1 ������������� ������ �� � �� �� �� �� ��������� 2 ������������� ������ �� � �� �� �� �� ��������� Decennialang bleven de sporen van WOI in het Mastenbos verscholen onder (en beschermd door) rododendrons en varens. Tot in 2007 een lang verloren gewaand archief opduikt. Luchtfoto’s brengen de vergeten linie aan het licht. Op een koude, heldere januaridag in 1918 verzamelt Josef Zimmermann zijn team op het militaire vliegveld van Schaffen in Diest. Hij kreeg de opdracht de Duitse verdedigingslinie in de provincie Antwerpen te fotograferen. Vanuit zijn tweedekker overziet hij de machtige vesting met haar tientallen forten, schansen, geschutsopstellingen en loopgraven. Zijn luchtfoto’s worden ontwikkeld en geanalyseerd, waarna ze in dikke dossiers verdwijnen en vergeten geraken. Herdenk 100 jaar Wereldoorlog I door op bezoek te gaan bij onze oud-strijders. Er zijn immers nog getuigen. Bomen, bossen en natuur hielpen mensen te overleven en dragen tot vandaag nog sporen van de Groote Oorlog. Ontdek de vergeten linie door de ogen van Luitenant Zimmerman. Laat leerlingen het historisch onderzoek mee beleven. Leer bij over de geschiedkundige context van het Mastenbos. Ontdek samen het unieke ecosysteem dat zich na de Duitse terugtrekking gevormd heeft. Ter ere van de Week van het Bos (12-19 oktober) werd een educatief pakket opgesteld rond Bos, Natuur en (de Groote) Oorlog voor de derde graad van het secundair onderwijs. Zowel technische als theoretische vakken komen aan bod. Je vindt er bijvoorbeeld inspiratie om met leerlingen aan de slag te gaan in praktijklessen hout. Bouw samen met de leerlingen een heus vleermuizenhotel of richt een herdenkingsplek in met een A-frame om de vele slachtoffers uit de loopgraven te eren. Je kent wellicht ook hét symbool van WOI: de klaproos. Maar weten leerlingen ook waar dit symbool vandaan komt? Maak tijdens de lessen Nederlands en Engels komaf met het stof�ge imago van poëzie en ga aan de slag met sterke beelden in (oorlogs)gedichten. Langsheen het Loopgravenpad vind je heel wat informatie. Ter ondersteuning kan dit educatieve pakket gebruikt worden. Behalve extra informatie vind je hierin zowel vakgebonden als vakoverschrijdende opdrachten. 3 ������������� ������ �� � �� �� �� �� ��������� 2. 4. 3. 5. DE FRONTLIJN VOLGDE VAAK DE OUDE GEMEENTEGRENZEN. 7. Notelaarhout was dan weer zeer gegeerd om geweerkolven mee t e maken. Duizenden notelaars werden hiervoor t ijdens WOI geveld. Dat verklaart waarom er in het acht erland van Ieper geen enkele notelaar st aat die ouder is dan 80 jaar. Tussen de t wee oorlogen werd die praktijk verdergezet , maar dan t en behoeve van de Luikse wapenindust rie. 6. WOI was de eerst e echt e ondergrondse oorlog. Vooral de Brit t en bouwden graag gangenst elsels. Een van hun t echnieken best ond erin om een gang t e graven t ot onder een Duit se commandopost en vervolgens het hele zootje t e dynamit eren. Om de vijandelijke gravers t e lokaliseren t rokken soldaten met st et hoscopen onder de grond. De financiële kost en van de Eerst e Wereldoorlog worden geschat op $38 miljard voor Duit sland, Groot-Brit t annië best eedde $35 miljard, Frankrijk $24 miljard, Rusland $22 miljard, de Verenigde St aten $22 miljard en Oost enrijk-Hongarije $20 miljard. In t otaal waren de oorlogskost en voor deze landen $185 miljard. Ter vergelijking: de huidige oorlog in Irak kost de Amerikanen $195 miljoen per dag. 8. Bommen en granaten hebben diepe put t en in ons landschap geslagen. Hier en daar vulden deze zich met water. In die poelen vinden we vandaag zeldzame amfibieën zoals de kamsalamander. Maar ook de kraters die niet met water gevuld zijn, doen dienst voor de natuur: de bodem van zo’n put is het favoriet e zonneplekje van de gladde slang. Een ander deel van de Duit se herst elbet alingen omvatt e het leveren van grote hoeveelheden Duit se beukenboompjes. In 1918 st eeg de t otale bosoppervlakte van België plots…Een deel van de herst elbetalingen was de Oost kant ons. Deze - nog st eeds Duit st alige - regio van België is immers heel bosrijk. Daar bevonden zich immers de ‘woeste’ gronden of wastines. Deze arme gronden waren niet geschikt voor landbouw. Daardoor stonden er meer struiken en bomen. De soldaten maakten dankbaar gebruik van deze beschutting. ������ � �� �� �� �� ��������� �� SSSST ... MAAK VLEERMUISMAN NIET WAKKER 1. 13. 12. 11. 10. De t waalf neut rale landen t ijdens de Eerst e Wereldoorlog waren wereldwijd: Argent inië, Chili, Denemarken, Mexico, Nederland, Noorwegen, Port ugal, Spanje, Venezuela, Zweden en Zwit serland. 17. A 12-19 okt o b e r 100 jaar > 20. Rondom Ieper liggen kleine kerkhofjes vers preid reid langsheen zones die tijdens WOI nog bos waren. Vaak ging het om kasteelparken. In deze parken was men minder zichtbaar voor de vijand en richtte men EHBO-posten op. Patiënten die het niet haalden werden in de buurt begraven. Zo goed als alle bomen in Vlaanderen zijn jonger dan 100 jaar. In de west hoek werd alles kapot geschot en, maar ook elders werden bomen massaal gekapt door beide part ijen: allerhande const ruct ieswerden uit hout opget rokken, loopgraven werden ermee gest ut , hout werd de belangrijkst e energiebron voor de noodlijdende bevolking, ... 19. De openingsdag van de Slag aan de Somme was een fiasco: de t otale Brit se verliezen aan het eind van deze dag waren 57 470 .470 ijgsman: 19.240 doden, 35.493 gewonden, 2.152 vermist en en 585 krijgs as gevangenen. Het verliescijfer op deze rampzalige eerst e dag was een op een 50%. Het zwaarst e verlies dat de Brit t en ooit hebben geleden op enkele dag t ijdens een oorlog. Het slagveld lag let t erlijk bezaaiddmet met doden en gewonden. 18. Naar schatt ing 30% van de projectielen die tijdens de Eerst e Wereldoorlog werden afgevuurd, kwamen t oen niet t ot ont ploÆng. Als gevolg daarvan wordt in West -Vlaanderen jaarlijks ongeveer 250 t on niet -ont plofte munit ie t eruggevonden. 15. De Spaanse griep eist e in 1918 in vier maanden t ijd meer mensenlevens dan de Eerst e Wereldoorlog deed in vier jaar. De oorlog kost t e 9,5 miljoen mensen het leven, de Spaanse griep eist e 50 miljoen slacht offers. 14. Om gangenstelsels te stutten werd er gebruik gemaakt van de Corsicaanse den. Deze houtsoort heeft immers als bijzondere eigenschap dat ze eerst lang en luid begint te kraken alvorens te barsten. Een goede waarschuwing als tunnels dreigden in te storten. In de Eerste Wereldoorlog was het aantal burgerslachtoffers 5% van het totale aantal slachtoffers. In de Tweede Wereldoorlog steeg dit cijfer t ot 48% Na de Eerste Wereldoorlog moest Bayer het octrooi en de naam Aspirine prijsgeven als onderdeel van de Duitse herstelbetalingen. In de Eerste Wereldoorlog werden maden van de blauwgroene bromvlieg (Lucilia sericata) gebruikt om rottend mensenvlees rond wonden weg te vreten. Als de patiënt begon te kermen, was de wond schoon genoeg en werden de maden verwijderd. In sommige landen wordt deze methode nog steeds toegepast, maar dan wel met steriele maden. 