1 ONVERHOORDE GEBEDEN HJM Sales Geliefde broeders en zusters, de Heer heeft aan ons, Zijn Gemeente, de gemeenschap van kinderen Gods, de geweldige belofte van gebedsverhoring gegeven. Hij gaf ons om zo te zeggen carte blanche. De Heer verlangt om ons te geven, waar wij Hem om vragen. Matth. 7:7-8 – “Bidt, en u zal gegeven worden; zoekt, en gij zult vinden; klopt, en u zal opengedaan worden. Want een iegelijk, die bidt, die ontvangt; en die zoekt, die vindt; en die klopt, dien zal opengedaan worden.” Joh. 14:13-14 – “En zo wat gij begeren zult in Mijn Naam, dat zal Ik doen; opdat de Vader in den Zoon verheerlijkt worde. Zo gij iets begeren zult in Mijn Naam, Ik zal het doen.” Joh. 16:24 – “Tot nog toe hebt gij niet gebeden in Mijn Naam; bidt, en gij zult ontvangen, opdat uw blijdschap vervuld zij.” Waarom verlangt God dat wij tot Hem bidden en dat Hij ons het gevraagde vervolgens geeft? Uiteraard óók omdat Hij zoveel van ons houdt! Maar God is toch almachtig en soevereign en kan werken en geven zónder onze gebeden? Dit is natuurlijk zo. Maar God heeft bepaald dat Hij alleen wil werken op grond van onze gebeden, op grond van gebeden van voorbidders. God heeft het gebed ingesteld als een wapen in de geestelijke strijd tegen de boze machten. Dit principe lezen we in Ezech. 22:30-31 – “Ik zocht nu een man uit hen, die den muur mocht toemuren, en voor Mijn aangezicht in de bresse staan voor het land, opdat Ik het niet mocht verderven; maar Ik vond niemand. Daarom heb Ik Mijn gramschap over hen uitgegoten; door het vuur Mijner verbolgenheid heb Ik hen verteerd; hun weg heb Ik op hun hoofd gegeven, spreekt de Heere HEERE.” Er was in casu geen voorbidder, zodat God wel moést oordelen. Als er een voorbidder zou zijn geweest, zou God het oordeel niet hebben laten vallen. God heeft Zich dus afhankelijk gesteld van gebeden van mensen en dit legt op ons grote verantwoordelijkheid. We zien dit goddelijke principe zich reeds voordoen in het begin van de bijbel tijdens Israëls’ lange woestijnreis van Egypte op weg naar Kanaän. Op een zeker moment kwam Israël in aanvaring met de Amalekieten en was er sprake van een grote veldslag. Jozua was de legeraanvoerder die met zijn mannen tegen Amalek streed. Wat deed Mozes? Samen met Aäron en Hur klom hij op een heuveltop met de staf van God in zijn hand. En zolang hij zijn handen ophief, was Israël de sterkste. Maar als Mozes zijn handen vermoeid liet zakken, was Amalek de sterkste. Wat deden Aäron en Hur? Zij ondersteunden zijn armen net zo lang tot de overwinning was behaald. Leest u Ex. 17:8-13. Had God niet heel gemakkelijk de overwinning over deze grote vijand kunnen schenken zonder die gebeden? Vast en zeker! Desondanks ontvangen wij van God lang niet altijd gebedsverhoring. We ervaren niet altijd dat Hij geeft, waarvoor wij hebben gebeden. Waarom niet? Wat zijn de belemmeringen? Het is erg belangrijk om die te kennen, omdat wij zoals gezegd gebedsverantwoordelijkheid dragen en in een geestelijke strijd tegen de boze machten verwikkeld zijn (Efez. 6:12), hoewel satan en de boze machten reeds zijn verslagen. Dat zegt Gods Woord! Het zegt ook, dat wij met Jezus meer dan overwinnaars zijn (Rom. 8:37). Maar de boze machten zullen tóch alles doen om houvast in ons hart te vinden, teneinde onze gebeden te ontkrachten. Zonder uitputtend te willen zijn, geef ik u hierna zeven redenen waarom onze gebeden kunnen worden verhinderd en waarom God in weerwil van Zijn belofte ons toch niet kan of wil verhoren. Maar ik wil voorop stellen, dat onverhoorde gebeden altijd aan de mens liggen. 