DOSSIER - Bouwrijp maken Design & construct-project levert goed resultaat in Botlek Landwinning is bijna net zo oud als Nederland. De manier waarop en de omstandigheden waaronder veranderen steeds. Om van een havenbekken een industrieterrein te maken, koos Havenbedrijf Rotterdam voor een aanbesteding volgens het principe van design & construct. En met succes. P.H. Markensteijn / H.A. Vervoorn / F. van de Wiele / S. Plate / P.A.M. Boot Tussen 2012 en 2014 nam Nederland met circa 5 ha in omvang toe door een havenbekken in het Botlekgebied te veranderen in waardevolle bouwgrond met behulp van circa 500.000 m3 zand. Op dit nieuwe stukje Nederland langs de A15 bij Rotterdam komt de nieuwe Botlek Tank Terminal. De terreinuitbreiding betreft een demping met aan de waterzijde een kademuur van 415 m lengte met drie ligplaatsen. Verder kunnen extra ligplaatsen worden gemaakt door een steiger haaks op de kade te plaatsen. De terminal kan hierdoor zijn opslagcapaciteit uitbreiden van 200.000 m3 naar circa 750.000 m3. Design & construct Deze landwinning is een design & construct-project dat in 2012 is aanbesteed door het Havenbedrijf Rotterdam. Adviesbureau Royal HaskoningDHV stelde de contractdocumenten op, assisteerde bij de aanbesteding en was verantwoordelijk voor het contractmanagement. Op 3 juli 2012 zette de aannemerscombinatie de Vries & van de Wiel en Geka Bouw hun handtekening onder het in 't kort - design & construct Havenbedrijf Rotterdam besteedt landwinning in de Botlek aan als design & construct-project Contractmanagement wordt uitgevoerd met voldoende aanwezigheid op locatie Risicosessies tijdens regulier overleg leiden tot uitwisseling van kennis en ervaring Bonus voor vroegtijdig opleveren, nauwe samenwerking en vertrouwen zorgen voor succes 18 Land+Water nr. 6 - Juni 2014 Nadat het zand tot boven de waterlijn was aangebracht, wordt de resterende hoogte tot 4,5 m boven NAP gerealiseerd als een ‘gewone’ stort. contract. Conform het contract moest het werk in twee fases worden opgeleverd; de eerste fase na 10 maanden en de tweede fase na 21 maanden. Het totale project werd 4 april succesvol afgerond en opgeleverd. De opdrachtnemers hadden de verantwoordelijkheid voor het contact met de bedrijven die opereren rondom het project in de haven. Omdat deze partijen allemaal klanten van het Havenbedrijf Rotterdam zijn, lag hiermee een grote verantwoordelijkheid bij de opdrachtnemer. Contractmanagement Tot enkele jaren geleden besteedde het Havenbedrijf Rotterdam vrijwel alle werken traditioneel aan. In dit geval werd gekozen voor een 'design & construct-project', de wijze van contractmanagement werd hier op aangepast. Vanwege het nog relatief nieuwe karakter van deze manier van werken, voor zowel het Havenbedrijf Rotterdam als voor veel aannemers, werd er in eerste instantie niet gestuurd op minimale inspanning met slechts contractbeheersing op afstand, maar werd de voorkeur gegeven aan een vorm van contractmanagement met voldoende aanwezigheid op locatie. Dit betekende dat het contractmanagement enerzijds in grote lijnen verliep volgens de principes van systeemgerichte contractbeheersing (SCB), waarbij de systeem-, proces- en product- toetsen werden gerelateerd aan de risico’s. Daarnaast was het van belang dat er gedurende het uitvoeringsproces bij het Havenbedrijf Rotterdam vertrouwen ontstond in de kwaliteit van het ontwerp en de realisatie door de opdrachtnemer. En dan niet alleen op basis van het 'papieren' toetsproces maar ook door deskundige toetsing van de specifieke producten en door aanwezigheid op locatie. Het contract was net voor de bouwvak van 2012 getekend. Er lag een ambitieuze planning voor de realisatie van de eerste fase. Daardoor bestond er begrijpelijkerwijs de neiging bij de opdrachtnemer om snel met het ontwerp te starten en daarna zo spoedig mogelijk met de realisatie. Tijdens deze startfase werden het projectkwaliteitsplan en verschillende deelkwaliteitsplannen geaccepteerd en vond er ook een procestoets op het 'ontwerpproces' plaats. Omwille van de tijd werden de resultaten van de systeem- en procestoetsen niet afgewacht en was er tegelijk overleg over de uitgangspunten voor het ontwerp. Het project betreft de demping van een havenbekken, waarbij de restzetting pas ver na de oplevering bekend wordt. De nieuwe kades worden gebouwd in deze demping, waardoor er een groter risico ontstaat op vervormingen dan bij een gewone kade. Omdat dit uiteindelijk