Cursor 5. - Technische Universiteit Eindhoven

5
30 oktober 2014 | jaargang 57
@tuecursor
Tweewekelijks blad van de Technische Universiteit Eindhoven
Voor het laatste nieuws: www.cursor.tue.nl en volg tuecursor op
en
16 | Barrie de betere bacterie
BMT-studenten maakten een speciaal ‘jasje’ voor E. coli, waarmee deze bacterie
beter kan overleven -en zich nuttig maken- in een industriële omgeving of het
menselijk lichaam. Het team bracht er ook meteen een kinderboek over uit.
4 Laveren tussen
botsende belangen
De voorzitters van de
FSE en Compositum
over confrontaties en
verschillende belangen
9 TN’er én BN’er
Ralf Mackenbach over zijn
leven als zanger en student
12 TU/e rolt Groene
Loper verder uit
De tweede en laatste fase
van de Groene Loper gaat
beginnen
Check out our
English section
on pages 20-28
2 | Vooraf
30 oktober 2014
Frank Baaijens wordt
nieuwe rector TU/e
29 oktober 2014 - Hoogleraar Frank Baaijens volgt op 1 mei
2015 Hans van Duijn op als rector magnificus van de TU/e.
Tijdens de diesviering op 30 april neemt Van Duijn afscheid.
Baaijens is op dit moment vice-decaan van de faculteit
Biomedische Technologie en associate wetenschappelijk
directeur van het Instituut voor Complexe Moleculaire
Systemen (ICMS).
CURTOON
Baaijens (1958) studeerde en promoveerde aan TU/e-faculteit
Werktuigbouwkunde. Na een periode bij Philips Research
keerde hij in 1995 fulltime terug aan te TU/e als hoogleraar - eerst bij de
faculteit Werktuigbouwkunde en sinds 2002 bij Biomedische Technologie,
waar hij van 2003 tot 2007 decaan was.
TU/e’ers kunnen fiets voortaan
overal veilig stallen
Hoofdredacteur
Han Konings
Eindredacteur
Brigit Span
Redactie
Judith van Gaal
Tom Jeltes | Wetenschap
Norbine Schalij
San van Suchtelen
Monique van de Ven
Medewerkers
Fotografie
Rien Meulman
Bart van Overbeeke
Coverbeeld
Bart van Overbeeke
Opmaak
Natasha Franc
Vertalingen
Annemarie van Limpt (P.20,21,22,23,26,27)
Benjamin Ruijsenaars (P.24,25)
Aangesloten bij
Hoger Onderwijs Persbureau
Redactieraad
prof.dr. Cees Midden (voorzitter)
prof.dr. Marco de Baar
Angela Stevens- van Gennip
Thomas Reijnaerts (studentlid)
Arold Roestenburg
Anneliese Vermeulen-Adolfs (secretaris)
Redactieadres
TU/e, Matrix 1.90
5600 MB Eindhoven
tel. 040 - 2474020
e-mail: [email protected]
Cursor online
www.cursor.tue.nl
Druk
Janssen/Pers, Gennep
Advertenties
Bureau Van Vliet BV
tel. 023 - 5714745
Han Koning
s
Maar of trouwe volgelingen van
de Keuzegids zich daardoor laten
afschrikken, is de vraag: bij al
onze opleidingen die langs de
meetlat worden gelegd met
die van Delft en Twente, luidt
steevast het advies: Ga naar
Eindhoven!
Baaijens was er trots op, vertelde
hij aan Cursor, en gelukkig blijft
er nog genoeg over waar hij
straks zijn tanden in kan zetten.
Om te beginnen de verdere uitrol
van de Graduate School, waar in
september 2015 de eerste
afgestudeerden van het Bachelor
College zullen aankloppen. En als
dat op de rails staat, ligt er wel
weer een nieuwe uitdaging in het
verschiet. Never a dull moment…
Een zomer vol bacteriën
Lamlendige studenten die de
kantjes er vanaf lopen? Ze bestaan
ongetwijfeld, maar geef veertien
tweedejaars studenten een
darmbacterie (E. coli) en een
opdracht (pas de bacterie zo aan
dat hij nuttig werk voor ons kan
doen) en ze zien een zomer lang
geen zonlicht. Het resultaat? Een
betere bacterie, laboratoriumskills op afstudeerniveau,
een prachtig kinderboek en de
komende dagen hopelijk een
mooie beoordeling op de ‘Giant
s
Tom Jelte
Jamboree’ van de iGEM-competitie
in Boston. Lees meer op pagina
16-17.
Is onze universiteit goed zichtbaar in de media,
of ziet de rest van Nederland de TU/e nog steeds
over het hoofd? Daar lieten 153 mensen zich over
uit en een meerderheid (58,1%) denkt dat we
nog steeds onder de radar zitten.
Echt wel, veel kennissen
van me kennen de TU/e
nauwelijks
16.3%
Dat is waar, maar gezien
onze omvang ook niet
verwonderlijk 15.7%
Klopt, maar dat komt
vooral omdat we niet
in de Randstad zitten 26.1%
30.7%
8.5%
2.6%
EENS
Nicole Testerink
Het bedje van Frank Baaijens,
onze rector to be, lijkt gespreid.
Volgend jaar mei gaat hij aan de
slag als opvolger van Hans van
Duijn, maar in de aanloop daar
naartoe stapelen de goede tijdingen
voor onze universiteit zich op.
In de onderwijsspecial van
Elsevier, die eind september
verscheen, werden we voor het
tweede jaar achtereen verkozen
tot beste universiteit van heel
Nederland. Daar ging deze week
de Keuzegids Universiteiten 2015
nog eens dunnetjes overheen:
beste TU van Nederland voor het
elfde jaar op rij en de kloof met Delft
en Twente groeit. Maar omdat we
de lat hoog leggen, zijn we helaas
ook koploper als het aankomt op
het percentage afvallers in het
eerste jaar. Als ik onze eigen cijfers
mag geloven, gaat in het tweede
jaar één op de acht studenten niet
door met dezelfde studie. STU zoekt
op dit moment nog uit of die groep
dan compleet verloren is voor de
TU/e, of dat ze overstappen naar
een van onze andere studies.
Daar was deze week nog geen
duidelijk zicht op.
27 oktober 2014 - Zowel studenten als medewerkers van de TU/e kunnen hun fiets
per 1 november in bijna elke willekeurige beveiligde fietsenstalling op de campus
kwijt. Alleen de stalling bij Vertigo blijft exclusief voorbehouden aan Bouwkunde.
De stallingen zijn 24/7 toegankelijk, waarbij de campuskaart als sleutel fungeert.
Daarnaast komen er twee­
duizend fietsenrekken bij
van een nieuw type met een
‘ruimere aanbindverbinding’.
De totale stallingscapaciteit
op de campus wordt met
1.500 rekken uitgebreid.
De TU/e wil in 2018 de
helft van de overdekte
fietsenstallingen op de
campus beveiligd hebben. Poll
Never a dull moment
NIET EENS
Colofon
Nee hoor, in vergelijking
met vroeger zijn we
veel zichtbaarder
Onzin, anders halen
we niet al die extra
eerstejaars binnen
Niet waar, andere
universiteiten kunnen
nog wat van ons leren
Nu vragen we op www.cursor.tue.nl
Met ingang van 2015 wil NWO dat door hen
gefinancierd onderzoek na publicatie direct gratis
is in te zien volgens het principe van ‘open access’.
Is dat nu wel een verstandig besluit?
Nieuws | 3
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
ID-studenten in de prijzen bij DDW
24 oktober 2014 - Twee oud-studenten van de faculteit Industrial Design zijn bij de
uitreiking van de DDW Social Design Talent Award in de prijzen gevallen. Martijn ten
Bhömer kreeg voor zijn ontwerp ‘Tactile Dialogues’ de tweede prijs. De derde plek ging
naar het ontwerp ‘Het Ontdeklab’ van Marije Willemsen. Winnaar werd het duo Laura
Ferriere en Eléonore Delisse van de Design Academy. Zij verdienen met de titel een
betaalde opdracht van de gemeente Eindhoven ter waarde van tienduizend euro.
ID-promovendus Martijn ten Bhömer
bedacht voor zijn project ‘Tactile
Dialogues’ een kussen waarmee
dementerenden iets van hun
verloren vermogen om te commu­
niceren, terug winnen. Met haar
bekroonde ‘Ontdeklab’ wil ID-alumna
Marije Willemsen kinderen in de
supermarkt enthousiasmeren voor
groente en fruit. Tegelijk vormt het
lab voor Willemsen een antwoord op
de bestaande marketing voor vooral
ongezonde producten waarmee de
jeugd wordt geconfronteerd.
NWO stelt directe toegang
tot artikelen verplicht
22 oktober 2014 - Door NWO gefinancierd onderzoek moet binnenkort direct na
publicatie door iedereen gratis te lezen zijn, volgens het principe van ‘open access’.
Dat betekent dat onderzoekers met bijvoorbeeld een Veni-, Vidi-, of Vici-beurs straks
niet langer vrij zijn om te publiceren in een tijdschrift naar hun keuze.
Onderzoekers die toch willen publiceren in een hoog aangeschreven tijdschrift dat
niet volgens open access werkt, mogen dit van NWO in theorie gewoon blijven doen.
Ze moeten dan wel de zogeheten finale auteursversie van het artikel (zonder eindredactie van
de uitgever, maar al wel beoordeeld door
‘reviewers’) direct in een openbare database
laten opnemen. Het probleem is echter
dat ongeveer de helft van de tijdschriften,
waaronder titels als ‘Nature’, dit niet toestaat.
uws van de
ie
n
e
n
li
n
o
t
e
h
g
Een greep uit ee weken. Kijk voor nol
tw
afgelopen s op www.cursor.tue.n
meer nieuw
TU/e klimt in ranking Keuzegids
naar derde plek
28 oktober 2014 - De TU/e is door de
Keuzegids Universiteiten 2015 voor de elfde
keer uitgeroepen tot de beste technische
universiteit van Nederland. In de overall
ranking stijgt de TU/e van de vierde naar de
derde plaats, achter de Open Universiteit en
Wageningen. Het verschil met Delft (plaats 11)
en Twente (plaats 12) groeit. Alle elf bachelor­
opleidingen van de TU/e krijgen de hoogste
beoordeling.
Record datatransport twintig keer
beter dan huidige glasvezel
27 oktober 2014 - Een nieuw type
glasvezel heeft onderzoekers van
de TU/e en de University of Central
Florida in staat gesteld om data met
een recordsnelheid van 255 terabite
per seconde te versturen. Dat
schrijven ze in de online editie van
het vakblad Nature Photonics. Het
recordtransport is twintig keer sneller
dan via ons huidige glasvezelnetwerk
mogelijk is. De nieuwe vezel biedt
een antwoord op de exponentieel
toenemende vraag naar capaciteit in
optische communicatienetwerken.
iefde
l
e
g
r
o
o
v
e
i
Petit
ter ID
s
k
a
a
m
n
o
un geliefde
scho
gestart om h
is een petitie
trial Design
eit Indus
ging Lucid
dra de facult
Studievereni
zo
,
14
en
0
2
m
r
ne
be
te
20 okto
ting mee
ter Alie Wen
schoonmaaks
ouw naar
b
ge
het Hoofd
n
va
st
ui
rh
ve
e verhuizing
de naderend
Laplace. Met
heiding
dwongen sc
dreigt een ge
ting. Het
culteit en Wen
tussen de fa
namelijk
t
zi
ersoneel
kp
aa
nm
oo
h
sc
de faculteit
eer vast aan
niet zonder m
cid hoopt
kzaam is. Lu
waar het wer
met de
ever Gom er
kg
er
w
s
ng
ti
Wen
voor
bewegen Alie
petitie toe te
n.
planne
Laplace in te
Welstand keurt sloopplan
Hoofdgebouw TU/e af
17 oktober 2014 - De TU/e kan vooralsnog
niet beginnen aan het stripwerk van het
Hoofdgebouw, dat voorafgaat aan de
verbouwing die de TU/e aan het pand wil
doorvoeren. De benodigde sloopaanvraag
hiervoor is namelijk geweigerd door de
gemeentelijke commissie Ruimtelijke
Kwaliteit (voorheen Welstand). In de
aanvraag die de TU/e instuurde, ontbrak
volgens ‘welstand’ een planning en een
zogenoemde cultuur-historische
waardestelling. Welstand buigt zich 5
november opnieuw over de sloop- en
nieuwbouwplannen van het Hoofdgebouw.
4 | Gelinkt
30 oktober 2014
Gelinkt | 5
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
Laveren tussen botsende belangen
De TU/e: dagelijks het tweede thuis van zo’n tienduizend studenten
en medewerkers. Een relatief kleine gemeenschap, met ontelbare
banden tussen de leden - zakelijk en/of privé. In ‘Gelinkt’ laten we
steeds twee van hen aan het woord over hun relatie met elkaar en
de universiteit.
Jim Stolk en Dennis Loeffen staan soms lijnrecht tegenover elkaar en dan
wil het wel eens knallen. Maar de belangen van de achterban zijn dan
ook groot. Stolk heeft afgelopen jaar zijn zegje gedaan namens de tien
studieverenigingen als FSE-president. Loeffen sprak tot vorige week als
voorzitter van Compositum, het overkoepelende orgaan van het E.S.C,
SSRE en Demos.
“Ik kan alleen naar vergaderingen
komen met de boodschap ‘Ja, we
zijn het ermee eens ’, of ‘Nee, dit
willen we niet’. Ik kan moeilijk
zeggen ‘CHEOPS wil dit en Lucid
wil dat’. Daarin kom ik misschien
wat hard over, maar er is geen
middenweg.” Jim Stolk, student
Industrial Design, schuwt de
confrontatie niet.
Ook Dennis Loeffen (Technische
Natuurkunde) mag met een
opdracht naar de maandelijkse
vergaderingen tussen alle koepels,
waarbij zijn boodschap soms haaks
staat op die van Jims achterban.
“Het motto van Compositum is niet
voor niks ‘Communis opinio’: we
dragen één gezamenlijke mening uit.”
Om de tegenstelde meningen
tijdens vergaderingen te illustreren,
heeft Dennis een voorbeeld
opgezocht, dat hij tijdens het
interview opleest. Strekking: FSE
zag geen probleem in onderwerp a,
wel in onderwerp b. Bij Compositum
was dat net andersom. Ook over
de oplossingen voor de problemen
dacht hun achterban net anders.
Stolk moet even grinniken als ie
zich het voorval herinnert.
Het onderwerp dat jaarlijks het
meeste gesteggel oplevert en dat
sowieso het vaakst aan bod komt
tijdens de ‘koepelvergaderingen’,
is de Intro. Loeffen: “Dat is voor
ons dé week waarin we ons moeten
laten zien. Mijn opvolgers zijn al
aan de slag gegaan voor de intro
van 2015.” Jim: “Ik werd laatst
Jim Stolk
gebeld of ik wilde komen praten
over de Intro van volgend jaar.
‘Wat, nu al?’- heb ik toen gezegd.
Januari is voor ons tijd genoeg.”
Stolk spreekt van een mentaliteitsverschil: “Wij vinden de Intro wel
belangrijk, maar voor ons is het
minder van belang om bijvoorbeeld
leden te werven.”
“Studenten zijn
hier ook om te
netwerken”
Wat misschien nog wel meer gedoe
oplevert, is de week ná de Intro.
Dan hebben de gezelligheidsvereniging hun eigen ‘besloten
intro’, terwijl de laatste jaren de
faculteiten ook activiteiten hebben,
notebooks worden uitgereikt en
studenten kunnen ook om andere
reden niet aan de intro van de
gezelligheidsverenigingen meedoen.