16. De laatste jaren ondervindt de Nederlandse aardappelteelt opnieuw veel schade van de Coloradokever. Vooral de vraatzuchtige larven hiervan kunnen grote vernielingen aanrichten. De Coloradokever is vermoedelijk in de Eerste Wereldoorlog door militaire transporten vanuit Amerika via Frankrijk naar Europa overgebracht. ASPIRINE ALS HERSTELBETALING Een grote rode bosmier laat zich heel goed als niet je gebruiken. Druk de wond dicht en laat de mier t oehappen en snij daarna snel het lijf van de mier af. 9. WISTJEDAT... Vleermuizen hebben voor hun wint erslaap een donkere plek nodig waar de t emperatuur en vocht igheidsgraad min of meer const ant blijven. Bunkers voldoen hier prima aan. Veel van onze vleermuizensoort en zouden het niet gehaald hebben zonder de bunkerrest ant en uit de wereldoorlogen. 4 ������������� 1 Inleiding en situering educatief pakket 6 2 Voorverwerking: Vakoverschrijdende opdracht Aardrijkskunde – Geschiedenis 7 3 Opdrachtenbundel tijdens excursie 15 4 Naverwerking: Vakoverschrijdende opdracht Aardrijkskunde – Nederlands 21 5 Naverwerking: Nooit meer oorlog. Vakoverschrijdende opdracht 24 6 Uitbreidingsopdrachten 26 6.1 Praktijkopdracht 27 6.2 Fysica 30 6.3 Nederlands 32 6.4 Engels 35 7 Bijlagen 37 5 ������������� ������ �� � �� �� �� �� ��������� 1 Inleiding en situering educatief pakket Dit educatief pakket is bedoeld als ondersteuning van een terreinbezoek aan het Mastenbos. Dit unieke stuk militair erfgoed is een ideaal aanknopingspunt voor tal van vakken. Eerst en vooral is hieronder een opdracht te vinden om het terreinbezoek te kaderen. De leerlingen worden kort ondergedompeld in het historisch onderzoek dat tot de ontdekking van het Loopgravenpad heeft geleid. Laat je meeslepen door het verhaal van Luitenant Zimmerman. Je vindt er een situering van de opdracht, een overzicht van de verschillende lesfasen en de noodzakelijke bijlagen (bronnenmateriaal, leerlingenbundel, …). Om de leerlingen maximaal te betrekken bij het Loopgravenpad werd een opdrachtenbundel uitgewerkt met vakoverschrijdende vragen. De antwoorden zijn terug te vinden op de infopanelen langsheen het pad. Een naverwerking kan gebeuren met een opdracht waar zowel collega’s van Aardrijkskunde als van Nederlands een belangrijke rol in spelen. Er wordt expliciet aandacht besteed aan vakgebonden eindtermen van deze beide vakken, en dit voor verschillende onderwijsvormen. Het Mastenbos staat natuurlijk niet op zichzelf. De pas ontdekte oorlogsrelicten vormen een belangrijk onderdeel van de verdedingslinie tijdens WOI. En bossen spelen ook op andere plekken en tijdens andere con�icten een prominente rol. In opdrachten voor verschillende vakken wordt stilgestaan bij de rol van bos en natuur in con�ictsituaties. Deze opdrachten zijn opgebouwd om te voldoen aan de respectievelijke vakgebonden eindtermen. Herinneringseducatie wil in de eerste plaats natuurlijk de ‘Nooit Meer Oorlog’ gedachte uitdragen. Bovenstaande opdrachten helpen bijdragen aan een goed begrip van het dagelijkse leven in oorlogssituaties. Ze vormen een goede basis om ook expliciet aan de vredesgedachte te werken. Ga daarom met de leerlingen aan de slag om een ‘herinneringsmonument’ op te richten. Tal van herinneringsprojecten zijn immers opgestart ter herdenking van 100 jaar WOI. Vertrek vanuit de les geschiedenis, Nederlands, PAV,… om in samenwerking met collega’s deze herinnering levend te houden. Ga voor een (hoopgevend) symbool en kies met de hele school voor nooit meer oorlog. Ook hiervoor vind je verderop heel wat inspiratie! 6 ������������� ������ �� � �� �� �� �� ��������� 2 Voorverwerking: Aardrijkskunde – Geschiedenis In deze opdracht leren de leerlingen omgaan met historisch bronnenmateriaal. Ondanks het historische karakter van het materiaal, betreft het een hedendaags onderzoek. Veel van het bronnenmateriaal werd immers pas in 2008 ontdekt: een reeks unieke luchtfoto’s gemaakt door de Duitse luitenant Zimmerman. Ze maken deel uit van een archief dat lang verloren gewaand werd. Een konvooi met archiefdozen op weg naar Parijs werd namelijk gebombardeerd en ging in vlammen op. De luchtfoto’s overleefden dit echter en lagen in werkelijkheid decennia lang stof te vangen in Parijs, Moskou en ons eigen Koninklijk Legermuseum in Brussel. Zimmerman fotografeerde in 1918 de verdedigingslinie op de grens van België en Nederland. Vele componenten van deze linie waren tot het herontdekken van de luchtfoto’s onbekend. Een ware speurtocht kon beginnen: het project Zimmerman ging in 2010 van start. In deze opdracht vergelijken leerlingen verschillend bronnenmateriaal en kruipen zo heel even zelf in de huid van de historisch onderzoeker. Het resultaat is een beknopt overzicht van de geschiedenis van het Mastenbos en een reconstructie van de lokale verdedigingslinie. Beide zijn immers af te leiden door de bronnen met elkaar te vergelijken. Indien praktisch haalbaar, gaan de leerlingen na het voltooien van het onderzoek effectief ter plaatse op onderzoek in het Mastenbos. Hierbij is een samenwerking met een collega Biologie een grote meerwaarde: de oorlogsrelicten vormen immers de biotoop van zeldzame soorten. Zo werden veel van de bunkers ingericht als vleermuizenverblijf plaats. Bovendien is het dankzij het natuurbeheer dat dit erfgoed vandaag de dag nog duidelijk zichtbaar is. Het deel van de verdedigingsstelling in bosgebied bleef bijzonder goed bewaard. Loopgraven werden er niet genivelleerd en bunkers zelden heringericht. Om dit terreinbezoek in goede banen te leiden vindt u heel wat extra informatie en opdrachten in deze brochure. Aanpak Leid de opdracht in met het verhaal van Luitenant Zimmerman. Dit toont duidelijk aan dat zelfs nu nog spectaculaire vondsten gedaan kunnen worden bij het doorzoeken van archieven. Dankzij de lang verloren gewaande luchtfoto’s heeft men immers het langste loopgraventraject van West-Europa kunnen traceren. Groot was de verbazing toen men op de luchtfoto’s uit 1918 allerlei elementen zag verschijnen waarvan men het bestaan niet vermoedde… In de leerlingenbundel wordt (een deeltje van) het onderzoek aan de hand van luchtfoto’s en kaarten gereconstrueerd. 7 ������������� ������ �� � �� �� �� �� ��������� Leerlingenbundel: Opdracht met oplossingen en aanwijzingen Op een koude, heldere januaridag in 1918 verzamelt Luitenant Jozef Zimmermann zijn team op het militaire vliegveld van Schaffen in Diest. Zijn opdracht? Het fotograferen van de eigen verdedigingslinie rond Antwerpen. Zo wil de Duitse legerleiding nagaan of de stellingen voldoende gecamou�eerd zijn. Zimmermann kruipt in zijn tweedekker en overziet de machtige vesting met tientallen forten, schansen, geschutsopstellingen en loopgraven. Vanuit de lucht neemt hij een veertigtal foto’s. Figuur 1: Duitse tweedekker boven Vlaanderen. (KLM-MRA, Collection Photos Aériennes ‘14-’18) 8 ������������� ������ �� � �� �� �� �� ��������� Figuur 2: Duitse versterking rond fort van Ertbrand. (KLM-MRA, Photos Aériennes ‘14-’18) Bespreek wat je allemaal op de foto terugvindt. Op de foto zijn de versterkingen rond het fort van Ertbrand te zien. Behalve het fort vind je ook makkelijk de loopgraven terug en centraal onderaan in de velden zie je ook een niervormige machinegeweerstand. De Eerste Wereldoorlog was het eerste wereldwijde en geïndustrialiseerde con�ict. Nu er geen overlevenden van deze oorlog meer zijn, wordt het landschap meer en meer onze laatste getuige. Het helpt ons de oorlog te herinneren en het verhaal ervan te vertellen. Zo kwam er op de luchtfoto’s een tot dan toe onbekende verdedigingslinie tevoorschijn… Onbekend?! Naast een loopgraaf kan je toch niet kijken? Waarom en hoe zouden ze verdwenen zijn? Een loopgraaf door je straat of tuin of veld: dat is niet echt handig. Men heeft de bodem terug vlak gemaakt om te kunnen bebouwen of bewerken. 