April 2014 - Vrijzinnig Vilvoorde

Inhoud
Voorwoord .........................................................................................................................................3
Van onze afdelingen ...........................................................................................................................4
Verslagen Grijze Geuzen .....................................................................................................4
Chantez la vie – Liederen over verzet en hoop.............................................................................4
Is er nog leven buiten onze aarde? ..............................................................................................5
De sociale geschiedenis van België sinds de negentiende eeuw ...................................................6
Activiteiten .........................................................................................................................................7
Nieuwjaarsreceptie 2014 ....................................................................................................7
Nieuws van het August Vermeylenfondsfront .....................................................................9
Activiteitenkalender mei 2014 ..........................................................................................11
Enkele sfeerbeelden FVJ mei 2013 ....................................................................................13
Artikels en opinies ............................................................................................................................ 15
Een toespraak! Leuven 17 januari 2014. ..........................................................................15
Het glas is half vol. Tof! .....................................................................................................16
1914-1918 ........................................................................................................................17
100 jaar actueel ................................................................................................................20
Oh, what a lovely war! ......................................................................................................24
Onverzadigbare exploitatie ...............................................................................................26
Recensie Vlaanderen, Brussel, Wallonië: een ménage à trois ..................................................... 26
IN MEMORIAM .................................................................................................................28
Cocon Vilvoorde vzw ........................................................................................................30
CAVA: het vrijzinnig verleden bewaard en verteld ............................................................32
Leerplichtonderwijs, levensbeschouwelijke vakken, kostprijs, ontwikkelingen .................34
Recht op levensbeschouwelijk onderricht en alternatieven ....................................................... 34
Algemene trend ........................................................................................................................ 35
Cijferreeksen ....................................................................................................................37
Overzicht 2011/2012 alle levensbeschouwingen ....................................................................... 37
Overzichtenreeks rooms – katholieke godsdienst, islamische godsdienst en niet - confessionele
zedenleer 2002 -2003 tot en met 2011 – 2012 .......................................................................... 38
Cijferreeksen Vlaams – Brabant 2002/2003 – 2011/2012 .......................................................... 39
Vilvoorde 2002/2003 – 2012/2013 ............................................................................................ 40
Enkele kostprijselementen ................................................................................................41
Lager onderwijs......................................................................................................................... 43
Secundair onderwijs .................................................................................................................. 44
Religieuze scholen ............................................................................................................47
Walk on water. .................................................................................................................49
Een korte samenvatting: ........................................................................................................... 49
Interlevensbeschouwelijke wandeling in Vilvoorde ...........................................................51
Colofon .............................................................................................................................54
2
Voorwoord
Toen dit voorwoord eerst werd geschreven, was er net een fait accompli gecreëerd in de Krim, tot grote consternatie van het Westen, en een oplossing is nog niet in
zicht, wel integendeel. En had president Obama zopas zijn toespraak gehouden in Brussel.
Weer eens is gebleken dat na het einde van de Koude Oorlog niet alles voor
goed koek en ei is en dat Rusland , zoals andere voormalige grootmachten in een recent verleden , het verlies van zijn rijk slecht verteert. Weer een les die we uit de geschiedenis kunnen trekken, als we dat willen, wat meestal niet het geval is. Blijkt ook,
dixit Obama, dat je er niet mag vanuit gaan dat al je vrijheden voor altijd veiliggesteld
zijn, en dat je bereid moet zijn er voor te vechten.
Op een véél bescheidener niveau had ik het er op onze nieuwjaarreceptie over
dat hoewel wij het in België op het vlak van vrijheid en gelijkheid , ook in vergelijking
met andere nabije Europese landen, zeer goed doen, we toch niet op onze lauweren
mogen gaan rusten. Wij hebben inderdaad veel bereikt, op het gebied van euthanasie,
abortus, gelijke rechten voor holebi’s en zo. Maar kijk eens naar Spanje : even een
andere coalitie aan het bewind en het zelfbeschikkingsrecht van de vrouw gaat de prullenmand in. Kan hier niet gebeuren? Wellicht niet zo vlug, maar bij ons wordt ook
steeds flink gemarchandeerd bij een regeringsvorming. Duidelijke taal spreken, onze
standpunten niet te omfloerst naar buiten brengen, kijken welke engagementen tijdens de komende campagne worden aangegaan over deze aangelegenheden, over een
neutrale overheid, de lekenstaat , financiering van de godsdiensten en de vrijzinnigheid
: dat is de boodschap. In het nieuwste nummer van het deMensnu Magazine vind je de
standpunten van de Vlaamse partijen omtrent deze onderwerpen.
Even over naar deze Toorts. Hoe kon het anders, we hebben een flinke brok
over WO I. Ook het onderwijs komt uitvoerig aan bod. Naast onze vertrouwde rubrieken , uiteraard.
Door omstandigheden verschijnt deze editie een stuk later dan gepland. Ze
werd met de welwillende hulp van Guido Prieus samengesteld, waarvoor onze dank.
Veel leesgenot.
Tony Scott
3
Van onze afdelingen
Verslagen Grijze Geuzen
Chantez la vie – Liederen over verzet en hoop
Zij brengen oude stadsliederen en -ballades of
zoals ze het zelf omschrijven ‘vergeten pareltjes, warme meezingers en verontwaardigde
dissonanten’.
Waarom ‘Chantez la Vie’? “Mensen hebben
altijd gezongen: om het werk lichter te maken,
om elkaar belangrijke gebeurtenissen te
vertellen en natuurlijk om hun liefde te verklaren. De liedjes van Duwoh gaan ook over de
liefde: liefde voor de medemens, liefde voor
rechtvaardigheid.”
Anke Hintjens kondigt haar nummers aan als
liefdesliedjes maar zingt over werkstakingen,
soldaten die weigeren te schieten, vrouwen die
te dom bevonden worden voor het
stemrecht,... De liefde die bezongen wordt gaat
over het leven, het goede leven. Over
menswaardig samenleven dat ook vandaag niet
vanzelfsprekend is, ook niet in België.
Op de heerlijke accordeonbegeleiding van
rasmuzikant Bernard Van Lent maakten we een
reis door de tijd. Oude stadsliederen en ballades, een Jiddisch lied over de opstand in
het
getto
van
Warschau,
enkele
onverwoestbare liedteksten van Wannes Van
de Velde door Bernard Van Lent zelf op muziek
gezet. Bekende en minder bekende liederen
over zaken die ertoe doen. Crisis, onrecht,
verzet, liefde en hoop. Van Bertold Brecht via
Pete Seeger naar Michel Fugain, via Dirk Witte
over Friedrich Holländer naar de vele
liedteksten uit het publieke domein. In elk
continent, in elke periode, zetten mensen hun
verontwaardiging op muziek. Het liedjesprogramma brengen ze dan ook als een ode.
Mensen die van de wereld een betere plek
maken, hebben altijd gezongen en zullen dat
altijd blijven doen. Wie zingt heeft een langere
adem dan wie zwijgt.
De aanwezigen lieten het zich geen twee keer
zeggen. Ze zongen de gekende liedjes mee. Een
warm applaus bewees dat liederen van alle
tijden ook vandaag nog niets van hun kracht
verloren hebben.
Wie meer over Duwoh wil weten, kan hen
volgen op hun facebookpagina.
Juliette Verhulst
4
Is er nog leven buiten onze aarde?
Deze keer sloegen we de handen in elkaar met UPV om een boeiende spreker in Vilvoorde
uit te nodigen, professor J.-P. De Greve van de VUB, om antwoord te geven op de vraag of er
nog leven is buiten de aarde (16 januari 2014).
Na de inleiding door onze voorzitster, zette de
professor de toon door ons te confronteren
met de enorme afstanden in het heelal, wat
ontdekking van andere planeten (en eventueel
leven), zo moeilijk maakt. Hij toonde tevens dat
het aantal ontdekte extra-solaire planeten zeer
snel toeneemt. Vanaf de eerste in 1995 zitten
we nu aan 1060. De idee van het bestaan van
zulke werelden en van leven elders in de ruimte
is niet nieuw. Van Epicurus (300 VC) over
Giordano Bruno (1584) tot Immanuel Kant
(1781) werd hierover al gespeculeerd.
Tenslotte confronteerde de spreker ons met
een tweetal bizarre omgevingen op Aarde waar
ook leven mogelijk is. Op 5 km onder het
oceaanoppervlak, nabij de Kaaimaneilanden,
wordt hete stoom uit ijzer-koperkolommen
geperst. In het wervelende hete water naast die
stoom, bij een druk van 500 keer de
atmosferische druk, krioelt het van meercellig
leven. En op Trinidad bevindt zich een meer van
pek. In dat pek, bij een temperatuur van 32 –
56°C, vinden wetenschappers 10⁷ microben/g.
Ze gebruiken geen zuurstofademhaling, maar
een systeem gebaseerd op ijzer en mangaan.
Vervolgens werden een aantal ontdekkingsmethoden bekeken, die allemaal steunen op
relatief eenvoudige wetten van de fysica, zoals
bijvoorbeeld het Doppler-effect. De toename
van ontdekkingen is in de eerste plaats te
danken
aan
grote
technologische
verbeteringen in de detectie-instrumenten,
met een veel hogere nauwkeurigheid tot
gevolg.
Daarna
kwam
de
wetenschappelijke
zoektocht naar ‘leven’ aan bod. De spreker
legde eerst uit wat bedoeld werd met
bewoonbare zone: een gebied rond de ster met
een oppervlaktetemperatuur tussen 0° en
100°C (waardoor water in vloeibare vorm
mogelijk wordt, als incubator voor ‘leven’).
Daarna kwamen de karakteristieken van leven
aan bod, en, niet onbelangrijk, het feit dat de
mens als soort op Aarde slechts sinds kort
aanwezig is vergeleken met het bestaan van de
Aarde zelf. Dit, en de enorme afstanden,
beperkt natuurlijk de mogelijkheden om
daadwerkelijk een andere communicerende
levensvorm te vinden.
5
De boeiende voordracht leidde tot een
gevarieerde reeks vragen en werd afgesloten
met een welgemeend applaus.
Juliette Verhulst
De sociale geschiedenis van België sinds de negentiende eeuw
De heer Sven Steffens werkte mee aan het boek “België, een geschiedenis van onderuit”, dat
onder redactie van de heren Dumolyn en Mampaey verscheen bij uitgeverij Epo.
Naar aanleiding hiervan vroegen wij hem om ons meer te komen vertellen over de
arbeidsomstandigheden van ambachtslui en arbeiders (13 februari 2014).
De industriële revolutie begon rond 1750 in
Engeland en werd al snel gevolgd in België. De
industriële
activiteit
concentreerde
zich
aanvankelijk in de Waalse provincies en Brussel,
pas in de 20ste eeuw zou Vlaanderen die
achterstand goedmaken.
De komst van de eerste machines zorgde voor
veel onrust. Velen geloofden dat zij hierdoor hun
werk zouden kwijtraken, dat ze in fabrieken
zouden moeten gaan werken en hun relatieve
autonomie zouden verliezen. Bovendien
boezemden
productiesnelheid
en
arbeidsomstandigheden angst in. De vakmensen
gaven de machines dan ook de schuld van de
teloorgang van de oude ambachten, zoals
spinnen en weven. Op het platteland hielden ze
langer stand, tot de inkomsten te laag werden. In
de stad namen ongeschoolde arbeiders de taak
over
aan
de
spinmachines.
De
textielambachtslieden werkten als loonarbeiders
in fabrieken, vaak slecht betaald, onder slechte
werkomstandigheden en maatschappelijk niet
langer gewaardeerd.
Mijnbouw
en
staalindustrie
behielden
aanvankelijk naast de grote installaties zoals
stoommachines om schachten te ventileren of
hoogovens, heel veel manuele arbeid. Maar er
ontstonden ook nieuwe beroepen, zoals
treinmachinist of elektricien. Deze genoten een
zeker prestige.
In de textielsector bleef veel huisnijverheid
bestaan. Daar droeg ook de komst van de kleine,
gemakkelijk verplaatsbare naaimachine toe bij.
Dit leidde tot lagere prijzen waardoor de gezinnen
lange uren moesten werken om rond te komen.
Door een hoge mate van specialisatie waren ze
ook sterk afhankelijk van de kledingfabrikanten.
De werkonstandigheden waren vaak schrijnend.
Een grote internationale fototentoonstelling over
dit onderwerp, gemaakt door Antony Neukens,
een medewerker van Camille Huysmans, leidde in
1910 tot een eerste vorm van arbeidswetgeving.
Kinderen
moesten
bijdragen
tot
het
gezinsinkomen en verlieten al vanaf hun elfde de
school om te gaan werken, vaak in een fabriek,
tenzij in de leer kon worden gegaan bij een
ambachtsman. Een plaats in fabriek of werkplaats
werd gezocht in de eigen omgeving, de ouders
bepaalden waar het kind aan de slag ging. Met de
vaardigheden of wensen van het kind werd
zelden rekening gehouden.
Meisjes kregen nog minder mogelijkheden. Hun
arbeid leverde ook veel minder op. Zij hadden
weinig kans op geschoolde arbeid, tenzij in enkele
typische vrouwelijke beroepen of vanaf het begin
van de twintigste eeuw in het onderwijs of de
administratie.
Kinderen uit de middenklasse hadden veel meer
kansen. Zij gingen tot hun achttiende naar school
en konden nadien een beroep uitoefenen.
Door de lage lonen voor kinder- en
vrouwenarbeid kende het industriële België
succes. Pas in 1884 kwam er een minimumleeftijd
op kinderarbeid in de mijnen, in 1889 een verbod
op nachtarbeid . In 1914 volgde de leerplicht tot
14 jaar. De industriële lobby was hiertegen fel
gekant, zij verloren immers goedkope
arbeidskrachten. De socialistische en christelijke
arbeidersbewegingen pleitten voor de beperking
van de kinderarbeid en voor de leerplicht. Tussen
1850 en 1950 speelden de beroeps- en
technische scholen een belangrijke rol voor de
vakbekwaamheid
van
arbeiders
en
ambachtslieden.
Dit alles werd geïllustreerd met voorbeelden. De
aanwezigen werden stil bij het horen van deze
verhalen. Zij dankten de spreker voor een
leerrijke namiddag.
 cover boek “België, een geschiedenis van
onderuit”
Juliette Verhulst
6
Activiteiten
Nieuwjaarsreceptie 2014
De jaarlijkse gezamenlijke nieuwjaarsreceptie van het Vrijzinnig Ontmoetingscentrum R.
Moucheron, huisvandeMens Vilvoorde, OudStudentenBond VUB en de Vilvoordse
vrijzinnige verenigingen ging door op zaterdag 25 januari 2014 in het VOC.
Zoals we ondertussen al gewoon zijn, startten
we de avond traditioneel met een receptie en
de speechen van onze voorzitter Tony Scott.
Voor de muzikale begeleiding en het verzorgen
van de hapjes en sapjes kregen we weer de zeer
gewaardeerde hulp van de oud studenten bond
van de VUB in samenwerking met DJ ‘Hotstuff’,
sfeerbrenger en opluisteraar van de
nieuwjaarsfuiven van het VUB KultuurKaffee.
HVV Londerzeel pakte uit met een speciaal
gebrouwen Fakkelbier dat zeer werd gesmaakt.
7
We mochten ook enkele BV’s en politici
verwelkomen zoals o.a. Hans Bonte, Gwenny
De Vroe, Jo De Ro, Vera Boudry, Johan Serkeyn
en OSB Voorzitter Jimmy Baes. Nieuwe banden
werden gesmeed en de kennissenkring
uitgebreid. Even traditioneel werd de dag
afgesloten een wervelend dansfeest. Hartelijk
dank aan alle aanwezigen, medewerkers en
vrijwilligers die van dit gebeuren weer een
daverend succes hebben gemaakt.
8
Kostprijs wordt geschat op € 25. Het middagmaal omvat soep, een hoofdschotel en 1
drankje.
De koffie met Liers vlaaike is niet in de prijs
begrepen.
Nieuws van het August Vermeylenfondsfront
Een nieuwe lente en een nieuw geluid. Meimaand, bloeimaand en het Vermeylenfonds
bloeit als nooit tevoren.
Tijdens de maand mei organiseren we niet
minder dan 3 activiteiten!
Het definitieve programma wordt jullie tijdig
meegedeeld.
- Bezoek aan de tentoonstelling van werken
van Michaël Borremans, Bozar – za
31.05.2014
Afspraak om 14:00 in de hoofdhal van de Bozar, ingang Ravensteinstraat
Inkom (ter plaatse te betalen):
- Info- en debatavond over de uitbreiding van
de euthanasiewetgeving naar minderjarigen –
woe 14.05.2014 – i.s.m. HVV en HuisvandeMens Vilvoorde
Deze avond vindt plaats in het groot auditorium van het CC Bolwerk, Bolwerkstraat 17 te
Vilvoorde.
Sprekers zijn Gerlant van Berlaer, kinderarts
verbonden aan het universitair ziekenhuis van
Brussel en Jacinta De Roeck.
Aanvang : 20:00
Inkom : gratis.
- Daguitstap naar “Lierke plezierke”
- za 17.05.2014
Afspraak om 9:45 aan toerismebureau.
- 10:00 : bezoek aan de Zimmertoren
- 11:00 : bezoek aan het Begijnhof
- 13:00 : middagmaal
- 15:00 : boottocht op de Binnennete in oude
palingschuiten met de Koninklijke Moedige
Bootvissers (45 min.): verborgen hoekjes, pittoreske plekjes, verrassende stadsgezichten
ontdekken vanuit een andere invalshoek.
- 16:00 : koffie en Liers vlaaike
9
- € 10,00: korting tarief (BOZAR friends, - 25, +
67, groepen,...)
- € 6,00: 12 > 18 j/leerkrachten/werkzoekenden/mindervaliden
Om 14:15 verzorgt Tom Cools de inleiding
(korte biografische schets, belangrijkste
thema’s werk + enkele aandachtspunten)
Om 14:30 start het vrije bezoek.
