14.04.2014 dienst communicatie GENT De Stadstuin aan Dampoort is er voor alle Gentenaars Drie maanden nadat de eerste kerstboom er werd neergepoot, bloeit de nieuwe stadstuin aan Dok Zuid in volle glorie. De pas opgerichte vzw De Stadstuin heeft tal van ideeën en plannen voor het braakliggende stuk grond aan de Dampoort. Aanstaande zaterdag opent de tuin met een grote picknick. Bert Ostyn in de stadstuin aan Gent Dampoort. Foto Didier Verbaere Initiatiefnemer Bert Ostyn wil het braakliggend terrein aan de Dampoort omvormen tot een tuin voor alle Gentenaars en kreeg het terrein de komende drie jaar onder zijn hoede van de stad Gent. Met zijn eigen bedrijfje Kangroen geeft hij workshops over verticaal en ecologisch tuinieren. Die kennis wil hij nu doorgeven in De Stadstuin. «Ondertussen hebben we met een tiental mensen de vzw De Stadstuin opgericht. Ons plan is om overal in de stad soortgelijke terreinen om te vormen tot sociaal, ecologische, duurzame en zelfs economische projecten. Een soort van groene stippen gordel doorheen de stad,» weet Bert Ostyn. Het terrein aan de Dampoort, tussen Dok-Zuid en het water van het Handelsdok is het pilootproject van de vzw. «Heel wat buurtbewoners vonden ondertussen de weg naar hier om te wandelen. En we hebben ondertussen een lijst met 90 vrijwilligers die willen meewerken in de tuin. Mensen van de sociale tewerkstelling De Sleutel bouwden ondertussen vier kippenrennen. Wie wil, kan een kip adopteren om te verzorgen in ruil voor dagverse eieren,» legt Bert uit. «Binnenkort komt er ook een grote yurt (Mongoolse nomadentent, nvdr.) op het terrein waar we workshops kunnen organiseren bij slecht weer of waar kinderen in het droge kunnen spelen. Momenteel zijn we ook gestart met een cursus verticaal aardappelen telen. En half mei opent het Tuin Café. Daar zullen we elk weekend picknickmanden verkopen met producten uit de onmiddellijke omgeving van Gent. Mensen kunnen dan op zonnige dagen komen genieten van dit stukje groen. Het Tuin Café zal mee gebouwd worden door mensen van de vzw Mirabello, een psycho-sociaal revalidatiecentrum», weet Bert. De Stadstuin opent officieel met een grote picknick op zaterdag 19 april van 10 tot 14 uur. Alle info op www.de-stadstuin.be. (DVL) SINT-ODA WORDT 50 Mia Seresia tussen haar bewoners. “Ik kom nog minstens vier dagen per week langs.” Foto Raymond LEMMENS OPRICHTSTER MIA SERESIA (89) KOMT NOG ELKE WEEK NAAR GEHANDICAPTENCENTRUM “Ik leef voor onze bewoners” OVERPELT - In september wordt ze 90. Maar er gaat haast geen dag voorbij, zonder dat Mia een bezoekje brengt aan Sint-Oda. Samen met haar man zaliger Gilbert Seresia, richtte ze vijftig jaar geleden het dienstencentrum in Overpelt op, voor kinderen en volwassen met een ernstige tot diep mentale beperking. “Toen we in de jaren zeventig onze afdeling voor volwassenen openden, hebben we veel gehandicapten uit de psychiatrie gehaald”, vertelt Mia. “Verschillende van die gasten wonen hier nog altijd.” ❞ Mia Seresia-Oversteyns is bijna 90. Maar dat geef je haar niet. Ze is kranig en weet heel goed waar ze mee bezig is. “Ik kom hier nog minstens vier dagen per week langs”, vertelt Mia, die een legertje van 600 vrijwilligers aanvoert. “Twee dagen kom ik de bewoners eten geven. Verder volg ik de unitvergaderingen en de directievergaderingen.” Wanneer ze met haar wandelstok door de gangen en woonzones van Sint-Oda kuiert, knikt ‘mama Mia’ iedereen goeiendag. Haar Sint-Oda, dat ze 50 jaar geleden oprichtte met haar echtgenoot Gilbert, die in 2007 overleed. “Wij hadden zelf een zwaar mentaal gehandicapte zoon, Stijn”, vertelt Mia. “Hij is gestorven in 1953, toen hij een jaar was. Nadien namen verschillende ouders van kinderen met een zware handicap contact met ons op. Als zij een instelling voor hun kind zochten, kregen ze altijd hetzelfde antwoord: er is geen plaats, er zijn geen roepingen van broeders en zusters meer. In Limburg was maar één instelling: Sint-Elisabeth in “In 1977 is het nieuwe complex voor volwassenen en adolescenten geopend”, gaat Mia verder. “Indertijd zaten ook veel