2014-418 Tarieven gemeentelijke heffingen en belastingen met 8

20 1 4 - 4 1 8
Nieuwegein Af/p^ftj|
Gemeenteraad
Onderwerp T a r i e v e n g e m e e n t e l i j k e h e f f i n g e n en b e l a s t i n g e
2015
Datum
20 n o v e m b e r 21 i l 4
Raadsvoorstel
Afdeling
Financiën
Portefeuillehouder
Mr. J . A . N . Gadella
Onderwerp
Tarieven gemeentelijke heffingen en belastingen 2015
Gevraagd besluit
Wij stellen u voor:
1.
de tarieven voor onroerende-zaakbelastingen en de roerende-zaakbelastingen als volgt vast te
stellen:
eigenaren woningen
0,1219 %
eigenaren niet-woningen
0,3134 %
gebruikers niet-woningen
0,2507 %
en hiervoor de verordeningen Onroerende-zaakbelastingen 2015 en Roerende-zaakbelastingen
2015 vast te stellen conform bijgevoegde besluiten;
2.
de tarieven voor precariobelasting te wijzigen conform de bijgevoegde tarieventabel
precariobelasting en hiervoor de precariobelasting verordening 2015 v a s t t e stellen conform
bijgevoegd besluit;
3.
de tarieven voor de afvalstoffenheffing te wijzigen en hiertoe de Afvalstoffenheffingverordening
2015 vast te stellen conform bijgevoegd besluit; per 1 januari 2015 worden de belangrijkste
tarieven:
4.
a.
eenpersoonshuishoudens
€ 148,92
b.
meerpersoonshuishoudens
€ 212,76
het tarief voor rioolheffing per 1 januari 2015 te wijzigen in een basisbedrag van:
a.
€ 88,92 voor een eenpersoonshuishouden
b.
€ 126,96 voor een meerpersoonshuishouden of bedrijf
c.
voor gebruikers met een waterverbruik van jaarlijks meer dan 300 m 3 , naast het onder b.
genoemde basisbedrag een tarief van € 0,61 per m 3 boven de 300 m 3 in rekening te
brengen.
en hiervoor de rioolheffingsverordening 2015 vast te stellen conform bijgevoegd besluit;
5.
de tarieven voor lijkbezorgingsrechten te wijzigen conform de bijgevoegde tarieventabel
lijkbezorgingsrechten en hiervoor de lijkbezorgingsrechtenverordening 2015 vast te stellen
conform bijgevoegd besluit.
6.
De tarieven voor de leges te wijzigen conform bijgevoeqde tarieventabel leges en hiervoor de
7.
Het kwijtscheldingsbeleid wijzigen middels vaststellen van de Regels kwijtschelding
legesverordening 2015 vast te stellen conform bijgevoegd besluit.
gemeentelijke heffingen 2015;
8.
De effecten van bovengenoemde besluiten te verwerken in de tweede begrotingswijziging
Bladnummer 2/12
Raadsvoorstel 20 november 2014
2015*
3
Aanleiding en probleembeschrijving
Jaarlijks wordt u het tarievenvoorstel voorgelegd, waarbij de tarieven voor het nieuwe
belastingjaar worden vastgesteld.
4
Gewenst maatschappelijk effect
n.v.t.
5
Bestaand beleidskader
Er wordt zoveel mogelijk gesl
ir volledige ko
:ndel<
) van de rechten en er wordt een
inflatiecorrectie toegepast op de belastingen en leges. De verwachting is dat de lonen en prijzen
in 2015 met gemiddeld 1,25% zullen stijgen. Daarnaast is voor de rioolheffing ook rekening
gehouden met het vastgestelde Gemeentelijk Rioleringsplan en voor de afvalstoffenheffing is de
begroting 2015 van de RMN meegenomen.
6
Voorgestelde oplossing
Jaarlijks leggen wij u de voorstellen voor de gemeentelijke heffingen aan u voor. De gewijzigde
verordeningen zijn als concept-raadsbesluiten bij dit voorstel opgenomen. Door tijdsdruk wordt
dit voorstel u dit jaar niet tegelijkertijd met de begroting aangeboden.
Achtereenvolgens treft u aan:
A.
algemene definities van belastingen en rechten
B.
onroerende-zaakbelastingen (OZB)
C.
roerende-zaakbelastingen
D.
precariobelasting
E.
parkeerbelasting
F.
afvalstoffenheffing
G.
rioolheffingen
H.
begraafrechten
I.
leges
J.
marktgelden
K.
L
wijtschelding
)hU
M. een beeld v a n de l a s t e n d r u k
A.
Belastingen en r e c h t e n : definities
Heffingen zijn de van overheidswege opgelegde belastingen en rechten. Belastingen
worden
aangewend als algemene dekkingsmiddelen; er bestaat dus geen individueel aanwijsbare
jenprestatie. Voor de heffing van rechten is wel een individueel aanwijsbare tegenprestatie
aanwezig. In principe geldt daarvoor dan ook de beleidslijn dat de kosten van deze prestatie
volle Jig mo
n worden gedekt uit de opbrengsten van de heffing. Inclusief de voorgestelde
verhogingen in dit voorstel geldt dit in 2015 voor nagenoeg alle gemeentelijke rechten. In het
2 0 14-418
Bladnummer 3/12
Raadsvoorstel 20 november 2014
kader van transparantie is in de bijlagen bij dit voorstel aangegeven voor de belangrijkste
heffingen (de afvalstoffenheffing en de rioolheffing) welke berekeningen ten grondslag liggen aan
de voorgestelde tarieven.
