Algemeen - Week van het bos

1
�������������
������
��
�
��
��
��
��
���������
2
�������������
������
��
�
��
��
��
��
���������
Decennialang bleven de sporen van WOI in het Mastenbos verscholen onder (en beschermd
door) rododendrons en varens. Tot in 2007 een lang verloren gewaand archief opduikt.
Luchtfoto’s brengen de vergeten linie aan het licht.
Op een koude, heldere januaridag in 1918 verzamelt Josef Zimmermann zijn team op het
militaire vliegveld van Schaffen in Diest. Hij kreeg de opdracht de Duitse verdedigingslinie
in de provincie Antwerpen te fotograferen. Vanuit zijn tweedekker overziet hij de machtige
vesting met haar tientallen forten, schansen, geschutsopstellingen en loopgraven. Zijn
luchtfoto’s worden ontwikkeld en geanalyseerd, waarna ze in dikke dossiers verdwijnen
en vergeten geraken.
Herdenk 100 jaar Wereldoorlog I door op bezoek te gaan bij onze oud-strijders. Er
zijn immers nog getuigen. Bomen, bossen en natuur hielpen mensen te overleven en
dragen tot vandaag nog sporen van de Groote Oorlog. Ontdek de vergeten linie door
de ogen van Luitenant Zimmerman. Laat leerlingen het historisch onderzoek mee beleven.
Leer bij over de geschiedkundige context van het Mastenbos. Ontdek samen het unieke
ecosysteem dat zich na de Duitse terugtrekking gevormd heeft.
Ter ere van de Week van het Bos (12-19 oktober) werd een educatief pakket opgesteld rond
Bos, Natuur en (de Groote) Oorlog voor de derde graad van het secundair onderwijs.
Zowel technische als theoretische vakken komen aan bod. Je vindt er bijvoorbeeld
inspiratie om met leerlingen aan de slag te gaan in praktijklessen hout. Bouw samen met
de leerlingen een heus vleermuizenhotel of richt een herdenkingsplek in met een A-frame
om de vele slachtoffers uit de loopgraven te eren.
Je kent wellicht ook hét symbool van WOI: de klaproos. Maar weten leerlingen ook waar
dit symbool vandaan komt? Maak tijdens de lessen Nederlands en Engels komaf met het
stof�ge imago van poëzie en ga aan de slag met sterke beelden in (oorlogs)gedichten.
Langsheen het Loopgravenpad vind je heel wat informatie. Ter ondersteuning kan
dit educatieve pakket gebruikt worden. Behalve extra informatie vind je hierin zowel
vakgebonden als vakoverschrijdende opdrachten.
3
�������������
������
��
�
��
��
��
��
���������
2.
4.
3.
5.
DE FRONTLIJN VOLGDE
VAAK DE OUDE
GEMEENTEGRENZEN.
7.
Notelaarhout was dan weer zeer gegeerd om geweerkolven mee t e maken. Duizenden notelaars werden
hiervoor t ijdens WOI geveld. Dat verklaart waarom er in
het acht erland van Ieper geen enkele notelaar st aat die
ouder is dan 80 jaar. Tussen de t wee oorlogen werd die
praktijk verdergezet , maar dan t en behoeve van de Luikse
wapenindust rie.
6.
WOI was de eerst e echt e ondergrondse oorlog. Vooral de Brit t en
bouwden graag gangenst elsels.
Een van hun t echnieken best ond
erin om een gang t e graven t ot
onder een Duit se commandopost
en vervolgens het hele zootje t e
dynamit eren. Om de vijandelijke
gravers t e lokaliseren t rokken
soldaten met st et hoscopen onder
de grond.
De financiële kost en van de Eerst e Wereldoorlog
worden geschat op $38 miljard voor Duit sland,
Groot-Brit t annië best eedde $35 miljard,
Frankrijk $24 miljard, Rusland $22 miljard,
de Verenigde St aten $22 miljard en
Oost enrijk-Hongarije $20 miljard. In t otaal
waren de oorlogskost en voor deze landen
$185 miljard. Ter vergelijking: de huidige oorlog
in Irak kost de Amerikanen $195 miljoen per dag.
8.
Bommen en granaten hebben diepe put t en in ons landschap geslagen. Hier en daar vulden
deze zich met water. In die poelen vinden we vandaag zeldzame amfibieën zoals de
kamsalamander. Maar ook de kraters die niet met water gevuld zijn,
doen dienst voor de natuur: de bodem van zo’n put is het
favoriet e zonneplekje van de gladde slang.
Een ander deel van de Duit se herst elbet alingen omvatt e het leveren van grote
hoeveelheden Duit se beukenboompjes.
In 1918 st eeg de t otale bosoppervlakte van België plots…Een deel
van de herst elbetalingen was de Oost kant ons. Deze - nog st eeds
Duit st alige - regio van België is immers heel bosrijk.
Daar bevonden zich immers
de ‘woeste’ gronden of wastines.
Deze arme gronden waren niet geschikt
voor landbouw. Daardoor stonden er meer struiken
en bomen. De soldaten maakten dankbaar gebruik van deze
beschutting.
������
�
��
��
��
��
���������
��
SSSST ...
MAAK VLEERMUISMAN
NIET WAKKER
1.
13.
12.
11.
10.
De t waalf neut rale landen t ijdens de Eerst e
Wereldoorlog waren wereldwijd: Argent inië,
Chili, Denemarken, Mexico, Nederland, Noorwegen, Port ugal, Spanje, Venezuela, Zweden en
Zwit serland.
17.
A
12-19 okt o b e r
100 jaar
>
20.
Rondom Ieper liggen kleine kerkhofjes vers preid
reid
langsheen zones die tijdens WOI nog bos waren.
Vaak ging het om kasteelparken. In deze parken
was men minder zichtbaar voor de vijand en
richtte men EHBO-posten op. Patiënten die het
niet haalden werden in de buurt begraven.
Zo goed als alle bomen in Vlaanderen zijn
jonger dan 100 jaar. In de west hoek werd
alles kapot geschot en, maar ook elders
werden bomen massaal gekapt door beide
part ijen: allerhande const ruct ieswerden uit hout opget rokken, loopgraven
werden ermee gest ut , hout werd de
belangrijkst e energiebron voor de
noodlijdende bevolking, ...
19.
De openingsdag van de Slag aan de Somme was een fiasco:
de t otale Brit se verliezen aan het eind van deze dag waren 57 470
.470
ijgsman: 19.240 doden, 35.493 gewonden, 2.152 vermist en en 585 krijgs
as
gevangenen. Het verliescijfer op deze rampzalige eerst e dag was
een
op een
50%. Het zwaarst e verlies dat de Brit t en ooit hebben geleden op
enkele dag t ijdens een oorlog. Het slagveld lag let t erlijk bezaaiddmet
met
doden en gewonden.
18.
Naar schatt ing 30% van de projectielen die tijdens de Eerst e Wereldoorlog werden afgevuurd, kwamen t oen niet t ot ont ploÆng. Als gevolg daarvan wordt in West -Vlaanderen
jaarlijks ongeveer 250 t on niet -ont plofte munit ie t eruggevonden.
15.
De Spaanse griep eist e in 1918 in vier maanden t ijd
meer mensenlevens dan de Eerst e Wereldoorlog deed
in vier jaar. De oorlog kost t e 9,5 miljoen mensen het
leven, de Spaanse griep eist e 50 miljoen slacht offers.
14.
Om gangenstelsels te stutten werd er gebruik gemaakt van de
Corsicaanse den. Deze houtsoort heeft immers als bijzondere
eigenschap dat ze eerst lang en luid begint te kraken alvorens
te barsten. Een goede waarschuwing als tunnels dreigden in te
storten.
In de Eerste Wereldoorlog was het aantal burgerslachtoffers 5% van het
totale aantal slachtoffers. In de Tweede Wereldoorlog steeg dit cijfer t ot 48%
Na de Eerste Wereldoorlog moest Bayer het
octrooi en de naam Aspirine prijsgeven als
onderdeel van de Duitse herstelbetalingen.
In de Eerste Wereldoorlog werden maden
van de blauwgroene bromvlieg (Lucilia
sericata) gebruikt om rottend mensenvlees rond wonden weg te vreten. Als de
patiënt begon te kermen, was de wond
schoon genoeg en werden de maden
verwijderd. In sommige landen wordt
deze methode nog steeds toegepast,
maar dan wel met steriele maden.