gehandicapten in de psychiatrie. Ze konden maar tot hun 21 jaar in een instelling blijven en meestal was het voor de ouders te moeilijk om voor hen te zorgen. Dus moesten ze maar naar de psychiatrie, waar ze vol medicatie werden gestopt. Wij hebben toen veel mensen uit de psychiatrie gehaald. Ze wisten niet echt wat er aan de hand was. Maar hier voelen ze wel dat ze op een warme manier behandeld worden. Hen gelukkig maken is ons doel. Verschillende van die gasten wonen hier nu nog.” Even later gaan we met Mia langs in de leefgroep, met de bewoners die in de jaren ‘70 vanuit de psychiatrie naar Sint-Oda zijn gehaald. Ze kent ze allemaal even goed. “Hier is ons Martha (76)”, zegt Mia, terwijl ze een van de bewoners een hand geeft. “Wie gaat er mee op de foto? Wie gaat er mooi lachen?” Even later geeft ze Camy (73) een knuffel. “Jij blijft nog even bij ons hé”, zegt Mia. “Camy was een paar weken geleden nog terminaal, maar ze is er weer helemaal bovenop.” Dan komt Wijchmaal. Mijn man was in die tijd burgemeester, ik zat in de provincieraad. Mijn man heeft contact gelegd met de broeders van liefde, de zusters van liefde, andere zusters. Tot een zusteroverste uit Heerlen een schepen van Neerpelt contacteerde, omdat ze een terrein aan het zoeken waren. In Neerpelt was er geen plaats. En wij waren op zoek naar een orde die de instelling mee wilde stichten. Daarop hebben we contact opgenomen en zo is SintOda gegroeid.” Psychiatrie Via een onderzoek van de sociale commissie wisten Mia en haar man Gilbert wat de noden in onze provincie waren. “Er waren tussen de 700 en 900 kinderen en volwassenen die een plaats zochten”, vertelt ze. “Daarom zagen we het meteen tamelijk groot. Tijdens de eerste bouwfase hebben we 120 plaatsen voor kinderen gecreëerd, in een tweede bouwfase voor 110 adolescenten en volwassenen. In 1968 hebben we de eerste schop in dit terrein gestoken. Twee jaar later zijn onze eerste kinderen hier komen wonen.” WIJ HEBBEN VEEL GEHANDICAPTEN UIT DE PSYCHIATRIE GEHAALD. ZE VOELEN DAT ZE HIER OP EEN WARME MANIER BEHANDELD WORDEN Oprichtster Mia SERESIA Jeanneke (79) erbij. “Zij is de tweede oudste van Sint-Oda”, weet Mia. Sint-Oda werkte van bij de start met kleine leefgroepen. “De opvatting van mijn man was nieuw”, zegt ze. “De kleinste leefgroepen die er tot dan toe waren, waren groepen met 24 bewoners. Bij ons kozen we voor maximum 10 gasten per leefgroep. Onze leefgroepen waren gemengd: jongens en meisjes samen. Ook dat was nieuw. En we wilden een open leefgroep: de ouders konden de kinderen komen bezoeken wanneer ze wilden. Geen bezoekerszalen of bezoekkamers, maar gewoon in de leefgroep. Het persoonlijke contact tussen de inwoners en de opvoeders was voor ons heel belangrijk. Zo’n leefgroep moest een kleine familie zijn. Die opvatting is al die tijd hetzelfde gebleven.” Snoezelen Maar op andere vlakken is SintOda wel veranderd in de loop der jaren. “Bij elke ontwikkeling zoeken we naar nieuwigheden”, zegt Mia. “Binnenkort start een nieuwe bouwfase. In het extra gebouw krijgt elke gast zijn eigen studio. We hebben ook een zwembad dat niet gesubsidieerd is”, benadrukt ze. “En we hebben onze nieuwbouw met Sens City, speciaal uitgerust om de zintuigen te stimuleren. Daar is een trilvloer, bewegingstherapie, muziektherapie, een snoezelruimte... Wij waren in de jaren ‘80 bij de eersten die zo’n snoezelruimte hadden.” Ook de dagindeling is vandaag helemaal anders. “De eerste jaren gingen de opvoeders wandelen met de bewoners, ze speelden spelletjes en aten samen. Nu hebben we opvoeders, logopedisten, bewegingstherapeuten, kinesisten... Onze manier van werken en veel van onze technieken zijn door anderen overgenomen.” Levenswerk Sint-Oda is het levenswerk van Gilbert en Mia. “Dit is waar ik voor leef”, knikt ze. “En intussen hebben we een hele bekwame directeur”, lacht ze, wanneer directeur Gi Lagrain binnenkomt. Uiteraard mag de vijftigste verjaardag van Sint-Oda niet ongemerkt voorbij gaan. Momenteel heeft het internationale Circus Herman Renz zijn tenten opgeslagen op de terreinen van het dienstencentrum. Op 