Het najaar belooft even b(l)oeiend te worden
met als voorlopig programma bezoeken aan
de Matongéwijk in Brussel, het Red Star Line
Museum in Antwerpen, de tentoonstelling
“Brussel tikt Duits” in het Brusselse Broodhuis
in het kader van de herdenking van WOI, de
organisatie van een tentoonstelling in de Vilvoordse bibliotheek van grafische werken van
Jacky De Backer, overleden partner van Viona
Westra en als kers op de taart een 4-daagse
trip naar Oxford en Cambridge eind oktober/begin november.
U kan nog altijd lid worden mits storting van
€10,00 (€15,00 per gezin – jongeren tot 25
jaar en werklozen €6,00) op rekeningnummer
BE92-001-3227040-23 met vermelding “uw
naam + lidgeld AVF – 2014).
Maken deel uit van het bestuur :
Daniela Martin, voorzitter/secretaris
Christa Huijghens, penningmeester
Felix Libeer
Simone Baudon
Michèle Libeer
Linda Van Binst
Chris Polfliet
10
“Het jaarlijkse etentje van het AVFV bij paardenrestaurant De Kuiper was andermaal een
groot succes”
Activiteitenkalender mei 2014
11
Do 8
19:30
Za 10
20:00
Wo
14
20u00
Officiële opening gevolgd door een verhalenavond over ‘Studentikoziteit aan
de VUB: eigenzinnig of vrijzinnig?’
In samenwerking met OSB en UPV. Met
steun van de Vlaamse Overheid en deMens.nu.
Geen politiek debat, wél getuigenissen
over vrijzinnig humanisme. Panelgesprek met Monica De Coninck, Jean-Jacques De Gucht, Lydia Deveen en Freddy
Mortier. Meer info en inschrijven via
[email protected]
Met steun van de Vlaamse Overheid,
deMens.nu, UPV-VUB en HVV
Info- en debatavond met en Gerlant van
Berlaer, kinderarts UZ Brussel en Jacinta
Centrum voor
Academische en
Vrijzinnige Archieven
www.cavavub.be
VUB, aula QA
Toegang gratis
Centrum voor
Academische en
Vrijzinnige Archieven www.cavavub.be
CC De Werf,
Kleine Zaal, Molenstraat 51, B9300 Aalst. Toegang € 5.
I.s.m. HVV en
huisvandeMens
Vilvoorde
Groot auditorium
CC Bolwerk, Vilvoorde
Za 17
09u45
Za 31
14u00
De Roeck, HVV Nationaal, over de uitbreiding van de euthanasiewetgeving
naar minderjarigen
Daguitstap naar Lier i.s.m. afdeling Wezembeek-Oppem (meer info zie verder
in dit blad)
Bezoek aan de tentoonstelling van werken van Michaël Borremans, Bozar
31
12
Enkele sfeerbeelden FVJ mei 2013
13
14
Artikels en opinies
Een toespraak! Leuven 17 januari 2014.
Lieve mensen,
Hartelijk welkom op deze terugblik op het droevige en donkere 2013. Het komt ons toe de fakkel brandend te houden, en licht te laten schijnen… maar 2013, dat was mouwtrekken, armworstelen, boksen
en incasseren. We waren getuige van machtsmisbruik en zenuwslopende traagheid. Vallen en weer
opstaan.
Behalve dan voor die dierbaren die ons verlieten.
Laten we vertrouwen putten uit die enkele gensters, enkele vonken waar ik met u verder op wens in
te gaan. Ik noem er 5 bij naam.
- het lef van onze nieuwe Brabantse directeur. Hij kwam uit het Oosten. Welkom in het Brabantse Far West.
- de schouders van de Centrale Vrijzinnige Raad. Sylvain, Marina, Anne-France, Marc. Zonder u
zaten we nog tot onze knieën in het water. Op onze knieën, danku.
- de uitstekende verstandhouding met onze HVV geledingen. Aarschot, Diest, Leuven, en last
but not least Vilvoorde en Tienen. Jullie inzet en bij uitbreiding de inzet van alle medewerkers
en vrijwilligers zetten we vanavond in de verf.
- notre échange Erasmus à Hamme-Mille. Serge, l’ouverture d’esprit et la concorde dont vous
faites preuve au quotidien, a été d’une grande inspiration pour nous.
- De vijfde laat ik voorlopig nog even in mijn mouw.
Het waren enkele vonken. Nu… Meer mensen, meer zin. Baseline van de weg die we met z’n allen
inslaan – vereist méér. Het vereist dat we onze mentaliteiten weten te wijzigen.
We moeten uitkomen voor onze mening. Niet zwijgen omdat we niet durven. Maar schouders en lef.
We verrijken het maatschappelijk debat met uitgesproken en genuanceerde vrijzinnige standpunten.
De eigen mening is mooi an sich, maar laten we ophouden deze te masturberen. Naar die intimiteit
luistert niemand anders. We moeten leren luisteren. Laten we dus luisteren. Oprecht en open luisteren.
En weet je wat de IMD ook belangrijk vind? We moeten samenwerken. Laten we onze krachten bundelen. Laten we ambitieus en krachtdadig en eensgezind zijn. Nooit meer twee deuren onder één dak.
Laten we dát doen. En laten we vandaag beginnen. Laat die fakkel aanwakkeren.
Lieve mensen,
Laten we een (gevuld) glas nemen,
Laten we klinken
Op 2014,
Op de samenwerking en…
op de vrijzinnig humanist in elk van ons!
Nicolas Gerard
Voorzitter
IMD Vlaams-Brabant
15
Het glas is half vol. Tof!
Wat is er afgelopen week allemaal wel niet gebeurd (we schrijven 3 maart)?
We hebben de Oscar niet gekregen voor
‘The
broken circle …’. Boonen kan nog winnen.
In
Oekraïne
speelt
Rusland
een
machtsspelletje met het Westen. Onze
koning is gaan skiën in Zwitserland. Vrederechters krijgen een betere behuizing als
ze
maar op de televisie komen met hun
miserie. Pistorius ‘the blade runner’ staat
terecht voor moord op zijn vriendin. En
het
is karnaval, dus er mag wel wat extra
plezier gemaakt worden zonder dat het
extra GAS-boetes regent (alhoewel, oppassen met de confetti). Tenslotte, toen ik vanmorgen
om kwart over zes opstond, hoorde ik een merel helder fluiten. Kijk, dat laatste maakt mijn
glas meer dan halfvol.
Tegen dat u dit leest, beste lezer, zijn bovenstaande feiten oud nieuws, voorbijgestreefd door
andere belangrijke gebeurtenissen (zoals bvb 2 fluitende merels om kwart na zes). Waarom
vermeld ik ze dan? Omdat ik een pleidooi wil houden tegen verzuring. Bovenstaande feiten
kunnen immers stuk voor stuk verteld worden met een schamper commentaar. En dat gebeurt
nogal eens. Waardoor we over meer en meer zaken misnoegd worden (en anderen aansteken!). Een olievlek die zich verdikt en uitbreidt, in onszelf en in onze omgeving.
Vrijzinnig-humanisten moeten kritisch zijn, altijd en overal. Maar je kunt kritisch zijn op verschillende manieren: opbouwend, afbrekend, met insinuerende opmerkingen, sarcastisch, explorerend, positief, blokkerend, negatief, verdraagzaam of onverdraagzaam, en ga zo maar
door. De manier waarop bepaalt mee de reactie van de bekritiseerde, en van degenen die je
kritiek lezen of horen. Laten wij, vrijzinnigen, een voorbeeld stellen door kritisch te zijn op een
opbouwende en positieve wijze. Problemen bekijken met een oog dat overal minstens een
half vol glas ziet in plaats van een half leeg.
Wij zijn een land met veel mensen op een klein oppervlak. En met een uitgebreid, goed functionerend communicatiestelsel: geschreven pers, digitale sociale media, radio, televisie. Informatie, merendeels over wat er fout loopt (criminelen die door een procedurefout vrijuit gaan),
reden voor jaloersheid geeft (zoals details over toplonen met extra voordelen etc.), of ons
rechtvaardigheidsgevoel uit evenwicht brengt (agressie op de tram, op de weg), wordt met
bakken over ons heen gestort. Verzuring gedijt goed in zo’n omgeving. Verzuring is deels ook
oorzaak van vereenzaming, terwijl de mens een sociaal dier is dat een interactief maatschappelijk kader en contacten met de medemens nodig heeft. Twee feiten:
- In Vlaanderen pleegden in 2010 1066 personen zelfdoding. Dat zijn ongeveer 3 zelfdodingen per dag.
Naar schatting ondernemen in Vlaanderen dagelijks ongeveer 45
mensen een zelfdodingspoging.
- Het aantal personen die eenzaam en ongemerkt sterven, en dagen, ja soms weken
later, ontdekt worden (bvb door buren in het huis er naast) neemt toe.
16
Wetenschappelijke studies naar oorzaken zijn legio, verklaringen bevatten meestal een complexe mix van redenen. Maar we moeten er natuurlijk vooral met zijn allen iets aan doen.
Zowel de politiek met structurele beleidsmaatregelen als de man en de
vrouw in de straat.
Oprechte aandacht voor de medemens, dichtbij en veraf, hulpvaardig zijn
zonder daarbij bemoeial te spelen, het helpt om anderen een halfvol in
plaats van een halfleeg glas te laten zien.
Toegegeven, een vol glas is natuurlijk leuker.
Jean-Pierre De Greve
HVV Mechelen
1914-1918
Precies 100 jaar geleden – nl 1914 – begon de Eerste W.O. Pers en TV zijn reeds volop bezig
met reportages over de Grote Oorlog
Tijdens deze ‘moorderij’ zouden 9 miljoen soldaten sneuvelen. Voeg er maar de miljoenen
onschuldige burgers aan toe. Zij die het overleefden hielden er wel een trauma aan over.
Mijn vader behoorde tot die gelukkigen. Na
vier jaar zwegen de wapens en kon hij er uren
over vertellen. En wat mij hier over bijgebleven
is probeer ik als herinnering na te vertellen.
In de vooroorlogse blauwe tunieken en op
klompen leverde het Belgische leger in 1914
slag. Mijn vader vervoegde het leger op 2 september 1914 in Hemiksem. Hij kreeg de eerste
onderrichtingen en de nodige kledij die en
beetje trok op de Franse tunieken maar nog
steeds op zijn klompen die hij van thuis aan
had. Op 8 oktober 1914 werd hij naar Frankrijk
gezonden om er klaargestoomd te worden
voor de vuurlijn. 18 februari 1915 werd hij ingezet aan het IJzerfront. Op 26 april werd hij afgevoerd met zware verwondingen naar het
hospitaal Ecole Franklin in Calais. Als sterke
boerenzoon herstelde hij snel van zijn beenkwetsuren en vervoegde zijn makkers op 10
mei 1915 in de loopgraven aan de IJzer. Hij
overleefde de ‘dodengang’ tot 11 september
17
1916. Een Duitse aanval met gifgas in Passendaele had hem klein gekregen. Dus opnieuw
het hospitaal in, achter de linies. De revalidatie
liep van 11 september 1916 tot 25 januari
1917. Maar het gas had hem feller te pakken
dan men dacht en er volgde een speciale kuur
in Dieppe. Goedgekeurd, hervatte hij de IJzerstrijd op 20 april 1917 tot op 11 november de
wapens zwegen. Wapenstilstand.
Vier jaar hadden Belgische soldaten in de modder van de loopgraven geploeterd en de Duitsers aan de IJzer tot stilstand gebracht. Het
waren vooral Vlaamse soldaten, want van 1914
tot 1918 had het leger nog alleen in de Westhoek kunnen recruteren. De Walen zaten
vooral in de artillerie en in de technische diensten want daar was de kennis van het Frans nodig. De waarheid gebiedt te zeggen dat de twee
derden van ons leger in Frankrijk bleef. Daar zaten ook veel ‘embusqués’, plantrekkers, die het
front nooit hebben gezien.
Het Belgisch leger had in 1914-1918 zijn plicht
gedaan. In 1914 telde het 177.000 man. Hiervan kwamen geslagen nog 100.000 man uitgeput aan de IJzer. Daar zou het dankzij de hulp
van het Franse en nog meer van het Britse leger
standhouden. België had zijn tol betaald. Het
grootste deel van West-Vlaanderen was platgeschoten. ‘De verwoeste gewesten’ noemde
men die streek. 40.000 Belgische soldaten waren gesneuveld.
Anekdotes
Mijn vader droeg een flinke snor. Op een dag,
op vraag van mijn moeder, schoor hij die snor
af. Wij verschoten ons een bult. De bovenlip
was een verfrommeld stuk vlees. De uitleg
volgde. Tijdens de oorlog had een schrapnel
zijn bovenlip verwond. De dood was toen kortbij geweest. Mijn ma vroeg met nadruk zijn
snor zo rap mogelijk te laten groeien.
Bij een van zijn verloven terugkerende uit
Frankrijk kwam hij te laat bij zijn compagnie
aan het front. Resultaat: enkele dagen ‘cachot’.
Maar de legerleiding voorzag in dergelijke gevallen voor een uitweg. Men tekende voor het
‘peleton d’assaut’ (soort strafcompagnie). Het
vergrijp werd vergeven, maar eens aan het
front stond men bijna dagelijks in de vuurlinie.
Mijn vader heeft alle gevaarlijke aanvallen
overleefd. Zo vertelde hij dat zijn compagnie
van 112 man bij een zware aanval 100 man verloor . Hij was er fier op tuchtvol te zijn in het
heetst van de strijd. Maar zoveel te losser nadien. Een niet zo fraaie geschiedenis beleefden
hij en zijn makkers met de kok van hun compagnie. Die man werd herhaaldelijk geplaagd
met zijn ongevaarlijke job. Tot onze kok het
pesten moe was en de stoute stunt uithaalde
om ’s nachts naar de vijandelijke linies te trekken en er een Duitse wachtpost afmaakte, de
man onthoofdde, en het hoofd ’s morgens midden op de ontbijttafel zette. Als we spreken van
gruwelen.
Randgeschiedenis
In 1915 werd het leger gemoderniseerd. Mijn
vader en compagniegenoten kregen nieuwe
kledij. Khaki zoals de Engelse bondgenoten,
omdat dat zowat de kleur van aarde was en
minder goed kon gezien worden door de vijand
in de loopgrachtenoorlog. Er kwamen proper
schoeisel en stalen helmen om het hoofd te beschermen. Men had ondertussen ook geleerd
‘abris’ te bouwen, beschutte en ondergrondse
stellingen.
Er kwam ook betere soldij. Vanaf de 18e maand
dienst werd een stelsel van ‘frontstrepen’ ingevoerd. Om de zes maanden kwam er een streep
bij die goed was voor 5 centiemen per dag.
Vandaar de tot vandaag voortbestaande uitdrukking “hij heeft zijn strepen verdiend”.
Tussen de nagelaten spullen van mijn vader
heb ik zijn ‘carnet de pécule’ bijgehouden. En
als voorbeeld geef ik zijn soldij voor 1917 – ler
au 28 juillet – haute paie de guerre 4,20 + indemnité de combat 1,05.
Nu van strepen gesproken. Mijn vader werd
meermaals bevorderd tot korporaal wegens
moedig gedrag, maar verloor telkens zijn
streep door te weinig discipline. Als de Franssprekende officier in het Vlaams zijn orders gaf
dan klonk dat ongeveer als “ik zak tegen u dat
kijk er de velt wacht gaat ok sta”. De compagnie lachten en mijn vader deed of hij hem niet
verstond. Resultaat, gedegradeerd en de
streep op zijn mouw er afgetrokken.
Na een nieuw gewonnen verhoogde streep, en
een nieuw ongedisciplineerd optreden, nieuwe
degradatie. Maar mijn vader was er op voorbereid: de mouwstreep had hij met luie wijvenknopen vastgezet en hij kon ze alzo direct zelf
teruggeven. De uitgangskledij werd verrijkt
met de slappe politiemuts met kwispel. Deze
was verschillend van kleur (naargelang van het
wapen) en kon gemakkelijk in de ransel geborgen worden. Want de Belgische soldaat droeg
in die dagen heel zijn bezit op de rug. De infanterie ging toen altijd ten aanval met pak en zak
als landverhuizers. Door de vele ‘attaques’ met
18
zijn ‘peloton d’assaut’ had hij een fraaie verzameling trofeeën in zijn bezit. Maar bij verlof
moest hij dat in het kantonnement achterlaten.
Hoe goed verstopt het ook was bij zijn terugkeer was alles verdwenen.
Toen ik ongeveer 10 jaar was, ging hij met overlevende kameraden per autobus naar het IJzerfront, en ik mocht mee. Wij bezochten er onder
anderen de ‘dodengang’, en zijn standplaats. Ik
vroeg naar het toilet. Dat deed men ter plaatse,
maar voor de hygiëne had men gebluste kalk .
Ook wist hij nog ongeveer de plek waar hij in
het donker met zijn arm in de IJzerrivier had gezeten nadat hij het ‘vuur’ had opgelopen. Zijn
19
vrienden onder elkaar heb ik die dag meermaals het woord ‘vrede’ en ‘er mag nooit meer
oorlog zijn’ horen uitspreken. Helaas, driemaal
helaas op 16-jarige leeftijd kreeg ik in mei 1940
mijn oproepingsbrief want ons land werd opnieuw door de Duitser overvallen. De raad van
mijn vader was, geen gevangenen nemen,
schiet eerst of anders zijt g’er aan. Ons gezin
was bij de gelukkigen die heelhuids W.O.II
doorkwamen. Nu is het mijn beurt om de woorden ‘vrede’ en ‘nooit meer oorlog’ in de mond
te nemen. Vingeren kruisen voor onze kinderen…
M. Meeus
Willemsfonds Vilvoorde
100 jaar actueel
De Europese zelfmoord van 1914 is de meest belangwekkende historische gebeurtenis van
de moderne geschiedenis. Al honderd jaar wordt gedebatteerd over de schuldvraag en over
de wijze waarop grote landen kunnen meegezogen worden in een allesvernietigende oorlog
zonder ooit bewust daartoe te beslissen (historicus Taylor in ‘War by Timetable’).
De moord in Sarajevo op 28 juni 1914 op
aartshertog en Habsburgse kroonprins Franz
Ferdinand door een Bosnisch-Servische nationalist was de aanleiding. Waarom de aanslag
werd uitgevoerd en wat deze ultranationalisten eigenlijk wilden, verdient enige aandacht.