16.
De laatste jaren ondervindt de
Nederlandse aardappelteelt opnieuw
veel schade van de Coloradokever.
Vooral de vraatzuchtige larven
hiervan kunnen grote vernielingen
aanrichten. De Coloradokever is
vermoedelijk in de Eerste Wereldoorlog door militaire transporten vanuit
Amerika via Frankrijk naar Europa
overgebracht.
ASPIRINE
ALS
HERSTELBETALING
Een grote rode bosmier laat zich heel goed als niet je gebruiken. Druk de wond dicht en laat de mier t oehappen
en snij daarna snel het lijf van de mier af.
9.
WISTJEDAT...
Vleermuizen hebben voor hun wint erslaap een donkere plek nodig waar de t emperatuur en vocht igheidsgraad min of meer
const ant blijven. Bunkers voldoen hier prima aan. Veel van onze vleermuizensoort en zouden het niet gehaald hebben zonder
de bunkerrest ant en uit de wereldoorlogen.
4
�������������
1 Inleiding en situering educatief pakket
6
2 Voorverwerking: Vakoverschrijdende opdracht Aardrijkskunde – Geschiedenis
7
3 Opdrachtenbundel tijdens excursie
15
4 Naverwerking: Vakoverschrijdende opdracht Aardrijkskunde – Nederlands
21
5 Naverwerking: Nooit meer oorlog. Vakoverschrijdende opdracht
24
6 Uitbreidingsopdrachten
26
6.1 Praktijkopdracht
27
6.2 Fysica
30
6.3 Nederlands
32
6.4 Engels
35
7 Bijlagen
37
5
�������������
������
��
�
��
��
��
��
���������
1 Inleiding en situering educatief pakket
Dit educatief pakket is bedoeld als ondersteuning van een terreinbezoek aan het
Mastenbos. Dit unieke stuk militair erfgoed is een ideaal aanknopingspunt voor tal van
vakken.
Eerst en vooral is hieronder een opdracht te vinden om het terreinbezoek te kaderen. De
leerlingen worden kort ondergedompeld in het historisch onderzoek dat tot de ontdekking
van het Loopgravenpad heeft geleid. Laat je meeslepen door het verhaal van Luitenant
Zimmerman. Je vindt er een situering van de opdracht, een overzicht van de verschillende
lesfasen en de noodzakelijke bijlagen (bronnenmateriaal, leerlingenbundel, …).
Om de leerlingen maximaal te betrekken bij het Loopgravenpad werd een opdrachtenbundel
uitgewerkt met vakoverschrijdende vragen. De antwoorden zijn terug te vinden op de
infopanelen langsheen het pad.
Een naverwerking kan gebeuren met een opdracht waar zowel collega’s van
Aardrijkskunde als van Nederlands een belangrijke rol in spelen. Er wordt expliciet
aandacht besteed aan vakgebonden eindtermen van deze beide vakken, en dit voor
verschillende onderwijsvormen.
Het Mastenbos staat natuurlijk niet op zichzelf. De pas ontdekte oorlogsrelicten vormen
een belangrijk onderdeel van de verdedingslinie tijdens WOI. En bossen spelen ook
op andere plekken en tijdens andere con�icten een prominente rol. In opdrachten voor
verschillende vakken wordt stilgestaan bij de rol van bos en natuur in con�ictsituaties.
Deze opdrachten zijn opgebouwd om te voldoen aan de respectievelijke vakgebonden
eindtermen.
Herinneringseducatie wil in de eerste plaats natuurlijk de ‘Nooit Meer Oorlog’ gedachte
uitdragen. Bovenstaande opdrachten helpen bijdragen aan een goed begrip van het
dagelijkse leven in oorlogssituaties. Ze vormen een goede basis om ook expliciet aan
de vredesgedachte te werken. Ga daarom met de leerlingen aan de slag om een
‘herinneringsmonument’ op te richten.
Tal van herinneringsprojecten zijn immers opgestart ter herdenking van 100 jaar WOI.
Vertrek vanuit de les geschiedenis, Nederlands, PAV,… om in samenwerking met collega’s
deze herinnering levend te houden.
Ga voor een (hoopgevend) symbool en kies met de hele school voor nooit meer oorlog.
Ook hiervoor vind je verderop heel wat inspiratie!
6
�������������
������
��
�
��
��
��
��
���������
2 Voorverwerking: Aardrijkskunde – Geschiedenis
In deze opdracht leren de leerlingen omgaan met historisch bronnenmateriaal. Ondanks
het historische karakter van het materiaal, betreft het een hedendaags onderzoek. Veel
van het bronnenmateriaal werd immers pas in 2008 ontdekt: een reeks unieke luchtfoto’s
gemaakt door de Duitse luitenant Zimmerman. Ze maken deel uit van een archief dat
lang verloren gewaand werd. Een konvooi met archiefdozen op weg naar Parijs werd
namelijk gebombardeerd en ging in vlammen op. De luchtfoto’s overleefden dit echter
en lagen in werkelijkheid decennia lang stof te vangen in Parijs, Moskou en ons eigen
Koninklijk Legermuseum in Brussel.
Zimmerman fotografeerde in 1918 de verdedigingslinie op de grens van België en
Nederland. Vele componenten van deze linie waren tot het herontdekken van de luchtfoto’s
onbekend. Een ware speurtocht kon beginnen: het project Zimmerman ging in 2010 van
start.
In deze opdracht vergelijken leerlingen verschillend bronnenmateriaal en kruipen zo heel
even zelf in de huid van de historisch onderzoeker. Het resultaat is een beknopt overzicht van
de geschiedenis van het Mastenbos en een reconstructie van de lokale verdedigingslinie.
Beide zijn immers af te leiden door de bronnen met elkaar te vergelijken.
Indien praktisch haalbaar, gaan de leerlingen na het voltooien van het onderzoek
effectief ter plaatse op onderzoek in het Mastenbos. Hierbij is een samenwerking met een
collega Biologie een grote meerwaarde: de oorlogsrelicten vormen immers de biotoop
van zeldzame soorten. Zo werden veel van de bunkers ingericht als vleermuizenverblijf
plaats.
Bovendien is het dankzij het natuurbeheer dat dit erfgoed vandaag de dag nog duidelijk
zichtbaar is. Het deel van de verdedigingsstelling in bosgebied bleef bijzonder goed
bewaard. Loopgraven werden er niet genivelleerd en bunkers zelden heringericht.
Om dit terreinbezoek in goede banen te leiden vindt u heel wat extra informatie en
opdrachten in deze brochure.
Aanpak
Leid de opdracht in met het verhaal van Luitenant Zimmerman. Dit toont duidelijk aan
dat zelfs nu nog spectaculaire vondsten gedaan kunnen worden bij het doorzoeken van
archieven. Dankzij de lang verloren gewaande luchtfoto’s heeft men immers het langste
loopgraventraject van West-Europa kunnen traceren.
Groot was de verbazing toen men op de luchtfoto’s uit 1918 allerlei elementen zag
verschijnen waarvan men het bestaan niet vermoedde…
In de leerlingenbundel wordt (een deeltje van) het onderzoek aan de hand van luchtfoto’s
en kaarten gereconstrueerd.
7
�������������
������
��
�
��
��
��
��
���������
Leerlingenbundel: Opdracht met oplossingen en aanwijzingen
Op een koude, heldere januaridag in 1918 verzamelt Luitenant Jozef Zimmermann zijn
team op het militaire vliegveld van Schaffen in Diest.
Zijn opdracht?
Het fotograferen van de eigen verdedigingslinie rond Antwerpen. Zo wil de Duitse
legerleiding nagaan of de stellingen voldoende gecamou�eerd zijn. Zimmermann kruipt
in zijn tweedekker en overziet de machtige vesting met tientallen forten, schansen,
geschutsopstellingen en loopgraven. Vanuit de lucht neemt hij een veertigtal foto’s.
Figuur 1: Duitse tweedekker boven Vlaanderen. (KLM-MRA, Collection Photos Aériennes ‘14-’18)
8
�������������
������
��
�
��
��
��
��
���������
Figuur 2: Duitse versterking rond fort van Ertbrand. (KLM-MRA, Photos Aériennes ‘14-’18)
Bespreek wat je allemaal op de foto terugvindt.
