Bulletin 3 - 2014 (550 kb) - AC-HOP

Scan deze QR-code
en surf naar
www.ac-hop.nl
• Lees in dit bulletin alles over de
Algemene Vergadering van 2014!
• Interview met Paul Bodelier!
Nr. 3 • 2014
AC-HOP, de belangenorganisatie voor medewerkers
bij Universiteiten, Onderzoekinstellingen en
Universitair Medische Centra
INHOUD
Column
pagina 3
I am not Dutch, why I should be a member of AC-HOP?
pagina 4
‘Oud gereedschap’ pagina 4
Openingsrede AV-2014(verkorte versie)
pagina 5
AC-HOP Stabiel!
pagina 6
Interview met Paul Bodelier Werkzaam als microbieel-ecoloog bij het KNAW-instituut NIOO te Wageningen
pagina 9
Individuele Belangenbehartiging
pagina 11
Het bestuur van
de AC-HOP wenst u
een heerlijke zomer!
2
COLUMN
“Liefde voor de democratie, is liefde voor gelijkheid”,
of: Hoe de VVD een bom legt onder het nieuw te vormen
belastingstelsel
Het eerste gedeelte van de titel van mijn column, stamt uit het beroemde werk van de Franse politieken sociaal filosoof Charles de Montesquieu (1689-1755), in zijn boek “L’esprit des lois” (“De geest der
wetten”) uit 1748, dat de grondslag legde voor de moderne democratie, in het tijdperk van de Verlichting.
Meer dan tweeënhalve eeuw later blijkt dat deze beschouwing, ‘gelijkheid als voorwaarde voor democratie’, nog niets aan actualiteit heeft ingeboet. De Montesquieu’s argumentatie in bovenvermeld boek
was dat “overmatige rijkdom en onrechtvaardigde ongelijkheid, een democratie kapot kunnen maken”.
Hij pleitte voor het ‘gladstrijken’ van ongelijkheden door het opleggen van lasten aan de rijken en het
bieden van verlichting aan de minder draagkrachtigen.
De staat was - naar de visie van De Montesquieu - verantwoordelijk voor een herverdelende rol om uitdijende individuele vermogens af te
romen. Soortgelijke bevindingen zijn ook traceerbaar in de verkennende studie van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid
(WRR), welke begin juni 2014 verscheen onder de titel:
“Hoe ongelijk is Nederland?”. Een auteur van dit rapport, hoogleraar sociologie aan de Universiteit van Amsterdam Herman G. van de
Werfhorst (1972-), geeft te kennen dat het vertrouwen in de democratische instituties wordt ondergraaft door de ‘hogere statusgroepen’.
Vermogende mensen hebben, volgens Van de Werfhorst, het meeste te verliezen. Zij hebben in de laatste economische crisis ‘de dans
ontsprongen’ óf zijn er zelfs op vooruit gegaan. Toch staan zíj steeds wantrouwender tegenover de democratie en haar instituties.
Dit rapport van de WRR bevestigt de bevindingen van de Franse econoom Thomas Piketty (1971-) in zijn (nu al) geruchtmakende boek “Le
capital au XXIe siécle” (“Capital in the twenty-first century”, helaas nog niet vertaald in het Nederlands) uit 2013. Piketty concludeert
dat ‘vermogen’ bepalender is voor individueel-economisch succes dan ‘inkomen-uit-arbeid’. De ideeën van Piketty zijn speelbal geworden
in de strijd die ontstaat in Nederland over de komende herziening van ons belastingstelsel, waar ‘links tegenover rechts’ komt te staan
(en waarop het huidige kabinet van VVD en PvdA wel eens zou kunnen ‘stuklopen’).
Belastingheffing is tenslotte ‘zwaar belast’ met ideologie. Zo wil VVD-fractievoorzitter der Tweede Kamer, Halbe Zijlstra, vooral een ‘vereenvoudiging’ (i.c. bezuiniging) op het gebied van huur-, zorg- en kinderopvangtoelagen (citaat Zijlstra: “onzinnig rondpompen van
geld”) maar de PvdA wil het belastingstelsel vereenvoudigen door de individuele (geërfde) vermogens zwaarder te gaan belasten maar
daarentegen loon-uit-arbeid juist minder (i.c. lagere loonkostenheffing). PvdA-fractievoorzitter Tweede Kamer, Diederik Samson, noemde
het voorstel van Zijlstra derhalve ‘van een ongelooflijke lompheid’.
Het zal u bekend zijn dat in de VVD-partij en bij haar electoraat, het begrip ‘vrijheid’ altijd véél zwaarder heeft gewogen dan de begrippen
‘gelijkheid’ en ‘broederschap’ maar dat Zijlstra direct de komende onderhandelingen omtrent een nieuw belastingstelsel ondermijnt, wordt
door vele ‘Binnenhof-watchers’ als uiterst negatief ervaren.
In het verlengde hiervan, kan gemeld worden dat de werkgeversverenigingen VSNU en WVOI een bom leggen onder een goed gevolg van
de slepende cao-onderhandelingen voor respectievelijk universitair- en onderzoekinstellingspersoneel. Er valt - tot op heden - met de
delegaties van de werkgeversverenigingen niet te praten over een cao die het lager- en middeninkomenspersoneel voorziet van minstens
een compensatie van koopkrachtverlies, ontstaan door alle (premie)verhogingen die het kabinet sinds haar aantreden heeft doorgevoerd
(denk aan: eigen risico/eigen bijdrage in geval van ziektekosten).
Een cao wordt niet ‘kostbaar’ door circa 2% verhoging te verstrekken op de maximumsalarissen van personeel in de schalen 1 tot en met
10. Een cao zou betaalbaar blijven door de ‘politieke wil’ te ontplooien om het percentage salarisverhoging eens niet door te voeren voor
het (reeds) bemiddelde personeel in de schalen 14 tot en met 18!
Prettige (sport)zomer toegewenst, namens bestuur AC-HOP,
Ger Ruigrok,
voorzitter
Misschien toch nog een zomerse leestip?!
Een prachtig boek over de geschiedenis van de Baltische landen (Estland, Letland en Litouwen), aan de hand van allerlei lotgevallen van bekende en minder bekende landspersonen, onder de titel: “Baltische zielen”, door publicist Jan Brokken (1949-) én
een hilarisch reisboek door het huidige Rusland, waarbij de ‘gangen’ van literator Anton Tsjechov (1860-1904) worden gevolgd
door slavist en NRC-redacteur Michel Krielaars (1961-): “Het brilletje van Tsjechov”.
3
I am not Dutch,
why I should be a member
of AC-HOP?
by Fred Veer
Voor de ‘Nederlandse lezers’: normaal is
mijn artikel in het Nederlands gesteld,
echter deze keer is het gericht op onze
buitenlandse collega’s. Als je ‘klaar’ bent
met het bulletin, geef met name dit artikel
gerust aan een niet-Nederlandse collega.
The first reason is because you are not Dutch.
All rules are in Dutch and assuming the Human Resources (HR)-department is there to
help you, is a dangerous assumption. One of
the first cases I took on dealt with a Russian
citizen working at the TU Delft on a ‘two year
contract’. When his contract expired, the Human Resources-department told him he had
no right to unemployment benefits and had
to leave the Netherlands in a month. This
despite the fact that his wife was working
in the Netherlands and because of his wife
employment status, he had right to continue
living here. The HR-consultant did not want
to listen. Finally I had to take the problem
to a higher level by directly putting the
problem to the head of the HR-department.
This resulted in a telephone call to me one
day later from this head. Within 24 hours, the
application for the unemployment benefits
had been arranged.
