De FAQ in PDF - European Parliament

Veel gestelde vragen
Veelgestelde vragen aan de persdienst van
het Europees Parlement
[07-04-2014 - 11:29]
Hoe werken leden van het Europees Parlement, hoeveel verdienen ze en wat zijn
hun kosten? Antwoorden op deze en andere veelgestelde vragen over de
werkmethodes en exploitatiekosten van het Parlement vindt u in deze FAQ-sectie.
De onderstaande secties bevatten uitgebreide informatie over de dagelijkse organisatie
van het Parlement.
De selectie van vragen en antwoorden wordt regelmatig bijgewerkt om er actuele
onderwerpen die van belang zijn voor de media in op te nemen
NL
Persdienst
Directie media
Directeur - Woordvoerder : Jaume DUCH GUILLOT
Referentienummer:20140331FAQ41132
Nummer centrale persdienst (32-2) 28 33000
1/28
Veel gestelde vragen
Verkiezingen 2014: wanneer hadden ze plaats en hoe gaat het in
zijn werk?
Elke vijf jaar kiezen de EU-burgers wie hen zal vertegenwoordigen in het Europees
Parlement, de rechtstreeks verkozen instelling die hun belangen verdedigt in het
EU-besluitvormingsproces.
De Europese verkiezingen van 22-25 mei 2014 boden de bevolking van Europa de
mogelijkheid om te bepalen welke politieke richting de EU volgens hen moet uitgaan.
In elke lidstaat wordt een vast aantal leden van het Europees Parlement verkozen.
De zetelverdeling wordt vastgesteld door de EU-verdragen op basis van het beginsel van
degressieve proportionaliteit: landen met een groter bevolkingsaantal hebben meer zetels
dan landen met een kleiner bevolkingsaantal, maar kleinere landen hebben meer zetels
dan strikt proportioneel genomen.
Voor de verkiezingen van 2014 varieerde het aantal Europarlementsleden,
overeenkomstig het Verdrag van Lissabon, van telkens zes voor Malta, Luxemburg,
Cyprus en Estland, tot 96 voor Duitsland, met een totaal van 751.
De verkiezingen voor het Europees Parlement worden grotendeels geregeld door de
nationale kieswetten en -tradities. Zo bepaalt elke lidstaat of gebruik wordt gemaakt van
een systeem met open of met gesloten lijsten. Sommige lidstaten delen hun grondgebied
op in regionale kiesdistricten terwijl andere een nationale kieskring hebben.
Er gelden evenwel gemeenschappelijke Europese regels op grond waarvan de
verkiezingen vrij en geheim moeten zijn en dat zij rechtstreeks en algemeen moeten zijn.
De Europarlementsleden moeten worden verkozen op basis van evenredige
vertegenwoordiging.
De verkiezingsperiode wordt vastgesteld op het niveau van de EU, maar de landen
kunnen de precieze dag waarop zij de verkiezing willen houden, zelf kiezen
overeenkomstig hun afzonderlijke kiestradities. Europese verkiezingen duren meestal vier
dagen, omdat in het Verenigd Koninkrijk en Nederland op donderdag wordt gestemd en
inwoners van de meeste andere landen op zondag hun stem uitbrengen.
EU-burgers die in een ander EU-land wonen dan hun land van herkomst, hebben bij de
Europese verkiezingen het recht hun stem uit te brengen en zich verkiesbaar te stellen in
het land waar zij verblijven, maar er kunnen via de nationale wetten specifieke procedures
worden vastgesteld voor de wijze waarop.
De Europese verkiezingen – een uniek geval van multinationale democratie – zijn altijd
een sleutelmoment in het politieke proces van de EU.
Een van de eerste taken van het nieuwe Parlement zal de verkiezing zijn van een nieuwe
voorzitter van de Europese Commissie (het uitvoerend orgaan van de EU).
Overeenkomstig het Verdrag van Lissabon moeten lidstaten bij de nominatie voor deze
post rekening houden met de verkiezingsresultaten. Vervolgens "kiest" het Parlement de
Commissievoorzitter. Wanneer hij of zij niet de benodigde meerderheid behaalt, dan
moeten de lidstaten binnen een maand een nieuwe kandidaat voordragen. De kandidaten
voor de overige Commissieportefeuilles moeten ook slagen voor een strenge
parlementaire keuringsprocedure.
Links
•
Meer informatie over de verkiezingen staat op deze website: http://www.elections2014.eu/
20140331FAQ41132 - 2/28
Veel gestelde vragen
Verkiezingen 2014: Hoe worden de EP voorzitter en de voorzitters
van parlementaire commissies benoemd?
Tijdens de eerste plenaire vergadering na de Europese verkiezingen kiest het EP een
nieuwe voorzitter, 14 nieuwe vicevoorzitters en quaestoren.
Alle verkiesbare posities worden na twee en een half jaar opnieuw ingevuld, wat neer
komt op één wissel per parlementaire termijn van vijf jaar. Het kan zijn dat dezelfde
persoon opnieuw gekozen wordt.
Bij de verkiezingen wordt rekening gehouden met een evenwichtige verdeling over
nationaliteiten en politieke kleur.
EP Voorzitter
Het eerste wat een nieuw gekozen parlement doet, is het kiezen van een voorzitter. Als de
vorige voorzitter opnieuw in het EP is verkozen, zit hij de zitting voor waarin zijn opvolger
gekozen wordt. Keert de voorzitter niet terug, dan zit een van de vicevoorzitters de
vergadering voor.
Kandidaten voor het voorzitterschap kunnen tot aanvang van de plenaire vergadering
worden voorgedragen door politieke fracties, of door een minimum van veertig leden.
Om te worden verkozen, dient de kandidaat een absolute meerderheid (50% +1) van de
geldige uitgebrachte stemmen te hebben. Blanco stemmen worden niet meegeteld.
Als er in de eerste stemming geen kandidaat gekozen is, kunnen dezelfde - of andere kandidaten op basis van dezelfde procedure worden voorgedragen voor een tweede
ronde en - indien nodig - zelfs voor een derde ronde.
Als er na de derde stemming nog steeds geen winnaar is, blijven de twee hoogst scorende
kandidaten over voor een vierde ronde. Diegene met de meeste stemmen wint. Bij een
gelijke uitslag, wordt de oudste kandidaat voorzitter.
De nieuw verkozen voorzitter neemt vervolgens de voorzittershamer over en heeft de
mogelijkheid een openingsspeech te houden alvorens over te gaan tot de verkiezing van
de vicevoorzitters en quaestoren.
Vicepresidenten en questoren
Net als bij de voorzitter, kunnen politieke fracties of minimaal veertig leden kandidaten
vordragen. Ook deze verkiezing gebeurt op basis van een geheime stemming. Kandidaten
moeten steun hebben van een absolute meerderheid van de geldige stemmen. Er volgt
een tweede stemming als niet alle 14 posities na de eerste rond zijn ingevuld. Indien een
derde ronde noodzakelijk is, gebeurt dat op basis van een relatieve meerderheid.
Vicepresidenten kunnen de voorzitter vervangen. Zij zijn ook lid van het Presidium, het
orgaan dat verantwoordelijk is voor alle administratieve, personele en organisatorische
zaken in het EP. De vijf quaestoren gaan over de administratieve zaken die direct
betrekking hebben op parlementariërs.