Op de foto zijn de versterkingen rond het fort van Ertbrand te zien. Behalve het fort vind je ook makkelijk de loopgraven terug
en centraal onderaan in de velden zie je ook een niervormige machinegeweerstand.
De Eerste Wereldoorlog was het eerste wereldwijde en geïndustrialiseerde con�ict. Nu er
geen overlevenden van deze oorlog meer zijn, wordt het landschap meer en meer onze
laatste getuige. Het helpt ons de oorlog te herinneren en het verhaal ervan te vertellen.
Zo kwam er op de luchtfoto’s een tot dan toe onbekende verdedigingslinie
tevoorschijn…
Onbekend?! Naast een loopgraaf kan je toch niet kijken? Waarom en hoe zouden ze
verdwenen zijn?
Een loopgraaf door je straat of tuin of veld: dat is niet echt handig. Men heeft de bodem terug vlak gemaakt om te kunnen
bebouwen of bewerken.
9
�������������
������
��
�
��
��
��
��
���������
Waar zouden de loopgraven wel nog bewaard kunnen gebleven zijn? Waarom?
In bossen, daar is het veel minder noodzakelijk om de bodem vlak te maken.
Daarom ging men met digitale hoogtemeters aan de slag om het bosgebied rond
Antwerpen in kaart te brengen.
Figuur 3: Digitaal hoogtemodel van de bossen rond Kapellen. (bewerking Cornelius Stal, UGent)
Kan je de loopgraven terugvinden?
Laat leerlingen zelf de legende lezen en het beeld analyseren. Kunnen ze de loopgraven terugvinden? Wellicht wijzen ze eerst
op de antitankgracht.
Geef extra uitleg over de bouw van zo’n loopgraaf: de Duitsers hadden de gewoonte om de loopgraven deels uit te graven en
deels een verhoging te maken door de grond vóór de loopgraaf af te graven.
Naar welke combinatie van kleuren moet je dus op zoek gaan?
Laat de leerlingen zelf formuleren dat ze moeten zoeken naar een lager stuk (afgegraven) + hoger stuk (borstwering) + lager
stuk (loopgraaf). Met andere woorden: geel – blauw – geel.
Extra uitleg hoogte�lter-kaart: de gele lijn bovenaan is de antitankgracht. Deze is ook vandaag nog duidelijk zichtbaar.
Daaronder bevindt zich het Mastenbos. Je ziet blauwe lijnen (hoger) omringt door gele (lagere) lijnen. De blauwe, hogere lijn
is de hogere borstwering waarin de loopgraaf is uitgegraven. Deze wordt telkens omringd door twee gele, lagere lijnen: de
zones voor en achter de loopgraaf die werden uitgegraven om de borstwering aan te leggen.
10
�������������
������
��
�
��
��
��
��
���������
Borstwering
Loopgraaf
Figuur 4: Doorsnede loopgraaf
Men heeft deze loopgraven zoals terug te vinden op de luchtfoto’s uit 1918 overgebracht
op een huidige kaart:
Figuur 5: Met gps getraceerde loopgraven rond Kapellen (UGent, fragmenten uit de topogra�sche kaart
1/10.000 - www.ngi.be)
11
�������������
������
��
�
��
��
��
��
���������
Niet alleen verdwenen loopgraven kwamen aan het licht. Ook bunkers. Vergelijk een
huidige luchtfoto van de omgeving van Stabroek met een luchtfoto uit 1918.
Figuur 6: Luchtfoto van de velden rond Stabroek. (The Aerial Reconnaisance Archives, kaart Ugent)
Wat valt op?
Vele bunkers zijn verdwenen
Hoe zou dit komen?
Ook bunkers staan meestal ‘in de weg’. Vaak werden ze na de oorlog zo goed mogelijk afgebroken om het veld makkelijker
te bewerken.
Hoe zou jij een bunker laten verdwijnen?
•
•
•
Afbreken met zwaar materiaal: kranen, drilboren, ander grof sloopmateriaal (niet eenvoudig)
Dynamiteren
Ingraven! Men groef een kuil naast de bunker en duwde het geheel vervolgens in de put. Wel opletten dat je kraan er
niet mee onder gesleurd wordt. Dit is immers minstens één keer het geval geweest.
Of ze kregen een nieuwe functie. Kan je zelf ‘nuttige’ functies bedenken?
Wijnkelder
Tuinhuis
Opslagplaats bloembollen
Onderdeel van een stal
12
�������������
������
�
��
��
��
��
���������
��
•
•
•
•
Ken je zelf bunkers in je omgeving met een nieuwe functie? Inspiratie kan je alvast opdoen
met onderstaande foto’s.
Figuur 7: Creatief hergebruik van bunkers: een wijnkelder, een tuinhuis een oerwinteringsplaats voor
bloembollen (foto’s Wouter Gheyle)
Figuur 8: Bunker, ingericht als comfortabel tuinhuis (foto Wouter Gheyle)
Door het ontdekken van het verloren gewaande archief met luchtfoto’s kwamen dus heel wat
nieuwe elementen van de verdedigingslinie aan het licht. De luchtfoto’s werden aan elkaar
gepuzzeld en op een huidige kaart gelegd. Zo vond men de vergeten linie terug…
13
�������������
������
��
�
��
��
��
��
���������
Figuur 9: Fragment uit de topogra�sche kaart 1/50.000 -www.ngi.be
©Provincie Antwerpen / Universiteit Gent
Het mooiste deel bleef bewaard in het Mastenbos. Vanaf oktober 2014 kan je op ontdekking
in het loopgravenpad: een uniek stuk militair erfgoed!
Afsluiter: �lmpje dat de ontdekking van de loopgraven en bunkers in het Mastenbos samenvat:
https://www.youtube.com/watch?v=jICIW9SYgy4
Afsluitende opdracht: vergelijken van bronnenmateriaal
Zoek het Mastenbos op verschillende kaarten, in verschillende tijdvakken. Probeer op
deze manier na te gaan hoe het gebied evolueerde doorheen de eeuwen. Was het altijd
bos? Maak een zo goed mogelijke tijdlijn! Allerlei kaarten vind je hier:
Ferrariskaart (jaar:
ferraris_nl.html
1771-1778):
http://www.kbr.be/collections/cart_plan/ferraris/
http://www.oldmapsonline.org/map/cuni/839203
http://britishlibrary.georeferencer.com/map/CAe7IpEubxEOxYTFMMX2pD/20131201
1232-Ipi4lh/visualize
http://digitool.is.cuni.cz:1801/view/action/nmets.do?DOCCHOICE=838912.xml&dv
s=1400749446508~90&locale=en_US&search_terms=&adjacency=&VIEWER_URL=/
view/action/nmets.do?&DELIVERY_RULE_ID=3&divType=&COPYRIGHTS_DISPLAY_
FILE=licence_mapy
http://staremapy.georeferencer.cz/map/VA4CDI2lGn1csaCqPClAeS/201305031414nLMIcz/visualize
Huidige kaarten vind je makkelijk via Google Maps of Google Earth.
14
�������������
������
��
�
��
��
��
��
���������
3 Opdrachtenbundel tijdens excursie
1. Neutraliteit in Wereldoorlog I
Tussen welke landen vond het con�ict in 1914 oorspronkelijk plaats?
Tussen de centrale mogendheden (onder leiding van Duitsland) enerzijds en de Triple Entente (Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk
en het Russische Rijk) anderzijds.
Welke landen bleven gedurende WOI neutraal? TIP: je vindt ze op onderstaande kaart
Albanië, Argentinië, Chili, Denemarken, Ethiopië, Mexico, Nederland, Noorwegen, Spanje, Venezuela, Zweden en Zwitserland.
Waarom verbrak België de neutraliteit?
2. Het Mastenbos als onderdeel van de verdedingslinie
Som vier onderdelen van de verdedigingslinie op
1.
2.
3.
4.
_______________________________________________
_______________________________________________
_______________________________________________
_______________________________________________
antitankgracht, dodendraad
forten
loopgraven
bunkers
Uitbreiding: opdracht Fysica: de dodendraad: het gevaar van elektrische stroom
15
�������������
������
��
�
��
��
��
��
���������
Waarom was de linie ook in Noord België zo uitgebreid?