9 ������������� ������ �� � �� �� �� �� ��������� Waar zouden de loopgraven wel nog bewaard kunnen gebleven zijn? Waarom? In bossen, daar is het veel minder noodzakelijk om de bodem vlak te maken. Daarom ging men met digitale hoogtemeters aan de slag om het bosgebied rond Antwerpen in kaart te brengen. Figuur 3: Digitaal hoogtemodel van de bossen rond Kapellen. (bewerking Cornelius Stal, UGent) Kan je de loopgraven terugvinden? Laat leerlingen zelf de legende lezen en het beeld analyseren. Kunnen ze de loopgraven terugvinden? Wellicht wijzen ze eerst op de antitankgracht. Geef extra uitleg over de bouw van zo’n loopgraaf: de Duitsers hadden de gewoonte om de loopgraven deels uit te graven en deels een verhoging te maken door de grond vóór de loopgraaf af te graven. Naar welke combinatie van kleuren moet je dus op zoek gaan? Laat de leerlingen zelf formuleren dat ze moeten zoeken naar een lager stuk (afgegraven) + hoger stuk (borstwering) + lager stuk (loopgraaf). Met andere woorden: geel – blauw – geel. Extra uitleg hoogte�lter-kaart: de gele lijn bovenaan is de antitankgracht. Deze is ook vandaag nog duidelijk zichtbaar. Daaronder bevindt zich het Mastenbos. Je ziet blauwe lijnen (hoger) omringt door gele (lagere) lijnen. De blauwe, hogere lijn is de hogere borstwering waarin de loopgraaf is uitgegraven. Deze wordt telkens omringd door twee gele, lagere lijnen: de zones voor en achter de loopgraaf die werden uitgegraven om de borstwering aan te leggen. 10 ������������� ������ �� � �� �� �� �� ��������� Borstwering Loopgraaf Figuur 4: Doorsnede loopgraaf Men heeft deze loopgraven zoals terug te vinden op de luchtfoto’s uit 1918 overgebracht op een huidige kaart: Figuur 5: Met gps getraceerde loopgraven rond Kapellen (UGent, fragmenten uit de topogra�sche kaart 1/10.000 - www.ngi.be) 11 ������������� ������ �� � �� �� �� �� ��������� Niet alleen verdwenen loopgraven kwamen aan het licht. Ook bunkers. Vergelijk een huidige luchtfoto van de omgeving van Stabroek met een luchtfoto uit 1918. Figuur 6: Luchtfoto van de velden rond Stabroek. (The Aerial Reconnaisance Archives, kaart Ugent) Wat valt op? Vele bunkers zijn verdwenen Hoe zou dit komen? Ook bunkers staan meestal ‘in de weg’. Vaak werden ze na de oorlog zo goed mogelijk afgebroken om het veld makkelijker te bewerken. Hoe zou jij een bunker laten verdwijnen? • • • Afbreken met zwaar materiaal: kranen, drilboren, ander grof sloopmateriaal (niet eenvoudig) Dynamiteren Ingraven! Men groef een kuil naast de bunker en duwde het geheel vervolgens in de put. Wel opletten dat je kraan er niet mee onder gesleurd wordt. Dit is immers minstens één keer het geval geweest. Of ze kregen een nieuwe functie. Kan je zelf ‘nuttige’ functies bedenken? Wijnkelder Tuinhuis Opslagplaats bloembollen Onderdeel van een stal 12 ������������� ������ � �� �� �� �� ��������� �� • • • • Ken je zelf bunkers in je omgeving met een nieuwe functie? Inspiratie kan je alvast opdoen met onderstaande foto’s. Figuur 7: Creatief hergebruik van bunkers: een wijnkelder, een tuinhuis een oerwinteringsplaats voor bloembollen (foto’s Wouter Gheyle) Figuur 8: Bunker, ingericht als comfortabel tuinhuis (foto Wouter Gheyle) Door het ontdekken van het verloren gewaande archief met luchtfoto’s kwamen dus heel wat nieuwe elementen van de verdedigingslinie aan het licht. De luchtfoto’s werden aan elkaar gepuzzeld en op een huidige kaart gelegd. Zo vond men de vergeten linie terug… 13 ������������� ������ �� � �� �� �� �� ��������� Figuur 9: Fragment uit de topogra�sche kaart 1/50.000 -www.ngi.be ©Provincie Antwerpen / Universiteit Gent Het mooiste deel bleef bewaard in het Mastenbos. Vanaf oktober 2014 kan je op ontdekking in het loopgravenpad: een uniek stuk militair erfgoed! Afsluiter: �lmpje dat de ontdekking van de loopgraven en bunkers in het Mastenbos samenvat: https://www.youtube.com/watch?v=jICIW9SYgy4 Afsluitende opdracht: vergelijken van bronnenmateriaal Zoek het Mastenbos op verschillende kaarten, in verschillende tijdvakken. Probeer op deze manier na te gaan hoe het gebied evolueerde doorheen de eeuwen. Was het altijd bos? Maak een zo goed mogelijke tijdlijn! Allerlei kaarten vind je hier: Ferrariskaart (jaar: ferraris_nl.html 1771-1778): http://www.kbr.be/collections/cart_plan/ferraris/ http://www.oldmapsonline.org/map/cuni/839203 http://britishlibrary.georeferencer.com/map/CAe7IpEubxEOxYTFMMX2pD/20131201 1232-Ipi4lh/visualize http://digitool.is.cuni.cz:1801/view/action/nmets.do?DOCCHOICE=838912.xml&dv s=1400749446508~90&locale=en_US&search_terms=&adjacency=&VIEWER_URL=/ view/action/nmets.do?&DELIVERY_RULE_ID=3&divType=©RIGHTS_DISPLAY_ FILE=licence_mapy http://staremapy.georeferencer.cz/map/VA4CDI2lGn1csaCqPClAeS/201305031414nLMIcz/visualize Huidige kaarten vind je makkelijk via Google Maps of Google Earth. 14 ������������� ������ �� � �� �� �� �� ��������� 3 Opdrachtenbundel tijdens excursie 1. Neutraliteit in Wereldoorlog I Tussen welke landen vond het con�ict in 1914 oorspronkelijk plaats? Tussen de centrale mogendheden (onder leiding van Duitsland) enerzijds en de Triple Entente (Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en het Russische Rijk) anderzijds. Welke landen bleven gedurende WOI neutraal? TIP: je vindt ze op onderstaande kaart Albanië, Argentinië, Chili, Denemarken, Ethiopië, Mexico, Nederland, Noorwegen, Spanje, Venezuela, Zweden en Zwitserland. Waarom verbrak België de neutraliteit? 2. Het Mastenbos als onderdeel van de verdedingslinie Som vier onderdelen van de verdedigingslinie op 1. 2. 3. 4. _______________________________________________ _______________________________________________ _______________________________________________ _______________________________________________ antitankgracht, dodendraad forten loopgraven bunkers Uitbreiding: opdracht Fysica: de dodendraad: het gevaar van elektrische stroom 15 ������������� ������ �� � �� �� �� �� ��������� Waarom was de linie ook in Noord België zo uitgebreid? Hoewel Nederland neutraal was vreesde men toch voor een inval door de geallieerden uit het noorden. Bovendien liepen er veel smokkelroutes over de Belgisch-Nederlandse grens. Met de linie wou men deze smokkelaars onderscheppen. Duid op onderstaande schets aan om welke bunker het gaat. Sommige vind je meerdere keren. Kies uit: Commandobunker Machinegeweer bunker Loopgraafbunker Kanon bunker Troepenbunker 16 ������������� ������ � �� �� �� �� ��������� �� 1. 