Studiegids Bestuurskunde Faculteit der Managementwetenschappen Radboud Universiteit Nijmegen 2014-2015 Inhoudsopgave 1 Algemene informatie.........................................................................................................1 De opleidingen van de Faculteit der Managementwetenschappen.....................................1 Informatievoorziening.......................................................................................................2 Aanmelding en toelatingsvoorwaarden.............................................................................3 Verplichte inschrijving......................................................................................................6 Roosters............................................................................................................................8 Onderwijs- en ExamenRegeling (OER)..........................................................................10 Beroepsprocedures..........................................................................................................12 Regeling overschrijding correctietermijn........................................................................12 Studentenkaart.................................................................................................................13 Vrijstellingen, vervangende vakken of extra tentamengelegenheden...............................13 Studentenbegeleiding......................................................................................................13 De organisatie van het onderwijs.....................................................................................14 Het Onderwijscentrum....................................................................................................16 Het International Mobility Office....................................................................................19 Internationalisering, Communicatie en Onderzoeksondersteuning..................................20 Kwaliteitszorg.................................................................................................................21 Medezeggenschap...........................................................................................................22 Het aanschaffen van studieboeken en ander studiemateriaal...........................................23 Naar het buitenland.........................................................................................................23 Vreemde talen leren spreken...........................................................................................24 Academisch Schrijfcentrum Nijmegen............................................................................26 De universitaire lerarenopleiding bij de Radboud Docenten Academie...........................26 Radboud Honours Academy............................................................................................28 De Dienst Studentenzaken...............................................................................................30 2 Bacheloropleiding bestuurskunde....................................................................................31 Bestuurskunde aan de Radboud Universiteit Nijmegen.................................................31 De opbouw van het curriculum.....................................................................................31 Cursusbeschrijvingen van de bacheloropleiding............................................................33 Toelatingseisen bestuurskunde........................................................................................66 3 Minors en keuzevakken bestuurskunde...........................................................................68 Wat is een minor?............................................................................................................68 Keuzevakken en minors voor bestuurskundestudenten....................................................68 Keuzevakken en minors bestuurskunde voor studenten van andere opleidingen.............69 Keuzevakken en overig aanbod.......................................................................................69 Cursusbeschrijvingen CICAM........................................................................................87 Institute for Gender Studies...........................................................................................102 Overige keuzevakken....................................................................................................110 4 Pre-master bestuurskunde..............................................................................................113 Inleiding........................................................................................................................113 Schema toelatingseisen..................................................................................................113 Inhoud pre-master.........................................................................................................114 Toelating en inschrijving...............................................................................................115 Veelgestelde vragen......................................................................................................116 Cursusbeschrijvingen van de pre-master bestuurskunde................................................116 5 Masteropleiding bestuurskunde.....................................................................................132 Nederlandstalige Master Bestuurskunde........................................................................132 International Master's programmes COMPASS............................................................135 Cursusbeschrijvingen van de masteropleiding / course descriptions..............................139 ALGEMENE INFORMATIE 1 Algemene informatie De opleidingen van de Faculteit der Managementwetenschappen Bachelorprogramma's De faculteit biedt de volgende bacheloropleidingen aan: Bedrijfskunde Economie en bedrijfseconomie Bestuurskunde Politicologie Geografie, Planologie en Milieu Bacheloropleidingen duren drie jaar en het onderwijs in de bacheloropleiding is verdeeld in 12 blokken. Een jaar bestaat uit 4 blokken van 10 onderwijsweken inclusief een tentamenperiode (van meestal twee weken). Als je hebt voldaan aan alle verplichtingen van het eerste jaar, ontvang je het propedeutisch getuigschrift. Aan het einde van de bachelorfase ontvang je het bachelorgetuigschrift. Semesterindeling In elk semester worden 5 cursussen van elk 6 EC aangeboden. Twee cursussen daarvan worden in de eerste helft (het eerste 'blok') aangeboden en twee andere cursussen in het tweede blok. De vijfde cursus wordt gedurende het hele semester aangeboden. Alle cursussen worden afgesloten met een tentamen en/of een werkstuk. Masterprogramma's De faculteit biedt de volgende masteropleidingen aan: Business Administration Economics Bestuurskunde Political Science Human Geography Planologie Milieu-Maatschappijwetenschappen Binnen bovengenoemde masteropleidingen zijn nog specialisaties of varianten mogelijk. Alle masteropleidingen duren 1 jaar. Studenten die de masteropleiding met succes afronden ontvangen een mastergetuigschrift en mogen vanaf dat moment een mastertitel voeren. Afgestudeerden van onze faculteit komen terecht in de meest uiteenlopende management- en beleidsfuncties bij het bedrijfsleven, de overheid en de not-for-profit sector. Ze geven adviezen aan directies en bestuurders. Ze ontwerpen plannen en organisatiemodellen en ze zijn betrokken bij de uitvoering daarvan. Sommigen gaan als onderzoeker werken bij universiteiten of onderzoeksinstituten. 1 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 Keuzevakken Er is keuzeruimte opgenomen in het bachelorcurriculum. Een keuzevak kan bijna elk vak zijn dat aan onze faculteit of elders in binnen- of buitenland wordt aangeboden. Door te kiezen voor een samenhangend geheel van keuzevakken (een zogeheten minor) kun je een extra dimensie geven aan je studie. Voor meer informatie over het samenstellen van een gedegen keuzepakket, kun je een afspraak maken bij de studieadviseur van jouw opleiding. Wil je vakken buiten de faculteit volgen, dan kan je de digitale studiegidsen van de andere opleidingen binnen de Radboud Universiteit Nijmegen inzien via www.ru.nl/studiegidsen. Bij twijfels over de geschiktheid van een vak kun je contact opnemen met de studieadviseur van de betreffende opleiding. Wil je buiten de faculteit zoeken dan is internet een handig medium. Voor vakken in het buitenland kun je contact opnemen met het International Mobility Office. Binnen de faculteit mogen in principe alle cursorische vakken van andere bacheloropleidingen gekozen worden. Methodologievakken, projecten en de cursus Academische vaardigheden mogen echter niet altijd als keuzevak worden gekozen. Niet elke cursus is even geschikt om te kiezen als keuzevak. Let bij het maken van je keuze met name op het kopje 'voorkennis' bij de cursusbeschrijvingen. Keuzevakken in de master zijn alleen toegankelijk voor studenten die zijn toegelaten tot de betreffende master. Wil je meer informatie over de geschiktheid van vakken of over de volgorde waarin je de vakken het beste kunt kiezen, neem dan contact op met de studieadviseur. ECTS De Faculteit der Managementwetenschappen hanteert het systeem van de ECTS (European Credit Transfer System). Dit systeem heeft als voordeel dat het internationaal bekend en aanvaard is, wat de internationalisering van het hoger onderwijs ten goede komt. Een studiejaar heeft een studielast van 60 EC. Informatievoorziening Facultaire websites De Faculteit der Managementwetenschappen heeft een facultaire website met als adres: www.ru.nl/fm. Deze site informeert je over uiteenlopende zaken. De site bevat een adressenlijst van medewerkers met telefoonnummers en kamernummers. De cursusbeschrijvingen zijn alleen via de facultaire website of www.ru.nl/studiegidsen te raadplegen. Via de facultaire website kunnen studenten terecht op Blackboard, de digitale leeromgeving. De facultaire website in combinatie met Blackboard verschaft studenten alle informatie die zij nodig hebben voor hun studie. Van studenten wordt verwacht dat zij zeer regelmatig het internet en Blackboard raadplegen. De Radboud Universiteit Nijmegen heeft uiteraard ook een website. Het adres van deze site is: www.ru.nl. Informatie voor studenten is te vinden onder www.ru.nl/studenten. 2 ALGEMENE INFORMATIE E-mail Een andere informatiebron is je e-mailadres. De Dienst Studentenzaken kent aan elke student een @student.ru.nl e-mailadres toe. Deze adressen worden gebruikt voor mailings vanuit de faculteit. Het is dus belangrijk je @student.ru.nl-account te activeren en met regelmaat te checken. Voor vragen over dit e-mailaccount kun je terecht bij de Centrale Studentenbalie van de Dienst Studentenzaken, Comeniuslaan 4, T: (024) 361 23 45, E: [email protected]. Onderwijsberichten Binnen Blackboard bestaat de community 'onderwijsberichten'. Alle studenten van de faculteit worden hierop door het Onderwijscentrum geabonneerd. Belangrijke berichten over onderwijs worden gedurende het studiejaar via dit medium gecommuniceerd naar studenten. Nieuwsbrief Studentenzaken De Dienst Studentenzaken brengt maandelijks de Nieuwsbrief voor studenten uit. Deze nieuwsbrief wordt aan alle studenten gemaild. Naast nieuws en mededelingen van de Radboud Universiteit kunnen ook studentenorganisaties hierin hun berichten kwijt. Contact: [email protected] Studentenportal Met deze portal kunnen studenten hun Blackboardberichten lezen, e-mail ontvangen, verschillende nieuwsbronnen volgen, hun rooster raadplegen, zich inschrijven voor vakken, tentamencijfers bekijken en meer! Vragen of suggesties tot verbeteringen: mailto: [email protected]. Inloggen kan op portal.ru.nl met het S-nummer en wachtwoord. Aanmelding en toelatingsvoorwaarden Algemene informatie Iedereen die zich voor het eerst wil inschrijven voor een bacheloropleiding van de Faculteit der Managementwetenschappen, meldt zich tijdig via Studielink (http://www.studielink.nl/). De verdere inschrijfprocedure loopt via Studielink. Zie daarvoor http://www.ru.nl/ > informatie voor bachelorkiezers > aanmelden > aanmelden en inschrijven. Een vwo-diploma geeft toegang tot iedere bacheloropleiding aan de Faculteit der Managementwetenschappen, maar bij de bacheloropleiding bedrijfskunde en de bacheloropleiding economie worden eisen gesteld aan het profiel: je moet in ieder geval wiskunde A of B in je profiel hebben opgenomen. Heb je een hbo-propedeuse of heb je een vwo-diploma vóór 2010 behaald in wat ook wel de 'oude' Tweede Fase wordt genoemd: neem dan contact op met de studieadviseur van de betreffende bacheloropleiding. Zij die 21 jaar of ouder zijn en niet in het bezit zijn van één van de vereiste getuigschriften moeten een toelatingsonderzoek (colloquium doctum) aanvragen. Een colloquium doctum beschikking geeft alleen toegang tot de opleiding waarop de beschikking betrekking heeft. Voor vragen over aanmelding en inschrijving aan de Radboud Universiteit Nijmegen kan men terecht bij de Balie Studentenzaken van de Radboud Universiteit Nijmegen, T: (024) 361 23 45. Toelating op basis van bepaalde buitenlandse getuigschriften is eveneens mogelijk. Bezitters van deze documenten wenden zich tot de studentendecanen van de Dienst Studentenzaken, Afdeling Studentenbegeleiding. Een afspraak met één van de studentendecanen kan gemaakt 3 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 worden via de Balie Studentenzaken, T: (024) 361 23 45. Meer informatie over toegang en toelating tot een opleiding aan de Radboud Universiteit Nijmegen en de verplichte vakken is te vinden in het Studentenstatuut (www.ru.nl/studentenstatuut) voor de studenten van de Radboud Universiteit Nijmegen. Hbo-instromers Naast vwo-instromers en studenten met een hbo-propedeuse kent de Faculteit der Managementwetenschappen hbo-instromers. Hbo-instromers volgen voordat ze worden toegelaten tot een masteropleiding een pre-master of hbo-minor. Het vakkenpakket is toegesneden op de deficiënties tussen de hbo-opleiding en de masteropleiding van je keuze. Neem voor meer informatie contact op met de studieadviseur van de betreffende opleiding. Verandering van opleiding Tot 1 oktober is het mogelijk om je met terugwerkende kracht voor een andere opleiding binnen of buiten de faculteit te laten inschrijven. Voor een opleiding met een numerus fixus geldt dit in de regel niet. Na die datum is speciale toestemming nodig. Wend je daarvoor tot de studieadviseur. Deze zal nagaan of de formele afwikkeling van je 'omzwaai' kan wachten tot de eerstvolgende herinschrijving. Studievoortgangsregelingen Onderstaande tekst gaat in op vier belangrijke studievoortgangsregelingen binnen onze faculteit in het studiejaar 2014 - 2015. Neem de tijd om ze aandachtig door te lezen. Het gaat om de volgende regelingen: Bindend Studie Advies (BSA) B-in-5 (bachelor in 5 jaar regeling) M-in-2 (master in 2 jaar regeling) Toelating master Bindend Studie Advies (BSA) Onze universiteit werkt met een bindend studieadvies (BSA). Universiteiten zijn verplicht om aan het eind van het eerste jaar van een bacheloropleiding aan hun eerstejaars studenten een advies te verstrekken over voortzetting van de studie. De wet (WHW, artikel 7.8b) maakt het mogelijk dat aan een negatief advies dan een afwijzing wordt verbonden. Het studieadvies is dan een bindend studieadvies. Consequentie van de afwijzing door een BSA is dat de student zich gedurende 3 jaar niet opnieuw kan inschrijven voor dezelfde (of nader te bepalen verwante) bacheloropleiding(en) aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Invoering van het BSA voorkomt dat studenten waarvan in het eerste jaar is vastgesteld dat zij geen perspectief hebben op een succesvolle studie, na het eerste jaar blijven 'voortmodderen'. Dat 'voortmodderen' leidt uiteindelijk tot het alsnog stoppen met de studie in het tweede en derde jaar of in het meest gunstige geval tot een wel heel forse overschrijding van de nominale studieduur van de bachelorfase. Studenten die in de voorbije jaren het dringend advies om na het eerste jaar te stoppen met de studie hebben genegeerd, hebben in belangrijke mate bijgedragen aan het nu nog te lage bachelorrendement van onze instelling. Voor het College van Bestuur is dat het belangrijkste motief geweest om het bindend studieadvies in te voeren. 4 ALGEMENE INFORMATIE Het BSA geldt voor alle eerstejaars die vanaf 1 september van het studiejaar 2014-2015 voor het eerst staan ingeschreven voor de propedeutische fase van een voltijdse bacheloropleiding. Het BSA geldt voor alle voltijdse bacheloropleidingen van de Radboud Universiteit. Aan studenten die zich op of na 1 februari 2015 inschrijven voor een voltijdse bacheloropleiding wordt het studieadvies uitgereikt aan het einde van het tweede studiejaar. Het faculteitsbestuur heeft bepaald dat studenten in onze faculteit in het eerste jaar minimaal 42 EC moeten behalen om in aanmerking te komen voor een positief studieadvies aan het eind van het eerste jaar. Daarbij worden uitsluitend de EC geteld zoals die verbonden zijn aan voldoende eindcijfers voor onderdelen (cursussen) van de propedeutische fase (B1) zoals die zijn opgenomen in de Onderwijs- en Examenregeling (OER). Voldoet de student niet aan de minimale norm van 42 EC, dan krijgt hij/zij een negatief advies met daaraan verbonden een bindende afwijzing, tenzij er persoonlijke omstandigheden (zie Uitvoeringsbesluit WHW) in het geding zijn (geweest) die een normaal studieverloop onmogelijk hebben gemaakt. De student ontvangt eind februari 2015 (uiterlijk 1 maart 2015), na afloop van het eerste semester, een voorlopig studieadvies. Dit voorlopig studieadvies is vooral bedoeld als waarschuwing voor studenten die tot dan toe onvoldoende studievoortgang hebben geboekt. Als de uitslagen van de laatste herkansingen in juli 2015 bekend zijn, ontvangt de student die voldaan heeft aan de BSA-norm een positief advies. De student die dan niet voldaan heeft aan de BSA-norm, ontvangt dan uiterlijk 31 juli 2015 een voornemen tot een bindend, negatief studieadvies. Alvorens een student een definitief, bindend negatief studieadvies ontvangt, krijgt hij/zij de gelegenheid te worden gehoord door de Commissie studieadvies eerste jaar. Voor studenten die hiervan geen gebruik maken wordt het voornemen tot een bindend, negatief studieadvies vervolgens omgezet in een definitief, bindend negatief advies. De student die op zijn/haar verzoek wel gehoord wordt door de Commissie studieadvies eerste jaar, wordt zo spoedig mogelijk na de hoorzitting, doch op uiterlijk 31 augustus 2015, over het definitieve besluit van de commissie geïnformeerd. Tegen een bindende afwijzing kan een student binnen zes weken in beroep gaan bij het College van Beroep voor de Examens (CBE). Op de website www.ru.nl/studenten zal vanaf de start van het nieuwe studiejaar informatie staan over het BSA voor de nieuwe eerstejaars en voor overige studenten. Bachelor in 5 jaar regeling(geldt alleen voor studenten gestart in 2008-2009, 2009-2010 en 2010-2011) Postpropedeutische tentamens van de bacheloropleiding die met goed gevolg zijn afgelegd, verliezen hun geldigheid na verloop van vijf jaren nadat de student zich voor de propedeutische fase van de bacheloropleiding heeft ingeschreven, indien binnen deze termijn het bachelorexamen niet met goed gevolg is afgelegd. Master in 2 jaar regeling Tentamens in de masteropleiding, die met goed gevolg zijn afgelegd, verliezen hun 5 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 geldigheid na verloop van twee jaren na de tentamendatum, indien binnen deze termijn het masterexamen niet met goed gevolg is afgelegd. Toelating master Studenten uit de bacheloropleiding die na de laatste herkansingsperiode maximaal 2 cursussen uit het programma van het derde jaar van de bacheloropleiding (niet de bachelorthesis, geen keuzevakken) hebben openstaan, mogen deelnemen aan een extra tentamengelegenheid voor deze openstaande cursus(sen) op voorwaarde dat zij aan tenminste twee eerdere tentamengelegenheden van de desbetreffende cursus(sen) hebben deelgenomen. De extra tentamengelegenheid wordt georganiseerd vóór 15 september 2014. Studenten uit de pre-master voor wo- en hbo-instromers die na de laatste herkansingsperiode maximaal 2 cursussen uit het pre-masterprogramma (niet de bachelorthesis of het afsluitende project) hebben openstaan, mogen deelnemen aan een extra tentamengelegenheid voor deze openstaande cursus(sen) op voorwaarde dat zij aan tenminste twee eerdere tentamengelegenheden van de desbetreffende cursus(sen) hebben deelgenomen. De extra tentamengelegenheid wordt georganiseerd vóór 15 september 2014. Studenten worden per 1 september 2013 alleen tot het onderwijs en de tentamens van een masteropleiding toegelaten, als zij in het bezit zijn van een desbetreffend bachelordiploma of een bewijs van toelating tot de betreffende masteropleiding (certificaat). Studenten die niet in het bezit zijn van bachelordiploma of een bewijs van toelating tot de masteropleiding (certificaat), worden uitsluitend toegelaten tot cursussen uit het masterprogramma waarvoor geldt dat onderwijs en toetsing gescheiden zijn. Op de facultaire website staat aangegeven welke cursussen dit betreft. Studenten zonder bachelordiploma of bewijs van toelating tot de masteropleiding (certificaat) mogen niet aan toetsing in de master deelnemen. Resultaten van mastertoetsen van niettoegelaten studenten zijn ongeldig. Voor de overige studievoortgangsregelingen per opleiding (o.a. toelating tot de pre-master, regelingen met betrekking tot Recht en Management) wordt verwezen naar http://www.ru.nl/fm/studenten/onderwijsinformatie/oer/. Verplichte inschrijving Onderwijs- en tentameninschrijvingen voor cursussen Studenten dienen zich voor alle cursussen die zij willen volgen in te schrijven via het studentinformatiesysteem Osiris. De onderwijs- en tentameninschrijving geschiedt via de studentenportal, http://www.student.ru.nl/ of via https://sis.ru.nl/. Voor deelname aan de eerste tentamengelegenheid wordt je automatisch ingeschreven bij het inschrijven voor de desbetreffende cursus. Indien je niet deelneemt aan de eerste tentamengelegenheid, dien je je hiervoor uit te schrijven. Voor herkansingen dien je je in te schrijven, tot uiterlijk vijf werkdagen voor de tentamendatum. In afwijking van het voorgaande dient een student van het eerste studiejaar zich voor een herkansing van een cursus van het vierde blok in te schrijven tot uiterlijk drie werkdagen voor de tentamendatum. Voor vragen hierover kun je terecht bij de Centrale Studentenbalie van de Dienst Studentenzaken (informatie over de Dienst Studentenzaken vind je op het internet: http://www.ru.nl/studenten). Via de facultaire website wordt medegedeeld in welke periode kan worden ingeschreven voor het onderwijs. 6 ALGEMENE INFORMATIE Het is belangrijk dat je de (online) studiegids raadpleegt alvorens je in te schrijven, zodat je precies weet voor welke cursussen (let ook op de cursuscode!!) je moet inschrijven. Onderwijsinschrijvingen voor keuzevakken Studenten van de Faculteit der Managementwetenschappen die aan een andere faculteit keuzevakken willen volgen, dienen zich te informeren over de wijze waarop de inschrijving plaatsvindt. De wijze van inschrijving kan per faculteit sterk variëren. Studenten van andere faculteiten die een cursus uit het aanbod van de Faculteit der Managementwetenschappen willen volgen als keuzevak, dienen zich tijdens de inschrijfperiode via de studentenportal, www.student.ru.nl, in te schrijven voor deelname aan het onderwijs en tentamens. Procedure onderwijs- en tentameninschrijving voor cursussen Voor deelname aan onderwijs en tentamens dien je je via de studentenportal, http://www.student.ru.nl/ of https://sis.ru.nl/, in te schrijven. De procedure is als volgt: Je dient je in Osiris in te schrijven voor cursussen die je wil volgen (check de juiste naam en code voordat je je inschrijft!). Voor deelname aan de eerste tentamengelegenheid wordt je automatisch ingeschreven bij het inschrijven voor de desbetreffende cursus. Voor hertentamens dien je je in te schrijven, tot uiterlijk vijf werkdagen voor de tentamendatum. In afwijking van het voorgaande dient een student van het eerste studiejaar zich voor een hertentamen van een cursus van het vierde blok in te schrijven tot uiterlijk drie werkdagen voor de tentamendatum. De inschrijving voor het hertentamen eindigt vijf werkdagen voor het hertentamen. De datum van het (her)tentamen staat vermeld in het tentamenrooster. Je ontvangt per e-mail een bevestiging van je inschrijving (bewaar deze bevestiging; indien je geen bevestiging ontvangt, neem dan contact op met de Centrale Studentenbalie, Comeniuslaan 4). Wanneer de inschrijving voor onderwijs en tentamens is gesloten kun je je niet meer via Osiris inschrijven. Indien je onverhoopt vergeten bent je in te schrijven voor een tentamen, kun je bij de balie van het Studielandschap terecht voor een na-inschrijving. Dit kost € 10 als administratieve vergoeding per tentamen. Als bewijs ontvang je een kwitantie: neem deze kwitantie mee naar het tentamen. Alleen op vertoon van deze kwitantie word je - voor zover de capaciteit dit toelaat - toegelaten bij het tentamen. Een na-inschrijving is mogelijk tot uiterlijk het moment van aanvang van het tentamen. Mocht je onverhoopt toch niet ingeschreven staan en er is geen tijd voor een na-inschrijving (bijv. bij een tentamen dat 's avonds plaatsvindt) dan mag je meedoen tegen inlevering van je studentenkaart. Deze kun je dan de volgende dag tegen een betaling van € 10 bij de balie van het Studielandschap ophalen. Studenten die meer dan een kwartier te laat zijn worden niet meer toegelaten tot het tentamen Studenten mogen de tentamenzaal niet eerder verlaten dan 45 minuten na aanvang van het tentamen. De termijn waarbinnen de tentamenresultaten bekend moeten worden gemaakt is 12 werkdagen. Vanaf de 12e werkdag na het tentamen kun je via Osiris het tentamenresultaat raadplegen. 7 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 Wanneer de resultaten na 12 werkdagen niet bekend zijn gemaakt en je daar niet tijdig (conform de OER) op gewezen bent, kun je een klacht indienen bij de examencommissie. Schema inschrijving tentamens Inschrijving opent in week: Alle bacheloropleidingen + pre-masters en de masteropleidingen EC, BsK, GPM, POL en BK Tentamenperiode 1 Wk. 39: 22-09-2014 Herkansing tentamenperiode 1 Wk. 48: 24-11-2014 Tentamenperiode 2 Wk. 48: 24-11-2014 Herkansing tentamenperiode 2 Wk. 8: 16-02-2015 Tentamenperiode 3 Wk. 8: 16-02-2015 Herkansing tentamenperiode 3 Wk. 19: 04-05-2015 Tentamenperiode 4 Wk. 19: 04-05-2015 Herkansing tentamenperiode 4 1e jaar Wk. 26: 25-06-2015 Herkansing tentamenperiode 4 Overige jaren Wk. 27: 29-06-2015 Roosters Jaarrooster faculteit der Managementwetenschappen 2014-2015 Week nr. Datum ma t/m vr Blokkenrooster alle Bijzonderheden opleidingen In de opgenomen tentamen-/herkansingsweken wordt uitsluitend schriftelijk getentamineerd. Onderwijs Tentamens herkansingen 8 36 01-09 t/m 05-09 1 37 08-09 t/m 12-09 2 38 15-09 t/m 19-09 3 39 22-09 t/m 26-09 4 40 29-09 t/m 03-10 5 41 06-10 t/m 10-10 6 42 13-10 t/m 17-10 7 43 20-10 t/m 24-10 8 44 27-10 t/m 31-10 45 03-11 t/m 07-11 46 10-11 t/m 14-11 1 september Opening academisch jaar ('s middags OV/TV) (OV) T1 1 ALGEMENE INFORMATIE 47 17-11 t/m 21-11 2 48 24-11 t/m 28-11 3 49 01-12 t/m 05-12 4 50 08-12 t/m 12-12 5 51 15-12 t/m 19-12 6 52 22-12 t/m 26-12 1 29-12 t/m 02-01 2 05-01 t/m 09-01 7 3 12-01 t/m 16-01 8 4 19-01 t/m 23-01 HK 1 5 26-01 t/m 30-01 T2 6 02-02 t/m 06-02 1 7 09-02 t/m 13-02 2 8 16-02 t/m 20-02 3 Kerstvakantie (OV/TV) Kerstvakantie (OV/TV) 16 februari en 17 februari Carnaval (OV) 9 23-02 t/m 27-02 4 10 02-03 t/m 06-03 5 11 09-03 t/m 13-03 6 12 16-03 t/m 20-03 7 13 23-03 t/m 27-03 8 14 30-03 t/m 03-04 HK 2 15 06-04 t/m 10-04 T3 16 13-04 t/m 17-04 1 17 20-04 t/m 24-04 2 18 27-04 t/m 01-05 3 19 04-05 t/m 08-05 20 11-05 t/m 15-05 4 21 18-05 t/m 22-05 5 22 25-05 t/m 29-05 6 23 01-06 t/m 05-06 7 24 08-06 t/m 12-06 8 25 15-06 t/m 19-06 HK3 26 22-06 t/m 26-06 T4 27 29-06 t/m 03-07 28 06-07 t/m 10-07 29 13-07 t/m 17-07 3 april Goede vrijdag (OV/TV) 6 april Tweede paasdag (OV/TV) 27 april Koningsdag (OV/TV) Meivakantie (OV) 14 mei Hemelvaartsdag (OV/TV); 15 mei vrijdag na Hemelvaartsdag (OV/TV) 25 mei Tweede Pinksterdag (OV/TV); 28 mei Diesviering ('s middags OV/TV) HK4 1e jaar Zomervakantie Uitslagen HK4 1e jaar 9 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 bekend 30 20-07 t/m 24-07 Zomervakantie (OV/TV) 25 juli versturen BSA 31 27-07 t/m 31-07 Zomervakantie (OV/TV) 32 03-08 t/m 07-08 Zomervakantie (OV/TV) 33 10-08 t/m 14-08 34 17-08 t/m 21-08 35 24-08 t/m 28-08 36 31-08 t/m 04-09 HK 4 overige jaren (OV) (OV) Hoorzitting Commissie Studieadvies 1e jaar (OV) 1 31 augustus Opening academisch jaar ('s middags OV/TV) OV = onderwijsvrij TV = tentamenvrij Onderwijs- en tentamenvrije perioden en dagen Kerstvakantie: 22 december 2014 - 2 Januari 2015 Goede vrijdag: 3 april 2015 Tweede paasdag: 6 april 2015 Koningsdag: 27 april 2015 (zondag) Bevrijdingsdag: 5 mei 2015 Hemelvaart: 14 en 15 mei 2015 Pinksteren: 25 mei 2015 Diesviering: 28 mei 2015 Zomervakantie: 13 juli - 7 augustus 2015 Onderwijsvrije perioden Onderwijsvrij: 27 oktober - 31 oktober 2014 Meivakantie: 4 mei - 8 mei 2015 Zomervakantie: 16 juli - 29 augustus 2015 Onderwijs- en ExamenRegeling (OER) De studiegids en de website van je opleiding bieden je allerlei praktische informatie. Het zijn echter geen formele regelingen waar je als student rechten aan kunt ontlenen. Zoiets bestaat er wel, dat is de Onderwijs- en Examenregeling, in de wandeling OER genoemd. De wet WHW schrijft voor dat voor elke opleiding of groep van opleidingen een dergelijke Onderwijs- en Examenregeling moet bestaan, en dat deze op heldere en adequate wijze moet vastleggen welke procedures er bestaan en welke rechten en plichten met betrekking tot het onderwijs en de examens. De wet legt tevens vast welke zaken in deze regeling ten minste moeten zijn vastgelegd. Het betreft onder meer zaken rond 10 ALGEMENE INFORMATIE opzet van het onderwijs en per cursus de taal waarin het onderwijs wordt aangeboden en de vorm waarin wordt getoetst, zwaarte van het programma, deelname aan het onderwijs (in hoeverre verplicht?) en voortgangseisen (Bindend Studieadvies bijvoorbeeld), tentamens (inclusief nakijktermijnen, inzage en mogelijkheden bezwaar te maken of beroep aan te tekenen), examens, denk daarbij ook aan het toekennen van judicia zoals 'cum laude', de kwaliteiten die de student bij succesvolle afsluiting van de opleiding moet hebben bereikt. Het is de taak van de faculteit deze Onderwijs- en Examenregeling vast te stellen. In onze faculteit gebeurt dit jaarlijks. Het komend jaar wordt het onderwijs dus verzorgd overeenkomstig de OER 2014-2015. Er is een OER voor de Bachelor en een OER voor de Master, formeel zijn dit immers aparte opleidingen. In de OER voor de Master zijn ook de pre-masters opgenomen, want zij bereiden (indirect) voor op het masterdiploma en niet op het bachelordiploma. Zowel de OER voor de Bachelor als die voor de Master bestaat uit een algemeen gedeelte met bepalingen die voor de betrokkenen bij alle opleidingen van de faculteit gelden en een opleidingsspecifiek gedeelte waarin per opleiding toegevoegde bepalingen zijn opgenomen. Die laatste bepalingen mogen nooit in strijd zijn met de bepalingen in het algemeen gedeelte, die immers voor iedereen gelden. In de OER van onze faculteit zijn uiteraard alle zaken opgenomen die daar volgens de wet in geregeld moeten zijn. Daarnaast staat er een aantal zaken in waar onze faculteit speciale aandacht aan wil geven. Denk bijvoorbeeld aan eisen voor toelating, fraude, of het voorschrift dat er overgangsmaatregelen moeten zijn wanneer een vak niet meer wordt gegeven, en wat daarin geregeld moet zijn. Dat laatste is heel plezierig wanneer je een bepaald onderdeel van je jaar hebt gemist en dat het volgende jaar alsnog moet inhalen. In de Algemene OER staan regels over toelating (waaronder ook de vereiste mate van taalbeheersing), opzet van onderwijs, deelname aan onderwijs, tentamens, fraude, examens en diploma's, zowat alle hierboven opgesomde punten dus. In de Opleidingsspecifieke OER staan dan nog per opleiding toegevoegd additionele eisen voor toelating en voortgang, de inhoud van het aangeboden programma (inclusief per vak de gehanteerde taal en de toetsvorm) en de kwalificaties en eindtermen waarvoor het onderwijsprogramma van die betreffende opleiding opleidt. De examencommissie speelt bij de handhaving van de OER een belangrijke rol. In de OER worden allerlei zaken opgedragen aan de examencommissie. Ten dele betreft het taken die de examencommissie volgens de wet WHW heeft, zoals het bepalen wanneer een student een examen heeft gehaald, wanneer fraude is gepleegd, wanneer vrijstelling van een tentamen wordt verleend. Daarnaast controleert de examencommissie bijvoorbeeld ook of aan toelatingseisen is voldaan, of (ander voorbeeld) stelt ze vast wanneer van de nakijktermijnen mag worden afgeweken. Daarbij opereert de examencommissie binnen het kader dat de OER stelt. Wanneer je denkt dat rechten die je volgens de OER hebt worden geschonden kun je bij de examencommissie reclameren. Ook heeft de examencommissie de bevoegdheid in individuele gevallen van de OER af te wijken, wanneer dit op basis van redelijkheid en billijkheid gerechtvaardigd is. Wanneer je een verzoek aan de examencommissie wil doen, is het altijd aan te raden dit via de studieadviseur te doen. Die weet in welke vorm je zo'n verzoek het best kunt gieten. 11 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 De tekst van de OER vind je op de website van je opleiding. Er is een Nederlandstalige en een Engelstalige versie, bij verschillen geeft de Nederlandse versie de doorslag. De informatie die studiegids en website je daarnaast bieden bestaat, zoals aan het begin al opgemerkt, in veel gevallen uit praktische uitwerkingen van wat in de OER formeel is vastgelegd. Beroepsprocedures Wanneer een student, ook na afwikkeling van een bezwaar bij de betrokken cursuscoördinator, het niet eens is met een tentamenuitslag of zich onbillijk behandeld voelt, kan hij/zij beroep aantekenen bij het College van Beroep voor de Examens (CBE) tegen een beschikking (een tentamenuitslag) of behandeling. De beschikking/behandeling moet ofwel in strijd zijn met de Onderwijs- en ExamenRegeling (OER), dan wel in strijd zijn met de redelijkheid of billijkheid. Een beroep dient schriftelijk te worden ingediend binnen 6 weken nadat de beschikking is bekend gemaakt of de behandeling heeft plaatsgevonden. De termijn begint direct te lopen, ook wanneer de student eerst bezwaar aantekent bij de examencommissie. Het indienen van een bezwaarschrift bij de examencommissie schort deze termijn niet op. Bij de Dienst Studentenzaken is een modelberoepschrift verkrijgbaar. Bovendien kunnen de studentendecanen daar helpen bij het opstellen van een beroepschrift. Wanneer het beroep ontvankelijk wordt verklaard door het CBE , wordt bekeken of er een oplossing of compromis mogelijk is. Is dat niet het geval, dan zal uiteindelijk het CBE , na beide partijen te hebben gehoord, een uitspraak doen. Meer informatie over het CBE is te vinden in het instellingsdeel van het studentenstatuut. Het adres van het College van Beroep voor de Examens is Comeniuslaan 4, Postbus 9102, 6500 HC Nijmegen. Telefonische bereikbaarheid: (024) 361 22 70. Regeling overschrijding correctietermijn Indien ten gevolge van het overschrijden van de correctietermijn de tijd tussen de dag waarop de uitslag bekend is gemaakt (publicatie via Osiris en de dag waarop de herkansing plaatsvindt minder dan acht werkdagen bedraagt, zal een tweede gelegenheid worden georganiseerd om aan de herkansing deel te nemen. Deze tweede gelegenheid vindt plaats minimaal twee weken en maximaal drie weken na de uitslag. Het betreft nadrukkelijk géén extra herkansing. Studenten kunnen naar keuze deelnemen aan de reguliere herkansing of aan de extra gelegenheid. Dus niet aan beide! Degenen die deelnemen aan de extra herkansing dienen zich uit te schrijven voor de reguliere herkansing en zich op de gebruikelijke weg voor de tweede gelegenheid in te schrijven. De uitslag van de reguliere en extra gelegenheid worden gezamenlijk bekendgemaakt. Beide gelegenheden zijn gelijkwaardig voor wat betreft tentamenvorm en moeilijkheidsgraad. De reguliere gelegenheid tot herkansing wordt geannuleerd, indien alle studenten hun inschrijving intrekken. 