De Balkan wordt in het begin van de 20 e eeuw
met de ineenstorting van het Ottomaanse Rijk
een explosieve
regio waar uiteenlopende etnische
en
godsdienstige bevolkingsgroepen
bestendig
mekaar bevechten.
Landsgrenzen
worden bestendig
hertekend
zonder dat de betrokken partijen
daarbij hun gading vinden (het
‘Balkankruitvat’).
In deze chaotische
wirwar
wordt
BosniëHerzegovina bij
Oostenrijk-Hongarije
aangehecht tot grote
woede van Servië
dat Rusland ter
hulp roept. Op 28
juni 1914 reageren de Bosnische
nationalisten derhalve hun haat af
op de vertegenwoordiger van een bezettende
mogendheid. Volgens de heersende Balkantraditie had deze moord een interne Balkanaangelegenheid kunnen blijven (historicus N.
Ferguson). Maar slechte diplomatie in Berlijn
en Wenen hebben blijkbaar meer belang bij het
ontstaan van de wereldramp dan slechte diplomatie in de andere hoofdsteden. De Franse
president Poincaré, die zich eerder tegen de
vorming van een pacifistische regering had verzet, scherpt als ultraconservatieve patriot, de
onrust aan door op 21 juli 1914 aan de Oostenrijkse ambassadeur de beroemd gebleven, niet
mis te verstane
verwittiging te geven: “La Serbie a
des amis très
chauds dans le
peuple russe. Et la
Russie a une alliée, la France.
Que de complications à craindre.”
Poincaré,
als
sluwe
berekenaar, is ervan
overtuigd, na de
vernietiging van
Oostenrijk
en
Duitsland, Elzas-Lotharingen terug
bij Frankrijk te
kunnen aan hechten (Poincaré is
afkomstig
van
Lotharingen).
Familiale contacten tussen de
Duitse keizer en
de Russische tsaar
(Willy en Nicky in
hun omgangstaal)
worden
overspoeld door diplomatiek getouwtrek, ‘das
ewige Militär’ met mobilisatie- en oorlogsplannen, opgezweept door aangescherpte nationalismen. Vredesactivisten zoals J. Jaurès, vinden
20
geen gehoor. Nochtans vat hij tijdens een meeting in het Koninklijk circus te Brussel op 29-071914 de toestand schitterend samen: “Quand
vingt siècles de christianisme ont passé sur les
peuples; quand depuis 100 ans ont triomphé les
principes des droits de l’homme, est-il possible
que des millions d’hommes, sans savoir pourquoi, sans que les dirigeants le sachent, s’entredéchirent sans se haïr?”
ONDERZOEK
naar de verantwoordelijken
genoeg maar nog steeds geen sluitend antwoord. In 1951
meent een internationale
conferentie
van historici een punt
te kunnen zetten
achter de uiteenlopende opvattingen
door te verklaren dat
niet ‘één land of één
volk’ als schuldige
kan
aangewezen
worden. Fritz Fischer,
een Duitse hoogleraar, verwijst in 1961
in zijn boek ‘Griff
nach der Weltmacht’
deze consensusvisie
naar de prullenmand.
Hij bewijst dat Duitsland bewust aanstuurde op de 1e
Wereldoorlog
om
grote stukken van Europa te veroveren en
een wereldmacht te
worden. Historicus
Christopher Clark nuanceert dan weer
deze stelling in zijn
boek ‘Sleepwalkers:
How Europe Went to War in 1914’, een economisch en militair sterk Duitsland is met imperialistische plannen verantwoordelijk maar
Rusland, Frankrijk en Oostenrijk eveneens. Onverantwoorde daden van opgewonden staatsmannen hebben in 1914 een enorme slachting
alsook een fundamenteel keerpunt in de geschiedenis van de samenleving tot gevolg gehad. Verrassend is ook de uitspraak van de
21
Italiaanse historicus Ferraro die beweert dat
het de schuld van de tangodans is dat de 1e Wereldoorlog uitbrak! Dirk Verhofstadt zegt in
‘1914 – Het vervloekte jaar’: “Feit is dat de
tango door de regeringsleiders van Duitsland,
Rusland, Frankrijk en Italië in 1914 verboden
werd op hun officiële bals wegens het ‘onzedelijk karakter’. Welke hypocrisie, wetend dat zij
hoofdverantwoordelijken zijn voor wat het begin is van de gewelddadigste eeuw ooit (Eric
Hobsbawn in ‘Age of Extremes’).
Duitse troepen vallen op 3 augustus 1914
België binnen, gevolgd
door de oorlogsverklaring van Groot-Brittannië aan Duitsland. Deze
deelname wordt in de
BBC
2-televisiereeks
‘The Pity of War’ door
historicus N. Ferguson
bijzonder kritisch onderzocht en als tragische
fout bestempeld. Duitse
soldaten gedragen zich
als brutale barbaren tegenover de burgerbevolking in vele Belgische
steden. Gefanatiseerden vertrekken uit het
‘Vaterland’ met bloemen in de geweerloop
en met als gepropageerde slagzin: ‘Jeder
Schuss ein Russ, jeder
Stoss ein Franzos, jeder
Tritt ein Britt’. Maar tappen niet alle landen aan
dezelfde kraan? Ons
land pept in 1914 zijn
militairen
op
met
stoere, oorlogszuchtige
liederen. In de ‘Belgische Verzameling van Zangen – 5e Linieregiment’ luidt de eerste strofe
van het ‘Krijgslied’:
Met heldenmoed en blijde zin, hoera!
Gaan wij te saâm het slagveld in, hoera!
Daar wacht ons eer en roem en buit,
Vaarwel, mijn vriend, marsch vooruit!
Wij scheiden met hoera! Bis.
Even in herinnering brengen: 9 miljoen
mensen worden gedood tussen 1914 en 1918
en 20 miljoen worden gekwetst. In 10 maanden
sneuvelen meer dan 400.000 soldaten in Verdun. Aangrijpend in dat verband is de commercieel geboycotte Amerikaanse film ‘Johnny got
his gun’ van Dalton Trumbo die nochtans in
1971 geprimeerd werd op het filmfestival van
Cannes. Gevangenen worden opgesloten in internerings- en gevangenkampen.
Oorlog is verdriet. Wie over oorlog schrijft
kan niet anders dan over verdriet schrijven.
‘The poetry is in the pity’ schrijft de aan het
front gestorven dichter Owen. Oorlogspoëzie
gaat niet over helden maar over verdriet.
Ook in onze REGIO: Eppegem, Zemst, Hofstade, Elewijt, Weerde en Vilvoorde-Houtem
zijn het slachtoffer van zinloos geweld: 33 gijzelaars, brandstichting, moorden, stelen en
verkrachten. Onschuldige burgers worden zonder enige reden gefusilleerd. De frontlijn liep
over Perk-Vilvoorde-Peutie
op 25 augustus
1914.
Het
Duitse tegenoffensief op 26
augustus 1914
van het 48e Regiment ‘Maagdenburg’ ging
gepaard, tot 17
september
1914, met wat
nu als ‘misdaden tegen de
menselijkheid’
wordt omschreven.
Het Vilvoords TUCHTHUIS wordt door de
Duitse bezetter ‘ingericht’ tot ‘Kaiserlich Deutsche Zentralgefängnis’. Gemiddeld 1500 door
de Duitsers veroordeelde burgers, meestal na
een schijnproces, verbleven er in vochtige, vuile zalen en cellen met minimale hygiëne, slechte medische verzorging en een onmenselijke
behandeling (een aanloop naar de nazi-concentratiekampen). De Vilvoordse advocaat
Campion werd door de gevangenen als weldoener gevierd wegens zijn inspanningen op
het vlak van aanvullende voedselvoorziening.
Aan deze WAANZIN komt dan eindelijk een
einde in november 1918. De vrede wordt bezegeld met het verdrag van Versailles op 12 februari 1919. Dit wordt echter één van de meest
controversiële documenten van de vorige
eeuw. In het licht van de internationale lof voor
het heldhaftig Belgisch verzet tegen de Duitse
oorlogsmachine en de overwinningsroes verdedigt de Belgische regering grenscorrecties
ten gunste van ons land: de linkeroever van de
Schelde (sedert 1830 Nederlands grondgebied), Nederlands Limburg (regio Maastricht),
het Groot Hertogdom Luxemburg, de bosrijke
districten van de regio Malmédy-Hertogenwald
alsook het neutraal gebied van Moresnet (bossen rond Gemmenich en Montzen). Waren
deze territoriale en etnische eisen realistisch?
Daarenboven zijn velen, zoals de beroemde
econoom J. M.
Keynes, ervan
overtuigd dat de
in het verdrag
opgenomen vredesvoorwaarden, die de
geallieerden oplegden,
een
duurzame vrede
onmogelijk
maakten. De uiteindelijk in het
verdrag opgenomen verplichtingen
waren
loodzwaar voor het vernietigde en chaotische
Duitsland. Waren zij medeverantwoordelijk
voor de succesrijke ‘Aufstieg’ van Hitler?
Velen blijven er inderdaad van overtuigd dat
1914 het begin was van een DERTIGJARIGE
OORLOG die pas eindigde met de nederlaag
van het nazisme. Actueler kan daarenboven de
vraag gesteld worden in welke mate de huidige
regeringsleiders van de vroegere fouten leren.
Aan wie de schuld, binnen de Europese Unie,
voor de crisis en welke aanpak? Angela Merkel,
22
Duits Bondskanselier, verwijst, volgens een artikel in het dagblad ‘Le Monde’, tijdens een besloten crisisvergadering van de Europese Unieleiders in december 2013 naar de jaren vóór de
aanvang van de ‘Grote Oorlog’. Zij verrast de
Europese leiders met de uitspraak “verontrustende parallellen te zien tussen het Europa van
vandaag en 1914 toen iedereen faalde en dat
tot oorlog leidde”. Zij baseert zich vermoedelijk
op het hier eerder vermeld boek van historicus
Clark die beweert dat de eurocrisis en de uitbraak van de Eerste Wereldoorlog gebeurtenissen zijn van ‘baffling complexity’.
In januari 2014 veroordeelt Michael Gove,
Brits Minister van Onderwijs, de ‘linkse academici’ die Duitsland niet als enige schuldige aanwijzen. Moet ons dat politiek gehakketak tot
pessimisme stemmen voor wat de toekomst
van de Europese Unie betreft? Bij de eerstvolgende verkiezingen voor het Europees parlement zullen eurosceptici, populistische
nationalisten en ultra-rechtsen een flinke
sprong vooruit maken. Het zou dus goed zijn
dat tijdens de kiescampagne de democratische
partijen een duidelijke toekomstvisie geven
aangaande de organisatie van de welvaartstaat.
23
Zullen zij erin slagen het gevoel van afstand en
vervreemding van veel E.U.-burgers weg te nemen. Kunnen zij het nu heersend democratisch
tekort binnen de Europese Unie ‘bijwerken’?
Niet alleen een subsidie- en bezuinigingspolitiek maar ook werkgelegenheid creëren is belangrijk. Een belangrijke bijdrage tot het debat
is alleszins het boek van VUB-docent Jonathan
Holslag ‘De kracht van het paradijs’.
Nie wieder krieg (Käthe Kollwitz)
“Bent u daar zeker van?” vraagt ik me af. Ik
ben van mening dat honderd jaar na de Eerste
Wereldoorlog het vredesoptimisme onder toenemende druk staat.
Felix Libeer
Bronnen:
- Speciale uitgaven van de weekbladen
‘Groene Amsterdammer’ en ‘Nouvel
Observateur’ van januari 2014.
- Persoonlijke archieven Simone Baudon
Oh, what a lovely war!
Bij het ouder worden spelen herinneringen soms een grote rol. A quoi sert l’âge, sinon à se
souvenir? In het verlengstuk van wat de ‘Groote Oorlog’ wordt genoemd, namelijk de periode 1919-1945, die op vele vlakken een turbulente voortzetting is geweest van de apocalyptische slachtpartij 1914-1918, is het misschien interessant enkele punten te belichten die
aandacht verdienen.
Begin dit jaar is het boek van Michel Viotte
‘La Guerre d’Hollywood 1939-1945’ verschenen. Wie herinnert zich niet de heldhaftige
John Wayne die in 30 seconden twintig nazi’s,
dertig Jappen en vijftig Vietnamezen neerschiet. Clark Gable, James Stewart, Tyrone Power, Errol Flynn en Randolph Scott volgden zijn
voorbeeld in immens populaire oorlogsfilms.
Maar is dit patriottisme altijd de rode draad geweest in de Amerikaanse filmproductie? Het
sterk gedocumenteerde boek geeft overduidelijk het tegenbewijs. In 1933, startjaar van het
nazisme, zijn de filmbazen zeer bezorgd over
de rentabiliteit van hun films op de Duitse
markt. Samuel Goldwyn, Adolph Zuhor, Carl
Laemmie, nochtans van Joodse afkomst, waren
bijzonder terughoudend in hun stellingname
tegen het Hitler-regime. Alleen Chaplin heeft
de moed in ‘The Great Dictator’ Hitler onsterfelijk belachelijk te maken. In dezelfde periode
prijst Lindbergh het nieuwe regime in Duitsland
de hemel in, sympathiseert de vader van J.F.K.
– Joe Kennedy, ambassadeur in Londen – met
de nationaalsocialistische fanatici en geeft
Henry Ford een gratis exemplaar van ‘Mein
Kampf’ aan elke koper van een Ford-wagen. De
Duitse consul in Los Angeles wordt zelfs betrokken bij het lezen, wijzigen en schrappen van
filmscenario’s teneinde het Duits prestige niet
te schaden. Joe Breen, directeur van de Hollywood-censuurcommissie, is van mening dat de
Joden ‘het laagste van het lage van de mensheid’ vertegenwoordigen. Het keerpunt is er alleen gekomen met Pearl Harbor. De razende
efficiëntie van het propagandamiddel bij uitstek – de film – wordt maximaal geëxploiteerd
in alle genres, namelijk de musical, de tragedie,
de komische film en zelfs de tekenfilms. Marlene Dietrich, Bette Davis en Hedy Lamarr krijgen een aparte filmstatus en zijn enorm
populair bij de soldaten die in de Hollywood
Canteen de kans krijgen met deze vedetten te
dansen. Eén derde van de filmproducties bestaat in die periode uit oorlogsfilms die de moraal van de soldaten en hun familie moeten
ondersteunen. Kortom, van ‘business as usual’
naar weldoordachte psychologische beïnvloeding.
Na het einde van de ‘Groote Oorlog’ ligt
Centraal-Europa in een totale staat van ontbinding. De ineenstorting van de Europese economieën, gevolgd door de beurscrash in New
York, ondermijnt het monetair systeem. De
vooroorlogse structuren en de macht van de
bourgeoisie in de kolonies en over de arbeiders
is verleden tijd. De rol van de Rooms-Katholieke kerk in de periode 1919-1945 is ten overvloede beschreven en kritisch onderzocht. De
toen in het Vaticaan regerende pausen blijken
niet altijd tot de progressieven te behoren. Het
is daarom belangwekkend vast te stellen dat de
24
huidige paus Franciscus bestempeld wordt als
een uitgesproken man van links, een opvolger
van Che Guevara. Het veel aandacht wordt zijn,
door het Vaticaan op 26
november 2013 gepubliceerde apostolische tekst,
gelezen en ontleed. Alle
commentatoren zijn het
er over eens: zelden is een
zo striemende en sterk geargumenteerde
aanval
geschreven tegen de misbruiken van het actuele
kapitalisme. Hierna enkele pontificale uitspraken: “Het liberalisme is
een systeem dat het
mens-zijn negeert, een
aanval op de uitsluitingseconomie. Een dalende
beursnotering is belangrijker nieuws dan een dakloze die op straat
doodvriest”, “Grote bevolkingsgroepen worden
uitgesloten ingevolge de
wetten van de sterkste”,
“De machtigen eten de
zwakken op.” En om af te
sluiten: “De liberale mondialisatie heeft een
wegwerpcultuur tot gevolg”. Straffe taal. Deze
begrippen kunnen als marxistisch bestempeld
worden waarbij de misbruiken van de financiele machten op een hevige manier veroordeeld
worden. Zou Jorge Mario Bergoglio, de eerste
jezuïet die tot paus is gekozen, progressief links
willen activeren? Links bestaat, maar blijkbaar
weet het niet meer wie het is en moet het opnieuw ontdekt worden. Nochtans is de kerk van
Rome per definitie conservatief, met uitzondering van enkele perioden dat geprobeerd werd
de ergste kantjes daarvan af te slijpen. Of begrijpt paus Franciscus dat de kerk moet moderniseren om te overleven? De leegloop gaat
verschrikkelijk snel. Zit er een strategie achter
deze verklaringen en acties? Zullen er ook inhoudelijke, structurele en beleidsmatige veranderingen volgen? Wat met de pedofilie, wat
met het benoemen van reactionaire sleutelfiguren op belangrijke posten in het Vaticaan,
wat met de financiële hervorming van de Kerk
– namelijk het Instituut voor Religieuze Werken
25
(de Vaticaanse bank)? Over vrouwen, homo’s,
euthanasie, abortus en pedofilie enkel nietszeggende teksten. Jezuïeten worden tegelijk
bewonderd en verguisd:
hypocriet, intelligent, sluw
en gevaarlijk. Paus Franciscus moet nu zelf, door zijn
daden bewijzen, dat hij –
zoals in de omgangstaal
wordt gezegd – geen vuile
gemene jezuïet is maar
een uitvoerder van de bevrijdingstheologie die werkelijk de kant van de
armen kiest. (Aan te raden
lectuur: ‘Onder de rokken
van het Vaticaan’ van Cees
Zoon).
Tijdens het interbellum
en na de Tweede Wereldoorlog was een vooruitstrevende jeugd actief die,
vol illusies, nog oprecht
geloofde dat een wereld
zonder oorlog mogelijk
moest zijn en met een heilig vertrouwen in het
goede in de mens. Overtuigd zongen zij in manifestaties, bijeenkomsten en vergaderingen.
Neen, neen wij zullen geen wapens dragen
Neen, nooit een oorlog meer
En laat die oude heren
Het zelf maar eens proberen
Dan zullen zij weten wat de oorlog is
Het vertrouwen moet er zijn dat er nog vele
niet-cannabis rokende, niet-coma zuipende
jongeren zijn die de pacifistische idealen blijven
verdedigen. Oorlog aan de Oorlog!