In the past 10 years, I have dealt with five
non-Dutch nationals with problems with their
university. In four cases the problem could
be solved quickly, by simply pointing out the
rules to the HR-staff and demanding correct
implementation of the rules. For these four
cases, it is questionable if a Dutch person
would have been handled in the same way.
Also statistically non-Dutch people have
more problems than Dutch ones.
The AC-HOP bureau contains people who
Fred Veer, individueel belangenbehartiger
van de AC-HOP are expert in the regulations and who speak
English at C1 or C2 level. So, basically, being
a member of AC-HOP is good insurance for a
problem that might happen at any moment.
As the AC-HOP membership costs are taxdeductible and can be put into the University
IKA-system, the cost comes to some 60 euro
a year. A Dutch lawyer charges 250 euro an
hour to look at a problem. A simple case
usually takes four hours at a minimum. Do
the math and join AC-HOP.
dr.ir. Fred Veer,
member management AC-HOP,
trade union for employees at Dutch universities, research institutes and university
hospitals
‘Oud gereedschap’
door: Fred Veer,
kaderlid Individuele Belangenbehartiging (IB)
Als kind leerde ik van mijn grootvader - die
drukmachines repareerde - het belang en
respect voor gereedschap. Ik bezit een vrij
volledige set gereedschap, waarmee ik bijna
‘alles’ kan doen. Ik ga met dit gereedschap
zorgvuldig om en vervang een artikel alleen
als het kapot is en bovendien niet gerepareerd kan worden. Oók in mijn werkomgeving (TU Delft) is dit een normale attitude.
Gereedschap is belangrijk en is datgene wat
ons onderscheidt van de dieren: ‘Man is a
tool using animal’.
Toen mijn oudste zoon een spreekbeurt moest
houden in groep 8, vroeg hij of ik een onderwerp wist te bedenken. Ik vertelde hem dat
‘de hamer’ een ideaal onderwerp was omdat
het de ‘kern van de techniek’ is. Het werd een
fantastische spreekbeurt; ook door de hulp
mijn assistent, die mijn zoon een ‘cursus
hameren’ had gegeven met behulp van de
grote voorraad hamers die ik van de TU had
4
geleend. Vaak zie ik mensen die geen respect voor gereedschap hebben. Gereedschap
misbruiken, overbodig weggooien, om niets
vervangen etcetera. Vaak weet men amper
hoe ze het betreffende gereedschap moeten
gebruiken. Het is tragikomisch om er naar
te kijken.
Tegenwoordig zie ik hetzelfde disrespect
ten opzichtige van oudere medewerkers.
Een ‘nieuwe medewerker’ zou productiever
zijn dus ‘de oude’ moet als oud gereedschap worden afgedankt (i.c. ontslagen).
De oudere medewerker ‘vervult de functie
niet meer goed’. Er is dus ‘een beter passend
gereedschap’ nodig. De medewerker heeft
een ‘aandoening’ of is ziek en derhalve dient
het ‘beschadigd gereedschap’ te worden vervangen door ‘glimmend nieuw gereedschap’.
Afgezien van het feit dat dit gewoon excuses
zijn ten aanzien van onwil om te scholen (i.c.
investeren in medewerkers), de werkplek en
werkomgeving adequaat in te richten voor
(senior-)medewerkers óf daadwerkelijke leeftijdsdiscriminatie: dit is feitelijk een enorm
disrespect!!!
De medewerker wordt steeds minder ‘als mens’
behandeld maar als een ‘werkverrichtingsinstrument’ voor managers. Het gaat niet meer
om de mens; de mens is het gereedschap voor
de manager, die zelf amper weet hoe hij het
betreffende zou moeten doen.
Een vakman heeft respect voor zijn gereedschap. Een werkleider heeft respect voor
de mensen die voor hem werken. Voor de
manager is ‘de mens’ slecht een vervangbaar
stuk gereedschap dat gevoelloos kan worden
weggegooid. Ik ben blij dat bij AC-HOP de
leden ‘nog mensen zijn’ en de kaderleden hen
derhalve mogen helpen.
OPENINGSREDE AV-2014
(verkorte versie)
Het verenigingsjaar-2013 nam aanvang
voor ons met een ledenraadpleging over het
onderhandelaarsakkoord cao-Universiteiten
2011-2013, welke met terugwerkende kracht
in december 2012 werd overeengekomen tussen werkgeversvereniging VSNU en de onderhandelaars van de vier vakbonden. De cao had
dus een terugwerkende looptijd van drie jaar,
waarin de 52.000 universitaire personeelsleden in 2013 twee keer een 1%-structurele
loonsverhoging ontvingen (welke doorloopt in
hun pensioenen). Hier stond echter tegenover
als verslechtering dat alle zogenaamde ‘leeftijdsarrangementen’ (zoals seniorenregeling,
leeftijdsdagen en 60-plusregeling) versneld
werden opgeheven of afgebouwd. Tevens werd
de Bovenwettelijke Wachtgelduitkering voor
universitair personeel bij ontslag (de BWNU),
per 1 januari 2014 versoberd. Dit zal met
name de ontslaggevallen treffen die in het
huidige jaar plus in de toekomst door de vele
reorganisaties welke zich voltrekken óf gaan
voltrekken bij de 14 universiteiten alsmede
bij de volgers van de cao-NU, bijvoorbeeld
de KNAW. Het onderhandelaarsakkoord werd
door deze verslechteringen op secundair
arbeidsvoorwaardelijk gebied derhalve met
‘neutraal advies’ door de vakbonden aan
hun leden voorgelegd bij de gememoreerde
ledenraadpleging in februari 2013.
Niettegenstaande de zojuist opgesomde
aanzienlijke minpunten, werd door de vakbondsleden bij meerderheid ingestemd met
het voorliggende onderhandelaarsakkoord.
Dit kwam natuurlijk in het bijzonder doordat
de woedende economische crisis, de meeste
Nederlanders verlangend had gemaakt naar
verhoging van hun primaire arbeidsvoorwaarden, salarisverhoging dus!!!
De belangrijkste afspraak die in het onderhandelaarsakkoord is opgenomen, is een verplichting van de werkgevers omtrent ‘intensivering
en verdere professionalisering in de van
werk-naar-werkbegeleidingstrajecten’. Deze
‘harde eis’ van de vakbondsonderhandelaars, is
bedoeld om de boventallige-/niet-plaatsbare
personeelsleden, die bij reorganisaties van
universitaire onderdelen tussen ‘wal en
schip’ dreigen te vallen, een zekere garantie
te verstrekken dat werkgevers verplicht worden inspanningen te verrichten niet op een
eenvoudige manier van met name oudere
personeelsleden ‘af te komen’. Daardoor zijn
er ook zogenaamde ‘ontwikkelingsdagen’ in de
cao-NU opgenomen, zodat het personeel zich
kan her- of bijscholen op werkgevers’ kosten.
Ten behoeve van het personeel bij de twee
Van links naar rechts. Ans Matze- van der Lans, Peter Bloemendaal, Tjeerd Janssen en Marc Fluttert.