Hoewel Nederland neutraal was vreesde men toch voor een inval door de geallieerden uit het noorden. Bovendien liepen er veel
smokkelroutes over de Belgisch-Nederlandse grens. Met de linie wou men deze smokkelaars onderscheppen.
Duid op onderstaande schets aan om welke bunker het gaat. Sommige vind je meerdere
keren. Kies uit:
Commandobunker
Machinegeweer bunker
Loopgraafbunker
Kanon bunker
Troepenbunker
16
�������������
������
�
��
��
��
��
���������
��
1.
2.
3.
4.
5.
Machinegeweer bunkers kwamen meestal per twee voor en stonden zo opgesteld dat
ze kruislings konden vuren. Wat wordt daarmee bedoeld? Verduidelijk je uitleg met een
tekening. Verklaar waarom dit een voordeel was.
Het terrein dat onder vuur kan genomen worden vanuit zo’n bunker is steeds kegelvormig. Als de vijand dicht genoeg is
genaderd wil dit zeggen dat hij buiten schot is. De machinegeweerbunkers waren zo opgesteld dat vanuit de ene bunker de
andere kon verdedigd worden en vice versa.
Waarom lopen loopgraven altijd zigzag?
Als een vijand tot in de loopgraaf geraakt en deze loopt rechtdoor, dan kan hij in één beweging heel wat soldaten neerschieten.
Ook bij een (granaat)inslag is het beter dat de loopgraaf zigzag loopt. De kans is dan groot dat de instorting van de muur stopt
bij de eerste bocht.
3. De bunkers in het Mastenbos
De Eerste Wereldoorlog was de eerste oorlog waarin er bewust werd gekozen voor
camou�age kleuren. Het idee voor camou�age haalde men uit de natuur. Geef een
voorbeeld van enkele bijzonder goed gecamou�eerde dieren:
Nachtzwaluw, kameleon, sneeuwhaas, wandelende tak, …
17
�������������
������
��
�
��
��
��
��
���������
Kleurige blauwe en rode kostuums werden vervangen door groen- en grijstinten. Het Franse
leger was het eerste met een heuse camou�age eenheid. Men deed hiervoor een beroep
op echte (kunst)schilders. Ook de bunkers werden zo goed mogelijk gecamou�eerd. De
buitenkant werd daarom ‘beklad’ met klodders beton, zodat de muren niet glad waren.
Waarom zorgt een ruw oppervlak voor een betere camou�age? Denk aan de lessen
optica!
Een glad oppervlak weerkaats het licht in één richting (denk aan een spiegel). Dit komt in de natuur niet voor. Ruwe oppervlakken
weerkaatsen het licht in alle richtingen (‘verstrooiing’). Wanneer je dit uit de lucht ziet, komt het veel natuurlijker over.
In de commandobunker hield de commandant een goed overzicht over de troepen in
de loopgraven. Een manier om dit veilig vanuit de bunker te doen, was door gebruik te
maken van een periscoop.
Hoe werkt zo’n periscoop?
a. Teken op onderstaande �guur de spiegels op de juiste plaats (besteed aandacht
aan de hoekgroottes).
b. Vervolledig de stralengang.
Wat verstaat men onder gewapend beton?
Beton is door zijn korrelige structuur heel goed bestand tegen grote drukkrachten, maar niet tegen trekkrachten. Dan begint het
algauw te scheuren. Om dit tegen te gaan gebruikt men wapeningsstaal of betonijzer: in het beton zitten stalen roosters.
18
�������������
������
��
�
��
��
��
��
���������
Veel betonnen constructies krijgen na verloop van tijd te maken met betonrot. Wat zou dit
‘rotten’ veroorzaken? Tip: het komt enkel bij gewapend beton voor.
Het staal dat gebruikt wordt om het beton te verstevigen kan na verloop van tijd beginnen roesten. (Staal is een legering van
ijzer en koolstof). Men spreekt dan van ‘betonrot’.
Vul onderstaande cijfers aan (let op de eenheden!) Een gemiddelde bunker:
a. Weegt ____________ kg 115 . 10³ (115 000)
b. Kost ______________ kg cement 15 . 10³ (15 000)
c. Kost ______________ l water 60 . 10³ (60 000)
d. Kost ______________ kg betonijzer 2 . 10³ (2000)
e. Kost ______________ kg spoorwegstaven 2 . 10³ (2000)
4. Het Mastenbos als waardevol natuurgebied
Waarom houden dieren een winterslaap?
Vaak is er in de winter moeilijker eten te vinden. Sommige dieren lossen dit op door een winterslaap te houden. Tijdens deze
‘slaap’ vertraagt hun metabolisme. Ze hebben dan heel wat minder eten nodig en kunnen vaak lang voort met de reserves die
ze voor de winterslaap hebben opgedaan.
Waarom verkiezen vleermuizen constructies zoals een bunker om hun winterslaap te
houden?
Veel soorten vleermuizen verkiezen een donkere, vochtige en koele plek. Het is vaak van belang dat de temperatuur en de
vochtigheidsgraad constant blijven. Bunkers zijn dan een ideale plek.
Waar komt de naam ‘Mastenbos’ vandaan?
‘Mast’ is de Kempense benaming voor grove den. Vroeger groeiden er vooral grove dennen in het Mastenbos.
Welke bomen groeien er nu vooral?
Beukenbomen (dus loofhout in plaats van naaldhout).
Twee plantensoorten werden onlangs zoveel mogelijk verwijderd. Het gaat om zogenaamde
‘invasieve exoten’.
a. Wat wordt er met deze term bedoeld?
Uitheemse plantensoorten die erg woekeren en waardoor de oorspronkelijke, inheemse soorten geen kans meer krijgen.
19
�������������
������
��
�
��
��
��
��
���������
b. Om welke planten gaat het in het geval van het Mastenbos?
Het gaat om rododendron en Amerikaanse vogelkers.
Schets de doorsnede van een loopgraaf.
a. Leg in je eigen woorden uit wat er bedoeld wordt met de term ‘microklimaat’.
Men spreekt van een microklimaat als de klimaat omstandigheden (temperatuur, uren zonlicht, vochtigheid, …) op kleine
schaal anders zijn dan de algemene klimaat omstandigheden van de omgeving.
b. Pas deze term toe op de loopgraaf: duid op de �guur aan waar er welk microklimaat
heerst.
Aan de voet van de loopgraaf: donker en vochtig. Ideaal voor soorten als varens en mossen.
Op de helling: meer licht en droger. Ideaal voor een soort als pijpenstrootje. Tot 1950 werd deze plant gebruikt om bezems te
maken. Men trok pollen pijpenstrootje uit en maakte bezems van de wortels.
5. Bossen als strategische elementen
Frontlinies vallen vaak samen met bossen. Geef zelf een logische verklaring.
In bossen is het makkelijker om jezelf te verbergen voor de vijand.
De wapenstilstand werd door Duitsland uiteindelijk op 11 november getekend in een
bos. Welk bos? Waar ligt dit?
De vrede werd getekend in Forêt de Compiègne. Dit bos ligt dicht bij de stad Compiègne, zo’n 60 km ten noorden van Parijs.
20
�������������
������
��
�
��
��
��
��
���������
4 Naverwerking: Aardrijkskunde en Nederlands
Deze opdracht is gebaseerd op de leerplandoelstellingen van het vak aardrijkskunde
(eindtermen 14, 30). Ze kan gebruikt worden om de leerstof in verband met de spanningen
in ruimtegebruik in en tussen stad, platteland, natuur, … in te leiden. De leerlingen worden
uitgedaagd om na te denken over een aantal van deze con�icten. Zo ondervinden ze zelf
het belang van, en de moeilijkheden met, onze ruimtelijke ordening.
Daarnaast is er een sterke vakoverschrijdende component. Leerlingen zullen merken dat
informatie altijd in zekere mate subjectief is. Deze opdracht wil dan ook bijdragen aan
een bewuste en kritische houding ten opzichte van informatiebronnen.
Veel (taal)vaardigheden komen aan bod. Vandaar ook de uitbreiding naar een
vakoverschrijdend werk in samenspraak met een collega Nederlands.
Naargelang de klasgroep (of leerlingen) kan er sterk gediversi�eerd worden. Zo is
de informatie in verband met bosfuncties beschikbaar als tekst of als woordwolk. Ook
de vakoverschrijdende uitbreidingen voor Nederlands kunnen naar believen worden
aangepast.
