Praktijkgericht Onderzoek Presentatiedag Woensdag 18 juni 2014

Praktijkgericht Onderzoek
Presentatiedag
Woensdag 18 juni 2014
Nummer: 1
Namen leerteam:
Specialisatie:
Studiebegeleider
Onderzoeksvragen:
Korte inhoud
onderzoek
1. Raymond Rutten.
4. Sandra Mooren.
2. Thea Bouwens.
5. Nancy Schlangen.
3. Marij Maas.
6. Yvonne Driessen.
“Gedrag”, “Gedrag en Hoogbegaafdheid”.
Nelly van Eenige
1.In hoeverre draagt een groepsplan gedrag, gekoppeld aan
oplossingsgericht werken, bij aan het vergroten van een positief
pedagogisch klimaat in groep 6/7 van basisschool De Driesprong?
2. Welke meerwaarde biedt van en met elkaar leren binnen een
Plusklas voor het verwerven van executieve functies?
door hoogbegaafde leerlingen in de bovenbouw van BS Hulsberg
3.Wat is het effect van het voeren van kindgesprekken bij 3 lln.
van groep 3 van BS de Leeuwerik, op vergroten van “volgehouden
aandacht” gemeten door Zien?
4.Wat is het effect van een sociale vaardigheidstraining (o.a. Kids
Skills en Soemo-kaarten) op het teruggetrokken gedrag van de Den E- lln. op de Vision in groep 5 van BS Cortemich in schooljaar
2013-2014?
5.Welk effect heeft het voeren van kindgesprekken bij 5 leerlingen
uit groep 8 van BS Op de Top op de executieve functie
Taakinitiatie?
6. Welk effect heeft het aanbieden van Soemokaarten op de scores
van de Scol van leerlingen uit groep 6B van basisschool Tarcisius
die een D en E score hebben op de SCOL?
1 Gebruik makend van een actieplan met een voor- en nameting
worden met elk kind uit de groep oplossingsgerichte gesprekken
gevoerd aan de hand van de resultaten in de SEO vragenlijst
ZIEN!, de klimaatschaal en het sociogram. Door te werken met de
methode Mission Possible is een stappenplan uitgewerkt in een
groepsplan gedrag.
2. Middels een voor- en nameting m.b.v. een vragenlijst wordt
gemeten of het in een groep/plusklas werken aan een opdracht een
meerwaarde heeft voor het verwerven/ verbeteren van executieve
functies ten opzicht van lln. die individueel hun opdracht uitvoeren
3. Door de inzet van kindgesprekken vooruitgang boeken in de
meting van Zien in “volgehouden aandacht” waarbij bewustwording
van gedrag gemeten wordt d.m.v. het observatieformulier tellen en
schaalvragen een onderdeel zijn.
4.Middels een voormeting d.m.v. het invullen van Viseon worden
de D- en E- lln. op teruggetrokken gedrag geselecteerd. Als
interventie wordt gewerkt met Kids Skills en andere materialen ter
bevordering v.d. soc. vaardigheid. Nameting vindt wederom plaats
door het invullen van Viseon.
5. De voor- en nameting vindt plaats d.m.v. een observatie die
gericht is op Taakinitiatie. Kinderen werden betrokken door het
voeren van Kindgesprekken over het proces om te komen tot
verbetering van hun Taakinitiatie, waarbij afspraken werden
vastgelegd. Dagelijks maakten de lln. gebruik van
coachingsformulieren.
6. Dit pgo richt zich op het effect van gericht leerstofaanbod op de
soc. emotionele ontwikkeling van leerlingen. Vanuit de gegevens
van SCOL wordt een experiment opgezet met als doel de sociaalemotionele competenties van de leerlingen van groep 6B te
verbeteren. Als interventie worden de kaarten van SOEMO ingezet.
Bij leerlingen met een D en E score wordt bekeken of de gekozen
interventie effectief is om de sociale competenties te verbeteren.
Nummer: 2
Namen leerteam:
Specialisatie(s):
Naam studiebegeleider:
Onderzoeksvragen:
Korte inhoud
onderzoek(en):
1 Desirée Vlaspoel
2 Ester Schulz
3 Hanneke Vissers
4 Melissa Paulzen
5 Ron Krewinkel
Gedrag
Nelly van Eenige
1 Welke bijdrage levert het inzetten van coöperatieve
werkvormen aan de groepsvorming van groep 4 van
basisschool Franciscus in Bunde?
2 Draagt een interventie gericht op het aanleren en
bekrachtigen van gewenst gedrag ertoe bij het welbevinden
van leerlingen uit groep 6 van basisschool st.Jozef te Elsloo
te verbeteren en maakt de scol dit meetbaar?
3 Welke invloed heeft het toepassen van de
oplossingsgerichte methode “Mission Possible”op de
motivatie en de concentratie van 3 leerlingen met de
diagnose AD(H)D in groep 8 van OBS de Regenboog tijdens
het zelfstandig werkuur?
4 Welk effect heeft oplossingsgerichte gespreksvoering op
sociale competenties van leerlingen uit groep 6 van
basisschool Schaesberg, gemeten met de scol?
5 Heeft PAD een positief effect voor leerlingen van groep ½
op sociaal wenselijk gedrag binnen vrije werksituaties
gemeten met Viseon?
1 Praktijkgericht onderzoek naar de inzet van coöperatieve
werkvormen m.b.t. groepsvorming en onderlinge relaties
gemeten met een sociogram.
2 Met behulp van een voor- en nameting middels (leerling)
SCOL duidelijk maken of de interventie “aanleren en
bekrachtigen van gewenst gedrag “effect heeft op het
welbevinden.
3 Mission Possible: Praktijkgericht onderzoek naar de
invloed van ADHD op concentratie en motivatie bij kinderen
uit de bovenbouw van OBS de Regenboog
4 Door middel van de SCOL meten of interventies met
oplossingsgerichte gespreksvoering effect hebben op de
sociale competenties van leerlingen.