ook risico’s voor de opdrachtgever zijn, werden ook Het afdekken van het slib vond geleidelijk en gecontroleerd plaats om oppersing en verdringing te voorkomen. Daarvoor werd een sproeiponton gekoppeld aan een sleephopperzuiger. alle 'definitieve ontwerpdocumenten' door middel van een producttoets getoetst. Doordat er relatief veel direct contact was tussen de teams en er goed zicht bestond op de uitvoering, kregen de contractmanager en de opdrachtgever vertrouwen in de kwaliteitsborging tijdens de uitvoering, ook als dit soms op papier nog niet volledig was aangetoond. Daarnaast was er de mogelijkheid om in gezamenlijke risicosessies en tijdens het reguliere voortgangsoverleg wederzijdse aandachtspunten en risico’s te benoemen waardoor er gebruik gemaakt kon worden van elkaars kennis en ervaring. Ontwerp en uitvoering Het Havenbedrijf Rotterdam koos verder voor een design & construct-contractvorm om de aanwezige kennis vanuit de markt maximaal te benutten en om een optimalisatie tussen ontwerp en uitvoering te verkrijgen. De aannemer heeft de volgende onderdelen geoptimaliseerd: de demping, de bodembescherming voor de kade, de damwanden en de verankering van de kademuurconstructies. Om aan de gestelde zettingseisen te voldoen, is in de geotechnische berekeningen voor de demping gezocht naar een optimalisatie tussen verticale drainage, overhoogte en beschikbare tijd. Het in het havenbekken aanwezige slib is uitsluitend ontgraven daar waar dit echt nodig was; uit berekeningen bleek dat het slib alleen in de actieve en passieve zone van de kade verwijderd diende te worden. In plaats van het slib af te voeren naar een depot (zoals de Slufter) werd dit bovenop de bestaande sliblaag achter de nieuwe kade geplaatst en daarna afgedekt met de zandlaag van de demping. De impact op het milieu en omgeving werd hierdoor gereduceerd, mede door de verminderde aanvoer van zeezand. Na het plaatsen van het slib op de plek van de demping is de laag opnieuw ingemeten en werden de geotechnische berekeningen aangepast op het daadwerkelijk aanwezige slibniveau. Dat leidde tot een aanscherping van de overhoogte en de hoeveelheid verticale drainage. Het afdekken van het slib moest geleidelijk en gecontroleerd plaatsvinden om oppersing en verdringing te voorkomen. Hiervoor werd een sproeiponton gekoppeld aan een sleephopperzuiger. De eerste lagen werden in dikten van circa 0,5 m aangebracht. Nadat het zand tot boven de waterlijn kwam, is de resterende hoogte tot NAP+4,5 m gerealiseerd als een 'gewone' stort. Op dat moment werden de zakbakens geïnstalleerd. Deze zijn belangrijk voor de registratie van de zettingen en voor de prognose van de restzetting. Direct op het slib, voorafgaand aan de demping, werden ook enkele monitoringsbuizen aangebracht waarmee de initiële zettingen zijn gemeten. Ter plaatse van het uitgegraven cunet werd onderwater een steunberm aangelegd, ook met een tijdelijke overhoogte. Hetzelfde sproeiponton bouwde deze berm laagsgewijs op. De extra steun hield de damwand recht tijdens de cruciale bouwfase van de kade en werd verwijderd na verankeren van de kade. Het vrijgekomen zand werd gebruikt in de demping en als overhoogte. Over de volledige lengte van de kademuren is vervolgens bodembescherming aangebracht in de vorm van zinkstukken met stortsteen, gedeeltelijk gepenetreerd met colloïdaal beton en gietasfalt. Kadeconstructie De kadeconstructie bestaat uit een combinatie van verschillende typen damwand en combiwand, verankerd in de demping. Er is gekozen voor horizontale legankers, die aan de achterzijde aan een kortere damwand zijn bevestigd. Een voordeel van dit ankersysteem is onder andere dat de locatie van de ankers exact bekend is. Dat is van belang voor het toekomstig gebruik van het haventerrein. Voor de kesp van de kade zijn prefab elementen toegepast in combinatie met ter plaatse gestort beton. Het principe van de prefab elementen berust op een constructieve samenwerking van het boven water aangebrachte deel in situ beton met een montagemethode die onafhankelijk is van de heiafwijkingen van de damwanden. Hierdoor is de vereiste functionaliteit, vlakheid en duurzaamheid van de kesp geborgd. De risico’s die deze uitvoeringsmethode met zich meebrengt, zijn bestudeerd en gemitigeerd met gepaste maatregelen. Kwaliteitsborging De kadeconstructie bestaat uit een combinatie van verschillende typen damwand en combiwand, verankerd in de demping. In het contract was