De opdracht zoals hieronder beschreven is vrij uitgebreid. Er werd voor gekozen een
opdeling te maken in verschillende onderdelen. Deze kunnen gecombineerd worden,
maar moeten zeker niet allemaal (even uitgebreid) aan bod komen.
Opdracht Les Aardrijkskunde
DEEL 1: Inleiding: Ontdek het belang van een ruimtelijk structuurplan aan de hand van het
verschil in ruimtegebruik tussen enkele sterk verstedelijkte gebieden.
Toon een kaart van Vlaanderen, de streek rond Berlijn en de streek rond Parijs. (Via
Google Maps te tonen, of zie bijlage).
• Vraag aan de leerlingen wat opvalt
• De leerlingen merken op dat er in Vlaanderen veel minder open ruimte en groene
ruimte is.
DEEL 2: Klasgesprek: Mogelijke oorzaken die kunnen verklaren waarom Vlaanderen veel
minder groen is dan vergelijkbare regio’s
• De druk van de verstedelijking is hier erg hoog. Vergelijkbare regio’s doen het, wat
groene ruimte betreft, heel wat beter. Regelgeving is dus zeker van belang! Onze
ruimtelijke ordening wordt vastgelegd in het ‘Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen’.
• Achtergrondinfo: Vlaanderen is meest versnipperde regio in Europa, BBL, 2006
21
�������������
������
��
�
��
��
��
��
���������
DEEL 3: Eigen ervaring: bossen in je eigen buurt
Laat de leerlingen enkele vragen beantwoorden en een schema invullen (individueel of in
groep) in verband met bossen in de buurt. Je vindt deze terug in bijlage.
Uitbreiding: uiteraard kunnen leerlingen ook zelf een schema opstellen, zonder dat de
contouren hiervan vooraf worden meegegeven.
DEEL 4: Inhoudelijk werken rond de functies van bossen: Leerlingen nemen informatie
door. In bijlage vind je informatie over de functie van een bos vanuit
• Ecologische invalshoek
• Economische invalshoek
• Recreatieve invalshoek
Opmerking: Er is zowel een tekst als een woordwolkversie in bijlage te vinden. Afhankelijk
van het leesniveau van de leerlingen kan de tekst vooraf ook ingekort of geschematiseerd
worden.
DEEL 5: Verwerken van de informatie
Leerlingen beantwoorde de vragen uit de bundel in bijlage. Pas de vragen eventueel aan
naar meer gesloten (/meerkeuze) vragen. Laat leerlingen indien mogelijk samenwerken
om antwoorden op de vragen te formuleren. Zorg er dan wel voor dat leerlingen in
dezelfde groep achtergrondinformatie kregen vanuit dezelfde invalshoek.
• Laat het schema uit DEEL 3 aanvullen in een ander kleur
• Laat leerlingen beslissen welke woordwolk bij hun tekst hoort. Je kan er ook voor
kiezen om het verschil in invalshoeken niet vooraf duidelijk te maken. Wanneer
eindresultaten vergeleken worden, komt dit dan (hopelijk) naar voor.
Uitbreiding 2: Laat de leerlingen zelf informatie opzoeken. Laat de leerlingen zich baseren
op de criteria van de rubric i.v.m. informatie verwerven en verwerken. Je vindt deze terug
in bijlage.
DEEL 6: Visie delen met klasgenoten.
Overloop de vragen van de verschillende groepen. Laat het schema eventueel aanvullen.
Merken de leerlingen zelf het verschil op? Komen de verschillende invalshoeken aan het
licht?
Extra uitbreidingen
• Onderzoek bij betrokkenen (beleidsmakers, buurtbewoners)
• Onderzoek mobiliteit
• Debat over de effectiviteit en de appreciatie van stedelijk beleid
22
�������������
������
��
�
��
��
��
��
���������
Opdracht Les Nederlands
Een uitbreiding naar het vak Nederlands ligt voor de hand. De inhoud leent zich goed tot
het schrijven van een essay of andere re�ectieve teksten, het geven van een presentatie,
het interpreteren (eventueel opzoeken) van informatie (eindtermen 9, 10, 11, 14, 16, 20,
21).
Leerlingen leren met zin voor nuance standpunten naar voor brengen. De con�icten rond
ruimtegebruik zijn immers geen zwart-wit verhaal.
In bovenstaande opdracht kregen leerlingen informatie over (het gebrek aan) groene
ruimte in Vlaanderen en de (maatschappelijke) functie van bossen. Deze informatie vertrekt
vanuit drie verschillende invalshoeken: een economische, ecologische en recreatieve visie
op bosbeheer. Afhankelijk van de gemaakte keuzes zijn leerlingen zich al dan niet bewust
van deze verschillen.
Op basis van de informatie en de verwerking in de les Aardrijkskunde kan een visietekst
geschreven worden. Laat leerlingen hiervoor in de huid kruipen van bijvoorbeeld:
• Een gemeenteambtenaar die regels moet opstellen voor bos in de buurt.
• De minister van leefmilieu die een standpunt over (de functie van) bossen naar voor
brengt in krantenartikel.
• Een opiniemaker die overtuigd is van een bepaalde functie en hierover een essay
schrijft.
Eventueel in overleg met de collega van ICT kan deze opdracht ook een meer gra�sch
karakter krijgen. Laat het artikel bijvoorbeeld lay-outen zoals een krantenartikel, compleet
met kolommen, kop, tussenkoppen, citaten, foto, onderschrift, enz. In plaats van een essay
kan je de leerlingen ook vragen een �yer te maken, …
De opgestelde visie kan ook verwerkt worden tot een presentatie. Zeker als de leerlingen niet
op de hoogte zijn van de verschillende invalshoeken van de achtergrondinformatie, geeft
dit een interessant resultaat. Afhankelijk van het aantal leerlingen kan er per ‘invalshoek’
één of meerdere presentaties gemaakt worden.
In bijlage zijn rubrics te vinden met een aantal criteria rond samenwerken, re�ectief
schrijven en informatie verwerken. Deze kunnen door leerlingen gebruikt worden als basis
voor zelfevaluatie.
Is er een verschil te merken tussen de presentaties? Laat leerlingen bijvoorbeeld beslissen
welke woordwolk hoort bij welke presentatie.
Grijp dit verschil aan om leerlingen mee te geven dat informatie vaak in zekere zin
gekleurd (daarom niet foutief) is. Stimuleer leerlingen om kritisch naar bronnen te kijken,
na te denken en indien mogelijk steeds meerdere bronnen te raadplegen.
23
�������������
������
��
�
��
��
��
��
���������
5 Naverwerking: Vakoverschrijdende opdracht
In de lessen geschiedenis komt de Eerste wereldoorlog uiteraard aan bod. Beperk je echter
niet tot de aanleiding, het verloop en het gevolg van de Groote Oorlog.
Verschillende vakken zijn geschikt om stil te staan bij het (menselijk) leed dat door de
oorlog werd aangericht. Daarnaast wordt de vredesgedachte in Vlaanderen als een
centrale erfenis van de oorlog beschouwd.
Herinneringseducatie krijgt een grote meerwaarde als er ook aandacht is voor de hoopvolle
verhalen. Mensen voeren al de hele geschiedenis lang oorlog, maar sluiten ook al de hele
geschiedenis lang terug vrede. Intermenselijke solidariteit, waardigheid en vriendschap
zijn waarden die zelfs een oorlog niet kan uitroeien. En ook de gehavende natuur herstelt
zich en blijft springlevend!
Tal van herinneringsprojecten worden dan ook opgestart ter herdenking van 100 jaar
WOI. Vertrek vanuit de les geschiedenis, Nederlands, PAV,… om in samenwerking met
collega’s deze herinnering levend te houden.
Ga voor een (hoopgevend) symbool en kies met de hele school voor nooit meer oorlog.
Opdracht
• Het belang van bos en natuur in WOI: Vraag aan de leerlingen welke rol bos en
natuur speelden tijdens de oorlog.