1. Wij bidden niet of niet volhardend genoeg Jak. 4:2 – “Gij begeert, en hebt niet; gij benijdt en ijvert naar dingen, en kunt ze niet verkrijgen; gij vecht en voert krijg, doch gij hebt niet, omdat gij niet bidt.” Door gebrek aan gebed of gebrek aan volharding in de gebeden, kan God niet verhoren. Hij heeft immers van het gebed een principezaak gemaakt voor Zijn wel of niet handelen. We 2 lazen het zojuist! Moedeloos haken we vaak voortijdig af als gebeden (nog) niet verhoord worden. We kloppen niet net zolang op de deur, tótdat er wordt opengedaan (Matth. 7:7-8). 2. We hebben gebrek aan begeerte om te ontvangen Mark. 11:24 – “Daarom zeg Ik u: Alle dingen, die gij biddende begeert, gelooft, dat gij ze ontvangen zult, en zij zullen u geworden.” We zagen dat gebrek aan volharding gebedsverhoring in de weg staat. Maar gebrek aan intensiteit doet dat eveneens. Wat wij bidden en aan God vragen, moeten wij ook werkelijk begeren. En ‘begeren’ is volgens het woordenboek ‘iets sterk en intens verlangen’. Onvoldoende verlangen verhindert gebedsverhoring. 3. We hebben gebrek aan geloof Matth. 21:22 – “En al wat gij zult begeren in het gebed, gelovende, zult gij ontvangen.” Onze gebeden moeten ook in geloof plaatsvinden. Dus door geloof worden ondersteund. Dit betekent dat er geen enkele ruimte voor twijfel meer is. Want God zal immers absoluut verhoren. Dat weten wij! Hij heeft het toch beloofd? Als twijfel in ons hart of God het wel zal doen, verdwijnt, dan wordt geloof een vaste grond. Hebr. 11:1 – “Het geloof nu is een vaste grond der dingen, die men hoopt, en een bewijs der zaken, die men niet ziet.” Jak. 1:6 – “Maar dat hij ze begere in geloof, niet twijfelende; want die twijfelt, is een baar der zee gelijk, die van den wind gedreven en op- en nedergeworpen wordt.” Matth. 21:21-22 – “Doch Jezus, antwoordende, zeide tot hen: Voorwaar zeg Ik u: Indien gij geloof hadt, en niet twijfeldet, gij zoudt niet alleenlijk doen, hetgeen den vijgeboom is geschied; maar indien gij ook tot dezen berg zeidet: Word opgeheven en in de zee geworpen! het zou geschieden. En al wat gij zult begeren in het gebed, gelovende, zult gij ontvangen.” Overigens heeft gebrek aan geloof altijd te maken met twijfel aan Gods beloften in Zijn Woord. Alle dingen zijn immers mogelijk voor wie gelooft (Mark. 9:23). 4. Zijn Woord blijft niet in ons Joh. 15:7 – “Indien gij in Mij blijft, en Mijn woorden in u blijven, zo wat gij wilt, zult gij begeren, en het zal u geschieden. “ Indien wij steeds maar weer ongehoorzaam zijn aan Gods Woord, zodat dat Woord niet in ons blijft, kan God onze gebeden eveneens niet verhoren. Maar als wij Zijn geboden en verboden gehoorzamen, doen en bewaren, zal Hij ons verhoren. 1 Joh. 3:22 – “En zo wat wij bidden, ontvangen wij van Hem, dewijl wij Zijn geboden bewaren, en doen, hetgeen behagelijk is voor Hem.” 5. Wij bidden niet naar Gods wil 1 Joh. 5:14 – “En dit is de vrijmoedigheid, die wij tot Hem hebben, dat zo wij iets bidden naar Zijn wil, Hij ons verhoort.“ Wij moeten ook bidden conform Gods wil. Daarom moeten wij natuurlijk ook Zijn algemene wil kennen. Als God in Zijn Woord verklaart, dat Hij wil dat ieder mens behouden wordt, hoeven wij niet te bidden dat Hij onze vijand zal verderven. Hij zal ons gebed niet verhoren! 6. Wij bidden op grond van vleselijke verlangens en motieven Jak. 4:3 – “Gij bidt, en gij ontvangt niet, omdat gij kwalijk bidt, opdat gij het in uw wellusten doorbrengen zoudt.” Gebeden om een hoge positie of het winnen van de loterij zal God zeker ook niet verhoren. Want deze gebeden komen voort uit ons vlees, zodat we God niet behagen (Rom. 8:8). 