Voorzitters parlementaire commissies en parlementaire delegaties
Parlementaire commissies en delegaties kiezen hun eigen voorzitter en vicevoorzitters.
Elke commissie kiest een presidium, bestaande uit een voorzitter en vicevoorzitters. Het
aantal vicevoorzitters wordt bepaald door het gehele parlement op basis van een voorstel
van de Conferentie van Voorzitters.
Als het aantal kandidaten overeenkomt met het aantal posten, vindt de stemming plaats
middels acclamatie. Is dit niet het geval, dan vindt een geheime stemming plaats. Als er
maar een kandidaat is voor een post, moet diegene een absolute meerderheid van de
geldige stemmen achter zich hebben.
20140331FAQ41132 - 3/28
Veel gestelde vragen
Verkiezingen 2014: De vorming en financiering van fracties
De leden van verschillende EU-landen kunnen op basis van hun eigen politieke
verwantschap fracties vormen. Om de formele status van een fractie te krijgen, moet een
politieke groep ten minste 25 leden tellen, die moeten zijn gekozen in ten minste een kwart
van de lidstaten (d.w.z. minimaal 7 lidstaten). Een lid mag niet tot meer dan één fractie
behoren.
Als er een fractie wordt opgezet, dient de Voorzitter van het Parlement te worden
verwittigd middels een verklaring met daarin de naam van de fractie, de namen van de
leden en het presidium.
Normaal gesproken hoeft het Parlement de politieke verwantschap van leden van een
fractie niet te beoordelen. Bij de vorming van een fractie accepteren de leden per definitie
hun politieke verwantschap. Alleen als de betrokken leden dit ontkennen, moet het
Parlement nagaan of de fractie echt is opgericht in overeenstemming met het Reglement.
Fracties krijgen de beschikking over een secretariaat en administratieve faciliteiten, die
worden gefinancierd uit de begroting van het Parlement. Het Bureau van het Parlement
bepaalt de regels voor hoe deze geldmiddelen en faciliteiten worden beheerd en
gecontroleerd.
“Niet-ingeschreven” leden (d.w.z. leden die niet tot een fractie behoren) krijgen eveneens
de beschikking over een secretariaat en genieten rechten op grond van door het Bureau
bepaalde regels.
Het beschikbare geld is bedoeld om de administratieve en operationele kosten van het
personeel van een groep te bekostigen evenals de uitgaven voor informatie en politieke
gebeurtenissen rond de politieke activiteiten van de Europese Unie.
Het geld mag niet worden gebruikt om enige vorm van Europese, nationale, regionale of
lokale verkiezingscampagnes te financieren of politieke partijen op Europees of nationaal
niveau in het algemeen.
Links
• De jaarrekening van de groepen 'worden hier gepubliceerd: /groups/accounts_en.htm
• De jaarstukken van de fracties worden gepubliceerd op de volgende website:
/aboutparliament/en/007f2537e0/Political-groups.html
20140331FAQ41132 - 4/28
Veel gestelde vragen
Verkiezingen 2014: Hoe worden de voorzitter van de Commissie
en de commissarissen aangesteld?
De voorzitter van de Commissie
Op grond van het Verdrag van Lissabon speelt het Parlement bij het kiezen van de
voorzitter van de Commissie een grotere rol dan voorheen, aangezien hiervoor voortaan
een gekwalificeerde meerderheid vereist is, d.w.z. tenminste de helft van alle
Parlementsleden moet vóór stemmen, in plaats van de helft van de aanwezige leden. .
Indien de kandidaat niet de vereiste meerderheid behaalt, heeft de Europese Raad één
maand de tijd om met gekwalificeerde meerderheid van stemmen een nieuwe kandidaat
voor te dragen (Verdrag van Lissabon, artikel 9 D, lid 7).
Commissarissen
De Raad stelt in onderlinge overeenstemming met de gekozen voorzitter van de
Commissie de lijst van kandidaat-leden van de Commissie vast.
Deze kandidaat-commissarissen verschijnen eerst voor de voor hun vermoedelijk
werkgebied bevoegde parlementaire commissies. Deze hoorzittingen zijn openbaar. Elke
commissie komt voor de camera bijeen om de expertise en het optreden van de
kandidaten te bespreken. Dat wordt vervolgens naar de voorzitter van het Parlement
gestuurd. Dit heeft er in het verleden toe geleid dat kandidaten zich terugtrokken.
De gekozen voorzitter van de Commissie stelt vervolgens het college van commissarissen
voor en licht het Commissieprogramma toe tijdens een vergadering van het Parlement. De
voorgestelde voorzitter van de Commissie, de hoge vertegenwoordiger voor buitenlandse
zaken en veiligheidsbeleid en de overige leden van de Commissie moeten dan
goedgekeurd worden door een stemming van het Europees Parlement.
Het Parlement kan de stemming uitstellen tot de volgende vergadering (artikel 118 (5) van
het Reglement van het Europees Parlement).
Nadat de voorzitter en de commissarissen zijn goedgekeurd door het Parlement, worden
zij benoemd door de Raad met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen.
In het geval van een ingrijpende herschikking van de portefeuilles in de Commissie
gedurende haar ambtstermijn, het voorzien in een vacature of de benoeming van een
nieuwe commissaris ingevolge de toetreding van een nieuwe lidstaat, worden de
betrokken commissarissen, worden de betrokken commissarissen verzocht te verschijnen
voor de desbetreffende commissies.
20140331FAQ41132 - 5/28
Veel gestelde vragen
Verkiezingen 2014: Europese politieke partijen en stichtingen
Wat is een politieke partij op Europees niveau?
Een Europese politieke partij is een organisatie bestaande uit nationale politieke partijen
en individuele leden die een politiek programma heeft en die vertegenwoordigd is in
meerdere lidstaten.
Europese politieke partijen kunnen sinds 2004 in aanmerking komen voor financiering
vanuit het Europees Parlement. Het gaat om een subsidie voor operationele kosten die
maximaal 85% van de totale uitgaven mag bedragen. De rest moet bijeen worden
gebracht uit eigen middelen zoals donaties en contributies.
De subsidie kan worden gebruikt voor uitgaven die direct gelieerd zijn aan de
doelstellingen in de politieke programma's. Te denken valt aan:
• Vergaderingen en conferenties
• Publicaties, studies en advertenties
• Administratieve kosten, personeelskosten, reiskosten
• campagnekosten voor Europese verkiezingen
Waar kan de subsidie NIET voor worden gebruikt?
• Campagnekosten voor referenda en nationale verkiezingen
• Directe of indirecte financiering van nationale partijen, nationale kandidaten, of
Europese of nationale politieke stichtingen
Schulden en rente op schulden
20140331FAQ41132 - 6/28
Veel gestelde vragen
Verkiezingen 2014: interfractiewerkgroepen
Interfractiewerkgroepen zijn officieuze bijeenkomsten van EP-leden met interesse voor
specifieke onderwerpen die mogelijk buiten de werkingssfeer van het Europees Parlement
vallen, maar een breder maatschappelijk belang vertegenwoordigen. Deze werkgroepen
wisselen informeel van gedachten en bevorderen de contacten tussen leden en het
maatschappelijk middenveld.
Aangezien interfractiewerkgroepen geen officiële EP-organen zijn, verwoorden ze in geen
geval het standpunt van het Parlement. Hun werk mag niet overlappen met de officiële
activiteiten van het Parlement.