Onderzoekinstellingen (de Koninklijke Bibliotheek en werkgever-NWO), met in totaliteit
2650 personeelsleden, lukten het de vier
vakbondsonderhandelaars namens AC/FBZ
(waarbinnen AC-HOP ressorteert), AbvaKabo
FNV, CNV Publieke Zaak en VAWO/CMHF tijdens
het voorjaar 2013 niet om een nieuwe cao
overeen te komen met de betreffende werkgeversvereniging WVOI. Breekpunten waren
de salariseisen van de vakbonden, alsmede
de consequenties ten laste van het personeel
met betrekking tot invoer van de ‘Werkkostenregeling’ (welke verplichting door het kabinet
echter voorlopig werd doorgeschoven naar 1
januari 2015). Gevolg was dat de WVOI en
de vakbondsonderhandelaars, de vigerende
cao-OI 2010-2012 met één jaar ongewijzigd
verlengden. Zodoende zat er dus géén salarispluspunt in voor het personeel werkzaam bij
NWO of de KB over 2013. Personeel werkzaam
bij de derde onderzoekinstelling in Nederland,
de KNAW, is sinds 2005 ‘volger’ van de caoNederlandse Universiteiten.
Aan het begin van de zomer, op 5 juli 2013,
werd bekend gemaakt dat er een onderhandelaarsakkoord was overeengekomen
tussen de werkgeversvereniging van de acht
academische ziekenhuizen, de NFU, en de
vakbondsonderhandelaars namens de vier
vakbonden. Het betreft een cao over de jaren
2013-2015 en lopende tot 1 april 2015. Voor
de 65.000 werknemers bij deze 8 universitair
medische centra, was dit een gunstig uitpakkend akkoord. Onderhandelaars namens AC/
FBZ, de juristen Brigitte Sprokholt en Maaike
Langerak, wisten met hun kompanen van
de andere drie vakbonden in dit overleg het
volgende te bereiken op salarisgebied:
2x een salarisverhoging (doorwerkend in
hun pensioenen) van 1% en 2x een bruto
(niet-pensioengevende) uitkering van respectievelijk 300,- en 200,- euro. Op secundair
arbeidsvoorwaardelijk niveau hoefde er door
het personeel niet veel te worden ‘ingeleverd’.
Gevolg was dat de achterban van de vakbonden, tijdens de ledenraadpleging in augustus
2013, het onderhandelaarsakkoord cao-UMC
2013-2015 fiatteerden.
Boven de markt voor het personeel werkzaam bij de academische ziekenhuizen in
Nederland, hangt nog steeds het langlopende
proces omtrent de overgang van hun huidige
pensioenfonds ABP naar opbouw van hun
pensioenen bij het pensioenfonds PFZW. In
dit proces zijn echter in 2013 opnieuw bestuurlijke problemen zich gaan openbaren.
Het bondsbestuur van AC-HOP is benieuwd
op welk moment zich deze overheveling dus
gaat voltrekken.
Ondanks de thans licht aantrekkende economie, verwacht het UWV dat in 2014 toch
nog ca. 66.000 banen verdwijnen. Volgens
geactualiseerde prognoses treedt het banenverlies, net als in 2013, vooral op in de
publieke sectoren. Het UWV verwacht dat ook
in de sector Zorg en Welzijn de werkgelegenheid gaat afnemen. Dit was in 2013 nog niet
het geval.
Met uitzondering van het zuivere onderwijsveld (basis- en voorgezet onderwijs,
buitengewoon onderwijs en middelbaar- en
hoger beroepsonderwijs), waar in totaliteit
het aantal banen op peil blijft, neemt de
werkgelegenheid in het gehele collectieve
domein af. Zo verdwijnen ca. 13.000 banen in
5
het openbaar bestuur door bezuinigingen en
door het kabinetsstreven naar een compacte
overheid. Dit laatste banenverlies vindt vooral
plaats bij de ministeries én de ministeriële
buitendiensten. In de ouderenzorg, de thuiszorg en de kinderopvang, zullen ca. 21.000
banen (=1,5% van het totaal) verdwijnen,
doordat de zorgaanbieders hun zorgaanbod
verminderen en daarmee hun formatie navenant zullen verminderen (met name door
het kabinetsbeleid om het zojuist genoemde
zorgaanbod neer te leggen bij de gemeenten
in Nederland). Door teruglopende werkgelegenheid, zullen dit jaar ca. 678.000 mensen
een WW-uitkering moeten aanvragen. Deze
cijfers zijn gebaseerd op de meest recente
macro-economische getallen van het Centraal
Planbureau.
Terug naar onze vereniging. Het aantal Individuele Belangenbehartigingsgevallen neemt
ieder jaar toe. Dit geeft het bondsbestuur
vanzelfsprekend enige benauwdheid. Kaderlid
IB Fred Veer en landelijk vakbondsconsulent
Marty Smits hebben er maar druk mee én Leo
Gerrése coördineert deze IB-zaken met Fred en
Marty in hun ‘zenuwcentrum’ in Delft.
Het InstellingsOverleg, waar kaderleden van
AC-HOP, die zitting hebben in ondernemings-
raden en/of organen van Lokaal Overleg, bij
elkaar komen om gezamenlijke agendapunten
te bespreken én informatie verstrekt krijgen
door de vakbondsjuristen van Bureau AC/FBZ,
wordt 1x per kwartaal prima voorbereid en
voorgezeten door Hans Bartels. Het afgelopen
jaar zagen we gelukkig ook weer een klein
aantal nieuwe gezichten tijdens het InstellingsOverleg.
Het bondsbestuur kwam 6 ochtenden hier
in Vredenburg Zalencomplex bij elkaar. Als
bondsbestuur willen wij de contributie van
onze vereniging bewust zo laag mogelijk
houden. In ieder geval het laagst van de vier
vakbonden in onze drie sectoren. Gevolg hiervan is dat wij als bestuur constant zoekende
zijn waar wij kosten kunnen besparen.
gegeven is. Het afgelopen jaar hebben we
(zoals u in deze vergaderstukken hebt kunnen
lezen) weliswaar een kleine nettowinst qua
ledenaanwas kunnen bewerkstelligen.
Het Bulletin, wat wij 5x per jaar laten uitkomen, wordt nog altijd gewaardeerd, zowel
qua vormgeving als qua inhoud. Kaderlid Fred
Veer gaat onder andere met lid Anton Hulst,
zich bezig houden met het meer interactief
maken en actualiseren van onze website. Fred
zal de hulp gaan inschakelen van informaticastudenten bij de Technische Universiteit
Delft. Een website moet ook om de vijf jaar
‘op de schop’.
Ger Ruigrok,
11 april 2014
U begrijpt, wij zitten niet stil en daarom gaat
het middagprogramma van deze AV onder andere over het gebruik van ‘sociale media’ ten
behoeve van onze informatieverstrekking aan
onze leden maar ook het ten dienste maken
van sociale media bij ledenwerving onder
onze jongere collega’s. Want dat AC-HOP
(net al de andere vakbonden in Nederland)
qua populatie ‘vergrijst’ mag u duidelijk zijn,
alsook dat dit voor de toekomst géén goed
AC-HOP Stabiel!
In dit artikel blikken we terug op 2013: ‘FNV bonden bereiden fusie voor tot één FNV’. ‘CNV samen met De Unie?’
Vakbondsland is volop in beweging. Hoe deed de AC-HOP het in 2013?
Het gaat niet goed in vakbondsland. Vakbonden vergrijzen, ledenaantallen dalen en
steeds meer werkgevers vinden dat hun huidige ‘sociale partners’ niet (zo) representatief
meer is. Het antwoord van de vakbeweging
daarop: stevige looneisen stellen om nut en
noodzaak van het lidmaatschap aan te tonen
en mensen te verleiden in te stappen. Voor
FNV is 3% salarisgroei voor alle sectoren de
ondergrens. Resultaat: begin 2014 is nog maar
een klein deel van de cao’s over 2013-2014
afgesloten. Veel overleggen liggen stil en op
plekken waar medewerkers verleid kunnen
worden tot acties wordt er actie gevoerd.