12 ALGEMENE INFORMATIE Studentenkaart Voor alle aanmeldingen en afmeldingen voor onderwijs en tentamens, voor deelname aan tentamens, voor het opvragen van je tentamenresultaten in het Studielandschap heb je een geldige studentenkaart nodig. Zorg dus dat je de studentenkaart steeds bij je hebt. Vrijstellingen, vervangende vakken of extra tentamengelegenheden Denk je recht te hebben op een vrijstelling, wil je een vervangend vak opvoeren of een extra tentamengelegenheid aanvragen, dan wijk je formeel af van de OER. Het verzoek tot die afwijking kan de examencommissie van jouw opleiding goed- of afkeuren. Zorg ervoor dat je het verzoek tot afwijking van de OER altijd op tijd, met redenen omkleed en voorzien van bewijsstukken indient. Wil je bijvoorbeeld een vrijstelling omdat je een vak elders al behaald hebt, stuur dan een cijferlijst en een kopie uit die studiegids mee. Wil je een extra tentamengelegenheid dan leg je uit waarom en stuur je, indien van toepassing, een bewijsstuk mee. De brief voor de examencommissie kan je afgeven bij de studieadviseur. Hij of zij kan je ook meer uitleg geven. Studentenbegeleiding Studieadvies eerste jaar De student ontvangt eind februari (uiterlijk 1 maart), na afloop van het eerste semester, een voorlopig studieadvies. Dit voorlopig studieadvies is vooral bedoeld als waarschuwing voor studenten die tot dan toe onvoldoende studievoortgang hebben geboekt. Als de uitslagen van de laatste herkansingen in juli bekend zijn, ontvangt de student die voldaan heeft aan de BSA-norm van 42 EC een positief advies. De student die dan niet voldaan heeft aan de BSA-norm, ontvangt dan een voornemen tot een bindend, negatief studieadvies. Alvorens een student een definitief, bindend negatief studieadvies ontvangt, krijgt hij/zij de gelegenheid te worden gehoord door de Commissie studieadvies eerste jaar. Voor studenten die hiervan geen gebruik maken wordt het voornemen tot een bindend, negatief studieadvies vervolgens omgezet in een definitief, bindend negatief advies. De student die op zijn/haar verzoek wel gehoord wordt door de Commissie studieadvies eerste jaar, wordt zo spoedig mogelijk na de hoorzitting, doch op uiterlijk 31 augustus, over het definitieve besluit van de commissie geïnformeerd. Tegen een bindende afwijzing kan een student binnen zes weken in beroep gaan bij het College van Beroep voor de Examens (CBE). Studieadviseurs De faculteit biedt je verschillende mogelijkheden voor studiebegeleiding. De studiebegeleiding geschiedt in eerste instantie door de studieadviseurs. Bij hem of haar kan je 13 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 terecht met vragen van allerlei aard. Heb je bijvoorbeeld vragen over de inhoud van de studie, tentamens, de OER, keuzevakken, de keuze van een master etc. dan is de studieadviseur het eerste aanspreekpunt. Verder kun je problemen bespreken, die het verloop van de studie beïnvloeden. De studieadviseur kan je bijvoorbeeld helpen bij het opstellen van de juiste studieplanning. Vooral wanneer je vanwege ziekte of andere persoonlijke omstandigheden langere tijd niet tot studeren in staat bent, is het aan te raden bij de studieadviseur aan te kloppen. Zo nodig kan hij of zij je doorverwijzen naar een andere instantie, zoals de studentenpsycholoog of een studiefonds. Wil je een afspraak met de studieadviseur, dan staat hieronder wanneer de spreekuren plaatsvinden en hoe je een afspraak kunt maken. De studiebegeleiding in de propedeutische fase wordt, naast de studieadviseurs, verzorgd door de docenten Academische Vaardigheden. De AV-docenten ondersteunen je vooral bij de ontwikkeling van een universitaire studiehouding en bijbehorende vaardigheden, inclusief studiemethodiek en -planning. Zij voeren daartoe indien wenselijk gesprekken met individuele studenten. De AV-docenten spelen ook een rol bij het studieadvies dat tweemaal in de propedeuse wordt verstrekt. Bij negatief of twijfeladvies wordt altijd een motivatie gegeven die grotendeels gebaseerd is op het oordeel van de AV-docent. Wil je meer studiebegeleiding dan slechts op deze momenten, stap dan zelf naar de studieadviseur. Begeleiding op universitair niveau Bij de Dienst Studentenzaken van de universiteit is een aantal hulpverlenende instanties aanwezig. Er zijn bijvoorbeeld studentenpsychologen, die je kunnen helpen met persoonlijke problemen van psychische aard. Ook is er een studiekeuzeadviseur, die je kan helpen, als je twijfelt aan je studiekeuze. De Dienst Studentenzaken verzorgt verder gedurende het jaar een aantal studievaardigheidscursussen. Alle informatie over deze voorzieningen vind je op de website van de RU (www.ru.nl/studenten) onder het kopje 'begeleiding'. De organisatie van het onderwijs De secties De Faculteit der Managementwetenschappen heeft twee primaire taken: onderwijs en onderzoek. De organisatie van de faculteit kent vier secties die intern coherent zijn in termen van discipline, aandachtsgebied of kernobject: Bedrijfskunde Economie en bedrijfseconomie Sociale geografie, Planologie, Milieu-maatschappijwetenschappen Bestuurskunde & Politicologie Elke sectie bestaat uit een aantal leerstoelen met daarbij horende medewerkers en wordt geleid door een hoogleraar. De kernformatie van de secties bestaat uit medewerkers met een gecombineerde onderzoek- en onderwijsaanstelling (ud, uhd en hgl) en wordt bijgestaan door een secretariaat. De leiding van de faculteit De leiding van de faculteit berust bij de decaan, prof. dr. ir. R.E.C.M. van der Heijden. De decaan is voorzitter van het Faculteitsbestuur waarin zitting hebben: vice-decaan onderwijs 14 ALGEMENE INFORMATIE (mw. dr. J.M. van der Vleuten), de vice-decaan onderzoek (prof. dr. A.C.R. van Riel), secretaris-directeur (drs. H.L. Looijmans) en een studentassessor. De assessor is te bereiken via [email protected]. Overzicht coördinatoren Voor elke opleiding is een coördinator aangewezen. De coördinator is verantwoordelijk voor de onderwijsorganisatie van de opleiding. Hij of zij ziet toe op de afstemming tussen de cursussen en let erop of het onderwijs goed wordt uitgevoerd. De coördinator is het eerste aanspreekpunt voor studenten. Overzicht coördinatoren van de bacheloropleidingen Bacheloropleiding Coördinator Bedrijfskunde dr. R.L.J. Schouteten Economie en bedrijfseconomie dr. J.J.M. Peil Bestuurskunde dr. M.E. Honingh Politicologie dr. A. Zaslove Geografie, planologie en milieu dr. B.M.R. van der Velde Overzicht coördinatoren van de masteropleidingen Masteropleiding Specialisatie Coördinator Business Administration Marketing prof. dr. A.C.R. van Riel Strategy prof. dr. H.L. v. Kranenburg Organizational Design and Development mw. prof. dr. K. Lauche Strategic Human Resource Management mw. prof. dr. B.I.J.M. van der Heijden International Management mw. dr. C.L. Voinea Business Analysis Modelling prof. dr. J.A.M. Vennix Economics Dr. J.P.J.M. Smits Bestuurskunde Dr. C.J. Lako Politicologie mw. dr. K.M. Anderson Planologie prof. dr. P. Ache Human Geography prof. dr. H. Ernste Milieumaatschappijwetenschappen prof. dr. P. Leroy Opleidingscommissie Elke opleiding heeft een opleidingscommissie. De belangrijkste taken zijn de evaluatie van het onderwijs en het geven van een advies bij de jaarlijkse vaststelling van de OER. Verder is de opleidingscommissie de plaats waar studenten en docenten met elkaar kunnen spreken over alle aangelegenheden van het onderwijs. De commissie kan eventueel een ongevraagd 15 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 advies uitbrengen aan de decaan. De studentenfractie van de opleidingscommissie van je opleiding is bereikbaar op het e-mail adres: [email protected]. (bij de xxxxx dient de naam van de opleiding te worden ingevuld). Examencommissie Elke opleiding heeft een examencommissie. Deze ziet toe op de goede gang van zaken tijdens tentamens. Ook kun je bij de examencommissie terecht als zich bijzondere omstandigheden voordoen waarin de Onderwijs- en ExamenRegeling niet voorziet. Je kunt het beste eerst overleggen met de studieadviseur, alvorens je je tot de examencommissie wendt. Commissie Studieadvies eerstejaar De Commissie Studieadvies eerstejaar hoort studenten die een voornemen tot een negatief bindend studieadvies hebben gekregen en neemt hierna een definitieve beslissing. Samenstelling Drs. E.H. Kelder, voorzitter Prof. dr. J.A.M. Vennix, lid Mw. dr. M.L. van Genugten, lid Vervangende leden Mw. Dr. C.P. Peters Mw. dr. M.E. Honingh Dr. B.M.R. van der Velde Het Onderwijscentrum Algemene informatie over het Onderwijscentrum Het Onderwijscentrum is gevestigd aan de Thomas van Aquinostraat 3 op de begane grond en houdt zich bezig met onderwijsondersteuning in de brede zin van het woord. Je kunt hierbij denken aan zaken als: voorlichting voor scholieren, studieadvisering, beheer van de internetpagina's, coördinatie van kwaliteitszorg, databeheer, en onderwijskundige professionalisering. Het Onderwijscentrum staat onder leiding van het Hoofd Onderwijsmanagement van de faculteit, drs. E.H. Kelder, T: (024) 361 59 30, E: [email protected]. De studentenadministratie De studentenadministratie is verantwoordelijk voor de organisatie en administratie van onderwijs en tentamens. Elke werkdag is er een open spreekuur tussen 13.00 en 14.00 uur. De studentenadministratie is onderverdeeld per cluster van opleidingen: Bedrijfskunde Medewerker: Mw. P.C.B.M. Bloem, T: (024) 361 12 64, E: [email protected] Medewerker: Mw. J.D. Pattikawa, T: (024) 361 11 99, E: [email protected] 16 ALGEMENE INFORMATIE Economie, bedrijfseconomie en politicologie Medewerker: Mw. I. Smitjes, T: (024) 361 21 02: [email protected] Sociale geografie, planologie en milieu-maatschappijwetenschappen Medewerker: Mw. P.G.J.M. Read, T (024) 361 19 30, E: [email protected] Bestuurskunde Medewerker: Mw. M. Helmond, T: (024) 361 17 03, E: [email protected] De studieadviseurs De faculteit heeft een aantal studieadviseurs voor de verschillende opleidingen. Dit zijn: Bacheloropleiding bedrijfskunde: Dhr. ir. L.V.M. Meijssen, T: (024) 361 17 47, E: [email protected]. Afspraken voor spreekuren via de balie van het studielandschap, T: (024) 361 59 25. Bachelor- en masteropleiding en pre-master bestuurskunde: Dhr. drs. A.G.F.M. Vermeulen, T: (024) 361 30 68, E: [email protected]. Inloopspreekuur op maandag 12.30 - 13.30 uur. Afspraken voor spreekuren op maandag en dinsdag (9.00 - 12.00 uur) via de balie van het studielandschap, T: (024) 361 59 25. (Pre)Masteropleiding Business Administration: Mw. R. Friesen, T: (024) 361 18 34, E: [email protected]. Inloopspreekuur op woensdag van 10.30 - 11.30 uur. Afspraken voor de spreekuren op dinsdagmiddag en donderdagochtend via het secretariaat Bedrijfskunde, T: (024) 361 18 35. Bacheloropleiding economie en bedrijfseconomie: Dhr. drs. S.W. Schrijner, T: (024) 361 30 21, E: [email protected]. Inloopspreekuur op maandagochtend tussen 10.30 - 12.00 uur. Afspraken voor spreekuur op donderdagmiddag tussen 13.00 en 15.00 uur via het secretariaat, kamer: TvA 5.1.74, T: (024) 361 58 90. Masteropleiding en pre-masteropleiding Economics: Mw. drs. H. Gunenc , T: (024) 3612005, E: [email protected]. Kamer: TvA 5.1.41 Spreekuur op maandag van 16.00 - 17.00 uur en op donderdag van 10.00 - 11.00 uur (op afspraak). Afspraken voor spreekuur via het secretariaat, kamer: TvA 5.1.74, T: (024) 361 58 90. Bachelor- en masteropleidingen en pre-masters politicologie: Mw. drs. L. Spreeuwenberg, T: (024) 361 18 59, E: [email protected]. Inloopspreekuur op woensdagmiddag tussen 15:00 - 16:30 uur. Afspraken voor spreekuur op maandagmiddag of donderdagochtend via het secretariaat, kamer: TvA 5.1.74, T: (024) 361 27 54. Bacheloropleiding geografie, planologie en milieu, pre-masters human geography en milieumaatschappijwetenschappen, masteropleiding human geography en milieumaatschappijwetenschappen: 17 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 Mw. drs. J.M. van de Walle, T: (024) 361 60 49, E: [email protected]. Inloopspreekuur op maandagochtend tussen 10.00 - 11.30 uur. Afspraken voor spreekuur op maandagmiddag tussen 13.00 - 14:00 of woensdagmiddag tussen 13.00 en 15.00 via het secretariaat, T: (024) 361 19 25. Pre-masters en masteropleiding planologie: Mw. drs. L. Spreeuwenberg, T: (024) 361 18 59, E: [email protected]. Inloopspreekuur op woensdagmiddag tussen 15:00 - 16:30 uur. Afspraken voor spreekuur op maandagmiddag of donderdagochtend via secretariaat, T: (024) 361 19 25. Study Abroad Coordinator International Economics and Business and International Business Administration Mw. drs. C. van Mourik, T: (024) 361 59 25, E. [email protected];. Afspraken op dinsdag 12.30 - 17.00 uur en donderdag 9.00 - 13.30 uur. Afspraken via de balie van het studielandschap, T: (024) 361 59 25. Het Studielandschap Op de begane grond van gebouw 3 aan de Thomas van Aquinostraat is het Studielandschap gevestigd; het studiecentrum van de Faculteit der Managementwetenschappen. Het Studielandschap wordt druk bezocht door studenten die op uiteenlopende manieren met hun studie bezig zijn. Het Studielandschap bestaat uit de volgende onderdelen: Informatiebalie Meteen als je het Studielandschap binnenloopt zie je de informatiebalie. Deze balie wordt bezet door de beheerders van het Studielandschap (mw. L. Laeven en mw. M. Kokkeler). Aan deze balie kunnen vragen worden gesteld. Tevens kun je hier terecht voor: het maken van afspraken met de studieadviseurs; het lenen van laptops het reserveren van studieruimtes Werkstukkenkast Schuin tegenover de balie staat een werkstukkenkast. Docenten kunnen een vakje aanvragen wanneer zij de studenten een werkstuk willen laten inleveren. Inloggen computers Jouw inlogaccount voor de computers in het studielandschap is je studentnummer voorafgegaan door een 's' en je persoonlijke wachtwoord. Printen en kopiëren Printen en kopiëren gaat voortaan via Péage. Kijk voor meer informatie op http://www.ru.nl/gdi/voorzieningen/printen-scannen/peage/. Cyberspace, Groene zaal, Paarse zaal, Gele zaal Deze zalen bevatten in totaal 90 computers, en worden gebruikt voor studieactiviteiten van studenten, individueel en in groepen. Forumzaal De forumzaal bevat 26 pc's, en heeft de volgende bestemmingen: 18 ALGEMENE INFORMATIE onderwijs op het gebied van visualisatie, elektronisch vergaderen (group systems), GIS-systemen aan groepen tot 50 personen; onderwijs aan grotere groepen waarbij de docent kan demonstreren met behulp van projectie; vrij computergebruik van studenten. RSI-werkplaats Eén ruimte in het Studielandschap is ingericht als RSI-werkplaats. Momenteel zijn er vier werkplekken. Informatie over deze ruimte kun je verkrijgen bij de informatiebalie. Laptops uitleen Voor het projectwerk kun je een laptop reserveren. De laptops beschikken over draadloze netwerkvoorzieningen. Via de balie van het Studielandschap geschiedt de uitgifte van deze laptops, ook kun je hier ruimten reserveren waar je met een groep studenten kunt werken. Openingstijden De openingstijden van het Studielandschap zijn: Maandag t/m donderdag van 08.45 tot 20.00 uur en vrijdag van 8.45 tot 17.00 uur. Het Studielandschap is telefonisch bereikbaar op (024) 361 59 25. Tijdens onderwijsvrije perioden, tentamenperioden en vakanties kunnen aangepaste openingstijden gelden. Logg-Inn 'Logg-Inn' is gehuisvest in de ruimtes van de voormalige bibliotheek van Managementwetenschappen. In deze studieruimte zijn 76 werk- en stilteplekken ingericht en kan gebruik gemaakt worden van draadloos internet. Bij de balie van Logg-Inn zijn de verplichte literatuur voor de cursussen en scripties tegen inlevering van collegekaart in te zien. Zie voor meer informatie http://www.ru.nl/ubn. Openingstijden Maandag t/m donderdag 8.45 - 22.00 uur. Vrijdag van 8.45 - 17.00 uur. Tijdens onderwijsvrije perioden, tentamenperioden en vakanties kunnen aangepaste openingstijden gelden. Logg-Inn is telefonisch bereikbaar op 024-3611205. Het International Mobility Office NSM's International Mobility Office is the point of entry for almost all international activities. NSM has over a hundred Erasmus contracts, and 7 bilateral agreements with universities outside of Europe. IMO provides both students and faculty members with the information they need concerning international affairs. For incoming students, the International Mobility Office is there to assist them during their stay in Nijmegen. IMO is open on Mondays, Tuesdays, Wednesdays and Thursdays, 12.30 - 4 p.m. Any changes in the opening hours will be announced on the website, through Blackboard and on the door of the International Mobility Office. Emails should be sent to [email protected]. Any additional information can be found on IMO's website: www.ru.nl/fm/imo 19 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 Employees at IMO are: Ms. Simone Buissink and Ms. Beate Durlinger, coordinators E: [email protected], T: +31 (0)24 361 5927. Het International Mobility Office fungeert als aanspreekpunt voor internationale studenten, uitwisselingsstudenten en gastdocenten die onze faculteit bezoeken. De faculteit der Managementwetenschappen heeft meer dan honderd Erasmus contracten en 7 bilaterale overeenkomsten met universiteiten buiten Europa. Zowel studenten als facultaire medewerkers kunnen op het IMO terecht voor internationaliseringszaken. Voor inkomende studenten biedt het IMO assistentie gedurende hun verblijf in Nijmegen. Het IMO is geopend op maandag, dinsdag, woensdag en donderdag van 12.30 - 16.00 uur. Wijzigingen in openingstijden worden aangekondigd op de website, Blackboard en op de deur van het International Mobility Office. E-mails kunnen worden gestuurd naar: [email protected]. Aanvullende informatie kan worden gevonden op de website van het IMO: www.ru.nl/fm/imo. De medewerkers van het International Mobility Office zijn: Simone Buissink en Beate Durlinger, coördinators E: [email protected], T: +31 (0)24 3615927. Internationalisering, Communicatie en Onderzoeksondersteuning De afdeling Internationalization, Communication and Research Support (ICR) houdt zich bezig met de strategische doelstellingen van de faculteit op het terrein van internationalisering, communicatie en onderzoeksondersteuning. ICR heeft een beleidsvoorbereidende en -adviserende rol, maar is ook nadrukkelijk betrokken bij de uitvoering van het beleid. Op het gebied van internationalisering betekent dit dat ICR onder andere de coördinatie voert over een aantal internationale onderwijsprojecten (oa. Erasmus Mundus), internationale studenten werft voor de Engelstalige opleidingen, het partnernetwerk van de faculteit vormgeeft en de uitwisseling van studenten en staf ondersteunt. ICR is verantwoordelijk voor de interne en externe communicatie van de faculteit. Het gaat hierbij onder andere om de communicatie met medewerkers en studenten, het opzetten en beheren van websites, het gebruik van sociale media, het alumnibeleid, de ontwikkeling van promotiemateriaal en het onderhouden van de contacten met overheid en bedrijfsleven. Het Institute for Management Research (IMR) is het facultaire onderzoeksinstituut. De facultaire ondersteuning is ondergebracht bij ICR. De medewerkers van ICR houden zich onder andere bezig met administratieve ondersteuning, het faciliteren van onderzoekers en promovendi, het organiseren van onderzoeksdagen, het beheren van Metis, en het adviseren van onderzoekers bij de werving van externe middelen. Meer informatie over de afdeling ICR is te vinden op de website: www.ru.nl/fm/icr. 20 ALGEMENE INFORMATIE Kwaliteitszorg Kwaliteit van het onderwijs De Radboud Universiteit Nijmegen hecht veel waarde aan de kwaliteit van het onderwijs. Zowel van de opleiding zelf als van de studenten wordt een aantal inspanningen verwacht om tot een zo goed mogelijk resultaat te komen. Inspanningen van de opleiding Voor de opleiding is er sprake van interne en externe kwaliteitszorg. De interne kwaliteitszorg richt zich op het hele scala van activiteiten voor behoud en verbetering van de kwaliteit van het onderwijs binnen een faculteit of opleiding. Belangrijk instrument daarbij zijn de evaluaties die standaard na elke cursus worden gehouden. Ook vinden er geregeld panelevaluaties plaats waarin studenten hun mening geven over het onderwijs in een heel semester. De resultaten van deze evaluaties worden besproken in de besturen van de verschillende opleidingen. Zij doen voorstellen om eventuele problemen aan te pakken. De opleidingscommissies wordt gevraagd hierover advies te geven. De externe kwaliteitszorg heeft betrekking op het zogenoemde accreditatiestelsel waarmee de kwaliteit van opleidingen één maal per zes jaar door deskundigen van buiten wordt beoordeeld. Rechten en plichten van de student Zowel de opleiding als de faculteit spant zich in om te voldoen aan de eis studenten kwalitatief goede en studeerbare programma's te bieden. Van de student worden tegenprestaties verwacht: de student is verplicht zichzelf goed te informeren. Dit betekent dat hij of zij wordt geacht kennis te nemen van de inhoud van de studiegids en het Studentenstatuut voor studenten (www.ru.nl/studentenstatuut) van de Radboud Universiteit Nijmegen en overige informatie die door de opleiding verstrekt wordt. Docenten mogen er van uit gaan dat studenten van een opleiding gemiddeld 40 uur per week aan de opleiding besteden. Collectief klachtrecht Alle medewerk(st)ers van de faculteit doen hun best om goed onderwijs aan te bieden en afgesproken procedures zo goed mogelijk uit te voeren. Toch kun je soms van mening zijn dat je niet terecht behandeld bent. Het kan gaan om individuele docenten, om de uitvoering van het onderwijs, om roosters, zalen, informatie et cetera. In veel gevallen is rechtstreeks praten met de verantwoordelijke medewerk(st)er de beste oplossing. Als een gesprek niet mogelijk is of niet tot een oplossing leidt, kun je een klacht indienen bij de facultaire klachtencommissie. Je kunt dit alleen of met een aantal medestudenten doen. Een klachtenformulier is beschikbaar via de facultaire website, www.ru.nl/fm. Je krijgt in de regel binnen een maand antwoord. Om ongewenste doublures met andere bezwaar- en beroepsmogelijkheden te voorkomen, neemt de klachtencommissie niet alle mogelijke soorten klachten in behandeling. Op de website is aangegeven wanneer je wel/geen beroep kunt doen op de commissie. Heb je een klacht over de inhoud van een tentamen of over het toegekende cijfer, wend je dan in ieder geval niet tot de klachtencommissie. Overleg eerst met de betrokken docent tijdens de inzage van het betreffende tentamen. Levert dit overleg niets op, dan kun je bezwaar aantekenen bij de examencommissie van de betreffende opleiding. De werkwijze en gedragscode van de 21 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 klachtencommissie kan worden ingezien bij de balie van het Studielandschap. De klacht wordt namens de decaan van de faculteit behandeld door de klachtencommissie. De commissie bestaat uit een voorzitter (mw. prof. dr. M.M.T. Verloo), een secretaris (dr. J.J.M. Peil), een studentlid en een ambtelijk secretaris (mw. E. Veneman). Medezeggenschap Studenten hebben in diverse lagen binnen de Faculteit der Managementwetenschappen en op verschillende momenten inspraak in de besluitvorming. OLC Voor opleidingspecifieke zaken zijn er de opleidingscommissies (OLC's). In een opleidingscommissie praten studenten samen met docenten over de kwaliteit van het onderwijs. Zij bespreken studentevaluaties van de verschillende vakken, adviseren over het onderwijsprogramma en praten mee over de gevolgen van facultair beleid voor hun opleiding. De studentenfractie van de opleidingscommissie van je opleiding is bereikbaar op het e-mail adres: [email protected]. (bij de xxxxx dient de naam van de opleiding te worden ingevuld). FSR Op facultair niveau is de Facultaire Studentenraad (FSR) actief. De studentenraad is er voor alle zaken van studenten van de Faculteit der Managementwetenschappen. De FSR praat mee over de invulling en ontwikkeling van het facultaire beleid tijdens de Facultaire Gezamenlijke Vergadering, waarin overlegd wordt met het decanaat en personeel van de faculteit. Daarnaast probeert zij zo goed mogelijk de belangen van de studenten te vertegenwoordigen op de faculteit. Voor vragen, opmerkingen of klachten over het onderwijs of de faciliteiten van de faculteit is de FSR bereikbaar op het e-mailadres: [email protected] en telefoon (024) 361 59 21. Studentassessor en USR Naast de Facultaire Studentenraad is op facultair niveau ook de studentassessor actief. Samen met de FSR worden facultaire zaken besproken en wordt samengewerkt met de Universitaire StudentenRaad (USR) en assessoren van andere faculteiten. Zo wordt gewerkt aan oplossingen en verbeteringen van interfacultaire zaken en universiteitsbreed beleid. De assessor neemt tevens zitting in het wekelijkse overleg van het faculteitsbestuur en heeft daarin adviesrecht. De assessor is te bereiken via e-mail: [email protected]. Panelgroepen Naast de medezeggenschapsorganen op opleidings-, facultair en universitair niveau bestaat er per onderwijsperiode ook de mogelijkheid panelgroepen te vormen. Deze panelgroepen evalueren onder andere de inhoud en de opbouw van de onderwijsperiode. Ze kunnen worden ingesteld als daar behoefte aan is onder de studenten. Voor meer informatie over de verschillende organen en leden kun je kijken op: www.ru.nl/fm/wegwijzer en http://www.ru.nl/fm/faculteit/medezeggenschap/. 22 ALGEMENE INFORMATIE Het aanschaffen van studieboeken en ander studiemateriaal Het op tijd bezitten van de vereiste studieboeken en aanvullende literatuur geldt op universitair niveau als een verantwoordelijkheid van de studenten zelf. Zorg er daarom voor dat je aan het begin van elke periode alle benodigde boeken en aanvullende literatuur (studiehandleidingen en readers) in je bezit hebt. De studieboeken zijn te bestellen via de webwinkel van de Faculteit der Managementwetenschappen in samenwerking met de facultaire studieverenigingen. Kijk hiervoor op http://ww.ru.nl/fm/boeken. Leden van de facultaire studieverenigingen krijgen als ze op tijd bestellen 10% korting op de boeken. Bij de bestelling van de literatuur wordt er rekening gehouden met het aantal inschrijvingen voor een cursus. Boeken kunnen echter na verloop van tijd ondanks goede schattingen niet meer leverbaar zijn. Daarom adviseren we je ook om op tijd voor cursussen in te schrijven, zodat we een goede inschatting van de hoeveelheid te bestellen literatuur kunnen maken. De readers (literatuurbundels) zijn te verkrijgen bij de dictatencentrale, http://www.ru.nl/fm/readers. Naar het buitenland De faculteit der Managementwetenschappen acht het een goede zaak wanneer studenten een deel van hun studie aan een buitenlandse universiteit volgen. Volgens het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen levert internationalisering 'een belangrijk aandeel in de vorming van het individu tot Europees en mondiale burger. Het verrijkt de opleiding met kennis en vaardigheden die nodig zijn om te functioneren in een internationaal georiënteerde en multiculturele samenleving, een mondiale economie en arbeidsmarkt'. Om een dergelijk buitenlands verblijf mogelijk te maken zijn er allerlei financiële ondersteuningsmogelijkheden. Het Erasmusprogramma van de Europese Unie is het bekendste programma waarmee studenten in het buitenland kunnen studeren. De Erasmusbeurzen stellen studenten in staat om voor een periode van drie maanden tot een jaar aan een buitenlandse universiteit te studeren. De faculteit heeft met een groot aantal universiteiten in West en Centraal Europa overeenkomsten gesloten en kan elk jaar ongeveer 120 studenten uitzenden. Informatie over deze universiteiten is te vinden op de facultaire website www.ru.nl/fm/imo. Andere mogelijkheden om naar het buitenland te gaan, zijn beurzen die men kan krijgen op basis van bilaterale verdragen. Wie een jaar in de Verenigde Staten wil studeren, kan naar een van de Amerikaanse partners van de Faculteit der Managementwetenschappen of zich aanmelden voor plaatsing via het zogenaamde ISEP-programma. Ook voor andere landen kunnen beurzen worden aangevraagd, o.a. Argentinië, Brazilië, Rusland, Zuid-Korea en Japan. Studeren in het buitenland is niet tot Europa beperkt, het vereist alleen wel wat meer inzet! Naast deze beurzenprogramma's zijn er nog andere mogelijkheden. Men kan een stage lopen in het buitenland of bij een internationale organisatie of bedrijf. Men kan deelnemen aan zogeheten 'Summer Schools' of 'intensive programmes', waarbij men zich in de zomervakantie enkele weken lang met studenten uit verschillende landen over een bepaald onderwerp buigt. Elk jaar stelt de Faculteit der Managementwetenschappen zomerbeurzen ter 23 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 beschikking. Meer informatie hierover (het aantal beschikbare beurzen, aanvraagprocedure, hoogte van de beurs, etc.) vind je op de website van het International Mobility Office: www.ru.nl/fm/imo. Ook pas afgestudeerden kunnen verder studeren aan een buitenlandse universiteit of universitaire instelling met ondersteuning van beurzen uit o.a. het talentenprogramma, het NAVO-beurzenprogramma, een VSB-beurs, de NIZA-scriptieprijs (voor Zuidelijk Afrika). Kortom, er zijn volop mogelijkheden. Actuele informatie hierover verschijnt op de facultaire website/Blackboard. Een praktisch stappenplan voor studenten Managementwetenschappen is via de facultaire website te raadplegen (www.ru.nl/fm/imo). Hierin zijn de procedures bij de voorbereiding en planning beschreven, evenals zaken als studiefinanciering, taalvaardigheid (zeer belangrijk) en wat te doen na terugkomst. E: [email protected]. Het vaste inloopspreekuur is op maandag, dinsdag, woensdag en donderdag van 12.30 - 16.00 uur. Vreemde talen leren spreken Radboud in'to Languages Het expertisecentrum voor taal en communicatie van de Radboud Universiteit Nijmegen, Radboud in'to Languages, verzorgt een uitgebreid aanbod aan taal- en communicatietrainingen op diverse niveausen beschikt tevens over een professionele vertaalen redactieservice. Ook het Academisch Schrijfcentrum Nijmegen (ASN) maakt deel uit van Radboud in'to Languages. Vreemde talen Je kunt bij Radboud in'to Languages verschillende vreemde talen leren zoals Chinees, Duits, Engels, Frans, Grieks, Italiaans, Latijn, Marokkaans Arabisch, Grieks, Russisch, Portugees, Pools, Spaans, Zweeds en Turks. De cursussen worden aangeboden van beginnersniveau tot (ver)gevorderdenniveau, en zijn ingedeeld volgens het Common European Framework of References for Languages (internationale standaardnormen). Na afloop van de cursussen ontvangen alle deelnemers een certificaat van deelname. Hierop staan ook de toetsresultaten vermeld. De cursussen Engels die wij aanbieden vormen een goede voorbereiding op internationaal erkende diploma's, zoals IELTS (voor academische doeleinden) en Cambridge Certificates (diverse niveaus). Nederlands voor anderstaligen (zoals buitenlandse studenten) Radboud in'to Languages biedt ook cursussen Nederlands voor anderstalige studenten aan, op verschillende niveaus. Voor uitwisselingsstudenten is er zelfs een speciale korte cursus Social Dutch ontwikkeld waarin de basis van het Nederlands aan bod komt. Daarnaast zijn er diverse mogelijkheden voor gevorderde anderstalige studenten. Aantrekkelijke kortingsregeling voor studenten Studenten krijgen voor de meeste taaltrainingen een aantrekkelijke korting van 50%. Op de website staan alle actuele gegevens en percentages. 24 ALGEMENE INFORMATIE Communicatietrainingen Ook als je je communicatieve vaardigheden wilt verbeteren, ben je bij Radboud in'to Languages aan het juiste adres..Je kunt kiezen uit een keur aan trainingen zoals presenteren met impact, heldere onderzoeksvoorstellen schrijven, speedreading of netwerken. Goed om te weten is dat alle communicatietrainingen op maat worden gemaakt en individueel of in groepsverband kunnen worden gevolgd. Tijdens een intakegesprek worden je behoefte(s) in kaart gebracht en wordt besproken welk trainingsaanbod het beste aansluit op je specifieke vraag. Desgewenst kun je de trainingen ook in het Engels volgen. De kosten voor deze trainingen variëren per training en zijn vanwege het maatwerk een stuk hoger dan de kosten voor de taaltrainingen met open inschrijving. Voorafgaand aan elke training wordt altijd een offerte uitgebracht. Aantrekkelijke kortingsregel Studenten van de RU hebben recht op korting. Voor de meeste taaltrainingen geldt een korting van 50%. Op de website staan alle actuele gegevens en percentages. Aanbod Vreemde talen Je kunt bij ons verschillende vreemde talen leren zoals Chinees, Duits, Engels, Frans, Grieks, Italiaans, Latijn, Marokkaans Arabisch, Grieks, Russisch, Portugees, Spaans, Zweeds en Turks. De cursussen worden aangeboden van beginnersniveau tot (ver)gevorderdenniveau, en zijn ingedeeld volgens het Common European Framework of References for Languages (internationale standaardnormen). Na afloop van de cursussen ontvangen alle deelnemers een certificaat van deelname. Hierop staan ook de toetsresultaten vermeld. De cursussen Engels die wij aanbieden vormen een goede voorbereiding op internationaal erkende diploma's, zoals IELTS (voor academische doeleinden) en Cambridge Certificates (diverse niveaus). Nederlands voor anderstaligen (zoals buitenlandse studenten) Radboud in'to Languages biedt ook cursussen Nederlands voor anderstalige studenten aan, op verschillende niveaus.Voor uitwisselingsstudenten is er zelfs een speciale korte cursus Social Dutch ontwikkeld waarin de basis van het Nederlands aan bod komt. Daarnaast zijn er diverse mogelijkheden voor gevorderde anderstalige studenten, waaronder een cursus Schrijfvaardigheid en grammatica, spreekvaardigheid voor (ver)gevorderden en De puntjes op de i. Voor het volgen van een van deze drie cursussen is een diploma van het Staatsexamen NT2 programma II vereist. Communicatietrainingen Ontdek ook onze resultaatgerichte communicatietrainingen. Van helder schrijven, spelling en presenteren tot solliciteren, netwerken, mindmappen en onderhandelen. Voor uitgebreide informatie raadpleeg onze website: http://www.radboudintolanguages.nl/. Contactgegevens Radboud in'to Languages Radboud in'to Languages Erasmusplein 1 (Erasmusgebouw, begane grond) T: (024) 361 21 59 E: [email protected]. 25 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 Openingstijden: maandag t/m vrijdag 9.00 - 18.00 uur www.radboudintolanguages.nl. Academisch Schrijfcentrum Nijmegen Het Academisch Schrijfcentrum Nijmegen (ASN) is een voorziening voor alle studenten van de RU. Je kunt er gratis terecht met alle soorten vragen over alle soorten (academische) schrijfopdrachten; van eerstejaarspapers tot en met masterscripties. Bij het ASN staat een team van speciaal getrainde tutoren (studenten en promovendi van de RU) klaar met wie je een aantal gesprekken ("tutorsessies") kunt voeren. In discussie en samenspraak met hen kun je je gedachten scherpen en je teksten verhelderen. Ze kunnen je strategieën en technieken aanreiken om op een efficiënte manier tot goede teksten te komen. De tutor kan de rol aannemen van een kritische lezer, maar is geen corrector of redacteur. Je leert juist om zelf je teksten te evalueren en te verbeteren en zo een betere schrijver te worden. Kortom, de service van het ASN: laagdrempelig en gratis onafhankelijk één-op-één-gesprekken zo vaak als nodig gericht op het ontwikkelen van je schrijfvaardigheid direct aan de slag met je eigen opdracht Tip: Wacht niet tot het laatste moment. Als je eerder in het schrijfproces langskomt, kun je veel meer profijt halen uit de sessie(s). Belangstelling? Kijk op de website: www.ru.nl/asn. Daar kun je je direct opgeven voor een tutorsessie. Je kunt ook langskomen (Universiteitsbibliotheek, 1e etage, Erasmuslaan 36), mailen ([email protected]) of bellen (024 - 36 100 77). De universitaire lerarenopleiding bij de Radboud Docenten Academie De Radboud Docenten Academie is de universitaire lerarenopleiding van de Radboud Universiteit. Excellente docenten opleiden door de onderwijspraktijk en wetenschappelijk onderzoek aan elkaar te verbinden. Dat is de opdracht van de Radboud Docenten Academie. Opleiden De Radboud Docenten Academie verzorgt universitaire lerarenopleidingen voor studenten die docent willen worden: de educatieve minor voor bachelorstudenten, en de educatieve master voor afgestudeerde masterstudenten. Daarnaast participeert de Docenten Academie in de landelijke traineeships Eerst de Klas en het Onderwijstraineeship. Docenten en schoolleiders in het voortgezet onderwijs die verdere verdieping zoeken in hun vak of in de (vak)didactiek kunnen bij de Docenten Academie terecht voor cursussen, workshops en scholing op maat. 26 ALGEMENE INFORMATIE Onderzoek Bij de Docenten Academie wordt ook (vak)didactisch onderzoek verricht in nauwe samenwerking met de Academische Opleidingsscholen. Dit onderzoek wordt gekenmerkt door een voortdurende interactie tussen theorie en praktijk: onderzoekers maken gebruik van praktijkervaringen en hun resultaten dragen ertoe bij dat de onderwijspraktijk daadwerkelijk beter wordt. Educatieve Master De educatieve master van de Docenten Academie leidt afgestudeerde masterstudenten op voor een eerstegraads bevoegdheid in het voortgezet onderwijs. Met een diploma van deze masteropleiding kun je aan de slag in de bovenbouw van havo en vwo. De Docenten Academie biedt een educatieve master aan voor de volgende schoolvakken: Nederlands, Frans, Duits, Engels, Spaans, Grieks & Latijn, geschiedenis, aardrijkskunde, maatschappijleer, godsdienst & levensbeschouwing, filosofie, kunstgeschiedenis, algemene economie, management & organisatie, wiskunde, natuurkunde, biologie en scheikunde. Als ingangseis geldt dat de student beschikt over een universitair bachelor- en masterdiploma binnen het vakgebied. De educatieve master is een voltijd opleiding die een jaar in beslag neemt. Educatieve Minor Naast de educatieve masters biedt de Docenten Academie ook educatieve minoren aan. De educatieve minor is ingevoerd door het Ministerie van Onderwijs om meer academisch opgeleide docenten voor de klas te krijgen. Het is een minorprogramma van 30 EC dat je kunt volgen in het derde jaar van je bachelor. In combinatie met je bachelordiploma geeft deze minor een beperkte tweedegraads lesbevoegdheid voor het voortgezet onderwijs, waarmee je les kunt geven in de onderbouw van havo en vwo en in het vmbo-t. De Docenten Academie biedt een educatieve minor aan voor de volgende schoolvakken: Nederlands, Grieks & Latijn, Engels, Frans, Duits, Spaans, Geschiedenis, Aardrijkskunde, Godsdienst & levensbeschouwing, Wiskunde, Natuurkunde, Scheikunde en Biologie. Qua vorm en inhoud is de minor sterk vergelijkbaar met de eerste helft van de masteropleiding. Ook de minor bestaat voor de helft uit stage. Het met goed gevolg en positief advies afgesloten hebben van een educatieve minor levert later een vrijstelling voor een deel van de educatieve master. Voorlichting & Intake Aanmelden voor de educatieve master die start op 1 september kan tussen 1 en 30 april 2015. Op http://www.ru.nl/docentenacademie/ vind je de precieze beschrijving van de aanmeldprocedure. Voor meer informatie zie http://www.ru.nl/docentenacademie/. Mocht je na het bestuderen van de website nog vragen hebben dan kun je terecht bij Dorri te Boekhorst, de studieadviseur van de Radboud Docenten Academie: [email protected]. 27 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 Radboud Honours Academy Radboud Honours Academy De Radboud Honours Academy biedt getalenteerde en ambitieuze studenten van de Radboud Universiteit de kans een extra en uitdagend programma te volgen. Elk jaar hebben zowel bachelor- als masterstudenten de mogelijkheid naast hun reguliere opleiding aan een van de programma's deel te nemen. Honoursprogramma's voor bachelorstudenten Jaarlijks worden de beste eerstejaarsstudenten van elke opleiding uitgenodigd om te solliciteren naar een plaats binnen een honoursprogramma voor bachelorstudenten. Het programma is er voor studenten die in het eerste jaar goed tot uitstekend hebben gepresteerd en in staat en bereid zijn extra tijd en energie te investeren. Studenten kunnen solliciteren naar een plaats binnen het disciplinaire programma van hun eigen faculteit of opleiding òf naar een plaats binnen het interdisciplinaire honoursprogramma voor bachelorstudenten. Disciplinair Honoursprogramma Het honoursprogramma van Managementwetenschappen is opgedeeld in twee delen, namelijk in een groepsbreed Honours Academy Project in het eerste jaar en een individueel, onderzoeksgericht tweede jaar: Honours Academy Project (HAP) Het eerste honoursjaar bij Managementwetenschappen richt zich op een gezamenlijk onderzoeksproject over een maatschappelijk relevant thema waaraan alle honoursstudenten van de verschillende opleidingen binnen de Faculteit der Managementwetenschappen deelnemen. Doel van dit HAP is inzicht te krijgen in de wijze waarop de verschillende disciplines naar een maatschappelijk relevant thema kijken en hoe deze verschillende perspectieven kunnen helpen om dit thema nader te onderzoeken. De onderzoeksvragen die binnen het HAP worden geformuleerd, reflecteren zowel de disciplines binnen de faculteit als de interesse van de studenten. Je werkt dus in een semi-interdisciplinaire context. Je wordt begeleid door een hoogleraar en door vertegenwoordigers van verschillende opleidingen. Met het HAP ga je op reis naar het buitenland om daar specifieke bezoeken af te leggen en interviews te houden voor het onderzoek. Eigen onderzoek In het tweede honoursjaar krijg je als honoursstudent van Managementwetenschappen de kans om onderzoek te doen naar een zelfgekozen thema op het terrein van je eigen discipline. Op deze manier kan je je studie verbreden of verdiepen in de richting van je eigen interesse. Alle onderdelen van het honoursprogramma worden in dit jaar afgestemd op het door jou gekozen onderzoeksgebied, om het leerproces daarbinnen zoveel mogelijk te stimuleren. Zelf bepaal je in grote mate - samen met je begeleider - hoe je programma eruit komt te zien. Hierbij kun je terugvallen op onderzoekservaring die je hebt opgedaan tijdens het Honours Academy Project in het eerste honoursjaar. Het honoursprogramma van Managementwetenschappen is geheel in het Engels. In het honoursprogramma van Managementwetenschappen is jaarlijks plaats voor maximaal 20 studenten. Voor meer informatie, zie: http://www.ru.nl/rha/managementwetenschappen/. 28 ALGEMENE INFORMATIE Interdisciplinair Honoursprogramma Het interdisciplinair honoursprogramma voor bachelorstudenten biedt de mogelijkheid om over de grenzen van je eigen vakgebied heen te kijken. Je krijgt intensief onderwijs van topdocenten en komt met uiteenlopende thema's in aanraking: nanotechnologie, sterrenkunde, de middeleeuwen of actuele thema's. De cursussen zijn kleinschalig. Interactieve colleges worden afgewisseld met studiedagen en excursies. Ook ga je samen op reis. Met studenten van verschillende opleidingen maak je deel uit van een denktank. Daar werk je een opdracht uit van bijvoorbeeld een bank of een ingenieursbureau, een ministerie of een organisatie als de politie. Je werkt in een interdisciplinaire context en wordt begeleid door een hoogleraar en door vertegenwoordigers van de externe partner. Tot het programma worden jaarlijks maximaal 100 studenten toegelaten. Voor meer informatie, zie: http://www.ru.nl/rha/interdiscipline/. Honoursprogramma's voor masterstudenten Voor masterstudenten zijn er drie verschillende honoursprogramma's.. De extra kennis die je als student hiermee opdoet is van grote waarde voor je persoonlijke en academische ontwikkeling, en voor je verdere wetenschappelijke of maatschappelijke loopbaan. De zwaarte van elk van de drie programma's is ongeveer een kwart van een gewoon studiejaar (60 EC). Studenten moeten solliciteren naar een plek binnen een van de programma's. Reflections on Science In dit honoursprogramma worden denktanks van ongeveer tien studenten samengesteld, die een jaar lang een complexe vraagstelling bestuderen. Elke denktank bestaat voor de helft uit studenten van de Radboud Universiteit Nijmegen en voor de andere helft uit studenten van een buitenlandse partneruniversiteit. Het Nederlandse deel van de denktank komt ongeveer wekelijks bij elkaar. Je ontmoet de buitenlandse denktankleden tijdens werkweken in binnenen buitenland. Ondertussen houd je contact via e-mail en Skype. In de eerste fase van het programma doen studenten individueel onderzoek, gerelateerd aan de vraagstelling en mogelijk passend bij de eigen wetenschappelijke discipline. In de tweede fase wordt gezamenlijk gewerkt aan een adviesrapport, waarbij de individuele onderzoeken als bron functioneren. Iedere denktank heeft een wetenschappelijk begeleider en nodigt zelf gastsprekers uit om in gesprek te gaan over de concrete vraagstelling. Deelnemers komen van verschillende opleidingen. Op deze manier leer je in een internationale setting samen te werken met studenten vanuit andere wetenschappelijke disciplines. Je krijgt inzicht in de waarde van andere disciplinaire en nationale perspectieven bij de bestudering van complexe vraagstukken. Voor meer informatie, zie http://www.ru.nl/reflectionsonscience/ Reflections on Professions Iedereen die een verantwoordelijke positie in een organisatie of in de samenleving inneemt, wordt regelmatig geconfronteerd met professionele dilemma's: netelige kwesties waarbij aan elke weg die gekozen kan worden bezwaren kleven. In het honoursprogramma Reflections on Professions dagen we je uit om te reflecteren over de rol die jij als academische professional in de niet-academische wereld zult innemen, de professionele dilemma's die daarbij optreden en de wijze waarop met dergelijke dilemma's om te gaan. We slaan een brug tussen 29 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 wetenschap en praktijk. Je gaat met studenten van verschillende masteropleidingen aan de slag om wetenschappelijke kennis toepasbaar te maken voor organisaties die kampen met een praktijkprobleem. Dit is een probleem op het gebied van MensenWerk of het communiceren van een moeilijke boodschap in de media. Leidraad is de kennis opgedaan in het wetenschappelijk onderwijs en onderzoek van de Radboud Universiteit. Je leert deze kennis te vertalen naar praktisch toepasbare en adequate interventievoorstellen. Voor meer informatie zie: http://www.ru.nl/reflectionsonprofessions/ Beyond the Frontiers Het honoursprogramma Beyond the Frontiers biedt vijftig studenten per jaar de kans om een studie- of onderzoeksstage van twee tot drie maanden te volgen in een internationaal hoog aangeschreven laboratorium of onderzoeksinstituut. Door de confrontatie met internationale toponderzoekers binnen de eigen wetenschappelijke discipline krijgen studenten de mogelijkheid verder de diepte in te gaan en zich voor te bereiden op een wetenschappelijke carrière. Om in aanmerking te komen voor een van de vijftig beurzen van maximaal 4000 euro, moeten studenten solliciteren met een eigen onderzoeksvoorstel. Aan het einde van het studiejaar presenteren studenten het resultaat van hun onderzoeks- of studiestage tijdens een afsluitend symposium. Solliciteren kan voor 1 oktober en voor 1 mei. Voor meer informatie zie: http://www.ru.nl/beyondthefrontiers/ Ethos of Science lezingen De Radboud Honours Academy organiseert voor alle studenten en staf van de Radboud Universiteit Nijmegen de lezingenreeks Ethos of Science. Wetenschappers vanuit diverse disciplines onderzoeken tijdens de lezingen de kunst van het bedrijven van goede wetenschap. Welke verantwoordelijkheden heb je als wetenschapper en wat betekent dit in de praktijk? Verschillende invalshoeken zullen de revue passeren. Denk bijvoorbeeld aan de consequenties van een uitvinding of het spanningsveld tussen onderzoeker en opdrachtgever. De voertaal is Engels. De Radboud Honours Academy organiseert voor alle studenten en staf van de Radboud Universiteit Nijmegen de lezingenreeks Ethos of Science. Wetenschappers vanuit diverse disciplines onderzoeken tijdens de lezingen de kunst van het bedrijven van goede wetenschap. Welke verantwoordelijkheden heb je als wetenschapper en wat betekent dit in de praktijk? Verschillende invalshoeken zullen de revue passeren. Denk bijvoorbeeld aan de consequenties van een uitvinding of het spanningsveld tussen onderzoeker en opdrachtgever. De voertaal is Engels. Voor meer informatie zie: http://www.ru.nl/ethosofscience De Dienst Studentenzaken Heb je vragen over je inschrijving aan de universiteit of loop je vast in je studievoortgang? Wil je meer weten over regels op het gebied van studiefinanciering of ben je op zoek naar studentencultuur? De medewerkers van de Dienst Studentenzaken zijn er om jou op weg te helpen op onder andere het gebied van studentenadministratie, studentenbegeleiding en studentencultuur. Kijk op www.ru.nl/studenten voor meer informatie. 