De Conferentie van Voorzitters van het Parlement heeft voorwaarden neergelegd voor de
oprichting van interfractiewerkgroepen, die aan het begin van elke zittingsperiode gevormd
worden. Zo moet een oprichtingsverzoek door ten minste drie fracties worden
ondertekend, en is er ook een jaarlijkse opgave van financiële belangen nodig. Als aan
deze voorwaarden is voldaan, kunnen de fracties logistieke steun verlenen aan de
interfractiewerkgroepen.
De voorzitters van interfractiewerkgroepen dienen iedere vorm van steun (in contanten of
in natura) die zij ontvangen aan te geven. Deze aangiften moeten ieder jaar worden
bijgewerkt en worden in een openbaar dossier bewaard.
Links
•
Lijst van en regels inzake interfractiewerkgroepen: /aboutparliament/nl/00c9d93c87/Intergroups.html
20140331FAQ41132 - 7/28
Veel gestelde vragen
Verkiezingen 2014: wat gebeurt er met onafgewerkte wetgeving
op het einde van de zittingsperiode 2009-2014?
De leden van het Europees Parlement stelden alles in het werk om wetgevingsprocedures
voor het einde van de huidige zittingsperiode af te ronden, maar het was onvermijdelijk dat
sommige dossiers hangende bleven voor de verkiezingen van mei 2014.
Daarom voorzien de EU-verdragen erin dat alle in de plenaire vergadering aangenomen
wetgeving, hetzij in eerste of tweede lezing, hetzij via de raadplegingsprocedure, in de
volgende zittingsperiode haar rechtspositie behoudt. Dit betekent dat het nieuwe
Parlement na de verkiezingen de dossiers oppakt waar het vorige Parlement ze heeft
achtergelaten en verdergaat met de relevante besluitvormingsprocedure, in de vorm van
de gewone wetgevingsprocedure (i.e. medebeslissing) of bijzondere wetgevingsprocedure
(i.e. consultatie).
Aan de andere kant is er geen rechtsgeldige positie van het Parlement voor wetgevende
dossiers waarover het géén overeenkomst bereikt voor de verkiezingen. Volgens het
intern reglement van het Parlement vervalt in een dergelijk geval het werk dat commissies
in de vorige zittingsperiode hebben gedaan.
Uiteindelijk beslist de Conferentie van voorzitters van het Parlement - bestaande uit de EP
Voorzitter en de fractievoorzitters - aan het begin van de nieuwe zittingsperiode of het al
dan niet verder zal werken aan deze dossiers. Dit gebeurt op basis van de input van de
relevante parlementaire commissies (regel 229 van het intern reglement van het EP).
20140331FAQ41132 - 8/28
Veel gestelde vragen
Parlement: De bevoegdheden en wetgevingsprocedures
Bij de overgrote meerderheid van de EU-wetgeving neemt het Parlement wetgeving aan in
samenspraak met de Raad van de EU. De gewone wetgevingsprocedure – de
medebeslissingsprocedure – beslaat onder meer de volgende beleidsterreinen:
economisch bestuur, financiële dienstverlening, de interne markt, het vrije verkeer van
werknemers, diensten, landbouw, visserij, energiezekerheid, visa, asiel, immigratie, justitie
en binnenlandse zaken, consumentenbeleid, trans-Europese netwerken, milieu, cultuur
(stimuleringsmaatregelen), onderzoek (kaderprogramma), sociale uitsluiting,
volksgezondheid, de bestrijding van fraude ten nadele van de EU,
stimuleringsmaatregelen ter bestrijding van discriminatie, specifieke industriële
steunmaatregelen, economisch en sociaal cohesiebeleid, en het statuut voor Europese
politieke partijen.
Op een aantal terreinen kunnen specifieke besluitvormingsprocedures gelden, waarbij het
Parlement enkel zijn mening geeft op een voorstel van de Commissie. In dergelijke
gevallen moet de Raad eerst het standpunt van het Parlement hebben ontvangen
alvorens te kunnen stemmen over het desbetreffende voorstel van de Commissie, maar is
dan niet gebonden aan dit standpunt. Het belangrijkste beleidsterrein waarvoor deze
raadplegingsprocedure nog altijd geldt, is belasting. Om wetgeving op dit vlak aan te
nemen is tevens unanimiteit in de Raad vereist.
In bepaalde andere gevallen is voor het nemen van een besluit de goedkeuring van het
Parlement vereist. De stemming gaat in dit geval om een simpel en bindend ja of nee. Dit
geldt onder andere voor de toetreding van nieuwe EU-lidstaten en internationale
overeenkomsten tussen de EU en derde landen of groepen landen. Hetzelfde geldt voor
het definitieve besluit over de aanstelling van de Europese Commissie.
Links
•
Meer informatie: /aboutparliament/nl/007c895f4c/Powers-and-procedures.html
20140331FAQ41132 - 9/28
Veel gestelde vragen
Parlement: Waarom reist het Parlement heen en weer tussen
Brussel en Straatsburg?
In 1992 hebben de nationale regeringen van de EU een unaniem besluit genomen over
permanente vestigingsplaatsen voor de EU-instellingen. Dit besluit had ook gevolgen voor
de regeling van de werkzaamheden van het Parlement: de officiële vestigingsplaats en
locatie voor de meeste plenaire vergaderingen werd Straatsburg; de parlementaire
commissies zouden vergaderen in Brussel; en het secretariaat (het personeel) van het
Parlement zou gevestigd zijn in Luxemburg. In 1997 is deze regeling opgenomen in het
EU-Verdrag.
Elke wijziging in het bestaande systeem moet deel uitmaken van een nieuw verdrag, dat
unaniem moet worden goedgekeurd door alle 28 lidstaten en dat moet worden
geratificeerd door elk van de nationale parlementen.
In een resolutie die het Parlement heeft goedgekeurd in november 2013, vroegen de
Europarlementsleden een verdragswijziging om ervoor te zorgen dat het Parlement kan
beslissen waar het is gevestigd. Het Parlement verklaarde een herzieningsprocedure voor
het EU-Verdrag te zullen starten om de wijzigingen voor te stellen die nodig zijn om ervoor
te zorgen dat het zelf kan beslissen over zijn vestigingsplaats en over die van haar
administratie. De Europarlementsleden waren van mening dat het Parlement
"doeltreffender, kosteneffectiever en milieuvriendelijker zou zijn indien het slechts op één
plaats gevestigd was".
In de resolutie (die werd goedgekeurd met 483 stemmen vóór en 141 tegen, bij 34
onthoudingen) werd gesteld dat "de voortzetting van de maandelijkse verhuizing tussen
Brussel en Straatsburg voor de meerderheid van de EU-burgers een negatieve
symbolische kwestie is geworden, (…) met name terwijl de financiële crisis geleid heeft tot
zware en pijnlijke besparingsmaatregelen in de lidstaten".
De Europarlementsleden erkenden dat een passend compromis vereist is om ervoor te
zorgen dat de bestaande gebouwen van het Parlement voort kunnen worden gebruikt.
Welke kosten gaan hiermee gepaard?
Wat zijn de kosten als gevolg van het feit dat de vestigingsplaats van het Parlement
in Straatsburg is?