Dennis: “Dat is voor ons dé start van
het jaar. Het is haast onmogelijk
om dat op een ander moment te
doen.” Stolk: “Wij begrijpen de
studentenverenigingen wel, maar
vinden het tegelijkertijd belangrijker
dat faculteiten goed hun informatie
kunnen brengen. Je bent hier
tenslotte om te studeren.” Dennis:
“Ja, studenten zijn hier om te
studeren en dat vinden wij net zo
goed belangrijk. Maar je bent hier
ook om de stad te verkennen en
te netwerken voor je carrière.
Ik zie sowieso liever een breder
opgezette introweek: met alle
studies door elkaar. Dat is ook de
opzet van het Bachelor College.”
Ook Jim ziet wel iets in een andere
opzet: “Ik zou graag een ‘serieuze’
en een ‘leuke’ week willen:
“Eerst het zuur, dan het zoet.”
Hoewel ze in beginsel vaak
tegengestelde belangen hebben
en van mening verschillen over de
aanpak, komen de twee er altijd
weer uit. Van tevoren hebben
de gelouterde onderhandelaars
in gedachten welke zaken als
wisselgeld kunnen dienen.
Ze hebben goed nagedacht over
wat ze zeggen, alles is voorbereid
- want de belangen zijn groot.
Die voorbereiding heeft nogal wat
voeten in de aarde. Waar ze in het
koepeloverleg al tactisch te werk
moeten gaan, is dat binnen de
eigen achterban nog veel sterker.
Loeffen: “De grootste concurrenten
zijn de verenigingen zelf binnen
Compositum. Daar knalt het soms
veel harder. Bij de Na Examen
Dagen hebben we bijvoorbeeld
vaak twee feestavonden gehad
die we moesten verdelen over
drie verenigingen. Dat is lastig.”
“Het is echt
een kunst om
iedereen op één
lijn te krijgen”
Stolk herkent het beeld van
concurrentie dat Loeffen schetst
over Compositum totaal niet
binnen de federatie van studie­
verenenigingen. Toch heeft ook hij
met veel verschillen te maken, die
soms moeilijk zijn te overbruggen.
“Het is ons net voor de zomer gelukt
om één studieboekensysteem voor
Dennis Loeffen
de studieverenigingen te creëren.
Dat heeft maanden aan gesprekken
gekost. Sommige verenigingen
gaan erop achteruit en dat moet je
wel kunnen verkopen. Het is echt
een kunst om iedereen op één lijn
te krijgen. De verschillen tussen de
aanpak bij studieverenigingen zijn
soms groot. Als je aan een functie
als deze begint, duurt het een tijd
voor je de verenigingen echt kent.
Het voordeel is wel dat je van elkaar
kunt leren.” Dat ziet Dennis dan weer
niet binnen zijn gelederen terug,
waar iedere vereniging meer een
eigen koers vaart en minder geneigd
is ervaringen uit te wisselen - tenzij
de belangen hetzelfde zijn.
Volgens zowel Stolk als Loeffen
is hun rol vooral adviserend.
De FSE-president: “De kunst is
om ze het gevoel te geven dat je
het niet oplegt. Je moet je niet
met zaken gaan bemoeien.
Het gaat erom dat je zichtbaar bent
en dat de verenigingen je weten
te vinden als het nodig is. Je moet
ze erop aanspreken als ze iets
verkeerds doen. Een smet op één
vereniging is een smet op alle
verenigingen.” Loeffen knikt
instemmend. Hij was op de
middelbare school al actief in
de leerlingenraad en in de mede­
zeggenschapsraad. Al snel sloot
hij zich bij Demos aan. Het bestuur
bij een studentenvereniging was
een bewuste keus. “Ik heb het
gevoel dat daarbinnen structuren
beter zijn georganiseerd. Je bent
erg macroscopisch bezig.”
Hetzelfde ziet Stolk als voordeel
van zíjn functie : “Het gaat om
grote problemen, geen micromanagement. We bedrijven pure
politiek. Studieverenigingen
trekken mij dan meer, naar mijn
gevoel is de sociale cohesie daar
sterker.” Tot verrassing van Dennis
vertelt Jim dat hij nog even lid van
Demos is geweest. “Maar Lucid
voorzag al genoeg in een sociale
behoefte.”
Niet alleen met de achterban,
ook met andere partijen hebben
beiden van doen. Stolk dan vooral
met TU/e-medewerkers, en in het
bijzonder met het Onderwijs en
Studenten Service Centrum en de
brandweer. “De gemeente hebben
we alleen nodig voor vergunningen.”
In de praktijk heeft Loeffen veel te
maken met de gemeente, maar ook
met Fontys, de TU/e en de Landelijke
Kamer van Verenigingen. “Ik heb
een paar vrienden in de gemeente­
raad en dat is erg handig.”
Ook vanwege de dubbelrol die
ze hebben - zowel lid van een
vereniging als van de koepel,
zitten ze soms met verschillende
belangen. Loeffen is secretaris bij
Demos. “Ik probeer in een overleg
ook voorbeelden van de andere
verenigingen aan te halen, maar
dat is soms lastig. Dan zou ik van
Demos tien voorbeelden kunnen
geven, terwijl ik er dan maar één
weet van het E.S.C of SSRE.”
Stolk is eerder actief geweest bij
Lucid en nu vooral bij GEWIS. Hij
zegt dat goed te kunnen scheiden.
“Het is wel eens voorgekomen
dat ik een medebestuurder -ook
GEWIS-lid- een schop onder de tafel
heb moeten geven, omdat ze haar
zegje wilde doen over de vereniging.
Dat zijn twee aparte zaken.”
Vorige week heeft Loeffen zijn
speldje moeten inleveren en
daarmee is een einde gekomen
aan de functie die hij een jaar lang
heeft vervuld. Stolk is binnenkort
president-af. Het is nu aan hun twee
opvolgers om zich druk te maken
over de belangen van de achterban.
Tekst | Judith van Gaal
Foto | Bart van Overbeeke
6 | Student
Clmn
30 oktober 2014
Aanschuiven bij
7
‘Luuk’ is Fontys-student Luuk van Driel, de sterkok van het
tienkoppige studentencollectief dat Seringenstraat 7 bewoont.
Waar zijn huisgenoten volstaan met eenvoudige eenpansgerechten, tovert Luuk in nog geen uur een volwaardig Grieks
menu op tafel.
Grieks op zijn Luuks
Alain Starke
masterstudent
Innovation
Souvlaki-spiesjes | 700 gram varkensfilet (voor
circa 8 spiesjes) in stukjes van twee bij twee cm
snijden. Leg het gesneden vlees in een bakje
marinade, bestaande uit vier eetlepels olijfolie,
een theelepel tijm, een eetlepel fijngesneden
verse munt, het sap van een halve citroen, zout en
peper. Rijg het vlees aan een spies met teentjes
knoflook en laurierblad. In de oven braden.
Gyros | Snijd een kilo varkensvlees in reepjes
en bak deze gaar met gyroskruiden.
Tzatziki-saus voor over het vlees | Turkse of
Griekse yoghurt (tweederde) mengen met
mayonaise (eenderde deel). Een fijngesneden
komkommer, sap uit een citroen, hele bol
knoflook (fijngesneden), beetje dille, zout en
peper.
Krieltjes | Een kilo bakken met olijfolie, zout,
peper en paprikapoeder.
Rijst | De inhoud van een pak rijst koken.
Blik tomatenpuree aan rijst toevoegen.
Salade | Mix van rode ui, tomaten, komkommer,
olijven, feta, mozarella en Griekse kruiden.
Sciences
Een half uur
eerder
Afgelopen vrijdagmiddag om kwart
over 3 regende het notificaties.
Hier een pushbericht, daar een
Outlook-bliepje: alle studenten
kregen een mailtje. Een mailtje van
Bernie, namens het Onderwijs en
Studenten-Servicecentrum (STU).
Ik ontvang al twee jaar mail van
Bernie; nooit problemen gehad.
Altijd top-interpunctie, hier en daar
een bedachtzaam uitroeptekentje en
slechts af en toe het O-woord (OASE).
Afgelopen vrijdag was het echter
andere koek.
Het STU deelde mee dat de
tentamenaanvangstijd werd
vervroegd van 14:00 naar 13:30.
Daarnaast moesten we oppassen
dat onze mobiele telefoons wel in
onze tassen zaten, anders werden
we mogelijk vervolgd voor fraude.
Als klap op de vuurpijl moest
eenieder de gedragscode weten­
schapsbeoefening ondertekenen
bij het tentamen.
Het mailtje joeg een aantal van mijn
wenkbrauwen de lucht in. Waarom
deze veranderingen? Waarom deze
fraude-benadrukking? Waarom
slechts één alinea? Hier is mijn reply:
TU es
Wat had je van tevoren niet verwacht van Eindhoven?
Vooral dat ik op mijn 19e al zou samenwonen in Eindhoven had ik niet zien
aankomen, maar ook dat er zoveel unieke verenigingen zijn hier. Je kunt hier
echt elke sport doen die je maar wil en je betaalt er bijna niets voor.
“Beste Onderwijs en Studentenservicecentrum, lieve Bernie,
Kusjes, Alain
PS: Kunnen jullie me helpen bij Candy
Crush? Ik kom niet door LVL 59.”
Het eetkeukentje van Seringenstraat 7 meet krap
zes vierkante meter. Hier blijken tien -en als het
moet twaalf- mensen bij elkaar aan tafel te passen.
Met de oven in bedrijf loopt de temperatuur al snel
op tot Griekse waarden. Een glaasje ouzo biedt wat
verkoeling.
Wie niet beter weet, verwacht op dit adres van doen
te hebben met een kinderdagverblijf. De onlangs
witgeschilderde gevel is versierd -als je het zo mag
noemen- met een reeks fleurige fantasiefiguren.
De bewoners blijken er part noch deel aan te hebben
gehad. TU/e-student Pim Donkers: “We werden op een
ochtend wakker van een hoop lawaai. De verhuurder
bleek dit huis te hebben uitgekozen voor een kunst­
project van de basisschool, hier om de hoek. Nu knijpen
veel voorbijgangers hier even in de remmen om de
gevel te bewonderen.”
Vijf meiden, vijf jongens, verspreid over Fontys
en TU/e, die dagelijks met elkaar eten en als
‘t kan ook nog samen de kroeg induiken:
Wat een harmonie!
Maarten: “Inderdaad! Kijk ook eens naar ons boetepotje
voor degenen die hun corvee verzaken... bijna helemaal
leeg. We hebben nooit gedoe over de taaklijst.”
Toch liep Luuk laatst tegen de grens aan van zijn
huisgenotentolerantie: “Zo’n wasbak vol kots van
een ander opruimen, doe ik echt niet meer. Dat mag
de veroorzaker de volgende keer écht zelf opruimen.”
Jullie hebben zelf de binnenkant op geheel eigen
wijze versierd. Vindt de verhuurder dat óók goed?
Maarten Bouwman (Werktuigbouwkunde): “Dit huis zit
in zijn terminale fase en moet uiteindelijk wijken voor
nieuwbouw. Tot die tijd mogen wij hier tegen een niet
al te hoge prijs wonen. Dat we het ook flink uitleven,
is dus niet erg, zolang we het niet al te bont maken.”
En die vrijheid pakken de bewoners op geheel eigen
wijze op. De meeste wanden zijn voorzien van mooi
subtiel verwoord studentenproza als: ‘Alle piemels
naar Marieke!’.
Dat feest ook lekker weg zeker; als je je niet
druk hoeft te maken om een besmeurde muur?
Luuk van Driel: “Zeker! We proberen een tot twee
keer per jaar een groot feest te houden hier. Als het
kan compleet met zwembad in de tuin. Een mooi
evenement op de kalender is de kaneelchallenge;
wie krijgt zonder te drinken als eerste een eetlepel
kaneel weggewerkt? Levert altijd een mooi kijkspel op.”
Interview | San van Suchtelen
Foto’s | Bart van Overbeeke
Wil jij ook met je culinaire huisgenoten
in deze rubriek? Mail dan naar [email protected]
En hoe is het in Stanford?
Studenten van de TU/e gaan steeds vaker voor hun studie naar het buitenland. Voor stage of voor het verrichten
van onderzoek, omdat het verplicht is of omdat ze het leuk vinden. Cursorlezers kunnen iedere twee weken over
de schouder van een TU/e-student in het buitenland meekijken.
Met wie zou je graag nog eens een biertje of wodkaatje drinken?
Met Sinterklaas.
Hartelijk dank voor de melding dat
de middagtentamens vervroegd zijn.
Mag ik jullie wel een tip geven? Ja dat
mag ik. Verandering gaat een stuk
gemakkelijker als de ontvangers weten
WAAROM iets gebeurt. Zelfs voor
zoiets triviaals als een aanvangstijd.
Daarnaast slaat jullie mailtje wel een
erg dreigend toontje aan. Willen jullie
al jaren de regels strikter handhaven,
maar lukt dit niet? Gebruik dan niet
een mailtje, dat klinkt zo machteloos.
Ik wil ook niet geloven dat iemand
met een afgesloten telefoon in zijn
broekzak van de TU/e wordt getrapt.
Daarnaast die gedragscode hè:
Behalve wat Cursor-berichten heb
ik hier nog nooit een mailtje over
gehad. Vinden jullie het echt de
beste methode om mensen een
fatsoenlijke gedragscode aan te
meten bij aanvang van een tentamen,
een enorm stressvol moment?
Wat doe je het liefst in je vrije tijd?
Gezellig wat leuks gaan doen met vrienden. Maar in mijn eentje vermaak ik me
prima met series kijken, tekenen en Hearthstone.
Student | 7
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
Als je iets aan de TU/e zou mogen veranderen, wat zou dat dan zijn?
Ik zou willen dat tussentoetsen herkanst mogen worden in het Bachelor College,
dat het elke dag kroketdag is in Gemini , en dat alle collegezalen in het Auditorium stoelen met kussentjes krijgen.
Als je jezelf terug in de tijd kon verplaatsen, waar zou de reis dan
naartoe gaan, en waarom?
Naar de jaren negentig, zodat ik met de kennis die ik nu heb rijk kan worden en
dan toch nog in deze tijd kan leven.
Minke Nijenhuis (19 jaar)
Derdejaars Biomedische Technologie. Maakte als lid
van het iGEM-team een kinderboek over de wereld
van bacteriën (zie ook onderzoek op pag. 16-17).
Als je weet dat de aarde over precies een jaar vergaat, wat zou je dan
nog allemaal willen doen?
Er zijn een paar dingen die ik heel erg graag nog
zou willen zien, bijvoorbeeld het noorderlicht en
de boeddhistische tempels in Cambodja. Ik zou
met mijn vriend gaan reizen en samen van
deze wonderen genieten.
Minke wil
de
wie je iets vraag met
In welk Disney-sprookje wil je graag
zou wille
n
drinken v
de hoofdrol spelen, en waarom?
erv
“Wat doe angen door:
Het is niet echt een sprookje, maar de serie
je op je e
erste
‘Avatar, the last airbender’ zou wel erg gaaf zijn. vrije dag na e
en drukk
te
e
ntamenp
Wie wil er nou niet meester van alle vier de
eriode?”
(TJ)
elementen zijn en met een groep vrienden
de hele wereld ontdekken op de rug van
een vliegende bizon?
Iets meer dan een halfjaar geleden wilde ik nog graag naar Canada voor mijn externe stage -nee,
ik had geen speciale reden-, maar ondertussen ben ik alweer bijna twee maanden in het zonnige
Silicon Valley! Ik ben hier om voor drie maanden onderzoek te doen naar organische dunne-film
transistoren, aan Stanford University.
Met vijf Nobelprijswinnaars in alleen de afgelopen drie jaren (in totaal werken er nu 21 laureaten hier)
en een toelatingspercentage van slechts 5,1% schijnt Stanford op dit moment de meest begeerde
universiteit van Amerika te zijn. Je zou dus verwachten dat de labs hier spic en span zijn en volstaan
met de laatste hightech apparaten die altijd werken. In werkelijkheid is onderzoek doen hier niet
anders dan het overal is: natuurlijk werkt meetapparatuur ook hier niet op de dag dat jíj het nodig hebt
(om aan het eind van diezelfde dag weer als een zonnetje te lopen, en nog steeds weet niemand waarom).