30 BACHELOROPLEIDING BESTUURSKUNDE 2 Bacheloropleiding bestuurskunde Bestuurskunde aan de Radboud Universiteit Nijmegen Aan de Radboud Universiteit Nijmegen worden een bachelor- en een masteropleiding bestuurskunde aangeboden. Daarnaast bestaat er een pre-master voor studenten die het masterprogramma willen volgen, maar deficiënties in hun vooropleiding hebben. Tot slot biedt de afdeling bestuurskunde keuzevakken aan voor studenten die een andere bacheloropleiding volgen. De opbouw van het curriculum Studiejaar 1 Semester 1.1 Cursuscode Cursusnaam EC Tentamenvorm Taal Blok BCU191 Kernthema's van de bestuurskunde 6 Schriftelijk tentamen Nederlands 1 BPRA150 Onderzoeks- en interventiemethodologie A (bestuurskunde) 6 Schriftelijk tentamen Nederlands 1 BCU312 Organisatietheorie 6 Schriftelijk tentamen + werkstuk Nederlands 2 BPRO165 Beleidsproject 1.1 bestuurskunde 6 Schriftelijk tentamen + werkstuk Nederlands 2 BIN117BK Academische vaardigheden 6 (bestuurskunde) Werkstuk Nederlands 1 en 2 Cursuscode Cursusnaam EC Tentamenvorm Taal Blok BCU192 Binnenlands bestuur 6 Schriftelijk tentamen + een werkstuk Nederlands 3 BPRA155 Onderzoeks- en interventiemethodologie B (bestuurskunde) 6 Schriftelijk tentamen Nederlands 3 BCU268 Management van het openbaar bestuur 6 Schriftelijk tentamen Nederlands 4 BPRO166 Project 1.2 binnenlands bestuur 6 Werkstuk Nederlands 4 BCU228B Inleiding recht en bestuursrecht (bestuurskunde) 6 Schriftelijk tentamen Nederlands 3 en 4 Semester 1.2 31 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 Studiejaar 2 Semester 2.1 Cursuscode Cursusnaam EC Tentamenvorm Taal Blok BCU273 Politicologie voor bestuurskundigen 6 Schriftelijk tentamen Nederlands 1 BPRA200 Methoden van 6 bestuurskundig onderzoek I Schriftelijk tentamen + werkstuk Nederlands 1 BCU194BK Economie van de 6 managementwetenschappe n (bestuurskunde) Schriftelijk tentamen Nederlands 2 BPRO209 Project vergelijkende analyse 6 Werkstuk Nederlands 2 BCU2015 Vergelijkende Bestuurskunde 6 Schriftelijk tentamen+ werkstuk Nederlands 1 en 2 Cursuscode Cursusnaam EC Tentamenvorm Taal Blok BCU314 Policy Cycle 6 Schriftelijk tentamen Engels 3 BCU335 Kosten en baten van het openbaar bestuur 6 Schriftelijk tentamen Nederlands 3 BPRO201 Project advisering en organisatiegedrag 6 Schriftelijk tentamen + werkstuk Nederlands 4 BIN118BK Filosofie van de 6 Managementwetenschappe n (bestuurskunde) Schriftelijk tentamen Nederlands 4 BPRA201 Methoden van bestuurskundig onderzoek II 6 Schriftelijk tentamen + werkstuk Nederlands 3 en 4 Cursuscode Cursusnaam EC Tentamenvorm Taal Blok BCU332 Good Governance 6 Schriftelijk tentamen + werkstuk Engels 1 BCU333 Sociology for Public Administration 6 Schriftelijk tentamen + werkstuk Engels 1 BCU336 European Governance 6 Schriftelijk tentamen + werkstuk Engels 2 BCU3024 Beleidsimplementatie 6 Schriftelijk tentamen + werkstuk Nederlands 2 Vrije keuzeruimte 6 Semester 2.2 Studiejaar 3 Semester 3.1 32 BACHELOROPLEIDING BESTUURSKUNDE Semester 3.2 Cursuscode BIM322A Cursusnaam EC Vrije keuzeruimte 18 Bachelorthesis bestuurskunde 12 Tentamenvorm Taal Blok 3 en 4 Werkstuk Nederlands 3 en 4 Cursusbeschrijvingen van de bacheloropleiding Academische vaardigheden (bestuurskunde) Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docent Voorkennis Keuzevak Doelstellingen MAN-BIN117BK 6 Bestuurskunde Ba 1 blokken 1 en 2 Werkstuk Nederlands Lieshout, dr. ir. M. van dr. ir. M. van Lieshout Geen specifieke voorkenniseisen Nee Aan het eind van de cursus beschik je over de bovengenoemde vaardigheden: je bent in staat een wetenschappelijke schriftelijke en mondelinge presentatie te geven. Dat houdt in, dat je in staat bent tot: • het afbakenen van het onderzoeksveld (probleemstelling) en het stellen van de juiste vragen (vraagstelling en deelvragen); • het opzoeken en vinden van wetenschappelijke literatuur, het bestuderen, analyseren, verwerken, toepassen en presenteren van de resultaten; • het opzetten van een interview (interviewplan en interviewguide), het afnemen van een interview, het analyseren, verwerken, toepassen en het presenteren van de resultaten; • het trekken van logische conclusies (argumenteren) en het doen van aanbevelingen; • het hanteren van een logische opzet, indeling en structuur, zowel bij het paper als bij de mondelinge presentatie; • het hanteren van de correcte wijze van bron vermelden en literatuurweergave. Cursusbeschrijving AV is een praktische, door opdrachten gestuurde cursus. In de cursus maken studenten zich allerlei vaardigheden (ook wel competenties genaamd) eigen die nodig zijn tijdens de studie om een goede academicus te worden en om ná de studie als academicus goed te kunnen functioneren. Deze wetenschappelijke vaardigheden hebben betrekking op: het stellen van relevante wetenschappelijke vragen, het verzamelen van wetenschappelijk verantwoorde informatie (zowel 33 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 Literatuur 34 schriftelijke als mondelinge), het verwerken van wetenschappelijke informatie, het trekken van wetenschappelijk verantwoorde conclusies (ofwel wetenschappelijk verantwoord redeneren en argumenteren) en het presenteren van de resultaten van wetenschappelijk onderzoek (zowel schriftelijk als mondeling). Daarnaast worden persoonlijke vaardigheden geoefend zoals: samenwerken in groepjes, feedback geven en feedback ontvangen, evalueren en reflecteren. Wordt later bekendgemaakt BACHELOROPLEIDING BESTUURSKUNDE Kernthema's van de bestuurskunde Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docent Voorkennis Keuzevak Doelstellingen Cursusbeschrijving Literatuur MAN-BCU191 6 Bestuurskunde Ba 1 en Schakelprogramma Blok 1 Schriftelijk tentamen. Nederlands Baas, drs. J.H. de drs. J.H. de Baas Geen. Ja De cursus heeft als doel de student inzicht te bieden in de kernbegrippen en basistheorieën uit de bestuurskunde. Specifieke doelstellingen: • Eerste kennismaking met de Bestuurskunde • Overzicht van de belangrijke thema's en de ontwikkeling van de discussie in het vakgebied • Aanleren van de taal en de begrippen • Het herkennen van bestuurskundige aspecten in actuele vraagstukken; het stellen van bestuurskundige vragen en het verkennen van bestuurskundige antwoorden voor de actuele praktijk. De cursus biedt een algemene inleiding op de Bestuurskunde als wetenschappelijke discipline. Welke functie heeft het openbaar bestuur in de samenleving? Hoe kan die functie worden vervuld met bestuur, beleid en organisatie? Het vak geeft overzicht over de antwoorden die de Bestuurskunde heeft opgeleverd: functie en karakter van het openbaar bestuur, klassieke beleidsontwikkeling, besluitvorming, organisatie, marktwerking, democratie en politieke verantwoordelijkheid. Er wordt ook ingegaan op moderne beleidsvoering in netwerksituaties, beleidsspelen en het management van beleidsprocessen. De cursus dient mede om de studenten voor te bereiden op het in grote mate zelfstandig kunnen lezen, begrijpen en kritisch beoordelen van een recente bestuurskundige monografie. Hiertoe worden wekelijks twee hoorcolleges van twee uur en een werkcollege georganiseerd. De aanwezigheid bij deze colleges is verplicht. De hoorcolleges worden verzorgd door Jan Herman de Baas. Bij de werkcolleges worden ouderejaars studenten betrokken. • J.H. de Baas, Bestuurskunde in hoofdlijnen, Invloed op beleid, Wolters-Noordhof, 1995 • H. de Bruijn, Framing, Over de macht van taal in de politiek, vierde druk 2012 35 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 Onderzoeks- en interventiemethodologie A (bestuurskunde) Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docenten Voorkennis Keuzevak Doelstellingen Cursusbeschrijving Literatuur 36 MAN-BPRA150 6 Bestuurskunde Ba 1 Blok 1 Schriftelijk tentamen. Nederlands Jacobs, dr. H.A.G.M. dr. I.L. Bleijenbergh, dr. ir. S.F.J.M. Raaijmakers, dr. S. Smeets, dr. H.A.G.M. Jacobs Geen. Nee Studenten kunnen: • de functie van wetenschappelijk onderzoek voor de managementwetenschappen aangeven mede in het licht van het onderscheid tussen onderzoeks- en interventiemethodologie; • de belangrijkste methodologische stromingen onderscheiden en een relevante uitleg geven aan basisbegrippen in empirisch wetenschappelijk onderzoek; • in gegeven casuïstiek adequate keuzes maken voor onderdelen van een eenvoudig onderzoeksvoorstel en deze keuzes adequaat beargumenteren. De cursus behandelt de theorie en praktijk van empirisch onderzoek. Naast wetenschapsopvattingen en belangrijke methodologische stromingen, behandelt ze methodologische basisbegrippen zoals validiteit en betrouwbaarheid. Ook komen de diverse onderdelen van de empirische onderzoekscyclus aan bod. Studenten oefenen basis methodologische vaardigheden, bijvoorbeeld het maken van onderzoeksvraagstellingen, het operationaliseren van te onderzoeken begrippen, het selecteren van onderzoeksdesigns, waarnemingsmethoden en analysetechnieken. De cursus bestaat uit hoorcolleges (behandeling theoretische uitgangspunten), werkcolleges (opdrachten bespreken en feedback ontvangen) en zelfstudie. Titel: Theorie en praktijk van empirisch onderzoek Auteur: Prof. dr. J.A.M. Vennix Jaar: 2011 Editie: vijfde editie ISBN: 978 1 78016 080 1 BACHELOROPLEIDING BESTUURSKUNDE Organisatietheorie Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docent Voorkennis Keuzevak Doelstellingen Cursusbeschrijving Literatuur MAN-BCU312 6 Bestuurskunde Ba 1 Blok 2 Schriftelijk tentamen + werkstuk Nederlands Lako, dr. C.J. dr. C.J. Lako geen Nee De cursus heeft tot doel om: • studenten een breed overzicht te geven van organisatietheorieën in de publieke sector en de ontwikkeling daarin; • studenten inzicht te verschaffen in de wijze waarop deze theorieën kunnen worden toegepast op actuele organisatievraagstukken. De cursus bestaat uit hoor- en werkcolleges waarin uitgebreid wordt ingegaan organisatiestructuur en organisatiecultuur van de publieke sector. Daarbij wordt ingegaan op veranderingen in de organisatiestructuur van de laatste decennia en verschillende organisatievormen (functionele organisaties, projectorganisaties e.d.). Diverse grondleggers van de organisatiewetenschap (Taylor, Gulick, Likert, Scharpf e.a.) passeren de revue. Steeds wordt daarbij ingegaan op hun theoretische benadering van organisatievraagstukken en de toepassing daarvan op actuele vraagstukken. • J.R. Tompkins, Organization Theory and Public Management, Thomson Wadsworth, nieuwste editie. • Een selectie van nog nader bekend te maken artikelen uit internationale tijdschriften (raadpleeg Blackboard). 37 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 Beleidsproject 1.1 bestuurskunde Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docent Voorkennis Keuzevak Doelstellingen Cursusbeschrijving Literatuur 38 MAN-BPRO165 6 Bestuurskunde Ba 1 Blok 2 Schriftelijk tentamen + werkstuk. Nederlands Lieshout, dr. ir. M. van dr. ir. M. van Lieshout Geen. Nee • Studenten kunnen na de cursus de verschillende fasen van het beleidsproces herkennen; • Studenten kunnen een beleidsontwerp analyseren: zij herkennen expliciete en impliciete beleidsdoelstellingen; zij kunnen een beleidstheorie van een beleidsplan (re)construeren; zij hebben kennis van beleidsinstrumenten en kunnen de inzet ervan beredeneerd beoordelen; zij kunnen aan de hand van een stappenplan zelf een beleid ontwerpen; studenten kunnen een ex ante inschatting maken van de rationaliteit, legitimiteit en haalbaarheid van een beleidsplan. Afgestudeerde bestuurskundigen zullen veelal in functies terecht komen waarin ze beleid ontwikkelen en beoordelen. Het beleidsproject is een eerste kennismaking met beleid en bereidt studenten voor op de cursus Beleidscyclus in de bachelorfase en verschillende vakken over de Beleidswetenschap in de masteropleiding Bestuurskunde. Studenten leren de verschillende fasen van het beleidsproces, namelijk de beleidsvoorbereiding, de beleidsvorming, de uitvoering en beleidsevaluatie, in kaart te brengen. Zij leren het beleidsproces te analyseren door middel van de voorgeschreven literatuur en het bestuderen van beleidsplannen en evaluatierapporten. Het project krijgt vorm doordat studenten in groepen een beleidsplan schrijven. Wordt nader bekendgemaakt. BACHELOROPLEIDING BESTUURSKUNDE Onderzoeks- en interventiemethodologie B (bestuurskunde) Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docenten Voorkennis MAN-BPRA155 6 Bestuurskunde Ba 1 Blok 3 Schriftelijk tentamen. Nederlands Visscher, drs. C.A.M. drs. C.A.M. Visscher, dr. S. Smeets VWO Wiskunde A, B of D Keuzevak Doelstellingen Nee Studenten zijn aan het einde van de cursus in staat: de basiselementen en procedures uit de beschrijvende, toetsende en verklarende statistiek adequaat toe te passen, mede met behulp van het programma SPSS; resultaten van procedures uit de beschrijvende, toetsende en verklarende statistiek adequaat te interpreteren; keuzes bij het uitvoeren van statistische procedures en de interpretatie van de resultaten adequaat te onderbouwen. In de cursus leren studenten naast de theorie van de beschrijvende en toetsende statistiek, de practische toepassing van de statistische theorie met behulp van het statistische software programma SPSS. De onderwerpen, die besproken zullen worden, zijn onder meer: maten van centrale tendentie, spreidingsmaten, steekproeftrekking, kansverdelingen, schattingen van kenmerken van een populatie, kruistabelanalyse, correlaties, ekelvoudige en multipele regressie, verschillen tussen twee populatiegemiddelden, variantieanalyse en nonparametrische toetsen. • Andy Field, Discovering Statistics Using IBM SPSS, fourth edition. Sage publications, 2013 • M. te Grotenhuis en A. Matthijssen, 'Basiscursus SPSS 20-21'. Van Gorcum. Cursusbeschrijving Literatuur 39 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 Binnenlands bestuur Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docent Voorkennis Keuzevak Doelstellingen Cursusbeschrijving Literatuur 40 MAN-BCU192 6 Bestuurskunde Ba 1 en schakelprogramma Blok 3 Schriftelijk tentamen en werkstuk Nederlands Tholen, dr. J.H.M.M. dr. M.L. van Genugten geen Ja De cursus beoogt: • studenten inzicht te geven in de organisatie en inrichting van het Nederlands openbaar bestuur; • studenten kennis te laten maken met recente bestuurlijke vernieuwingen en de debatten daarover; • studenten kennis te laten maken met theorieën omtrent het functioneren van binnenlands bestuur en hen in staat te stellen zulke theorieën adequaat te benutten voor eigen onderzoek. In deze cursus wordt de inrichting en het functioneren van het binnenlands bestuur bekeken. Onze aandacht gaat daarbij vooral uit naar de subnationale bestuurslagen, in het bijzonder het lokaal en regionaal bestuur. Tevens besteden we aandacht aan de maatschappelijke omgeving en het maatschappelijke middenveld dat van invloed is op het functioneren van het binnenlands bestuur. Tot slot plaatsen we het binnenlands bestuur in de context van Europa. In elk college zullen ten aanzien van deze thema's de actuele organisatie en inrichting worden besproken en actuele debatten, normatieve theorieën en empirische theoriën aan de orde worden gesteld. Breeman, G.E., Noort, W.J. van, & Rutgers, M. (2012). De bestuurlijke kaart van Nederland. Het openbaar bestuur en zijn omgeving in nationaal en internationaal perspectief. Bussum: Coutinho. Derksen, W. & Schaap, L. (2010). Lokaal bestuur. Dordrecht: Convoy. BACHELOROPLEIDING BESTUURSKUNDE Management van het openbaar bestuur Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docent Voorkennis Keuzevak Doelstellingen Cursusbeschrijving MAN-BCU268 6 Bestuurskunde Ba 1 en Schakelprogramma Blok 4 Schriftelijk tentamen + werkstuk Nederlands Thiel, prof. dr. S. van prof. dr. S. van Thiel Geen. Nee Na afloop van dit vak kan een student: • Een omschrijving geven van publiek management en in eigen woorden specifieke kenmerken van het managen van publieke organisaties (vergeleken met private organisaties) benoemen; • De verschillende onderdelen van publiek management benoemen (PIOFACH); • Een groot aantal bedrijfsvoeringtechnieken benoemen en uitleggen in eigen woorden (zoals BSC, TQM, BPR en SWOT); • Verschillende organisatievormen voor publieke organisaties onderscheiden en ontwerpen, inclusief vormen van verzelfstandiging, PPS, privatisering, e.d.; • Uitleggen wat New Public Management inhoudt en wat voor veranderingen dat heeft gehad voor het management van publieke organisaties in de USA en Nederland sinds begin jaren '80; • Verschillende HRM instrumenten benoemen en hierover adviseren aan publieke organisaties; • In eigen woorden uitleggen wat een netwerkanalyse van een beleidsnetwerk inhoudt, en deze ook uitvoeren; • Verschillende theorieën over leiderschap en verandermanagement in publieke organisaties herkennen en in eigen woorden beschrijven; en • Economische theorieën zoals eigendomsrechten-, transactiekosten-, principaal-agent en resource dependency theorie herkennen in eigen woorden uitleggen, en toepassen op vraagstukken rondom publieke organisaties. In deze inleiding over het management van publieke organisaties komen de belangrijkste theorieën, trends en wetenschappelijke inzichten aan bod, aangevuld met voorbeelden uit de actualiteit van het openbaar bestuur. Zo wordt er aandacht besteed aan: verschillende organisatiewijzen of -structuren van publieke organisaties (dichtbij of verder weg van de overheid); personeelsmanagement en verandermanagement; de invloed van de media en de politiek; 41 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 Literatuur 42 samenwerking tussen publieke organisaties in ketens, allianties en netwerken; en de toepassing van bedrijfsvoeringstechnieken uit de private sector zoals prestatiemanagement. Rainey, H. (2014, 5e druk). Understanding and managing public organizations. San Francisco, Jossey Bass. Aanvullende artikelen (lijst wordt via Blackboard bekend gemaakt). BACHELOROPLEIDING BESTUURSKUNDE Project 1.2 binnenlands bestuur Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docenten Voorkennis Keuzevak Doelstellingen Cursusbeschrijving Literatuur MAN-BPRO166 6 Bestuurskunde Ba 1 Blok 4 Werkstuk. Nederlands Zwaan, dr. P.J. dr. P.J. Zwaan, dr. M.L. van Genugten Cursus Binnenlands bestuur Nee Ontwikkelen en verrichten van een eigen onderzoek binnen het thematisch/theoretisch kader van de cursus Binnenlands bestuur en in het bijzonder gebruikmakend van de methoden van onderzoek die in het eerste jaar aan de orde zijn gesteld. Gebruikmakend van de normatieve en empirische theorieën die in de cursus Binnenlands bestuur aan de orde zijn gesteld ontwikkelen studenten een eigen onderzoek dat ze ook zelf uitvoeren. Van dat onderzoek wordt adequaat verslag gedaan. Deze cursus zal beginnen met enkele hoorcolleges en instructie-bijeenkomsten waarin ook thematische en methodische aanwijzingen gegeven zullen worden. Daarnaast zijn er verschillende feedbacksessies. Wordt t.z.t. aangegeven. 43 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 Inleiding recht (Bestuurskunde) Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docent Voorkennis Keuzevak Cursusbeschrijving Literatuur 44 MAN-BCU228B 6 Bestuurskunde Ba 1 blokken 3 en 4 Schriftelijk tentamen Nederlands Witpaard, mr. R.J. mr. R.J. Witpaard Geen. Nee Het doel van de cursus is het verwerven van basiskennis ten aanzien van de grondslagen en de structuur van het Nederlandse rechtssysteem. De cursus bestaat uit een aantal colleges met een algemeen karakter. Daarnaast wordt ingegaan op het specifieke karakter van de diverse rechtsgebieden. Uitgangspunt bij de behandeling van de specifieke onderwerpen zal zijn dat het recht als middel door de overheid gebruikt wordt om maatschappelijke processen en ontwikkelingen te sturen. Jaap Hage e.a., Recht, vaardig en zeker. Een inleiding in het recht (vijfde druk, Boom juridische uitgevers, 2010) en Y.M. Visscher, Praktisch Bestuursrecht (derde druk, Noordhoff Uitgevers, 2012). Aanvullend en ondersteunend lesmateriaal wordt eventueel nog via Blackboard bekendgemaakt. BACHELOROPLEIDING BESTUURSKUNDE Politicologie voor bestuurskundigen Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docent Voorkennis Keuzevak Doelstellingen Cursusbeschrijving MAN-BCU273 6 Bestuurskunde Ba 2 Blok 1 Schriftelijk tentamen Nederlands Vossen, dr. K.P.S.S. dr. K.P.S.S. Vossen Geen. Nee Studenten hebben na de cursus kennis van de belangrijkste, actuele politicologische vraagstukken. Specifieker hebben zij kennis van: • politicologische kernbegrippen (politiek, macht, regering en staat) • verschillende politieke regimes, variërend van democratische rechtsstaat tot autoritair regime • politicologische theorieën (behavioralisme, rationele keuzetheorie, neo-institutionalisme) • de relatie tussen burger en politiek (politieke cultuur, communicatie en participatie, verkiezingen, belangengroepen, politieke partijen) • politieke instituties (rechterlijke macht, wetgevende macht, uitvoerende macht) Daarnaast kunnen studenten • de behandelde politicologische theorieën met elkaar contrasteren en in verband brengen • de behandelde politicologische theorieën toepassen op de verschillende politicologische kenobjecten • de politieke stelsels van de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Duitsland, Rusland, China en Nederland op hoofdlijnen met elkaar vergelijken Afgestudeerde bestuurskundigen zijn veelal werkzaam in of voor een publieke organisatie waarbij zij opereren in een politieke omgeving. Het is voor hen dan ook cruciaal om inzicht te krijgen in het politieke proces en de werking van politieke instituties. In deze cursus maak je daarom kennis met het vakgebied van de Politicologie. De cursus biedt een systematisch overzicht van de belangrijkste politicologische kernconcepten en de werking van politieke instituties. Ook wordt uitgebreid ingegaan op de relatie tussen burger en politiek, op de functies van politieke partijen en belangenorganisaties, op het ontstaan van de natiestaat en haar toekomst in het tijdperk van globalisering en op de rol van ideologie in de politiek. De cursus zal worden verlevendigd door voorbeelden 45 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 Literatuur 46 uit de politieke actualiteit maar ook uit de politieke geschiedenis te gebruiken. De Nederlandse politiek en haar instituties zullen worden vergeleken met de politiek en instituties in landen als de Verenigde Staten, Duitsland, Frankrijk, Rusland en China. Nader bekend te maken. BACHELOROPLEIDING BESTUURSKUNDE Methoden van bestuurskundig onderzoek I Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docent Voorkennis Keuzevak Doelstellingen Cursusbeschrijving Literatuur MAN-BPRA200 6 Bestuurskunde Ba 2 en Schakelprogramma Blok 1 Schriftelijk tentamen en een werkstuk. Nederlands Visscher, drs. C.A.M. drs. C.A.M. Visscher Propedeusevakken methoden en technieken (OIM-A, OIM-B). Nee Kennis van en kunde in het gebruik van multipele regressie-analyse, variantie-analyse, factoranalyse, betrouwbaarheidsanalyse, scalogramanalyse en homogeniteitsanalyse. In dit vak wordt aandacht besteed aan variantie-analyse (uitbreiding van de modellen uit het eerste jaar) en multipele regressie-analyse met kwantitatieve afhankelijke variabelen en met zowel kwantitatieve als kwalitatieve onafhankelijke variabelen. Hoofddoel causale hypothesetoetsing. Eveneens worden een aantal meetmodellen aan de orde gesteld zoals betrouwbaarheidsanalyse op interne homogeniteit (Cronbach's alpha), factoranalyse (principale componentenanalyse en principale factoranalyse), scalogramanalyse (Mokscal) en Homals. Studenten weten na het volgen van dit vak wanneer ze deze analysetechnieken moeten gebruiken, en ze kennen de kracht en zwakheden er van. Ze zijn in staat zelfstandig zulke analyses uit te voeren met behulp van SPSS en ze kunnen de uitkomsten ervan goed interpreteren. (Dit wordt daarna geoefend en toegepast in een onderzoeksproject, waarin ze ook de data voor zulk een onderzoek moeten verzamelen, waarin ze de aangeleerde statistische technieken moeten toepassen op een bestuurskundig vraagstuk en waarover ze in groepsverband een paper moeten schrijven). • McClave, Benson, Sincich en Knypstra, Statistiek, elfde editie. Pearson, 2011. Dit boek wordt ook in het eerstejaarsonderwijs gebruikt, regressie-analyse en variantieanalyse zijn in dit handboek terug te vinden) • Voor factoranalyse, betrouwbaarheidsanalyse, scalogramanalyse en homals worden artikelen nader bekend gemaakt. 47 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 Economie van de managementwetenschappen (bestuurskunde) Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docent Voorkennis Keuzevak Doelstellingen Cursusbeschrijving 48 MAN-BCU194BK 6 Bestuurskunde Ba 2 Blok 2 Schriftelijk tentamen Nederlands Sent, prof. dr. E.M. prof. dr. E.M. Sent geen Nee Gemeenschappelijk deel Economen geloven duidelijk dat zij een significante bijdrage tot de bespreking en resolutie van vele belangrijke sociale kwesties kunnen leveren. De hoop is dat studenten tegen de tijd dat zij deze cursus beëindigd hebben met dit geloof akkoord zullen gaan. Na deze cursus beheersen zij de basisprincipes van de economische wetenschap en de economische taal met betrekking tot deze principes. De verworven vaardigheden zijn studenten in staat toe te passen op concrete beleidsvraagstukken. Disciplinair deel Kennis: De samenstelling en omvang van de collectieve sector in Nederland • Theoretische verklaringen voor de groei van de collectieve sector • Begrotingscyclus, begrotingsnormen, financierings- en EMUtekort, staatsschuld en rentelasten • De samenstelling en hoogte van de belasting- en premiedruk in Nederland • De (financiële) relatie tussen de bestuurslagen (gemeenten, provincie, Rijk, EU) • Actuele beleidsvraagstukken op het terrein van de openbare financiën Vaardigheden: Het kritisch kunnen beoordelen van beleidsdocumenten en keuzes met betrekking tot een aantal actuele beleidsthema's en hierover op een heldere wijze schriftelijk rapporteren. De cursus Economie van de managementwetenschappen bestaat uit twee delen: een gemeenschappelijk deel voor studenten bedrijfswetenschappen, sociale geografie en planologie, bestuurskunde en politicologie en een disciplinair deel per opleiding of cluster van opleidingen. Gemeenschappelijk deel: De methodes van economisch onderzoek kunnen wellicht het best BACHELOROPLEIDING BESTUURSKUNDE Literatuur beschreven worden als "eclectisch," hetgeen betekent dat zij vele bronnen raadpleegt en deze vervolgens selecteert op basis van hun nut voor het onderwerp. Economen lenen van alle sociale wetenschappen om over menselijk gedrag te theoretiseren. Zij lenen van de wiskunde om theorieën beknopt uit te drukken. En ook lenen zij van statistiek om op basis van economische gegevens gevolgtrekkingen te maken over hypotheses die door economische theorie worden voorgesteld. Economen zijn niet alleen geïnteresseerd in inzicht in menselijk gedrag maar ook in de beleidsimplicaties van deze kennis. Hoe kunnen we weten welke gevolgen te verwachten zijn van veranderingen in openbaar beleid of economisch besluiten, tenzij wij begrijpen waarom de mensen zich gedragen zoals ze zich gedragen? Zoals in andere wetenschappelijke disciplines, is de theorie in de economie een abstractie, of vereenvoudiging, van ontelbare complexe verhoudingen in de echte wereld. Denkend over sommige aspecten van gedrag, zullen de economen een model bouwen dat probeert om het betreffende gedrag te verklaren. De elementen van het model worden afgeleid uit economische theorie. Economen bestuderen het model om te zien welke hypothesen, of voorspellingen, door het model worden voorgesteld. Deze kunnen dan met economische gegevens worden gecontroleerd. Disciplinaire deel: In het disciplinaire deel van de cursus Economie van de managementwetenschappen voor studenten politicologie en bestuurskunde staan de overheidsfinanciën centraal. Naast een inleiding in de openbare financiën wordt ook aandacht besteed aan de financiële relatie tussen de bestuurslagen en is er aandacht voor economische beleidsvraagstukken. Het disciplinaire deel voor politicologie- en bestuurskundestudenten zal bestaan uit hoorcolleges en werkcolleges. Bij de hoorcolleges wordt literatuur behandeld op het terrein van de openbare financiën, waarbij ook wordt gekeken naar de Nederlandse actuele situatie. Tevens zullen aspecten van de Europese begroting en Europese begrotingssystematiek, de relatie tussen Rijk en gemeenten, de pensioenproblematiek en belastingharmonisatie worden belicht. Gemeenschappelijk deel: Roger Arnold, Economics (8th edition), enkele relevante hoofdstukken. Disciplinair deel: • C.A. Kam de, L. Koopmans, A.H.E.M. Wellink (2011) "Overheidsfinanciën" Noordhoff, Groningen, 13de druk. • Miljoenennota 2015, Ministerie van Financiën, september 2014 (gedeelten hieruit, via www.minfin.nl) • Macro-economische Verkenningen 2015, CPB, september 2014 (gedeelten hieruit, via www.cpb.nl) • Voor de werkcolleges wordt nog aanvullende literatuur bekend gemaakt. 49 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 Project: vergelijkende analyse Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docenten Voorkennis Keuzevak Doelstellingen Cursusbeschrijving Literatuur 50 MAN-BPRO209 6 Bestuurskunde Ba 2 en schakelprogramma Blok 2 Groepspaper Nederlands Kruyen, dr. P.M. dr. P.M. Kruyen, S.P. Overman, N. Dörrenbächer Methoden van bestuurskundig onderzoek I Nee Na actieve participatie in deze cursus ben je in staat om in groepsverband een (internationaal) vergelijkend bestuurskundig onderzoek op te zetten en uit te voeren gebruikmakend van kwantitatieve data. Specifiek leer je in de cursus om • De mogelijkheden en problemen in verklarend en vergelijkend onderzoek in de Bestuurskunde te (h)erkennen; • Onderzoeksvragen, deelvragen en hypothesen te formuleren en te onderbouwen met wetenschappelijke theorieën; • Hypothesen te toetsen door gebruik te maken van regressietechnieken; • Een onderzoekspaper in groepsverband te schrijven; • Een onderzoekspaper te presenteren en verdedigen. In groepsverband schrijven groepen van 5 studenten een groepspaper (± 20 pagina's, 5000 woorden) waarin zij verslag doen van een zelfstandig uitgevoerd internationaal vergelijkend onderzoek. Studenten worden begeleid door een team van docenten in hoorcolleges, werkgroepen, practica, en wekelijkse feedbacksessies. Daarnaast zijn er een tweetal aanvullende tutorials voor schakelstudenten waarin zij leren wetenschappelijke teksten te schrijven (vergelijkbaar met de cursus Academische Vaardigheden voor de eerstejaars bestuurskundestudenten). Het doel van het paper is om de trends op een bepaald beleidsterrein tussen verschillende landen te verklaren gebruikmakend van regressietechnieken. In het project dienen studenten uit te gaan van een theoretisch kader dat dient als basis voor de te formuleren probleemstelling. Dit kader moet leiden tot toetsbare hypotheses. De studenten verzamelen zelf kwantitatieve gegevens met ten minste 200 observaties. Na de uitvoeringsfase wordt de cursus afgesloten met een bijeenkomst waarin alle groepen eerst hun onderzoek presenteren. Literatuur wordt beschikbaar gesteld via Blackboard. BACHELOROPLEIDING BESTUURSKUNDE Vergelijkende bestuurskunde Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docenten Voorkennis Keuzevak Doelstellingen Cursusbeschrijving MAN-BCU2015 6 Bestuurskunde Ba 2 blokken 1 en 2 Schriftelijk tentamen + werkstuk Nederlands Pape, dr. U.D. prof. dr. T. Brandsen, dr. U.D. Pape Nee De cursus beoogt: • studenten inzicht te verschaffen in de centrale problemen en theorieën van de vergelijkende bestuurskunde; • studenten kennis te laten maken met de centrale kenmerken van bestuurlijke systemen en hun ontwikkelingsvormen; • studenten te leren actuele bestuurlijke problemen in comparatief perspectief te analyseren en hen in staat te stellen de theorieën van de vergelijkende bestuurskunde adequaat te toe te passen in een zelfgekozen case study. Deze cursus biedt een inleiding in de vergelijkende bestuurskunde. Hoe heeft zich de publieke sector in verschillende landen ontwikkelt en welke economische, sociale en culturele factoren verklaren de verschillen? Waarom onderscheiden zich zorgvoorzieningen en andere publieke dienstverleningen in verschillende landen en wat kunnen wij zeggen over bestuurlijke kwaliteit en effectiviteit in comparatief perspectief? Hoe tevreden zijn de burgers in Europa met hun overheid en de publieke dienstverlening? En waarom roepen bestuurlijke hervormingen in sommige landen grote maatschappelijke discussies op, zoals de invoering van een verplichte ziektekostenverzekering in de Verenigde Staten, terwijl soortgelijke voorzieningen in andere landen als heel gewoon gelden? Deze cursus beoogt studenten inzicht te verschaffen in de centrale probleemstellingen en theorieën van de vergelijkende bestuurskunde. We zullen primair bestuurlijke systemen in Europa bestuderen, maar we zullen ook bestuurlijke systemen uit andere delen van de wereld bekijken. Op basis van een aantal case studies zullen we bestuurskundige problemen in comparatief perspectief behandelen. Elke week is er een hoorcollege en elke twee weken is er een werkcollege (vier werkgroepen). De cursus wordt afgesloten met een tentamen en een individueel werkstuk. 51 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 Policy Cycle Course code EC Study programmes Year Period Examination Language Course Coordinator Lecturer Prerequisites Optional Course Objectives Contents 52 MAN-BCU3017 6 Bestuurskunde, English Studyguide Ba 2 and premaster program quarter 3 Written exam English Resodihardjo, dr. S.L. dr. S.L. Resodihardjo No After completion of this course, you will be able to • Apply various policy theories (ranging from agenda-setting to evaluation) to empirical cases • Distinguish between different perspectives on agenda-setting, policy-making, implementation, and evaluation and be aware of how selecting a specific perspective will affect your analysis • Critically reflect on the usefulness of existing theories and to what extent these theories help us to understand reality The focus of this course is on analysing, understanding, and explaining complex policy processes. Questions to be answered in this course include: Why does government pay attention to some issues but not others? How is policy made? To what extent does implementation of policy deviate from the wishes of policy makers? And what happens during policy evaluations? To answer these and other questions, we will use the phases of the policy cycle to structure the course: the rise and decline of government attention (agenda-setting phase), the creation of policy (the decision-making phase), the problems encountered during the execution of policies (implementation phase), and the assessment of policies (evaluation phase). This course is mandatory for BA, minor, and Pre-master's programme students and is optional (elective course) for exchange students. BACHELOROPLEIDING BESTUURSKUNDE Kosten en baten van het openbaar bestuur Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docent Voorkennis Keuzevak Doelstellingen Cursusbeschrijving MAN-BCU335 6 Bestuurskunde Ba 2 en schakelprogramma Blok 3 Schriftelijk tentamen Nederlands Kruijf, dr. J.A.M. de dr. J.A.M. de Kruijf Geen voorkennis vereist Nee • Kennis hebben en kunnen toepassen van de verschillende wijzen waarop financiële administraties kunnen worden gevoerd. (OER 3c) • Kennis hebben van de wijzen waarop organisaties in het publieke domein hun administratie organiseren en de gevolgen van de gemaakte keuzes kunnen duiden in hun relatie met de bekostiging van de betrokken organisaties. (OER 2c, 2e, 3c) • Inzicht hebben in de verschillende karakteristieken van door of namens de overheid in enge zin geproduceerde diensten en de gevolgen van die verschillen voor de vaststelling van de begrotingen van de betrokken leveranciers en opdrachtgevers van dienstverlening alsmede de gevolgen die daardoor kunnen ontstaan in bekostiging van organisaties. (OER 2e, 5a, 8c) • Inzicht hebben en kunnen toepassen van methoden en technieken voor het nemen van investeringsbeslissingen alsmede de gevolgen die dat heeft voor bekostiging en financiering van de organisatie (OER 2e, 3c) • Kennis hebben over en kunnen toepassen van instrumentarium dat kan worden gebruikt voor de besturing van de interne organisatie van (semi) publieke organisaties. (OER 2e, 5a, 8c) • Kennis hebben van en kunnen beschrijven van het belang van wet- en regelgeving rondom de besluitvormings- en verantwoordingsprocessen bij begrotingen van organisaties in het publieke domein (OER 2c, 2e, 5a, 8c) • Kunnen duiden van de wijze waarop organisaties hun productie kunnen organiseren en de gevolgen die de verschillende organisatiewijzen hebben voor de rollen die partijen kunnen innemen in het tot stand komen van de levering van diensten. (OER 5a, 8c) In deze cursus krijgen studenten een inleiding in publiek financieel management en de implicaties die de keuze van bepaalde beleidsinstrumenten kan hebben voor de inzet van schaarse middelen. 53 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 Literatuur 54 Na afloop van de cursus zijn studenten in staat om elementaire financiële begrippen te hanteren, begrotingsprocessen in de verschillende bestuurslagen en de daaraan gerelateerde organisaties te begrijpen en de financiële implicaties van alternatieve beleidsinstrumenten af te kunnen wegen en of te kunnen bijsturen. Mol, N.P. (2008) Bedrijfseconomie voor de collectieve sector, 5e druk, Bussum: Coutinho Artikelen zoals vermeld op in studiehandleiding op Blackboard. BACHELOROPLEIDING BESTUURSKUNDE Project: advisering en organisatiegedrag Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docent Voorkennis Keuzevak Doelstellingen Cursusbeschrijving Literatuur MAN-BPRO201 6 Bestuurskunde Ba 2 Blok 4 Werkstuk en schriftelijk tentamen Nederlands Honingh, dr. M.E. dr. M.E. Honingh Nee Aan het einde van deze cursus: • ken je de belangrijkste fasen van een adviesproces; • ken je de verschillende typen adviesaanvragen en de verschillende rollen die een organisatieadviseur kan aannemen; • ken en herken je een aantal patronen en veelvoorkomende problemen in het gedrag van en in organisaties; • ken je de belangrijkste benaderingen van advisering en interventie; • weet je aan welke voorwaarden een adviesrapport moet voldoen; • heb je deze kennis en vaardigheden zelf toegepast op een actueel organisatieprobleem. Vroeg of laat krijgt een bestuurskundige in zijn of haar carrière te maken met advisering. Dit kan zijn omdat er binnen de eigen organisatie een adviesvraag leeft of omdat er een advies van hem of haar verwacht wordt. In dit projectvak waarin advisering centraal staat, gaan we in op de fasen van een adviestraject, adviesvaardigheden, redenen om advies te vragen, rollen van adviseurs, eisen die aan een goed advies gesteld worden en de betekenis van de opdrachtgever-opdrachtnemer relatie in het adviestraject. Omdat sturen en beïnvloeden belangrijke aspecten zijn van advisering, besteden we ook ruim aandacht aan organisatiediagnose en organisatiegedrag. Want voordat het mogelijk is succesvol te interveniëren is het noodzakelijk inzicht te hebben in de eigenaardigheden van een organisatie. • Caluwé, L. de en H. Vermaak (2010). Leren veranderen: Een handboek voor de veranderkundige, Tweede geheel herziene editie. Kluwer, Deventer. • Een aantal artikelen uit actuele bundels en journals (literatuur onder voorbehoud) 55 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 Filosofie van de managementwetenschappen (bestuurskunde) Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docenten Voorkennis Keuzevak Doelstellingen Cursusbeschrijving 56 MAN-BIN118BK 6 Bestuurskunde Ba 2 Blok 4 Schriftelijk tentamen Nederlands Terpstra, dr. M.J. prof. dr. R. ten Bos, dr. M.J. Terpstra, dr. W.J.F. van der Kuijlen Geen. Nee • De student verwerft kennis van enkele vragen en thema's uit de ethiek, de politieke filosofie, en de wetenschapsfilosofie. • De student verwerft kennis en inzicht in het denken van enkele grote filosofen. • De student is geoefend in het gebruik en de toepassing van enkele wijsgerige begrippen zoals: het begrippenpaar praksis-poièsis; nut, plicht en deugd; het maatschappelijk contract; de denkfiguur van de machine. • De student is in staat om filosofische teksten toe te passen in een concrete casus. De cursus, die uit 12 hoorcolleges en 6 werkgroepbijeenkomsten bestaat, maakt je bekend met het denken van een aantal belangrijke filosofen over kwesties die verband houden met maatschappelijke organisaties en het handelen van mensen daarin. De opleidingen van de Faculteit der Managementwetenschappen wijden zich aan verschillende maatschappelijke domeinen en menselijke praktijken: het ondernemen, het economisch handelen, het landsbestuur en het uitvoeren van overheidsbeleid. Het gaat in alle gevallen om maatschappijwetenschappen: wetenschappen van menselijk handelen in maatschappelijk verband. De onderwerpen in deze cursus richten zich daarom in het bijzonder op het handelen van mensen in maatschappelijk en organisatorisch verband. Er is een bundel met teksten van deze filosofen en een algemene inleiding in de ethiek. De teksten worden in verband gebracht met voorbeelden uit de maatschappelijke werkelijkheid. Er zijn drie blokken met telkens één hoofdvraag. In de hoor- en werkcolleges komen verschillende antwoorden daarop aan bod. 1. Is sturing van mensen mogelijk en wenselijk? Loopt het uit de hand als men mensen aan zichzelf overlaat en is daarom leiding nodig? Of zijn mensen in staat spontaan ordening aan te brengen in hun samen leven en werken? Deze controverse bestuderen we aan de hand van teksten van Von Foerster, Hobbes, Mandeville en Hayek. BACHELOROPLEIDING BESTUURSKUNDE Literatuur 2. Welke waarden en maatstaven spelen een rol in het leven en samen leven van mensen? Zijn waarden en maatstaven noodzakelijk voor het leven en samen leven van mensen? Deze vragen bespreken we aan de hand van een algemene inleiding in de ethiek en teksten van Bentham, Kant en Aristoteles. 