Eventuele tekorten en overschotten van enkele van deze rechten worden onttrokken aan,
respectievelijk gestort in de betreffende egalisatiereserves.
In paragraaf 2.3.2 van de programmabegroting 2015 is u reeds een samenvatting gegeven van de
tariefsaanpassingen. Per heffing wordt daar ook kort ingegaan op de ontwikkelingen. In deze
paragraaf werd ook aangekondigd dat voor de afvalstoffenheffing waarschijnlijk een aanvullende
tariefstijging zou volgen als gevolg van invoering van een rijksbelasting. Dat is nu in dit voorstel
verwerkt.
B.
OZB
B.l
Opbrengst OZB 2015
Gezien de financiële situatie van de gemeente stellen wij u voor om dit jaar de OZB-opbrengst,
naast de indexatie van 1,25%, met € 300.000 extra te verhogen. Dit 2idt tot een extra stijging
van bijna 2 2%. Inclusief de indexering van 1,25% betekent dit een stijging van ruim 3,4%.
Elk jaar worden nieuwe taxatiewaarden gehanteerd maar deze nieuwe waarden mogen op zich
geen wijziging brengen in de totale te realiseren belastingopbrengst of in de belastingdruk
tussen woningen enerzijds en niet-woningen anderzijds. Maar als gevolg van de hertaxatie kan
de aanslag per object, afhankelijk van de waardeontwikkeling, natuurlijk wèl meer of minder
afwijken van het gemiddelde stijgingspercentage van 3,4%.
De macronorm van de OZB voor 2015 is vastgesteld op 3%. Dit is het toegestane gemiddelde
van de OZB-stijging van alle gemeenten. Overigens heeft het kabinet geconcludeerd dat deze
macronorm geen effectief beheersinstrument is gebleken maar voor 2015 wordt deze norm nog
wel gehanteerd. Er wordt naar gestreefd om voor 2016 een woonlastennorm te ontwikkelen.
B.2
Hertaxatie
Elk jaar worden de waarden opnieuw getaxeerd, naar de peildatum per 1 januari van het jaar
voorafgaand aan het belastingjaar. Voor het begrotingsjaar 2015 geldt dus de prijspeildatum
1 januari 2014. Op dit moment zijn de exacte waarden nog niet volledig bekend maar geschat
wordt dat ten opzichte van 1 januari 2013 de waarden van de woningen met circa 2,6% zijn
gedaald en de waarden van de niet-woningen met circa 3,7%.
Uiteraard heeft een verandering in het totaal van de taxatiewaarden geen gevolgen voor de
totale belastingopbrengst. De waardeverandering en het verschil in waardeontwikkeling tussen
woningen en niet-woningen worden immers elk jaar gecorrigeerd middels het tarief. Wel kunnen
er natuurlijk individueel verschillen ontstaan als het belastingobject meer of minder dan
gemiddeld in waarde is gedaald.
B.3
Voorlopige vaststelling tarief
Zoals hierboven vermeld wordt bij het bepalen van de tarieven altijd uitgegaan van een raming
van de taxatiewaarden, omdat op dat moment nog niet alle werkelijke waarden exact bekend
zijn. Het is echter wettelijk verplicht om de tarieven voor de OZB vóór 1 januari van het
belastingjaar vast te stellen. Het is niet toegestaan deze na januari nog te verhogen, mochten
Bladnummer 4/12
laadsvoorstel 20 november 2014
de taxatiewaarden lager blijken uit te vallen dan geraamd. Echter, naderhand verlagen mag wel,
omdat dat in het voordeel van de belastingplichtige is. Omdat in de praktijk de waarden altijd
wat hoger of lager uitvallen dan geraamd, hanteren wij sinds enkele jaren voorzichtigheidshalve
een beperkte marge bij het vaststellen van de tarieven. Nu door omstandigheden de hertaxatie
vertraging heeft opgelopen, wordt dit jaar bovendien een wat ruimere marge gehanteerd. De
aanslagen worden pas eind februari opgelegd dus dan kunnen in de raadsvergadering van
januari alsnog de belastingpercentages worden verlaagd, wanneer dit nodig mocht zijn op basis
van de actuelere gegevens. Overigens is dat dan slechts puur een technische wijziging, de
politiek-bestuurlijke afweging (het bepalen van de gewenste hoogte van de OZB-opbrengst)
vindt uiteraard nog steeds plaats bij de behandeling van de begroting. Om zo actueel mogelijke
gegevens te kunnen gebruiken zullen we deze eventuele wijziging zonder voorafgaande
commissiebehandeling rechtstreeks in de raadsvergadering van januari te brengen.
