
108
MINORS EN KEUZEVAKKEN BESTUURSKUNDE
plaats van homoseksualiteit en van homoseksuele mannen in het
verhaal van transformatie dat makeover shows vertellen? Deze
analyse wordt ingebed in een bredere geschiedenis van
homoseksualiteit in de westerse cultuur, en in het bijzonder van de
historische verhouding tussen homoseksualiteit en stijl. Daarnaast
gaan we na wat de transformatie van heteroseksuele mannen door
very gay experts op het gebied van stijl en goede smaak ons vertelt
over de betekenis van heteroseksualiteit in onze cultuur. Verkeert
heteroseksualiteit in een crisis en moeten homoseksuele mannen die
verhelpen?
College 8) ) Het volmaakte lichaam als belofte van geluk
22 oktober 2014, dr. Grietje Dresen (Filosofie, Theologie &
Religiestudies)
Vervolmaking van het lichaam is geen moderne droom. Ook de
meeste religies beogen een restyling van het lichaam, gekoppeld aan
hun heilsopvatting. In traditionele godsdiensten en zeker in het
christendom stond die omvorming van het lichaam in het teken van
de verwachting dat het ware geluk, het ware heil nà dit (aardse) leven
komt. De belangrijkste rituelen, maar ook alledaagse religieuze
praktijken waren bedoeld om het lichaam om te vormen en aldus voor
te bereiden op het uiteindelijk heil. Het lichaam werd in dit proces
van religieuze omvorming dus niet genegeerd. Integendeel: het ideale,
zondeloze lichaam werd als het ware 'ingeschreven' in het eigen,
'zondige' vlees. Na de dood wachtte de vervolmaking hiervan, in de
vorm van de wederopstanding van het lichaam. Het eeuwig leven
werd dus uitdrukkelijk als een (verbeterd) lichamelijk bestaan gezien!
In onze tijd geloven de meeste westerse mensen niet meer in zo'n
lichamelijk voortbestaan. En ons 'heil' zien we liever vandaag dan
morgen tegemoet. Maar nog steeds wordt geluk geassocieerd met het
verwerven van het ideale lichaam. Die verplaatsing van het
vervolmaakte lichaam van de hemel naar de aarde maakt de
praktijken van disciplinering en omvorming echter niet minder
ingrijpend. Wat nu getransformeerd moet worden is het 'stof', de
materie waaruit we gemaakt zijn; te transformeren via modes, makeup en zo nodig het mes.
Belangrijke overige info :
Tijdstip: 1e semester, blok 1 (week 36-43), woensdag 15.45-17.30
uur
Plaats: Linnaeusgebouw, LIN 3
Aantal studiepunten: 5 EC
Onderwijsvorm: Hoorcollege (audio-opnames van de colleges komen
op Blackboard)
Onderwijsniveau: post-propedeuse
Toetsingsvorm: Schriftelijk tentamen (Multiple Choice)
Literatuur: cd-rom met geselecteerde artikelen is een week voor
aanvang van het college ter inzage op de
109
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
documentatieafdeling,Th.v.Aquinostraat 4.00.45a.
Informatie : Institute for Genderstudies, Th.v. Aquinostraat 4.00.45,
email:[email protected] of www.ru.nl/genderstudies
Coördinatie:
Dr. Grietje Dresen, Faculteit Filosofie, Theologie &
Religiewetenschappen, Erasmusplein 1, kmr.
14.20, tel. 024-3612488. E-mail: [email protected]
Inschrijving: via https://portal.ru.nl/home, code: SOW-VSB9207.
Inschrijving is pas mogelijk v.a. 10 augustus!
Tentamen: wo. 5 november 2014, 15.45 - 18.30. Herkansing: woe.
21 jan. 2015, 15.45 - 18.30 uur.
Overige keuzevakken
Criminaliteit en veiligheidsbeleid
Cursuscode
EC
Opleidingen
Periode
Tentamenvorm
Taal
Cursuscoördinator
Docent
Voorkennis
Keuzevak
Doelstellingen
Cursusbeschrijving
110
JUR-4CRIVEIL
7
Faculteit der Rechtsgeleerdheid, Bedrijfskunde, Economie en
Bedrijfseconomie, GPM, Politicologie
tweede semester
Het tentamen vindt schriftelijk plaats, tenzij daarover anders wordt
besloten (bijvoorbeeld op basis van het aantal studenten). Nadere
mededelingen hierover volgen zo spoedig mogelijk na de start van het
vak.
Nederlands
Aalst, prof. dr. A.J. van der
prof. dr. ir. J.B. Terpstra
Voorkenniseisen voor het volgen van onderwijs:
Studiepunten: 160 EC aan bachelorvakken
Voorkenniseisen voor het afleggen van tentamens:
Volledige bachelor afgerond.
Gegeven het deels interactieve karakter van het vak wordt van
studenten bij dit vak een actieve opstelling en betrokkenheid
verwacht. Dit houdt onder meer in dat van studenten die dit vak
volgen, wordt verwacht dat zij bij alle bijeenkomsten aanwezig zijn,
dat zij per keer de voorgeschreven literatuur hebben gelezen, dat zij
zich aan afspraken houden over het voorbereiden van vragen en
inleveren van werkstukken en dat zij tijdens de bijeenkomsten actief
meedoen aan discussie en gesprek.
Het onderwijs in dit vak heeft in de eerste plaats als doel kennis en
informatie aan studenten over te dragen met betrekking tot de
genoemde ontwikkelingen. In de tweede plaats wil het vak een
bijdrage leveren aan een kritische reflectie van studenten over deze
ontwikkelingen en over de mogelijke gevolgen hiervan.
In het vak 'Criminaliteit en veiligheidsbeleid' staan de ontwikkelingen
MINORS EN KEUZEVAKKEN BESTUURSKUNDE
Literatuur
centraal die zich de afgelopen decennia hebben voorgedaan in de
geïnstitutionaliseerde reacties op criminaliteit en maatschappelijke
onveiligheid, zowel van publieke, als private partijen. Daarbij gaat het
zowel om de feitelijke ontwikkelingen die zich hebben voorgedaan,
als om verklaringen en interpretaties voor deze ontwikkelingen. Zo
wordt onder meer ingegaan op veranderingen in organisatie van de
veiligheidszorg, het ontstaan van nieuwe taak- en
verantwoordelijkheidsverdelingen, het gebruik van
buitengerechtelijke instrumenten en de groeiende aandacht voor het
slachtoffer, het gebruik van nieuwe technologieën van preventie en
toezicht en de ontwikkeling naar een harder en strikter optredende
overheid. Aandacht wordt ook geschonken aan relevante concepten
als controlecultuur en veiligheidsutopie. In het vak komt ook aan bod
hoe het zit met de waarborgen voor het publieke karakter van de
veiligheidszorg.
Het vak is relevant voor studenten strafrecht en verder voor studenten
(zowel van rechten, als van andere opleidingen, zoals sociologie,
beleidswetenschap of orthopegagogiek) die zich meer willen
verdiepen in het veld van veiligheidszorg en veiligheidsbeleid of daar
in hun latere beroepsuitoefening mee te maken krijgen.
In vergelijking met het vak Criminologie, waar de nadruk vooral ligt
op beschrijving en verklaring van criminaliteit, gaat het in dit vak
meer om de geïnstitutionaliseerde reacties op criminaliteit en de
veranderingen die zich daarin voordoen.
De voorgeschreven literatuur voor dit vak bestaat uit een aantal
artikelen (studiehandleiding) 'Criminaliteit en Veiligheidsbeleid' (een
week voor het eerste college te downloaden vanaf blackboard).
111
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
Wijsgerige ethiek - verkorte bachelor
Cursuscode
EC
Opleidingen
Jaar
Tentamenvorm
Taal
Cursuscoördinator
Docent
Voorkennis
Keuzevak
Doelstellingen
Cursusbeschrijving
Literatuur
112
FTR-FIBAV211
5
Filosofie, Facultaire Unie Filosofie en Theologie, Minorgids,
Bedrijfskunde, Economie en Bedrijfseconomie, GPM, Politicologie
verkorte bachelor
Schriftelijk tentamen. Studenten die het vak voor 6 ec in het kader
van een minor doen en daarvoor extra ecs nodig hebben, krijgen een
extra opdracht en leveren die in uiterlijk op de datum van het
tentamen.
Nederlands
Aalst, prof. dr. A.J. van der
prof. dr. P.J.M. van Tongeren
Nee
Het verwerven van elementaire kennis van de belangrijkste
problemen, begrippen en theorieen uit de geschiedenis van de
wijsgerige ethiek, en van de vaardigheid om morele aspecten in de
alledaagse morele ervaring te onderkennen, en met behulp van de
besproken begrippen en theorieen te verwoorden, te analyseren en te
interpreteren.
In een gang door de geschiedenis van de filosofie, van Plato tot
Levinas via -onder meer- Aristoteles, de Stoa, Augustinus, Thomas
van Aquino, Thomas Hobbes, Immanuel Kant, John Stuart Mill,
Søren Kierkegaard en John Rawls, worden de belangrijkste
problemen, begrippen en theorieën uit de geschiedenis van de
wijsgerige ethiek besproken.
• Een groot deel van de geschiedenis van de ethiek zal in gesproken
vorm, op cd's en/of via een audio-stream op Blackboard
beschikbaar worden gesteld. Studenten dienen deze zelf te
beluisteren; het verdient aanbeveling de opnames aan te schaffen
(Boekhandel Roelants geeft studenten ruime korting op de cd's)
• Daarnaast wordt een reader met primaire teksten samengesteld
(en via de Dictatencentrale beschikbaar gesteld), waarover de
student dient te beschikken
• Voorts moet de student zelf kunnen beschikken over de tekst van
Plato's Politeia, boek I en Im. Kants Grundlegung zur Metaphysik
der Sitten
PRE-MASTER BESTUURSKUNDE
4 Pre-master bestuurskunde
Inleiding
Deze informatie is bedoeld voor studenten met een afgeronde HBO-, WO-Bachelor-, en/of
Doctoraal / Masteropleiding die meer dan geïnteresseerd zijn in de inrichting en het
functioneren van het openbaar bestuur in Nederland.
Met de juiste vooropleiding is het mogelijk om via een 2-jarig traject je Master bestuurskunde
te halen. In het 1e jaar volg je een pre-master dat vooral bestaat uit kernvakken van
bestuurskunde. Daarnaast volg je de cursussen methoden van bestuurskundig onderzoek I en
II, waarmee je enkele belangrijke wetenschappelijke onderzoeksvaardigheden en -methoden
worden bijgebracht.
De pre-master is een zeer intensief voltijds studieprogramma van 60 EC. Als instromer schuif
je aan bij het reguliere onderwijs. Uit alle jaargangen van de bacheloropleiding bestuurskunde
volg je enkele cursussen. Het ene moment zit je dus bij 1 e-jaars studenten in de collegebanken
voor een hoorcollege en het andere moment werk je met een 2 e-jaars student aan een opdracht
tijdens een project.
Instromen kan 1 keer per jaar in september. Als je de Pre-master met succes afrondt, ontvang
je een Certificaat waarmee je kunt instromen in de Masteropleiding Bestuurskunde in
Nijmegen. Let op: je ontvangt geen bachelordiploma! Om toegelaten te worden tot de Premaster moet je de laatste twee jaren van je HBO opleiding gemiddeld een 7,5 hebben
gehaald.
De Masteropleiding kent maar 1 instroommoment per jaar in september. Je moet alle
onderdelen van de Pre-master hebben behaald voordat je kunt worden toegelaten tot de
Master opleiding.
Schema toelatingseisen
Vooropleiding
Ingangseisen master
WO- BA Bestuurskunde (Nederland)
WO- MA Politicologie
Geen
WO- BA/MA Opleidingen (RU)
Pre-master zonder methodencluster*
Pre-master (volledig)
•
•
Faculteit der Managementwetenschappen
Opleidingen van andere faculteiten RU
(bijvoorbeeld Letteren: Geschiedenis)
WO- BA/MA Opleidingen (elders)
Sociale Wetenschappen
•
Psychologie
Pre-master (volledig)
De examencommissie kan vrijstelling verlenen voor
bepaalde cursussen
113
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
•
•
•
Sociologie
Culture Antropologie
Etc.
WO BA/MA Opleidingen (elders)
Letteren
•
•
•
Pre-master (volledig)
Nederlands
Geschiedenis
Amerikanistiek
Wijsbegeerte
Rechten
HBO opleidingen
Pre-master (volledig)
• Bestuurskunde/Overheidsmanagement
• Journalistiek
• HEBO
• Recht
• HBO- MER
* Methoden van bestuurskundig onderzoek I en II
Bovenstaand schema is niet uitputtend. HBO/Ba/Ma-diploma's van een enigszins aan de
bestuurskunde verwante opleiding hebben toegang tot de Pre-master.
Let op: alleen afgeronde HBO-opleidingen met een studielast van 240 ECTS komen voor
toelating in aanmerking. Staat jouw vooropleiding er niet bij, neem dan contact op met de
studieadviseur:
Dhr. drs. N.Vermeulen
Studieadviseur bestuurskunde
T: 024 3613068 / 3612754 (secr.)
E: [email protected]
E: [email protected]
Inhoud pre-master
Inhoud schakelprogramma
Dit programma (totaal 60 EC) wordt per student vastgesteld, afhankelijk van vooropleiding.
1e semester
Kernthema's van de Bestuurskunde
6 EC
Methoden van Bestuurskundig Onderzoek I
6 EC
European Governance
6 EC
Vergelijkende bestuurskunde
6 EC
Project: vergelijkende analyse
6 EC
Totaal
30 EC
114
PRE-MASTER BESTUURSKUNDE
2e semester
Kosten en baten van het openbaar bestuur of
Binnenlands bestuur
Policy cycle
Methoden van bestuurskundig onderzoek II
Management van het openbaar bestuur
Project: advisering en organisatiegedrag
Totaal
6 EC
6 EC
6 EC
6 EC
6 EC
30 EC
Toelating en inschrijving
Om officieel toegelaten te worden tot de Pre-master, dien je een verzoek in bij de
Examencommissie Bestuurskunde. Vermeld daarbij je naam, adres, e-mail en
telefoonnummer. Geef ook aan waarom je voor Bestuurskunde hebt gekozen. Als bijlage
voeg je een gewaarmerkte kopie van je diploma toe en een overzicht van je behaalde vakken
met bijbehorende studielast*. Je brief kun je richten aan:
Examencommissie Bestuurskunde,
t.a.v. Mw. dr. S. Resodihardjo,
Postbus 9108,
6500 HK Nijmegen.
De examencommissie neemt vervolgens de beslissing of je toelaatbaar bent tot de Pre-master.
Je krijgt hierover een formele toelatingsbrief thuisgestuurd met daarin je studieprogramma.