3. Wat is sociale werkelijkheid? Waarin verschilt de sociale werkelijkheid van de natuurlijke werkelijkheid? En waarin verschillen dan sociale wetenschappen van natuurwetenschappen? Deze vragen bespreken we aan de hand van teksten van Popper, Searle en Arendt. Docent van de hoorcolleges is Prof. Dr. R. ten Bos. De werkgroepen worden verzorgd door medewerkers van de Faculteit Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Cursuscoördinator is Dr. M. Terpstra. Reader Filosofie van de Managementwetenschappen (verplichte leerstof bij de werkgroepen, nummer wordt op Blackboard bekend gemaakt). 57 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 Methoden van bestuurskundig onderzoek II Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docent Voorkennis Keuzevak Doelstellingen Cursusbeschrijving Literatuur 58 MAN-BPRA201 6 Bestuurskunde Ba 2 en Schakelprogramma blokken 3 en 4 Schriftelijk tentamen + werkstuk. Beide onderdelen tellen voor 50% mee. Beide onderdelen moeten met een voldoende worden afgerond. Nederlands Smeets, dr. S. dr. S. Smeets Onderzoeks- en Interventiemethodologie A. Nee Kennis, inzicht en vaardigheden in kwalitatieve methoden van onderzoek, in het bijzonder de case-study. Dit betekent het beargumenteerd ontwerpen van een case-study binnen een nonprofit organisaties, het oefenen van vaardigheden op het gebied van interviewen, observeren en inhoudsanalyse van (beleids)documenten, en de methodologische verslaglegging daarvan. In dit vak wordt een verdieping aangebracht in kwalitatieve methoden van onderzoek. Centraal staat de onderzoeksstrategie van de casestudy. De case-study combineert de belangrijkste kwalitatieve methoden van dataverzameling, namelijk het open interview, de (participerende) observatie en het verzamelen van documenten. Deelnemers zullen een case-study onderzoek voorbereiden en gedeeltelijk uitvoeren binnen een non profit organisatie. Doel is dat studenten organisatieproblemen leren onderzoeken, door data te verzamelen, hierop inhoudsanalyse toe te passen en daarvan een methodologisch verslag uit te brengen. Het materiaal dat in deze cursus wordt verzameld, kan ook gebruikt worden voor het schrijven van een advies voor het vak Advisering en Interventie. • George A.L. & Bennett (2004), A. Case Studies and Theory Developmenet in the Social Sciences MIT Press Cambridge. • Bleijenbergh, I (2013, Kwalitatief Onderzoek in organisaties Boom Lemma, Den Haag • Een verzameling van losse (online beschikbare) artikelen. BACHELOROPLEIDING BESTUURSKUNDE Good Governance Course code EC Study programmes Year Period Examination Language Course Coordinator Lecturer Prerequisites Optional Course Contents Literature MAN-BCU332 6 UCM-DO, Bestuurskunde, English Studyguide Ba 3 quarter 1 Written exam and assignment English Helderman, dr. J.K. dr. J.K. Helderman • Binnenlands Bestuur / National Governance (1st year Ba PA) No Good Governance seems to be a buzzword in national and international politics, and also among researchers in Public Administration. This leads to the following questions: Does Good Governance have any specific and meaningful content in theory and practice? Are problems like poverty, corruption or underdevelopment really tackled by Good Governance policies? This course focuses on the agenda of international donors (e.g. OECD, World Bank, EU) for fostering Good Governance in Europe and other parts of the world and discusses the constitutional, political and administrative implications of public reforms. The course addresses normative and explanatory issues. Examples of the former are: What is the meaning of Good and Bad Governance? Which (new) values should guide governance and government today and in the future? Should place and context be given consideration in answering these questions? Examples of explanatory issues are: How can one enhance Good Governance? Is Good Governance a precondition for policy effectiveness, for instance in development? Note: the formal course coordinator is Jan-Kees Helderman, but the course is taught by Diana Iancu. Mandatory reading: • B.C. Smith, 2007 (Good Governance and development, New York, Palgrave Macmillan) • V. Rittberger et al., 2012 (International organization, 2nd ed., New York, Palgrave Macmillan) • Additional electronic articles 59 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 Sociology for Public Administration Course code EC Study programmes Year Period Examination Language Course Coordinator Lecturer Prerequisites Optional Course Objectives Contents Literature 60 MAN-BCU333A 6 Bestuurskunde, English Studyguide Ba 3 quarter 1 To pass this course your must participate in all eight workshops, and your mark must be at least 5.5 on both your group presentation (40% of your final mark) and your written exam (60% of your final mark). English Kruyen, dr. P.M. dr. P.M. Kruyen Knowledge of public administration helps, but is not mandatory. Yes After actively participating in this course, students within the field of public administration are able to critically evaluate the functioning of contemporary societies using their sociological imagination (WrightMills, 1959). Sociologists assume that human behaviour depends on factors beyond individual free will such as class position, peer pressure, and sociocultural trends. Using your sociological imagination means being able to identify social causes and consequences of human problems (and prosperity) using sociological concepts, theories, and ideas. As a student of public administration you are expected to improve the functioning of our society. Although you may already have numerous ideas about how society should be organized, it is first of all important that you understand why things are the way they are. Some in-depth knowledge of sociology will surely help you to increase the quality of your thoughts about contemporary societies. By studying sociological texts, participating in lectures and workshops, completing assignments, and writing a paper, you will learn to • Reproduce, explain, and reflect on major sociological concepts, theories, and ideas of important sociologists relevant for public administration; • Apply these sociological concepts, theories, and ideas to identify the social causes of human problems (and prosperity) and thus be able to critically evaluate the functioning of contemporary societies; • Write your Bachelor's Thesis research-proposal. • Dillon, M. (2014). Introduction to Sociological Theory: Theorists, Concepts, and their Applicability to the Twenty-First Century (2nd ed). Wiley. • Giddens, A. & Sutton, P. W. (2010). Sociology: Introductory BACHELOROPLEIDING BESTUURSKUNDE • readings (3rd ed). Cambridge, United Kingdom: Polity Press. Additional material will be handed out in class. 61 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 European Governance Course code EC Study programmes Year Period Examination Language Course Coordinator Lecturer Prerequisites Optional Course Objectives Contents Literature 62 MAN-BCU336 6 Bestuurskunde, English Studyguide Ba 3 quarter 2 Written exam and paper English Zwaan, dr. P.J. dr. P.J. Zwaan Introduction to Political Science or Public Administration Yes After successful completion of this course, you will: • be able to describe and characterize the politico-administrative system of the EU, using general concepts from comparative public administration and comparative politics; • be able to reproduce, explain and contrast the main theories on the European integration process and day-to-day politics in the EU; • know the main EU institutional actors and be able to describe their main tasks and responsibilities; • know the various policy instruments the EU has at its disposal; • understand how EU policy is made; • be familiar with the main EU policy areas; and • be familiar with the most important challenges the EU faces, and be able to describe the various possible directions for its future development. The European Union is becoming a more and more important factor for national, regional and local governments. It is increasingly recognized that the EU level operates as an additional politicoadministrative tier that has a strong impact on domestic policies; hardly any policy areas are unaffected in some way by EU policies. At the same time, national governments continue to play an important role when it comes to the development and the decision taking on EU policies, the development of the EU in general and the implementation of EU policies. For students of Public Administration it is crucial to come to grips with the EU. Central to this course are (a) the main institutional actors and policy processes that structure the working and impact of the EU; (b) the historical and future development of the EU; and (c) the various theoretical approaches that allow us to understand and interpret the functioning of the EU. To be announced BACHELOROPLEIDING BESTUURSKUNDE Stage bestuurskunde Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docent Voorkennis Keuzevak Doelstellingen Cursusbeschrijving Literatuur MAN-BPRO359b 12 Bestuurskunde Ba 3 blokken 3 en 4 Situatie 1: Wanneer de stage gekoppeld is aan je bachelorthesis, ontvangt je hetzelfde cijfer voor de thesis en de stage, mits de stageverlener aangeeft dat de stage inderdaad is vervuld. Je ontvangt hetzelfde cijfer voor beide onderdelen omdat de bachelorthesis in dit geval immers de resultaten weergeeft van het onderzoek dat tijdens de stage is uitgevoerd. Voor verdere aanwijzingen wordt verwezen naar de informatie bij de bachelorthesis Bestuurskunde . Situatie 2: Wanneer de stage losstaat van de bachelorthesis moet een apart verslag worden geschreven waarin je reflecteert op de stage en je jouw leerervaringen beschrijft. Het stageverslag bepaalt in dat geval het cijfer voor de stage. Nederlands Kruyen, dr. P.M. dr. P.M. Kruyen Je mag met de bachelorstage in beginsel niet eerder starten dan nadat je 120 ECTS van het bachelorprogramma hebt behaald. Nee In het tweede semester van het derde jaar bestaat de mogelijkheid stage te lopen. Het doel van de bachelorstage is om studenten kennis te laten maken met de praktijk van beleid, bestuur en/of organisatie door korte tijd te participeren in voor de opleiding relevante organisatie. Het is de bedoeling dat de student een onderzoeksstage uitvoert, waarin hij/zij onderzoek uitvoert voor de stageverlener. Voor de stage zijn 12 ECTS beschikbaar. Dit komt neer op 336, ofwel ruim 9 weken bij een fulltime aanstelling. Met het oog op een optimale leerervaring kan de student er voor kiezen om langer stage te lopen. Raadpleeg de handleiding "Bachelorstage & Bachelorthesis 20142015" voor meer informatie over het traject (te downloaden via de Blackboardpagina van de Bachelorthesis Bestuurskunde). N.v.t. 63 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 Beleidsimplementatie Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docent Voorkennis Keuzevak Doelstellingen Cursusbeschrijving Literatuur 64 MAN-BCU355 6 Bestuurskunde Ba 3 Blok 2 Schriftelijk tentamen en groepswerkstuk Nederlands Helderman, dr. J.K. dr. J.K. Helderman Dit is een derdejaars vak van de bachelor bestuurskunde. Studenten dienen het vak beleidscyclus (tweede jaars vak te hebben gevolgd). Nee Aan het eind van dit vak: heeft de student kennis van de belangrijkste literatuur over beleidsimplementatie; kan hij of zij de implementatie van beleid in relatie brengen tot andere fasen in de beleidscyclus; begrijpt hij of zij de samenhang tussen implementatie, evaluatie en beleidsleren; kan hij of zij onderzoek doen naar condities, structuren en processen van de implementatie van een beleid. Het vak beleidsimplementatie handelt over de doorwerking van beleid: beleid in uitvoering en de uitvoering van beleid. Op welke wijze en in welke mate krijgt beleid daadwerkelijk beslag in de alledaagse praktijk? Komen verwachtingen en veronderstellingen van betrokken beleidsmakers en politici over oorzaak en effect, doel en middel, en normen en waarden, ook daadwerkelijk uit? Welke oorzaken zijn aan te wijzen voor beleidsfalen en het zogenaamde implementatie gat? Het vak handelt niet alleen over het proces van implementatie en de verschillende condities waaronder implementatie plaats vindt, maar ook over wat de implementatie literatuur ons leert over bestuur en beleid. Wat is de relatie tussen beleidsimplementatie en beleidsevaluatie en tussen implementatie, evaluatie en leren? Wat leert de implementatiefase ons over beleidsprocessen? Heeft het onderscheid tussen top-down en bottom-up in beleidsontwikkeling eigenlijk wel zin? Implementatie en evaluatie hangen nauw met elkaar samen, en zijn zeker geen sluitstuk van de beleidscyclus. Juist in de implementatie van beleid wordt duidelijk hoe complex maatschappelijke processen en structuren zijn en hoe moeilijk die met beleid te beinvloeden zijn. • Hupe, P.L. & Hill, M.J. (2014). Implementing Public Policy: An Introduction to the Study Of Operational Governance (third, revised, edition). London: Sage. BACHELOROPLEIDING BESTUURSKUNDE • • artikelen (electronische tijdschriften) actueel beleidsrapport 65 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 Bachelorthesis bestuurskunde Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docent Voorkennis Keuzevak Doelstellingen Cursusbeschrijving Literatuur MAN-BIM322A 12 Bestuurskunde Ba 3 blokken 3 en 4 Bachelorthesis. Nederlands Kruyen, dr. P.M. dr. P.M. Kruyen Je mag met de bachelorthesis in beginsel niet eerder starten dan nadat je 120 ECTS van het bachelorprogramma hebt behaald. Nee In de bachelorthesis stel je een voor de bestuurskunde relevant vraagstuk aan de orde. Aan de hand van theoretische inzichten en empirisch onderzoek beantwoord je dit vraagstuk. Na afronding van de bachelorthesis ben je in staat om • zelfstandig bestuurskundig relevant onderzoek uit te voeren; en • helder, systematisch en nauwkeurig verslag te leggen van dit onderzoek. Raadpleeg de handleiding "Bachelorstage & Bachelorthesis 20142015" voor meer informatie over het traject (te downloaden via de Blackboardpagina van de Bachelorthesis Bestuurskunde). Literatuursuggesties ter ondersteuning voor het schrijven van een bachelorthesis zijn te vinden in de handleiding "Bachelorstage & Bachelorthesis 2014-2015". Toelatingseisen bestuurskunde Studenten met een bachelor in de bestuurskunde Studenten met een afgeronde bacheloropleiding bestuurskunde kunnen direct in de masteropleiding bestuurskunde instromen. Hierbij onderscheiden we twee groepen: HBOinstromers en WO-instromers. HBO-instromers Studenten met een afgeronde vierjarige HBO-opleiding (240 EC) dienen een pre-master programma te volgen alvorens zij kunnen instromen in de master bestuurskunde. Het doel van dit schakelprogramma is studenten een goede inhoudelijke voorbereiding op de masteropleiding te bieden. De inhoud van dit programma is maatwerk; de inhoud wordt vastgesteld door de examencommissie, afhankelijk van de voorkennis van de student. Aanmelding voor de pre-master gaat via Studielink (zie: www.ru.nl/aanmelden), kies in Studielink voor de Bachelor Bestuurskunde en dan "Aangepast Programma". Toelating tot de pre-master kan alleen via een (gemotiveerd) schriftelijk verzoek aan de 66 BACHELOROPLEIDING BESTUURSKUNDE Examencommissie Bestuurskunde, t.a.v. de secretaris, Postbus 9108, 6500 HK Nijmegen. Stuur mee: een kort CV; een kopie van je HBO-diploma en cijferlijst. De selectie voor toelating wordt mede bepaald door het gemiddelde cijfer in de laatste twee jaren van het HBO ( bijv. ruim boven een 7 gemiddeld). De pre-master is een zeer intensief studieprogramma van maximaal 60 EC. Als instromer schuif je aan bij het reguliere onderwijs. Dat betekent dat je cursussen volgt uit verschillende jaargangen van de bacheloropleiding bestuurskunde. Het ene moment zit je dus bij eerstejaars studenten in de collegebanken voor een hoorcollege; het andere moment werk je met een tweedejaars student aan een opdracht of project. Na succesvolle en volledige afronding van de pre-master word je toegelaten tot de masteropleiding bestuurskunde. Let op: de masteropleiding kent maar één instroommoment per jaar: september. Het is dus van belang om het programma tijdig af te ronden, om te voorkomen dat je een jaar moet wachten. Neem voor meer informatie over de pre-master voor HBO-instromers contact op met de studieadviseur. WO-instromers Studenten met een BA of MA van een andere opleiding dan bestuurskunde dienen veelal ook een pre-master programma te volgen. De precieze inhoud van dit programma is afhankelijk van de vooropleiding. Kandidaten met een afgeronde universitaire studie (drs. of master) in een van de studierichtingen die nauw verbonden zijn aan de bestuurskunde kunnen zonder nadere instroomvereisten deelnemen aan de masteropleiding bestuurskunde in Nijmegen. Voor aanmelding en toelating zie hierboven. Na succesvolle en volledige afronding van de pre-master word je toegelaten tot de masteropleiding bestuurskunde. Neem voor meer informatie over de premaster voor WO-instromers contact op met de studieadviseur. Wanneer instromen? Instromen in pre-master kan eens per jaar, te weten in september. Bij succesvolle afronding van het programma ontvang je een certificaat waarmee je kunt instromen in de masteropleiding bestuurskunde in Nijmegen. Let op: je ontvangt in dat geval geen bachelordiploma! 67 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 3 Minors en keuzevakken bestuurskunde Wat is een minor? De bacheloropleiding bestuurskunde kent een major-minor structuur. Dat wil zeggen dat de studie bestaat uit een hoofdvak (een major) bestuurskunde en uit een vrije ruimte die je kunt invullen met een minor. Een minor is een samenhangend pakket van cursussen dat je volgt bij een andere opleiding. Met een minor kun je je specialiseren in een ander vakgebied. Soms is een minor een ingangseis voor een specifieke masteropleiding. De keuzeruimte bij de bacheloropleiding bestuurskunde omvat 24 EC. De opleiding die de minor aanbiedt, bepaalt echter het aantal EC dat de minor die zij aanbiedt waard is. Het kan daarom voorkomen dat andere opleidingen minors aanbieden die kleiner zijn dan 24 EC. In dat geval zal naast de minor nog een keuzevak moeten worden gevolgd, om de keuzeruimte aan te vullen tot ten minste 24 EC. De opleiding die de minor aanbiedt, verstrekt doorgaans een certificaat van de minor. Het is raadzaam vooraf contact op te nemen met de studieadviseur van de opleiding die de minor aanbiedt. Deze kan meer informatie verstrekken over de voorwaarden van het volgen van de minor. Keuzevakken en minors voor bestuurskundestudenten Doel Doel van keuzevakken en minoren in curriculum voor bestuurskunde studenten: • verbreding en tegelijk specialisatiemogelijkheid • kennismaking met een universitaire opleiding buiten de eigen opleiding; dit kan zijn buiten de faculteit, buiten Nijmegen en zelfs buiten Nederland • een netwerk opbouwen met wetenschappers en studenten van andere universiteiten in Nederland en het buitenland • voorbereiding op een specifieke masteropleiding. Vanwege de vele veranderingen in opleidingen is het verstandig om correcte informatie over minoren en keuzevakken op zoeken in de studiegidsen van de gewenste studierichting en/of bij de studieadviseurs van de gewenste studierichting na te vragen of de minor/keuzevak ook dit studiejaar wordt aangeboden. Informatie • Drs. N. Vermeulen, studieadviseur voor Bestuurskunde ([email protected]), kamer TvA 3.0.48, T: (024) 361 30 68. • International Mobility Office FdM • Studieadviseur van de opleidingen die een minor aanbieden. 68 MINORS EN KEUZEVAKKEN BESTUURSKUNDE Keuzevakken en minors bestuurskunde voor studenten van andere opleidingen Keuzevakken Alle vakken uit het eerste jaar van de bacheloropleiding bestuurskunde zijn als keuzevak te volgen. Voor vakken uit het tweede en derde jaar wordt aanbevolen eerst het vak Kernthema's van de bestuurskunde, dan wel het vak Binnenlands bestuur uit het eerste jaar te volgen. Keuzevakken en overig aanbod Keuzevakken faculteit Managementwetenschappen Bedrijfsethiek Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docent Voorkennis Keuzevak Doelstellingen Cursusbeschrijving MAN-BKV05 6 UCM-DO, Bedrijfskunde, Bestuurskunde, Economie en Bedrijfseconomie, GPM, Politicologie KV blokken 3 en 4 Tentaminering: drie kleinere schrijfopdrachten; presentatie van een artikel; schriftelijk tentamen met open vragen. Nederlands Houwen, dr. T. dr. T. Houwen Geen. Ja • Je kunt de complexe rol die ethiek speelt in beslissingen op de bedrijfswerkvloer benoemen en in verband brengen met actuele cases • Je bent in staat de voornaamste ethische theorieën te beschrijven en toe te passen op morele dilemma's in bedrijven • Je bent in staat om de morele problemen in een bedrijfscontext te herkennen, benoemen en argumentatief bespreken. Ook in tijden van economische crisis spreken we bedrijven erop aan of ze ethisch verantwoord handelen. Wat betekent dit voor ondernemingen? Wat moet een onderneming doen die ontdekt dat haar leveranciers in de wereld gebruik maken van kinderarbeid? Is Shell verantwoordelijk voor het welzijn van de Ogoni in Nigeria? Wat moeten zakenmensen doen wanneer ze in het buitenland geconfronteerd wordt met waarden en normen die anders zijn dan ze gewend zijn? Welke argumenten moeten uiteindelijk tegen elkaar worden afgewogen om tot een moreel juiste beslissing te komen? In deze cursus onderzoeken we wat er in bedrijven gebeurt als ze daar serieus mee aan de slag gaan. Wat is de rol van ethiek binnen de 69 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 harde economische praktijk? Dikwijls staat ethisch goed handelen ronduit op gespannen voet met waar het in het bedrijfsleven primair om gaat: geld verdienen. Anderzijds kunnen bestuurders vaak niet heen om ethische overwegingen. Dit blijkt ook (binnen de populaire managementliteratuur) veel voorkomende begrippen als 'integriteit', 'duurzaamheid', 'maatschappelijk verantwoord ondernemen' en 'authentiek leiderschap'. Wat bedoelen we eigenlijk wanneer we deze begrippen gebruiken? In een kritische dialoog met de praktijk krijgen deze begrippen een invulling en worden verschillende perspectieven geschetst op bedrijfsethische vraagstukken. Het programma van de cursus ziet er als volgt uit: (1) In deze cursus wordt, na inleidende colleges over de spanningen in het begrip 'bedrijfsethiek', de drie belangrijkste ethische theorieën behandeld: gevolgenethiek (Mill), plichtsethiek (Kant), en deugdethiek (Aristoteles). Deze theorieën verschaffen het handelen een oriëntatie en stellen mensen in staat om hun ethische beslissingen te verantwoorden. De relevantie van deze theorieën voor de bedrijfspraktijk zal duidelijk worden gemaakt, en er zal veel worden geoefend met de toepassing ervan op actuele casussen. (2) Naast deze theorieën, komen er achtereenvolgens meer specifieke thema's aan bod waaronder 'integriteit', 'verantwoordelijkheid', duurzaamheid, globalisering en reclame-ethiek. Om de bedrijfsethiek zo concreet mogelijk te maken, zullen enkele mensen die werkzaam zijn in het bedrijfsleven een gastcollege verzorgen over de manier waarop zij in hun werk en organisatie bedrijfsethiek praktisch vormgeven. Literatuur 70 • De reader 'Bedrijfsethiek' en enkele artikelen die op Blackboard zullen worden geplaatst. MINORS EN KEUZEVAKKEN BESTUURSKUNDE Gender in organisaties Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docenten Voorkennis Keuzevak Doelstellingen Cursusbeschrijving MAN-BKV07A 6 UCM-DO, Genderstudies, Bedrijfskunde, Bestuurskunde, Economie en Bedrijfseconomie, GPM, Politicologie KV Blok 2 Schriftelijk tentamen en opdrachten. Nederlands Benschop, prof. dr. Y.W.M. prof. dr. Y.W.M. Benschop, prof. dr. Y.W.M. Benschop Geen. Ja Kennis Na afloop van de cursus hebt u kennis van de basisbegrippen, theorieën en debatten op het terrein van gender, arbeid en organisatie. Tevens kunt u een analyse maken van de organisatieprocessen waardoor het genderonderscheid ge(re)produceerd wordt. Toepassing Ook kunt u verschillende verschijningsvormen van genderonderscheid in de dagelijkse praktijk van organisaties herkennen en analyseren. U kunt de veronderstellingen over gender herkennen in personeelsmanagement en HRM en u kunt deze veronderstellingen op hun merites beoordelen. Reflectie U bent in staat vanuit verschillende theoretische benaderingen te reflecteren op de werking van gender in organisaties. U kunt inzichten uit verschillende theoretische benaderingen combineren en confronteren Deze cursus biedt een overzicht van de grondbegrippen en debatten op het terrein van gender in organisaties. Dit onderzoeksterrein bevindt zich op het kruispunt van organisatiestudies en genderstudies. Vanuit organisatiestudies worden de posities van mannen en vrouwen en de gendered arbeidsverdeling doorgaans te weinig belicht. In deze cursus zullen we aan de hand van een combinatie van inzichten en concepten uit genderstudies en organisatiestudies inzicht verkrijgen in de dynamiek van het genderonderscheid, zoals dat in arbeidsorganisaties vorm krijgt. Daarbij wordt een kritische benadering gebruikt om tot een reconstructie te komen van de verschijningsvormen en betekenissen van gender in organisaties. De cursus biedt een analysekader om de complexe processen die ten grondslag liggen aan de (re)productie van het genderonderscheid in organisaties in kaart te brengen. De wijze waarop de structuur en cultuur van de organisatie en de wijze waarop organisatieleden met 71 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 Literatuur 72 elkaar omgaan en zichzelf en anderen identificeren elkaar wederzijds beïnvloeden staat daarbij centraal. Aandacht wordt besteed aan het identificeren van verschillende verschijningsvormen van het genderonderscheid, aan de betekenis ervan voor de organisatiepraktijk en aan de organisatieprocessen die het (re)produceren. Belangrijke thema's daarbij zijn bijvoorbeeld worklife balance, gender en leiderschap, en intersectionaliteit. Er wordt een relatie gelegd tussen gender in organisaties en de rol van het personeelsmanagement aan de hand van een alternatief model voor personeelsmanagement, dat expliciet de aandacht vestigt op genderprocessen en -verhoudingen in organisaties. • Tekstenbundel Gender in organisaties • Boek: Alvesson, M. & Due Billing, Y. (2009) Understanding gender and organizations. 2nd ed. London: Sage. MINORS EN KEUZEVAKKEN BESTUURSKUNDE United Nations and Multilateral Diplomacy: Theory and Practice Course code EC Study programmes Year Period Language Course Coordinator Lecturer Prerequisites Optional Course Objectives MAN-BKV49 10 UCM-DO, Bedrijfskunde, Bestuurskunde, Economie en Bedrijfseconomie, GPM, Politicologie KV quarter 1,2 and 3 English Verbeek, prof. dr. J.A. prof. dr. J.A. Verbeek none Yes • To provide a safe learning environment for all participants in which they can develop and optimize their knowledge and skills relevant to multilateral diplomacy. • To promote awareness of international affairs by offering a balanced, nuanced and holistic perspective. • To promote societal engagement by providing a framework for discussion and debate on international issues. • To apply theoretical insights from International Economics, International Law and International Relations to the practice of multilateral diplomacy Upon completion of the course, participants will have • acquired sound knowledge of the United Nations, including its establishment, organs, activities, as well as the behaviour of its member states. • acquired sound knowledge of the relevant academic fields by studying how the UN operates, in particular regarding international politics, international economics, international law and development studies. • developed expert knowledge of specific international policy issues to be discussed during HNMUN in their respective committees. • acquired the ability to speak confidently and persuasively in public. Students will be able to use their body and voice persuasively, be able to present issues in a clear, structured, and concise way and deliver speeches in a rhetorically skilful manner. • developed the ability to debate at a high conceptual level at all times. Participants should be able to analyse arguments carefully, be able to respond effectively to opponents' arguments, and be able to frame debates to their advantage. • acquired negotiation and lobbying skills that enable them to communicate effectively and function cooperatively in order to find constructive solutions to a variety of complex issues. In 73 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 Contents Literature 74 addition, they will be able to interpret such outcomes from the perspectives of the relevant academic disciplines. • acquired the ability to reflect critically on their own performance and that of others by knowing how to deliver and receive constructive feedback. • acquired the ability to cooperate effectively with other participants in the course. The course has been designed with a specific vision in mind. The United Netherlands (an internationally-oriented, student-run organization) was established by students to create an opportunity to combine theory and practice concerning international affairs. The course is essentially a derivative, logical result of this ambition. The course is also the logical result of the Mission Statement of United Netherlands. Hence, the course aims to combine scholarly knowledge with personal growth and serves as a means to meet the goal of creating 'a platform where talented, motivated and ambitious young people challenge each other to develop their full potential as global citizens'. Thus, the course integrates academic knowledge and negotiating skills; it facilitates and encourages the academic development of participants in international relations and multilateral diplomacy. Specific attributes that will be addressed during the course are the ability to reflect upon one's own performance and that of others; the development of a critical approach to international affairs, and problem-solving skills to find solutions for delicate global challenges. Please note: the maximum number of participants is 34. Selection is based in part on an interview. Required reading: reading materials are provided by the guest lecturers. MINORS EN KEUZEVAKKEN BESTUURSKUNDE Politiek, macht en gender Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docenten Voorkennis Keuzevak Doelstellingen Cursusbeschrijving Literatuur MAN-BKV41 6 UCM-DO, Genderstudies, Bedrijfskunde, Bestuurskunde, Economie en Bedrijfseconomie, GPM, Politicologie KV Blok 2 Deelname, opdracht en tentamen. Nederlands Haar, dr. M. van der prof. dr. M.M.T. Verloo, dr. M. van der Haar Geen. Ja Deelnemers zijn na de cursus in staat actuele discussies over politiek te begrijpen vanuit een gender-perspectief. Zij zijn in staat maatschappelijke verschijnselen vanuit theoretische perspectieven te bestuderen en hier op een analytische manier over te reflecteren. Deze cursus gaat over de relatie tussen gender en macht. We bespreken actueel onderzoek naar politieke vraagstukken vanuit een gender-perspectief en bestuderen bestaande machtsverhoudingen en structurele ongelijkheid aan de hand van recente gebeurtenissen in de wereld. We plaatsen dit tegen de achtergrond van enerzijds de geschiedenis van de emancipatie van vrouwen en de specifieke rol van feministische bewegingen daarbinnen en anderzijds verschillende feministische theorieën. De cursus besteedt ondermeer aandacht aan de rol van gender in politieke vertegenwoordiging, burgerschap, identiteitspolitiek, intersectionaliteit en de constructie/reproductie van genderverhoudingen in beleid. Boek: Holmes, Mary, (2008) 2007 What is gender? Sociological approaches, Sage, London/Thousand Oaks. Reader met artikelen en hoofdstukken 75 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 Business English Course code EC Study programmes Year Period Examination Language Course Coordinator Lecturer Prerequisites Optional Course Objectives Contents 76 MAN-IBK2001A 6 Bedrijfskunde, Bestuurskunde, Economie en Bedrijfseconomie, English Studyguide, GPM, Politicologie KV quarter 3 en 4 Full attendance and active participation, homework and classwork (written assignments bundled in a portfolio such as letters and reports, the self-evaluation of presentations delivered in pairs and feedback forms) and a passed examination (BEC Higher) at the end of the course which includes all four skills - reading, writing, listening and speaking. The speaking test is done in pairs and the result is averaged with the grade obtained from the pair presentation. Listening is tested separately and there are opportunities to practice independently in advance of the exam in the Visa Skills Lab under supervision of the lecturer. English Mellion-Doorewaard, drs. M.J. drs. M.J. Mellion-Doorewaard Students should have had several years of instruction in English as a second language, so that they have will have reached at least the Business English Vantage proficiency level 3, defined as B2 according to the ALTE (Association of Language Testers in Europe). The Council of Europe has established these levels within the Common European Framework. During the introductory session, the Oxford English Online Placement Test will be administered in order to determine the student's language proficiency in English and the class will be divided into two levels, Advanced and UpperIntermediate, according to the results obtained. Due to the popularity of the course, the lecturer requires that you submit a letter stating your motivation for enrolling. Based on this letter, a selection will be made from the students who have applied. Yes At the end of the course, students should be able to: • communicate in English within an organizational context • apply the knowledge to their own field of study • use business terminology when writing in English • benefit from an increased cultural awareness when doing business abroad and in the Netherlands • pass the Business English Cambridge Higher exam. This course aims to help students develop their international communication skills thus improving both their speaking and writing skills in English. This, in turn, will help them to function more MINORS EN KEUZEVAKKEN BESTUURSKUNDE Literature effectively in business situations during their future careers. After having taken the course, their writing skills will have been polished to such an extent that good, clear and to-the-point business documents in English will be the result. In addition, students can gain more insight into the phenomenon of cross-cultural diversity in international business, namely, the role of English as a lingua franca used in conducting meetings and negotiations. During the course, students will be required to complete various assignments that serve to reinforce their English language skills, such as giving a presentation or writing a proposal. The written assignments will be placed in a portfolio to reflect the progress made during the course in this area; an error analysis will be included for each assignment. The course also focuses on developing the skills used for writing letters with a particular emphasis on implementing correct style, structure and coherence in business English. Business English is especially useful for those students who are unacquainted with the world of business, and who feel that they need to raise their level of proficiency in English for specific purposes. Special emphasis will be placed on speaking, such as giving an individual presentation or conducting business negotiations in the form of role plays and simulations. We use a course book so that students can train for the Cambridge Business English Higher (BEC) examination if they choose. This level is comparable to the Cambridge Advanced English (CAE) certificate. The costs of the BEC Higher (BEC) must be paid by the students, but the lecturer will advise only those students who are likely to pass this exam to register, so that they can obtain this prestigious certificate. The number of places open to international students is restricted due to limited capacity. Each academic year, 10 places are available for students from outside the Netherlands. A selection will be made based on a letter of motivation from each student, and an attempt will be made to achieve a fair distribution of nationalities. This letter should be sent to the course instructor well in advance of the course, preferably before the Christmas break. Student's book published by Cambridge Univ. Press Business Benchmark Advanced, (BEC Higher Edition, ISBN 13: 9780521672955) by Guy Brook-Hart and personal study guide which is optional (ISBN 13: 9780521672979). Hand-outs from the lecturer and the BBC Learning English website will also be used. Useful links will be placed on Blackboard. 77 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 Innovatiemanagement Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docenten Voorkennis Keuzevak Doelstellingen Cursusbeschrijving Literatuur 78 MAN-BKV39 6 Informatica en Informatiekunde, Bedrijfskunde, Bestuurskunde, Economie en Bedrijfseconomie, GPM, Politicologie KV blokken 3 en 4 Schriftelijk tentamen en werkstuk Nederlands Kok, dr. R.A.W. dr. ir. L.J. Lekkerkerk, dr. R.A.W. Kok Het vak is gericht op tweede en derde jaars bachelorstudenten van de faculteit managementwetenschappen, maar de vereiste voorkennis is beperkt en studenten van andere studierichtingen en faculteiten zijn dan ook welkom. Ja Verwerven van kennis van de belangrijkste concepten en theorieen met betrekking tot innovatiemanagement Toepassing van deze kennis in de analyse van innovatieproblemen van concrete organisaties Reflectie op de betekenis van innovatie voor bedrijven en samenleving Het vak innovatiemanagement is een keuzevak voor bachelorstudenten. Innovatie is altijd een belangrijk element geweest in de dynamiek van kapitalistische economieen, maar pas in de afgelopen decennia is het ook onderwerp van systematisch management geworden. Dat komt omdat innovatie in een globaliserende economie juist voor bedrijven in rijke, ontwikkelde landen een voorwaarde is om te overleven. Innovatiemanagement richt zich op innovatiestrategieen en de organisatie van Onderzoek en Ontwikkeling in bedrijven; de bevordering van creativiteit; de organisatie van de besluitvorming ten aanzien van nieuwe producten en diensten; samenwerking in multidisciplinaire teams; alliantievorming tussen bedrijven, research instellingen, universiteiten en overheden; de rol van het innovatiebeleid van de overheid en verwante thema's. Aan de orde komen de verschillen en overeenkomsten tussen innovatie in diensten en in de industrie; en tussen grote en kleine ondernemingen. Een praktijkopdracht in samenwerking met het bedrijfsleven maakte afgelopen jaren onderdeel uit van de cursus. Nog nader te bepalen MINORS EN KEUZEVAKKEN BESTUURSKUNDE International Management Course code EC Study programmes Year Period Specialization Examination Language Course Coordinator Lecturer Prerequisites Optional Course Objectives Contents Literature MAN-BKV47 6 Bedrijfskunde, Bestuurskunde, Economie en Bedrijfseconomie, English Studyguide, GPM, Politicologie Ba 2 quarter 3 IEB Written exam + case analysis English Furrer, dr. O.F.G. dr. A.U. Saka-Helmhout Introductory Strategy Course No The module offers students a thorough review and analysis of the latest research on international management by taking a strategic perspective. It examines comparative management issues, revealing the strengths and weaknesses of competitors and how to adapt organizational practices. It also covers the key topics of formation and implementation of strategies in the global environment, the building of strategic alliances, cross-cultural communication, and international human resource management. In addition, the module encourages an appreciation of how societal institutions play an important role in any multinational operation. In an ever-broadening set of interdependent relationships among countries, the need to recognize the opportunities and restrictions presented by various world markets has gained significance. This module is designed to impart students with the analytical skills to i) understand the challenges and issues related to the management of multinational enterprises (MNEs), ii) analyse the ways in which MNEs can respond to these challenges on the basis of external opportunities and internal capabilities, and iii) understand the implications of these responses for performance. The module is designed with the rationale in mind that you as managers will be expected to analyse business environments in various countries to attain firm success. On successful completion of this module, students will: i) be able to undertake country analysis, ii) have an understanding of the main international business theories, iii) be able to make informed investment decisions in specific industries. • Cullen, J. B. and Parboteeah, K. P. (2014). Multinational Management: A Strategic Approach, 6th edition. Cengage Learning. 