Inhoud Voorwoord .........................................................................................................................................3 Van onze afdelingen ...........................................................................................................................4 Verslagen Grijze Geuzen .....................................................................................................4 Chantez la vie – Liederen over verzet en hoop.............................................................................4 Is er nog leven buiten onze aarde? ..............................................................................................5 De sociale geschiedenis van België sinds de negentiende eeuw ...................................................6 Activiteiten .........................................................................................................................................7 Nieuwjaarsreceptie 2014 ....................................................................................................7 Nieuws van het August Vermeylenfondsfront .....................................................................9 Activiteitenkalender mei 2014 ..........................................................................................11 Enkele sfeerbeelden FVJ mei 2013 ....................................................................................13 Artikels en opinies ............................................................................................................................ 15 Een toespraak! Leuven 17 januari 2014. ..........................................................................15 Het glas is half vol. Tof! .....................................................................................................16 1914-1918 ........................................................................................................................17 100 jaar actueel ................................................................................................................20 Oh, what a lovely war! ......................................................................................................24 Onverzadigbare exploitatie ...............................................................................................26 Recensie Vlaanderen, Brussel, Wallonië: een ménage à trois ..................................................... 26 IN MEMORIAM .................................................................................................................28 Cocon Vilvoorde vzw ........................................................................................................30 CAVA: het vrijzinnig verleden bewaard en verteld ............................................................32 Leerplichtonderwijs, levensbeschouwelijke vakken, kostprijs, ontwikkelingen .................34 Recht op levensbeschouwelijk onderricht en alternatieven ....................................................... 34 Algemene trend ........................................................................................................................ 35 Cijferreeksen ....................................................................................................................37 Overzicht 2011/2012 alle levensbeschouwingen ....................................................................... 37 Overzichtenreeks rooms – katholieke godsdienst, islamische godsdienst en niet - confessionele zedenleer 2002 -2003 tot en met 2011 – 2012 .......................................................................... 38 Cijferreeksen Vlaams – Brabant 2002/2003 – 2011/2012 .......................................................... 39 Vilvoorde 2002/2003 – 2012/2013 ............................................................................................ 40 Enkele kostprijselementen ................................................................................................41 Lager onderwijs......................................................................................................................... 43 Secundair onderwijs .................................................................................................................. 44 Religieuze scholen ............................................................................................................47 Walk on water. .................................................................................................................49 Een korte samenvatting: ........................................................................................................... 49 Interlevensbeschouwelijke wandeling in Vilvoorde ...........................................................51 Colofon .............................................................................................................................54 2 Voorwoord Toen dit voorwoord eerst werd geschreven, was er net een fait accompli gecreëerd in de Krim, tot grote consternatie van het Westen, en een oplossing is nog niet in zicht, wel integendeel. En had president Obama zopas zijn toespraak gehouden in Brussel. Weer eens is gebleken dat na het einde van de Koude Oorlog niet alles voor goed koek en ei is en dat Rusland , zoals andere voormalige grootmachten in een recent verleden , het verlies van zijn rijk slecht verteert. Weer een les die we uit de geschiedenis kunnen trekken, als we dat willen, wat meestal niet het geval is. Blijkt ook, dixit Obama, dat je er niet mag vanuit gaan dat al je vrijheden voor altijd veiliggesteld zijn, en dat je bereid moet zijn er voor te vechten. Op een véél bescheidener niveau had ik het er op onze nieuwjaarreceptie over dat hoewel wij het in België op het vlak van vrijheid en gelijkheid , ook in vergelijking met andere nabije Europese landen, zeer goed doen, we toch niet op onze lauweren mogen gaan rusten. Wij hebben inderdaad veel bereikt, op het gebied van euthanasie, abortus, gelijke rechten voor holebi’s en zo. Maar kijk eens naar Spanje : even een andere coalitie aan het bewind en het zelfbeschikkingsrecht van de vrouw gaat de prullenmand in. Kan hier niet gebeuren? Wellicht niet zo vlug, maar bij ons wordt ook steeds flink gemarchandeerd bij een regeringsvorming. Duidelijke taal spreken, onze standpunten niet te omfloerst naar buiten brengen, kijken welke engagementen tijdens de komende campagne worden aangegaan over deze aangelegenheden, over een neutrale overheid, de lekenstaat , financiering van de godsdiensten en de vrijzinnigheid : dat is de boodschap. In het nieuwste nummer van het deMensnu Magazine vind je de standpunten van de Vlaamse partijen omtrent deze onderwerpen. Even over naar deze Toorts. Hoe kon het anders, we hebben een flinke brok over WO I. Ook het onderwijs komt uitvoerig aan bod. Naast onze vertrouwde rubrieken , uiteraard. Door omstandigheden verschijnt deze editie een stuk later dan gepland. Ze werd met de welwillende hulp van Guido Prieus samengesteld, waarvoor onze dank. Veel leesgenot. Tony Scott 3 Van onze afdelingen Verslagen Grijze Geuzen Chantez la vie – Liederen over verzet en hoop Zij brengen oude stadsliederen en -ballades of zoals ze het zelf omschrijven ‘vergeten pareltjes, warme meezingers en verontwaardigde dissonanten’. Waarom ‘Chantez la Vie’? “Mensen hebben altijd gezongen: om het werk lichter te maken, om elkaar belangrijke gebeurtenissen te vertellen en natuurlijk om hun liefde te verklaren. De liedjes van Duwoh gaan ook over de liefde: liefde voor de medemens, liefde voor rechtvaardigheid.” Anke Hintjens kondigt haar nummers aan als liefdesliedjes maar zingt over werkstakingen, soldaten die weigeren te schieten, vrouwen die te dom bevonden worden voor het stemrecht,... De liefde die bezongen wordt gaat over het leven, het goede leven. Over menswaardig samenleven dat ook vandaag niet vanzelfsprekend is, ook niet in België. Op de heerlijke accordeonbegeleiding van rasmuzikant Bernard Van Lent maakten we een reis door de tijd. Oude stadsliederen en ballades, een Jiddisch lied over de opstand in het getto van Warschau, enkele onverwoestbare liedteksten van Wannes Van de Velde door Bernard Van Lent zelf op muziek gezet. Bekende en minder bekende liederen over zaken die ertoe doen. Crisis, onrecht, verzet, liefde en hoop. Van Bertold Brecht via Pete Seeger naar Michel Fugain, via Dirk Witte over Friedrich Holländer naar de vele liedteksten uit het publieke domein. In elk continent, in elke periode, zetten mensen hun verontwaardiging op muziek. Het liedjesprogramma brengen ze dan ook als een ode. Mensen die van de wereld een betere plek maken, hebben altijd gezongen en zullen dat altijd blijven doen. Wie zingt heeft een langere adem dan wie zwijgt. De aanwezigen lieten het zich geen twee keer zeggen. Ze zongen de gekende liedjes mee. Een warm applaus bewees dat liederen van alle tijden ook vandaag nog niets van hun kracht verloren hebben. Wie meer over Duwoh wil weten, kan hen volgen op hun facebookpagina. Juliette Verhulst 4 Is er nog leven buiten onze aarde? Deze keer sloegen we de handen in elkaar met UPV om een boeiende spreker in Vilvoorde uit te nodigen, professor J.-P. De Greve van de VUB, om antwoord te geven op de vraag of er nog leven is buiten de aarde (16 januari 2014). Na de inleiding door onze voorzitster, zette de professor de toon door ons te confronteren met de enorme afstanden in het heelal, wat ontdekking van andere planeten (en eventueel leven), zo moeilijk maakt. Hij toonde tevens dat het aantal ontdekte extra-solaire planeten zeer snel toeneemt. Vanaf de eerste in 1995 zitten we nu aan 1060. De idee van het bestaan van zulke werelden en van leven elders in de ruimte is niet nieuw. Van Epicurus (300 VC) over Giordano Bruno (1584) tot Immanuel Kant (1781) werd hierover al gespeculeerd. Tenslotte confronteerde de spreker ons met een tweetal bizarre omgevingen op Aarde waar ook leven mogelijk is. Op 5 km onder het oceaanoppervlak, nabij de Kaaimaneilanden, wordt hete stoom uit ijzer-koperkolommen geperst. In het wervelende hete water naast die stoom, bij een druk van 500 keer de atmosferische druk, krioelt het van meercellig leven. En op Trinidad bevindt zich een meer van pek. In dat pek, bij een temperatuur van 32 – 56°C, vinden wetenschappers 10⁷ microben/g. Ze gebruiken geen zuurstofademhaling, maar een systeem gebaseerd op ijzer en mangaan. Vervolgens werden een aantal ontdekkingsmethoden bekeken, die allemaal steunen op relatief eenvoudige wetten van de fysica, zoals bijvoorbeeld het Doppler-effect. De toename van ontdekkingen is in de eerste plaats te danken aan grote technologische verbeteringen in de detectie-instrumenten, met een veel hogere nauwkeurigheid tot gevolg. Daarna kwam de wetenschappelijke zoektocht naar ‘leven’ aan bod. De spreker legde eerst uit wat bedoeld werd met bewoonbare zone: een gebied rond de ster met een oppervlaktetemperatuur tussen 0° en 100°C (waardoor water in vloeibare vorm mogelijk wordt, als incubator voor ‘leven’). Daarna kwamen de karakteristieken van leven aan bod, en, niet onbelangrijk, het feit dat de mens als soort op Aarde slechts sinds kort aanwezig is vergeleken met het bestaan van de Aarde zelf. Dit, en de enorme afstanden, beperkt natuurlijk de mogelijkheden om daadwerkelijk een andere communicerende levensvorm te vinden. 5 De boeiende voordracht leidde tot een gevarieerde reeks vragen en werd afgesloten met een welgemeend applaus. Juliette Verhulst De sociale geschiedenis van België sinds de negentiende eeuw De heer Sven Steffens werkte mee aan het boek “België, een geschiedenis van onderuit”, dat onder redactie van de heren Dumolyn en Mampaey verscheen bij uitgeverij Epo. Naar aanleiding hiervan vroegen wij hem om ons meer te komen vertellen over de arbeidsomstandigheden van ambachtslui en arbeiders (13 februari 2014). De industriële revolutie begon rond 1750 in Engeland en werd al snel gevolgd in België. De industriële activiteit concentreerde zich aanvankelijk in de Waalse provincies en Brussel, pas in de 20ste eeuw zou Vlaanderen die achterstand goedmaken. De komst van de eerste machines zorgde voor veel onrust. Velen geloofden dat zij hierdoor hun werk zouden kwijtraken, dat ze in fabrieken zouden moeten gaan werken en hun relatieve autonomie zouden verliezen. Bovendien boezemden productiesnelheid en arbeidsomstandigheden angst in. De vakmensen gaven de machines dan ook de schuld van de teloorgang van de oude ambachten, zoals spinnen en weven. Op het platteland hielden ze langer stand, tot de inkomsten te laag werden. In de stad namen ongeschoolde arbeiders de taak over aan de spinmachines. De textielambachtslieden werkten als loonarbeiders in fabrieken, vaak slecht betaald, onder slechte werkomstandigheden en maatschappelijk niet langer gewaardeerd. Mijnbouw en staalindustrie behielden aanvankelijk naast de grote installaties zoals stoommachines om schachten te ventileren of hoogovens, heel veel manuele arbeid. Maar er ontstonden ook nieuwe beroepen, zoals treinmachinist of elektricien. Deze genoten een zeker prestige. In de textielsector bleef veel huisnijverheid bestaan. Daar droeg ook de komst van de kleine, gemakkelijk verplaatsbare naaimachine toe bij. Dit leidde tot lagere prijzen waardoor de gezinnen lange uren moesten werken om rond te komen. Door een hoge mate van specialisatie waren ze ook sterk afhankelijk van de kledingfabrikanten. De werkonstandigheden waren vaak schrijnend. Een grote internationale fototentoonstelling over dit onderwerp, gemaakt door Antony Neukens, een medewerker van Camille Huysmans, leidde in 1910 tot een eerste vorm van arbeidswetgeving. Kinderen moesten bijdragen tot het gezinsinkomen en verlieten al vanaf hun elfde de school om te gaan werken, vaak in een fabriek, tenzij in de leer kon worden gegaan bij een ambachtsman. Een plaats in fabriek of werkplaats werd gezocht in de eigen omgeving, de ouders bepaalden waar het kind aan de slag ging. Met de vaardigheden of wensen van het kind werd zelden rekening gehouden. Meisjes kregen nog minder mogelijkheden. Hun arbeid leverde ook veel minder op. Zij hadden weinig kans op geschoolde arbeid, tenzij in enkele typische vrouwelijke beroepen of vanaf het begin van de twintigste eeuw in het onderwijs of de administratie. Kinderen uit de middenklasse hadden veel meer kansen. Zij gingen tot hun achttiende naar school en konden nadien een beroep uitoefenen. Door de lage lonen voor kinder- en vrouwenarbeid kende het industriële België succes. Pas in 1884 kwam er een minimumleeftijd op kinderarbeid in de mijnen, in 1889 een verbod op nachtarbeid . In 1914 volgde de leerplicht tot 14 jaar. De industriële lobby was hiertegen fel gekant, zij verloren immers goedkope arbeidskrachten. De socialistische en christelijke arbeidersbewegingen pleitten voor de beperking van de kinderarbeid en voor de leerplicht. Tussen 1850 en 1950 speelden de beroeps- en technische scholen een belangrijke rol voor de vakbekwaamheid van arbeiders en ambachtslieden. Dit alles werd geïllustreerd met voorbeelden. De aanwezigen werden stil bij het horen van deze verhalen. Zij dankten de spreker voor een leerrijke namiddag. cover boek “België, een geschiedenis van onderuit” Juliette Verhulst 6 Activiteiten Nieuwjaarsreceptie 2014 De jaarlijkse gezamenlijke nieuwjaarsreceptie van het Vrijzinnig Ontmoetingscentrum R. Moucheron, huisvandeMens Vilvoorde, OudStudentenBond VUB en de Vilvoordse vrijzinnige verenigingen ging door op zaterdag 25 januari 2014 in het VOC. Zoals we ondertussen al gewoon zijn, startten we de avond traditioneel met een receptie en de speechen van onze voorzitter Tony Scott. Voor de muzikale begeleiding en het verzorgen van de hapjes en sapjes kregen we weer de zeer gewaardeerde hulp van de oud studenten bond van de VUB in samenwerking met DJ ‘Hotstuff’, sfeerbrenger en opluisteraar van de nieuwjaarsfuiven van het VUB KultuurKaffee. HVV Londerzeel pakte uit met een speciaal gebrouwen Fakkelbier dat zeer werd gesmaakt. 