B.4
Tarieven 2015
De tarieven worden uitgedrukt in een percentage van de totale getaxeerde waarde. Rekening
houdend met de hiervoor genoemde uitgangspunten leidt dit voor 2015 tot de volgende
belastingpercentages:
OZB tarieven 2 0 I S
Categorie objecten
Eiqenaren
ebruikers
Totaal
Woningen
0,1219%
__
Niet-woninqen
0,3134%
0,2507%
c.
0,1219%
0,5641%
Roerende-zaakbelastingen
Sinds de invoering van deze belasting in 2005 volgt deze belasting de OZB: er gelden dezelfde
tarieven per dezelfde prijspeildatum. De opbrengst is beperkt, het gaat om een aantal
woonboten.
D.
Precariobelasting
In het coalitieakkoord hebben wij een ombuigingsmaatregel afgesproken om € 35.000
meeropbrengst te realiseren door het marktconform maken van de tarieven voor standplaatsen.
We zijn namelijk van mening dat de standplaatshouders in Nieuwegein fors minder betalen dan in
omliggende gemeenten en dat ze ten opzichte van de reguliere winkels onevenredig goedkoop
gevestigd zijn. We stellen voor om de tarieven voor standplaatsen met ingang van 1 januari 2015
te verhogen. Wel word r me
erentiatk
gebracht in de jaartarieven, afhankelijk van het
aantal dagen per week dat een standplaats wordt ingenomen.
Daarnaast wordt voorgesteld de overige tarieven precariobelasting te verhogen met het
inflal
ge van 1,25%. De mogelijkheid om precario te heffen voor het hebben van
ondergrondse leidingen door nutsbedrijven zou worden afgeschaft door het rijk, maar tot nu toe is
dit nog steeds niet gebeurd. Overigens gaat dit voor Nieuwegein om een betrekkelijk laag bedrag.
E.
Parkeerbelasting
Voor de actualisatie van de parkeerexploitatie ontvangt u in dezelfde vergadering een apart
voorstel. Hierin wordt u besluitvorming voorgesteld over zowel de tarieven van de
parkeergarages alsook de tarieven voor het straatparkeren en de naheffingen.
2 0 14-418
Bladnummer 5/12
Raadsvoorstel 20 november 2014
F.
Afvalstoffenheffing
F.l
Algemeen
De burgers van Nieuwegein betalen door middel van de afvalstoffenheffing voor het inzamelen
en verwerken van het huishoudelijk afval. Het afval wordt zoveel mogelijk gescheiden en deels
ondergronds ingezameld. Gestreefd wordt naar kostendekkendheid van het tarief.
F.2
De r e s u l t a t e n
In deze paragraaf wordt een beeld gegeven van de kosten en opbrengsten van het inzamelen
van huishoudelijk afval. In onderstaande tabel zijn de totale inkomsten, uitgaven en het
resultaat samengevat.
Resultaat inzamelen
huisvuil
bedragen x € 1.000
2010 - 20
rekening
rekening
2010
2011
I rekening
2012
rekening
begroting
begroting
2013
2014
2015
Uitgaven 1
6.122
4.643
5.005
5.122
5.090
5.347
Inkomsten
6.204
5.276
5.085
4.849
4.763
5.011
101,3 %
113,6%
101,6%
94,7%
93,6%
93,7%
Kostendekking
Om een zuiverder beeld van de werkelijke lasten en baten en de kostendekking te geven, zijn in
bovenstaande bedragen niet de kwijtscheldingen en de stortingen en onttrekkingen aan de
egalisatiereserve verwerkt.
Lasten
De in de begroting geraamde lasten stijgen in 2015 met ongeveer 1 % ten opzichte van 2014.
Onderling vinden er wat verschuivingen plaats, voor een nadere toelichting hierop wordt
kortheidshalve verwezen naar de programmabegroting.
Maar wat echter nog niet geraamd is, zijn de te verwachten lasten van de nieuw in te voeren
rijksbelasting op afvalstoffen. Dit onderwerp maakt deel uit van het belastingplan 2015 wat het
kabinet per 1 januari 2015 wil invoeren. In het wetsvoorst I is een bedrag opgenomen van €13
per ton restafval; dit zou een forse extra lastenstijging voor de gemeente betekenen, van
€ 204.000 structureel per jaar. Dit wetsvoorstel moet nog door de Eerste Kamer, maar naar
verwachting treedt dit inderdaad 1 januari a.s. in werking.
Baten
De baten worden, naast de inkomsten van het afvalbrengstation en opbrengsten van oud papier,
glas en kunststof, voornamelijk gevormd door de opbrengsten afvalstoffenheffing. Ieder
huishouden betaalt voor het inzamelen en verwerken van het huishoudelijk afval. Daarbij wordl
een goedkoper tarief gehanteerd voor eenpersoonshuishoudens, nl. 7 0 % van het voltarief. Het
aantal kwijtscheldingen heeft invloed op het tarief: als het aantal betalende huishoudens
afneemt, neemt de belastingdruk op het aantal wel betalende huishoudens toe,
1
De hier genoemde bedragen wijken ook af van de in de begroting en
rekening opgenomen lasten doordat de BTW niet meer rechtstreeks aan de
lastenkant zichtbaar is maar wel wordt meegenomen in de
tariefsberekening.