2. 3. 4. 5. Machinegeweer bunkers kwamen meestal per twee voor en stonden zo opgesteld dat ze kruislings konden vuren. Wat wordt daarmee bedoeld? Verduidelijk je uitleg met een tekening. Verklaar waarom dit een voordeel was. Het terrein dat onder vuur kan genomen worden vanuit zo’n bunker is steeds kegelvormig. Als de vijand dicht genoeg is genaderd wil dit zeggen dat hij buiten schot is. De machinegeweerbunkers waren zo opgesteld dat vanuit de ene bunker de andere kon verdedigd worden en vice versa. Waarom lopen loopgraven altijd zigzag? Als een vijand tot in de loopgraaf geraakt en deze loopt rechtdoor, dan kan hij in één beweging heel wat soldaten neerschieten. Ook bij een (granaat)inslag is het beter dat de loopgraaf zigzag loopt. De kans is dan groot dat de instorting van de muur stopt bij de eerste bocht. 3. De bunkers in het Mastenbos De Eerste Wereldoorlog was de eerste oorlog waarin er bewust werd gekozen voor camou�age kleuren. Het idee voor camou�age haalde men uit de natuur. Geef een voorbeeld van enkele bijzonder goed gecamou�eerde dieren: Nachtzwaluw, kameleon, sneeuwhaas, wandelende tak, … 17 ������������� ������ �� � �� �� �� �� ��������� Kleurige blauwe en rode kostuums werden vervangen door groen- en grijstinten. Het Franse leger was het eerste met een heuse camou�age eenheid. Men deed hiervoor een beroep op echte (kunst)schilders. Ook de bunkers werden zo goed mogelijk gecamou�eerd. De buitenkant werd daarom ‘beklad’ met klodders beton, zodat de muren niet glad waren. Waarom zorgt een ruw oppervlak voor een betere camou�age? Denk aan de lessen optica! Een glad oppervlak weerkaats het licht in één richting (denk aan een spiegel). Dit komt in de natuur niet voor. Ruwe oppervlakken weerkaatsen het licht in alle richtingen (‘verstrooiing’). Wanneer je dit uit de lucht ziet, komt het veel natuurlijker over. In de commandobunker hield de commandant een goed overzicht over de troepen in de loopgraven. Een manier om dit veilig vanuit de bunker te doen, was door gebruik te maken van een periscoop. Hoe werkt zo’n periscoop? a. Teken op onderstaande �guur de spiegels op de juiste plaats (besteed aandacht aan de hoekgroottes). b. Vervolledig de stralengang. Wat verstaat men onder gewapend beton? Beton is door zijn korrelige structuur heel goed bestand tegen grote drukkrachten, maar niet tegen trekkrachten. Dan begint het algauw te scheuren. Om dit tegen te gaan gebruikt men wapeningsstaal of betonijzer: in het beton zitten stalen roosters. 18 ������������� ������ �� � �� �� �� �� ��������� Veel betonnen constructies krijgen na verloop van tijd te maken met betonrot. Wat zou dit ‘rotten’ veroorzaken? Tip: het komt enkel bij gewapend beton voor. Het staal dat gebruikt wordt om het beton te verstevigen kan na verloop van tijd beginnen roesten. (Staal is een legering van ijzer en koolstof). Men spreekt dan van ‘betonrot’. Vul onderstaande cijfers aan (let op de eenheden!) Een gemiddelde bunker: a. Weegt ____________ kg 115 . 10³ (115 000) b. Kost ______________ kg cement 15 . 10³ (15 000) c. Kost ______________ l water 60 . 10³ (60 000) d. Kost ______________ kg betonijzer 2 . 10³ (2000) e. Kost ______________ kg spoorwegstaven 2 . 10³ (2000) 4. Het Mastenbos als waardevol natuurgebied Waarom houden dieren een winterslaap? Vaak is er in de winter moeilijker eten te vinden. Sommige dieren lossen dit op door een winterslaap te houden. Tijdens deze ‘slaap’ vertraagt hun metabolisme. Ze hebben dan heel wat minder eten nodig en kunnen vaak lang voort met de reserves die ze voor de winterslaap hebben opgedaan. Waarom verkiezen vleermuizen constructies zoals een bunker om hun winterslaap te houden? Veel soorten vleermuizen verkiezen een donkere, vochtige en koele plek. Het is vaak van belang dat de temperatuur en de vochtigheidsgraad constant blijven. Bunkers zijn dan een ideale plek. Waar komt de naam ‘Mastenbos’ vandaan? ‘Mast’ is de Kempense benaming voor grove den. Vroeger groeiden er vooral grove dennen in het Mastenbos. Welke bomen groeien er nu vooral? Beukenbomen (dus loofhout in plaats van naaldhout). Twee plantensoorten werden onlangs zoveel mogelijk verwijderd. Het gaat om zogenaamde ‘invasieve exoten’. a. Wat wordt er met deze term bedoeld? Uitheemse plantensoorten die erg woekeren en waardoor de oorspronkelijke, inheemse soorten geen kans meer krijgen. 19 ������������� ������ �� � �� �� �� �� ��������� b. Om welke planten gaat het in het geval van het Mastenbos? Het gaat om rododendron en Amerikaanse vogelkers. Schets de doorsnede van een loopgraaf. a. Leg in je eigen woorden uit wat er bedoeld wordt met de term ‘microklimaat’. Men spreekt van een microklimaat als de klimaat omstandigheden (temperatuur, uren zonlicht, vochtigheid, …) op kleine schaal anders zijn dan de algemene klimaat omstandigheden van de omgeving. b. Pas deze term toe op de loopgraaf: duid op de �guur aan waar er welk microklimaat heerst. Aan de voet van de loopgraaf: donker en vochtig. Ideaal voor soorten als varens en mossen. Op de helling: meer licht en droger. Ideaal voor een soort als pijpenstrootje. Tot 1950 werd deze plant gebruikt om bezems te maken. Men trok pollen pijpenstrootje uit en maakte bezems van de wortels. 5. Bossen als strategische elementen Frontlinies vallen vaak samen met bossen. Geef zelf een logische verklaring. In bossen is het makkelijker om jezelf te verbergen voor de vijand. De wapenstilstand werd door Duitsland uiteindelijk op 11 november getekend in een bos. Welk bos? Waar ligt dit? De vrede werd getekend in Forêt de Compiègne. Dit bos ligt dicht bij de stad Compiègne, zo’n 60 km ten noorden van Parijs. 20 ������������� ������ �� � �� �� �� �� ��������� 4 Naverwerking: Aardrijkskunde en Nederlands Deze opdracht is gebaseerd op de leerplandoelstellingen van het vak aardrijkskunde (eindtermen 14, 30). Ze kan gebruikt worden om de leerstof in verband met de spanningen in ruimtegebruik in en tussen stad, platteland, natuur, … in te leiden. De leerlingen worden uitgedaagd om na te denken over een aantal van deze con�icten. Zo ondervinden ze zelf het belang van, en de moeilijkheden met, onze ruimtelijke ordening. Daarnaast is er een sterke vakoverschrijdende component. Leerlingen zullen merken dat informatie altijd in zekere mate subjectief is. Deze opdracht wil dan ook bijdragen aan een bewuste en kritische houding ten opzichte van informatiebronnen. Veel (taal)vaardigheden komen aan bod. Vandaar ook de uitbreiding naar een vakoverschrijdend werk in samenspraak met een collega Nederlands. Naargelang de klasgroep (of leerlingen) kan er sterk gediversi�eerd worden. Zo is de informatie in verband met bosfuncties beschikbaar als tekst of als woordwolk. Ook de vakoverschrijdende uitbreidingen voor Nederlands kunnen naar believen worden aangepast. De opdracht zoals hieronder beschreven is vrij uitgebreid. Er werd voor gekozen een opdeling te maken in verschillende onderdelen. Deze kunnen gecombineerd worden, maar moeten zeker niet allemaal (even uitgebreid) aan bod