79 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 Duurzaam ondernemen Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docenten Voorkennis Keuzevak Doelstellingen Cursusbeschrijving 80 MAN-BKV55 6 Informatica en Informatiekunde, Biologie, ISIS, UCM-DO, Bedrijfskunde, Bestuurskunde, Economie en Bedrijfseconomie, GPM, Politicologie KV Blok 1 Werkstuk en opdrachten Nederlands Jonker, prof. dr. J. prof. dr. J. Jonker, dr. H.C. de Coninck Dit keuzevak is zonder voorkennis voor alle studenten van de Radboud Universiteit toegankelijk. Ja Na afloop van deze cursus heeft de student(e): Een overzicht van verschillende stromingen m.b.t. duurzaam (DO) en maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO), Inzicht gekregen in meerdere (kern)begrippen en dilemma's; Enig zicht gekregen hoe mensen in de praktijk met DO en MVO in hun werk omgaan; Vaardigheden opgedaan in het samenwerken met mensen met een andere opleidingsachtergrond. Gaandeweg je eigen visie op de debatten over DO en MVO ontwikkeld; De leerstof toegepast op verschillende individuele en collectieve opdrachten; Wie heeft het tegenwoordig niet over 'Duurzaam Ondernemen'? Dit vak, opgezet in samenwerking tussen de Faculteiten Managementwetenschappen, Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica, praat je helemaal bij en leert je kritisch te kijken naar de actuele debatten op dit terrein. Je leert de theoretische en praktische kanten van duurzaam ondernemen kennen en welke begrippen en dilemma's daar bij horen. Zowel de technische, sociale alsook de organisatorische aspecten komen aan bod. Je gaat nadrukkelijk ook zelf aan de slag met individuele en collectieve opdrachten die gelden als het TT'en. Er komen gastsprekers, er zijn workshops en je maakt in kleine groepen een eindpresentatie. Zo leer je ook nog samenwerken met mensen die je vaak nog niet eerder had ontmoet. Kortom een boeiend en relevant keuzevak. Het vak bestaat uit de volgende onderdelen: (a) een serie hoorcolleges; (b) een serie workshops over thema's (c) een aantal beknopte individuele en één collectieve opdracht. Het vak wordt gestructureerd aan de hand van zeven hoorcolleges op de woensdag. MINORS EN KEUZEVAKKEN BESTUURSKUNDE Literatuur Op de aansluitende donderdag zijn er zeven workshops waarin je als student flink aan het werk gezet wordt. Deelname aan beide onderdelen is verplicht. Het vak wordt getentamineerd aan de hand van de verschillende opdrachten. Hieronder worden de onderdelen kort beschreven. Vanwege de belangstelling heeft dit vak een numerus fixus. Er zijn maximaal 60 plaatsen. Colleges De zeven colleges met een omvang van 2 x 45 minuten (vaak zonder pauze!) worden gegeven door docenten van de RU en sprekers van buiten de universiteit uit de politiek, wetenschap en het bedrijfsleven. Na elk college kunnen de studenten vragen stellen. Deze colleges zijn ook voor andere belangstellenden toegankelijk. Workshops Naast de zeven hoorcolleges op de woensdag worden er zeven workshops gegeven van een dagdeel (3 x een college uur) op donderdag. Deze worden gegeven over specifieke thema's zoals het ontwikkelen van nieuwe business modellen, samenwerken in netwerken met het oog op duurzaamheid en transitiemanagement. Deze workshops zijn alleen toegankelijk voor studenten die ingeschreven staan voor het vak! Onderstaand programma is voorlopig; het kan dus nog veranderen. Colleges starten op woensdag 3 september om 15:45 hrs. Workshops starten op donderdag 4 september om 13:45 hrs. Exacte programma en zalen worden op een later tijdstip bekent gemaakt. Per hoor- c.q werkcollege worden artikelen samen met opdrachten aangereikt. Jonker, J. (2011). Inleiding in maatschappelijk verantwoord en duurzaam ondernemen. Chronologisch overzicht & Verklarende woordenlijst, Deventer : Kluwer, ISBN 9789013086072 81 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 Changes in World Politics: The Rise of the BRIC Countries Course code EC Study programmes Period Examination Language Course Coordinator Lecturer Prerequisites Optional Course Objectives Contents 82 MAN-MKV11 6 Bedrijfskunde, Bestuurskunde, Economie en Bedrijfseconomie, English Studyguide, GPM, Politicologie quarter 3 Case study (3,500 words) English Eimer, dr. T.R. dr. T.R. Eimer Basic knowledge of international relations theory and international political economy No • Develop knowledge of change in the international political system • Develop knowledge of the relationship between politics (domestic and international) and economics (domestic and international) • Develop knowledge of the relationship between domestic and international/global politics • Develop knowledge of international relations, international political economy, and postcolonial theory • Develop ability to apply notions from IR and GPE theory to the behaviour of BRIC countries in the international political system "Dreaming with BRICs" - the famous Goldman Sachs report from 2003 has inspired scholars in international relations and global political economy to muse about the emergence of new power houses in the (imagined) Global South. Debates have arisen whether we are observing a new development paradigm in the making that will eventually challenge the world order as we know it today. In this course, we will address the BRIC phenomenon from several perspectives. We will try to find potential reasons for the rise of BRICs during the last decade, we will compare the policies of various BRIC countries, and we will discuss what their ascent means for the future of global politics. To gain insight into the potentials and challenges of BRICs, the course focuses on four broadly defined issue areas: security & defence, human rights & democracy, economy & development, and welfare & environment. Within these issue areas, the course addresses the role of national governments and bureaucracies, political parties, corporate actors, civil society organizations, and indigenous communities as well as the impact of and for transnational and international actors. Throughout the course, we will use IR and IPE theories as well as postcolonial and critical MINORS EN KEUZEVAKKEN BESTUURSKUNDE Literature approaches in order to explain the making and shaping of BRICs. A reading list can be found on Blackboard. 83 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 Economics and Sustainable Development Course code EC Study programmes Period Examination Language Course Coordinator Lecturer Prerequisites Optional Course Objectives Contents 84 MAN-BKV17 6 UCM-DO, Bedrijfskunde, Bestuurskunde, Economie en Bedrijfseconomie, English Studyguide, GPM, Politicologie quarter 3 Written exam English Delsen, dr. L.W.M. dr. L.W.M. Delsen No requirements; BA elective course. Yes • To examine the interaction between the economy and the environment • Students develop a clear understanding of the principles and applications of environmental and ecological economics • Students are familiar with the limitation on policy-making to achieve sustainable development • To analyse the role of business and possible strategies for achieving future sustainability • Students are able to identify appropriate instruments to achieve sustainable development • Students are able to define GDP and explain some alternative ways to value natural resources and to measure social progress Environmental problems are increasingly being subjected to economic analysis. In this course, the relationship between economic growth, sustainable development, the environment and the economic sciences is central. The course outlines the differences between neoclassical environmental economics and ecological economics; it reviews the policy implications of the various concepts and definitions of sustainability that are applied. Are environmental problems just market failures that can be corrected, so that these externalities are internalized and the actual market prices mirror relative scarcity? In the course attention is paid to the effectiveness and efficiency of trading emission rights and CO2 compensation and to the monetary economic valuation of ecosystem services and biodiversity. Also, the effectiveness of government regulation and policy and self-regulation is addressed. Sustainable development goes beyond economics. The course is multidisciplinary. Apart from economics it includes concepts from the natural and social sciences and public policy. The course explores how to make our economies, regions and our cities more sustainable and how to work towards a more sustainable global society. Solutions MINORS EN KEUZEVAKKEN BESTUURSKUNDE Literature integrate economic, environmental and social considerations. This course provides a broad approach to the many crucial issues related to ecosystems, biodiversity and sustainable development such as economic and population growth, consumerism, resource use, technology, innovation and environmental protection. An important condition for a sustainable economy and society is a properly functioning banking system. What role can sustainable investing by pension funds play? Gross Domestic Product (GDP) is unsuitable as a measure of sustainability and well-being or happiness. The course looks into alternative measures for progress. By connecting theory and practice the course will help students to learn how they can make a difference. Reader with textbook excerpts and journal articles. 85 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 World War One: Transformations and Revolutions Course code EC Study programmes Period Examination Language Course Coordinator Lecturer Prerequisites Optional Course Objectives Contents Literature 86 MAN-BKV56 6 GPM, Economie en Bedrijfseconomie, Bedrijfskunde, Bestuurskunde, Politicologie, English Studyguide quarter 1 en 2 Assignments; written exam English Verbeek, prof. dr. J.A. prof. dr. J.A. Verbeek Students must have been admitted to the second year of their individual Bachelor's programme. Yes 1. Study the causes and consequences of the First World War 2. Become familiar with theories from International Relations and Comparative Politics regarding the subject 3. Become familiar with the historical debate surrounding causes and consequences First World War 4. Conduct a small analysis of a well-defined problem related to the theme of the course 5. Present and defend this analysis in front of an audience In this course students will study the causes and consequences of the First World War. The year 2014 marks the 100th anniversary of the outbreak of what is still known in some countries as the Great War. The First World War is a historical event that triggered major theoretical developments in political science and international relations: For international relations it ushered in the major debate between Idealists and Realists and was the major reason for establishing the study of international politics. For comparative political scientists it contributed to our understanding of revolutions and to the study of democracy, authoritarianism and totalitarianism. In this course students will become familiar with various theoretical perspectives on the outbreak of the First World War and the consequences it had for international politics afterwards. They will also acquire insight into the domestic social and political consequences of war (e.g. universal suffrage, revolution, social reform, civil war). The course will focus on developments not only in Europe, but also in Asia, Africa, Australasia and North America. The course will consist of a series of lectures from experts from the departments of American Studies, History and Political Science. Students will present their own research during several conference days. to be announced MINORS EN KEUZEVAKKEN BESTUURSKUNDE Cursusbeschrijvingen CICAM Introduction to Conflict Analysis & Management Course code EC Study programmes Year Period Examination Language Course Coordinator Lecturer Prerequisites Optional Course Contents Literature MAN-CI26 6 Bedrijfskunde, Bestuurskunde, Economie en Bedrijfseconomie, English Studyguide, GPM, Politicologie KV quarter 3 Written exam English Vukovic, dr. S. dr. S. Vukovic Due to the multidisciplinary character of conflict studies, the course is open to all students interested in conflict analysis and management (e.g. students in Political Science, International Relations, Law, History, Geography, Environmental Studies, Middle-East Studies, Mediterranean Studies, Anthropology, Development Studies, Public Administration, Sociology, Philosophy and Economy). Yes Conflict analysis and management are prominent features of international politics. The world has been confronted with many violent conflicts in recent years, such as those in the former Yugoslavia, Rwanda, Congo, Afghanistan and Iraq. Each of these conflicts is the result of a variety of mutually influencing causes. After the fall of the Berlin Wall in 1989, and again following September 11, 2001, the scope and character of efforts to deal with these inter-state and intra-state conflicts have undergone significant changes. Various intervention strategies have been applied, both military and non-military. There is much heated debate about both the nature of present-day violent conflicts and the best ways to respond to them. This course aims to provide an introduction to the field of conflict studies and its main academic debates. It aims to shed light on questions such as: What causes violent conflict? What kind of intervention strategies can be used to deal with violent conflicts? Which actors are best suited to deal with violent conflicts? To be announced 87 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 Milieu, vrede en duurzame ontwikkeling Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docenten Voorkennis Keuzevak Cursusbeschrijving Literatuur 88 MAN-CI03a 6 UCM-DO, Bedrijfskunde, Bestuurskunde, Economie en Bedrijfseconomie, GPM, Politicologie KV, bachelor Blok 3 Schriftelijk tentamen en essay Nederlands Dankelman, drs. I.E.M. drs. M.F.A. Cras, drs. I.E.M. Dankelman Geen Ja Ons fysieke milieu vormt de basis van onze samenleving en ontwikkeling, en hangt in sterke mate daarmee samen. Daarnaast wordt steeds duidelijker dat vrede en veiligheid mede worden bepaald door milieu en duurzame ontwikkeling. Er bestaat een sterk verband tussen milieu en ontwikkeling op verschillende schaalniveaus; en tussen beleid en handelen nu en de mogelijkheden voor de toekomst. Duurzame ontwikkeling, als inter- en transdisciplinair concept, is niet meer weg te denken uit Nederlandse en internationale instituties en beleid, en vormt tevens een speerpunt in onderwijs en onderzoek. In deze cursus gaan (gast)docenten vanuit verschillende disciplines nader in op de betekenis van 'duurzame ontwikkeling', met zijn ecologische, sociale, economische en institutionele componenten. Na een inleidend college, waarin ondermeer de wereldwijde toestand van milieu en ontwikkeling aan bod komen, worden verschillende deelproblemen, zoals die rond water, klimaat, landbouw en biodiversiteit aan de orde gesteld. In het volgende blok wordt uitgebreid gereflecteerd op de relatie tussen milieu, vrede en veiligheid, en komen 'ecological security' evenals de relatie tussen klimaatverandering en conflicten over hulpbronnen aan de orde. Tenslotte kijken we, in het laatste cursusblok, naar de ethischfilosofische aspecten en wordt ingegaan op oplossingsrichtingen, zoals die via nationaal en internationaal beleid, duurzaam ondernemen, technologie en sociale bewegingen. Syllabus MINORS EN KEUZEVAKKEN BESTUURSKUNDE Legitimatie van veiligheidsbeleid: manipulatie van pers en publieke opinie bij de rechtvaardiging van oorlog en bewapening Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docenten Voorkennis Keuzevak Doelstellingen Cursusbeschrijving Literatuur MAN-CI08A 6 Bedrijfskunde, Bestuurskunde, Economie en Bedrijfseconomie, GPM, Politicologie KV Blok 4 Schriftelijk tentamen Nederlands Wecke, drs. L. drs. L. Wecke, dr. W.M. Verkoren Geen Ja Inzicht in de inhoud en noodzakelijkheid van legitimatieprocessen ten behoeve van veiligheidsbeleid, krijgsmacht en militaire actie. Sinds het vallen van de Berlijnse Muur is het rechtvaardigen van een grote krijgsmacht en het uitvoeren van militaire acties door middel van de verwijzing naar een vijand een problematische aangelegenheid geworden. Zo werd de NAVO na het eindigen van de Koude Oorlog 'een oplossing op zoek naar een probleem'. Bij gebrek aan een door burgers als zodanig ervaren grote bedreiging door staten of statenverbanden, moeten overheden naar andere gronden ter rechtvaardiging van hun bewapening en defensiebeleid omzien. In hoeverre is een maatschappelijk draagvlak voor leger, vredesoperaties en oorlog echt nodig? En als het nodig is, hoe komt het thans tot stand? Wie overtuigt met welke middelen burgers en bondgenoten? Wat is de rol van de pers in het legitimatieproces? In hoeverre is sprake van voorlichting, propaganda, leugens en misleiding? In een serie hoorcolleges wordt getracht aan de hand van concrete voorbeelden de vraag te beantwoorden naar de inhoud en noodzakelijkheid van legitimatieprocessen ten behoeve van veiligheidsbeleid, krijgsmacht en militaire actie. Syllabus 89 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 Staatsvorming en conflictbeheersing in de Kaukasus Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docenten Voorkennis Keuzevak Doelstellingen Cursusbeschrijving Literatuur 90 MAN-CI23 6 Bedrijfskunde, Bestuurskunde, Economie en Bedrijfseconomie, GPM, Politicologie bachelor Blok 2 Papers/ rollenspel/ schriftelijk tentamen Nederlands Cras, drs. M.F.A. dr. W.M. Verkoren, drs. M.F.A. Cras Geen Ja Doel van de cursus is de kennismaking met het proces van staatsvorming en conflicthantering in de landen van de Kaukasusregio, alsmede het aanbieden van kennis van en het stimuleren van reflectie op de samenhang tussen culturele patronen en praktijken en democratisering in de Kaukasus. Dit vak is bedoeld als een brede kennismaking met de Kaukasus vanuit een interdisciplinaire aanpak: Rechten (staatsvorming), Politicologie (conflicthantering, geopolitieke overwegingen en de oliepijplijn) en Culturele Antropologie (samenhang tussen cultuur en democratisering). Begrippen die in de collegereeks aan de orde zullen komen zijn o.a. ngo's, civil society, clans, institution building en conflict resolution. Doel van de cursus is de kennismaking met het proces van staatsvorming en conflicthantering in de landen van de Kaukasus; alsmede het aanbieden van kennis van en het stimuleren van reflectie op de samenhang tussen culturele patronen en praktijken en democratisering in de Kaukasus. Deze cursus leent zich uitstekend als keuzevak voor studenten Internationaal Recht, Conflictstudies, Antropologie en Ontwikkelingsstudies. Syllabus MINORS EN KEUZEVAKKEN BESTUURSKUNDE Conflicten op de Balkan Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docent Voorkennis Keuzevak Doelstellingen Cursusbeschrijving Literatuur MAN-CI25 6 Bedrijfskunde, Bestuurskunde, Economie en Bedrijfseconomie, GPM, Politicologie KV Blokken 2 en 3 Schriftelijk tentamen/ deelname aan rollenspel Nederlands Bomert, dr. H.W. dr. H.W. Bomert Geen Ja Kennis van en inzicht in de dynamiek van conflict aan de hand van de Balkanoorlogen (1990-1995), alsmede van conflictoplossing (zowel wetenschappelijk-theoretisch als praktisch, door middel van participatie in een rollenspel). Na de val van de Muur in 1989 is het belang van gewelddadige intrastatelijke conflicten en hun oplossingen toegenomen. Het hoe en waarom van deze conflicten en hun poltieke en geografische dimnensie staan centraal in deze cursus. Aan de hand van de case Joegoslavië - het uiteenvallen van de federale republiek en de staatsvorming van Slovenië, Kroatië, Macedonië, Montenegro, Kosovo en in het bijzonder Bosnië-Herzegovina - wordt in het eerste deel (tweede blok) gekeken naar het discours rond de aard van conflicten (zoals etnisch, religieus, territoriaal); het spectrum van de conflictpartijen en hun belangen (zoal macht, strategische locaties, grondgebied) en de fasen van conflict en oorzaken van conflictescalatie. De dimensies en relevantie van 'oplossingen' ter beheersing van conflicten komen ruim aan bod. De collegereeks wordt in het derde blok afgesloten met een rollenspel met als onderwerp de vredesonderhandelingen in Dayton (1995) waar de huidige politieke en geografische kaart van Bosnië-Herzegovina werd bepaald. R. Holbrooke, To end a war, 1999/ L. Silber, A. Little, The death of Yugoslavia, 1996/ enkele nader bekend te maken artikelen. 91 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 Actuele vraagstukken van oorlog en vrede: analyse van conflicten en perspectief op vrede Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docenten Voorkennis Keuzevak Doelstellingen Cursusbeschrijving Literatuur 92 MAN-CI04A 6 UCM-DO, Bedrijfskunde, Bestuurskunde, Economie en Bedrijfseconomie, GPM, Politicologie bachelor Blok 1 Schriftelijk tentamen Nederlands Bomert, dr. H.W. dr. H.W. Bomert, drs. M.F.A. Cras Geen Ja Kennis van en inzicht in wetenschappelijke aspecten van en beidsmatige perspectieven op actuele ontwikkelingen op het terrein van internationale vrede en veiligheid. Deze collegereeks sluit aan bij actuele gebeurtenissen op het terrein van oorlog en vrede, in het bijzonder vredes- en conflictprocessen. Aangezien de actualiteit per definitie moeilijk valt te plannen, wordt het definitieve programma pas enkele weken voor het begin van de collegereeks samengesteld. Diverse deskundigen, zoals politici, beleidsambtenaren en militairen, worden als gastsprekers uitgenodigd. Zo werden in de voorgaande reeks colleges verzorgd door onder meer voormalige ministers van Defensie, leden van de Tweede Kamer, ambassadeurs, adviseurs van de Verenigde Naties, wetenschappers e.d. De voertaal is Nederlands en Engels. Wij raden u aan de cicam-internetpagina (www.ru.nl/cicam) in de gaten te houden. De literatuur wordt nader bekend gemaakt via Blackboard. MINORS EN KEUZEVAKKEN BESTUURSKUNDE Veiligheidsdiscussies in Europa Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docent Voorkennis Keuzevak Doelstellingen Cursusbeschrijving MAN-CI06A 6 Bedrijfskunde, Bestuurskunde, Economie en Bedrijfseconomie, GPM, Politicologie KV Blok 4 Schriftelijk tentamen/werkstuk Nederlands Bomert, dr. H.W. dr. H.W. Bomert Geen Ja Doelstellingen van deze cursus zijn: • Het geven van een inleiding in verschillende visies op veiligheidsvraagstukken; • Inzicht bieden in de veranderende veiligheidspercepties in een Europese context; • Een analyse geven van de belangrijkste 'Europese' veiligheidsorganisaties, in het bijzonder in het licht van een voortschrijdende institutionalisering. Van studenten wordt verwacht dat zij: • Inzicht hebben in de verschillende dimensies van Europese veiligheidsvraagstukken; • Een met argumenten onderbouwde visie hebben op de historische ontwikkeling en rol van relevante veiligheidsorganisaties; • In staat zijn om hun eigen visie op veiligheidsbedreigingen en mogelijke antwoorden te verwoorden. Deze collegereeks beoogt een inleiding te bieden in vraagstukken rond Europese veiligheid. Vanuit de gedachte dat veiligheidsrisico's grensoverschrijdend zijn en meer dimensies bevatten dan militaire veiligheid alleen, is ook bij het tegengaan van de veiligheidsrisico's grensoverschrijdende samenwerking noodzakelijk, met militaire maar ook met niet-militaire middelen. Veiligheid wordt meer en meer een zaak die nationale grenzen overstijgt. Twee thema's staan derhalve centraal: (1) wat is veiligheid in relatie tot het politiek-geografische begrip Europa en welke (potentiële) veiligheidsrisico's bedreigen 'Europa'?; (2) welke (mogelijke) antwoorden kunnen de verschillende Europese c.q. Euro-Atlantische veiligheidsorganisaties geven op die veiligheidsuitdagingen? Daarbij wordt zowel een historisch als contemporain perspectief gekozen. Uiteindelijk wordt een overzicht geboden van de rol en dynamiek van verschillende 'veiligheidsactoren': de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO), de Verenigde Staten, de Europese Unie 93 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 Literatuur (EU), de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) en Rusland. Wordt nader bekend gemaakt Approaches to Peacebuilding Course code EC Study programmes Year Period Examination Language Course Coordinator Lecturer Prerequisites Optional Course Objectives Contents 94 MAN-CI38 6 Bedrijfskunde, Bestuurskunde, Economie en Bedrijfseconomie, English Studyguide, GPM, Politicologie bachelor quarter 4 Weekly assignment, written exam English Malejacq, dr. R.A.A. dr. R.A.A. Malejacq The multidisciplinary character of conflict studies means that the course is open to all students interested in conflict analysis and management (e.g. students in Political Science, International Relations, Law, History, Geography, Environmental Studies, MiddleEast Studies, Mediterranean Studies, Anthropology, Development Studies, Public Administration, Sociology, Philosophy and Economy). Yes • After completing this course, students have greater knowledge about the major theoretical debates on peacebuilding. • Students are able to practice peacebuilding activities in a wider theoretical framework Experience shows that peace agreements designed to end violent conflict often do not prevent a later return to violence. Processes of peacekeeping (guaranteeing a cease fire so that parties can negotiate an agreement) and peacemaking (reaching a settlement) therefore do not suffice to achieve durable peace. A third peace concept, peacebuilding, is seen as a way to work towards a solution for the underlying causes of conflict (such as inequality and bad or poor governance) as well as a way to deal with the legacies of war, such as trauma and hatred. Under the flag of peacebuilding, peace missions engage in a range of non-military tasks, from working on development projects to organizing elections, in some cases even temporarily taking over the governance of a country. In order to deal with the psychological and emotional legacies of war, reconciliation has become a major goal, and countries and intervening actors often administer criminal tribunals and truth commissions. Civil societies, at both the domestic and international levels, are also seen to play a major role. Recently, however, the broad ambitions of peacebuilding have led to disappointment. A debate is now ongoing regarding the extent to MINORS EN KEUZEVAKKEN BESTUURSKUNDE Literature which societies can be transformed through intervention. Another question concerns the 'blueprints' that are being applied to various countries: the liberal-democratic model of governance, tribunals and truth commissions and a specifically Western interpretation of the role of civil society. This course outlines the rise and development of the thinking about peacebuilding. In addition, it critically discusses the approaches that are taken to promote peacebuilding, and the roles that various actors local and international - play in peacebuilding processes. Syllabus 95 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 Conflict, Aid and Development Course code EC Study programmes Year Period Examination Language Course Coordinator Lecturer Prerequisites Optional Course Contents Literature 96 MAN-CIM42 6 UCM-DO, Bedrijfskunde, Bestuurskunde, Economie en Bedrijfseconomie, English Studyguide, GPM, Politicologie KV quarter 2 Written Exam/ Paper English Swedlund, dr. H.J. dr. H.J. Swedlund 24 ECs of conflict courses Please be aware that the number of students who can attend the course is limited. Yes In this course, we will consider the role of development processes and actors in conflict - both in the mitigation of conflict and as a source of conflict themselves. Particular attention will be paid to the various ways economic development may exacerbate, or indeed cause, conflict. The course will examine both the historical legacy of development initiatives and foreign direct investment, as well as contemporary phenomenon such as 'land grabs' and conflict minerals. The course will also consider how different types of aid and foreign aid donors affect different stages of the conflict cycle, asking questions such as: can foreign aid exacerbate underlying conflict? Is foreign aid an effective tool of conflict prevention, management and/ or resolution? The course will combine lectures and activities in small groups. This course is an elective for the Master's programme 'Conflict, Identity and Territories'. To be announced. MINORS EN KEUZEVAKKEN BESTUURSKUNDE War and Statebuilding in Afghanistan Course code EC Study programmes Year Period Examination Language Course Coordinator Lecturer Prerequisites Optional Course Contents Literature MAN-CI43 6 Bedrijfskunde, Bestuurskunde, Economie en Bedrijfseconomie, English Studyguide, GPM, Politicologie KV quarter 1 Written exam English Malejacq, dr. R.A.A. dr. R.A.A. Malejacq Yes After more than ten years of military involvement, the world's most powerful army failed to prove that it could succeed in Afghanistan. The counterinsurgency strategy has been slow to show the expected results and the Taliban seem to grow stronger with time. The growing disenchantment about this "war of necessity" is such that many in the United States, Europe, and Afghanistan wonder what its purpose really is. This course acquaints students with the important debates about the war in Afghanistan, focusing on issues such as the decision to engage/disengage in this war or the evolution of the military strategy. Through the study of previous international interventions in Afghanistan, students will improve their understanding of the current Afghan war. Our study of the consequences of the U.S. engagement in Iraq on the war in Afghanistan will provide additional lessons to apply to the Afghanistan situation. The course also uses the Afghan war as a vehicle for interpreting the politics of international intervention, making sense of the complexity of the Afghan war by explaining how things really work. How do American decisionmakers deal with warlords? What are the consequences of drug trafficking in the context of a counterinsurgency strategy? How do soldiers interact with tribal leaders? How does the USA work with coalition partners? What are the domestic political consequences of US engagement? How and why does one negotiate with the Taliban? What will be the consequences of the 2014 withdrawal? The course encourages students to think of the necessary trade-offs among the various goals in Afghanistan, as they try to analyse the complexity of international intervention. To be announced 97 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 Terrorisme: beeld en werkelijkheid Cursuscode EC Opleidingen Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docenten Voorkennis Keuzevak Doelstellingen Cursusbeschrijving 98 MAN-CI24 6 Bedrijfskunde, Bestuurskunde, Economie en Bedrijfseconomie, GPM, Politicologie Blok 3 Schriftelijk tentamen Nederlands Wecke, drs. L. drs. L. Wecke, dr. ir. L.A. de Vries geen Ja · Terrorisme en de strijd daartegen vervult allerlei functies in de samenleving. Na de cursus kan de student deze verschillende functies van vijand- en terrorismebeeld herkennen in berichtgeving over terrorisme en (percepties van) terrorismedreiging: · Na de cursus zal de student de rol van media, overheden, internationale organisaties etc. in het tot stand brengen en verspreiden van terrorismebeelden leren analyseren · De student verwerft inzicht in de manier waarop verschillende overheidsinstanties in Nederland de strijd tegen terrorisme voeren: Hoe werken inlichtingendiensten, over wie worden inlichtingen verzameld, wie krijgt die inlichtingen en wie interpreteert ze? · De student leert kritisch te kijken naar het spanningsveld tussen effectief antiterreur beleid, de inperking van burgerlijke vrijheden zoals privacy en mogelijke nevendoelen van terrorismebestrijding. Als een van de belangrijkste bedreigingen voor de hedendaagse mensheid wordt wel het terrorisme genoemd. Er is een wereldwijde door de Verenigde Staten geleide 'war on terrorism' gaande. Voor lokaal, regionaal, nationaal en Europees beleid is 'het' terrorisme een belangrijk beleidsgegeven, een variabel, die zich op diverse bestuurlijke gebieden doet gelden. Maar wat is terrorisme? Kan het betreffende verschijnsel wel eenduidig worden gedefinieerd? De een zijn terrorist is immers de ander zijn vrijheidsstrijder. Of gaat dat laatste wel op voor de klassieke terrorist, maar niet voor het catastrofale terrorisme van Al Qaida? Wat is de inhoud van het Europees en Nederlands antiterreurbeleid? Waar liggen de grenzen van effectief antiterreurbeleid en de burgerlijke vrijheden, zoals in verdragen en Grondwet verankerd? Hoe werken inlichtingendiensten, over wie worden inlichtingen verzameld, wie krijgt die inlichtingen en wie interpreteert ze? Welke zijn de mogelijke oorzaken van terrorisme en heeft de islam iets met terrorisme van doen? Wat is de inhoud en wat zijn de oorzaken en functies van terrorismebeelden? Welke is met name de legitimatiefunctie van die beelden en wat zijn de nevendoelen van de 'war on terrorism'? Welke plaats neemt het MINORS EN KEUZEVAKKEN BESTUURSKUNDE Literatuur terrorisme in in het geheel van bedreigingen die de mensheid en de nationale en internationale orde in gevaar brengen? Welke rol spelen media inzake het tot stand brengen en verspreiden van terrorismebeelden? Een reader en nader bekend te maken aanvullende literatuur 99 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 Militaire interventie en wederopbouw Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docenten Voorkennis Keuzevak Cursusbeschrijving Literatuur 100 MAN-CI33 6 Bedrijfskunde, Bestuurskunde, Economie en Bedrijfseconomie, GPM, Politicologie bachelor Blok 4 Schriftelijk tentamen Nederlands Verweij, prof. dr. D.E.M. prof. dr. D.E.M. Verweij, drs. M.F.A. Cras Geen Ja Het einde van de Koude Oorlog leidde niet alleen tot een groot aantal, veelal, interstatelijke conflicten; het leidde als gevolg daarvan ook tot vele vn-vredesoperaties en in Nederland tot een bijstelling van het takenpakket van de krijgsmacht. Militairen worden niet alleen meer geacht 'groen' op te treden, maar ook 'blauw'. Dat wil zeggen dat militairen niet alleen een gevechtsfunctie dienen te hebben, maar ook een vredesfunctie. Zij worden dus ook ingezet bij de wederopbouw van een land en werken daarbij nauw samen met NietGouvernementele Organisaties (ngo's). De combinatie van gevechtstaken en vredestaken is niet eenvoudig en roept regelmatig vragen en dilemma's op, zoals de praktijk van de Battlegroups en Provincional Reconstruction Teams in Afghanistan laat zien. Ook de samenwerking met ngo's roept regelmatig vragen en dilemma's op. Toch lijkt conflictbeslechting en het realiseren van 'human security' alleen door middel van de zogeheten 'comprehensive approach' gerealiseerd te kunnen worden. Daarin speelt de huidige 3-D strategie (Defence, Diplomacy and Development) een centrale rol, zoals ook tijdens de recente Afghanistan-top in Den Haag duidelijk werd. De huidige ontwikkeling van 'ius post bellum'-criteria binnen de 'Traditie van de rechtvaardige oorlog' sluit hier nauw bij aan. Betekent dit alles dat we echt op weg zijn naar duurzame politieke oplossingen in conflictgebieden? Nader bekend te maken MINORS EN KEUZEVAKKEN BESTUURSKUNDE Conflict and Governance in Africa Course code EC Study programmes Year Period Examination Language Course Coordinator Lecturer Prerequisites Optional Course Objectives Contents Literature MAN-CI35 6 UCM-DO, Bedrijfskunde, Bestuurskunde, Economie en Bedrijfseconomie, GPM, Politicologie, English Studyguide KV, bachelor quarter 1 Written exam and a group essay English Vries, dr. ir. L.A. de dr. ir. L.A. de Vries This BSc-course is intended for students who want to enhance their understanding of governance and conflict in sub-Saharan Africa. Yes At the end of the course, • You will be familiar with the trends, theories and discussions on governance, economic growth and (violent) conflict in Africa and be capable of critically challenging common-sense fictional assumptions (e.g. as portrayed in the media) about the continent. • You will be able to illustrate, reflect on and criticize the explanatory value of such trends, theories and discussions and analyse these aspects in relation to practices of governance by government institutions, non-state actors and the international community. • You will be more familiar with one African country, and be capable of applying the general debates introduced in the course to the political processes and conflicts in that country. Africa is often portrayed as a continent of extremes: Some countries experience extremely rapid economic growth, benefit from abundant resources and see the rise of a middle class, while others encounter chronic political and economic crisis or plunge into civil war, often recurring. Recent outbreaks of violence in the Central African Republic (CAR) and South Sudan seem to confirm the idea that subSaharan Africa is plagued by violent conflict rooted in ancient tribal hatreds, manipulated by despotic leaders, and spilling over uncontrollably from one failing state into the other. By analysing the history and characteristics of governance in subSaharan Africa, and exploring how conflict (violent or otherwise) plays a role in this, the course aims to move beyond stereotypes. We will investigate the grey area between the optimistic prospects for Africa's rising economies and the dark images of a continent in poverty and conflict. The course aims to debate trends, conceptualisations and theories about governance and conflict in Africa, analyse these in relation to specific country cases and reflect on framing in the media To be announced. 101 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 Negotiation and Peacemaking Course code EC Study programmes Year Period Examination Language Course Coordinator Lecturer Prerequisites Optional Course Contents Literature MAN-CI39 6 UCM-DO, Bedrijfskunde, Bestuurskunde, Economie en Bedrijfseconomie, English Studyguide, GPM, Politicologie KV quarter 3 Written examination English Vukovic, dr. S. dr. S. Vukovic The multidisciplinary character of conflict studies means that the course is open to all students interested in conflict analysis and management (e.g. students in Political Science, International Relations, Law, History, Geography, Environmental Studies, MiddleEast Studies, Mediterranean Studies, Anthropology, Development Studies, Public Administration, Sociology, Philosophy and Economy). Yes Conflict resolution can be divided into three categories: peacemaking, peacekeeping and peacebuilding. Peacemaking includes processes aimed at stopping outright violence, thus allowing peacekeeping and peacebuilding to occur. This course explores the theory and practice of peacemaking and the process at its core: negotiation. We will explore both traditional 'hard bargaining' negotiation and the process of 'principled negotiation', and the difficulties associated with each. These theories will be illuminated by examples from case studies from around the world, and at both the micro and macro levels. These case studies will also allow us to investigate how culture and conflict dynamics affect negotiation, and how groups can splinter and divide during negotiation, thereby complicating the process. In an ever more complicated world, peacemaking has become an ever more complicated process, and this course introduces students to the basic principles and prepares them to better understand how conflicts come to an end. To be announced Institute for Gender Studies 102 MINORS EN KEUZEVAKKEN BESTUURSKUNDE Feminist Classics (advanced) Course code EC Study programmes Year Period Language Course Coordinator Lecturer Prerequisites Optional Course Contents Literature SOW-VSB9053 5 FSW ECTS Guide, Genderstudies, Faculteit der Letteren, Bedrijfskunde, Economie en Bedrijfseconomie, GPM, Politicologie, Pedagogische Wetensch. en Onderwijskunde Bachelor 3/BA3 period 1 and 2 English Aalst, prof. dr. A.J. van der dr. V.L.M. Vasterling This course focuses on texts by and about classic feminist authors such as Christine de Pisan, Mary Wollstonecraft, Virginia Woolf and Simone de Beauvoir. Though diverse in content and style, all texts start from the same basic assumption that the subordinate or inferior position of women in society is unjustified. Feminist authors have different explanations and opinions concerning the reasons and possible remedies for this state of affairs. Nonetheless, there is also continuity in the type of topics and issues that emerge in the history of feminist ideas. The texts will be used to elucidate and analyze the development of ideas concerning the role and position of women in Western society and culture. Attention will be paid to topics that keep returning in the texts: education, marriage and morals, among others. In order to understand whence they come, the ideas will be situated in and discussed from the viewpoint of their historical, political and philosophical contexts. • All readings are available for you from the Institute for Gender Studies Documentation Centre (Thomas van Aquinostr. 