Felix Libeer
Onverzadigbare exploitatie
Recensie Vlaanderen, Brussel, Wallonië: een ménage à trois
“Niet zozeer het verschil in taal bepaalde eeuwenlang de verhouding tussen Wallonië,
Vlaanderen en Brussel, maar wel de aanwezigheid van delfstoffen in de ondergrond van
Wallonië.” Als uitgangspunt voor zijn nieuwe boek Vlaanderen, Brussel, Wallonië: een ménage à trois noemt Guido Fonteyn deze basisstelling.
De bodemrijkdom maakte Wallonië
in de 19de eeuw immers tot één der rijkste
en meest vooruitstrevende regio’s in de
wereld. In Vlaanderen was het terzelfdertijd armoe troef. De helft van de plattelandsbevolking viel er terug op openbare
steun en flink wat Vlamingen vertrokken
naar Wallonië om aan de honger te ontsnappen. Na de neergang van de grondstoffenindustrie
bleef
Wallonië echter verarmd
achter. De in Wallonië gemaakte winst was tegen
dan al lang versluisd naar
de bodemloze zakken van
de Brusselse adel en bourgeoisie.
Ook nu weer weet
Guido Fonteyn ons te verbazen met onderbelichte
verhalen uit onze inheemse geschiedenis. Zo
komen we meer te weten
over neutraal Moresnet,
de kleinste staat van Europa, en haar oorden van
vertier. Verwonderlijk is
Uitgeverij EPO - 2014
ook hoe vroeg de steenkoolwinning reeds van
start is gegaan. Al in 1248 werd er gewag
gemaakt van steenkoolputten in de Borinage. En wie zou kunnen vermoeden dat er
zich voor de gemediatiseerde ramp in Marcinelle reeds zo veel andere rampen hadden voorgedaan?
Het verhaal van de binnenlandse
migratie van Vlaanderen naar Wallonië essentieel om de verhoudingen tussen
Vlaanderen en Wallonië te vatten - wordt
nauwgezet uit de doeken gedaan. En het
moet gezegd, dit relaas biedt de lezer een
welkom perspectief om anders naar de
werkloosheidscijfers in het huidige België
te kijken. De teloorgang van de textielindustrie in Vlaanderen, gepaard gaand met
een langdurige hongersnood, zorgde voor
massale migratie van Vlaanderen naar Wallonië. De patrons wreven
zich in de handen, want
deze exodus bezorgde
hen goedkoop werkvee.
Dat een deel van de huidige werkloosheid in Wallonië ten gevolge van de
neergang van de delfstoffenwinning te wijten is
aan de toenmalige massale verhuizing van behoeftige Vlamingen, is iets
wat de Vlaamse criticasters dan ook liever onder
de mat geveegd zien.
Maar niet alleen
de delfstofwinning zorgde
voor migratie. Vlaamse
– ISBN: 978 94 91297 60 1
boeren zorgden tevens
voor een heropleving van
de Waalse landbouw. Illustratief is bijvoorbeeld de getuigenis van Dorsan Neyrinck,
een Vlaamse boer in Wallonië. “Wij pasten
ons dus aan de streek aan, maar wij bleven
wel LES FLAMANDS, en wij, wij waren fier
dat te zijn. Gaan we naar Vlaanderen, dan
zijn we daar de Walen, en hier, hier zijn we
des Flamands. Misschien zijn we nog de
enige Belgen.”
26
De narratieve bedrevenheid van
Guido Fonteyn maakt dat je zijn boek in één
ruk uitleest. Hij slaagt er bovendien met
verve in zijn standpunt hard te maken. Als
er al een minpunt aan te duiden valt, dan
zou het moeten zijn dat er nog meer beeldmateriaal in had gemogen. De solfergele
carré’s van Bosquetville? Die wil je toch in
kleur zien. En neutraal Morsenet zie je toch
liever aangeduid op een plan. Maar eerlijk
27
gezegd, meer valt er niet te meieren. Met
Vlaanderen, Brussel, Wallonië: een ménage
à trois levert Guido Fonteyn opnieuw een
informatief en meeslepend boek af.
Tom Cools
IN MEMORIAM
Frans Poot (1935-2014)
Op 20 februari overleed Frans Poot op de leeftijd van
78 jaar, Frans was niet alleen een bekende figuur in
Vilvoorde, als leraar in het atheneum en als Schepen
van Onderwijs.
Hij was ook een overtuigd vrijzinnige en iemand op
wiens steun het HVV steeds kon rekenen. Wij bieden
zijn familie onze oprechte deelneming aan
Wij zullen je missen
Regine Beer (1921-2014)
Overleden: 23 maart 2014 op de leeftijd van 93 jaar
Regine Beer speelde een belangrijkee rol in de strijd
tegen het fascisme. Haar getuigenissen over het naziregime en het leven in de concentratie- en vernietigingskampen, maar ook haar inzet tegen nieuwe
vormen van fascisme en rechtsextremisme lieten de
nodige sporen na.
Rust zacht, Regine.
Je strijd wordt verder gezet
28
Is het Feest Vrijzinnige Jeugd belangrijk voor jou?
Steun dan onze werking!
Het Feest van de Vrijzinnige Jeugd Vilvoorde heeft dit jaar een extra reden om 'Feest' te vieren. Het
is namelijk haar 50e editie!
Op 2, 3 en 4 mei gaan we met 54 Feestelingen op weekend naar de Hoge Rielen te Kasterlee en we
sluiten af op zondag 4 mei in CC Het Bolwerk met een heus evocatiemoment.
Draag je het Feest een warm hart toe en wil je ons helpen dit feest te realiseren?
Word lid van het Beschermcomité Feest Vrijzinnige Jeugd!
Als lid van het Beschermcomité zorgen wij voor het volgende:


Je naam wordt in de Toorts vermeld - vanaf de volgende editie
Je naam wordt vermeld in de programmabrochure van het Feest
Je kan beschermlid worden door minimum 20 euro (per persoon of familie) te storten op rekeningnummer BE79 8601 1535 7533, met als mededeling 'Naam - lid Beschermcomité FVJ 2014'.
Wie lid wil worden van HVV Vilvoorde kan 10 euro storten op hetzelfde rekeningnummer met als
vermelding 'Naam - lid HVV Vilvoorde 2014'.
Alvast hartelijk dank vanwege HVV Vilvoorde!
29
Cocon Vilvoorde vzw
Frans Geldersstraat 21 – 1800 Vilvoorde
“
Bij het opvoeden en opgroeien duiken
er al wel eens
problemen op.
Soms stapelen
problemen zich
zo hoog op dat conflictsituaties dagelijkse kost worden. Gevoelens van vijandigheid, wanhoop en
machteloosheid verlammen het gehele gezinsgebeuren. Als zelfs familie of naaste omgeving niet langer meer weet hoe de negatieve spiraal thuis te
breken, is het hoog tijd om extra hulp in te schakelen.”
Cocon-Vilvoorde vzw is een social profit organisatie die al meer dan 15 jaar gespecialiseerde
ervaring heeft binnen het werken met gezinnen die te kampen hebben met een matig, ernstige
tot
acute
problematische
opvoedingssituatie. Op jaarlijkse basis worden
een 100-tal gezinnen in de regio Brussel-HalleVilvoorde door Cocon-Vilvoorde vzw geholpen.
Onze organisatie stelt als algemeen doel: de
ontplooiingskansen en zelfredzaamheid van
kinderen/jongeren en hun gezinsleden verbeteren. Hiervoor bieden wij twee verschillende
vormen van mobiele hulpverlening aan, die ingezet kunnen worden in het thuismilieu van
onze gezinnen.
1
We spreken van een problematische opvoedingssituatie wanneer de (psychisch, emotioneel, …) integriteit van het kind in de
thuissituatie in het gedrang is en ouderlijke vaardigheden, de
aanwezigheid van netwerk rond het gezin en/of gezochte eerstelijnshulp onvoldoende hulp kan bieden.
2
We spreken van een acute problematische opvoedingssituatie
wanneer er een noodsituatie beleefd wordt , betreffende het
Er is de “Dienst voor Contextbegeleiding”: dewelke ondersteuning biedt aan gezinnen wanneer er sprake is van een problematische
opvoedings-, of leefsituatie1.
Er is de dienst “Crisishulp aan Huis Vilvoorde”:
zij bieden een korte en intensieve vorm van
hulp aan. Doelgroep zijn gezinnen die geconfronteerd worden met een acute problematische opvoedingssituatie2, waarbij er omwille
van de onveiligheid, overwogen wordt om het
kind uit huis te plaatsen.
Onze Dienst voor Contextbegeleiding focust
zich voornamelijk op de bredere aspecten van
de heersende problematische opvoedingssituatie. In eerste instantie staat uiteraard het verhelpen van de opvoedingsproblemen centraal.
Daar opvoeding echter nooit geheel los te koppelen valt van andere aspecten van het samenleven in gezinsverband, komen ook vaak
andere thema’s binnen deze hulpverlening aan
bod, zoals administratieve, financiële, relationele moeilijkheden. De begeleidingsperiode
wordt om de 6 maand geëvalueerd en kan worden verlengd.
Begeleiders, actief binnen deze dienst, bezoeken de hen toevertrouwde gezinnen gemiddeld
één maal per week. Een begeleider heeft een
portefeuille van gemiddeld 7 gezinnen. Deze
vorm van hulp aan huis is (voorlopig) niet rechtstreeks toegankelijk. Dit wil zeggen dat gezinnen (voorlopig3) niet rechtstreeks met deze
dienst contact kunnen opnemen voor hulp,
maar steeds doorverwezen dienen te worden
welzijn van een kind in zijn thuissituatie, dewelke om onmiddellijke hulp vraagt.
3 Begin 2015 wordt decretaal voorop gesteld dat een deel van de
capaciteit van de diensten, die nu niet rechtstreeks toegankelijk
zijn binnen Jongerenwelzijn, zoals de Dienst voor Contextbegeleiding bij Cocon-Vilvoorde vzw, ook een rechtstreeks aanbod
voorzien.
30
door een andere professionele jeugdhulpverlener4.
De dienst Crisishulp aan Huis (CaH) richt zich op
de acute problematische opvoedingssituaties.
De hulp hierbij is kortdurend en zeer intensief.
Begeleiders komen bijna dagelijks aan huis,
voor slechts een periode van vier weken. Hierbij gaat het vooral om zo snel mogelijk de veiligheid en stabiliteit in het gezin te herstellen.
Belangrijkste aanmeldingsredenen zijn het vermijden van een dreigende uithuisplaatsing van
een (jong) kind of een risicovolle re-integratie
van een kind/jongere naar huis toe te begeleiden. De begeleiders van CaH komen zeer regelmatig in aanraking met allerlei vormen van
agressie binnen het gezin (fysiek, verbaal, emotioneel en materieel). Gebruikmakend van de
acute crisisbeleving in het gezin en de urgente
noodzaak tot verandering worden deze gezinnen nauw ondersteund in het vinden van een
nieuw evenwicht. Gezien de intensiviteit van
de begeleiding kan een begeleider bij CaH nooit
meer dan 2 crisisbegeleidingen gelijktijdig combineren.
helpen ouders/jongeren bij het verbreden van
hun kijk, het oplossingsgericht in vraag stellen
van wat is en wat kan en het exploreren van
soms latent aanwezige en/of nieuwe vaardigheden/inzichten; dit alles teneinde een positieve verandering in de gehele gezinssituatie
tot stand te brengen. Het is belangrijk dat ouders/jongeren zelf in actie (kunnen én mogen)
komen. Binnen onze kwaliteitszorg neemt het
vergaren van vakkennis, het aanwenden ervan
en het regelmatig evalueren een belangrijke
plaats in. We wensen immers onze gezinnen de
best mogelijke hulp te bieden die op dat moment voorhanden is. Zo ambiëren we als organisatie die specifieke technieken en methodes
in te zetten die reeds in het werkveld en/of uit
onderzoek hun effectiviteit bewezen hebben.
Als organisatie blijven we zo dag in dag uit inzetten op de kwaliteit en de verbetering van
ons aanbod. Kinderen in nood verdienen immers de beste zorg die er bestaat.
Deze dienstverlening is eveneens niet rechtstreeks toegankelijk voor gezinnen. Gezinnen
dienen steeds doorverwezen te worden door
een andere professionele jeugdhulpverlener5.
Algemeen staat in elke opgestarte begeleiding,
het welzijn en de veiligheid van ieder kind
voorop. We begeleiden vaak ook niet alleen het
aangemelde kind, maar ook aanwezige
broers/zussen die te lijden hebben onder de
penibele thuissituatie. Onze organisatie vertrekt hierbij vanuit een pluralistische en humanistische levenshouding. Mensen hebben het
recht op een eigen mening en de vrijheid om
keuzes te maken. De begeleiders van Cocon
4
31
Een aanmelding voor deze vorm van hulp gebeurt daarom niet
bij Cocon zelf, maar bij de provinciale Toegangspoort (Integrale
Jeugdhulp) via een zogenaamd A-document. Meer info hierover
vindt u op www.jeugdhulp.be
5
Deze jeugdhulpaanbieder dient na te gaan in welke mate er in
het door hem/haar begeleid gezin sprake is van een crisissituatie
Bram De Wit
Algemeen Directeur
Cocon-Vilvoorde vzw
op opvoedkundig vlak (d.i. waarbij de veiligheid van het kind
acuut in het gedrang is). In samenspraak met het gezin, kan de
jeugdhulpverlener dan contact opnemen met het Crisismeldpunt
Vlaams-Brabant of Crisismeldpunt Brussel; dewelke dan een toewijzing kan doen naar de dienst Crisishulp aan Huis Vilvoorde.
CAVA: het vrijzinnig verleden bewaard en verteld
In 2012 sloten de Vrije Universiteit
Brussel en het Vrijzinnig Studie-, Archief- en
Documentatiecentrum ‘Karel Cuypers’ vzw een
samenwerkingsovereenkomst voor hun archief- en erfgoedbeheer. Zo ontstond een
nieuw centrum, CAVA, ofwel het Centrum voor
Academische en Vrijzinnige Archieven. Het is
het cultureel archief, het historisch erfgoed- en
kenniscentrum van de Vrije Universiteit Brussel
én van de vrijzinnig-humanistische beweging in
Vlaanderen en Brussel. CAVA wil het archief en
erfgoed van de academische en de vrijzinnige
gemeenschappen onder de aandacht brengen
van iedereen die erin geïnteresseerd is. CAVA
herbergt enerzijds de collecties van het universiteitsarchief, zoals professorenarchieven, archieven
van
wetenschappelijke centra, vakgroepen en faculteiten, en archieven
van studenten en studentenkringen. Anderzijds beheert het een
aantal archieven van
vrijzinnige sleutelfiguren
en organisaties zoals
UVV, HVV, OVM, HJ,
enz.. Daardoor is de collectie van onmisbare
waarde voor de geschiedenis van de vrijzinnigheid.
CAVA kreeg vernieuwde lokalen op de
Pleinlaan in gebouw B. De universiteit investeerde niet alleen in een leeszaal, maar ze
bouwde ook een parkeerruimte om tot een
verantwoord archief-, erfgoed-, en bibliotheekdepot. Want een archief- en erfgoedcentrum
heeft een belangrijker functie dan vaak gedacht wordt. Het is het geheugen van de gemeenschap en van haar leden en bepaalt mee
de identiteit ervan. En voor de vrijzinnige beweging en de VUB gaan dat verleden en die
identiteit terug tot in de 19e eeuw. En als je het
breder bekijkt, kan je gerust stellen dat de vrijzinnigen en hun verenigingen, de eigenzinnige
oud-studenten en de universiteit de afgelopen
vijftig jaar een bepalende rol hebben gespeeld
in de evolutie van onze Belgische samenleving.
Want wie kwam er op voor anticonceptie,
abortus en euthanasie toen dat nog onbe-
spreekbaar was? Wie kwam er op voor diversiteit? Wie durfde onderzoek te doen naar in-vitro fertilisatie? Naar gewoontes en taboes bij
jongeren uit de Magreb-landen? De archieven
van CAVA getuigen van strijd en onderzoek om
tot een vrije samenleving te komen.
Naast archieven en foto’s bezit CAVA
collecties van tijdschriften, affiches, medailles,
textiel en een aantal objecten. In de toekomst
vinden waarschijnlijk ook heel wat vrijzinnige
artefacten en wetenschappelijke voorwerpen
hun weg naar CAVA.
Dus, als je documenten of foto’s van
vroeger zoekt, neem dan eens de online catalogus door. Je vindt hem op de website
(www.cavavub.be). Bedenk wel: uiteraard is
lang niet alles geïnventariseerd, maar de toegankelijkheid van de
collecties groeit gestaag. En als je thuis zaken
van
vroeger
tegenkomt die met vrijzinnigheid of de VUB te
maken hebben en je
denkt: “het was leuk,
maar het ligt nu eigenlijk
in de weg”, denk dan
aan CAVA. Je schenking
is een daad van burgerzin, want wij bewaren
die zaken ten voordele van het algemeen belang.
Een archief- en erfgoedcentrum bewaart immers niet alleen documenten en voorwerpen.
Het stelt die ook ter beschikking van onderzoekers en van een breed publiek en moedigt daarmee het onderzoek aan. Eigenlijk is historisch
onderzoek voor de maatschappij wat een impuls is voor de hersenen: het activeert de hersenen, haalt de herinnering op en maakt een
maatschappelijke reflectie mogelijk. De herinnering kan leuk, feestelijk, interessant, misschien bevrijdend of soms ook pijnlijk zijn. De
daarop volgende reflectie is cruciaal. Daarom
vormt archiefwerking altijd een enorme steun
voor de democratische samenleving: allerlei
gebeurtenissen kunnen geverifieerd worden,
hetgeen een dieper begrip van de samenleving
mogelijk maakt.