Voor HBO-afgestudeerden: Je wordt alleen toegelaten tot de Pre-master op basis van een
afgeronde HBO-opleiding.( ook moet je in de laatste twee jaar van je HBO een 7,5 gemiddeld
hebben behaald !) Dit betekent dat je HBO-diploma uiterlijk op 31 augustus gedateerd moet
zijn. Verder moet je jezelf uiterlijk op 31 augustus hebben ingeschreven bij de RU Nijmegen.
Voor vragen over de inschrijving kun je contact opnemen met het Informatiecentrum
Studentenzaken: Comeniuslaan 4, Nijmegen, T: 024-3612345.
Inschrijving als student
Kijk voor de juiste informatie op : http://www.studielink.nl/ of op: www.ru.nl/aanmelden
Deelname aan introductie
Tijdens de introductie in augustus organiseert de opleiding een aparte introductiedag voor
HBO- en WO-instromers. Tijdens deze informatiedag krijg je allerlei praktische informatie
zoals waar je literatuur kunt aanschaffen en hoe je jezelf voor de vakken moet inschrijven.
Deze voorlichting vindt meestal plaats in de laatste week van augustus, nadere informatie
volgt nog. Je moet je voor deze dag opgeven bij de studieadviseur per e-mail.
Dhr. drs. N. Vermeulen
Studieadviseur Bestuurskunde
T: 024 3613068 / 3612754 ( secr.)
E: [email protected]
115
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
* Bij de balie van de Dienst Studentzaken, Comeniuslaan 4 te Nijmegen, kun je gratis een
gewaarmerkte kopie laten maken van je diploma en cijferlijsten.
Veelgestelde vragen
Kan ik tijdens de studie werken?
Tijdens het schakelprogramma moet je rekenen op een studiebelasting van minimaal 36 uur
per week. Hoeveel je daarnaast wilt of kunt werken, hangt af van je programma, je motivatie
en je aanpassingsvermogen op de universiteit. Voor de master moet je uitgaan van een
studiebelasting van minimaal 40 uur per week.
Kan ik met de studie starten in februari?
Door de opbouw van het curriculum kun je niet in februari instromen. Dit kan alleen per 1
september.
Ik krijg mijn diploma later. Kan ik toch instromen?
Het kan zijn dat je hbo-diploma gedateerd is op augustus, maar de uitreiking pas later
plaatsvindt. Je kunt dan wel aan de opleiding beginnen als je jezelf voor 1 september hebt
aangemeld. Staat op je diploma een latere datum dan 31 augustus dan kun je helaas niet
inschrijven.
Wanneer wordt de literatuurlijst bekend gemaakt?
We werken niet echt met een literatuurlijst. Welke literatuur je nodig hebt, kun je vinden in
de studiegids op internet ( zie: www.ru.nl/fm ) Verdere informatie hierover krijg je tijdens de
introductiedag te horen.
Waar kan ik terecht met nadere vragen?
Neem voor maatwerk en andere vragen contact op met de studieadviseur van de
masteropleiding bestuurskunde de heer drs. N. Vermeulen, T: (024) 361 30 21, E:
[email protected], kamer TvA 3.0.48.
Cursusbeschrijvingen van de pre-master bestuurskunde
Kernthema's van de bestuurskunde
Cursuscode
EC
Opleidingen
Jaar
Periode
Tentamenvorm
Taal
Cursuscoördinator
Docent
Voorkennis
Keuzevak
116
MAN-BCU191
6
Bestuurskunde
Ba 1 en Schakelprogramma
Blok 1
Schriftelijk tentamen.
Nederlands
Baas, drs. J.H. de
drs. J.H. de Baas
Geen.
Ja
PRE-MASTER BESTUURSKUNDE
Doelstellingen
Cursusbeschrijving
Literatuur
De cursus heeft als doel de student inzicht te bieden in de
kernbegrippen en basistheorieën uit de bestuurskunde.
Specifieke doelstellingen:
• Eerste kennismaking met de Bestuurskunde
• Overzicht van de belangrijke thema's en de ontwikkeling van de
discussie in het vakgebied
• Aanleren van de taal en de begrippen
• Het herkennen van bestuurskundige aspecten in actuele
vraagstukken; het stellen van bestuurskundige vragen en het
verkennen van bestuurskundige antwoorden voor de actuele
praktijk.
De cursus biedt een algemene inleiding op de Bestuurskunde als
wetenschappelijke discipline.
Welke functie heeft het openbaar bestuur in de samenleving? Hoe kan
die functie worden vervuld met bestuur, beleid en organisatie?
Het vak geeft overzicht over de antwoorden die de Bestuurskunde
heeft opgeleverd: functie en karakter van het openbaar bestuur,
klassieke beleidsontwikkeling, besluitvorming, organisatie,
marktwerking, democratie en politieke verantwoordelijkheid. Er
wordt ook ingegaan op moderne beleidsvoering in netwerksituaties,
beleidsspelen en het management van beleidsprocessen.
De cursus dient mede om de studenten voor te bereiden op het in
grote mate zelfstandig kunnen lezen, begrijpen en kritisch beoordelen
van een recente bestuurskundige monografie. Hiertoe worden
wekelijks twee hoorcolleges van twee uur en een werkcollege
georganiseerd. De aanwezigheid bij deze colleges is verplicht.
De hoorcolleges worden verzorgd door Jan Herman de Baas. Bij de
werkcolleges worden ouderejaars studenten betrokken.
• J.H. de Baas, Bestuurskunde in hoofdlijnen, Invloed op beleid,
Wolters-Noordhof, 1995
• H. de Bruijn, Framing, Over de macht van taal in de politiek,
vierde druk 2012
117
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
Methoden van bestuurskundig onderzoek I
Cursuscode
EC
Opleidingen
Jaar
Periode
Tentamenvorm
Taal
Cursuscoördinator
Docent
Voorkennis
Keuzevak
Doelstellingen
Cursusbeschrijving
Literatuur
118
MAN-BPRA200
6
Bestuurskunde
Ba 2 en Schakelprogramma
Blok 1
Schriftelijk tentamen en een werkstuk.
Nederlands
Visscher, drs. C.A.M.
drs. C.A.M. Visscher
Propedeusevakken methoden en technieken (OIM-A, OIM-B).
Nee
Kennis van en kunde in het gebruik van multipele regressie-analyse,
variantie-analyse, factoranalyse, betrouwbaarheidsanalyse,
scalogramanalyse en homogeniteitsanalyse.
In dit vak wordt aandacht besteed aan variantie-analyse (uitbreiding
van de modellen uit het eerste jaar) en multipele regressie-analyse
met kwantitatieve afhankelijke variabelen en met zowel kwantitatieve
als kwalitatieve onafhankelijke variabelen. Hoofddoel causale
hypothesetoetsing. Eveneens worden een aantal meetmodellen aan
de orde gesteld zoals betrouwbaarheidsanalyse op interne
homogeniteit (Cronbach's alpha), factoranalyse (principale
componentenanalyse en principale factoranalyse), scalogramanalyse
(Mokscal) en Homals. Studenten weten na het volgen van dit vak
wanneer ze deze analysetechnieken moeten gebruiken, en ze kennen
de kracht en zwakheden er van. Ze zijn in staat zelfstandig zulke
analyses uit te voeren met behulp van SPSS en ze kunnen de
uitkomsten ervan goed interpreteren. (Dit wordt daarna geoefend en
toegepast in een onderzoeksproject, waarin ze ook de data voor zulk
een onderzoek moeten verzamelen, waarin ze de aangeleerde
statistische technieken moeten toepassen op een bestuurskundig
vraagstuk en waarover ze in groepsverband een paper moeten
schrijven).
• McClave, Benson, Sincich en Knypstra, Statistiek, elfde editie.
Pearson, 2011. Dit boek wordt ook in het eerstejaarsonderwijs
gebruikt, regressie-analyse en variantieanalyse zijn in dit
handboek terug te vinden)
• Voor factoranalyse, betrouwbaarheidsanalyse, scalogramanalyse
en homals worden artikelen nader bekend gemaakt.
PRE-MASTER BESTUURSKUNDE
Politicologie voor bestuurskundigen
Cursuscode
EC
Opleidingen
Jaar
Periode
Tentamenvorm
Taal
Cursuscoördinator
Docent
Voorkennis
Keuzevak
Doelstellingen
Cursusbeschrijving
MAN-BCU273
6
Bestuurskunde
Ba 2
Blok 1
Schriftelijk tentamen
Nederlands
Vossen, dr. K.P.S.S.
dr. K.P.S.S. Vossen
Geen.
Nee
Studenten hebben na de cursus kennis van de belangrijkste, actuele
politicologische vraagstukken. Specifieker hebben zij kennis van:
• politicologische kernbegrippen (politiek, macht, regering en staat)
• verschillende politieke regimes, variërend van democratische
rechtsstaat tot autoritair regime
• politicologische theorieën (behavioralisme, rationele
keuzetheorie, neo-institutionalisme)
• de relatie tussen burger en politiek (politieke cultuur,
communicatie en participatie, verkiezingen, belangengroepen,
politieke partijen)
• politieke instituties (rechterlijke macht, wetgevende macht,
uitvoerende macht)
Daarnaast kunnen studenten
• de behandelde politicologische theorieën met elkaar contrasteren
en in verband brengen
• de behandelde politicologische theorieën toepassen op de
verschillende politicologische kenobjecten
• de politieke stelsels van de Verenigde Staten, het Verenigd
Koninkrijk, Frankrijk, Duitsland, Rusland, China en Nederland
op hoofdlijnen met elkaar vergelijken
Afgestudeerde bestuurskundigen zijn veelal werkzaam in of voor een
publieke organisatie waarbij zij opereren in een politieke omgeving.
Het is voor hen dan ook cruciaal om inzicht te krijgen in het politieke
proces en de werking van politieke instituties.
In deze cursus maak je daarom kennis met het vakgebied van de
Politicologie. De cursus biedt een systematisch overzicht van de
belangrijkste politicologische kernconcepten en de werking van
politieke instituties. Ook wordt uitgebreid ingegaan op de relatie
tussen burger en politiek, op de functies van politieke partijen en
belangenorganisaties, op het ontstaan van de natiestaat en haar
toekomst in het tijdperk van globalisering en op de rol van ideologie
in de politiek. De cursus zal worden verlevendigd door voorbeelden
119
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
Literatuur
120
uit de politieke actualiteit maar ook uit de politieke geschiedenis te
gebruiken. De Nederlandse politiek en haar instituties zullen worden
vergeleken met de politiek en instituties in landen als de Verenigde
Staten, Duitsland, Frankrijk, Rusland en China.
Nader bekend te maken.
PRE-MASTER BESTUURSKUNDE
Geschiedenis van de bestuurskunde
Cursuscode
EC
Opleidingen
Jaar
Periode
Tentamenvorm
Taal
Cursuscoördinator
Docent
Voorkennis
Keuzevak
Doelstellingen
MAN-BCU3021
6
Bestuurskunde
Ba 3
Blok 2
Schriftelijk tentamen
Nederlands
Goverde, prof. dr. H.J.M.
prof. dr. H.J.M. Goverde
Kernthema's van de Bestuurskunde
Nee
kennis van de ontwikkelingen bij de overheid en haar omgeving
Kennis van de raison d'etre van de overheid
Inzicht in de afweging van belangen door de overheid
kennis van de ontwikkeling van overheidsbeleid
kennis van de wisselwerking tussen overheids- semi overheids en
particuliere organisaties
Kennis van de verandering in bestuur, organisatie en beleid in een
historische context
Het kunnen identificeren van een probleem als een beleidsprobleem
en het kunnen analyseren van de rol van de overheid daarin.
Het kunnen identificeren van typen, toepassingsmogelijkheden en
populariteit van beleidsinstrumenten
Kennis van de ontwikkeling in het het denken over besluitvorming,
implementatie en dienstverlening
Cursusbeschrijving
In deze laatste cursus van de bachelor Bestuurskunde wordt
doorgenomen hoe het denken in de Bestuurskunde is veranderd. Het
gaat dan bijvoorbeeld om de rationale van de overheid en balans in
waarden, de ontwikkeling in de dienstverlening door de overheid, de
organisatie van het Openbaar bestuur, beleidsvoering (agendasetting,
besluitvorming, implementatie). Het geheel geeft een samenhangend
overzicht van de ontwikkeling van de theorievorming in de
Bestuurskunde en van Publieke Organisaties.
Nico Nelissen, Peter de Goede, Mark van Twist (2004), Oog voor
Openbaar Bestuur. Een beknopte geschiedenis van de Bestuurskunde,
's-Gravenhage: Elsevier / Reed Business Information
Robert B. Denhardt (2011), Theories of Public Organization, Boston:
Wadworth CENGAGE learning, International Edition, 6th edition.
Naast andere auteurs worden enkele hoofdstukken geselecteerd uit:
Jos C.N. Raadschelders, Government: A Public Administration
Perspective. M.E. Sharpe, 2003.
Literatuur
121
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
Project: vergelijkende analyse
Cursuscode
EC
Opleidingen
Jaar
Periode
Tentamenvorm
Taal
Cursuscoördinator
Docenten
Voorkennis
Keuzevak
Doelstellingen
Cursusbeschrijving
Literatuur
122
MAN-BPRO209
6
Bestuurskunde
Ba 2 en schakelprogramma
Blok 2
Groepspaper
Nederlands
Kruyen, dr. P.M.
dr. P.M. Kruyen, S.P. Overman, N. Dörrenbächer
Methoden van bestuurskundig onderzoek I
Nee
Na actieve participatie in deze cursus ben je in staat om in
groepsverband een (internationaal) vergelijkend bestuurskundig
onderzoek op te zetten en uit te voeren gebruikmakend van
kwantitatieve data. Specifiek leer je in de cursus om
• De mogelijkheden en problemen in verklarend en vergelijkend
onderzoek in de Bestuurskunde te (h)erkennen;
• Onderzoeksvragen, deelvragen en hypothesen te formuleren en te
onderbouwen met wetenschappelijke theorieën;
• Hypothesen te toetsen door gebruik te maken van
regressietechnieken;
• Een onderzoekspaper in groepsverband te schrijven;
• Een onderzoekspaper te presenteren en verdedigen.
In groepsverband schrijven groepen van 5 studenten een groepspaper
(± 20 pagina's, 5000 woorden) waarin zij verslag doen van een
zelfstandig uitgevoerd internationaal vergelijkend onderzoek.
Studenten worden begeleid door een team van docenten in
hoorcolleges, werkgroepen, practica, en wekelijkse feedbacksessies.
Daarnaast zijn er een tweetal aanvullende tutorials voor
schakelstudenten waarin zij leren wetenschappelijke teksten te
schrijven (vergelijkbaar met de cursus Academische Vaardigheden
voor de eerstejaars bestuurskundestudenten).
