20 1 4 - 4 1 8 Nieuwegein Af/p^ftj| Gemeenteraad Onderwerp T a r i e v e n g e m e e n t e l i j k e h e f f i n g e n en b e l a s t i n g e 2015 Datum 20 n o v e m b e r 21 i l 4 Raadsvoorstel Afdeling Financiën Portefeuillehouder Mr. J . A . N . Gadella Onderwerp Tarieven gemeentelijke heffingen en belastingen 2015 Gevraagd besluit Wij stellen u voor: 1. de tarieven voor onroerende-zaakbelastingen en de roerende-zaakbelastingen als volgt vast te stellen: eigenaren woningen 0,1219 % eigenaren niet-woningen 0,3134 % gebruikers niet-woningen 0,2507 % en hiervoor de verordeningen Onroerende-zaakbelastingen 2015 en Roerende-zaakbelastingen 2015 vast te stellen conform bijgevoegde besluiten; 2. de tarieven voor precariobelasting te wijzigen conform de bijgevoegde tarieventabel precariobelasting en hiervoor de precariobelasting verordening 2015 v a s t t e stellen conform bijgevoegd besluit; 3. de tarieven voor de afvalstoffenheffing te wijzigen en hiertoe de Afvalstoffenheffingverordening 2015 vast te stellen conform bijgevoegd besluit; per 1 januari 2015 worden de belangrijkste tarieven: 4. a. eenpersoonshuishoudens € 148,92 b. meerpersoonshuishoudens € 212,76 het tarief voor rioolheffing per 1 januari 2015 te wijzigen in een basisbedrag van: a. € 88,92 voor een eenpersoonshuishouden b. € 126,96 voor een meerpersoonshuishouden of bedrijf c. voor gebruikers met een waterverbruik van jaarlijks meer dan 300 m 3 , naast het onder b. genoemde basisbedrag een tarief van € 0,61 per m 3 boven de 300 m 3 in rekening te brengen. en hiervoor de rioolheffingsverordening 2015 vast te stellen conform bijgevoegd besluit; 5. de tarieven voor lijkbezorgingsrechten te wijzigen conform de bijgevoegde tarieventabel lijkbezorgingsrechten en hiervoor de lijkbezorgingsrechtenverordening 2015 vast te stellen conform bijgevoegd besluit. 6. De tarieven voor de leges te wijzigen conform bijgevoeqde tarieventabel leges en hiervoor de 7. Het kwijtscheldingsbeleid wijzigen middels vaststellen van de Regels kwijtschelding legesverordening 2015 vast te stellen conform bijgevoegd besluit. gemeentelijke heffingen 2015; 8. De effecten van bovengenoemde besluiten te verwerken in de tweede begrotingswijziging Bladnummer 2/12 Raadsvoorstel 20 november 2014 2015* 3 Aanleiding en probleembeschrijving Jaarlijks wordt u het tarievenvoorstel voorgelegd, waarbij de tarieven voor het nieuwe belastingjaar worden vastgesteld. 4 Gewenst maatschappelijk effect n.v.t. 5 Bestaand beleidskader Er wordt zoveel mogelijk gesl ir volledige ko :ndel< ) van de rechten en er wordt een inflatiecorrectie toegepast op de belastingen en leges. De verwachting is dat de lonen en prijzen in 2015 met gemiddeld 1,25% zullen stijgen. Daarnaast is voor de rioolheffing ook rekening gehouden met het vastgestelde Gemeentelijk Rioleringsplan en voor de afvalstoffenheffing is de begroting 2015 van de RMN meegenomen. 6 Voorgestelde oplossing Jaarlijks leggen wij u de voorstellen voor de gemeentelijke heffingen aan u voor. De gewijzigde verordeningen zijn als concept-raadsbesluiten bij dit voorstel opgenomen. Door tijdsdruk wordt dit voorstel u dit jaar niet tegelijkertijd met de begroting aangeboden. Achtereenvolgens treft u aan: A. algemene definities van belastingen en rechten B. onroerende-zaakbelastingen (OZB) C. roerende-zaakbelastingen D. precariobelasting E. parkeerbelasting F. afvalstoffenheffing G. rioolheffingen H. begraafrechten I. leges J. marktgelden K. L wijtschelding )hU M. een beeld v a n de l a s t e n d r u k A. Belastingen en r e c h t e n : definities Heffingen zijn de van overheidswege opgelegde belastingen en rechten. Belastingen worden aangewend als algemene dekkingsmiddelen; er bestaat dus geen individueel aanwijsbare jenprestatie. Voor de heffing van rechten is wel een individueel aanwijsbare tegenprestatie aanwezig. In principe geldt daarvoor dan ook de beleidslijn dat de kosten van deze prestatie volle Jig mo n worden gedekt uit de opbrengsten van de heffing. Inclusief de voorgestelde verhogingen in dit voorstel