komen. Opdracht Les Aardrijkskunde DEEL 1: Inleiding: Ontdek het belang van een ruimtelijk structuurplan aan de hand van het verschil in ruimtegebruik tussen enkele sterk verstedelijkte gebieden. Toon een kaart van Vlaanderen, de streek rond Berlijn en de streek rond Parijs. (Via Google Maps te tonen, of zie bijlage). • Vraag aan de leerlingen wat opvalt • De leerlingen merken op dat er in Vlaanderen veel minder open ruimte en groene ruimte is. DEEL 2: Klasgesprek: Mogelijke oorzaken die kunnen verklaren waarom Vlaanderen veel minder groen is dan vergelijkbare regio’s • De druk van de verstedelijking is hier erg hoog. Vergelijkbare regio’s doen het, wat groene ruimte betreft, heel wat beter. Regelgeving is dus zeker van belang! Onze ruimtelijke ordening wordt vastgelegd in het ‘Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen’. • Achtergrondinfo: Vlaanderen is meest versnipperde regio in Europa, BBL, 2006 21 ������������� ������ �� � �� �� �� �� ��������� DEEL 3: Eigen ervaring: bossen in je eigen buurt Laat de leerlingen enkele vragen beantwoorden en een schema invullen (individueel of in groep) in verband met bossen in de buurt. Je vindt deze terug in bijlage. Uitbreiding: uiteraard kunnen leerlingen ook zelf een schema opstellen, zonder dat de contouren hiervan vooraf worden meegegeven. DEEL 4: Inhoudelijk werken rond de functies van bossen: Leerlingen nemen informatie door. In bijlage vind je informatie over de functie van een bos vanuit • Ecologische invalshoek • Economische invalshoek • Recreatieve invalshoek Opmerking: Er is zowel een tekst als een woordwolkversie in bijlage te vinden. Afhankelijk van het leesniveau van de leerlingen kan de tekst vooraf ook ingekort of geschematiseerd worden. DEEL 5: Verwerken van de informatie Leerlingen beantwoorde de vragen uit de bundel in bijlage. Pas de vragen eventueel aan naar meer gesloten (/meerkeuze) vragen. Laat leerlingen indien mogelijk samenwerken om antwoorden op de vragen te formuleren. Zorg er dan wel voor dat leerlingen in dezelfde groep achtergrondinformatie kregen vanuit dezelfde invalshoek. • Laat het schema uit DEEL 3 aanvullen in een ander kleur • Laat leerlingen beslissen welke woordwolk bij hun tekst hoort. Je kan er ook voor kiezen om het verschil in invalshoeken niet vooraf duidelijk te maken. Wanneer eindresultaten vergeleken worden, komt dit dan (hopelijk) naar voor. Uitbreiding 2: Laat de leerlingen zelf informatie opzoeken. Laat de leerlingen zich baseren op de criteria van de rubric i.v.m. informatie verwerven en verwerken. Je vindt deze terug in bijlage. DEEL 6: Visie delen met klasgenoten. Overloop de vragen van de verschillende groepen. Laat het schema eventueel aanvullen. Merken de leerlingen zelf het verschil op? Komen de verschillende invalshoeken aan het licht? Extra uitbreidingen • Onderzoek bij betrokkenen (beleidsmakers, buurtbewoners) • Onderzoek mobiliteit • Debat over de effectiviteit en de appreciatie van stedelijk beleid 22 ������������� ������ �� � �� �� �� �� ��������� Opdracht Les Nederlands Een uitbreiding naar het vak Nederlands ligt voor de hand. De inhoud leent zich goed tot het schrijven van een essay of andere re�ectieve teksten, het geven van een presentatie, het interpreteren (eventueel opzoeken) van informatie (eindtermen 9, 10, 11, 14, 16, 20, 21). Leerlingen leren met zin voor nuance standpunten naar voor brengen. De con�icten rond ruimtegebruik zijn immers geen zwart-wit verhaal. In bovenstaande opdracht kregen leerlingen informatie over (het gebrek aan) groene ruimte in Vlaanderen en de (maatschappelijke) functie van bossen. Deze informatie vertrekt vanuit drie verschillende invalshoeken: een economische, ecologische en recreatieve visie op bosbeheer. Afhankelijk van de gemaakte keuzes zijn leerlingen zich al dan niet bewust van deze verschillen. Op basis van de informatie en de verwerking in de les Aardrijkskunde kan een visietekst geschreven worden. Laat leerlingen hiervoor in de huid kruipen van bijvoorbeeld: • Een gemeenteambtenaar die regels moet opstellen voor bos in de buurt. • De minister van leefmilieu die een standpunt over (de functie van) bossen naar voor brengt in krantenartikel. • Een opiniemaker die overtuigd is van een bepaalde functie en hierover een essay schrijft. Eventueel in overleg met de collega van ICT kan deze opdracht ook een meer gra�sch karakter krijgen. Laat het artikel bijvoorbeeld lay-outen zoals een krantenartikel, compleet met kolommen, kop, tussenkoppen, citaten, foto, onderschrift, enz. In plaats van een essay kan je de leerlingen ook vragen een �yer te maken, … De opgestelde visie kan ook verwerkt worden tot een presentatie. Zeker als de leerlingen niet op de hoogte zijn van de verschillende invalshoeken van de achtergrondinformatie, geeft dit een interessant resultaat. Afhankelijk van het aantal leerlingen kan er per ‘invalshoek’ één of meerdere presentaties gemaakt worden. In bijlage zijn rubrics te vinden met een aantal criteria rond samenwerken, re�ectief schrijven en informatie verwerken. Deze kunnen door leerlingen gebruikt worden als basis voor zelfevaluatie. Is er een verschil te merken tussen de presentaties? Laat leerlingen bijvoorbeeld beslissen welke woordwolk hoort bij welke presentatie. Grijp dit verschil aan om leerlingen mee te geven dat informatie vaak in zekere zin gekleurd (daarom niet foutief) is. Stimuleer leerlingen om kritisch naar bronnen te kijken, na te denken en indien mogelijk steeds meerdere bronnen te raadplegen. 23 ������������� ������ �� � �� �� �� �� ��������� 5 Naverwerking: Vakoverschrijdende opdracht In de lessen geschiedenis komt de Eerste wereldoorlog uiteraard aan bod. Beperk je echter niet tot de aanleiding, het verloop en het gevolg van de Groote Oorlog. Verschillende vakken zijn geschikt om stil te staan bij het (menselijk) leed dat door de oorlog werd aangericht. Daarnaast wordt de vredesgedachte in Vlaanderen als een centrale erfenis van de oorlog beschouwd. Herinneringseducatie krijgt een grote meerwaarde als er ook aandacht is voor de hoopvolle verhalen. Mensen voeren al de hele geschiedenis lang oorlog, maar sluiten ook al de hele geschiedenis lang terug vrede. Intermenselijke solidariteit, waardigheid en vriendschap zijn waarden die zelfs een oorlog niet kan uitroeien. En ook de gehavende natuur herstelt zich en blijft springlevend! Tal van herinneringsprojecten worden dan ook opgestart ter herdenking van 100 jaar WOI. Vertrek vanuit de les geschiedenis, Nederlands, PAV,… om in samenwerking met collega’s deze herinnering levend te houden. Ga voor een (hoopgevend) symbool en kies met de hele school voor nooit meer oorlog. Opdracht • Het belang van bos en natuur in WOI: Vraag aan de leerlingen welke rol bos en natuur speelden tijdens de oorlog. Tijdens de eerste wereldoorlog speelden bos en natuur een belangrijke rol. Bossen waren voor vluchtelingen en smokkelaars een belangrijke schuilplek. Maar ook het front lag bij voorkeur in bosgebied. Soldaten maakten zo goed mogelijk gebruik van de natuurlijke dekking die bomen en struiken te bieden hadden. Zo speelden bossen een strategische rol. De frontlijn volgde vaak oude gemeentegrenzen, waar de gronden onbewerkt en dus bosachtiger waren. Daarnaast werd het karige rantsoen van burgers vaak aangevuld met eetbare planten/ paddenstoelen/gestrikte dieren uit het bos. Geneeskrachtige kruiden hielpen mensen er terug bovenop. Van eikels werd kof�e gemaakt, van klaprozen een hoestdrank. Brandnetels, zevenblad, smeerwortel, klein hoefblad, … heel wat kruidachtigen die we tegenwoordig als ‘onkruid’ beschouwen hielpen de honger te bestrijden. Het hout van de bomen was ten slotte een gegeerd goed. Het werd de belangrijkste bron van warmte, maar ook een belangrijk constructiemateriaal om bijvoorbeeld loopgraven te stutten. • Het effect van oorlog op natuur Laat leerlingen verwoorden welk effect oorlog op natuur heeft. Op internet vind je makkelijk foto’s van de frontstreek. Op de Week van het Bos site vind je voor de zeven kerndomeinen een info�che over de rol van de natuur tijdens de oorlog. 