Het doel van het paper is om de trends op een bepaald beleidsterrein
tussen verschillende landen te verklaren gebruikmakend van
regressietechnieken. In het project dienen studenten uit te gaan van
een theoretisch kader dat dient als basis voor de te formuleren
probleemstelling. Dit kader moet leiden tot toetsbare hypotheses. De
studenten verzamelen zelf kwantitatieve gegevens met ten minste 200
observaties. Na de uitvoeringsfase wordt de cursus afgesloten met een
bijeenkomst waarin alle groepen eerst hun onderzoek presenteren.
Literatuur wordt beschikbaar gesteld via Blackboard.
PRE-MASTER BESTUURSKUNDE
Kosten en baten van het openbaar bestuur
Cursuscode
EC
Opleidingen
Jaar
Periode
Tentamenvorm
Taal
Cursuscoördinator
Docent
Voorkennis
Keuzevak
Doelstellingen
Cursusbeschrijving
MAN-BCU335
6
Bestuurskunde
Ba 2 en schakelprogramma
Blok 3
Schriftelijk tentamen
Nederlands
Kruijf, dr. J.A.M. de
dr. J.A.M. de Kruijf
Geen voorkennis vereist
Nee
• Kennis hebben en kunnen toepassen van de verschillende wijzen
waarop financiële administraties kunnen worden gevoerd. (OER
3c)
• Kennis hebben van de wijzen waarop organisaties in het publieke
domein hun administratie organiseren en de gevolgen van de
gemaakte keuzes kunnen duiden in hun relatie met de bekostiging
van de betrokken organisaties. (OER 2c, 2e, 3c)
• Inzicht hebben in de verschillende karakteristieken van door of
namens de overheid in enge zin geproduceerde diensten en de
gevolgen van die verschillen voor de vaststelling van de
begrotingen van de betrokken leveranciers en opdrachtgevers van
dienstverlening alsmede de gevolgen die daardoor kunnen
ontstaan in bekostiging van organisaties. (OER 2e, 5a, 8c)
• Inzicht hebben en kunnen toepassen van methoden en technieken
voor het nemen van investeringsbeslissingen alsmede de
gevolgen die dat heeft voor bekostiging en financiering van de
organisatie (OER 2e, 3c)
• Kennis hebben over en kunnen toepassen van instrumentarium
dat kan worden gebruikt voor de besturing van de interne
organisatie van (semi) publieke organisaties. (OER 2e, 5a, 8c)
• Kennis hebben van en kunnen beschrijven van het belang van
wet- en regelgeving rondom de besluitvormings- en
verantwoordingsprocessen bij begrotingen van organisaties in het
publieke domein (OER 2c, 2e, 5a, 8c)
• Kunnen duiden van de wijze waarop organisaties hun productie
kunnen organiseren en de gevolgen die de verschillende
organisatiewijzen hebben voor de rollen die partijen kunnen
innemen in het tot stand komen van de levering van diensten.
(OER 5a, 8c)
In deze cursus krijgen studenten een inleiding in publiek financieel
management en de implicaties die de keuze van bepaalde
beleidsinstrumenten kan hebben voor de inzet van schaarse middelen.
123
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
Literatuur
124
Na afloop van de cursus zijn studenten in staat om elementaire
financiële begrippen te hanteren, begrotingsprocessen in de
verschillende bestuurslagen en de daaraan gerelateerde organisaties te
begrijpen en de financiële implicaties van alternatieve
beleidsinstrumenten af te kunnen wegen en of te kunnen bijsturen.
Mol, N.P. (2008) Bedrijfseconomie voor de collectieve sector, 5e
druk, Bussum: Coutinho
Artikelen zoals vermeld op in studiehandleiding op Blackboard.
PRE-MASTER BESTUURSKUNDE
Binnenlands bestuur
Cursuscode
EC
Opleidingen
Jaar
Periode
Tentamenvorm
Taal
Cursuscoördinator
Docent
Voorkennis
Keuzevak
Doelstellingen
Cursusbeschrijving
Literatuur
MAN-BCU192
6
Bestuurskunde
Ba 1 en schakelprogramma
Blok 3
Schriftelijk tentamen en werkstuk
Nederlands
Tholen, dr. J.H.M.M.
dr. M.L. van Genugten
geen
Ja
De cursus beoogt:
• studenten inzicht te geven in de organisatie en inrichting van het
Nederlands openbaar bestuur;
• studenten kennis te laten maken met recente bestuurlijke
vernieuwingen en de debatten daarover;
• studenten kennis te laten maken met theorieën omtrent het
functioneren van binnenlands bestuur en hen in staat te stellen
zulke theorieën adequaat te benutten voor eigen onderzoek.
In deze cursus wordt de inrichting en het functioneren van
het binnenlands bestuur bekeken. Onze aandacht gaat daarbij
vooral uit naar de subnationale bestuurslagen, in het bijzonder het
lokaal en regionaal bestuur. Tevens besteden we aandacht aan
de maatschappelijke omgeving en het maatschappelijke middenveld
dat van invloed is op het functioneren van het binnenlands bestuur.
Tot slot plaatsen we het binnenlands bestuur in de context van
Europa. In elk college zullen ten aanzien van deze thema's de actuele
organisatie en inrichting worden besproken en actuele debatten,
normatieve theorieën en empirische theoriën aan de orde worden
gesteld.
Breeman, G.E., Noort, W.J. van, & Rutgers, M. (2012). De
bestuurlijke kaart van Nederland. Het openbaar bestuur en zijn
omgeving in nationaal en internationaal perspectief. Bussum:
Coutinho.
Derksen, W. & Schaap, L. (2010). Lokaal bestuur. Dordrecht:
Convoy.
125
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
Policy Cycle
Course code
EC
Study programmes
Year
Period
Examination
Language
Course Coordinator
Lecturer
Prerequisites
Optional Course
Objectives
Contents
126
MAN-BCU3017
6
Bestuurskunde, English Studyguide
Ba 2 and premaster program
quarter 3
Written exam
English
Resodihardjo, dr. S.L.
dr. S.L. Resodihardjo
No
After completion of this course, you will be able to
• Apply various policy theories (ranging from agenda-setting to
evaluation) to empirical cases
• Distinguish between different perspectives on agenda-setting,
policy-making, implementation, and evaluation and be aware of
how selecting a specific perspective will affect your analysis
• Critically reflect on the usefulness of existing theories and to
what extent these theories help us to understand reality
The focus of this course is on analysing, understanding, and
explaining complex policy processes. Questions to be answered in
this course include: Why does government pay attention to some
issues but not others? How is policy made? To what extent does
implementation of policy deviate from the wishes of policy makers?
And what happens during policy evaluations?
To answer these and other questions, we will use the phases of the
policy cycle to structure the course: the rise and decline of
government attention (agenda-setting phase), the creation of policy
(the decision-making phase), the problems encountered during the
execution of policies (implementation phase), and the assessment of
policies (evaluation phase).
This course is mandatory for BA, minor, and Pre-master's programme
students and is optional (elective course) for exchange students.
PRE-MASTER BESTUURSKUNDE
Methoden van bestuurskundig onderzoek II
Cursuscode
EC
Opleidingen
Jaar
Periode
Tentamenvorm
Taal
Cursuscoördinator
Docent
Voorkennis
Keuzevak
Doelstellingen
Cursusbeschrijving
Literatuur
MAN-BPRA201
6
Bestuurskunde
Ba 2 en Schakelprogramma
blokken 3 en 4
Schriftelijk tentamen + werkstuk. Beide onderdelen tellen voor 50%
mee. Beide onderdelen moeten met een voldoende worden afgerond.
Nederlands
Smeets, dr. S.
dr. S. Smeets
Onderzoeks- en Interventiemethodologie A.
Nee
Kennis, inzicht en vaardigheden in kwalitatieve methoden van
onderzoek, in het bijzonder de case-study. Dit betekent het
beargumenteerd ontwerpen van een case-study binnen een nonprofit organisaties, het oefenen van vaardigheden op het gebied van
interviewen, observeren en inhoudsanalyse van (beleids)documenten,
en de methodologische verslaglegging daarvan.
In dit vak wordt een verdieping aangebracht in kwalitatieve methoden
van onderzoek. Centraal staat de onderzoeksstrategie van de casestudy. De case-study combineert de belangrijkste kwalitatieve
methoden van dataverzameling, namelijk het open interview, de
(participerende) observatie en het verzamelen van documenten.
Deelnemers zullen een case-study onderzoek voorbereiden en
gedeeltelijk uitvoeren binnen een non profit organisatie. Doel is dat
studenten organisatieproblemen leren onderzoeken, door data te
verzamelen, hierop inhoudsanalyse toe te passen en daarvan een
methodologisch verslag uit te brengen. Het materiaal dat in deze
cursus wordt verzameld, kan ook gebruikt worden voor het schrijven
van een advies voor het vak Advisering en Interventie.
• George A.L. & Bennett (2004), A. Case Studies and Theory
Developmenet in the Social Sciences MIT Press Cambridge.
• Bleijenbergh, I (2013, Kwalitatief Onderzoek in organisaties
Boom Lemma, Den Haag
• Een verzameling van losse (online beschikbare) artikelen.
127
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
Management van het openbaar bestuur
Cursuscode
EC
Opleidingen
Jaar
Periode
Tentamenvorm
Taal
Cursuscoördinator
Docent
Voorkennis
Keuzevak
Doelstellingen
Cursusbeschrijving
128
MAN-BCU268
6
Bestuurskunde
Ba 1 en Schakelprogramma
Blok 4
Schriftelijk tentamen + werkstuk
Nederlands
Thiel, prof. dr. S. van
prof. dr. S. van Thiel
Geen.
Nee
Na afloop van dit vak kan een student:
• Een omschrijving geven van publiek management en in eigen
woorden specifieke kenmerken van het managen van publieke
organisaties (vergeleken met private organisaties) benoemen;
• De verschillende onderdelen van publiek management benoemen
(PIOFACH);
• Een groot aantal bedrijfsvoeringtechnieken benoemen en
uitleggen in eigen woorden (zoals BSC, TQM, BPR en SWOT);
• Verschillende organisatievormen voor publieke organisaties
onderscheiden en ontwerpen, inclusief vormen van
verzelfstandiging, PPS, privatisering, e.d.;
• Uitleggen wat New Public Management inhoudt en wat voor
veranderingen dat heeft gehad voor het management van publieke
organisaties in de USA en Nederland sinds begin jaren '80;
• Verschillende HRM instrumenten benoemen en hierover
adviseren aan publieke organisaties;
• In eigen woorden uitleggen wat een netwerkanalyse van een
beleidsnetwerk inhoudt, en deze ook uitvoeren;
• Verschillende theorieën over leiderschap en verandermanagement
in publieke organisaties herkennen en in eigen woorden
beschrijven; en
• Economische theorieën zoals eigendomsrechten-,
transactiekosten-, principaal-agent en resource dependency
theorie herkennen in eigen woorden uitleggen, en toepassen op
vraagstukken rondom publieke organisaties.
In deze inleiding over het management van publieke organisaties
komen de belangrijkste theorieën, trends en wetenschappelijke
inzichten aan bod, aangevuld met voorbeelden uit de actualiteit van
het openbaar bestuur. Zo wordt er aandacht besteed aan: verschillende
organisatiewijzen of -structuren van publieke organisaties (dichtbij of
verder weg van de overheid); personeelsmanagement en
verandermanagement; de invloed van de media en de politiek;
PRE-MASTER BESTUURSKUNDE
Literatuur
samenwerking tussen publieke organisaties in ketens, allianties en
netwerken; en de toepassing van bedrijfsvoeringstechnieken uit de
private sector zoals prestatiemanagement.
Rainey, H. (2014, 5e druk). Understanding and managing public
organizations. San Francisco, Jossey Bass.
Aanvullende artikelen (lijst wordt via Blackboard bekend gemaakt).
129
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
Project: advisering en organisatiegedrag
Cursuscode
EC
Opleidingen
Jaar
Periode
Tentamenvorm
Taal
Cursuscoördinator
Docent
Voorkennis
Keuzevak
Doelstellingen
Cursusbeschrijving
Literatuur
130
MAN-BPRO201
6
Bestuurskunde
Ba 2
Blok 4
Werkstuk en schriftelijk tentamen
Nederlands
Honingh, dr. M.E.
dr. M.E. Honingh
Nee
Aan het einde van deze cursus:
• ken je de belangrijkste fasen van een adviesproces;
• ken je de verschillende typen adviesaanvragen en de
verschillende rollen die een organisatieadviseur kan aannemen;
• ken en herken je een aantal patronen en veelvoorkomende
problemen in het gedrag van en in organisaties;
• ken je de belangrijkste benaderingen van advisering en
interventie;
• weet je aan welke voorwaarden een adviesrapport moet voldoen;
• heb je deze kennis en vaardigheden zelf toegepast op een actueel
organisatieprobleem.
Vroeg of laat krijgt een bestuurskundige in zijn of haar carrière te
maken met advisering. Dit kan zijn omdat er binnen de eigen
organisatie een adviesvraag leeft of omdat er een advies van hem of
haar verwacht wordt. In dit projectvak waarin advisering centraal
staat, gaan we in op de fasen van een adviestraject,
adviesvaardigheden, redenen om advies te vragen, rollen van
adviseurs, eisen die aan een goed advies gesteld worden en de
betekenis van de opdrachtgever-opdrachtnemer relatie in het
adviestraject.
Omdat sturen en beïnvloeden belangrijke aspecten zijn van
advisering, besteden we ook ruim aandacht aan organisatiediagnose
en organisatiegedrag. Want voordat het mogelijk is succesvol te
interveniëren is het noodzakelijk inzicht te hebben in de
eigenaardigheden van een organisatie.
• Caluwé, L. de en H. Vermaak (2010). Leren veranderen: Een
handboek voor de veranderkundige, Tweede geheel herziene
editie. Kluwer, Deventer.
• Een aantal artikelen uit actuele bundels en journals
(literatuur onder voorbehoud)
PRE-MASTER BESTUURSKUNDE
Inleiding recht (Bestuurskunde)
Cursuscode
EC
Opleidingen
Jaar
Periode
Tentamenvorm
Taal
Cursuscoördinator
Docent
Voorkennis
Keuzevak
Cursusbeschrijving
Literatuur
MAN-BCU228B
6
Bestuurskunde
Ba 1
blokken 3 en 4
Schriftelijk tentamen
Nederlands
Witpaard, mr. R.J.
mr. R.J. Witpaard
Geen.
Nee
Het doel van de cursus is het verwerven van basiskennis ten aanzien
van de grondslagen en de structuur van het Nederlandse
rechtssysteem. De cursus bestaat uit een aantal colleges met een
algemeen karakter. Daarnaast wordt ingegaan op het specifieke
karakter van de diverse rechtsgebieden. Uitgangspunt bij de
behandeling van de specifieke onderwerpen zal zijn dat het recht als
middel door de overheid gebruikt wordt om maatschappelijke
processen en ontwikkelingen te sturen.