De gebouwen en de campus zelf zijn wel een stuk indrukwekkender dan thuis in Eindhoven. Mocht je
interesse hebben: Google Streetview geeft een aardige indruk. Bovendien is het weer hier een stuk
aangenamer dan in Nederland: voornamelijk zon in plaats van regen en storm, zelfs eind oktober kun
je hier nog prima in een T-shirt rondlopen! Als je meetresultaten tegenvallen, is dat met een blik naar
de palmbomen buiten toch een stuk minder vervelend.
Als je ooit in de buurt van San Francisco komt en een halve dag over hebt: het is zeker de moeite waard
om Stanford te bezoeken. Je zult niet eens opvallen tussen de busladingen toeristen die hier elke dag
op de campus rondlopen.
Maarte
Sebre
masten
Applie rstudengtts,
d Phys
ics
Vind jij het ook leuk om een bijdrage te leveren aan
deze rubriek en ben jij dit collegejaar in het buitenland?
Stuur dan een mailtje naar [email protected].
Foto | Bart van Overbeeke
Lees alle buitenlandervaringen online op www.cursor.tue.nl
8 | Student
30 oktober 2014
“Studeren voor Calculus,
even zingen en weer door”
Kracht/en/veld Outdoor : All Terrain
Facts and figures
Opgericht in: 1991
Beste prestatie: AT’ers Ulyana Tikhonova
en Geert van den Burg hebben een
48-uurs adventure race in Rusland
gelopen, de Red Fox, in een tijd van
47 uur 10 min en 5 seconden.
Aantal leden: 55
Doel van dit jaar: eigen survivalrun
organiseren.
Bijzonderheid: alles!
Trainers: Dimitry van Oort, Remi van der
Vlies en Gar Oome.
Training: woensdag 19:00-20:30 uur,
verzamelen bij de klimconstructie tussen
SSC en de tennisvelden. Maandagavond
traint een selecte groep op mountainbikes.
www.facebook.com/AllTerrainEindhoven
Wat dóen jullie en waarom doen jullie dat?
Wat is er leuk aan?
Lidewij: “Je hoeft niet alleen een krachtpatser te zijn, heel veel kun je op techniek.” Guy Dubois, masterstudent IE&IS, zegt dat
je wel sterk wordt van deze sport, maar dat je het bij aanvang nog niet hoeft te zijn. “Op je neusvleugels na gebruik je je hele lijf.”
Wat doe je liever niet?
Guy heeft een hekel aan de kruiwagenloop bij de warming up. Mustafa Yener, masterstudent EE, slaat het rollen met een
vrachtwagenband graag over en Tim Cornelissen (geen familie van Lidewij, ook masterstudent TN) haat een te lange apenhang.
Lidewij baalt als ze een kilometer moet rennen met een boomstam op haar rug.
Wat is een apenhang? En leg ook de cat crawl, de budgie en de swing over even uit.
Bij de apenhang kruip je hangend aan een touw. Als je armen daar te verzuurd van raken, zwaai of rol je boven op dat touw.
“Dat vergt een stukje techniek”, zegt Tim, “maar dan heb je een mooie cat crawl gedaan.” Bij een budgie klimt de sporter aan
een koord omhoog, wurmt zich over een balk en daalt dan weer af. Een swing over is net zoiets, maar dan is de balk vervangen
door een touw. Deze vier onderdelen zitten altijd in een wedstrijd.
Wat is jullie grootste schrik?
“Als we de Dommel in moeten”, roept Lidewij. Dat moeten AT’ers bij het trainen van het onderdeel ‘van dingen afspringen’.
“Niks moet”, reageert Guy, “hoewel je wel wordt opgestookt om het te doen.”
Wat zit er in je tas als je gaat trainen?
Hello...
world?
Comic | Elles Raaijmakers
Boulevard of Shownieuws zochten hem op het TU/e-terrein
nog niet op, de roddelpersfotograaf postte nog niet achter een
container. Ondanks zijn artiestenstatus kan Ralf Mackenbach dan
ook prima over straat op de campus - sinds een paar weken zijn
nieuwe thuis als eerstejaars student Technische Natuurkunde (TN).
Maar: “Ik heb altijd in mijn achterhoofd dat ik herkend kan worden,
dus ik beheers me wel”.
Beroemd worden - nee, dat was
nooit een wens of doel, benadrukt
de negentienjarige. Zelf bestempelt
hij zijn bekendheid als het ‘bijeffect’
van zijn deelname aan het AVRO
Junior Songfestival en Junior
Eurovisiesongfestival in 2009, die
hij -net veertien jaar jong- beide
won. Bovenal vond hij het, net als
zijn twee oudere broers, leuk om te
zingen, dansen en acteren. Voor zijn
doorbraak met ‘Click Clack’ stond
hij dan ook al regelmatig op de
planken, onder meer in de musicals
‘Beauty and the Beast’ en ‘Tarzan’.
Het Junior Songfestival was wel een
keerpunt, erkent de zanger, die veel
jonge meiden als fans heeft. “Je hoort
vaak van mensen die meedoen aan
een talentenjacht, die een jaartje
werk hebben en van wie je daarna
niets meer hoort. Maar wij zijn de
afgelopen vijf jaar behoorlijk bezig
gebleven.”
“We spelen buiten en doen alles waar je moe van wordt”, zegt Lidewij Cornelissen, masterstudente TN. Als ze trainen, lopen
AT’ers over balken, rennen ze rondjes met zware bagage en hangen ze aan touwen en netten. Fietsers op het pad langs de
Dommel zien op woensdagavond geregeld uitslovers uit het water klimmen. Lidewij: “We trainen voor twee soorten wedstrijden:
adventure races en survival runs. In de eerste staat oriëntatie centraal, denk aan een speurtocht. Als wij zo’n race organiseren,
doen we dat ten noorden van Woensel en duurt het acht à negen uur. Er zijn ook adventure races van vierentwintig uur of zelfs
tweeënhalve dag - in Rusland. Bij een survival run leg je een parcours af van 7 tot 12 kilometer waarin veertig hindernissen zitten.”
Het belangrijkste is de kleding, de attributen liggen in het te krappe hok bij de apenkooi tussen tennisvelden en Dommel.
We hebben het over twee kano’s, veel touwen, branders, zagen, bijlen, (een wedstrijdonderdeel is bijvoorbeeld houthakken)
en klimspullen. Voor buitentraining lijkt de kleding op schaatskleding. Van lycra zodat er geen water aan blijft hangen.
De broek is dik, zo goed als scheurvrij. Bij binnentraining (in de winter om de week) mag je in korte broek, maar doe alsjeblieft
lange sokken aan om je enkels te beschermen bij het touwklimmen.
Student | 9
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
Tekst | Norbine Schalij
Foto | Bart van Overbeeke
Het zal niet de enige keer zijn dat
Ralf het over ‘wij’ heeft als het
over zijn muzikale loopbaan gaat.
‘Ralf Mackenbach’ is een beetje
een familiebedrijf - “en ik ben
het product”, zegt hij lachend.
Zijn moeder is zijn manager; agenda
en beleid worden zoveel mogelijk in
eigen huis bepaald. Zeker twintig
uur per week is hij als artiest in
touw, bovenal optredend als zanger
en ‘bijklussend’ als acteur en
inspreker van stemmen voor films
en tv-series. Ook deed hij mee aan
programma’s als ‘Sterren Dansen
op het IJs’ en ‘Sterren Springen’.
Klinkt, zeker voor een student,
als een lucratieve bijbaan. “Het is
een apárte bijbaan”, antwoordt
Ralf met een diplomatieke grijns.
“Maar wel heel leuk.”
“Ik wil alles van
natuurkunde
weten”
Succesvol in de showbizz of niet;
hij wist eigenlijk altijd al dat het
slagen voor zijn vwo-examen
afgelopen zomer -met de cameraploeg van RTL Boulevard als live
getuige in de huiselijke achtertuinniet het einde van zijn schooltijd
zou betekenen. Niets is voor
eeuwig, zeker niet in de showbizz,
beseft Ralf: “Ik vond het verstandig
om sowieso een studie achter
de hand te hebben”. Maar, zo
benadrukt hij: “Ik wilde überhaupt
heel graag studeren, gewoon
vanuit interesse”.
Hij belandde eigenlijk direct in de
technische hoek, “die vakken vond
ik op de middelbare school al het
leukst”. Bij Electrical Engineering
en Biomedische Technologie, waar
hij ook rondsnuffelde, kwam hij
voor zijn gevoel maar matig aan zijn
fysische trekken. “Ik wil niet alleen
de elektrotechnische kant van de
natuurkunde of alleen biofysica - ik
wil het hele pakket, ik wil alles van
natuurkunde weten”.
Dat TN nou niet bepaald bekendstaat als opleiding ‘voor erbij’,
beseft hij terdege. “Het is geen
gemakkelijke studie.” Toch lijkt hij,
nog geen twee maanden college­
bankervaring rijker en vooral nog
bezig met de fysische basics, aardig
overtuigd van zijn keuze. “Ik geniet
er echt van om, met een boek van
het eerste kwartiel bij de hand,
bijvoorbeeld te kunnen berekenen
hoe snel een emmer water leegloopt.
Dat vind ik echt heel cool.”
Waar zijn fascinatie voor de
natuurkunde hem op termijn zou
moeten brengen, weet Ralf nog niet,
“dat is toekomstmuziek. Maar ik
ben, denk ik, niet de persoon die
drie jaar lang in een lab aan een
bepaald vraagstuk kan werken.
Ik denk dat bijvoorbeeld het
bedrijfsleven qua werkdynamiek
beter bij mij past”.
Werk en studie blijken tot nu toe
goed te combineren, zegt de
eerstejaars. “Wat fijn is aan de
universiteit, is dat je bijvoorbeeld
niet bij elk college aanwezig hoeft
te zijn. Dat geeft mij al meer vrijheid
om alles te kunnen organiseren.
En ik kan veel doen in de auto,
onderweg naar optredens. Heel
polair: studeren voor Calculus,
even zingen en weer door.” Dat lukt
goed, stelt hij, “maar ik moet wel
prioriteiten stellen. Als ik word
gevraagd voor een optreden voor
een heel klein publiek, of iets dat
relatief niet rendabel is, dan moet
ik soms nee zeggen. Maar het
omgekeerde geldt ook. Als het gaat
om een groot optreden, op een
belangrijke plek, waar veel pr aan
verbonden is, zal ik misschien ja
zeggen terwijl het qua studie
misschien even wat minder goed
uitkomt.”
Veel mensen aan de faculteit weten
inmiddels wel van zijn artiestenbestaan, zegt Ralf, “maar sommigen
ook niet. Zolang mensen er niet
naar vragen, begin ik er ook niet
over; ik ga er niet mee te koop
lopen. Maar de meesten die het
weten, vinden het wel tof wat ik doe”.
Dat mensen hem kunnen herkennen,
bijvoorbeeld tijdens een avondje
stappen op Stratumseind met
studiegenoten, vindt hij geen
probleem. Wel is hij zich, zeker
in het openbaar en in grotere
gezelschappen, bewust van zijn
status als BN’er - zo ook tijdens de
Intro aan de TU/e. “Ik heb altijd in
mijn achterhoofd dat ik herkend kan
worden, dat is ook niet meer dan
reëel. Dus ik beheers me wel.”
Zijn nieuwe bestaan als student
bevalt Ralf goed. Al woont de
Brabander op nog geen kwartier
van de TU/e, aan het begin van het
nieuwe jaar hoopt hij op kamers
te gaan. “Het hoort gewoon bij het
studentenleven en ik voel ook wel
de drang om op mezelf te gaan;
om zelf dingen te leren en te doen.”
Ook werd hij al lid van studenten-
vereniging Demos en de Zweef­
vliegclub Eindhovense Studenten.
Eigenlijk had vooral schermvere­ni­
ging Hoc Habet zijn interesse,
“maar daar schermen ze alleen
met floret en degen, terwijl ik
de tactiek van de sabel altijd het
leukst heb gevonden”.
Vooralsnog staan zijn verenigings­
lidmaatschappen trouwens op een
laag pitje, “niet uit disrespect voor
die verenigingen, maar ik kan gewoon
niet alles tegelijk. In de eerste
plaats wil ik goed kunnen presteren
op school en op het podium”.
In de muziek staan er voorlopig
geen concrete grote projecten op
stapel. Zijn nieuwste single -‘Ik wil
avontuur’, bedoeld als titelsong
voor een nieuwe tv-serie- is net uit,
hiermee hoopt hij zijn carrière een
iets volwassener wending te geven.
“Ik wil doen wat ik het leukste vind,
“Het voelt soms
net alsof ik middenin
‘The Big Bang
Theory’ zit”
ik ben niet puur bezig met wat
mijn fans willen. Ik word zelf ook
volwassen en wil volwassener
muziek maken.” Zelf luistert hij
graag naar onder anderen John
Mayer, Simon & Garfunkel en
Kansas. Niet dat die sounds direct
gaan terugkomen in zijn eigen
muziek, “het is in de studio vaak
een heel spontaan proces”.
Ralf pakt er een stok speelkaarten
bij; na het gesprek lonkt een
afspraak in het Paviljoen met
studiegenoten. “Als je hoort wat
voor grapjes er dan worden
gemaakt - ik voel me soms net alsof
ik middenin ‘The Big Bang Theory’
zit. We zitten op hetzelfde level,
dat vind ik erg leuk.”
Interview | Monique van de Ven
Foto | Bart van Overbeeke
10 | Universiteitsberichten
MENS
Bureau voor Promoties en
Plechtigheden | Promoties
Donderdag 30 oktober, 14:00 uur,
CZ4: promotie T. Gobichettipalayam
Manivasagam MSc (ST)
Promotor: prof.dr. P.H.L. Notten
Titel proefschrift: “Metastable
Magnesium-based Hydrogen-storage
Alloys”
Donderdag 30 oktober, 16:00 uur,
CZ4: promotie ir. C. Obbink-Huizer
(BMT)
Promotoren: prof.dr.ir. F.P.T.
Baaijens en prof.dr. C.V.C. Bouten
Titel proefschrift: “Computational
analysis of cell orientation in
response to mechanical stimuli;
implications for myocardial repair
strategies”
Donderdag 30 oktober, 16:00 uur,
CZ5: promotie Z. Zhou MEng (TN)
Promotor: prof.dr. A. Fiore
Titel proefschrift: “Multi-photon
detection with superconducting
nanowires”
30 oktober 2014
Titel proefschrift: “Value Crafting
Using Organizational Values for the
Development of Sustainable Work
Organizations”
In memoriam
Donderdag 6 november, 16:00 uur,
CZ4: promotie J.E. Stumpel MSc (ST)
Promotoren: prof.dr. A.P.H.J.
Schenning en prof.dr. D.J. Broer
Titel proefschrift: “Responsive
polymer photonics”
John Carp
Ik heb John Carp leren kennen toen John dicht bij zijn
pensionering zat en ik aan het begin van mijn academische loopbaan stond. John Carp was de laatste
medewerker van de Groep Ontwerp Methoden (GOM)
van de faculteit Bouwkunde. Hij voelde zich sterk
verantwoordelijk voor het overdragen van de kennis
van architectonische ontwerpen die teruggaat tot de
oprichting van onze faculteit. Ik heb veel van John
geleerd en heb mogen ervaren dat hij ook nog in zijn
nadagen uitstekend in staat was om de GOM-kennis
te integreren met nieuwe CAD-technieken.
John heeft als directeur van de Stichting Architecten
Research (SAR) samen met veel tijdgenoten een
belangrijke bijdrage geleverd aan de verwetenschappe­
lijking van het architectuuronderzoek en later ook
van het onderwijs. Gebaseerd op het gedachtegoed
Donderdag 6 november, 16:00 uur,
CZ5: promotie Dipl.Biochem. I.M.