3 7. God wil ons beschermen tegen hoogmoed (of ook andere zonden) 2 Cor. 12:7-9 – “En opdat ik mij door de uitnemendheid der openbaringen niet zou verheffen, zo is mij gegeven een scherpe doorn in het vlees, namelijk een engel des satans, dat hij mij met vuisten slaan zou, opdat ik mij niet zou verheffen. Hierover heb ik den Heere driemaal gebeden, opdat hij van mij zou wijken. En Hij heeft tot mij gezegd: Mijn genade is u genoeg; want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht. Zo zal ik dan veel liever roemen in mijn zwakheden, opdat de kracht van Christus in mij wone.” We lezen hier over nog een oorzaak waarom gebeden soms niet worden verhoord. Apostel Paulus ontving door de Heilige Geest geweldige openbaringen over Gods Woord en Raadsplan. En God had allang gezien, dat het gevaar op de loer lag dat Paulus hoogmoedig zou worden. Dus wat deed God? Hij gaf hem een scherpe doorn in zijn vlees. Wat dat precies was, weten we niet. Maar het was beslist zo hinderlijk of zelfs pijnlijk, dat Paulus bad, dat God het wilde wegnemen. Maar God weigerde! Ter bescherming! Zodat Paulus niet trots zou worden en onder het oordeel van de duivel terecht zou komen (1 Tim. 3:6). Als God ons middels onverhoorde gebeden soms moet beschermen tegen hoogmoed, zou Hij dat dan wellicht op dezelfde wijze ook niet doen tegen andere specifieke zonden? Tot besluit In het boek Daniël staat een bijzonder gebed beschreven. En het gaat er mij nu niet om waarvóór er werd gebeden, maar de wijze waaróp. De profeet Daniël bad en vastte ooit drie weken lang op een intense wijze (Dan. 10:2-3). Toen werd hij (wellicht in een visioen) bezocht door een hemelse verschijning. Volgens bijbeluitleggers door Jezus als de Engel des Heren. Waar het nu om gaat, zijn Zijn volgende woorden. Dan. 10:12-14a – “Toen zeide Hij tot mij: Vrees niet, Daniël! want van den eersten dag aan, dat gij uw hart begaaft, om te verstaan en om uzelven te verootmoedigen, voor het aangezicht uws Gods, zijn uw woorden gehoord, en om uwer woorden wil ben Ik gekomen. Doch de vorst des koninkrijks van Perzië stond tegenover Mij een en twintig dagen; en ziet, Michaël, een van de eerste vorsten, kwam om Mij te helpen, en Ik werd aldaar gelaten bij de koningen van Perzië. Nu ben Ik gekomen, om u te doen verstaan,………………………...” Geliefde broeders en zusters, al op de eerste dag van Daniëls gebeden had God gehoord en ook verhoord en zelfs Jezus gestuurd om hem persoonlijk antwoord te komen geven. Maar drie weken lang slaagde de engelmacht van het koninkrijk van Perzië er in om Hem tegen te houden. Wat een beeld van de geestelijke strijd, die er tegen de boze, duivelse machten moet worden gevoerd. Een strijd waaraan Gods kinderen ten volle deelnemen. Maar wat zou er gebeurd zijn, als Daniël niet intensief of volhardend genoeg had gebeden? Of teleurgesteld na een paar dagen al had afgehaakt? Dan zou het antwoord van Jezus hem nooit hebben bereikt. Dan zou er vanuit menselijk oogpunt sprake zijn geweest van een onverhoord gebed. Laten wij daarom ook onze harten intensief onderzoeken en volhardend en oprecht God steeds weer zoeken. Dan zal Hij ons verhoren. Dan zal Zijn antwoord ons beslist bereiken. En schieten uw ernstige gebeden wellicht tekort? Leest u dan eens Rom. 8:26. De Heilige Geest wil u namelijk heel graag helpen. Moge Jezus u en mij deze week zegenen. Amen.
© Copyright 2024 ExpyDoc