Uit een recent onderzoek dat door het Europees Parlement is uitgevoerd, blijkt dat 103
miljoen EUR kan worden bespaard, als alle werkzaamheden worden overgeheveld van
Straatsburg naar Brussel (cijfers voor 2014).
De infrastructuur in Straatsburg (huur van parkeerruimte, kantoormateriaal, schoonmaak,
energieverbruik en veiligheid) zal in 2014 35,7 miljoen EUR kosten, met nog eens 13,6
miljoen EUR voor specifieke projecten, vooral de renovatie van het recent aangekochte
Václav Havel-gebouw. Het Europees Parlement betaalt geen huur voor zijn gebouwen in
Straatsburg, omdat het er eigenaar van is.
Omdat het Parlement eigenaar is van zijn gebouwen in Straatsburg en van de meeste van
de gebouwen die het gebruikt in Brussel, zouden vele werkingskosten die ontstaan tijdens
plenaire vergaderingen in Straatsburg, er ook zijn, op zijn minst voor een stuk, als alle
plenaire vergaderingen werden gehouden in Brussel (bijvoorbeeld de reiskosten van de
Europarlementsleden, de kosten van vertolking en vertaling, de kosten van audiovisuele
diensten enz.).
Van andere kosten, bijvoorbeeld degene die verband houden met het transport van
documenten naar Straatsburg en met de dienstreizen ("missies") van het personeel van
het Parlement en de assistenten van de parlementsleden, is alleen sprake, als het
Parlement de verplaatsing maakt naar Straatsburg.
Wat zijn de kosten als gevolg van het feit dat het Parlement werkt met drie
vergaderplaatsen (Brussel, Luxemburg en Straatsburg) in plaats van één?
De kosten als gevolg van het gebruik van Straatsburg als vestigingsplaats van het
Parlement zijn verschillend van degene die ontstaan doordat het Parlement werkt met drie
vergaderplaatsen. Naast de vierdaagse plenaire vergaderingen die maandelijks
plaatsvinden in Straatsburg, wordt een aantal tweedaagse plenaire vergaderingen
gehouden in Brussel, waar ook de vergaderingen plaatshebben van de commissies en de
20140331FAQ41132 - 10/28
Veel gestelde vragen
fracties. Vele leden van het administratieve personeel van het Parlement zijn
gestationeerd in Luxemburg.
De bijkomende jaarlijkse kosten als gevolg van het feit dat het Parlement is gevestigd in
Brussel, Luxemburg en Straatsburg, worden geraamd op 119,9 miljoen EUR.
Bij de berekening van het bedrag dat kan worden bespaard door de drie vergaderplaatsen
samen te voegen tot één (bijvoorbeeld Brussel), moet in gedachte worden gehouden dat
het Parlement kantoorruimte zou moeten aankopen voor het personeel dat momenteel
gestationeerd is in Luxemburg (2 482 personen). Deze kosten zouden naar schatting 14
miljoen EUR per jaar bedragen, plus de eenmalige kosten van de verhuizing van de
Luxemburgse activiteiten naar Brussel, die naar schatting 58,6 miljoen EUR zouden
bedragen.
Als het Europees Parlement één vergaderplaats krijgt, levert dit bijgevolg besparingen op
voor een bedrag van 88,9 miljoen EUR per jaar. Dit komt overeen met 4,96 % van de
ontwerpbegroting van het Europees Parlement voor 2014.
De CO2-emissies in verband met de verhuizingen van en naar de drie vergaderplaatsen
zijn geraamd op 11 000 ton (cijfers van 2011), d.i. 11 % van de totale koolstofvoetafdruk
van het Parlement in 2011.
Hoe is dit ontstaan?
In 1992 werd de op dat moment reeds bestaande situatie formeel bevestigd. Daarbij ging
het in principe om een compromis dat over de jaren was ontstaan.
De Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal werd een aantal jaar na de Tweede
Wereld oorlog, in 1952, opgericht. Het begon als verbond tussen zes landen, waaronder
Frankrijk en Duitsland voor kolen- en staalreserves. Alle instellingen werden gevestigd te
Luxemburg. De Raad van Europa (het intergouvernementele orgaan voor mensenrechten
en cultuur dat in de periode direct volgend op WO II werd opgericht) was reeds gevestigd
te Straatsburg en bood zijn plenaire vergaderzaal aan voor vergaderingen van de
Gemeenschappelijke Vergadering van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal,
die zich zou ontwikkelen tot het Europees Parlement. Straatsburg werd zo bestempeld tot
de hoofdzetel van de plenaire zittingen van het Parlement, al werden extra zittingen in de
jaren zestig en zeventig tevens gehouden in Luxemburg.
Na de oprichting van de Europese Economische Gemeenschap in 1958 werd een groot
deel van de activiteiten van de Europese Commissie en de Raad (van ministers)
geconcentreerd in Brussel. Aangezien het de taak van het Parlement is om nauwlettend
toe te zien op en te overleggen met deze beide instellingen, besloten de leden met de tijd
steeds meer werkzaamheden in Brussel te organiseren. Begin jaren negentig was de
huidige regeling min of meer een feit. Sindsdien komen de commissies en fracties bijeen
in Brussel en vinden de plenaire vergaderingen plaats in Straatsburg. Een groot deel van
het personeel van het Parlement is gevestigd te Luxemburg.
20140331FAQ41132 - 11/28
Veel gestelde vragen
Parlement: Hoeveel talen worden er in het Parlement gebruikt?
Het is een democratisch grondbeginsel dat gebrek aan talenkennis geen belemmering
mag zijn voor EU-inwoners om lid van het EP te worden. De leden hebben het recht om te
spreken, te schrijven, te luisteren en te lezen in elk van de 24 officiële talen van de EU.
Ook burgers (en journalisten) hebben het recht op informatie over wetgeving en
werkzaamheden van het EP in hun eigen taal.
Door de toetreding van Bulgarije en Roemenië op 1 januari 2007, de toevoeging van het
Iers-Gaelisch als officiële taal op diezelfde datum en de toetreding van Kroatië op 1 juli
2013, is het totale aantal officiële talen nu 24: Bulgaars, Deens, Duits, Engels, Ests, Fins,
Frans, Grieks, Hongaars, Italiaans, Iers-Gaelisch, Kroatisch, Lets, Litouws, Maltees,
Nederlands, Pools, Portugees, Roemeens, Sloveens, Slowaaks, Spaans, Tsjechisch en
Zweeds.
De 24 talen kunnen op 552 manieren (24 x 23) worden gecombineerd.
Over het algemeen vertalen alle tolken en vertalers naar hun moedertaal. Om alle
mogelijke talencombinaties te kunnen verwerken, gebruikt het Parlement het systeem van
“spiltalen: een spreker of tekst wordt dan eerst vertaald naar een van de talen die het
meest worden gebruikt (Engels, Frans of Duits), en van daaruit pas naar de andere talen.
Tolk en vertaler zijn twee verschillende beroepen: een tolk geeft tijdens een vergadering
de woorden van de spreker direct mondeling weer in een andere taal; een vertaler werkt
met geschreven documenten en zorgt derhalve voor een volstrekt accurate versie van het
document in de doeltaal.
Het Parlement heeft ongeveer 430 tolken in dienst en kan daarnaast terugvallen op
ongeveer 2 500 freelance tolken. Bij een plenaire vergadering zijn 800 à 1 000 tolken
aanwezig.