Tharun (BMT)
Promotor: prof.dr.ir. L. Brunsveld
Titel proefschrift: “Protein-protein
interaction fine-tuning by estrogen
receptor post-translational modification”
Maandag 10 november, 16:00 uur,
CZ4: promotie G. Arutinov MSc (W)
Promotoren: prof.dr. A.H. Dietzel
en prof.dr.ir. J.M.J. den Toonder
Titel proefschrift: “Capillary
Self-Assembly of Components for
Systems-in-Foil”
Dinsdag 4 november, 16:00 uur,
CZ4: promotie K.H. Hendriks MSc (ST)
Promotor: prof.dr.ir. R.A.J. Janssen
Titel proefschrift: “Diketopyrrolo­
pyrrole polymers for efficient
organic solar cells”
Maandag 10 november, 16:00 uur,
CZ5: promotie A.P. van der Meer
MSc (W&I)
Promotoren: prof.dr. M.G.J. van den
Brand en prof.dr.ir. J.F. Groote
Titel proefschrift: “Domain Specific
Languages and their Type Systems”
Dinsdag 4 november, 16:00 uur, ZD:
promotie S.S. Holloway MSc (IE & IS)
Promotoren: prof.dr. E. Demerouti
en prof.dr. A.G.L. Romme
Dinsdag 11 november, 14:00 uur,
CZ4: promotie ir. P.J.F. Peters (ID)
Promotoren: prof.dr.ir. L.M.G. Feijs
en prof.dr. S. Bambang Oetomo
Titel proefschrift: “Baby simulator
Design of a premature baby manikin”
Dinsdag 11 november, 16:00 uur,
CZ4: promotie J. Man MSc (ID)
Promotoren: prof.dr.ir. A.C.
Brombacher en prof. F. Ying PhD
Titel proefschrift: “Design Teamwork
in Distributed Intercultural Teams
Competition, Collaboration,
Cooperation”
Woensdag 12 november, 16:00 uur,
CZ4: promotie ir. W.S.C. Roelofs (TN)
Promotoren: prof.dr.ir. M. Kemerink
van John Habraken wist John de ontwerpprincipes
als drager-inbouw en schaalniveaus te gebruiken
om het ontwerpproces te structuren en te beheersen.
Hij slaagde erin de academisch principes bruikbaar
te maken voor concrete ontwerpopgaven en heeft
daarmee ook een belangrijke bijdrage geleverd aan
de ontwikkeling van het industrieel bouwen.
Ik herinner mij John als een persoon die zeer
persoonlijk betrokken was bij maatschappelijke
ontwikkelingen en bij de faculteit Bouwkunde van
de TU/e. De typische Eindhovense bouwkundig
ingenieur is mede door John Carp vormgegeven;
een sterke integratie van architectuur en techniek,
gekoppeld aan een onderzoekende houding, zijn
nog altijd de basisconcepten van onze faculteit.
Met John Carp verliezen wij een oud-collega,
waaraan veel personen binnen en buiten de faculteit
warme herinneringen koesteren. Wij wensen zijn
vrouw, kinderen en andere familieleden veel sterkte
met het verwerken van het verlies.
Bauke de Vries,
namens het bestuur van de faculteit Bouwkunde
en prof.dr.ir. R.A.J. Janssen
Titel proefschrift: “Charge transport
and light emission in organic
field-effect transistors”
DIVERSEN
Shell Bachelor Master prijs 2014 |
Ding mee!
Wil je 2.500 of 5000 euro winnen,
in contact komen met het topmana­
gement van een multi-national en
kans maken op media-aandacht
voor jouw onderzoek? Ding dan met
Advertentie
jouw scriptie mee voor de Shell
Bachelor Master Prijs 2014 op het
gebied van innovatie en technologie.
www.shell.nl/bachelormasterprijs
Shell Bachelor Master Prize 2014
Do you want to win 2,500 or 5,000
euros, come into contact with the
top management of a multi-national
and a chance to win media attention
for your research? Make a bid with
your thesis for the Shell Bachelor
Master Prize 2014 in the field of
innovation and technology.
www.shell.nl/bachelormasterprijs
Mens & Mening | 11
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
TUssen de oren
Bèta’s
met ballen
In Cursor worden iedere twee weken
studenten, docenten, labs, technische
artefacten, de werkomgeving, het weten­
schappelijk bedrijf, de campus, het onderwijs en websites onder een psychologische
loep gelegd door de medewerkers van
TU/e-opleiding Psychology & Technology.
Illustratie | Sandor Paulus
Niet lang geleden hielden mijn vrouw en ik onze vier zoons tijdens het ontbijt een bekend
raadseltje voor: Een vader en zijn zoon zijn betrokken bij een ongeluk. De vader is op slag
dood en de zoon belandt in het ziekenhuis. In de operatiekamer aangekomen roept de chirurg:
“Ik kan deze jongen niet opereren want hij is mijn zoon!”. Hoe kan dat?
Eerste vraag van onze kinderen: was het een homo-stel? Antwoord: nee. Een stiefvader dan?
Wederom: nee. Peinzende blikken volgden. Na enige stilte vroeg onze oudste zoon (ik verzin dit niet):
misschien had de chirurg een transgenderoperatie ondergaan? Antwoord: neeeeee! De verontwaardiging bij mijn vrouw begon dreigende vormen aan te nemen alvorens onze kleine heren
erachter waren dat de chirurg in kwestie de moeder van de gewonde zoon moest zijn geweest.
Het is interessant dat de meesten van ons, wanneer we het woord ‘chirurg’ tegenkomen, meteen
een man voor ons zien. Dit heeft ongetwijfeld te maken met het feit dat lange tijd de meeste
chirurgen ook daadwerkelijk mannen waren, maar dankzij die availability-bias (soms vertaald
met beschikbaarheidsheuristiek of beschikbaarheidsvalkuil) van het menselijk geheugen,
maken we automatisch ook de impliciete aanname dat vrouwen geen chirurg kunnen zijn.
Het komt simpelweg niet in ons op.
Tot op zekere hoogte is dit lot ook de bèta-vrouw beschoren. Recent onderzoek onder ruim
350.000 proefpersonen uit 66 landen, gepubliceerd in het Journal of Educational Psychology,
laat zien dat mensen bij een bètawetenschapper automatisch aan een man denken. Zelfs in
How do you make a lithography
system that goes to the limit of
what is physically possible?
At ASML we bring together the most creative minds in physics, electronics, mechatronics, software and
precision engineering to develop lithography machines that are key to producing cheaper, faster, more
energy-efficient microchips. Our machines need to image billions of structures in a few seconds with
an accuracy of a few silicon atoms.
So if you’re a team player who enjoys the company of brilliant minds, who is passionate about
solving complex technological problems, you’ll find working at ASML a highly rewarding
experience. Per employee we’re one of Europe’s largest private investors in R&D, giving
you the freedom to experiment and a culture that will let you get things done.
Join ASML’s expanding multidisciplinary teams and help us to continue
pushing the boundaries of what’s possible.
/ASML
/company/ASML
www.asml.com/careers
UR-podium
een land als Nederland, dat over het algemeen wel hoog scoort op seksegelijkheid, leeft dit
stereotype idee. Het probleem hiermee is dat meisjes en vrouwen, wanneer ze een mogelijke
bèta-carrière voor zich zien, allerlei impliciete weerstanden in hun omgeving én in zichzelf moeten
overwinnen. Om als vrouw bèta te kiezen, heb je dus meer ballen nodig dan je mannelijke evenknie.
Bèta-vrouwen
hebben meer
ballen nodig
dan mannelijke
evenknie
Ondanks dat we ons op de TU/e flink inzetten om
meisjes te enthousiasmeren voor een bèta-opleiding,
en om een meer evenwichtige man-vrouwverhouding
op de werkvloer te realiseren, maken we toch ook
nog steeds makkelijk uitglijders. Recent voorbeeld:
het voorlichtingsfilmpje ‘Wat is kennisvalorisatie?’
van het TU/e Innovation Lab. In een animatie over het
naar de markt brengen van wetenschappelijke kennis
tel ik iets meer dan 50 poppetjes -onderzoekers,
managers, financiers, subsidiegevers, ondernemersallemaal mannetjes. Op één na dan - de secretaresse.
Maar goed, misschien had zij net een transgender­
operatie achter de rug.
Wijnand IJsselsteijn | hoogleraar Cognition and Affect in Human-Technology Interaction
’t Zal me aan mijn fiets roesten
De promotor van onze rector zei ooit:
“Water kun je indammen, fietsers
niet”. Het is een probleem dat
steeds vaker lijkt voor te komen
op het campusterrein; fietsen die
overal en nergens aan gebouwen,
lantaarnpalen en hekken vastgeketend worden. Eigenlijk overal
behalve waar ze hóren te staan:
in de fietsenstallingen verspreid
over de campus. Het probleem
zit hem echter niet alleen in de
capaciteit van de stallingen.
terrein aan de oostkant van het
MetaForum is gaan kijken, zal dit
kunnen bevestigen, terwijl het
bijna stapelen is aan de andere
kant van het MetaForum, bij de
vijver. Hetzelfde probleem speelt
zich af bij Vertigo waar ze dicht bij
de ingang altijd overvol staan en
de achterste haast verlaten zijn.
Nog erger is het bij Helix, waar de
stalling sinds kort zelfs verkleind
is en uit zijn voegen barst van de
hoeveelheid fietsen die erin staat.
Op diverse plaatsen op de campus
staat een aantal verrassend lege
fietsstallingen. Wie weleens bij het
Studenten blijken liever dicht bij
hun gebouw, bovenop andere
fietsen, te parkeren, dan honderd
meter verderop. Als reactie hierop
worden de overtollige fietsen met
een busje verplaatst en tussen
MetaForum en Gemini gezet, zodat
daar überhaupt nog wat fietsen
staan. Dit zolang ze niet ergens
met het equivalent van een
scooterslot vastgeketend zijn.
Niet de huidige capaciteit van
diverse fietsenstallingen is het
probleem, maar de locatie ervan.
De redenatie hierachter is dat het
nu een afstandje lopen is vanuit de
diverse fietsenstallingen naar de
ingang van gebouwen, waardoor
deze minder worden gebruikt.
Degenen die wél goed geplaatst
staan, ondervinden hierdoor juist
een overbevolkingsprobleem.
Vanuit het mobiliteitsplan van de
universiteit worden medewerkers
steeds meer gestimuleerd om met
de fiets te gaan en de auto thuis
te laten. Hierdoor zal dit probleem
alleen nog maar erger worden en
zullen meer mensen hier hinder
door ondervinden. Door tactisch
de lege stallingen te verplaatsen,
of om te wisselen met parkeer­
plaatsen, zal de campus een
fietsvriendelijker terrein kunnen
worden.
Mark Fron
en, Groep
-één
Foto | Bart
van Overb
eeke
12 | Focus
Tekst | Monique van de Ven
Illustraties | MTD Landschapsarchitecten
Foto’s | Bart van Overbeeke
Maar liefst acht jaar eerder dan gepland startte de TU/e in 2012
“halsoverkop” met de aanleg van haar Groene Loper:
het groene verblijfsgebied in het hart van de campus.
Intussen staat de tweede en laatste fase voor de deur,
waarvoor het hele gebied tussen Ceres en het nieuwe Flux
op de schop gaat. In het voorjaar van 2015 moet de hele
Groene Loper klaar zijn.
Het groene hart | De Groene Loper is ontworpen door
het Bossche bureau MTD Landschapsarchitecten. Een groen
verblijfsgebied in het hart van de campus, met vooral een goede
doorstroming voor voetgangers en fietsers en onder andere
ruimte voor multifunctionele buitenruimtes voor activiteiten en
evenementen: dat is de Groene Loper in een notendop.
30 oktober 2014
TU/e rolt
Groene Loper
verder uit
Focus | 13
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
Buitentheater | Het tweede deel
van de Groene Loper loopt van het gebouw
Ceres (bij de schoorsteen naast MetaForum)
tot aan Flux, het nieuwe onderkomen van
de faculteiten Electrical Engineering en
Technische Natuurkunde. Welke aannemer
het project gaat uitvoeren, is nog onbekend;
de aanbestedingsprocedure nadert afronding.
Een in het oog springend onderdeel
wordt het grote grasveld voor Gemini,
dat gaat fungeren als verblijfsgebied en
evenementen­terrein. Eromheen komt een
verhoging, vergelijkbaar met de betonnen
treden op het plein bij MetaForum, waardoor een soort buitentheater ontstaat.
Flux in het groen | Het nieuwe gebouw Flux en de
Groene Loper zijn als projecten nauw met elkaar verbonden;
fase 2 van de Groene Loper kon pas helemaal worden
ingevuld toen de technische uitwerking van Flux op tafel lag.
Er is daarom -net als bijvoorbeeld eerder bij MetaForumregelmatig afstemming geweest tussen de verschillende
betrokken architectenbureaus.
Voor de entree van Flux wordt straks hetzelfde materiaal
gebruikt als waarvan de plateaus rondom de markthal bij
MetaForum zijn gemaakt. Dit Chinese graniet is weliswaar
allang besteld, maar komt sowieso niet voor januari 2015.
Voor de toegang tot Flux worden daarom tijdelijk betonplaten
gebruikt. “Er komt straks dus een moment dat we nog moeten
werken aan de hoofdingang, terwijl het gebouw al in gebruik
is.” Niet ideaal, erkent de projectleider, maar Flux houdt er
straks volgens hem wel “een echte eyecatcher” aan over.
Voor de ‘tribunetrap’ die straks in een hoek om het gebouw
loopt, grenzend aan het terras bij de kantine, wordt gewerkt
met hetzelfde beton als in de rest van de Groene Loper is
toegepast. Zo komt er “een beetje eenduidigheid in de
entreepartijen van de grote gebouwen rondom de Groene Loper”.
Fase 1 | In mei 2012 werd gestart met de aanleg van de eerste
fase van de Groene Loper, het gebied tussen het Limbopad en het
gebouw Ceres. Het beoogde groene middengebied van de campus
stond eigenlijk pas op de planning ná project 4 (de renovatie van
het Gemini-complex), pakweg in 2020 - maar het nieuwe MetaForum
en vooral zijn ‘markthal’ bleken zo nadrukkelijk verweven met hun
directe omgeving, dat de aanleg van de Groene Loper “halsoverkop”
acht jaar eerder startte. “Bijvoorbeeld het hele verlichtingsconcept
moest nog worden bedacht toen we de eerste straatstenen al uit
de grond aan het pulken waren”, illustreert projectleider Boudewijn
Elmans (Dienst Huisvesting).
Illustratie | Architectuurstudio HH
De voltooiing van Flux zorgt meteen voor wat onzekerheid
in de tijdsplanning van het groene middengebied. Pas half
november, als de aannemer het gebouw overdraagt aan de
universiteit, kan bijvoorbeeld worden gestart met de eerste
klus in de tweede fase van de Groene Loper: de aanleg van het
looppad van Ceres naar Flux. “We starten in een lastige tijd”,
waarschuwt Elmans, “we zijn erg afhankelijk van het weer”.
Het grootste deel van de eerste fase was begin september 2012
klaar, al namen de totale werkzaamheden uiteindelijk tot het
voorjaar van 2013 in beslag. Puntjes op de i waren er ook later nog,
zoals de nieuwe toplaag die onlangs werd aangebracht op
de paden van de Groene Loper.