24 ������������� ������ �� � �� �� �� �� ��������� In Vlaanderen zijn maar weinig bomen te vinden die ouder zijn dan 100 jaar. Veel bomen overleefden de oorlog immers niet. • Een vredessymbool op school Door ook samen te werken aan een (blijvend) symbool activeer je de leerlingen heel wat meer rond het thema. Hieronder vind je alvast enkele suggesties. 1. Houten herinneringssymbool Worden er praktijkvakken gegeven op school, ga dan aan de slag met hout om een herinneringssymbool te maken. Kies voor FSC of PEFC gelabeld hout. Dit hout is afkomstig uit verantwoord bosbeheer. Dit wil zeggen dat het aan drie voorwaarden voldoet: het beheer houdt rekening met het milieu (ecologisch), respecteert sociale aspecten (zoals de rechten van lokale gemeenschappen en bosarbeiders) en is economisch haalbaar. Niet enkel het milieu is er dus bij gebaat, ook de mensen. Hout en bij uitbreiding alle grondstoffen, zorgen immers tot op de dag van vandaag voor con�icten, of �nancieren mee con�icten. Door samen met leerlingen te kiezen voor duurzaam beheerd bos, draag je alvast bij tot een meer solidaire wereld. Voorbeeld: Maak een A-frame Dit frame was de basis van elke loopgraaf. Het stutte de aarden wallen. In sommige gevallen werd er een knuppelpad op aangelegd. In deze brochure is een tekening en enkele foto’s van zo’n A-frame te vinden. 2. Vredesboom Plant een boom of meerdere bomen als vredessymbool op school. Kies voor een inheemse soort. Hou bij je keuze ook rekening met de bodem, vochtigheid, … 3. Klaprozen Geen plaats genoeg voor een boom? Zaai dan een veldje of een strook in met klaprozen. De klaproos staat symbool voor de vele gesneuvelde soldaten aan het front. In niemandsland, waar de aarde kapotgeschoten en omgewoeld was, waren deze bloemen immers de eerste om tevoorschijn te komen. De schoonheid en bloedrode kleur van deze pioniersoort inspireerden de Canadese militaire arts en dichter John McCrae tot het wereldbekende gedicht “In Flanders Fields”. Wereldwijd dragen mensen nu een klaproos om WOI te herdenken. Heel wat meer informatie (/leerlingenopdrachten) hierover vind je bij de opdracht Nederlands. Je kan vast ook heel wat extra te weten komen bij je collega van Engels of Nederlands. 25 ������������� ������ �� � �� �� �� �� ��������� 6 Uitbreidingsopdrachten Ga ook in andere lessen aan de slag rond het thema Oorlog en Bos. Voor onderstaande opdrachten vind je alvast kant en klaar lesmateriaal in de volgende �ches. 6.1 Praktijkopdracht Vleermuizen houden van holtes in oude bomen, schuren en ... bunkers! Helaas zijn er steeds minder geschikte verblijfplaatsen voor deze behendige nachtdieren. Leer eerst en vooral iets bij over onze meest intrigerende zoogdieren en ga daarna aan de slag om een heus vleermuizenhotel te bouwen. 6.2 Fysica Het gevaar van elektriciteit: dankzij een sprekend historisch voorbeeld en een uitdagend �lmpje verankeren de leerlingen de leerstof rond elektrische stroomkringen. 6.3 Nederlands Maak komaf met het stof�g imago van poëzie! Van Van Ostaijen over Fred Eerdekens tot Banksy: een poëtisch beeld brengt heel wat teweeg. Laat leerlingen aan de slag gaan met black-out-poetry: voor één keer is schrijven heel letterlijk schrappen… 6.4 Engels Laat je verwonderen door je leerlingen: een laagdrempelige opdracht om met taal en adjectieven om te springen. Een verrassend resultaat gegarandeerd! 26 ������������� ������ �� � �� �� �� �� ��������� ������������� PRAKTIJKOPDRACHT ������ �� � �� �� �� �� ��������� Algemeen Vleermuizen zijn vliegende nachtdieren, waar veel mensen een beetje schrik van hebben. Ze zouden immers in je haren vliegen, veranderen in een vampier, agressief zijn, … Maar niets van dat alles is correct! Vleermuizen zijn uitstekende vliegers en bovendien heel nuttige dieren. Veel van onze soorten vleermuizen zijn echter (ernstig) bedreigd. In de winter hebben de meeste soorten nood aan een overwinteringsplaats. Hiervoor gaan vleermuizen op zoek naar een donkere plek waar temperatuur en vochtigheidsgraad ongeveer constant blijven. In kelders, zolders, kerken en schuren kan je ze soms tegenkomen maar in Vlaanderen overwinteren de grootste populaties in oude bunkers en forten. In de zomer verblijven ze dan weer graag in holtes van oude bomen. Helaas zijn er in Vlaanderen maar weinig oude bossen met veel (dood) hout waarin je dergelijke holtes en nissen vindt. Een vleermuizenhotel of vleermuizenkasten kunnen natuurlijke holtes in oudere bosbestanden niet vervangen. Maar het vleermuizenhotel tracht wel een leemte te vullen. Zowel tweede als praktijkopdracht. derde graad kunnen meewerken aan deze De aanbreng van de gevelbekleding alsook de opbouw van het dak en de dakbedekking is een toepassing voor de derde graad. Indien nodig kunnen de verbindingsmethodes vooraf in de lessen T.O. besproken worden. Werk met ecologisch verantwoorde materialen. Deze opdracht biedt een goede aanleiding om samen met leerlingen te onderzoeken wat dit inhoudt, welke voorwaarden er gesteld worden en waarom. Opdracht 1. Inleiding: vleermuizen Start de opdracht met een korte inleiding over vleermuizen. Overleg indien mogelijk met de collega’s natuurwetenschappen. Je vindt hier alvast nog wat extra info over vleermuizen of over vleermuizen in Vlaanderen. ������ � �� �� �� �� ��������� In Vlaanderen komen er op dit moment zo’n 17 soorten vleermuizen voor. Deze vliegende zoogdieren voeden zich voornamelijk met insecten. Jagen doen ze ’s nachts. In tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt, kunnen vleermuizen best goed zien. Maar in een donkere nacht is dat natuurlijk niet voldoende om een klein mugje te kunnen vangen. Daarom maken vleermuizen gebruik van echolocatie of sonar: ze stoten een geluid uit (met een frequentie die voor het menselijke gehoor niet waarneembaar is). Dit geluid weerkaatst op voorwerpen en wordt door de vleermuis terug opgevangen. Afhankelijk van de richting en de tijdsduur tussen het uitstoten en opnieuw ontvangen van het geluid, wordt de plaats en afstand van het voorwerp bepaald. Op deze manier kunnen ze prima in het donker jagen. 