14 mei is er een groot dorpsfeest met alle zorginstellingen van Overpelt. En in september is het dubbel feest: dan wordt Mia 90. “Alle vijf jaar geef ik in de tuin een groot feest voor iedereen van Sint-Oda”, zegt ze. “Dit keer combineren we mijn verjaardagsfeest met een musical waarin de gasten van Sint-Oda optreden.” Ook koningin Mathilde is uitgenodigd om in november langs te komen. Voorlopig heeft ze nog niet toegezegd. L Hanne DE BELIE Paul THEEUWEN Circus Herman Renz heeft zijn tenten opgeslagen aan Sint-Oda. Er zijn nog tickets voor de voorstelling van zaterdagavond 12 april. Telefonisch reserveren (011/64.28.60) of aan de kassa. EXPO BINNENLAND ZURBARAN Schilderijen vol extase en intensiteit van de Spaanse barokkunstenaar. Bozar, Brussel, tot 25/5. MICHAEL BORREMANS Aantrekkelijke selectie uit de schilderijen, tekeningen en video’s van een kunstenaar in de kijker. Bozar, Brussel, tot 3/8. SAX 200 Een weelde van won- De universiteitsbibliotheek van Leuven na de verwoestende brand derlijke toeters komt in 1914. Museum M toont de ravage die een oorlog veroorzaakt. © Alphonse en Pierre Emile Arnou, 1914 uit de kast voor de tweehonderdste getot 25/5. boortedag van Adolphe Sax. Muziekinstrumentenmuseum, Brussel, tot 11/1/2015. NASS BELGICA Of hoe een installatie een schilderij wordt. Het verhaal van de Marokkaanse gastarbeiders in België aan de hand van kunstwerken, video-beelden, foto’s en pakkende documenten. Sterke foto’s op de grens van normaliteit en abnormaliteit. Botanique, Brussel, tot 27/4. FRANZ ERHARD WALTHER Groot overzicht van de Duitse kunstenaar die op zoek ging naar de grenzen van de beeldhouwkunst. Wiels, Brussel, tot 11/5. ’14-’18: DIT IS ONZE GESCHIEDENIS! Niet alleen de soldaten in de loopgraven, maar ook de harde bezetting daarbuiten tijdens de Eerste Wereldoorlog. RICHARD JACKSON Smak, Gent, tot 1/6. ROGER BALLEN Museum Dr. Guislain, Gent, tot 31/8. DE ROZE SPION Narcisse Tordoir brengt schilderijen tot leven in monumentale tableaux-vivants. Muhka, Antwerpen, tot 25/5. BROOMBERG & CHANARIN Conceptuele fotografie op het scherp van de snede. Fotomuseum, Antwerpen, tot 8/6. BIRDS OF PARADISE De verenpracht van exotische vogels is niet weg te denken uit modieuze kleding. Legermuseum, Brussel, tot 26/4/2015. TO THE POINT Modemuseum, Antwerpen, tot 24/8. RAVAGE De schoonheid van het pointillistische portret. Oorlog spaart niets of niemand, ook kunst en cultuur niet. ING Cultuurcentrum, Brussel, tot 18/5. DE VERDWENEN MAGRITTES M, Leuven, tot 1/9. EROS C’EST LA VIE Merkwaardige reconstructies van Magritteschilderijen die verloren gingen. Erotiek in de moderne kunst. René Magritte Museum, Jette, tot 14/9. GERICAULT Galerie Ronny Van de Velde, Knokke, tot 29/6. CINEMA JOOSTENS De bizarre beeldenwereld van de romantische Fransman. Bevreemdende schilderijen van een avantgardist van het eerste uur. Museum voor Schone Kunsten, Gent, Muzee, Oostende, tot 15/6. E4 ECONOMIE DE STANDAARD ZATERDAG 12, ZONDAG 13 APRIL 2014 SODEXO IS VEEL MEER DAN CATERING EN CHEQUES Iedereen is klant, ook de gevangenen Elke Belg kent Sodexo als uitgever van dienstencheques en maaltijdcheques. Of als uitbater van bedrijfsrestaurants. Maar de Sodexo-groep levert ook diensten aan de gezondheidszorg en het onderwijs. En denk voortaan bij Sodexo ook maar aan de exploitatie van gevangenissen. IN CIJFERS SODEXO WERELDWIJD b Jaaromzet: 18 miljard euro b Personeel: 428.000 b Sites: 33.300 SODEXO BELGIE Jaaromzet: 380 miljoen euro b Personeel: 4.000 b Sites: 1.200 b JOHAN RASKING BRUSSEL | De federale regering-Di Rupo heeft de uitbating van het gloednieuwe forensisch psychiatrisch centrum in Gent, goed voor 272 geïnterneerden, toegewezen aan het consortium van de Nederlandse zorggroep Parnassia en de Franse dienstenmultinational Sodexo. Aan een commercieel bedrijf dus. Dat is een primeur voor ons land en de aanleiding voor heel wat controverse. Vooral omdat Sodexo en Parnassia het bij de aanbesteding in Gent hebben gehaald van een klassieke vzw uit de non-profit: de Broeders van Liefde. Rode draad in de verontwaardigde