Jaap Hage e.a., Recht, vaardig en zeker. Een inleiding in het recht
(vijfde druk, Boom juridische uitgevers, 2010) en Y.M. Visscher,
Praktisch Bestuursrecht (derde druk, Noordhoff Uitgevers, 2012).
Aanvullend en ondersteunend lesmateriaal wordt eventueel nog via
Blackboard bekendgemaakt.
131
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
5 Masteropleiding bestuurskunde
Nederlandstalige Master Bestuurskunde
Curriculum
Eerste semester
In het eerste semester van de master-opleiding Bestuurskunde ontwikkelen studenten
diepgaand overzicht van theorieën over de bestuurlijke werkelijkheid. Dit wordt gedaan in
vier pittige vakken, te weten:
• Bestuurskundige onderzoeksbenaderingen
• Evaluatie, toezicht & handhaving
• New Public Governance
• Bestuurlijke ethiek
De vakken zijn in blokvorm geroosterd, waardoor je gedurende vier weken zeer intensief met
een onderwerp bezig bent. De tentamens en papers volgen direct op de vakken, waardoor de
studielast goed over het jaar verspreid is. Dit zorgt voor een goede studeerbaarheid.
Het eerste jaar bestaat uit een mengvorm van werkvormen. Studenten lezen en bediscussiëren
klassieke werken, maar gaan ook heel concreet aan de slag met actuele cases, bijvoorbeeld
over de implementatie van beleid en goed bestuur. In de verschillende vakken wordt
stilgestaan bij de praktijk en oriëntatie op de arbeidsmarkt.
Tweede semester
Na het eerste semester specialiseren de sudenten zich in de richting Organisatie en
Management, Beleid en Advies of Besturen van Veiligheid. De specialisatiefase kent drie
onderdelen:
• Twee specialisatievakken, waarin het onderwerp van de specialisatie wordt verdiept;
• Een masterproject. De vorm van dit project is ofwel een stage, een tutorial, ofwel
participatie in onderzoek van stafleden. Nijmeegse masterstudenten lopen stage bij
uiteenlopende organisaties: zoals politiekorpsen, gemeenten, Rijksoverheid, instellingen
van de Europese Unie en adviesbureaus. Voorbeelden van masterprojecten (2010-2011)
zijn: Goed Bestuur en Onderwijs, Zorg en Markt en Blame Games, over de reacties van
overheidsactoren in crisissituaties.
• Een masterthesis waarin je verslag uitbrengt van een eigen onderzoek. Hierbij wordt de
student intensief begeleid door een van de stafleden, op het gebied van zijn/haar
expertise.
Specialisatie Beleid en Advies
Inhoud
Veel maatschappelijke problemen kunnen alleen opgelost worden door gericht ingrijpen van
een overheid. In die aanpak van problemen zijn overheidsdiensten soms succesvol. In andere
gevallen mislukt hun beleid; het loopt soms uit op een regelrecht fiasco. Om welk soort
probleem het ook gaat - milieuzorg, terrorismebestrijding, economische ontwikkeling en
132
MASTEROPLEIDING BESTUURSKUNDE
noem maar op - het is steeds van het grootste belang dat goed nagedacht wordt over de
ontwikkeling en de uitvoering van maatregelen.
De Specialisatie Beleid & Advies binnen de Master Bestuurskunde richt zich op vragen als:
Hoe onderzoek je de effectiviteit van bestaand beleid en hoe de haalbaarheid van nieuwe
voorstellen? Welke lessen kunnen we trekken uit eerdere beleidsfiasco's? Op welke manier
kunnen belanghebbenden optimaal betrokken worden bij de oplossing van problemen? Welke
manier van adviseren is de beste?
Onderwijsprogramma
In het eerste semester volg je een reeks cursussen die je een solide inzicht in bestuurskundige
theorievorming en onderzoek geven op masterniveau:
• Bestuurskundige onderzoeksbenaderingen
• Evaluatie, toezicht & handhaving
• New Public Governance
• Bestuurlijke ethiek
In het tweede semester volgt de verdieping. Je kunt dan de volgende vakken volgen mits je 12
ECTS aan mastervakken hebt behaald:
• Beleid en advies I
• Beleid en advies II
• Masterproject beleid en advies, waarin je middels een stage, tutorial of deelname aan een
onderzoeksproject binnen de vakgroep je eigen specialisatie verder ontwikkelt. De interne
projecten worden in het najaar opBlackboard gepubliceerd.
• Masterthesis beleid en advies, waarin je verslag uitbrengt over je eigen
afstudeeronderzoek. De richtlijnen worden op Blackboard gepubliceerd. Raadpleeg die
informatie.
Arbeidsmarkt
De masterspecialisatie Beleid & Advies leidt je op tot een academische professional die aan
de slag kan bij een breed scala aan werkgevers, zoals:
• De overheid, bijvoorbeeld Rijk, provincies, gemeenten, Europese Commissie
• Organisatie- of beleidsadviesbureaus
• Maatschappelijke organisaties, zoals woningcorporaties, vakbonden, cliëntenraden,
ziekenhuizen of belangengroepen
• Adviesorganen en denktanks, zoals de SER, Algemene Rekenkamer, of
wetenschappelijke bureaus van politieke partijen
Specialisatie Organisatie en Management
Inhoud
In de publieke sector (overheid en maatschappelijke organisaties) gaat het om het oplossen
van maatschappelijke problemen en het leveren van voorzieningen voor iedereen. Om dit
soort taken aan te kunnen werken de organisaties in de publieke sector met
hooggekwalificeerde mensen. Het is van het grootste belang dat de samenwerking binnen een
organisatie goed verloopt en dat de publieke middelen (belastinggeld!) daarbij zo effectief
mogelijk wordt ingezet. Dat vraagt om goed leiderschap, een adequate benutting van de
capaciteiten van medewerkers, optimale management van kennis en uitstekende
133
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
communicatie.
In de specialisatie Organisatie en Management van de Publieke sector binnen de Master
Bestuurskunde gaat het om vragen als: Wat zijn de verschillen tussen organisaties in de
publieke sector en bedrijfsleven en wat betekent dat voor het intern management? Welke
stijlen van leiderschap zijn effectiever in publieke organisaties? Wat zijn de sterke en zwakke
kanten van een marktgerichte aanpak in sectoren als onderwijs en zorg? Welke dilemma's
komt men tegen bij de introductie van vraagsturing in de publieke sector?
Onderwijsprogramma
In het eerste semester volg je een reeks cursussen die je een solide inzicht in bestuurskundige
theorievorming en onderzoek geven op masterniveau:
• Bestuurskundige onderzoeksbenaderingen
• Evaluatie, toezicht & handhaving
• New Public Governance
• Bestuurlijke ethiek
In het tweede semester volgt de verdieping. Je kunt dan de volgende vakken volgen mits je 12
EC aan mastervakken hebt behaald:
• Organisatie en management I
• Organisatie en Management II
• Masterproject organisatie en management, waarin je middels een stage, tutorial of
deelname aan een onderzoeksproject binnen de vakgroep je eigen specialisatie verder
ontwikkelt. In het najaar worden de interne projecten op Blackboard gepubliceerd.
• Masterthesis organisatie en management, waarin je verslag uitbrengt over je eigen
afstudeeronderzoek. De richtlijnen worden op blackboard gepubliceerd. Raadpleeg die
informatie.
Arbeidsmarkt
De specialisatie Organisatie en Management bereidt je voor op een managementfunctie in de
publieke sector. Als academisch professional kun je aan de slag bij gemeenten, provincies en
ministeries, bij maatschappelijke ondernemingen of nonprofit-organisaties zoals scholen en
ziekenhuizen.
Specialisatie Besturen van Veiligheid
Inhoud
De angst voor onveiligheid speelt een steeds belangrijkere rol in de samenleving. Voor het
openbaar bestuur is het vormgeven en uitvoeren van veiligheidsbeleid daarmee een kerntaak.
De organisatie van deze taak staat centraal in deze specialisatie.
Behandelde onderwerpen zijn: hoe is het gesteld met de daadwerkelijke fysieke
(on)veiligheid in Nederland? Hoe zijn vergunningverlening en toezicht in Nederland
georganiseerd? Hoe is de crisisbeheersing georganiseerd, en hoe kunnen we deze organisatie
beoordelen? Welke vaardigheden en processen komen kijken bij effectieve crisisbeheersing?
Onderwijsprogramma
In het eerste semester volg je een reeks cursussen die je een solide inzicht in bestuurskundige
theorievorming en onderzoek geven op masterniveau:
134
MASTEROPLEIDING BESTUURSKUNDE
•
•
•
•
Bestuurskundige onderzoeksbenaderingen
Evaluatie, toezicht & handhaving
New Public Governance
Bestuurlijke ethiek
In het tweede semester volgt de verdieping. Je kunt de volgende vakken volgen mits je 12
ECTS aan mastervakken hebt behaald:
• Besturen van veiligheid
• Masterproject besturen van veiligheid, waarin je middels een stage, tutorial of deelname
aan een onderzoeksproject binnen de vakgroep je specialisatie verder ontwikkelt. In het
najaar worden de interne projecten op Blackboard gepubliceerd.
• Masterthesis besturen van veiligheid, waarin je verslag uitbrengt over je eigen
afstudeeronderzoek. De richtlijnen worden op Blackboard gepubliceerd. Raadpleeg die
informatie.
Arbeidsmarkt
De specialisatie Besturen van Veiligheid (12 ECTS) bereidt je voor op een functie op het
terrein van veiligheid in de publieke sector. Als academisch professional met specialisatie in
veiligheid kun je aan de slag bij gemeenten, provincies en ministeries, bij maatschappelijke
ondernemingen, adviesbureaus of organisaties zoals brandweer en politie.
International Master's programmes COMPASS
Focus
Public administration is changing. Transnational institutions such as the UN, the EU, the
World Bank and the IMF have grown in importance. Decisions are increasingly made in
complex multi-governance systems. Policy problems are not the remit of a single
government, but often involve several tiers of government (local, regional, national,
transnational) and several types of actors (governments, non-profit organisations, businesses).
The public sector appears to be more and more fragmented.
This fragmentation of the public sector comes at a time when it faces a particularly difficult
set of problems. Economic and financial crises threaten the sustainability of systems and
institutions [C1] that were previously taken for granted. Social and demographic changes,
such as ageing and shrinking populations, have made existing social policies and public
programmes controversial. New technologies have radically changed the risks that we face
and how we perceive them. Of course, this has implications for the required training and
skills of those who wish to work in the public sector and make a change for the better.
The Public Administration degree programmes at Radboud University Nijmegen have been
specifically designed to address the issues faced by young professionals in public
administration today and to impart the necessary skills.
135
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
What makes the Nijmegen programme distinctive?
Comparative focus: The courses address themes of current significance to public
administration in Europe and elsewhere, drawing on experiences from different countries and
teaching the analytical skills that are at the basis of effective solutions for the public sector.
Small-scale, interactive teaching: We believe that a personal approach can only be achieved
by limiting the numbers of students and using interactive teaching methods that allow
students to actively shape the meetings.
Room for individual specialization: For all students, there is room in the programme to
choose elective courses as well as the topic of the Master's thesis. This allows them to
develop their own profile and strengthen their career prospects.
Close links with research: Classes are taught by experts in comparative Public
Administration. This ensures a close link between teaching and research.
Structure of the Programme
The international Master's programmes in Public Administration offered at the Nijmegen
School of Management allow students to choose and compile a programme that fits their
needs and professional ambitions.
• 1-year programme COMPASS. In its shortest version, the programme consists of a single
year, for which an MSc will be awarded.
• 1.5-year programme COMPASS. Students can optionally add a foreign exchange
semester to their programme.
Contents of the Programme
1-year programme COMPASS: Comparative Public Administration
(available from academic year 2013-2014)
Course
ECs
Semester 1
30
Policy Reform
6
Multi-Level Governance
6
Challenges to the 21th Century Representative
6
Europeanization
6
Advanced Research Methods
6
Semester 2
30
The Politics of Reform
6
Elective or Internship
6
Master's thesis
18
In this programme, students take a semester of mandatory courses, followed by a semester of
specialization.
136
MASTEROPLEIDING BESTUURSKUNDE
Module 1: Comparative Public Administration (Radboud University Nijmegen)
The semester consist of two components:
1. Advanced general courses that refine the analytical skills necessary for an international and
comparative orientation (Policy Reform, Advanced Research Methods).
2. Courses that specifically address the issue of the interaction between different levels of
administration: international, national and regional. What are the implications when policy
risks and issues are dispersed across different levels of administration? What happens when
national administrations lose competencies to international bodies?
Module 2: Thesis semester
Students can choose 12 ECs of electives from all courses offered by the Nijmegen School of
Management (www.ru.nl/fm/imo/incoming_students/studying_at_the_nsm/), Radboud
University Nijmegen and any other university in the Netherlands. Alternatively, students can
take an internship/practical training programme, under the supervision of the university. The
thesis is personally supervised by a member of the Faculty.
1.5-year programme COMPASS: Comparative Public Administration
(available from academic year 2013-2014)
Course
ECs
Semester 1
30
Policy Reform
6
Multi-Level Governance
6
Challenges to the 21th Century Representative
6
Europeanization
6
Advanced Research Methods
6
Semester 2
30
Electives
30
Semester 3
30
Electives or Internship
12
Master's thesis
18
Module 1: Comparative Public Administration (Radboud University Nijmegen)
The semester consist of two components:
1. Advanced general courses that refine the analytical skills necessary for an international and
comparative orientation (Policy Reform, Advanced Research Methods).
2. Courses that specifically address the issue of the interaction between different levels of
administration: international, national and regional. What are the implications when policy
risks and issues are spread across different levels of administration? What happens when
national administrations lose competencies to international bodies?
Module 2: Exchange semester (partner university)
Students can choose from a wide range of partner universities in Europe and elsewhere
(www.ru.nl/fm/imo/outgoing_students/where_can_i_go/go-abroad-students/agreements-per-
137
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
field/?PagClsIdt=5485776#PagCls_5485776). Students can compile their own programmes,
subject to approval by the Erasmus Coordinator.
Module 3: Thesis semester
Students can choose 12 ECs of electives from all courses offered by the Nijmegen School of
Management, Radboud University Nijmegen and any other university in the Netherlands.
Alternatively, students can take an internship/practical training programme, under the
supervision of the university. The thesis is personally supervised by a member of the faculty.
Practical Information
1-year programme COMPASS: Comparative Public Administration
Diploma: COMPASS single degree (MSc from Radboud University Nijmegen)
Tuition fee: €1,771 per year (subject to annual indexation).
If you have any questions, please contact [email protected].
1.5-year programme COMPASS: Comparative Public Administration
Diploma: COMPASS single degree (MSc from Radboud University Nijmegen). Courses
taken at a university abroad will be listed on the diploma.