Wielen in het groen | Al zag de TU/e aanvankelijk liefst zo min mogelijk wielen op de Groene Loper; je kunt fietsers
en automobilisten simpelweg niet zomaar buitensluiten of negeren, stelt Elmans. “Aanvankelijk dachten we bijvoorbeeld:
mensen fietsen er maar omheen. Maar al doende blijken fietsers toch hun weg te vinden, op manieren die eigenlijk nog
best goed werken ook.” Hij wijst onder andere op het lange pad tussen de vijver bij het Hoofdgebouw en Matrix, waarover
ook tweewielers dankbaar hun meters maken. Verder is er een fietsersoversteekplaats over de Groene Loper bij Ceres en
komt er straks een tweede oversteek bij Flux.
Sowieso zijn verkeer en vooral parkeren volgens Elmans eigenlijk in elk Groene-Loperoverleg “hét onderwerp van gesprek”.
Voor deel 2 van de Groene Loper worden bijvoorbeeld 105 autoparkeerplaatsen opgeofferd. Ook bij het Hoofdgebouw,
dat vanaf 2015 wordt gerenoveerd, verdwijnen er 84. Rond Potentiaal, dat tot woontoren wordt verbouwd, en de beoogde
nieuwe woontoren van Vestide vervallen nog eens 195 parkeerplekken. Dit verlies wordt tijdelijk gecompenseerd bij het
gebouw Connector en met een uitbreiding van het aantal parkeerplaatsen op het Laplaceplein (samen +135) en aan de
oostkant van de campus, nabij de weg De Horsten (+200). Met 136 nieuwe parkeerplaatsen bij Flux en nog eens 70 aan
Het Kranenveld (waar vroeger De Hal stond) wordt ook in het deelgebied ‘de compacte campus’, centraal op het terrein,
de parkeergelegenheid uitgebreid.
Al met al gaat de TU/e uit van 2.225 plaatsen op de hele campus, waarmee ook op piekmomenten aan de parkeervraag
wordt voldaan. Wie in de toekomst het betaald parkeren op de campus wil omzeilen, kan zijn auto stallen even buiten het
terrein, aan de Celebeslaan.
Over aankomende veranderingen rondom het fietsparkeren kon je deze week al uitgebreid lezen op cursor.tue.nl. Veel
stallingen worden de komende maanden beveiligd; verder investeert de TU/e in betere fietsenrekken, met minder risico
op beschadiging van de gestalde tweewielers. De grootste opofferingen qua fietsparkeerplekken vinden plaats bij het te
renoveren Hoofdgebouw (min 450) en, vanwege het tweede deel van de Groene Loper, bij Gemini (min 710). Daar staat
tegenover dat er flink wat plekken bijkomen bij onder meer Flux (1.600, zowel ondergronds als op maaiveldniveau), in de
kelder van Traverse (200) en op de plek waar voorheen De Hal stond (400 plaatsen).
Wegwerk | Met de aanleg van deel 2 van de Groene Loper vervalt de weg De Wielen, die voor
deel 1 al half werd afgebroken. De klinkerbestrating -tussen Gemini en TNO- gaat er pas uit als een
nieuwe ontsluitingsweg aan de zuidkant van de campus klaar is. Deze weg voert straks vanaf de
ingang bij TNO, langs Helix af, richting Vertigo. De faculteit Scheikundige Technologie, bewoner van
Helix, had aanvankelijk wat zorgen over deze nieuwe ontsluitingsroute in verband met enkele zware
microscopen die worden gebruikt aan de zuidkant van het gebouw. Maar onderzoek heeft volgens
Elmans aangetoond dat de weg hierin geen verstoringen gaat opleveren.
Als de nieuwe weg
en de parkeerplaats
op Het Kranenveld
klaar zijn, vervalt de
tot nu toe gedoogde
doorsteek voor auto’s
tussen Vertigo en de
vijver. Hier komen
-waarschijnlijk begin
2015- paaltjes, waarna
alleen de beveiliging,
hulpdiensten en
dergelijke nog
kunnen oversteken.
Hóe groen? | In de eerste fase van de Groene Loper werden opgeteld
43 nieuwe bomen geplant, waaronder 12 robinia’s (voluit Robinia
pseudoacacia ‘Semperflorens’) en 8 meerstammige zomereiken (Quercus
robur). Verder werden onder meer 1.565 vierkante meter aan beukhaag,
18.500 hedera’s en 14.500 vierkante meter gras aangelegd.
Ook voor deel 2 wordt het nodige groen aangerukt, waaronder 48 bomen
(waarbij de zomereiken opnieuw in de meerderheid zijn), 12.700 stuks
hedera (twee verschillende soorten), zo’n 1.300 vierkante meter aan
beukenhaag en 12.700 vierkante meter gazon. De nieuwe bomen worden
op z’n laatst in februari 2015 geplant, zo is de bedoeling.
14 | Mens
30 oktober 2014
Mens | 15
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
Bert Brouwers
De golfbaan kan
lang wachten
Foto | Bart van Overbeeke
Hij heeft een hoofd vol wiskunde, maar is werktuigbouwer in hart en nieren.
Prof.dr.ir. Bert Brouwers (64), vertrekkend hoogleraar Procestechnologie, wil nou
eenmaal niet stranden in abstracties. En stoppen met werken wil hij evenmin.
Zijn levenswerk op de markt brengen en altijd blijven leren, dat is het plan.
Een beetje suf gaan rondlopen op
de golfbaan? Het idee alleen al!
Daarvoor heeft Bert Brouwers het
straks veel te druk. De hoogleraar
Procestechnologie zit boordevol
ideeën over de start-ups die hij
gaat beginnen in zijn woonplaats
Maastricht. Het is hoog tijd om
de technologieën waaraan hij
de afgelopen veertig jaar werkte
op de markt te zetten.
Het gaat om een methode om
aardgas te zuiveren van vervui­
lingen zoals koolstofdioxide en
waterstofsulfide. Dat gebeurt met
de Rotational Particle Separator
(RPS): een soort centrifuge waarin
stoffen van elkaar worden
gescheiden op grond van hun
verschillende massa. Het geheim
van de smid is dat het gasmengsel
van tevoren sterk wordt afgekoeld,
zodat er een faseverandering
plaatsvindt: de koolstofdioxide
wordt vloeibaar en vormt een mist
van minuscule druppeltjes in het
gasvormige methaan. Vervolgens
gaat het mengsel de RPS in, een
draaiende cilinder met honderden
smalle kanaaltjes. De vloeibare
koolstofdioxide slaat door de
centrifugale krachten tegen de
wand van de kanaaltjes en wordt
afgevoerd. Het methaan stroomt
verder.
“Het is in feite een destillatieproces,
maar dan honderd keer sneller”,
vertelt Brouwers. “Het hele proces
duurt maar een tiende van een
seconde.”
“RPS is een
echte ‘gamechanger’ in de
procesindustrie”
De RPS-technologie, die ook zonder
faseverandering bruikbaar is voor
het scheiden van deeltjes in gas
of vloeistof, werd al toegepast in
luchtfilters van Philips. Maar er zijn
veel meer toepassingen mogelijk,
bijvoorbeeld het scheiden van olie
en water op boorplatforms, of het
reinigen van biogas. Ook het
afvangen van broeikasgassen bij
kolencentrales, raffinaderijen en
cementfabrieken kan met deze
technologie veel sneller en
voor­deliger gebeuren. “Het is
een echte ‘game changer’ in de
procesindustrie”, zegt Brouwers
enthousiast.
Zijn expertise op het gebied van
centrifuges stamt uit de jaren
zeventig, toen hij voor Urenco
de interne stromingen in de
ultracentrifuge modelleerde op
grond van wiskundige analyses.
Daarover was nog weinig bekend,
terwijl die kennis voor de balans
van het apparaat essentieel is.
Zijn werk leidde tot een optima­
lisatieformule die Urenco toepaste
bij de ontwikkeling van ultracentrifuges, zoals we die vandaag de dag
kennen. Het resulteerde bovendien
in een proefschrift.
“Ik ben daar flink aan mijn trekken
gekomen”, zegt Brouwers. “Door
wiskundige formules te kraken, heb
ik natuurkundige wetten kunnen
toepassen op een technologie.”
Het is Brouwers ten voeten uit, want
wis- en natuurkunde vormen zijn
grootste passie. Al tijdens zijn
studie presteerde hij zo goed in die
vakken, dat docenten hem vroegen
om over te stappen. Toch heeft hij
dat nooit overwogen. “Ik wil niet
stranden in abstracties. Ik ben
enorm wiskundig ingesteld,
maar voor mij is de wiskunde een
slagvaardig middel om tot toepas­
singen te komen. Mijn intuïtieve
keuze voor de werktuigbouwkunde
was dus de juiste.”
Zijn studie naar de interne stromingen van de ultracentrifuge leidden
niet linea recta tot het idee voor de
RPS. Pas in de jaren tachtig, toen
Brouwers inmiddels aan de TU
Twente werkte als hoogleraar
Thermal Engineering, ontwikkelde
en patenteerde hij deze technologie.
Wel had Brouwers al in de jaren
zeventig gesprekken over fase­
scheiding gevoerd met Joop Los,
indertijd vice-directeur van het
onderzoeksinstituut AMOLF.
Deze had sterke vermoedens
dat moleculaire scheiding in
de ultracentrifuge op grond
van faseverandering mogelijk
moest zijn.
“Ik denk vaak terug aan die tijd”,
vertelt Brouwers. “Joop heeft me
meerdere keren gezegd om daar
eens over na te denken, maar ik was
daar toen niet in geïnteresseerd.
Ik had er geen ruimte voor in mijn
hoofd. Joop is nu dood, maar ik zou
graag nog eens met hem praten en
hem vertellen dat zijn gevoelsmatige idee klopte.”
Wiskundig
kluiven op
boorplatforms
Voordat hij in Twente terechtkwam,
werkte Brouwers zeven jaar bij
Shell. Hij beschreef er de dynamica
van boorplatforms op zee, die
voortdurend door golven worden
belast. Weer een wiskundige kluif
dus, maar dan op het gebied van
stochastische processen. Turbu­
lentie, in de woorden van de
Nobelprijswinnaar Richard Feynmann
‘het laatste onopgeloste probleem
van de klassieke natuurkunde’,
wist Brouwers te tackelen door een
bestaande theorie van Kolmogorov
uit te breiden. Dat klinkt nogal
hoogdravend.
“Och, ik heb vooral wetenschappe­
lijke basis gegeven aan empirische
modellen”, zegt de hoogleraar
schouderophalend. “Weet je, in de
procesindustrie heb je vaak te
maken met turbulentie. Daar zijn
allerlei programma’s voor, maar
die zijn grotendeels gebaseerd op
empirische verbanden. Met mijn op
elementaire natuurkunde gestoelde
modellen kunnen die programma’s
worden verbeterd.”
Het is de geschiedenis van de
wetenschap in een notendop:
eerst uitproberen wat werkt, dan
pas zoeken naar de theoretische
basis. “Theorie en empirie hebben
elkaar altijd beïnvloed”, zegt de
hoogleraar geestdriftig. “Veel
technische ontwikkelingen gebeuren
door trial and error, vallen en
opstaan. En vaak worden grote
stappen in de natuurkunde gezet
naar aanleiding van technische
ontwikkelingen. Mensen zijn eerst
gaan proberen om vliegtuigen te
maken, pas daarna ontstond de
aerodynamica.”
Zijn tijd bij Shell was niet alleen
wetenschappelijk gezien stimulerend.
Brouwers kreeg er de mogelijkheid
door te stromen naar meer verantwoordelijke functies. Hij werd
staflid, verantwoordelijk voor de
economische evaluatie van investe­
ringen in het Engelse gedeelte van
de Noordzee. Hij was eigenlijk van
plan de wereld over te reizen en
carrière te maken bij Shell, toen
hij onverwacht een telefoontje
uit Twente kreeg: of hij wellicht
geïnteresseerd was in een leerstoel.
Hoewel hij nooit van plan was om
het bedrijfsleven voor langere tijd
te verlaten, heeft hij zijn zucht naar
kennis en de toepassing daarvan
sindsdien als hoogleraar bevredigd
- vanaf 1998 in Eindhoven. “Ik had
nooit verwacht zo lang te blijven”,
vertelt hij. “Nee, ik ga het niet
missen hier. Op een gegeven
moment vlakt je leercurve af en is
het tijd om een nieuwe uitdaging
aan te gaan.”
Over de vooruitzichten van
zijn bedrijf is hij optimistisch.
Enexis gaat de RPS-technologie
met faseverandering gebruiken
om gecondenseerde aardgascomponenten uit gasleidingen te
verwijderen. Er zijn plannen om
biogas te reinigen en om te zetten
naar LNG (liquified natural gas)
en ook buitenlandse bedrijven uit
onder meer de VS en Maleisië willen
zijn technologie gaan uitproberen.
Die golfbaan kan dus lang op hem
wachten.
“De vorige zomer zat ik met mijn
dochter op een terras op Times
Square in New York”, zegt Brouwers.
“Terwijl ik een biertje dronk, zag ik
een reclamebord van een verzeke­
ringsmaatschappij. De boodschap:
als je met pensioen gaat, bestaat
de kans dat je nog maar halverwege
je werkzame leven bent. Hopelijk
gaat dat voor mij op, want mijn werk
is mijn hobby. Zolang ik kan en
er lol in heb, ga ik ermee door.”
Interview | Enith Vlooswijk
Foto | Bart van Overbeeke
Brouwers houdt op vrijdag 31
oktober 2014 zijn afscheidsrede,
om 16.00 uur in de Blauwe Zaal
van het Auditorium.
16 | Onderzoek
30 oktober 2014
Barrie de betere bacterie
Komend weekend vindt in Boston de ‘Giant Jamboree’ plaats van
iGEM, een jaarlijkse studentencompetitie voor synthetische
biologie. Ook de veertien leden van het iGEM-team van de TU/e
zijn daar present. Het team maakte een speciaal ‘jasje’ voor E. coli,
waarmee deze bacterie beter kan overleven -en zich nuttig makenin een industriële omgeving of het menselijk lichaam. En ondertussen
brachten ze ook nog een kinderboek uit.
Bacteriën hebben een slechte
reputatie. Onterecht, vinden de
leden van het iGEM-team van de
TU/e. Met een beetje hulp kunnen
bacteriën namelijk de meest
fantastische dingen voor ons doen.
En daar willen ze aan bijdragen
met hun iGEM-project.
iGEM staat voor ‘International
Genetically Engineered Machine’ en
is een competitie waarin studenten
worden uitgedaagd om eencellige
organismen (zoals bacteriën) van
nieuwe, nuttige eigenschappen te
voorzien met gebruikmaking van
de nieuwste technieken uit de
synthetische biologie. Dit jaar
doen 245 studententeams mee
uit de hele wereld.
Op initiatief van het Instituut voor
Complexe Moleculaire Systemen
(ICMS) doet de TU/e dit jaar voor
de derde keer mee aan iGEM.
“Het eerste team heeft een soort
led-scherm gemaakt van licht­
gevende gistcellen”, vertelt Anke
Boschman ‘hoofd lab’ van het
huidige team. “En vorig jaar hebben
ze een bacterie ontworpen die in
het menselijk lichaam op zoek gaat
naar een tumor om daar een eiwit
af te geven dat voor contrast zorgt
op een MRI-scan.”
Een coating
kan de bacterie
bestand maken
tegen een
vijandelijke
omgeving.
Maar iGEM blijft een studenten­
competitie: verder dan aantonen
dat hun idee in principe werkt,
komen de teams in het algemeen
niet. Je kunt bijvoorbeeld niet
zomaar bacteriën in het menselijk
lichaam brengen, omdat die daar
een immuunrespons opwekken met als gevolg vervelende ziekteverschijnselen en/of het voortijdig
einde van de goedbedoelende
bacteriën.
Het huidige iGEM-team heeft voor
dat laatste probleem een oplossing
gezocht, vertelt Boschman. “Het is
natuurlijk zonde als je zo’n mooi
idee als van vorig jaar niet in de
praktijk kunt toepassen omdat de
bacteriën niet overleven. Daarom
hebben wij besloten om te kijken of
we een coating konden maken die
de bacterie bestand maakt tegen
een vijandelijke omgeving.”