reacties op de privatisering van de psychiatrische zorgverlening: is de geïnterneerde patiënt nu een klant? En gaat Sodexo, een bedrijf dat winst wil maken en liefst zoveel mogelijk, de kostprijs niet belangrijker vinden dan de kwaliteit van de dienstverlening? Voor de meeste Belgen is het de eerste keer dat ze de naam van Sodexo horen opduiken in dit soort dossiers. Maar in werkelijkheid is de Sodexo-groep al jaren actief in het beheer van en de dienstverlening binnen gezondheidsinstellingen en gevangenissen. ‘Sinds 1980 al’, verduidelijkt Geneviève Jamin, directeur strategie bij Sodexo België. ‘Dat is amper negen jaar na de start van onze bedrijfsactiviteiten in dit land. Sindsdien zijn de facilitaire diensten in de healthcare uitgegroeid tot bijna 40 procent van onze jaaromzet.’ Het nieuwe forensisch psychiatrisch centrum in Gent valt onder de bevoegdheid van het ministerie van Justitie, maar de hulpverlening aan de geïnterneerden sluit nauw aan bij de ‘gewone’ zorgsector. Er is een taakverdeling tussen de twee partners, luidt het. Parnassia staat in voor de geestelijke zorg en Sodexo doet al de rest: eten, schoonmaak, wasserij... In ons land is de afdeling Justice Services maar een klein onderdeeltje van de Sodexo-activiteiten. Totnogtoe goed voor één enkel contract, voor de dienstverlening (niet de uitbating) in de gevangenis van Marche-en-Famenne. Gent wordt contract nummer twee. In het buitenland is dat anders. Sinds een tiental jaar is Sodexo actief als hoofdbeheerder van vijf gevangenissen in Groot-Brittannië, onder meer in Manchester. Wereldwijd levert Sodexo diensten - catering, logistiek, onderhoud - aan 120 gevangenissen, onder meer in de buurlanden Frankrijk en Nederland. Sodexo is er aanwezig in zijn klassieke rol van Sodexo is een duizendpoot. Overal aanwezig, en met heel veel volk. De Franse groep is met 428.000 werknemers de 18de werkgever in de wereld leverancier van maaltijden, maar ook van veiligheidsexpertise en zelfs van maatschappelijke hulpverlening. Zo werkt Sodexo in Engeland mee in de zoektocht naar huisvesting voor gevangenen na hun vrijlating. En een dochteronderneming is er actief in de verkoop van kunst gemaakt door gedetineerden, als socialiseringsprogramma. Doodstraf Toch is niet alles rozengeur en maneschijn. Zo heeft Sodexo zich in 2001 na de dreiging van boycotacties door Europese klanten teruggetrokken uit een alliantie met Corrections Corporation of America, een privé-exploitant van bijna zeventig gevangenissen in de Verenigde Staten. Rapporten en getuigenissen hadden te veel bewijzen geleverd van bedenkelijke opsluitingspraktijken. Nu volgt het bedrijf een strikte ethische code, zegt Jamin. ‘We werken alleen nog in gevangenissen in democratische landen die de doodstraf niet toepassen. Ons personeel is altijd ongewapend. En het gevangenisbeheer moet als doel hebben de leefomstandigheden te verbeteren, de herintegratie van de gevangenen te bevorderen en de kans op recidive te voorkomen.’ Uitschuivers zijn nooit uitgesloten, zo blijkt. Vorig jaar laakte een overheidsrapport dat een gedetineerde in de vrouwengevangenis van het Britse Bronzefield (in Surrey) - een Sodexo-gevangenis - vijf jaar in afgesloten opsluiting had doorgebracht. ‘Wereldleider in de zorg voor levenskwaliteit’: Sodexo doet ook in crèches, Volgens Geneviève Jamin hoopt Sodexo ook in België de gevangenissen als ‘nieuwe markt’ uit te bouwen. Niet alleen als dienstverlener. Het bedrijf werpt zich ook op als mede-ontwerper bij de bouw en inrichting van gevangenissen. Zo streed het vorig jaar samen met de aannemingsroep Strabag tevergeefs naar de bouw van de nieuwe gevangenis in Haren, bij Brussel. Wereldwijd is Justice goed voor 2 procent van de groepsomzet. Lees: voor 360 miljoen euro, op een totaal van ruim 18 miljard euro. De klassieke bedrijfsrestaurants en andere bedrijfsdiensten zoals receptiepersoneel, logistieke ondersteuning en schoonmaak zijn goed voor een derde van die groepsomzet. Sodexo is een duizendpoot. Overal aanwezig, en met heel veel volk. De Franse bedrijvengroep is met liefst 428.000 