4), except for Virginia Woolf, A Room of One's Own, which you have to purchase yourself. Any edition will do (amazon.com and amazon.co.uk offer cheap second-hand copies) though we recommend you use an annotated one. 103 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 Extreme Makeover - Lichaamstransformaties, cultuur & het ideale zelf (v/m) Cursuscode EC Opleidingen Periode Taal Cursuscoördinator Docent Voorkennis Keuzevak Cursusbeschrijving 104 SOW-VSB9207 5 Genderstudies, Faculteit der Letteren, Bedrijfskunde, Economie en Bedrijfseconomie, GPM, Politicologie, Pedagogische Wetensch. en Onderwijskunde, Facultaire Unie Filosofie en Theologie, Theologie periode 1 Nederlands Aalst, prof. dr. A.J. van der dr. M.J.M. Dresen Nee Extreme Makeover: Lichaamstransformaties, cultuur & het ideale zelf (v/m) Periode: 2014/2015; 1e semester, blok 1 (week 36-43), woensdag 15.45-17.30 uur, Linnaeusgebouw, LIN 3 code: SOW-VSB9207. Overige cursusinfo onderaan Doelstellingen: Kennis van historische, culturele en sociale (dis)continuïten in praktijken van lichaamspresentatie en lichaamstransformatie die beogen een gewenste identiteit (een 'ideaal zelf') te realiseren. Kennis van en inzicht in gender-aspecten die samenhangen met conceptualiseringen en realisaties van het ideale lichaam en daarmee samenhangende ideale 'zelf'. Vermogen om de gepresenteerde voorstellingen en praktijken van lichaamstransformatie en de daarmee samenhangende gender-normen cultuurhistorisch te situeren en te problematiseren. Kennis en begrip van de theoretische kernbegrippen die in de cursus gebruikt worden om de gepresenteerde voorstellingen en praktijken cultuurhistorisch en gender-theoretisch te interpreteren. Inhoud: De mogelijkheden om het lichaam te verfraaien of te veranderen nemen snel toe. Het aanpassen van het lichaam aan het ideale 'zelf' (of andersom: het creëren van een ideaal 'zelf' door het lichaam aan te passen) wordt steeds gewoner. Nu is de droom van zelfverbetering op zich niet nieuw. Iedere cultuur kent idealen van schoonheid en perfectie. De verbeelde schoonheid wordt vaak - zo al door de Griekse filosoof Plato - geassocieerd met goedheid, of gezien als een promesse de bonheur, een belofte van geluk. Religieuze mythen, sprookjes, romans en wetenschappelijke tractaten laten zien dat mensen door de eeuwen heen gefascineerd werden door de droom van zelftransformatie, opgevat of verbeeld als perfectionering van het lichaam. Maar waar men zich in eerder MINORS EN KEUZEVAKKEN BESTUURSKUNDE eeuwen moest beperken tot de kracht van verbeelding en geloof, of tot verfraaiende middelen die duur of niet zonder risico waren, lijkt de vervolmaking van het lichaam nu binnen ieders handbereik. Plastische chirurgie, cosmetische industrie en modebladen beloven ieder die bereid is geld in zichzelf te investeren het uiterlijk van een prins(es). Of van een popster naar keuze. Kenmerkend voor de huidige beeldcultuur rond lichaamsverbetering is wel, dat de verschillen tussen de seksen zeer uitdrukkelijk worden aangezet. Vrouwen zijn bij voorkeur rondborstig, sexy en glamorous, mannen stralen - nog steeds - kracht en overwicht uit, zij het verzacht door een 'vrouwelijk' accent hier en daar. Met behulp van make-up, mode, sportschool en zo nodig het mes worden de verschillen tussen de seksen geaccentueerd en uitvergroot; soms letterlijk, in de vorm van borstvergroting, penisverlenging, kincorrectie en schaamlipplastiek. Tegelijkertijd zijn jonge westerse vrouwen vrijer en qua mogelijkheden meer gelijk aan mannen dan ooit. Gaat het bij het uiterlijk benadrukken van de sekse-identiteit dan om een spel; een spel dat met des te meer overgave gespeeld kan worden in een cultuur waarin mannen en vrouwen feitelijk gelijk zijn, en de accentuering van de verschillen tussen hen een kwestie van persoonlijke smaak en keuzevrijheid is geworden? Of is er meer aan de hand, en gaat er van de stortvloed aan (hetero)seksueel getinte ideaalbeelden wel degelijk een invloed uit die ons zelfbeeld bepaalt, omdat we ons bewust of onbewust meten aan de beelden die worden aangereikt? Zijn er, kortom, toch regels bij het spel? En als die regels of normen er zijn, wie bepaalt deze dan? Waar komt de overweldigende nadruk op uiterlijke schoonheid en het geprononceerd 'seksueren' ervan op dit moment vandaan in onze westerse (beeld)cultuur? Welke invloeden werken hierin door? En welke invloeden gaan er van uit, op ons zelfbeeld en ons dagelijks leven? Hebben we inderdaad meer vrijheid dan ooit in het kiezen van onze (gender)identiteit en het uiterlijk vormgeven daaraan? Of onderscheiden we ons van andere tijden en culturen misschien vooral door die illusie? Doel van deze collegereeks is deze en aanverwante vragen nader te onderzoeken. Op basis van concrete gevalsstudies, aangereikt vanuit verschillende disciplines, zullen de afzonderlijke colleges licht werpen op de vraag hoe genderspecifieke praktijken van zelf- en lichaamstransformatie vorm kregen binnen verschillende historische perioden en (sub)culturen. Beschrijving van het leertraject: College 1) Inleiding: Het volmaakte lichaam: Ideaal, product en project 3 september 2014, dr. Stefan Dudink (Seksualiteitsstudies) Leerdoelen Inleiding: Inzicht in de wijze waarop zich in de Extreme Makeover mediacultuur hedendaagse opvattingen over het ideale lichaam en het 105 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 ideale zelf manifesteren; Kennis van de plaats van de Extreme Makeover mediacultuur in een langere Westerse culturele fascinatie met de transformatie van lichaam en zelf; Kennis van de plaats van gender in de in de huidige Extreme Makeover mediacultuur en zijn historische voorlopers; Inzicht in de (post-)feministische kritiek op de Extreme Makeover mediacultuur. College 2) Schaamtevolle lippen 10 september 2014, prof. dr. Willy Jansen (Culturele Antropologie) In Zimbabwe krijgen jonge meisjes les in hoe ze hun schaamlippen kunnen verlengen, in Sudan daarentegen snijdt men ze bij voorkeur weg, en in Nederland is schaamlipcorrectie ook geen uitzonderlijke ingreep meer. Het zijn zeer uiteenlopende reacties op dit lichaamsdeel, maar wat overheerst is dat ze vaak als schaamtevol worden ervaren én dat ze relevant zijn voor de ontwikkeling van een gender identiteit. In dit college wordt behandeld hoe en waarom juist dit lichaamsdeel uiteenlopende betekenissen krijgt in verschillende culturen, welke ingrepen men toepast, en hoe deze ingrepen nauw verbonden zijn met plaatselijke opvattingen over seksualiteit en gender. De theorie van Douglas wordt behandeld om inzicht te krijgen in waarom juist dit lichaamsdeel zulke uiteenlopende betekenissen kan krijgen. Verder ga ik in op de achtergronden van vrouwenbesnijdenis in vergelijking met mannenbesnijdenis (Boddy), en op de overeenkomsten en verschillen in de schaamlip-operaties in verschillende culturen. In het tweede uur zal een film getoond worden en praten we verder n.a.v. de film. College 3) 'Lekker mezelf zijn': keuzevrijheid in een gegenderde samenleving 17 september 2014, dr. Els Rommes (Pedagogiek) In dit college staat niet zo zeer de makeover zelf centraal, maar meer het maken van keuzes, om plastische chirurgie te ondergaan, om af te vallen of om bepaalde beroepskeuzes te maken. Hoewel de keuzevrijheid om te 'worden wie je bent' nog nooit zo groot lijkt te zijn geweest als in onze huidige westerse samenleving, is het opvallend te zien hoe eenvormig de uitkomsten van extreme makeover's zijn, hoe conformistisch keuzes zijn die mannen en vrouwen maken ten aanzien van hun uiterlijk, carrière en gedrag. Is er sprake van een evolutionaire, biologische dwang die bepaalt dat vrouwen met een bepaalde cupmaat het meest aantrekkelijk zijn en dat vrouwen die natuurkunde studeren minder aantrekkelijk zijn voor mannen? Hoe kan het dan dat deze schoonheidsidealen in andere tijden en andere landen zo anders kunnen zijn? Welke andere theorieën zijn er om te verklaren dat mannen en vrouwen verschillende keuzes maken ten aanzien van hun uiterlijk, maar ook 106 MINORS EN KEUZEVAKKEN BESTUURSKUNDE ten aanzien van keuzes voor partner, baan en levensprioriteiten? In dit college staat centraal welke factoren bijdragen tot de constructie van een schijnbaar onafhankelijke, autonome 'zelf' die 'eigen' keuzes kan maken: opvoeding, familie, vrienden, school, de media, de overheid. Op welke manieren wordt schijnbare keuzevrijheid om plastische chirurgie toe te passen, of 'eigen interesses' te volgen, bepaald door genderdynamieken in de samenleving: door de positie die iemand inneemt in de samenleving, door de ideaalbeelden en discourse posities die beschikbaar zijn en de identiteitskeuzes die mogelijk of ondenkbaar zijn. College 4) 'How to make the perfect selfie?' Jongeren, seksualiteit en identiteit op sociale media 24 september 2014, drs. Marijke Naezer (Seksualiteitsstudies) Social media spelen een grote rol in het leven van jongeren. Ze houden er bijvoorbeeld contact met vrienden, ontmoeten nieuwe mensen, verdrijven hun verveling en beleven avonturen. Het wereldwijde web lijkt op het eerste gezicht onbeperkte vrijheid te bieden om te spelen met identiteit. Utopische denkers voorspelden zelfs dat verschillen tussen mensen er niet langer toe zouden doen, omdat gender, etniciteit, leeftijd en andere identiteitsfactoren online niet van belang waren. In de praktijk blijkt dit genuanceerder te liggen. In dit college wordt gekeken hoe jongeren zichzelf online representeren. De focus ligt daarbij op de profielen die jongeren maken op populaire media als Facebook, Twitter en WhatsApp. Hoe gebruiken jongeren hun profielfoto, achtergrondfoto en bio om een bepaalde identiteit, een bepaald "zelf", neer te zetten? Welke aspecten van hun identiteit benadrukken ze en hoe doen ze dat? Expliciete aandacht gaat naar de sociale en culturele normen die hierbij een rol spelen en hoe die normen worden bevestigd, maar ook omzeild en uitgedaagd. College 5) Van Del tot Dame: Heropvoeding en 'jezelf worden' in de 20e en 21 eeuw 1 oktober 2014, drs. Saskia Bultman (Geschiedenis) Dit college zoomt eerst in op het 20e eeuwse Rijksopvoedingsgesticht voor meisjes te Zeist. De heropvoeding van de daar geplaatste, als 'zedeloos' beschouwde meisjes - vooral afkomstig uit de lagere klassen - gold als geslaagd als zij zich 'verbeterden'. Dat wil zeggen: als zij zich aanpasten aan de normen voor vrouwelijkheid van hun opvoeders, die uit de midden- en hogere klassen afkomstig waren. Ook wanneer in de jaren '50 die heropvoeding geherdefinieerd wordt in termen van 'zichzelf leren zijn', blijven deze doelstellingen bestaan en worden de meisjes nog steeds geacht zich te conformeren aan bepaalde normen. Een vergelijkbaar fenomeen is in onze tijd op TV te zien: in programma's als Dames in de Dop en vanaf 2011 zelfs Dames en Heren in de Dop - worden 'moeilijk opvoedbare' jongeren tot 'dames' 107 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 en 'heren' heropgevoed. In dit college zal een vergelijking worden getrokken tussen de heropvoeding van jongeren in gestichten in de twintigste eeuw en heropvoeding als televisie-entertainment in de eenentwintigste eeuw. We zullen zien dat het idee van 'zichzelf worden' door zich te conformeren aan de gender-specifieke normen van een opvoedende middenklasse nog steeds geldt. Wat voor heropvoedings- en zelfontplooiingsidealen golden en gelden er voor meisjes en jongens? College 6) Transseksualiteit: ware sekse of Extreme Makeover? 8 oktober 2014, dr. Geertje Mak (Geschiedenis) Eén van de meest radicale vormen van Makeover is die van vrouw naar man, of omgekeerd. Sinds de jaren zestig van de vorige eeuw kunnen mannen die zich vrouw voelen of vrouwen die zich man voelen een operatie en bijbehorende hormoonbehandeling en therapie ondergaan, om tot slot helemaal tot de andere sekse te behoren. Zulke mensen worden aangeduid als transseksuelen, of tegenwoordig ook wel met het bredere begrip 'transgenders'. Omdat de diagnose van 'genderdysforie' tegenwoordig soms al op jonge leeftijd - voor de pubertijd - wordt gesteld, wordt de behandeling steeds volmaakter. Wat betekenen deze praktijken voor het denken over sekse en gender in het algemeen? Hoe verhoudt psychische sekse zich eigenlijk tot lichamelijke sekse? Op welke wijze stelt men genderdysforie vast, en hoe verhoudt het zich tot homoseksualiteit (v/m)? Hoe ging men in het verleden - toen operaties en hormoonbehandelingen nog niet mogelijk waren -met zulke gevallen om? Voor dit college bereiden we ons voor met delen uit een onlangs uitgezonden aflevering van het wetenschapsprogramma Labyrint: 'De zoektocht naar de ware sekse' (inclusief de discussie achteraf op internet), en delen een film uit over Iraanse transseksuelen. College 7) De ideale man. Stijl, smaak en seksuele identiteit in de extreme makeover 15 oktober 2014, dr. Stefan Dudink (Seksualiteitsstudies) In de mediacultuur van extreme makeovers en in de bredere cultuur van lichaamsverbetering worden de verschillen tussen de seksen vaak benadrukt en vergroot. Soms lijken echter traditionele noties van mannelijkheid en vrouwelijkheid te worden ondermijnd. Dat is bijvoorbeeld het geval in makeover shows waarin homoseksuele mannen het lichaam en uiterlijk van heteroseksuele mannen aan een transformatie onderwerpen. In deze programma's nemen heteroseksuele mannen de 'vrouwelijke' positie in van een imperfect lichaam dat door mannenhand verbeterd moet worden en verschijnen homoseksuele mannen als 'echte' mannen, voorzien van autoriteit en scheppend vermogen. In dit college gaan we na of en in hoeverre deze programma's traditionele noties van sekse en seksualiteit ondermijnen. We doen dat via een analyse van de betekenis van homoseksualiteit in het narratief van makeover shows: wat is de 108 MINORS EN KEUZEVAKKEN BESTUURSKUNDE plaats van homoseksualiteit en van homoseksuele mannen in het verhaal van transformatie dat makeover shows vertellen? Deze analyse wordt ingebed in een bredere geschiedenis van homoseksualiteit in de westerse cultuur, en in het bijzonder van de historische verhouding tussen homoseksualiteit en stijl. Daarnaast gaan we na wat de transformatie van heteroseksuele mannen door very gay experts op het gebied van stijl en goede smaak ons vertelt over de betekenis van heteroseksualiteit in onze cultuur. Verkeert heteroseksualiteit in een crisis en moeten homoseksuele mannen die verhelpen? College 8) ) Het volmaakte lichaam als belofte van geluk 22 oktober 2014, dr. Grietje Dresen (Filosofie, Theologie & Religiestudies) Vervolmaking van het lichaam is geen moderne droom. Ook de meeste religies beogen een restyling van het lichaam, gekoppeld aan hun heilsopvatting. In traditionele godsdiensten en zeker in het christendom stond die omvorming van het lichaam in het teken van de verwachting dat het ware geluk, het ware heil nà dit (aardse) leven komt. De belangrijkste rituelen, maar ook alledaagse religieuze praktijken waren bedoeld om het lichaam om te vormen en aldus voor te bereiden op het uiteindelijk heil. Het lichaam werd in dit proces van religieuze omvorming dus niet genegeerd. Integendeel: het ideale, zondeloze lichaam werd als het ware 'ingeschreven' in het eigen, 'zondige' vlees. Na de dood wachtte de vervolmaking hiervan, in de vorm van de wederopstanding van het lichaam. Het eeuwig leven werd dus uitdrukkelijk als een (verbeterd) lichamelijk bestaan gezien! In onze tijd geloven de meeste westerse mensen niet meer in zo'n lichamelijk voortbestaan. En ons 'heil' zien we liever vandaag dan morgen tegemoet. Maar nog steeds wordt geluk geassocieerd met het verwerven van het ideale lichaam. Die verplaatsing van het vervolmaakte lichaam van de hemel naar de aarde maakt de praktijken van disciplinering en omvorming echter niet minder ingrijpend. Wat nu getransformeerd moet worden is het 'stof', de materie waaruit we gemaakt zijn; te transformeren via modes, makeup en zo nodig het mes. Belangrijke overige info : Tijdstip: 1e semester, blok 1 (week 36-43), woensdag 15.45-17.30 uur Plaats: Linnaeusgebouw, LIN 3 Aantal studiepunten: 5 EC Onderwijsvorm: Hoorcollege (audio-opnames van de colleges komen op Blackboard) Onderwijsniveau: post-propedeuse Toetsingsvorm: Schriftelijk tentamen (Multiple Choice) Literatuur: cd-rom met geselecteerde artikelen is een week voor aanvang van het college ter inzage op de 109 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 documentatieafdeling,Th.v.Aquinostraat 4.00.45a. Informatie : Institute for Genderstudies, Th.v. Aquinostraat 4.00.45, email:[email protected] of www.ru.nl/genderstudies Coördinatie: Dr. Grietje Dresen, Faculteit Filosofie, Theologie & Religiewetenschappen, Erasmusplein 1, kmr. 14.20, tel. 024-3612488. E-mail: [email protected] Inschrijving: via https://portal.ru.nl/home, code: SOW-VSB9207. Inschrijving is pas mogelijk v.a. 10 augustus! Tentamen: wo. 5 november 2014, 15.45 - 18.30. Herkansing: woe. 21 jan. 2015, 15.45 - 18.30 uur. Overige keuzevakken Criminaliteit en veiligheidsbeleid Cursuscode EC Opleidingen Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docent Voorkennis Keuzevak Doelstellingen Cursusbeschrijving 110 JUR-4CRIVEIL 7 Faculteit der Rechtsgeleerdheid, Bedrijfskunde, Economie en Bedrijfseconomie, GPM, Politicologie tweede semester Het tentamen vindt schriftelijk plaats, tenzij daarover anders wordt besloten (bijvoorbeeld op basis van het aantal studenten). Nadere mededelingen hierover volgen zo spoedig mogelijk na de start van het vak. Nederlands Aalst, prof. dr. A.J. van der prof. dr. ir. J.B. Terpstra Voorkenniseisen voor het volgen van onderwijs: Studiepunten: 160 EC aan bachelorvakken Voorkenniseisen voor het afleggen van tentamens: Volledige bachelor afgerond. Gegeven het deels interactieve karakter van het vak wordt van studenten bij dit vak een actieve opstelling en betrokkenheid verwacht. Dit houdt onder meer in dat van studenten die dit vak volgen, wordt verwacht dat zij bij alle bijeenkomsten aanwezig zijn, dat zij per keer de voorgeschreven literatuur hebben gelezen, dat zij zich aan afspraken houden over het voorbereiden van vragen en inleveren van werkstukken en dat zij tijdens de bijeenkomsten actief meedoen aan discussie en gesprek. Het onderwijs in dit vak heeft in de eerste plaats als doel kennis en informatie aan studenten over te dragen met betrekking tot de genoemde ontwikkelingen. In de tweede plaats wil het vak een bijdrage leveren aan een kritische reflectie van studenten over deze ontwikkelingen en over de mogelijke gevolgen hiervan. In het vak 'Criminaliteit en veiligheidsbeleid' staan de ontwikkelingen MINORS EN KEUZEVAKKEN BESTUURSKUNDE Literatuur centraal die zich de afgelopen decennia hebben voorgedaan in de geïnstitutionaliseerde reacties op criminaliteit en maatschappelijke onveiligheid, zowel van publieke, als private partijen. Daarbij gaat het zowel om de feitelijke ontwikkelingen die zich hebben voorgedaan, als om verklaringen en interpretaties voor deze ontwikkelingen. Zo wordt onder meer ingegaan op veranderingen in organisatie van de veiligheidszorg, het ontstaan van nieuwe taak- en verantwoordelijkheidsverdelingen, het gebruik van buitengerechtelijke instrumenten en de groeiende aandacht voor het slachtoffer, het gebruik van nieuwe technologieën van preventie en toezicht en de ontwikkeling naar een harder en strikter optredende overheid. Aandacht wordt ook geschonken aan relevante concepten als controlecultuur en veiligheidsutopie. In het vak komt ook aan bod hoe het zit met de waarborgen voor het publieke karakter van de veiligheidszorg. Het vak is relevant voor studenten strafrecht en verder voor studenten (zowel van rechten, als van andere opleidingen, zoals sociologie, beleidswetenschap of orthopegagogiek) die zich meer willen verdiepen in het veld van veiligheidszorg en veiligheidsbeleid of daar in hun latere beroepsuitoefening mee te maken krijgen. In vergelijking met het vak Criminologie, waar de nadruk vooral ligt op beschrijving en verklaring van criminaliteit, gaat het in dit vak meer om de geïnstitutionaliseerde reacties op criminaliteit en de veranderingen die zich daarin voordoen. De voorgeschreven literatuur voor dit vak bestaat uit een aantal artikelen (studiehandleiding) 'Criminaliteit en Veiligheidsbeleid' (een week voor het eerste college te downloaden vanaf blackboard). 111 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 Wijsgerige ethiek - verkorte bachelor Cursuscode EC Opleidingen Jaar Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docent Voorkennis Keuzevak Doelstellingen Cursusbeschrijving Literatuur 112 FTR-FIBAV211 5 Filosofie, Facultaire Unie Filosofie en Theologie, Minorgids, Bedrijfskunde, Economie en Bedrijfseconomie, GPM, Politicologie verkorte bachelor Schriftelijk tentamen. Studenten die het vak voor 6 ec in het kader van een minor doen en daarvoor extra ecs nodig hebben, krijgen een extra opdracht en leveren die in uiterlijk op de datum van het tentamen. Nederlands Aalst, prof. dr. A.J. van der prof. dr. P.J.M. van Tongeren Nee Het verwerven van elementaire kennis van de belangrijkste problemen, begrippen en theorieen uit de geschiedenis van de wijsgerige ethiek, en van de vaardigheid om morele aspecten in de alledaagse morele ervaring te onderkennen, en met behulp van de besproken begrippen en theorieen te verwoorden, te analyseren en te interpreteren. In een gang door de geschiedenis van de filosofie, van Plato tot Levinas via -onder meer- Aristoteles, de Stoa, Augustinus, Thomas van Aquino, Thomas Hobbes, Immanuel Kant, John Stuart Mill, Søren Kierkegaard en John Rawls, worden de belangrijkste problemen, begrippen en theorieën uit de geschiedenis van de wijsgerige ethiek besproken. • Een groot deel van de geschiedenis van de ethiek zal in gesproken vorm, op cd's en/of via een audio-stream op Blackboard beschikbaar worden gesteld. Studenten dienen deze zelf te beluisteren; het verdient aanbeveling de opnames aan te schaffen (Boekhandel Roelants geeft studenten ruime korting op de cd's) • Daarnaast wordt een reader met primaire teksten samengesteld (en via de Dictatencentrale beschikbaar gesteld), waarover de student dient te beschikken • Voorts moet de student zelf kunnen beschikken over de tekst van Plato's Politeia, boek I en Im. Kants Grundlegung zur Metaphysik der Sitten PRE-MASTER BESTUURSKUNDE 4 Pre-master bestuurskunde Inleiding Deze informatie is bedoeld voor studenten met een afgeronde HBO-, WO-Bachelor-, en/of Doctoraal / Masteropleiding die meer dan geïnteresseerd zijn in de inrichting en het functioneren van het openbaar bestuur in Nederland. Met de juiste vooropleiding is het mogelijk om via een 2-jarig traject je Master bestuurskunde te halen. In het 1e jaar volg je een pre-master dat vooral bestaat uit kernvakken van bestuurskunde. Daarnaast volg je de cursussen methoden van bestuurskundig onderzoek I en II, waarmee je enkele belangrijke wetenschappelijke onderzoeksvaardigheden en -methoden worden bijgebracht. De pre-master is een zeer intensief voltijds studieprogramma van 60 EC. Als instromer schuif je aan bij het reguliere onderwijs. Uit alle jaargangen van de bacheloropleiding bestuurskunde volg je enkele cursussen. Het ene moment zit je dus bij 1 e-jaars studenten in de collegebanken voor een hoorcollege en het andere moment werk je met een 2 e-jaars student aan een opdracht tijdens een project. Instromen kan 1 keer per jaar in september. Als je de Pre-master met succes afrondt, ontvang je een Certificaat waarmee je kunt instromen in de Masteropleiding Bestuurskunde in Nijmegen. Let op: je ontvangt geen bachelordiploma! Om toegelaten te worden tot de Premaster moet je de laatste twee jaren van je HBO opleiding gemiddeld een 7,5 hebben gehaald. De Masteropleiding kent maar 1 instroommoment per jaar in september. Je moet alle onderdelen van de Pre-master hebben behaald voordat je kunt worden toegelaten tot de Master opleiding. Schema toelatingseisen Vooropleiding Ingangseisen master WO- BA Bestuurskunde (Nederland) WO- MA Politicologie Geen WO- BA/MA Opleidingen (RU) Pre-master zonder methodencluster* Pre-master (volledig) • • Faculteit der Managementwetenschappen Opleidingen van andere faculteiten RU (bijvoorbeeld Letteren: Geschiedenis) WO- BA/MA Opleidingen (elders) Sociale Wetenschappen • Psychologie Pre-master (volledig) De examencommissie kan vrijstelling verlenen voor bepaalde cursussen 113 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 • • • Sociologie Culture Antropologie Etc. WO BA/MA Opleidingen (elders) Letteren • • • Pre-master (volledig) Nederlands Geschiedenis Amerikanistiek Wijsbegeerte Rechten HBO opleidingen Pre-master (volledig) • Bestuurskunde/Overheidsmanagement • Journalistiek • HEBO • Recht • HBO- MER * Methoden van bestuurskundig onderzoek I en II Bovenstaand schema is niet uitputtend. HBO/Ba/Ma-diploma's van een enigszins aan de bestuurskunde verwante opleiding hebben toegang tot de Pre-master. Let op: alleen afgeronde HBO-opleidingen met een studielast van 240 ECTS komen voor toelating in aanmerking. Staat jouw vooropleiding er niet bij, neem dan contact op met de studieadviseur: Dhr. drs. N.Vermeulen Studieadviseur bestuurskunde T: 024 3613068 / 3612754 (secr.) E: [email protected] E: [email protected] Inhoud pre-master Inhoud schakelprogramma Dit programma (totaal 60 EC) wordt per student vastgesteld, afhankelijk van vooropleiding. 1e semester Kernthema's van de Bestuurskunde 6 EC Methoden van Bestuurskundig Onderzoek I 6 EC European Governance 6 EC Vergelijkende bestuurskunde 6 EC Project: vergelijkende analyse 6 EC Totaal 30 EC 114 PRE-MASTER BESTUURSKUNDE 2e semester Kosten en baten van het openbaar bestuur of Binnenlands bestuur Policy cycle Methoden van bestuurskundig onderzoek II Management van het openbaar bestuur Project: advisering en organisatiegedrag Totaal 6 EC 6 EC 6 EC 6 EC 6 EC 30 EC Toelating en inschrijving Om officieel toegelaten te worden tot de Pre-master, dien je een verzoek in bij de Examencommissie Bestuurskunde. Vermeld daarbij je naam, adres, e-mail en telefoonnummer. Geef ook aan waarom je voor Bestuurskunde hebt gekozen. Als bijlage voeg je een gewaarmerkte kopie van je diploma toe en een overzicht van je behaalde vakken met bijbehorende studielast*. Je brief kun je richten aan: Examencommissie Bestuurskunde, t.a.v. Mw. dr. S. Resodihardjo, Postbus 9108, 6500 HK Nijmegen. De examencommissie neemt vervolgens de beslissing of je toelaatbaar bent tot de Pre-master. Je krijgt hierover een formele toelatingsbrief thuisgestuurd met daarin je studieprogramma. Voor HBO-afgestudeerden: Je wordt alleen toegelaten tot de Pre-master op basis van een afgeronde HBO-opleiding.( ook moet je in de laatste twee jaar van je HBO een 7,5 gemiddeld hebben behaald !) Dit betekent dat je HBO-diploma uiterlijk op 31 augustus gedateerd moet zijn. Verder moet je jezelf uiterlijk op 31 augustus hebben ingeschreven bij de RU Nijmegen. Voor vragen over de inschrijving kun je contact opnemen met het Informatiecentrum Studentenzaken: Comeniuslaan 4, Nijmegen, T: 024-3612345. Inschrijving als student Kijk voor de juiste informatie op : http://www.studielink.nl/ of op: www.ru.nl/aanmelden Deelname aan introductie Tijdens de introductie in augustus organiseert de opleiding een aparte introductiedag voor HBO- en WO-instromers. Tijdens deze informatiedag krijg je allerlei praktische informatie zoals waar je literatuur kunt aanschaffen en hoe je jezelf voor de vakken moet inschrijven. Deze voorlichting vindt meestal plaats in de laatste week van augustus, nadere informatie volgt nog. Je moet je voor deze dag opgeven bij de studieadviseur per e-mail. Dhr. drs. N. Vermeulen Studieadviseur Bestuurskunde T: 024 3613068 / 3612754 ( secr.) E: [email protected] 115 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 * Bij de balie van de Dienst Studentzaken, Comeniuslaan 4 te Nijmegen, kun je gratis een gewaarmerkte kopie laten maken van je diploma en cijferlijsten. Veelgestelde vragen Kan ik tijdens de studie werken? Tijdens het schakelprogramma moet je rekenen op een studiebelasting van minimaal 36 uur per week. Hoeveel je daarnaast wilt of kunt werken, hangt af van je programma, je motivatie en je aanpassingsvermogen op de universiteit. Voor de master moet je uitgaan van een studiebelasting van minimaal 40 uur per week. Kan ik met de studie starten in februari? Door de opbouw van het curriculum kun je niet in februari instromen. Dit kan alleen per 1 september. Ik krijg mijn diploma later. Kan ik toch instromen? Het kan zijn dat je hbo-diploma gedateerd is op augustus, maar de uitreiking pas later plaatsvindt. Je kunt dan wel aan de opleiding beginnen als je jezelf voor 1 september hebt aangemeld. Staat op je diploma een latere datum dan 31 augustus dan kun je helaas niet inschrijven. Wanneer wordt de literatuurlijst bekend gemaakt? We werken niet echt met een literatuurlijst. Welke literatuur je nodig hebt, kun je vinden in de studiegids op internet ( zie: www.ru.nl/fm ) Verdere informatie hierover krijg je tijdens de introductiedag te horen. Waar kan ik terecht met nadere vragen? Neem voor maatwerk en andere vragen contact op met de studieadviseur van de masteropleiding bestuurskunde de heer drs. N. Vermeulen, T: (024) 361 30 21, E: [email protected], kamer TvA 3.0.48. Cursusbeschrijvingen van de pre-master bestuurskunde Kernthema's van de bestuurskunde Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docent Voorkennis Keuzevak 116 MAN-BCU191 6 Bestuurskunde Ba 1 en Schakelprogramma Blok 1 Schriftelijk tentamen. Nederlands Baas, drs. J.H. de drs. J.H. de Baas Geen. Ja PRE-MASTER BESTUURSKUNDE Doelstellingen Cursusbeschrijving Literatuur De cursus heeft als doel de student inzicht te bieden in de kernbegrippen en basistheorieën uit de bestuurskunde. Specifieke doelstellingen: • Eerste kennismaking met de Bestuurskunde • Overzicht van de belangrijke thema's en de ontwikkeling van de discussie in het vakgebied • Aanleren van de taal en de begrippen • Het herkennen van bestuurskundige aspecten in actuele vraagstukken; het stellen van bestuurskundige vragen en het verkennen van bestuurskundige antwoorden voor de actuele praktijk. De cursus biedt een algemene inleiding op de Bestuurskunde als wetenschappelijke discipline. Welke functie heeft het openbaar bestuur in de samenleving? Hoe kan die functie worden vervuld met bestuur, beleid en organisatie? Het vak geeft overzicht over de antwoorden die de Bestuurskunde heeft opgeleverd: functie en karakter van het openbaar bestuur, klassieke beleidsontwikkeling, besluitvorming, organisatie, marktwerking, democratie en politieke verantwoordelijkheid. Er wordt ook ingegaan op moderne beleidsvoering in netwerksituaties, beleidsspelen en het management van beleidsprocessen. De cursus dient mede om de studenten voor te bereiden op het in grote mate zelfstandig kunnen lezen, begrijpen en kritisch beoordelen van een recente bestuurskundige monografie. Hiertoe worden wekelijks twee hoorcolleges van twee uur en een werkcollege georganiseerd. De aanwezigheid bij deze colleges is verplicht. De hoorcolleges worden verzorgd door Jan Herman de Baas. Bij de werkcolleges worden ouderejaars studenten betrokken. • J.H. de Baas, Bestuurskunde in hoofdlijnen, Invloed op beleid, Wolters-Noordhof, 1995 • H. de Bruijn, Framing, Over de macht van taal in de politiek, vierde druk 2012 117 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 Methoden van bestuurskundig onderzoek I Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docent Voorkennis Keuzevak Doelstellingen Cursusbeschrijving Literatuur 118 MAN-BPRA200 6 Bestuurskunde Ba 2 en Schakelprogramma Blok 1 Schriftelijk tentamen en een werkstuk. Nederlands Visscher, drs. C.A.M. drs. C.A.M. Visscher Propedeusevakken methoden en technieken (OIM-A, OIM-B). Nee Kennis van en kunde in het gebruik van multipele regressie-analyse, variantie-analyse, factoranalyse, betrouwbaarheidsanalyse, scalogramanalyse en homogeniteitsanalyse. In dit vak wordt aandacht besteed aan variantie-analyse (uitbreiding van de modellen uit het eerste jaar) en multipele regressie-analyse met kwantitatieve afhankelijke variabelen en met zowel kwantitatieve als kwalitatieve onafhankelijke variabelen. Hoofddoel causale hypothesetoetsing. Eveneens worden een aantal meetmodellen aan de orde gesteld zoals betrouwbaarheidsanalyse op interne homogeniteit (Cronbach's alpha), factoranalyse (principale componentenanalyse en principale factoranalyse), scalogramanalyse (Mokscal) en Homals. Studenten weten na het volgen van dit vak wanneer ze deze analysetechnieken moeten gebruiken, en ze kennen de kracht en zwakheden er van. Ze zijn in staat zelfstandig zulke analyses uit te voeren met behulp van SPSS en ze kunnen de uitkomsten ervan goed interpreteren. (Dit wordt daarna geoefend en toegepast in een onderzoeksproject, waarin ze ook de data voor zulk een onderzoek moeten verzamelen, waarin ze de aangeleerde statistische technieken moeten toepassen op een bestuurskundig vraagstuk en waarover ze in groepsverband een paper moeten schrijven). • McClave, Benson, Sincich en Knypstra, Statistiek, elfde editie. Pearson, 2011. Dit boek wordt ook in het eerstejaarsonderwijs gebruikt, regressie-analyse en variantieanalyse zijn in dit handboek terug te vinden) • Voor factoranalyse, betrouwbaarheidsanalyse, scalogramanalyse en homals worden artikelen nader bekend gemaakt. PRE-MASTER BESTUURSKUNDE Politicologie voor bestuurskundigen Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docent Voorkennis Keuzevak Doelstellingen Cursusbeschrijving MAN-BCU273 6 Bestuurskunde Ba 2 Blok 1 Schriftelijk tentamen Nederlands Vossen, dr. K.P.S.S. dr. K.P.S.S. Vossen Geen. Nee Studenten hebben na de cursus kennis van de belangrijkste, actuele politicologische vraagstukken. Specifieker hebben zij kennis van: • politicologische kernbegrippen (politiek, macht, regering en staat) • verschillende politieke regimes, variërend van democratische rechtsstaat tot autoritair regime • politicologische theorieën (behavioralisme, rationele keuzetheorie, neo-institutionalisme) • de relatie tussen burger en politiek (politieke cultuur, communicatie en participatie, verkiezingen, belangengroepen, politieke partijen) • politieke instituties (rechterlijke macht, wetgevende macht, uitvoerende macht) Daarnaast kunnen studenten • de behandelde politicologische theorieën met elkaar contrasteren en in verband brengen • de behandelde politicologische theorieën toepassen op de verschillende politicologische kenobjecten • de politieke stelsels van de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Duitsland, Rusland, China en Nederland op hoofdlijnen met elkaar vergelijken Afgestudeerde bestuurskundigen zijn veelal werkzaam in of voor een publieke organisatie waarbij zij opereren in een politieke omgeving. Het is voor hen dan ook cruciaal om inzicht te krijgen in het politieke proces en de werking van politieke instituties. In deze cursus maak je daarom kennis met het vakgebied van de Politicologie. De cursus biedt een systematisch overzicht van de belangrijkste politicologische kernconcepten en de werking van politieke instituties. Ook wordt uitgebreid ingegaan op de relatie tussen burger en politiek, op de functies van politieke partijen en belangenorganisaties, op het ontstaan van de natiestaat en haar toekomst in het tijdperk van globalisering en op de rol van ideologie in de politiek. De cursus zal worden verlevendigd door voorbeelden 119 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 Literatuur 120 uit de politieke actualiteit maar ook uit de politieke geschiedenis te gebruiken. De Nederlandse politiek en haar instituties zullen worden vergeleken met de politiek en instituties in landen als de Verenigde Staten, Duitsland, Frankrijk, Rusland en China. Nader bekend te maken. PRE-MASTER BESTUURSKUNDE Geschiedenis van de bestuurskunde Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docent Voorkennis Keuzevak Doelstellingen MAN-BCU3021 6 Bestuurskunde Ba 3 Blok 2 Schriftelijk tentamen Nederlands Goverde, prof. dr. H.J.M. prof. dr. H.J.M. Goverde Kernthema's van de Bestuurskunde Nee kennis van de ontwikkelingen bij de overheid en haar omgeving Kennis van de raison d'etre van de overheid Inzicht in de afweging van belangen door de overheid kennis van de ontwikkeling van overheidsbeleid kennis van de wisselwerking tussen overheids- semi overheids en particuliere organisaties Kennis van de verandering in bestuur, organisatie en beleid in een historische context Het kunnen identificeren van een probleem als een beleidsprobleem en het kunnen analyseren van de rol van de overheid daarin. Het kunnen identificeren van typen, toepassingsmogelijkheden en populariteit van beleidsinstrumenten Kennis van de ontwikkeling in het het denken over besluitvorming, implementatie en dienstverlening Cursusbeschrijving In deze laatste cursus van de bachelor Bestuurskunde wordt doorgenomen hoe het denken in de Bestuurskunde is veranderd. Het gaat dan bijvoorbeeld om de rationale van de overheid en balans in waarden, de ontwikkeling in de dienstverlening door de overheid, de organisatie van het Openbaar bestuur, beleidsvoering (agendasetting, besluitvorming, implementatie). Het geheel geeft een samenhangend overzicht van de ontwikkeling van de theorievorming in de Bestuurskunde en van Publieke Organisaties. Nico Nelissen, Peter de Goede, Mark van Twist (2004), Oog voor Openbaar Bestuur. Een beknopte geschiedenis van de Bestuurskunde, 's-Gravenhage: Elsevier / Reed Business Information Robert B. Denhardt (2011), Theories of Public Organization, Boston: Wadworth CENGAGE learning, International Edition, 6th edition. Naast andere auteurs worden enkele hoofdstukken geselecteerd uit: Jos C.N. Raadschelders, Government: A Public Administration Perspective. M.E. Sharpe, 2003. Literatuur 121 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 Project: vergelijkende analyse Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docenten Voorkennis Keuzevak Doelstellingen Cursusbeschrijving Literatuur 122 MAN-BPRO209 6 Bestuurskunde Ba 2 en schakelprogramma Blok 2 Groepspaper Nederlands Kruyen, dr. P.M. dr. P.M. Kruyen, S.P. Overman, N. Dörrenbächer Methoden van bestuurskundig onderzoek I Nee Na actieve participatie in deze cursus ben je in staat om in groepsverband een (internationaal) vergelijkend bestuurskundig onderzoek op te zetten en uit te voeren gebruikmakend van kwantitatieve data. Specifiek leer je in de cursus om • De mogelijkheden en problemen in verklarend en vergelijkend onderzoek in de Bestuurskunde te (h)erkennen; • Onderzoeksvragen, deelvragen en hypothesen te formuleren en te onderbouwen met wetenschappelijke theorieën; • Hypothesen te toetsen door gebruik te maken van regressietechnieken; • Een onderzoekspaper in groepsverband te schrijven; • Een onderzoekspaper te presenteren en verdedigen. In groepsverband schrijven groepen van 5 studenten een groepspaper (± 20 pagina's, 5000 woorden) waarin zij verslag doen van een zelfstandig uitgevoerd internationaal vergelijkend onderzoek. Studenten worden begeleid door een team van docenten in hoorcolleges, werkgroepen, practica, en wekelijkse feedbacksessies. Daarnaast zijn er een tweetal aanvullende tutorials voor schakelstudenten waarin zij leren wetenschappelijke teksten te schrijven (vergelijkbaar met de cursus Academische Vaardigheden voor de eerstejaars bestuurskundestudenten). Het doel van het paper is om de trends op een bepaald beleidsterrein tussen verschillende landen te verklaren gebruikmakend van regressietechnieken. In het project dienen studenten uit te gaan van een theoretisch kader dat dient als basis voor de te formuleren probleemstelling. Dit kader moet leiden tot toetsbare hypotheses. De studenten verzamelen zelf kwantitatieve gegevens met ten minste 200 observaties. Na de uitvoeringsfase wordt de cursus afgesloten met een bijeenkomst waarin alle groepen eerst hun onderzoek presenteren. Literatuur wordt beschikbaar gesteld via Blackboard. PRE-MASTER BESTUURSKUNDE Kosten en baten van het openbaar bestuur Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docent Voorkennis Keuzevak Doelstellingen Cursusbeschrijving MAN-BCU335 6 Bestuurskunde Ba 2 en schakelprogramma Blok 3 Schriftelijk tentamen Nederlands Kruijf, dr. J.A.M. de dr. J.A.M. de Kruijf Geen voorkennis vereist Nee • Kennis hebben en kunnen toepassen van de verschillende wijzen waarop financiële administraties kunnen worden gevoerd. (OER 3c) • Kennis hebben van de wijzen waarop organisaties in het publieke domein hun administratie organiseren en de gevolgen van de gemaakte keuzes kunnen duiden in hun relatie met de bekostiging van de betrokken organisaties. (OER 2c, 2e, 3c) • Inzicht hebben in de verschillende karakteristieken van door of namens de overheid in enge zin geproduceerde diensten en de gevolgen van die verschillen voor de vaststelling van de begrotingen van de betrokken leveranciers en opdrachtgevers van dienstverlening alsmede de gevolgen die daardoor kunnen ontstaan in bekostiging van organisaties. (OER 2e, 5a, 8c) • Inzicht hebben en kunnen toepassen van methoden en technieken voor het nemen van investeringsbeslissingen alsmede de gevolgen die dat heeft voor bekostiging en financiering van de organisatie (OER 2e, 3c) • Kennis hebben over en kunnen toepassen van instrumentarium dat kan worden gebruikt voor de besturing van de interne organisatie van (semi) publieke organisaties. (OER 2e, 5a, 8c) • Kennis hebben van en kunnen beschrijven van het belang van wet- en regelgeving rondom de besluitvormings- en verantwoordingsprocessen bij begrotingen van organisaties in het publieke domein (OER 2c, 2e, 5a, 8c) • Kunnen duiden van de wijze waarop organisaties hun productie kunnen organiseren en de gevolgen die de verschillende organisatiewijzen hebben voor de rollen die partijen kunnen innemen in het tot stand komen van de levering van diensten. (OER 5a, 8c) In deze cursus krijgen studenten een inleiding in publiek financieel management en de implicaties die de keuze van bepaalde beleidsinstrumenten kan hebben voor de inzet van schaarse middelen. 