Het Parlement heeft ongeveer 700 vertalers in dienst, die maandelijks meer dan 100000
pagina's vertalen.
De uitgaven van het Parlement op het vlak van de meertaligheid voor 2013 kwamen uit op
ongeveer een kwart van de totale begroting.
Op 26 september 2011 heeft het presidium besloten tot een aantal efficiencyslagen,
waardoor er beter gebruik gemaakt kan worden van de capaciteit aan tolken en vertalers.
Dit levert een bezuiniging op van ongeveer €21 miljoen.
Links
•
Meer informatie op: /aboutparliament/en/007e69770f/Multilingualism.html
20140331FAQ41132 - 12/28
Veel gestelde vragen
Parlement: Hoeveel mensen werken er?
Met ingang van mei 2012 was het aantal ambtenaren en tijdelijke medewerkers die
voor het Parlement (met inbegrip van de fracties) op de verschillende locaties werkzaam
waren, als volgt:
TOTAAL
7 065
Brussel
4 296
Straatsburg
104
Luxemburg
2 409
Overige locaties
256
Het merendeel van het personeel van het Parlement (58%) bestaat uit vrouwen.
De medewerkers hebben een gemiddelde leeftijd van 46. De gemiddelde leeftijd van het
personeel van de oude lidstaten is 48, terwijl die van de nieuwe lidstaten slechts 36 is.
Het grootste Directoraat-generaal is het DG Vertaling , dat in totaal 23,5% van alle
posten binnen het secretariaat van het Parlement omvat. Als we tolken en
juristen-vertalers meerekenen, komt het aantal taalgerelateerde posten op één derde van
het totale personeel.
14% van het personeel is werkzaam voor de politieke fracties (924 posten)
Het EP personeel komt uit alle lidstaten van de EU. De Belgische nationaliteit is het
hoogst vertegenwoordigd, gevolgd door Italiaans, Frans, Duits en Spaans.
In juni 2014 hadden de leden 1 676 geaccrediteerde medewerkers (assistenten).
Voor de diensten van het Parlement voor gebouwbeheer, IT, schoonmaak en
kantinebeheer worden particuliere medewerkers ingeschakeld. Journalisten, bezoekers en
lobbyisten maken ook deel uit van de grote drommen mensen die de gebouwen van het
Parlement bevolken. Soms zijn dit er in de drie voornaamste gebouwen wel meer dan 10
000.
20140331FAQ41132 - 13/28
Veel gestelde vragen
Parlement: Uit hoeveel gebouwen bestaat het Parlement?
Zoals besloten door de EU-lidstaten (Europese Raad) heeft het Parlement drie
werkplekken: Straatsburg (officiële zetel van het Parlement), Brussel en Luxemburg.
Aantal gebouwen
Oppervlakte in m2
TOTAAL
28
1,115.000
Brussel
16
561 000
Straatsburg
4
3420 00
Luxemburg
8
212 000
Het Parlement heeft in de loop van de tijd de kantoren gekocht en bezit nu de meeste
ervan. Om aan de vraag voor meer kantoorruimte tegemoet te komen, bijvoorbeeld na de
uitbreiding van de EU in 2004, wordt de voorkeur gegeven aan het kopen in plaats van het
huren van de gebouwen. Dit geldt ook steeds vaker voor de Informatiebureaus in de
lidstaten.
20140331FAQ41132 - 14/28
Veel gestelde vragen
Parlement: Hoeveel geaccrediteerde lobbyisten en journalisten
zijn er?
Op 23 juni 2011 hebben het EP en de Commissie een nieuw transparantieregister in het
leven geroepen waardoor meer openheid dan voorheen bestaat over wie invloed wil
uitoefenen op Europees beleid. Het register bevat nu advocatenkantoren, NGO's,
denktanks en traditionele lobbykantoren.
In juni 2014 stonden er 6 641 lobbyisten geregistreerd. Registratie is verplicht om een
toegangspas te krijgen tot het EP.
Het nieuwe register vervangt een register dat sinds 2008 exclusief door de Commissie
werd gebruikt alsmede de EP-lijst van belangengroepen. Commissie en EP zijn in overleg
over deelname van de Raad van Ministers in het nieuwe register.
Meer informatie en statistieken:
http://ec.europa.eu/transparencyregister/info/homePage.do?locale=nl#nl
Er zijn zo’n 900 journalisten geaccrediteerd voor alle EU-instellingen en circa 80 voor
alleen het Parlement.
Links
•
Meer informatie en cijfermateriaal: http://europa.eu/transparency-register/index_en.htm
20140331FAQ41132 - 15/28
Veel gestelde vragen
Parlement: Hoeveel bedraagt de begroting?
De begroting voor het Parlement voor 2014 bedraagt 1,756 miljard euro. Hiervan is 35%
bestemd voor personeelskosten, waarvan het grootste deel op gaat aan salarissen voor
de 6000 functionarissen die werkzaam zijn in het Secretariaat-Generaal en de politieke
groepen. Daarnaast worden hiermee vertolkingskosten, de kosten van externe vertaling
en dienstreizen van personeel betaald.
Het Parlement is een democratisch gekozen instelling die een belangrijke rol vervult bij de
totstandkoming van wetgeving die in alle lidstaten bindend is. Om deze reden werkt een
aanzienlijk deel van het permanente, tijdelijke en freelance personeel aan de vertaling en
vertolking van parlementaire handelingen. Dit stelt lidstaten en EU-burgers in staat
ontwikkelingen in het EP te volgen.
Ongeveer 27% van het budget van 2014 is gereserveerd voor de salarissen en
vergoedingen voor de Parlementsleden. Hiervan worden tevens reiskosten, kantoren en
het loon van persoonlijke assistenten betaald.
Uitgaven voor de gebouwen van het Parlement bedragen 11% van het budget voor 2014.
Hieronder vallen de huur van gebouwen, verbouwingen, onderhoud, beveiliging en
operationele kosten. Naast gebouwen in de drie belangrijkste plaatsen van
EP-werkzaamheden - Brussel, Straatsburg en Luxemburg - worden dergelijke kosten ook
gemaakt in de voorlichtingsbureaus in de 28 lidstaten.
Informatiebeleid en administratieve uitgaven zoals IT en telecommunicatie
vertegenwoordigen 21% van het budget. Activiteiten van politieke groepen bedragen 6%
van het budget.
20140331FAQ41132 - 16/28
Veel gestelde vragen
Parlementsleden: Hoeveel Parlementsleden zijn er?
Per 1 juli 2014 zijn er 751 Parlementsleden in het Europees Parlement, zoals vastgelegd
in het Verdrag van Lissabon.
Tot 1 juli 2014 waren er 766 Parlementsleden, ondanks dat er bij de laatste verkiezingen
in juni 2009 'maar' 736 Parlementsleden zijn gekozen, zoals vastgelegd in het Verdrag van
Nice. Per 1 december 2011 nam het aantal tijdelijk met 18 leden toe, nadat lidstaten
hierover overeenstemming bereikten. Op 1 juli 2013 kwamen er nog eens 12 zetels bij, als
gevolg van de toetreding van Kroatië.