geldt dit in 2015 voor nagenoeg alle gemeentelijke rechten. In het 2 0 14-418 Bladnummer 3/12 Raadsvoorstel 20 november 2014 kader van transparantie is in de bijlagen bij dit voorstel aangegeven voor de belangrijkste heffingen (de afvalstoffenheffing en de rioolheffing) welke berekeningen ten grondslag liggen aan de voorgestelde tarieven. Eventuele tekorten en overschotten van enkele van deze rechten worden onttrokken aan, respectievelijk gestort in de betreffende egalisatiereserves. In paragraaf 2.3.2 van de programmabegroting 2015 is u reeds een samenvatting gegeven van de tariefsaanpassingen. Per heffing wordt daar ook kort ingegaan op de ontwikkelingen. In deze paragraaf werd ook aangekondigd dat voor de afvalstoffenheffing waarschijnlijk een aanvullende tariefstijging zou volgen als gevolg van invoering van een rijksbelasting. Dat is nu in dit voorstel verwerkt. B. OZB B.l Opbrengst OZB 2015 Gezien de financiële situatie van de gemeente stellen wij u voor om dit jaar de OZB-opbrengst, naast de indexatie van 1,25%, met € 300.000 extra te verhogen. Dit 2idt tot een extra stijging van bijna 2 2%. Inclusief de indexering van 1,25% betekent dit een stijging van ruim 3,4%. Elk jaar worden nieuwe taxatiewaarden gehanteerd maar deze nieuwe waarden mogen op zich geen wijziging brengen in de totale te realiseren belastingopbrengst of in de belastingdruk tussen woningen enerzijds en niet-woningen anderzijds. Maar als gevolg van de hertaxatie kan de aanslag per object, afhankelijk van de waardeontwikkeling, natuurlijk wèl meer of minder afwijken van het gemiddelde stijgingspercentage van 3,4%. De macronorm van de OZB voor 2015 is vastgesteld op 3%. Dit is het toegestane gemiddelde van de OZB-stijging van alle gemeenten. Overigens heeft het kabinet geconcludeerd dat deze macronorm geen effectief beheersinstrument is gebleken maar voor 2015 wordt deze norm nog wel gehanteerd. Er wordt naar gestreefd om voor 2016 een woonlastennorm te ontwikkelen. B.2 Hertaxatie Elk jaar worden de waarden opnieuw getaxeerd, naar de peildatum per 1 januari van het jaar voorafgaand aan het belastingjaar. Voor het begrotingsjaar 2015 geldt dus de prijspeildatum 1 januari 2014. Op dit moment zijn de exacte waarden nog niet volledig bekend maar geschat wordt dat ten opzichte van 1 januari 2013 de waarden van de woningen met circa 2,6% zijn gedaald en de waarden van de niet-woningen met circa 3,7%. Uiteraard heeft een verandering in het totaal van de taxatiewaarden geen gevolgen voor de totale belastingopbrengst. De waardeverandering en het verschil in waardeontwikkeling tussen woningen en niet-woningen worden immers elk jaar gecorrigeerd middels het tarief. Wel kunnen er natuurlijk individueel verschillen ontstaan als het belastingobject meer of minder dan gemiddeld in waarde is gedaald. B.3 Voorlopige vaststelling tarief Zoals hierboven vermeld wordt bij het bepalen van de tarieven altijd uitgegaan van een raming van de taxatiewaarden, omdat op dat moment nog niet alle werkelijke waarden exact bekend zijn. Het is echter wettelijk verplicht om de tarieven voor de OZB vóór 1 januari van het belastingjaar vast te stellen. Het is niet toegestaan deze na januari nog te verhogen, mochten Bladnummer 4/12 laadsvoorstel 20 november 2014 de taxatiewaarden lager blijken uit te vallen dan geraamd. Echter, naderhand verlagen mag wel, omdat dat in het voordeel van de belastingplichtige is. Omdat in de praktijk de waarden altijd wat hoger of lager uitvallen dan geraamd, hanteren wij sinds enkele jaren voorzichtigheidshalve een beperkte marge bij het vaststellen van de tarieven. Nu door omstandigheden de hertaxatie vertraging heeft opgelopen, wordt dit jaar bovendien een wat ruimere marge gehanteerd. De aanslagen worden pas eind februari opgelegd dus dan kunnen in de raadsvergadering van januari alsnog de belastingpercentages worden verlaagd, wanneer dit nodig mocht zijn op basis van de actuelere gegevens. Overigens is dat dan slechts puur een technische wijziging, de politiek-bestuurlijke afweging (het bepalen van