32
Een heel actueel CAVA-project is dat van de
verhalenavonden. De vrijzinnigheid is als levensbeschouwelijke stroming niet altijd goed
gedocumenteerd en het immaterieel vrijzinnig
erfgoed is momenteel in snel tempo aan het
verdwijnen. CAVA heeft daarom sedert juni
verleden jaar een bronnenproject opgezet en
reist het land rond om het immaterieel erfgoed
te verzamelen via verhalenavonden. Getuigen
vertellen in een panelgesprek met Jimmy Koppen over de positie van het vrijzinnig humanisme vroeger, meestal in een bepaalde
context (onderwijs, gemeentelijke politiek,
kunst…). CAVA neemt de gesprekken op,
schrijft ze uit, en post ze op de website. Zo ontstaan er nieuwe bronnen over een periode
waarvan het maatschappelijk geheugen aan
het verdwijnen is.
!
33
Op 8 mei houdt CAVA haar feestelijke
opening. Op de planning staan enkele gelegenheidstoespraken (zowel Rector Paul De Knop
als Sylvain Peeters, voorzitter van deMens.nu
zegden al toe) en daarna een supergezellige
verhalenavond met als thema ‘Studentikoziteit
aan de VUB: eigenzinnig of vrijzinnig?’ (19:30
aula QA, VUB, toegang gratis). Zaterdag 10 mei
gooit CAVA het in het CC van Aalst over een
heel andere boeg: vrijzinnig humanistische persoonlijkheden getuigen dan, uitgaande van hun
verleden, over hun engagement, hun levensvisie en de plaats die vrijzinnigheid in hun dagelijks leven inneemt. We gaan op zoek naar de
vrijzinnig humanistische roots van Monica De
Coninck, Jean-Jacques De Gucht, Lydia Deveen
en Freddy Mortier. Meer informatie vind je op
onze website.
We hopen jullie talrijk te mogen ontmoeten op
onze activiteiten
Leerplichtonderwijs, levensbeschouwelijke vakken, kostprijs,
ontwikkelingen
Er zijn in het onderwijs, wat de keuze voor levensbeschouwelijke vakken betreft, duidelijke
verschuivingen te merken. In deze bijdrage wordt gefocust op de recente ontwikkelingen
met aandacht voor de kostprijs. Aan de hand van bewerkingen van officiële gegevens
worden de ontwikkelingen, op Vlaams ,op provinciaal en op lokaal niveau in kaart gebracht
Leerplichtonderwijs in Vlaanderen: officieel onderwijs en vrij onderwijs.
Bij de bewerking en de analyse van de gegevens moet de organisatie van het onderwijs in Vlaanderen
in herinnering worden gebracht. In Vlaanderen kan men in het zogeheten leerplichtonderwijs diverse
netten onderscheiden: het officiële GO! Onderwijs, het Officieel gesubsidieerd onderwijs en het Vrij
onderwijs.
Het GO! Onderwijs is het officieel onderwijs dat door de (verzelfstandigde) Raad voor het Gemeenschapsonderwijs wordt georganiseerd. Specifiek voor dit onderwijs is de door de Grondwetgever opgelegde neutraliteit. De religieuze, filosofische of ideologische overtuiging van de ouders en van de
leerlingen moet worden geëerbiedigd.
Daarnaast bestaat er het officieel gesubsidieerd onderwijs. Dit onderwijs omvat de scholen horende
bij bepaalde steden en gemeenten en provincies. Lokale overheden kunnen echter ook overgaan tot
het vormen van “intercommunales”6. Op deze wijze organiseren zij dan samen het onderwijs.
Het vrij confessioneel onderwijs (de inrichtende macht is meestal een vzw) wordt vaak aangeduid als
het katholieke onderwijs. Daarnaast is het mogelijk om bijvoorbeeld joodse, protestantse of islamitische scholen te onderscheiden.
Er bestaan ook vrije niet-confessionele scholen. Deze onderwijsinstellingen sturen hun onderwijs op
basis van een bepaalde filosofie of ideologie of kenmerken zich door een bijzondere pedagogische
aanpak. Men heet ze dan ook vaak methodescholen: de Freinetscholen en de Montessorischolen zijn
de bekendste.
Te verwaarlozen in het onderwijslandschap zijn de zogeheten privéscholen. Hiertoe worden onder andere de “internationale scholen” gerekend.
Recht op levensbeschouwelijk onderricht en alternatieven
Het recht op levensbeschouwelijke / godsdienstige opvoeding is vastgelegd in onze Grondwet (hierna
GW) en in diverse internationale verdragen.7
De GW bepaalt dat scholen ingericht door openbare besturen tot het einde van de leerplicht, de keuze
tussen onderwijs in een van de erkende godsdiensten en de niet-confessionele zedenleer moeten aanbieden. 8
6
In onze cijferreeksen werden deze buiten beschouwing gelaten.
Het eerste aanvullend protocol bij het Europees verdrag van de rechten van de mens, stelt, in artikel 2 dat een
Staat het recht van ouders moet eerbiedigen om voor hun kinderen die opvoeding en dat onderwijs te kiezen
dat overeenstemt met hun eigen godsdienstige en filosofische overtuigingen.
8
Dit is terug te vinden in § 3 van artikel 24 van onze GW “Alle leerlingen die leerplichtig zijn, hebben ten laste
van de gemeenschap recht op een morele of religieuze opvoeding.”
7
34
In België moet het officieel (gesubsidieerd) onderwijs dit recht waarborgen.
Scholen kunnen ook opteren voor een vak “cultuurbeschouwing” (of varianten) hierop. Ook is
het mogelijk om vrijstelling aan te vragen voor het volgen van godsdienst/niet - confessionele
zedenleer.
De vrijstelling is het gevolg van enkele aan de Raad van State voorgelegde geschillen. Uiteindelijk besliste de Raad van State dat het voor ouders, met leerplichtige kinderen en met religieuze / morele bezwaren tegen een van de voorziene vakken, mogelijk moest zijn “ontheven”
te worden van deelnameplicht. Pittig detail is dat - ingevolgd privacyoverwegingen - dergelijke
aanvragen niet echt (grondig, uitdrukkelijk) gemotiveerd hoeven te zijn. Het zijn o.a. “Jehovagetuigen” die hiervan gebruik maken.
Ook de hiervoor opgesomde methodescholen verwerken in hun lessenpakket een vak “cultuurbeschouwing”.
Het gesubsidieerd vrij onderwijs (vrij confessioneel en niet – confessioneel onderwijs) is niet
verplicht om voormelde “keuzevrijheid” te garanderen. Het komt immers hun inrichtende
macht toe zelf te bepalen welk aanbod zij willen verzorgen. Wie daar school loopt stapt de
facto in de levensbeschouwing waarop het onderwijsgebeuren stoelt (katholieke godsdienst
in katholieke scholen, joodse godsdienst in joodse scholen).
Momenteel zijn er zes erkende godsdiensten en de niet-confessionele zedenleer.
Recentelijk hebben de aanhangers van het boeddhisme een procedure opgestart om een erkenning (en dus de facto een eigen lessenpakket) te krijgen. In de begroting 2014 is hiervoor
een bedrag van 205 miljoen € voorzien. Andere denominaties denken eveneens aan een erkenning.
Er moet op worden gewezen dat “levensbeschouwelijk” onderricht ook in andere vakken zijn
intrede kan maken. Als motivering wordt dan verwezen naar het Internationaal verdrag betreffende economische, sociale en culturele rechten en meer bepaald naar artikel 13, waarbij
de diverse staten die het verdrag ondertekenen onderschrijven dat het onderwijs eenieder in
staat moet stellen een nuttige rol te vervullen in een vrije samenleving en begrip, verdraagzaamheid en vriendschap onder alle volken en alle rasgemeenschappen, etnische en godsdienstige groeperingen, evenals de activiteiten van de Verenigde Naties voor de handhaving
van de vrede ,dient te bevorderen.
Algemene trend
De deelname aan de lessen islamitische godsdienst stijgt jaar na jaar. En hoewel deze trend
regionaal kan verschillen is een verdere opgang niet uit te sluiten. Zeker in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en in bepaalde centrumsteden is dit het meest in het oog springend.
Deze trend wordt bevestigd door Vlaams Onderwijsminister Pascal Smet. 9 Het aantal leerlingen dat kiest voor islamitische godsdienst is de afgelopen schooljaren sterk gestegen. Dat
natuurlijk in het gemeenschapsonderwijs en het officieel gesubsidieerd onderwijs.
Uit het antwoord blijkt dat in het lager onderwijs het percentage leerlingen dat voor islamitische godsdienst kiest van 10,5 procent in het schooljaar 2006-2007 tot 15,2 % in 2010-2011
steeg. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest was er in die periode een stijging van 36,5 tot
48,7 %. Ter vergelijking: in Antwerpen van 34,7 tot 45,4 % en in Gent van 23,9 tot 30 %. Deze
stijging kannibaliseerde voornamelijk het aantal leerlingen katholieke godsdienst (van 61 tot
55,4 %). Het aandeel 'niet-confessionele zedenleer' steeg dan weer van 26,3 tot 26,9 %.
Een soortgelijke ontwikkeling kan worden waargenomen in het secundair onderwijs waar er
een stijging is aan de deelname lessen islamitische godsdienst (van 11,2 tot 14,5 %). Opnieuw
9
35
Schriftelijke vraag van Paul Delva (CD&V)
vallen de centrumsteden op. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gaat de stijging onverdroten verder (van 35,2 tot 46,7 %). Zeker Antwerpen (van 25,3 tot 30,5 %) en Gent (van 18,4 tot
23,2 %) vallen op. Het aantal leerlingen katholieke godsdienst daalt (van 30,8 tot 29,7 %) evenals het aantal leerlingen niet-confessionele zedenleer (van 54,6 tot 52,3 %).
Deze trend zette zich ook in 2013 verder. Het aantal leerlingen in het officieel net dat islamitische godsdienst volgt, is te Brussel opnieuw gestegen. Het gaat nu om zowat de helft van de
leerlingen. Zedenleer en katholieke godsdienst worden steeds minder gekozen. In het lager
onderwijs van het officiële net zou 46 % van de kinderen de lessen islam volgen, in het secundair onderwijs zou het om de helft gaan.
Slechts 19 % van de leerlingen volgt katholieke godsdienst in het lager onderwijs (met de vaststelling dat dit in het secundair veel minder is dan in het lager onderwijs) en 29 procent kiest
voor niet-confessionele zedenleer. Te Brussel (2013) zitten ook de orthodoxe en de protestantse godsdiensten in de lift. Hoewel beperkt in aantal (364 leerlingen) is er sprake van een
verdubbeling ten opzichte van acht jaar geleden. 10 Migratiestromen liggen aan de basis van
deze evolutie. Zo heeft de migratie uit de Oostbloklanden een toename van de vraag naar
lessen orthodoxe godsdienst veroorzaakt. Vooral het officieel onderwijs staat hier andermaal
voor een uitdaging.
Onderwijsverantwoordelijken wijzen op de problemen: de kwaliteit van het onderwijs staat
onder druk en het is niet gemakkelijk om geschikte, gediplomeerde, leerkrachten te vinden.
De versplintering van de opdracht werkt bovendien niet echt bevorderlijk en zorgt voor organisatorische problemen.
Een bijdrage (Brussels Studies, Nummer 70, 29 augustus 2013) “BSI Synthesenota. Het onderwijs in Brussel: een complex crisisbeheer” onderstreept hoe de opvang van een groeiende
multiculturele (en multireligieuze) bevolking aan vele domeinen van het schoolleven (relaties
tussen ouders en leerkrachten, gemengde scholen, lessen lichamelijke opvoeding, kantines,
schoolreizen, …) knaagt.
De auteurs van deze studie onderstrepen echter ook dat wat de levensbeschouwelijke cursussen betreft, er te Brussel een duidelijk probleem is m.b.t. de keuze tussen verschillende opties
in het officiële onderwijs en de afwezigheid van alternatieven voor de lessen godsdienst in het
confessionele vrije onderwijs. Ook de institutionele aanwezigheid van één enkele religieuze
dominerende overtuiging (die vaak hoofdzakelijk islamitisch is), in een plurale omgeving, zorgt
voor spanningsvelden. Zij wijzen er op dat de cursus islamitische godsdienst door 24% van de
leerlingen in de Franstalige Brusselse scholen wordt gevolgd en dat dit voor wat het officiële
onderwijs betreft zo goed als over 50 % van de leerlingen gaat.
De trend te Brussel is duidelijk. Minister Smet onderstreepte, enige tijd geleden nog in het
Parlement, dat voor wat het Nederlandstalig officieel onderwijs betreft de stijging van het
percentage islamleerlingen en de daling van het aantal leerlingen katholieke godsdienst een
feit is. Hij wees ook op de daling van het aantal leerlingen niet - confessionele zedenleer.
Cijfermatig is het aantal leerlingen israëlitische godsdienst, zowel in het basisonderwijs als in
het secundair onderwijs, te verwaarlozen. Deze leerlingen zijn voornamelijk terug te vinden in
de Joodse scholen in Antwerpen. Onopvallende stijger is de les protestantse godsdienst in het
lager onderwijs, maar ook in het secundair onderwijs. Ook het aantal leerlingen anglicaanse
en orthodoxe godsdienst gaat er en in het lager onderwijs en in het secundair onderwijs lichtjes vooruit. Cultuurbeschouwing is te “verwaarlozen”.
10
1 % van de kinderen volgt orthodoxe godsdienst, 4 % kiest voor protestants onderwijs.
36
Cijferreeksen
In de hiernavolgende cijferreeksen geven we een idee van de situatie voor het schooljaar
2011 – 2012 voor de diverse levensbeschouwingen. We splitsen op (gemeenschapsonderwijs, privaatrechtelijk onderwijs…).11 Hierbij geven eerst een idee van de toestand
2011/2012 voor alle levensbeschouwingen; In een tweede reeks beperken we ons tot de
drie levensbeschouwingen met cijferreeksen voor de periode 2002/2003 – 2011/2012
(Vlaanderen en vervolgens Vlaams - Brabant). Ten slotte focussen we op Vilvoorde (20022013.
Overzicht 2011/2012 alle levensbeschouwingen
Schoolbevolking / Schooljaar
Gewoon lager gemeenschapsonderwijs
Gewoon lager privaatrechtelijk onderwijs
Gewoon lager provinciaal onderwijs
Gewoon lager gemeenteonderwijs
2011/2012
Katholiek Protestant Israëlisch Islamitisch Orthodox Anglicaans Zedenleer Cultuur Vrijgesteld Totaal
22.226
1.035
25
11.421
280
4
19.227
0
724
54.942
236.325
886
1.233
1.316
0
0
218
2.830
2
242.810
175
1
0
0
0
0
53
0
0
229
53.961
1.137
23
12.387
240
9
20.796
0
162
88.715
Buitengewoon lager gemeenschapsonderwijs
Buitengewoon lager privaatrechtelijk onderwijs
Buitengewoon lager provinciaal onderwijs
Buitengewoon lager gemeenteonderwijs
4.160
16.456
495
2.115
139
84
9
75
1
22
0
1
912
60
53
941
8
0
0
19
1
1
0
0
1.533
297
117
769
0
129
0
0
46
1
1
2
6.800
17.050
675
3.922
Gewoon secundair gemeenschapsonderwijs
Gewoon secundair privaatrechtelijk onderwijs
Gewoon secundair provinciaal onderwijs
Gewoon secundair gemeenteonderwijs
18.576
312.912
5.835
5.993
1.080
0
126
229
33
729
6
7
11.482
713
1.446
3.610
333
0
43
161
7
0
0
1
39.951
454
5.460
8.415
0
1.091
0
0
1.265
1
310
148
72.727
315.900
13.226
18.564
Buitengewoon secundair gemeenschapsonderwijs
Buitengewoon secundair privaat onderwijs
Buitengewoon secundair provinciaal onderwijs
Buitengewoon secundair gemeenteonderwijs
Totaal
2.480
12.186
154
620
72
3
1
25
6
0
0
0
483
23
5
610
5
0
0
7
0
0
0
1
1.841
98
136
509
0
94
0
0
17
0
1
1
4.904
12.404
297
1.773
854.938
Uit deze gegevens blijkt dat in het schooljaar 2011-2012 in totaal 854.938 leerlingen school
hebben gelopen en dit in het lager en in het secundair onderwijs. In totaal volgden zowat 4 op
de 5 leerlingen de lessen rooms – katholieke godsdienst. Net geen 100.000 leerlingen volgde
de lessen niet – confessionele zedenleer. In totaal volgden dan weer 45.462 leerlingen de les
islamitische godsdienst. De overige denominaties zijn, in aantal, te verwaarlozen. Dit is ook zo
voor de vrijstellingen (2.681) en het vak “cultuurbeschouwing (4.144).
Er zijn, in de periode 2002 -2003 tot en met 2011 – 2012, duidelijke trends af te leiden. Globaal
genomen kan men vaststellen dat het totaal aantal leerlingen de laatste jaren daalde. De daling voor de les rooms – katholieke godsdienst valt op. Het aantal vrijstellingen daalde eveneens. Orthodoxe en protestantse religie stijgen langzaam. Het aantal leerlingen islamitische
godsdienst stijgt behoorlijk. Het vak “cultuurbeschouwing” blijft aanwezig al is het in % uitgedrukt “beperkt” te heten 0,48 %).
11
37
De bewerkte gegevens zijn beschikbaar voor de periode 2002 – 2003 tot en met 2011 – 2012.