5 Na de nulmeting m.b.v. Viseon PAD inzetten en
vervolgens meten met viseon of er binnen groep ½ sociaal
wenselijk gedrag in de vrije werksituaties
Nummer: 3
Namen leerteam:
Specialisatie(s):
Naam studiebegeleider:
Onderzoeksvragen:
Korte inhoud
onderzoek(en):
1. Kim Fiekers
2. Nicole Vossen
3. Annelies Oosterkamp
4. Anke Amkreutz
5. Jan Slot
Leren
Astrid van Hertum
1. Welke rekenwerkschriften voor VO bereidt de leerlingen
goed voor op de eindtoets rekenen op 2F-niveau, voldoet
het meeste aan de door de werkgroep “Nieuwe
rekenmethode OPDC st. Michael” gestelde criteria, en houdt
rekening met de problematieken van de leerlingen?
2. Welke effecten heeft de methode Schrijfdans op de
motoriek van de oudste kleuters van groep 1/2 A van
basisschool Hulsberg?
3. Kan ik door mee te spelen het spelniveau van de door
mij geselecteerde kinderen uit groep 1/2 op basisschool De
Gansbeek verhogen, zodat ze de fase van het interactief
rollenspel bereiken?
4.Welke nieuwe rekenmethode kan het beste worden
ingevoerd op basisschool Ummer Clumme, gelet op de
actuele opvattingen met betrekking tot rekenonderwijs en
passend bij de visie van de school?
5. Hoe kunnen leerkrachten in de groepen 1-2 van de
Odaschool zich meer competent gaan voelen bij de aanpak
van het creatief schrijven en zo bijdragen aan een
succesvolle taal-leesontwikkeling van hun leerlingen?
1. Door de werkgroep “Nieuwe rekenmethode OPDC st.
Michael” zijn twee methodes geselecteerd die ieder een jaar
lang in drie verschillende klassen (verdeeld over jaar 1 en 2
en de verschillende niveaus van het vmbo) zijn gebruikt.
Aan de hand van enquêtes is gekeken hoe de leerlingen en
de leerkrachten het werkschrift beoordeelden. Met behulp
van de vaardigheidsscores van Cito LVS VO is gekeken met
welke methode de meeste vooruitgang is behaald.
2. De essentie van het onderzoek is om te kijken of het
inzetten van een schrijfmethode gericht op de motoriek
ervoor zorgt, dat de motorische ontwikkeling verbetert.
3. Ik wil onderzoeken of mijn meespelen het rollenspel van
deze kinderen naar het hoogste spelniveau brengt, namelijk
het interactief rollenspel.
4. Na een fase van orientatie in verschillende
rekenmethodes door het team worden er twee methodes
uitgeprobeerd en deze worden a.d.h.v. criterialijsten
beoordeeld en geëvalueerd.
5. Gekozen is voor een zuiver experiment: door middel van
een gerandomiseerd groepsdesign wordt gewerkt met een
experimentgroep en een controlegroep.
De O-meting en nameting gebeuren d.m.v. enquete.
De experimentgroep krijgt teaching, daarna wordt het effect
van deze aanpak gemeten.
Nummer: 4
Namen leerteam:
Specialisatie(s):
Naam studiebegeleider:
Onderzoeksvragen:
Korte inhoud
onderzoek(en):
1. Karien Peperkamp
2. Gemma Kohlen
3. Silvia Pelzer
4. Daniëlle van der Niet
Leren
Astrid van Hertum
1. Wat is op BS Wyck het effect van een
signaleringsprotocol (DHH) en Beleidsplan Begaafdheid op
het competentiegevoel van de leerkrachten en de mate van
tevredenheid van begaafde leerlingen en hun ouders?
2. Wat is het effect van het leesinterventieprogramma
Connect Vloeiend Lezen op de technische leesvaardigheid,
gemeten met AVI & DMT, van zwakke lezers in groep 6?
3. Wat is het effect van het inzetten van de werkmap
‘Gecijferd bewustzijn’ op de rekenresultaten van de
leerlingen van groep 2 van de Broederschool?
4. Welk effect heeft het toepassen van het transactioneel
kader binnen het leesonderwijs op de leesresultaten van de
leerlingen op GBS Benjamin?
1. GeWyckst begeleiden. In dit onderzoek wordt een
beschrijving gegeven van de begeleiding van begaafde
leerlingen binnen de reguliere klas. De uitvoering van het
DHH en het Beleidsplan Begaafdheid moet garant staan
voor een adequate signalering van begaafde leerlingen en
een aanpassing van het onderwijsaanbod voor deze
leerlingen, waarbij wordt aangesloten op hun specifieke
onderwijsbehoeften. Het doel van dit onderzoek is het
meten van het effect van het DHH en het Beleidsplan
Begaafdheid op de competentiebeleving van de
leerkrachten en op de tevredenheid van ouders en
leerlingen.
2. Lezen, met z’n allen! Dit onderzoek gaat over het
leesinterventieprogramma Connect Vloeiend Lezen. Het
verloop van het leesproces staat centraal. Er wordt specifiek
ingegaan op wat zwakke lezers (en dyslecten) in het
basisonderwijs nodig hebben.
3. Reken maar! Bij dit onderzoek wordt gebruik gemaakt
van de werkmap ‘Gecijferd bewustzijn’ naast de reguliere
methode ‘Schatkist’. Er wordt tevens aandacht besteed aan
de voorwaarden voor goed rekenonderwijs.
4. Van jij en zij naar wij:Optimale samenwerking tussen
kind, ouders en school. Ouderbetrokkenheid is momenteel
een ‘hot item’ in onderwijsland. Het lijkt aantrekkelijk om
de betrokkenheid van ouders bij de leerontwikkeling van
hun kind te stimuleren. Maar heeft dit ook invloed op
leerresultaten van kinderen? En helpt het in gesprek gaan
met ouders en hun kind bij het formuleren van
onderwijsbehoeftes?
Nummer: 5
Namen leerteam:
Specialisatie(s):
Naam studiebegeleider:
Onderzoeksvragen:
Korte inhoud
onderzoek(en):
1.Hilde Kleynen
2.Henry Raats
3.Bernice Hugel
4.Diana Borgans
Begeleiden
Edwin Thissen
1.Wat is de invloed van situationeel leiderschap en
systeemdenken op vertrouwen, betrokkenheid en
verantwoordelijkheid in een organisatie.