de gewenste hoogte van de OZB-opbrengst) vindt uiteraard nog steeds plaats bij de behandeling van de begroting. Om zo actueel mogelijke gegevens te kunnen gebruiken zullen we deze eventuele wijziging zonder voorafgaande commissiebehandeling rechtstreeks in de raadsvergadering van januari te brengen. B.4 Tarieven 2015 De tarieven worden uitgedrukt in een percentage van de totale getaxeerde waarde. Rekening houdend met de hiervoor genoemde uitgangspunten leidt dit voor 2015 tot de volgende belastingpercentages: OZB tarieven 2 0 I S Categorie objecten Eiqenaren ebruikers Totaal Woningen 0,1219% __ Niet-woninqen 0,3134% 0,2507% c. 0,1219% 0,5641% Roerende-zaakbelastingen Sinds de invoering van deze belasting in 2005 volgt deze belasting de OZB: er gelden dezelfde tarieven per dezelfde prijspeildatum. De opbrengst is beperkt, het gaat om een aantal woonboten. D. Precariobelasting In het coalitieakkoord hebben wij een ombuigingsmaatregel afgesproken om € 35.000 meeropbrengst te realiseren door het marktconform maken van de tarieven voor standplaatsen. We zijn namelijk van mening dat de standplaatshouders in Nieuwegein fors minder betalen dan in omliggende gemeenten en dat ze ten opzichte van de reguliere winkels onevenredig goedkoop gevestigd zijn. We stellen voor om de tarieven voor standplaatsen met ingang van 1 januari 2015 te verhogen. Wel word r me erentiatk gebracht in de jaartarieven, afhankelijk van het aantal dagen per week dat een standplaats wordt ingenomen. Daarnaast wordt voorgesteld de overige tarieven precariobelasting te verhogen met het inflal ge van 1,25%. De mogelijkheid om precario te heffen voor het hebben van ondergrondse leidingen door nutsbedrijven zou worden afgeschaft door het rijk, maar tot nu toe is dit nog steeds niet gebeurd. Overigens gaat dit voor Nieuwegein om een betrekkelijk laag bedrag. E. Parkeerbelasting Voor de actualisatie van de parkeerexploitatie ontvangt u in dezelfde vergadering een apart voorstel. Hierin wordt u besluitvorming voorgesteld over zowel de tarieven van de parkeergarages alsook de tarieven voor het straatparkeren en de naheffingen. 2 0 14-418 Bladnummer 5/12 Raadsvoorstel 20 november 2014 F. Afvalstoffenheffing F.l Algemeen De burgers van Nieuwegein betalen door middel van de afvalstoffenheffing voor het inzamelen en verwerken van het huishoudelijk afval. Het afval wordt zoveel mogelijk gescheiden en deels ondergronds ingezameld. Gestreefd wordt naar kostendekkendheid van het tarief. F.2 De r e s u l t a t e n In deze paragraaf wordt een beeld gegeven van de kosten en opbrengsten van het inzamelen van huishoudelijk afval. In onderstaande tabel zijn de totale inkomsten, uitgaven en het resultaat samengevat. Resultaat inzamelen huisvuil bedragen x € 1.000 2010 - 20 rekening rekening 2010 2011 I rekening 2012 rekening begroting begroting 2013 2014 2015 Uitgaven 1 6.122 4.643 5.005 5.122 5.090 5.347 Inkomsten 6.204 5.276 5.085 4.849 4.763 5.011 101,3 % 113,6% 101,6% 94,7% 93,6% 93,7% Kostendekking Om een zuiverder beeld van de werkelijke lasten en baten en de kostendekking te geven, zijn in bovenstaande bedragen niet de kwijtscheldingen en de stortingen en onttrekkingen aan de egalisatiereserve verwerkt. Lasten De in de begroting geraamde lasten stijgen in 2015 met ongeveer 1 % ten opzichte van 2014. Onderling vinden er wat verschuivingen plaats, voor een nadere toelichting hierop wordt kortheidshalve verwezen naar de programmabegroting. Maar wat echter nog niet geraamd is, zijn de te verwachten lasten van de nieuw in te voeren rijksbelasting op afvalstoffen. Dit onderwerp maakt deel uit van het belastingplan 2015 wat het kabinet per 1 januari 2015 wil invoeren. In het wetsvoorst I is een bedrag opgenomen van €13 per ton restafval; dit zou een forse extra lastenstijging voor de gemeente betekenen, van € 204.000 structureel per jaar. Dit wetsvoorstel moet nog door de Eerste Kamer, maar naar verwachting treedt dit inderdaad 1 januari a.s. in werking. Baten De baten worden, naast de inkomsten van het afvalbrengstation en