Bij de Europese verkiezingen van 2014 verloren twaalf lidstaten allemaal één zetel. Geen
enkel land kreeg er een zetel bij. Deze vermindering van het aantal zetels was nodig om te
voldoen aan de limiet van 751 zetels die het Verdrag van Lissabon voorschrijft. Daarnaast
moest er ruimte gemaakt worden voor de nieuwe Europarlementsleden van Kroatië.
Twaalf lidstaten: Oostenrijk, België, Bulgarije, Kroatië, Tsjechië, Griekenland, Hongarije,
Ierland, Letland, Litouwen, Portugal en Roemenië, verloren allemaal een zetel bij de
volgende Europese verkiezingen. De overige drie zetels kwamen bij Duitsland vandaan.
Zij gingen van 99 naar 96 zetels. Dit is namelijk het maximale aantal zetels dat een land
volgens het verdrag van Lissabon mag hebben.
De verdeling van het aantal zetels moet worden herzien voor de verkiezingen in 2019. Het
Parlement zal voor het eind van 2016 een voorstel presenteren dat erop gericht is de
zetels op een "objectieve, eerlijke, duurzame en transparante manier" te verdelen. Daarbij
wordt rekening gehouden met mogelijke wijzigingen van het aantal lidstaten en
demografische trends.
Links
• Lijst met alle Parlementariërs: /meps/nl/full-list.html
• Tabel met zetelverdeling:
/sides/getDoc.do?pubRef=-//EP//TEXT+IM-PRESS+20130610IPR11414+0+DOC+XML+V0//NL
20140331FAQ41132 - 17/28
Veel gestelde vragen
Parlementsleden: Verificatie van de geloofsbrieven van de
Parlementsleden
De geloofsbrieven van nieuwgekozen leden worden geverifieerd om vast te stellen dat zij
er geen ambten op na houden die onverenigbaar zijn met het lidmaatschap van het
Europees Parlement. Onder “onverenigbare” ambten worden onder meer verstaan het
lidmaatschap van een regering of parlement van een EU-lidstaat, de Europese
Commissie, het Hof van Justitie, de Raad van Bestuur van de Europese Centrale Bank, de
Rekenkamer of de Europese Investeringsbank. Actieve functionarissen van
EU-instellingen of -organen die zijn gevestigd op grond van de EU-Verdragen ter
beheersing van de Gemeenschapsfondsen mogen eveneens geen zitting nemen in het
EP.
Na de verkiezingen vraagt de Voorzitter van het Europees Parlement de EU-lidstaten om
de namen te overleggen van diegenen die een zetel hebben gewonnen en om de nodige
maatregelen te treffen ter vermijding van onverenigbaarheid van ambten.
Voordat zij hun zetel innemen, moeten de nieuwe leden waarvan de verkiezing is kenbaar
gemaakt aan het Parlement, schriftelijk verklaren dat zijn geen enkel ambt bekleden dat
onverenigbaar is met dat van Parlementslid in de zin van artikel 7, lid 1 of lid 2 van de Akte
van 20 september 1976 betreffende de verkiezing van de leden van het Europees
Parlement door middel van rechtstreekse algemene verkiezingen. Deze verklaring moet
uiterlijk zes dagen voor de constituerende vergadering van het Parlement, d.w.z. 8 juli,
worden afgelegd.
De geloofsbrieven van de nieuwe leden worden gecontroleerd door de Commissie
juridische zaken van het Parlement, die een verslag opstelt op basis van de
kennisgevingen van de lidstaten, en worden geverifieerd door het Parlement, dat oordeelt
over de geldigheid van het mandaat van elk van de nieuwgekozen leden en over alle
geschillen als gevolg van de Akte van 20 september 1976, met uitzondering van die
geschillen die gebaseerd zijn op de nationale kieswetten.
Als wordt vastgesteld dat een Parlementslid een onverenigbaar ambt bekleedt, constateert
het Parlement dat de zetel vacant is.
20140331FAQ41132 - 18/28
Veel gestelde vragen
Parlementsleden: Parlementaire onschendbaarheid
Parlementaire onschendbaarheid is geen persoonlijk privilege van een parlementslid,
maar een garantie van de onafhankelijkheid en integriteit van het Europees als geheel.
Tegen de leden van het Europees Parlement kan geen opsporing plaatsvinden, noch
kunnen zij worden aangehouden of vervolgd op grond van de mening of de stem, die zij in
hun hoedanigheid van Europarlementslid hebben uitgebracht.
De onschendbaarheid van een Europarlementslid heeft twee delen:
•
op het grondgebied van zijn eigen lidstaat, de immuniteiten die zijn verleend aan
de leden van zijn nationale parlement,
•
op het grondgebied van elke andere lidstaat, vrijstelling van aanhouding en
gerechtelijke vervolging in welke vorm ook (zie Protocol (Nr. 7) betreffende de voorrechten
en immuniteiten van de Europese Unie, artikel 9).
Op de immuniteit kan geen beroep worden gedaan in geval van ontdekking op heterdaad.
Procedure voor de opheffing van de onschendbaarheid
Als de bevoegde nationale autoriteiten het Europees Parlement verzoeken de
onschendbaarheid van een Europarlementslid op te heffen, kondigt de voorzitter van het
Parlement in de plenaire vergadering aan dat het Parlement dit verzoek heeft ontvangen
en verwijst hij het verzoek naar de bevoegde commissie (in de lopende legislatuur is dat
de Commissie juridische zaken).
De commissie behandelt het verzoek vervolgens onmiddellijk. Zij kan de autoriteiten in
kwestie vragen elke informatie of uitleg te verstrekken die zij nodig acht. Het parlementslid
in kwestie krijgt de mogelijkheid te worden gehoord en kan documenten of ander
schriftelijk bewijst met betrekking tot de zaak indienen.
Achter gesloten deuren keurt de commissie een document goed met een aanbeveling aan
het Parlement als geheel om het verzoek in te willigen of te verwerpen, d.w.z. de
onschendbaarheid van het parlementslid in kwestie te verdedigen of op te heffen. Tijdens
de plenaire vergadering die volgt op het besluit van de commissie, neemt het Parlement
bij gewone meerderheid een besluit. Als de aanbeveling van de commissie wordt
verworpen, wordt het Parlement geacht een besluit te hebben goedgekeurd dat
tegengesteld is aan het standpunt van de commissie.
Na de stemming brengt het Parlement het betrokken lid en de betrokken autoriteiten in de
lidstaat in kwestie onmiddellijk op de hoogte van zijn besluit.
Behoudt een Europarlementslid zijn/haar zetel, zelfs als zijn/haar onschendbaarheid
is opgeheven?
Dat hangt ervan af. Het recht om te zetelen als Europarlementslid staat los van de
onschendbaarheid. Als de onschendbaarheid van een Europarlementslid wordt
opgeheven, is dit geen schuldigverklaring. Enige bedoeling is de nationale gerechtelijke
instanties in staat te stellen de zaak te behandelen. Europarlementsleden zijn verkozen
overeenkomstig de nationale kieswet, dus als een Europarlementslid schuldig wordt
bevinden aan een strafbaar feit, is het aan de autoriteiten van de lidstaat om het
Parlement in te lichten, als de persoon in kwestie zijn functie niet meer mag bekleden.
20140331FAQ41132 - 19/28
Veel gestelde vragen
Parlementsleden: Salarissen en pensioenen
Salarissen
Sinds er in juli 2009 een enkel statuut is ingevoerd voor alle leden, ontvangen deze
allemaal hetzelfde salaris.