Tuition fee: €1,771 per year (subject to annual indexation).
If you have any questions, please contact [email protected].
Admission requirements
Entrants must have a previous education that includes an academic Bachelor´s degree (BA or
BSc) in Public Administration. Applicants with a Bachelor´s degree in Public Administration
from one of the IMPACT universities (Radboud University Nijmegen, Corvinus University
Budapest, University of Ljubljana) will be admitted automatically to the programmes.
Entrants from other universities and/or with a background in another social science (e.g.
Sociology, Political Science, Economics) can request admittance from the Examining Board.
To ensure that students have sufficient knowledge of Public Administration or methodology
upon admission, the Examining Board may decide that they should first complete additional
components from the Bachelor's programme: extra courses, a minor or a one-year preMaster's programme.
Entrants to all programmes must have good proficiency in English because this will be the
sole language of instruction and examination.
Application deadlines and procedure
The procedure differs, depending on your background and the programme.
COMPASS
• Students from outside the European Union must submit in their application by 1 February
of the calendar year in which they wish to participate in the programme.
• Students from within the European Union, but outside the Netherlands, must submit in
their application by 1 May.
• Students with a Bachelor's degree in Public Administration or Political Science from
Radboud University Nijmegen or another university in the Netherlands are admitted
138
MASTEROPLEIDING BESTUURSKUNDE
automatically and are not required to submit an application. They can register directly
through Studielink.
• Students from the Netherlands with a different previous education must submit their
application by 1 August at the latest.
Al applicants are required to submit digital copies of their lists of marks and diplomas to
[email protected]. In individual cases, we may request additional information, such as
personal references.
Cursusbeschrijvingen van de masteropleiding / course
descriptions
Bestuurlijke ethiek
Cursuscode
EC
Opleidingen
Jaar
Periode
Tentamenvorm
Taal
Cursuscoördinator
Docenten
Voorkennis
Keuzevak
Doelstellingen
Cursusbeschrijving
Literatuur
MAN-MBK029
6
UCM-DO, Bestuurskunde
Ma 1
Blok 2
Schriftelijk tentamen + werkstuk.
Nederlands
Tholen, dr. J.H.M.M.
dr. J.H.M.M. Tholen, dr. M.J. Becker
Toelating tot Masteropleiding Bestuurskunde.
Nee
Zie Cursusbeschrijving
In deze cursus raakt de student vertrouwd met de centrale vragen en
de theorievorming op het gebied van de bestuurlijke ethiek. Het gaat
daarbij om de centrale tradities in de wijsgerige ethiek (utilisme,
deontologie en deugdethiek) en hun toepassingen op de terreinen van
beleid, bestuur en organisatie. Na deze cursus is de student zelf in
staat een ethische analyse te beoordelen of zelf uit te voeren omtrent
belangrijke aspecten van beleid, bestuur of organisatie van het
openbaar bestuur.
Nader bekend te maken
139
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
Evaluatie, toezicht & handhaving
Cursuscode
EC
Opleidingen
Jaar
Periode
Tentamenvorm
Taal
Cursuscoördinator
Docenten
Voorkennis
Keuzevak
Doelstellingen
Cursusbeschrijving
Literatuur
140
MAN-MBK038
6
Bestuurskunde
Ma 1
Blok 1
Schriftelijk tentamen + werkstuk.
Nederlands
Mastenbroek, dr. E.
dr. E. Mastenbroek, dr. J.A.M. de Kruijf
Erkende toegang tot de masteropleiding bestuurskunde.
Nee
Na deze cursus kun je zelf een eenvoudige proces- en productevaluatie van beleidsinterventies uitvoeren. Daartoe heb je kennis van
de structuur van beleid,de verschillende soorten evaluatie-onderzoek
opgedaan, die je verbindt met inzichten in de laatste fasen van het
beleidsproces (naleving, toezicht, handhaving en werking van beleid).
Hiernaast kun je een oordeel vormen van de kwaliteit van concrete
beleidsevaluaties.
Dit vak gaat in op het verschil tussen beleid op papier en beleid in de
praktijk. De vraag staat centraal met welk doel, door wie en hoe
beleid wordt geëvalueerd en wat daarbij de belangrijkste criteria zijn.
In dit vak wordt deze vraag beantwoord voor de laatste fasen van het
beleidsproces: naleving, handhaving, toezicht en werking van beleid.
Studenten leren om op basis van theoretische kennis over deze fasen
evaluaties vorm te geven. Vervolgens oefenen zij met het evalueren
van deze fasen van het beleidsproces aan de hand van concrete
technieken.
Swanborn, P.G. (2007), Evalueren. Het ontwerpen, begeleiden en
evalueren van interventies: een methodische basis voor evaluatieonderzoek [Tweede druk]. Amsterdam: Boom Onderwijs.
Overige literatuur (artikelen en rapporten) wordt voor aanvang van
het vak bekend gemaakt.
MASTEROPLEIDING BESTUURSKUNDE
New Public Governance
Cursuscode
EC
Opleidingen
Jaar
Periode
Tentamenvorm
Taal
Cursuscoördinator
Docenten
Voorkennis
Keuzevak
Doelstellingen
Cursusbeschrijving
MAN-MBK024A
6
Bestuurskunde
Ma 1
Blok 1
Schriftelijk tentamen + werkstuk
Nederlands
Brandsen, prof. dr. T.
prof. dr. T. Brandsen, dr. M.E. Honingh
Erkende toegang tot de masteropleiding bestuurskunde.
Nee
Aan het einde van deze cursus kunnen studenten:
• Op basis van in de colleges aangereikte theorievorming
reflecteren op de uitwerking van beleid in de praktijk van publiek
management.
• Factoren opsommen die op verschillende niveaus van belang zijn
voor succesvol publiek management.
• Onderscheid kunnen maken tussen nieuwe en oude vormen van
en zienswijzen op publiek management.
• Op basis van eerdere studies naar de uitwerking en gevolgen van
beleids- en organisatie-interventies kritisch reflecteren op actuele
organisatievraagstukken.
• De opgedane inzichten en vaardigheden in een individueel te
maken werkstuk toepassen op een actueel vraagstuk.
In de bachelor bestuurskunde is aandacht besteed aan klassieke
theorieën en vraagstukken in de bestudering van publiek
management. In de master constateren we, dat er reden is om deze
traditionele zienswijzen kritisch te benaderen. De traditionele
invulling van publiek management én de rol van bestuurskundige
kennis staan onder druk van nieuwe inzichten en ontwikkelingen.
Na een periode, waarin een planmatig perspectief op de samenleving
werd verondersteld, met de overheid als sturende partij, wordt in de
theorievorming steeds meer nadruk gelegd op het plurale karakter van
de publieke sector. Niet alleen overheden, maar ook marktpartijen,
non-profit organisaties en gemeenschappen spelen een rol in de
oplossing van maatschappelijk problemen. Publiek management richt
zich daarmee niet meer exclusief op de interne organisatie van de
overheid, maar ook op netwerkrelaties met andere partijen. Dit wordt
verwoord in de term 'New Public Governance'.
Door die ontwikkeling is het belangrijk nog eens te kijken naar de
centrale concepten in de bestudering van publiek management. Wat
betekenen begrippen als 'organisatie', 'management', 'professional' en
'participatie' in deze context? Twee soorten vragen komen daarbij
141
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
Literatuur
142
naar voren:
a. Wat is de sociale identiteit van de verschillende actoren in New
Public Governance? De rollen en mogelijkheden van managers,
professionals en burgers worden niet alleen gevormd door hun
formele taken, maar ook door de veranderende positie van publieke
organisaties en maatschappelijke ontwikkelingen. Publiek
management kan niet los van deze bredere context worden
bestudeerd.
b. Vanuit welk cognitief en normatief perspectief kijken we?
Accepteren we dat de publieke sector pluraal is en dat overheden
daarin geen centrale en eenduidige rol hebben, dan moeten we ook
een pluraliteit aan perspectieven erkennen en niet één dominant
perspectief opleggen. Het boek van Scott laat zien, hoe rampzalig de
ontkenning van deze pluraliteit op macro-niveau kan uitwerken.
Dezelfde soort processen spelen ook op het niveau van organisatie en
management. Wetenschappers en adviseurs (waaronder
bestuurskundigen) gaan daarbij niet vrijuit: ook zij lopen het risico,
een eenzijdig perspectief uit te dragen.
Om deze vraagstukken goed uit te lichten wordt de praktijk van
publiek management theoretisch benaderd vanuit twee metaperspectieven:
1. Een relationeel perspectief. Hierin wordt gekeken naar de relaties
tussen verschillende typen actoren in de praktijk van publiek
management: overheid - management, management professionals, professionals - burgers. In de colleges en literatuur
wordt aandacht besteed aan de theorievorming rond deze
deelthema's.
2. Een sectoraal perspectief. Dit richt de aandacht op de onderlinge
verwevenheid en complexiteit van de relaties tussen overheid,
management, professionals en burgers. Daarbij wordt specifiek
gekeken naar de sectoren onderwijs en wonen, twee van de
sectoren die centraal staan in het Nijmeegse bestuurskundig
onderzoek.
In de werkgroepbijeenkomsten zullen de studenten in groepen werken
aan enkele casus om de in de colleges besproken theorieën,
analyseniveaus en benaderingen, toe te passen en nader te verkennen.
Wordt vooraf bekend gemaakt.
MASTEROPLEIDING BESTUURSKUNDE
Bestuurskundige onderzoeksbenaderingen
Cursuscode
EC
Opleidingen
Jaar
Periode
Tentamenvorm
Taal
Cursuscoördinator
Docenten
Voorkennis
Keuzevak
Doelstellingen
Cursusbeschrijving
Literatuur
MAN-MBK020
6
Bestuurskunde
Ma 1
blokken 1 en 2
Schriftelijk tentamen en werkstuk
Nederlands
Tholen, dr. J.H.M.M.
dr. J.H.M.M. Tholen, prof. dr. S. van Thiel
Toegelaten zijn tot de Masteropleiding Bestuurskunde
Nee
• kennis van centrale wetenschapsfilosofische posities omtrent
zekere kennis, wetenschappelijke vooruitgang en normativiteit in
wetenschap en vaardigheid om daarin zelf beredeneerd een
positie in te nemen
• kennis van verschillende opvattingen omtrent de taak van de
bestuurskunde en de vaardigheid om daarin zelf een beredeneerde
positie in te nemen
• kennis van de verschillende onderzoeksbenaderingen binnen de
bestuurskunde en de vaardigheid om zelf onderzoeksontwerpen in
lijn met die verschillende benaderingen te ontwikkelen of
bestaande onderzoeken kritisch te beoordelen.
In deze cursus gaat het om de vraag: wat betekent het precies om
bestuurskundig onderzoek te verrichten? Achter deze vraag liggen
kwesties als: Welke soorten kennis van bestuur zijn er mogelijk?
Verschilt wetenschappelijke kennis van andere kennis over bestuur,
en zo ja hoe dan? Welke eisen van wetenschappelijkheid zijn er en
wat is de grond van deze eisen? Welke rol kan en behoort een
bestuurskundige eigenlijk in te nemen in bestuur en beleid? Is
wetenschappelijke onafhankelijkheid of neutraliteit mogelijk en nodig
of is juist een bepaald engagement gepast?
Je krijgt in deze cursus een overzicht van de verschillende
onderzoeksbenaderingen binnen de bestuurskunde, je leert die
benaderingen zelf toepassen, maar je leert ook welk kennisideaal aan
deze benaderingen ten grondslag ligt. Het gaat in deze cursus om
kennisverwerving rond deze onderwerpen, maar ook om het leren
deze zelfstandig te gebruiken voor de ontwikkeling van eigen
onderzoek of de kritische beoordeling van onderzoek van anderen.
Nader bekend te maken
143
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
Beleidsonderzoek & advies I
Cursuscode
EC
Opleidingen
Jaar
Periode
Tentamenvorm
Taal
Cursuscoördinator
Docent
Voorkennis
Keuzevak
Doelstellingen
MAN-MBK036A
6
Bestuurskunde
Ma 1
Blok 3
Schriftelijk tentamen + werkstuk
Nederlands
Resodihardjo, dr. S.L.
dr. S.L. Resodihardjo
Toegelaten tot de Masteropleiding Bestuurskunde.
Nee
Na het volgen van dit vak, zullen studenten
• Een nog beter zicht hebben op het beleidsproces;
• Bekend zijn met state of the art literatuur op dit gebied;
• Vaardiger zijn in het begrijpen hoe de weerbarstige realiteit van
beleidsprocessen in elkaar steekt;
• In staat zijn om de nieuwe inzichten toe te passen om een
wetenschappelijk gefundeerd advies te kunnen schrijven.
Cursusbeschrijving Het ontwikkelen, besluiten over, en implementeren van beleid is een
complexe zaak. In het onderwijs in de Bachelor en Master
Bestuurskunde zijn al veel cursussen geweest waarin dit soort processen
aan de orde kwamen. Te beginnen bij het Beleidsproject en eindigend
met de cursus Implementatie en Evaluatie. In de Masterspecialisatie
"Beleid en Advies" wordt de kennis verder uitgebreid. Studenten
verdiepen hun theoretische kennis en doen praktische kennis op op het
gebied van beleidsanalyse en advisering. Dit wordt bereikt door
studenten niet alleen state of the art literatuur te laten lezen, maar ook
door studenten deze literatuur tijdens de bijeenkomsten toe te laten
passen op verschillende cases. Deze link met de realiteit (die ervoor
zorgt dat studenten hun analytisch vermogen kunnen verbeteren) komt
nog sterker naar voren in hun paper waarin zij, op basis van de
opgedane theoretische en empirische inzichten, een advies dienen te
schrijven.
Tijdens B&AI wordt gefocust op de rol die probleemdefinities spelen
binnen het vormen van beleid. Actoren kunnen problemen anders
definiëren. Door gebruik te maken van verschillende tactieken, proberen
deze actoren binnen het debat steun te verwerven voor hun
probleemdefinitie. Immers, de probleem definitie die wint bepaalt niet
alleen wat het probleem is en wat de oorzaken daarvan zijn, maar ook
wat de oplossing is die bij dat probleem hoort. Tijdens het vak zal
ingegaan worden op onder meer wat een probleem definitie is, welke
tactieken er gebruikt kunnen worden en welke rol de media in dit alles
speelt.
Literatuur
Er worden hoofdstukken uit boeken en artikelen gebruikt die studenten
zelf kunnen opzoeken en kopiëren danwel printen. Een overzicht van de
literatuur zal t.z.t. op Blackboard verschijnen.