opbrengsten van oud papier, glas en kunststof, voornamelijk gevormd door de opbrengsten afvalstoffenheffing. Ieder huishouden betaalt voor het inzamelen en verwerken van het huishoudelijk afval. Daarbij wordl een goedkoper tarief gehanteerd voor eenpersoonshuishoudens, nl. 7 0 % van het voltarief. Het aantal kwijtscheldingen heeft invloed op het tarief: als het aantal betalende huishoudens afneemt, neemt de belastingdruk op het aantal wel betalende huishoudens toe, 1 De hier genoemde bedragen wijken ook af van de in de begroting en rekening opgenomen lasten doordat de BTW niet meer rechtstreeks aan de lastenkant zichtbaar is maar wel wordt meegenomen in de tariefsberekening. Bladnummer 6/12 Raadsvoorstel 20 november 2014 Overschotten en tekorten worden ten gunste respectievelijk ten laste van de egalisatiereserve gebracht. Gezien de stand van de tarievenegalisatie is de laatste jaren steeds een onttrekking gedaan, zodat het huidige tarief niet kostendekkend is (voor 2014 was 9 3 , 6 % berekend). Bij de opstelling van de begroting 2015 werd nog uitgegaan van een onttrekking van € 325.000. Dat zou leiden tot een tariefstijging van 1,5% en een kostendekkendheid van 9 4 % . Dit laatste moet in enkele jaren naar 100% worden gebracht. Echter, met de aanstaande invoering van de rijksbelasting op de afvalstoffenbelasting en de daaruit voortvloeiende structurele lastenstijging van € 204.000 ontstaat er nu een nieuw perspectief. Begin 2015 zal de reserve naar verwachting ongeveer € 967.000 bedragen. De afgesproken bodem ( 5 % van de heffingenopbrengst) bedraagt € 242.000 en bovendien dient ook de tweede fase voor het invoeren van ondergrondse containers hier nog uit bekostigd te worden. Dan i Dm in tijd ti aal € 529.00 D uit ce reserve te hale voor zowel de verwachte (structurele) tegenvaller van ruim twee ton als de al geraamde € 32ï 000. Dat zou leiden tot een dekkingspercentage van minder dan 9 0 % en het volgende jaar zou het tarief dan met meer dan 1 0 % moeten stijgen. Dergelijke abrupte stijgingen lijken ons niet wenselijk. Daarom stellen wij u voor het nadeel van deze rijksbelasting vrijwel geheel te dekken door het tarief afvalstoffenheffing extra te verhogen. Door het tarief voor 2 )15 te verhogen met in totaal 5% kan de totale onttrekking aan de reserve beperkt blijven tot € 336.000. F.3 Tarieven afvalstoffenheffing Rekening houdend met de sti. gende uitgaven en de onttrekking aan de egalisatiereserve met € 336.000 worden de basistarieven voor huishoudens met 5% verhoogd. Dit leidt tot de onderstaande tarieven. Uitgangspunt is een prolongatie van het beleid dat het tarief voor eenpersoonshuishoudens 7 0 % van het tarief voor meerpersoonshuishoudens bedraagt en onveranderde tarieven voor de extra containers. De kosten van een extra groene container bli. en feit k wat hoger te liggen, die van de grijze wat lager, maar om de afvalscheiding te stimuleren stellen wij voor de tarieven op dit moment niet i te passen. In de eerste helft van het komende jaar zullen wij u een nieuw Afvalbeleidsplan voorleggen, waarbij wij hierop terug zullen komen. Tarieven afvalstoffenheffing 2015 Eenpersoonshuishoudens € 148,92 Meerpersoonshuishoudens € 212,76 Extra grijze container 240 1 € 90,00 Ex € 60,00 Extra groene container 240 1 e co 140 1 € 45,00 Extra groene container 140 1 € 30,00 In de onderstaande tabel treft u een overzicht aan van de ontwikkeling van de afvalstoffenheffing vanaf 2008. Tarieven Jaar 200? afvalstoffenheffing tarief tarief eenpersoons- meerpersoons- huishoudens huishoudens 197,88 282,71 2 0 14 - 41 B Bladnummer 7/12 Raadsvoorstel 20 november 2014 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 F.4 185,88 182,16 155,76 147,84 140,40 141,84 148,92 265,56 260,28 222,48 211,20 200,52 202,68 212,76 Tarieven afvalbrengstation De tarieven van het afvalbrengstation (waarvan het saldo van baten en lasten ook mede de hoogte van de afvalstoffenheffing bepaalt) zijn geactualiseerd op basis van de werkelijke kosten van verwerking en opslag. Sommige tarieven blijven