Bijvoorbeeld bij de schoonmaak. Baat dat
de vakbeweging? De toekomst zal het leren.
Actievoerende vakbonden zullen ongetwijfeld
oorlogswinst overhouden, maar het is de
vraag of het aantal leden dat uiteindelijk lid
blijft opweegt tegen de enorme kosten van
het voeren van acties. Deze opstelling leidt
daarnaast tot veel reputatieschade. Vraag je
een collega waaraan hij denkt als je het woord
‘vakbond’ noemt, dan zegt hij waarschijnlijk:
strakke T-shirts, petjes en acties. Die reputatie
straalt af op alle vakbonden in Nederland. Veel
mensen willen daar niet bij horen.
6
Een andere trend die je in vakbondsland ziet
is samenwerken en fuseren. Onderstaande
citaten laten aan duidelijkheid niets te
wensen over:
‘De vakbeweging was een bepalende machtsfactor in een groot aantal belangrijke bedrijven en
sectoren. We hadden invloed op het overheidsbeleid. Er kwamen regelingen voor arbeidstijd,
minimumloon, kinderopvang, sociale vangnetten en arbeidsomstandigheden. Publieke voorzieningen staan echter onder druk en overal
wordt bezuinigd. Ons ledental daalt en onze
organisatiegraad is in veel bedrijven niet op
peil’. Aldus de begintekst van een congresnota
van onze collega’s van de FNV.
Ger Ruigrok (voorzitter) en Leo Gérrese (penningmeester)
‘Vandaag zetten CNV en de Unie een belangrijke
stap voorwaarts. Enige maanden geleden werd
al gemeld dat de Unie en CNV met elkaar in
gesprek waren over verregaande samenwerking.
Nu kunnen wij melden dat wij een volgende
stap zetten en wel door de intentie uit te
spreken om te onderzoeken of we een nieuwe
federatie tot stand kunnen brengen tussen
CNV en De Unie. De vakbeweging in Nederland
is de laatste jaren heftig in beweging. Zoals
vele organisaties met een lang verleden en
vele maatschappelijke instituten, is ook de
vakbeweging op zoek naar vormen en diensten die aansluiten bij de maatschappelijke
veranderingen die zich voltrekken. Dat is een
spannend proces en daar zijn we regelmatig
getuige van.’ Aldus een persbericht van onze
collega’s van het CNV en De Unie.
Samenwerkingsverbanden die tot voor kort
ondenkbaar waren worden nu gerealiseerd.
Reden: krachten bundelen en minder kosten
maken. Voelt het lid zich thuis bij zo’n kolos?
Waarschijnlijk steeds minder. Hoe groter de
vakorganisatie, hoe minder aandacht en betrokkenheid er kan zijn met jouw werkveld.
Talloze voorbeelden uit de historie bewijzen
dat fusies zelden leiden tot de gewenste
resultaten. Maar kennelijk is de nood hoog.
Hoe deed de AC-HOP het in 2013?
In relatie met de andere Nederlandse vakbonden is de AC-HOP een baken van stabiliteit. Al
tientallen jaren behartigt de AC-HOP de belangen van medewerkers van Universiteiten, Onderzoekinstellingen en Universitair Medische
Centra (UMC’s). Als vereniging zijn wij een
trouwe partner van onze categorale zusterbonden, verenigd in het Ambtenarencentrum
en De Federatie van Beroeporganisaties in de
Zorg (FBZ). Samen met hen behartigen wij
via deze koepelverenigingen de collectieve
belangen van onze leden. AC-HOP is daardoor
partij bij de cao’s voor de medewerkers van
de Nederlandse Universiteiten, de Onderzoek
instellingen en de UMC’s. De lijnen zijn kort,
via cao-platforms kunnen onze leden direct
contact hebben met onze onderhandelaars.
Sinds jaar en dag is de individuele belangenbehartiging het paradepaardje van de
AC-HOP. In samenwerking met de juristen van
Copgroep arbeidsverhoudingen & arbeidsrecht
staat ons team individuele belangenbehartigers op de bres voor jou indien je onverhoopt
te maken krijgt met ‘gedoe’ op het werk. Dat
kan van alles zijn: een beoordeling waar je
het niet mee eens bent, een verschil van
mening over je arbeidsvoorwaarden, of het
verliezen van je werk of deel van je inkomen
als gevolg van arbeidsongeschiktheid. Het
is maar een greep van de zaken die bij ons
de revue passeren… Onze IB-ers zijn altijd
dichtbij en kennen jouw werkveld van haver
tot gort. Eén mail of telefoontje is voor hen
genoeg om voor jou in actie te komen!
Gaat dat allemaal vanzelf?
Nee, daar is veel actie van ons bondsbestuur
en de kaderleden voor nodig. Maar dat is
andere actie als onze collega’s propageren…
AC-HOP heeft geen strakke T-shirts of petjes nodig om haar toegevoegde waarde te
bewijzen. Dat doen wij op een heel andere
manier, door voortdurend actief te zijn voor
onze leden en daarmee indirect ook voor de
ongeorganiseerde collega’s.
De leden van het bondsbestuur, bijvoorbeeld,
zijn verantwoordelijk voor het besturen van
de AC-HOP. Het bestuur van de AC-HOP is gekozen door en uit de leden en komt periodiek
bijeen. Naast de normale afhandeling van de
ingekomen en verzonden stukken, bespreekt
het bestuur de stand van zaken binnen de
diverse portefeuilles en de agendapunten
die door de portefeuillehouders worden ingebracht.
Het bestuur legt jaarlijks in de maand april
verantwoording af aan ‘het hoogste gezag’
Ger Ruigrok, bedankt Anton Hulst
binnen de vereniging, de algemene ledenvergadering. Gedurende de ochtend staat de
‘huishouding’ van de AC-HOP centraal. De
middag wordt doorgaans opgeluisterd door
een lezing, vorig jaar bijvoorbeeld verzorgd
door Fred Veer. Fred was daarvoor in de analen
van de AC-HOP gedoken: ‘Waar komt de ACHOP vandaan, wat voor organisatie is de ACHOP, wat doet de AC-HOP goed en wat doen
wij minder goed? Fred Veer legde aan de hand
van een aantal praktijkvoorbeelden uit waarin
de AC-HOP zich onderscheidt ten opzichte van
de grote vakbonden en wat de grote kracht
van onze belangenvereniging is. Met name
betreffende de kwaliteit van de ledenservice
en de individuele belangenbehartiging steekt
de AC-HOP volgens Fred met kop en schouders
boven andere belangenorganisaties uit.
De bestuurssamenstelling was in het verenigingsjaar 2013 als volgt:
GER RUIGROK
aandachtsveld Onderzoekinstellingen
voorzitter/secretaris, portefeuille CAOzaken en landelijk actiecoördinator
LEO GERRÉSE
aandachtsveld Universiteiten
Penningmeester en portefeuille IB
RON TEMPELAARS
aandachtsveld Universiteiten,
portefeuille ledenadministratie en
automatisering
HANS BARTELS
aandachtsveld Universiteiten,
portefeuille LO-zaken
ANKO V.D. WAL
aandachtsveld Universiteiten,
portefeuille werving, portefeuilles
post-actieve zaken en sociale zaken
Sociale media
Een bedreiging voor de medewerkers en daarmee een kans voor de AC-HOP zit hem in het
veranderend management bij onze instellingen. Er lijkt sluipenderwijs een managementklasse te ontstaan die nauwelijks binding of
begrip heeft met de primaire werkzaamheden
van onze instellingen en de daarbij werkzame
medewerkers. Dit zien we terug aan mate van
(on-) zorgvuldigheid waarmee reorganisaties
worden ingezet en het gebrek aan begrip voor
de nadelige sociale gevolgen die daarmee
ontstaan voor medewerkers. Daarom zouden
veel meer medewerkers betrokken moeten
worden bij de lokale medezeggenschap. We
moeten ons eigentijds gaan organiseren,
‘Sociale media’ kan ons daarbij behulpzaam
zijn. Om die reden heeft het bestuur van de
7
AC-HOP besloten om eind 2013 het project
AC-HOP en sociale Media op te starten. In
de loop van 2014 zullen daarvan de eerste
resultaten gepresenteerd worden.