Op grond van het statuut bedraagt het brutosalaris van een Parlementslid sinds mei 2014
€ 8 020,53 per maand. De salarissen worden betaald uit de begroting van het Parlement
en zijn onderhevig aan EU-belasting. Het nettosalaris komt uit op € 6 250,37 per maand.
De lidstaten kunnen op dit salaris ook nog nationale belasting heffen. Het basissalaris
komt overeen met 38,5% van het basissalaris van een rechter bij het Europees Hof van
Justitie. Parlementariërs hebben geen zeggenschap over hun eigen salaris.
Parlementsleden die voor de verkiezingen van 2009 reeds in het Parlement zaten, kregen
de mogelijkheid om voor de gehele duur van hun lidmaatschap van het Europees
Parlement het eerdere nationale systeem voor salarissen, overbruggingstoelagen en
pensioenen aan te houden.
Pensioenen
De leden hebben bij het bereiken van de 63-jarige leeftijd recht op ouderdomspensioen.
Het pensioen bedraagt 3,5% van het salaris voor elk volledig jaar dat het mandaat wordt
uitgeoefend, maar niet meer dan 70% in totaal. De kosten van deze pensioenen worden
betaald uit de begroting van het Europees Parlement.
Links
•
Meer informatie: /aboutparliament/en/0081ddfaa4/MEPs.html
20140331FAQ41132 - 20/28
Veel gestelde vragen
Parlementsleden: Overzicht van de vergoedingen
Bij veel van hun werkzaamheden zijn de Parlementsleden weg van huis. Daarom is er een
aantal vergoedingen om de daarmee samenhangende kosten te dekken.
Op 26 oktober 2011 hebben EP-leden besloten alle toelages te bevriezen voor 2012. In
februari 2012 is besloten dat de toelages tot het eind van deze parlementaire periode midden 2014 - niet verhoogd zullen worden.
Reiskosten
De meeste vergaderingen van het Europees Parlement, zoals de plenaire vergaderingen,
commissievergaderingen en fractievergaderingen, vinden plaats in Brussel of Straatsburg.
De leden krijgen de werkelijke kosten van hun reiskaartjes voor het bijwonen van deze
vergaderingen bij overlegging van de vervoersbewijzen vergoed tot een maximum van een
vliegticket business class, een treinkaartje eerste klas of € 0,50 per km voor het reizen
per auto. Verder zijn er vaste vergoedingen op basis van de afstand en de duur van de
reis om overige reiskosten te dekken (zoals autowegentol, kosten voor extra bagage of
reserveringskosten).
De leden kunnen tot € 4 243 per jaar vergoed krijgen voor overige reizen buiten hun eigen
lidstaat in verband met hun werk, en krijgen tot 24 heen- en terugreizen binnen hun eigen
lidstaat vergoed. Het systeem van voor 2009 van een forfaitaire reisvergoeding voor
reizen naar Brussel en Straatsburg is afgeschaft.
Dagvergoeding (ook wel “verblijfsvergoeding” genoemd)
Het Parlement betaalt een forfaitaire vergoeding van € 304 voor elke dag waarop een
Parlementslid aanwezig is voor officiële werkzaamheden. Hiervoor moet een presentielijst
worden ondertekend. De vergoeding is bedoeld voor hotelkosten, maaltijden en overige
kosten. Op dagen dat er een plenaire vergadering wordt gehouden, wordt deze toelage
gehalveerd als het Parlementslid bij meer dan de helft van de hoofdelijke stemmingen
afwezig was.
Voor vergaderingen buiten de EU geldt een vergoeding van € 152 (opnieuw op
voorwaarde van ondertekening van het register), waarbij hotelkosten afzonderlijk worden
vergoed.
Algemene kostenvergoeding
Deze forfaitaire vergoeding is bedoeld om uitgaven te dekken zoals de huur van een
kantoorruimte en administratiekosten, telefoon- en portokosten, computers en telefoons.
De vergoeding wordt gehalveerd wanneer een lid zonder geldige reden niet de helft van
het aantal plenaire vergaderingen in één parlementair jaar (september tot augustus)
bijwoont.
In 2013 bedraagt deze vergoeding € 4 299 per maand, (gelijk aan 2012).
Medische kosten
De leden hebben recht op vergoeding van twee derde van hun medische kosten. Behalve
het aandeel van de vergoeding zijn de gedetailleerde regels en procedures van dit
systeem gelijk aan die voor ambtenaren van de EU.
EP-leden: uittredingsvergoeding
Aan het eind van hun ambtstermijn hebben leden recht op een overbruggingstoelage, die
evenveel bedraagt als hun salaris. Ze krijgen deze toelage gedurende het aantal maanden
dat overeenstemt met het aantal jaar waarin ze deel uitmaakten van het EP. De toelage
wordt echter hooguit twee jaar uitbetaald. Bovendien wordt de toelage niet uitbetaald als
het betrokken lid zitting heeft in een ander parlement of een openbaar ambt opneemt.
Indien het lid ook recht heeft op een ouderdoms- of invaliditeitspensioen, dient hij/zij een
keuze te maken: beide toelagen ontvangen kan niet.
Overige rechten
Het Parlement biedt zijn leden een uitgeruste kantoorruimte in zowel Brussel als
Straatsburg. De leden kunnen op kantoordagen in beide steden gebruikmaken van de
20140331FAQ41132 - 21/28
Veel gestelde vragen
officiële voertuigen van het Parlement.
Links
•
Meer informatie: /aboutparliament/en/0081ddfaa4/MEPs.html
20140331FAQ41132 - 22/28
Veel gestelde vragen
Parlementsleden: Personeelsregelingen van parlementaire
medewerkers
De leden kunnen binnen een door het Parlement bepaald begroting hun eigen personeel
kiezen. Geaccrediteerde medewerkers, gevestigd te Brussel (of Luxemburg/Straatsburg)
vallen onder het directe beheer van de parlementaire administratie. Hiervoor gelden
dezelfde arbeidsvoorwaarden als voor niet-vast personeel van de EU. Medewerkers die
zijn gevestigd in de lidstaat van het Parlementslid worden bediend door erkende
betalingsagenten, onder garantie van passende fiscale en socialezekerheidsregelingen.
In 2014 bedraagt het maximale maandelijkse bedrag dat beschikbaar is voor de
desbetreffende kosten €21.379 per Parlementslid. Dit geld wordt niet aan de leden zelf
uitgekeerd.
Maximaal een kwart van dit budget kan worden aangewend voor diensten van door het
Parlementslid gekozen dienstverleners, zoals het laten uitvoeren van een
deskundigenonderzoek over een bepaald onderwerp.
Over het algemeen kunnen de leden geen familieleden in hun personeel opnemen, al
geldt er wel een overgangsperiode voor die medewerkers die reeds in de voorgaande
parlementaire zittingsperiode werkzaam waren.
Links
• Lijst met assistenten:
/meps/en/assistants.html;jsessionid=C224D5A11972C6FCB92B0AD6967F77D6.node1
20140331FAQ41132 - 23/28
Veel gestelde vragen
Parlementsleden: Indeling van de zitplaatsen in de grote
vergaderzaal
De besluitvorming ten aanzien van hoe de zetels in de vergaderzaal worden toegewezen
aan de fracties, niet-ingeschrevenen en vertegenwoordigers van EU-instellingen, ligt bij de
Conferentie van voorzitters van fracties.