2.Op welke manier komen docenten in het mbo tot het
uitvoeren van de afspraken die zijn gemaakt?
3. Hoe kunnen wij ons schrijven, voorbereid, aanvankelijk
en voortgezet, verbeteren, zodat de leerlingen in groep 8
onze school verlaten met een duidelijk leesbaar, “eigen”
handschrift en voldoende schrijftempo?
4. Verbeteren de leerprestaties van de leerlingen in groep 3
t/m 8 van BS De vlieger op het gebied van woordenschat
door structureel gebruik te maken van coöperatieve
werkvormen ?
1. Het onderzoek gaat over stijlen en rollen van leiderschap.
Ik heb mij verdiept in situationeel leiderschap en
het systeemdenken. Daarbij wordt er ook gekeken naar
vertrouwen, betrokkenheid en verantwoordelijkheid binnen
een organisatie. Middels een survey-onderzoek met als
onderzoeksmethode het gebruik van twee vragenlijsten
zijn er data zijn verkregen over leiderschapsgedrag en
organisatievertrouwen.
2. Dit onderzoek is gericht op de mogelijkheden om te
komen tot het maken van afspraken en deze ook uitvoeren
in de praktijk.
3. Onderzoek naar schrijfonderwijs en een nieuwe methode
die aansluit bij de ontwikkeling van de school.
4. Wat voor effect hebben coöperatieve werkvormen, als ze
intensief worden ingezet binnen het onderwijs, op de CITO
toetsen woordenschat. Wat is de rol van leerkracht hierbij
en hoe ziet het klassenmanagement eruit.
Nummer: 6
Namen leerteam:
Specialisatie(s):
Naam studiebegeleider:
Onderzoeksvragen:
Korte inhoud
onderzoek(en):
1.Yvon Hendrix
2.Beate Grunder
3.Linda Toussaint
4.Lian Latten
Begeleiden
Edwin Thissen
1. Wat is het effect van Rebound Maastricht op de sociaal
emotionele ontwikkeling van de deelnemers?
2. Hoe ervaren de leerkrachten van de groepen 1 t/m 4 het
effect van het werken met het DHH en de groepsoverzicht
op de aanpak van hoogbegaafde leerlingen in de groepen 1
t/m 4?
3. Welke mogelijkheden zijn er om het leesonderwijs in de
onderbouw te stimuleren?
4. Leidt het coachen op zwakke executieve functies van
leerlingen tussen 10 en 12 jaar op B.S. “De vlieger”, in de
ogen van de leerling zelf, de ouders en de leerkracht, tot
meer zelfvertrouwen, een positiever schoolbeeld en tot
betere resultaten op de basisvaardigheden?
1. "Rebound Maastricht en de bijdrage aan de sociaal
emotionele ontwikkeling."
Leerlingen die voor de Rebound Maastricht aangemeld
worden vertonen een sociaal-emotionele problematiek. Er is
onderzoek gedaan naar de mate waarin de de Rebound
Maastricht een bijdrage levert aan de sociaal-emotionele
ontwikkeling van de leerlingen tussen de 12 en 18 jaar.
2.Dit onderzoek richt zich op hoogbegaafdheid en een
specifieke aanpak voor leerlingen met deze kwalificatie.
3. Onderzoek naar leesonderwijs in de onderbouw.
4. De laatste drie jaar zijn op B.S. “De vlieger” de eind- en
tussenopbrengsten fors verbeterd. Collega’s geven aan dat
er ondanks alle innovaties nog steeds leerlingen zijn die
volgens hen beter zouden kunnen scoren. In dit onderzoek
wordt nagegaan of coaching op de executieve functies leidt
tot meer zelfvertrouwen en een positiever schoolbeeld
waardoor de opbrengsten hoger worden.
Nummer: 7
Namen leerteam:
Specialisatie:
Naam studiebegeleider:
Onderzoeksvra(a)g(en):
Korte inhoud
onderzoek(en):
1. Maarten Deckers
2. Cindi Boumans
3. Femke Veldman
Gedrag
John Ritzen
1. Welke bijdrage levert het hanteren van een gedragskaart
m.b.t. autisme op de pedagogische aanpak van
leerkrachten bij leerlingen in de leeftijd van 4 t/m 12 jaar
met speciale onderwijsbehoeften op basisschool Koningin
Beatrix?
2. In hoeverre dragen de uitgangspunten van PBS er toe bij
het gedrag van leerling X op basisschool Tarcisius positief te
beïnvloeden?
3. In hoeverre is het mogelijk om met behulp van een SEOlessencyclus van acht weken, naar aanleiding van het boel
"De kracht van acht" van Margrete Stouts-Boots, het
pestgedrag van kinderen uit groep 7c van Brede School
Cortemich te beïnvloeden?
1. In dit onderzoek wordt een gedragskaart autisme
ontwikkeld, waar leerkrachten concrete adviezen en
handreikingen kunnen vinden om meteen te gebruiken in de
dagelijkse onderwijspraktijk. Door middel van een enquête
bij begin- en eindmeting wordt geprobeerd het effect
hiervan op de kennis en vaardigheden van de leerkrachten
t.a.v. het omgaan met kinderen met autisme te meten.
2. In dit onderzoek wordt onderzocht of de theorie van PBS
invloed heeft op het negatieve gedrag van leerling X. Door
middel van een observatie en vragenlijst wordt een
beginmeting gemaakt. Vervolgens wordt er gewerkt met
een gepaste interventie. Na een 6-tal weken wordt er door
middel van een eindmeting gekeken of de interventie het
gewenste effect heeft gebracht.
3. Middels dit onderzoek wordt er een samenhang
onderzocht tussen het geven van lessen ter bevordering
van sociaal emotionele lessen en het pestgedrag van
kinderen. Door middel van enquêtes wordt het pestgedrag
van kinderen onderzocht; voor en na de interventie.