Cao’s
Het jaar 2013 was rustig jaar betreffende
cao’s. Slechts voor het personeel bij de acht
academische ziekenhuizen (63.000 personeelsleden) werd een onderhandelaarsakkoord
over een nieuwe cao bereikt. Dat akkoord werd
in september 2013 door partijen ondertekend.
De looptijd van de cao UMC’s bedraagt 24
maanden - met terugwerkende kracht – over
de periode van 1 april t/m 31 maart 2015. Dat
dit akkoord bereikt zou worden, zag er in juni
2013 nog helemaal niet naar uit. Op 14 juni
2013 vond er namelijk een InstellingsOverleg
(IO) van AC-HOP plaats, waarbij onderhandelaar AC/FBZ aan de cao tafel bij de UMC’s,
juriste Brigitte Sprokholt, aan de aanwezige
kaderleden van AC-HOP te kennen gaf dat de
onderhandelingen zeer stroef verliepen en dat
de delegatie van de vakbonden zelfs een keer
‘kwaad was weggelopen’ vanwege de halsstarrige houding van de werkgeververeniging NFU.
In de cao-UMC 2013-2015 is afgesproken
dat het personeel bij de academische ziekenhuizen per 01-10-2013 een structurele
salarisverhoging (doorwerkend in pensioenen
en uitkeringen) ontvangt van 1%. Ook per 0108-2014 ontvangen zij een salarisverhoging
van 1%. De medewerkers ontvangen per 1 juli
2014 een eenmalige uitkering van 300,-- euro
bruto en per 1 januari 2015 een eenmalige
uitkering van 200,-- euro bruto (beiden nietpensioengevend). Kortom: een prima caoresultaat op primair-arbeidsvoorwaardelijk
gebied!
De onderhandelingen omtrent een nieuwe
cao-NU (55.000 personeelsleden) en een
nieuwe cao-OI (2500 personeelsleden) verliepen uiterst moeizaam in 2013. Voorjaar
2013 werd de cao-OI (voor personeel bij KB
en NWO)-2010-2012 daarom ongewijzigd
verlengd met één jaar tot en met 31 december
2013. Dit was het maximale wat de vakbondsonderhandelaars namens de vier vakbonden
met de WVOI konden bereiken. Thans vinden
schoorvoetend onderhandelingen plaats voor
een cao-OI 2014-en verder. De werkgeversvereniging voor het universitaire personeel,
de VSNU, houdt helaas nog steeds de voet
op de rem.
Instellingsoverleg
In het IO worden de actuele zaken die in de
diverse instellingen spelen door de kaderleden
met elkaar afgestemd. De voorzitter van de
AC-HOP en de voorzitter van het IO stemmen
de agendapunten af met het bureau van AC/
FBZ. Maaike Langerak, Brigitte Sprokholt,
Joyce Kuijpers en Bert Steehouder waren
8
vanuit de FBZ bij deze vergaderingen aanwezig. In de vergaderingen werd onder andere
gesproken over:
- Het moeizame verloop van de CAO onderhandelingen NU;
- Werkkosten regelingen bij de div instellingen;
- hoorzitting SOFAKLES;
- CAO-UN definitieve tekst;
- Verder waren er mededelingen vanuit de
verschillende instellingen.
AC-HOP-bulletin / website
Ook het afgelopen jaar werd de redactie van
het AC-HOP bulletin weer tot volle tevredenheid door Yvonne van der Kaay van de
Copgroep verzorgd. Het magazine is inmiddels voorzien van de ‘QR-code’. Hiermee kan
de lezer met zijn smartphone direct naar
de website van AC-HOP worden geleid. De
QR-code is inmiddels ook geplaatst op ACHOP wervingsfolders en in advertenties. Het
magazine verscheen vijf maal, in de maanden
februari, april, juni, oktober en december.
In 2013 werd ook het algemene wervingsnummer/infonummer geheel vernieuwd. Die
speciale uitgave van het magazine kan langer
mee en wordt gebruikt voor ledenwerving en
aan nieuwe leden gestuurd.
De AC-HOP beschikt over een website, die
aangepast is aan de sociale media. Nieuwe
leden kunnen zich via de site opgeven. Yvonne
onderhoudt de website. Informatie kan door
haar direct vanaf de werkvloer en/of vanuit
instellings-overleggen openbaar worden
gemaakt en de op de site worden geplaatst.
Tevens is de website interactief door het
plaatsen van artikelen en verwijzingen naar
aanverwante sites met het doel de bezoeker
langer vast te houden of om door te klikken
van het ene artikel naar het andere.
Ambtenarencentrum
Zoals bekend is AC-HOP sinds jaar en dag
aangesloten bij het Ambtenarencentrum (AC).
Het AC vormt voor de AC-HOP het scharnier
naar het lokaal en centraal overleg. De AC-HOP
ontvangt periodiek publicaties van of namens
het AC die met de leden kunnen worden gecommuniceerd. In de AC/FBZ-vergaderingen
worden de ontwikkelingen rond de cao’s van
Universiteiten, Onderzoekinstellingen en
Universitair Medische Centra besproken tussen
AC-vakorganisaties en onze onderhandelaars
besproken.
PR en Ledenwerving
Wat heeft de AC-HOP het afgelopen jaar ingezet om nieuwe leden te werven?
• Op de zich steeds vernieuwende website
met een moderne uitstraling wordt actuele informatie direct geplaatst. Er kan
direct ingespeeld worden op alles wat in
de instellingen of maatschappij speelt en
relevant is voor de AC-HOP.
• De ledenwerffolder is verfrissend vernieuwd
en wordt bij ledenwerfacties ingezet.
• Ook kleinschalige werving is belangrijk.
Als een belangrijke zaak van een lid wordt
opgelost (ook LO kwesties)dan vragen we
dit met zijn collega’s te delen en wervingsfolders uit te delen om leden te winnen.
• Het ledenwerfnummer of infonummer is dit
jaar in een eigentijds jasje gestoken met
een verbeterd aanmeldingsformulier en
wordt bij mondelinge werving en nieuwe
leden ingezet.
• Er is een plan van aanpak gemaakt voor ACHOP voor de sociale media. Dit wordt nog
nader uitgewerkt door het Bondsbestuur.
• In het kader van het vergroten van onze
naamsbekendheid zijn in de universiteitsbladen van Wageningen (Resource),
Nijmegen (Vox) en Maastricht (Observant)
advertenties met onze QRcode geplaatst.
Eén van de belangrijkste momenten waarop
mensen naar een website van de vakbond
gaan is wanneer ze een probleem hebben.
Wat de AC-HOP bij ledenwerfacties vooral
benadrukt is dat juridische rechtsbijstand
via de bond veel beter is dan een gewone
rechtsbijstandsverzekering. In de praktijk
blijkt vaak dat de bond een veel grotere kennis
heeft van de instellingen en de structuur van
de organisaties. Rechtshulp rondom arbeidsgerelateerde zaken is de primaire beweegreden om lid te worden van de vakbond. Ook
vinden medewerkers financiële advisering en
rechtshulp rondom niet-arbeidsgerelateerde
zaken aantrekkelijk. ’Een ‘trigger’ om jongeren, gezien hun vaak onzekere positie
op arbeidsmarkt, lid te laten worden van
de AC-HOP is het inspelen op hun werk- en
inkomenszekerheid.