144
MASTEROPLEIDING BESTUURSKUNDE
Beleidsonderzoek & advies II
Cursuscode
EC
Opleidingen
Jaar
Periode
Specialisatie
Tentamenvorm
Taal
Cursuscoördinator
Docent
Voorkennis
Keuzevak
Doelstellingen
Cursusbeschrijving
Literatuur
MAN-MBK036B
6
Bestuurskunde
Ma 1
blokken 3 en 4
Beleid en Advies
Schriftelijk tentamen en werkstuk
Nederlands
Zwaan, dr. P.J.
dr. P.J. Zwaan
Toelating tot de Master Bestuurskunde, of (onder voorwaarden)
toelating tot de Master Planologie, Milieumaatschappijwetenschappen
of Human Geography.
Ja
Na het volgen van dit vak zullen studenten in staat zullen zijn om:
• de "state of art" literatuur over de relatie tussen beleid,
wetenschap en burgers te reproduceren en te contrasteren;
• deze literatuur toe te passen op concrete casuïstiek, specifiek op
complexe beleidsprocessen in het ruimtelijk domein;
• de mogelijke spanningen die er bestaan tussen de toenemende
invloed van burgers in het beleidsproces enerzijds, en de
traditionele ideeën over (wetenschappelijke) kennis in beleid en
representatieve democratie anderzijds te beschrijven, verklaren
en/of herkennen; en op basis hiervan
• een proces-architectuur voor een beleidsproces te ontwerpen en
hierover te adviseren.
Het ontwikkelen, besluiten over, en implementeren van beleid is een
complexe zaak. In het onderwijs in de Bachelor en Master
Bestuurskunde zijn al veel cursussen geweest waarin dit soort
processen aan de orde kwamen. Te beginnen bij het Beleidsproject en
eindigend met de cursus Implementatie en Evaluatie. In de
Masterspecialisatie "Beleid en Advies" wordt de kennis verder
uitgebreid. Studenten verdiepen hun theoretische kennis en doen
praktische kennis op op het gebied van beleidsanalyse en advisering.
In de Cursus "Beleidsonderzoek en Advies II" gaan we in op de
toenemende betrokkenheid van burgers en andere partijen in het
beleidsproces. Hoe hun inbreng en kennis zich verhoudt tot
traditionele ideeën over de rol van (wetenschappelijke) kennis in
beleid en de representatieve democratie, en de wijze waarop hiermee
kan worden omgegaan staat centraal.
Er worden verschillende boekhoofdstukken en artikelen gebruikt. Een
overzicht van de literatuur zaal tzt op Blackboard verschijnen.
145
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
Masterproject beleid & advies
Cursuscode
EC
Opleidingen
Jaar
Periode
Tentamenvorm
Taal
Cursuscoördinator
Docenten
Voorkennis
Keuzevak
Doelstellingen
Cursusbeschrijving
Literatuur
146
MAN-MBK037
6
Bestuurskunde
Ma 1
Blok 3
Werkstuk
Nederlands
Resodihardjo, dr. S.L.
dr. S.L. Resodihardjo, dr. C.J. Lako
Toelating tot de MA-opleiding Bestuurskunde. Studenten dienen
tevens minimaal 12 EC aan mastervakken te hebben gehaald om deel
te kunnen nemen aan het project en de thesis.
Nee
In het Masterproject kunnen studenten op uiteenlopende manieren
hun zelfgekozen specialisme verder ontwikkelen. Voor alle
invullingen van het Masterproject geldt dat het ten doel heeft voor te
bereiden op de Masterthesis.
In het Masterproject kunnen studenten op uiteenlopende manieren
hun zelfgekozen specialisme verder ontwikkelen. De volgende
invullingen zijn denkbaar:
• een externe stage. Van studenten verwachten we dat ze minstens
eenmaal in hun opleiding een relevante stage hebben gedaan. Dat
kan in het derde jaar van de bacheloropleiding, maar ook tijdens
het masteropleiding. Twee externe stages (dus zowel een in de
BA als een in de MA) kan natuurlijk ook.
• onderzoeksparticipatie. De Bestuurskunde docenten zullen aan
het begin van het jaar aangeven in welk onderzoek dat ze dat jaar
zelf verrichten studenten kunnen participeren. De manieren van
participatie kunnen verschillen. Het kan om dataverzameling
gaan, om dataverwerking of bijvoorbeeld een voorbereidende
literatuurstudie. Dit alles in overleg met en onder (bege)leiding
van de betreffende docent.
In overleg met de begeleidend docent
MASTEROPLEIDING BESTUURSKUNDE
Masterthesis beleid & advies
Cursuscode
EC
Opleidingen
Jaar
Periode
Tentamenvorm
Taal
Cursuscoördinator
Docenten
Voorkennis
Keuzevak
Doelstellingen
Cursusbeschrijving
Literatuur
MAN-MTHBKBA
18
Bestuurskunde
Ma 1
blokken 3 en 4
Werkstuk.
Nederlands
Resodihardjo, dr. S.L.
dr. S.L. Resodihardjo, dr. C.J. Lako
Toelating tot de masteropleiding bestuurskunde. Studenten dienen
tevens minimaal 12 EC aan mastervakken te hebben gehaald om deel
te kunnen nemen aan het project en de thesis.
Nee
Het laatste onderdeel van het MA-curriculum is het uitvoeren van een
meestersproef. De MA-scriptie heeft het karakter van een
wetenschappelijke, op empirisch onderzoek en/of literatuurstudie
gebaseerde verhandeling.
De voornaamste doelstelling van de scriptie is dat de student blijk
geeft van haar of zijn vaardigheid in
• het formuleren en oplossen van een bestuurs en/of
beleidswetenschappelijk probleem
• het rapporteren over de gevolgde werkwijze, resultaten en
conclusies.
De scriptie wordt gebruikt ter beoordeling van de wijze waarop de
student de tijdens de studie verworven kennis, inzichten en
vaardigheden weet te benutten.
Scripties kunnen gebaseerd zijn op onderzoek van uiteenlopend
karakter waarbij in algemene zin onderscheid kan worden gemaakt
tussen beschrijvend, verklarend, toetsend of evaluatief onderzoek,
verbonden met voor dat type onderzoek specifieke methodischtechnische vereisten. In het algemeen is een onderzoek van het
beschrijvende type, wanneer de onderzoeker zich ten doel stelt
uitspraken te doen over de mate waarin een verschijnsel voorkomt,
over zijn geografische en sociale variatie en over de typische vormen,
die het aanneemt. Streeft de onderzoeker naar het opsporen van de
waarschijnlijke oorzaken van een verschijnsel, dan impliceert die
doelstelling een verklarend onderzoekstype. Heeft hij een scherp
omschreven veronderstelling omtrent de mate, waarin een bepaalde
factor het verschijnsel teweegbrengt of omtrent de mate, waarin het
een bepaald gevolg heeft, dan vloeit uit de doelstelling een toetsend
onderzoek voort (naar E. Vercruijsse, Het ontwerpen van een
sociologisch onderzoek, 1966.) Bij evaluatief onderzoek stelt de
onderzoeker zich ten doel bepaald handelen te beoordelen op basis
van een beargumenteerd beoordelingskader. Zie verder de
masterthesisvereisten zoals gepubliceerd op Blackboard.
In overleg met begeleider
147
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
Organisatie & management I
Cursuscode
EC
Opleidingen
Jaar
Periode
Tentamenvorm
Taal
Cursuscoördinator
Docenten
Voorkennis
Keuzevak
Doelstellingen
Cursusbeschrijving
148
MAN-MBK034A
6
Bestuurskunde
Ma 1
Blok 3
Werkstuk (50%) en tentamen (50%). Beide onderdelen dienen te
worden afgesloten met minimaal een 5,5 om de cursus succesvol te
kunnen afronden.
Nederlands
Kruyen, dr. P.M.
dr. P.M. Kruyen, R.B. Bouwman
Erkende toegang tot de master.
Nee
Na afloop van deze cursus ben je in staat een praktisch en
wetenschappelijk gefundeerd advies te geven over de aanpak van
uitdagende arbeids- en organisatievraagstukken in de complexe,
dynamische wereld van het openbaar bestuur.
In het bijzonder kun je na afloop van de cursus
• Effecten van maatschappelijke ontwikkelingen op (gewenst)
ambtelijke gedrag benoemen en voorspellen;
• Een eigen visie op arbeids- en organisatievraagstukken in het
openbaar bestuur onder woorden brengen;
• Inzicht in moderne organisatiemodellen, HRM-instrumenten en
managementstijlen; en hun impact op houding, gedrag, en
prestaties van ambtenaren begrijpen, bekritiseren, en toepassen;
• Surveyonderzoek op het terrein van arbeids- en
organisatievraagstukken begrijpen, bekritiseren, en toepassen;
• Een wetenschappelijk-gefundeerd advies op overtuigende wijze
presenteren aan een vriendelijk en vijandig publiek.
Hoe kunnen ambtenaren het beste worden gemanaged? Dagelijks
worden overheidsmanagers geconfronteerd met complexe arbeids- en
organisatievraagstukken (a&o-vraagstukken). Hoe de werkomgeving
zo in te richten dat werknemers gemotiveerd blijven? Wat zijn de
voor- en nadelen van het stimuleren van meer diversiteit? Hoe om te
gaan met gepeste collega's? Hoe wervings- en selectieprocedures zo
in te richten dat de meest geschikte personeelsleden worden
binnengehaald? En in hoeverre leiden allerlei HRM-instrumenten
inderdaad tot betere prestaties?
Waar overheidsmanagers in het verleden a&o-kwesties nog konden
negeren of doorschuiven naar de personeelsadministratie, wordt
tegenwoordig van overheidsmanagers verwacht dat zij integraal
aandacht hebben voor deze vraagstukken. Een manager die in staat is
om a&o-kwesties succesvol aan te pakken slaagt erin haar organisatie
MASTEROPLEIDING BESTUURSKUNDE
Literatuur
overeind te houden ten tijde van interne (overheid) en externe
(maatschappelijke) veranderingen, zoals bezuinigingen,
veranderingen in taakstellingen, technologische ontwikkelingen,
arbeidsmarktfluctuaties, en de groeiende rol van mondige burgers.
Om zinnige uitspraken te kunnen doen over ambtelijke management
is het echter noodzakelijk om eerst expliciet te maken welk gedrag
wij eigenlijk van ambtenaren verwachten. Is de ideale ambtenaar
vooral een volgzame beleidsuitvoerder of zien wij liever een
ambtenaar die als zelfstandig entrepreneur aan de slag gaat? Het is
niet alleen belangrijk dat je in staat bent om te analyseren hoe
verschillende interne en externe ontwikkelingen ons ideaalbeeld van
ambtenaren en hun dagelijkse praktijk beïnvloeden, maar ook dat je
een eigen onderbouwde visie ontwikkelt.
In deze cursus ga je aan de slag met een concreet a&o-vraagstuk uit
de praktijk van het openbaar bestuur. Gebruikmakend van state-ofthe-art managementliteratuur, kwantitatieve surveydata, en
ondersteund door je medestudenten, docenten, en practitioners is het
aan jou om tot een praktisch en gefundeerd advies te komen. Een
actieve en kritische houding tijdens de hoorcolleges, werkgroepen, en
practica is vereist. De cursus wordt afgesloten met een tentamen en
een (gesimuleerde) heisessie waar alle ideeën worden gepitched.
• Steijn, B., & Groeneveld, S. (red) (2013). Strategische HRM in de
publieke sector. Assen: Koninklijke Van Gorcum (2e herziene
editie).
• Digitale reader via Blackboard met state-of-the-art literature op
het gebied van arbeids- en organisatiepsychologie en strategische
HRM (in de publieke sector).
149
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
Organisatie & management II
Cursuscode
EC
Opleidingen
Jaar
Periode
Tentamenvorm
Taal
Cursuscoördinator
Docenten
Voorkennis
Keuzevak
Doelstellingen
Cursusbeschrijving
150
MAN-MBK034B
6
Bestuurskunde
Ma 1
Blok 4
Schriftelijk tentamen + werkstuk.
Nederlands
Genugten, dr. M.L. van
dr. M.L. van Genugten, dr. C.J. Lako, drs. J.H. de Baas
Erkende toegang tot de master
Nee
Aan het einde van deze cursus:
• hebben studenten kennis van theorieën over en perspectieven op
de verschuivingen van government naar governance en de
implicaties hiervan voor organisaties en voor de verhouding
tussen organisaties op drie deelterreinen, te weten zorg,
netwerken en lokale publieke taken;
• kunnen studenten aan de hand van deze theorieën en
perspectieven actuele verschuivingen en de implicaties hiervan
kritisch analyseren en hierop reflecteren;
• kunnen studenten deze kennis toepassen in een onderzoeksofferte
die zij moeten schrijven in het kader van een fictief
offerteverzoek.
Organisatie & Management II is de tweede specialisatiecursus binnen
de masterspecialisatie Organisatie & Management. In deze cursus
staat de vraag centraal wat de implicaties zijn van recente
verschuivingen voor de onderlinge verhouding tussen organisaties die
verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van publieke taken. We
richten ons met name op de verschuivingen naar meer marktwerking,
vraagsturing, privatisering, verzelfstandiging en publiek-publieke en
publiek-private samenwerking. We spreken in dit verband ook wel
over verschuivingen van government naar governance. Deze
verschuivingen hebben implicaties voor de organisaties en de
interactie en verhouding tussen die organisaties. Hoe worden
bijvoorbeeld publieke belangen gewaarborgd in sectoren die steeds
verder institutioneel gefragmenteerd raken? Hoe verandert de
verhouding tussen organisaties en hoe veranderen de rollen opdrachtnemer/opdrachtgever - van deze organisaties als gevolg van
een toenemend belang van contractmanagement en markttoezicht?
Hoe kan effectief worden samengewerkt? En tot slot, wat betekenen
de toenemende schaalvergroting en specialisatie waarmee deze
verschuivingen vaak gepaard gaan?
MASTEROPLEIDING BESTUURSKUNDE
Masterproject organisatie & management
Cursuscode
EC
Opleidingen
Jaar
Periode
Tentamenvorm
Taal
Cursuscoördinator
Docenten
Voorkennis
Keuzevak
Doelstellingen
Cursusbeschrijving
Literatuur
MAN-MBK035
6
Bestuurskunde
Ma 1
Blok 3
Werkstuk
Nederlands
Lako, dr. C.J.
dr. C.J. Lako, dr. M.L. van Genugten
Toelating tot de Ma-opleiding Bestuurskunde.
Nee
In het Masterproject kunnen studenten op uiteenlopende manieren
hun zelfgekozen specialisme verder ontwikkelen. Voor alle
invullingen van het Masterproject geldt dat het ten doel heeft voor te
bereiden op de Masterthesis.
In het Masterproject kunnen studenten op uiteenlopende manieren
hun zelfgekozen specialisme verder ontwikkelen. De volgende
invullingen zijn denkbaar:
• een externe stage. Van studenten verwachten we dat ze minstens
eenmaal in hun opleiding een relevante stage hebben gedaan. Dat
kan in het derde jaar van de bacheloropleiding, maar ook tijdens
het masteropleiding. Twee externe stages (dus zowel een in het
Ba als een in het Ma) kan natuurlijk ook.