Nummer: 8
Namen leerteam:
Specialisatie(s):
Naam studiebegeleider:
Onderzoeksvragen:
Korte inhoud
onderzoek(en):
1.Chantal Brock
2.Fati Kianersy
3.Sylvia Kuyt
4.Sermin Öztan
5.Rosalien Peters
6.Katja de Vries
Gedrag
Nelly van Eenige
1. Welke invloed heeft klassenmanagement op het gedrag
van leerlingen?
2. In welke mate heeft de SWITCH-klas invloed op de
mogelijke gedragsveranderingen van havo/vwo
zorgleerlingen op het Sint-Maartenscollege, die tijdelijk voor
een periode van 6 tot maximaal 12 weken in een dergelijke
klas geplaatst worden?
3. Wat heeft een HB-leerling met een autismespectrumstoornis nodig om op het Porta Mosana College zijn vwodiploma te halen?
4. Leid het aanleren van gedragsregels bij lln. van groep 6
van een po school tot gewenst gedrag tijdens de eetpauze?
5. Het gedrag van de leerlingen, probleemgedrag van de
leerlingen. Hoe kunnen wij het probleemgedrag van de
leerlingen veranderen in coöperatiefgedrag? Ligt het aan de
regels?
6. Welke invloed heeft Facebook op het pestgedrag van de
leerlingen uit een derde klas kaderberoepsgerichte leerweg
op Scholengemeenschap Groenewald te Stein?
1. Tijdens vervangingen is het niet altijd gemakkelijk om je
dag goed voor te bereiden. Leerlingen reageren op
wisselende leerkrachten voor hun groep. Zij vinden dit
lastig en uiten dit in gedrag. Klassenmanagement heeft
invloed op gedrag van leerlingen. Hoe ga ik om met de
diverse groepen en situaties tijdens vervangingen.
2. Er wordt bepaald of en zo ja welke invloed de Switch klas
heeft op het gedrag en in het bijzonder de mogelijke
reductie van gedragsproblemen van de leerlingen die in de
Switch klas hebben gezeten. Daarnaast wordt er gekeken
naar de vraag of de leraren de Switch klas als zinvol/een
verlichting ervaren wanneer een leerling uit hun klas
tijdelijk weg is geweest.
3. Deel theorieonderzoek gaf al antwoorden. Enquête met
vragen over belemmerende en beschermende factoren bij
leerlingen die geslaagd zijn en bij leerlingen die de school
hebben verlaten. Doel is het komen tot aanbevelingen voor
de school qua aanname.
4. ‘Lunchen op school; hoe doe je dat goed? Een onderzoek
naar geschikte interventies om als groep samen te lunchen
op een prettige manier en volgens gezamenlijke afspraken.
5. Door het onderzoek wil ik erachter komen of door de
inzet van een methode, positief benaderen van de leerling,
actiebereidheid docentenkorps, zinvol is op de school.
6. Door mijn onderzoek wil ik er achter komen welke
invloed het gebruik van social media, zoals Facebook, heeft
op het pestgedrag van mijn mentorklas.
Nummer: 9
Namen leerteam:
Specialisatie(s):
Naam studiebegeleider:
Onderzoeksvragen:
Korte inhoud
onderzoek(en):
1. Liset Thielen
2. Tanja Smeets
3. Chantal Douven
4. Gwen Oligschlager
Gedrag
John Ritzen
1. Welk effect heeft het inzitten van de oplossingsgerichte
werkwijze Mission Possible op de motivatie van een leerling
met PDD-NOS, in de leeftijd van 12 tot 14 jaar op VSO de
Ortolaan, bij het aanleren van een door de leerling zelf
gekozen vaardigheid?
2. Welk effect heeft het inzetten van tutor lezen op de
intrinsieke leesmotivatie van de kinderen van groep 4 van
OBS Theo Thijssen locatie De Dem?
3. Welk effect heeft de aanpak van Positive Behavior
Support op het houden aan klassenregels van kinderen uit
groep 4 van de Dr. Albert Schweitzer school te Hoensbroek?
4. In hoeverre draagt kindermassage ertoe bij om de
relaties tussen allochtone kinderen tussen de 10 en 11 jaar
in groep 5a van bs. De Zonnewijzer te verbeteren?
1. De motivatie van een leerling verhogen bij het werken
aan leerdoelen, door leerlingen meer te betrekken bij hun
eigen leerproces.
2. Het doel van mijn onderzoek is door het verhogen van de
motivatie, middels inzetten van tutorlezen, het
gemotiveerde gedrag te laten toenemen en de
leesresultaten te verhogen.
3. Het houden aan de klassenregels bij leerling K.
verhogen, door de inzet van Positive Behavior Support.
4. Het doel van het onderzoek is de onderlinge relatie
tussen de kinderen te verbeteren door het inzetten van
kindermassage zodat de kinderen de kinderen zich veiliger
voelen in de klas.
Nummer: 10
Namen leerteam:
Specialisatie(s):
Naam studiebegeleider:
Onderzoeksvragen:
1. Angelique Franken & Nancy Offermans
2. Remy Geurts
3. Marcel Reversma
Leren
Astrid van Hertum
1. Wat is er nodig geweest om van de divergente
differentiatie over te gaan naar de convergente
differentiatie?
2. Leidt extra aandacht in de vorm van een ander lesmodel
voor de 20% betere rekenaars van groep 6 binnen een
periode van 3 maanden tot meer rekenmotivatie bij deze
kinderen en leidt dat tevens tot betere rekenprestaties,
zodat deze niet langer stagneren?
3. Welk effect heeft de vorming van een unit op de
werkhouding en motivatie van leerlingen en onderwijsteam
van groep 5 t/m 7 op basisschool St. Stefanus in
Wijnandsrade?
Korte inhoud
onderzoek(en):
1. In het onderzoek wordt antwoord gegeven op de
onderzoeksvraag. Het onderwerp wordt vanuit diverse
(theoretische) invalshoeken belicht. Er wordt gekeken naar
wat deze overstap van alle lagen binnen de organisatie
heeft gevraagd. De mening van de leerkrachten en
leerlingen binnen de organisatie is uiteindelijk gemeten en
van hieruit worden er verdere aanbevelingen gedaan voor
de organisatie.