Terugkijkend kunnen we vaststellen dat de ACHOP ook het afgelopen jaar weer in geslaagd
is om – volledig op eigen kracht, zonder
noodzakelijke fusies, petjes, t-shirts of andere
toeters en bellen op een goede wijze vorm en
inhoud te geven aan de belangenbehartiging
voor onze leden. AC-HOP hoopt daar samen
met haar partners nog jarenlang mee door te
gaan, wij blijven voor u klaar staan!
AC-HOP, de belangenorganisatie voor medewerkers
bij Universiteiten, Onderzoekinstellingen en
Universitair Medische Centra
Interview met Paul Bodelier
Werkzaam als microbieel-ecoloog bij het KNAW-instituut NIOO te Wageningen
Kun je iets over jezelf vertellen?
Ik woon nu 4 jaar in het Utrechtse IJsselstein
en ben getrouwd en heb een dochter van
19 en een zoon van 17. Ik ben geboren en
getogen in de Limburgerse mijnstad Kerkrade
en opgegroeid in een echt mijnwerkersgezin.
Als ex-mijnwerker was mijn vader al vroeg
afgekeurd (WAO-golf in de jaren zeventig)
waardoor hij veel tijd had voor zijn hobbies: voetbal (trouwe fan van profclub Roda
JC), wandelen en het houden van tropische
vogels. Ik ben daar sterk door beïnvloed en
heb mijn jeugd dan ook doorgebracht met
voetbal (spelen en kijken) vogels verzorgen
en wandelen. Op mijn 18de had ik niet echt
een idee wat ik wilde worden maar gezien
mijn achtergrond leek me ‘iets met natuur’
wel leuk. De dichtsbijzijnde universiteit was
Nijmegen waar ik in 1985 ben begonnen met
biologie te studeren. Colleges en practica
waren leuk maar het begon pas echt te leven
na een stage op het toenmalige Instituut voor
Oecologie te Heteren. Daar werd me duidelijk
hoe belangrijk en boeiend bacteriën zijn die
in de bodem zitten en hoe deze samenleven
met bijvoorbeeld planten. Ik ben dan ook
afgestudeerd als microbieel ecoloog in 1991
aan de KU Nijmegen en ben meteen met een
promotiebaan begonnen in Heteren en heb
deze afgerond in 1997.
Onmiddellijk na de geboorte van mijn zoon,
zijn we met zijn vieren naar het Duitse Marburg vertrokken voor een post-doc baan aan
het Max-Planck Instituut voor terrestrische
microbiologie. Daar heb ik gewerkt aan bacteriën die methaan afbreken in rijstvelden.
Een mooie en succesvolle tijd. Ik ontdekte
per toeval iets onverwachts en schreef mijn
eerste ‘Nature publicatie’. In 1999 keerde we
terug naar Nederland en zijn we gaan wonen
in Nieuwegein. Ik had een post-doc baan bij
het Centrum voor Limnologie te Nieuwersluis,
dat onderdeel uitmaakte van het Nederlands
Instituut voor Ecologie (NIOO) van de KNAW.
Hier zette ik mijn werk voort aan bacteriën
die betrokken zijn bij methaan-omzettingen
in ‘wetlands’ (natte bodems).
mensen op zoek gegaan naar een andere baan.
Daar kwam nog bij dat we in 2009 werden
gereorganiseerd en het Centrum voor Mariene
en Estuariene Ecologie (CEME) te Yerseke,
afsplitste van het NIOO én van de KNAW. Dat
waren roerige tijden en voor mij aanleiding
om in de OC-NIOO (=onderdeelcommissie)
te gaan. Ná de verhuizing naar Wageningen
ben ik voorzitter van de OC geworden en
omdat we dreigden geen vertegenwoordiger
meer in de OR-KNAW te hebben, heb ik me
voor dit gremium verkiesbaar gesteld. Ik zit
nu sinds 2012 in de OR-KNAW en dat vind
ik zeer boeiend én ik vind het belangrijk
om iets extra’s voor de organisatie te doen,
die ons onderzoekers in staat stelt om onze
(weliswaar maatschappelijk relevante hobby)
‘na te gaan’. Veel onderzoekers piekeren er niet
over om in een ondernemingsraad te gaan
(aangezien dat ‘tijd kost’ en ze derhalve alleen
maar aan hun onderzoek denken). Ik vind dat
erg kortzichtig! Hoe kan de medezeggenschap
in een onderzoeksorganisatie goed draaien
zonder onderzoekers? Dan mis je toch een
belangrijke bevolkingsdeel van je organisatie
in de medezeggenschap? ‘Bovendien is het samen uit samen thuis’ en hoor je de organisatie
meer terug te geven dan slechts publicaties.
Wat zijn je hobby’s?
Tja, dat is een goede vraag. Als onderzoeker
glij je langzaam af in een moeras van heel
veel zaken die je leuk vind en waar je stiekem
heel veel uren in steekt. Je kunt er eigenlijk
altijd mee bezig zijn! Dus structureel ‘iets
aan hobbies’ doen is lastig. Maar in de vrije
tijd die ik heb, vlag en fluit ik bij jeugd-
voetbalwedstrijden, voetbal ik zelf één keer
per week met collega’s en kijk ik graag naar
voetbal. Vervolgens wandel ik graag en vind
ik het ‘racefietsen’ erg leuk. Daarnaast ‘moet’
ik minstens één keer per jaar bergen zien en
gaan we dus meestal in Oostenrijk op vakantie. Gewoon het bijhouden van het nieuws -in
zijn algemeenheid- vind ik ook leuk.
Kun je meer vertellen over je loopbaan?
Mijn loopbaan is eigenlijk gegaan zoals van
veel wetenschappers. Je gaat van tijdelijke
baan naar tijdelijke baan en je hoopt ooit een
vaste positie te krijgen. Dat gebeurde voor
mij toen ik veertig werd en kwam doordat de
KNAW zich aansloot (‘als volger’) bij de caoVSNU, waarin de ‘geclausuleerde aanstellingen’ (waarvan ik er ook een had) niet werden
erkend. Derhalve had ik in één keer een vaste
aanstelling. Wat een luxe! Wetenschappelijk
gezien was mijn tijd in Duitsland toch de
mooiste. Aan het Max-Planck Instituut kon
ik ‘doen en laten’ wat ik wilde en dat pakte
goed uit. Ik schreef een publicatie die zonder
problemen in het wetenschappelijk tijdschrift
“Nature” werd geaccepteerd. Ik was toen nog
zó jong dat ik me niet helemaal realiseerde
hoe invloedrijk dat tijdschrift eigenlijk was.