7 We mochten ook enkele BV’s en politici verwelkomen zoals o.a. Hans Bonte, Gwenny De Vroe, Jo De Ro, Vera Boudry, Johan Serkeyn en OSB Voorzitter Jimmy Baes. Nieuwe banden werden gesmeed en de kennissenkring uitgebreid. Even traditioneel werd de dag afgesloten een wervelend dansfeest. Hartelijk dank aan alle aanwezigen, medewerkers en vrijwilligers die van dit gebeuren weer een daverend succes hebben gemaakt. 8 Kostprijs wordt geschat op € 25. Het middagmaal omvat soep, een hoofdschotel en 1 drankje. De koffie met Liers vlaaike is niet in de prijs begrepen. Nieuws van het August Vermeylenfondsfront Een nieuwe lente en een nieuw geluid. Meimaand, bloeimaand en het Vermeylenfonds bloeit als nooit tevoren. Tijdens de maand mei organiseren we niet minder dan 3 activiteiten! Het definitieve programma wordt jullie tijdig meegedeeld. - Bezoek aan de tentoonstelling van werken van Michaël Borremans, Bozar – za 31.05.2014 Afspraak om 14:00 in de hoofdhal van de Bozar, ingang Ravensteinstraat Inkom (ter plaatse te betalen): - Info- en debatavond over de uitbreiding van de euthanasiewetgeving naar minderjarigen – woe 14.05.2014 – i.s.m. HVV en HuisvandeMens Vilvoorde Deze avond vindt plaats in het groot auditorium van het CC Bolwerk, Bolwerkstraat 17 te Vilvoorde. Sprekers zijn Gerlant van Berlaer, kinderarts verbonden aan het universitair ziekenhuis van Brussel en Jacinta De Roeck. Aanvang : 20:00 Inkom : gratis. - Daguitstap naar “Lierke plezierke” - za 17.05.2014 Afspraak om 9:45 aan toerismebureau. - 10:00 : bezoek aan de Zimmertoren - 11:00 : bezoek aan het Begijnhof - 13:00 : middagmaal - 15:00 : boottocht op de Binnennete in oude palingschuiten met de Koninklijke Moedige Bootvissers (45 min.): verborgen hoekjes, pittoreske plekjes, verrassende stadsgezichten ontdekken vanuit een andere invalshoek. - 16:00 : koffie en Liers vlaaike 9 - € 10,00: korting tarief (BOZAR friends, - 25, + 67, groepen,...) - € 6,00: 12 > 18 j/leerkrachten/werkzoekenden/mindervaliden Om 14:15 verzorgt Tom Cools de inleiding (korte biografische schets, belangrijkste thema’s werk + enkele aandachtspunten) Om 14:30 start het vrije bezoek. Het najaar belooft even b(l)oeiend te worden met als voorlopig programma bezoeken aan de Matongéwijk in Brussel, het Red Star Line Museum in Antwerpen, de tentoonstelling “Brussel tikt Duits” in het Brusselse Broodhuis in het kader van de herdenking van WOI, de organisatie van een tentoonstelling in de Vilvoordse bibliotheek van grafische werken van Jacky De Backer, overleden partner van Viona Westra en als kers op de taart een 4-daagse trip naar Oxford en Cambridge eind oktober/begin november. U kan nog altijd lid worden mits storting van €10,00 (€15,00 per gezin – jongeren tot 25 jaar en werklozen €6,00) op rekeningnummer BE92-001-3227040-23 met vermelding “uw naam + lidgeld AVF – 2014). Maken deel uit van het bestuur : Daniela Martin, voorzitter/secretaris Christa Huijghens, penningmeester Felix Libeer Simone Baudon Michèle Libeer Linda Van Binst Chris Polfliet 10 “Het jaarlijkse etentje van het AVFV bij paardenrestaurant De Kuiper was andermaal een groot succes” Activiteitenkalender mei 2014 11 Do 8 19:30 Za 10 20:00 Wo 14 20u00 Officiële opening gevolgd door een verhalenavond over ‘Studentikoziteit aan de VUB: eigenzinnig of vrijzinnig?’ In samenwerking met OSB en UPV. Met steun van de Vlaamse Overheid en deMens.nu. Geen politiek debat, wél getuigenissen over vrijzinnig humanisme. Panelgesprek met Monica De Coninck, Jean-Jacques De Gucht, Lydia Deveen en Freddy Mortier. Meer info en inschrijven via [email protected] Met steun van de Vlaamse Overheid, deMens.nu, UPV-VUB en HVV Info- en debatavond met en Gerlant van Berlaer, kinderarts UZ Brussel en Jacinta Centrum voor Academische en Vrijzinnige Archieven www.cavavub.be VUB, aula QA Toegang gratis Centrum voor Academische en Vrijzinnige Archieven www.cavavub.be CC De Werf, Kleine Zaal, Molenstraat 51, B9300 Aalst. Toegang € 5. I.s.m. HVV en huisvandeMens Vilvoorde Groot auditorium CC Bolwerk, Vilvoorde Za 17 09u45 Za 31 14u00 De Roeck, HVV Nationaal, over de uitbreiding van de euthanasiewetgeving naar minderjarigen Daguitstap naar Lier i.s.m. afdeling Wezembeek-Oppem (meer info zie verder in dit blad) Bezoek aan de tentoonstelling van werken van Michaël Borremans, Bozar 31 12 Enkele sfeerbeelden FVJ mei 2013 13 14 Artikels en opinies Een toespraak! Leuven 17 januari 2014. Lieve mensen, Hartelijk welkom op deze terugblik op het droevige en donkere 2013. Het komt ons toe de fakkel brandend te houden, en licht te laten schijnen… maar 2013, dat was mouwtrekken, armworstelen, boksen en incasseren. We waren getuige van machtsmisbruik en zenuwslopende traagheid. Vallen en weer opstaan. Behalve dan voor die dierbaren die ons verlieten. Laten we vertrouwen putten uit die enkele gensters, enkele vonken waar ik met u verder op wens in te gaan. Ik noem er 5 bij naam. - het lef van onze nieuwe Brabantse directeur. Hij kwam uit het Oosten. Welkom in het Brabantse Far West. - de schouders van de Centrale Vrijzinnige Raad. Sylvain, Marina, Anne-France, Marc. Zonder u zaten we nog tot onze knieën in het water. Op onze knieën, danku. - de uitstekende verstandhouding met onze HVV geledingen. Aarschot, Diest, Leuven, en last but not least Vilvoorde en Tienen. Jullie inzet en bij uitbreiding de inzet van alle medewerkers en vrijwilligers zetten we vanavond in de verf. - notre échange Erasmus à Hamme-Mille. Serge, l’ouverture d’esprit et la concorde dont vous faites preuve au quotidien, a été d’une grande inspiration pour nous. - De vijfde laat ik voorlopig nog even in mijn mouw. Het waren enkele vonken. Nu… Meer mensen, meer zin. Baseline van de weg die we met z’n allen inslaan – vereist méér. Het vereist dat we onze mentaliteiten weten te wijzigen. We moeten uitkomen voor onze mening. Niet zwijgen omdat we niet durven. Maar schouders en lef. We verrijken het maatschappelijk debat met uitgesproken en genuanceerde vrijzinnige standpunten. De eigen mening is mooi an sich, maar laten we ophouden deze te masturberen. Naar die intimiteit luistert niemand anders. We moeten leren luisteren. Laten we dus luisteren. Oprecht en open luisteren. En weet je wat de IMD ook belangrijk vind? We moeten samenwerken. Laten we onze krachten bundelen. Laten we ambitieus en krachtdadig en eensgezind zijn. Nooit meer twee deuren onder één dak. Laten we dát doen. En laten we vandaag beginnen. Laat die fakkel aanwakkeren. Lieve mensen, Laten we een (gevuld) glas nemen, Laten we klinken Op 2014, Op de samenwerking en… op de vrijzinnig humanist in elk van ons! Nicolas Gerard Voorzitter IMD Vlaams-Brabant 15 Het glas is half vol. Tof! Wat is er afgelopen week allemaal wel niet gebeurd (we schrijven 3 maart)? We hebben de Oscar niet gekregen voor ‘The broken circle …’. Boonen kan nog winnen. In Oekraïne speelt Rusland een machtsspelletje met het Westen. Onze koning is gaan skiën in Zwitserland. Vrederechters krijgen een betere behuizing als ze maar op de televisie komen met hun miserie. Pistorius ‘the blade runner’ staat terecht voor moord op zijn vriendin. En het is karnaval, dus er mag wel wat extra plezier gemaakt worden zonder dat het extra GAS-boetes regent (alhoewel, oppassen met de confetti). Tenslotte, toen ik vanmorgen om kwart over zes opstond, hoorde ik een merel helder fluiten. Kijk, dat laatste maakt mijn glas meer dan halfvol. Tegen dat u dit leest, beste lezer, zijn bovenstaande feiten oud nieuws, voorbijgestreefd door andere belangrijke gebeurtenissen (zoals bvb 2 fluitende merels om kwart na zes). Waarom vermeld ik ze dan? Omdat ik een pleidooi wil houden tegen verzuring. Bovenstaande feiten kunnen immers stuk voor stuk verteld worden met een schamper commentaar. En dat gebeurt nogal eens. Waardoor we over meer en meer zaken misnoegd worden (en anderen aansteken!). Een olievlek die zich verdikt en uitbreidt, in onszelf en in onze omgeving. Vrijzinnig-humanisten moeten kritisch zijn, altijd en overal. Maar je kunt kritisch zijn op verschillende manieren: opbouwend, afbrekend, met insinuerende opmerkingen, sarcastisch, explorerend, positief, blokkerend, negatief, verdraagzaam of onverdraagzaam, en ga zo maar door. De manier waarop bepaalt mee de reactie van de bekritiseerde, en van degenen die je kritiek lezen of horen. Laten wij, vrijzinnigen, een voorbeeld stellen door kritisch te zijn op een opbouwende en positieve wijze. Problemen bekijken met een oog dat overal minstens een half vol glas ziet in plaats van een half leeg. Wij zijn een land met veel mensen op een klein oppervlak. En met een uitgebreid, goed functionerend communicatiestelsel: geschreven pers, digitale sociale media, radio, televisie. Informatie, merendeels over wat er fout loopt (criminelen die door een procedurefout vrijuit gaan), reden voor jaloersheid geeft (zoals details over toplonen met extra voordelen etc.), of ons rechtvaardigheidsgevoel uit evenwicht brengt (agressie op de tram, op de weg), wordt met bakken over ons heen gestort. Verzuring gedijt goed in zo’n omgeving. Verzuring is deels ook oorzaak van vereenzaming, terwijl de mens een sociaal dier is dat een interactief maatschappelijk kader en contacten met de medemens nodig heeft. Twee feiten: - In Vlaanderen pleegden in 2010 1066 personen zelfdoding. Dat zijn ongeveer 3 zelfdodingen per dag. Naar schatting ondernemen in Vlaanderen dagelijks ongeveer 45 mensen een zelfdodingspoging. - Het aantal personen die eenzaam en ongemerkt sterven, en dagen, ja soms weken later, ontdekt worden (bvb door buren in het huis er naast) neemt toe. 16 Wetenschappelijke studies naar oorzaken zijn legio, verklaringen bevatten meestal een complexe mix van redenen. Maar we moeten er natuurlijk vooral met zijn allen iets aan doen. Zowel de politiek met structurele beleidsmaatregelen als de man en de vrouw in de straat. Oprechte aandacht voor de medemens, dichtbij en veraf, hulpvaardig zijn zonder daarbij bemoeial te spelen, het helpt om anderen een halfvol in plaats van een halfleeg glas te laten zien. Toegegeven, een vol glas is natuurlijk leuker. Jean-Pierre De Greve HVV Mechelen 1914-1918 Precies 100 jaar geleden – nl 1914 – begon de Eerste W.O. Pers en TV zijn reeds volop bezig met reportages over de Grote Oorlog Tijdens deze ‘moorderij’ zouden 9 miljoen soldaten sneuvelen. Voeg er maar de miljoenen onschuldige burgers aan toe. Zij die het overleefden hielden er wel een trauma aan over. Mijn vader behoorde tot die gelukkigen. Na vier jaar zwegen de wapens en kon hij er uren over vertellen. En wat mij hier over bijgebleven is probeer ik als herinnering na te vertellen. In de vooroorlogse blauwe tunieken en op klompen leverde het Belgische leger in 1914 slag. Mijn vader vervoegde het leger op 2 september 1914 in Hemiksem. Hij kreeg de eerste onderrichtingen en de nodige kledij die en beetje trok op de Franse tunieken maar nog steeds op zijn klompen die hij van thuis aan had. Op 8 oktober 1914 werd hij naar Frankrijk gezonden om er klaargestoomd te worden voor de vuurlijn. 18 februari 1915 werd hij ingezet aan het IJzerfront. Op 26 april werd hij afgevoerd met zware verwondingen naar het hospitaal Ecole Franklin in Calais. Als sterke boerenzoon herstelde hij snel van zijn beenkwetsuren en vervoegde zijn makkers op 10 mei 1915 in de loopgraven aan de IJzer. Hij overleefde de ‘dodengang’ tot 11 september 17 1916. Een Duitse aanval met gifgas in Passendaele had hem klein gekregen. Dus opnieuw het hospitaal in, achter de linies. De revalidatie liep van 11 september 1916 tot 25 januari 1917. Maar het gas had hem feller te pakken dan men dacht en er volgde een speciale kuur in Dieppe. Goedgekeurd, hervatte hij de IJzerstrijd op 20 april 1917 tot op 11 november de wapens zwegen. Wapenstilstand. Vier jaar hadden Belgische soldaten in de modder van de loopgraven geploeterd en de Duitsers aan de IJzer tot stilstand gebracht. Het waren vooral Vlaamse soldaten, want van 1914 tot 1918 had het leger nog alleen in de Westhoek kunnen recruteren. De Walen zaten vooral in de artillerie en in de technische diensten want daar was de kennis van het Frans nodig. De waarheid gebiedt te zeggen dat de twee derden van ons leger in Frankrijk bleef. Daar zaten ook veel ‘embusqués’, plantrekkers, die het front nooit hebben gezien. Het Belgisch leger had in 1914-1918 zijn plicht gedaan. In 1914 telde het 177.000 man. Hiervan kwamen geslagen nog 100.000 man uitgeput aan de IJzer. Daar zou het dankzij de hulp van het Franse en nog meer van het Britse leger standhouden. België had zijn tol betaald. Het grootste deel van West-Vlaanderen was platgeschoten. ‘De verwoeste gewesten’ noemde men die streek. 40.000 Belgische soldaten waren gesneuveld. Anekdotes Mijn vader droeg een flinke snor. Op een dag, op vraag van mijn moeder, schoor hij die snor af. Wij verschoten ons een bult. De bovenlip was een verfrommeld stuk vlees. De uitleg volgde. Tijdens de oorlog had een schrapnel zijn bovenlip verwond. De dood was toen kortbij geweest. Mijn ma vroeg met nadruk zijn snor zo rap mogelijk te laten groeien. Bij een van zijn verloven terugkerende uit Frankrijk kwam hij te laat bij zijn compagnie aan het front. Resultaat: enkele dagen ‘cachot’. Maar de legerleiding voorzag in dergelijke gevallen voor een uitweg. Men tekende voor het ‘peleton d’assaut’ (soort strafcompagnie). Het vergrijp werd vergeven, maar eens aan het front stond men bijna dagelijks in de vuurlinie. Mijn vader heeft alle gevaarlijke aanvallen overleefd. Zo vertelde hij dat zijn compagnie van 112 man bij een zware aanval 100 man verloor . Hij was er fier op tuchtvol te zijn in het heetst van de strijd. Maar zoveel te losser nadien. Een niet zo fraaie geschiedenis beleefden hij en zijn makkers met de kok van hun compagnie. Die man werd herhaaldelijk geplaagd met zijn ongevaarlijke job. Tot onze kok het pesten moe was en de stoute stunt uithaalde om ’s nachts naar de vijandelijke linies te trekken en er een Duitse wachtpost afmaakte, de man onthoofdde, en het hoofd ’s morgens midden op de ontbijttafel zette. Als we spreken van gruwelen. Randgeschiedenis In 1915 werd het leger gemoderniseerd. Mijn vader en compagniegenoten kregen nieuwe kledij. Khaki zoals de Engelse bondgenoten, omdat dat zowat de kleur van aarde was en minder goed kon gezien worden door de vijand in de loopgrachtenoorlog. Er kwamen proper schoeisel en stalen helmen om het hoofd te beschermen. Men had ondertussen ook geleerd ‘abris’ te bouwen, beschutte en ondergrondse stellingen. Er kwam ook betere soldij. Vanaf de 18e maand dienst werd een stelsel van ‘frontstrepen’ ingevoerd. Om de zes maanden kwam er een streep bij die goed was voor 5 centiemen per dag. Vandaar de tot vandaag voortbestaande uitdrukking “hij heeft zijn strepen verdiend”. Tussen de nagelaten spullen van mijn vader heb ik zijn ‘carnet de pécule’ bijgehouden. En als voorbeeld geef ik zijn soldij voor 1917 – ler au 28 juillet – haute paie de guerre 4,20 + indemnité de combat 1,05. Nu van strepen gesproken. Mijn vader werd meermaals bevorderd tot korporaal wegens moedig gedrag, maar verloor telkens zijn streep door te weinig discipline. Als de Franssprekende officier in het Vlaams zijn orders gaf dan klonk dat ongeveer als “ik zak tegen u dat kijk er de velt wacht gaat ok sta”. De compagnie lachten en mijn vader deed of hij hem niet verstond. Resultaat, gedegradeerd en de streep op zijn mouw er afgetrokken. Na een nieuw gewonnen verhoogde streep, en een nieuw ongedisciplineerd optreden, nieuwe degradatie. Maar mijn vader was er op voorbereid: de mouwstreep had hij met luie wijvenknopen vastgezet en hij kon ze alzo direct zelf teruggeven. De uitgangskledij werd verrijkt