123 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 Literatuur 124 Na afloop van de cursus zijn studenten in staat om elementaire financiële begrippen te hanteren, begrotingsprocessen in de verschillende bestuurslagen en de daaraan gerelateerde organisaties te begrijpen en de financiële implicaties van alternatieve beleidsinstrumenten af te kunnen wegen en of te kunnen bijsturen. Mol, N.P. (2008) Bedrijfseconomie voor de collectieve sector, 5e druk, Bussum: Coutinho Artikelen zoals vermeld op in studiehandleiding op Blackboard. PRE-MASTER BESTUURSKUNDE Binnenlands bestuur Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docent Voorkennis Keuzevak Doelstellingen Cursusbeschrijving Literatuur MAN-BCU192 6 Bestuurskunde Ba 1 en schakelprogramma Blok 3 Schriftelijk tentamen en werkstuk Nederlands Tholen, dr. J.H.M.M. dr. M.L. van Genugten geen Ja De cursus beoogt: • studenten inzicht te geven in de organisatie en inrichting van het Nederlands openbaar bestuur; • studenten kennis te laten maken met recente bestuurlijke vernieuwingen en de debatten daarover; • studenten kennis te laten maken met theorieën omtrent het functioneren van binnenlands bestuur en hen in staat te stellen zulke theorieën adequaat te benutten voor eigen onderzoek. In deze cursus wordt de inrichting en het functioneren van het binnenlands bestuur bekeken. Onze aandacht gaat daarbij vooral uit naar de subnationale bestuurslagen, in het bijzonder het lokaal en regionaal bestuur. Tevens besteden we aandacht aan de maatschappelijke omgeving en het maatschappelijke middenveld dat van invloed is op het functioneren van het binnenlands bestuur. Tot slot plaatsen we het binnenlands bestuur in de context van Europa. In elk college zullen ten aanzien van deze thema's de actuele organisatie en inrichting worden besproken en actuele debatten, normatieve theorieën en empirische theoriën aan de orde worden gesteld. Breeman, G.E., Noort, W.J. van, & Rutgers, M. (2012). De bestuurlijke kaart van Nederland. Het openbaar bestuur en zijn omgeving in nationaal en internationaal perspectief. Bussum: Coutinho. Derksen, W. & Schaap, L. (2010). Lokaal bestuur. Dordrecht: Convoy. 125 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 Policy Cycle Course code EC Study programmes Year Period Examination Language Course Coordinator Lecturer Prerequisites Optional Course Objectives Contents 126 MAN-BCU3017 6 Bestuurskunde, English Studyguide Ba 2 and premaster program quarter 3 Written exam English Resodihardjo, dr. S.L. dr. S.L. Resodihardjo No After completion of this course, you will be able to • Apply various policy theories (ranging from agenda-setting to evaluation) to empirical cases • Distinguish between different perspectives on agenda-setting, policy-making, implementation, and evaluation and be aware of how selecting a specific perspective will affect your analysis • Critically reflect on the usefulness of existing theories and to what extent these theories help us to understand reality The focus of this course is on analysing, understanding, and explaining complex policy processes. Questions to be answered in this course include: Why does government pay attention to some issues but not others? How is policy made? To what extent does implementation of policy deviate from the wishes of policy makers? And what happens during policy evaluations? To answer these and other questions, we will use the phases of the policy cycle to structure the course: the rise and decline of government attention (agenda-setting phase), the creation of policy (the decision-making phase), the problems encountered during the execution of policies (implementation phase), and the assessment of policies (evaluation phase). This course is mandatory for BA, minor, and Pre-master's programme students and is optional (elective course) for exchange students. PRE-MASTER BESTUURSKUNDE Methoden van bestuurskundig onderzoek II Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docent Voorkennis Keuzevak Doelstellingen Cursusbeschrijving Literatuur MAN-BPRA201 6 Bestuurskunde Ba 2 en Schakelprogramma blokken 3 en 4 Schriftelijk tentamen + werkstuk. Beide onderdelen tellen voor 50% mee. Beide onderdelen moeten met een voldoende worden afgerond. Nederlands Smeets, dr. S. dr. S. Smeets Onderzoeks- en Interventiemethodologie A. Nee Kennis, inzicht en vaardigheden in kwalitatieve methoden van onderzoek, in het bijzonder de case-study. Dit betekent het beargumenteerd ontwerpen van een case-study binnen een nonprofit organisaties, het oefenen van vaardigheden op het gebied van interviewen, observeren en inhoudsanalyse van (beleids)documenten, en de methodologische verslaglegging daarvan. In dit vak wordt een verdieping aangebracht in kwalitatieve methoden van onderzoek. Centraal staat de onderzoeksstrategie van de casestudy. De case-study combineert de belangrijkste kwalitatieve methoden van dataverzameling, namelijk het open interview, de (participerende) observatie en het verzamelen van documenten. Deelnemers zullen een case-study onderzoek voorbereiden en gedeeltelijk uitvoeren binnen een non profit organisatie. Doel is dat studenten organisatieproblemen leren onderzoeken, door data te verzamelen, hierop inhoudsanalyse toe te passen en daarvan een methodologisch verslag uit te brengen. Het materiaal dat in deze cursus wordt verzameld, kan ook gebruikt worden voor het schrijven van een advies voor het vak Advisering en Interventie. • George A.L. & Bennett (2004), A. Case Studies and Theory Developmenet in the Social Sciences MIT Press Cambridge. • Bleijenbergh, I (2013, Kwalitatief Onderzoek in organisaties Boom Lemma, Den Haag • Een verzameling van losse (online beschikbare) artikelen. 127 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 Management van het openbaar bestuur Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docent Voorkennis Keuzevak Doelstellingen Cursusbeschrijving 128 MAN-BCU268 6 Bestuurskunde Ba 1 en Schakelprogramma Blok 4 Schriftelijk tentamen + werkstuk Nederlands Thiel, prof. dr. S. van prof. dr. S. van Thiel Geen. Nee Na afloop van dit vak kan een student: • Een omschrijving geven van publiek management en in eigen woorden specifieke kenmerken van het managen van publieke organisaties (vergeleken met private organisaties) benoemen; • De verschillende onderdelen van publiek management benoemen (PIOFACH); • Een groot aantal bedrijfsvoeringtechnieken benoemen en uitleggen in eigen woorden (zoals BSC, TQM, BPR en SWOT); • Verschillende organisatievormen voor publieke organisaties onderscheiden en ontwerpen, inclusief vormen van verzelfstandiging, PPS, privatisering, e.d.; • Uitleggen wat New Public Management inhoudt en wat voor veranderingen dat heeft gehad voor het management van publieke organisaties in de USA en Nederland sinds begin jaren '80; • Verschillende HRM instrumenten benoemen en hierover adviseren aan publieke organisaties; • In eigen woorden uitleggen wat een netwerkanalyse van een beleidsnetwerk inhoudt, en deze ook uitvoeren; • Verschillende theorieën over leiderschap en verandermanagement in publieke organisaties herkennen en in eigen woorden beschrijven; en • Economische theorieën zoals eigendomsrechten-, transactiekosten-, principaal-agent en resource dependency theorie herkennen in eigen woorden uitleggen, en toepassen op vraagstukken rondom publieke organisaties. In deze inleiding over het management van publieke organisaties komen de belangrijkste theorieën, trends en wetenschappelijke inzichten aan bod, aangevuld met voorbeelden uit de actualiteit van het openbaar bestuur. Zo wordt er aandacht besteed aan: verschillende organisatiewijzen of -structuren van publieke organisaties (dichtbij of verder weg van de overheid); personeelsmanagement en verandermanagement; de invloed van de media en de politiek; PRE-MASTER BESTUURSKUNDE Literatuur samenwerking tussen publieke organisaties in ketens, allianties en netwerken; en de toepassing van bedrijfsvoeringstechnieken uit de private sector zoals prestatiemanagement. Rainey, H. (2014, 5e druk). Understanding and managing public organizations. San Francisco, Jossey Bass. Aanvullende artikelen (lijst wordt via Blackboard bekend gemaakt). 129 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 Project: advisering en organisatiegedrag Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docent Voorkennis Keuzevak Doelstellingen Cursusbeschrijving Literatuur 130 MAN-BPRO201 6 Bestuurskunde Ba 2 Blok 4 Werkstuk en schriftelijk tentamen Nederlands Honingh, dr. M.E. dr. M.E. Honingh Nee Aan het einde van deze cursus: • ken je de belangrijkste fasen van een adviesproces; • ken je de verschillende typen adviesaanvragen en de verschillende rollen die een organisatieadviseur kan aannemen; • ken en herken je een aantal patronen en veelvoorkomende problemen in het gedrag van en in organisaties; • ken je de belangrijkste benaderingen van advisering en interventie; • weet je aan welke voorwaarden een adviesrapport moet voldoen; • heb je deze kennis en vaardigheden zelf toegepast op een actueel organisatieprobleem. Vroeg of laat krijgt een bestuurskundige in zijn of haar carrière te maken met advisering. Dit kan zijn omdat er binnen de eigen organisatie een adviesvraag leeft of omdat er een advies van hem of haar verwacht wordt. In dit projectvak waarin advisering centraal staat, gaan we in op de fasen van een adviestraject, adviesvaardigheden, redenen om advies te vragen, rollen van adviseurs, eisen die aan een goed advies gesteld worden en de betekenis van de opdrachtgever-opdrachtnemer relatie in het adviestraject. Omdat sturen en beïnvloeden belangrijke aspecten zijn van advisering, besteden we ook ruim aandacht aan organisatiediagnose en organisatiegedrag. Want voordat het mogelijk is succesvol te interveniëren is het noodzakelijk inzicht te hebben in de eigenaardigheden van een organisatie. • Caluwé, L. de en H. Vermaak (2010). Leren veranderen: Een handboek voor de veranderkundige, Tweede geheel herziene editie. Kluwer, Deventer. • Een aantal artikelen uit actuele bundels en journals (literatuur onder voorbehoud) PRE-MASTER BESTUURSKUNDE Inleiding recht (Bestuurskunde) Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docent Voorkennis Keuzevak Cursusbeschrijving Literatuur MAN-BCU228B 6 Bestuurskunde Ba 1 blokken 3 en 4 Schriftelijk tentamen Nederlands Witpaard, mr. R.J. mr. R.J. Witpaard Geen. Nee Het doel van de cursus is het verwerven van basiskennis ten aanzien van de grondslagen en de structuur van het Nederlandse rechtssysteem. De cursus bestaat uit een aantal colleges met een algemeen karakter. Daarnaast wordt ingegaan op het specifieke karakter van de diverse rechtsgebieden. Uitgangspunt bij de behandeling van de specifieke onderwerpen zal zijn dat het recht als middel door de overheid gebruikt wordt om maatschappelijke processen en ontwikkelingen te sturen. Jaap Hage e.a., Recht, vaardig en zeker. Een inleiding in het recht (vijfde druk, Boom juridische uitgevers, 2010) en Y.M. Visscher, Praktisch Bestuursrecht (derde druk, Noordhoff Uitgevers, 2012). Aanvullend en ondersteunend lesmateriaal wordt eventueel nog via Blackboard bekendgemaakt. 131 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 5 Masteropleiding bestuurskunde Nederlandstalige Master Bestuurskunde Curriculum Eerste semester In het eerste semester van de master-opleiding Bestuurskunde ontwikkelen studenten diepgaand overzicht van theorieën over de bestuurlijke werkelijkheid. Dit wordt gedaan in vier pittige vakken, te weten: • Bestuurskundige onderzoeksbenaderingen • Evaluatie, toezicht & handhaving • New Public Governance • Bestuurlijke ethiek De vakken zijn in blokvorm geroosterd, waardoor je gedurende vier weken zeer intensief met een onderwerp bezig bent. De tentamens en papers volgen direct op de vakken, waardoor de studielast goed over het jaar verspreid is. Dit zorgt voor een goede studeerbaarheid. Het eerste jaar bestaat uit een mengvorm van werkvormen. Studenten lezen en bediscussiëren klassieke werken, maar gaan ook heel concreet aan de slag met actuele cases, bijvoorbeeld over de implementatie van beleid en goed bestuur. In de verschillende vakken wordt stilgestaan bij de praktijk en oriëntatie op de arbeidsmarkt. Tweede semester Na het eerste semester specialiseren de sudenten zich in de richting Organisatie en Management, Beleid en Advies of Besturen van Veiligheid. De specialisatiefase kent drie onderdelen: • Twee specialisatievakken, waarin het onderwerp van de specialisatie wordt verdiept; • Een masterproject. De vorm van dit project is ofwel een stage, een tutorial, ofwel participatie in onderzoek van stafleden. Nijmeegse masterstudenten lopen stage bij uiteenlopende organisaties: zoals politiekorpsen, gemeenten, Rijksoverheid, instellingen van de Europese Unie en adviesbureaus. Voorbeelden van masterprojecten (2010-2011) zijn: Goed Bestuur en Onderwijs, Zorg en Markt en Blame Games, over de reacties van overheidsactoren in crisissituaties. • Een masterthesis waarin je verslag uitbrengt van een eigen onderzoek. Hierbij wordt de student intensief begeleid door een van de stafleden, op het gebied van zijn/haar expertise. Specialisatie Beleid en Advies Inhoud Veel maatschappelijke problemen kunnen alleen opgelost worden door gericht ingrijpen van een overheid. In die aanpak van problemen zijn overheidsdiensten soms succesvol. In andere gevallen mislukt hun beleid; het loopt soms uit op een regelrecht fiasco. Om welk soort probleem het ook gaat - milieuzorg, terrorismebestrijding, economische ontwikkeling en 132 MASTEROPLEIDING BESTUURSKUNDE noem maar op - het is steeds van het grootste belang dat goed nagedacht wordt over de ontwikkeling en de uitvoering van maatregelen. De Specialisatie Beleid & Advies binnen de Master Bestuurskunde richt zich op vragen als: Hoe onderzoek je de effectiviteit van bestaand beleid en hoe de haalbaarheid van nieuwe voorstellen? Welke lessen kunnen we trekken uit eerdere beleidsfiasco's? Op welke manier kunnen belanghebbenden optimaal betrokken worden bij de oplossing van problemen? Welke manier van adviseren is de beste? Onderwijsprogramma In het eerste semester volg je een reeks cursussen die je een solide inzicht in bestuurskundige theorievorming en onderzoek geven op masterniveau: • Bestuurskundige onderzoeksbenaderingen • Evaluatie, toezicht & handhaving • New Public Governance • Bestuurlijke ethiek In het tweede semester volgt de verdieping. Je kunt dan de volgende vakken volgen mits je 12 ECTS aan mastervakken hebt behaald: • Beleid en advies I • Beleid en advies II • Masterproject beleid en advies, waarin je middels een stage, tutorial of deelname aan een onderzoeksproject binnen de vakgroep je eigen specialisatie verder ontwikkelt. De interne projecten worden in het najaar opBlackboard gepubliceerd. • Masterthesis beleid en advies, waarin je verslag uitbrengt over je eigen afstudeeronderzoek. De richtlijnen worden op Blackboard gepubliceerd. Raadpleeg die informatie. Arbeidsmarkt De masterspecialisatie Beleid & Advies leidt je op tot een academische professional die aan de slag kan bij een breed scala aan werkgevers, zoals: • De overheid, bijvoorbeeld Rijk, provincies, gemeenten, Europese Commissie • Organisatie- of beleidsadviesbureaus • Maatschappelijke organisaties, zoals woningcorporaties, vakbonden, cliëntenraden, ziekenhuizen of belangengroepen • Adviesorganen en denktanks, zoals de SER, Algemene Rekenkamer, of wetenschappelijke bureaus van politieke partijen Specialisatie Organisatie en Management Inhoud In de publieke sector (overheid en maatschappelijke organisaties) gaat het om het oplossen van maatschappelijke problemen en het leveren van voorzieningen voor iedereen. Om dit soort taken aan te kunnen werken de organisaties in de publieke sector met hooggekwalificeerde mensen. Het is van het grootste belang dat de samenwerking binnen een organisatie goed verloopt en dat de publieke middelen (belastinggeld!) daarbij zo effectief mogelijk wordt ingezet. Dat vraagt om goed leiderschap, een adequate benutting van de capaciteiten van medewerkers, optimale management van kennis en uitstekende 133 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 communicatie. In de specialisatie Organisatie en Management van de Publieke sector binnen de Master Bestuurskunde gaat het om vragen als: Wat zijn de verschillen tussen organisaties in de publieke sector en bedrijfsleven en wat betekent dat voor het intern management? Welke stijlen van leiderschap zijn effectiever in publieke organisaties? Wat zijn de sterke en zwakke kanten van een marktgerichte aanpak in sectoren als onderwijs en zorg? Welke dilemma's komt men tegen bij de introductie van vraagsturing in de publieke sector? Onderwijsprogramma In het eerste semester volg je een reeks cursussen die je een solide inzicht in bestuurskundige theorievorming en onderzoek geven op masterniveau: • Bestuurskundige onderzoeksbenaderingen • Evaluatie, toezicht & handhaving • New Public Governance • Bestuurlijke ethiek In het tweede semester volgt de verdieping. Je kunt dan de volgende vakken volgen mits je 12 EC aan mastervakken hebt behaald: • Organisatie en management I • Organisatie en Management II • Masterproject organisatie en management, waarin je middels een stage, tutorial of deelname aan een onderzoeksproject binnen de vakgroep je eigen specialisatie verder ontwikkelt. In het najaar worden de interne projecten op Blackboard gepubliceerd. • Masterthesis organisatie en management, waarin je verslag uitbrengt over je eigen afstudeeronderzoek. De richtlijnen worden op blackboard gepubliceerd. Raadpleeg die informatie. Arbeidsmarkt De specialisatie Organisatie en Management bereidt je voor op een managementfunctie in de publieke sector. Als academisch professional kun je aan de slag bij gemeenten, provincies en ministeries, bij maatschappelijke ondernemingen of nonprofit-organisaties zoals scholen en ziekenhuizen. Specialisatie Besturen van Veiligheid Inhoud De angst voor onveiligheid speelt een steeds belangrijkere rol in de samenleving. Voor het openbaar bestuur is het vormgeven en uitvoeren van veiligheidsbeleid daarmee een kerntaak. De organisatie van deze taak staat centraal in deze specialisatie. Behandelde onderwerpen zijn: hoe is het gesteld met de daadwerkelijke fysieke (on)veiligheid in Nederland? Hoe zijn vergunningverlening en toezicht in Nederland georganiseerd? Hoe is de crisisbeheersing georganiseerd, en hoe kunnen we deze organisatie beoordelen? Welke vaardigheden en processen komen kijken bij effectieve crisisbeheersing? Onderwijsprogramma In het eerste semester volg je een reeks cursussen die je een solide inzicht in bestuurskundige theorievorming en onderzoek geven op masterniveau: 134 MASTEROPLEIDING BESTUURSKUNDE • • • • Bestuurskundige onderzoeksbenaderingen Evaluatie, toezicht & handhaving New Public Governance Bestuurlijke ethiek In het tweede semester volgt de verdieping. Je kunt de volgende vakken volgen mits je 12 ECTS aan mastervakken hebt behaald: • Besturen van veiligheid • Masterproject besturen van veiligheid, waarin je middels een stage, tutorial of deelname aan een onderzoeksproject binnen de vakgroep je specialisatie verder ontwikkelt. In het najaar worden de interne projecten op Blackboard gepubliceerd. • Masterthesis besturen van veiligheid, waarin je verslag uitbrengt over je eigen afstudeeronderzoek. De richtlijnen worden op Blackboard gepubliceerd. Raadpleeg die informatie. Arbeidsmarkt De specialisatie Besturen van Veiligheid (12 ECTS) bereidt je voor op een functie op het terrein van veiligheid in de publieke sector. Als academisch professional met specialisatie in veiligheid kun je aan de slag bij gemeenten, provincies en ministeries, bij maatschappelijke ondernemingen, adviesbureaus of organisaties zoals brandweer en politie. International Master's programmes COMPASS Focus Public administration is changing. Transnational institutions such as the UN, the EU, the World Bank and the IMF have grown in importance. Decisions are increasingly made in complex multi-governance systems. Policy problems are not the remit of a single government, but often involve several tiers of government (local, regional, national, transnational) and several types of actors (governments, non-profit organisations, businesses). The public sector appears to be more and more fragmented. This fragmentation of the public sector comes at a time when it faces a particularly difficult set of problems. Economic and financial crises threaten the sustainability of systems and institutions [C1] that were previously taken for granted. Social and demographic changes, such as ageing and shrinking populations, have made existing social policies and public programmes controversial. New technologies have radically changed the risks that we face and how we perceive them. Of course, this has implications for the required training and skills of those who wish to work in the public sector and make a change for the better. The Public Administration degree programmes at Radboud University Nijmegen have been specifically designed to address the issues faced by young professionals in public administration today and to impart the necessary skills. 135 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 What makes the Nijmegen programme distinctive? Comparative focus: The courses address themes of current significance to public administration in Europe and elsewhere, drawing on experiences from different countries and teaching the analytical skills that are at the basis of effective solutions for the public sector. Small-scale, interactive teaching: We believe that a personal approach can only be achieved by limiting the numbers of students and using interactive teaching methods that allow students to actively shape the meetings. Room for individual specialization: For all students, there is room in the programme to choose elective courses as well as the topic of the Master's thesis. This allows them to develop their own profile and strengthen their career prospects. Close links with research: Classes are taught by experts in comparative Public Administration. This ensures a close link between teaching and research. Structure of the Programme The international Master's programmes in Public Administration offered at the Nijmegen School of Management allow students to choose and compile a programme that fits their needs and professional ambitions. • 1-year programme COMPASS. In its shortest version, the programme consists of a single year, for which an MSc will be awarded. • 1.5-year programme COMPASS. Students can optionally add a foreign exchange semester to their programme. Contents of the Programme 1-year programme COMPASS: Comparative Public Administration (available from academic year 2013-2014) Course ECs Semester 1 30 Policy Reform 6 Multi-Level Governance 6 Challenges to the 21th Century Representative 6 Europeanization 6 Advanced Research Methods 6 Semester 2 30 The Politics of Reform 6 Elective or Internship 6 Master's thesis 18 In this programme, students take a semester of mandatory courses, followed by a semester of specialization. 136 MASTEROPLEIDING BESTUURSKUNDE Module 1: Comparative Public Administration (Radboud University Nijmegen) The semester consist of two components: 1. Advanced general courses that refine the analytical skills necessary for an international and comparative orientation (Policy Reform, Advanced Research Methods). 2. Courses that specifically address the issue of the interaction between different levels of administration: international, national and regional. What are the implications when policy risks and issues are dispersed across different levels of administration? What happens when national administrations lose competencies to international bodies? Module 2: Thesis semester Students can choose 12 ECs of electives from all courses offered by the Nijmegen School of Management (www.ru.nl/fm/imo/incoming_students/studying_at_the_nsm/), Radboud University Nijmegen and any other university in the Netherlands. Alternatively, students can take an internship/practical training programme, under the supervision of the university. The thesis is personally supervised by a member of the Faculty. 1.5-year programme COMPASS: Comparative Public Administration (available from academic year 2013-2014) Course ECs Semester 1 30 Policy Reform 6 Multi-Level Governance 6 Challenges to the 21th Century Representative 6 Europeanization 6 Advanced Research Methods 6 Semester 2 30 Electives 30 Semester 3 30 Electives or Internship 12 Master's thesis 18 Module 1: Comparative Public Administration (Radboud University Nijmegen) The semester consist of two components: 1. Advanced general courses that refine the analytical skills necessary for an international and comparative orientation (Policy Reform, Advanced Research Methods). 2. Courses that specifically address the issue of the interaction between different levels of administration: international, national and regional. What are the implications when policy risks and issues are spread across different levels of administration? What happens when national administrations lose competencies to international bodies? Module 2: Exchange semester (partner university) Students can choose from a wide range of partner universities in Europe and elsewhere (www.ru.nl/fm/imo/outgoing_students/where_can_i_go/go-abroad-students/agreements-per- 137 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 field/?PagClsIdt=5485776#PagCls_5485776). Students can compile their own programmes, subject to approval by the Erasmus Coordinator. Module 3: Thesis semester Students can choose 12 ECs of electives from all courses offered by the Nijmegen School of Management, Radboud University Nijmegen and any other university in the Netherlands. Alternatively, students can take an internship/practical training programme, under the supervision of the university. The thesis is personally supervised by a member of the faculty. Practical Information 1-year programme COMPASS: Comparative Public Administration Diploma: COMPASS single degree (MSc from Radboud University Nijmegen) Tuition fee: €1,771 per year (subject to annual indexation). If you have any questions, please contact [email protected]. 1.5-year programme COMPASS: Comparative Public Administration Diploma: COMPASS single degree (MSc from Radboud University Nijmegen). Courses taken at a university abroad will be listed on the diploma. Tuition fee: €1,771 per year (subject to annual indexation). If you have any questions, please contact [email protected]. Admission requirements Entrants must have a previous education that includes an academic Bachelor´s degree (BA or BSc) in Public Administration. Applicants with a Bachelor´s degree in Public Administration from one of the IMPACT universities (Radboud University Nijmegen, Corvinus University Budapest, University of Ljubljana) will be admitted automatically to the programmes. Entrants from other universities and/or with a background in another social science (e.g. Sociology, Political Science, Economics) can request admittance from the Examining Board. To ensure that students have sufficient knowledge of Public Administration or methodology upon admission, the Examining Board may decide that they should first complete additional components from the Bachelor's programme: extra courses, a minor or a one-year preMaster's programme. Entrants to all programmes must have good proficiency in English because this will be the sole language of instruction and examination. Application deadlines and procedure The procedure differs, depending on your background and the programme. COMPASS • Students from outside the European Union must submit in their application by 1 February of the calendar year in which they wish to participate in the programme. • Students from within the European Union, but outside the Netherlands, must submit in their application by 1 May. • Students with a Bachelor's degree in Public Administration or Political Science from Radboud University Nijmegen or another university in the Netherlands are admitted 138 MASTEROPLEIDING BESTUURSKUNDE automatically and are not required to submit an application. They can register directly through Studielink. • Students from the Netherlands with a different previous education must submit their application by 1 August at the latest. Al applicants are required to submit digital copies of their lists of marks and diplomas to [email protected]. In individual cases, we may request additional information, such as personal references. Cursusbeschrijvingen van de masteropleiding / course descriptions Bestuurlijke ethiek Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docenten Voorkennis Keuzevak Doelstellingen Cursusbeschrijving Literatuur MAN-MBK029 6 UCM-DO, Bestuurskunde Ma 1 Blok 2 Schriftelijk tentamen + werkstuk. Nederlands Tholen, dr. J.H.M.M. dr. J.H.M.M. Tholen, dr. M.J. Becker Toelating tot Masteropleiding Bestuurskunde. Nee Zie Cursusbeschrijving In deze cursus raakt de student vertrouwd met de centrale vragen en de theorievorming op het gebied van de bestuurlijke ethiek. Het gaat daarbij om de centrale tradities in de wijsgerige ethiek (utilisme, deontologie en deugdethiek) en hun toepassingen op de terreinen van beleid, bestuur en organisatie. Na deze cursus is de student zelf in staat een ethische analyse te beoordelen of zelf uit te voeren omtrent belangrijke aspecten van beleid, bestuur of organisatie van het openbaar bestuur. Nader bekend te maken 139 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 Evaluatie, toezicht & handhaving Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docenten Voorkennis Keuzevak Doelstellingen Cursusbeschrijving Literatuur 140 MAN-MBK038 6 Bestuurskunde Ma 1 Blok 1 Schriftelijk tentamen + werkstuk. Nederlands Mastenbroek, dr. E. dr. E. Mastenbroek, dr. J.A.M. de Kruijf Erkende toegang tot de masteropleiding bestuurskunde. Nee Na deze cursus kun je zelf een eenvoudige proces- en productevaluatie van beleidsinterventies uitvoeren. Daartoe heb je kennis van de structuur van beleid,de verschillende soorten evaluatie-onderzoek opgedaan, die je verbindt met inzichten in de laatste fasen van het beleidsproces (naleving, toezicht, handhaving en werking van beleid). Hiernaast kun je een oordeel vormen van de kwaliteit van concrete beleidsevaluaties. Dit vak gaat in op het verschil tussen beleid op papier en beleid in de praktijk. De vraag staat centraal met welk doel, door wie en hoe beleid wordt geëvalueerd en wat daarbij de belangrijkste criteria zijn. In dit vak wordt deze vraag beantwoord voor de laatste fasen van het beleidsproces: naleving, handhaving, toezicht en werking van beleid. Studenten leren om op basis van theoretische kennis over deze fasen evaluaties vorm te geven. Vervolgens oefenen zij met het evalueren van deze fasen van het beleidsproces aan de hand van concrete technieken. Swanborn, P.G. (2007), Evalueren. Het ontwerpen, begeleiden en evalueren van interventies: een methodische basis voor evaluatieonderzoek [Tweede druk]. Amsterdam: Boom Onderwijs. Overige literatuur (artikelen en rapporten) wordt voor aanvang van het vak bekend gemaakt. MASTEROPLEIDING BESTUURSKUNDE New Public Governance Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docenten Voorkennis Keuzevak Doelstellingen Cursusbeschrijving MAN-MBK024A 6 Bestuurskunde Ma 1 Blok 1 Schriftelijk tentamen + werkstuk Nederlands Brandsen, prof. dr. T. prof. dr. T. Brandsen, dr. M.E. Honingh Erkende toegang tot de masteropleiding bestuurskunde. Nee Aan het einde van deze cursus kunnen studenten: • Op basis van in de colleges aangereikte theorievorming reflecteren op de uitwerking van beleid in de praktijk van publiek management. • Factoren opsommen die op verschillende niveaus van belang zijn voor succesvol publiek management. • Onderscheid kunnen maken tussen nieuwe en oude vormen van en zienswijzen op publiek management. • Op basis van eerdere studies naar de uitwerking en gevolgen van beleids- en organisatie-interventies kritisch reflecteren op actuele organisatievraagstukken. • De opgedane inzichten en vaardigheden in een individueel te maken werkstuk toepassen op een actueel vraagstuk. In de bachelor bestuurskunde is aandacht besteed aan klassieke theorieën en vraagstukken in de bestudering van publiek management. In de master constateren we, dat er reden is om deze traditionele zienswijzen kritisch te benaderen. De traditionele invulling van publiek management én de rol van bestuurskundige kennis staan onder druk van nieuwe inzichten en ontwikkelingen. Na een periode, waarin een planmatig perspectief op de samenleving werd verondersteld, met de overheid als sturende partij, wordt in de theorievorming steeds meer nadruk gelegd op het plurale karakter van de publieke sector. Niet alleen overheden, maar ook marktpartijen, non-profit organisaties en gemeenschappen spelen een rol in de oplossing van maatschappelijk problemen. Publiek management richt zich daarmee niet meer exclusief op de interne organisatie van de overheid, maar ook op netwerkrelaties met andere partijen. Dit wordt verwoord in de term 'New Public Governance'. Door die ontwikkeling is het belangrijk nog eens te kijken naar de centrale concepten in de bestudering van publiek management. Wat betekenen begrippen als 'organisatie', 'management', 'professional' en 'participatie' in deze context? Twee soorten vragen komen daarbij 141 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 Literatuur 142 naar voren: a. Wat is de sociale identiteit van de verschillende actoren in New Public Governance? De rollen en mogelijkheden van managers, professionals en burgers worden niet alleen gevormd door hun formele taken, maar ook door de veranderende positie van publieke organisaties en maatschappelijke ontwikkelingen. Publiek management kan niet los van deze bredere context worden bestudeerd. b. Vanuit welk cognitief en normatief perspectief kijken we? Accepteren we dat de publieke sector pluraal is en dat overheden daarin geen centrale en eenduidige rol hebben, dan moeten we ook een pluraliteit aan perspectieven erkennen en niet één dominant perspectief opleggen. Het boek van Scott laat zien, hoe rampzalig de ontkenning van deze pluraliteit op macro-niveau kan uitwerken. Dezelfde soort processen spelen ook op het niveau van organisatie en management. Wetenschappers en adviseurs (waaronder bestuurskundigen) gaan daarbij niet vrijuit: ook zij lopen het risico, een eenzijdig perspectief uit te dragen. Om deze vraagstukken goed uit te lichten wordt de praktijk van publiek management theoretisch benaderd vanuit twee metaperspectieven: 1. Een relationeel perspectief. Hierin wordt gekeken naar de relaties tussen verschillende typen actoren in de praktijk van publiek management: overheid - management, management professionals, professionals - burgers. In de colleges en literatuur wordt aandacht besteed aan de theorievorming rond deze deelthema's. 2. Een sectoraal perspectief. Dit richt de aandacht op de onderlinge verwevenheid en complexiteit van de relaties tussen overheid, management, professionals en burgers. Daarbij wordt specifiek gekeken naar de sectoren onderwijs en wonen, twee van de sectoren die centraal staan in het Nijmeegse bestuurskundig onderzoek. In de werkgroepbijeenkomsten zullen de studenten in groepen werken aan enkele casus om de in de colleges besproken theorieën, analyseniveaus en benaderingen, toe te passen en nader te verkennen. Wordt vooraf bekend gemaakt. MASTEROPLEIDING BESTUURSKUNDE Bestuurskundige onderzoeksbenaderingen Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docenten Voorkennis Keuzevak Doelstellingen Cursusbeschrijving Literatuur MAN-MBK020 6 Bestuurskunde Ma 1 blokken 1 en 2 Schriftelijk tentamen en werkstuk Nederlands Tholen, dr. J.H.M.M. dr. J.H.M.M. Tholen, prof. dr. S. van Thiel Toegelaten zijn tot de Masteropleiding Bestuurskunde Nee • kennis van centrale wetenschapsfilosofische posities omtrent zekere kennis, wetenschappelijke vooruitgang en normativiteit in wetenschap en vaardigheid om daarin zelf beredeneerd een positie in te nemen • kennis van verschillende opvattingen omtrent de taak van de bestuurskunde en de vaardigheid om daarin zelf een beredeneerde positie in te nemen • kennis van de verschillende onderzoeksbenaderingen binnen de bestuurskunde en de vaardigheid om zelf onderzoeksontwerpen in lijn met die verschillende benaderingen te ontwikkelen of bestaande onderzoeken kritisch te beoordelen. In deze cursus gaat het om de vraag: wat betekent het precies om bestuurskundig onderzoek te verrichten? Achter deze vraag liggen kwesties als: Welke soorten kennis van bestuur zijn er mogelijk? Verschilt wetenschappelijke kennis van andere kennis over bestuur, en zo ja hoe dan? Welke eisen van wetenschappelijkheid zijn er en wat is de grond van deze eisen? Welke rol kan en behoort een bestuurskundige eigenlijk in te nemen in bestuur en beleid? Is wetenschappelijke onafhankelijkheid of neutraliteit mogelijk en nodig of is juist een bepaald engagement gepast? Je krijgt in deze cursus een overzicht van de verschillende onderzoeksbenaderingen binnen de bestuurskunde, je leert die benaderingen zelf toepassen, maar je leert ook welk kennisideaal aan deze benaderingen ten grondslag ligt. Het gaat in deze cursus om kennisverwerving rond deze onderwerpen, maar ook om het leren deze zelfstandig te gebruiken voor de ontwikkeling van eigen onderzoek of de kritische beoordeling van onderzoek van anderen. Nader bekend te maken 143 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 Beleidsonderzoek & advies I Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docent Voorkennis Keuzevak Doelstellingen MAN-MBK036A 6 Bestuurskunde Ma 1 Blok 3 Schriftelijk tentamen + werkstuk Nederlands Resodihardjo, dr. S.L. dr. S.L. Resodihardjo Toegelaten tot de Masteropleiding Bestuurskunde. Nee Na het volgen van dit vak, zullen studenten • Een nog beter zicht hebben op het beleidsproces; • Bekend zijn met state of the art literatuur op dit gebied; • Vaardiger zijn in het begrijpen hoe de weerbarstige realiteit van beleidsprocessen in elkaar steekt; • In staat zijn om de nieuwe inzichten toe te passen om een wetenschappelijk gefundeerd advies te kunnen schrijven. Cursusbeschrijving Het ontwikkelen, besluiten over, en implementeren van beleid is een complexe zaak. In het onderwijs in de Bachelor en Master Bestuurskunde zijn al veel cursussen geweest waarin dit soort processen aan de orde kwamen. Te beginnen bij het Beleidsproject en eindigend met de cursus Implementatie en Evaluatie. In de Masterspecialisatie "Beleid en Advies" wordt de kennis verder uitgebreid. Studenten verdiepen hun theoretische kennis en doen praktische kennis op op het gebied van beleidsanalyse en advisering. Dit wordt bereikt door studenten niet alleen state of the art literatuur te laten lezen, maar ook door studenten deze literatuur tijdens de bijeenkomsten toe te laten passen op verschillende cases. Deze link met de realiteit (die ervoor zorgt dat studenten hun analytisch vermogen kunnen verbeteren) komt nog sterker naar voren in hun paper waarin zij, op basis van de opgedane theoretische en empirische inzichten, een advies dienen te schrijven. Tijdens B&AI wordt gefocust op de rol die probleemdefinities spelen binnen het vormen van beleid. Actoren kunnen problemen anders definiëren. Door gebruik te maken van verschillende tactieken, proberen deze actoren binnen het debat steun te verwerven voor hun probleemdefinitie. Immers, de probleem definitie die wint bepaalt niet alleen wat het probleem is en wat de oorzaken daarvan zijn, maar ook wat de oplossing is die bij dat probleem hoort. Tijdens het vak zal ingegaan worden op onder meer wat een probleem definitie is, welke tactieken er gebruikt kunnen worden en welke rol de media in dit alles speelt. Literatuur Er worden hoofdstukken uit boeken en artikelen gebruikt die studenten zelf kunnen opzoeken en kopiëren danwel printen. Een overzicht van de literatuur zal t.z.t. op Blackboard verschijnen. 144 MASTEROPLEIDING BESTUURSKUNDE Beleidsonderzoek & advies II Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Specialisatie Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docent Voorkennis Keuzevak Doelstellingen Cursusbeschrijving Literatuur MAN-MBK036B 6 Bestuurskunde Ma 1 blokken 3 en 4 Beleid en Advies Schriftelijk tentamen en werkstuk Nederlands Zwaan, dr. P.J. dr. P.J. Zwaan Toelating tot de Master Bestuurskunde, of (onder voorwaarden) toelating tot de Master Planologie, Milieumaatschappijwetenschappen of Human Geography. Ja Na het volgen van dit vak zullen studenten in staat zullen zijn om: • de "state of art" literatuur over de relatie tussen beleid, wetenschap en burgers te reproduceren en te contrasteren; • deze literatuur toe te passen op concrete casuïstiek, specifiek op complexe beleidsprocessen in het ruimtelijk domein; • de mogelijke spanningen die er bestaan tussen de toenemende invloed van burgers in het beleidsproces enerzijds, en de traditionele ideeën over (wetenschappelijke) kennis in beleid en representatieve democratie anderzijds te beschrijven, verklaren en/of herkennen; en op basis hiervan • een proces-architectuur voor een beleidsproces te ontwerpen en hierover te adviseren. Het ontwikkelen, besluiten over, en implementeren van beleid is een complexe zaak. In het onderwijs in de Bachelor en Master Bestuurskunde zijn al veel cursussen geweest waarin dit soort processen aan de orde kwamen. Te beginnen bij het Beleidsproject en eindigend met de cursus Implementatie en Evaluatie. In de Masterspecialisatie "Beleid en Advies" wordt de kennis verder uitgebreid. Studenten verdiepen hun theoretische kennis en doen praktische kennis op op het gebied van beleidsanalyse en advisering. In de Cursus "Beleidsonderzoek en Advies II" gaan we in op de toenemende betrokkenheid van burgers en andere partijen in het beleidsproces. Hoe hun inbreng en kennis zich verhoudt tot traditionele ideeën over de rol van (wetenschappelijke) kennis in beleid en de representatieve democratie, en de wijze waarop hiermee kan worden omgegaan staat centraal. Er worden verschillende boekhoofdstukken en artikelen gebruikt. Een overzicht van de literatuur zaal tzt op Blackboard verschijnen. 