‘Je doet iets’ en wereldwijd gaan er heel veel
andere mensen mee aan de slag. Dat was
geweldig en voor mij het ‘aha-moment’. Maar
belangrijker dan artikels en impact-factors,
zijn de mensen waar je het onderzoek mee
doet. Voor mij is dat laatste altijd het belangrijkst geweest. Goede sfeer en leuke
collega’s! Bij het NIOO-KNAW is dat zeker het
geval. Ik werk derhalve vanaf 1999 bij het
Vervolgens kreeg ik een ‘vaste positie’ als
senioronderzoeker. In Nieuwersluis hadden
we een geweldige sfeer en unieke saamhorigheid onder het personeel. Daar kwam vanaf
2006 verandering in. Toen bekend werd dat
‘we’ zouden verhuizen naar Wageningen en
zouden samengaan met het Centrum voor
terrestrische Ecologie te Heteren, zijn veel
9
NIOO (en haar ‘voorlopers’) en kan ‘met de
hand op mijn hart’ zeggen dat ik nooit een
moment heb gehad van: ‘hier wil ik weg’. We
hebben een familiaire sfeer en géén ‘haat en
nijd’ tussen collega’s. Onze onderzoeksgroep
en ons instituut floreert en het is leuk om
bij het NIOO te werken. Ik heb nu een eigen
onderzoeksgroepje en zal dat in de komende
jaren proberen uit te bouwen. Wie weet ligt
er nog een hoogleraarschap ergens in het
verschiet?!
Kun je meer vertellen over je huidige baan?
Ik ben senior onderzoeker bij de afdeling
Microbiële Ecologie. Ik onderzoek de ecologie
van bacteriën die betrokken zijn bij de productie en afbraak van broeikasgassen. Dat is een
enorm boeiend vakgebied. Alle ecosystemen
draaien uiteindelijk op de activiteiten van
bacteriën maar er is nog heel weinig bekend
over hoe bacteriën functioneren in de natuur. Sterker nog: we kennen waarschijnlijk
maar 1% van alle bacteriën die bestaan.
Eigenlijk weten we meer van het heelal dan
van bacteriën op aarde. Das toch eigenlijk
gek?! We gebruiken tegenwoordig heel veel
DNA-technieken om bacteriën te bestuderen.
Daarnaast zijn er nog heel veel andere vaak
complexe methoden om bacteriën in de natuur
te bestuderen. Dat maakt het vak complex en
zeer boeiend. Ik kom zelf niet meer zoveel
in het laboratorium en hou me vooral bezig
met het aansturen van mensen, het managen
van projecten, het schrijven van artikels en
-onderzoeksaanvragen, het beoordelen van
artikels voor tijdschriften en natuurlijk het
bezoeken van congressen. Daarnaast ben ik
nog editor bij een aantal wetenschappelijke
tijdschriften. Op het NIOO zit ik in een aantal
commissies (ARBO, OC) en in de OR-KNAW,
wat de nodige afwisseling brengt en wat voor
mij het gevoel geeft van meer belang voor de
organisatie te zijn.
Is er een spreekwoord welke voor jou in je
dagelijks werk van toepassing is?
Dat zijn er denk ik een heleboel. Maar, als
ik er twee zou mogen uitkiezen dan zou ik
zeggen: ‘niet over een nacht ijs gaan’ en ‘de
aanhouder wint’. Ik heb vaak in het onderzoek
meegemaakt dat ik naar mijn begeleider liep
als ik dacht ‘iets moois’ te hebben gevonden.
Maar als je het dan beter uitwerkte ...of het
experiment nog eens overdeed, dan bleek er
in een keer iets heel anders uit te komen. Dat
is dan zuur als je weer naar de baas moet....
Maar als je ergens van overtuigd bent dan
moet je er ook ‘voor gaan’ en het niet bij een
aantal pogingen laten. Dus ‘niet de dag loven
voor de avond is gevallen’ en ‘niet te snel de
handdoek in de ring gooien’. Oh... dat zijn
nog twee gezegdes. Nou mijn punt is nu wel
duidelijk denk ik.
10
Kun je vertellen over een leermoment in
je carrière?
Dat is moeilijk want je leert eigenlijk elke
dag. Maar als ik er een moet uitpikken: een
aantal jaren geleden werkte ik samen met
een Indische post-doc die toen werkte op het
instituut te Marburg, waar ik ook post-doc
was. Wij hebben voor hem een groot aantal
analyses gedaan en maanden hieraan gewerkt.
Het schrijven van een publicatie over deze
analyses, schoot maar niet op waardoor ik
besloot het zelf ter hand te nemen. We hadden
niets afgesproken met betrekking tot auteurschap. Toen ik hem het stuk stuurde (waar ik
mezelf logischerwijs als ‘eerste auteur’ had
geplaatst), was hij ontdaan dat hij niet als
‘eerste auteur’ stond vermeld. Na wat heen en
weer ge-mail, dreigde hij met zelfmoord als
hij niet ‘eerste auteur’ zou zijn. Bemiddeling
van zijn direct-leidinggevende, hielp ook niet.
Hij zou nooit meer naar India terugkunnen en
‘kon zich dus net zo goed van kant maken”.
Dat was voor mij een ‘leermoment’. Ik zou
nooit zó wanhopig worden én derhalve zou ik
direct stoppen en uit de wetenschap stappen.
Daarnaast maak ik vanaf dat moment goede
afspraken over auteurschappen. Uiteindelijk
heb ik hem ‘eerste auteur’ gemaakt, met een
voetnoot dat beide auteurs in gelijke mate
hebben bijgedragen (voor wat het waard is!).
Wat maakt het werk wat je doet leuk?
Nou daar kan ik heel kort over zijn. Als je het
goed doet, dan bepaal je zelf wat je doet, hoe
je het doet, wanneer je het doet en met wie.
In het fundamenteel onderzoek is het over
het algemeen zo dat je toch via aanvragen
geld vraagt voor jouw ideeën die je vervolgens
kunt gaan uitvoeren. Nou, wie heeft nou een
baan waar die kan doen en laten wat hij wil
en wat hij zelf heeft bedacht?
Kortom: je hebt veel vrijheid en het werk is
ook nog eens afwisselend. Als je wilt kun je
de ene dag in het laboratorium staan of ‘monsters nemen in het veld’ en de andere dag -op
kantoor- als leidinggevende werkzaam zijn en
de derde dag voor een groep mensen op een
congres vertellen over je werk. Kortom het is
gewoon boeiend. Het heeft ook een keerzijde.
Als je inspiratie even minder is en je niets
nieuws bedenkt, ‘dan houd het ook snel op’.
Kun je iets vertellen over een bijzondere
gebeurtenis op je werk?
Tja, ik heb nu twee reorganisaties meegemaakt. Dat was ‘niet bijzonder leuk’ en heeft
ook veel indruk op me gemaakt. In beiden
gevallen had ik een tijdelijke functie maar was
mijn eigen positie niet bedreigd. Maar als je
ziet wat zoiets allemaal teweeg brengt?! Wat
me ook altijd zal bijblijven is het overlijden
van een aantal dierbare collega’s. In Nieuwersluis werden wij door ons afdelingshoofd
op een maandagochtend naar de kantine
geroepen; één van onze senioronderzoekers
was plotseling overleden. Zijn echtgenote
werkte ook op het instituut; kinderen die in
één keer zonder vader zitten, aio’s ineens
zonder begeleider, een hele onderzoekslijn
die stopt, een kamer die leeg blijft. Dat zal
ik nooit meer vergeten.
Welk boek heeft indruk op jou gemaakt?
Ik moet heel eerlijk zeggen dat ik niet verder
kom dan de columnbundels van Youp van het
Hek. Ik ben geen grote lezer. Maar als het
gaat om films, dan kan ik er wel een aantal
opnoemen. La Vita e bella, bijvoorbeeld. Een
meesterwerk! Hoe je dit scenario bedenkt?!
Die tragisch-komische combinatie! Geweldig!
The World according to Garp is ook zo’n meestwerk. De overgang van in- en in tragische-,
naar zeer komische momenten is geweldig.
The Boy in the striped pyjamas, is ook zo’n
film die niet meer van je netvlies gaat. Het
maakt de waanzin van de Holocaust op een
indringende manier duidelijk.