Hoewel ze in eerste instantie een
coating wilden ontwikkelen die
E. coli onzichtbaar zou maken voor
de het menselijk immuunsysteem
(een ‘stealthbacterie’), werd al snel
gekozen voor een wat bredere
aanpak, vertelt ‘hoofd modeleren’
Glenn Cremers. “Bacteriën en het
menselijk lichaam, dat blijft moeilijk.
We hebben daarom toch gekozen
voor een algemene methode om
moleculen op het buitenmembraan
(de ‘huid’, red.) van de bacterie aan
te brengen.”
Het resultaat is een soort ‘universeel
kliksysteem’, dat het in principe
mogelijk maakt om allerlei soorten
moleculen aan een bacterie vast te
maken. Het is een soort eiwitjasje
voorzien van haakjes waaraan
functionele moleculen zich kunnen
hechten. De gedachte is dat je voor
allerlei specifieke toepassingen
verschillende moleculen eenvoudig
aan dit jasje kunt vastmaken bijvoorbeeld het stealth-jasje voor in
het menselijk lichaam of een laagje
katalysatoren voor in biochemische
reactors. “Je kunt stellen dat we
hiermee de eerste stap hebben
gezet naar het maken van een
functionele coating”, zegt Boschman.
Het is volgens haar aan anderen,
binnen of buiten de TU/e, om hierop
voort te borduren.
Hoewel de gebruikte klikchemie
niet nieuw is, en ook het idee van
een gecoate bacterie niet, is de
De bacteriën
krijgen een
eiwitjasje met
haakjes voor
moleculen
combinatie van beide dat wel.
Volgens begeleider dr.ir. Tom de
Greef kan het iGEM-project dan ook
tot een mooie wetenschappelijke
publicatie leiden. “We hebben al
plannen om met dat doel nog een
paar bachelor-eindprojecten aan
dit idee te besteden.” Hij spreekt
met bewondering over de inzet van
de teamleden. “Ze zijn er echt
helemaal ingedoken en hebben
werk afgeleverd dat je van een
vijfdejaars student mag verwachten,
terwijl ze als tweedejaars student
zijn begonnen en nog geen enkele
lab-ervaring hadden.” Hij vindt het
alleen jammer dat de samenstelling
van het team, met alleen studenten
van de faculteit Biomedische
Technologie, wat eenzijdig was.
“Het zou mooi zijn als we volgend
jaar ook studenten van andere
faculteiten in het team hebben,
net als de concurrentie.”
En als dit idee binnen de TU/e geen
succesvol vervolg krijgt, dan gebeurt
dat volgend jaar wellicht wel bij
iGEM; toekomstige deelnemers
kunnen namelijk gebruikmaken
van drie eiwitten (twee membraan­
eiwitten en een enzym) die het
TU/e-team hebben gemaakt.
Deze zogeheten ‘BioBricks’ worden
opgenomen in de biologische
gereedschapskist waaruit alle
iGEM-teams onderdelen kunnen
bestellen.
Sluitstuk
In de rubriek Sluitstuk vertellen afstudeerders over
hun afstudeeronderzoek. Wil je ook in deze rubriek,
mail dan naar [email protected].
Tekst | Tom Jeltes
Foto’s | Bart van Overbeeke
Marijn Grootjans. Foto | Rien Meulman
Verhelderende voetbalplaatjes
gaan wereldwijd
Voetbalfan, middenvelder en masterstudent W&I Marijn Grootjans klopte voor zijn afstudeerproject aan bij
Infostrada Sports, een bedrijf gespecialiseerd in sportstatistieken. Uit de berg voetbaldata die zij genereren
wilde hij graag een mooi ‘plaatje’ maken dat de kern van een wedstrijd in een oogopslag weergeeft.
Zijn model ‘de Wave’ ging uiteindelijk tijdens het afgelopen WK de hele wereld over.
Er wordt tijdens en vooral na een grote voetbalwedstrijd heel wat geanalyseerd en gediscussieerd. Maar vaak
zegt een beeld meer dan de spreekwoordelijke duizend woorden. En om dat beeld draaide het afstudeerproject
van Marijn Grootjans: hoe kun je op elk willekeurig moment van een voetbalwedstrijd meteen zien wie het
bovenliggende team is? Het idee lijkt simpel, de resulterende grafieken zien er strak en helder uit. Maar dat
er achter zo’n plaatje heel wat rekenwerk en al snel zo’n duizenden programmeerregels zitten, weten maar
weinigen, zegt Marijn. “Er gebeurt tijdens een wedstrijd van alles op het veld, gemiddeld ongeveer honderd­
vijftig events. Dat zijn doelpunten, schoten en corners, maar ook buitenspel of het geven van een rode of gele
kaart. Per event heb ik eerst gekeken hoe zwaar deze moest meetellen om zo goed mogelijk de ervaring van
de toeschouwer te benaderen. Want hoewel je er zelf heel nuchter tegenaan moet kijken als je aan het rekenen
bent, komen er tijdens een potje voetbal heel wat emoties los. Die moet je niet onderschatten.”
Barrie de niet-zo-boze bacterie
Naast de vele uurtjes achter de computer praatte Marijn ook met voetbal(analyse)experts, dankzij het uitgebreide
netwerk van Infostrada Sports. “Het is enorm complex om een gehele voetbalwedstrijd op de juiste manier
in een grafiek te stoppen. Hoe moeten we de events benaderen, welke statistieken geven aan welk team de
meeste aanvalsdrift heeft, en wat reflecteert de wedstrijd het best - goals of alle schoten? En er moest ondertussen flink doorgewerkt worden. Ik startte in februari, maar had al snel het WK in juni als harde deadline.”
Dat bleek een kolfje naar de hand van teamlid Minke Nijenhuis.
In samenspraak met een basisschoolleraar bedacht zij een kinderboek
voor de leeftijdscategorie 6-10 jaar, waarin spelenderwijs wordt uitgelegd
dat niet alle bacteriën slecht zijn, en over welke superkrachten ze kunnen
beschikken dankzij de synthetische biologie.
Zijn noeste arbeid werd beloond. Tijdens het WK lanceerde Infostrada Sports ‘de Wave’, naar het model van
Marijn. De kleurige golvende grafieken zijn ondertussen populair bij diverse internationale media en worden
door veel voetballiefhebbers via Twitter gedeeld. “De Wave geeft zeker nieuwe inzichten in een voetbalwedstrijd, het is voor diverse media een toegevoegde waarde bij een analyse tijdens de rust of na de wedstrijd.
Toch zijn er nog wel wat verbeterpunten. Zo wegen bijvoorbeeld alle doelpunten even zwaar, terwijl het laten
meetellen van het aantal nog te spelen minuten en de stand op dat moment een realistischer beeld zouden
geven. En het zou handig zijn direct te kunnen zien welke events aan een grafiek-piek hebben bijgedragen.
Dat geeft ook een coach extra mogelijkheden, zeker als we een live versie kunnen realiseren. Heeft een speler
al een aantal ‘grote’ kansen verprutst - dan is het tijd voor een wissel. Heel duidelijk toch?”
Glenn Cremers en Anke Boschman van iGEM-team Eindhoven.
Hoe geef je een bacterie een eiwitjasje?
De iGEM-teams worden niet alleen beoordeeld op wat ze in het lab
gemaakt hebben (en gepresenteerd op hun website). Ze moeten ook
laten zien dat ze hebben bijgedragen aan het maatschappelijk begrip
van het vakgebied: de synthetische biologie.
Bacteriën zijn een soort biologische minifabriekjes. Als je een bacterie de goede instructies geeft, gaat hij zelf de
juiste eiwitten produceren. Als deze herkenbaar zijn als membraaneiwit, zorgt de interne infrastructuur van de
bacterie er ook voor dat die op hun plek op de ‘huid’ van de bacterie terechtkomen. De instructies komen van een
stukje DNA (dat de blauwdruk voor het eiwit vormt). Dergelijke stukjes DNA zijn de ‘BioBricks’ die de iGEM-teams
kunnen bestellen bij de organisatie, vertelt Glenn Cremers. “Ze hebben in Boston een grote vriezer met buisjes
vol met verschillende stukjes DNA. Die kun je op laten sturen. Vervolgens moet je dat stukje DNA inbouwen in
een plasmide.”
Een plasmide is een ringvormig stuk DNA. Met behulp van enzymen (eiwitten die stukken DNA kunnen losknippen
en vastplakken), kun je het geleverde stukje DNA invoegen in de DNA-ring. “Ook die enzymen kun je gewoon
bestellen”, zegt Cremers. “Binnen twee dagen heb je ze in huis.” De volgende stap is om deze geprepareerde
plasmide op te laten nemen in de bacterie. “Als je de bacteriën kort opwarmt, wordt het celmembraan doorlaatbaar;
zo hebben wij de plasmide in de bacterie gekregen”, legt Anke Boschman uit.
De bacterie gebruikt die genetische informatie vervolgens om het gewenste membraaneiwit te produceren.
Met een slimme truc zorgt het iGEM-team ervoor dat een speciaal aminozuur (roze in de afbeelding) in het
eiwit wordt opgenomen. Alle moleculen die zijn voorzien van het juiste moleculaire ‘haakje’, kunnen zich via
dit aminozuur hechten aan het oppervlak van de bacterie.
Onderzoek | 17
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
Het boek gaat over Tim, het zoontje van een synthetisch bioloog, die
op een dag het laboratorium van zijn vader binnengaat, en daar wordt
verkleind tot het formaat van een bacterie. Hij ontmoet daar Barrie de
Bacterie, die hem meeneemt op reis naar Petri-stad.
Oppervlak van de bacterie E. coli, voorzien van membraaneiwit met ‘kliksysteem’.
Het roze bolletje is het ingebouwde aminozuur waaraan naar keuze functionele
moleculen kunnen worden vastgeklikt. Illustratie | Animatiestudio ICMS
Nijenhuis maakte de illustraties in Photoshop en schreef ook de bijbehorende tekst op rijm. Het boek is in eigen beheer uitgegeven (er zijn
zestig exemplaren van de Nederlandse versie gedrukt, en veertig van
de Engelse - zodat de jury in Boston het boek ook kan lezen).
Naast de Wave-grafiek bedacht Marijn in de laatste weken van zijn stage ook nog een manier om schoten in
beeld te brengen, zodat de efficiëntie van een individuele speler snel zichtbaar is. En hij heeft nog veel meer
ideeën aangedragen om Infrostrada Sports te laten zien hoeveel nuttige informatie er uit de gigantische berg
voetbaldata gehaald kan worden. Niet in een lange tabel, maar liever een fraaie grafiek. Nu maar hopen -het
is nog even afwachten, gepraat over een vervolg wordt er wel- dat Marijn ook daadwerkelijk met al die nieuwe
grafieken aan de slag kan gaan.
Tekst | Nicole Testerink
18 | Onderzoek
30 oktober 2014
4 brandende vragen
Jelle Stumpel | Scheikundige Technologie
Slimme coatings
Onderzoek | 19
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
Nilles Vrijsen | Electrical Engineering
Snelle en nauwkeurige elektromotoren
1 | cover
1
De witte S-vorm is een contour van een gemeten magnetische hysterese-curve van een
magnetisch materiaal (SiFe). Als er met een spoel een magnetisch veld wordt aangebracht
in zo’n materiaal is de resulterende magnetische fluxdichtheid erg niet-lineair (niet evenredig
met het magnetisch veld, red.). De blauwe waaier is een verdraaiing van het origineel.
we op
n
e
i
z
Wat
er van
v
o
c
de
hrift?
c
s
f
e
je pro
2 | feestjes
Veel elektromotoren bevatten ijzer om een hoge krachtdichtheid te behalen zodat productie­
systemen, bijvoorbeeld in de automatisering, snel en dus goedkoop kunnen produceren.
Voor systemen voor halfgeleiderlithografie moeten deze motoren ook nog met een zeer hoge
positienauwkeurigheid (sub-nanometer) worden aangestuurd. Hiervoor is het essentieel
dat ook de niet-lineaire eigenschappen van het magnetisch materiaal in de actuator volledig
bekend zijn en gemodelleerd worden. Dit is nodig om de kracht van de actuator goed genoeg
te kunnen voorspellen over het volledige krachtbereik.
3 | onmisbaar
2
De voor mij essentiële meetinstrumenten waren een hystograaf (om velden in magnetische
materialen te meten, beschikbaar in het EPE-lab), een load-cell (om dynamisch de kracht
van actuatoren te meten, met dank aan Heidenhain) en een ‘test rig’ (om de kracht van een
actuator met een hoge nauwkeurigheid te meten, met dank aan ASML).
Ho
op f e leg
j
waa eestj e
e
r je
ond s uit
e
ove
r ga rzoek
at?
4 | samenleving
1 | cover
3
Welke persoon,
techniek of apparaat is
onmisbaar geweest
voor je onderzoek?
Op de kaft is een microscoopopname weergegeven
van een polymere coating die licht-reflecterende
en transparante gebiedjes bevat. De kleureffecten
zijn het gevolg van de moleculaire orde in het
materiaal en het gebruik van polarisatiefilters.
eft
e
Wat h
ing
lev
men
de sa
uw
aan jo
werk?
Meestal vertel ik dat ik bezig ben met het maken
van materialen die op reversibele wijze reageren op
invloeden van buitenaf. Bijvoorbeeld materialen
die van oppervlaktestructuur (ruwheid) veranderen
onder invloed van licht. Een ander voorbeeld is
een polymere deklaag die van kleur verandert onder
invloed van veranderingen in de luchtvochtigheid
of aanwezigheid van een bepaalde component. Dit
soort materialen kan gebruikt worden als een
optische sensor die met het blote oog afgelezen
kan worden.
Nagenoeg alle gebruikte polymere materialen zijn
gemaakt met behulp van een ultravioletbron met
een hoge intensiteit. Belichting van een reactief
mengsel van verschillende monomeren met deze
lamp leidt tot de vorming van radicalen, die een
polymerisatieproces starten. Door de lichtinten­si­
teit te variëren en maskers te gebruiken kunnen
meer complexe gestructureerde coatings worden
verkregen.
4 | samenleving
(Onder redactie van Tom Jeltes)
Foto’s | Bart van Overbeeke
Koen Hendriks | Scheikundige Technologie
Polymeerkettingen voor zonnecellen
2 | feestjes
3 | onmisbaar
4
Met positioneersystemen met een grotere krachtdichtheid kan de semiconductor-industrie
goedkoper computerchips produceren. Als bovendien de positienauwkeurigheid wordt
verbeterd, kunnen we ook betere elektrische apparaten, zoals smartphones en tablets, maken.
Responsieve polymere materialen kunnen voor
verschillende doeleinden gebruikt worden. Onder
meer voor ramen die zichzelf schoonmaken als
gevolg van veranderingen in de oppervlaktestructuur, of voor optische sensoren die bijvoorbeeld in
de verpakkingsindustrie gebruikt kunnen worden.
1 | cover
Je ziet de chemische structuurformules van verschillende polymeren die ik gemaakt en
bestudeerd heb in organische zonnecellen.
2 | feestjes
Mijn onderzoek heeft als doel de relatie tussen de fysische eigenschappen van de polymeren
en de prestatie in zonnecellen beter te begrijpen. Hiervoor gebruik ik vaak de analogie tussen
een polymeerketen en een kralenketting. De polymeren bestaan uit alternerende elektron-rijke
en elektron-arme chemische groepen, dit kun je zien als alternerende kleuren in een
kralenketting. Door verschillende kleuren te gebruiken kunnen de eigenschappen, zoals
lichtabsorptie, veranderd worden. Als je de kettingen dan ook nog eens zo lang mogelijk
maakt en zonder defecten, dan hebben de zonnecellen een relatief goede efficiëntie voor
het omzetten van licht in elektriciteit.