• onderzoeksparticipatie. De bestuurskundedocenten zullen aan het
begin van het jaar aangeven in welk onderzoek dat ze dat jaar zelf
verrichten studenten kunnen participeren. De manieren van
participatie kunnen verschillen. Het kan om dataverzameling
gaan, om dataverwerking of bijvoorbeeld een voorbereidende
literatuurstudie. Dit alles in overleg met en onder (bege)leiding
van de betreffende docent.
In overleg met de begeleidend docent
151
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
Masterthesis organisatie & management
Cursuscode
EC
Opleidingen
Jaar
Periode
Tentamenvorm
Taal
Cursuscoördinator
Docenten
Voorkennis
Keuzevak
Doelstellingen
Cursusbeschrijving
Literatuur
152
MAN-MTHBKOM
18
Bestuurskunde
Ma 1
blokken 3 en 4
Werkstuk.
Nederlands
Lako, dr. C.J.
dr. C.J. Lako, dr. M.L. van Genugten
Toelating tot de masteropleiding bestuurskunde.
Nee
Het laatste onderdeel van het MA-curriculum is het uitvoeren van een
meestersproef. Die MA-scriptie heeft het karakter van een
wetenschappelijke, op empirisch onderzoek en/of literatuurstudie
gebaseerde verhandeling.
De voornaamste doelstelling van de scriptie is dat de student blijk
geeft van haar of zijn vaardigheid in
• het formuleren en oplossen van een organisatievraagstuk of
managementprobleem
• het rapporteren over de gevolgde werkwijze, resultaten en
conclusies.
De scriptie wordt gebruikt ter beoordeling van de wijze waarop de
student de tijdens de studie verworven kennis, inzichten en
vaardigheden weet te benutten.
Scripties kunnen gebaseerd zijn op onderzoek van uiteenlopend
karakter waarbij in algemene zin onderscheid kan worden gemaakt
tussen beschrijvend, verklarend, toetsend of evaluatief onderzoek,
verbonden met voor dat type onderzoek specifieke methodischtechnische vereisten. In het algemeen is een onderzoek van het
beschrijvende type, wanneer de onderzoeker zich ten doel stelt
uitspraken te doen over de mate waarin een verschijnsel voorkomt,
over zijn geografische en sociale variatie en over de typische vormen,
die het aanneemt. Streeft de onderzoeker naar het opsporen van de
waarschijnlijke oorzaken van een verschijnsel, dan impliceert die
doelstelling een verklarend onderzoekstype. Heeft hij een scherp
omschreven veronderstelling omtrent de mate, waarin een bepaalde
factor het verschijnsel teweegbrengt of omtrent de mate, waarin het
een bepaald gevolg heeft, dan vloeit uit de doelstelling een toetsend
onderzoek voort. (naar E. Vercruijsse, Het ontwerpen van een /
sociologisch onderzoek, 1966.) Bij evaluatief onderzoek stelt de
onderzoeker zich ten doel bepaald handelen te beoordelen op basis
van een beargumenteerd beoordelingskader. Zie verder de
masterthesisvereisten zoals gepubliceerd op blackboard.
In overleg met begeleider
MASTEROPLEIDING BESTUURSKUNDE
Besturen van veiligheid I
Cursuscode
EC
Opleidingen
Jaar
Periode
Tentamenvorm
Taal
Cursuscoördinator
Docent
Voorkennis
Keuzevak
Doelstellingen
Cursusbeschrijving
Literatuur
MAN-MBK046A
6
Bestuurskunde
Ma 1
Blok 3
Schriftelijk tentamen + Werkstuk
Nederlands
Helsloot, prof. dr. I.
prof. dr. I. Helsloot
Toelating tot de masteropleiding Bestuurskunde.
Nee
De cursus heeft als doelstelling dat studenten
- kunnen uitleggen hoe Nederlandse burgers (on)veiligheid ervaren en
wat zij van het openbaar bestuur verwachten
- kunnen uitrekenen vanuit een utilitair perspectief wat redelijk
veiligheidsbeleid is in een concrete casus
- het openbaar bestuur kunnen adviseren wat burgers als begrijpelijk
veiligheidsbeleid zullen ervaren
- kunnen benoemen welke onderliggende mechanismen de
ontwikkeling van het veiligheidsbeleid bepalen en die in concrete
casus kunnen vinden
De masterspecialisatie biedt kennis over het `besturen van veiligheid'
rondom de volgende onderwerpen:
• Aard, omvang en perceptie van fysieke onveiligheid.
• Veiligheidsbeleid in Nederland: advies-besluitvormingimplementatie
In de masterspecialisatie wordt de wetenschappelijke kennis op het
terrein van besturen van veiligheid zowel in de breedte als - op
onderdelen - in de diepte behandeld. Het eerste thema richt zich op
het veiligheidsbegrip in zowel objectieve als subjectieve zin. Naast
deze theoretische exercitie wordt ingegaan op de daadwerkelijke toeof afname van met name het fysieke veiligheidsprobleem in
Nederland. Het tweede thema handelt over de wijze waarop
vergunningverlening en toezicht in Nederland is georganiseerd, maar
ook de wijze waarop veiligheidsbeleid in Nederland bestuurskundig
gezien vorm krijgt in de interactie tussen bestuurders, adviseurs,
media en burgers.
In de masterspecialisatie zal een bijzondere werkvorm gebruikt
worden, namelijk een groepsopdracht waarbij middels een face-toface publieksenquête een aspect van de 'narrige burger' zal worden
onderzocht. Op een der collegedagen zal daartoe de gehele groep naar
een nog nader te bepalen locatie gaan. De exacte omschrijving van de
opdrachten zal voor aanvang van de cursus op Blackboard staan.
Een overzicht van de verplichte en facultatieve literatuur zal ruim
153
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
voor het college beschikbaar zijn. Tenminste zal van de volgende
boeken gebruik worden gemaakt:
- I. Helsloot & J. van Tol, Nieuwe perspectieven op het omgaan met
risico's en verantwoordelijkheden, Ministerie van BZK, 2012
- I. Helsloot & R. Pieterkamp & J. Hanekamp, Risico's en
redelijkheid, Boom Uitgevers, 2011
154
MASTEROPLEIDING BESTUURSKUNDE
Besturen van veiligheid II
Cursuscode
EC
Opleidingen
Jaar
Periode
Tentamenvorm
Taal
Cursuscoördinator
Docent
Voorkennis
Keuzevak
Doelstellingen
Cursusbeschrijving
Literatuur
MAN-MBK046B
6
Bestuurskunde
Ma 1
Blok 4
Schriftelijk tentamen en werkstuk
Nederlands
Helsloot, prof. dr. I.
prof. dr. I. Helsloot
toegang tot de masterspecialisatie
Nee
De cursus heeft als doelstelling dat studenten
• kunnen uitleggen wat de grootste gemene deler is die zichtbaar is
in de bestrijding van crises in de praktijk
• kunnen uitleggen wat de betekenis is van het geheel aan theorieën
dat bekend staat als 'naturalistic decision making'
• kunnen uitleggen welke procesaspecten van invloed zijn op de
perceptie (en daarmee de feitelijkheid) van crisisbeheersing
• het openbaar bestuur kunnen adviseren in crisissituaties hoe te
handelen
In de cursus staat het volgende onderwerp centraal:
Crisisbeheersing in Nederland: preparatie-respons-herstel
Startend vanuit de klassieke rampenbestrijding zal de huidige
ontwikkeling naar (nationale) crisisbeheersing worden besproken.
Crisisbeheersing wordt vanuit twee invalshoeken benaderd, namelijk
vaardigheid en proces. Bij de invalshoek vaardigheid staat het geheel
aan theorieën centraal dat bekend staat als 'naturalistic decision
making'. Bij de procesmatige invalshoek komen bestuurskundige
elementen aan de orde als de crisis-na-de-crises en vormen van
crisissymboliek. Onderdeel is ook crisissimulatie.
Een overzicht van de verplichte en facultatieve literatuur zal ruim
voor het college beschikbaar zijn op Blackboard. Tenminste zal
gebruik worden gemaakt van:
- A. Boin, P. 't Hart, E. Stern & B. Sundelius, The Politics of Crisis
Management, Cambridge University Press, 2005.
155
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
Masterproject besturen van veiligheid
Cursuscode
EC
Opleidingen
Jaar
Periode
Tentamenvorm
Taal
Cursuscoördinator
Docent
Voorkennis
Keuzevak
Doelstellingen
Cursusbeschrijving
Literatuur
156
MAN-MBK047
6
Bestuurskunde
Ma 1
Blok 3
werkstuk
Nederlands
Helsloot, prof. dr. I.
prof. dr. I. Helsloot
Toelating tot de masteropleiding Bestuurskunde.
Nee
In het Masterproject kunnen studenten op uiteenlopende manieren
hun zelfgekozen specialisme verder ontwikkelen. Voor alle
invullingen van het Masterproject geldt dat het project ten doel heeft
voor te bereiden op de Masterthesis.
In het Masterproject kunnen studenten op uiteenlopende manieren
hun zelfgekozen specialisme verder ontwikkelen. De volgende
invullingen zijn denkbaar:
• een externe stage. Van studenten verwachten we dat ze minstens
eenmaal in hun opleiding een relevante stage hebben gedaan. Dat
kan in het derde jaar van de bacheloropleiding, maar ook tijdens
het masteropleiding. Twee externe stages (dus zowel een in het
Ba als een in het Ma) kan natuurlijk ook.
• onderzoeksparticipatie. De bestuurskunde-docenten zullen aan
het begin van het jaar aangeven in welk onderzoek dat ze dat jaar
zelf verrichten studenten kunnen participeren. De manieren van
participatie kunnen verschillen. Het kan om dataverzameling
gaan, om dataverwerking of bijvoorbeeld om een voorbereidende
literatuurstudie. Dit alles in overleg met en onder (bege)leiding
van de betreffende docent.
In overleg met de begeleidend docent.
MASTEROPLEIDING BESTUURSKUNDE
Masterthesis besturen van veiligheid
Cursuscode
EC
Opleidingen
Jaar
Periode
Tentamenvorm
Taal
Cursuscoördinator
Docent
Voorkennis
Keuzevak
Doelstellingen
Cursusbeschrijving
Literatuur
MAN-MTHBKBV
18
Bestuurskunde
Ma 1
blokken 3 en 4
Thesis
Nederlands
Helsloot, prof. dr. I.
prof. dr. I. Helsloot
Toelating tot de masteropleiding bestuurskunde.
Nee
Het laatste onderdeel van het MA-curriculum is het uitvoeren van een
meestersproef. De MA-scriptie heeft het karakter van een
wetenschappelijke, op empirisch onderzoek en/of literatuurstudie
gebaseerde verhandeling.
De voornaamste doelstelling van de scriptie is dat de student blijk
geeft van haar of zijn vaardigheid in
• het formuleren en oplossen van een bestuurs en/of
beleidswetenschappelijk probleem
• het rapporteren over de gevolgde werkwijze, resultaten en
conclusies.
De scriptie wordt gebruikt ter beoordeling van de wijze waarop de
student de tijdens de studie verworven kennis, inzichten en
vaardigheden weet te benutten.
Scripties kunnen gebaseerd zijn op onderzoek van uiteenlopend
karakter waarbij in algemene zin onderscheid kan worden gemaakt
tussen beschrijvend, verklarend, toetsend of evaluatief onderzoek,
verbonden met voor dat type onderzoek specifieke methodischtechnische vereisten. In het algemeen is een onderzoek van het
beschrijvende type, wanneer de onderzoeker zich ten doel stelt
uitspraken te doen over de mate waarin een verschijnsel voorkomt,
over zijn geografische en sociale variatie en over de typische vormen,
die het aanneemt. Streeft de onderzoeker naar het opsporen van de
waarschijnlijke oorzaken van een verschijnsel, dan impliceert die
doelstelling een verklarend onderzoekstype. Heeft hij een scherp
omschreven veronderstelling omtrent de mate, waarin een bepaalde
factor het verschijnsel teweegbrengt of omtrent de mate, waarin het
een bepaald gevolg heeft, dan vloeit uit de doelstelling een toetsend
onderzoek voort (naar E. Vercruijsse, Het ontwerpen van een
sociologisch onderzoek, 1966.) Bij evaluatief onderzoek stelt de
onderzoeker zich ten doel bepaald handelen te beoordelen op basis
van een beargumenteerd beoordelingskader. Zie verder de
masterthesisvereisten zoals gepubliceerd op Blackboard.
In overleg met begeleider
157
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
Europeanization
Course code
EC
Study programmes
Year
Period
Examination
Language
Course Coordinator
Lecturers
Prerequisites
Optional Course
Objectives
Contents
158
MAN-MBK049
6
Politicologie, Bestuurskunde, English Studyguide
Ma 1
quarter 2
Written exam and assignment
English
Mastenbroek, dr. E.
dr. E. Mastenbroek, E.V. Bondarouk
BA in Public Administration, Law, or Political Science, including an
introduction to European integration. Without this knowledge,
students may not participate.
Yes
On the basis of relevant theories from the domain of Europeanization,
you will be able to analyse and explain the relationship between the
EU and its Member States. This will prepare you for either a
professional career in which EU aspects are important, or an
academic career focusing on the interaction between the EU and
national level policies and organizations. More specifically, the
course will address the following key aspects of Europeanization:
• Organizational adaptation: how do national executives,
parliaments, and subnational governments adapt to European
integration?
• Uploading: how do Member States and the entities that compose
them seek to influence EU policy-making?
• Compliance: how do Member States and the entities that compose
them transpose, implement, and enforce EU policies?
In order to analyse these three processes, the course provides two
analytical building blocks:
• Conceptual issues: how can we define Europeanization?
• Theoretical issues: how can we explain differences in
Europeanization between and within member states?
The European Union exerts a strong influence on its Member States.
It constitutes a new level of governance above national states,
influencing national policies through legal rules, case law, and
informal norms. In the slipstream of this influence, it affects the way
national states organize their policies and policy-making processes
(government). At the same time, Member States still are the main
actors at the European level, seeking to influence EU policies and
politics. For students of public administration, it is therefore crucial to
understand thoroughly how the EU interacts with its Member States.
Hence, the central topic of this course is the interaction between
'Brussels' and the Member States.
MASTEROPLEIDING BESTUURSKUNDE
Literature
Indicative list, still subject to changes:
• Börzel, T. (2002). Pace-Setting, Foot-Dragging, and FenceSitting: Member State Responses to Europeanization. Journal of
Common Market Studies, 40(2) 193-214.
• Börzel, T. and T. Risse (2000). When Europe Hits Home:
Europeanization and Domestic Change. European Integration
online Papers, 4(15).