met de slappe politiemuts met kwispel. Deze was verschillend van kleur (naargelang van het wapen) en kon gemakkelijk in de ransel geborgen worden. Want de Belgische soldaat droeg in die dagen heel zijn bezit op de rug. De infanterie ging toen altijd ten aanval met pak en zak als landverhuizers. Door de vele ‘attaques’ met 18 zijn ‘peloton d’assaut’ had hij een fraaie verzameling trofeeën in zijn bezit. Maar bij verlof moest hij dat in het kantonnement achterlaten. Hoe goed verstopt het ook was bij zijn terugkeer was alles verdwenen. Toen ik ongeveer 10 jaar was, ging hij met overlevende kameraden per autobus naar het IJzerfront, en ik mocht mee. Wij bezochten er onder anderen de ‘dodengang’, en zijn standplaats. Ik vroeg naar het toilet. Dat deed men ter plaatse, maar voor de hygiëne had men gebluste kalk . Ook wist hij nog ongeveer de plek waar hij in het donker met zijn arm in de IJzerrivier had gezeten nadat hij het ‘vuur’ had opgelopen. Zijn 19 vrienden onder elkaar heb ik die dag meermaals het woord ‘vrede’ en ‘er mag nooit meer oorlog zijn’ horen uitspreken. Helaas, driemaal helaas op 16-jarige leeftijd kreeg ik in mei 1940 mijn oproepingsbrief want ons land werd opnieuw door de Duitser overvallen. De raad van mijn vader was, geen gevangenen nemen, schiet eerst of anders zijt g’er aan. Ons gezin was bij de gelukkigen die heelhuids W.O.II doorkwamen. Nu is het mijn beurt om de woorden ‘vrede’ en ‘nooit meer oorlog’ in de mond te nemen. Vingeren kruisen voor onze kinderen… M. Meeus Willemsfonds Vilvoorde 100 jaar actueel De Europese zelfmoord van 1914 is de meest belangwekkende historische gebeurtenis van de moderne geschiedenis. Al honderd jaar wordt gedebatteerd over de schuldvraag en over de wijze waarop grote landen kunnen meegezogen worden in een allesvernietigende oorlog zonder ooit bewust daartoe te beslissen (historicus Taylor in ‘War by Timetable’). De moord in Sarajevo op 28 juni 1914 op aartshertog en Habsburgse kroonprins Franz Ferdinand door een Bosnisch-Servische nationalist was de aanleiding. Waarom de aanslag werd uitgevoerd en wat deze ultranationalisten eigenlijk wilden, verdient enige aandacht. De Balkan wordt in het begin van de 20 e eeuw met de ineenstorting van het Ottomaanse Rijk een explosieve regio waar uiteenlopende etnische en godsdienstige bevolkingsgroepen bestendig mekaar bevechten. Landsgrenzen worden bestendig hertekend zonder dat de betrokken partijen daarbij hun gading vinden (het ‘Balkankruitvat’). In deze chaotische wirwar wordt BosniëHerzegovina bij Oostenrijk-Hongarije aangehecht tot grote woede van Servië dat Rusland ter hulp roept. Op 28 juni 1914 reageren de Bosnische nationalisten derhalve hun haat af op de vertegenwoordiger van een bezettende mogendheid. Volgens de heersende Balkantraditie had deze moord een interne Balkanaangelegenheid kunnen blijven (historicus N. Ferguson). Maar slechte diplomatie in Berlijn en Wenen hebben blijkbaar meer belang bij het ontstaan van de wereldramp dan slechte diplomatie in de andere hoofdsteden. De Franse president Poincaré, die zich eerder tegen de vorming van een pacifistische regering had verzet, scherpt als ultraconservatieve patriot, de onrust aan door op 21 juli 1914 aan de Oostenrijkse ambassadeur de beroemd gebleven, niet mis te verstane verwittiging te geven: “La Serbie a des amis très chauds dans le peuple russe. Et la Russie a une alliée, la France. Que de complications à craindre.” Poincaré, als sluwe berekenaar, is ervan overtuigd, na de vernietiging van Oostenrijk en Duitsland, Elzas-Lotharingen terug bij Frankrijk te kunnen aan hechten (Poincaré is afkomstig van Lotharingen). Familiale contacten tussen de Duitse keizer en de Russische tsaar (Willy en Nicky in hun omgangstaal) worden overspoeld door diplomatiek getouwtrek, ‘das ewige Militär’ met mobilisatie- en oorlogsplannen, opgezweept door aangescherpte nationalismen. Vredesactivisten zoals J. Jaurès, vinden 20 geen gehoor. Nochtans vat hij tijdens een meeting in het Koninklijk circus te Brussel op 29-071914 de toestand schitterend samen: “Quand vingt siècles de christianisme ont passé sur les peuples; quand depuis 100 ans ont triomphé les principes des droits de l’homme, est-il possible que des millions d’hommes, sans savoir pourquoi, sans que les dirigeants le sachent, s’entredéchirent sans se haïr?” ONDERZOEK naar de verantwoordelijken genoeg maar nog steeds geen sluitend antwoord. In 1951 meent een internationale conferentie van historici een punt te kunnen zetten achter de uiteenlopende opvattingen door te verklaren dat niet ‘één land of één volk’ als schuldige kan aangewezen worden. Fritz Fischer, een Duitse hoogleraar, verwijst in 1961 in zijn boek ‘Griff nach der Weltmacht’ deze consensusvisie naar de prullenmand. Hij bewijst dat Duitsland bewust aanstuurde op de 1e Wereldoorlog om grote stukken van Europa te veroveren en een wereldmacht te worden. Historicus Christopher Clark nuanceert dan weer deze stelling in zijn boek ‘Sleepwalkers: How Europe Went to War in 1914’, een economisch en militair sterk Duitsland is met imperialistische plannen verantwoordelijk maar Rusland, Frankrijk en Oostenrijk eveneens. Onverantwoorde daden van opgewonden staatsmannen hebben in 1914 een enorme slachting alsook een fundamenteel keerpunt in de geschiedenis van de samenleving tot gevolg gehad. Verrassend is ook de uitspraak van de 21 Italiaanse historicus Ferraro die beweert dat het de schuld van de tangodans is dat de 1e Wereldoorlog uitbrak! Dirk Verhofstadt zegt in ‘1914 – Het vervloekte jaar’: “Feit is dat de tango door de regeringsleiders van Duitsland, Rusland, Frankrijk en Italië in 1914 verboden werd op hun officiële bals wegens het ‘onzedelijk karakter’. Welke hypocrisie, wetend dat zij hoofdverantwoordelijken zijn voor wat het begin is van de gewelddadigste eeuw ooit (Eric Hobsbawn in ‘Age of Extremes’). Duitse troepen vallen op 3 augustus 1914 België binnen, gevolgd door de oorlogsverklaring van Groot-Brittannië aan Duitsland. Deze deelname wordt in de BBC 2-televisiereeks ‘The Pity of War’ door historicus N. Ferguson bijzonder kritisch onderzocht en als tragische fout bestempeld. Duitse soldaten gedragen zich als brutale barbaren tegenover de burgerbevolking in vele Belgische steden. Gefanatiseerden vertrekken uit het ‘Vaterland’ met bloemen in de geweerloop en met als gepropageerde slagzin: ‘Jeder Schuss ein Russ, jeder Stoss ein Franzos, jeder Tritt ein Britt’. Maar tappen niet alle landen aan dezelfde kraan? Ons land pept in 1914 zijn militairen op met stoere, oorlogszuchtige liederen. In de ‘Belgische Verzameling van Zangen – 5e Linieregiment’ luidt de eerste strofe van het ‘Krijgslied’: Met heldenmoed en blijde zin, hoera! Gaan wij te saâm het slagveld in, hoera! Daar wacht ons eer en roem en buit, Vaarwel, mijn vriend, marsch vooruit! Wij scheiden met hoera! Bis. Even in herinnering brengen: 9 miljoen mensen worden gedood tussen 1914 en 1918 en 20 miljoen worden gekwetst. In 10 maanden sneuvelen meer dan 400.000 soldaten in Verdun. Aangrijpend in dat verband is de commercieel geboycotte Amerikaanse film ‘Johnny got his gun’ van Dalton Trumbo die nochtans in 1971 geprimeerd werd op het filmfestival van Cannes. Gevangenen worden opgesloten in internerings- en gevangenkampen. Oorlog is verdriet. Wie over oorlog schrijft kan niet anders dan over verdriet schrijven. ‘The poetry is in the pity’ schrijft de aan het front gestorven dichter Owen. Oorlogspoëzie gaat niet over helden maar over verdriet. Ook in onze REGIO: Eppegem, Zemst, Hofstade, Elewijt, Weerde en Vilvoorde-Houtem zijn het slachtoffer van zinloos geweld: 33 gijzelaars, brandstichting, moorden, stelen en verkrachten. Onschuldige burgers worden zonder enige reden gefusilleerd. De frontlijn liep over Perk-Vilvoorde-Peutie op 25 augustus 1914. Het Duitse tegenoffensief op 26 augustus 1914 van het 48e Regiment ‘Maagdenburg’ ging gepaard, tot 17 september 1914, met wat nu als ‘misdaden tegen de menselijkheid’ wordt omschreven. Het Vilvoords TUCHTHUIS wordt door de Duitse bezetter ‘ingericht’ tot ‘Kaiserlich Deutsche Zentralgefängnis’. Gemiddeld 1500 door de Duitsers veroordeelde burgers, meestal na een schijnproces, verbleven er in vochtige, vuile zalen en cellen met minimale hygiëne, slechte medische verzorging en een onmenselijke behandeling (een aanloop naar de nazi-concentratiekampen). De Vilvoordse advocaat Campion werd door de gevangenen als weldoener gevierd wegens zijn inspanningen op het vlak van aanvullende voedselvoorziening. Aan deze WAANZIN komt dan eindelijk een einde in november 1918. De vrede wordt bezegeld met het verdrag van Versailles op 12 februari 1919. Dit wordt echter één van de meest controversiële documenten van de vorige eeuw. In het licht van de internationale lof voor het heldhaftig Belgisch verzet tegen de Duitse oorlogsmachine en de overwinningsroes verdedigt de Belgische regering grenscorrecties ten gunste van ons land: de linkeroever van de Schelde (sedert 1830 Nederlands grondgebied), Nederlands Limburg (regio Maastricht), het Groot Hertogdom Luxemburg, de bosrijke districten van de regio Malmédy-Hertogenwald alsook het neutraal gebied van Moresnet (bossen rond Gemmenich en Montzen). Waren deze territoriale en etnische eisen realistisch? Daarenboven zijn velen, zoals de beroemde econoom J. M. Keynes, ervan overtuigd dat de in het verdrag opgenomen vredesvoorwaarden, die de geallieerden oplegden, een duurzame vrede onmogelijk maakten. De uiteindelijk in het verdrag opgenomen verplichtingen waren loodzwaar voor het vernietigde en chaotische Duitsland. Waren zij medeverantwoordelijk voor de succesrijke ‘Aufstieg’ van Hitler? Velen blijven er inderdaad van overtuigd dat 1914 het begin was van een DERTIGJARIGE OORLOG die pas eindigde met de nederlaag van het nazisme. Actueler kan daarenboven de vraag gesteld worden in welke mate de huidige regeringsleiders van de vroegere fouten leren. Aan wie de schuld, binnen de Europese Unie, voor de crisis en welke aanpak? Angela Merkel, 22 Duits Bondskanselier, verwijst, volgens een artikel in het dagblad ‘Le Monde’, tijdens een besloten crisisvergadering van de Europese Unieleiders in december 2013 naar de jaren vóór de aanvang van de ‘Grote Oorlog’. Zij verrast de Europese leiders met de uitspraak “verontrustende parallellen te zien tussen het Europa van vandaag en 1914 toen iedereen faalde en dat tot oorlog leidde”. Zij baseert zich vermoedelijk op het hier eerder vermeld boek van historicus Clark die beweert dat de eurocrisis en de uitbraak van de Eerste Wereldoorlog gebeurtenissen zijn van ‘baffling complexity’. In januari 2014 veroordeelt Michael Gove, Brits Minister van Onderwijs, de ‘linkse academici’ die Duitsland niet als enige schuldige aanwijzen. Moet ons dat politiek gehakketak tot pessimisme stemmen voor wat de toekomst van de Europese Unie betreft? Bij de eerstvolgende verkiezingen voor het Europees parlement zullen eurosceptici, populistische nationalisten en ultra-rechtsen een flinke sprong vooruit maken. Het zou dus goed zijn dat tijdens de kiescampagne de democratische partijen een duidelijke toekomstvisie geven aangaande de organisatie van de welvaartstaat. 23 Zullen zij erin slagen het gevoel van afstand en vervreemding van veel E.U.-burgers weg te nemen. Kunnen zij het nu heersend democratisch tekort binnen de Europese Unie ‘bijwerken’? Niet alleen een subsidie- en bezuinigingspolitiek maar ook werkgelegenheid creëren is belangrijk. Een belangrijke bijdrage tot het debat is alleszins het boek van VUB-docent Jonathan Holslag ‘De kracht van het paradijs’. Nie wieder krieg (Käthe Kollwitz) “Bent u daar zeker van?” vraagt ik me af. Ik ben van mening dat honderd jaar na de Eerste Wereldoorlog het vredesoptimisme onder toenemende druk staat. Felix Libeer Bronnen: - Speciale uitgaven van de weekbladen ‘Groene Amsterdammer’ en ‘Nouvel Observateur’ van januari 2014. - Persoonlijke archieven Simone Baudon Oh, what a lovely war! Bij het ouder worden spelen herinneringen soms een grote rol. A quoi sert l’âge, sinon à se souvenir? In het verlengstuk van wat de ‘Groote Oorlog’ wordt genoemd, namelijk de periode 1919-1945, die op vele vlakken een turbulente voortzetting is geweest van de apocalyptische slachtpartij 1914-1918, is het misschien interessant enkele punten te belichten die aandacht verdienen. Begin dit jaar is het boek van Michel Viotte ‘La Guerre d’Hollywood 1939-1945’ verschenen. Wie herinnert zich niet de heldhaftige John Wayne die in 30 seconden twintig nazi’s, dertig Jappen en vijftig Vietnamezen neerschiet. Clark Gable, James Stewart, Tyrone Power, Errol Flynn en Randolph Scott volgden zijn voorbeeld in immens populaire oorlogsfilms. Maar is dit patriottisme altijd de rode draad geweest in de Amerikaanse filmproductie? Het sterk gedocumenteerde boek geeft overduidelijk het tegenbewijs. In 1933, startjaar van het nazisme, zijn de filmbazen zeer bezorgd over de rentabiliteit van hun films op de Duitse markt. Samuel Goldwyn, Adolph Zuhor, Carl Laemmie, nochtans van Joodse afkomst, waren bijzonder terughoudend in hun stellingname tegen het Hitler-regime. Alleen Chaplin heeft de moed in ‘The Great Dictator’ Hitler onsterfelijk belachelijk te maken. In dezelfde periode prijst Lindbergh het nieuwe regime in Duitsland de hemel in, sympathiseert de vader van J.F.K. – Joe Kennedy, ambassadeur in Londen – met de nationaalsocialistische fanatici en geeft Henry Ford een gratis exemplaar van ‘Mein Kampf’ aan elke koper van een Ford-wagen. De Duitse consul in Los Angeles wordt zelfs betrokken bij het lezen, wijzigen en schrappen van filmscenario’s teneinde het Duits prestige niet te schaden. Joe Breen, directeur van de Hollywood-censuurcommissie, is van mening dat de Joden ‘het laagste van het lage van de mensheid’ vertegenwoordigen. Het keerpunt is er alleen gekomen met Pearl Harbor. De razende efficiëntie van het propagandamiddel bij uitstek – de film – wordt maximaal geëxploiteerd in alle genres, namelijk de musical, de tragedie, de komische film en zelfs de tekenfilms. Marlene Dietrich, Bette Davis en Hedy Lamarr krijgen een aparte filmstatus en zijn enorm populair bij de soldaten die in de Hollywood Canteen de kans krijgen met deze vedetten te dansen. Eén derde van de filmproducties bestaat in die periode uit oorlogsfilms die de moraal van de soldaten en hun familie moeten ondersteunen. Kortom, van ‘business as usual’ naar weldoordachte psychologische beïnvloeding. Na het einde van de ‘Groote Oorlog’ ligt Centraal-Europa in een totale staat van ontbinding. De ineenstorting van de Europese economieën, gevolgd door de beurscrash in New York, ondermijnt het monetair systeem. De vooroorlogse structuren en de macht van de bourgeoisie in de kolonies en over de arbeiders is verleden tijd. De rol van de Rooms-Katholieke kerk in de periode 1919-1945 is ten overvloede beschreven en kritisch onderzocht. De toen in het Vaticaan regerende pausen blijken niet altijd tot de progressieven te behoren. Het is daarom belangwekkend vast te stellen dat de 24 huidige paus Franciscus bestempeld wordt als een uitgesproken man van links, een opvolger van Che Guevara. Het veel aandacht wordt zijn, door het Vaticaan op 26 november 2013 gepubliceerde apostolische tekst, gelezen en ontleed. Alle commentatoren zijn het er over eens: zelden is een zo striemende en sterk geargumenteerde aanval geschreven tegen de misbruiken van het actuele kapitalisme. Hierna enkele pontificale uitspraken: “Het liberalisme is een systeem dat het mens-zijn negeert, een aanval op de uitsluitingseconomie. Een dalende beursnotering is belangrijker nieuws dan een dakloze die op straat doodvriest”, “Grote bevolkingsgroepen worden uitgesloten ingevolge de wetten van de sterkste”, “De machtigen eten de zwakken op.” En om af te sluiten: “De liberale mondialisatie heeft een wegwerpcultuur tot