Bladnummer 6/12
Raadsvoorstel 20 november 2014
Overschotten en tekorten worden ten gunste respectievelijk ten laste van de egalisatiereserve
gebracht. Gezien de stand van de tarievenegalisatie is de laatste jaren steeds een onttrekking
gedaan, zodat het huidige tarief niet kostendekkend is (voor 2014 was 9 3 , 6 % berekend). Bij de
opstelling van de begroting 2015 werd nog uitgegaan van een onttrekking van € 325.000. Dat
zou leiden tot een tariefstijging van 1,5% en een kostendekkendheid van 9 4 % . Dit laatste moet
in enkele jaren naar 100% worden gebracht.
Echter, met de aanstaande invoering van de rijksbelasting op de afvalstoffenbelasting en de
daaruit voortvloeiende structurele lastenstijging van € 204.000 ontstaat er nu een nieuw
perspectief. Begin 2015 zal de reserve naar verwachting ongeveer € 967.000 bedragen. De
afgesproken bodem ( 5 % van de heffingenopbrengst) bedraagt € 242.000 en bovendien dient
ook de tweede fase voor het invoeren van ondergrondse containers hier nog uit bekostigd te
worden. Dan i
Dm in
tijd ti aal € 529.00 D uit ce reserve te hale
voor zowel de verwachte (structurele) tegenvaller van ruim twee ton als de al geraamde
€ 32ï 000. Dat zou leiden tot een dekkingspercentage van minder dan 9 0 % en het volgende
jaar zou het tarief dan met meer dan 1 0 % moeten stijgen. Dergelijke abrupte stijgingen lijken
ons niet wenselijk. Daarom stellen wij u voor het nadeel van deze rijksbelasting vrijwel geheel te
dekken door het tarief afvalstoffenheffing extra te verhogen. Door het tarief voor 2 )15 te
verhogen met in totaal 5% kan de totale onttrekking aan de reserve beperkt blijven tot
€ 336.000.
F.3
Tarieven afvalstoffenheffing
Rekening houdend met de sti. gende uitgaven en de onttrekking aan de egalisatiereserve met
€ 336.000 worden de basistarieven voor huishoudens met 5% verhoogd. Dit leidt tot de
onderstaande tarieven. Uitgangspunt is een prolongatie van het beleid dat het tarief voor
eenpersoonshuishoudens 7 0 % van het tarief voor meerpersoonshuishoudens bedraagt en
onveranderde tarieven voor de extra containers. De kosten van een extra groene container
bli. en feit
k wat hoger te liggen, die van de grijze wat lager, maar om de afvalscheiding te
stimuleren stellen wij voor de tarieven op dit moment niet
i te passen. In de eerste helft van
het komende jaar zullen wij u een nieuw Afvalbeleidsplan voorleggen, waarbij wij hierop terug
zullen komen.
Tarieven afvalstoffenheffing 2015
Eenpersoonshuishoudens
€
148,92
Meerpersoonshuishoudens
€
212,76
Extra grijze container 240 1
€
90,00
Ex
€
60,00
Extra groene container 240 1
e co
140 1
€
45,00
Extra groene container 140 1
€
30,00
In de onderstaande tabel treft u een overzicht aan van de ontwikkeling van de
afvalstoffenheffing vanaf 2008.
Tarieven
Jaar
200?
afvalstoffenheffing
tarief
tarief
eenpersoons-
meerpersoons-
huishoudens
huishoudens
197,88
282,71
2 0 14 - 41 B
Bladnummer 7/12
Raadsvoorstel 20 november 2014
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
F.4
185,88
182,16
155,76
147,84
140,40
141,84
148,92
265,56
260,28
222,48
211,20
200,52
202,68
212,76
Tarieven afvalbrengstation
De tarieven van het afvalbrengstation (waarvan het saldo van baten en lasten ook mede de
hoogte van de afvalstoffenheffing bepaalt) zijn geactualiseerd op basis van de werkelijke kosten
van verwerking en opslag. Sommige tarieven blijven geli; c, sommige stijgen.
Daarnaast wordt een aantal afvalstromen niet meer ingenomen omdat deze door de burger toch
al elders kunnen worden ingeleverd, tegen dezelfde of lagere kosten. Het gaat om gasflessen,
LPG-tanks en autobanden met velg.
G.
Rioolheffingen
G.l
A c h t e r g r o n d en o n t w i k k e l i n g e n rioolheffing
De achtergrond voor het heffen van rioolheffing is het streven naar kostendekkendheid van
gemeentelijke diensten en activiteiten. De kosten van onderhoud, verbetering en reconstructie
van riolering mogen worden beschouwd als activiteiten waarvoor een tegenprestatie van de
burger in de vorm van een " r e c h t " mag worden gevraagd. Daarnaast is, sinds 1 januari 2008, de
gemeente nu ook verantwoordelijk voor het grondwater en hemelwater en is de verbrede
rioolheffing ingevoerd. Hiermee kunnen gemeenten ook voorzieningen bekostigen voor
regenwaterafvoer en de aanpak van grondwaterproblemen in bebouwd gebied. Basis is het door
u vastgestelde Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2014-2018. Hierin wordt een planning
gegeven van de benodigde werkzaamheden en de bijbehorende financiële gevolgen daarvan.