geli; c, sommige stijgen. Daarnaast wordt een aantal afvalstromen niet meer ingenomen omdat deze door de burger toch al elders kunnen worden ingeleverd, tegen dezelfde of lagere kosten. Het gaat om gasflessen, LPG-tanks en autobanden met velg. G. Rioolheffingen G.l A c h t e r g r o n d en o n t w i k k e l i n g e n rioolheffing De achtergrond voor het heffen van rioolheffing is het streven naar kostendekkendheid van gemeentelijke diensten en activiteiten. De kosten van onderhoud, verbetering en reconstructie van riolering mogen worden beschouwd als activiteiten waarvoor een tegenprestatie van de burger in de vorm van een " r e c h t " mag worden gevraagd. Daarnaast is, sinds 1 januari 2008, de gemeente nu ook verantwoordelijk voor het grondwater en hemelwater en is de verbrede rioolheffing ingevoerd. Hiermee kunnen gemeenten ook voorzieningen bekostigen voor regenwaterafvoer en de aanpak van grondwaterproblemen in bebouwd gebied. Basis is het door u vastgestelde Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2014-2018. Hierin wordt een planning gegeven van de benodigde werkzaamheden en de bijbehorende financiële gevolgen daarvan. 3.2 De resultaten In deze paragraaf wordt een beeld gegeven van de kosten en opbrengsten van de riolering. In onderstaande tabel zijn de totale kosten, opbrengsten en het resultaat samengevat. Resultaat onderhoud riolering rekening 2010 - 2015 rekening bedragen x € 1.000 rekening rekening begroting Begroting 2010 2011 2012 2013 2014 2015 Uitgaven2 3.142 3.313 3.186 3.240 3.676 3.840 Inkomsten 3.033 3.200 3.216 3.417 3.376 3.582 96 % 97% 101 % 105% 92% 93% Kostendekking Om een zuiverder beeld van de werkelijke lasten en baten en de kostendekking te geven zijn in bovenstaande bedragen niet de kwijtscheldingen en de eventuele stortingen en onttrekkingen aan de egalisatiereserve verwerkt. De onderdekking van de afgelopen jaren wordt volledig gecompenseerd door de onttrekking aan de tarievenegalisatiereserve. Die reserve is ruim 2 De hier genoemde bedragen wijken af van de in rekening en begroting opgenomen lasten. Dit betren de 671 /, die niet meer rechtstreeks aan de lastenkant zichtbaar is (maar wel wordt meegenomen in de tariefsberekening). Bladnummer 8/12 Raadsvoorstel 20 november 2014 toereikend door de overdekking in eerdere j a r e n . Lasten De geraamde lasten stijgen ten opzichte van de raming van 2014 maar minder snel dan eerder verwa ht. In de p k blijkt de stijgi ids me e te vallen, vooral doordat de daadwerkelijke uitvoering van de geplande investeringen vaak achter b k te lope p de planning. Daarnaast is ook een kostenbesparing dat er de laatste jaren structureel minder calamiteiten blijken op te treden. Met de vervanging van de oudere rioleringen is de kwaliteit van het totale rioolstelstel grosso modo toegenomen. Daardoor is het tarief de afgelopen periode ook minder gestegen dan rder geraamd. De planning is nu geactualiseerd en verwerkt in het GRP 2014 )18. \ daarnaast de komende jaren wel een opdrijvend effect heeft en nog niet verwerkt is in het GRP is de toename van kosten van baggeren. De zorg voor oppervlakte- en grondwater valt sinds een aantal jaren ook onder de rioolheffing. Een voorstel voor een nieuw Bac jerplan leggen wij u in dezelfde vergadering voor. De kosten voor 2015 ad € 88.000 kunnen voor 2015 nog gedekt worden uit de tarievenegalisatiereserve. Baten De baten bestaan voor het grootste deel uit de opbrengsten rioolheffingen. Voor ieder pand dat is aangesloten op de riolering, woning of bedrijf, is een basis rioolrecht verschuldigd. Daarbij betalen de eenpersoonshuishoudens een tarief dat 7 0 % bedraagt van dat basisrecht. Daarnaast is, voor een waterverbruik boven de 3 0 0 m 3 per jaar, ook een bedrag per m 3 verschuldigd. De opbrengst van grootverbruik loopt de laatste jaren wat terug (doordat het waterverbruik ook terugloopt, mede door de opgelopen leegstand van kantoren). Wij stellen daarnaast voor met ing ng van 2015 ook rioolheffing in te voeren voor lozingen op de riolering van bronbemaling e.d. De inkomsten hiervan zullen jaarlijks nogal fluctueren maar er wordt gerekend op extra inkomsten van gemiddeid € Do 2l de v 5.00 men investeringen als de i itbreiding van de g meentelijke taken zullen de lasten de komende jaren nog toenemen. In het GRP is dan ook een stijging van de rioolheffing voorzien. Echter, een aantal jaren is de tarievenegalisatiereserve toegenomen dan wel minder afgenomen door meevallende resultaten, zodat de reserve nog steeds een behoorlijk hoog niveau heeft. Naar verwachting zal het saldo eind 2014 € ! 