Overzichtenreeks rooms – katholieke godsdienst, islamische godsdienst en niet - confessionele zedenleer 2002 -2003 tot en met 2011
– 2012
Schoolbevolking / Schooljaar
Gewoon lager gemeenschapsonderwijs
Gewoon lager privaatrechtelijk onderwijs
Gewoon lager provinciaal onderwijs
Gewoon lager gemeenteonderwijs
2002/2003 2003/2004 2004/2005 2005/2006 2006/2007 2007/2008 2008/2009 2009/2010 2010/2011 2011/2012
Katholiek Katholiek Katholiek Katholiek Katholiek Katholiek Katholiek Katholiek Katholiek Katholiek
29.303
28.558
27.171
26.274
25.510
24.978
24.304
23.642
23.126
22.226
251.711
248.960
245.209
242.042
240.266
237.935
236.043
234.024
234.527 236.325
188
184
197
210
220
208
198
198
185
175
66.601
64.132
62.854
60.918
60.257
59.151
57.493
56.429
54.896
53.961
Buitengewoon lager gemeenschapsonderwijs
Buitengewoon lager privaatrechtelijk onderwijs
Buitengewoon lager provinciaal onderwijs
Buitengewoon lager gemeenteonderwijs
4.049
16.376
509
2.520
4.115
16.347
506
2.453
4.031
16.263
521
2.324
4.033
16.143
555
2.221
4.003
16.082
560
2.166
4.050
16.199
560
2.154
4.158
16.302
552
2.114
4.165
16.221
550
2.142
4.190
16.414
545
2.151
4.160
16.456
495
2.115
Gewoon secundair gemeenschapsonderwijs
Gewoon secundair privaatrechtelijk onderwijs
Gewoon secundair provinciaal onderwijs
Gewoon secundair gemeenteonderwijs
19.289
314.315
6.495
7.107
19.473
320.259
6.518
6.998
19.623
325.920
6.481
6.961
19.572
329.682
6.386
6.929
19.531
329.550
6.509
6.676
19.182
328.516
6.498
6.525
18.957
326.208
6.463
6.585
19.050
320.548
6.322
6.449
18.895
316.401
6.099
6.202
18.576
312.912
5.835
5.993
Buitengewoon secundair gemeenschapsonderwijs
Buitengewoon secundair privaatrechtelijk onderwijs
Buitengewoon secundair provinciaal onderwijs
Buitengewoon secundair gemeenteonderwijs
Schoolbevolking / Schooljaar
Gewoon lager gemeenschapsonderwijs
Gewoon lager privaatrechtelijk onderwijs
Gewoon lager provinciaal onderwijs
Gewoon lager gemeenteonderwijs
Buitengewoon lager gemeenschapsonderwijs
Buitengewoon lager privaatrechtelijk onderwijs
Buitengewoon lager provinciaal onderwijs
Buitengewoon lager gemeenteonderwijs
Gewoon secundair gemeenschapsonderwijs
Gewoon secundair privaatrechtelijk onderwijs
Gewoon secundair provinciaal onderwijs
Gewoon secundair gemeenteonderwijs
Buitengewoon secundair gemeenschapsonderwijs
Buitengewoon secundair privaatrechtelijk onderwijs
Buitengewoon secundair provinciaal onderwijs
Buitengewoon secundair gemeenteonderwijs
Schoolbevolking / Schooljaar
Gewoon lager gemeenschapsonderwijs
Gewoon lager privaatrechtelijk onderwijs
Gewoon lager provinciaal onderwijs
Gewoon lager gemeenteonderwijs
1.861
1.920
2.066
2.138
2.177
2.264
2.326
2.341
2.426
2.480
10.304
10.551
10.948
11.167
11.437
11.405
11.530
11.816
11.990
12.186
170
162
149
174
163
162
145
132
158
154
672
669
644
665
659
665
674
661
669
620
731.470
731.805
731.362
729.109
725.766
720.452
714.052
704.690
698.874 694.669
2002/2003 2003/2004 2004/2005 2005/2006 2006/2007 2007/2008 2008/2009 2009/2010 2010/2011 2011/2012
Islamitisch Islamitisch Islamitisch Islamitisch Islamitisch Islamitisch Islamitisch Islamitisch Islamitisch Islamitisch
6.295
6.398
6.800
7.041
7.408
7.899
8.716
9.484
10.300
11.421
1.173
1.144
1.072
1.124
1.135
1.159
1.282
1.322
1.285
1.316
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
5.549
5.933
6.215
6.616
7.318
8.117
8.846
9.859
11.179
12.387
439
10
3
392
450
11
1
419
488
20
1
447
536
24
1
613
542
28
1
653
583
27
1
736
654
39
15
803
717
51
22
847
783
60
49
923
912
60
53
941
5.968
1
940
2.125
6.708
0
993
2.230
7.135
283
986
2.549
7.668
489
1.027
2.606
8.247
554
1.003
2.691
8.732
657
1.097
2.897
9.288
760
1.210
3.133
10.035
749
1.236
3.204
10.607
791
1.251
3.404
11.482
713
1.446
3.610
228
226
232
268
283
300
310
364
389
483
11
16
10
16
23
20
23
25
24
23
9
10
4
1
1
0
0
3
1
5
396
420
424
428
463
472
489
528
599
610
23.539
24.959
26.666
28.458
30.350
32.697
35.568
38.446
41.645
45.462
2002/2003 2003/2004 2004/2005 2005/2006 2006/2007 2007/2008 2008/2009 2009/2010 2010/2011 2011/2012
Zedenleer Zedenleer Zedenleer Zedenleer Zedenleer Zedenleer Zedenleer Zedenleer Zedenleer Zedenleer
18.382
18.567
18.376
18.455
18.505
18.468
18.157
18.096
18.577
19.227
195
224
238
219
217
209
210
216
216
218
7
11
16
28
38
37
33
34
44
53
16.885
17.399
17.841
18.251
18.451
18.552
18.687
18.688
19.391
20.796
Buitengewoon lager gemeenschapsonderwijs
Buitengewoon lager privaatrechtelijk onderwijs
Buitengewoon lager provinciaal onderwijs
Buitengewoon lager gemeenteonderwijs
1.126
267
76
800
1.152
258
77
811
1.188
249
83
810
1.211
250
95
663
1.283
248
103
694
1.293
269
116
688
1.338
261
127
690
1.395
275
116
691
1.431
291
99
712
1.533
297
117
769
Gewoon secundair gemeenschapsonderwijs
Gewoon secundair privaatrechtelijk onderwijs
Gewoon secundair provinciaal onderwijs
Gewoon secundair gemeenteonderwijs
40.840
485
5.421
10.735
41.919
461
5.648
11.040
42.366
464
5.753
10.845
42.660
458
5.579
10.665
42.187
463
5.583
10.377
41.872
476
5.615
10.173
41.568
466
5.575
9.801
41.444
438
5.546
9.117
40.789
450
5.474
8.680
39.951
454
5.460
8.415
Buitengewoon secundair gemeenschapsonderwijs
Buitengewoon secundair privaatrechtelijk onderwijs
Buitengewoon secundair provinciaal onderwijs
Buitengewoon secundair gemeenteonderwijs
1.348
199
97
602
97.465
1.359
221
115
595
99.857
1.457
206
124
557
100.573
1.499
222
125
544
100.924
1.499
210
154
557
100.569
1.530
210
153
515
100.176
1.556
215
154
513
99.351
1.642
208
147
497
98.550
1.732
195
146
497
98.724
1.841
98
136
509
99.874
Een vergelijking tussen de cijfers 2011-2012 en de cijfers van de voorgaande jaren (reeks teruggaand tot 2001-2002) toont aan dat de daling voor het vak rooms – katholieke godsdienst
vaak hoger ligt dan het dalingspercentage van de schoolpopulatie. Voor 2002 - 2003 telde men
731.470 leerlingen rooms – katholieke godsdienst op een totale populatie van 866.289 leerlingen. Hiermede haalt men 84 % van de leerlingen binnen. Voor het schooljaar 2011 – 2012
38
telt men 694.669 leerlingen rooms - katholieke godsdienst op een populatie van 854.938 leerlingen. De daling in absolute aantallen is evident. Dit is echter te nuanceren in die zin dat de
daling van het aantal leerlingen rooms – katholieke godsdienst vooral waarneembaar is in het
lager onderwijs.
Het aantal leerlingen islamitische godsdienst kende dan weer een sterke toename, nml. van
23.539 in 2002-2003 tot 45.462 in 2001-2012. Anders gesteld: er is een stijging van 2,7 % tot
5,3 %.
Het vak zedenleer met 97.465 leerlingen in 2002 -2003 steeg lichtjes en noteerde in 20112012 in totaal 99.874 leerlingen. In % uitgedrukt is er een lichte stijging van 11,2 % tot 11,6 %.
Lager onderwijs en middelbaar onderwijs vertonen elk specifieke trends. Het aantal leerlingen
rooms – katholieke godsdienst blijft in het secundair onderwijs relatief stand houden. Niet –
confessionele zedenleer zit in de lift (ruim de helft volgt zedenleer). In het secundair onderwijs
krijgen we vaak een ander beeld. Islamonderricht kent zowel in het lager, als in het secundair
onderwijs een sterke toename. Deze stijging is goed te merken in het basisonderwijs.
Cijferreeksen Vlaams – Brabant 2002/2003 – 2011/2012
De hiernavolgende reeksen geven een idee – in absolute aantallen – van de ontwikkelingen in
de periode 2002-2003 tot en met 2011-2012 voor de drie belangrijkste denominaties.
Schoolbevolking / Schooljaar
Gewoon lager gemeenschapsonderwijs
Gewoon lager privaatrechtelijk onderwijs
Gewoon lager provinciaal onderwijs
Gewoon lager gemeenteonderwijs
Buitengewoon lager gemeenschapsonderwijs
Buitengewoon lager privaatrechtelijk onderwijs
Buitengewoon lager provinciaal onderwijs
Buitengewoon lager gemeenteonderwijs
Gewoon secundair gemeenschapsonderwijs
Gewoon secundair privaatrechtelijk onderwijs
Gewoon secundair provinciaal onderwijs
Gewoon secundair gemeenteonderwijs
Buitengewoon secundair gemeenschapsonderwijs
Buitengewoon secundair privaatrechtelijk onderwijs
Buitengewoon secundair provinciaal onderwijs
Buitengewoon secundair gemeenteonderwijs
Schoolbevolking / Schooljaar
Gewoon lager gemeenschapsonderwijs
Gewoon lager privaatrechtelijk onderwijs
Gewoon lager provinciaal onderwijs
Gewoon lager gemeenteonderwijs
Buitengewoon lager gemeenschapsonderwijs
Buitengewoon lager privaatrechtelijk onderwijs
Buitengewoon lager provinciaal onderwijs
Buitengewoon lager gemeenteonderwijs
Gewoon secundair gemeenschapsonderwijs
Gewoon secundair privaatrechtelijk onderwijs
Gewoon secundair provinciaal onderwijs
Gewoon secundair gemeenteonderwijs
Buitengewoon secundair gemeenschapsonderwijs
Buitengewoon secundair privaatrechtelijk onderwijs
Buitengewoon secundair provinciaal onderwijs
Buitengewoon secundair gemeenteonderwijs
39
2002/2003
Katholiek
4.572
32.766
0
14.364
51.702
420
1.725
58
598
2.801
3.062
40.852
553
1.408
45.875
152
933
0
221
1.306
101.684
2002/2003
Zedenleer
3.003
0
0
3.475
6.478
140
35
15
114
304
6.535
0
437
1.320
8.292
83
34
0
144
261
15.335
2003/2004
Katholiek
4.617
32.415
0
13.932
50.964
424
1.731
67
579
2.801
3.062
41.964
556
1.424
47.006
156
929
0
215
1.300
102.071
2003/2004
Zedenleer
3.116
0
0
3.732
6.848
143
45
17
118
323
6.838
0
473
1.409
8.720
84
34
0
152
270
16.161
2004/2005
Katholiek
4.436
32.032
0
14.046
50.514
416
1.739
59
559
2.773
3.079
43.126
489
1.428
48.122
169
979
0
228
1.376
102.785
2004/2005
Zedenleer
2.999
0
0
3.914
6913
157
40
18
127
342
7.034
0
511
1.520
9.065
92
35
0
168
295
16.615
2005/2006
Katholiek
4.264
31.976
0
13.746
49.986
417
1.720
74
542
2.753
3.188
43.976
452
1.485
49.101
174
979
0
220
1.373
103.213
2005/2006
Zedenleer
3.077
0
0
4.069
7.146
154
36
19
119
328
6.943
0
458
1.609
9.010
91
51
0
159
301
16.785
2006/2007
Katholiek
4.254
31.803
0
13.716
49.773
403
1.773
70
519
2.765
3.324
44.131
449
1.440
49.344
174
945
0
213
1.332
103.214
2006/2007
Zedenleer
3.111
0
0
4.244
7.355
153
31
17
130
331
6.913
0
459
1.641
9.013
77
40
0
171
288
16.987
2007/2008
Katholiek
4.215
31.855
0
13.529
49.599
403
1.784
79
524
2.790
3.210
44.365
484
1.436
49.495
195
898
0
205
1.298
103.182
2007/2008
Zedenleer
3.098
0
0
4.419
7.517
167
38
21
151
377
7.106
0
409
1.613
9.128
79
42
0
160
281
17.303
2008/2009
Katholiek
4.119
31.791
0
13.300
49.210
415
1.775
77
535
2.802
3.193
44.477
464
1.470
49.604
192
876
0
206
1.274
102.890
2008/2009
Zedenleer
3.075
0
0
4.575
7.650
150
28
30
158
366
7.062
0
454
1.590
9.106
79
45
0
152
276
17.398
2009/2010
Katholiek
4.060
31.932
0
13.284
49.276
405
1.763
88
543
2.799
3.340
44.143
464
1.349
49.296
182
851
0
205
1.238
102.609
2009/2010
Zedenleer
3.013
0
0
4.652
7.665
162
28
19
150
359
7.267
0
458
1.311
9.036
88
35
0
160
283
17.343
2010/2011
Katholiek
4.025
32235
0
13012
49.272
436
1.807
73
532
2.848
3.286
44.027
428
1.327
49.068
205
886
0
206
1.297
102.485
2010/2011
Zedenleer
3.092
0
0
4.997
8.089
156
34
15
159
364
7.114
0
482
1.311
8.907
105
35
0
162
302
17.662
2011/2012
Katholiek
3.949
32.693
0
12.737
49.379
425
1.807
57
520
2.809
3.254
43.997
428
1.207
48.886
192
893
0
185
1.270
102.344
2011/2012
Zedenleer
3.099
0
0
5.332
8.431
183
39
8
186
416
7.053
0
490
1.339
8.882
129
33
0
162
324
18.053
Schoolbevolking / Schooljaar
Gewoon lager gemeenschapsonderwijs
Gewoon lager privaatrechtelijk onderwijs
Gewoon lager provinciaal onderwijs
Gewoon lager gemeenteonderwijs
Buitengewoon lager gemeenschapsonderwijs
Buitengewoon lager privaatrechtelijk onderwijs
Buitengewoon lager provinciaal onderwijs
Buitengewoon lager gemeenteonderwijs
Gewoon secundair gemeenschapsonderwijs
Gewoon secundair privaatrechtelijk onderwijs
Gewoon secundair provinciaal onderwijs
Gewoon secundair gemeenteonderwijs
Buitengewoon secundair gemeenschapsonderwijs
Buitengewoon secundair privaatrechtelijk onderwijs
Buitengewoon secundair provinciaal onderwijs
Buitengewoon secundair gemeenteonderwijs
2002/2003 2003/2004 2004/2005 2005/2006 2006/2007 2007/2008 2008/2009 2009/2010 2010/2011 2011/2012
Islamitisch Islamitisch Islamitisch Islamitisch Islamitisch Islamitisch Islamitisch Islamitisch Islamitisch Islamitisch
432
431
505
591
667
739
904
1.048
1.154
1.333
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
309
357
416
481
552
668
861
1.036
1.238
1.454
741
788
921
1.072
1.219
1.408
1.765
2.084
2.392
2.787
85
95
110
133
128
134
130
146
141
170
7
10
16
17
21
20
31
34
38
36
0
0
0
0
0
0
4
13
23
25
30
34
34
41
51
55
62
68
85
77
122
139
160
191
200
209
227
261
287
308
491
540
582
660
701
743
797
896
1.049
1.136
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
16
17
20
24
26
32
48
68
68
85
9
9
6
7
11
18
14
20
22
23
516
566
608
691
738
793
859
984
1.139
1.244
3
8
10
10
11
11
10
19
21
31
11
13
10
10
15
13
15
16
15
11
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
18
23
20
22
31
28
44
43
46
47
32
44
40
42
57
52
69
78
82
89
1.411
1.537
1.729
1.996
2.214
2.462
2.920
3.407
3.900
4.428
Er moet worden opgemerkt dat elke provincie eigen ontwikkelingen kent in functie van de
bevolkingsaanwas en de immigratiestromen (zie situatie Antwerpen, Limburg). De schoolbevolking kent in Vlaams – Brabant een stijging. Recente prognoses op het gebied van bevolkingsvooruitzichten 2007-2060 (Bron: Federaal Planbureau) zien niet enkel een belangrijke
bevolkingstoename voor de gehele provincie, maar een nog hogere bevolkingstoename voor
het arrondissement Halle-Vilvoorde. Deze demografische evolutie, is wat Vlaams – Brabant
betreft, niet zonder gevolgen (kinderopvang, onderwijsinstellingen …). Zo is, in de scholen in
Vlaams-Brabant, het aandeel leerlingen dat thuis geen Nederlands (Bron: Parlementaire
vraag) spreekt de afgelopen jaren aanzienlijk gestegen. In de scholen van Vlaamse rand rond
Brussel stijgt ook het aantal leerlingen dat gedomicilieerd is in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. In het basisonderwijs steeg dit tussen februari 2008 en februari 2011 van 15,7 naar 18,9
procent. In het secundair onderwijs steeg dit van 9,2 naar 11,5 procent. Ander onderzoek wijst
dan weer op een duidelijke stijging van het aantal buitenlanders (referentieperiode 19912008) in de provincie Vlaams-Brabant. Er is de voorbije jaren een ononderbroken stijging te
noteren wat het aantal personen geboren in de provincie, met een niet-Belgische nationaliteit
bij de geboorte, betreft. De stijging in Halle – Vilvoorde overtreft de stijging in de provincie
zelf en ligt duidelijk hoger dan in het arrondissement Leuven. (Bron: Rijksregister, verwerking
Steunpunt sociale planning provincie Vlaams-Brabant).
Daar de keuze voor een van de godsdiensten of de les niet - confessionele zedenleer momenteel, globaal genomen, ook de evolutie binnen de bevolkingssamenstelling weerspiegelt, zijn
ook hier belangrijke specifieke evoluties te verwachten. Zo kon al worden vastgesteld dat door
de instroom uit Polen het aantal leerlingen dat rooms-katholieke godsdienst volgt is toegenomen.
Vilvoorde 2002/2003 – 2012/2013
Wat het onderwijs te Vilvoorde betreft (Bron: Agentschap voor Onderwijsdiensten - AgODi)
zijn globaal genomen de hierboven aangegeven evoluties eveneens merkbaar.