2. Het onderzoek richt zich op de betere rekenaars en
welke mogelijkheden er zijn om de motivatie en de
prestaties van deze leerlingen te verhogen.
3. Dit onderzoek richt zich op een school die, liggend in
een krimpregio, te maken krijgt met een sterk dalend
aantal leerlingen. Deze krimp legt een beslag op de
organisatorische capaciteit van de school. Door de
organisatie geleidelijk aan de verminderde vraag aan te
passen, wil men voorkomen dat er ingeboet wordt op de
kwaliteit van het onderwijs. Door het vormen van units
wordt hierop ingespeeld en wordt bekeken hoe leerling en
leerkracht hierop reageren.
Nummer: 11
Namen leerteam:
Specialisatie(s):
Naam studiebegeleider:
Onderzoeksvragen:
1. Nanda Hagen
2. Sanne Schaffrath
3. Bertha van den Brink
Begeleiden
Edwin Thissen
1. 'Wat is het effect van de inzet van het groepsplan gedrag
op de SCOL vragenlijst in mijn drie-combinatiegroep?'
Korte inhoud
onderzoek(en):
2.
3.Welk effect heeft breinleren/natuurlijke leren op de
opbrengsten van begrijpend lezen met betrekking tot de
vaardigheidgroei bij leerlingen van groep 5t/m8.
1. 'Wat is het effect van de inzet van het groepsplan gedrag
op de SCOL vragenlijst in mijn drie-combinatiegroep?'
Mijn PGO gaat over de inzet van het groepsplan gedrag en
daarmee dus sociaal emotionele interventies tussen twee
meetmomenten van de SCOL vragenlijst. Ik wil onderzoeken
of mijn leerlingen bij het tweede meetmoment SCOL, door de
inzet van het groepsplan gedrag beter scoren dan op het
eerste meetmoment van de SCOL.
2.
3.Welk effect heeft breinleren/natuurlijk leren op de
opbrengsten van begrijpend lezen met betrekking tot de
vaardigheidsgroei bij leerlingen van groep 5 t/m 8. Daarbij
heb ik gebruik gemaakt van de mindmap als hulpmiddel.
Nummer: 12
Namen leerteam:
Specialisatie(s):
Naam studiebegeleider:
Onderzoeksvragen:
Korte inhoud
onderzoek(en):
1. Nicky Vergeldt
2. Malou Ronken
3. Annette Leipoldt
4. Dave Vriens
5. Rick Custers
Gedrag
Edwin Thissen
1. Op welke manier vind er pesten plaatsen binnen
mytylschool Ulingshof (cluster 3 onderwijs), en wat is
hiervoor een passend pestprotocol?
2.Wat zijn manieren om het pestgedrag (nog meer) te
veranderen binnen de bovenbouw van so cluster 4 van de
Talentencampus Venlo?
3. Wat is het effect van het werken met
toekomstperspectief op VSO De Velddijk?
4. Wat is binnen het huidige metropoolonderwijs nodig voor
het leerkrachtgedrag om de metropoolleerling SO met
uitstroomperspectief VO autonoom en leergeschikt te
krijgen en samenwerking plaats te laten vinden tussen SO
en REC4 en BAO groepen?
5. Welke competenties van leerlingen worden gestimuleerd
tijdens de lessen in de grote keuken?
1. Naar aanleiding van een vragenlijst is het pestgedrag van
leerlingen binnen het mytylonderwijs (lichamelijk en
meervoudig gehandicapte leerlingen) in kaart gebracht.
Door middel van de conclusies die hieraan verbonden
kunnen worden, is er een passend pestprotocol opgesteld.
2. Als school doen we al enkele zaken preventief op niveau
1 en 2 van de preventiepiramide van De Klerck. Maar is dit
voldoende? Daarom onderzoek ik pesten binnen de
bovenbouw van het so cluster 4 van de Talentencampus
Venlo . Ik wil als toekomstig gedragsspecialist weten of en
op welke manier we het pestgedrag (nog meer) kunnen
veranderen. Ten einde het pestgedrag veranderen, zodat
kinderen beter in hun vel komen te zitten.
3. Denken, Doen, Willen, Zijn is een werk-& denkmodel
'Leerling in beeld' van waaruit het toekomstperspectief van
een leerling bepaald wordt op de Velddijk. Deze vier
kwadranten samen levert het leerlingprofiel op. Deze
methode zijn we aan het implementeren op de velddijk.
4. In dit onderzoek neemt de groepsleerkracht van de
metropoolgroep bovenbouw speciaal onderwijs binnen de
Talentencampus Venlo (TCV) het initiatief om te gaan
onderzoeken, waar (on)mogelijkheden, kansen en
leerpunten liggen. Dit in de lijn van leeromgevingen,
onderwijsbehoeften en ontwikkelingsperspectieven van de
leerlingen. Om samenwerking te creëren tussen
leerkrachten, leeromgevingen en leerlingen van de
verschillende onderwijstypen binnen de TCV.
5.Onderzoek naar competentiebeleving in Cluster 4
onderwijs.
Nummer: 13
Namen leerteam:
Specialisatie(s):
Naam studiebegeleider:
Onderzoeksvragen:
Korte inhoud
onderzoek(en):
1 Stefanie van Dyk
2 Peggy Verouden
3 Romee Brouwers
4 Laura Kobben
5.Truike Boosten
Gedrag
John Ritzen
1. Welke effecten heeft de invoering van de effectieve
conflicthantering op het omgaan met conflicten tussen de
kinderen, van groep 3 t/m 8 van Basisschool de Bolleberg,
tijdens de pauzes op het schoolplein?
2. In hoeverre dragen onderdelen van de aanpak ‘Sociaal
Sterke Groep’ van GDO ertoe bij de conflicten te verminderen
bij leerlingen van groep 5/6A van Adelante Mytylschool te
Houthem?
3. In hoeverre draagt (rollen) spel ertoe bij een positief
leerklimaat te creëren waarin leerlingen in de leeftijd van 7-11
jaar een volgende stap kunnen maken in de sociaalemotionele ontwikkeling tijdens de sociaal-emotionele
vaardigheidstrainingen?
