Spreekbeurtkoffer: zien en doen ad 1. Om te laten

Spreekbeurtkoffer: zien en doen
In de spreekbeurtkoffer zitten dingen:
1. om te laten zien
2. om te doen (proefjes).
ad 1. Om te laten zien
Anita werkt op de dagbehandeling van DeKinderkliniek. Elke dag komen er kinderen voor onderzoek naar
DeKinderkliniek. Ze blijven een uurtje, een ochtend of de hele dag.
Op de dagbehandeling worden allerlei spullen gebruikt. Anita heeft er een paar uitgezocht en in de spreekbeurtkoffer gedaan. Die spullen kun je tijdens je spreekbeurt aan de kinderen in je klas laten zien. Je kunt
uitleggen waarvoor ze gebruikt worden.
Je mag deze spulletjes houden. Leg alle spullen tijdens je spreekbeurt voor je op tafel. Als je het leuk vindt,
kun je de handschoenen aantrekken en het smoeltje (mondkapje) omdoen.
Vraag of je bij een klasgenoot net mag doen of je een infuus aanlegt. Hoe?
Pak de infuusnaald (waar de echte naald uitgehaald is voor jullie veiligheid).
Pak de infuuspleister en haal die uit de verpakking.
Haal het plastic kokertje van de onderkant van de infuusnaald af.
Je ziet nu een heel dun infuusslangetje.
Leg de naald op de hand van je klasgenoot.
Plak de infuuspleister er overheen.
Haal het infuuspoortje uit de verpakking. Sluit het aan op de infuusnaald.
Nu is het infuus klaar. Bij DeKinderkliniek zouden ze nu bijvoorbeeld een medicijn via het infuus geven.
Dat wordt aangesloten op het infuuspoortje. Kraantje open en het infuus loopt! Laat het infuus zien aan de
kinderen in je klas. Je klasgenoot mag gaan zitten.
Misschien mogen alle spullen nog een tijdje in de klas blijven liggen.
Dan kunnen alle kinderen uit je klas ze rustig bekijken.
Spreekbeurt DeKinderkliniek