Tijdens de eerste wereldoorlog speelden bos en natuur een belangrijke rol. Bossen
waren voor vluchtelingen en smokkelaars een belangrijke schuilplek. Maar ook het
front lag bij voorkeur in bosgebied. Soldaten maakten zo goed mogelijk gebruik
van de natuurlijke dekking die bomen en struiken te bieden hadden. Zo speelden
bossen een strategische rol. De frontlijn volgde vaak oude gemeentegrenzen, waar
de gronden onbewerkt en dus bosachtiger waren.
Daarnaast werd het karige rantsoen van burgers vaak aangevuld met eetbare planten/
paddenstoelen/gestrikte dieren uit het bos. Geneeskrachtige kruiden hielpen mensen
er terug bovenop. Van eikels werd kof�e gemaakt, van klaprozen een hoestdrank.
Brandnetels, zevenblad, smeerwortel, klein hoefblad, … heel wat kruidachtigen die
we tegenwoordig als ‘onkruid’ beschouwen hielpen de honger te bestrijden.
Het hout van de bomen was ten slotte een gegeerd goed. Het werd de belangrijkste
bron van warmte, maar ook een belangrijk constructiemateriaal om bijvoorbeeld
loopgraven te stutten.
• Het effect van oorlog op natuur
Laat leerlingen verwoorden welk effect oorlog op natuur heeft. Op internet vind je
makkelijk foto’s van de frontstreek. Op de Week van het Bos site vind je voor de
zeven kerndomeinen een info�che over de rol van de natuur tijdens de oorlog.
24
�������������
������
��
�
��
��
��
��
���������
In Vlaanderen zijn maar weinig bomen te vinden die ouder zijn dan 100 jaar. Veel
bomen overleefden de oorlog immers niet.
• Een vredessymbool op school
Door ook samen te werken aan een (blijvend) symbool activeer je de leerlingen heel
wat meer rond het thema.
Hieronder vind je alvast enkele suggesties.
1. Houten herinneringssymbool
Worden er praktijkvakken gegeven op school, ga dan aan de slag met hout om een
herinneringssymbool te maken.
Kies voor FSC of PEFC gelabeld hout. Dit hout is afkomstig uit verantwoord bosbeheer.
Dit wil zeggen dat het aan drie voorwaarden voldoet: het beheer houdt rekening met
het milieu (ecologisch), respecteert sociale aspecten (zoals de rechten van lokale
gemeenschappen en bosarbeiders) en is economisch haalbaar. Niet enkel het milieu
is er dus bij gebaat, ook de mensen.
Hout en bij uitbreiding alle grondstoffen, zorgen immers tot op de dag van vandaag
voor con�icten, of �nancieren mee con�icten. Door samen met leerlingen te kiezen
voor duurzaam beheerd bos, draag je alvast bij tot een meer solidaire wereld.
Voorbeeld: Maak een A-frame
Dit frame was de basis van elke loopgraaf. Het stutte de aarden wallen. In sommige
gevallen werd er een knuppelpad op aangelegd. In deze brochure is een tekening
en enkele foto’s van zo’n A-frame te vinden.
2. Vredesboom
Plant een boom of meerdere bomen als vredessymbool op school. Kies voor een
inheemse soort. Hou bij je keuze ook rekening met de bodem, vochtigheid, …
3. Klaprozen
Geen plaats genoeg voor een boom? Zaai dan een veldje of een strook in met
klaprozen.
De klaproos staat symbool voor de vele gesneuvelde soldaten aan het front. In
niemandsland, waar de aarde kapotgeschoten en omgewoeld was, waren deze
bloemen immers de eerste om tevoorschijn te komen. De schoonheid en bloedrode
kleur van deze pioniersoort inspireerden de Canadese militaire arts en dichter John
McCrae tot het wereldbekende gedicht “In Flanders Fields”. Wereldwijd dragen
mensen nu een klaproos om WOI te herdenken.
Heel wat meer informatie (/leerlingenopdrachten) hierover vind je bij de opdracht
Nederlands. Je kan vast ook heel wat extra te weten komen bij je collega van Engels
of Nederlands.
25
�������������
������
��
�
��
��
��
��
���������
6 Uitbreidingsopdrachten
Ga ook in andere lessen aan de slag rond het thema Oorlog en Bos. Voor onderstaande
opdrachten vind je alvast kant en klaar lesmateriaal in de volgende �ches.
6.1 Praktijkopdracht
Vleermuizen houden van holtes in oude bomen, schuren en ... bunkers! Helaas zijn er
steeds minder geschikte verblijfplaatsen voor deze behendige nachtdieren. Leer eerst
en vooral iets bij over onze meest intrigerende zoogdieren en ga daarna aan de slag
om een heus vleermuizenhotel te bouwen.
6.2 Fysica
Het gevaar van elektriciteit: dankzij een sprekend historisch voorbeeld en een uitdagend
�lmpje verankeren de leerlingen de leerstof rond elektrische stroomkringen.
6.3 Nederlands
Maak komaf met het stof�g imago van poëzie! Van Van Ostaijen over Fred Eerdekens
tot Banksy: een poëtisch beeld brengt heel wat teweeg. Laat leerlingen aan de slag
gaan met black-out-poetry: voor één keer is schrijven heel letterlijk schrappen…
6.4 Engels
Laat je verwonderen door je leerlingen: een laagdrempelige opdracht om met taal en
adjectieven om te springen. Een verrassend resultaat gegarandeerd!
26
�������������
������
��
�
��
��
��
��
���������
�������������
PRAKTIJKOPDRACHT
������
��
�
��
��
��
��
���������
Algemeen
Vleermuizen zijn vliegende nachtdieren, waar veel mensen een beetje schrik
van hebben. Ze zouden immers in je haren vliegen, veranderen in een vampier,
agressief zijn, …
Maar niets van dat alles is correct!
Vleermuizen zijn uitstekende vliegers en bovendien heel nuttige dieren.
Veel van onze soorten vleermuizen zijn echter (ernstig) bedreigd. In de winter
hebben de meeste soorten nood aan een overwinteringsplaats. Hiervoor
gaan vleermuizen op zoek naar een donkere plek waar temperatuur en
vochtigheidsgraad ongeveer constant blijven. In kelders, zolders, kerken en
schuren kan je ze soms tegenkomen maar in Vlaanderen overwinteren de
grootste populaties in oude bunkers en forten.
In de zomer verblijven ze dan weer graag in holtes van oude bomen. Helaas
zijn er in Vlaanderen maar weinig oude bossen met veel (dood) hout waarin
je dergelijke holtes en nissen vindt.
Een vleermuizenhotel of vleermuizenkasten kunnen natuurlijke holtes in oudere
bosbestanden niet vervangen. Maar het vleermuizenhotel tracht wel een leemte
te vullen.
Zowel tweede als
praktijkopdracht.
derde
graad
kunnen
meewerken
aan
deze
De aanbreng van de gevelbekleding alsook de opbouw van het dak en de
dakbedekking is een toepassing voor de derde graad.
Indien nodig kunnen de verbindingsmethodes vooraf in de lessen T.O.
besproken worden.
Werk met ecologisch verantwoorde materialen. Deze opdracht biedt een
goede aanleiding om samen met leerlingen te onderzoeken wat dit inhoudt,
welke voorwaarden er gesteld worden en waarom.
Opdracht
1. Inleiding: vleermuizen
Start de opdracht met een korte inleiding over vleermuizen. Overleg indien
mogelijk met de collega’s natuurwetenschappen. Je vindt hier alvast nog wat
extra info over vleermuizen of over vleermuizen in Vlaanderen.
������
�
��
��
��
��
���������
In Vlaanderen komen er op dit moment zo’n 17 soorten vleermuizen voor. Deze
vliegende zoogdieren voeden zich voornamelijk met insecten. Jagen doen ze
’s nachts. In tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt, kunnen vleermuizen
best goed zien. Maar in een donkere nacht is dat natuurlijk niet voldoende
om een klein mugje te kunnen vangen. Daarom maken vleermuizen gebruik
van echolocatie of sonar: ze stoten een geluid uit (met een frequentie die
voor het menselijke gehoor niet waarneembaar is). Dit geluid weerkaatst op
voorwerpen en wordt door de vleermuis terug opgevangen. Afhankelijk van
de richting en de tijdsduur tussen het uitstoten en opnieuw ontvangen van het
geluid, wordt de plaats en afstand van het voorwerp bepaald.
Op deze manier kunnen ze prima in het donker jagen.