werknemers de 18de grootste werkgever in de hele wereld. Al dat personeel levert diensten op 33.300 sites, verspreid over 80 landen. Vooral in bedrijven, scholen en gezondheidsinstellingen, maar ook met een speciale afdeling thuisdiensten of met kinderopvang (in Frankrijk, maar DE STANDAARD ZATERDAG 12, ZONDAG 13 APRIL 2014 biologische schoonmaak en wellness voor bejaarden. © Sodexo nog niet in België). Het bedrijf verlaat daarbij wel eens de begane paden. Zo meet het zichzelf een opvoedende taak aan in de scholen. Het levert educatieve pakketten over slechte voedingsgewoontes, zowel aan leerkrachten als aan kinderen. Denk bij Sodexo ook aan de uitbating van winkels in ziekenhuizen, drank- en snoepautomaten, wasserijen, tuinonderhoud, afvalbeheer, postbedeling, zelfs aan het onderhoud van hoogtechnologische apparatuur als MRI-scanners in ziekenhuizen. Maar de Belgen kennen Sodexo vooral als uitgever van de dienstencheques, en als een van de twee belangrijkste uitgevers van maaltijdcheques (naast Accor Services). Ook de geschenkbonnen Vivabox zijn van Sodexo. Soldaten Hier stopt het verhaal niet. Sodexo is volop bezig aan de uitbouw van een nieuw groeisegment: defence services. Volgens het bedrijf schakelen de grote beroepslegers steeds vaker privépartners in voor logistieke ondersteuning en zelfs voor het management van trainingsprogramma’s van soldaten. Wat is er nog op komst? De Belgische ceo, Michel Croisé, zei in Het Laatste Nieuws te dromen van het overnemen van overheidsdiensten. ‘Neem nu de NMBS. Die doen alles zelf. Daar zit nog veel potentieel.’ Directeur Geneviève Jamin kleeft er een duidelijk streefcijfer op: ‘Sodexo België wil elk jaar met 7 procent omzet groeien. Op eigen kracht, niet door overnames.’ Moet het gezegd: al die diensten leveren Sodexo veel geld op. Over het boekjaar 2013 werd een nettowinst van 439 miljoen euro geboekt. 8 • ZENO ZATERDAG 12 APRIL 2014 • DE MORGEN ‘Onze vriendschap Erwin Mortier staat dezer dagen in de schijnwerpers met zijn alom geprezen roman ‘De spiegelingen’. Bijna twintig jaar geleden brak Connie Palmen door met ‘De vriendschap’. Palmen: ‘Of wij voor uw krant onze vriendschap willen spiegelen? Dat moet je aan Erwin vragen. Zijn wil is mijn wet.’ Margot Vanderstraeten E Het begin van een vriendschap is vaak op intuïtie gebaseerd. Bij jullie ook? Erwin Mortier: “We waren in Parijs, waar we, met een groep Nederlandstalige auteurs, het Salon du Livre bijwoonden. Het was het jaar dat Tom Lanoye met Boze tongen de Gouden Boekenuil won, lente 2003. “Tom organiseerde een diner in restaurant Le Dôme, in Montparnasse. En daar verscheen Connie, samen met Hans (Hans van Mierlo, de Nederlandse sociaalliberale politicus die de partij D66 oprichtte en met wie Palmen sinds 1998 een intense liefdesrelatie had. Van Mierlo overleed vier jaar geleden, MVDS). “We, mijn man Lieven en ik, kenden Connie en Hans uitsluitend vanop een afstand. Maar Lieven was die avond meteen gecharmeerd van de innemende persoonlijkheid van Hans. Om niet te zeggen: Lieven, die nooit echt een vaderfiguur heeft gekend, viel als een blok voor Hans. Aan tafel zei hij me: ‘Ik wil dat die man mijn papa wordt.’ En enkele gerechten verder stelde hij de vraag aan Hans zelf: ‘Wil je mijn papa worden?’ Waarop Hans: ‘Ben je katholiek?’ ‘Ja’, antwoordde Lieven. Waarna Hans: ‘En heb je vast werk?’ ‘Zeker’, lachte Lieven. ‘Nou, dan valt erover te negotiëren’, vond Hans.” Connie Palmen: “Die avond hebben we Lieven en Erwin, zonder enige aarzeling, in ons hart gesloten. Als we sindsdien met elkaar afspraken, was onze running gag: ‘Jongens, we hebben de adoptiepapieren bij.’ “Intussen kennen Erwin en ik elkaar meer dan tien jaar. Hoe langer ik hem ken, hoe beter ik doorheb dat het allemaal klopt.” Dat wát allemaal klopt? Connie Palmen: “Alles.” Erwin Mortier: “Eind volgend jaar word ik vijftig. Er blijkt dat er minimaal één voordeel aan deze middelbare leeftijd is verbonden: je leert jezelf beter kennen, je ontdekt patronen in je intuïtie, in de vergissingen die je maakt, en in de mensen die je vergezellen. Ik vergis me nog zelden in de ander omdat mijn alarmsysteem met de jaren fijner is afgesteld. Het omgekeerde geldt net zo goed: aan mensen van wie mijn alarmsysteem zegt dat ons soortelijk gewicht van de ziel hetzelfde is, zal ik nu sneller mijn waardering laten blijken. “In de mensen van wie ik hou, keren bepaalde kwaliteiten terug. Ik kan niet bevriend zijn met iemand die geen moed heeft; zich niet ‘manifesteert’. Daarnaast valt het me op dat de mensen om me heen blijk geven van een grote fragiliteit. Hun kwetsbaarheid is essentieel. Net zoals hun talent om heftig te kunnen vloeken, en hun vermogen tot zelfrelativering. “Geef mij dus mensen die, zoals Lieven dat uitdrukt, een beetje punk zijn. Connie is dat zeker. Komt daarbij haar clowneske zelfspot die verlichtend werkt. Bovendien kan ze niet huichelen. Nog zo’n essentiële eigenschap.” Connie Palmen: “Ik ben een provocatief en oordelend persoon. Niet omdat ik zo graag wil provoceren. Wel omdat ik het met zoveel dingen niet eens ben. Ik vind altijd overal iets van. Soms kan ik bekaf zijn van mezelf. Daarom dat ik zeg: ik heb een zwaar mooi leven. Als iets of iemand me irriteert, houd ik me niet in. Ook niet als ik met mijn oordeel de andere persoon kwets. Ook niet als ik weet dat mijn mening felle weerstand oproept. “Je kunt niet bij de groep horen en tegelijk uitroepen: ‘De keizer is naakt, hij draagt geen kleren.’ Vanaf het moment dat je zo’n onthulling doet, lig je eruit. “Gelukkig houdt volwassen worden ook in dat je met je eigen eenzaamheid leert omgaan, sterker nog, je ervaart dat die eenzaamheid je een groter geluk bezorgt dan het horen bij een groep.” Had een innige vriendschap ook met een heteroseksuele © DIMITRI VAN ZEEBROECK rgens halverwege het gesprek vertelt Erwin Mortier over de voordrachten die hij geeft. En dat hij altijd, vlak voor elk optreden, van achter de coulissen even de sfeer in de zaal opsnuift. “Ik ruik onmiddellijk welk publiek op me wacht en detecteer dan al of het een stroeve of vlotte voorstelling zal worden.” Een soortgelijke vibe gaat ook van hem en Connie Palmen uit. Je hoeft de twee maar vanaf enige afstand in de gaten te houden of je wordt tussen hen een warme, uitzonderlijke en haast benijdenswaardige energie gewaar. Connie Palmen: “Erwin en ik zijn ook graag fysiek in elkaars nabijheid. We zijn kameraden. Vele mensen weten dat niet meer, maar het woord kameraad komt van het Spaanse camarada, wat metgezel betekent en destijds op de soldaten sloeg die samen aten en sliepen. Die bijna animale vertrouwdheid met elkaar kenmerkt ons zeker.” Erwin kunnen bestaan? Connie Palmen: “Ik ben als enig meisje tussen drie broers opgegroeid. Mannen zijn mijn natuurlijke biotoop. Bovendien word ik niet snel verliefd; het moet al iets bijzonders zijn, wil het mijn aandacht lokken, de visvijver is erg klein. Sinds de dood van Hans moet ik trouwens aan geen andere man denken. Alles wat ook maar in die richting komt, zou als ontrouw aanvoelen. “Voor mij is het belangrijk dat Lieven en Erwin mijn man Hans hebben gekend, en dat ze ons zeven jaar lang als een vervlochten stel hebben beleefd. Zonder Hans waren we waarschijnlijk nooit zo naderbij gekomen. Hij speelt in onze vriendschap een grote rol.” Erwin Mortier: “In de dichte vriendschappen die ik met mannen heb, staat hun lichaam, zelfs als dat aanbiddelijk is, een nauwe vriendschappelijke band niet in de weg. Ik ben verliefdheid ook almaar meer gaan beschouwen als een verkoudheid van de ziel. Je snift een paar dagen, en daarna is het over. Vriendschap en liefde situeren zich op een andere hoogte.” De wederzijdse liefde voor twee liberale politici valt op. Niet alleen is er de liefde voor Hans van Mierlo, maar ook die voor Guy Verhofstadt, die tot beider intieme vriendenkring behoort. Erwin Mortier: “Zowel Hans als Guy zijn punkers. Mannen die door omstandigheden in de politiek zijn beland. Misschien onthul ik een staatsgeheim, maar van Guy weet ik dat hij acteur had willen worden.” Connie Palmen: “Hans ook. Had altijd acteur willen worden.” Erwin Mortier: “Ze hebben alle twee een artistieke