97.0 0 bedragen, terwijl een buffer van 5% van de uitgaven (minder dan € 200.000) voldoende wordt geacht. Met een onttrekking van € 256.000 in 2015 kan de tariefstijging worden beperkt tot de inflatiecorrectie van 1,25% en ook de jaren erna kan de stijging nog wat worden getemporiseerd. Op t e r m i j n zal echter het tarief naar 100 G.3 )stendekking moeten worden verhoo jd. Tarieven rioolheffing Het bovenstaa ide leidt tot de volgende tariefstelling: Tarief rioolheffing 2015 tarief eenpersoonshuishouden tarief meerpersoonshuishouden en bedrijven bij meer dan 300 m 3 waterverbruik, per m 3 88,92 126,96 0,61 In onderstaande tabel is een overzicht opgenomen van de ontwikkeling van het tarief voor het rioolheffing vanaf 2 )8. Bladnummer 9/12 20 1 4 - 4 1 B Raadsvoorstel 20 november 2014 Tarieven rioolheffing Jaar 1-pers.hh 2008 72,24 2009 75,12 78,12 2010 2011 81,24 2012 84,48 87,00 2013 87,84 2014 88,92 2015 Tarief meerpers.hh/bedrijven 103,08 107,16 111,48 115,92 120,60 124,20 125,40 126,96 Het tarief rioolheffing ligt hiermee nog steeds ruim onder het landelijk gemiddelde (zie onder paragraaf M Lastendruk), H. Begraafrechten Wij stellen u voor de tarieven begraafrechten te verhogen met het inflatiepercentage van 1,25%>, I. Leges In de legesverordening hebben wij de meeste tarieven verhoogd met het inflatiepercentage van 1,25%. Daarnaast is de verordening op enkele onderdelen geactualiseerd. De belangrijkste wijzigingen vermelden we hieronder. Urgentieverklaring woningzoekende Bij de ombuigingsoperatie bij de begroting is een besparing van € 40.000 meegenomen door de urgentieverlening onder te brengen bij de sociale wijt teams en hiervoor een tarief in rekening te brengen. Tot nu toe was het aanvragen van urgentie in Nieuwegein gratis. Door het ontbreken van een financiële drempel worden in Nieuwegein veel aanvragen gedaan en dientengevolge ook relatief veel afgewezen (circa 62%). De kosten van een aanvraag bedragen gemiddeld (inclusief eventuele medische urgentie) € 467,50 maar gelet op de draagkracht van de doelgroep vinden we 100% kostendekkendheid niet wenselijk, we willen de financiële drempel niet te hoog leggen. Daarom stellen wij u voor aansluiting te zoeken bij het gemiddelde tarief van de regiogemeenten en een tarief te hanteren van € 85. Reisdocumenten en rijbewijs De door het Rijk vastgestelde maximumtarieven van de reisdocumenten volgen we altijd maar deze worden elk jaar erg laat aangekondigd. Ook het tarief rijbewijs is sinds begin dit jaar gemaximeerd. Via de verordening heeft u ons echter al de bevoegdheid toegekend om deze tarieven aan te passen, als het Rijk hierover een besluit neemt dat binnen drie maanden daadwerkelijk in werking treedt. Dit zullen wij dan ook doen, zodra het Rijk de betreffende Besluiten wijzigt. Kosten milieukundig bodemrapport De kosten hiervan blijken in de praktijk vaak hoger uit te vallen. Het tarief is nu verdubbeld naar € 371,60 en is daarmee gelijkgetrokken met de tarieven voor een archeologisch of geluidrapport. Bladnummer 10/12 svoorste 20 november 2014 J. Marktgelden U ontvangt voor dezelfde vergadering een voorstel om de organisatie van de markt te verzelfstandigen, per 1 januari 2015. Daarbij wordt u ook gevraagd de Marktgeldenverordening in te trekken. K. Kwijtschelding Kwijtschelding is mogelijk voor OZB, roerende-zaakbelastingen, afvalstoffenheffing en rioolheffing. Maar voor de OZB wordt deze zelden verleend, omdat eigenaren meestal niet in aanmerking komen voor kwijtschelding omdat niet