4. In hoeverre is het gedrag van de kinderen in cursusgroep
8 van basisschool de Trampoline uit Brunssum positief te
beïnvloeden door middel van het gebruik van een
beloningssysteem?
5. In hoeverre beïnvloedt het stempelbeloningssysteem de
motivatie in groep 6/7 op basisschool ’t Keuningshöfke?
1.In dit onderzoek staat de invoering van de effectieve
conflicthantering uit het Groepsdynamisch Onderwijs centraal.
Er is gekeken of de invoering van deze methode van invloed is
geweest op de manier waarop de leerlingen omgaan met
conflicten op het schoolpein
2. Door middel van een observatie wordt gekeken in hoeverre
de effectieve conflicthantering en de sociokring ervoor zorgen
dat het aantal conflicten binnen groep 5/6A van Adelante
Mytylschool te Houthem afneemt.
3. In dit onderzoek zal gekeken worden in hoeverre (rollen)
spel tijdens de sociaal – emotionele vaardigheidstraining kan
bijdragen aan een positief leerklimaat in groep ‘blauw’. Mocht
de inzet van spel tijdens de sociale- vaardigheidstraining
inderdaad bijdragen aan een positief leerklimaat in groep
‘blauw’, dan zal deze aanpak ook in de overige groepen
toegepast kunnen worden.
4. Ik heb het gedrag van de kinderen geobserveerd,
vervolgens ben ik actief geweest met een individueel
beloningssysteem in de klas om positief gedrag te stimuleren
en te kijken of een beloningsstysteem invloed heeft op het
gedrag van kinderen.
5. In dit onderzoek wordt de motivatie van de leerlingen in
groep 6/7 onderzocht, omdat ik wil weten in hoeverre een
beloningssysteem invloed kan hebben op de extrinsieke en
intrinsieke motivatie van de leerlingen, zodat ik als leerkracht
beter kan inspelen op motivatieproblemen.
Nummer: 14
Namen leerteam:
Specialisatie(s):
Naam studiebegeleider:
Onderzoeksvragen:
Korte inhoud
onderzoek(en):
1 Roel Smeets
2 Anne Mommer
3 Karin Bouwens
4 Sanne Simons
Gedrag
John Ritzen
1 In hoeverre verhoogt het afstemmen van de weektaak op
de individuele onderwijsbehoeften, de motivatie van de
begaafde leerling tijdens het zelfstandig werken in groep 8a
van basisschool de Keerkring?
2 In hoeverre draagt het uitvoeren van een deel van het
Rots en Water programma en werkvormen van
oplossingsgericht werken in klas 6 van de Vrije School
Heerlen bij aan het zelfvertrouwen en zelfbeeld van de
kinderen?
3 In hoeverre kunnen lessen in groepsvorming het
groepsvormingsproces in groep 8b van basisschool De
Keerkring in die mate beïnvloeden dat de normingsfase
vóór de stormingsfase plaatsvindt?
4 In hoeverre wordt de concentratie van vierjarige
leerlingen, die zich moeilijk kunnen concentreren tijdens
een instructie in de kring, in groep 1 van basisschool de
Horizon verhoogd door een oplossingsgerichte benadering?
1 Kwalitatief onderzoek naar de motivatie van begaafde
leerlingen tijdens het zelfstandig werken. Inspelen op
onderwijsbehoeften is van belang. Investeren in de relatie
met de leerling en goed luisteren naar de leerling krijgen
speciale aandacht tijdens deze presentatie.
2 Een onderzoek naar het zelfbeeld en zelfvertrouwen van
leerlingen van de Vrije School. Een presentatie over de
effectiviteit van interventies met een oplossingsgericht
karakter.
3 Een onderzoek naar het effect van groepsvormende
lessen uit Grip op de groep van René van Engelen op de
groepsvorming van groep 8 van de basisschool.
4 Een onderzoek van het effect van een oplossingsgerichte
benadering op de concentratie van vierjarige kleuters in de
kring.
Nummer: 15
Namen leerteam:
Specialisatie(s):
Naam studiebegeleider:
Onderzoeksvragen:
Korte inhoud
onderzoek(en):
1.Karen Peeters
2.Silvia Kremers
3.Nancy Macor
4.Esther Habets
5.Mandy Stollman
Gedrag
Nelly van Eenige
1.In hoeverre kan de mate en/of tijdsduur ten aanzien van
concentratie en aandacht verhoogd c.q. verlengd worden van
een leerling die kenmerken van ADHD ervaart, door gebruik te
maken van een tablet waarbij de leerling luistert naar
rustgevende muziek en kijkt naar boeiende beelden die
uitnodigen tot 'beleven'. Is deze leerling dan in staat te
‘rustigen’ en daarna zijn opgedragen taak adequaat uit te
voeren?
2.In hoeverre draagt het geven van (seksuele) opvoeding aan
VSO-leerlingen in de leeftijd van 15 tot 20 jaar, met een
verstandelijke beperking en een diagnose ASS, van de Jan
Baptist School te Maastricht, er aan bij dat ongepast gedrag in
de klas verminderd?
3.In hoeverre dragen gedragsregels, met betrekking tot
gewenst gedrag, er toe bij dat agressief gedrag en negatief
gedrag van een Mytylleerling van 4 tot 8 jaar op Adelante
Mytylschool vermindert.
4.Welke interventies bevorderen de expressieve communciatie
bij M 7 jarige leerling met een ass en verstandelijke handicap
in de ZMLK Jan Baptistschool te maastricht?
5.In hoeverre draagt PBS er toe bij dat het aantal leerlingen
van 4 tot 12 jaar naar de achtervang gaat te reduceren op de
Latasteschool te Horn?
1. Kunnen we een kind met ADHD(kenmerken) op een
alternatieve wijze helpen om tijdens de opbouw van stress te
herstellen. En is het mogelijk door openingen in te bouwen de
concentratie te verlengen tijdens een schooltaak.