2. Inleiding: Duurzaam hout
Geef de leerlingen eerst en vooral de nodige uitleg over duurzaam
houtbeheer.
• Hoe herken je duurzaam hout?
Zijn leerlingen vertrouwd met duurzaam hout?
Misschien kennen enkele leerlingen wel het FSC label.
Als ze geen label kunnen opnoemen, vraag dan of iemand een drankje in brik
meeheeft. Alle verpakkingen van Tetrapack dragen immers ook het FSC label.
FSC staat voor Forest Stewardship Council (ofwel: Raad
voor Duurzaam Bosbeheer). FSC is een internationale
organisatie die wereldwijd een verantwoord bosbeheer
wil stimuleren. Het is een internationale, onafhankelijke,
niet-gouvernementele non-pro�torganisatie (NGO).
FSC werd in 1993 opgericht door boseigenaars, de
houtsector, sociale bewegingen en milieuorganisaties.
• Vraag aan de leerlingen wat dit label inhoudt? Wat is ‘verantwoord
bosbeheer’? Welke voorwaarden zouden zij stellen om hout als
‘duurzaam’ te labelen?
Verantwoord bosbeheer is een bosbeheer dat aan drie voorwaarden voldoet:
het beheer houdt rekening met het milieu, respecteert sociale aspecten (zoals
de rechten van lokale gemeenschappen en bosarbeiders) en is economisch
haalbaar. Niet enkel het milieu is erbij gebaat, ook de mensen!
Momenteel gaat het niet goed met de bossen op aarde! Deze prachtige en
belangrijke ecosystemen die een immense rijkdom aan leven herbergen staan
wereldwijd onder zware druk. De ontbossingen gaan onverminderd door en
��
PRAKTIJKOPDRACHT
�������������
�������������
PRAKTIJKOPDRACHT
������
bosdegradatie tast zowel tropische bossen als onze bossen aan. Bossen worden
platgebrand om plaats te maken voor landbouwgrond of ze worden gekapt
voor houtwinning. Nochtans hoeft houtwinning geen schadelijke activiteit voor
het milieu te zijn. Wél moet houtwinning op een verantwoorde en duurzame
manier gebeuren. Daarom werd FSC in het leven geroepen en ontstond het
concept ‘boscerti�cering’. Onze toevlucht nemen tot andere materialen is
dan ook nergens voor nodig. Hout is immers een hernieuwbare grondstof die
milieuvriendelijker is dan de meeste alternatieven.
Deze problematiek wordt met prachtige beelden uit de doeken gedaan in
een kort�lmpje van Yann Arthus-Bertrand, de bekende fotograaf. Met beelden
vanuit de lucht, vertelt hij een belangrijk verhaal. Je kan de �lm hier bekijken
of downloaden. (bron: www.wwf.be, www.fair-timber.be).
3. Bouw van de vleermuizentoren
Eens de leerlingen over de nodige achtergrondkennis beschikken kan je
beginnen aan de eigenlijke opbouw van de toren.
Een stappenplan daarvoor vind je in bijlage.
��
�
��
��
��
��
���������
�������������
fysica
������
Algemeen
Deze les kadert in de leersto�nhoud elektriciteit. Eens de leerlingen de begrippen
spanning, elektrische stroom en weerstand kennen, wordt ook het concept van
een elektrische stroomkring aangebracht.
Dit is het ideale moment om ook stil te staan bij de gevaren van elektrische
stroom. In deze opdracht wordt dit gevaar ingeleid met een sprekend historisch
voorbeeld.
Op basis van een populair videofragment kan er daarna getest worden of
leerlingen het concept stroomkring inderdaad begrijpen. Op een uitdagende
manier onderstreept dit het belang (of gevaar) van een gesloten stroomkring.
Enkele eenvoudige rekenvoorbeelden geven een beter idee van de grootteorde.
Aan de hand van een overzichtje kunnen de leerlingen daarbij inschatten welke
(combinaties van) situaties gevaarlijk zijn.
Na deze opdracht kunnen de verschillende beveiligingen aan bod komen
(zekeringen, verliesstroomschakelaar, …)
Aanpak
Dat elektrische stroom behalve onmisbaar in ons dagelijks leven, ook
gevaarlijk kan zijn, wordt goed geïllustreerd met het voorbeeld van de
Dodendraad. Kijk hier voor enkele sprekende beelden. Meer uitleg vind je op
de leerlingen�ches.
Met een aantal vraagjes kan je via een onderwijsleergesprek tot het belang (en
het gevaar) van een gesloten stroomkring komen. Een goede ondersteuning is
het Brainiac �lmpje over schrikdraad:
https://www.youtube.com/watch?v=-n1pSHzdahc
Vooraf (mondeling)
• Wat gebeurt er als je een draad onder spanning vastneemt?
Deel 1 van het �lmpje (0s – 57s).
• Wanneer worden de Brainiacs geëlektrocuteerd?
• Hoe zou je dit kunnen tegenhouden?
Deel 2 van het �lmpje (57s – 2min 13s). Laat leerlingen het antwoord op de
vragen deze keer noteren. Herformuleer indien nodig.
• Wanneer worden de Brainiacs geëlektrocuteerd?
• Hoe zou je dit kunnen voorkomen?
��
�
��
��
��
��
���������
�������������
������
fysica
Deel 3 van het �lmpje: bekijk tot 4min 12s en laat leerlingen mondeling
voorspellen wat er zal gebeuren.
Bekijk daarna het vervolg. Laat achteraf noteren in welke mate de voorspellingen
juist waren en waarom.
Bijlagen
Opdrachten en informatie �che voor de leerlingen
��
�
��
��
��
��
���������
�������������
nederlands
������
Algemeen
Het vak Nederlands leent zich uitermate tot werken aan de ontwikkeling van
de totale persoonlijkheid, de emancipatie van de leerlingen en het engagement
om hen mondig te maken.
Zeker tijdens poëzielessen kunnen erg veel vaardigheden en attitudes aan bod
komen. Toch heeft poëzie vaak een wat stof�g imago. Daar maken we met
deze opdracht graag komaf mee!
Laat jongeren aan de slag gaan met beeldgedichten. Dit sluit immers heel dicht
aan bij hun leefwereld. Van Van Ostaijen over Fred Eerdekens tot Banksy: een
poëtisch beeld brengt heel wat teweeg.
Bij black-out-poetry is schrijven voor één keer heel letterlijk schrappen: een
heel toegankelijke manier om de kracht van taal te linken met de sterkte van
beelden.
Behalve het oefenen van taalvaardigheid heeft poëzie ook een goede invloed
op de emotionele ontwikkeling van leerlingen en biedt het leerlingen de kans
om hun creativiteit de vrije loop te laten.
Door te spelen met taal leren leerlingen zich immers op een andere manier
uitdrukken. Bovendien biedt het een mooie kans om te diversi�ëren in de
klaspraktijk. Leerlingen die meer moeite hebben met spelling, taalbeschouwing,…
kunnen zich misschien wel op een creatieve manier talig uitdrukken.
Eindtermen
Deze oefening kan een inleiding zijn op alle doelstellingen in verband met
poëtische teksten (ET 23-27). In het bijzonder is het een moment om de
bereidheid van leerlingen om onbevooroordeeld en re�ectief te luisteren,
spreken, lezen en schrijven te verhogen (ET 6, 11, 18, 22).
Aanpak
• Vraag aan de leerlingen met welk symbool ze WOI het meest associëren.
Eventueel kan je wat beeldmateriaal tonen. Je merkt al snel dat het
klaproos symbool (de ‘poppy’) steeds terugkomt. Voor inspiratie: zie
‘extra informatie’.
• Vraag aan de leerlingen of ze nog weten waar dit symbool vandaan
komt… Eventueel kan je verwijzen naar het bekendste WOI museum
in België (In Flanders Fields). Weet iemand waar deze naam vandaan
komt? En wat heeft het dan met de klaproos te maken? En wat heeft de
klaproos met de oorlog te maken?
��
�
��
��
��
��
���������
�������������
nederlands
������
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Als leerlingen deze link nog niet in eerdere lessen zagen, dan kan je hen
met een onderwijsleergesprek makkelijk de juiste richting wijzen. (Welke
kleur heeft zo’n klaproos en wat zou dat met oorlog te maken hebben…
waar zie je klaprozen groeien… waar zouden ze dan destijds gestaan
hebben…). Voor inspiratie: zie ‘extra informatie’ over pioniersvegetatie.