2. Inleiding: Duurzaam hout Geef de leerlingen eerst en vooral de nodige uitleg over duurzaam houtbeheer. • Hoe herken je duurzaam hout? Zijn leerlingen vertrouwd met duurzaam hout? Misschien kennen enkele leerlingen wel het FSC label. Als ze geen label kunnen opnoemen, vraag dan of iemand een drankje in brik meeheeft. Alle verpakkingen van Tetrapack dragen immers ook het FSC label. FSC staat voor Forest Stewardship Council (ofwel: Raad voor Duurzaam Bosbeheer). FSC is een internationale organisatie die wereldwijd een verantwoord bosbeheer wil stimuleren. Het is een internationale, onafhankelijke, niet-gouvernementele non-pro�torganisatie (NGO). FSC werd in 1993 opgericht door boseigenaars, de houtsector, sociale bewegingen en milieuorganisaties. • Vraag aan de leerlingen wat dit label inhoudt? Wat is ‘verantwoord bosbeheer’? Welke voorwaarden zouden zij stellen om hout als ‘duurzaam’ te labelen? Verantwoord bosbeheer is een bosbeheer dat aan drie voorwaarden voldoet: het beheer houdt rekening met het milieu, respecteert sociale aspecten (zoals de rechten van lokale gemeenschappen en bosarbeiders) en is economisch haalbaar. Niet enkel het milieu is erbij gebaat, ook de mensen! Momenteel gaat het niet goed met de bossen op aarde! Deze prachtige en belangrijke ecosystemen die een immense rijkdom aan leven herbergen staan wereldwijd onder zware druk. De ontbossingen gaan onverminderd door en �� PRAKTIJKOPDRACHT ������������� ������������� PRAKTIJKOPDRACHT ������ bosdegradatie tast zowel tropische bossen als onze bossen aan. Bossen worden platgebrand om plaats te maken voor landbouwgrond of ze worden gekapt voor houtwinning. Nochtans hoeft houtwinning geen schadelijke activiteit voor het milieu te zijn. Wél moet houtwinning op een verantwoorde en duurzame manier gebeuren. Daarom werd FSC in het leven geroepen en ontstond het concept ‘boscerti�cering’. Onze toevlucht nemen tot andere materialen is dan ook nergens voor nodig. Hout is immers een hernieuwbare grondstof die milieuvriendelijker is dan de meeste alternatieven. Deze problematiek wordt met prachtige beelden uit de doeken gedaan in een kort�lmpje van Yann Arthus-Bertrand, de bekende fotograaf. Met beelden vanuit de lucht, vertelt hij een belangrijk verhaal. Je kan de �lm hier bekijken of downloaden. (bron: www.wwf.be, www.fair-timber.be). 3. Bouw van de vleermuizentoren Eens de leerlingen over de nodige achtergrondkennis beschikken kan je beginnen aan de eigenlijke opbouw van de toren. Een stappenplan daarvoor vind je in bijlage. �� � �� �� �� �� ��������� ������������� fysica ������ Algemeen Deze les kadert in de leersto�nhoud elektriciteit. Eens de leerlingen de begrippen spanning, elektrische stroom en weerstand kennen, wordt ook het concept van een elektrische stroomkring aangebracht. Dit is het ideale moment om ook stil te staan bij de gevaren van elektrische stroom. In deze opdracht wordt dit gevaar ingeleid met een sprekend historisch voorbeeld. Op basis van een populair videofragment kan er daarna getest worden of leerlingen het concept stroomkring inderdaad begrijpen. Op een uitdagende manier onderstreept dit het belang (of gevaar) van een gesloten stroomkring. Enkele eenvoudige rekenvoorbeelden geven een beter idee van de grootteorde. Aan de hand van een overzichtje kunnen de leerlingen daarbij inschatten welke (combinaties van) situaties gevaarlijk zijn. Na deze opdracht kunnen de verschillende beveiligingen aan bod komen (zekeringen, verliesstroomschakelaar, …) Aanpak Dat elektrische stroom behalve onmisbaar in ons dagelijks leven, ook gevaarlijk kan zijn, wordt goed geïllustreerd met het voorbeeld van de Dodendraad. Kijk hier voor enkele sprekende beelden. Meer uitleg vind je op de leerlingen�ches. Met een aantal vraagjes kan je via een onderwijsleergesprek tot het belang (en het gevaar) van een gesloten stroomkring komen. Een goede ondersteuning is het Brainiac �lmpje over schrikdraad: https://www.youtube.com/watch?v=-n1pSHzdahc Vooraf (mondeling) • Wat gebeurt er als je een draad onder spanning vastneemt? Deel 1 van het �lmpje (0s – 57s). • Wanneer worden de Brainiacs geëlektrocuteerd? • Hoe zou je dit kunnen tegenhouden? Deel 2 van het �lmpje (57s – 2min 13s). Laat leerlingen het antwoord op de vragen deze keer noteren. Herformuleer indien nodig. • Wanneer worden de Brainiacs geëlektrocuteerd? • Hoe zou je dit kunnen voorkomen? �� � �� �� �� �� ��������� ������������� ������ fysica Deel 3 van het �lmpje: bekijk tot 4min 12s en laat leerlingen mondeling voorspellen wat er zal gebeuren. Bekijk daarna het vervolg. Laat achteraf noteren in welke mate de voorspellingen juist waren en waarom. Bijlagen Opdrachten en informatie �che voor de leerlingen �� � �� �� �� �� ��������� ������������� nederlands ������ Algemeen Het vak Nederlands leent zich uitermate tot werken aan de ontwikkeling van de totale persoonlijkheid, de emancipatie van de leerlingen en het engagement om hen mondig te maken. Zeker tijdens poëzielessen kunnen erg veel vaardigheden en attitudes aan bod komen. Toch heeft poëzie vaak een wat stof�g imago. Daar maken we met deze opdracht graag komaf mee! Laat jongeren aan de slag gaan met beeldgedichten. Dit sluit immers heel dicht aan bij hun leefwereld. Van Van Ostaijen over Fred Eerdekens tot Banksy: een poëtisch beeld brengt heel wat teweeg. Bij black-out-poetry is schrijven voor één keer heel letterlijk schrappen: een heel toegankelijke manier om de kracht van taal te linken met de sterkte van beelden. Behalve het oefenen van taalvaardigheid heeft poëzie ook een goede invloed op de emotionele ontwikkeling van leerlingen en biedt het leerlingen de kans om hun creativiteit de vrije loop te laten. Door te spelen met taal leren leerlingen zich immers op een andere manier uitdrukken. Bovendien biedt het een mooie kans om te diversi�ëren in de klaspraktijk. Leerlingen die meer moeite hebben met spelling, taalbeschouwing,… kunnen zich misschien wel op een creatieve manier talig uitdrukken. Eindtermen Deze oefening kan een inleiding zijn op alle doelstellingen in verband met poëtische teksten (ET 23-27). In het bijzonder is het een moment om de bereidheid van leerlingen om onbevooroordeeld en re�ectief te luisteren, spreken, lezen en schrijven te verhogen (ET 6, 11, 18, 22). Aanpak • Vraag aan de leerlingen met welk symbool ze WOI het meest associëren. Eventueel kan je wat beeldmateriaal tonen. Je merkt al snel dat het klaproos symbool (de ‘poppy’) steeds terugkomt. Voor inspiratie: zie ‘extra informatie’. • Vraag aan de leerlingen of ze nog weten waar dit symbool vandaan komt… Eventueel kan je verwijzen naar het bekendste WOI museum in België (In Flanders Fields). Weet iemand waar deze naam vandaan komt? En wat heeft het dan met de klaproos te maken? En wat heeft de klaproos met de oorlog te maken? �� � �� �� �� �� ��������� ������������� nederlands ������ • • • • • • • • • • Als leerlingen deze link nog niet in eerdere lessen zagen, dan kan je hen met een onderwijsleergesprek makkelijk de juiste richting wijzen. (Welke kleur heeft zo’n klaproos