gevolg”. Straffe taal. Deze begrippen kunnen als marxistisch bestempeld worden waarbij de misbruiken van de financiele machten op een hevige manier veroordeeld worden. Zou Jorge Mario Bergoglio, de eerste jezuïet die tot paus is gekozen, progressief links willen activeren? Links bestaat, maar blijkbaar weet het niet meer wie het is en moet het opnieuw ontdekt worden. Nochtans is de kerk van Rome per definitie conservatief, met uitzondering van enkele perioden dat geprobeerd werd de ergste kantjes daarvan af te slijpen. Of begrijpt paus Franciscus dat de kerk moet moderniseren om te overleven? De leegloop gaat verschrikkelijk snel. Zit er een strategie achter deze verklaringen en acties? Zullen er ook inhoudelijke, structurele en beleidsmatige veranderingen volgen? Wat met de pedofilie, wat met het benoemen van reactionaire sleutelfiguren op belangrijke posten in het Vaticaan, wat met de financiële hervorming van de Kerk – namelijk het Instituut voor Religieuze Werken 25 (de Vaticaanse bank)? Over vrouwen, homo’s, euthanasie, abortus en pedofilie enkel nietszeggende teksten. Jezuïeten worden tegelijk bewonderd en verguisd: hypocriet, intelligent, sluw en gevaarlijk. Paus Franciscus moet nu zelf, door zijn daden bewijzen, dat hij – zoals in de omgangstaal wordt gezegd – geen vuile gemene jezuïet is maar een uitvoerder van de bevrijdingstheologie die werkelijk de kant van de armen kiest. (Aan te raden lectuur: ‘Onder de rokken van het Vaticaan’ van Cees Zoon). Tijdens het interbellum en na de Tweede Wereldoorlog was een vooruitstrevende jeugd actief die, vol illusies, nog oprecht geloofde dat een wereld zonder oorlog mogelijk moest zijn en met een heilig vertrouwen in het goede in de mens. Overtuigd zongen zij in manifestaties, bijeenkomsten en vergaderingen. Neen, neen wij zullen geen wapens dragen Neen, nooit een oorlog meer En laat die oude heren Het zelf maar eens proberen Dan zullen zij weten wat de oorlog is Het vertrouwen moet er zijn dat er nog vele niet-cannabis rokende, niet-coma zuipende jongeren zijn die de pacifistische idealen blijven verdedigen. Oorlog aan de Oorlog! Felix Libeer Onverzadigbare exploitatie Recensie Vlaanderen, Brussel, Wallonië: een ménage à trois “Niet zozeer het verschil in taal bepaalde eeuwenlang de verhouding tussen Wallonië, Vlaanderen en Brussel, maar wel de aanwezigheid van delfstoffen in de ondergrond van Wallonië.” Als uitgangspunt voor zijn nieuwe boek Vlaanderen, Brussel, Wallonië: een ménage à trois noemt Guido Fonteyn deze basisstelling. De bodemrijkdom maakte Wallonië in de 19de eeuw immers tot één der rijkste en meest vooruitstrevende regio’s in de wereld. In Vlaanderen was het terzelfdertijd armoe troef. De helft van de plattelandsbevolking viel er terug op openbare steun en flink wat Vlamingen vertrokken naar Wallonië om aan de honger te ontsnappen. Na de neergang van de grondstoffenindustrie bleef Wallonië echter verarmd achter. De in Wallonië gemaakte winst was tegen dan al lang versluisd naar de bodemloze zakken van de Brusselse adel en bourgeoisie. Ook nu weer weet Guido Fonteyn ons te verbazen met onderbelichte verhalen uit onze inheemse geschiedenis. Zo komen we meer te weten over neutraal Moresnet, de kleinste staat van Europa, en haar oorden van vertier. Verwonderlijk is Uitgeverij EPO - 2014 ook hoe vroeg de steenkoolwinning reeds van start is gegaan. Al in 1248 werd er gewag gemaakt van steenkoolputten in de Borinage. En wie zou kunnen vermoeden dat er zich voor de gemediatiseerde ramp in Marcinelle reeds zo veel andere rampen hadden voorgedaan? Het verhaal van de binnenlandse migratie van Vlaanderen naar Wallonië essentieel om de verhoudingen tussen Vlaanderen en Wallonië te vatten - wordt nauwgezet uit de doeken gedaan. En het moet gezegd, dit relaas biedt de lezer een welkom perspectief om anders naar de werkloosheidscijfers in het huidige België te kijken. De teloorgang van de textielindustrie in Vlaanderen, gepaard gaand met een langdurige hongersnood, zorgde voor massale migratie van Vlaanderen naar Wallonië. De patrons wreven zich in de handen, want deze exodus bezorgde hen goedkoop werkvee. Dat een deel van de huidige werkloosheid in Wallonië ten gevolge van de neergang van de delfstoffenwinning te wijten is aan de toenmalige massale verhuizing van behoeftige Vlamingen, is iets wat de Vlaamse criticasters dan ook liever onder de mat geveegd zien. Maar niet alleen de delfstofwinning zorgde voor migratie. Vlaamse – ISBN: 978 94 91297 60 1 boeren zorgden tevens voor een heropleving van de Waalse landbouw. Illustratief is bijvoorbeeld de getuigenis van Dorsan Neyrinck, een Vlaamse boer in Wallonië. “Wij pasten ons dus aan de streek aan, maar wij bleven wel LES FLAMANDS, en wij, wij waren fier dat te zijn. Gaan we naar Vlaanderen, dan zijn we daar de Walen, en hier, hier zijn we des Flamands. Misschien zijn we nog de enige Belgen.” 26 De narratieve bedrevenheid van Guido Fonteyn maakt dat je zijn boek in één ruk uitleest. Hij slaagt er bovendien met verve in zijn standpunt hard te maken. Als er al een minpunt aan te duiden valt, dan zou het moeten zijn dat er nog meer beeldmateriaal in had gemogen. De solfergele carré’s van Bosquetville? Die wil je toch in kleur zien. En neutraal Morsenet zie je toch liever aangeduid op een plan. Maar eerlijk 27 gezegd, meer valt er niet te meieren. Met Vlaanderen, Brussel, Wallonië: een ménage à trois levert Guido Fonteyn opnieuw een informatief en meeslepend boek af. Tom Cools IN MEMORIAM Frans Poot (1935-2014) Op 20 februari overleed Frans Poot op de leeftijd van 78 jaar, Frans was niet alleen een bekende figuur in Vilvoorde, als leraar in het atheneum en als Schepen van Onderwijs. Hij was ook een overtuigd vrijzinnige en iemand op wiens steun het HVV steeds kon rekenen. Wij bieden zijn familie onze oprechte deelneming aan Wij zullen je missen Regine Beer (1921-2014) Overleden: 23 maart 2014 op de leeftijd van 93 jaar Regine Beer speelde een belangrijkee rol in de strijd tegen het fascisme. Haar getuigenissen over het naziregime en het leven in de concentratie- en vernietigingskampen, maar ook haar inzet tegen nieuwe vormen van fascisme en rechtsextremisme lieten de nodige sporen na. Rust zacht, Regine. Je strijd wordt verder gezet 28 Is het Feest Vrijzinnige Jeugd belangrijk voor jou? Steun dan onze werking! Het Feest van de Vrijzinnige Jeugd Vilvoorde heeft dit jaar een extra reden om 'Feest' te vieren. Het is namelijk haar 50e editie! Op 2, 3 en 4 mei gaan we met 54 Feestelingen op weekend naar de Hoge Rielen te Kasterlee en we sluiten af op zondag 4 mei in CC Het Bolwerk met een heus evocatiemoment. Draag je het Feest een warm hart toe en wil je ons helpen dit feest te realiseren? Word lid van het Beschermcomité Feest Vrijzinnige Jeugd! Als lid van het Beschermcomité zorgen wij voor het volgende: Je naam wordt in de Toorts vermeld - vanaf de volgende editie Je naam wordt vermeld in de programmabrochure van het Feest Je kan beschermlid worden door minimum 20 euro (per persoon of familie) te storten op rekeningnummer BE79 8601 1535 7533, met als mededeling 'Naam - lid Beschermcomité FVJ 2014'. Wie lid wil worden van HVV Vilvoorde kan 10 euro storten op hetzelfde rekeningnummer met als vermelding 'Naam - lid HVV Vilvoorde 2014'. Alvast hartelijk dank vanwege HVV Vilvoorde! 29 Cocon Vilvoorde vzw Frans Geldersstraat 21 – 1800 Vilvoorde “ Bij het opvoeden en opgroeien duiken er al wel eens problemen op. Soms stapelen problemen zich zo hoog op dat conflictsituaties dagelijkse kost worden. Gevoelens van vijandigheid, wanhoop en machteloosheid verlammen het gehele gezinsgebeuren. Als zelfs familie of naaste omgeving niet langer meer weet hoe de negatieve spiraal thuis te breken, is het hoog tijd om extra hulp in te schakelen.” Cocon-Vilvoorde vzw is een social profit organisatie die al meer dan 15 jaar gespecialiseerde ervaring heeft binnen het werken met gezinnen die te kampen hebben met een matig, ernstige tot acute problematische opvoedingssituatie. Op jaarlijkse basis worden een 100-tal gezinnen in de regio Brussel-HalleVilvoorde door Cocon-Vilvoorde vzw geholpen. Onze organisatie stelt als algemeen doel: de ontplooiingskansen en zelfredzaamheid van kinderen/jongeren en hun gezinsleden verbeteren. Hiervoor bieden wij twee verschillende vormen van mobiele hulpverlening aan, die ingezet kunnen worden in het thuismilieu van onze gezinnen. 1 We spreken van een problematische opvoedingssituatie wanneer de (psychisch, emotioneel, …) integriteit van het kind in de thuissituatie in het gedrang is en ouderlijke vaardigheden, de aanwezigheid van netwerk rond het gezin en/of gezochte eerstelijnshulp onvoldoende hulp kan bieden. 2 We spreken van een acute problematische opvoedingssituatie wanneer er een noodsituatie beleefd wordt , betreffende het Er is de “Dienst voor Contextbegeleiding”: dewelke ondersteuning biedt aan gezinnen wanneer er sprake is van een problematische opvoedings-, of leefsituatie1. Er is de dienst “Crisishulp aan Huis Vilvoorde”: zij bieden een korte en intensieve vorm van hulp aan. Doelgroep zijn gezinnen die geconfronteerd worden met een acute problematische opvoedingssituatie2, waarbij er omwille van de onveiligheid, overwogen wordt om het kind uit huis te plaatsen. Onze Dienst voor Contextbegeleiding focust zich voornamelijk op de bredere aspecten van de heersende problematische opvoedingssituatie. In eerste instantie staat uiteraard het verhelpen van de opvoedingsproblemen centraal. Daar opvoeding echter nooit geheel los te koppelen valt van andere aspecten van het samenleven in gezinsverband, komen ook vaak andere thema’s binnen deze hulpverlening aan bod, zoals administratieve, financiële, relationele moeilijkheden. De begeleidingsperiode wordt om de 6 maand geëvalueerd en kan worden verlengd. Begeleiders, actief binnen deze dienst, bezoeken de hen toevertrouwde gezinnen gemiddeld één maal per week. Een begeleider heeft een portefeuille van gemiddeld 7 gezinnen. Deze vorm van hulp aan huis is (voorlopig) niet rechtstreeks toegankelijk. Dit wil zeggen dat gezinnen (voorlopig3) niet rechtstreeks met deze dienst contact kunnen opnemen voor hulp, maar steeds doorverwezen dienen te worden welzijn van een kind in zijn thuissituatie, dewelke om onmiddellijke hulp vraagt. 3 Begin 2015 wordt decretaal voorop gesteld dat een deel van de capaciteit van de diensten, die nu niet rechtstreeks toegankelijk zijn binnen Jongerenwelzijn, zoals de Dienst voor Contextbegeleiding bij Cocon-Vilvoorde vzw, ook een rechtstreeks aanbod voorzien. 30 door een andere professionele jeugdhulpverlener4. De dienst Crisishulp aan Huis (CaH) richt zich op de acute problematische opvoedingssituaties. De hulp hierbij is kortdurend en zeer intensief. Begeleiders komen bijna dagelijks aan huis, voor slechts een periode van vier weken. Hierbij gaat het vooral om zo snel mogelijk de veiligheid en stabiliteit in het gezin te herstellen. Belangrijkste aanmeldingsredenen zijn het vermijden van een dreigende uithuisplaatsing van een (jong) kind of een risicovolle re-integratie van een kind/jongere naar huis toe te begeleiden. De begeleiders van CaH komen zeer regelmatig in aanraking met allerlei vormen van agressie binnen het gezin (fysiek, verbaal, emotioneel en materieel). Gebruikmakend van de acute crisisbeleving in het gezin en de urgente noodzaak tot verandering worden deze gezinnen nauw ondersteund in het vinden van een nieuw evenwicht. Gezien de intensiviteit van de begeleiding kan een begeleider bij CaH nooit meer dan 2 crisisbegeleidingen gelijktijdig combineren. helpen ouders/jongeren bij het verbreden van hun kijk, het oplossingsgericht in vraag stellen van wat is en wat kan en het exploreren van soms latent aanwezige en/of nieuwe vaardigheden/inzichten; dit alles teneinde een positieve verandering in de gehele gezinssituatie tot stand te brengen. Het is belangrijk dat ouders/jongeren zelf in actie (kunnen én mogen) komen. Binnen onze kwaliteitszorg neemt het vergaren van vakkennis, het aanwenden ervan en het regelmatig evalueren een belangrijke plaats in. We wensen immers onze gezinnen de best mogelijke hulp te bieden die op dat moment voorhanden is. Zo ambiëren we als organisatie die specifieke technieken en methodes in te zetten die reeds in het werkveld en/of uit onderzoek hun effectiviteit bewezen hebben. Als organisatie blijven we zo dag in dag uit inzetten op de kwaliteit en de verbetering van ons aanbod. Kinderen in nood verdienen immers de beste zorg die er bestaat. Deze dienstverlening is eveneens niet rechtstreeks toegankelijk voor gezinnen. Gezinnen dienen steeds doorverwezen te worden door een andere professionele jeugdhulpverlener5. Algemeen staat in elke opgestarte begeleiding, het welzijn en de veiligheid van ieder kind voorop. We begeleiden vaak ook niet alleen het aangemelde kind, maar ook aanwezige broers/zussen die te lijden hebben onder de penibele thuissituatie. Onze organisatie vertrekt hierbij vanuit een pluralistische en humanistische levenshouding. Mensen hebben het recht op een eigen mening en de vrijheid om keuzes te maken. De begeleiders van Cocon 4 31 Een aanmelding voor deze vorm van hulp gebeurt daarom niet bij Cocon zelf, maar bij de provinciale Toegangspoort (Integrale Jeugdhulp) via een zogenaamd A-document. Meer info hierover vindt u op www.jeugdhulp.be 5 Deze jeugdhulpaanbieder dient na te gaan in welke mate er in het door hem/haar begeleid gezin sprake is van een crisissituatie Bram De Wit Algemeen Directeur Cocon-Vilvoorde vzw op opvoedkundig vlak (d.i. waarbij de veiligheid van het kind acuut in het gedrang is). In samenspraak met het gezin, kan de jeugdhulpverlener dan contact opnemen met het Crisismeldpunt Vlaams-Brabant of Crisismeldpunt Brussel; dewelke dan een toewijzing kan doen naar de dienst Crisishulp aan Huis Vilvoorde. CAVA: het vrijzinnig verleden bewaard en verteld In 2012 sloten de Vrije Universiteit Brussel en het Vrijzinnig Studie-, Archief- en Documentatiecentrum ‘Karel Cuypers’ vzw een samenwerkingsovereenkomst voor hun archief- en erfgoedbeheer. Zo ontstond een nieuw centrum, CAVA, ofwel het Centrum voor Academische en Vrijzinnige Archieven. Het is het cultureel archief, het historisch erfgoed- en kenniscentrum van de Vrije Universiteit Brussel én van de vrijzinnig-humanistische beweging in Vlaanderen en Brussel. CAVA wil het archief en erfgoed van de academische en de vrijzinnige gemeenschappen onder de aandacht brengen van iedereen die erin geïnteresseerd is. CAVA herbergt enerzijds de collecties van het universiteitsarchief, zoals professorenarchieven, archieven van wetenschappelijke centra, vakgroepen en faculteiten, en archieven van studenten en studentenkringen. Anderzijds beheert het een aantal archieven van vrijzinnige sleutelfiguren en organisaties zoals UVV, HVV, OVM, HJ, enz.. Daardoor is de collectie van onmisbare waarde voor de geschiedenis van de vrijzinnigheid. CAVA kreeg vernieuwde lokalen op de Pleinlaan in gebouw B. De universiteit investeerde niet alleen in een leeszaal, maar ze bouwde ook een parkeerruimte om tot een verantwoord archief-, erfgoed-, en bibliotheekdepot. Want een archief- en erfgoedcentrum heeft een belangrijker functie dan vaak gedacht wordt. Het is het geheugen van de gemeenschap en van haar leden en bepaalt mee de identiteit ervan. En voor de vrijzinnige beweging en de VUB gaan dat verleden en die identiteit terug tot in de 19e eeuw. En als je het breder bekijkt, kan je gerust stellen dat de vrijzinnigen en hun verenigingen, de eigenzinnige oud-studenten en de universiteit de afgelopen vijftig jaar een bepalende rol hebben gespeeld in de evolutie van onze Belgische samenleving. Want wie kwam er op voor anticonceptie, abortus en euthanasie toen dat nog onbe- spreekbaar was? Wie kwam er op voor diversiteit? Wie durfde onderzoek te doen naar in-vitro fertilisatie? Naar gewoontes en taboes bij jongeren uit de Magreb-landen? De archieven van CAVA getuigen van strijd en onderzoek om tot een vrije samenleving te komen. Naast archieven en foto’s bezit CAVA collecties van tijdschriften, affiches, medailles, textiel en een aantal objecten. In de toekomst vinden waarschijnlijk ook heel wat vrijzinnige artefacten en wetenschappelijke voorwerpen hun weg naar CAVA. Dus, als je documenten of foto’s van vroeger zoekt, neem dan eens de online catalogus door. Je vindt hem op de website (www.cavavub.be). Bedenk wel: uiteraard is lang niet alles geïnventariseerd, maar de toegankelijkheid van de collecties groeit gestaag. En als je thuis zaken van vroeger tegenkomt die met vrijzinnigheid of de VUB te maken hebben en je denkt: “het was leuk, maar het ligt nu eigenlijk in de weg”, denk dan aan CAVA. Je schenking is een daad van burgerzin, want wij bewaren die zaken ten voordele van het algemeen belang. Een archief- en erfgoedcentrum bewaart immers niet alleen documenten en voorwerpen. Het stelt die ook ter beschikking van onderzoekers en van een breed publiek en moedigt daarmee het onderzoek aan. Eigenlijk is historisch onderzoek voor de maatschappij wat een impuls is voor de hersenen: het activeert de hersenen, haalt de herinnering op en maakt een maatschappelijke reflectie mogelijk. De herinnering kan leuk, feestelijk, interessant, misschien bevrijdend of soms ook pijnlijk zijn. De daarop volgende reflectie is cruciaal. Daarom vormt archiefwerking altijd een enorme steun voor de democratische samenleving: allerlei gebeurtenissen kunnen geverifieerd worden, hetgeen een dieper begrip van de samenleving mogelijk maakt. 