Tussen 2002-2013 (met detailgegevens 2010-2013) is een stijging van het aantal leerlingen
van 2.291 tot 2.745 in het basisonderwijs te noteren.
Steeg de totale schoolpopulatie in deze periode met 20 %, dan is een sterke stijging voor wat
betreft de deelname aan de lessen islamitische godsdienst in het lager onderwijs te noteren.
Het aantal leerlingen rooms-katholieke godsdienst daalt lichtjes, idem dito voor wat het aantal
leerlingen niet – confessionele zedenleer betreft. Het aantal leerlingen protestantse godsdienst kent een stijging. Islamitische godsdienst en katholieke godsdienst (zie in dit geval ook
40
het onderwijsaanbod!) zijn absolute koplopers al is de ster van de rooms – katholieke godsdienst tanende.
Een ander beeld krijgt men voor wat de lessen in het secundair onderwijs betreft. In diezelfde
periode steeg het aantal leerlingen van 2.946 tot 3.636 (ook hier afgerond een stijging met 20
%). Hier zien we opnieuw een stijging van het aantal leerlingen islamitische godsdienst en (beperkt) niet- confessionele zedenleer. Opvallend is het aantal leerlingen dat protestantse godsdienst volgt. In verhouding tot de eigenlijke schoolpopulatie is hun aantal beperkt te heten.
Het aantal vrijstellingen (in absolute aantallen beperkt ) valt ook op. In het secundair onderwijs
doet de cursus niet – confessionele zedenleer het relatief goed. Katholieke godsdienst (zie
eveneens het onderwijsaanbod!) blijft standhouden en scoort eveneens goed.
Basisonderwijs
2002-2003
2010-2011
2011-2012
2012-2013
ISLAMITISCHE GODSDIENST
353
757
831
885
KATHOLIEKE GODSDIENST
1523
1421
1410
1423
379
371
390
381
NIET-CONFESSIONELE ZEDENLEER
ORTHODOXE GODSDIENST
PROTESTANTSE GODSDIENST
VRIJSTELLING
1
1
3
1
27
39
41
53
8
1
2
2
2291
2590
2677
2745
Secundair onderwijs
2002-2003
ISLAMITISCHE GODSDIENST
2010-2011
2011-2012
2012-2013
193
416
410
425
2020
2115
2133
2129
711
962
969
1005
ORTHODOXE GODSDIENST
2
2
0
1
PROTESTANTSE GODSDIENST
8
29
23
29
KATHOLIEKE GODSDIENST
NIET-CONFESSIONELE ZEDENLEER
VRIJSTELLING
12
32
40
47
2946
3556
3575
3636
Enkele kostprijselementen
De loonkosten nemen jaar na jaar toe.12 Knelpunt is zeker de kostprijs van de organisatie voor
de lessen van de kleinere godsdiensten. Zo is bijvoorbeeld de kostprijs van de organisatie van
de lessen Anglicaanse godsdienst, die in 2011-2012 in Vlaanderen 15 leerlingen in het basisonderwijs en 9 in het secundair onderwijs telde, “duur” te heten (loonkost groot 49.432 € voor
het aan 24 leerlingen gedurende 2 lesuren per week).
Hierna volgen de aantallen personeelsleden en de loonkost van de levensbeschouwelijke vakken voor het schooljaar 2012-2013. Voor het aantal personeelsleden wordt het hele schooljaar bekeken, inclusief de vervangingen. Voor de loonkost wordt gebruik gemaakt van de
gemiddelde loonkost op 1 februari, geëxtrapoleerd voor het hele schooljaar. Zoals blijken zal
zijn ook de loonkosten niet onaardig (gestegen). In het totaal bedroegen ze voor het schooljaar
12
41
Begrotingstechnisch is het zo dat de middelen voor de lonen van het onderwijspersoneel verhogen in 2014
met 22,2 miljoen € in vergelijking met 2013. Deze verhogingen worden verantwoord door budgettaire meerkosten van de vergrijzing van het lerarenkorps en een (stijgende) leerlingenevolutie.
De uitgaven voor werkingsmiddelen stijgen eveneens en worden geraamd op 18,5 miljoen €. In het basisonderwijs bedraagt deze stijging 11,2 miljoen € waartegen bij het secundair onderwijs en de internaten een stijging
wordt genoteerd van respectievelijk 7 miljoen € en 0,3 miljoen €.
2011-2012 voor alle netten samen 76.443.339 € voor het basisonderwijs en 189.588.521 €
voor het secundair onderwijs, samen dus goed voor 266.031.860 € voor één schooljaar. De
hiernavolgende gegevensreeksen geven een overzicht van de kost voor het schooljaar 2012 2013. Hieruit zal blijken dat de totale loonkost kost opgelopen is tot 79.553.561 € voor het
lager onderwijs en 193.741.561 € voor het secundair onderwijs. In totaal is dus 273.295.000 €
voor één jaar.
42
Lager onderwijs
Type onderwijs
Basisonderwijs
Gemeenschapsonderwijs
Vrij gesubsidieerd onderwijs
Officieel gesubsidieerd onderwijs
Andere
Totaal
Basisonderwijs
Gemeenschapsonderwijs
Vrij gesubsidieerd onderwijs
Officieel gesubsidieerd onderwijs
Andere
Totaal
Basisonderwijs
Gemeenschapsonderwijs
Vrij gesubsidieerd onderwijs
Officieel gesubsidieerd onderwijs
Andere
Totaal
Basisonderwijs
Gemeenschapsonderwijs
Vrij gesubsidieerd onderwijs
Officieel gesubsidieerd onderwijs
Andere
Totaal
Basisonderwijs
Gemeenschapsonderwijs
Vrij gesubsidieerd onderwijs
Officieel gesubsidieerd onderwijs
Andere
Totaal
Basisonderwijs
Gemeenschapsonderwijs
Vrij gesubsidieerd onderwijs
Officieel gesubsidieerd onderwijs
Andere
Totaal
Basisonderwijs
Gemeenschapsonderwijs
Vrij gesubsidieerd onderwijs
Officieel gesubsidieerd onderwijs
Andere
Totaal
Basisonderwijs aantal leerkrachten
en totale loonkost
Levensbeschouwing
Katholieke godsdienst
Aantal Loonkost
Aantal
Cor Aantal Loonkost
360
152
789
1
1302
11.339.140
3.056.311
18.666.221
30.141
33.091.813
1302
4
0
3
0
7
17.757
0
14.577
0
32.334
7
139 2.782.663
6
58.670
158 3.298.659
1
3.180
304 6.143.172
304
225 6.143.172
40
721.465
0
0
39
565.074
0
0
79 1.286.539
79
52 1.286.539
252 5.527.507
21
431.655
272 6.345.076
2
34.263
547 12.338.501
547
428 12.338.501
1223 33.091.813
Anglicaanse godsdienst
5
Orthodoxe godsdienst
Islamtische godsdienst
Israëlitische godsdienst
9
35
13
0
57
76.786
310.472
111.386
0
498.644
57
356 10.686.718
15
287.502
447 15.158.197
1
30.141
819 26.162.558
819
684 26.162.558
3.115
2.664 79.553.561
47
498.644
Niet-confessionele zedenleer
De loonkost voor de personeelsleden in het lager onderwijs belast met de levensbeschouwelijke lessen steeg tussen het jaar 2007 - 2008 van 65.239.337 € tot het bedrag van 79.553.560
€ voor het jaar 2012 - 2013. Dit is op 5 jaar een stijging met 19 %.
43
32.334
Protestantse godsdienst
Secundair onderwijs
Type onderwijs
Secundair Onderwijs
Gemeenschapsonderwijs
Vrij gesubsidieerd onderwijs
Officieel gesubsidieerd onderwijs
Andere
Totaal
Secundair Onderwijs
Gemeenschapsonderwijs
Vrij gesubsidieerd onderwijs
Officieel gesubsidieerd onderwijs
Andere
Totaal
Secundair Onderwijs
Gemeenschapsonderwijs
Vrij gesubsidieerd onderwijs
Officieel gesubsidieerd onderwijs
Andere
Totaal
Secundair Onderwijs
Gemeenschapsonderwijs
Vrij gesubsidieerd onderwijs
Officieel gesubsidieerd onderwijs
Andere
Totaal
Secundair Onderwijs
Gemeenschapsonderwijs
Vrij gesubsidieerd onderwijs
Officieel gesubsidieerd onderwijs
Andere
Totaal
Secundair Onderwijs
Gemeenschapsonderwijs
Vrij gesubsidieerd onderwijs
Officieel gesubsidieerd onderwijs
Andere
Totaal
Secundair Onderwijs
Gemeenschapsonderwijs
Vrij gesubsidieerd onderwijs
Officieel gesubsidieerd onderwijs
Andere
Totaal
Secundair Onderwijs
Gemeenschapsonderwijs
Vrij gesubsidieerd onderwijs
Officieel gesubsidieerd onderwijs
Andere
Totaal
Secundair onderwijs aantal leerkrachten
en totale loonkost
Levensbeschouwing
Katholieke godsdienst
Aantal Loonkost
458 17.099.909
4.097 125.937.112
213 7.179.286
16
205.807
4.784 150.422.114
Aantal Cor Aantal Loonkost
4.784
4.709 150.422.114
Anglicaanse godsdienst
2
0
0
0
2
19.430
0
0
0
19.430
2
2
19.430
141
2
74
2
219
3.759.409
10.640
1.373.680
28.361
5.172.090
219
173
5.172.090
44
0
26
1
71
1.169.014
0
485.745
12.775
1.667.534
71
52
1.667.534
215 7.458.956
12
148.275
105 2.939.605
5
124.304
337 10.671.140
337
Protestantse godsdienst
Orthodoxe godsdienst
Islamtische godsdienst
301 10.671.140
Israëlitische godsdienst
14
17
6
0
37
155.075
312.189
75.837
0
543.101
37
502 17.653.100
7
170.560
227 7.237.497
0
0
736 25.061.157
736
31
543.101
Niet-confessionele zedenleer
701 25.061.157
Cultuurbeschouwing
1
57
0
0
58
3.440
181.888
0
0
185.328
58
6.244
58
185.328
6.027 193.741.894
44
De loonkost voor de personeelsleden in het secundair onderwijs belast met de levensbeschouwelijke lessen steeg tussen het jaar 2007 - 2008 van 171.017.432 € tot het bedrag van
193.741.895 € voor het jaar 2012 - 2013. Dit is op 5 jaar een stijging met 12 %.
Sinds het schooljaar 2008-2009 wordt aan het gemeenschapsonderwijs (GO!) en het officieel
gesubsidieerd onderwijs (OGO) in de werkingstoelagen ook een vast bedrag per leerling toegekend voor de organisatie van de levensbeschouwelijke vakken.
De gegevens hierna geven het totaal bedrag weer dat het onderwijsnet GO! voor het jaar
2012 – 2013 ontving en zelf verdeelt onder de scholen van het GO!. Het totaal bedrag van het
OGO staat voor de som van de bedragen die de scholen van het OGO ontvingen zoals deze
berekend werden door het Agentschap voor Onderwijsdiensten. Voor beide onderwijsnetten
kreeg elke leerling per schooljaar een zelfde bedrag, ongeacht de onderwijsvorm waarin de
leerling ingeschreven is. We brengen de gegevens samen voor het lager onderwijs en voor het
secundair onderwijs en dit opgesplitst voor het GO! en voor het OGO.
Voor wat het gewoon basisonderwijs betreft werd er in totaal voor het schooljaar 2012 – 2013
voor het GO! een bedrag van 1.653.567 € en voor het OGO een bedrag van 2.708.997 € voorzien. Voor wat het buitengewoon gewoon basisonderwijs betreft werd er in totaal voor het
schooljaar 2012 – 2013 voor het GO! een bedrag van 388.619 € en voor het OGO een bedrag
van 271.962 € voorzien.
Voor wat het gewoon secundair betreft er in totaal voor het schooljaar 2012 – 2013 voor het
GO! een bedrag van 3.215.422 € en voor het OGO een bedrag van 1.459.036 € voorzien. Voor
wat het buitengewoon secundair betreft er in totaal voor het schooljaar 2012 – 2013 voor het
GO! een bedrag van 301.968 € en voor het OGO een bedrag van 154.759 € voorzien. Ter vergelijking: in 2011-2012 werd zo 4.857.890 € toegekend aan het basisonderwijs en 4.997.131 €
aan het secundair onderwijs, los van de loonkosten dus.
Ter overweging
De instroom van talrijke nieuwkomers in het leerplichtonderwijs is niet vrijblijvend. De scholenbouwproblematiek (men moet eerder spreken van containerbouw) en de overal opduikende inschrijvingswachtrijen spreken wellicht het meest tot de verbeelding. Er zijn echter ook gevolgen op het vlak van
het levensbeschouwelijk onderricht. Nieuwe spelers melden zich aan op de levensbeschouwelijke
markt en hun aandeel neemt jaar na jaar toe. Van een dominant rooms-katholieke strekking is minder
en minder te merken. Kanttekening: vaak wordt verwezen naar de groeiende secularisering. Dit vertaalt zich niet in een explosieve toename van het aantal leerlingen niet – confessionele zedenleer.
De bestaande verhoudingen wat de keuzes voor een levensbeschouwelijk vak betreft worden dus herschikt en deze ontwikkelingen zorgen zelfs – in functie van de toename van een bepaalde populatie –
voor (lokale) verrassingen.
Voor de scholen zijn er de gekende organisatorische problemen (een plaats voor elke leerling) en de
uitdagingen betreffende het garanderen van de keuze van de ouders voor een levensbeschouwing
(een leerkracht en accommodatie voor elke overtuiging, ongeacht het leerlingenaantal). Rekening houdende met de versplintering van de keuze, de (soms deeltijdse) opdracht van de onderwijzers en leerkrachten, vraagt men aan de onderwijsinstellingen om bovennatuurlijke (sic) organisatorische talenten
ten toon te spreiden. De kwaliteit van de omkadering garanderen is niet steeds even evident (zie opleiding islamleerkrachten of leerkrachten afkomstig uit het buitenland.
De decreetgever verplicht de officiële onderwijsinstellingen en dit zowel in het in het basisonderwijs
als in het secundair onderwijs, wekelijks twee lesuren voor te behouden voor de levensbeschouwelijke
45
vakken en de leerlingen, voor deze vakken, (op hetzelfde ogenblik, liefst geen blokuren) per levensbeschouwing op te delen. Het officiële onderwijs krijgt – organisatorisch - een zware last te torsen. “Dein
Verlust is mein Gewinn” denkt men dan ook vaak in bepaalde middens.
Ook de kostprijs van deze levensbeschouwelijke diversiteit baart terecht zorgen. Om aan de gestegen
(en steeds maar stijgende) diversiteit te voldoen moeten scholen uit hun “reserves” putten. Vooral de
kleinere denominaties zijn, verhoudingsgewijs, zeer duur te heten. En, kies je niet voor de meest populaire godsdienst, zo blijkt uit een parlementaire vraag, dan levert de overheid geen pedagogische
garantie.
Niet alle levensbeschouwelijk onderwijs loopt daarenboven via het schoolse circuit. Los van het reguliere onderwijscircuit bestaan er bijvoorbeeld ook heel wat koranscholen in ons land. In antwoord op
een parlementaire vraag daterende van 2010 werd erkend dat het niet mogelijk bleek een exact cijfer
te geven betreffende het aantal koranscholen in België. Gelet op het feit dat uit een koranschool bijna
altijd gekoppeld is aan een moskee werd geschat dat er zo’n 270 koranscholen zijn. Enige tijd geleden
was er ook een discussie over het toelaten van Joods-chassidische bijbelscholen en de oprichting (toepassing gelijkheidsbeginsel) van shariascholen. En, er zijn ook aanwijzingen dat het thuisonderwijs aan
belang wint. In antwoord op een parlementaire vraag werd medegedeeld dat daar waar voor het
schooljaar 2000-2001 er 195 leerlingen “thuisonderwijs” volgden dit in 2009-2010 steeg tot 910 leerlingen om voor het schooljaar 2010-2011 op 937 leerlingen en in 2011-2012 op 974 leerlingen uit te
komen. Er zijn regionale verschillen te merken.
De belangrijkste kritiek heeft betrekking op de fundamenten zelf van de huidige regeling.
Het “compromis” tussen katholieken en vrijzinnigen (dat de basis vormde voor de schoolpactwet van
1959) en het hieruit resulterende levensbeschouwelijk onderwijs met dito afspraken tussen de netten,
wordt in vraag gesteld. Er is nood aan actualisering. Meer en meer gaan ook stemmen op om te komen
tot een opleiding die gemeenschappelijke fundamenten aanreikt. Cliteur heeft het hier over een “Moreel Esperanto”.
De huidige regeling legt inderdaad de nadruk op de verschillen, financiert en bevestigt deze verschillen.
Het Belgische levensbeschouwelijke landschap wijzigde echter grondig. Het gefinancierde diversiteitsdenken is dan ook een “vals plat”. De “global village” heeft immers ook zijn keerzijde. Er is een zich
terugtrekken in het “authentieke”, in de eigen (culturele) identiteit.
Een alternatief (zie het voorstel van de VLOR of het voorstel van Loobuyck) is niet onmiddellijk mogelijk. Er is ook tegenstand. Wil men een volwaardig alternatief introduceren en schoon schip maken met
eerdere verplichtingen dan dient vermoedelijk de Grondwet te worden gewijzigd.
De Raad van het GO! start met ingang van september 2014 met een eigen project. Het wil een andere
invulling van de levensbeschouwelijke vakken in de derde graad van het secundair onderwijs geven.
Naast een kennismaking met de levensbeschouwingen zullen de leerlingen ook een interlevensbeschouwelijke dialoog aangaan.
Misschien kan eens worden herinnerd aan de bedoelingen van de “founding fathers” van de initiële
opleiding moraalwetenschap (het curriculum werd later aangepast) aan de (toenmalige rijks-) universiteit Gent. Leo Apostel en Jaap Kruithof, betoogden herhaaldelijk dat het vak moraal een vak is voor
alle leerlingen. Men speelde in den beginne trouwens met de idee om deze opleiding onder te brengen
in de faculteit psychologische en pedagogische wetenschappen. Het werd echter vooral een kweekvijver voor leerkrachten niet – confessionele zedenleer “HSO”.