3.2
De resultaten
In deze paragraaf wordt een beeld gegeven van de kosten en opbrengsten van de riolering. In
onderstaande tabel zijn de totale kosten, opbrengsten en het resultaat samengevat.
Resultaat
onderhoud
riolering
rekening
2010 - 2015
rekening
bedragen x € 1.000
rekening
rekening
begroting
Begroting
2010
2011
2012
2013
2014
2015
Uitgaven2
3.142
3.313
3.186
3.240
3.676
3.840
Inkomsten
3.033
3.200
3.216
3.417
3.376
3.582
96 %
97%
101 %
105%
92%
93%
Kostendekking
Om een zuiverder beeld van de werkelijke lasten en baten en de kostendekking te geven zijn in
bovenstaande bedragen niet de kwijtscheldingen en de eventuele stortingen en onttrekkingen
aan de egalisatiereserve verwerkt. De onderdekking van de afgelopen jaren wordt volledig
gecompenseerd door de onttrekking aan de tarievenegalisatiereserve. Die reserve is ruim
2
De hier genoemde bedragen wijken af van de in rekening en
begroting opgenomen lasten. Dit betren de 671 /, die niet meer rechtstreeks aan de
lastenkant zichtbaar is (maar wel wordt meegenomen in de
tariefsberekening).
Bladnummer 8/12
Raadsvoorstel 20 november 2014
toereikend door de overdekking in eerdere j a r e n .
Lasten
De geraamde lasten stijgen ten opzichte van de raming van 2014 maar minder snel dan eerder
verwa ht. In de p
k blijkt de stijgi
ids me e te vallen, vooral doordat de daadwerkelijke
uitvoering van de geplande investeringen vaak achter b
k te lope
p de planning. Daarnaast
is ook een kostenbesparing dat er de laatste jaren structureel minder calamiteiten blijken op te
treden. Met de vervanging van de oudere rioleringen is de kwaliteit van het totale rioolstelstel
grosso modo toegenomen. Daardoor is het tarief de afgelopen periode ook minder gestegen dan
rder geraamd. De planning is nu geactualiseerd en verwerkt in het GRP 2014
)18. \
daarnaast de komende jaren wel een opdrijvend effect heeft en nog niet verwerkt is in het GRP
is de toename van kosten van baggeren. De zorg voor oppervlakte- en grondwater valt sinds
een aantal jaren ook onder de rioolheffing. Een voorstel voor een nieuw Bac jerplan leggen wij u
in dezelfde vergadering voor. De kosten voor 2015 ad € 88.000 kunnen voor 2015 nog gedekt
worden uit de tarievenegalisatiereserve.
Baten
De baten bestaan voor het grootste deel uit de opbrengsten rioolheffingen. Voor ieder pand dat
is aangesloten op de riolering, woning of bedrijf, is een basis rioolrecht verschuldigd. Daarbij
betalen de eenpersoonshuishoudens een tarief dat 7 0 % bedraagt van dat basisrecht. Daarnaast
is, voor een waterverbruik boven de 3 0 0 m 3 per jaar, ook een bedrag per m 3 verschuldigd. De
opbrengst van grootverbruik loopt de laatste jaren wat terug (doordat het waterverbruik ook
terugloopt, mede door de opgelopen leegstand van kantoren). Wij stellen daarnaast voor met
ing ng van 2015 ook rioolheffing in te voeren voor lozingen op de riolering van bronbemaling
e.d. De inkomsten hiervan zullen jaarlijks nogal fluctueren maar er wordt gerekend op extra
inkomsten van gemiddeid €
Do
2l de v
5.00
men investeringen als de i itbreiding van de g meentelijke taken zullen
de lasten de komende jaren nog toenemen. In het GRP is dan ook een stijging van de
rioolheffing voorzien. Echter, een aantal jaren is de tarievenegalisatiereserve toegenomen dan
wel minder afgenomen door meevallende resultaten, zodat de reserve nog steeds een behoorlijk
hoog niveau heeft. Naar verwachting zal het saldo eind 2014 € ! 97.0 0 bedragen, terwijl een
buffer van 5% van de uitgaven (minder dan € 200.000) voldoende wordt geacht. Met een
onttrekking van € 256.000 in 2015 kan de tariefstijging worden beperkt tot de inflatiecorrectie
van 1,25% en ook de jaren erna kan de stijging nog wat worden getemporiseerd. Op t e r m i j n zal
echter het tarief naar 100
G.3
)stendekking moeten worden verhoo jd.
Tarieven rioolheffing
Het bovenstaa ide leidt tot de volgende tariefstelling:
Tarief rioolheffing 2015
tarief eenpersoonshuishouden
tarief meerpersoonshuishouden en bedrijven
bij meer dan 300 m 3 waterverbruik, per m 3
88,92
126,96
0,61
In onderstaande tabel is een overzicht opgenomen van de ontwikkeling van het tarief voor het
rioolheffing vanaf 2
)8.