3 | onmisbaar
Het onderzoek is zeer multidisciplinair, het gaat van organische chemie tot chromatografie
tot halfgeleiderfysica. Dus je hebt alle analysetechnieken, apparaten en vooral personen
hard nodig. Mis je er enkele, dan kun je het onderzoek niet goed doen.
4 | samenleving
Dit soort materialen kunnen toepassingen vinden in flexibele zonnecellen, en zijn met name
geschikt voor semitransparante zonnecellen die bijvoorbeeld op ramen geplakt kunnen
worden.
5
People | 21
See for more news www.cursor.tue.nl/en
Biweekly magazine of the Eindhoven University of Technology
30 October 2014 | year 57
For the latest news: www.cursor.tue.nl/en and follow @TUeCursor_news on
and tuecursor on
Frank Baaijens new Rector
Magnificus of TU/e
TU/e best Dutch university of technology
for the eleventh time in a row
29 October 2014 - The Supervisory Board of TU/e has
appointed prof.dr.ir. Frank Baaijens (1958) as Rector
Magnificus. With effect from 1 May 2015 he will be the
successor to prof.dr.ir. Hans van Duijn, who leaves TU/e
at the annual Dies Natalis celebration on 30 April.
Baaijens is currently Vice-Dean of the Department of
Biomedical Engineering (BMT), associate scientific
director of the Institute for Complex Molecular Systems
(ICMS), interim director of the TU/e strategic area Health
and scientific director of BMM. He is also professor of
Soft Tissue Biomechanics and Tissue Engineering at BMT.
The new Rector comes from within TU/e’s own ranks.
He studied and gained his PhD in the Department of
Mechanical Engineering.
28 October 2014 - TU Eindhoven has been hailed by the Keuzegids Universiteiten 2015
(guide to universities) as the best university of technology in the Netherlands for the
eleventh time in a row. In the overall ranking of Dutch universities, TU/e has also risen
one place to third, behind the Open University and Wageningen WUR. Moreover, all of
the Eindhoven studies score highest in their category.
The Keuzegids bases its findings predominantly of the students’ assessment of the
education. Educational innovation in recent years at TU/e is bearing fruit. This is the
conclusion the Keuzegids 2015 came to. All
eleven TU/e Bachelor study programs scored
highest in their category. Six studies have even
been classified as a ‘top study’: Biomedical
Engineering, Innovation Sciences, Chemical
Engineering, Computer Science & Engineering,
Applied Physics and Applied Mathematics.
According to the guide, ‘TU/e leaves the
other two TU’s far behind (11th and 12th in
the general ranking) and puts the university
among the best in the Netherlands.’
Everyone at
to secured b TU/e access
icycle parkin
27 October 20
g
14 - From Nove
m
And how are things in Davis?
More and more TU/e students go abroad for their studies to follow courses, internships or a doctorate path.
What is it like to find your way in a new country? Students tell their stories.
Everybody has their dreams. My dream was to visit ‘the land of the free, and the home of the brave’.
This year my dream to go to North America finally came true. It was even better than I had expected,
here in Davis in northern California. I travelled to Davis to develop an energy management strategy
for a hybrid motorcycle equipped with a hydrogen fuel cell. Long story short: super fancy stuff.
I always thought Americans were petrol-burning cowboys, but that turns out to apply to the Texans
only. Americans, or I should say ‘Californians’, are rather environmentally and health conscious
people. That is also why a lot of people go for a run during evening hours. Something I also took up.
The people around here are very friendly, helpful, and easygoing.
Davis is a nice place to hang out and its location is also pretty great, as it’s located in between
several big national parks, including Yosemite, Point Reyes, and Lake Tahoe. During weekends
I am mainly exploring all the beautiful things California has to offer. And I do so the American way:
I rented a Harley and drove to Napa Valley, renowned for its good wine, which is said to be even better
than French wine. And after the Harley adventure I couldn’t very well pass up a trip in a Ford truck.
Sadly, all good things must come to an end, and so does ‘Frans does America’. Luckily we have a
stopover in Chicago before going home again.
22 October - Soon, research funded by NWO must be freely accessible for everyone immediately
after publication, following the principle of open access. That means researchers with, say,
a Veni, Vidi, or Vici Grant will no longer be free to publish their article in a journal of their
preference.
Researchers who still want to publish their article in a renowned journal that doesn’t adhere
to open access are free to do so in theory, says NWO. They do have to publish their final
author version of the article (not edited by the publisher, yet reviewed) in a public database
immediately.
The problem, however, is that approximately half of the journals doesn’t allow that, says
Merle Rodenburg, Specialist Scientific Information of the Information Expertise Center (IEC)
at TU/e. “Journals often have an embargo period. Nature, for example, doesn’t allow publication
in a public database until six months after the article appears in one of their issues.”
Life after TU/e
A few hits: Educational curriculums in the Bachelor College (BC) and
Graduate School (GS) will get an innovative (through blended learning)
and international (in developing the International Classroom) character.
More and more bachelor programs will be offered in English to attract
more international undergraduates helping meet TU/e-ambitions by 2020.
All TU/e students and staff will be trained if necessary in communicating
in good oral and written English as the lingua franca we all share on
campus, and the internationals will get the opportunity to learn (some)
Dutch language & culture to be able to really ‘leven’ in NL, opposed to
Maybe food for a next column, as these two areas serve as indicators for
the degree of integration between the various groups of our community.
Want to experience the hard core of the onion? Stay tuned for more!
Vi
advisor in ncent Merk,
ternationa
l commun
ity
Fra
Studnens Verbrugg
t ech en,
EnginM
eerinagnical
What do you do now?
I’ve been working at FEI Company for almost eight years now, and I’m
currently a
software project leader. I have always been passionate about making
software, even
though now I am looking at it from a different perspective. I enjoy my
work: I’m in a
challenging, highly technical, multi-disciplinary, multi-cultural environm
ent. That is
exactly what you learn about and practice at OOTI. I was never driven
by ‘where I want
to be’, but rather by ‘what I want to do’, what feels good at a given moment
. And it
still feels good.
Was it difficult to find a job?
No. Actually, I think I have been extremely lucky in that respect. I graduat
ed in a time
of economic recession, but nevertheless after my first interview I was
offered the job.
And immediately after that I got a second job offer, so I was spoilt for
choice. In both
cases, the fact that I was an OOTI graduate was an important advanta
ge. When I
noticed my first job was not providing me with enough learning experien
ce, I decided
to start searching for a next suitable employee. Again I was met with
‘bad luck’:
I didn’t get a chance to search properly, as the first company I had an
interview
offered me a job, and that’s the company I still work at today.
only ‘overleven’ (with only English). But it goes further than language only.
Topics like intercultural awareness & communication also need to be part of
regular educational programs in the BC and GS, see Hussein’s story above.
Going further, we also want to create a broader basis for mutual understanding where knowledge of differences and an attitude of respect and
acceptance (and even appreciation!) of our diversity exist and help develop
and apply best practices in dealing with one another. Two areas probably
need special attention: study associations and the various bodies and
councils within TU/e. There is a growing sense of community in the former,
as I experienced dealing recently with the organizers of the Career Events.
Although they may appear rather traditional in their advertising that free
beer for their Kick-off borrel (see column of Sept. 29), they also want to join
the intercultural dance parties around TU/e-campus. Yes, it takes 2 to tango!
On the other hand, some councils may wake up having newly elected
internationals on board. Let’s see what happens at the coming elections.
a hike.
Name: Claudia Peter
Place of Birth: Romania
Date of Birth: 19 August, 1977
At TU/e: February 2002 - August 2004: OOTI - Master of Technological
Design
program for Software Technology.
Current position: Software project leader at FEI company in the Netherla
nds
Leven vs overleven at TU/e and beyond
You may remember that two weeks ago Hussein went home to take his
shower after sports, not being able to reconcile values like privacy and
intimacy, but only compromising about them. Well, he did get back
on time, though for his Professional Skills training offered by STU.
These are hands-on sessions programmed either as independent
units or embedded in bachelor or master courses. They form one of
the many ways to help the many Husseins (and Jantjes) integrate
into our community and also serve as examples for the next layer
(after the physical environment/ infrastructure on campus) of the
onion we started to peel: education and communication aspects.
shirt) during
Read more stories online: www.cursor.tue.nl/en
More news on www.cursor.tue.nl/en
Clmn
ggen (in oran
ge
Would you also like to write an article about your time
abroad? Please send an email to [email protected].
NWO: direct access to articles
compulsory
ber 1, both stud
nearly any secu
ents and staff
red on-campu
can park their
s bicycle park
Built Environm
bikes in
ing. Only Vertig
ent. The bicycl
o is meant excl
e parkings are
thousand new
usively for
accessible with
bicycle racks w
a campus pass
ith
a ‘wider lockin
24/7. Two
g connection’
will
be placed on ca
mpus as well.
Old
and new adde
d up, there will
be
an extra 500 bi
cycle stands at
TU/e by 2015.
The campus ca
rd
serves as the
‘key’ to the se
cured
parkings. TU/e
staff and stud
ents
don’t have to
take action th
emselves, as the
bicycle parkin
g
authorization
will be activat
ed
automatically.
Frans Verbru
What happens to international
students after they graduate
from TU/e? Do they go job
hunting in the Netherlands,
pack their bags and explore
the world, or return to their
home countries? International
TU/e graduates talk about
their lives after TU/e.
How do you reflect on your time at TU/e?
I originally studied Computer Science at the Technical University of Buchare
st,
Romania. In my fifth year, I received a four-month Socrates Scholarship
to finish
my graduation project at the Université de Valenciennes in Northern
France.
During this period, I visited Eindhoven and met several other TU/e student
s,
including my husband. It was a coincidence that I got to know TU/e,
but once I
heard about the OOTI program, I knew that was what I wanted to do after
graduating.
My two years at TU/e were tough but very nice. It was hard work, and
especially
challenging conerning the less technical aspects of the study. At OOTI,
working in a
very diverse multicultural environment, and doing many soft skill training
s, is what
makes you a different person in the end. I invested two years in OOTI,
but it yielded
two years of intensive training and experience you can only ‘pick up on
the go’ in any
other regular job.
What advice do you have for current students?
Enjoy your time at universityand take advantage of the opportunities
you are being
presented with. No matter where you want to live and work, it will make
you a richer
person with the knowledge you will have gained afterwards. And ‘rich’
people just
find the best opportunities.
22 | Research
30 October 2014
Research | 23
See for more news www.cursor.tue.nl/en
Barry the better bacterium
This weekend, Boston hosts the iGEM Giant Jamboree, an annual
student competition for synthetic biology. The fourteen members
of the TU/e iGEM team will attend, too. The team has created a
‘jacket’ for E. coli, improving the bacterium’s chances of survival so it can make itself useful - in an industrial environment or inside
the human body. And in the meantime, they also published a
children’s book.
Bacteria have a bad reputation.
They shouldn’t, say the members
of the TU/e iGEM team. With a little
help, bacteria can be amazingly
beneficial to us. And that’s exactly
what they want to contribute to
with their iGEM project.
iGEM is an acronym for International
Genetically Engineered Machine.
It’s a competition for students
where they are challenged to add
new and useful characteristics
to single-celled organisms (like
bacteria) by employing the latest
techniques from synthetic biology.
This year, 245 student teams from
around the world have registered
for the competition.
On the initiative of the Institute for
Complex Molecular Systems (ICMS),
TU/e has entered the iGEM
competition for the third time this
year. “The first team had created
a type of LED screen made from
luminous yeast cells”, says Anke
Boschman, who’s this year’s
‘head lab’. “And last year, the team
designed a bacterium that finds
tumors in the human body to
secrete a protein that shows
up on MRIs.”
A coating
can make
the bacterium
resistant
to hostile
environments
Still, since iGEM is a student
competition, mostly the teams only
demonstrate their ideas should
work in theory. After all, you can’t
just inject the human body with
bacteria, because they generate
an immune response, which can
result in nasty symptoms and/or
the premature demise of the
well-meaning bacteria.
The current iGEM team has
searched for a solution to the
latter problem, says Boschman.
“Of course, it’s a shame last year’s
wonderful idea can’t be implemented,
because the bacteria will die.
So, we wanted to try and find
a way to create a coating that
makes the bacterium resistant
to hostile environments.”
Although initially they had decided
on a coating that was to make E. coli
invisible to the human immune
system (a stealth bacterium), they
soon moved on to a somewhat
broader approach, ‘head modeling’
Glenn Cremers explains. “Bacteria
and the human body are a tricky
combination, which is why we
decided to use a more general
method: attaching molecules to
the outer membrane (the ‘skin’, TJ)
of the bacterium.”
Their work has resulted in a
‘universal click system’ that
enables all kinds of molecules
to attach to the bacterium.
Think of it as a protein jacket
with hooks for the functional
molecules to attach themselves to.
The idea is that different kinds
of molecules can be attached to
the jacked easily, depending on
what it’s needed for - a stealth
jacket for in the human body,
or a layer of catalysts for
biochemical reactors, for example.
“We’ve taken the first step towards
creating a functional coating”,
says Boschman. She says it’s
up to others, within or outside
TU/e, to further develop the idea.
Although neither the click chemistry
nor the idea of coated bacteria is a
new find, yet their combination is.
According to supervisor dr.ir. Tom
de Greef, the iGEM project might
just lead to an interesting scientific
publication. “There are plans
to set up a few bachelor exam
projects to that end.” He admired
the dedication of the team members.
“They really took the plunge and
their efforts have resulted in
something you can expect from
fifth-year students, whereas they
started the project in their second
year and didn’t have any previous
lab experience.” The only thing he
regrets is that the team consisted of
Biochemical Engineering students
exclusively. “Next year, I’d love
to see students from other
departments join the team as well,
just like our competition.”
The bacterium
receives a
protein jacket
with hooks for
molecules
to attach
themselves to
In case their idea isn’t picked up
within TU/e, then it might at next
year’s iGEM: future contestants
are free to use three proteins
(two membrane proteins and
an enzyme) created by the TU/e
team. These so-called BioBricks
will be included in the biological
toolkit from which all iGEM teams
are free to order items.
Barry the not-so-bad bacterium
The iGEM teams are not only judged on their performance in the lab
(and what they’ve presented on their websites). They also have to show
their contribution to the social understanding of their area of expertise:
synthetic biology.
It turned out to be a piece of cake for team member Minke Nijenhuis.
With the help of a primary school teacher she created a children’s book
for children aged 6-10. The book explains not all bacteria are bad, and
that some even have superpowers thanks to synthetic biology.
The book’s protagonist is Tim, the son of a synthetic biologist. One day,
he enters his father’s lab, where he’s shrunk to the size of a bacterium.
He then meets Barry the Bacterium, and together they go to Petri City.
Nijenhuis created the illustrations in Photoshop and wrote the rhymes
in the book. It’s been self-published (sixty Dutch, and forty English
copies - so the judges in Boston can read it, too).
How do you get a bacterium to wear a protein jacket?
Bacteria are basically biological mini factories. If instructed correctly, they will produce the right proteins.
If these are recognizable as membrane protein, the internal infrastructure of the bacterium will make
sure those will be transported to the ‘skin’ of the bacterium. The instructions come from a piece of DNA
(the blueprint of the protein). Those DNA pieces are the BioBricks that iGEM teams can order through
the organization, says Glenn Cremers. “In Boston, they have a large freezer filled with pieces of DNA
that can be shipped to your team. The DNA then has to be integrated in a plasmid.”
A plasmid is a ring-shaped piece of DNA. With the help of enzymes (proteins that have the ability to cut off
and attach DNA), the piece of DNA can be integrated in the DNA ring. “Those enzymes can be ordered, too”,
says Cremers. “They arrive within two days.” The next step involves getting the prepared plasmids to
be absorbed by the bacterium. “By shortly heating the bacteria, the cell membrane becomes porous;
that’s how we’ve managed to get the plasmid inside the bacterium”, Anke Boschman explains.