20140331FAQ41132 - 24/28
Veel gestelde vragen
•Bezoekers:
Website met praktische
informatie: /visiting/nl/homepage.html
Bezoekersgroepen
Het EP verwelkomt in Straatsburg en Brussel jaarlijks meer dan 300.000 bezoekers vanuit
de Europese Unie en daarbuiten. Deze bezoekers maken samen deel uit van ongeveer
7000 groepen, waarvan de meerderheid wordt uitgenodigd door leden van het Europees
Parlement. Zij kunnen een vergoeding krijgen van het Parlement voor de kosten die zij
maken voor de reis en de maaltijden.
Waarom worden er subsidies verstrekt?
Voor het Europees Parlement is transparantie van groot belang bij het uitoefenen van haar
democratische recht binnen de Europese Unie. Mensen moeten daarom gemakkelijk
toegang kunnen krijgen tot de werkzaamheden en de gebouwen van het EP. Vele
Europese burgers laten zich door de kosten van een reis naar Brussel en Straatsburg
tegenhouden het Parlement te bezoeken. Er zou echter geen onderscheid mogen bestaan
tussen burgers die ver of dicht bij de zetels van het Europees Parlement wonen. Om deze
reden wil het Europees Parlement bijdragen aan de kosten die worden gemaakt voor een
bezoek.
Hoe worden subsidies betaald?
Groepen gefinancierd door Europarlementariërs
Iedere lid van het Europees Parlement mag 110 bezoekers per jaar financieren, in
groepen van minimaal 10 personen. Leden mogen tot 5 groepen per jaar uitnodigen in
Straatsburg of Brussel.
Bezoekers worden ontvangen door een voorlichtingsmedewerker die wat vertelt over de
Europese Unie en het Europees Parlement. Ze ontmoeten één of twee leden van het
Parlement en kunnen de Kamer op de publieke tribune bezoeken.
De aanvragen en subsidies voor een bezoek worden behandeld door het personeel van
het Europees Parlement. De tegemoetkoming in de kosten wordt ofwel via de bank ofwel
contant betaald op vertoon van het paspoort van de groepsleider en de deelnemerslijst.
De bijdrage voor de reiskosten is gebaseerd op een bedrag per kilometer voor de afstand
tussen het vertrekpunt van de groep en Brussel of Straatsburg. Het bedraagt € 0,09 per
kilometer per bezoeker. Daarbij is er een vergoeding voor de kosten van maaltijden van €
40 per bezoeker. Onder bepaalde voorwaarden -als een groep meer dan 200 km moet
reizen en overnacht in Brussel of Straatsburg- kan een bedrag van € 60 per bezoeker
worden betaald om tegemoet te komen in de hotelkosten.
Groepen
Sommigegroepen die worden uitgenodigd door het Directoraat-generaal Communicatie,
krijgen een vergoeding voor de reiskosten van 50% van wat de door Europarlementariers
gefinancierde groepen per persoon krijgen.
Het gaat hierbij vooral om groepen bestaande uit opinieleiders, zoals Kamerleden,
vertegenwoordigers van belangengroepen of van nationale of regionale organisaties,
docenten, scholieren en studenten.
Groepen die onafhankelijk een bezoek aanvragen - Individuele bezoekers
Onafhankelijke groepen kunnen zich eveneens aanmelden bij de Afdeling bezoeken en
studiedagen voor een bezoek. Ook zij zullen worden ontvangen door een
voorlichtingsmedewerker, die iets vertelt over het werk en de rol van het Europees
Parlement, en ze krijgen de gelegenheid Europarlementariërs ontmoeten. Voor dergelijke
bezoeken is geen subsidie beschikbaar.
Individuele bezoekers, die, op een individuele basis, zonder uitnodiging, de gebouwen van
het Europees Parlement willen bezoeken, krijgen een korte rondleiding met een
multimediagids om de tribune van de vergaderkamer van het Europees Parlement in
Brussel te bezoeken. Dit kan op afgesproken tijden en op specifieke dagen, buiten de
dagen waarop het Parlement in Straatsburg is. Voor dergelijke bezoeken is geen subsidie
beschikbaar.
Links
20140331FAQ41132 - 25/28
Veel gestelde vragen
20140331FAQ41132 - 26/28
Veel gestelde vragen
Bezoekers: Parlamentarium
The European Parliament opened a new Visitors' Centre - the Parlamentarium - in October
2011. The Parlamentarium is the largest parliamentary visitors' centre in Europe and the
first to be fully operational in 24 languages. It uses many interactive multimedia tools to
give citizens an insight into the European Parliament and other EU institutions. Visitors
enter the heart of the European Parliament, to see how the political decisions that
influence our daily lives are made. The Parlamentarium works in 24 languages and can
provide sign language in four (EN, FR, NL, and DE).
It is open to all citizens seven days a week without an entrance pass and free of charge. In
its first year it received over 270,000 visitors, in the second around 350.000 visitors.
Interviews and guest book entries show that most visitors found it a positive experience
and that it is one of the 10 most visited sights in Brussels.
The Parlamentarium also hosts a popular role-play game for secondary school students,
modelled on the workings of the European Parliament, in which they play the part of an
MEP negotiating legislation that will affect the day-to-day lives of people living in Europe.
Booking is required via [email protected] or via the Parlamentarium
web site.
By July 2013, the Parlamentarium had won more than ten awards: for example the 2012
special tourism prize awarded by the Brussels tourism agency VisitBrussels the Austrian
Innovation Award, the Sinus Award, the Art Directors' Club Germany Award and the
Award Art Directors' Club Europe Award in the "Environmental Design" category.
Links
•
Website Parlamentarium: /visiting/nl/parlamentarium
20140331FAQ41132 - 27/28
Veel gestelde vragen
Bezoekers: Huis van de Europese geschiedenis
Het Europees Parlement werkt aan de oprichting van het Huis van de Europese
geschiedenis in Brussel. Hier zullen bezoekers de kans krijgen om de Europese
geschiedenis beter te leren kennen en kritisch na te denken over de betekenis van deze
geschiedenis voor ons vandaag.
In de permanente tentoonstelling zal vanuit een breed historisch perspectief en met
aandacht voor de uiteenlopende ervaringen van Europeanen in de loop van de
geschiedenis voornamelijk worden ingezoomd op de Europese geschiedenis van de
twintigste eeuw en de geschiedenis van Europese integratie.
Het Huis van de Europese geschiedenis zal te vinden zijn in het Eastman-gebouw, dat
sinds eind 2012 gerenoveerd wordt. De opening staat gepland voor het najaar van 2015.
De geraamde kosten voor de ontwikkelingsfase 2011-2015 bedragen 31 miljoen euro voor
de renovatie en uitbreiding van het gebouw, 21,4 miljoen euro voor de permanente en de
eerste tijdelijke tentoonstellingen (15,4 miljoen voor de inrichting van tentoonstellings- en
andere ruimten, 6 miljoen euro voor meertaligheid) en 3,75 miljoen euro voor het
uitbouwen van de collectie.
Links
•
Website van het Huis van de Europese geschiedenis: /visiting/nl/visits/historyhouse.html
20140331FAQ41132 - 28/28