• Bulmer, S. (2007), Theorizing Europeanization. In: Paulo
Graziano and Martin Vink (Eds.), Europeanization: New
Research Agendas (pp. 46-58). Basingstoke: Palgrave Macmillan.
• Bulmer, Simon, and Martin Burch (1998). Organizing for Europe:
Whitehall, the British state and European Union. Public
Administration, 76, 601-628.
• European Commission (2013). 30th Annual Report on monitoring
the application of EU law [COM(2013) 726]
http://ec.europa.eu/eu_law/infringements/infringements_annual_r
eport_30_en.htm
• European Commission (2013). Internal Market Scoreboard,
edition 26.
http://ec.europa.eu/internal_market/score/docs/score26_en.pdf
• Haverland, M. & Liefferink, D. (2012). Member State interest
articulation in the Commission phase. Institutional preconditions
for influencing 'Brussels'. Journal of European Public Policy,
19(2), 179-197.
• Holzhacker, R. (2007), 'Parliamentary Scrutiny'. In: Paulo
Graziano and Martin Vink (Eds.), Europeanization: New
Research Agendas (pp. 141-153). Basingstoke: Palgrave
Macmillan.
• Jordan, A. (2003), The Europeanization of National Government
and Policy: A Departmental Perspective, British Journal of
Political Science, 33, 261-282.
• Kaika, Maria, and Ben Page (2003). The EU Water Framework
Directive: Part 1. European policy-making and the changing
topography of lobbying. European Environment, 13, 314-327.
• Kassim, H. (2003). Meeting the Demands of EU Membership: the
Europeanization of National Administrative Systems. In K.
Featherstone and C.M. Radaelli, eds (2003). The Politics of
Europeanization (pp. 83-111). Oxford: Oxford University Press.
• Laffan, B. 2006. 'Managing Europe from Home in Dublin, Athens
and Helsinki: A Comparative Analysis', West European Politics,
29, 4, 687-708.
• Liefferink, Duncan, Mark Wiering & Yukina Uitenboogaart
(2011). The EU Water Framework Directive: A multidimensional analysis of implementation and domestic impact.
Land Use Policy, 28(4), 712-722.
• Mastenbroek, Ellen, and Michael Kaeding (2006).
159
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
•
•
•
•
•
160
Europeanization beyond the goodness of fit: Domestic politics in
the forefront. Comparative European Politics, 4, 331-354.
Page, Ben, and Maria Kaika (2003). The EU Water Framework
Directive: Part 2. Policy innovation and the shifting choreography
of governance. European Environment, 13, 328-343.
Raunio, T. (2005). Holding Governments Accountable in
European Affairs: Explaining Cross-National Variation. Journal
of Legislative Studies 11(3/4) 319-342.
Tallberg, Jonas (2002). Paths to compliance: Enforcement,
management, and the European Union. International
Organization, 56(3), 609-643.
Treib (2008). Implementing and complying with EU governance
outputs. Living Reviews in European Governance, 3(5).
http://www.livingreviews.org/lreg-2008-5.
Vink, Maarten (2003). What is Europeanization? And Other
Questions on a New Research Agenda, European Political
Science, 3:1, 63-74.
MASTEROPLEIDING BESTUURSKUNDE
Multi-Level Governance
Course code
EC
Study programmes
Year
Period
Specialization
Examination
Language
Course Coordinator
Lecturer
Prerequisites
Optional Course
Objectives
Contents
MAN-MBK041
6
Politicologie, Bestuurskunde, English Studyguide
Ma 1
quarter 1
COMPASS
Written exam and assignment (paper)
English
Helderman, dr. J.K.
dr. J.K. Helderman
Students who attend this course are expected to participate in all
Public Administration courses offered as part of the COMPASS
master or the Political Science courses of COMPASS. A Bachelor's
degree in Public Administration or Political Science, or at least a
minor, is required. If students cannot comply with these requirements,
they should contact the Examination Board of either Public
Administration or Political Science to request permission.
Yes
• Understanding the concepts of governance and multi-level
governance in relation to government, politics and the state.
• Knowledge of major theories and perspectives on governance and
multi-level governance.
• Understanding the relationship between governance reforms and
institutional reforms
• Understanding the relationship between governance reforms and
policy change.
• Understanding the relationship between governance reforms and
regulatory reforms
• Knowledge and understanding of the causes and consequences of
the development and rise of multi-level governance at the subnational, national, supra-national and transnational level of states.
The term 'governance' has many different meanings in the social
sciences, depending on the discipline in which it is being used. But in
Public Administration, governance refers more specifically to the
capacity of modern governments to manage their economy and
society. However, this capacity to govern the economy and society is
being challenged, and modern states are in the midst of an era of
transition. Developments such as a globalizing economy,
technological innovation, demographic change and Europeanization
tend to weaken or undermine the governing capacities of modern
states. But at the same time, these challenges also give rise to new
governance arrangements and new constellations of states, markets
and the civil society in the provision of public and private goods. This
161
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
Literature
162
course will explore the causes and consequences of these transitions
towards what is both theoretically and empirically recognized as the
rise of multi-level governance. The concepts of Governance and
Multi-level Governance (MLG) and how it can be studied from
various disciplines are addressed, followed by how MLG relates to
current institutional, regulatory and policy challenges of modern
welfare and neo-liberal states.
Mandatory reading
• Levi-Faur, D. (ed.) (2014) The Oxford Handbook of Governance.
Paperback edition. Oxford: Oxford University Press.
• Additional digital articles: list will be provided on Blackboard.
MASTEROPLEIDING BESTUURSKUNDE
Policy Reform
Course code
EC
Study programmes
Year
Period
Examination
Language
Course Coordinator
Lecturer
Prerequisites
Optional Course
Objectives
Contents
MAN-MBK051
6
English Studyguide, Politicologie, Bestuurskunde
Ma 1
quarter 1 en 2
Written exam and paper
English
Resodihardjo, dr. S.L.
dr. S.L. Resodihardjo
This course is open to
• Master's students participating in the COMPASS programme
• Master's exchange students.
If students do not fall into these categories, prior to the start of the
course they should contact the lecturer ([email protected]) to
request permission.
No
After completing this course, students will have acquired knowledge
concerning:
• The theories on policy change and reform
• The role of leadership in changing public administration
• The economic, political, social, and cultural aspects of
administrative reform and policy change
• The challenges and problems encountered in such change
processes
Additionally, students will have learned how to:
• Apply theoretical concepts to empirical data
• Critically assess theories
• Analyse decision making processes
• Generalize their own case findings
This is the first course in the International Master's programme
(COMPASS) and this partly determines its character. Students will
quickly become familiar with public administration theories on
transition, policy change and reform beyond the Bachelor's level. The
course aims to provide knowledge and understanding of public
reform under various conditions. It provides students with a variety of
theoretical perspectives to describe, explain and judge policy making
processes, organizational and policy change and examines a number
of case studies to illustrate these theories. Following a short
introduction and a reminder that the literature for this course is based
on Western European and American experiences, we will address the
barriers hampering reform and then discuss numerous theories which
help to explain how reform can come about. At the end of the course,
we pay explicit attention to the fact that these theories cannot be
163
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
Literature
164
easily transferred to other countries - although that does not mean that
these theories cannot help us to further our understanding of change
and transition in other countries.
The literature will be announced on Blackboard in due course.
MASTEROPLEIDING BESTUURSKUNDE
Challenges to 21st Century Representative Democracy
Course code
EC
Study programmes
Year
Period
Examination
Language
Course Coordinator
Lecturer
Prerequisites
Optional Course
Objectives
Contents
MAN-MPOL040
6
English Studyguide, Politicologie, Bestuurskunde
Ma 1
quarter 1 en 2
Oral exam and Paper
English
Leyenaar, prof. dr. M.H.
prof. dr. M.H. Leyenaar
Yes
• Acquire a thorough command of theories, concepts and insights
in (comparative) political science
• Be able to conduct empirical (comparative) research
autonomously
• Be able to communicate, both orally and in writing, about the
substance of the course.
MA Seminar: Challenges to Representative Democracy
The overall theme of this course is the functioning of democratic
political systems in the 21st century, including theory and empirical
research on related topics. As such, this course prepares students for
their Master's thesis.
The seminar starts with a general discussion of the concept of
democracy and several theories describing the relationship between
political institutions and citizens. In the subsequent weeks we focus
on recent developments in representative democracies, primarily in
the West, and study a variety of related themes. One development is
the growing citizen dissatisfaction with representative political
institutions such as political parties and politicians. According to the
'new politics' hypothesis, especially highly educated and emancipated
citizens demand a more active say in political decision making.
Another theory is the 'political dissatisfaction theory' stating that
people with low educational levels feel alienated and do not
participate in politics. Another profound development is the changing
role of the media in politics. The media have in large part filled the
gap left by political parties in the communication between
representative institutions and civil society. These days, it is the
media and not political parties which provide information to
politicians about the opinions of citizens and through which
politicians reach out to the electorate. Moreover, television now
constitutes much of the real public space through which citizens
experience politics. Given this pivotal role in political
communication, scholars refer to the "mediatization" of politics: the
influence of media on candidates, party behaviour and voting
165
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
Literature
166
behaviour. A further trend is the commercialization of the media and
consequently more 'market driven journalism', meaning political news
with little news value, a greater emphasis on human interest stories
and the private lives of celebrities, and the use of various techniques
and formats for presenting the news, such as tabloids and sound bites
instead of longer background stories.
Another development that we discuss extensively is the
personalization of politics. Both political de-alignment and the deemphasis of ideology for identifying oneself with a political party
have resulted in a steadily growing emphasis on the role of
individuals in politics. Politics is perceived more as competition
between individuals and less as competition between parties. Voters
tend to base their decisions on their evaluations of individual
politicians as opposed to larger party concerns. The role of political
leaders is also emphasized, which is often referred to as
presidentialism, or Americanization. It means, for example, that more
autonomy in decision making is left to the leader and that more focus
is placed on the personality of the individual during the electoral
campaign.
Given these developments, European political institutions are
reorganizing. For example, more European countries have
incorporated direct democratic institutions such as referenda and
citizens initiatives into their political systems, and countries are also
introducing electoral reform. Another theme that will be studied is
political reform. We will read recent literature on political reform and
study extensively the why, what, by whom and how of this reform.
The seminar is an intensive course. You are required to read the
literature assigned for each week, participate actively in class, make
assignments and take an oral exam at the end of the course.
A list with articles available on the internet will be presented a few
weeks before the course starts. It is possible that one or two books
will have to be purchased.
MASTEROPLEIDING BESTUURSKUNDE
Advanced Research Methods
Course code
EC
Study programmes
Year
Period
Examination
Language
Course Coordinator
Lecturers
Prerequisites
Optional Course
Objectives
Contents
Literature
MAN-MPOL013A
6
Politicologie, Bestuurskunde
Ma 1
quarter 2
Written exam and assignment
English
Anderson, dr. K.M.
dr. K.M. Anderson, A.R. Lehr
Undergraduate courses in statistics and qualitative research methods.
No
After completing the course, students should be able to:
1. critically reflect on the methodological choices inherent in
political science research
2. choose appropriate research methods for the analysis of political
processes or phenomena
3. justify their own methodological choices in a research design
The goal of the course is to equip students with the tools necessary to
create and critique methodologically sound research designs in
political science. The course is agnostic concerning the choice
between quantitative and qualitative methods, focusing instead on the
strengths and weaknesses of each type of method. The course is
divided into three parts. It begins with a general discussion of the role
of research design and methodology in political science. Our
discussion of recent contributions to debates about the proper role of
methodology in political science will centre on the question of
whether quantitative and qualitative methods represent different
logics of scientific inquiry or whether they are compatible. The
second and third parts of the course will focus on the application and
evaluation of recent advances in both qualitative and quantitative
methods. Students will learn advanced techniques associated with
case study research as well as with descriptive and inferential
statistics.
Articles and book chapters available on the university library website.
167
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
The Politics of Reform
Course code
EC
Study programmes
Year
Period
Examination
Language
Course Coordinator
Lecturer
Prerequisites
Optional Course
Contents
168
MAN-MPOL039
6
Bestuurskunde, English Studyguide, Politicologie, Economie en
Bedrijfseconomie
Ma 1
quarter 3
Paper
English
Verloo, prof. dr. M.M.T.
prof. dr. M.M.T. Verloo
Yes
This seminar focuses on the reform processes surrounding state
initiated policies addressing inequalities in the affluent, democratic
countries of the OECD and in the broader European context.
Historically, one of the core functions of social policy has been to
reduce economic inequalities by insuring citizens/workers against the
risks of old age, sickness, disability and unemployment. Early social
policies were premised on the so-called 'male breadwinner model' and
the absence of large-scale immigration. Over time, state initiated
policies addressing inequalities in general and social policies in
particular have expanded to encompass gender equality, the
integration of immigrants and sexual equality.
In this course, we will analyse the ways that social policies designed
to provide protection against classic social risks or inequalities have
been expanded and/or reinterpreted to take into account not only
gender, but also 'new' social risks such as combining work and
family, and discrimination based on sexual orientation or migration
background.
The course includes an examination of competing theories of welfare
state development, including Esping-Andersen's regime approach (as
well as critiques of it). Key questions here include: what are the most
important dimensions of variation across welfare states? What is the
relationship between the state, family and market in the provision of
welfare? The course also examines competing explanations for the
emergence and development of different 'worlds of welfare',
including Esping-Andersen's class coalitions approach, the focus of
Swenson and others on the role of employers and other factors.
Furthermore, the course examines challenges to the welfare state
arising from demographic change, globalization and European
integration.
The course includes studying a number of high policy documents.
In taking a closer look at policies targeting gender, sexuality and
migration-related inequalities, the course takes a comparative
MASTEROPLEIDING BESTUURSKUNDE
Literature
approach that focuses on the European context aiming at
understanding the varieties of approaches across Europe.
The course aims to study the politics of reform across social policies
targeting various inequalities and sets out to learn from the best
comparative work available on welfare state reform, gender equality
reform, migration and integration reform and sexual equality reform
(mainly in the European context). What are the causal models
underlying this research and what can we learn about the politics of
reform more generally?
Articles and book chapters are available on the University library
website.
169
STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015
Master's Thesis Comparative Politics Administration and
Society
Course code
EC
Study programmes
Year
Period
Examination
Language
Course Coordinator
Lecturer
Prerequisites
Optional Course
Objectives
Contents
170
MAN-MTHBKCO
18
Bestuurskunde
Ma 1
quarter 3 en 4
Werkstuk
English
Brandsen, prof. dr. T.
dr. C.J. Lako
No
The aim of the thesis is to test the following skills:
• The ability to conduct independent research.
• The ability to justify theoretical and methodological choices on
the basis of academic standards.
Regardless of the subject matter, COMPASS students must write the
thesis in English. Each student will have a personal supervisor
assigned to them by the Department of Public Administration
The thesis for the COMPASS programme is the final assignment that
students must complete before finishing the programme.