aangegeven dat een adequate kwaliteitsborging de verantwoordelijkheid was van de aannemer. Tijdens het gehele project werd door de aannemerscombinatie systematisch gecontroleerd en aangetoond dat de juiste kwaliteit werd geleverd. In de ontwerpfase werden alle eisen van het contract geverifieerd en werden keuringen gedefinieerd voor de uitvoeringsfase. Daarna is in keuringsrapporten aangetoond dat aan de gestelde criteria werd voldaan. Land+Water nr. 6 - Juni 2014 19 DOSSIER - Bouwrijp maken Na plaatsing van het slib op de gedempte plek is de laag opnieuw ingemeten en paste men de geotechnische berekeningen aan op het daadwerkelijk aanwezige slibniveau. Een voorbeeld hiervan is het voldoen aan de zettingseisen. De eis voor de restzetting was minder dan 0,3 m in de 30 jaar na oplevering. Daarom werden de zettingen geregistreerd tijdens de uitvoering en werden deze vergeleken met de berekende theoretische zettingen. Op basis hiervan werd bepaald wanneer de overhoogte kon worden verwijderd en wanneer de prognose voor de restzetting voldeed aan de gestelde eis. De opdrachtnemer zette een kwaliteitssysteem op dat alle eisen omvatte. Zo werden deze eisen steeds tijdig onderkend. Bij de start en gedurende het project werd er met de contractmanager afgestemd tot welk detailniveau aantoonbaarheid gewenst en noodzakelijk was. Bij oplevering waren alle eisen volledig afgehandeld. Projectverloop en succesfactoren Het werk was, zoals eerder gesteld, opgedeeld in fases waarbij conform het contract een bonus kon worden toegekend als de eerste fase eerder dan de verplichte opleverdatum werd opgeleverd. Dit had diverse voordelen. De opdrachtnemer werd beloond voor een tijdige oplevering en het terrein kon eerder worden vrijgegeven. Daarnaast leidden de leerpunten uit de eerste fase tot een efficiëntere aanpak tijdens de tweede fase en was er voor alle partijen in de tweede helft van het project meer zekerheid op een succesvolle afronding. Doordat alle partijen veel waarde hechten aan een goede verstandhouding met de omgeving, werd er steeds rekening gehouden met belangen van andere partijen. Hiermee werden risico’s die met de omgeving samenhingen beperkt. Een voorbeeld hiervan is dat de contractmanager tijdig aandacht besteedde aan het vinden van oplossingen voor het verlengen van leidingen van derden en dat dit door de opdrachtnemer kon worden gerealiseerd. Ook de directe afstemming door de opdrachtnemer met de omliggende bedrijven, die de haven gebruiken voor scheepvaart, verliep succesvol. Daardoor verliep de uitvoering in goede harmonie. 20 Land+Water nr. 6 - Juni 2014 Met de door het Havenbedrijf Rotterdam en Royal HaskoningDHV gekozen vorm van contractmanagement, werd het risicoprofiel van het project tot een minimum beperkt. Na afloop van het project concluderen de deelnemende partijen dat deze methode inderdaad gewerkt heeft, omdat alle risico’s tijdig werden onderkend en naar tevredenheid werden beheerst. Gedurende het project was het wel van belang om steeds te blijven evalueren wanneer een product- of procestoets nodig was. Door de aanwezigheid op locatie en de in het toetsplan gedefinieerde 'bijwoonpunten' tijdens de uitvoering, lagen deze twee type toetsen soms dicht bij elkaar. Kort tijdsbestek De grootste uitdaging voor de aannemerscombinatie lag in het uitvoeren van alle activiteiten op een beperkt oppervlakte in een kort tijdsbestek. Kort na de demping werden de damwanden aangebracht en terwijl Geka Bouw de veran- kering van kademuurconstructies nog afwerkte, plaatste de Vries & van de Wiel de bodembescherming al als laatste activiteit. Door frequent overleg binnen de combinatie werden raakvlakken tijdig herkend en werd hinder geminimaliseerd. De optimalisatie van de zettingen zorgde voor een flexibele uitvoering met minder overschot aan zand en meer beschikbare ruimte op het werkterrein. De goede samenwerking en het wederzijds vertrouwen hebben zeker bijgedragen om dit project succesvol, op tijd en voor alle partijen naar tevredenheid af te ronden. Peter Markensteijn is projectmanager bij Havenbedrijf Rotterdam, Herald Vervoorn is contractmanager bij Royal HaskoningDHV, Filip van de Wiele is uitvoeringsmanager en Saskia Plate is projectmanager (beiden bij De Vries & van de Wiel Kust- en Oeverwerken) en Peter Boot is projectleider bij Geka Bouw. Het havenbekken is 21 maanden later en 500.000 m3 verder getransformeerd in nieuw bedrijfsterrein.
© Copyright 2024 ExpyDoc