inborst. En kijk naar Guy. Hij moest zo nodig in Kiev op het podium gaan staan om het Oekraïense volk te gaan bedanken voor zijn verdediging van de Europese waarden en rechten. Dat is een daad vol punk. Politiek en diplomatiek zijn er duizenden redenen te bedenken waarom hij dat vooral niet moest doen. Maar iemand Geef mij maar mensen die een beetje punk zijn, zoals Connie. Bovendien kan ze niet huichelen Erwin Mortier ZENO • 9 DE MORGEN • ZATERDAG 12 APRIL 2014 is bijna dierlijk’ ik in besloten gezelschap zouden zijn, zouden we zeggen dat schrijvers meer mens zijn dan andere mensen, maar hier voor de krant gaan we dat niet doen, nietwaar? “Schrijvers hebben speciale voelhoorns. Ze registreren alles. Tegelijk zijn het uitermate introverte personen. Al die registraties blijven dus in hun binnenste borrelen. Er wordt op gesabbeld. Er wordt over nagedacht. Soms blijven indrukken of gedachten jaren aan een stuk in hen leven, zonder dat ze worden geuit. Dat zorgt voor onrust. En die heeft, binnen de ommuurde personen die schrijvers zijn, ventilatie nodig.” Erwin Mortier: “Mededogen vind ik niet het juiste woord. Compassie evenmin. Deernis, zoals Connie zegt, moet het zijn. Begrippen als mededogen en compassie halen een ander naar beneden. “Ik waak over mijn eigen poreusheid, ja. Ik zie mijn werk ook als een schild om me tegen die poreusheid te beschermen. Dat lukt natuurlijk niet. Het lyrische bewustzijn is per definitie ontvankelijk. Maar wat er bij me naar binnen valt, kan ik tijdens het schrijven uitzweten en transformeren. “Hoe ver kan deernis reiken? Ik bedoel: in hoeverre kun je als vriend mee-voelen met een vrouw die de man wie van ze zielsveel houdt, verliest? Of met een zoon wiens moeder door alzheimer wordt gegijzeld?” Connie Palmen: “Het lijden kun je, zelfs als beste vriend, niet delen. Als de ander lijdt, begrijp je hooguit wat hij doorstaat, wat lijden is. Maar vele mensen durven niet te lijden. Weten niet wat lijden is. Ze stoppen het weg. Verdrukken het. Soms zijn ze gewoon nog te jong om te weten wat echt lijden is, omdat ze er nog niet mee werden geconfronteerd. “Het vermogen tot lijden heeft met iemands persoonlijkheid te maken. Ik ben huiverig voor hechting, dus het duurt heel lang voor ik die stap naar de ander zet. Als er dan hechting plaatsvindt, is de binding zo groot en symbiotisch dat loslaten verwoestend is.” Erwin Mortier: “De existentiële band van een kind met een moeder is natuurlijk niet dezelfde als die tussen partners. Connie begrijpt de pijn die de ziekte van mijn moeder veroorzaakt. Ze begrijpt ook het schuldgevoel dat me krom doet lopen sinds de dag dat we, mijn familie, hebben besloten om mijn moeder naar een verzorgingstehuis te brengen. Je weet allemaal dat deze stap de beste en enige oplossing is. Toch blijft die oplossing wringen. “De uitvaart van Hans is een van de treurigste en heftigste dagen uit mijn leven. Ik zag Connie. Haar verdriet knalde tegen me aan. Ik moest gaan zitten. De vloer zakte onder me weg. Ik weet nog dat ik toen dacht: dit staat een van ons ook te wachten. Een van ons beiden krijgt op een dag een zware factuur. Na de uitvaart hebben we met ons drieën in een hoekje staan huilen. Gelukkig is het katholicisme de religie van de zakdoek. We mogen huilen.” Connie Palmen: “En drinken. Maar daar gaan we het niet opnieuw over hebben. Rouw is rauw. Overleven kan een dagtaak worden.” Hans en ik hebben Lieven en Erwin in ons hart gesloten. Als we met elkaar afspraken, was onze running gag: ‘Jongens, we hebben de adoptiepapieren bij’ Connie Palmen moest die mensen een hart onder de riem steken. En dat kon alleen Guy zijn.” Connie Palmen: “Hans en Guy zijn idealisten. Ze hebben het verlangen iets te veranderen aan een toestand die niet deugt. Hans streefde al heel vroeg naar een sterk Europa, en naar veranderingen in het politieke bestel. Hij geloofde in die maatschappelijke veranderingen. Daarin verschillen deze twee van ons, schrijvers. Wij geloven nergens in. En idealisten zijn we al zeker niet.” Erwin Mortier: “Als kunstenaar ben ik een fatalist. De wereld