Bladnummer 9/12
20 1 4 - 4 1 B
Raadsvoorstel 20 november 2014
Tarieven rioolheffing
Jaar
1-pers.hh
2008
72,24
2009
75,12
78,12
2010
2011
81,24
2012
84,48
87,00
2013
87,84
2014
88,92
2015
Tarief
meerpers.hh/bedrijven
103,08
107,16
111,48
115,92
120,60
124,20
125,40
126,96
Het tarief rioolheffing ligt hiermee nog steeds ruim onder het landelijk gemiddelde (zie onder
paragraaf M Lastendruk),
H.
Begraafrechten
Wij stellen u voor de tarieven begraafrechten te verhogen met het inflatiepercentage van 1,25%>,
I.
Leges
In de legesverordening hebben wij de meeste tarieven verhoogd met het inflatiepercentage van
1,25%. Daarnaast is de verordening op enkele onderdelen geactualiseerd. De belangrijkste
wijzigingen vermelden we hieronder.
Urgentieverklaring woningzoekende
Bij de ombuigingsoperatie bij de begroting is een besparing van € 40.000 meegenomen door de
urgentieverlening onder te brengen bij de sociale wijt teams en hiervoor een tarief in rekening te
brengen. Tot nu toe was het aanvragen van urgentie in Nieuwegein gratis. Door het ontbreken
van een financiële drempel worden in Nieuwegein veel aanvragen gedaan en dientengevolge ook
relatief veel afgewezen (circa 62%). De kosten van een aanvraag bedragen gemiddeld (inclusief
eventuele medische urgentie) € 467,50 maar gelet op de draagkracht van de doelgroep vinden
we 100% kostendekkendheid niet wenselijk, we willen de financiële drempel niet te hoog leggen.
Daarom stellen wij u voor aansluiting te zoeken bij het gemiddelde tarief van de regiogemeenten
en een tarief te hanteren van € 85.
Reisdocumenten en rijbewijs
De door het Rijk vastgestelde maximumtarieven van de reisdocumenten volgen we altijd maar
deze worden elk jaar erg laat aangekondigd. Ook het tarief rijbewijs is sinds begin dit jaar
gemaximeerd. Via de verordening heeft u ons echter al de bevoegdheid toegekend om deze
tarieven aan te passen, als het Rijk hierover een besluit neemt dat binnen drie maanden
daadwerkelijk in werking treedt. Dit zullen wij dan ook doen, zodra het Rijk de betreffende
Besluiten wijzigt.
Kosten milieukundig bodemrapport
De kosten hiervan blijken in de praktijk vaak hoger uit te vallen. Het tarief is nu verdubbeld naar
€ 371,60 en is daarmee gelijkgetrokken met de tarieven voor een archeologisch of
geluidrapport.
Bladnummer 10/12
svoorste 20 november 2014
J.
Marktgelden
U ontvangt voor dezelfde vergadering een voorstel om de organisatie van de markt te
verzelfstandigen, per 1 januari 2015. Daarbij wordt u ook gevraagd de Marktgeldenverordening
in te trekken.
K.
Kwijtschelding
Kwijtschelding is mogelijk voor OZB, roerende-zaakbelastingen, afvalstoffenheffing en
rioolheffing. Maar voor de OZB wordt deze zelden verleend, omdat eigenaren meestal niet in
aanmerking komen voor kwijtschelding omdat niet aan de (maximum) vermogenstoets wordt
voldaan. Daarnaast gelden voor afvalstoffenheffing en rioolheffing beperkingen. Bij de
afvalstoffenheffin
kwijtschelding verleen^
>or het hebben van een ext
ïtainer,
en bij de rioolheffing niet voor het grootverbruik (bij een waterverbruik van meer dan 300
kubieke meter).
Net als de afgelopen jaren volgen wij de ruimst mogelijke landelijke kwijtscheldingsnormen. De
enige uitzondering die wij daarop hanteerden was het niet verlenen van kwijtschelding aan
zelfstandige ondernemers, in afwachting van nadere regelgeving door het rijk. Maar wij stellen
voor leze uit ideri
nu los te laten i.v.m. de wenselijke harmonisatie met de BghU en
hiervoor de kwijtscheldingsregeling aan te passen.
Op één punt wijkt de BghU echter af van de ruimst nr igelijke landelijke normen. De BghUgemeenten nemen de kosten van kinderopvang niet mee voor het vaststellen van de kosten van
bestaan. Nieuwegein heeft dit wel gedaan, de gemeenten zijn hiervoor destijds ook financieel
gecompenseerd door het rijk, via een toevoeging aan de algemene uitkering. Wij vinden het
onwenselijk ons kwijtscheldingsbeleid hierop aan te passen. Dit leidt wel tot een verhoogde
bijdrage in de uitvoeringskosten van de BghU. De BghU stelt zich namelijk op het standpunt dat
wij afwijken van hun afwijking van de landelijke norm en dat daarom hiervoor extra
uitvoeringskosten in rekening zullen worden gebracht.
Daarnaast willen wij ook een uitzondering blijven maken voor de extra containers bij de
afvalstoffenheffing en het grootverbruik bij het rioolrecht, in deze gevallen vinden wij
kwijtschelding nog steeds ongewenst.