Waar heb je de AC-HOP leren kennen en
waarom ben je lid?
Ik heb AC-HOP leren kennen via Ger Ruigrok.
We hadden een OR-KNAW-cursus in Zandvoort waar Ger tot in de late uurtjes vurige
betogen hield over waarom je lid van een
bond moet zijn en zo ja, waarom je dan zou
kunnen kiezen voor AC-HOP. Ik moet zeggen
het knaagde al jaren aan me. Zoon van een
mijnwerker en dan geen lid van een vakbond!
Wetenschappers die van tijdelijk- naar tijdelijk
contract gaan, zijn niet zo georganiseerd. Ik
dus ook niet. Je gaat er altijd vanuit dat een
vakbond toch ‘niets voor je kan doen’. Maar
Ger heeft het sluimerende solidariteitsgevoel
in mij wakker gemaakt. Zijn fanatisme en
-gedrevenheid werken aanstekelijk. Ik kreeg
ook het gevoel dat AC-HOP niet zo’n grote
vakbond is maar juist met een persoonlijke
aanpak. Dat spreekt me wel aan. Ik ben
nu niet alleen lid ‘voor het geval dat’ maar
eveneens om een ‘club’ te steunen die voor
ons allemaal (universitair- en onderzoekinstellingspersoneel) opkomt. Hopelijk heb ik
AC-HOP nooit nodig maar kan ik met mijn
lidmaatschap anderen helpen, te vergelijken
met een ziektekostenverzekering. Daarnaast,
zie ik ook dat met name in het onderzoeksveld
weinig vakbondsleden zijn en dat is wellicht
niet zo verstandig!
Individuele Belangenbehartiging
Bij problemen in de werksituatie kunt u, als lid van de AC-HOP, een beroep doen op de kennis en ervaring van
Individuele Belangenbehartigers (IB’ers). Zij zijn op de hoogte van uw rechtspositie en kunnen u met raad en daad
terzijde staan. Het is dan wel van belang dat u weet waar u de IB’er in uw sector kan vinden. Vandaar dat we dat
nog een keer op een rijtje zetten. Is uw ‘eigen’ IB’er na herhaalde pogingen niet bereikbaar, dan kunt u - zeker wanneer het om een spoedeisende kwestie gaat - contact opnemen met een van de andere mensen die op de lijst staan:
Sector:
Naam IB’er:
Nederlandse Universiteiten (NU)
Nederlandse Universiteiten (NU, UMC Groningen)
Nederlandse Universiteiten (NU)
Technische Universiteit Eindhoven (TUe)
Universitair Medische Centra (UMC)
Onderzoekinstellingen OI (KB, NWO en KNAW) Fred Veer Hans Bartels (privé)
Leo Gerrése, coördinator Anita Neijzen
Peter Bloemendaal
Ger Ruigrok
Marty Smits,
landelijk vakbondsconsulent
telefoonnummer:
015-2781358
050-5344128
015-2782471
040-2474093
071-5263628
070-3156461
06-24556250
e-mailadres:
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
A A N M E L D FO R M U L I E R
AC-HOP
Postbus 941
2300 AX Leiden
Nederland KvK 40477405 • NL39 INGB 0000 1752 76 • incassant ID: NL30ZZZ404774050000
Doorlopende machtiging
De belangenorganisatie voor medewerkers
bij Universiteiten, Onderzoekinstellingen
en Universitair Medische Centra
Reden betaling: Contributie AC-HOP
Door ondertekening van dit formulier geeft u toestemming aan de AC-HOP om doorlopende incasso-opdrachten te sturen naar uw bank om een bedrag van uw rekening
af te schrijven en aan uw bank om doorlopend een bedrag van uw rekening te schrijven overeenkomstig de opdracht van de AC-HOP.
Als u het niet eens bent met deze afschrijving kunt u deze laten terugboeken. Neem hiervoor binnen 8 weken na afschrijving contact op met uw bank. Vraag uw
bank naar de voorwaarden.
Mandaat ID:
(*)
Naam en voorletters
: .........................................................................................................................................
Adres : .........................................................................................................................................
Postcode
:[
E-mail werk
Werkzaam bij
][
][
][
]
[
][
]
Woonplaats:
: ................................................................................
: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Geboortedatum: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Telefoonnummer: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
IBAN Rekeningnummer : . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Plaats en datum:
: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Handtekening: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Bruto salaris < 1950> 5 euro. Meer dan 1950 euro 10 euro. Postactieven betalen 3,40 eur.
Maak uw keuze:
10 Euro per maand (Bruto salaris 1950 euro p/m of meer )
5 Euro per maand (Bruto salaris minder dan 1950 euro p/m, jaarlijks kopie salarisstrook verplicht)
3,40 Euro per maand (Postactief)
Ik wil dat de contributie
per maand [ ]
per jaar [ ] wordt ingehouden
Insch
kan o rijven
www ok via
.ac-h
op.nl
(*) Het Mandaat ID vullen wij later in.
Indien van toepassing – Ik ben opgegeven door: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Ik ben wel/niet geïnteresseerd in het vervullen van activiteiten als kaderlid van de AC-HOP.
AC-HOP
Antwoordnummer 10034
U kunt het volledig ingevulde formulier in een ongefrankeerde enveloppe opsturen (postzegel is niet nodig) naar:
2300 VB LEIDEN
11
COLOFON
Het AC-HOP-Bulletin is het ledenorgaan van de AC-HOP. Leden van de AC-HOP
zijn personen die werkzaam zijn bij Universiteiten, Onderzoekinstellingen
en Universitair Medische Centra. In principe verschijnt het bulletin zes maal
per jaar. De redactie heeft de vrijheid artikelen op te nemen die niet altijd
hoeven te stroken met de opvattingen van het Bondsbestuur. Voor vragen en/
of opmerkingen over de inhoud van het HOP-Bulletin kan men zich wenden
tot de redactie, e-mail [email protected] .
REDACTIE:
Copgroep,
eindredactie
Leo Gerrése | Yvonne van der Kaay
DAGELIJKS BESTUUR:
Ger Ruigrok, voorzitter / secretaris
Leo Gerrése, penningmeester
Ron Tempelaars, ledenadministrateur,
e-mail: [email protected]
REDACTIEADRES:
Postbus 941
2300 AX Leiden
Tel. 015-2782471
e-mail: [email protected]
INTERNETSITE:
www.ac-hop.nl
ISSN 1570-1859
VORMGEVING EN DRUK:
Compact Drukwerken, Lanaken
Contributietarieven:
1. € 5,- per maand voor leden die per maand minder dan € 1950,- bruto verdienen.
2. € 10,- per maand voor mensen die € 1950,- bruto of meer verdienen
3. € 3,40 per maand voor Postactieven. (gepensioneerden)
Leden die in aanmerking willen komen voor het lage tarief van € 5,- dienen jaarlijks
een fotokopie van hun salarisstrook te overleggen. Wilt u geen bewijsstuk overleggen
dan valt u automatisch in het € 10,- tarief.
Ma
Inleveren kopij voor het volgende nummer: Uiterlijk 15 augustus 2014
Overname van artikelen, mits met bronvermelding, is toegestaan.
ak
AC-HOP, de belangenorganisatie voor medewerkers
bij Universiteiten, Onderzoekinstellingen en
Universitair Medische Centra
v
je an
st ww
ar w
tp .a
ag c-h
in op
a
.n
l
Heeft u vragen of zijn er zaken onduidelijk dan kunt u contact opnemen met onze
ledenadministrateur Ron Tempelaars. E-mail: [email protected] • Telefoon: 040-2475362