is de wereld. Maar het is een bescheiden zaligheid om aan boord van onze planeet toch enkele medepassagiers te treffen bij wie het goed toeven is. Vriendschap maakt me minder zeeziek.” Is het begrijpen van elkaars humor een voorwaarde voor een hechte vriendschap? Connie Palmen: “Natuurlijk. Humor is het selectiecriterium bij uitstek. Ze zijn zeldzaam, de mensen die om hetzelfde kunnen lachen als ik. Hans was zo iemand. Met Erwin deel ik dat genot. Humor verdraagt geen uitleg. Je vat het of je vat het niet. De humor van Erwin en mij ligt in het ondeugende, al hellen we graag over naar het vileine. We kunnen zo zalig vernietigend zijn. “Wezens die aan hun eigen deernis ten onder gaan, ontwikkelen vaak een vileine humor. Ze hebben de behoefte om bepaalde mensen niet te mogen en om die afkeer ongefilterd uit te drukken. Die kwaadaardige humor, die bij ons verbaal is, is een noodzakelijk antidotum. Anders gaan we aan onze deernis ten onder.” Erwin Mortier: “Ja, als de roddels die wij aan elkaar toevertrouwen, ook per mail, publiek zouden worden gemaakt, wordt er een bloedbad aangericht.” Bedoelt u dat mededogen een destructief kantje heeft? Dat u de hardheid nodig hebt om de mildheid aan te kunnen? Connie Palmen: “Deernis is een voorwaarde om mens te zijn. Het is ook een voorwaarde om een goed schrijver te zijn. Als Erwin en Gisteren hebben jullie, voor een besloten gezelschap, gezamenlijk opgetreden. Geeft ook dat lucht aan het schrijverschap: twee kameraden samen op een podium? Erwin Mortier: “Niets gaat boven de daad van het schrijven. Dat is de ultieme ventilatie, die werkkamer die lokt, die ruimte die het schrijven biedt. Maar nu, de weken na de verschijning van een nieuwe roman, dompel ik me al te graag onder in dat bad van mensen en lezers. Die warmte biedt een aangename afwisseling die ik niet zou willen missen, en die ik ook tijdens lange schrijfperiodes nodig heb. Maar het publieke optreden is de essentie niet. Al houd ik ervan om het publiek te bespelen. “Toen ik nog in het museum Dr. Guislain werkte, heb ik honderden mensen rondgeleid. Liefst van alles speelde ik gids voor de moeilijkste groepen; jonge gasten metaalbewerking bijvoorbeeld, die steevast naar het museum waren gekomen om zich er stierlijk te vervelen. Het werd een zaak van eer: ik gaf niet af tot ik ook hen helemaal mee had. Zo is het vandaag nog. Ik herken diezelfde drang en aanleg bij Connie.” Connie Palmen: “Ik begrijp goed dat bepaalde schrijvers het publieke forum negeren, omdat ze er niet de geringste behoefte aan hebben. Maar schrijvers die ervoor kiezen om op te treden en er niet in slagen om hun publiek te verleiden, hebben me altijd verbaasd. Alle goede schrijvers horen meteen hoe hun werk klinkt. De taal is onze ademhaling. De inkt is ons bloed. Het ritme, de pauzes, de timing, de blik die door de ruimte zweeft, het hoort allemaal bij de muzische persoonlijkheden die wij schrijvers zijn. Die we horen te zijn. Want er zijn natuurlijk veel slechte schrijvers. “Maar alles draait om het schrijven. Schrijven is de eenzaamheid omarmen, leven in de totale vrijheid, en met de onzekerheid van het witte blad. En het vertoeven in die eenzaamheid is voor mij, na het getrouwd zijn met de man van wie je houdt, nog altijd de hoogste staat van zijn.” Zijn lezers ook vrienden? Connie Palmen: “Ja, in die relatie tussen lezers en schrijvers is er sprake van een vorm van vriendschap. Het is een houden van. Samen met het verlangen om bij elkaar te zijn.” Erwin Mortier: “In een goed boek ontmoet je altijd een persoonlijkheid, een stem die alle regels en stiltes met haar aanwezigheid beademt. Dat maakt voor mij de troost van het lezen uit. Je geest mag samenvloeien met die van die andere die in alle opzichten ver van je af kan staan, maar die er toch ‘is’. “Zowel Connie als ik hebben lezers die ons beminnen of ons haten. Dat vind ik positief. Het wil zeggen dat we iets gecreëerd hebben dat een verschil maakt. Je kunt immers, juist omdat je ziel in je werk ligt, ook als schrijver onmogelijk met iedereen bevriend zijn.”
© Copyright 2024 ExpyDoc