32 Een heel actueel CAVA-project is dat van de verhalenavonden. De vrijzinnigheid is als levensbeschouwelijke stroming niet altijd goed gedocumenteerd en het immaterieel vrijzinnig erfgoed is momenteel in snel tempo aan het verdwijnen. CAVA heeft daarom sedert juni verleden jaar een bronnenproject opgezet en reist het land rond om het immaterieel erfgoed te verzamelen via verhalenavonden. Getuigen vertellen in een panelgesprek met Jimmy Koppen over de positie van het vrijzinnig humanisme vroeger, meestal in een bepaalde context (onderwijs, gemeentelijke politiek, kunst…). CAVA neemt de gesprekken op, schrijft ze uit, en post ze op de website. Zo ontstaan er nieuwe bronnen over een periode waarvan het maatschappelijk geheugen aan het verdwijnen is. ! 33 Op 8 mei houdt CAVA haar feestelijke opening. Op de planning staan enkele gelegenheidstoespraken (zowel Rector Paul De Knop als Sylvain Peeters, voorzitter van deMens.nu zegden al toe) en daarna een supergezellige verhalenavond met als thema ‘Studentikoziteit aan de VUB: eigenzinnig of vrijzinnig?’ (19:30 aula QA, VUB, toegang gratis). Zaterdag 10 mei gooit CAVA het in het CC van Aalst over een heel andere boeg: vrijzinnig humanistische persoonlijkheden getuigen dan, uitgaande van hun verleden, over hun engagement, hun levensvisie en de plaats die vrijzinnigheid in hun dagelijks leven inneemt. We gaan op zoek naar de vrijzinnig humanistische roots van Monica De Coninck, Jean-Jacques De Gucht, Lydia Deveen en Freddy Mortier. Meer informatie vind je op onze website. We hopen jullie talrijk te mogen ontmoeten op onze activiteiten Leerplichtonderwijs, levensbeschouwelijke vakken, kostprijs, ontwikkelingen Er zijn in het onderwijs, wat de keuze voor levensbeschouwelijke vakken betreft, duidelijke verschuivingen te merken. In deze bijdrage wordt gefocust op de recente ontwikkelingen met aandacht voor de kostprijs. Aan de hand van bewerkingen van officiële gegevens worden de ontwikkelingen, op Vlaams ,op provinciaal en op lokaal niveau in kaart gebracht Leerplichtonderwijs in Vlaanderen: officieel onderwijs en vrij onderwijs. Bij de bewerking en de analyse van de gegevens moet de organisatie van het onderwijs in Vlaanderen in herinnering worden gebracht. In Vlaanderen kan men in het zogeheten leerplichtonderwijs diverse netten onderscheiden: het officiële GO! Onderwijs, het Officieel gesubsidieerd onderwijs en het Vrij onderwijs. Het GO! Onderwijs is het officieel onderwijs dat door de (verzelfstandigde) Raad voor het Gemeenschapsonderwijs wordt georganiseerd. Specifiek voor dit onderwijs is de door de Grondwetgever opgelegde neutraliteit. De religieuze, filosofische of ideologische overtuiging van de ouders en van de leerlingen moet worden geëerbiedigd. Daarnaast bestaat er het officieel gesubsidieerd onderwijs. Dit onderwijs omvat de scholen horende bij bepaalde steden en gemeenten en provincies. Lokale overheden kunnen echter ook overgaan tot het vormen van “intercommunales”6. Op deze wijze organiseren zij dan samen het onderwijs. Het vrij confessioneel onderwijs (de inrichtende macht is meestal een vzw) wordt vaak aangeduid als het katholieke onderwijs. Daarnaast is het mogelijk om bijvoorbeeld joodse, protestantse of islamitische scholen te onderscheiden. Er bestaan ook vrije niet-confessionele scholen. Deze onderwijsinstellingen sturen hun onderwijs op basis van een bepaalde filosofie of ideologie of kenmerken zich door een bijzondere pedagogische aanpak. Men heet ze dan ook vaak methodescholen: de Freinetscholen en de Montessorischolen zijn de bekendste. Te verwaarlozen in het onderwijslandschap zijn de zogeheten privéscholen. Hiertoe worden onder andere de “internationale scholen” gerekend. Recht op levensbeschouwelijk onderricht en alternatieven Het recht op levensbeschouwelijke / godsdienstige opvoeding is vastgelegd in onze Grondwet (hierna GW) en in diverse internationale verdragen.7 De GW bepaalt dat scholen ingericht door openbare besturen tot het einde van de leerplicht, de keuze tussen onderwijs in een van de erkende godsdiensten en de niet-confessionele zedenleer moeten aanbieden. 8 6 In onze cijferreeksen werden deze buiten beschouwing gelaten. Het eerste aanvullend protocol bij het Europees verdrag van de rechten van de mens, stelt, in artikel 2 dat een Staat het recht van ouders moet eerbiedigen om voor hun kinderen die opvoeding en dat onderwijs te kiezen dat overeenstemt met hun eigen godsdienstige en filosofische overtuigingen. 8 Dit is terug te vinden in § 3 van artikel 24 van onze GW “Alle leerlingen die leerplichtig zijn, hebben ten laste van de gemeenschap recht op een morele of religieuze opvoeding.” 7 34 In België moet het officieel (gesubsidieerd) onderwijs dit recht waarborgen. Scholen kunnen ook opteren voor een vak “cultuurbeschouwing” (of varianten) hierop. Ook is het mogelijk om vrijstelling aan te vragen voor het volgen van godsdienst/niet - confessionele zedenleer. De vrijstelling is het gevolg van enkele aan de Raad van State voorgelegde geschillen. Uiteindelijk besliste de Raad van State dat het voor ouders, met leerplichtige kinderen en met religieuze / morele bezwaren tegen een van de voorziene vakken, mogelijk moest zijn “ontheven” te worden van deelnameplicht. Pittig detail is dat - ingevolgd privacyoverwegingen - dergelijke aanvragen niet echt (grondig, uitdrukkelijk) gemotiveerd hoeven te zijn. Het zijn o.a. “Jehovagetuigen” die hiervan gebruik maken. Ook de hiervoor opgesomde methodescholen verwerken in hun lessenpakket een vak “cultuurbeschouwing”. Het gesubsidieerd vrij onderwijs (vrij confessioneel en niet – confessioneel onderwijs) is niet verplicht om voormelde “keuzevrijheid” te garanderen. Het komt immers hun inrichtende macht toe zelf te bepalen welk aanbod zij willen verzorgen. Wie daar school loopt stapt de facto in de levensbeschouwing waarop het onderwijsgebeuren stoelt (katholieke godsdienst in katholieke scholen, joodse godsdienst in joodse scholen). Momenteel zijn er zes erkende godsdiensten en de niet-confessionele zedenleer. Recentelijk hebben de aanhangers van het boeddhisme een procedure opgestart om een erkenning (en dus de facto een eigen lessenpakket) te krijgen. In de begroting 2014 is hiervoor een bedrag van 205 miljoen € voorzien. Andere denominaties denken eveneens aan een erkenning. Er moet op worden gewezen dat “levensbeschouwelijk” onderricht ook in andere vakken zijn intrede kan maken. Als motivering wordt dan verwezen naar het Internationaal verdrag betreffende economische, sociale en culturele rechten en meer bepaald naar artikel 13, waarbij de diverse staten die het verdrag ondertekenen onderschrijven dat het onderwijs eenieder in staat moet stellen een nuttige rol te vervullen in een vrije samenleving en begrip, verdraagzaamheid en vriendschap onder alle volken en alle rasgemeenschappen, etnische en godsdienstige groeperingen, evenals de activiteiten van de Verenigde Naties voor de handhaving van de vrede ,dient te bevorderen. Algemene trend De deelname aan de lessen islamitische godsdienst stijgt jaar na jaar. En hoewel deze trend regionaal kan verschillen is een verdere opgang niet uit te sluiten. Zeker in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en in bepaalde centrumsteden is dit het meest in het oog springend. Deze trend wordt bevestigd door Vlaams Onderwijsminister Pascal Smet. 9 Het aantal leerlingen dat kiest voor islamitische godsdienst is de afgelopen schooljaren sterk gestegen. Dat natuurlijk in het gemeenschapsonderwijs en het officieel gesubsidieerd onderwijs. Uit het antwoord blijkt dat in het lager onderwijs het percentage leerlingen dat voor islamitische godsdienst kiest van 10,5 procent in het schooljaar 2006-2007 tot 15,2 % in 2010-2011 steeg. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest was er in die periode een stijging van 36,5 tot 48,7 %. Ter vergelijking: in Antwerpen van 34,7 tot 45,4 % en in Gent van 23,9 tot 30 %. Deze stijging kannibaliseerde voornamelijk het aantal leerlingen katholieke godsdienst (van 61 tot 55,4 %). Het aandeel 'niet-confessionele zedenleer' steeg dan weer van 26,3 tot 26,9 %. Een soortgelijke ontwikkeling kan worden waargenomen in het secundair onderwijs waar er een stijging is aan de deelname lessen islamitische godsdienst (van 11,2 tot 14,5 %). Opnieuw 9 35 Schriftelijke vraag van Paul Delva (CD&V) vallen de centrumsteden op. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gaat de stijging onverdroten verder (van 35,2 tot 46,7 %). Zeker Antwerpen (van 25,3 tot 30,5 %) en Gent (van 18,4 tot 23,2 %) vallen op. Het aantal leerlingen katholieke godsdienst daalt (van 30,8 tot 29,7 %) evenals het aantal leerlingen niet-confessionele zedenleer (van 54,6 tot 52,3 %). Deze trend zette zich ook in 2013 verder. Het aantal leerlingen in het officieel net dat islamitische godsdienst volgt, is te Brussel opnieuw gestegen. Het gaat nu om zowat de helft van de leerlingen. Zedenleer en katholieke godsdienst worden steeds minder gekozen. In het lager onderwijs van het officiële net zou 46 % van de kinderen de lessen islam volgen, in het secundair onderwijs zou het om de helft gaan. Slechts 19 % van de leerlingen volgt katholieke godsdienst in het lager onderwijs (met de vaststelling dat dit in het secundair veel minder is dan in het lager onderwijs) en 29 procent kiest voor niet-confessionele zedenleer. Te Brussel (2013) zitten ook de orthodoxe en de protestantse godsdiensten in de lift. Hoewel beperkt in aantal (364 leerlingen) is er sprake van een verdubbeling ten opzichte van acht jaar geleden. 10 Migratiestromen liggen aan de basis van deze evolutie. Zo heeft de migratie uit de Oostbloklanden een toename van de vraag naar lessen orthodoxe godsdienst veroorzaakt. Vooral het officieel onderwijs staat hier andermaal voor een uitdaging. Onderwijsverantwoordelijken wijzen op de problemen: de kwaliteit van het onderwijs staat onder druk en het is niet gemakkelijk om geschikte, gediplomeerde, leerkrachten te vinden. De versplintering van de opdracht werkt bovendien niet echt bevorderlijk en zorgt voor organisatorische problemen. Een bijdrage (Brussels Studies, Nummer 70, 29 augustus 2013) “BSI Synthesenota. Het onderwijs in Brussel: een complex crisisbeheer” onderstreept hoe de opvang van een groeiende multiculturele (en multireligieuze) bevolking aan vele domeinen van het schoolleven (relaties tussen ouders en leerkrachten, gemengde scholen, lessen lichamelijke opvoeding, kantines, schoolreizen, …) knaagt. De auteurs van deze studie onderstrepen echter ook dat wat de levensbeschouwelijke cursussen betreft, er te Brussel een duidelijk probleem is m.b.t. de keuze tussen verschillende opties in het officiële onderwijs en de afwezigheid van alternatieven voor de lessen godsdienst in het confessionele vrije onderwijs. Ook de institutionele aanwezigheid van één enkele religieuze dominerende overtuiging (die vaak hoofdzakelijk islamitisch is), in een plurale omgeving, zorgt voor spanningsvelden. Zij wijzen er op dat de cursus islamitische godsdienst door 24% van de leerlingen in de Franstalige Brusselse scholen wordt gevolgd en dat dit voor wat het officiële onderwijs betreft zo goed als over 50 % van de leerlingen gaat. De trend te Brussel is duidelijk. Minister Smet onderstreepte, enige tijd geleden nog in het Parlement, dat voor wat het Nederlandstalig officieel onderwijs betreft de stijging van het percentage islamleerlingen en de daling van het aantal leerlingen katholieke godsdienst een feit is. Hij wees ook op de daling van het aantal leerlingen niet - confessionele zedenleer. Cijfermatig is het aantal leerlingen israëlitische godsdienst, zowel in het basisonderwijs als in het secundair onderwijs, te verwaarlozen. Deze leerlingen zijn voornamelijk terug te vinden in de Joodse scholen in Antwerpen. Onopvallende stijger is de les protestantse godsdienst in het lager onderwijs, maar ook in het secundair onderwijs. Ook het aantal leerlingen anglicaanse en orthodoxe godsdienst gaat er en in het lager onderwijs en in het secundair onderwijs lichtjes vooruit. Cultuurbeschouwing is te “verwaarlozen”. 10 1 % van de kinderen volgt orthodoxe godsdienst, 4 % kiest voor protestants onderwijs. 36 Cijferreeksen In de hiernavolgende cijferreeksen geven we een idee van de situatie voor het schooljaar 2011 – 2012 voor de diverse levensbeschouwingen. We splitsen op (gemeenschapsonderwijs, privaatrechtelijk onderwijs…).11 Hierbij geven eerst een idee van de toestand 2011/2012 voor alle levensbeschouwingen; In een tweede reeks beperken we ons tot de drie levensbeschouwingen met cijferreeksen voor de periode 2002/2003 – 2011/2012 (Vlaanderen en vervolgens Vlaams - Brabant). Ten slotte focussen we op Vilvoorde (20022013. Overzicht 2011/2012 alle levensbeschouwingen Schoolbevolking / Schooljaar Gewoon lager gemeenschapsonderwijs Gewoon lager privaatrechtelijk onderwijs Gewoon lager provinciaal onderwijs Gewoon lager gemeenteonderwijs 2011/2012 Katholiek Protestant Israëlisch Islamitisch Orthodox Anglicaans Zedenleer Cultuur Vrijgesteld Totaal 22.226 1.035 25 11.421 280 4 19.227 0 724 54.942 236.325 886 1.233 1.316 0 0 218 2.830 2 242.810 175 1 0 0 0 0 53 0 0 229 53.961 1.137 23 12.387 240 9 20.796 0 162 88.715 Buitengewoon lager gemeenschapsonderwijs Buitengewoon lager privaatrechtelijk onderwijs Buitengewoon lager provinciaal onderwijs Buitengewoon lager gemeenteonderwijs 4.160 16.456 495 2.115 139 84 9 75 1 22 0 1 912 60 53 941 8 0 0 19 1 1 0 0 1.533 297 117 769 0 129 0 0 46 1 1 2 6.800 17.050 675 3.922 Gewoon secundair gemeenschapsonderwijs Gewoon secundair privaatrechtelijk onderwijs Gewoon secundair provinciaal onderwijs Gewoon secundair gemeenteonderwijs 18.576 312.912 5.835 5.993 1.080 0 126 229 33 729 6 7 11.482 713 1.446 3.610 333 0 43 161 7 0 0 1 39.951 454 5.460 8.415 0 1.091 0 0 1.265 1 310 148 72.727 315.900 13.226 18.564 Buitengewoon secundair gemeenschapsonderwijs Buitengewoon secundair privaat onderwijs Buitengewoon secundair provinciaal onderwijs Buitengewoon secundair gemeenteonderwijs Totaal 2.480 12.186 154 620 72 3 1 25 6 0 0 0 483 23 5 610 5 0 0 7 0 0 0 1 1.841 98 136 509 0 94 0 0 17 0 1 1 4.904 12.404 297 1.773 854.938 Uit deze gegevens blijkt dat in het schooljaar 2011-2012 in totaal 854.938 leerlingen school hebben gelopen en dit in het lager en in het secundair onderwijs. In totaal volgden zowat 4 op de 5 leerlingen de lessen rooms – katholieke godsdienst. Net geen 100.000 leerlingen volgde de lessen niet – confessionele zedenleer. In totaal volgden dan weer 45.462 leerlingen de les islamitische godsdienst. De overige denominaties zijn, in aantal, te verwaarlozen. Dit is ook zo voor de vrijstellingen (2.681) en het vak “cultuurbeschouwing (4.144). Er zijn, in de periode 2002 -2003 tot en met 2011 – 2012, duidelijke trends af te leiden. Globaal genomen kan men vaststellen dat het totaal aantal leerlingen de laatste jaren daalde. De daling voor de les rooms – katholieke godsdienst valt op. Het aantal vrijstellingen daalde eveneens. Orthodoxe en protestantse religie stijgen langzaam. Het aantal leerlingen islamitische godsdienst stijgt behoorlijk. Het vak “cultuurbeschouwing” blijft aanwezig al is het in % uitgedrukt “beperkt” te heten 0,48 %). 