2.In de VSO autistengroep wordt tot op heden geen seksuele
voorlichting gegeven. Uit gesprekken met collega’s, ouders en
leerlingen blijkt dat hier wel behoefte aan is. Met mijn
onderzoek ga ik bekijken hoe ik dat ga doen en of het effect
heeft.
3.Welke interventies zijn effectief om de expressieve
communicatie bij een 7-jarige leerling met een verstandelijke
beperking en ASS te vergroten?
4.Kunnen mytylleerlingen, in de leeftijd van 4 tot 8 jaar, met
behulp van PBS gewenst gedrag vertonen?
5. De afgelopen jaren is de agressie op de Latasteschool
toegenomen. Met de werkgroep gedrag hebben we gekozen
voor PBS. Met mijn onderzoek wil ik bekijken of PBS er toe
bijdraagt dat de agressie en het gebruik van de achtervang is
afgenomen.
Nummer: 16
Namen leerteam:
Specialisatie(s):
Naam studiebegeleider:
Onderzoeksvragen:
Korte inhoud
onderzoek(en):
1. Esther Vergoossen
2. Evan Stols
3. Marcel Hermsen
4. Mark Maas
5. Patricia Linssen
Rekenen: Esther-Mark-Patricia
Lezen: Evan-Marcel
Astrid van Hertum
1. Esther: Zorgt het aanbieden van een rekenopwarmer,
structureel 5 minuten per dag gedurende 10 weken, voor
een positief effect op het automatiseringsniveau van de
leerlingen van groep 5a op basisschool in ’t Park te
Susteren?
2. Evan:Op welke wijze, door de theorie ondersteund
kunnen leesmotivatie en ook de scores voor Cito
woordenschat in de bovenbouw op BS St. Joseph vergroot
worden?
3. Marcel: Wat is het effect van het werken met de
strategieën van begrijpend lezen in vaste structuren bij de
zaakvakken op de vaardigheidsgroei van leerlingen in groep
7 bij de toets begrijpend lezen van Cito?
4. Mark: In welke mate heeft een interventie van 8 weken
middels het inzetten van “MSV” van J. Mennen, naast
rekenmethode “WIG”, invloed op het automatiseringsproces van de tafels 1t/m10 bij lln van groep 5?
5. Patricia: Heeft het structureel inzetten van de software
automatiseren van de methode Wizwijs gedurende een
periode van 14 weken op het niveau van automatiseren van
de lln in de bovenbouw op SBO De Horst effect?
1. Esther: In het onderzoek wordt er aan de experimentele
groep 5a een rekenopwarmer aangeboden van 5 min. per
dag gedurende 10 weken, terwijl de controlegroep 5b geen
extra interventie aangeboden krijgt. De voormeting en de
nameting werd uitgevoerd met de TTR(Vos, 1992).
2. Evan: Onderzoeksgroep is groep 7/8 van BS St Joseph
Broekhem. Het gaat hier om een experiment met een voor en nameting gecontroleerd door een enquete. Naast de
motivatie wordt ook gekeken of de interventie ook gevolgen
heeft voor Cito woordenschat.
3. Marcel: Het experiment is uitgevoerd in een groep 7 in
de eerste helft van het schooljaar. Iedere week hadden de
leerlingen drie lessen zaakvakonderwijs op het programma
staan, waarin met vaste structuren gewerkt werd. De
resultaten bij de cito begrijpend lezen (M7) van deze groep
is vergeleken met een controlegroep.
4. Mark: Het betreft een quasi-experimenteel onderzoek
o.b.v.2 groepen; de experimentele en controlegroep, met
de deelvragen:1.Welke meerwaarde biedt MSV t.o.v.WIG?
2.Op welke manier is MSV in te passen in het IGDI-model?
5. Patricia: Onderzoeksgroep bestaat uit drie
bovenbouwgroepen (SBO) waarvan de experimentele
groepen wekelijks 15 minuten, zoals Wizwijs het bedoelt,
werken aan genoemde software. Voormeting en nameting
gedaan m.b.v. TTA.
Nummer: 17
Namen leerteam:
Specialisatie(s):
Naam studiebegeleider:
Onderzoeksvragen:
Korte inhoud
onderzoek(en):
1. Karen Bongers
2. Lucie Cruts
3. Christianne Fahnenstich
4. Cindie Hermans
5. Joyce Mulder
Master SEN leren, specialist lees- en spellingproblemen en
dyslexie.
Astrid van Hertum
1. Wat is het effect van de implementatie van Estafette in
de groepen 4 t/m 8 op Basisschool de Brök, gekoppeld aan
begeleidingsbehoeften, op het competentiegevoel van de
leerkrachten?
2. Welke effecten zijn merkbaar op de Viseon leerling lijsten
en Viseon leerkrachtlijsten met betrekking tot het
zelfvertrouwen van dyslectische leerlingen op basisschool
St. Jozef te Doenrade, als deze leerlingen vier maanden
werken met het compenserende hulpmiddel ClaroRead?
3. Welk effect heeft de methode Estafette op de leesattitude en de leesresultaten van de leerlingen van de
groepen 5 t/m 8 van beide locaties van Basisschool De
Brök?
4. Wat is het effect van concrete schoolafspraken binnen
het woordenschatonderwijs, gebaseerd op relevante
literatuur, op BS. De Bolster in het schooljaar 2013-2014?
5. Wat is het effect van het compenserend leesmiddel
Claroread op de leesopbrengsten van leerlingen van SBO
Bernardus,die blijven steken op hetzelfde AVI niveau, na
een periode van 3 maanden extra gewerkt te hebben met
het tekst naar spraak programma?
1. In het onderzoek wordt met behulp van attitudelijsten
onderzocht welke competentiebevorderende interventies de
teamleden kunnen ondersteunen bij het
implementatieproces en of afgeleide interventies resulteren
in een succesvolle innovatie op competentieniveau.
2. Onderzocht is of het compenserende hulpmiddel
ClaroRead een invloed heeft op het zelfvertrouwen van
leerlingen met dyslexie in groep 7 van basisschool St. Jozef
te Doenrade.
3. Onderzocht is of de verandering van methode voor
technisch lezen van invloed is op de prestaties (technisch
en begrijpend lezen) en op de leesattitude van de leerlingen
van Basisschool De Brök aan de hand van vragenlijsten en
toetsgegevens.