Op dit moment is nog niet bekend wat de meerkosten van de BghU zullen zijn. Er is toegezegd
dat dat uiterlijk 15 november meegec ;ld zal worden, zodat hierover voor aanvang van de
collegeverc aderi g duidelijkheid zal zijn. We gaan ervan uit dat deze kosten het bedrag van
€ 5.000 niet overschrijden. Hiervoor kan binnen de begroting van de afdeling financiën dekking
gevonden worden. De post controlekosten biedt namelijk elk jaar enige ruimte voor
bijzonderheden.
Het aantal huishoudens waaraan kwijtschelding wordt verleend, is de afgelopen jaren weer wat
toegenomen. In totaliteit wordt voor 2015 uitgegaan van een bedrag van ongeveer € 378.000,
dat zal worden kwijtgescholden aan circa 1.300 huishoudens.
L.
BghU
Met ingang van 1 januari 2015 wordt de aanslagoplegging en invordering van een aantal
Bladnummer 11/12
2 0 14-418
Raadsvoorstel 20 november 2014
gemeentelijke belastingen uitgevoerd door de BghU, de Belastingsamenwerking Gemeenten en
Hoogheemraadschap Utrecht. Het gaat daarbij om de OZB, de roerende-ruimten-belasting, de
afvalstoffen- en rioolheffing en de precariobelasting.
Uit praktische overwegingen wordt voorgesteld de diverse verordeningen op een aantal kleine
puntjes aan te passen. Qua bedrijfsvoering is het namelijk wenselijk als een zekere uniformiteit
bestaat. Het gaat daarbij om details. De opvallendste wijzigingen zijn dat bedragen niet meer
worden afgerond op hele euro's en dat de mogelijkheid om automatisch te betalen nu niet meer
over acht termijnen maar over tien termijnen wordt gespreid.
M.
Lastendruk Nieuwegein
Teneinde een indruk te geven hoe de gemeente Nieuwegein er qua lastendruk voorstaat, is een
vergelijking gemaakt met de landelijke gemeentelijke lastendruk 2014 (bron: COELO, Atlas voor
de lokale lasten 2014), met diverse gemeenten in de regio en zijn voor Nieuwegein naast de
tarieven 2014 ook de tarieven 2015 in beeld gebracht.
T a b e l lokale lasten regio (bedragen in euro's)
afvalstoffenheffing
gemeente
tarief
OZB
t o t a a l lokale lasten
1-pers.
meerpers.
1-pers.
meerpers.
1-pers.
meerpers.
149
213
89
127
234
472
574
554
20X5
Nieuwegein
tarief
rioolrecht
2014
Nieuwegein
142
203
88
125
226
456
IJsselstein
117
225
86
258
236
439
719
Houten
122
208
71
121
543
679
227
227
227
668
707
24
220
650
715
Utrecht
214
253
Vianen
182
247
Bunnik
150
203
176
176
481
807
860
Zeist
151
223
134
134
261
546
618
De Bilt
131
254
193
263
370
694
887
Woerden
179
214
164
164
307
650
685
Montfoort
122
199
210
210
331
663
740
Baarn
200
200
196
196
334
'30
730
Soest
174
195
153
153
247
574
595
Stichtse Vecht
143
217
160
217
347
650
781
156
219
162
192
303
621
713
211
261
168
186
257
636
704
gemiddeld 2 0 1 4
regio
gemiddeld 2 0 1 4
landelijk
Conclusie: het tarief afvalstoffenheffing 2
ligt onder het gemiddelde regionale niveau en ruim
onder het landelijke niveau. De rioolheffing ligt al jaren ruim onder beide niveaus, maar ook de
OZB ligt onder zowel het landelijke als het nog hogere regionale niveau. In totaliteit blijven de
lokale lasten dan ook wederom ruim onder zowel het regionale als het landelijke gemiddelde. De
lokale lasten stijgen in Nieuwegein in 2015 voor een meerpersoonshuishouden met een eigen
huis per saldo met gemiddeld 3,6%.
Bladnummer 12/12
Raadsvoorstel 20 november 2014
7
Alternatieven
n.v.t.
8
Financiële aspecten
Behoudens de afvalstoffenheffing en de kosten van baggeren is in de begroting 2015 reeds
rekening gehouden met de gevolgen van de nu voorgestelde tariefsaanpassingen.
9
Communicatie aspecten
De verordeningen worden gepubliceerd in het digitaal gemeenteblad; daarnaast worden ir
>mmunicatie rond de begroting ook de belangrijkste belastingtarieven meegenomen.
10 Juridische aspecten
De tarieven worden vastgelegd middels vaststelling van bijgaande verordeningen.
11 Ris
o's
n.v.t.