11 37 De bewerkte gegevens zijn beschikbaar voor de periode 2002 – 2003 tot en met 2011 – 2012. Overzichtenreeks rooms – katholieke godsdienst, islamische godsdienst en niet - confessionele zedenleer 2002 -2003 tot en met 2011 – 2012 Schoolbevolking / Schooljaar Gewoon lager gemeenschapsonderwijs Gewoon lager privaatrechtelijk onderwijs Gewoon lager provinciaal onderwijs Gewoon lager gemeenteonderwijs 2002/2003 2003/2004 2004/2005 2005/2006 2006/2007 2007/2008 2008/2009 2009/2010 2010/2011 2011/2012 Katholiek Katholiek Katholiek Katholiek Katholiek Katholiek Katholiek Katholiek Katholiek Katholiek 29.303 28.558 27.171 26.274 25.510 24.978 24.304 23.642 23.126 22.226 251.711 248.960 245.209 242.042 240.266 237.935 236.043 234.024 234.527 236.325 188 184 197 210 220 208 198 198 185 175 66.601 64.132 62.854 60.918 60.257 59.151 57.493 56.429 54.896 53.961 Buitengewoon lager gemeenschapsonderwijs Buitengewoon lager privaatrechtelijk onderwijs Buitengewoon lager provinciaal onderwijs Buitengewoon lager gemeenteonderwijs 4.049 16.376 509 2.520 4.115 16.347 506 2.453 4.031 16.263 521 2.324 4.033 16.143 555 2.221 4.003 16.082 560 2.166 4.050 16.199 560 2.154 4.158 16.302 552 2.114 4.165 16.221 550 2.142 4.190 16.414 545 2.151 4.160 16.456 495 2.115 Gewoon secundair gemeenschapsonderwijs Gewoon secundair privaatrechtelijk onderwijs Gewoon secundair provinciaal onderwijs Gewoon secundair gemeenteonderwijs 19.289 314.315 6.495 7.107 19.473 320.259 6.518 6.998 19.623 325.920 6.481 6.961 19.572 329.682 6.386 6.929 19.531 329.550 6.509 6.676 19.182 328.516 6.498 6.525 18.957 326.208 6.463 6.585 19.050 320.548 6.322 6.449 18.895 316.401 6.099 6.202 18.576 312.912 5.835 5.993 Buitengewoon secundair gemeenschapsonderwijs Buitengewoon secundair privaatrechtelijk onderwijs Buitengewoon secundair provinciaal onderwijs Buitengewoon secundair gemeenteonderwijs Schoolbevolking / Schooljaar Gewoon lager gemeenschapsonderwijs Gewoon lager privaatrechtelijk onderwijs Gewoon lager provinciaal onderwijs Gewoon lager gemeenteonderwijs Buitengewoon lager gemeenschapsonderwijs Buitengewoon lager privaatrechtelijk onderwijs Buitengewoon lager provinciaal onderwijs Buitengewoon lager gemeenteonderwijs Gewoon secundair gemeenschapsonderwijs Gewoon secundair privaatrechtelijk onderwijs Gewoon secundair provinciaal onderwijs Gewoon secundair gemeenteonderwijs Buitengewoon secundair gemeenschapsonderwijs Buitengewoon secundair privaatrechtelijk onderwijs Buitengewoon secundair provinciaal onderwijs Buitengewoon secundair gemeenteonderwijs Schoolbevolking / Schooljaar Gewoon lager gemeenschapsonderwijs Gewoon lager privaatrechtelijk onderwijs Gewoon lager provinciaal onderwijs Gewoon lager gemeenteonderwijs 1.861 1.920 2.066 2.138 2.177 2.264 2.326 2.341 2.426 2.480 10.304 10.551 10.948 11.167 11.437 11.405 11.530 11.816 11.990 12.186 170 162 149 174 163 162 145 132 158 154 672 669 644 665 659 665 674 661 669 620 731.470 731.805 731.362 729.109 725.766 720.452 714.052 704.690 698.874 694.669 2002/2003 2003/2004 2004/2005 2005/2006 2006/2007 2007/2008 2008/2009 2009/2010 2010/2011 2011/2012 Islamitisch Islamitisch Islamitisch Islamitisch Islamitisch Islamitisch Islamitisch Islamitisch Islamitisch Islamitisch 6.295 6.398 6.800 7.041 7.408 7.899 8.716 9.484 10.300 11.421 1.173 1.144 1.072 1.124 1.135 1.159 1.282 1.322 1.285 1.316 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 5.549 5.933 6.215 6.616 7.318 8.117 8.846 9.859 11.179 12.387 439 10 3 392 450 11 1 419 488 20 1 447 536 24 1 613 542 28 1 653 583 27 1 736 654 39 15 803 717 51 22 847 783 60 49 923 912 60 53 941 5.968 1 940 2.125 6.708 0 993 2.230 7.135 283 986 2.549 7.668 489 1.027 2.606 8.247 554 1.003 2.691 8.732 657 1.097 2.897 9.288 760 1.210 3.133 10.035 749 1.236 3.204 10.607 791 1.251 3.404 11.482 713 1.446 3.610 228 226 232 268 283 300 310 364 389 483 11 16 10 16 23 20 23 25 24 23 9 10 4 1 1 0 0 3 1 5 396 420 424 428 463 472 489 528 599 610 23.539 24.959 26.666 28.458 30.350 32.697 35.568 38.446 41.645 45.462 2002/2003 2003/2004 2004/2005 2005/2006 2006/2007 2007/2008 2008/2009 2009/2010 2010/2011 2011/2012 Zedenleer Zedenleer Zedenleer Zedenleer Zedenleer Zedenleer Zedenleer Zedenleer Zedenleer Zedenleer 18.382 18.567 18.376 18.455 18.505 18.468 18.157 18.096 18.577 19.227 195 224 238 219 217 209 210 216 216 218 7 11 16 28 38 37 33 34 44 53 16.885 17.399 17.841 18.251 18.451 18.552 18.687 18.688 19.391 20.796 Buitengewoon lager gemeenschapsonderwijs Buitengewoon lager privaatrechtelijk onderwijs Buitengewoon lager provinciaal onderwijs Buitengewoon lager gemeenteonderwijs 1.126 267 76 800 1.152 258 77 811 1.188 249 83 810 1.211 250 95 663 1.283 248 103 694 1.293 269 116 688 1.338 261 127 690 1.395 275 116 691 1.431 291 99 712 1.533 297 117 769 Gewoon secundair gemeenschapsonderwijs Gewoon secundair privaatrechtelijk onderwijs Gewoon secundair provinciaal onderwijs Gewoon secundair gemeenteonderwijs 40.840 485 5.421 10.735 41.919 461 5.648 11.040 42.366 464 5.753 10.845 42.660 458 5.579 10.665 42.187 463 5.583 10.377 41.872 476 5.615 10.173 41.568 466 5.575 9.801 41.444 438 5.546 9.117 40.789 450 5.474 8.680 39.951 454 5.460 8.415 Buitengewoon secundair gemeenschapsonderwijs Buitengewoon secundair privaatrechtelijk onderwijs Buitengewoon secundair provinciaal onderwijs Buitengewoon secundair gemeenteonderwijs 1.348 199 97 602 97.465 1.359 221 115 595 99.857 1.457 206 124 557 100.573 1.499 222 125 544 100.924 1.499 210 154 557 100.569 1.530 210 153 515 100.176 1.556 215 154 513 99.351 1.642 208 147 497 98.550 1.732 195 146 497 98.724 1.841 98 136 509 99.874 Een vergelijking tussen de cijfers 2011-2012 en de cijfers van de voorgaande jaren (reeks teruggaand tot 2001-2002) toont aan dat de daling voor het vak rooms – katholieke godsdienst vaak hoger ligt dan het dalingspercentage van de schoolpopulatie. Voor 2002 - 2003 telde men 731.470 leerlingen rooms – katholieke godsdienst op een totale populatie van 866.289 leerlingen. Hiermede haalt men 84 % van de leerlingen binnen. Voor het schooljaar 2011 – 2012 38 telt men 694.669 leerlingen rooms - katholieke godsdienst op een populatie van 854.938 leerlingen. De daling in absolute aantallen is evident. Dit is echter te nuanceren in die zin dat de daling van het aantal leerlingen rooms – katholieke godsdienst vooral waarneembaar is in het lager onderwijs. Het aantal leerlingen islamitische godsdienst kende dan weer een sterke toename, nml. van 23.539 in 2002-2003 tot 45.462 in 2001-2012. Anders gesteld: er is een stijging van 2,7 % tot 5,3 %. Het vak zedenleer met 97.465 leerlingen in 2002 -2003 steeg lichtjes en noteerde in 20112012 in totaal 99.874 leerlingen. In % uitgedrukt is er een lichte stijging van 11,2 % tot 11,6 %. Lager onderwijs en middelbaar onderwijs vertonen elk specifieke trends. Het aantal leerlingen rooms – katholieke godsdienst blijft in het secundair onderwijs relatief stand houden. Niet – confessionele zedenleer zit in de lift (ruim de helft volgt zedenleer). In het secundair onderwijs krijgen we vaak een ander beeld. Islamonderricht kent zowel in het lager, als in het secundair onderwijs een sterke toename. Deze stijging is goed te merken in het basisonderwijs. Cijferreeksen Vlaams – Brabant 2002/2003 – 2011/2012 De hiernavolgende reeksen geven een idee – in absolute aantallen – van de ontwikkelingen in de periode 2002-2003 tot en met 2011-2012 voor de drie belangrijkste denominaties. Schoolbevolking / Schooljaar Gewoon lager gemeenschapsonderwijs Gewoon lager privaatrechtelijk onderwijs Gewoon lager provinciaal onderwijs Gewoon lager gemeenteonderwijs Buitengewoon lager gemeenschapsonderwijs Buitengewoon lager privaatrechtelijk onderwijs Buitengewoon lager provinciaal onderwijs Buitengewoon lager gemeenteonderwijs Gewoon secundair gemeenschapsonderwijs Gewoon secundair privaatrechtelijk onderwijs Gewoon secundair provinciaal onderwijs Gewoon secundair gemeenteonderwijs Buitengewoon secundair gemeenschapsonderwijs Buitengewoon secundair privaatrechtelijk onderwijs Buitengewoon secundair provinciaal onderwijs Buitengewoon secundair gemeenteonderwijs Schoolbevolking / Schooljaar Gewoon lager gemeenschapsonderwijs Gewoon lager privaatrechtelijk onderwijs Gewoon lager provinciaal onderwijs Gewoon lager gemeenteonderwijs Buitengewoon lager gemeenschapsonderwijs Buitengewoon lager privaatrechtelijk onderwijs Buitengewoon lager provinciaal onderwijs Buitengewoon lager gemeenteonderwijs Gewoon secundair gemeenschapsonderwijs Gewoon secundair privaatrechtelijk onderwijs Gewoon secundair provinciaal onderwijs Gewoon secundair gemeenteonderwijs Buitengewoon secundair gemeenschapsonderwijs Buitengewoon secundair privaatrechtelijk onderwijs Buitengewoon secundair provinciaal onderwijs Buitengewoon secundair gemeenteonderwijs 39 2002/2003 Katholiek 4.572 32.766 0 14.364 51.702 420 1.725 58 598 2.801 3.062 40.852 553 1.408 45.875 152 933 0 221 1.306 101.684 2002/2003 Zedenleer 3.003 0 0 3.475 6.478 140 35 15 114 304 6.535 0 437 1.320 8.292 83 34 0 144 261 15.335 2003/2004 Katholiek 4.617 32.415 0 13.932 50.964 424 1.731 67 579 2.801 3.062 41.964 556 1.424 47.006 156 929 0 215 1.300 102.071 2003/2004 Zedenleer 3.116 0 0 3.732 6.848 143 45 17 118 323 6.838 0 473 1.409 8.720 84 34 0 152 270 16.161 2004/2005 Katholiek 4.436 32.032 0 14.046 50.514 416 1.739 59 559 2.773 3.079 43.126 489 1.428 48.122 169 979 0 228 1.376 102.785 2004/2005 Zedenleer 2.999 0 0 3.914 6913 157 40 18 127 342 7.034 0 511 1.520 9.065 92 35 0 168 295 16.615 2005/2006 Katholiek 4.264 31.976 0 13.746 49.986 417 1.720 74 542 2.753 3.188 43.976 452 1.485 49.101 174 979 0 220 1.373 103.213 2005/2006 Zedenleer 3.077 0 0 4.069 7.146 154 36 19 119 328 6.943 0 458 1.609 9.010 91 51 0 159 301 16.785 2006/2007 Katholiek 4.254 31.803 0 13.716 49.773 403 1.773 70 519 2.765 3.324 44.131 449 1.440 49.344 174 945 0 213 1.332 103.214 2006/2007 Zedenleer 3.111 0 0 4.244 7.355 153 31 17 130 331 6.913 0 459 1.641 9.013 77 40 0 171 288 16.987 2007/2008 Katholiek 4.215 31.855 0 13.529 49.599 403 1.784 79 524 2.790 3.210 44.365 484 1.436 49.495 195 898 0 205 1.298 103.182 2007/2008 Zedenleer 3.098 0 0 4.419 7.517 167 38 21 151 377 7.106 0 409 1.613 9.128 79 42 0 160 281 17.303 2008/2009 Katholiek 4.119 31.791 0 13.300 49.210 415 1.775 77 535 2.802 3.193 44.477 464 1.470 49.604 192 876 0 206 1.274 102.890 2008/2009 Zedenleer 3.075 0 0 4.575 7.650 150 28 30 158 366 7.062 0 454 1.590 9.106 79 45 0 152 276 17.398 2009/2010 Katholiek 4.060 31.932 0 13.284 49.276 405 1.763 88 543 2.799 3.340 44.143 464 1.349 49.296 182 851 0 205 1.238 102.609 2009/2010 Zedenleer 3.013 0 0 4.652 7.665 162 28 19 150 359 7.267 0 458 1.311 9.036 88 35 0 160 283 17.343 2010/2011 Katholiek 4.025 32235 0 13012 49.272 436 1.807 73 532 2.848 3.286 44.027 428 1.327 49.068 205 886 0 206 1.297 102.485 2010/2011 Zedenleer 3.092 0 0 4.997 8.089 156 34 15 159 364 7.114 0 482 1.311 8.907 105 35 0 162 302 17.662 2011/2012 Katholiek 3.949 32.693 0 12.737 49.379 425 1.807 57 520 2.809 3.254 43.997 428 1.207 48.886 192 893 0 185 1.270 102.344 2011/2012 Zedenleer 3.099 0 0 5.332 8.431 183 39 8 186 416 7.053 0 490 1.339 8.882 129 33 0 162 324 18.053 Schoolbevolking / Schooljaar Gewoon lager gemeenschapsonderwijs Gewoon lager privaatrechtelijk onderwijs Gewoon lager provinciaal onderwijs Gewoon lager gemeenteonderwijs Buitengewoon lager gemeenschapsonderwijs Buitengewoon lager privaatrechtelijk onderwijs Buitengewoon lager provinciaal onderwijs Buitengewoon lager gemeenteonderwijs Gewoon secundair gemeenschapsonderwijs Gewoon secundair privaatrechtelijk onderwijs Gewoon secundair provinciaal onderwijs Gewoon secundair gemeenteonderwijs Buitengewoon secundair gemeenschapsonderwijs Buitengewoon secundair privaatrechtelijk onderwijs Buitengewoon secundair provinciaal onderwijs Buitengewoon secundair gemeenteonderwijs 2002/2003 2003/2004 2004/2005 2005/2006 2006/2007 2007/2008 2008/2009 2009/2010 2010/2011 2011/2012 Islamitisch Islamitisch Islamitisch Islamitisch Islamitisch Islamitisch Islamitisch Islamitisch Islamitisch Islamitisch 432 431 505 591 667 739 904 1.048 1.154 1.333 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 309 357 416 481 552 668 861 1.036 1.238 1.454 741 788 921 1.072 1.219 1.408 1.765 2.084 2.392 2.787 85 95 110 133 128 134 130 146 141 170 7 10 16 17 21 20 31 34 38 36 0 0 0 0 0 0 4 13 23 25 30 34 34 41 51 55 62 68 85 77 122 139 160 191 200 209 227 261 287 308 491 540 582 660 701 743 797 896 1.049 1.136 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 16 17 20 24 26 32 48 68 68 85 9 9 6 7 11 18 14 20 22 23 516 566 608 691 738 793 859 984 1.139 1.244 3 8 10 10 11 11 10 19 21 31 11 13 10 10 15 13 15 16 15 11 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 18 23 20 22 31 28 44 43 46 47 32 44 40 42 57 52 69 78 82 89 1.411 1.537 1.729 1.996 2.214 2.462 2.920 3.407 3.900 4.428 Er moet worden opgemerkt dat elke provincie eigen ontwikkelingen kent in functie van de bevolkingsaanwas en de immigratiestromen (zie situatie Antwerpen, Limburg). De schoolbevolking kent in Vlaams – Brabant een stijging. Recente prognoses op het gebied van bevolkingsvooruitzichten 2007-2060 (Bron: Federaal Planbureau) zien niet enkel een belangrijke bevolkingstoename voor de gehele provincie, maar een nog hogere bevolkingstoename voor het arrondissement Halle-Vilvoorde. Deze demografische evolutie, is wat Vlaams – Brabant betreft, niet zonder gevolgen (kinderopvang, onderwijsinstellingen …). Zo is, in de scholen in Vlaams-Brabant, het aandeel leerlingen dat thuis geen Nederlands (Bron: Parlementaire vraag) spreekt de afgelopen jaren aanzienlijk gestegen. In de scholen van Vlaamse rand rond Brussel stijgt ook het aantal leerlingen dat gedomicilieerd is in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. In het basisonderwijs steeg dit tussen februari 2008 en februari 2011 van 15,7 naar 18,9 procent. In het secundair onderwijs steeg dit van 9,2 naar 11,5 procent. Ander onderzoek wijst dan weer op een duidelijke stijging van het aantal buitenlanders (referentieperiode 19912008) in de provincie Vlaams-Brabant. Er is de voorbije jaren een ononderbroken stijging te noteren wat het aantal personen geboren in de provincie, met een niet-Belgische nationaliteit bij de geboorte, betreft. De stijging in Halle – Vilvoorde overtreft de stijging in de provincie zelf en ligt duidelijk hoger dan in het arrondissement Leuven. (Bron: Rijksregister, verwerking Steunpunt sociale planning provincie Vlaams-Brabant). Daar de keuze voor een van de godsdiensten of de les niet - confessionele zedenleer momenteel, globaal genomen, ook de evolutie binnen de bevolkingssamenstelling weerspiegelt, zijn ook hier belangrijke specifieke evoluties te verwachten. Zo kon al worden vastgesteld dat door de instroom uit Polen het aantal leerlingen dat rooms-katholieke