Conclusie: Hét symbool van WOI komt uit een gedicht! Namelijk ‘In
Flanders Fields’ van John Mc Crae
Film: In Flanders Fields
Als we onderhevig zijn aan heel sterke emoties dan is het moeilijk deze
uit te drukken in standaard taal. Kennen leerlingen hier nog voorbeelden
van? (liefde, of liefdesverdriet, angst, gemis, overlijden, …). Vaak wordt
dan een beroep gedaan op poëzie. Denk maar aan liedjesteksten…
Het gemis om de vele gesneuvelden en de zinloosheid van de
loopgravenoorlog wordt in het (bloed)rode klaproossymbool mooi
samengevat. Tegelijk geeft het bloeien van de plant ook hoop. Het is met
andere woorden om vele redenen een sterk beeld!
Werken met sterke beelden gebeurt wel vaker in poëzie. Soms zelf
heel expliciet. Hoe zou je een beeld nog duidelijker naar voor kunnen
brengen?
Wanneer we de bladspiegel aanpassen, dan komen we terecht bij
beeldpoëzie.
Ook dit werd in oorlogstijd gebruikt
o Van Ostaijen: fragment uit ‘Bezette stad’
Vaak is beeldpoëzie een mengvorm van beeldende kunst en poëzie.
Denk maar aan installaties als http://www.z33.be/kunstwerken/fredeerdekens-twijfelgrens
Een hedendaagse vorm van beeldgedichten is de zogenaamde ‘black
out poetry’. Wat zou dit kunnen zijn?
Filmpje:
o https://www.youtube.com/watch?v=LQ8c5q1Peq4
o https://www.youtube.com/watch?v=hOSmWW0asKc
De opdracht
• Laat de leerlingen zelf een beeldgedicht maken. Baseer je op het Flanders
Fields idee: kunnen de leerlingen een beeld zoals een klaproos vinden
om een gedicht over de gruwelen van de oorlog vorm te geven?
Niet alleen klaprozen doken op in de frontlinie. Ook bijvoorbeeld heel
wat salamanders nestelden zich in poelen, geslagen door bommenkraters.
En zeldzame vleermuizen overwinteren in (restanten van) bunkers.
��
�
��
��
��
��
���������
�������������
������
nederlands
• Leerlingen maken zelf black out poetry:
o Deel lukraak krantenartikels uit en laat leerlingen schrappen tot er
een oorlogsgedicht tevoorschijn komt.
o Nog interessanter wordt het wanneer sommige leerlingen dezelfde
artikels krijgen. Vertrekkende vanuit dezelfde woorden zal er toch
een heel ander gedicht ontstaan.
o Je kan op voorhand ook je teksten slim kiezen. Laat leerlingen
schrappen tot er een oorlogsgedicht tevoorschijn komt uit teksten
over natuur en bos, economie, binnenlandse- of buitenlandse
politiek, sport, weerberichten, zoekertjes, … Zijn er patronen die
terugkomen?
Extra info
• Een overzicht van war poets
http://spartacus-educational.com/FWWliterature.htm?menu=FWW
• Pionier vegetatie:
de�nitie en een korte oplijsting van pioniersoorten
• Krantenartikels uit ’14-’18:
digitale versie van alle edities van ‘De Legerbode’
• Materiaal in verband met de klaproos of de ‘poppy’
o Inzaaien klaproosvelden door het ANB
o Het verhaal achter de klaproos
o FIFA verbiedt Engelse nationale elftal het dragen van klaproos
��
�
��
��
��
��
���������
������
�
��
��
��
��
���������
Algemeen
Deze opdracht werd geïnspireerd door de Britse jeugddichter Paul Cookson.
Tijdens een van zijn poëzievoordrachten schrijft hij een gedicht samen met
het publiek. Laat je niet afschrikken door de vreemde blik van je leerlingen. Er
volgt immers bijna altijd een succesvol gedicht.
Verwacht als leerkracht niet dat uw leerlingen altijd even positieve adjectieven
zullen gebruiken in een opdracht als deze, maar laat het niet aan uw hart
komen. Laat dit echt een gedicht worden waarin hun gevoelens naar voren
komen.
Door te spelen met taal leren leerlingen zich op een andere manier uitdrukken.
Bovendien komen er in poëzielessen erg veel vaardigheden aan bod. Behalve
het oefenen van taalvaardigheid heeft poëzie ook een goede invloed op de
emotionele ontwikkeling van leerlingen en biedt het leerlingen de kans om hun
creativiteit de vrije loop te laten!
Een oefening die ook voor de leerkracht verrijkend kan zijn…
Eindtermen
Deze oefening kan een inleiding zijn op alle doelstellingen in verband met
artistiek-literaire teksten. Daarnaast is het in het bijzonder ook een oefening op
het gebruik van, en variatie in, adjectieven.
Aanpak
• Vraag aan de leerlingen of zij zelf gedichten schrijven moeilijk vinden en
vraag waarom. Maak duidelijk dat het niet altijd moeilijk is om gedichten
te schrijven en bewijs het met deze opdracht.
• Schrijf het volgende op het bord: ‘Trees are…’
• Laat de leerlingen deze zin aanvullen met een adjectief dat zij vinden
passen.
• Schrijf dit adjectief achter de eerste zin en schrijf dan opnieuw ‘trees
are…’ op het bord.
De leerlingen vullen opnieuw aan met een adjectief. Maak de leerlingen
attent dat de vierde regel moet rijmen op de tweede. Laat hen dus een
woord kiezen waarop ze gemakkelijk(er) kunnen rijmen!
Maak zo een strofe van vier regels, volgens een A B C B rijmschema.
• Schrijf als vijfde regel ‘Nature is…’ op het bord.
• De leerlingen vullen nogmaals aan met een adjectief.
• Herhaal het hele proces van de eerste strofe en ze hebben een gedicht
gemaakt.
��
engels
�������������
�������������
engels
������
Trees
Trees
Trees
Trees
are_________________
are_________________
are_________________
are_________________
Nature
Nature
Nature
Nature
is_________________
is_________________
is_________________
is_________________
(A)
(B)
(C)
(B)
(D)
(E)
(F)
(E)
Laat de leerlingen dit gedicht nu lezen terwijl ze verschillende emoties
uitdrukken:
• Uitgelaten: Tijdens een bosspel met de jeugdbeweging.
• Verliefd: Tijdens een romantische boswandeling met hun vriend(in).
• Wanhopig/uitgeput: Na wekenlang ingegraven te zitten in loopgraven
in het bos.
• Angstig: Tijdens een smokkeltocht of zoektocht naar eetbare planten om
hun rantsoen aan te vullen.
Uitbreidingen
In plaats van de leerlingen hetzelfde gedicht te laten lezen met verschillende
intonaties, kan je ook voor elk van deze situaties een verschillend gedicht over
het bos maken:
Je verdeelt de klasgroep in vier groepen. Elke groep krijgt één van
bovenstaande thema’s, maar weet niet welk thema andere groepen
hebben.
Vergelijk het resultaat. Kunnen de klasgenoten raden welke thema’s aan
bod kwamen?
Bronnen
• Poëzie in de klas: op een andere manier aan de slag met poëzie; Van
Den Broeck, M. Deveneyns, A.; 2011
��
�
��
��
��
��
���������
7 Bijlagen
In de naverwerkingsopdracht Aardrijkskunde – Nederlands en in enkele
uitbreidingsopdrachten wordt er verwezen naar bijlages. Deze bevinden zich achter
dit educatieve pakket. Hieronder alvast een overzicht.
Vakoverschrijdende opdracht Aardrijkskunde – Nederlands
•
•
•
•
•
Leerlingenbundel
Overzichtskaartje regio Brussel, Parijs, Berlijn
Teksten in verband met de drie functies van een bos
Woordwolken in verband met de drie functies van een bos
Rubrics: documenten voor zelfevaluatie door de leerlingen
Uitbreidingsopdracht Houtbewerking
•
Bouwplan
Uitbreidingsopdracht Fysica
Leerlingenbundel
18
�������������
������
�
��
��
��
��
���������
��
•
19
�������������
������
��
�
��
��
��
��
���������