145 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 Masterproject beleid & advies Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docenten Voorkennis Keuzevak Doelstellingen Cursusbeschrijving Literatuur 146 MAN-MBK037 6 Bestuurskunde Ma 1 Blok 3 Werkstuk Nederlands Resodihardjo, dr. S.L. dr. S.L. Resodihardjo, dr. C.J. Lako Toelating tot de MA-opleiding Bestuurskunde. Studenten dienen tevens minimaal 12 EC aan mastervakken te hebben gehaald om deel te kunnen nemen aan het project en de thesis. Nee In het Masterproject kunnen studenten op uiteenlopende manieren hun zelfgekozen specialisme verder ontwikkelen. Voor alle invullingen van het Masterproject geldt dat het ten doel heeft voor te bereiden op de Masterthesis. In het Masterproject kunnen studenten op uiteenlopende manieren hun zelfgekozen specialisme verder ontwikkelen. De volgende invullingen zijn denkbaar: • een externe stage. Van studenten verwachten we dat ze minstens eenmaal in hun opleiding een relevante stage hebben gedaan. Dat kan in het derde jaar van de bacheloropleiding, maar ook tijdens het masteropleiding. Twee externe stages (dus zowel een in de BA als een in de MA) kan natuurlijk ook. • onderzoeksparticipatie. De Bestuurskunde docenten zullen aan het begin van het jaar aangeven in welk onderzoek dat ze dat jaar zelf verrichten studenten kunnen participeren. De manieren van participatie kunnen verschillen. Het kan om dataverzameling gaan, om dataverwerking of bijvoorbeeld een voorbereidende literatuurstudie. Dit alles in overleg met en onder (bege)leiding van de betreffende docent. In overleg met de begeleidend docent MASTEROPLEIDING BESTUURSKUNDE Masterthesis beleid & advies Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docenten Voorkennis Keuzevak Doelstellingen Cursusbeschrijving Literatuur MAN-MTHBKBA 18 Bestuurskunde Ma 1 blokken 3 en 4 Werkstuk. Nederlands Resodihardjo, dr. S.L. dr. S.L. Resodihardjo, dr. C.J. Lako Toelating tot de masteropleiding bestuurskunde. Studenten dienen tevens minimaal 12 EC aan mastervakken te hebben gehaald om deel te kunnen nemen aan het project en de thesis. Nee Het laatste onderdeel van het MA-curriculum is het uitvoeren van een meestersproef. De MA-scriptie heeft het karakter van een wetenschappelijke, op empirisch onderzoek en/of literatuurstudie gebaseerde verhandeling. De voornaamste doelstelling van de scriptie is dat de student blijk geeft van haar of zijn vaardigheid in • het formuleren en oplossen van een bestuurs en/of beleidswetenschappelijk probleem • het rapporteren over de gevolgde werkwijze, resultaten en conclusies. De scriptie wordt gebruikt ter beoordeling van de wijze waarop de student de tijdens de studie verworven kennis, inzichten en vaardigheden weet te benutten. Scripties kunnen gebaseerd zijn op onderzoek van uiteenlopend karakter waarbij in algemene zin onderscheid kan worden gemaakt tussen beschrijvend, verklarend, toetsend of evaluatief onderzoek, verbonden met voor dat type onderzoek specifieke methodischtechnische vereisten. In het algemeen is een onderzoek van het beschrijvende type, wanneer de onderzoeker zich ten doel stelt uitspraken te doen over de mate waarin een verschijnsel voorkomt, over zijn geografische en sociale variatie en over de typische vormen, die het aanneemt. Streeft de onderzoeker naar het opsporen van de waarschijnlijke oorzaken van een verschijnsel, dan impliceert die doelstelling een verklarend onderzoekstype. Heeft hij een scherp omschreven veronderstelling omtrent de mate, waarin een bepaalde factor het verschijnsel teweegbrengt of omtrent de mate, waarin het een bepaald gevolg heeft, dan vloeit uit de doelstelling een toetsend onderzoek voort (naar E. Vercruijsse, Het ontwerpen van een sociologisch onderzoek, 1966.) Bij evaluatief onderzoek stelt de onderzoeker zich ten doel bepaald handelen te beoordelen op basis van een beargumenteerd beoordelingskader. Zie verder de masterthesisvereisten zoals gepubliceerd op Blackboard. In overleg met begeleider 147 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 Organisatie & management I Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docenten Voorkennis Keuzevak Doelstellingen Cursusbeschrijving 148 MAN-MBK034A 6 Bestuurskunde Ma 1 Blok 3 Werkstuk (50%) en tentamen (50%). Beide onderdelen dienen te worden afgesloten met minimaal een 5,5 om de cursus succesvol te kunnen afronden. Nederlands Kruyen, dr. P.M. dr. P.M. Kruyen, R.B. Bouwman Erkende toegang tot de master. Nee Na afloop van deze cursus ben je in staat een praktisch en wetenschappelijk gefundeerd advies te geven over de aanpak van uitdagende arbeids- en organisatievraagstukken in de complexe, dynamische wereld van het openbaar bestuur. In het bijzonder kun je na afloop van de cursus • Effecten van maatschappelijke ontwikkelingen op (gewenst) ambtelijke gedrag benoemen en voorspellen; • Een eigen visie op arbeids- en organisatievraagstukken in het openbaar bestuur onder woorden brengen; • Inzicht in moderne organisatiemodellen, HRM-instrumenten en managementstijlen; en hun impact op houding, gedrag, en prestaties van ambtenaren begrijpen, bekritiseren, en toepassen; • Surveyonderzoek op het terrein van arbeids- en organisatievraagstukken begrijpen, bekritiseren, en toepassen; • Een wetenschappelijk-gefundeerd advies op overtuigende wijze presenteren aan een vriendelijk en vijandig publiek. Hoe kunnen ambtenaren het beste worden gemanaged? Dagelijks worden overheidsmanagers geconfronteerd met complexe arbeids- en organisatievraagstukken (a&o-vraagstukken). Hoe de werkomgeving zo in te richten dat werknemers gemotiveerd blijven? Wat zijn de voor- en nadelen van het stimuleren van meer diversiteit? Hoe om te gaan met gepeste collega's? Hoe wervings- en selectieprocedures zo in te richten dat de meest geschikte personeelsleden worden binnengehaald? En in hoeverre leiden allerlei HRM-instrumenten inderdaad tot betere prestaties? Waar overheidsmanagers in het verleden a&o-kwesties nog konden negeren of doorschuiven naar de personeelsadministratie, wordt tegenwoordig van overheidsmanagers verwacht dat zij integraal aandacht hebben voor deze vraagstukken. Een manager die in staat is om a&o-kwesties succesvol aan te pakken slaagt erin haar organisatie MASTEROPLEIDING BESTUURSKUNDE Literatuur overeind te houden ten tijde van interne (overheid) en externe (maatschappelijke) veranderingen, zoals bezuinigingen, veranderingen in taakstellingen, technologische ontwikkelingen, arbeidsmarktfluctuaties, en de groeiende rol van mondige burgers. Om zinnige uitspraken te kunnen doen over ambtelijke management is het echter noodzakelijk om eerst expliciet te maken welk gedrag wij eigenlijk van ambtenaren verwachten. Is de ideale ambtenaar vooral een volgzame beleidsuitvoerder of zien wij liever een ambtenaar die als zelfstandig entrepreneur aan de slag gaat? Het is niet alleen belangrijk dat je in staat bent om te analyseren hoe verschillende interne en externe ontwikkelingen ons ideaalbeeld van ambtenaren en hun dagelijkse praktijk beïnvloeden, maar ook dat je een eigen onderbouwde visie ontwikkelt. In deze cursus ga je aan de slag met een concreet a&o-vraagstuk uit de praktijk van het openbaar bestuur. Gebruikmakend van state-ofthe-art managementliteratuur, kwantitatieve surveydata, en ondersteund door je medestudenten, docenten, en practitioners is het aan jou om tot een praktisch en gefundeerd advies te komen. Een actieve en kritische houding tijdens de hoorcolleges, werkgroepen, en practica is vereist. De cursus wordt afgesloten met een tentamen en een (gesimuleerde) heisessie waar alle ideeën worden gepitched. • Steijn, B., & Groeneveld, S. (red) (2013). Strategische HRM in de publieke sector. Assen: Koninklijke Van Gorcum (2e herziene editie). • Digitale reader via Blackboard met state-of-the-art literature op het gebied van arbeids- en organisatiepsychologie en strategische HRM (in de publieke sector). 149 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 Organisatie & management II Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docenten Voorkennis Keuzevak Doelstellingen Cursusbeschrijving 150 MAN-MBK034B 6 Bestuurskunde Ma 1 Blok 4 Schriftelijk tentamen + werkstuk. Nederlands Genugten, dr. M.L. van dr. M.L. van Genugten, dr. C.J. Lako, drs. J.H. de Baas Erkende toegang tot de master Nee Aan het einde van deze cursus: • hebben studenten kennis van theorieën over en perspectieven op de verschuivingen van government naar governance en de implicaties hiervan voor organisaties en voor de verhouding tussen organisaties op drie deelterreinen, te weten zorg, netwerken en lokale publieke taken; • kunnen studenten aan de hand van deze theorieën en perspectieven actuele verschuivingen en de implicaties hiervan kritisch analyseren en hierop reflecteren; • kunnen studenten deze kennis toepassen in een onderzoeksofferte die zij moeten schrijven in het kader van een fictief offerteverzoek. Organisatie & Management II is de tweede specialisatiecursus binnen de masterspecialisatie Organisatie & Management. In deze cursus staat de vraag centraal wat de implicaties zijn van recente verschuivingen voor de onderlinge verhouding tussen organisaties die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van publieke taken. We richten ons met name op de verschuivingen naar meer marktwerking, vraagsturing, privatisering, verzelfstandiging en publiek-publieke en publiek-private samenwerking. We spreken in dit verband ook wel over verschuivingen van government naar governance. Deze verschuivingen hebben implicaties voor de organisaties en de interactie en verhouding tussen die organisaties. Hoe worden bijvoorbeeld publieke belangen gewaarborgd in sectoren die steeds verder institutioneel gefragmenteerd raken? Hoe verandert de verhouding tussen organisaties en hoe veranderen de rollen opdrachtnemer/opdrachtgever - van deze organisaties als gevolg van een toenemend belang van contractmanagement en markttoezicht? Hoe kan effectief worden samengewerkt? En tot slot, wat betekenen de toenemende schaalvergroting en specialisatie waarmee deze verschuivingen vaak gepaard gaan? MASTEROPLEIDING BESTUURSKUNDE Masterproject organisatie & management Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docenten Voorkennis Keuzevak Doelstellingen Cursusbeschrijving Literatuur MAN-MBK035 6 Bestuurskunde Ma 1 Blok 3 Werkstuk Nederlands Lako, dr. C.J. dr. C.J. Lako, dr. M.L. van Genugten Toelating tot de Ma-opleiding Bestuurskunde. Nee In het Masterproject kunnen studenten op uiteenlopende manieren hun zelfgekozen specialisme verder ontwikkelen. Voor alle invullingen van het Masterproject geldt dat het ten doel heeft voor te bereiden op de Masterthesis. In het Masterproject kunnen studenten op uiteenlopende manieren hun zelfgekozen specialisme verder ontwikkelen. De volgende invullingen zijn denkbaar: • een externe stage. Van studenten verwachten we dat ze minstens eenmaal in hun opleiding een relevante stage hebben gedaan. Dat kan in het derde jaar van de bacheloropleiding, maar ook tijdens het masteropleiding. Twee externe stages (dus zowel een in het Ba als een in het Ma) kan natuurlijk ook. • onderzoeksparticipatie. De bestuurskundedocenten zullen aan het begin van het jaar aangeven in welk onderzoek dat ze dat jaar zelf verrichten studenten kunnen participeren. De manieren van participatie kunnen verschillen. Het kan om dataverzameling gaan, om dataverwerking of bijvoorbeeld een voorbereidende literatuurstudie. Dit alles in overleg met en onder (bege)leiding van de betreffende docent. In overleg met de begeleidend docent 151 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 Masterthesis organisatie & management Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docenten Voorkennis Keuzevak Doelstellingen Cursusbeschrijving Literatuur 152 MAN-MTHBKOM 18 Bestuurskunde Ma 1 blokken 3 en 4 Werkstuk. Nederlands Lako, dr. C.J. dr. C.J. Lako, dr. M.L. van Genugten Toelating tot de masteropleiding bestuurskunde. Nee Het laatste onderdeel van het MA-curriculum is het uitvoeren van een meestersproef. Die MA-scriptie heeft het karakter van een wetenschappelijke, op empirisch onderzoek en/of literatuurstudie gebaseerde verhandeling. De voornaamste doelstelling van de scriptie is dat de student blijk geeft van haar of zijn vaardigheid in • het formuleren en oplossen van een organisatievraagstuk of managementprobleem • het rapporteren over de gevolgde werkwijze, resultaten en conclusies. De scriptie wordt gebruikt ter beoordeling van de wijze waarop de student de tijdens de studie verworven kennis, inzichten en vaardigheden weet te benutten. Scripties kunnen gebaseerd zijn op onderzoek van uiteenlopend karakter waarbij in algemene zin onderscheid kan worden gemaakt tussen beschrijvend, verklarend, toetsend of evaluatief onderzoek, verbonden met voor dat type onderzoek specifieke methodischtechnische vereisten. In het algemeen is een onderzoek van het beschrijvende type, wanneer de onderzoeker zich ten doel stelt uitspraken te doen over de mate waarin een verschijnsel voorkomt, over zijn geografische en sociale variatie en over de typische vormen, die het aanneemt. Streeft de onderzoeker naar het opsporen van de waarschijnlijke oorzaken van een verschijnsel, dan impliceert die doelstelling een verklarend onderzoekstype. Heeft hij een scherp omschreven veronderstelling omtrent de mate, waarin een bepaalde factor het verschijnsel teweegbrengt of omtrent de mate, waarin het een bepaald gevolg heeft, dan vloeit uit de doelstelling een toetsend onderzoek voort. (naar E. Vercruijsse, Het ontwerpen van een / sociologisch onderzoek, 1966.) Bij evaluatief onderzoek stelt de onderzoeker zich ten doel bepaald handelen te beoordelen op basis van een beargumenteerd beoordelingskader. Zie verder de masterthesisvereisten zoals gepubliceerd op blackboard. In overleg met begeleider MASTEROPLEIDING BESTUURSKUNDE Besturen van veiligheid I Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docent Voorkennis Keuzevak Doelstellingen Cursusbeschrijving Literatuur MAN-MBK046A 6 Bestuurskunde Ma 1 Blok 3 Schriftelijk tentamen + Werkstuk Nederlands Helsloot, prof. dr. I. prof. dr. I. Helsloot Toelating tot de masteropleiding Bestuurskunde. Nee De cursus heeft als doelstelling dat studenten - kunnen uitleggen hoe Nederlandse burgers (on)veiligheid ervaren en wat zij van het openbaar bestuur verwachten - kunnen uitrekenen vanuit een utilitair perspectief wat redelijk veiligheidsbeleid is in een concrete casus - het openbaar bestuur kunnen adviseren wat burgers als begrijpelijk veiligheidsbeleid zullen ervaren - kunnen benoemen welke onderliggende mechanismen de ontwikkeling van het veiligheidsbeleid bepalen en die in concrete casus kunnen vinden De masterspecialisatie biedt kennis over het `besturen van veiligheid' rondom de volgende onderwerpen: • Aard, omvang en perceptie van fysieke onveiligheid. • Veiligheidsbeleid in Nederland: advies-besluitvormingimplementatie In de masterspecialisatie wordt de wetenschappelijke kennis op het terrein van besturen van veiligheid zowel in de breedte als - op onderdelen - in de diepte behandeld. Het eerste thema richt zich op het veiligheidsbegrip in zowel objectieve als subjectieve zin. Naast deze theoretische exercitie wordt ingegaan op de daadwerkelijke toeof afname van met name het fysieke veiligheidsprobleem in Nederland. Het tweede thema handelt over de wijze waarop vergunningverlening en toezicht in Nederland is georganiseerd, maar ook de wijze waarop veiligheidsbeleid in Nederland bestuurskundig gezien vorm krijgt in de interactie tussen bestuurders, adviseurs, media en burgers. In de masterspecialisatie zal een bijzondere werkvorm gebruikt worden, namelijk een groepsopdracht waarbij middels een face-toface publieksenquête een aspect van de 'narrige burger' zal worden onderzocht. Op een der collegedagen zal daartoe de gehele groep naar een nog nader te bepalen locatie gaan. De exacte omschrijving van de opdrachten zal voor aanvang van de cursus op Blackboard staan. Een overzicht van de verplichte en facultatieve literatuur zal ruim 153 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 voor het college beschikbaar zijn. Tenminste zal van de volgende boeken gebruik worden gemaakt: - I. Helsloot & J. van Tol, Nieuwe perspectieven op het omgaan met risico's en verantwoordelijkheden, Ministerie van BZK, 2012 - I. Helsloot & R. Pieterkamp & J. Hanekamp, Risico's en redelijkheid, Boom Uitgevers, 2011 154 MASTEROPLEIDING BESTUURSKUNDE Besturen van veiligheid II Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docent Voorkennis Keuzevak Doelstellingen Cursusbeschrijving Literatuur MAN-MBK046B 6 Bestuurskunde Ma 1 Blok 4 Schriftelijk tentamen en werkstuk Nederlands Helsloot, prof. dr. I. prof. dr. I. Helsloot toegang tot de masterspecialisatie Nee De cursus heeft als doelstelling dat studenten • kunnen uitleggen wat de grootste gemene deler is die zichtbaar is in de bestrijding van crises in de praktijk • kunnen uitleggen wat de betekenis is van het geheel aan theorieën dat bekend staat als 'naturalistic decision making' • kunnen uitleggen welke procesaspecten van invloed zijn op de perceptie (en daarmee de feitelijkheid) van crisisbeheersing • het openbaar bestuur kunnen adviseren in crisissituaties hoe te handelen In de cursus staat het volgende onderwerp centraal: Crisisbeheersing in Nederland: preparatie-respons-herstel Startend vanuit de klassieke rampenbestrijding zal de huidige ontwikkeling naar (nationale) crisisbeheersing worden besproken. Crisisbeheersing wordt vanuit twee invalshoeken benaderd, namelijk vaardigheid en proces. Bij de invalshoek vaardigheid staat het geheel aan theorieën centraal dat bekend staat als 'naturalistic decision making'. Bij de procesmatige invalshoek komen bestuurskundige elementen aan de orde als de crisis-na-de-crises en vormen van crisissymboliek. Onderdeel is ook crisissimulatie. Een overzicht van de verplichte en facultatieve literatuur zal ruim voor het college beschikbaar zijn op Blackboard. Tenminste zal gebruik worden gemaakt van: - A. Boin, P. 't Hart, E. Stern & B. Sundelius, The Politics of Crisis Management, Cambridge University Press, 2005. 155 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 Masterproject besturen van veiligheid Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docent Voorkennis Keuzevak Doelstellingen Cursusbeschrijving Literatuur 156 MAN-MBK047 6 Bestuurskunde Ma 1 Blok 3 werkstuk Nederlands Helsloot, prof. dr. I. prof. dr. I. Helsloot Toelating tot de masteropleiding Bestuurskunde. Nee In het Masterproject kunnen studenten op uiteenlopende manieren hun zelfgekozen specialisme verder ontwikkelen. Voor alle invullingen van het Masterproject geldt dat het project ten doel heeft voor te bereiden op de Masterthesis. In het Masterproject kunnen studenten op uiteenlopende manieren hun zelfgekozen specialisme verder ontwikkelen. De volgende invullingen zijn denkbaar: • een externe stage. Van studenten verwachten we dat ze minstens eenmaal in hun opleiding een relevante stage hebben gedaan. Dat kan in het derde jaar van de bacheloropleiding, maar ook tijdens het masteropleiding. Twee externe stages (dus zowel een in het Ba als een in het Ma) kan natuurlijk ook. • onderzoeksparticipatie. De bestuurskunde-docenten zullen aan het begin van het jaar aangeven in welk onderzoek dat ze dat jaar zelf verrichten studenten kunnen participeren. De manieren van participatie kunnen verschillen. Het kan om dataverzameling gaan, om dataverwerking of bijvoorbeeld om een voorbereidende literatuurstudie. Dit alles in overleg met en onder (bege)leiding van de betreffende docent. In overleg met de begeleidend docent. MASTEROPLEIDING BESTUURSKUNDE Masterthesis besturen van veiligheid Cursuscode EC Opleidingen Jaar Periode Tentamenvorm Taal Cursuscoördinator Docent Voorkennis Keuzevak Doelstellingen Cursusbeschrijving Literatuur MAN-MTHBKBV 18 Bestuurskunde Ma 1 blokken 3 en 4 Thesis Nederlands Helsloot, prof. dr. I. prof. dr. I. Helsloot Toelating tot de masteropleiding bestuurskunde. Nee Het laatste onderdeel van het MA-curriculum is het uitvoeren van een meestersproef. De MA-scriptie heeft het karakter van een wetenschappelijke, op empirisch onderzoek en/of literatuurstudie gebaseerde verhandeling. De voornaamste doelstelling van de scriptie is dat de student blijk geeft van haar of zijn vaardigheid in • het formuleren en oplossen van een bestuurs en/of beleidswetenschappelijk probleem • het rapporteren over de gevolgde werkwijze, resultaten en conclusies. De scriptie wordt gebruikt ter beoordeling van de wijze waarop de student de tijdens de studie verworven kennis, inzichten en vaardigheden weet te benutten. Scripties kunnen gebaseerd zijn op onderzoek van uiteenlopend karakter waarbij in algemene zin onderscheid kan worden gemaakt tussen beschrijvend, verklarend, toetsend of evaluatief onderzoek, verbonden met voor dat type onderzoek specifieke methodischtechnische vereisten. In het algemeen is een onderzoek van het beschrijvende type, wanneer de onderzoeker zich ten doel stelt uitspraken te doen over de mate waarin een verschijnsel voorkomt, over zijn geografische en sociale variatie en over de typische vormen, die het aanneemt. Streeft de onderzoeker naar het opsporen van de waarschijnlijke oorzaken van een verschijnsel, dan impliceert die doelstelling een verklarend onderzoekstype. Heeft hij een scherp omschreven veronderstelling omtrent de mate, waarin een bepaalde factor het verschijnsel teweegbrengt of omtrent de mate, waarin het een bepaald gevolg heeft, dan vloeit uit de doelstelling een toetsend onderzoek voort (naar E. Vercruijsse, Het ontwerpen van een sociologisch onderzoek, 1966.) Bij evaluatief onderzoek stelt de onderzoeker zich ten doel bepaald handelen te beoordelen op basis van een beargumenteerd beoordelingskader. Zie verder de masterthesisvereisten zoals gepubliceerd op Blackboard. In overleg met begeleider 157 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 Europeanization Course code EC Study programmes Year Period Examination Language Course Coordinator Lecturers Prerequisites Optional Course Objectives Contents 158 MAN-MBK049 6 Politicologie, Bestuurskunde, English Studyguide Ma 1 quarter 2 Written exam and assignment English Mastenbroek, dr. E. dr. E. Mastenbroek, E.V. Bondarouk BA in Public Administration, Law, or Political Science, including an introduction to European integration. Without this knowledge, students may not participate. Yes On the basis of relevant theories from the domain of Europeanization, you will be able to analyse and explain the relationship between the EU and its Member States. This will prepare you for either a professional career in which EU aspects are important, or an academic career focusing on the interaction between the EU and national level policies and organizations. More specifically, the course will address the following key aspects of Europeanization: • Organizational adaptation: how do national executives, parliaments, and subnational governments adapt to European integration? • Uploading: how do Member States and the entities that compose them seek to influence EU policy-making? • Compliance: how do Member States and the entities that compose them transpose, implement, and enforce EU policies? In order to analyse these three processes, the course provides two analytical building blocks: • Conceptual issues: how can we define Europeanization? • Theoretical issues: how can we explain differences in Europeanization between and within member states? The European Union exerts a strong influence on its Member States. It constitutes a new level of governance above national states, influencing national policies through legal rules, case law, and informal norms. In the slipstream of this influence, it affects the way national states organize their policies and policy-making processes (government). At the same time, Member States still are the main actors at the European level, seeking to influence EU policies and politics. For students of public administration, it is therefore crucial to understand thoroughly how the EU interacts with its Member States. Hence, the central topic of this course is the interaction between 'Brussels' and the Member States. MASTEROPLEIDING BESTUURSKUNDE Literature Indicative list, still subject to changes: • Börzel, T. (2002). Pace-Setting, Foot-Dragging, and FenceSitting: Member State Responses to Europeanization. Journal of Common Market Studies, 40(2) 193-214. • Börzel, T. and T. Risse (2000). When Europe Hits Home: Europeanization and Domestic Change. European Integration online Papers, 4(15). • Bulmer, S. (2007), Theorizing Europeanization. In: Paulo Graziano and Martin Vink (Eds.), Europeanization: New Research Agendas (pp. 46-58). Basingstoke: Palgrave Macmillan. • Bulmer, Simon, and Martin Burch (1998). Organizing for Europe: Whitehall, the British state and European Union. Public Administration, 76, 601-628. • European Commission (2013). 30th Annual Report on monitoring the application of EU law [COM(2013) 726] http://ec.europa.eu/eu_law/infringements/infringements_annual_r eport_30_en.htm • European Commission (2013). Internal Market Scoreboard, edition 26. http://ec.europa.eu/internal_market/score/docs/score26_en.pdf • Haverland, M. & Liefferink, D. (2012). Member State interest articulation in the Commission phase. Institutional preconditions for influencing 'Brussels'. Journal of European Public Policy, 19(2), 179-197. • Holzhacker, R. (2007), 'Parliamentary Scrutiny'. In: Paulo Graziano and Martin Vink (Eds.), Europeanization: New Research Agendas (pp. 141-153). Basingstoke: Palgrave Macmillan. • Jordan, A. (2003), The Europeanization of National Government and Policy: A Departmental Perspective, British Journal of Political Science, 33, 261-282. • Kaika, Maria, and Ben Page (2003). The EU Water Framework Directive: Part 1. European policy-making and the changing topography of lobbying. European Environment, 13, 314-327. • Kassim, H. (2003). Meeting the Demands of EU Membership: the Europeanization of National Administrative Systems. In K. Featherstone and C.M. Radaelli, eds (2003). The Politics of Europeanization (pp. 83-111). Oxford: Oxford University Press. • Laffan, B. 2006. 'Managing Europe from Home in Dublin, Athens and Helsinki: A Comparative Analysis', West European Politics, 29, 4, 687-708. • Liefferink, Duncan, Mark Wiering & Yukina Uitenboogaart (2011). The EU Water Framework Directive: A multidimensional analysis of implementation and domestic impact. Land Use Policy, 28(4), 712-722. • Mastenbroek, Ellen, and Michael Kaeding (2006). 159 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 • • • • • 160 Europeanization beyond the goodness of fit: Domestic politics in the forefront. Comparative European Politics, 4, 331-354. Page, Ben, and Maria Kaika (2003). The EU Water Framework Directive: Part 2. Policy innovation and the shifting choreography of governance. European Environment, 13, 328-343. Raunio, T. (2005). Holding Governments Accountable in European Affairs: Explaining Cross-National Variation. Journal of Legislative Studies 11(3/4) 319-342. Tallberg, Jonas (2002). Paths to compliance: Enforcement, management, and the European Union. International Organization, 56(3), 609-643. Treib (2008). Implementing and complying with EU governance outputs. Living Reviews in European Governance, 3(5). http://www.livingreviews.org/lreg-2008-5. Vink, Maarten (2003). What is Europeanization? And Other Questions on a New Research Agenda, European Political Science, 3:1, 63-74. MASTEROPLEIDING BESTUURSKUNDE Multi-Level Governance Course code EC Study programmes Year Period Specialization Examination Language Course Coordinator Lecturer Prerequisites Optional Course Objectives Contents MAN-MBK041 6 Politicologie, Bestuurskunde, English Studyguide Ma 1 quarter 1 COMPASS Written exam and assignment (paper) English Helderman, dr. J.K. dr. J.K. Helderman Students who attend this course are expected to participate in all Public Administration courses offered as part of the COMPASS master or the Political Science courses of COMPASS. A Bachelor's degree in Public Administration or Political Science, or at least a minor, is required. If students cannot comply with these requirements, they should contact the Examination Board of either Public Administration or Political Science to request permission. Yes • Understanding the concepts of governance and multi-level governance in relation to government, politics and the state. • Knowledge of major theories and perspectives on governance and multi-level governance. • Understanding the relationship between governance reforms and institutional reforms • Understanding the relationship between governance reforms and policy change. • Understanding the relationship between governance reforms and regulatory reforms • Knowledge and understanding of the causes and consequences of the development and rise of multi-level governance at the subnational, national, supra-national and transnational level of states. The term 'governance' has many different meanings in the social sciences, depending on the discipline in which it is being used. But in Public Administration, governance refers more specifically to the capacity of modern governments to manage their economy and society. However, this capacity to govern the economy and society is being challenged, and modern states are in the midst of an era of transition. Developments such as a globalizing economy, technological innovation, demographic change and Europeanization tend to weaken or undermine the governing capacities of modern states. But at the same time, these challenges also give rise to new governance arrangements and new constellations of states, markets and the civil society in the provision of public and private goods. This 161 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 Literature 162 course will explore the causes and consequences of these transitions towards what is both theoretically and empirically recognized as the rise of multi-level governance. The concepts of Governance and Multi-level Governance (MLG) and how it can be studied from various disciplines are addressed, followed by how MLG relates to current institutional, regulatory and policy challenges of modern welfare and neo-liberal states. Mandatory reading • Levi-Faur, D. (ed.) (2014) The Oxford Handbook of Governance. Paperback edition. Oxford: Oxford University Press. • Additional digital articles: list will be provided on Blackboard. MASTEROPLEIDING BESTUURSKUNDE Policy Reform Course code EC Study programmes Year Period Examination Language Course Coordinator Lecturer Prerequisites Optional Course Objectives Contents MAN-MBK051 6 English Studyguide, Politicologie, Bestuurskunde Ma 1 quarter 1 en 2 Written exam and paper English Resodihardjo, dr. S.L. dr. S.L. Resodihardjo This course is open to • Master's students participating in the COMPASS programme • Master's exchange students. If students do not fall into these categories, prior to the start of the course they should contact the lecturer ([email protected]) to request permission. No After completing this course, students will have acquired knowledge concerning: • The theories on policy change and reform • The role of leadership in changing public administration • The economic, political, social, and cultural aspects of administrative reform and policy change • The challenges and problems encountered in such change processes Additionally, students will have learned how to: • Apply theoretical concepts to empirical data • Critically assess theories • Analyse decision making processes • Generalize their own case findings This is the first course in the International Master's programme (COMPASS) and this partly determines its character. Students will quickly become familiar with public administration theories on transition, policy change and reform beyond the Bachelor's level. The course aims to provide knowledge and understanding of public reform under various conditions. It provides students with a variety of theoretical perspectives to describe, explain and judge policy making processes, organizational and policy change and examines a number of case studies to illustrate these theories. Following a short introduction and a reminder that the literature for this course is based on Western European and American experiences, we will address the barriers hampering reform and then discuss numerous theories which help to explain how reform can come about. At the end of the course, we pay explicit attention to the fact that these theories cannot be 163 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 Literature 164 easily transferred to other countries - although that does not mean that these theories cannot help us to further our understanding of change and transition in other countries. The literature will be announced on Blackboard in due course. MASTEROPLEIDING BESTUURSKUNDE Challenges to 21st Century Representative Democracy Course code EC Study programmes Year Period Examination Language Course Coordinator Lecturer Prerequisites Optional Course Objectives Contents MAN-MPOL040 6 English Studyguide, Politicologie, Bestuurskunde Ma 1 quarter 1 en 2 Oral exam and Paper English Leyenaar, prof. dr. M.H. prof. dr. M.H. Leyenaar Yes • Acquire a thorough command of theories, concepts and insights in (comparative) political science • Be able to conduct empirical (comparative) research autonomously • Be able to communicate, both orally and in writing, about the substance of the course. MA Seminar: Challenges to Representative Democracy The overall theme of this course is the functioning of democratic political systems in the 21st century, including theory and empirical research on related topics. As such, this course prepares students for their Master's thesis. The seminar starts with a general discussion of the concept of democracy and several theories describing the relationship between political institutions and citizens. In the subsequent weeks we focus on recent developments in representative democracies, primarily in the West, and study a variety of related themes. One development is the growing citizen dissatisfaction with representative political institutions such as political parties and politicians. According to the 'new politics' hypothesis, especially highly educated and emancipated citizens demand a more active say in political decision making. Another theory is the 'political dissatisfaction theory' stating that people with low educational levels feel alienated and do not participate in politics. Another profound development is the changing role of the media in politics. The media have in large part filled the gap left by political parties in the communication between representative institutions and civil society. These days, it is the media and not political parties which provide information to politicians about the opinions of citizens and through which politicians reach out to the electorate. Moreover, television now constitutes much of the real public space through which citizens experience politics. Given this pivotal role in political communication, scholars refer to the "mediatization" of politics: the influence of media on candidates, party behaviour and voting 165 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 Literature 166 behaviour. A further trend is the commercialization of the media and consequently more 'market driven journalism', meaning political news with little news value, a greater emphasis on human interest stories and the private lives of celebrities, and the use of various techniques and formats for presenting the news, such as tabloids and sound bites instead of longer background stories. Another development that we discuss extensively is the personalization of politics. Both political de-alignment and the deemphasis of ideology for identifying oneself with a political party have resulted in a steadily growing emphasis on the role of individuals in politics. Politics is perceived more as competition between individuals and less as competition between parties. Voters tend to base their decisions on their evaluations of individual politicians as opposed to larger party concerns. The role of political leaders is also emphasized, which is often referred to as presidentialism, or Americanization. It means, for example, that more autonomy in decision making is left to the leader and that more focus is placed on the personality of the individual during the electoral campaign. Given these developments, European political institutions are reorganizing. For example, more European countries have incorporated direct democratic institutions such as referenda and citizens initiatives into their political systems, and countries are also introducing electoral reform. Another theme that will be studied is political reform. We will read recent literature on political reform and study extensively the why, what, by whom and how of this reform. The seminar is an intensive course. You are required to read the literature assigned for each week, participate actively in class, make assignments and take an oral exam at the end of the course. A list with articles available on the internet will be presented a few weeks before the course starts. It is possible that one or two books will have to be purchased. MASTEROPLEIDING BESTUURSKUNDE Advanced Research Methods Course code EC Study programmes Year Period Examination Language Course Coordinator Lecturers Prerequisites Optional Course Objectives Contents Literature MAN-MPOL013A 6 Politicologie, Bestuurskunde Ma 1 quarter 2 Written exam and assignment English Anderson, dr. K.M. dr. K.M. Anderson, A.R. Lehr Undergraduate courses in statistics and qualitative research methods. No After completing the course, students should be able to: 1. critically reflect on the methodological choices inherent in political science research 2. choose appropriate research methods for the analysis of political processes or phenomena 3. justify their own methodological choices in a research design The goal of the course is to equip students with the tools necessary to create and critique methodologically sound research designs in political science. The course is agnostic concerning the choice between quantitative and qualitative methods, focusing instead on the strengths and weaknesses of each type of method. The course is divided into three parts. It begins with a general discussion of the role of research design and methodology in political science. Our discussion of recent contributions to debates about the proper role of methodology in political science will centre on the question of whether quantitative and qualitative methods represent different logics of scientific inquiry or whether they are compatible. The second and third parts of the course will focus on the application and evaluation of recent advances in both qualitative and quantitative methods. Students will learn advanced techniques associated with case study research as well as with descriptive and inferential statistics. Articles and book chapters available on the university library website. 167 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 The Politics of Reform Course code EC Study programmes Year Period Examination Language Course Coordinator Lecturer Prerequisites Optional Course Contents 168 MAN-MPOL039 6 Bestuurskunde, English Studyguide, Politicologie, Economie en Bedrijfseconomie Ma 1 quarter 3 Paper English Verloo, prof. dr. M.M.T. prof. dr. M.M.T. Verloo Yes This seminar focuses on the reform processes surrounding state initiated policies addressing inequalities in the affluent, democratic countries of the OECD and in the broader European context. Historically, one of the core functions of social policy has been to reduce economic inequalities by insuring citizens/workers against the risks of old age, sickness, disability and unemployment. Early social policies were premised on the so-called 'male breadwinner model' and the absence of large-scale immigration. Over time, state initiated policies addressing inequalities in general and social policies in particular have expanded to encompass gender equality, the integration of immigrants and sexual equality. In this course, we will analyse the ways that social policies designed to provide protection against classic social risks or inequalities have been expanded and/or reinterpreted to take into account not only gender, but also 'new' social risks such as combining work and family, and discrimination based on sexual orientation or migration background. The course includes an examination of competing theories of welfare state development, including Esping-Andersen's regime approach (as well as critiques of it). Key questions here include: what are the most important dimensions of variation across welfare states? What is the relationship between the state, family and market in the provision of welfare? The course also examines competing explanations for the emergence and development of different 'worlds of welfare', including Esping-Andersen's class coalitions approach, the focus of Swenson and others on the role of employers and other factors. Furthermore, the course examines challenges to the welfare state arising from demographic change, globalization and European integration. The course includes studying a number of high policy documents. In taking a closer look at policies targeting gender, sexuality and migration-related inequalities, the course takes a comparative MASTEROPLEIDING BESTUURSKUNDE Literature approach that focuses on the European context aiming at understanding the varieties of approaches across Europe. The course aims to study the politics of reform across social policies targeting various inequalities and sets out to learn from the best comparative work available on welfare state reform, gender equality reform, migration and integration reform and sexual equality reform (mainly in the European context). What are the causal models underlying this research and what can we learn about the politics of reform more generally? Articles and book chapters are available on the University library website. 169 STUDIEGIDS BESTUURSKUNDE 2014-2015 Master's Thesis Comparative Politics Administration and Society Course code EC Study programmes Year Period Examination Language Course Coordinator Lecturer Prerequisites Optional Course Objectives Contents 170 MAN-MTHBKCO 18 Bestuurskunde Ma 1 quarter 3 en 4 Werkstuk English Brandsen, prof. dr. T. dr. C.J. Lako No The aim of the thesis is to test the following skills: • The ability to conduct independent research. • The ability to justify theoretical and methodological choices on the basis of academic standards. Regardless of the subject matter, COMPASS students must write the thesis in English. Each student will have a personal supervisor assigned to them by the Department of Public Administration The thesis for the COMPASS programme is the final assignment that students must complete before finishing the programme.
© Copyright 2024 ExpyDoc