godsdienst volgt is toegenomen. Vilvoorde 2002/2003 – 2012/2013 Wat het onderwijs te Vilvoorde betreft (Bron: Agentschap voor Onderwijsdiensten - AgODi) zijn globaal genomen de hierboven aangegeven evoluties eveneens merkbaar. Tussen 2002-2013 (met detailgegevens 2010-2013) is een stijging van het aantal leerlingen van 2.291 tot 2.745 in het basisonderwijs te noteren. Steeg de totale schoolpopulatie in deze periode met 20 %, dan is een sterke stijging voor wat betreft de deelname aan de lessen islamitische godsdienst in het lager onderwijs te noteren. Het aantal leerlingen rooms-katholieke godsdienst daalt lichtjes, idem dito voor wat het aantal leerlingen niet – confessionele zedenleer betreft. Het aantal leerlingen protestantse godsdienst kent een stijging. Islamitische godsdienst en katholieke godsdienst (zie in dit geval ook 40 het onderwijsaanbod!) zijn absolute koplopers al is de ster van de rooms – katholieke godsdienst tanende. Een ander beeld krijgt men voor wat de lessen in het secundair onderwijs betreft. In diezelfde periode steeg het aantal leerlingen van 2.946 tot 3.636 (ook hier afgerond een stijging met 20 %). Hier zien we opnieuw een stijging van het aantal leerlingen islamitische godsdienst en (beperkt) niet- confessionele zedenleer. Opvallend is het aantal leerlingen dat protestantse godsdienst volgt. In verhouding tot de eigenlijke schoolpopulatie is hun aantal beperkt te heten. Het aantal vrijstellingen (in absolute aantallen beperkt ) valt ook op. In het secundair onderwijs doet de cursus niet – confessionele zedenleer het relatief goed. Katholieke godsdienst (zie eveneens het onderwijsaanbod!) blijft standhouden en scoort eveneens goed. Basisonderwijs 2002-2003 2010-2011 2011-2012 2012-2013 ISLAMITISCHE GODSDIENST 353 757 831 885 KATHOLIEKE GODSDIENST 1523 1421 1410 1423 379 371 390 381 NIET-CONFESSIONELE ZEDENLEER ORTHODOXE GODSDIENST PROTESTANTSE GODSDIENST VRIJSTELLING 1 1 3 1 27 39 41 53 8 1 2 2 2291 2590 2677 2745 Secundair onderwijs 2002-2003 ISLAMITISCHE GODSDIENST 2010-2011 2011-2012 2012-2013 193 416 410 425 2020 2115 2133 2129 711 962 969 1005 ORTHODOXE GODSDIENST 2 2 0 1 PROTESTANTSE GODSDIENST 8 29 23 29 KATHOLIEKE GODSDIENST NIET-CONFESSIONELE ZEDENLEER VRIJSTELLING 12 32 40 47 2946 3556 3575 3636 Enkele kostprijselementen De loonkosten nemen jaar na jaar toe.12 Knelpunt is zeker de kostprijs van de organisatie voor de lessen van de kleinere godsdiensten. Zo is bijvoorbeeld de kostprijs van de organisatie van de lessen Anglicaanse godsdienst, die in 2011-2012 in Vlaanderen 15 leerlingen in het basisonderwijs en 9 in het secundair onderwijs telde, “duur” te heten (loonkost groot 49.432 € voor het aan 24 leerlingen gedurende 2 lesuren per week). Hierna volgen de aantallen personeelsleden en de loonkost van de levensbeschouwelijke vakken voor het schooljaar 2012-2013. Voor het aantal personeelsleden wordt het hele schooljaar bekeken, inclusief de vervangingen. Voor de loonkost wordt gebruik gemaakt van de gemiddelde loonkost op 1 februari, geëxtrapoleerd voor het hele schooljaar. Zoals blijken zal zijn ook de loonkosten niet onaardig (gestegen). In het totaal bedroegen ze voor het schooljaar 12 41 Begrotingstechnisch is het zo dat de middelen voor de lonen van het onderwijspersoneel verhogen in 2014 met 22,2 miljoen € in vergelijking met 2013. Deze verhogingen worden verantwoord door budgettaire meerkosten van de vergrijzing van het lerarenkorps en een (stijgende) leerlingenevolutie. De uitgaven voor werkingsmiddelen stijgen eveneens en worden geraamd op 18,5 miljoen €. In het basisonderwijs bedraagt deze stijging 11,2 miljoen € waartegen bij het secundair onderwijs en de internaten een stijging wordt genoteerd van respectievelijk 7 miljoen € en 0,3 miljoen €. 2011-2012 voor alle netten samen 76.443.339 € voor het basisonderwijs en 189.588.521 € voor het secundair onderwijs, samen dus goed voor 266.031.860 € voor één schooljaar. De hiernavolgende gegevensreeksen geven een overzicht van de kost voor het schooljaar 2012 2013. Hieruit zal blijken dat de totale loonkost kost opgelopen is tot 79.553.561 € voor het lager onderwijs en 193.741.561 € voor het secundair onderwijs. In totaal is dus 273.295.000 € voor één jaar. 42 Lager onderwijs Type onderwijs Basisonderwijs Gemeenschapsonderwijs Vrij gesubsidieerd onderwijs Officieel gesubsidieerd onderwijs Andere Totaal Basisonderwijs Gemeenschapsonderwijs Vrij gesubsidieerd onderwijs Officieel gesubsidieerd onderwijs Andere Totaal Basisonderwijs Gemeenschapsonderwijs Vrij gesubsidieerd onderwijs Officieel gesubsidieerd onderwijs Andere Totaal Basisonderwijs Gemeenschapsonderwijs Vrij gesubsidieerd onderwijs Officieel gesubsidieerd onderwijs Andere Totaal Basisonderwijs Gemeenschapsonderwijs Vrij gesubsidieerd onderwijs Officieel gesubsidieerd onderwijs Andere Totaal Basisonderwijs Gemeenschapsonderwijs Vrij gesubsidieerd onderwijs Officieel gesubsidieerd onderwijs Andere Totaal Basisonderwijs Gemeenschapsonderwijs Vrij gesubsidieerd onderwijs Officieel gesubsidieerd onderwijs Andere Totaal Basisonderwijs aantal leerkrachten en totale loonkost Levensbeschouwing Katholieke godsdienst Aantal Loonkost Aantal Cor Aantal Loonkost 360 152 789 1 1302 11.339.140 3.056.311 18.666.221 30.141 33.091.813 1302 4 0 3 0 7 17.757 0 14.577 0 32.334 7 139 2.782.663 6 58.670 158 3.298.659 1 3.180 304 6.143.172 304 225 6.143.172 40 721.465 0 0 39 565.074 0 0 79 1.286.539 79 52 1.286.539 252 5.527.507 21 431.655 272 6.345.076 2 34.263 547 12.338.501 547 428 12.338.501 1223 33.091.813 Anglicaanse godsdienst 5 Orthodoxe godsdienst Islamtische godsdienst Israëlitische godsdienst 9 35 13 0 57 76.786 310.472 111.386 0 498.644 57 356 10.686.718 15 287.502 447 15.158.197 1 30.141 819 26.162.558 819 684 26.162.558 3.115 2.664 79.553.561 47 498.644 Niet-confessionele zedenleer De loonkost voor de personeelsleden in het lager onderwijs belast met de levensbeschouwelijke lessen steeg tussen het jaar 2007 - 2008 van 65.239.337 € tot het bedrag van 79.553.560 € voor het jaar 2012 - 2013. Dit is op 5 jaar een stijging met 19 %. 43 32.334 Protestantse godsdienst Secundair onderwijs Type onderwijs Secundair Onderwijs Gemeenschapsonderwijs Vrij gesubsidieerd onderwijs Officieel gesubsidieerd onderwijs Andere Totaal Secundair Onderwijs Gemeenschapsonderwijs Vrij gesubsidieerd onderwijs Officieel gesubsidieerd onderwijs Andere Totaal Secundair Onderwijs Gemeenschapsonderwijs Vrij gesubsidieerd onderwijs Officieel gesubsidieerd onderwijs Andere Totaal Secundair Onderwijs Gemeenschapsonderwijs Vrij gesubsidieerd onderwijs Officieel gesubsidieerd onderwijs Andere Totaal Secundair Onderwijs Gemeenschapsonderwijs Vrij gesubsidieerd onderwijs Officieel gesubsidieerd onderwijs Andere Totaal Secundair Onderwijs Gemeenschapsonderwijs Vrij gesubsidieerd onderwijs Officieel gesubsidieerd onderwijs Andere Totaal Secundair Onderwijs Gemeenschapsonderwijs Vrij gesubsidieerd onderwijs Officieel gesubsidieerd onderwijs Andere Totaal Secundair Onderwijs Gemeenschapsonderwijs Vrij gesubsidieerd onderwijs Officieel gesubsidieerd onderwijs Andere Totaal Secundair onderwijs aantal leerkrachten en totale loonkost Levensbeschouwing Katholieke godsdienst Aantal Loonkost 458 17.099.909 4.097 125.937.112 213 7.179.286 16 205.807 4.784 150.422.114 Aantal Cor Aantal Loonkost 4.784 4.709 150.422.114 Anglicaanse godsdienst 2 0 0 0 2 19.430 0 0 0 19.430 2 2 19.430 141 2 74 2 219 3.759.409 10.640 1.373.680 28.361 5.172.090 219 173 5.172.090 44 0 26 1 71 1.169.014 0 485.745 12.775 1.667.534 71 52 1.667.534 215 7.458.956 12 148.275 105 2.939.605 5 124.304 337 10.671.140 337 Protestantse godsdienst Orthodoxe godsdienst Islamtische godsdienst 301 10.671.140 Israëlitische godsdienst 14 17 6 0 37 155.075 312.189 75.837 0 543.101 37 502 17.653.100 7 170.560 227 7.237.497 0 0 736 25.061.157 736 31 543.101 Niet-confessionele zedenleer 701 25.061.157 Cultuurbeschouwing 1 57 0 0 58 3.440 181.888 0 0 185.328 58 6.244 58 185.328 6.027 193.741.894 44 De loonkost voor de personeelsleden in het secundair onderwijs belast met de levensbeschouwelijke lessen steeg tussen het jaar 2007 - 2008 van 171.017.432 € tot het bedrag van 193.741.895 € voor het jaar 2012 - 2013. Dit is op 5 jaar een stijging met 12 %. Sinds het schooljaar 2008-2009 wordt aan het gemeenschapsonderwijs (GO!) en het officieel gesubsidieerd onderwijs (OGO) in de werkingstoelagen ook een vast bedrag per leerling toegekend voor de organisatie van de levensbeschouwelijke vakken. De gegevens hierna geven het totaal bedrag weer dat het onderwijsnet GO! voor het jaar 2012 – 2013 ontving en zelf verdeelt onder de scholen van het GO!. Het totaal bedrag van het OGO staat voor de som van de bedragen die de scholen van het OGO ontvingen zoals deze berekend werden door het Agentschap voor Onderwijsdiensten. Voor beide onderwijsnetten kreeg elke leerling per schooljaar een zelfde bedrag, ongeacht de onderwijsvorm waarin de leerling ingeschreven is. We brengen de gegevens samen voor het lager onderwijs en voor het secundair onderwijs en dit opgesplitst voor het GO! en voor het OGO. Voor wat het gewoon basisonderwijs betreft werd er in totaal voor het schooljaar 2012 – 2013 voor het GO! een bedrag van 1.653.567 € en voor het OGO een bedrag van 2.708.997 € voorzien. Voor wat het buitengewoon gewoon basisonderwijs betreft werd er in totaal voor het schooljaar 2012 – 2013 voor het GO! een bedrag van 388.619 € en voor het OGO een bedrag van 271.962 € voorzien. Voor wat het gewoon secundair betreft er in totaal voor het schooljaar 2012 – 2013 voor het GO! een bedrag van 3.215.422 € en voor het OGO een bedrag van 1.459.036 € voorzien. Voor wat het buitengewoon secundair betreft er in totaal voor het schooljaar 2012 – 2013 voor het GO! een bedrag van 301.968 € en voor het OGO een bedrag van 154.759 € voorzien. Ter vergelijking: in 2011-2012 werd zo 4.857.890 € toegekend aan het basisonderwijs en 4.997.131 € aan het secundair onderwijs, los van de loonkosten dus. Ter overweging De instroom van talrijke nieuwkomers in het leerplichtonderwijs is niet vrijblijvend. De scholenbouwproblematiek (men moet eerder spreken van containerbouw) en de overal opduikende inschrijvingswachtrijen spreken wellicht het meest tot de verbeelding. Er zijn echter ook gevolgen op het vlak van het levensbeschouwelijk onderricht. Nieuwe spelers melden zich aan op de levensbeschouwelijke markt en hun aandeel neemt jaar na jaar toe. Van een dominant rooms-katholieke strekking is minder en minder te merken. Kanttekening: vaak wordt verwezen naar de groeiende secularisering. Dit vertaalt zich niet in een explosieve toename van het aantal leerlingen niet – confessionele zedenleer. De bestaande verhoudingen wat de keuzes voor een levensbeschouwelijk vak betreft worden dus herschikt en deze ontwikkelingen zorgen zelfs – in functie van de toename van een bepaalde populatie – voor (lokale) verrassingen. Voor de scholen zijn er de gekende organisatorische problemen (een plaats voor elke leerling) en de uitdagingen betreffende het garanderen van de keuze van de ouders voor een levensbeschouwing (een leerkracht en accommodatie voor elke overtuiging, ongeacht het leerlingenaantal). Rekening houdende met de versplintering van de keuze, de (soms deeltijdse) opdracht van de onderwijzers en leerkrachten, vraagt men aan de onderwijsinstellingen om bovennatuurlijke (sic) organisatorische talenten ten toon te spreiden. De kwaliteit van de omkadering garanderen is niet steeds even evident (zie opleiding islamleerkrachten of leerkrachten afkomstig uit het buitenland. De decreetgever verplicht de officiële onderwijsinstellingen en dit zowel in het in het basisonderwijs als in het secundair onderwijs, wekelijks twee lesuren voor te behouden voor de levensbeschouwelijke 45 vakken en de leerlingen, voor deze vakken, (op hetzelfde ogenblik, liefst geen blokuren) per levensbeschouwing op te delen. Het officiële onderwijs krijgt – organisatorisch - een zware last te torsen. “Dein Verlust is mein Gewinn” denkt men dan ook vaak in bepaalde middens. Ook de kostprijs van deze levensbeschouwelijke diversiteit baart terecht zorgen. Om aan de gestegen (en steeds maar stijgende) diversiteit te voldoen moeten scholen uit hun “reserves” putten. Vooral de kleinere denominaties zijn, verhoudingsgewijs, zeer duur te heten. En, kies je niet voor de meest populaire godsdienst, zo blijkt uit een parlementaire vraag, dan levert de overheid geen pedagogische garantie. Niet alle levensbeschouwelijk onderwijs loopt daarenboven via het schoolse circuit. Los van het reguliere onderwijscircuit bestaan er bijvoorbeeld ook heel wat koranscholen in ons land. In antwoord op een parlementaire vraag daterende van 2010 werd erkend dat het niet mogelijk bleek een exact cijfer te geven betreffende het aantal koranscholen in België. Gelet op het feit dat uit een koranschool bijna altijd gekoppeld is aan een moskee werd geschat dat er zo’n 270 koranscholen zijn. Enige tijd geleden was er ook een discussie over het toelaten van Joods-chassidische bijbelscholen en de oprichting (toepassing gelijkheidsbeginsel) van shariascholen. En, er zijn ook aanwijzingen dat het thuisonderwijs aan belang wint. In antwoord op een parlementaire vraag werd medegedeeld dat daar waar voor het schooljaar 2000-2001 er 195 leerlingen “thuisonderwijs” volgden dit in 2009-2010 steeg tot 910 leerlingen om voor het schooljaar 2010-2011 op 937 leerlingen en in 2011-2012 op 974 leerlingen uit te komen. Er zijn regionale verschillen te merken. De belangrijkste kritiek heeft betrekking op de fundamenten zelf van de huidige regeling. Het “compromis” tussen katholieken en vrijzinnigen (dat de basis vormde voor de schoolpactwet van 1959) en het hieruit resulterende levensbeschouwelijk onderwijs met dito afspraken tussen de netten, wordt in vraag gesteld. Er is nood aan actualisering. Meer en meer gaan ook stemmen op om te komen tot een opleiding die gemeenschappelijke fundamenten aanreikt. Cliteur heeft het hier over een “Moreel Esperanto”. De huidige regeling legt inderdaad de nadruk op de verschillen, financiert en bevestigt deze verschillen. Het Belgische levensbeschouwelijke landschap wijzigde echter grondig. Het gefinancierde diversiteitsdenken is dan ook een “vals plat”. De “global village” heeft immers ook zijn keerzijde. Er is een zich terugtrekken in het “authentieke”, in de eigen (culturele) identiteit. Een alternatief (zie het voorstel van de VLOR of het voorstel van Loobuyck) is niet onmiddellijk mogelijk. Er is ook tegenstand. Wil men een volwaardig alternatief introduceren en schoon schip maken met eerdere verplichtingen dan dient vermoedelijk de Grondwet te worden gewijzigd. De Raad van het GO! start met ingang van september 2014 met een eigen project. Het wil een andere invulling van de levensbeschouwelijke vakken in de derde graad van het secundair onderwijs geven. Naast een kennismaking met de levensbeschouwingen zullen de leerlingen ook een interlevensbeschouwelijke dialoog aangaan. Misschien kan eens worden herinnerd aan de bedoelingen van de “founding fathers” van de initiële opleiding moraalwetenschap (het curriculum werd later aangepast) aan de (toenmalige rijks-) universiteit Gent. Leo Apostel en Jaap Kruithof, betoogden herhaaldelijk dat het vak moraal een vak is voor alle leerlingen. Men speelde in den beginne trouwens met de idee om deze opleiding onder te brengen in de faculteit psychologische en pedagogische wetenschappen. Het werd echter vooral een kweekvijver voor leerkrachten niet – confessionele zedenleer “HSO”. Het bestaande model lijkt niet enkel op organisatorische, financiële en inhoudelijke grenzen te botsen. 