en wat zou dat met oorlog te maken hebben… waar zie je klaprozen groeien… waar zouden ze dan destijds gestaan hebben…). Voor inspiratie: zie ‘extra informatie’ over pioniersvegetatie. Conclusie: Hét symbool van WOI komt uit een gedicht! Namelijk ‘In Flanders Fields’ van John Mc Crae Film: In Flanders Fields Als we onderhevig zijn aan heel sterke emoties dan is het moeilijk deze uit te drukken in standaard taal. Kennen leerlingen hier nog voorbeelden van? (liefde, of liefdesverdriet, angst, gemis, overlijden, …). Vaak wordt dan een beroep gedaan op poëzie. Denk maar aan liedjesteksten… Het gemis om de vele gesneuvelden en de zinloosheid van de loopgravenoorlog wordt in het (bloed)rode klaproossymbool mooi samengevat. Tegelijk geeft het bloeien van de plant ook hoop. Het is met andere woorden om vele redenen een sterk beeld! Werken met sterke beelden gebeurt wel vaker in poëzie. Soms zelf heel expliciet. Hoe zou je een beeld nog duidelijker naar voor kunnen brengen? Wanneer we de bladspiegel aanpassen, dan komen we terecht bij beeldpoëzie. Ook dit werd in oorlogstijd gebruikt o Van Ostaijen: fragment uit ‘Bezette stad’ Vaak is beeldpoëzie een mengvorm van beeldende kunst en poëzie. Denk maar aan installaties als http://www.z33.be/kunstwerken/fredeerdekens-twijfelgrens Een hedendaagse vorm van beeldgedichten is de zogenaamde ‘black out poetry’. Wat zou dit kunnen zijn? Filmpje: o https://www.youtube.com/watch?v=LQ8c5q1Peq4 o https://www.youtube.com/watch?v=hOSmWW0asKc De opdracht • Laat de leerlingen zelf een beeldgedicht maken. Baseer je op het Flanders Fields idee: kunnen de leerlingen een beeld zoals een klaproos vinden om een gedicht over de gruwelen van de oorlog vorm te geven? Niet alleen klaprozen doken op in de frontlinie. Ook bijvoorbeeld heel wat salamanders nestelden zich in poelen, geslagen door bommenkraters. En zeldzame vleermuizen overwinteren in (restanten van) bunkers. �� � �� �� �� �� ��������� ������������� ������ nederlands • Leerlingen maken zelf black out poetry: o Deel lukraak krantenartikels uit en laat leerlingen schrappen tot er een oorlogsgedicht tevoorschijn komt. o Nog interessanter wordt het wanneer sommige leerlingen dezelfde artikels krijgen. Vertrekkende vanuit dezelfde woorden zal er toch een heel ander gedicht ontstaan. o Je kan op voorhand ook je teksten slim kiezen. Laat leerlingen schrappen tot er een oorlogsgedicht tevoorschijn komt uit teksten over natuur en bos, economie, binnenlandse- of buitenlandse politiek, sport, weerberichten, zoekertjes, … Zijn er patronen die terugkomen? Extra info • Een overzicht van war poets http://spartacus-educational.com/FWWliterature.htm?menu=FWW • Pionier vegetatie: de�nitie en een korte oplijsting van pioniersoorten • Krantenartikels uit ’14-’18: digitale versie van alle edities van ‘De Legerbode’ • Materiaal in verband met de klaproos of de ‘poppy’ o Inzaaien klaproosvelden door het ANB o Het verhaal achter de klaproos o FIFA verbiedt Engelse nationale elftal het dragen van klaproos �� � �� �� �� �� ��������� ������ � �� �� �� �� ��������� Algemeen Deze opdracht werd geïnspireerd door de Britse jeugddichter Paul Cookson. Tijdens een van zijn poëzievoordrachten schrijft hij een gedicht samen met het publiek. Laat je niet afschrikken door de vreemde blik van je leerlingen. Er volgt immers bijna altijd een succesvol gedicht. Verwacht als leerkracht niet dat uw leerlingen altijd even positieve adjectieven zullen gebruiken in een opdracht als deze, maar laat het niet aan uw hart komen. Laat dit echt een gedicht worden waarin hun gevoelens naar voren komen. Door te spelen met taal leren leerlingen zich op een andere manier uitdrukken. Bovendien komen er in poëzielessen erg veel vaardigheden aan bod. Behalve het oefenen van taalvaardigheid heeft poëzie ook een goede invloed op de emotionele ontwikkeling van leerlingen en biedt het leerlingen de kans om hun creativiteit de vrije loop te laten! Een oefening die ook voor de leerkracht verrijkend kan zijn… Eindtermen Deze oefening kan een inleiding zijn op alle doelstellingen in verband met artistiek-literaire teksten. Daarnaast is het in het bijzonder ook een oefening op het gebruik van, en variatie in, adjectieven. Aanpak • Vraag aan de leerlingen of zij zelf gedichten schrijven moeilijk vinden en vraag waarom. Maak duidelijk dat het niet altijd moeilijk is om gedichten te schrijven en bewijs het met deze opdracht. • Schrijf het volgende op het bord: ‘Trees are…’ • Laat de leerlingen deze zin aanvullen met een adjectief dat zij vinden passen. • Schrijf dit adjectief achter de eerste zin en schrijf dan opnieuw ‘trees are…’ op het bord. De leerlingen vullen opnieuw aan met een adjectief. Maak de leerlingen attent dat de vierde regel moet rijmen op de tweede. Laat hen dus een woord kiezen waarop ze gemakkelijk(er) kunnen rijmen! Maak zo een strofe van vier regels, volgens een A B C B rijmschema. • Schrijf als vijfde regel ‘Nature is…’ op het bord. • De leerlingen vullen nogmaals aan met een adjectief. • Herhaal het hele proces van de eerste strofe en ze hebben een gedicht gemaakt. �� engels ������������� ������������� engels ������ Trees Trees Trees Trees are_________________ are_________________ are_________________ are_________________ Nature Nature Nature Nature is_________________ is_________________ is_________________ is_________________ (A) (B) (C) (B) (D) (E) (F) (E) Laat de leerlingen dit gedicht nu lezen terwijl ze verschillende emoties uitdrukken: • Uitgelaten: Tijdens een bosspel met de jeugdbeweging. • Verliefd: Tijdens een romantische boswandeling met hun vriend(in). • Wanhopig/uitgeput: Na wekenlang ingegraven te zitten in loopgraven in het bos. • Angstig: Tijdens een smokkeltocht of zoektocht naar eetbare planten om hun rantsoen aan te vullen. Uitbreidingen In plaats van de leerlingen hetzelfde gedicht te laten lezen met verschillende intonaties, kan je ook voor elk van deze situaties een verschillend gedicht over het bos maken: Je verdeelt de klasgroep in vier groepen. Elke groep krijgt één van bovenstaande thema’s, maar weet niet welk thema andere groepen hebben. Vergelijk het resultaat. Kunnen de klasgenoten raden welke thema’s aan bod kwamen? Bronnen • Poëzie in de klas: op een andere manier aan de slag met poëzie; Van Den Broeck, M. Deveneyns, A.; 2011 �� � �� �� �� �� ��������� 7 Bijlagen In de naverwerkingsopdracht Aardrijkskunde – Nederlands en in enkele uitbreidingsopdrachten wordt er verwezen naar bijlages. Deze bevinden zich achter dit educatieve pakket. Hieronder alvast een overzicht. Vakoverschrijdende opdracht Aardrijkskunde – Nederlands • • • • • Leerlingenbundel Overzichtskaartje regio Brussel, Parijs, Berlijn Teksten in verband met de drie functies van een bos Woordwolken in verband met de drie functies van een bos Rubrics: documenten voor zelfevaluatie door de leerlingen Uitbreidingsopdracht Houtbewerking • Bouwplan Uitbreidingsopdracht Fysica Leerlingenbundel 18 ������������� ������ � �� �� �� �� ��������� �� • 19 ������������� ������ �� � �� �� �� �� ���������
© Copyright 2024 ExpyDoc