12 Bijlagen
Verordening Onroerende-zaakbelastingen 2015
Verordening Roerende-zaakbelastingen 2015
Precariobelastingverordening , inclusief tarieventabel 2015
Afvalstoffenheffingverordening, inclu ief tarieventa )el 2015
Kostenonderbouwing Afvalsl )ffenheffi
) 2015
Rioolheffingsverordening 2015
Kostenonderbouwing Rioolheffing 2015
Lijkbezorgingsrechtenverordening, inclusief tarieventabel 2015
Legesverordening 2015
Kwijtscheldingsregeling 2015
2 e begrotingswijziging 2015
burgemeester en wethouders,
drs. P.C.M, van Elteren
F.T.J.M. Backhuijs
secretaris
burgemeester
CJ
tz
a
a
en
CD
CU
f
n
O
■o
c
0
CD
t=
iS
c
>
f
O
00
<fl
Ol
e
c
ra
F
o
01
t
0
t
O
"to
^
TJ
CU
I
LU
o
o
■<ƒ
A
Q_
—. - c a
co . a
ü . O) t
CJ)
K .E 0
P c p T5 ^
o
o
o
q
^ me ^ ê
LU
o
o
o
LO
CN
o
o
o
m
o
o
o
o
o
o
■* co
O CN
CN CN
O
O
0
0
0
Lf)
in
+
O
CN
o
.E
a
Q.
tz
CU
O)
'w
O) CJ) c
a , c ■.= c CD
CD fc 2Ï CD Q
CM
o
o
TT00
CM
O
O
o
ai
ai
*
■
"
o
o
o
CO
O
o
o o
m" ^r
o
o
^
0
0
0
co
o
O
O
o
o
o
o
o
o
0
0
0
eg o
hCN < -
o
■■fr
0
+
O
tN
O
a
o
-^
^
CN
CM
o
o
q
aï
CO
*~
o
o
o
co
LO - ƒ - *
CN O CO
CM T -
CJ)
co
CJ)
co
co
+1
+
c
m
CD
CO
c
IN
O
O
o
o
o
■ *
CJ)
o
>
o
o>
ro
T
~
0>
o
o
o
o
co
TT
co
O
O
0
0
0 1
o o o
o o o
w ^r ^r
co
CN O TCN T -
co
+
+
o
1
f
o
o
o
CD
■<fr
c
o
in
s
o
o
q
cd
co
CM
O
O
O
o o o
o o
CN O)
~i
—1
^
-z. -i
—}
->
-Ï
üf
U)
E
E
ü)
CU
cc
N
>
CU
ai
w
t?
U
T3
a:
O) ; 5 1 o>
c ^ . i i tz
c
& 'S *= S
T3
CT f
>
O ^ < er O
O)
a
it=
aj
_J
()
<cu
CD
CO
UO)
ra ^o
5
CD
£CD
£
9
*o
O)
co o>
cu .E
c
fO
ra
13
I r t
<N
_i
O
LU
<
CD
:
'n
X
^
>
Z3
D
O
o
5
co
o
CD
CD
^r
co
E
F
r-
00
Q_
■
3
F
9»
<
_1
O
U-
CD
S,
tJ
Q
O
£>
b
m o
o
o
n
a.
-)
tz
CU
■0
s
■11
^
co r -
42
;o
'3
"3
00
o
o
c
CO
CD
&
CD
-J
o
o
o
o
«
co
5
n
c
£CO
■
CO
1-
oo 5 :
CU
>
JU
C
5
.2 3
± E
o,
ro
r
CO N C M ' O O i - CN O
CO CO CO T J- (O
CJ) CT > Oï CD CT )
!
CQ
u
_
c
O)
CN
z
o
co
a)
a> "co
rr > x > K.
0)
c
.£
eservi
rijverv
uisvui
rijverv
eserv
p
CT
i
3 c
E
^
oi co
*~
'5
Oï
nttre
kom
Fvals
ioolh
nttre
£
y
E
E
c
aan best
o
UJ
aan best
an clerde
heffi
-C
z
vt
CJf
tz
CU
■o
E
9
g
+
c
-J
1 _
--, 0
0
0
■
^ CN
Oï
CN
+
a
E
o
O
o
o
o
CN
O)
CN
CQ
T- O
0 T in 0
CN 0
0 0
g co
0
^r
CO Cï
TD
'<0
CU
CJ) O 1 - nt z
0 1- 0
0 0
m co
0 O CN
0 0 0
0 co CN "cö
< * ■*
0
0 co
£
ra
0
h-
o
O 0)
•c -e
E s
-5 •£
E ï
C B
ra ra
e-e-
o
+
S
o
+
o
+
o
+
s g'
o
o
o
o
o
o
CO CO
co co
o
+
en O
c ^
o) Q
c ^
O (/)
O «
il
■g * fe-a E
c
«£ U
£1
> r:
Uï
Pil
a) a
a> ju S i c 5
3 3
3 D
o in
O U>
*- CN
o o
o o
(O o
T - CM
o
o
o
o
te o
ü
m
m
I
t/J
F
LU
CO
CN
o
o
o
CN
00
co
Ol
ai
O)
ai
O)
03
r-- co
CN O)
o ai
o
a
CN
00
O)
ai
Oi
Oi
OJ
=^ " ^ i£ s
OS" 3
=r
l
ra w £
1
1
5
e
.*:
■ : :
I
c
I
III
^£?
8=8
Q =, O O N
> 2 i> J U (ö
ilccS