4. Dit onderzoek heeft als doel de Cito-resultaten van
woordenschat te verhogen op BS. De Bolster, door
effectiever aan woordenschat te werken volgens
wetenschappelijke inzichten.
5. Er is onderzocht of de leesopbrengsten van leerlingen die
blijven steken op hetzelfde AVI niveau binnen SBO
Bernardus vooruit gaan na gebruik van het leesprogramma
ClaroRead.Ook is de motivatie bekeken door vragenlijsten
voor en na het gebruik van dit compenserend hulpmiddel.
Nummer: 18
Namen leerteam:
Specialisatie(s):
Naam studiebegeleider:
Onderzoeksvragen:
Korte inhoud
onderzoek(en):
1.Melanie Bonnema
2.Wouter Limburg
3.Pascal Kockelkoren
Divers
Edwin Thissen
1. Welke WBT is geschikt voor het begeleiden van leerlingen
in het VSO?
2. Op welke manier kan een meerkeuzetoets bijdragen om
misconcepten mechanica, bij een 1e jaars student van de
afdeling procestechniek, zichtbaar te maken en direct een
terugkoppeling te geven zodat een student gerichter kan
studeren?
3. Hoe kan de vernieuwde opzet van intake en
verslaglegging worden geimplemeteerd en op welke manier
kunnen collega’s hierin worden getraind?
1.Dit onderzoek richt zich op de mogelijkheden om
leerlingen zo goed mogelijk voor te bereiden op de praktijk.
Wat hebben praktijkbegeleiders nodig om aan te sluiten bij
de leerlingen.
2.Meerkeuzetoets als leermiddel? In deze presentatie zullen
we ingaan of een meerkeuzetoets een bijdrage kan leveren
om misconcepten mechanica weg te nemen bij studenten
op het MBO. Tijdens de presentatie zal de toeschouwer
actief betrokken worden. Een apparaat met
internetverbinding is gewenst.
3.Het onderzoek gaat in op de mogelijkheden en
onmogelijkheden van het implementeren en trainen van
collega’s.
Nummer: 19
Namen leerteam:
1.Edith Heitzer
2.Sandra Hielema
Specialisatie:
1.Leren
2.Gedrag
Naam studiebegeleider:
1.Ger Ramakers
2.John Ritzen
Onderzoeksvra(a)g(en):
1.In hoeverre draagt implementatie van
het Dialoogmodel in alle geledingen bij tot
realisatie van ‘een kind, een plan’?
2.In hoeverre dragen coöperatieve
werkvormen bij aan de ontwikkeling van
de sociale vaardigheden van de leerlingen
van groep 3 van de Emile Weslyschool?
Korte inhoud onderzoek(en)
1.Ik heb onderzocht of het implementeren
van een eenduidige manier van
verslagleggen (via het Dialoogmodel), in
een setting waarin onderwijs en zorg
samenwerken, ertoe bijdraagt dit doel
eerder te bereiken.
2.In dit onderzoek heb ik bekeken of het
toepassen van coöperatieve werkvormen
van invloed is op de sociale vaardigheden
van de leerlingen van groep 3.
Toegepaste onderzoeksmethode is
observatie.
Gebruikte meetinstrument: SCOL
observatielijst.
Nummer: 20
Namen leerteam:
Specialisatie(s):
Naam studiebegeleider:
Onderzoeksvragen:
1. Anke Huynen
2. Job Schoonman
3. Nadine Maessen
4. Romy Schaufeli
Gedrag
John Ritzen
1. In hoeverre draagt een autisme protocol ertoe bij dat een
school een eenduidige aanpak kan creëren, die leerkrachten
en vervangers de deskundigheid bieden die ze nodig
hebben, op het gebied van kinderen met een autisme
spectrum stoornis en hun bijbehorende speciale
onderwijsbehoeften?
2. In hoeverre kan ik het softdrugsgebruik voor school van
de leerlingen in de onderbouw/ bovenbouw van VSO De
Zonnewijzer door middel van voorlichting in samenwerking
met Mondriaan zorggroep terugbrengen?
3. In hoeverre heeft het werken met individuele
handelingsplannen gedrag een effect op de groepsvorming
in de brugklassen VMBO op het Connect College te Echt?
Korte inhoud
onderzoek(en):
4. In hoeverre draagt , het hanteren van een gedragskaart
m.b.t. adhd/drukke kinderen, ertoe bij de pedagogische
aanpak van vervangers bij leerlingen in de leeftijd van 4
t/m 12 jaar te verbeteren en verder te ontwikkelen?
1. Als nulmeting is er binnen het team van bs. Bocholtz een
enquete afgenomen m.b.t. het werken met kinderen met
een autisme spectrum stoornis. Daaropvolgend is er een
gedragskaart autisme ontwikkelt. Deze heeft het team
gekregen. Na een aantal weken is de enquete overnieuw
afgenomen. Aan de hand van deze enquete is er gekeken of
de gedragskaart bijdraagt aan het werken met/hebben van
kinderen met een autisme spectrum stoornis in de klas.
2. Via een nulmeting, een project middelengebruik verzorgd
door Mondriaan en een eindmeting onderzoek ik in hoeverre
zo’n project het softdrugsgebruik binnen de Zonnewijzer
omlaag brengt.
3. In het onderzoek is gemeten of individuele
handelingsplannen een effect hebben op de groepsvorming.
Als nulmeting zijn enquêtes & een sociogram afgenomen bij
de leerlingen over de groepsvorming. Hierop volgend zijn er
actieplannen opgesteld via de individuele handelingsplannen
van de leerlingen. Deze is gedeeld met het docententeam.
Aan de hand van een eindmeting via enquête en een
sociogram is gekeken of deze individuele handelingsplannen
een effect hebben gehad op de groep.
4. In dit onderzoek tracht ik te onderzoeken of het inzetten
van een gedragskaart een vervanger ondersteunt in het
omgaan met drukke kinderen. Dit is gebeurd middels een
nulmeting, interventie en een eindmeting.