46 De vraag is ook welke prioriteiten men leggen wil. Naar aanleiding van een hoorzitting in het Vlaams Parlement op 15 december 2011 werd, voor het stedelijke en gemeentelijke lager onderwijs, een raming van de kostprijs van deze “levensbeschouwelijke diversiteit” bekendgemaakt. Hieruit bleek dat er 713 fulltime equivalenten nodig zijn om de levensbeschouwelijke vakken te geven. De kostprijs van dit alles wordt geschat op 28 500 000 €. In de marge werd gewezen op het feit dat 1300 extra ambten in het gehele kleuteronderwijs creëren een kost van 50.000.000 € betekende. Ondertussen zijn er andere uitdagingen in bijvoorbeeld de opvang en de zorgsector. En misschien moet men ook eens dromen. De aanwezigheid van verschillende netten is een luxe en zeker in een periode waarin overheidsgelden schaars zijn, is een herdenken van het systeem aangewezen. Afspraken moeten ontstoft kunnen worden. Alain Vannieuwenburg Religieuze scholen In 2009 werd er, naar aanleiding van de hoofdoekenrel , mee gedreigd moslimscholen op te richten. Die idee werd toen behoorlijk unaniem door de politieke wereld, minister Smet voorop, veroordeeld omdat ze de segregatie zouden bevorderen. Er werd verwezen naar de uitspraak van voormalig Nederlands premier Balkenende, die dergelijke scholen “gevangenissen van achterstand” noemde. Op 1 september 2013 is in Borgerhout de eerste “Marokkaanse” school, de vrije basisschool Iqra, geopend. Pascal Smet heeft daar geen probleem mee. Hij ziet er een “projectschool” in , zoals de Freinetscholen bijvoorbeeld. Nou, daar valt op zijn minst over te discussiëren. Waarom een moslimschool niet kon en een Marokkaanse wel kan, is mij niet duidelijk , hoe lofwaardig het doel en de bekommernis om de leerachterstand van allochtone kinderen ook is. We zitten in Vlaanderen met een opvallende situatie (vrijheid van onderwijs oblige): een dikke 2/3 van alle kinderen lopen school in het vrij, gesubsidieerd onderwijs. Dat bestaat uit enkele protestantse scholen, 14 of zo joodse scholen, minstens één Turkse school (Lucerna, van de Gülenbeweging) en de rest zijn natuurlijk de katholieke scholen. Dus zo een 15-20 % van 47 de kinderen zitten in het GO. Voor Wallonië bleken cijfers niet zo snel te vinden. Hoe is de situatie elders? In Frankrijk is het net andersom. De grote meerderheid van de scholen zijn écoles publiques, waar geen religieus onderricht wordt gegeven - maar er wordt wel tijd uitgetrokken om dit buiten de school te doen. 83 % van de kinderen lopen daar school. De rest zit in écoles privés sous contrat met overheidssteun. Dat zijn voor meer dan 90% katholieke scholen, maar er zijn ook joodse , protestantse, moslim- en sikhscholen bij. In Nederland heb je de openbare scholen en de bijzondere scholen ( niet te verwarren met ons BO) . Deze laatste zijn gebaseerd op een religieuze of een opvoedkundige overtuiging (vb. Freinet of Montessori). Bij de religieuze scholen heb je protestantse (verschillende strekkingen) , katholieke, islamitische , hindoeïstische en joodse scholen. Ongeveer 2/3 van de kinderen zitten op bijzondere scholen. Bijzondere scholen mogen leerlingen en docenten om principiële redenen weigeren, openbare niet. De vrijheid van onderwijs ter wille mag sinds de Nederlandse schoolstrijd in Nederland iedereen een school oprichten en hebben alle scholen recht op evenveel subsidies. Dit aspect van de toestand in het onderwijs lijkt noch in Nederland noch in België een heel brandende aangelegenheid te zijn. Waar de religieuze scholen wel de humanisten ( en anderen) grote zorgen baren is in Groot-Brittannië. Ze heten daar faith schools. Het zijn lagere en middelbare scholen die door een kerk of religieuze organisatie beheerd worden, maar door de Staat gefinancierd. Vandaag zijn zowat 35% van de lagere scholen religieuze scholen en 18% van de secundaire. +/- 98% ervan zijn christelijk. Maar het aantal van deze laatste neemt toe en je krijgt dienovereenkomstig ook steeds meer aanvragen voor gelijke behandeling door andere godsdiensten. De verschillende godsdiensten zijn zo op weg om de grootste beheerder van scholen te worden , in een land waar 80% van de bevolking toegeeft niet echt godsdienstig te zijn en niet eens 5% naar de kerk gaat (cfr. Vlaanderen). Dergelijke scholen hebben altijd bestaan, maar hun aantal is snel gegroeid sinds in 2001 de Anglicaanse kerk en de regering het op een akkoord gooiden om steeds meer overheidsscholen aan de kerk over te dragen! Uit opiniepeilingen komt een contradictie tevoorschijn : bijna de helft van de bevolking heeft bezwaar tegen het geven van overheidsfinanciering voor deze scholen; maar vele ouders wensen hun kinderen ernaar toe te sturen “omdat die scholen van betere kwaliteit zijn”. Dat laatste klopt misschien niet echt , al is er een verklaring voor te bedenken. Er wordt flink gediscrimineerd bij de toelating van kinderen : ouders moeten bewijzen (veinzen) dat ze praktiserend zijn. Dus met een briefje van de pastoor/dominee. In een school met volledige overheidsfinanciering! Vele ouders hebben het er voor over om dan maar naar de kerk te gaan. Maar : dat blijken vooral ouders uit de welstellende middenklasse te zijn, waar kinderen , het is bekend, sowieso beter gestimuleerd worden. Je krijgt zo een sociale selectie. Een criterium hiervoor is in het VK het aantal kinderen die, vanwege de financiële situatie van de ouders, recht hebben op gratis maaltijden in de school. Wel, daar zijn er procentueel veel minder van in de faith schools. Dat geldt ook voor kinderen met speciale behoeften. Toeval? Je krijgt dus discriminatie op basis van religieuze/etnische criteria én op basis van socio-culturele achtergrond. Dit werkt segregatie in de hand, gebrekkige of geen contacten en vriendschapsbanden tussen verschillende groepen jongeren, met onbegrip en gebrek aan maatschappelijke cohesie tot gevolg. Ook de aanwerving van personeel gebeurt op selectieve en discriminatoire manier. Een ander punt van bezorgdheid is dat er wellicht al eens een loopje genomen wordt met het leerprogramma, met onderwerpen als de evolutieleer en seksuele opvoeding bijvoorbeeld Britse humanistische organisaties klagen aan dat deze discriminatie zo maar getolereerd wordt. Vandaar hun “Fair admissions “ campagne die al een paar jaren loopt en waar verschillende humanistische verenigingen, progressieve religieuze organisaties en andere actiegroepen deel van uit maken. Zij eisen dat door de overheid gefinancierde scholen openstaan voor alle kinderen. Vorig jaar heeft deze campagne nogal wat weerklank gevonden in de Britse pers. Er zijn al enkele successen geboekt. 48 Proportioneel zijn er in Engeland minder religieuze scholen dan bij ons. Doen de hierboven beschreven fenomenen zich bij ons dan niet voor? Je leest bijvoorbeeld al eens wat over censuur van schoolboeken in een Joodse school in Antwerpen. Boeken over creationisme wordt in grote aantallen verspreid (weliswaar vanuit het buitenland). Onze verenigingen zijn er blijkbaar nogal gerust in - of vergis ik me? Bronnen: British Humanist Association www.humanism.org.uk National Secular Society www.secularism.org.uk The Guardian www.theguardian.com Daily Telegraph www.telegraph.co.uk deMensnu www.deMens.nu/ HVV www.h-vv.be/ www.rijksoverheid.nl www.nationaleonderwijsgids.nl www.ond.vlaanderen.be www.laicite.be www.humanistischverbond.nl Tony Scott Walk on water. Ooit zei een van m’n leraars Engels dat dat ik een persoon was die op water liep. Toen ik hem nadien vroeg wat hij daarmee bedoelde zei hij: “Lopen op water betekent: willen leven zonder beperkingen.” Eigenlijk kreeg ik zo’n beetje onder m’n voeten omdat ik beweerde iets te willen doen wat hem onmogelijk leek en dat ik bijgevolg ook niet hoorde te doen. De uitdrukking ‘You walk on water’ zou dus gelijk staan met iets te willen ondernemen dat gedoemd is tot mislukking want men kan, zeker als ongelovige, inderdaad niet fysiek op het water lopen. Figuurlijk betekent het eerder dat je met iets bezig bent wat op het eerste zicht niet kan worden opgelost of uitgevoerd. Als we deze stelling vertalen binnen onze eigen dagelijkse leefwereld en als we willen leven zoals we dat nu kunnen dan dienen we, bijvoorbeeld bij het werken aan een probleem, van het perspectief uit te gaan dat in feite alles kan worden gedaan of opgelost, ongeacht hoe hard of hoe onmogelijk dat kan lijken. Zo kan een schijnbaar onmogelijke situatie of probleem gewoon een unieke oplossing vereisen Doorheen de afgelopen jaren luisterde ik, veelal met enige scepsis, naar diverse filosofische ontboezemingen van allerlei pluimage en ik zocht dan al eens wat meer info 49 over de verschillende onderwerpen die aan bod kwamen. Steeds opnieuw diende ik te constateren dat te veel van “onze” literatuur enkel tot de minderheid onder ons spreekt. Het lijkt mij nodig dat we het atheïsme, humanisme en secularisme zouden moeten promoten en normaliseren mede door gebruik te maken van populaire kunstvormen allerhande. Een mooi voorbeeld hiervan vond ik de 244 pagina’s tellende pennenvrucht van ene Cecil Bothwell met de titel She Walks On Water Een korte samenvatting: Na de aardbeving van januari 2010 in Haïti, word een meisje genaamd Annejoule wakker met vreselijke hoofdpijn , haar huis ligt in puin, haar moeder en broer zijn dood, en mysterieuze stemmen spreken tot haar. Deze stemmen blijken van een school dolfijnen te zijn die zich in de nabijgelegen baai bevinden. Ze communiceren telepathisch, hoofdstukken zijn dan weer doorspekt met hoewel Annejoule de eerste " Noisemaker Creoolse uitdrukkingen) De dialoog in Na"(lawaaimaker , term van de dolfijnen voor okis hoofdstukken is geschreven als een Ende mens) is welke die uitzendingen ontgelse vertaling uit het Japans. Het is een vangt. Valt kort daarna de Japanse student keuze die het lezen een beetje vertraagt en Naoki van zijn fiets en als hij weer bijkomt, wat verwarring toevoegt aan het verhaal. kan ook hij de dolfijnen horen. Maar gaandeweg begin je het totale effect Hoewel Annejoule en Naoki in sterk vervan de onbekende frasering aan te voelen schillende werelden wonen – zij is straaten ondervind je hoe de informatie op comarm, ziek en plexe wijze tussen de perhongerlijdend; hij is omsonages wordt gedeeld. ringd door vrienden, heeft De communicatie tussen een liefdevolle verloofde mens en dolfijn behandelt en bij afstuderen een uitdagende thema’s: Wat veelbelovende carrière is oud? Wat is een jaar? toch vinden beiden troost Wat is tijd? De dolfijnen en steun door hun contact willen het weten . De met de dolfijnen- en vinmensen aan wie ze deze den ze door de dolfijnen vragen stellen worden uiteindelijk elkaar . stevig onder druk gezet Water speelt op twee om zulke vage begrippen punten een belangrijke uit te leggen. Net zoals de rol. Een daarvan is de milimensen hebben de dieren eubeweging en de duurhet moeilijk om uit te legzaamheid ervan, een gen hoe ze in staat zijn de ander is de invraagstelling gedachten van de andere van de religie. "Wat voor zeedieren te lezen (die ‘n God maakt je ziek? Wat vaak komisch, en met visvoor ‘n God verplettert achtige en commerciële She Walks On Water by Cecil Bothwell arme en hongerige menjingles of teksten van popBrave Ulysses Books, 2013 ISBN: 978-1484009208 sen met aardbevingen en songs gekruid zijn). Maar (momenteel alleen in het Engels). laat hen verdrinken tijuiteindelijk overwinnen dens orkanen? Maar zelfs liefde, samenwerking, geals Annejoule zich vragen over het geloof deelde angst en twijfel, waardoor “She begint te stellen, vindt ze antwoorden in de Walks On Water” even boeiend als uniek is. gemeenschap en een geïmproviseerde “Een jonge vrouw in Haïti, een jonge man agrarische school die uit de tragedie van de in Japan, een vreemde samenloop van aardbeving is ontstaan. soorten, over de oceaan, over de hele weOok taal is een belangrijk onderdeel van reld. Het begon allemaal met een aardbehet Water. Omdat Annejoule, Naoki en de ving. Een verhaal van een onmetelijk dolfijnen telepathisch converseren, zijn ze verlies en een diepe liefde, het raadsel van in staat om elkaar te begrijpen. Om de verde taalkunde, de beproeving van het geschillen in taal en manier van communiceloof, en de lyrische resonantie binnen de ren te benadrukken, heeft Bothwell kleine huidige popcultuur” details toegevoegd (zo begint elk hoofdstuk met een datum, geschreven in het Japans of in het Frans; Annejoules Guido Prieus 50 Interlevensbeschouwelijke wandeling in Vilvoorde. Op 28 maart 2014 ontving het huisvandeMens in het VOC 4 klasgroepen van derdejaars leerlingen secundair als deeel van een interlevensbeschouwelijke wandeling te Vilvoorde. Initiatiefnemer KA Vilvoorde zorgt er op die manier voor dat de ondertussen jaarlijkse traditie wordt verdergezet. Op 17/3 waren de vijfdejaars van het KA Grimbergen ook langs geweest. Vilvoorde leent zich uitstekend voor een activiteit als deze, gezien vele levensbeschouwelijke ereplaatsen en/of huizen op en rond dit kleine grondgebied gegroepeerd zijn. Elk jaar zien we het aantal klasbezoeken stijgen. Zo vinden meer en meer jongeren ook hun weg naar het huisvandeMens en het VOC. Tijdens de wandeling maken de leerlingen kennis met de eigenheid van verschillende levensbeschouwingen en/of religies. Wij nodigden hen uit om een interactief stellingenspel te spelen en vroegen om aan de hand van uitspraken, foto’s en filmpjes over specifieke thema’s (homorechten, abortus, uitbreiding van de euthanasiewetgeving,…) een eigen mening te 51 vormen, positie in te nemen op een denkbeeldige meningenlijn en hun stellingname grondig te beargumenteren. Het spel bracht dynamiek en dialoog op gang, waaruit zowel de verschillen als ook de gelijkenissen naar boven kwamen. Het resulteerde in ‘Vrij onderzoek’ op kleine schaal. Wij filterden er onze vrijzinnig humanistische uitgangspunten en waarden uit die met respect en interesse werden beluisterd en ontvangen. Met dank aan alle leerlingen! Karlien Lorent Levenseinde-info-momenten Onze dienstverlening rond levenseindebeslissingen heeft zodanig succes dat we de vraag amper kunnen bij houden: in 2013 hielpen we zo’n 120 mensen met het invullen van een euthanasieverklaring of negatieve wilsverklaring. Dat is heuglijk nieuws, maar het legt ook een zware druk op onze dagelijkse werking. Om de stijgende vraag een beetje in goede banen te leiden starten we dit voorjaar met groepssessies rond levenseindedocumenten. Deze sessies bestaan telkens uit 2 delen: een informatief luik, waarbij mensen de nodig informatie krijgen en vervolgens op weg geholpen worden met hun documenten en een praktisch luik, waar mensen die aan de eerste sessie deelnamen bijkomende vragen kunnen stellen, of praktische hulp krijgen met het vervolledigen van de formaliteiten. Praktisch: 14 mei, van 10u tot 12u: deel 1: levenseindocumenten, waar gaat het over en hoe begin ik er aan? 28 mei, van 10u tot 12u: deel 2: levenseindocumenten, praktische vragen en hulp (enkel voor mensen die aanwezig op 14 mei). 11 juni, van 10u tot 12u: deel 1: levenseindocumenten, waar gaat het over en hoe begin ik er aan? 25 juni, van 10u tot 12u: deel 2: levenseindocumenten, praktische vragen en hulp (enkel voor mensen die aanwezig op 14 mei of 11 juni ) Telkens in het huisvandeMens, Frans Geldersstraat 23, Vilvoorde. Individuele afspraken kunnen nog, maar enkel voor mensen die echt geen mogelijkheid zien om deze groepssessies te volgen. In dat geval vragen we ook een beetje geduld, de wachttijden voor een afspraak kunnen langer zijn omdat we het ook op andere vlakken steeds 52 drukker krijgen. Maar ook dat is goed nieuws natuurlijk, maar het succes van onze kosteloze diensten heeft nu eenmaal een prijs… 53 Colofon De Toorts is een driemaandelijkse publicatie van VOC Vilvoorde. Eindredactie: Tony Scott en Griet Maes p/a Frans Geldersstraat 21 1800 Vilvoorde 02-252 15 47 Alle artikels vallen onder de verantwoordelijkheid van de auteurs Stof voor de volgende Toorts? Heb je opmerkingen, vragen of suggesties? Contacteer de redactie op [email protected] 54
© Copyright 2024 ExpyDoc