The bacterium uses that genetic information to create the desired membrane protein. The iGEM team
uses a clever trick that enables a specific amino acid (pink in the illustration) to be absorbed by the protein.
All molecules that are fitted with the correct molecular ‘hook’ can attach themselves to the bacterium’s
surface through that amino acid.
Glenn Cremers and Anke Boschman from iGEM-team Eindhoven.
Surface of the E. Coli bacterium with membrane protein ‘click system’. The pink ball is the
built-in amino acid to which a variety of functional molecules may be attached.
Animation | studio ICMS
24 | Focus
30 October 2014
Text | Monique van de Ven
Illustrations | MTD Landschapsarchitecten
Photos | Bart van Overbeeke
No less than eight years ahead of schedule TU/e “precipitately”
began the construction of its Green Strip in 2012: the green
recreational area in the heart of the campus. Meanwhile the second
and final stage is about to commence, for which the whole area
between Ceres and the new Flux building will be dug up.
The Green Strip should be ready in the spring of 2015.
The green heart | The Green Strip was designed by
TU/e rolls out
Green Strip
further
Focus | 25
See for more news www.cursor.tue.nl/en
Outdoor theater | The second part of
the Green Strip runs from the Ceres building
(near the chimney next to MetaForum) up
to Flux, the new accommodation of the
Electrical Engineering and Applied Physics
Departments. It is not yet known which
contractor will carry out the project; the
tendering procedure is nearing completion.
One feature that will be conspicuous is the
large lawn in front of Gemini, which will
function as a recreational and multi-purpose
area. An elevated area will be made around
it, comparable to the concrete steps in the
square at MetaForum, so that a kind of
outdoor theater is created.
the Den Bosch bureau MTD Landschapsarchitecten. A green
recreational area in the heart of the campus, which allows
a smooth flow for pedestrians and cyclists especially and
provides space for multifunctional outdoor activities and events:
that is the Green Strip in a nutshell.
Flux surrounded by greenery | The new Flux
building and the Green Strip are closely connected as projects;
stage 2 of the Green Strip could not be fleshed out completely
until the technical elaboration of Flux was on the table.
For that reason - as was the case with MetaForum earlier - there
has been regular attunement among the different architectural
firms involved.
For the entrance to Flux the same material will be used as can
be seen in the plateaus around the market hall at MetaForum.
Whilst this Chinese granite was ordered ages ago, it will
definitely not be delivered before January 2015. Therefore
concrete slabs will be used temporarily for the entrance to Flux.
“This means that there will be a moment when we still need to
work on the main entrance, when the building is already fully
operational.” The project leader acknowledges that this is not
ideal, although Flux will later have “a real eye catcher” to show
for this delay.
For the ‘gallery stairs’ which will be laid out in a curve around
the building, bordering on the terrace near the refectory, the
same kind of concrete will be used as was applied in the rest
of the Green Strip. In this way “some degree of uniformity will
be achieved in the entrances to the big buildings around the
Green Strip”.
Fase 1 | In May 2012 the construction of the first stage of the
Green Strip was begun, the area between the Limbopad and the
Ceres building. Although the envisaged green central area of the
campus was actually not included in the planning until after project
4 (the renovation of the Gemini complex), say in 2020, the new
MetaForum and its ‘market hall’ in particular proved to be so
inextricably interwoven with their direct environment that the
construction of the Green Strip was “precipitately” started eight
years earlier. “The entire lighting concept, for one, still had to be
devised when we were already picking the first paving bricks out
of the ground”, illustrates project leader Boudewijn Elmans
(Real Estate Management).
The main portion of the first stage was completed early in September
2012, even though the aggregate activities would eventually last
until the spring of 2013. There were more i’s to be dotted and t’s
to be crossed later as well, such as the new top layer that was
recently applied on the paths of the Green Strip.
Illustration | Architectuurstudio HH
The completion of Flux also generates some uncertainty in the
planning for the green central area. Not until mid-November,
when the contractor will transfer the building to the university,
can the first job in the second stage of the Green Strip be
started: the construction of the passageway from Ceres to Flux.
We are starting at an awkward time”, Elmans warns us, “as we
are quite dependent on the weather”.
Wheels in greenery | Even though TU/e initially preferred the absolute minimum of wheels on the Green Strip, you
cannot simply shut out or ignore cyclists and motorists, Elmans states. “Initially, for example, we thought: people will just
have to cycle around it. Still, as it is cyclists turn out to find their way anyhow, in ways that appear to be working quite well in
fact.” He points at the long path between the pond at the Hoofdgebouw and the Matrix building, which is also used thankfully
by cyclists. Furthermore, there is a bicycle crossing across the Green Strip at Ceres and a second crossing will be laid out at Flux.
Traffic, and parking in particular, are “the pre-eminent topics of discussion” anyway in every consultation about the Green
Strip, Elmans adds. For instance, 105 parking spaces will be sacrificed for part 2 of the Green Strip. Near the Hoofdgebouw
also, which is to be renovated as of 2015, 84 spaces will disappear. Around Potentiaal, which is converted into a residential
tower block, and the intended new tower block of Vestide an extra 195 parking spaces will have to go. This loss is made up for
temporarily at the Connector building and through an expansion of the number of parking spaces at Laplaceplein (together
+135) and on the east side of the campus, near the road De Horsten (+200). The parking capacity will also be expanded in
the subarea ‘the compact campus’, located centrally on the site, with 136 new parking spaces at Flux and a further 70 at Het
Kranenveld (where De Hal used to be).
Altogether TU/e is aiming at 2,225 spaces across the whole campus, which will also satisfy the parking demand at peak
moments. Anyone who wishes to avoid paid parking on campus in the future can park their cars just outside the site,
at Celebeslaan.
There was already extensive coverage of future changes in bicycle parking this week on cursor.tue.nl. Many sheds will be
secured in the coming months; TU/e is also investing in better bicycle racks, with less risk of damage to the parked bicycles.
The greatest sacrifices in terms of bicycle parking spaces are made at the Hoofdgebouw to be renovated (minus 450) and, due
to the second part of the Green Strip, at Gemini (minus 710). On the other hand, a considerable number of spaces is added
at Flux (1,600, both at underground and at ground level), in the basement of Traverse (200) and at the location where De Hal
used to be (400 spaces).
Road works | As a result of the construction of part 2 of the Green Strip, the road De Wielen is
lost, half of which was broken down already in connection with part 1. The clinker paving - between
Gemini and TNO- will only be removed when a new access road on the south side of the campus has
been finished. This road will run from the entrance at TNO, down along Helix, towards Vertigo.
Initially the Department of Chemical Engineering and Chemistry, which occupies Helix, had some
concerns about this new access route in connection with several heavy microscopes that are used
on the south side of the building. Elmans explains, though, that an investigation has shown that the
road will not cause
any disturbance in
this respect. Once
the new road and
the parking lot at
Het Kranenveld are
finished, the passage
now tolerated for cars
between Vertigo and
the pond will disappear. Pickets will be
positioned here probably early in 2015
- , after which only
security and emergency
services and such will
be able to cross there.
How green? | In the first stage of the Green Strip 43 new trees
were planted altogether, including 12 false acacias (in full: Robinia
pseudoacacia ‘Semperflorens’) and 8 pedunculate common oaks
(Quercus robur). Also, 1,565 square meters of hornbeam, 18,500 hederas
and 14,500 square meters of grass were laid out.
For part 2 a substantial portion of greenery will be laid out as well,
including 48 trees (the common oaks again forming a majority), 12,700
hederas (two different varieties), some 1,300 square meters of hornbeam
and 12,700 square meters of lawn. The intention is for the new trees to
be planted not later than February 2015.
26 | Research
30 October 2014
4 burning questions
Jelle Stumpel | Chemical Engineering
Smart coatings
Research | 27
See for more news www.cursor.tue.nl/en
Nilles Vrijsen | Electrical Engineering
Fast and accurate electric machines
1 | cover
1
The white S-shaped curve is a measured magnetic hysteresis loop of a magnetic material (SiFe).
When a coil is used to induce a magnetic field in the material, the resulting magnetic flux
density is highly nonlinear. The blue fan shape is formed by the rotation of the original
curve.
’s on
f your
o
r
e
ov
the c rtation?
disse
What
2 | parties
Many electric machines contain iron to achieve a high force density, so production systems,
e.g. used in automation, can produce the products fast and cheap. Semiconductor litho­
graphy systems also require a high position accuracy (sub-nanometer). Because of that, it
is essential here that the nonlinear magnetic material phenomena in the actuator are fully
known and modeled. This is necessary to predict the force of actuators over its full force
range accurately.
3 | essential
2
The measurement instruments that I used used are a hystograph for measuring the fields
in magnetic materials (available in the EPE Lab), a load cell to measure the dynamic force
of actuators (provided by Heidenhain), and a test rig to measure the force of actuators with
a high accuracy (thanks to ASML).
Wh
a
peo t do y
ou t
ple
a
t
par ell
whe
n
t
abo
ut y they a ies
our
s
rese k
arch
?
4 | society benefit
With high-force density positioning systems, the semiconductor industry can produce
cheaper computer chips. When the position accuracy is enhanced as well, the functionality
of electronic devices, e.g. smartphones and tablet computers, can be improved further.
1 | cover
3
What person,
technology, or device
has been essential
for your research?
4
does
w
o
H
efit
n
e
b
ty
socie our work?
y
from
The cover shows a microscopic image of a polymer
coating with light reflecting and transparent areas.
The color effects are the result of the molecular order
in the material, and the use of polarization filters.
2 | parties
Most of the time I tell people that I’m making
materials that have a reversible reaction to external
influences. Examples include materials of which
the surface structure (roughness) changes through
lighting, and a polymer coating that changes color
depending on the level of humidity, or the presence
of a certain component. These types of materials
can be used as optical sensors that can be read
out by the naked eye.
3 | essential
Nearly all polymer materials I used have been
made using a high intensity ultraviolet source.
Lighting a reactive mixture consisting of several
monomers with said lamp, results in the formation
of radicals, which in turn start a polymerization
process. Altering the light intensity and the use of
masks, enable the formation of coatings with a
more complex structure.
4 | society benefit
(edited by Tom Jeltes)
Photos | Bart van Overbeeke
Responsive polymer materials can be used for
several purposes. Windows can be produced with
a surface structure that changes, so they clean
themselves, and packaging can benefit from optical
sensors.
Koen Hendriks | Chemical Engineering
Polymer chains for solar cells
1 | cover
You are looking at the chemical structures of the polymers that I have made and studied in
organic solar cells.
2 | parties
The goal of the research project is to gain a better insight in the relation between the physical
properties of the polymers and their performance in solar cells. I often use the analogy
between a polymer and a beaded necklace. The polymers are comprised of alternating
electron rich and electron deficient chemical groups, which can be seen as alternating
colors in a beaded necklace. By using different colors, the physical properties such as light
absorption can be tuned. When you make the chains as long as possible and without defects,
then the solar cells are quite efficient for the conversion of light into electrical power.
3 | essential
The research project is multidisciplinary, ranging from organic chemistry to chromatography
and semiconductor physics. Needless to say, I needed every analysis technique, piece of
equipment, and especially all people I could find. Miss a few and you cannot carry out the
research properly.
4 | society benefit
These types of materials can be applied in flexible solar cells, and are particularly suited
for semitransparent solar cells that can be placed on windows, for example.
Donderd
ag
okto
Genootsc
hap, Park ber, 20:00-22:00
laan 93,
u
Lezing i
Eindhove ur, Academisch
nternetv
n
ei
30
l
igheid e
Lezing en
n ASML
Frank van discussie tusse
www.aca Anholt, it-veilighn Ronald Prins, o
pri
demischg
e
enootsch idsdeskundige b chter van FOX-IT
ij ASML.
en
a
p
.n
l
Voertaal:
Entree: G Nederlands
ratis
don’t
TU/e and Eindhoven so you
Cursor collects all events at
, and
nts
eve
ic
athletic and academ
have to. Symposiums, films,
notify
can
You
nl.
ue.
or.t
urs
w.c
at ww
to
parties: you can find them all
ail
em
an
d
sen
website, please
e
us of new events through our
her
will
ine
gaz
Ma
sor
Cur
do so.
[email protected] if you want to
ing happenings.
publish a selection of upcom
U/e campus
os, T
e Zwarte Do
:00h, café D
-18
15:30
November,
5
y
a
d
s
t
e
n
d
We
earch Mee
e: English
ent languagnone
Ev
g
er
e Blijenb
Entrance fee:
ustry: Ir. Ari
the
es
R
y
Meet the ind r the car. 16h10: Meet and
:
it
0
4
il
h
b
15
o
rotech
ility afte
Smart M
egic Areas
(TNO) - Mobt: Gerard Verschuren - Eu: Research
e of the Strat
r
n
u
0
o
o
4
f
is
en
h
o
m
ty
16
ct
rn
ili
ies.
gove
Smart Mob rrent and active subje spective of
h00: End of
n opportunit
the Europea mart Mobility topics. 18
of TU/e. A cuthis event, a broad per scientists
S
n
.
pitches o
ing & drinks
research. At arch will be given. TU/eesearch.
am, network
current rese their Smart Mobility R van de Weijer. progr
will present h30: Opening by Carlo
PROGRAM: 15
3
Maandag ,
dinsdag e
n woensdag
november, 2
0
Filmhuis De Z :00-21:30 uur,
warte Doos,
TU/e-campus
Superno
5
4
va
Meis woont op
in niemandsla de kop van een scherp
het verstikken nd. Ze probeert te onts e bocht ergens
wereld te verk de vacuüm van haar benappen uit
listische mijm ennen via haar zintuige staan door de
n. Existentia­
seksualiteit zoeringen gemengd met on
rgen voor over
tlui
donderende kende
kijkervaring.
Voertaal: Ned
Entree: 7,50 euerlands
betalen op ve ro (Plazapas is geldig),
stud
rtoon van colle
gepas 3,50 eu enten
ro
ie.
ymfon
stadss n
n
e
e
is
beelde
it 1927
stadt uvan de stad inlike kings, ck
ß
o
r
G
er
tra
ie
e stood
sound
fonie d
essent
Die Sin ging om de ikanten van Wen originele rte Doos.
,
r
e
o
a
be
Een p gen. De muz , schreven uit in De Zw
novem
te van ck uit Belgiëren die live
g
a
d
.
,
r
voe
st-ro
Dins
u
u
5 euro
0
,
os pvooor de film en
1:3
o
2
etalen
b
D
0
n
e
e
0
t
r
:
r
de
20
wa
ten, an
Uniek!
is De Z
studen
r
o
o
v
Filmhu pus
: Gratis
m
Entree
U/e-ca
11
T
Berlin
1927
r,
e
novemb
2
1
g
a
d
oens
W
r,
TU/e
3:35 uu
12:40-1 aal Auditorium
Z
Blauwe
ïne:
Poetin
n
a
v
Oekra
g
ingen
meran uur zijn de verehkoouedld.
e
o
b
e
d
M
gb
l van de
n ernsti
r een
12
Wednesday
November, 20:00-22:05h,
filmhouse De Zwarte Doos, TU/e cam
pus
The fault in our stars
Hazel and Gus are two extraordinar
y teenagers who share an
acerbic wit, a disdain for the conventi
onal, and a love that
sweeps them on an unforgettable
journey. Their relationship
is all the more miraculous, given that
they met and fell in love
at a cancer support group.
Event language: English with Dutc
Entrance fee: students: 3,50 euros,h subtitles
others pay 7,50 euros.
a
aat voo
t Weste
na de v
25 jaar Rusland en hekraïne de opmoningsbruggeen
tussen e crisis in Oe g? Hans van K r zijn acties e
Vormt d Koude Oorlo at Poetin voo
nieuwe aakt helder d
(RUG) mrijs betaalt.
rlands
hoge p
l: Nede
Voertaa Gratis
tree:
En