aan de (maximum) vermogenstoets wordt voldaan. Daarnaast gelden voor afvalstoffenheffing en rioolheffing beperkingen. Bij de afvalstoffenheffin kwijtschelding verleen^ >or het hebben van een ext ïtainer, en bij de rioolheffing niet voor het grootverbruik (bij een waterverbruik van meer dan 300 kubieke meter). Net als de afgelopen jaren volgen wij de ruimst mogelijke landelijke kwijtscheldingsnormen. De enige uitzondering die wij daarop hanteerden was het niet verlenen van kwijtschelding aan zelfstandige ondernemers, in afwachting van nadere regelgeving door het rijk. Maar wij stellen voor leze uit ideri nu los te laten i.v.m. de wenselijke harmonisatie met de BghU en hiervoor de kwijtscheldingsregeling aan te passen. Op één punt wijkt de BghU echter af van de ruimst nr igelijke landelijke normen. De BghUgemeenten nemen de kosten van kinderopvang niet mee voor het vaststellen van de kosten van bestaan. Nieuwegein heeft dit wel gedaan, de gemeenten zijn hiervoor destijds ook financieel gecompenseerd door het rijk, via een toevoeging aan de algemene uitkering. Wij vinden het onwenselijk ons kwijtscheldingsbeleid hierop aan te passen. Dit leidt wel tot een verhoogde bijdrage in de uitvoeringskosten van de BghU. De BghU stelt zich namelijk op het standpunt dat wij afwijken van hun afwijking van de landelijke norm en dat daarom hiervoor extra uitvoeringskosten in rekening zullen worden gebracht. Daarnaast willen wij ook een uitzondering blijven maken voor de extra containers bij de afvalstoffenheffing en het grootverbruik bij het rioolrecht, in deze gevallen vinden wij kwijtschelding nog steeds ongewenst. Op dit moment is nog niet bekend wat de meerkosten van de BghU zullen zijn. Er is toegezegd dat dat uiterlijk 15 november meegec ;ld zal worden, zodat hierover voor aanvang van de collegeverc aderi g duidelijkheid zal zijn. We gaan ervan uit dat deze kosten het bedrag van € 5.000 niet overschrijden. Hiervoor kan binnen de begroting van de afdeling financiën dekking gevonden worden. De post controlekosten biedt namelijk elk jaar enige ruimte voor bijzonderheden. Het aantal huishoudens waaraan kwijtschelding wordt verleend, is de afgelopen jaren weer wat toegenomen. In totaliteit wordt voor 2015 uitgegaan van een bedrag van ongeveer € 378.000, dat zal worden kwijtgescholden aan circa 1.300 huishoudens. L. BghU Met ingang van 1 januari 2015 wordt de aanslagoplegging en invordering van een aantal Bladnummer 11/12 2 0 14-418 Raadsvoorstel 20 november 2014 gemeentelijke belastingen uitgevoerd door de BghU, de Belastingsamenwerking Gemeenten en Hoogheemraadschap Utrecht. Het gaat daarbij om de OZB, de roerende-ruimten-belasting, de afvalstoffen- en rioolheffing en de precariobelasting. Uit praktische overwegingen wordt voorgesteld de diverse verordeningen op een aantal kleine puntjes aan te passen. Qua bedrijfsvoering is het namelijk wenselijk als een zekere uniformiteit bestaat. Het gaat daarbij om details. De opvallendste wijzigingen zijn dat bedragen niet meer worden afgerond op hele euro's en dat de mogelijkheid om automatisch te betalen nu niet meer over acht termijnen maar over tien termijnen wordt gespreid. M. Lastendruk Nieuwegein Teneinde een indruk te geven hoe de gemeente Nieuwegein er qua lastendruk voorstaat, is een vergelijking gemaakt met de landelijke gemeentelijke lastendruk 2014 (bron: COELO, Atlas voor de lokale lasten 2014), met diverse gemeenten in de regio en zijn voor Nieuwegein naast de tarieven 2014 ook de tarieven 2015 in beeld gebracht. T a b e l lokale lasten regio (bedragen in euro's) afvalstoffenheffing gemeente tarief OZB t o t a a l lokale lasten 1-pers. meerpers. 1-pers. meerpers. 1-pers. meerpers. 