Het bestaande model lijkt niet enkel op organisatorische, financiële en inhoudelijke grenzen te botsen.
46
De vraag is ook welke prioriteiten men leggen wil. Naar aanleiding van een hoorzitting in het Vlaams
Parlement op 15 december 2011 werd, voor het stedelijke en gemeentelijke lager onderwijs, een raming van de kostprijs van deze “levensbeschouwelijke diversiteit” bekendgemaakt. Hieruit bleek dat
er 713 fulltime equivalenten nodig zijn om de levensbeschouwelijke vakken te geven. De kostprijs van
dit alles wordt geschat op 28 500 000 €. In de marge werd gewezen op het feit dat 1300 extra ambten
in het gehele kleuteronderwijs creëren een kost van 50.000.000 € betekende. Ondertussen zijn er andere uitdagingen in bijvoorbeeld de opvang en de zorgsector.
En misschien moet men ook eens dromen. De aanwezigheid van verschillende netten is een luxe en
zeker in een periode waarin overheidsgelden schaars zijn, is een herdenken van het systeem aangewezen.
Afspraken moeten ontstoft kunnen worden.
Alain Vannieuwenburg
Religieuze scholen
In 2009 werd er, naar aanleiding van de hoofdoekenrel , mee gedreigd moslimscholen op
te richten. Die idee werd toen behoorlijk unaniem door de politieke wereld, minister Smet
voorop, veroordeeld omdat ze de segregatie zouden bevorderen. Er werd verwezen naar de
uitspraak van voormalig Nederlands premier Balkenende, die dergelijke scholen “gevangenissen van achterstand” noemde.
Op 1 september 2013 is in Borgerhout de eerste “Marokkaanse” school, de
vrije basisschool Iqra, geopend. Pascal
Smet heeft daar geen probleem mee. Hij
ziet er een “projectschool” in , zoals de
Freinetscholen bijvoorbeeld. Nou, daar
valt op zijn minst over te discussiëren.
Waarom een moslimschool niet kon en een
Marokkaanse wel kan, is mij niet duidelijk ,
hoe lofwaardig het doel en de bekommernis om de leerachterstand van allochtone
kinderen ook is.
We zitten in Vlaanderen met een
opvallende situatie (vrijheid van onderwijs
oblige): een dikke 2/3 van alle kinderen lopen school in het vrij, gesubsidieerd onderwijs. Dat bestaat uit enkele protestantse
scholen, 14 of zo joodse scholen, minstens
één Turkse school (Lucerna, van de Gülenbeweging) en de rest zijn natuurlijk de katholieke scholen. Dus zo een 15-20 % van
47
de kinderen zitten in het GO. Voor Wallonië bleken cijfers niet zo snel te vinden.
Hoe is de situatie elders?
In Frankrijk is het net andersom. De grote
meerderheid van de scholen zijn écoles publiques, waar geen religieus onderricht
wordt gegeven - maar er wordt wel tijd
uitgetrokken om dit buiten de school te
doen. 83 % van de kinderen lopen daar
school. De rest zit in écoles privés sous contrat met overheidssteun. Dat zijn voor
meer dan 90% katholieke scholen, maar er
zijn ook joodse , protestantse, moslim- en
sikhscholen bij.
In Nederland heb je de openbare
scholen en de bijzondere scholen ( niet te
verwarren met ons BO) . Deze laatste zijn
gebaseerd op een religieuze of een opvoedkundige overtuiging (vb. Freinet of
Montessori). Bij de religieuze scholen heb
je protestantse (verschillende strekkingen)
, katholieke, islamitische , hindoeïstische
en joodse scholen. Ongeveer 2/3 van de
kinderen zitten op bijzondere scholen. Bijzondere scholen mogen leerlingen en docenten om principiële redenen weigeren,
openbare niet.
De vrijheid van onderwijs ter wille
mag sinds de Nederlandse schoolstrijd in
Nederland iedereen een school oprichten
en hebben alle scholen recht op evenveel
subsidies.
Dit aspect van de toestand in het
onderwijs lijkt noch in Nederland noch in
België een heel brandende aangelegenheid
te zijn. Waar de religieuze scholen wel de
humanisten ( en anderen) grote zorgen
baren is in Groot-Brittannië.
Ze heten daar faith schools. Het
zijn lagere en middelbare scholen die door
een kerk of religieuze organisatie beheerd
worden, maar door de Staat gefinancierd.
Vandaag zijn zowat 35% van de lagere
scholen religieuze scholen en 18% van de
secundaire. +/- 98% ervan zijn christelijk.
Maar het aantal van deze laatste
neemt toe en je krijgt dienovereenkomstig
ook steeds meer aanvragen voor gelijke behandeling door andere godsdiensten. De
verschillende godsdiensten zijn zo op weg
om de grootste beheerder van scholen te
worden , in een land waar 80% van de bevolking toegeeft niet echt godsdienstig te
zijn en niet eens 5% naar de kerk gaat (cfr.
Vlaanderen). Dergelijke scholen hebben altijd bestaan, maar hun aantal is snel gegroeid sinds in 2001 de Anglicaanse kerk en
de regering het op een akkoord gooiden
om steeds meer overheidsscholen aan de
kerk over te dragen!
Uit opiniepeilingen komt een contradictie tevoorschijn : bijna de helft van de
bevolking heeft bezwaar tegen het geven
van overheidsfinanciering voor deze scholen; maar vele ouders wensen hun kinderen ernaar toe te sturen “omdat die
scholen van betere kwaliteit zijn”. Dat laatste klopt misschien niet echt , al is er een
verklaring voor te bedenken. Er wordt flink
gediscrimineerd bij de toelating van kinderen : ouders moeten bewijzen (veinzen)
dat ze praktiserend zijn. Dus met een
briefje van de pastoor/dominee. In een
school met volledige overheidsfinanciering! Vele ouders hebben het er voor over
om dan maar naar de kerk te gaan. Maar :
dat blijken vooral ouders uit de welstellende middenklasse te zijn, waar kinderen ,
het is bekend, sowieso beter gestimuleerd
worden. Je krijgt zo een sociale selectie.
Een criterium hiervoor is in het VK het aantal kinderen die, vanwege de financiële situatie van de ouders, recht hebben op
gratis maaltijden in de school. Wel, daar
zijn er procentueel veel minder van in de
faith schools. Dat geldt ook voor kinderen
met speciale behoeften. Toeval? Je krijgt
dus discriminatie op basis van religieuze/etnische criteria én op basis van socio-culturele achtergrond. Dit werkt
segregatie in de hand, gebrekkige of geen
contacten en vriendschapsbanden tussen
verschillende groepen jongeren, met onbegrip en gebrek aan maatschappelijke cohesie tot gevolg. Ook de aanwerving van
personeel gebeurt op selectieve en discriminatoire manier. Een ander punt van bezorgdheid is dat er wellicht al eens een
loopje genomen wordt met het leerprogramma, met onderwerpen als de evolutieleer en seksuele opvoeding bijvoorbeeld
Britse humanistische organisaties
klagen aan dat deze discriminatie zo maar
getolereerd wordt. Vandaar hun “Fair admissions “ campagne die al een paar jaren
loopt en waar verschillende humanistische
verenigingen, progressieve religieuze organisaties en andere actiegroepen deel van
uit maken. Zij eisen dat door de overheid
gefinancierde scholen openstaan voor alle
kinderen. Vorig jaar heeft deze campagne
nogal wat weerklank gevonden in de Britse
pers. Er zijn al enkele successen geboekt.
48
Proportioneel zijn er in Engeland
minder religieuze scholen dan bij ons.
Doen de hierboven beschreven fenomenen
zich bij ons dan niet voor? Je leest bijvoorbeeld al eens wat over censuur van schoolboeken in een Joodse school in Antwerpen.
Boeken over creationisme wordt in grote
aantallen verspreid (weliswaar vanuit het
buitenland). Onze verenigingen zijn er
blijkbaar nogal gerust in - of vergis ik me?
Bronnen: British Humanist Association
www.humanism.org.uk
National Secular Society www.secularism.org.uk
The Guardian www.theguardian.com
Daily Telegraph www.telegraph.co.uk
deMensnu www.deMens.nu/
HVV www.h-vv.be/
www.rijksoverheid.nl
www.nationaleonderwijsgids.nl
www.ond.vlaanderen.be
www.laicite.be
www.humanistischverbond.nl
Tony Scott
Walk on water.
Ooit zei een van m’n leraars Engels dat dat ik een persoon was die op water liep. Toen ik
hem nadien vroeg wat hij daarmee bedoelde zei hij: “Lopen op water betekent: willen leven
zonder beperkingen.” Eigenlijk kreeg ik zo’n beetje onder m’n voeten omdat ik beweerde
iets te willen doen wat hem onmogelijk leek en dat ik bijgevolg ook niet hoorde te doen.
De uitdrukking ‘You walk on water’ zou dus
gelijk staan met iets te willen ondernemen
dat gedoemd is tot mislukking want men
kan, zeker als ongelovige, inderdaad niet
fysiek op het water lopen. Figuurlijk betekent het eerder dat je met iets bezig bent
wat op het eerste zicht niet kan worden opgelost of uitgevoerd.
Als we deze stelling vertalen binnen onze
eigen dagelijkse leefwereld en als we willen
leven zoals we dat nu kunnen dan dienen
we, bijvoorbeeld bij het werken aan een
probleem, van het perspectief uit te gaan
dat in feite alles kan worden gedaan of opgelost, ongeacht hoe hard of hoe onmogelijk dat kan lijken. Zo kan een schijnbaar
onmogelijke situatie of probleem gewoon
een unieke oplossing vereisen
Doorheen de afgelopen jaren luisterde ik,
veelal met enige scepsis, naar diverse filosofische ontboezemingen van allerlei pluimage en ik zocht dan al eens wat meer info
49
over de verschillende onderwerpen die aan
bod kwamen. Steeds opnieuw diende ik te
constateren dat te veel van “onze” literatuur enkel tot de minderheid onder ons
spreekt.
Het lijkt mij nodig dat we het atheïsme, humanisme en secularisme zouden moeten
promoten en normaliseren mede door gebruik te maken van populaire kunstvormen
allerhande. Een mooi voorbeeld hiervan
vond ik de 244 pagina’s tellende pennenvrucht van ene Cecil Bothwell met de titel
She Walks On Water
Een korte samenvatting:
Na de aardbeving van januari 2010 in Haïti,
word een meisje genaamd Annejoule wakker
met vreselijke hoofdpijn , haar huis ligt in puin,
haar moeder en broer zijn dood, en mysterieuze stemmen spreken tot haar.
Deze stemmen blijken van een school dolfijnen te zijn die zich in de nabijgelegen baai
bevinden. Ze communiceren telepathisch,
hoofdstukken zijn dan weer doorspekt met
hoewel Annejoule de eerste " Noisemaker
Creoolse uitdrukkingen) De dialoog in Na"(lawaaimaker , term van de dolfijnen voor
okis hoofdstukken is geschreven als een Ende mens) is welke die uitzendingen ontgelse vertaling uit het Japans. Het is een
vangt. Valt kort daarna de Japanse student
keuze die het lezen een beetje vertraagt en
Naoki van zijn fiets en als hij weer bijkomt,
wat verwarring toevoegt aan het verhaal.
kan ook hij de dolfijnen horen.
Maar gaandeweg begin je het totale effect
Hoewel Annejoule en Naoki in sterk vervan de onbekende frasering aan te voelen
schillende werelden wonen – zij is straaten ondervind je hoe de informatie op comarm,
ziek
en
plexe wijze tussen de perhongerlijdend; hij is omsonages wordt gedeeld.
ringd door vrienden, heeft
De communicatie tussen
een liefdevolle verloofde
mens en dolfijn behandelt
en bij afstuderen een
uitdagende thema’s: Wat
veelbelovende carrière is oud? Wat is een jaar?
toch vinden beiden troost
Wat is tijd? De dolfijnen
en steun door hun contact
willen het weten . De
met de dolfijnen- en vinmensen aan wie ze deze
den ze door de dolfijnen
vragen stellen worden
uiteindelijk elkaar .
stevig onder druk gezet
Water speelt op twee
om zulke vage begrippen
punten een belangrijke
uit te leggen. Net zoals de
rol. Een daarvan is de milimensen hebben de dieren
eubeweging en de duurhet moeilijk om uit te legzaamheid ervan, een
gen hoe ze in staat zijn de
ander is de invraagstelling
gedachten van de andere
van de religie. "Wat voor
zeedieren te lezen (die
‘n God maakt je ziek? Wat
vaak komisch, en met visvoor ‘n God verplettert
achtige en commerciële
She Walks On Water by Cecil Bothwell
arme en hongerige menjingles of teksten van popBrave Ulysses Books, 2013
ISBN: 978-1484009208
sen met aardbevingen en
songs gekruid zijn). Maar
(momenteel alleen in het Engels).
laat hen verdrinken tijuiteindelijk overwinnen
dens orkanen? Maar zelfs
liefde, samenwerking, geals Annejoule zich vragen over het geloof
deelde angst en twijfel, waardoor “She
begint te stellen, vindt ze antwoorden in de
Walks On Water” even boeiend als uniek is.
gemeenschap en een geïmproviseerde
“Een jonge vrouw in Haïti, een jonge man
agrarische school die uit de tragedie van de
in Japan, een vreemde samenloop van
aardbeving is ontstaan.
soorten, over de oceaan, over de hele weOok taal is een belangrijk onderdeel van
reld. Het begon allemaal met een aardbehet Water. Omdat Annejoule, Naoki en de
ving. Een verhaal van een onmetelijk
dolfijnen telepathisch converseren, zijn ze
verlies en een diepe liefde, het raadsel van
in staat om elkaar te begrijpen. Om de verde taalkunde, de beproeving van het geschillen in taal en manier van communiceloof, en de lyrische resonantie binnen de
ren te benadrukken, heeft Bothwell kleine
huidige popcultuur”
details toegevoegd (zo begint elk hoofdstuk met een datum, geschreven in het Japans of in het Frans; Annejoules
Guido Prieus
50
Interlevensbeschouwelijke wandeling in Vilvoorde.
Op 28 maart 2014 ontving het huisvandeMens in het VOC 4 klasgroepen van derdejaars leerlingen secundair als deeel van een interlevensbeschouwelijke wandeling te Vilvoorde. Initiatiefnemer KA Vilvoorde zorgt er op die manier voor dat de ondertussen jaarlijkse traditie
wordt verdergezet. Op 17/3 waren de vijfdejaars van het KA Grimbergen ook langs geweest.
Vilvoorde leent zich uitstekend voor
een activiteit als deze, gezien vele levensbeschouwelijke ereplaatsen en/of huizen
op en rond dit kleine grondgebied gegroepeerd zijn. Elk jaar zien we het aantal klasbezoeken stijgen. Zo vinden meer en meer
jongeren ook hun weg naar het huisvandeMens en het VOC.
Tijdens de wandeling maken de leerlingen
kennis met de eigenheid van verschillende
levensbeschouwingen en/of religies.
Wij nodigden hen uit om een interactief stellingenspel te spelen en vroegen
om aan de hand van uitspraken, foto’s en
filmpjes over specifieke thema’s (homorechten, abortus, uitbreiding van de euthanasiewetgeving,…) een eigen mening te
51
vormen, positie in te nemen op een denkbeeldige meningenlijn en hun stellingname
grondig te beargumenteren. Het spel
bracht dynamiek en dialoog op gang, waaruit zowel de verschillen als ook de gelijkenissen naar boven kwamen. Het
resulteerde in ‘Vrij onderzoek’ op kleine
schaal. Wij filterden er onze vrijzinnig humanistische uitgangspunten en waarden
uit die met respect en interesse werden beluisterd en ontvangen.
Met dank aan alle leerlingen!
Karlien Lorent
Levenseinde-info-momenten
Onze dienstverlening rond levenseindebeslissingen heeft zodanig succes dat we
de vraag amper kunnen bij houden: in
2013 hielpen we zo’n 120 mensen met het
invullen van een euthanasieverklaring of
negatieve wilsverklaring. Dat is heuglijk
nieuws, maar het legt ook een zware druk
op onze dagelijkse werking. Om de stijgende vraag een beetje in goede banen te
leiden starten we dit voorjaar met groepssessies rond levenseindedocumenten.
Deze sessies bestaan telkens uit 2 delen:
een informatief luik, waarbij mensen de
nodig informatie krijgen en vervolgens op
weg geholpen worden met hun documenten en een praktisch luik, waar mensen die aan de
eerste sessie deelnamen bijkomende vragen kunnen stellen, of praktische hulp krijgen met
het vervolledigen van de formaliteiten.
Praktisch:
14 mei, van 10u tot 12u:
deel 1: levenseindocumenten, waar gaat het over en hoe begin ik er aan?
28 mei, van 10u tot 12u:
deel 2: levenseindocumenten, praktische vragen en hulp (enkel voor mensen die aanwezig
op 14 mei).
11 juni, van 10u tot 12u:
deel 1: levenseindocumenten, waar gaat het over en hoe begin ik er aan?
25 juni, van 10u tot 12u:
deel 2: levenseindocumenten, praktische vragen en hulp (enkel voor mensen die aanwezig
op 14 mei of 11 juni )
Telkens in het huisvandeMens, Frans Geldersstraat 23, Vilvoorde.
Individuele afspraken kunnen nog, maar enkel voor mensen die echt geen mogelijkheid zien
om deze groepssessies te volgen. In dat geval vragen we ook een beetje geduld, de wachttijden voor een afspraak kunnen langer zijn omdat we het ook op andere vlakken steeds
52
drukker krijgen. Maar ook dat is goed nieuws natuurlijk, maar het succes van onze kosteloze diensten heeft nu eenmaal een prijs…
53
Colofon
De Toorts is een driemaandelijkse publicatie van VOC Vilvoorde.
Eindredactie: Tony Scott en Griet Maes
p/a Frans Geldersstraat 21
1800 Vilvoorde
02-252 15 47
Alle artikels vallen onder de verantwoordelijkheid van de auteurs
Stof voor de volgende Toorts? Heb je opmerkingen, vragen of suggesties?
Contacteer de redactie op [email protected]
54