149 213 89 127 234 472 574 554 20X5 Nieuwegein tarief rioolrecht 2014 Nieuwegein 142 203 88 125 226 456 IJsselstein 117 225 86 258 236 439 719 Houten 122 208 71 121 543 679 227 227 227 668 707 24 220 650 715 Utrecht 214 253 Vianen 182 247 Bunnik 150 203 176 176 481 807 860 Zeist 151 223 134 134 261 546 618 De Bilt 131 254 193 263 370 694 887 Woerden 179 214 164 164 307 650 685 Montfoort 122 199 210 210 331 663 740 Baarn 200 200 196 196 334 '30 730 Soest 174 195 153 153 247 574 595 Stichtse Vecht 143 217 160 217 347 650 781 156 219 162 192 303 621 713 211 261 168 186 257 636 704 gemiddeld 2 0 1 4 regio gemiddeld 2 0 1 4 landelijk Conclusie: het tarief afvalstoffenheffing 2 ligt onder het gemiddelde regionale niveau en ruim onder het landelijke niveau. De rioolheffing ligt al jaren ruim onder beide niveaus, maar ook de OZB ligt onder zowel het landelijke als het nog hogere regionale niveau. In totaliteit blijven de lokale lasten dan ook wederom ruim onder zowel het regionale als het landelijke gemiddelde. De lokale lasten stijgen in Nieuwegein in 2015 voor een meerpersoonshuishouden met een eigen huis per saldo met gemiddeld 3,6%. Bladnummer 12/12 Raadsvoorstel 20 november 2014 7 Alternatieven n.v.t. 8 Financiële aspecten Behoudens de afvalstoffenheffing en de kosten van baggeren is in de begroting 2015 reeds rekening gehouden met de gevolgen van de nu voorgestelde tariefsaanpassingen. 9 Communicatie aspecten De verordeningen worden gepubliceerd in het digitaal gemeenteblad; daarnaast worden ir >mmunicatie rond de begroting ook de belangrijkste belastingtarieven meegenomen. 10 Juridische aspecten De tarieven worden vastgelegd middels vaststelling van bijgaande verordeningen. 11 Ris o's n.v.t. 12 Bijlagen Verordening Onroerende-zaakbelastingen 2015 Verordening Roerende-zaakbelastingen 2015 Precariobelastingverordening , inclusief tarieventabel 2015 Afvalstoffenheffingverordening, inclu ief tarieventa )el 2015 Kostenonderbouwing Afvalsl )ffenheffi ) 2015 Rioolheffingsverordening 2015 Kostenonderbouwing Rioolheffing 2015 Lijkbezorgingsrechtenverordening, inclusief tarieventabel 2015 Legesverordening 2015 Kwijtscheldingsregeling 2015 2 e begrotingswijziging 2015 burgemeester en wethouders, drs. P.C.M, van Elteren F.T.J.M. Backhuijs secretaris burgemeester CJ tz a a en CD CU f n O ■o c 0 CD t= iS c > f O 00 <fl Ol e c ra F o 01 t 0 t O "to ^ TJ CU I LU o o ■<ƒ A Q_ —. - c a co . a ü . O) t CJ) K .E 0 P c p T5 ^ o o o q ^ me ^ ê LU o o o LO CN o o o m o o o o o o ■* co O CN CN CN O O 0 0 0 Lf) in + O CN o .E a Q. tz CU O) 'w O) CJ) c a , c ■.= c CD CD fc 2Ï CD Q CM o o TT00 CM O O o ai ai * ■ " o o o CO O o o o m" ^r o o ^ 0 0 0 co o O O o o o o o o 0 0 0 eg o hCN < - o ■■fr 0 + O tN O a o -^ ^ CN CM o o q aï CO *~ o o o co LO - ƒ - * CN O CO CM T - CJ) co CJ) co co +1 + c m CD CO c IN O O o o o ■ * CJ) o > o o> ro T ~ 0> o o o o co TT co O O 0 0 0 1 o o o o o o w ^r ^r co CN O TCN T - co + + o 1 f o o o CD ■<fr c o in s o o q cd co CM O O O o o o o o CN O) ~i —1 ^ -z. -i —} -> -Ï üf U) E E ü) CU cc N > CU ai w t? U T3 a: O) ; 5 1 o> c ^ . i i tz c & 'S *= S T3 CT f > O ^ < er O O) a it= aj _J () <cu CD CO UO) ra ^o 5 CD £CD £ 9 *o O) co o> cu .E c fO ra 13 I r t <N _i O LU < CD : 'n X ^ > Z3 D O o 5 co o CD CD ^r co E F r- 00 Q_ ■ 3 F 9» < _1 O U- CD S, tJ Q O £> b m o o o n a. -) tz CU ■0 s ■11 ^ co r - 42 ;o '3 "3 00 o o c CO CD & CD -J o o o o « co 5 n c £CO ■ CO 1- oo 5 : CU > JU C 5 .2 3 ± E o, ro r CO N C M ' O O i - CN O CO CO CO T J- (O CJ) CT > Oï CD CT ) ! CQ u _ c O) CN z o co a) a> "co rr > x > K. 0) c .£ eservi rijverv uisvui rijverv eserv p CT i 3 c E ^ oi co *~ '5 Oï nttre kom Fvals ioolh nttre £ y E E c aan best o UJ aan best an clerde heffi -C z vt CJf tz CU ■o E 9 g + c -J 1 _ --, 0 0 0 ■ ^ CN Oï CN + a E o O o o o CN O) CN CQ T- O 0 T in 0 CN 0 0 0 g co 0 ^r CO Cï TD '<0 CU CJ) O 1 - nt z 0 1- 0 0 0 m co 0 O CN 0 0 0 0 co CN "cö < * ■* 0 0 co £ ra 0 h- o O 0) •c -e E s -5 •£ E ï C B ra ra e-e- o + S o + o + o + s g' o o o o o o CO CO co co o + en O c ^ o) Q c ^ O (/) O « il ■g * fe-a E c «£ U £1 > r: Uï Pil a) a a> ju S i c 5 3 3 3 D o in O U> *- CN o o o o (O o T - CM o o o o te o ü m m I t/J F LU CO CN o o o CN 00 co Ol ai O) ai O) 03 r-- co CN O) o ai o a CN 00 O) ai Oi Oi OJ =^ " ^ i£ s OS" 3 =r l ra w £ 1 1 5 e .*: ■ : : I c I III ^£? 8=8 Q =, O O N > 2 i> J U (ö ilccS
© Copyright 2024 ExpyDoc